DOOR UM SADJAAD
Introductie In de Naam van Allaah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle Alle lof en dank is aan Allaah, de Heer van de hemelen en de aarde en alles wat bestaat. De Heer van het universum, Die de beste beloning geeft aan degenen die Hem vrezen en groot verlies aan de overtreders. We prijzen Hem en smeken Hem om Zijn hulp en vergeving. We zoeken toevlucht bij Hem tegen het slechte in onszelf en het slechte in onze daden. Degene die door Allaah is geleid kan door niemand misleid worden en degene die misleid is door Allaah kan door niemand geleid worden. Ik getuig dat niemand het recht heeft om aanbeden te worden, behalve Allaah Alleen. Verder getuig ik dat Muhammad -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallamZijn ware Profeet en Boodschapper is, de leider van de Boodschappers en leidraad van de gelovigen. Wij plaatsen al het vertrouwen in Allaah Alleen, Allaah is voldoende voor ons en Hij is de beste Helper. Er is geen kracht om het slechte te weerstaan behalve via Allaah, noch enige kracht om goed te doen behalve via Hem Alleen. Moge Allaah Zijn vrede en zegeningen aan de laatste Profeet Muhammad schenken en aan zijn nobele en pure familie en aan al zijn nobele metgezellen en degenen die zijn voetstappen volgen tot aan de Dag des Oordeels. Allaah, de Verhevene zegt in soerah Ali-‘Imraan 3: 102: “O jullie die geloven, vrees Allaah vol ware godsvrees voor Hem, en sterf niet anders dan als moslims.”
En in soerah An-Nisaa’ 4: 1:
1
“O mensen, vrees jullie Heer Die jullie uit een enkele ziel schiep. En Die daaruit zijn echtgenote schiep en uit hen beiden vele mannen en vrouwen deed voort komen. En vrees Allaah in Wiens naam jullie elkaar (om hulp) vragen. En onderhoud de familiebanden. Voorwaar, Allaah is de Waker over jullie.”
“O jullie die geloven! Vrees Allaah en spreek (altijd) de waarheid. Hij zal jullie aansporen tot het verrichten van goede daden en jullie zonden vergeven. En wie Allaah en Zijn Boodschapper gehoorzaamt; waarlijk, die heeft een geweldige triomf behaald.” Soerah Al-Ahzaab 33: 70-71
De meest waarachtige spraak is die van Allaahs Boek (de Qur’aan) en de beste leiding is die van Muhammad -salla-llaahu ‘alaihi wa-sallam-. Het ergste kwaad zijn toevoegingen en iedere toevoeging (in religie) is een bid’ah en iedere bid’ah is een misleiding en iedere misleiding en iedere vorm van misleiding is in het vuur.
Onze missie: zuivering en welgemanierdheid Het juiste islamitische geloof en de juiste islamitische daden dienen van Allaahs Boek en de soennah van Zijn Boodschapper af te stammen en dienen geleid te worden door de kennis en het begrip van de sahaabah. (de metgezellen van de Profeet) Dit is het duidelijke pad van leiding dat Allaah voor de mensen heeft geschetst en dat leidt naar hun onmiddellijke en fundamentele succes en geluk. Helaas zijn de meeste moslims in verschillende mate van dit prachtige pad weg gegaan. Dus dient ieder serieus werk om de islaam weer onder de moslims tot leven te brengen twee elementen te bevatten: 1) Zuivering: het proces om dit pad van belemmeringen en onduidelijkheden te zuiveren en mensen er naar toe te leiden. 2) Welgemanierdheid: het regelmatige, aanhoudende proces van mensen leren hoe op dit pad te leven en eraan trouw te blijven en zich aan haar bevelen te houden. Deze twee elementen waren centraal in de Profeets
missie. In soerah Ad-Djumu’ah 62: 2 staat:
“Hij is Degene Die bij degenen die ongeletterd zijn een Boodschapper uit hun midden zond, die hun Zijn verzen voordroeg, en die hen reinigde, en die hun het Boek en de Wijsheid onderwees, terwijl zij daarvoor in duidelijke dwaling verkeerden.”
Hierdoor realiseren we ons de noodzaak om aan het Nederlands sprekende publiek verantwoorde schrijfwerken aan te bieden die het begrip van de islaam verbeteren. Het presenteren hiervan omvat twee aspecten: 2
1) Gezuiverde islamitische leerstellingen. 2) Praktische leidraad om ze toe te passen.
Waarlijk, dit is de missie die we aannemen en dit boek is een nederige stap in die richting. 1) Zuivering
Zuivering (of ‘tasfiyah’) is vereist met betrekking tot onze bronnen van islamitische kennis, ons geloof en onze praktijken. a. Het zuiveren van onze bronnen van kennis
Overleveringen die vals aan de Profeet of zijn metgezellen zijn toegeschreven mogen niet als bronnen van kennis of basis voor daden worden gebruikt. In feite behoren dit soort overleveringen tot de voornaamste oorzaken van het afwijken van de ware islaam. Daarom is het zuiveren van onze kennis van de zwakke en bedachte overleveringen een essentiele taak die volledig in onze studie en ons onderwijs moet worden opgenomen. Rasuulullaah islamitische kennis te zuiveren toen hij zei:
prees degenen die er naar streven om de
“Deze kennis zal door de betrouwbare individuen van iedere generatie worden gedragen. Zij zullen er de wijzigingen van de extremisten, de leugens van de leugenaren en de verkeerde interpretaties van de arrogante uit weg halen.” Al-Baihaaqie, Ibn ‘Adiyy en anderen, overgeleverd door Abu Hurairah, Ibn Mas’ud en andere metgezellen. Hasan verklaard door shaikh al-Albaanie. (‘Mishkaat ul-masaabih’ nr. 239) b. Ons geloof zuiveren
Het geloof van vele moslims is besmet met de misverstanden die van filosofische argumenten komen en onislamitische meningen. Daarom vraagt het nodige zuiveringsproces het zuiveren van ons geloof zodat het alleen gebaseerd is op betrouwbare teksten van de Qur’aan en de soennah en schoon is van iedere vorm van shirk (iets of iemand naast Allaah plaatsen). Zo was het geloof van de sahaabah welke Allaah heeft geprezen in soerah Al-Baqarah 2: 137: “Als zij dan geloven in het gelijke van waarin jullie geloven, dan volgen zij waarlijk de leiding.” c. Onze daden zuiveren
Veel moslims mengen hun religieuze praktijken en daden van aanbidding met bid’ahs (toevoegingen) die niet door Allaah of Zijn Boodschapper
zijn goed gekeurd. Daarom is er een enorme 3
inspanning nodig om de daden van aanbidding van de moslims zo te zuiveren dat ze zich aanpassen met betrouwbare teksten van de Qur’aan en de soennah, met het begrip en het praktiseren van de sahaabah en het verwerpen van bid’ahs. Dit is het enige acceptabele pad van leiding, zoals Allaah in soerah An-Nisaa’ 4: 115 zegt: “En wie de Boodschapper tegenwerkt nadat de leiding hem duidelijk is geworden en een andere weg volgt dan die van de gelovigen: Wij laten hem (gaan naar) waarheen hij zich afgekeerd had en Wij zullen hem in de Hel binnen leiden. En dat is de slechtste bestemming!” 2) Welgemanierdheid
Welgemanierdheid (of ‘tarbiyyah’) is om ons geloof en onze daden op zuivere kennis te vestigen. Tarbiyyah gaat hand in hand met zuiveren. a. Ware volgelingen van de eerste drie generaties metgezellen worden.
De bovenstaande discussie over het zuiveren van ons geloof en onze daden, dient te worden uitgebreid met het opvoeden van onszelf en onze gemeenschap volgens de zuivere leringen, waarbij we ernaar dienen te streven om ware volgelingen te worden van onze grote salaf; de sahaabah. In soerah At-Tawbah 9: 100 zegt Allaah: “En de allereerste (moslims) van de muhaadjiroen (emigranten vanuit Makkah) en de Ansaar (bewoners van Madinah die de muhaadjiroen hielpen) en degenen die hen volgden in goede daden: Allaah heeft welbehagen met hen en zij hebben welbehagen met Hem. Hij heeft voor hen Tuinen (in het Paradijs) bereid waar onder door de rivieren stromen, zij zijn daarin eeuwig levenden. Dat is de geweldige overwinning.”
De sahaabah waren de vrome mensen die door Allaah werden gekozen om Zijn Profeet te vergezellen. Dus zij verlieten de valse religie van hun voorvaders en vereenzelvigden zichzelf met de Profeet, leerden direct van hem en vestigden met hem de eerste en beste islamitische gemeenschap en droegen zijn leerstellingen nauwkeurig en volledig over aan andere mensen. Wanneer de moslims de sahaabah tot hun ware rolmodellen maken, zullen zij geneigd zijn om de waarheid onpartijdig te gaan zoeken en niet langer eigenwijs vast te houden aan vooringenomen sektes en wetscholen. b. Het uitnodigen naar de zuivere religie
Een essentieel deel van het proces van welgemanierdheid is alle mensen -zowel moslims als nietmoslims- uit te nodigen naar de pure en onvervalste religie. Dit dient te gebeuren door goede voorbeelden te laten zien, onszelf met goede manieren te bekleden en waardevolle, effectieve en
4
vriendelijke benaderingen te bewerkstellingen, welke van belang zijn vanwege de boodschap die we dragen. Allaah zegt in soerah Aali-‘Imraan 3: 104: “En laat er uit jullie een groep voort komen die uitnodigt tot het goede en oproept tot deugdelijkheid en (die) het verwerpelijke verbiedt, en zij zijn degenen die welslagend zijn.”
Hierbij helpen is een plicht voor iedere moslim volgens zijn/haar beste vermogen, zoals Allaah in soerah Al-Maa’idah 5: 2 beveelt: “Ondersteun elkaar bij het goede (‘al birr’) en taqwaa’ en help elkaar niet in zonde en overtreding.”
Dit is de enige weg om Allaahs acceptatie te verkrijgen en geluk en succes te bereiken. Allaah zegt in soerah Al-‘Asr 103: 1-3: “Bij de tijd. Voorwaar, de mens lijdt zeker verlies. Behalve degenen die geloven en goede daden verrichten en elkaar aansporen tot de Waarheid en elkaar aansporen tot geduld.”
En dit is de manier om te midden van de gelovigen een ware en eerlijke compassie te vestigen die een sterke, verenigende oorzaak ten grondslag heeft. Allaah zegt in soerah Aali-‘Imraan 3: 103: “En houdt jullie allen stevig vast aan het touw (de godsdienst) van Allaah en wees niet verdeeld.” c. De islamitische oplossing presenteren
Uitnodigen naar de waarheid houdt het vinden van realistische islamitische oplossingen voor veelomvattende problemen in. Er is geen twijfel dat Allaahs leiding de enige allesomvattende weg is voor het oplossen van problemen van de mensen zowel op individueel als maatschappelijk niveau. Allaah zegt in soerah Al-Maa’idah 5: 49: “En oordeel (O Muhammad en volg niet hun begeerten.”
) onder hen met wat Allaah neer gezonden heeft,
Waarlijk, we zoeken Allaahs leiding en hulp en we smeken Hem om ons in staat te laten zijn om onszelf en onze gemeenschappen te zuiveren en op te voeden op een manier die Hem het meest tevreden stelt. Aamien.
Inleiding:
5
De Qur’aan als geneesmiddel Veel moslims zijn ziek; lichamelijk en/of geestelijk en slikken medicatie en leggen veel bezoeken af aan dokters en tegenwoordig ook psychiaters. Als je zou uit rekenen wat deze consulten en medicatie allemaal bij elkaar kosten, dan kom je op kapitalen uit. Maar de medicatie die gratis is en die beter is dan al het andere, gebruiken wij niet. De Qur’aan is namelijk het perfecte geneesmiddel voor alle geestelijke en lichamelijke ziekten en kwalen. Allaah heeft in de Qur’aan zowel de ziekten van het hart als die van het lichaam benoemd. De ziekten van het hart zijn: twijfel en onzekerheid en begeerte en dwaling. In soerah Foessilat 41: 44 lezen we: “Zeg: “Hij is voor degenen die geloven een leiding en een genezing.” (‘hudan wa shifaa’oen’)
En in soerah Al-Israa’ 17: 82: “En Wij zenden datgene van de Qur’aan neer wat een genezing en rahmah is voor de gelovigen.”
In soerah Yuunus 10: 57 zegt Allaah over de Qur’aan: “O mensheid! Voorzeker, een vermaning van jullie Heer is tot jullie gekomen en een ‘shifaa’ (genezing) voor datgene wat in de harten is en een leiding en rahmah voor de gelovigen.”
Ibn al-Qayyim heeft gezegd: “Er zijn twee belangrijke dingen die je moet doen. Het eerste is je hart van deze wereld losmaken en het verplaatsen naar het hiernamaals, vervolgens dien je al je aandacht te besteden aan de Qur’aan en het te overpeinzen en over de redenen van de openbaringen na te denken. Probeer van elk vers iets te begrijpen en pas het toe op de ziekte van je hart. Deze verzen zijn neer gezonden om het hart te genezen, dus je zult, inshaa-e Allaah, worden genezen.”
Qataadah zei: “Deze Qur’aan leidt jullie naar het herkennen van jullie ziekten en naar hun medicatie. Jullie ziekten zijn jullie zonden en jullie medicatie is het zoeken naar Allaah’s vergeving.”
Veel moslims hebben een zwakke iemaan en twijfelen en hebben last van ‘influisteringen’ en negatieve gedachten en zij hebben haat en afgunst naar anderen toe en dienen daarom hun
6
harten te genezen. Maar zij doen dit niet! Zij werken hier niet aan! Al-Hasan al-Basrie gezegd:
heeft
“Genees je hart omdat Allaah van Zijn dienaren goede harten en daden wenst. Het hart is de plek die de Heer ziet; Allaah kijkt niet naar jullie vorm (uiterlijk) en lichaam, maar Hij kijkt naar jullie harten en daden. De mens zou zijn hart moeten verbeteren en genezen en hij zou aandacht moeten geven aan deze klomp aan de binnenkant, want als deze goed is, is alles goed. Alles draait dus om het hart.”
‘Uthmaan ibn ‘Affaan
heeft gezegd:
“Als jullie harten echt zuiver waren, zouden jullie nooit verzadigd zijn van de woorden van Allaah.” Zie: ‘Khushuu’ in het gebed’ van Ibn Radjab, p. 12
Ibn al-Qayyim (rahimahullaah) heeft in ‘Zaad al-Ma’aad’ (4/352) gezegd: “Degene die geen genezing in de Qur’aan vindt, moge Allaah hem niet genezen. En degene die geen voldoening in de Qur’aan vindt, moge Allaah hem geen voldoening geven.”
En Ibn Taymiyyah (rahimahullaah) zei: “Een ieder die de Qur’aan niet leest, is een verliezer en een ieder die hem leest, maar hem niet overpeinst, is een verliezer. En een ieder die de Qur’aan leest, hem overpeinst, maar er niet naar handelt, is een verliezer.”
