Wat christenen geloven & moslims niet begrijpen
Gert-Jan Segers & Marten de Vries
Wat christenen geloven & moslims niet begrijpen Licht over leer en leven
Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer
Ontwerp omslag Geert de Koning Lay-out en dtp binnenwerk zetR Redactionele bewerking Michiel Louter isbn 978 90 239 2042 7 nur 717 © 2012 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden www.uitgeverijboekencentrum.nl
Woord vooraf
Wat kan het boek Wat christenen geloven & moslims niet begrijpen nog toevoegen aan de stroom van publicaties over de islam, al dan niet in relatie tot het christendom? Die vraag kan opkomen als de lezer dit boek onder ogen krijgt. Kan het nog iets nieuws brengen? Het was een vraag die ook mij bezighield. Toch blijkt al lezend dat Marten de Vries en Gert-Jan Segers een geheel eigen plaats innemen binnen het discours over de islam. Om die eigen plaats te typeren wijs ik op een paar uitgangspunten in hun beider schrijven. In de eerste plaats komen beide auteurs heel nadrukkelijk uit voor hun eigen (christelijke) geloofsovertuiging. Zij schrijven hun bijdragen heel direct vanuit de bijbelse boodschap voor deze wereld. Voor hen is Jezus Christus de enige weg tot God en zijn heil. Door deze opstelling weet ook de islamitische gesprekspartner waar hij aan toe is. In de tweede plaats laten beide schrijvers moslims en hun geloof in hun waarde. Ze willen dat de christelijke lezer dat ook doet en geven daarom handreikingen met het oog op de dialoog. Zo stelt De Vries nadrukkelijk dat een christen niet mag bepalen hoe een moslim de Koran moet lezen en uitleggen, net zo goed als dat andersom geldt. Segers wijst op het belang niet alleen constructief met, maar ook constructief over elkaar te praten. Zoals een christen van nu niet verantwoordelijk gehouden kan worden voor de kruistochten, zo moeten christenen niet doen alsof in elke moslim een potentiële terrorist schuilt. Het geheel overziende proef je de liefde van de auteurs voor 5
moslims. Daarin willen zij navolgers zijn van Jezus Christus, die niet alleen oog had voor zijn eigen volksgenoten, maar op zoek was naar elk mens om hem te behouden. Marten de Vries kent de islam als missionair predikant. Hij is werkzaam in het Rijnmondgebied en woont in een multiculturele en multireligieuze wijk van Rotterdam. Het is in de hoofdstukken die hij heeft geschreven merkbaar dat hij heel sterk gericht is op de dialoog tussen moslims en christenen. In zijn bijdragen behandelt hij enkele centrale onderdelen uit de christelijke leer. Hij laat duidelijk zien wie Jezus is en ook voor moslims wil zijn. Gert-Jan Segers kent de islam vanuit een ander perspectief. Hij heeft jarenlang in Caïro gewoond en gewerkt. Van dichtbij heeft hij meegemaakt hoe moslims leven. Hij heeft ervaren wat het betekent om als christen te leven in een overwegend islamitisch land. Segers behandelt de geboden vijf tot en met tien uit de decaloog. In de ontmoeting met Egyptische moslims heeft hij gemerkt dat zij graag benadrukken dat christenen en moslims niet zo erg van elkaar verschillen wanneer het gaat om de praktijk van het geloofsleven. Zowel in de islam als in het christendom mag je niet stelen, niet doden en moet je je ouders gehoorzamen. De auteur laat daarom scherp uitkomen dat er toch een levensgroot verschil is tussen braaf leven en leven uit genade. In dit boek bieden beide schrijvers een goed uitgangspunt voor een eerlijke en zinvolle dialoog tussen christenen en moslims. Vandaar dat ieder die te maken heeft met de dialoog tussen moslims en christenen of daarin is geïnteresseerd, zijn winst kan doen met deze publicatie. Lucius de Graaff, oktober 2011
6
Inhoud
Inleiding
9
deel i Licht over leer deel i Marten de Vries
13