“De Qur’aan werd als een complete weg neer gezonden om de levens te leiden. Maar sommige mensen negeerden dat en namen alleen zijn recitatie in acht en vervolgens handelden zij alsof dat voldoende was. De mensen van de Qur’aan zijn degenen die er kennis over hebben en ernaar handelen, zelfs als zij hem niet uit het hoofd leren. Maar degenen die de Qur’aan uit het hoofd leren, maar hem niet begrijpen noch ernaar handelen, behoren niet tot zijn mensen, zelfs al lezen zij hem perfect.” Uitspraak van een aantal Salaf, vermeld in: ‘Zaad el Ma’aad’ van Ibn Qayyim
Rasuulullaah
zei tegen de sahaabah:
“Verheug jullie, want deze Qur’aan is in het land van Allaah en haar kracht is in jullie handen, dus houdt jullie stevig aan haar vast, want jullie zullen nooit vernietigd worden en nooit afdwalen als jullie dat doen.” Tabaraanie in: ‘Al-Kabier.’ Hadieth sahieh in ‘Sahieh al-Djaamie.’ 1/ 66 7
Degene die de Qur’aan gebruikt als geneesmiddel behoudt zijn gezondheid en beschermt zichzelf tegen datgene wat schade berokkent en ontdoet zich van al datgene wat schadelijk is. Daarom behoort de geneeswijze door middel van de betrouwbare profetische ruqyah tot de meest profijtvolle geneesmiddelen. Ibn al-Qayyim heeft gezegd: “Er was een periode waarin ik ziek was geworden in Makkah, terwijl er geen dokter of medicijn binnen mijn bereik was. Dus behandelde ik mijzelf door middel van soerah Al-Faatihah en zag dat dit een geweldige uitwerking had. Ik nam Zamzamwater, reciteerde hier meerdere keren soerah Al-Faatihah over heen en dronk dit vervolgens op. Daarin vond ik volledige genezing. Ik begon dit bij veel ziekten toe te passen, waardoor ik er enorm veel profijt van had. Ik schreef het ook aan mensen voor die pijn hadden of aan een ziekte leden waardoor velen van hen snel beter werden.” ‘Zaad al-Ma’aad’ (4/178) en ‘Al-djawaab al-Kaafie’ (p.21)
Soerahs uit de Qur’aan als ruqyah toepassen Het uitspreken van Qur’aanverzen, adhkaar en du’aa’s en het toevlucht zoeken bij Allaah tegen de shaytaan met de intentie om genezing te zoeken, vereisen van degene die het als behandeling voor zichzelf of anderen gebruikt een sterke iemaan. Diegene dient te geloven dat deze woorden met de wil en kracht van Allaah genezing teweeg kunnen brengen. Hoe dieper iemand hierin gelooft, hoe krachtiger de uitwerking is. Daarom zal je bij degene die een krachtige iemaan heeft en die slechts Aayat Al-Kursie of soerah Al-Ikhlaas reciteert, een grotere uitwerking kunnen zien dan bij iemand die lange soerahs achter elkaar reciteert waarbij het hart afwezig is. Genezing kan ook uitblijven omdat degene die behandeld wordt, de behandeling niet aanvaart of tegenwerkt. Ruqyah is namelijk een zaak van zowel de behandelaar als degene die behandeld wordt. Het is een strijd en de strijder kan zijn vijand alleen overwinnen als het wapen goed en geschikt is en als hij weet hoe hij het wapen dient te gebruiken! Beiden dienen op Allaah te vertrouwen en Hem te vrezen en zich op Hem te richten en te geloven dat de Qur’aan een genezing is. Degene die de ruqyah uitvoert dient oprecht en vroom te zijn in zijn karakter en dagelijkse levenswijze. ‘Ta’awwudh’ (toevlucht bij Allaah zoeken) met blazen en licht spugen en over iemand of jezelf heen wrijven, vertegenwoordigt een ruqyah. Ruqyah omvat woorden die in de vorm van du’aa of dhikr worden gezegd met als doel te beschermen of te genezen. ‘Iyaadh zei: “Zoals het gewoon is in een ruqyah helpt licht spugen zegeningen te verkrijgen uit de vochtigheid en lucht die met de goede woorden (van ta’awwudh) worden geblazen.”
Ibn at-Tien heeft gezegd:
8
“De ruqyah door middel van smeekbeden waarmee men toevlucht zoekt bij Allaah via Zijn Schone Namen, is het spirituele geneesmiddel. Wanneer dit wordt uitgevoerd door de deugdzamen van onder de schepselen, vindt er met de toestemming van Allaah, verheven is Hij, genezing plaats.”
De geleerden zijn het erover eens dat ruqyah is toegestaan wanneer er aan drie voorwaarden wordt voldaan: Dat de ruqyah uit de Woorden van Allaah bestaat of de woorden van Zijn Boodschapper. Dat de ruqyah in de Arabische taal wordt verricht of dat waarvan de betekenis bekend is en duidelijk te verstaan is. En dat men gelooft dat de ruqyah op zichzelf geen invloed heeft, maar slechts met de wil en de macht van Allaah.
In de volgende teksten van verschillende geleerden zul je hier en daar verschillen in meningen en opvattingen bemerken, bijvoorbeeld bij het toepassen van water bij het verrichten van ruqyah.
‘De regels en etiketten van ruqyah’ door shaikh Saalih bin ‘Abdil-‘Aziez ‘Aali Shaikh Het boek is een vertaling van een lezing van deze shaikh, welke hij hield in een moskee waar een publiek bij aanwezig was waaronder shaikh ‘Abdul-‘Aziz bin Baaz, die de lezing naderhand prees. De lezing werd opgenomen en vervolgens vertaald. Er worden veel belangrijke aspecten uitgelegd wat ruqyah betreft waar veel mensen zich niet van bewust zijn en het bevat een advies vol voordelen en waarschuwingen over de juiste toepassing ervan. Er werd ook een vraag en antwoord sessie met shaikh Rabie’ al-Madkhalie toegevoegd. We hopen dat vele moslims voordeel zullen halen uit de verschillende aspecten van ruqyah en in het dagelijks leven zullen toepassen wat zij leren. Ruqyah is een extreem cruciaal onderwerp dat onder Tawhied valt en als je het niet op de juiste manier toepast kan het tot shirk leiden. Het is ook iets dat iedere moslim dient te weten, omdat niemand er zonder kan, of men het nu op zichzelf toepast of dat iemand het op je toepast. Ruqyah is een genezing welke gebruikt kan worden voor en na een ziekte of gevaar en het kan bij alle soorten ziekten en pijnen worden toegepast, dus geen moslim kan er zonder. Allaah heeft in soerah Yuunus 57: 58 gezegd: “O mensheid, er is naar jullie een goed advies gekomen van jullie Heer, een genezing voor wat in jullie harten is en een leiding en rahmah voor de mu’minien.”
Wij smeken Allaah om ons te laten behoren tot degenen die Hem vrezen en gehoorzamen. En tot degenen die Hij gezegend heeft met vergeving en rahmah. En we smeken Hem om ons te laten behoren tot degenen die wanneer zij ontvangen dankbaar zijn, wanneer zij getest worden geduldig zijn en die wanneer zij zondigen om vergeving vragen, want deze drie karaktereigenschappen zijn de tekenen van het geluk van een dienaar als hij ze heeft. 9
Wij smeken Allaah om ons te zegenen tijdens onze levensduur, daden en uitspraken en dat Hij de schalen met onze goede daden zwaar op de weegschaal zal maken. En we zoeken toevlucht bij Hem tegen dwaling en misleiding nadat Hij ons geleid heeft. Aamien. Ruqyah is heel erg belangrijk. Haar belang wordt duidelijk voor iedereen in het feit dat een moslim voortdurend ruqyah nodig heeft. Hij heeft het nodig om zichzelf te beschermen en zijn geliefden, zoals de Profeet deed wanneer hij de ‘mu’aawidhatain’ (soerah Al-Falaq en An-Naas) reciteerde, vervolgens in zijn handpalmen blies en zijn hoofd, gezicht en ieder lichaamsdeel dat hij kon raken ermee veegde. Daarvoor verrichtte hij ruqyah op zichzelf door du’aa’s te zeggen, maar toen deze soerahs waren geopenbaard, gebruikte hij ze daarvoor in de plaats en liet al het andere. Iemand kan ruqyah verrichten voor zijn geliefden om tegen iets kwaads te beschermen voordat het gebeurt en ook zodat het als bescherming tegen de aanvallen van shayaatien dient. Het belang van een moslim die over ruqyah leert wordt ook duidelijk in het feit dat de verschillende soorten ruqyah tegenwoordig gemengd zijn en dus soorten ruqyah bevatten die toegestaan zijn, maar ook die niet toegestaan zijn. Dus de voorgeschreven soorten ruqyah zijn gemengd met nieuw geïntroduceerde vormen, welke vaak shirk bevatten. Veel wegen die naar shirk leiden gaan via ‘fqie’s’, ‘molbie’s’ zogenaamde ‘awliyaa’ en andere ‘helderzienden’ of ‘paragnosten’ die de Qur’aan en medicijnen gebruiken voor genezing en de djinn en shayaatien gebruiken ‘om de mensen te genezen.’ De mensen gaan bij hen voor ruqyah of medicatie en zij moeten shirk verrichten als ‘wederdienst.’ En zo verspreid shirk en het kwade zich via deze onwetende mensen, evenals via deze tovenaars en duivelaanbidders. Dit is niet iets vreemds, want het is bekend dat mensen worden aangetrokken tot dingen die hun pijn verminderen, ongeacht of deze zaken religieus gezien zijn toegestaan of niet. Dus zonder twijfel is kennis vereist over wat Allaah en Zijn Boodschapper hebben geopenbaard met betrekking tot deze zaken.
De heidense Arabieren in de tijd van onwetendheid verrichtten verschillende vormen van ruqyah met shirk erin en de mensen leerden het en gaven het door van generatie naar generatie. Maar toen de Profeet Muhammad kwam, werden alle vormen van shirk verboden en alleen de soorten die geen shirk bevatten toegestaan. Het is heel belangrijk dat je een duidelijk begrip hebt van wat de toegestane soorten ruqyah zijn en wat de verboden soorten zijn. In de meeste gevallen wordt de rechtvaardigheid (of wat rechtvaardig lijkt te zijn) van een bepaald persoon dat ruqyah verricht wijd verspreid onder de mensen. Je moet geen enkele vorm van ruqyah gebruiken behalve als je zeker weet dat het betrouwbaar is volgens de Dien. De fundamentele regel wat de soorten ruqyah betreft, is dat zij allemaal verboden zijn, behalve degenen die toegestaan zijn gemaakt. En deze soorten ruqyah hebben bepaalde voorwaarden en aspecten die we moeten toelichten.
10
De regels en etiketten van ruqyah De basis van ruqyah bevat het verrichten van du’aa’s, reciteren van de Qur’aan en spuugbewegingen blazen om Allaah’s steun en bescherming bij Hem te zoeken. Ruqyah kan in twee delen worden onder verdeeld: 1. Ruqyah waarbij iemand alleen bij Allaah toevlucht zoekt en steun. Dit is wat toegestaan is in de religie. 2. Ruqyah waarbij men toevlucht en steun bij iemand anders dan Allaah zoekt. Dit is shirk en dit is verboden. In de dagen van onwetendheid verrichtten mensen vrij vaak ruqyah. In soerah Al-Qiyaamah 75: 27 staat: “En er zal gezegd worden: “Wie kan hem via ruqyah genezen?” (“wa qiela man raaqie”)
Dit vers betekent dat men, wanneer de dood iemand in de dagen der onwetendheid naderde, iemand zocht om ruqyah voor hem te verrichten. Dit verwijst naar het middel dat zij gebruikten om te genezen. Zij gebruikten ruqyah om ziekten en het boze oog te voorkomen en om ziekten te genezen zoals met medicatie. Het verschil was dat zij toevlucht zochten bij anderen dan Allaah, zoals hun afgoden, beelden en de djinn. Daarom heeft de Profeet
in Sahieh Muslim gezegd:
“Toon jullie ruqaa aan mij. Er is niets slechts in vormen van ruqyaa, zolang er geen shirk in hen is.”
Deze uitspraak kwam nadat ‘Awf bin Maalik
aan de Profeet
had gevraagd:
“O Boodschapper van Allaah, wat zegt u over de ruqyah die wij tijdens de dagen van onwetendheid gebruikten?”
Deze hadieth toont aan, dat de basis met betrekking tot ruqaa (voor degenen die niet weten) is dat zij allemaal verboden zijn en dat als iemand een ruqyah wil verrichten, hij het dient te laten horen aan iemand met kennis zodat hij er zeker van kan zijn dat zijn ruqyah veilig is en vrij van iedere tegenstellingen in de religie. De hadieth bewijst ook dat ruqyah is toegestaan.
11
De Profeet
moedigde de moslims aan om hun broeders te steunen.
Djaabir bin ‘Abdullaah
heeft overgeleverd dat toen een man een keer door een schorpioen of
een slang was gebeten, zij de Profeet
vroegen over het verrichten van ruqyah over hem,
dus zei hij: “Degene die ertoe in staat is om zijn broeder te steunen, dient dat te doen.” Sahieh Muslim
Dit bewijst dat ruqyah toegestaan is onder de voorwaarde dat het een ruqyah is die geen shirk bevat. De Profeet verrichtte ruqyah op zichzelf evenals op anderen en een keer verrichtte de engel Djibriel ruqyah op hem. Hij beval zijn metgezellen iemand te vinden om ruqyah te verrichten op de familie van Djafar en anderen, evenals voor een slavin die naar zijn huis was gekomen. Toen hij haar zag merkte hij dat zij door het boze oog was geraakt en zij had een zwarte stip op haar gezicht. Dus zei hij: “Zij is geraakt door het boze oog. Zoek ruqyah voor haar.” Sahieh Al-Bukhaarie
In de meeste gevallen komt het boze oog van de djinn of van mensen. Dus de Profeet beval dat iemand voor haar moest zorgen; dat er iemand gevonden moest worden om ruqyah voor haar te verrichten. Dit toont aan dat vragen om ruqyah en ruqyah op jezelf toepassen beiden zijn toegestaan in de Dien, gebaseerd op deze daad van de Profeet,
De goedkeuring van de Profeet
zijn goedkeuring en zijn bevel ervoor.
is genoemd in een hadieth overgeleverd door Abu Sa’ied
al-Khudrie in de Sahieh verzameling waarin hij een verhaal noemt waarin een groep metgezellen langs een Arabisch stam kwam en toestemming vroeg om bij hen te gast te mogen zijn (want zij hadden toegang tot water), maar zij weigerden, dus de groep metgezellen vertrokken. Naderhand toen zij opnieuw langs hen kwamen, zagen zij dat de leider van die stam door een slang of een schorpioen was gebeten. Dus vroegen zij hen (de metgezellen): “Is er iemand onder jullie die ruqyah doet?” Dat wil zeggen: “Is er iemand onder jullie die goed is in ruqyah?” Dus de metgezellen antwoordden: “Wij kwamen bij jullie maar jullie gaven ons geen gastvrijheid, dus wij zullen geen ruqyah verrichten tenzij wij er een vergoeding voor krijgen.” De stam verzamelde honderd schapen waardoor een van de metgezellen soerah Al-Faatihah begon te reciteren over de plek waar de man gestoken was. Toen hij klaar was met het reciteren van Al-Faatihah, blies en spuugde hij op de plek van de beet. Een andere overlevering van de gebeurtenis vertelt dat hij spuug in zijn mond verzamelde en het vervolgens spuugde en toen was de man genezen. Toen de Arabische stam de metgezellen deze grote betaling gaf zeiden zij: “Laten wij het onder ons verdelen.” Een man onder hen zei:
12
“Nee, niet totdat we het aan Rasuulullaah
laten zien.”
Dit was vanwege hun intense enthousiasme om niet iets te doen, zonder dat zij de Profeet’s toestemming hadden gekregen om het te doen. Toen zij het aan hem
lieten zien vroeg hij hen:
“Hoe wisten jullie dat het (soerah Al-Faatihah) een ruqyah was?” Hij
droeg hen toen op om het te nemen en zei:
“Schenk mij een deel ervan.” Al-Bukhaarie, Muslim en anderen
Deze hadieth laat zien dat het toegestaan is om soerah Al-Faatihah als een ruqyah te gebruiken. Het toont aan dat het is toegestaan om ruqyah in het algemeen te verrichten en soerah Al-Faatihah in het bijzonder. Het toont ook aan dat het niet erg is om er een betaling voor te ontvangen. Er is een relatie in het combineren van soerah Al-Faatihah en de Mu’aawidhatain, welke is dat Al-Faatihah het openingshoofdstuk van de Qur’aan is en het bevat enorme smeekbeden zoals het smeken om Allaah’s hulp en het aanbidden van Hem alleen, zoals in het vers: “Iyaaka na’abudu wa iyaaka nasta’ien.” (“U alleen aanbidden wij en U alleen smeken wij om hulp.”)
De Mu’aawidhatain bevatten ook het vragen om Allaah’s steun en het toevlucht zoeken bij Hem, welke tot de twee fundamenten van ruqyah behoren, omdat iemand die ruqyah verricht Allaah om hulp smeekt en tegelijkertijd toevlucht bij Hem zoekt. Er zijn ook veel smeekbeden overgeleverd door de Profeet
die als ruqyah kunnen worden gebruikt, zoals toen hij zei:
“Degene die een zieke bezoekt en zeven keer uit zijn hoofd reciteert: “Asal Allaah al-‘Adhiem Rabbie’l ‘Arshie’l ’Adhiem, an yashfiek(ie),” Allaah zal hem zeker genezen van datgene, zolang het niet zijn ‘adjal’ (stervensmoment) is.” Abu Daawuud en At-Tirmidhie, Sahieh verklaard door shaikh al-Albaanie in: ‘Al-Mishkaat’ (1553)
De Profeet
werd een keer behandeld met de bekende ruqyah:
“Bismillaahi arqiek min koellie shayin yuwdhiek, min sharri koellie nafsin aw ‘aynin haasid, Allaahu yashfiek.” (“In de Naam van Allaah, ik bescherm jou tegen alles dat jou iets aan kan doen, tegen het kwade van iedere ziel of boos oog, moge Allaah jou genezen.”) Sahieh Muslim en anderen
13
Het is ook betrouwbaar overgeleverd dat de Profeet zieke bezocht, zeggende:
ruqyah verrichtte wanneer hij
een
“Idhhib albaas Rabbien-Naas, wa ashfie faa’inak, Antash-Shaafie laa shafaa’a illaa shafaa’uk, shafaa’a laa yaghaadir saqmaa.” (“Verwijder het slechte, Heer van de mensheid, en genees (hem/haar), want waarlijk, U bent de ware Genezer. Er is geen genezing behalve van U; genezing die geen enkele ziekte achterlaat.”)
En er zijn vele andere smeekgebeden die de Profeet gebruikte om een kwelling te verwijderen, zowel voordat iemand door een ziekte werd getroffen als daarna. Een voorbeeld hiervan is zijn uitspraak: “Degene die een huis binnen komt en zegt: “A’udhu bikalimaatillaahit-taamaat min sharri maa khalaq.” “Ik zoek toevlucht in de perfecte woorden van Allaah tegen het slechte dat Hij heeft geschapen,” niets zal hem schaden totdat hij dat huis verlaat.”
Dit is dus een du’aa ter voorkoming van…Hij reciteerde ook de Mu’aawidhatain in zijn handen voordat hij ging slapen en veegde ze dan over zijn lichaam. ‘Aa’ishah overgeleverd:
heeft in de Sahiehain
“Wanneer Allaah’s Boodschapper ziek werd reciteerde hij de Mu’aawidhaat (soerah Al-Falaq en An-Naas) en blies dan over zijn lichaam. Toen hij serieus ziek werd reciteerde ik (deze twee soerahs) en wreef zijn handen over zijn lichaam, hopend op de zegeningen ervan.”
In een andere hadieth overgeleverd door ‘Aa’ishah
staat:
“Iedere nacht wanneer de Profeet naar bed ging, plaatste hij zijn handen als een kommetje en blies erover na soerah Al-Ikhlaas, soerah Al-Falaq en soerah An-Naas en dan wreef hij zijn handen over ieder deel van zijn lichaam dat hij kon wrijven, beginnend bij zijn hoofd, gezicht en de voorkant van zijn lichaamsdelen. Hij deed dat drie keer.” ‘Kietaab fadaa’il al-Qur’aan’ Sahieh Al-Bukhaarie
Wij dienen de Profeet hierin te volgen en dit geen een nacht achterwege te laten. Wij dienen niet te gaan slapen zonder deze ruqyah op ons zelf te hebben toegepast. Op deze manier bescherm je jezelf tegen dat wat bij jou kan komen terwijl je slaapt. De vraag wordt vaak gesteld waarom men nog ‘last heeft’ terwijl men toch al deze handelingen van 14
adhkaar en Qur’aan toe past. Het antwoord is dat er dan waarschijnlijk al zaken hebben plaats gevonden in de periode dat men zichzelf nog niet beschermde. Er zijn ook moslims die juist nadat men zichzelf begon te beschermen werden aangevallen in hun droomwereld door syahaatien in de vorm van katten, honden, slangen etc. of doordat zij niet meer konden slapen. Het is een logisch gevolg dat de vijand boos wordt en in opstand komt wanneer je wapens opheft tegen hem! Al hiervoor genoemde overleveringen tonen aan dat ruqyah is toegestaan en dat de Profeet ons opdroeg om smeekgebeden en hoofdstukken uit de Qur’aan te reciteren. Hieruit kunnen wij de volgende punten opmaken: 1. De toegestane ruqyah is een du’aa die iemand maakt om zichzelf te beschermen. Het bevat zijn licht spugen op zijn lichaam of in zijn handen of op degene die hij behandelt. Hij blaast licht adem, gemengd met spuug of spuugt licht als hij wil. 2. Deze vormen van ruqyah die de Profeet ons heeft opgedragen zijn gebaseerd op de Qur’aan of du’aa’s die het smeken om Allaah’s steun en toevlucht bij Hem alleen zoeken bevatten, terwijl men tegelijkertijd hoopt dat Hij de ziekte of het boze oog zal afwenden of weghalen. 3. De toegestane smeekgebeden dienen van deze aard te zijn; zij moeten het smeken om hulp en toevlucht zoeken bij Allaah alleen bevatten en het vertrouwen op Hem alleen en niemand anders.
Vanwege dit hebben de geleerden gezegd dat de vormen van ruqyah alleen zijn toegestaan als zij aan drie voorwaarden voldoen: 1. Zij moeten Allaah’s Namen en Eigenschappen bevatten, dat wil zeggen dat iemand hulp bij Allaah dient te zoeken via Zijn Namen en Eigenschappen. 2. Zij moeten in de Arabische taal worden gereciteerd of als het niet in het Arabisch is, moet de persoon kunnen begrijpen wat er gezegd wordt. 3. Degene die ruqyah verricht en degene die ermee behandeld wordt, moeten beiden geloven dat de ruqyah een middel is en dat een middel alleen werkt met Allaah’s toestemming. De middelen kunnen of succesvol zijn, of niet succesvol, afhankelijk van wat Allaah laat gebeuren. Hij is dus Degene die helpt en die toestaat of het middel succesvol is. In soerah Faatir 35: 2 zegt Allaah: “Wat Allaah aan rahmah geeft aan de mensheid, niemand kan het weerhouden en wat Hij weerhoudt, niemand kan het daarna schenken.”
En in soerah Al-An’aam 6: 17 staat: “En als Allaah jou met iets ergs raakt, kan niemand het verwijderen, behalve Hij.”
15
Zelfs al wordt de dienaar van Allaah verzocht om de middelen toe te passen, zijn hart moet nog steeds op Allaah vertrouwen. De geleerden hebben gezegd dat deze drie voorwaarden vereist zijn voor de toestemming om ruqyah te gebruiken. De vormen van ruqyah die in het algemeen in de Qur’aan en in de soennah zijn overgeleverd bevatten deze zaken. Daarom houdt ruqyah via de Qur’aan in dat Allaah’s Namen en Eigenschappen worden genoemd, Allaah’s hulp en toevlucht bij Hem worden gezocht, vertrouwen op Allaah, iemands zaken aan Allaah toe vertrouwen, Zijn nabijheid zoeken via het beste dat van Hem is gekomen; de Qur’aan, evenals woorden in de Arabische taal die duidelijk zijn. Dus deze manieren achterwege laten en andere manieren van ruqyah ervoor in de plaats kiezen is hetzelfde als iets van hogere kwaliteit ruilen voor iets minder goeds. Deze condities laten zien dat de beste ruqyah die een persoon kan gebruiken, datgene is wat in de Qur’aan en de soennah wordt vermeld. Allaah heeft de Qur’aan immers als een geneesmiddel gemaakt, zoals Hij in soerah Yuunus 10: 57 zegt: “O mensheid, er is tot jullie een goed advies gekomen van jullie Heer, een genezing voor wat in jullie harten is en een leiding en rahmah voor de mu’minien.” (ware gelovigen die iemaan hebben)
Het is een genezing voor de lichamelijke en geestelijke ziekten. Het is een genezing voor ziekten die verschenen zijn en ziekten die nog niet verschenen zijn. Allaah zegt in soerah Al-Israa’ 17: 82: “En Wij zenden de Qur’aan neer, dat wat een genezing is en een rahmah voor de gelovigen.”
En in soerah Foessilat 41: 4 staat: “Zeg: “Het is voor degenen die geloven een leiding en een genezing.”
Genezen met de Qur’aan kan voor de ziekten van het lichaam evenals van de ziel zijn. Dit betekent dat als iemand pijn voelt in een bepaald lichaamsdeel of door een ziekte is geraakt, de Qur’aan als een genezing zal dienen voor deze lichamelijke ziekten, zoals jullie hebben gezien in de hadieth van de man die was gestoken. Deze man was gestoken door een slang of een schorpioen en werd daarna met soerah Al-Faatihah waardoor hij genezen werd en opstond alsof hij nooit door iets was geraakt. Dit was een lichamelijke ziekte en een erge beet die door de Qur’aan werd beëindigd. Het geneest ook geestelijke en spirituele ziekten zoals depressie en het boze oog welke op het verstand of de ziel effect hebben etc. Het genezen van deze ziekten kan bereikt worden door ruqyah te verrichten met de Qur’aan, de soennah of toegestane smeekgebeden. De tweede conditie die we eerder hebben genoemd is dat de ruqyah in de Arabische taal dient te zijn of in woorden die betekenissen hebben die begrepen kunnen worden als zij niet in het Arabisch zijn. Als de ruqyah in het Arabisch wordt gedaan moet het bekende betekenissen bevatten die kunnen worden begrepen. Onbekende namen of onduidelijke betekenissen mogen niet worden gebruikt. Zij moeten de Namen en Eigenschappen van Allaah bevatten of toegestane smeekgebeden.
16
Iemaam Maalik werd een keer gevraagd over vormen van ruqyah die onbekende namen bevatten, dus antwoordde hij: “Hoe kun je zeggen dat het geen kufr is?” Dat wil zeggen: Het is mogelijk dat deze onbekende namen de namen van duivels zijn of de namen van engelen in welk geval iemand hulp vraagt aan engelen of duivels en dit is kufr. Dit is waarom de toegestane ruqyah de Namen en Eigenschappen van Allaah moeten bevatten en het in de Arabische taal dient te gebeuren. Hoe dan ook is het ook toegestaan in een andere taal als de betekenis begrepen kan worden, en het geen shirk bevat. De derde conditie is dat men dient te geloven dat de ruqyah alleen een middel is en dit is belangrijk omdat er sommige mensen zijn die denken dat genezing door de ruqyah komt en niet als resultaat na de ruqyah. Dus iemand zegt bijvoorbeeld: “Deze persoon die ruqyah verricht heeft de mogelijkheid om te genezen.” Degene die ruqyah verricht is als een soort dokter. Soms heeft hij succes en soms niet. Het middel is ruqyah terwijl Degene Die geneest of laat lijden Allaah is.
Degene die ruqyah verricht is als een dokter of psychiater. De ene keer heeft hij succes en de andere keer niet. Het middel is ruqyah terwijl degene die geneest of laat lijden Allaah is. Dus de ruqyah is een middel en degene die het verricht is als een dokter die het middel toepast. Degene die met ruqyah wordt behandeld dient zijn vertrouwen op Allaah alleen te plaatsen en Hem te vragen om hem via deze ruqyah te helpen. Tijdens de dagen van onwetendheid geloofden mensen onvoorwaardelijk in de effecten van ruqyah. Zij geloofden dat het altijd effect had, dus zij verhoogden de status ervan en schreven de effecten toe aan degene die het verrichtte. Dus het vertrouwen op Allaah was toen zwak. Dit beïnvloedt alle mensen, ongeacht of zij vroeger leefden in de tijd van onwetendheid en sommige moslims die daarna kwamen. Mensen waren gehecht aan ruqyah en hadden geen of een zwak vertrouwen op Allaah en zij hadden een sterk verlangen naar wat mensen hen te bieden hadden. Wanneer iemand ruqyah ondergaat is het het beste dat hij de intentie heeft dat de genezing van Allaah komt. Dit is in het geval waarin iemand ruqyah over een ander persoon verricht in plaats van over zichzelf, zoals de Profeet
zei:
“Wie van jullie ertoe in staat is om zijn broeder te steunen, dient dat te doen.” Sahieh Muslim
In een bekende hadieth van Husayn bin ‘Abdir-Rahmaan As-Sulamie
is overgeleverd dat hij zei:
“Wij waren eens met Sa’ied bin Djubair toen hij ons vroeg: “Wie van jullie zag de vallende ster gisternacht?” Hij (Husayn), die van de Tabi’ien was, zei: “Ik zei: “Wat mij betreft, ik deed dat omdat ik niet bezig was in gebed, want ik was door een schorpioen gebeten.” Hij vroeg: “En wat deed je?” Ik zei: “Ik zocht iemand die ruqyah voor mij kon verrichten.” Hij (Sa’ied bin Djubair) zei: “Wat liet jou dit doen?” Hij zei: “Een hadieth die aan ons was overgeleverd door ‘Aamir bin Sharaahiel Ash-Shu’bie van 17
Buraidah bin Al-Husayb of ‘Imraan bin Al-Husayb dat hij zei: “Er is geen ruqyah, behalve tegen het boze oog of een schorpioenebeet.” Muslim, Abu Daawuud en anderen. Zie: ‘Sahieh ul Djaamie’ (7496)
Hij zei: “Degene die uitvoert wat hij heeft gehoord, heeft goed gedaan, maar ik heb gehoord dat Ibn ‘Abbaas
zei dat de Boodschapper van Allaah
heeft gezegd:
“De naties (van gelovigen) werden aan mij gepresenteerd, toen ik een profeet zag die een of twee mannen bij zich had en er was een andere profeet die niemand bij zich had. Toen verscheen zich een groot gezelschap van mensen voor mij, dus zei ik tegen mijzelf: “Dit is mijn ummah.” Maar er werd tegen mij gezegd: “Dit is Musaa en zijn ummah.” Er werd tegen mij gezegd: “Kijk naar de horizon.” En daar verscheen een massief gezelschap van mensen, dus zeiden zij: “Dit is jouw ummah.” Toen werd er gezegd: “Kijk naar de (andere) horizon en waarlijk daar was een ander massief gezelschap van mensen en er werd gezegd: “Dit is jouw ummah.” Onder hen waren zeventigduizend mensen die het Paradijs zullen binnen treden zonder enig afrekening of bestraffing.” Allaah’s Boodschapper kwam toen omhoog en vertrok en de mensen begonnen met elkaar te discussiëren over wie deze zeventigduizend mensen waren. Sommige van de metgezellen zeiden: “Misschien zijn zij de metgezellen van Allaah’s Boodschapper” (op degenen doelend die als eersten tot de islaam kwamen en die de hoogste karaktereigenschappen van gezelschap hadden).” Anderen zeiden: “Waarschijnlijk zijn zij degenen die in islaam werden geboren en die niets in aanbidding aan Allaah toeschrijven.” De Boodschapper van Allaah hij:
kwam naar buiten en merkte waar zij over discussieerden, dus zei
“Zij zijn degenen die geen ruqyah zoeken, noch de bovenkant van de huid te branden (om infecties of bloedingen te stoppen), noch volgen zij tekens* (van wat er zal gaan gebeuren) en zij plaatsen hun vertrouwen alleen in hun Heer.” Lange hadieth van Al-Bukhaarie en Muslim, de woorden hier zijn van Muslim
*het woord dat hier wordt gebruikt is ‘tierah’ wat van ‘tayr’ komt, of vogels. Dit verwijst naar de vlucht van vogels, welke als een goed of slecht teken werd gezien, en effect had op de uitkomst van iemands plannen of doelen. De ongelovigen geloofden in dit tijdens de dagen van onwetendheid.
Wat bedoeld wordt met de uitspraak van de Profeet: “degenen die geen ruqyah zoeken” is dat de voorkeur ernaar uit gaat dat het niet iemands gewoonte is om ruqyah van anderen te vragen. Hij dient eerder ruqyah op zichzelf toe te passen of hij dient te wachten tot iemand naar hem toe komt en hem aanbiedt om het voor hem te doen. In deze omstandigheid valt hij niet onder 18
degenen die ruqyah zoeken. Dit is vanuit het perspectief van wat het meest wordt aangeraden, en wat het meest compleet en perfect is. En dit is de beschrijving van de zeventig duizend mensen die de djannah zullen binnen treden zonder afrekening of bestraffing. In de woorden die in de overlevering van iemaam Muslim worden gevonden staat: “Zij verrichten geen ruqyah, noch zoeken zij ruqyah, noch volgen zij tekens en zij vertrouwen op hun Heer.”