1. Er is één God: zie Jezus 2. Engelen buigen zich neer, de Geest geeft Hem gelijk: Jezus! 3. De Schriften spreken boekdelen: Jezus! 4. De hoogste profeet is Jezus 5. Uitzien naar de komst van Jezus 6. God komt tot zijn doel door Jezus
15
deel ii deel ii
Licht over leven Gert-Jan Segers
1. Vader, moeder, kind, overheid, burger: Jezus vraagt respect ‘Toon eerbied voor uw vader en uw moeder’ 2. Jezus: leve het leven! ‘Pleeg geen moord’ 3. Jezus en het mysterie van een goed huwelijk ‘Pleeg geen overspel’ 4. Jezus’ evangelie als diefstalpreventie ‘Steel niet’ 5. Jezus is de waarheid zelf ‘Leg over een ander geen vals getuigenis af’
27 41 55 66 82
97
99 114 128 141 153
7
6. Jezus wil je alles geven wat je hart begeert ‘Zet uw zinnen niet op wat een ander toebehoort’
167
Noten
179
Register van bijbelteksten
204
8
Inleiding
Een van de mooiste hoofdstukken van de Bijbel is Johannes 1. De evangelieschrijver sluit aan bij het scheppingsverhaal van Genesis 1, door te beginnen met: ‘In het begin…’ Op de eerste bladzijde van de Bijbel lezen we dat God zei: ‘Er moet licht komen.’ Daarmee begint de schepping door God in zes dagen. Johannes vertelt over ‘het ware licht’, dat verscheen toen Gods Zoon mens werd. Door Hem kreeg Gods herschepping gestalte. Jezus Christus is de wortel van een nieuw bestaan, waarin de zonde met alle gevolgen van dien overwonnen wordt. De Heer zelf is onoverwinnelijk. ‘Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.’ Je kunt het Griekse werkwoord ook vertalen met ‘begrepen’ of – correcter – met ‘gegrepen’. Toegepast op de islam: moslims hebben de blijde boodschap waarvan het Nieuwe Testament vol is, niet begrepen; ze hebben het geluid evenmin kunnen smoren. Daar is het verhaal gewoon te sterk voor. Dit boek biedt geen behandeling van de islam. Dit boek vertelt het ‘sterke verhaal’ dat christenen kennen. Het is een uiteenzetting van wat christenen geloven, tegen de achtergrond van de islamitische overtuigingen én de denkbeelden en misvattingen van moslims over wat christenen geloven en doen. Rode draad is het geloof in Jezus Christus, drijfveer is de restloze overgave aan Hem die van hogerhand werd neergezonden en Zich prijsgaf voor de mensen. In deze laatste zin is wat islamitische terminologie verwerkt waarmee onze bedoeling te illustreren valt. ‘Islam’ betekent ‘overgave’; christenen geven zich niet over aan de wetten van God, maar aan Hem in wie – zoals Paulus schrijft – de wet zijn doel vindt. Wat God heeft neergezonden is niet maar een heilig boek, 9
maar het liefste van Zichzelf: zijn Zoon, die Hij in zijn barmhartigheid (of: ‘rahmah’) gaf. Wij hopen bijbels licht te laten schijnen op woorden die in de islam van inhoud en betekenis zijn veranderd. Op deze manier willen we christenen handvatten bieden om met moslims in gesprek te gaan. Christenen kennen twaalf geloofsartikelen en tien geboden, moslims zes geloofspunten en vijf ‘zuilen’. Of de verhouding tussen ‘leer’ en ‘leven’ in de beleving van moslims en christenen dezelfde is, is een onderwerp op zich. Hoe dat ook zij, in beide religies wordt het onderscheid tussen beide terreinen gemaakt. In dit boek gaat het dan ook over dogma en praktijk. Om moslims in het interreligieus gesprek tegemoet te komen, is voor de leerstellige hoofdstukken de islamitische indeling van de dogmatiek gebruikt om de christelijke geloofsleer te verwoorden. Die indeling bestaat uit zes geloofspunten: Allah (1) openbaart door middel van engelen (2) zijn boeken (3) aan de profeten (4). Daarna volgen nog het laatste oordeel (5) en de voorbeschikking (6) als inhoud van de goddelijke boodschap. In deze aanpak kunnen wij niet alleen de belijdenis van het geloof in de drie-ene God goed kwijt, het leek ons ook een goede manier om binnen een islamitisch referentiekader het christelijk geloof uit te leggen. Voor de christelijke zedenleer golden als