Dus het deel: “noch branden zij” is weggelaten, terwijl “Zij verrichten geen ruqyah” is toegevoegd. Sommige geleerden, zoals shaikh-ul-islaam Ibn Taymiyyah, hebben gezegd dat deze uitspraak “Zij verrichten geen ruqyah” niet authentiek is, terwijl andere geleerden zoals Al-Haafidh Ibn Haadjar en anderen, het authentiek hebben verklaard. “Zij verrichten geen ruqyah, noch zoeken zij ruqyah” zou betekenen dat degene die ruqyah verricht niet onder deze zeventigduizend mensen zouden vallen die de djannah zullen binnen treden zonder afrekening of bestraffing. Er is speculatie over deze hadieth vanuit het perspectief van de betekenis, omdat degene die ruqyah verricht een goede daad verricht zoals shaikhul-islaam Ibn Taymiyyah heeft gezegd. En goed doen is iets dat in de religieuze teksten is bevolen. Zie: ‘Madjmu’ ul Fataawaa’ (1/ 182)
De intentie achter deze hadieth is dat degene die voortdurend ruqyah zoekt bij anderen, zonder ooit ruqyah over zichzelf te verrichten en zichzelf verbindt met degene die het verricht, zwak vertrouwen in Allaah heeft, als dit zijn aard is. Daarom is het het beste als iemands hart niet gehecht is aan degene die de ruqyah verricht of de ruqyah zelf. Een ander punt dat gerelateerd is aan de toegestane ruqyah is dat het doel erachter dient te zijn dat de Qur’aan degene raakt die behandeld wordt, of door adem te blazen gemengd met lichte spuugbewegingen of door du’aa voor diegene te maken waarbij Allaah om hulp wordt gesmeekt en een weg naar Hem te zoeken via Zijn Namen en Eigenschappen. Ruqyah kan verricht worden door lucht (adem) gemengd met licht gespuug te blazen, of door ‘te spugen’ of door iets dat minder is dan deze twee. De geleerden hebben van mening verschild over of ruqyah is toegestaan door middel van alleen blazen, zonder spugen. De sterkste mening is dat al deze manieren zijn toegestaan. Dus als de ruqyah verricht wordt met ‘nafakh’, dat wil zeggen: het blazen van lucht uit de mond zonder spuug, dan is dit toegestaan. En als het verricht wordt met ‘nafath’, dat wil zeggen: lucht uitblazen gemengd met licht spugen, dan is dit toegestaan, want dit is wat de Profeet deed. Hij reciteerde de Qur’aan en zei de ruqyah, en blies vervolgens lucht met lichte spuugbewegingen in zijn handen of spuugde direct op degene die behandeld werd. Ruqyah kan ook worden gedaan met iets groters dan nafath en dat is ‘tufl’; wanneer men meer spuugt dan in nafath, dit wordt ‘tufl’ genoemd.
19
Deze nafth of tufl kan direct op het lichaam worden toegepast of via water, olie of iets anders. Dit is allemaal toegestaan. Of de ruqyah kan op iets worden geschreven; bepaalde verzen die de ziekte behandelen kunnen worden opgeschreven etc. Er zijn verschillende overleveringen van de metgezellen hierover zoals een waarin Ibn ‘Abbaas beval dat de volgende verzen in een schaal moesten worden geschreven voor een vrouw die moeilijkheden ervoer tijdens haar zwangerschap en wiens bevalling was vertraagd: roerah Al-Ahqaaf 46: 35: “Op de Dag wanneer zij zullen zien dat wat hen was beloofd, alsof zij niet meer dan een uur van een enkele dag waren gebleven.”
Evenals het andere vers in soerah An-Naazi’aat 79: 46: “De Dag waarop zij het zullen zien, alsof zij niet langer (in deze wereld) waren gebleven, behalve een middag of een ochtend.”
Naderhand dronk de vrouw uit deze schaal en goot de rest van het water over haar borst en een deel over haar buik. Het is ook overgeleverd van sommige metgezellen dat zij de volgende verzen van soerah Al-Baqarah 2: 266 schreven voor mensen die bezeten waren: “Dan wordt het geraakt door een krachtige wervelwind, zodat het gebrand is.” (“faa asaabahaa i’saru fiehi naarru faahtaraqat.”)
Saalih,
de zoon van iemaam Ahmad
zei:
“Ik voelde me ziek op een dag, dus mijn vader reciteerde over mij in water en blies met licht spuug erin. Hij beval mij om ervan te drinken en mijn hoofd (met de rest ervan) te wassen.”
‘Abdullaah, de zoon van iemaam Ahmad toestemming hiervoor.
heeft ook iets soortgelijks overgeleverd over de
Het punt achter dit alles is dat het overbrengen van het water naar iemand in wezen het overbrengen van de recitatie is. Ruqyah wordt overgebracht door blazen, ademen of licht speeksel in water spugen, welke de zieke persoon dan drinkt en over zichzelf heen giet. Er is niets ergs in vanwege het feit dat de Salaf dit deden en omdat het een basis in de soennah heeft. Hoe dan ook is het effect van rechtstreekse ruqyah beter en krachtiger. Dit is de reden waarom shaikh Muhammad bin Ibraahiem zei: “Hoe minder de tijdsduur hoe meer effectief de kuur zal zijn.”
20
Dit betekent dat het directer is om na de recitatie rechtstreeks op het lichaam te blazen en te spugen in plaats van het eerst over water heen te blazen. Hoe directer de ruqyah is hoe voordeliger. Hoe minder zaken er tussen zitten hoe sterker het effect zal zijn. Wanneer iemand ruqyah verricht over zichzelf, zijn er geen tussenpersonen of zaken behalve hijzelf, terwijl wanneer iemand over hem reciteert er een tussenpersoon is. En als hij lucht in water blaast, gemend met speeksel, en de patient drinkt het en wast zichzelf ermee, wordt dit als een derde zaak ertussen gezien. Of als hij de ruqyah in een schaal schrijft en het met saffraan wast en er vervolgens van drinkt, dan is dit een derde zaak ertussen. Iedere keer wanneer er een zaak of persoon tussen is, wordt het effect zwakker. Dit is de reden waarom de meest verheven manier datgene is wat betrouwbaar is overgeleverd in de soennah, namelijk dat iemand de Qur’aan direct over zichzelf heen reciteert of dat iemand anders over hem heen reciteert. Dit is de meest effectieve manier, meer effectief dan die van reciteren over water en dan die van ruqyah schrijven op papier en het in water laten oplossen. Dit is toegestaan, het is alleen niet iets wat de Salaf deden.
De tweede categorie van vormen van ruqyah bevatten de soort die shirk bevat. Ibn Mas’ud
heeft overgeleverd dat de Profeet
zei:
“Waarlijk, verkeerde vormen van ruqyah, amuletten en hekserij zijn allemaal shirk.” Abu Daawuud, sahieh in: ‘As-Sahiehah’ nr. 331 en 2972
Waarom zijn het vormen van ruqyah die shirk bevatten? Omdat zij verschillende zaken bevatten zoals: 1.Hulp en steun vragen van iemand anders dan Allaah, zoals een duivel of een ‘heilige’. Bijvoorbeeld, dat iemand over een ander blaast en spuugt en du’aa voor diegene verricht in de naam van ‘de heilige.’ Als de manieren van ruqyah hulp vragen aan Allaah bevatten en tegelijkertijd hulp vragen aan ‘een heilige’ of een dode of een duivel of een djinn, dan is dit shirk. 2.Zij bevatten onbekende namen, die geen duidelijke betekenis hebben. Namen die onduidelijk zijn geschreven, die de namen van duivels kunnen zijn, daarom zijn zij verboden, want het leidt tot shirk. 3.Zij bevatten toverspreuken welke magiërs amuletten, of ‘hidjaab’ of (in urdu) ‘tawiez’ noemen (een klein voorwerp dat om een ketting wordt gedragen, waarvan men denkt dat het ‘geluk’ brengt of beschermt). Deze mensen schrijven verzen uit de Qur’aan in deze amuletten, maar schrijven ze achterste voren en plaatsen ze dan in papier dat in water is gedoopt. Of misschien wordt de amulet om de hals gedragen of in de zak. Deze vormen van ruqyah worden in iets geplaatst dat onbekende nummers bevat en vreemde letters, of in een driehoekig voorwerp waarin sommige van Allaah’s Namen in de hoeken worden geschreven. Onbekende namen, du’aa’s en nummers staan overal. Zonder twijfel zijn dit allemaal wegen die naar shirk leiden of zij zijn direct shirk omdat de shayaatien om hulp worden gevraagd. 21
Andere vormen van ruqyah met shirk zijn de soort die smeekgebeden bevatten, waarbij via bepaalde religieuze mensen Allaah’s nabijheid wordt gezocht, vanwege hun ‘heiligheid’ of eer, wat naar shirk leidt. Wat ook onder de verboden vormen van ruqyah valt zijn de manieren die nieuw zijn bedacht, of die overtredingen bevatten, zoals wanneer iemand een ruqyah klaar maakt of voortdurend een ruqaa verricht die overtredingen bevat. Een voorbeeld hiervan is wat een geleerde noemde van een ruqyah waarin staat: “Moge het boze oog van de jaloerse persoon terug vallen op hem en degenen die hij lief heeft.” Degene die een boos oog heeft gegeven is over grenzen heen gegaan, maar degenen waar hij van houdt, zoals zijn ouders, familieleden en kinderen, hebben dat niet gedaan. Dus het boze oog komt terug op degenen die niets tegen hem hebben gedaan. Zo een dergelijke du’aa is een zonde omdat het een onrecht is tegenover anderen. Dus het behoort tot de vernieuwde du’aa’s en vormen van ruqyah. Ibn Al-Qayyim noemde het is de curcus over een discussie in: ‘Zaad al-Ma’aad.’ Dus het wordt hieruit duidelijk dat de basisregel wat ruqaa betreft is, dat zij allemaal verboden zijn, behalve degenen die toegestaan zijn. Dit bewijst dat je dient te onderzoeken en niet zomaar van iedereen ruqyah moet accepteren. Je moet niet naar degenen gaan ‘die bekend staan om het uitvoeren van ruqyah’, want zij baseren hun ruqaa waarschijnlijk op iets anders dan leiding en kennis. Als je een ruqyah tegenkomt of van iemand moet toepassen die niet in de Qur’aan of soennah kan worden gevonden, dien je het aan iemand met kennis voor te leggen, zodat diegene jou duidelijk kan maken of het wel of niet is toegestaan. Dit is gebaseerd op de uitspraak van de Profeet: “Laat mij jullie vormen van ruqyah zien.” Degene die niet weet dient de ruqyah aan iemand die weet voor te leggen. “Er is niets mis met vormen van ruqyah zolang zij geen shirk zijn.” Het is verplicht voor iedereen om aan de toegestane vormen van ruqyah vast te houden en op te passen voor en te waarschuwen tegen de vormen die shirk bevatten, omdat zij gevaarlijk zijn en tot shirk leiden, wat iemands goede daden vernietigt. We zoeken toevlucht bij Allaah hiertegen.
Degene die de ruqyah verricht dient bepaalde karaktereigenschappen te hebben. Hij dient: 1.Oprecht tegenover Allaah te zijn. Dit betekent dat hij niet een van de mushrikien is, die in woord en daad iets of iemand met Allaah vereenzelvigen. Hij moet behoren tot de Ahl ut-Tawhied; degenen die zich aan het zuivere monotheïsme vast houden. Het betekent ook dat hij het puur voor de zaak van Allaah doet en Zijn hulp vraagt en toevlucht zoekt bij Hem tijdens de ruqyah. 2.Hij dient kennis te hebben. De betekenis van ‘kennis’ hier, is de kennis van ruqyah. De ruqyah dient in de Qur’aan vindbaar te zijn of het dient betrouwbaar te zijn overgeleverd in de soennah of in bekende smeekgebeden. Diegene dient de ruqyah aan iemand met kennis voor te leggen, zodat diegene kan zeggen: “Er is niets mis met deze ruqyah.” Als degene die de ruqyah verricht onwetend is en niet behoort tot degenen die kennis hebben en geen onderzoek heeft verricht naar welke vormen van ruqyah hij wel of niet mag verrichten,
22
dan zijn dit tekenen dat hij de ruqyah niet correct verricht en het toont aan dat hij niet gekwalificeerd is of in staat is om ruqyah te verrichten. 3.Zijn doel dient te zijn dat hij hulp biedt en steunt. Iemand dient zijn broeder en ieder die hulp nodig heeft te helpen. Het bewijs hiervan is de hadieth van Djaabir bin ‘Abdullaah,
waarin de Profeet
zei: “Degene die ertoe in staat is om zijn broeder te helpen, dient dat te doen.”
Iemands broeder helpen, of ze nu iets nodig hebben of ziek zijn, is een goede daad. Zelfs als iemand er iets voor terug krijgt, dan is het nog steeds een goede daad, want hij helpt nog steeds zijn broeder. Goed doen is iets dat van alle dienaren van Allaah wordt verwacht en de meest geliefde dienaren van Allaah zijn degenen die het meest helpend zijn naar Allaah’s dienaren toe. 4.Een andere karaktereigenschap van degene die ruqyah verricht is dat hij degene die behandeld wordt met Allaah verbindt en niet met zichzelf, op een manier dat hij zichzelf voordoet als iemand die gaven heeft en mensen kan genezen, zeggende: “Ik genees de mensen” en ik reciteerde de Qur’aan en genas mijzelf van kanker.” Daarom behoort het tot de gewenste karaktereigenschappen van een raaqie dat hij nederig is en niet iemand die zichzelf heel wat vindt. Hij dient dat wat Allaah hem heeft gegeven te gebruiken om anderen te helpen en niet om zichzelf mee te prijzen en de mensen aan hem te binden. Aan de andere kant dient hij de mensen met de dhikr en smeekbeden te verbinden die in de soennah zijn overgeleverd. Hij dient de mensen het goede te bevelen en het kwade te verbieden, waarbij hij de wegen naar het goede voor hen opent. Helaas zien we velen, vooral onwetende mensen en vrouwen zichzelf hechten aan degenen die ruqyah verrichten. Zij zeggen misschien: “Ik heb die en die met ruqyah behandeld” terwijl zij nooit een woord over diegene hebben gereciteerd of alleen een klein deel. Hij streefde er niet naar om de correcte ruqyah te vinden en verzen die degene die behandeld werd te helpen, maar hij beweerde alleen iemand te zijn die ruqyah kan verrichten. Degene die ruqyah verricht dient de mensen uit te leggen dat Degene Die waarlijk geneest Allaah is, terwijl hij slechts een middel is en de ruqyah slechts een middel is. Hij dient de mensen de aanbevolen adhkaar te leren en du’aa’s en hen aan te moedigen het te goede te verrichten en slechte daden los te laten. 5.Hij dient op te passen dat hij niet in twijfelsituaties valt en verleiding, vooral bij het behandelen van vrouwen, want het is mogelijk dat de duivel iemand verleidt tot het verrichten van ruqyah terwijl een man met een vrouw alleen is of hem verleidt om haar lichaam aan te raken (of andersom) of andere daden die niet zijn voorgeschreven in islaam. Dus het is verplichting voor degene die ruqyah verricht om op te passen voor de wegen die naar shirk leiden en verleidingen te voorkomen waarmee zijn geloof getest kan worden. En we zoeken toevlucht bij Allaah hiertegen want zulke uitkomsten zijn bepaalde mensen al overkomen die ruqyah verrichten. We vragen Allaah om het berouw van hen allemaal te accepteren en hen naar het rechte pad te leiden. 23
Wat degene betreft degene die met ruqyah wordt behandeld; een zieke, of iemand die door ‘al ayn’ is geraakt, hij dient de volgende karaktereigenschappen te bezitten: 1.Hij dient de voorkeur te geven aan hoop op Allaah en Hem om hulp smeken en toevlucht zoeken bij Hem. Allaah zegt tegen Zijn dienaren in soerah Yuunus 10: 107: “En als Allaah jullie met iets schadelijks raakt, kan niemand het verwijderen behalve Hij. En als Hij iets goeds voor jullie bestemd heeft, is daar niemand die Zijn gunst weerhouden, welke Hij van Zijn dienaren laat bereiken wie Hij wil.”
En in soerah Al-An’aam 6: 17-18 zegt Hij: “En als Allaah jullie met iets schadelijks raakt, kan niemand het verwijderen behalve Hij. En als Hij jullie met goeds raakt, dan is Hij in staat om alle dingen te doen. En Hij is onweerstaanbaar, boven Zijn dienaren, en Hij is Al-Hakiem, Al-Khabier (de Al-Wijze, welbekend met alle dingen).”
En in soerah Ash-Shu’araa 26: 80 staat: “En wanneer ik ziek ben is Hij het Die mij geneest.”
Dus daarom dien je je hoop op Allaah te richten als je door middel van ruqyah behandeld dient te worden. Het is net als wanneer je naar de dokter gaat; je weet dat de dokter een middel is en dat Allaah Degene is Die geneest. Als je behandeld dient te worden door middel van ruqyah, dien je je ook bewust te zijn van de valse innerlijke influisteringen, want degenen die door ‘al-ayn’ zijn geraakt en jaloezie zijn bijna altijd tegelijkertijd de dupe van innerlijke ‘waswasah’ (influisteringen). Iemand kan dan naar zichzelf kijken en zeggen dat die en die ziekte of jaloezie hem of haar heeft geraakt, terwijl dat niet het geval is en de waswasah leidt hem of haar naar allerlei symptomen. Diegene gaat dingen erger zien dan ze zijn en hierdoor veroorzaakt hij vervolgens een ziekte bovenop zijn aanwezige ziekte. De dienaar van Allaah dient shaytaan geen toegang tot zijn hart te geven en hem valse ideeën in te laten fluisteren, waardoor hij zwak wordt. Als hij zwakker wordt zal shaytaan meer macht en invloed op hem hebben. 2.Een andere eigenschap die degenen die door middel van ruqyah behandeld dienen te worden dienen te hebben, is dat zij de verschillende woorden van de ruqyah zelf leren. Dit houdt in dat zij niet altijd op andere mensen dienen te leunen, maar eerder zelf ruqyah moeten proberen te verrichten. Zij dienen zichzelf te behandelen door soerah Al-Faatihah of soerah Al-Ikhlaas of de Mu’aawidhatain over zichzelf heen te reciteren. Of zij dienen Aayat-ul-Kursie over zichzelf heen te reciteren voordat zij gaan slapen evenals de adhkaar die gedurende de dag en na de verplichte gebeden gereciteerd dienen te worden. 24
Deze woorden zullen hem beschermen omdat deze smeekgebeden en vormen van ruqyah aale moeilijkheden en tragedies zullen helpen te voorkomen en verwijderen. Deze adhkaar helpen te voorkomen dat het slechte je overkomt. Dus zij zijn als een harnas dat je draagt om jezelf tegen gevaren te beschermen die op jouw pad komen. Zij zijn een middel dat helpt, maar Allaah is Degene Die uiteindelijk het goede of slechte teweeg brengt.
Fouten die bij ruqyah worden gemaakt Er zijn sommige fouten die verricht worden met betrekking tot ruqyah. Degenen die ruqyah verrichten evenals degenen die erom vragen vallen in dit soort fouten. Wat de fouten betreft van degenen die ruqyah verrichten: De eerste en grootste van hen is dat zij het reciteren van de Qur’aan en het uitvoeren van ruqyah op mensen als een werk of sterk verlangen nemen, dat wil zeggen; dat zij zichzelf er volledig toe wijden. Het is een gevestigd feit dat mensen ruqyah nodig hebben, hoe dan behoorde ook het besteden van al iemands tijd aan voornamelijk het verrichten ervan, niet tot de manieren van de metgezellen tijdens de levensduur van de Profeet, zelfs al bevonden er onder hen degenen die ruqyah verrichtten. Het behoorde niet tot hun weg of dat van hun volgelingen om dit na het leven van de Profeet
zo te doen. Het ontstond eerder in latere periodes.
Dus dat wat overeen komt met de weg van de vrome voorgangers; de Salaf us Saalihien en wat de soennah inhoudt, is dat iemand zijn broeders mag steunen, wel of niet tegen een vergoeding, door middel van het verrichten van ruqyah over hen. Hoe dan ook dient iemand niet zijn tijd eraan te geven op een manier dat het zijn beroep wordt. Hij moet het niet als zijn werk gaan behandelen zoals een dokter dat doet met al zijn tijd. Dit is gebaseerd op het feit dat dit niet benoemd is of in de vroegere dagen van islaam werd gedaan.
Verder hebben wij gezien dat degenen die zichzelf hiertoe wijden veel verboden daden zijn gaan verrichten. Dus je zult degenen die het verrichten van ruqyah als een beroep hebben gekozen veel fouten zien maken omdat zij bepaalde dingen dienen te doen of te laten. En zij doen dingen die gerelateerd zijn aan business overdrachten zonder duidelijk bewijs, evenals ruqyah via audio geluid of bandjes of cd’s, zoals in een kamer reciteren terwijl de oordoppen in een andere kamer zijn, ver weg van de raaqie. Een andere fout die veel voor komt en die wijd verspreid is onder degenen die ruqyah verrichten, is het gebruik maken van shayaatien van onder de djinn die hen vergezellen om hen te steunen, en deze vorm is erger dan de eerste. Dit is een misverstand waar sommige mensen zich niet bewust van zijn, en waar zelfs velen niets van weten. De raaqie zegt dan dat hij via de djinn die hem vergezellen zal uitvinden wat er mis is met degene waar ruqyah over wordt verricht. Hij zoekt via hem uit of het om zwarte magie gaat, of het boze oog of iets anders. Misschien zegt de djinn dat het boze oog of de zwarte magie werd verricht door iemands tweede vrouw of schoonmoeder, terwijl dat niet zo is in werkelijkheid, en hierdoor worden dan familiebanden verslechterd of verbroken. En er is geen manier waarop je kunt weten of deze djinn de 25
waarheid spreekt of niet en of hij betrouwbaar is of niet. Het is niet toegestaan om op zulke uitspraken te vertrouwen. De basis regel met betrekking tot het om hulp vragen van de djinn is dat het verboden is. Hoe dan ook hebben sommige geleerden het toegestaan in het geval waarin de djinn zichzelf in bepaalde situaties bekend maakt bij een moslim waarbij hij aantoont dat hij een gelovige is. In dat geval mag hij communiceren met hem en hem om hulp vragen. Des ondanks was dit niet van de weg van de Profeet
of zijn metgezellen.
Shaikh-ul-islaam Ibn Taymiyyah en anderen hebben gezegd dat de Profeet benaderen had als het om de omgang met djinn ging:
twee manieren van
1.Of hij beval hen om goed te doen en hij verbood hen het slechte; hij droeg hen op om Allaah alleen te aanbidden en verbood hen het tegenovergestelde daarvan, want de djinn zijn ook verantwoordelijk voor hun daden, zij zijn net als iedereen als het gaat om het goede bevelen en het slechte verbieden. (dus hij verrichtte da’wah) 2.Als zij van de shayaatien van onder de djinn waren, zocht hij toevlucht bij Allaah tegen hun kwaad en gebruikte toegestane vormen van ruqyah om hun slechts te weren. Wat betreft het vragen om hulp van de djinn, zelfs in de situatie waarin een van hen aanwezig is (tijdens het verrichten van ruqyah), dit was niet van de leiding en leerstellingen van de Profeet en zijn metgezellen. Wat de geleerden betreft die het hebben toegestaan, dit geldt alleen voor die situaties waarin zij zichzelf bekend maken en dat hoeft niet per se tijdens het verrichten van ruqyah te zijn. Een ander veel voorkomende fout van degenen die ruqyah verrichten is dat zij mild en zacht zijn wanneer het aankomt op het toepassen van wat toegestaan is met betrekking tot ruqyah. Vanwege de grote hoeveelheid mensen die om hulp vragen en te weinig tijd, zijn zij begonnen met het toepassen van verschillende vormen van ruqyah die niet correct zijn. Sommigen maken bijvoorbeeld stempels waar zij Qur’aanverzen in printen, plaatsen dat op saffraan inkt en printen het dan op stukken papier, wat respectloos is tegenover de Qur’aan. Andere methodes houden een zogenaamde ‘standaard recitatie’ of een ‘speciale recitatie’ in. In feite is er zelfs iets dat een ‘royale recitatie’ wordt genoemd! Vervolgens beweren zij: “Ik heb dit en dat over hem gereciteerd.” Dit zijn allemaal middelen om op een onrechtvaardige manier rijkdom van de mensen te nemen en zijn tegengesteld aan de fundamentele basis van ruqyah, welke is dat de voorgeschreven verzen gereciteerd dienen te worden zonder onderscheid te maken. Men dient niet te zeggen dat het een ‘standaard recitatie’ is dat vijftig dollar kost, en het andere ‘een eerste graad recitatie’ die tweehonderd dollar kost. Dit is iets dat niet is toegestaan. Degene die ruqyah verricht dient eerlijk en oprecht te zijn en dient alleen datgene te gebruiken wat wettelijk toegestaan is en de rest te laten en zich bewust te zijn van de valstrikken van de duivel. Er zijn andere nog ergere fouten die onder shirk vallen, welke sommige magiërs, kruidendokters en anderen gebruiken. Hierbij gebruiken zij vormen van ruqyah die van nature shirk zijn. Dus zij geven bijvoorbeeld stukjes papier weg waarop namen van shayaatien staan geschreven of namen die onbekend zijn. Dus pas op en wees heel voorzichtig hiermee want het is shirk. 26
Het kan zelfs zo zijn dat dit samen is gegaan met het verzoek om een dier te slachten in naam van iemand anders dan Allaah dat tot shirk u lakbar (grote shirk) behoort. Aanbidding dient alleen voor Allaah verricht te worden. Er kan ook verzocht worden dat er andere daden van shirk of kufr worden verricht zoals de mushaf (de Qur’aan in het Arabisch) vernederen of iets anders dat kufr is. Daarom is het vereist dat iedereen samen werkt vanuit rechtvaardigheid en vroomheid en in het terugdringen van het kwade. Als je weet dat iemand methodes gebruikt die niet zijn toegestaan, die shirk, magie en andere vormen van kwaad bevatten, dien je dit aan de mensen bekend te maken. Dit soort mensen verspreidt corruptie door het land, daarom heb je de verantwoordelijkheid om dit bekend te maken, je mag niet zwijgen. En Allaah heeft ons bevolen om het land recht te zetten en niet om het corrupt te maken. Je dient het door te geven aan de mensen met kennis of die de leiding hebben in (een islamitisch) land of de rechter. Iedereen dient bezorgd te zijn over deze zaken met betrekking tot ruqyah en kennis te vergaren van zijn religie, want als Allaah iets goeds voor iemand wil, dan laat Hij diegene Zijn Dien (islaam) begrijpen. We dienen de onwetende mensen te waarschuwen dat zij niet zomaar naar deze ‘reciteurs’ gaan, zonder hun karakters, betrouwbaarheid en methodes te kennen. Het is verplicht voor iedereen om kennis te vergaren en de wegen naar shirk te kennen en ernaar te streven om de soennah toe te passen, want alle vormen van het goede worden gevonden in het volgen van de soennah van de Profeet Muhammad. Dit is omdat er niets is dat goed is, zonder dat hij ons ernaar verwezen heeft en er is niets slechts zonder dat hij ons ervoor gewaarschuwd heeft. En een van de zaken waar hij ons naar geleid heeft is de toegestane manier van ruqyah; de ruqyah die verricht wordt met de Qur’aan en de bekende smeekbeden die de Profeet aan ons heeft geleerd. Hij verbood ons ook de vormen van ruqyah die shirk bevatten en de manieren die erop lijken omdat ze naar shirk leiden.
Belangrijke vragen en antwoorden over ruqyah, door shaikh Rabie’ bin Haadee al-Madkhalee Vraag: “Onze nobele shaikh en vader, Rabie’ bin Haadee al-Madkhalee, moge Allaah u behouden, er is een man hier die ruqyah verricht. Hij heeft een vrouw die bezeten is, opgedragen om musk op haar geslachtsdeel, borsten en lippen te smeren, zeggende dat dit zal voorkomen dat de djinn die haar bezit gemeenschap met haar zal hebben, en dit is gebaseerd op zijn ervaring. Is deze daad van hem correct? Wees ons alstublieft tot voordeel, moge Allaah u zegenen.” Antwoord: “In de Naam van Allaah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle. Alle lof is aan Allaah en moge vrede en zegeningen op de Boodschapper van Allaah zijn en zijn familie, metgezellen en degene die zijn leiding volgt. En verder is genezing voorgeschreven en toegestaan. De Profeet
zei:
“Allaah heeft geen ziekte neer gezonden zonder dat Hij er een geneesmiddel voor heeft neer gezonden. Degenen die zich ervan bewust zijn, zijn zich ervan bewust en degenen die zich er niet van bewust zijn, zijn zich er niet van bewust.”
27
Het is voorgeschreven om ruqyah te verrichten waarbij de Qur’aan wordt gebruikt, omdat de Qur’aan een genezing en rahmah voor de gelovigen is, terwijl het het verlies van degenen die onrechtplegers alleen doet toenemen. Er is geen voordeliger geneesmiddel dan ruqyah waarbij de Qur’aan en de soennah worden gebruikt. Hoe dan ook dient het aan bepaalde voorwaarden te voldoen, zoals: Degene die het verricht en degene die de ruqyah ontvangt, dienen beide oprecht te zijn en zij dienen hulp bij Allaah te zoeken. Als beide partijen oprecht zijn en de ruqyah wordt verricht met de Qr’aan en de soennah, dan is er geen betere behandeling dan dit soort. Dit is wel bekend bij de geleerden omdat zij dit hebben uitgesproken. De Boodschapper van Allaah heeft gezegd: “Er is geen ruqyah, behalve voor ‘al ‘ayn’ (het boze oog) of een schorpioenenbeet.” Muslim, Abu Daawuud en anderen; zie: ‘Sahieh-ul-Djaamie’ (7496)
Het boze oog is bekend; het is wanneer iemand geraakt wordt als resultaat van een persoon die kwaad naar hem kijkt en dus brengt hij het slechte van zijn boze ogen over op de persoon waar hij afgunst op heeft, waarbij hij hem schaadt. Dus het boze oog is waar, maar het vindt alleen plaats met Allaah’s toestemming. En zonder twijfel heeft het een effect, dat is waarom de Profeet Muslim zei:
in Sahieh
“Al ‘aynu haqqu.” (“Het boze oog is waarheid.”)
Magie is ook waar, maar kan iemand niet schaden tenzij Allaah het toestaat. Dus niets van deze dingen vinden plaats of veroorzaken schade, zonder dat Allaah het toestaat. De beste en meest effectieve manier om de dingen -het boze oog en magie, een schorpioenenbeet etc.- te behandelen, is door de toegestane ruqyah met de Qur’aan en de soennah te verrichten, terwijl men oprechtheid heeft. Dit is omdat iemand mogelijk geen vertrouwen in Allaah heeft of slechte gedachten heeft en we zoeken toevlucht bij Allaah. Of degene die ruqyah verricht is een artiest en een leugenaar, die de Qur’aan niet gebruikt en die het in andere zaken zoekt. Veel mensen stellen zichzelf voor om ruqyah te verrichten. Zij stellen zichzelf voor en plaatsen advertenties en het woord over hen wordt wijdverspreid, dat hij ‘maashaa Allaah iemand is die ruqyah verricht!’ Het geld van de mensen wordt vaak onrechtvaardig genomen en men wordt misleid en deze mensen helpen de mensen absoluut niet! Dit soort mensen laat vrouwen bij hun komen en praat tegen hen op een schaamteloze manier. Ruqyah kan verricht worden door iedere moslim die oprecht en eerlijk is en bekend staat om zijn of haar vroomheid. Maar hoe dan ook dient diegene zichzelf niet aan te stellen en te promoten als iemand die gespecialiseerd is in ruqyah, of die zichzelf een ‘raaqie’ noemt, zodat mannen en vrouwen van ver en dichtbij naar diegene toekomen. Dit is niet toegestaan in de Dien. De Boodschapper van Allaah stelde zichzelf niet hiervoor aan. Hij verrichtten ruqyah over zichzelf en over andere mensen als zij het nodig hebben.
28
Wat degene betreft die zichzelf als ‘raqie’ aanstelt, zoals iemand die fataawah geeft, dit is verkeerd. Behandel daarom de mensen maar beschouw het niet als jouw plicht. Allaah zegt in soerah Saad 38: 86: “…noch behoor ik tot degenen die een verantwoordelijkheid op zich nemen die hen niet toebehoort.”