leidraad de laatste zes van de tien geboden, waarin het goddelijk gebod tot naastenliefde wordt uitgewerkt. Gods geboden zijn namelijk niet alleen voor ‘intern’ gebruik, maar hebben – zoals alles in de heilige Schrift – ook een missionaire spits. In dit boek maken we voor verwijzingen naar en citaten uit de Bijbel gebruik van de Nieuwe Bijbelvertaling (Nederlands Bijbelgenootschap, 2004), tenzij anders vermeld. Aan het eind van elk hoofdstuk staan enkele vragen waarop het antwoord niet direct in het voorgaande te vinden is. De vragen zijn bedoeld om verder door te denken en door te spreken, als christenen onderling en ook in het gesprek met moslims. 10
De hoofdstukken van dit boek zijn uitwerkingen van een twaalftal voordrachten, gehouden tijdens de zogenaamde Manaarlezingen, die van januari 2010 tot februari 2011 maandelijks zijn georganiseerd door verschillende van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt in het Rijnmondgebied. ‘Manaar’ is Arabisch voor ‘vuurtoren’, in feite de mannelijke vorm van ‘manarah’ of ‘minaret’. Christenen zijn geroepen om licht te verspreiden in de wereld. Een lamp zet je niet onder een korenmaat, zei Jezus, maar op een standaard; een kerktoren is in de wijde omgeving zichtbaar. De boodschap van de kerk is de moeite van het rondbazuinen waard! Bij elke Manaarlezing was een islamitische coreferent uitgenodigd. Bij dezen danken wij hen hartelijk voor hun bijdragen: ir. Rasid Bal, dr. Yavuz Bilgin, dr. Mohammed Ghaly, prof. dr. Özcan Hıdır, imam Abdulwahid van Bommel, sheikh Achmad Pattisahusiwa, drs. Bahri Bulut, drs. Bahaeddin Budak, Simin Rafati MA, imam Mohammed Cheppih, drs. Alper Alasag en drs. Fatih Okumus¸. In een vriendelijke en wederzijds respectvolle setting droegen ze bij aan een goed gesprek. De avonden hebben ons ook geholpen om ons verhaal nog scherper te formuleren. Veel dank ook aan het adres van de leden van diverse kerken die de avonden hebben georganiseerd. In het bijzonder veel waardering voor ir. Faas Louter, die namens Het Kruispunt (www.hetkruis.org) de coördinator was en het proces van voorbereidingen voor de eerste lezing tot inlevering van de kopij van dit boek begeleidde. Verder dank aan predikant en islamkenner drs. Lucius de Graaff, die mij verving bij de laatste Manaarlezing toen ik door ziekte was verhinderd. Bovendien schreef hij bij dit boek een woord vooraf. Verder een woord van dank voor de kritische meelezers, Annemarie Krijger-van der Esch MA, Nico-Dirk van Loo MSc, Erika van Nes-Visscher MA. En ten slotte een uiting van erkentelijkheid aan het adres van de eindredacteur, Michiel Louter MA en de uitgever, drs. Beppie de Rooy. De laatste twee zijn in het bijzonder te prijzen vanwege hun geduld met ons als auteurs. Marten de Vries, oktober 2011 11
deel i Licht over leer Marten de Vries
1. Er is één God: zie Jezus
Christenen geloven in één God, de Drie-Ene. De Bijbel laat ons Hem als de levende God kennen, Vader, Zoon en heilige Geest. Hij komt naar ons toe als Schepper, Verlosser en Heiligmaker. Jezus is geen halfgod, maar honderd procent God en honderd procent mens. God openbaart Zich in een menselijk lichaam en niet in de gestalte van een boek. Moslims beschouwen christenen niet, maar zichzelf wel als ware monotheïsten omdat zij Jezus niet als God erkennen. Jezus pretendeert echter God zelf op aarde te zijn. Zowel bij de geboorte als bij de doop van Jezus zien wij de Vader, de Zoon en de Geest actief. De Bijbel laat voortdurend zien dat Jezus God is, ook door zijn daden. Moslims ontkennen dit door de Bijbel op hun manier uit te leggen, alsof Gods Woord aan islamitische eisen moet voldoen. Wat later als dogma van de Drie-Eenheid is geformuleerd, is in de Bijbel niet problematisch. Door de persoon van Gods Zoon biedt deze leer ons houvast in leven en sterven.