De Boodschapper van Allaah informeerde jullie dat ruqyah verricht kan woorden met de Qur’aan en de soennah en dat de resultaten in de Handen van Allaah zijn. Dus voer de toegestane manieren uit en zeg geen waardeloze woorden of verricht verkeerde praktijken. Een andere voorwaarde is dat iemand waarlijk de Profeet dient te volgen bij het verrichten van ruqyah, en dit niet dient te veranderen. Je kunt de manier of beschrijving ervan niet veranderen, je dient het op dezelfde manier te doen als hij deed. Je bidt zoals de Profeet
bad, je verricht hadj
zoals de Profeet hadj verrichtte. Dus zoals je hem in alles volgt en doet zoals hij deed, soortgelijk geldt het zelfde voor ruqyah. Wat betreft het komen met nieuw bedachte zaken op het gebied van ruqyah, dit is niet voorgeschreven. Als jouw ruqyah met de Qur’aan niet helpt; je behandelt mensen met ruqyah van de Qur’aan en de soennah, maar het heeft geen effect, dan is dit waarschijnlijk vanwege een tekortkoming bij degene die behandeld wordt of vanwege een reden die Allaah heeft. Waarom zul je dan andere wegen en andere methodes toepassen? Wat is het dat jou het gevoel heeft gegeven dat dit jouw plicht is en verantwoordelijkheid? Is het liefde voor roem of rijkdom? Ik persoonlijk verricht geen ruqyah voor iemand en ik houd er niet van om dit te doen vanwege de daden van degenen die zichzelf hebben aangesteld als ‘specialisten’ in ruqyah, waarbij zij het geld van de mensen nemen! Dus ik adviseer deze persoon, als hij een Salafi is, om Allaah te vrezen en weg te blijven van het zoeken naar roem en zichzelf als een raaqie aan te stellen. Je bent gewoon een van de moslims. Als iemand jou nodig heeft, behandel hem met de ruqyah op de manier die toegestaan is en datgene wat voldoende voor jou is. Als dat niet het geval is, laat de deur dan voor iemand anders open. Probeer ruqyah niet als middel om er controle over te hebben en anderen buiten te sluiten, want dat is een slechte intentie. Misschien is er iemand in de gemeenschap die beter dan jou is en misschien worden zijn smeekgebeden meer geaccepteerd dan die van jou. Ik adviseer deze persoon om Allaah te vrezen en de weg van de gelovigen te volgen. Volg de soennah van de Boodschapper van Allaah, niemand dient het verrichten van ruqyah op zich te nemen op een manier alsof er niemand anders is die dit kan doen. Hij dient het veld open te laten voor anderen. De du’aa van iedere moslim die goedheid in zich heeft en die Allaah vreest kan geaccepteerd worden. Als hij de Qur’aan reciteert zal Allaah zijn du’aa beantwoorden en de persoon genezen vanwege hem; vanwege zijn oprechtheid en eerlijkheid en vanwege de toegestane manieren die hij heeft uitgevoerd om deze ziek te genezen! Moge Allaah ons allen leiden tot datgene waar Hij van houdt en waar Hij tevreden mee is en moge vrede en zegeningen van Allaah op jullie Profeet Muhammad en zijn familie zijn.” 29
Vraag: “Is het toegestaan voor iemand die de Qur’aan niet goed kan reciteren om ruqyah te verrichten?” Antwoord: “Het is toegestaan voor hem om ruqyah te verrichten als hij dat moet doen. Maar hij dient het te leren. De Profeet
zei:
“Degene die de Qur’aan perfect reciteert zal met de geëerde en gehoorzame schrijvers (engelen) zijn. En degene die de Qur’aan reciteert terwijl hij het niet vloeiend kan en met moeilijkheid zal twee beloningen krijgen.”
Dit betekent dat zo iemand beloond zal worden, zelfs als hij stottert in zijn recitatie en niet goed kan reciteren. Dus hij dient te reciteren maar proberen om zijn recitatie te verbeteren.”
Vraag: “Is ervaring van enig nut als het aankomt op ruqyah?” Antwoord: “Ervaring is van toepassing op medicijnen en niet op ruqyah. Medicatie is gebaseerd op praktijk en ervaring. Maar wat ruqyah betreft, het is beter voor een moslim om zichzelf alleen te beperken tot de toegestane manieren van ruqyah. Wat praktijk en ervaring betreft, hoe zul je weten wanneer je genoeg ervaring hebt bereikt en waar kwam dit idee van?”
Vraag: “Is het toegestaan om met een moslimdjinn te praten?” Antwoord: “Het is niet toegestaan. Wat is het dat jou laat geloven dat hij een moslimdjinn is? Misschien is hij een munaafiq (hypocriet) zeggende: “Ik ben een moslim.” Of misschien is hij een ongelovige, zeggende: “Ik ben een moslim.” Hij is een djinn die jij niet kent en jij hebt geen kennis van de wereld van het ongeziene. Dit is niet toegestaan, moge Allaah jou zegenen. Iemand kan voor jou aanwezig zijn en beweren een moslim te zijn en je kunt dit van hem accepteren vanwege datgene wat zichtbaar is, je ziet hem bijvoorbeeld bidden etc. zelfs al ken je hem niet. Maar wat een djinn betreft die in een mensenlichaam is gegaan en hem bezit, zeggende: “Ik ben een moslim” en er is niets dat jou dwingt om op een bepaalde manier te handelen, wat is het dan dat jou het gevoel geeft dat dit jouw plicht is, mijn broeder? Er zijn ziekenhuizen aanwezig en als die zieke persoon geduld heeft, zal Allaah hem belonen. Een blinde man kwam eens naar de Profeet
en vroeg hem om Allaah te smeken om hem te
genezen, dus zei hij: “Als je wilt, zal ik du’aa voor jou verrichten en als je wilt kun je geduldig zijn.” At-Tirmidhie en An-Nasaa’ie
30
En er kwam een keer een meisje dat een slavin was naar hem toe en ze zei: “O Boodschapper van Allaah,
ik ben bezeten, maak alstublieft du’aa voor mij,” dus zei hij:
“Als je wil zal ik du’aa voor jou verrichten en als je wil kun je geduldig zijn en zal je het Paradijs hebben.” Dus je bent hier niet verantwoordelijk voor. Heb je meer rahmah dan Rasuulullaah? Allaah test Zijn dienaren met ziekten. Hij test hen altijd. De Profeet gezegd:
heeft in Sahieh Muslim
“Er is niets dat een mu’min (gelovige moslim) overkomt aan moeilijkheden, verdriet, of ziekte, of zelfs de zorg die hem bezig houdt, zonder dat Allaah hiermee zijn slechte daden van hem verwijdert.”
Dus een gelovige lijdt aan ziekten en zal ervoor beloond worden als hij er geduldig mee is. Allaah zegt in soerah Al-Baqarah 2: 155-156: “En geef blijde tijdingen aan de saabirien (geduldigen); degenen die wanneer hen een musiebah (kwelling) overkomt….” “..dan zeggen: “Waarlijk, wij behoren tot Allaah en tot Hem zullen wij terug keren.” (“Qaaloe: “inna lillaahi wa innaa ilaihi raadji’oen”)
De Boodschapper van Allaah zei over de zeventigduizend mensen die het Paradijs zullen binnen treden (zonder afrekening en bestraffing): “Zij zoeken geen ruqyah noch branden zij zichzelf en zij vertrouwen op hun Heer.”
Iemand dient geen ruqyah aan een ander te vragen. Als hij dat doet, toont het aan dat zijn geloof en vertrouwen op Allaah niet compleet zijn. Je dient zo iemand te leren en te vertellen dat hij geduldig dient te zijn en geen ruqyah dient te vragen; hij dient eerder toevlucht bij Allaah te zoeken en du’aa tot Hem te verrichten. Dit is zo omdat ruqyah een manier van vragen is. Dit legt uit waarom het invloed heeft op het hebben van vertrouwen (‘tawakkul’) op Allaah en dat is waarom de Profeet zei: “Zij zoeken geen ruqyah.” Dit betekent dat zij de mensen niet smeken om ruqyah over hen te verrichten, omdat ruqyah een manier van vragen is welke iemands geloof en vertrouwen op Allaah onvolmaakt maken. Een gelovige wordt in dit leven met ziekten beproefd, moeilijkheden en tegenslagen zodat Allaah hem in niveau zal verhogen als hij geduldig is, moge Allaah jullie zegenen. De Profeet
zei:
“Waarlijk, wanneer Allaah van een volk houdt, test Hij hen. Dus degene die geduldig is, hij zal geduld hebben. En degene die bezorgd is, zal zorgen hebben.” 31
Dus ten eerste dient de mu’min geduldig te zijn met de qadr (het lot) dat Allaah bepaald heeft. En als hij daar boven uit stijgt, tot het niveau dat hij tevreden is met Allaah’s lots bepaling, dan is dit het hoogste niveau van iemaan inshaa Allaah. Geduld is verplicht en bezorgdheid verboden. Dus niemand dient bezorgd te zijn over wat Allaah heeft bevolen. Allaah zegt in soerah At-Tawbah 9: 51: “Zeg: “Niets zal ons ooit overkomen zonder dat Allaah dat voor ons bepaald heeft.”
Als Allaah niet wil dat je geneest, kan geen enkele hoeveelheid ruqyah of andere behandelingen jou helpen. Alles gebeurt met Allaah’s wil en wens. Dus de gelovige dient toevlucht bij Allaah te zoeken. En bovenal dient hij te geloven in Allaah’s goddelijke lotsbepaling en wetten en er geduldig mee te zijn, moge Allaah jullie zegenen. En als Allaah hem ertoe in staat stelt om hem naar het niveau te brengen dat hij tevreden is met Zijn lotbepaling, dit is iets wat vereist is. Als hij wil genezen en behandeld wil worden voor zijn ziekte, mag hij dat doen. En als hij iemand zoekt die ruqyah over hem kan verrichten, zeggen we niet dat dit haraam is, maar eerder dat het makruh is en het zal hem van het niveau verwijderen waar hij op is, moge Allaah jullie zegenen. Wat degene betreft die zichzelf voor doet als ruqyah ‘specialist’ en die het verricht om populariteit te verkrijgen en sommigen gaan zo ver dat zij advertenties in kranten plaatsen en stichtingen opzetten, dit is niet goed! Deze mensen hebben zichzelf deze posities gegeven. Wallaahi, tegenover ieder die zichzelf aanstelt om ruqyah (als beroep) te verrichten dien je wantrouwend te zijn. Wat bracht hem ertoe dit te gaan doen? Jij, mijn broeder, bent slechts een van de moslims. Wat is deze uitgesloten plicht die tot jou is gekomen? Er zijn mensen die beter zijn dan jou, vromer en met meer kennis. En bovenal vind je de toegestane ruqyah niet voldoende voor jou en zoek je andere methoden! Moge Allaah ons allen succes geven!”
Vraag: “Is het toegestaan om ruqyah over een ongelovige te verrichten?” Antwoord: “Het is toegstaan. Abu Sa’ied verrichtte ruqyah over een ongelovige toen hij met een groep militairen weg ging en langs een groep kwam bij een put, waar zij om toestemming vroegen voor gastvrijheid, mar deze groep weigerde. Toen hun leider door een schorpioen was gebeten kwamen zij en zeiden: “Onze leider is gebeten. Hebben jullie iemand die hem met ruqyah kan behandelen?” De metgezellen antwoordden: “Wallaahi, wij zullen hem niet met ruqyah behandelen totdat jullie ons vergoeding geven. Wij vroegen jullie toestemming, maar jullie weigerden ons gastvrijheid te geven!” De groep gaf hen een kudde schapen en de leider werd met soerah Al-Faatihah behandeld en genezen alsof hij uit boeien was bevrijd! Dit toont aan dat degene die ruqyah verrichtte oprecht was. Tegenwoordig nemen degenen die ruqyah verrichten giften en geld van de mensen zelfs als zij de mensen die zij behandelen niet genezen! Een voorwaarde voor de toestemming om een vergoeding voor de ruqyah te nemen is dat de zieke genezen moet zijn, zoals het geval was in de hiervoor genoemde hadieth. Als de man niet genezen was hadden de metgezellen de kudde schapen niet in ontvangst genomen.
32
Hoe dan ook neemt degene die tegenwoordig ruqyah verricht geld. De zieken en ongelukkigen gaan naar diegene toe en ontvangen geen enkele (juiste) hulp van hem, terwijl hun geld verloren gaat. Dit geld dat zij nemen is onwettig, moge Allaah jullie zegenen.”
Vraag: “Wat is de regel met betrekking tot het reciteren over water?” Antwoord: “Dit dient niet te worden gedaan, zelfs als sommige geleerden van mening zijn dat het gedaan kan worden. Er is geen bewijs voor. Noch de Boodschapper van Allaah, noch zijn Metgezellen deden het. Degenen die het toestaan om de Qur’aan neer te schrijven, zichzelf ermee wassen en dit soort dingen, hebben geen enkel bewijs voor deze daden. Verder hebben deze zelfde geleerden ons geleerd dat wij niets zullen accepteren tenzij er bewijs voor is. Dus uitspraken van iedereen kunnen of geaccepteerd of geweigerd worden, behalve de uitspraken van de Profeet.
Vraag: “Wat is de betekenis van de hadieth: “Er is niets mis met ruqaa (vormen van ruqya) zolang zijn geen shirk bevatten.” Antwoord: “Ja, er is niets mis met ruqaa zolang er geen shirk in is. Ruqyah verrichten door parfum op iemands geslachtsdelen of anus of andere lichaamsdelen te plaatsen, behoort niet tot deze geaccepteerde ruqaa. Je dient du’aa te verrichten tot Allaah, een aayah te reciteren of een hadieth of adhkaar. Dit is volgens de religieuze teksten toegestaan. Sommige mensen verrichten ruqyah waarbij zij magie gebruiken. Anderen gebruiken woorden die shirk bevatten. Of zij verrichten ruqyah waarbij zij vreemde woorden gebruiken die shirk of valsheid bevatten. Ruqyah dient ook in de Arabische taal te worden verricht. Een vrome, godvrezende persoon zal niet over de grenzen gaan van het slechts gebruiken van Allaah’s woorden en de woorden van Zijn Profeet
wanneer hij ruqyah verricht. Maar als hij verder dan dit gaat en du’aa’s van zichzelf
toevoegt, dan is dit toegestaan. Er is niets mis mee, zoals de du’aa van Allaah’s Boodschapper de Sahiehain:
uit
“Bismillaah, Allaahoemma Rabban-naas! Adhhibil baas, washfie anta ash-Shaafie, laa shifaa’a ilaa shifaa’uka, shifaa’an laa yaghaadir saqaman.” (“In de Naam van Allaah, Heer van de mensheid, verwijder het slechte, en genees, want waarlijk, U bent de Genezer. Geen genezing heeft enig baat, behalve die van U; genezing die geen ziekte achter laat.”)
‘Uthmaan bin Abil-‘Aas
klaagde over een ziekte, dus Allaah’s Boodschapper
vertelde hem:
“Plaats jouw hand op het gebied dat pijn doet en zeg drie keer: “Bismillaah” en zeven keer: “A’udhu bi ‘izzatillaahi wa qudratihi min sharri maa adjidu wa uhaadhir.”
33
(“Ik zoek toevlucht in de glorie en kracht van Allaah tegen het slechte en het gevaar dat ik ervaar.”) Sahieh Muslim Toen hij dit deed was hij genezen van zijn ziekte. Het beste is Allaah’s woorden en de woorden van de Boodschapper, dus kies wat het beste is. Zijn er onder jullie degenen die ruqyah praktiseren? Wallaahi, ik adviseer degenen die de weg van de Salaf volgen om niet in deze zaak verzeild te raken. Niemand dient zichzelf voor een dergelijke positie aan te stellen. Stelden shaikh al-Albaanie, Ibn Baaz of Ibn ‘Uthaymien dit? Deden de Salaf, waaronder de Metgezellen, de Taabi’ien en de geleerden van leiding waren, zoals Ahmad, Maalik en Ash-Shaafi’ie zich op deze manier voor? Waar zijn jullie met betrekking tot respect naar hen toe? Wij zeggen altijd: “De Salaf, de Salaf” en “Wij zijn Salafies”, maar dan bedenken wij zoiets nieuws! Ruqyah is toegestaan, maar op de manier waarop het mag. Dus wees ware volgelingen. Verlaat deze zaken die de oproep en haar volgelingen een verkeerde indruk geven. Wanneer iemand naar je toe komt om je om ruqyah te vragen, verricht ruqyah over diegene of laat hem naar iemand anders toe gaan en dat is het. Genezing is in de handen van Allaah. Hij dient du’aa naar Allaah toe te verrichten en Allaah zal hem grenzen. Als iemand oprecht is en voor zichzelf smeekt met deze du’aa’s zal Allaah hem een uitweg geven, want Allaah zegt in soerah At-Talaaq 65: 2-3: “En degene die taqwaa’ heeft voor Allaah, Hij zal een uitweg voor hem maken en hem rizq schenken van waar hij het nooit verwachtte.”