De doop van Jezus Het is typisch christelijk om in één God te geloven die meervoudig en wel in zijn drievuldigheid naar ons toekomt. De vraag in het gesprek met moslims is niet óf maar hóé wij als christenen monotheïsten zijn ofwel in één God geloven. Wanneer wij in verbondenheid met de kerk van altijd en overal ons geloof in God belijden, verwoorden we geen theoretisch ontwerp maar prijzen we de ene levende God, die als Vader, Zoon en heilige Geest Zich aan mensen openbaart en in de wereld en zijn bewoners werkzaam is. Een prachtige illustratie vormt het verhaal van de doop van Jezus, te lezen in Matteüs 3:13-17. 15
Met de doop van Jezus begint zijn officiële bediening. Johannes is druk doende met de doop van berouwvolle mensen in de Jordaan. Dan komt Jezus, en ook Hij wil gedoopt worden. Daar is Johannes de Doper niet direct aan toe. Volgens hem moet het eerder andersom: dat hij door Jezus wordt gedoopt. De grootste profeet tot dan toe, zoals Jezus hem typeert,1 weet dat Hij tegen Jezus moet opkijken: zijn achterneef is van goddelijke komaf. Als de eeuwige Zoon van God bestond Jezus al voordat Maria Hem in haar moederschoot ontving en Hij ter wereld kwam. Naar de mens gesproken is Johannes ouder, maar hij zal Jezus naderhand zo typeren: ‘Die na mij komt is meer dan ik, want hij was er vóór mij.’2 Toch wil Jezus dat Johannes Hem onderdompelt. Het is een kwestie van goddelijk recht dat zondige mensen die zichzelf niet kunnen redden, gereinigd moeten worden. Een door zijn zondeloosheid schone Jezus gaat bij zijn ambtsaanvaarding het water in om Zich officieel te bedekken met al het vuil dat schoongewassen zondaren hebben achtergelaten. Het is het vervolg op zijn besnijdenis, waarmee Hij al als zuigeling op één lijn met zondige mensen werd gesteld.3 Zodoende kan de Messias zijn missie volbrengen: zijn tocht naar het kruis. Johannes heeft het begrepen. Hij noemt Hem straks ‘het lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt’.4 Jezus is degene die zijn schaduw al vooruitwierp in de ram die Abraham mocht slachten in plaats van zijn zoon Isaak.5 Het is ook zijn muziek die al doorklinkt in de profetie van Jesaja over Gods dienaar, die om andermans zonden werd doorboord en ‘als een schaap naar de slacht werd geleid’.6
Jezus is Gods Zoon en Johannes zijn profeet Het is precies op het cruciale moment van Jezus’ doop door Johannes dat de drie-ene God als zodanig op het toneel verschijnt. Let op Jezus en je ziet de drie onderscheiden Personen die de ene, ware en eeuwige God zijn.7 Direct na de doop daalt de heilige Geest in de gedaante van een duif op Jezus neer. De Vader legt de Zoon de handen op en verleent Hem autoriteit en capaciteit om de strijd 16