Vraag: “Maar wij vrezen dat het gewone volk naar tovenaars zal gaan.” Antwoord: “Laat hen gaan en niet terug komen. Wie is het die jullie de leiding geeft? Jullie zullen jullie zelf vernietigen en jullie leven en jullie Dien (islaam) omdat zij naar magiërs gaan. Verrichten jullie ruqyah? Hebben jullie jezelf aangesteld om ruqyah te verrichten?” Vraag: “Nee, shaikh, het is eerder zo dat de mensen naar mij toe komen.” Antwoord: “Laat dit, laat dit. Zij komen alleen naar jou toe omdat jij jezelf daarvoor (voor ruqyah) hebt aangesteld. Dus laat dit, moge Allaah jou zegenen. Laat de mensen voor Allaah en belast jezelf niet met de verantwoordelijkheid. “…noch behoor ik tot degenen die zichzelf een verantwoordelijkheid geven die hen niet toekomt…” (Soerah Saad 38: 86)
Dit is wat de eerste ruqyahspecialist (de Profeet ) van Madinah heeft beweerd. Wij hadden eens een collega die een heel goede salafi was en hij onderwees in de masdjid van de Profeet. Wallaahi, hij had een invloed op veel van de Soefiejongeren in Madinah. Hij had meer effect op veel mensen dan anderen hadden, maar toen kwam shaytaan naar hem toe. Deze collega en vriend van mij vroeg mij om advies voordat hij besloot zich op dit pad te begeven. Hij vroeg mij om advies, zeggende: “O shaikh! Ik leerde die en die hoe ruqyah verricht dient te worden 34
en nu doet hij dat en vraagt mensen om geld ervoor. Hij vraagt mensen zelfs zoveel als veertienduizend riyaals!” Dus zei ik tegen hem: “Ik adviseer jou om jezelf niet met dit in te laten.” Dus zei hij: “Ik vrees dat mensen hiervoor in de plaats naar magiërs zullen gaan.” Dus zei ik: “Wallaahi, je bent niet verantwoordelijk.” En ik zei tegen hem: “Je hebt geen macht over de magiërs toch?” Hij zei: “Klopt.” Dus zei ik tegen hem: “Doe dan zoals de oproepers van Allaah eerder dan jou deden. Toen shaikh ‘Abdullaah Al-Qar’aawie naar onze religie kwam lijdden veel mensen aan ziekten; zij lagen op bed en konden niet opstaan. En waardoor kwam dit? Het kwam door de djinn etc. Zij gingen naar buiten en kwamen ’s nachts langs de djinn in bomen en op straten etc. en de shayaatien namen hen over. Dit is omdat zij onwetend waren. Zij hadden geen enkel begrip van Tawhied. Dus toen hij (shaikh Al-Qar’aawie) kwam en Tawhied verspreidde, geen ruqyah of iets anders, eindigde al deze dingen, moge Allaah jou zegenen. Al deze (vormen van bezetenheid en ziekten) kwamen tot een einde toen Tawhied en kennis werden verspreid. Wanneer Tawhied en kennis worden verspreid gaan deze dingen weg en stoppen. En wanneer onwetendheid wijd verspreidt, nemen magiërs, toekomstvoorspellers, duivels etc. toe en werken met elkaar samen. Maar deze man luisterde niet naar het advies en raakte daar voor in de plaats betrokken bij ruqyah. Later begonnen mensen met hem te wedijveren, iemand in Riyaadh, een ander in Taboek en een ander in Jeddah. Dus schreef hij in een krant dat de djinn niet binnen treden in mensen! Maar wanneer hij ruqyah verrichtte bij mensen sloeg hij hen gewelddadig en zei: “Ga eruit om vijand van Allaah!” Dus hij gaf toe dat de shaytaan bij mensen naar binnen ging, maar toen het wedijveren met hem toenam begon hij te zeggen dat shayaatien niet bij mensen naar binnen gaan! Dus dit zijn spelletjes en valstrikken, moge Allaah jou zegenen. Rasuulullaah volgen vraagt van jou dat je doet wat hij deed. Belast jezelf niet met de verantwoordelijkheid. Wees oprecht, verricht du’aa tot Allaah en Hij zal steunen. De beste leiding is de leiding van Muhammad. Dit was zijn leiding met betrekking tot ruqyah. Overdrijf daar niet in.Volg eerder zijn weg in termen van geloof, kennis en daden. Dit is zelfs van toepassing op ruqyah, volg zijn weg wat dat betreft en neem geen zaken op jou die de Boodschapper niet deed. Ik adviseer jullie, o broeders, Allaah te vrezen. In soerah At-Talaaq 65: 2-3 staat: “En degene die taqwaa’ heeft voor Allaah, Hij zal een uitweg voor hem maken en hem rizq schenken van waar hij het nooit verwachtte.”
In wat voor situatie je jezelf ook bevindt, Allaah zal jou verlichting schenken en een uitweg. Als je Allaah vreest en je plichten tegenover Hem nakomt, zal Hij je verlichting geven in deze wereld en de volgende. Door je plichten tegenover Allaah na te komen, zul je veilig zijn voor Zijn woede en ontevredenheid. En je zult beschermd zijn tegen Zijn bestraffing in het Hiernamaals. Allaah heeft het Paradijs voor jullie voorbereid als compensatie voor deze taqwaa’ waarvan de wijdte zo groot is als de hemelen en de aarde, en het gemaakt voor degenen die vrezen en die hun verplichtingen tegenover Hem nakomen. In soerah An-Naba’ 78: 31-33 staat:
35
“Waarlijk, voor degenen die taqwaa’ hebben zal er succes zijn, tuinen en druivenplantages.”
Al deze dingen kunnen worden verkregen met taqwaa’. Verlichting, gemak en rahmah kunnen worden verkregen met deze taqwaa’. Hoge niveaus in het Hiernamaals kunnen met deze taqwaa’ worden verkregen. Je dient de juiste ‘aqiedah (geloofsleer) en manhadj te hebben en de juiste aanbidding. Geloof in de principes van Tawhied die Allaah heeft beschreven, zoals Zijn eenheid in heerschappij, Namen en Eigenschappen en aanbidding. Laat jouw gebed en jouw vasten en jouw zakaah en jouw hadj alleen voor Hem zijn, terwijl je je ouders respecteert en zonden voorkomt, zowel grote als kleine. Je moet je bewust zijn van Allaah en oprecht zijn. Oprechtheid is een vereiste in aanbidding, bij het vergaren van kennis en bij het verrichten van da’wah. Je dient oprecht te zijn in iedere daad die je verricht welke jou dichter bij Allaah brengt. Allaah zegt in soerah Az-Zumar 39: 2: “Dus aanbid Allaah door religieuze daden te verrichten oprecht voor Zijn Zaak alleen.”
En in soerah Az-Zumar 39: 11 staat: “Zeg: “Waarlijk, mij werd bevolen Allaah te aanbidden door Hem te gehoorzamen en goede daden te verrichten oprecht voor Zijn Zaak alleen.”
Je moet oprecht zijn. En je moet oppassen voor showen (‘riyaa’) en shirk, zowel groot als klein. Dus als je leert, terwijl je hierbij alleen Allaah als intentie hebt, zullen de engelen hun vleugels voor jou uitspreiden vanweg dit. En als je het niveau van de geleerden haalt, zul je behoren tot de erfgenamen van de profeten met betrekking tot geloof, verplichtingen tegenover Allaah, het verspreiden van de oproep tot islaam, het bevelen van het goede en het verbieden van het slechte, het dragen van de vlag van djihaad als het is gevestigd en iedere vorm van het goede waar de mensen voordeel bij hebben en dat het slechte van hen afkeert. Het goede zal niet worden verspreid zonder de juiste kennis. En shirk, bid’ah en zonden zullen niet worden beëindigd, tenzij het via de juiste kennis is. Als deze kennis en het goede wijd verspreid worden zullen kwellingen en vernieuwingen minder worden en shirk weg gaan. Als kennis in een samenleving aanwezig is, verdwijnen al deze dingen. Zelfs al kan de hypocrisie die in mensen verborgen zit, nog steeds gevonden worden; dit is iets anders. Maar wat open en zichtbare zaken betreft, die zullen ophouden, alhamdulillaah. Je dient Allaah te vrezen wanneer je kennis vergaart, da’wah verricht en het goede beveelt en het slechte verbiedt. Je moet oprecht zijn tegenover Allaah en Hem vrezen. Je moet kennis vergaren, de kennis waar Muhammad
mee is gekomen, wat het Boek van Allaah
is en de soennah van Zijn Boodschapper, gebaseerd op het begrip van de vrome voorgangers. Dit betekent dat als je een moeilijke tijd hebt om een vers uit de Qur’aan te begrijpen, of een hadieth, je dat alhamdulillaah hebt. De uitleg en de interpretaties van de Qur’aan zijn opgenomen. Dit zijn de interpretaties van de Salaf; de tafsier van Ibn Djarier, de tafsier van Al-Baghawie, de tafsier van Ibn Kathir, de tafsier van ‘Abdur-Razzaaq (het gedrukte deel ervan), 36
de tafsier van Abu Haatim (het gedrukte deel ervan); een deel ervan dient voldoende voor jullie te zijn, en de tafsier van As-Sadie die ook goed is, moge Allaah jullie zegenen. Je dient je ook vast te houden aan de boeken van tawhied, de boeken van ‘aqiedah (geloofsleer) en de boeken die uitleg geven van hadieth, zoals Al-Haafidh Ibn Hadjr’s ‘Fath-ul-Baarie’, als je je bewust bent van de fouten die erin zijn gevonden. Ondanks dat, is het de beste uitleg van Sahieh Al-Bukhaarie en het zal je helpen om vele teksten die nodig zijn te begrijpen, maar je dient je bewust te zijn van de aqiedah fouten die in dit boek verschijnen. Verder dienen wij broederschap onderling te ontwikkelen, mijn geliefde broeders. Wij ervoeren nooit een dergelijke erge verdeeldheid. Wallaahi, de fitnah die nu rondom de salafida’wah is ontwikkeld en degenen die het in de wereld volgen, is nooit eerder zo verschenen. Dit is omdat de leiders zijn toegenomen en liefde voor leiderschap is helaas verspreid. En degenen die stiekem plannen met anderen maken zijn er veel en zij hebben verdeeldheid gecreëerd. Daarom moet je oppassen voor verdeeldheid en voor degenen die verdeeldheid zaaien. Ontwikkel onderlinge banden van broederschap en wees als een lichaam, zoals de Profeet
zei:
“Jullie zullen de mu’minien zien in hun onderlinge rahmah, liefde en genegenheid als een (menselijk) lichaam; als een deel ervan pijn heeft, krijgt de rest van het lichaam slapeloosheid en koorts.”
En hij
zei:
“De mu’min ten opzichte van de andere mu’min is als een gebouw; zij steunen elkaar” vervolgens verstrengelde hij zijn vingers.”
Het schrijven van de Qur’aan op een rein voorwerp en deze wassen met water, zodat de zieke dit opdrinkt, door de nobele shaikh Saalih ibn Fawzaan al-Fawzaan, moge Allaah hem genadig zijn Vraag: “Is het toegestaan om een ziekte te behandelen door verzen van de Qur’aan op een houten plank te schrijven, waarna deze uitgewist worden met water dat door de zieke wordt opgedronken? En is het toegestaan om een beloning te nemen voor deze handeling?” Antwoord: “Sommige geleerden zijn van mening dat er geen kwaad schuilt in het schrijven van de Qur’aan op een zuiver voorwerp en dat dit schrift vervolgens gewassen wordt, waarop de zieke dit water opdrinkt om beter te worden, omdat dit behoort tot ruqyah, zoals de geleerden dit van hen vermeld hebben in hun boeken en uitspraken, zoals Shaikhul-islaam Ibn Taymiyyah in ‘al-Fataawaa’ (Zie: ‘Madjmu’ al-Fataawaa’ van Ibn Taymiyyah (19/64-65) en ook al-‘Allaamah Ibn al-Qayyim in ‘Zaad al-Ma’aad’ (zie: ‘Zaad al-Ma’aad’ van Ibn al-Qayyim (4/170-171) en anderen van de mensen van kennis. Maar beter is dat de ruqyah plaatsvindt door direct over de zieke te lezen, door de Qur’aan te reciteren en over de zieke te blazen of op de plaats van de kwaal. Dit is het meest deugdzame en meest volmaakte.
37
Wat betreft het nemen van een beloning voor het schrijven van geschriften uit de Qur’aan op de wijze die vermeld is, hier schuilt ook geen kwaad in, omdat het nemen van een beloning voor de ruqyah toegestaan is. Want de Profeet - sallallahu ‘alaihi wa sallam - keurde de handeling van de metgezellen die een beloning voor de ruqyah namen goed, zoals dit gekomen is in de authentieke overlevering in het verhaal van degene die gestoken werd. (Sahieh Al-Bukhaarie 5749) en Muslim (2201) Bron: ‘Al-Moentaqaa min Fataawa sh-shaikh Saalih al-Fawzaan’ deel 2, blz. 145
De wettige middelen van de bescherming tegen tovenarij en het geneesmiddel daarvan Door de nobele shaikh Saalih ibn Fawzaan al-Fawzaan, moge Allaah hem genadig zijn. Vraag: “Wat zijn de wettige middelen die aangeraden worden als bescherming tegen tovenarij en wat is het geneesmiddel voor degene die door iets daarvan getroffen is?” Antwoord: “De wettige middelen voor de genezing van tovenarij zijn die middelen die Ibn al-Qayyim heeft genoemd, en zei: “Hierover zijn twee soorten overgeleverd van de Profeet De eerste en tevens de meest effectieve: het opzoeken van de tovenarij en deze teniet doen, zoals het authentiek is overgeleverd van de Profeet dat hij zijn Heer - Verheerlijkt is Hij - daarover vroeg, waarop Hij hem deze aanwees en hij deze in een put vond. Toen hij deze uit de put haalde, verdween datgene waar hij last van had, zozeer dat het net was alsof hij van boeien werd bevrijd.” Tot aan zijn woorden: “En tot de meest profijtelijke geneesmiddelen voor de tovenarij behoren de Goddelijke geneesmiddelen, en deze zijn door middel van gedachtenissen, verzen en smeekbeden.” Dit is de tweede soort van geneesmiddelen voor de tovenarij, en dit gebeurt door middel van de wettige smeekbeden en het reciteren van de Qur’aan over degene die betoverd is, door soerah Al-Faatihah (1), soerah Al-Ikhlaas (112), soerah Al-Falaq (113), soerah An-Naas (114) en andere verzen van de Qur’aan te reciteren en te blazen over degene die getroffen is door tovenarij. Dan zal hij met de toestemming van Allaah genezen.” Bron: ‘Al-Moentaqa min Fataawash-Shaykh Saalih al-Fawzaan’ deel 2, blz. 58
De regelgeving van het vragen van ‘een hidjaab’ (amulet) tegen de ziekten. Door de nobele shaikh Saalih ibn Fawzaan al-Fawzaan Vraag: “Wanneer we getroffen worden door een ziekte gaan we naar de iemaam van de moskee om hem om een ‘hidjaab’ (Een geschrift dat voor de zieke wordt geschreven, en in leer of koper of stof wordt gedaan en welke hij om zijn nek hangt ‘ter bescherming’) te vragen. Is deze handeling van ons toegestaan of niet?” Antwoord: “Het is niet toegestaan - wanneer jullie getroffen zijn door een ziekte - om naar de iemaam van de moskee te gaan om hem te vragen om een ‘hidjaab’ voor jullie te schrijven. 38
En als jullie naar de iemaam zouden gaan en hem om ruqyah door middel van de Qur’aan zouden vragen, zodat hij over de zieke leest, wanneer deze iemaam betrouwbaar is in zijn geloofsleer en over de zieke uit het Boek van Allaah leest, dan is dit een goede zaak. Want de ruqyah over de zieke door middel van het Boek van Allaah - de Almachtige en Majesteitelijke - is een soennah die authentiek van de Boodschapper van Allaah is overgeleverd. Maar dat hij een ‘hidjaab’ schrijft die om de (nek van de) zieke wordt gehangen, dit is niet toegestaan. Want als deze ‘hidjaab’ uit iets anders dan de Qur’aan bestaat, zoals smeekbeden van afgoderij of namen van de duivels of djinn bevat, of dat deze zaken bevat waarvan de betekenis onbekend is, dan behoort dit tot de amuletten van afgoderij, welke niet toegestaan zijn met de overeenstemming van de mensen van kennis. En als deze ‘hidjaab’ teksten van de Qur’aan bevat, dan is het niet toegestaan om deze op te hangen volgens de correcte opinie van de twee opinies van de geleerden, omdat dit een weg is die naar afgoderij kan leiden en omdat er geen bewijs is dat zoiets toestaat. Er is slechts een bewijs voor de ruqyah, en dat is het lezen over degene die getroffen is. En Allaah weet het beste.” Bron: ‘Nur ‘alad-Darb, al-Moentaqa min Fataawash-Shaykh Saalih al-Fawzaan’ deel 3, blz. 29-30
De regelgeving van ruqyah door middel van de Qur’aan en het nemen van een beloning daarvoor. Vraag: “Is er iets in de gezuiverde wetgeving gekomen wat de behandeling van de zieke door middel van de edele Qur’aan verbiedt? En is het voor degene die deze ruqyah uitvoert toegestaan om een beloning of geschenk aan te nemen voor zijn werk?” Antwoord: “Het behandelen van de zieke door middel van de edele Qur’aan is toegestaan en wettig, als het gebeurt op de manier die overgeleverd is, en dat is door te lezen en op de zieke te blazen, of op de plaats van de pijn, of in het water dat vervolgens door de zieke opgedronken wordt. Want de Profeet verrichtte de ruqyah en deze werd voor hem verricht, en hij gebood de Qur’aan en stond het toe. As-Soeyoetie heeft gezegd: “De geleerden hebben overeenstemming over het toestaan van de ruqyah, wanneer er aan drie voorwaarden wordt voldaan: 1. Dat dit gebeurt met de Woorden van Allaah of Zijn Namen en Eigenschappen 2. Dat dit gebeurt in de Arabische taal en datgene waarvan de betekenis bekend is 3. Dat men overtuigd is dat de ruqyah op zichzelf geen invloed heeft, maar dat dit slechts door de Voorbeschikking van Allaah - Verheven is Hij - gebeurt." En shaikhul-islaam Muhammad ibn ‘Abdil-Wahhaab heeft gezegd: “Ruqyah is datgene wat (bij ons) ‘azaa-im’ wordt genoemd, waar een specifiek bewijs voor is en vrij is van afgoderij. Want voorzeker, de Boodschapper van Allaah stond dit toe als geneesmiddel voor het kwade oog en koorts - d.w.z. het gif van de schorpioen wanneer hij iemand gestoken heeft en ook voor de beet van de slang. De ruqyah is van nut tegen deze zaken - met de toestemming van 39
Allaah. En er schuilt voor degene die de ruqyah uitvoert geen kwaad in het aannemen van een beloning of geschenk voor zijn handeling, omdat de Boodschapper van Allaah de handeling van de Metgezellen die een beloning hadden aangenomen voor het verrichten van de ruqyah bij degene die gestoken was, goedkeurde en zei: “Voorwaar, het Boek van Allaah heeft het meeste recht om er een beloning voor te nemen.” (Al-Bukhaarie 5737) Door de nobele shaikh al-‘Allaamah Saalih ibn Fawzaan al-Fawzaan. Bron: ‘Al-Moentaqa min Fataawash-shaikh Saalih al-Fawzaan’ deel 1, blz. 65
Natuurlijke geneesmiddelen Naast het behandelen van jezelf met de Qur’aan, dien je ook gebruik te maken van natuurlijke geneesmiddelen. De Qur’aan en de betrouwbare soennah wijzen ons op bepaalde natuurlijke geneesmiddelen zoals honing, zwart zaad, Zamzamwater, olijfolie en regenwater. Allaah zegt immers in soerah Qaf 50: 9: “En Wij hebben uit de hemel gezegend water (‘maa’an mubaarakaa’) neer gezonden.”
Olijfolie
zwart zaad,
olie van zwart zaad
‘Habbat as sawdah’ (zwart zaad) Abu Hurairah Allaah
heeft in Sahieh Al-Bukhaarie (592) overgeleverd: “Ik heb de Boodschapper van
horen zeggen:
“Er zit genezing in zwart zaad voor alle ziekten, behalve de dood.”
Olijfolie Abu ‘Usayd
heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allaah
heeft gezegd:
“Gebruik olijfolie in het eten en voor smeren (op het lichaam), omdat het van een mubarak (gezegende) boom komt.” 40
‘Sunan at-Tirmidhie’, hoofdstuk 25, hadiethnummer 7
(Zeven) zwarte dadels uit Madinah Saad
heeft overgeleverd in de Sahiehain dat de Profeet
“Ik heb de Boodschapper van Allaah
heeft gezegd:
horen zeggen:
“Wie zeven ‘adjwah’ dadels in de ochtend eet, wordt op die dag niet getroffen door magie of gif .”
Shaikh ‘Abdul ‘Aziz ibn ‘Abdullaah bin Baaz is van mening dat alle dadels van Madinah deze eigenschap bezitten, omdat de Profeet
heeft gezegd:
“Wie in de ochtend zeven dadels eet van datgene wat tussen de laabatain is…” dat wil zeggen: de twee gronden die bedekt zijn met zwarte stenen. De shaikh heeft gezegd dat het effect ook gehoopt wordt van de andere dadels.
Honing In soerah An-Nahl 16: 69 staat: “Uit hun buiken komt een drank met verschillende kleuren waarin genezing zit voor de mensen.”
Zamzamwater De Profeet
heeft gezegd:
“Voorwaar, het is gezegend. Voorwaar, het is een verzadigend voedsel (en een genezing voor de ziekte).” Sahieh Muslim (4/1922) en datgene wat tussen haakjes staat is verzameld door Al-Baihaaqie, Al-Bazzaar en At-Tabaraanie met een sahieh isnaad. Zie: ‘Madjma’az-Zawaa’id’ (3/286)
De Profeet
heeft ook in een hadieth overgeleverd door Djaabir
41
gezegd:
“Het water van Zamzam dient voor datgene waarvoor het gedronken wordt.” Ibn Maadjah en anderen. Zie: ‘Sahieh Ibn Maadjah’ (2/183) en ‘Irwaa-al-Ghaliel’ (4/320) van shaikh al-Albaanie
Ibn al-Qayyim heeft gezegd: “Voorzeker, ik en anderen hebben door het drinken van Zamzamwater wonderbaarlijke zaken ondervonden. Ik heb het tevens als geneesmiddel gebruikt voor vele ziekten, waarop ik met Allaah’s toestemming genas.” ‘Zaad al-Ma’aad’ (4/393,178)
‘Al hidjaamah’ (bloed verwijderen)
Het woord ‘hidjaamah’ komt van ‘al-hadjm’ wat ‘zuigen’ betekent en het wordt gebruikt voor het zuigen van de baby aan de borst van zijn moeder. (‘hadjama al-sabiy thadya ummihi’) Bij ‘al-hidjaamah’ wordt via een glazen soort kopje een vacuüm op bepaalde plekken van het lichaam geplaatst om bloed naar die plek te laten toe stromen. Er worden van te voren kleine sneetjes in de huid gemaakt waardoor het bloed in het kopje kan gaan stromen. De bedoeling is om vervolgens schadelijk bloed uit zieke organen te verwijderen. Het is een heel oude methode die duizenden jaren geleden al werd toegepast, maar op een gegeven moment steeds minder werd gedaan. Het is duidelijk zichtbaar in de tekeningen van de vroegere Egyptenaren. Het verspreide zich eeuwen lang over heel Europa en Azië en China en begint pas nu meer bekend te worden in de Westerse wereld en Amerika. Ibn ‘Abbaas Al-Bukhaarie dat de Profeet
heeft overgeleverd in Sahieh
zei:
“Genezing zit in drie dingen; al-hidjaamah, honing drinken of (het lichaam) branden met vuur, maar ik verbied mijn volgelingen om dit te gebruiken.”
De hidjaamah kan op iedere plek in het lichaam worden toegepast, maar de rug, nek, achter de oren en de ruggenwervel zijn de essentiele basisplekken. De plekken corresponderen met bepaalde organen in het lichaam, zoals ook bekend is bij accupunctuur, voet reflexologie etc. Deze methode kan voor allerlei ziekten worden toegepast, is heeft ook sterk effect op de djinn in geval van bezetenheid en eventuele sehr (magie).
42
Behandeling van ‘sehr’ (zwarte magie) Sehr is echt. Magiërs dienen hierbij bewust of onbewust shayaatien en het zijn deze shayaatien die de mensen helpen om datgene te bereiken wat zij doen. Allaah heeft vanuit Zijn perfecte wijsheid en macht de shayaatien de mogelijkheid gegeven om vreemde dingen te doen die schade kunnen veroorzaken bij degene die door magie wordt geraakt. Een magiër wordt als een kafir gezien. Allaah stuurde twee engelen om de menseheid met magie te testen. Zij leerden niemand zonder hen eerst te waarschuwen: “Wij zijn fitnah, dus bega geen ongeloof (door deze magie van ons te eren).” Dus sommigen leerden magie waarmee zij scheiding kunnen veroorzaken tussen een man en zijn vrouw. Degenen die magie uit oefenen zullen geen aandeel in het Hiernamaals hebben omdat zij hun ziel verkochten. Er bestaan twee soorten magie: werkelijke en denkbeeldige. Werkelijke magie wijst op knopen waar de magier op blaast of magische spreuken die hij reciteert, waarbij de hulp van shayaatien wordt gezocht, of door amuletten op te hangen die mysterieuze woorden en de namen van bepaalde shayaatien van onder de djinn bevatten. Dit heeft effect op het lichaam, het hart en de ziel van degene waar de magie op wordt toegepast. Het resultaat kan lichamelijke ziekte zijn, totale geïsoleerdheid van mensen, verlies van iemands Dien (islaam), geestelijke ziekte en zelfs de dood. Denkbeeldige magie is dat wat illussies creëert, waardoor iemand gelooft dat iets echt is, zonder dat dat het geval is. Er zijn veel overleveringen die de grote zonde van zwarte magie beoefenen noemen. In de Sahiehain heeft de Boodschapper van Allaah bijvoorbeeld gezegd: “Blijf weg van de zeven vernietigende zaken.” Er werd gevraagd: “Wat zijn zij?” Hij antwoordde: “Shirkbillaah, sehr, iemand doden die je niet doden mag…”
Veel moslims gaan naar iemand toe om sehr door middel van een andere sehr te laten verwijderen, maar dit is niet toegestaan. De Profeet werd gevraagd over sehr via een andere sehr verwijderen of met behulp van de shayaatien van onder de djinn, hij antwoordde: “Het is van de daden van de duivel.” Abu Daawuud, Ahmad
‘Sehr’ het Arabische woord voor tovenarij of ‘zwarte magie’ is een overeenkomst en een verdrag tussen een tovenaar en een duivel. Een tovenaar die toenadering zoekt tot een duivel met daden van ongeloof of met zonden, waardoor de duivel deze tovenaar gehoorzaamt. Hoe zoekt de tovenaar toenadering tot de duivel? Dit gebeurt op verschillende manieren. Sommigen van hen plakken de Qur’aan vast aan hun schoenen, waarna zij hiermee het toilet binnen gaan. Anderen schrijven Qur’aanverzen met onreinheden, zoals menstruatiebloed en andere dingen. Anderen schrijven Qur’aanverzen achterstevoren op om op deze manier te spotten met de Woorden van Allaah. Anderen bidden terwijl zij onrein zijn. Anderen blijven hun hele leven in de onreine toestand. Anderen zoeken toenadering tot de duivel door geslachtsgemeenschap te hebben met hun meest nabije familieleden, zoals hun moeder of hun dochter. Anderen doen andere zaken dan dit, dit alles om dichter bij de duivel te komen. Hoe groter het ongeloof van de tovenaar is, des te meer de duivel hem zal gehoorzamen. Dit is de tovenarij in het kort.
43
Als je denkt dat de tovenarij slechts inbeelding is en geen realiteit, lees dan (de vertaling van) de volgende Woorden van Allaah in soerah Al-Baqarah 2: 102: “Maar de duivels waren ongelovig, zij onderwezen de mensen tovenarij.”
In soerah Yuunus 10: 81-82 staat: “Musaa zei: “Datgene waar jullie mee gekomen zijn, is tovenarij. Voorwaar, Allaah zal deze tenietdoen. Voorwaar, Allaah zet het werk van de verderfzaaiers niet recht. En Allaah bevestigt de Waarheid met Zijn woorden, ook al hebben de misdadigers er een hekel aan.”
Na het toekennen van deelgenoten aan Allaah komt de tovenarij als tweede op de lijst van de vernietigers. Tovenarij is namelijk ongeloof aan Allaah. Hoe herken je een tovenaar? Een tovenaar heeft vele kenmerken. Ik zal slechts een aantal van zijn kenmerken opnoemen en niet allemaal. Als je ook maar één van deze tekenen bij hem aantreft, weet dan met zekerheid dat hij een tovenaar is. Maar als je geen van deze kenmerken bij hem aantreft, dan wil dit nog niet zeggen dat hij geen tovenaar is. Hij kan een tovenaar zijn, zonder dat je één van deze tekenen ziet. Dit is een aantal van zijn tekenen: - Dat hij vraagt naar de naam van de zieke en de naam van zijn moeder. Wat wil hij met de naam van zijn moeder? Dit komt omdat hij samenwerkt met demonen en duivels. Hij gehoorzaamt hen en aanbidt hen. - Dat hij een spoor van de zieke neemt. Hij zegt: geef mij iets van de sporen van de zieke. Een kledingstuk of iets anders. Sommige tovenaars stellen zelfs de voorwaarde dat deze kleding niet gewassen wordt. Het is noodzakelijk dat het zweet van de zieke zich op de kleding bevindt. - Dat hij om bepaalde dieren vraagt. Sommige tovenaars vragen om een schaap te slachten, of een kip of een kameel. Maar met een voorwaarde: dat je de Naam van Allaah er niet over gedenkt. Sommigen eisen een bepaalde eigenschap in deze dieren. Bijvoorbeeld dat het een zwart schaap is, dat hij twee horens heeft, dat hij die en die eigenschap bezit of uit dat en dat land komt. De tovenaars stellen voorwaarden. Sommigen zeggen: begraaf het en eet er niets van op. Anderen zeggen: werp het in die en die plek, in een bouwval of een afvalplaats. Voor wie is dit offer? Het is een toenadering van de tovenaar tot de duivel. - Dat zij toverspreuken opschrijven of uitspreken. Zij schrijven Qur’aanverzen op een stuk papier: boven, onder, links en rechts. Daarna tekenen zij in het midden van het papier vierkantjes met daarin letters, cijfers en tekeningen. Sommigen maken tekeningen van schorpioenen en slangen. Anderen schrijven onbegrijpelijke woorden op. Dit zijn aanroepingen van de duivels. De tovenaar zoekt zijn toevlucht tot de duivels en demonen. Vervolgens zegt hij: stop dit onder jouw deken, of in jouw kleding, of hang dit thuis op, of stop het in de kast, of stop het in water en drink het op, of verbrand het en adem de rook ervan in. Of hij spreekt deze woorden binnensmonds uit in de aanwezigheid van de zieke. 44
- Sommige tovenaars dragen de zieke op om zich af te zonderen van de mensen. Zij zeggen: ga in een donkere kamer zitten waartoe het zonlicht geen toegang heeft. Dit voor een aantal dagen lang. Waarom? Omdat de duivel zich met de enkeling bevindt, zoals de Profeet bericht heeft. - Sommige tovenaars geven voorwerpen aan de zieke en zeggen: begraaf dit onder de grond. Of zij geven hem papieren en zeggen: verbrand dit en adem de rook in. Dit is een aantal van hun tekenen. Onthoud deze dus en wees gewaarschuwd voor hen. Maar weet dat: “...zij hier niemand mee kwaad kunnen doen, behalve met de toestemming van Allaah.” Soerah Al-Baqarah 2:102. Zij zijn niet in staat om jou met iets te schaden, behalve datgene wat Allaah voor jou heeft voorbeschikt. Weet met zekerheid dat niets jou zal treffen, behalve wat Allaah voor jou heeft voorbestemd. Om van sehr te genezen dient men ten eerste alle verplichtingen uit te voeren en alle verboden zaken los te laten en berouw te tonen voor alle begane zonden. Ten tweede dient men iedere dag de Qur’aan in het Arabisch te lezen en ten derde iedere ochtend en iedere avond de du’aa’s te zeggen ter bescherming. Als jij jezelf wil beschermen tegen tovenarij, doe dit dan door de verplichtingen van Allaah uit te voeren. Verricht de vijf gebeden in de huizen van Allaah. Bescherm jezelf door thuis vrijwillige gebeden te verrichten. Doe veel aan aanbidding. Reciteer het tweede hoofdstuk uit de Qur’aan (Al-Baqarah), want de duivel vlucht van het huis waarin dit hoofdstuk gereciteerd wordt. Lees Aayat Al-Koersie (vers 255 uit Al-Baqarah) voor het slapengaan, dan zal er een waker over je worden aangesteld en geen duivel zal je kunnen benaderen totdat de ochtend aanbreekt. Houd je aan de rituele wassing. Gedenk de Naam van Allaah bij het eten en drinken en wanneer je je huis binnengaat. Houd je aan de gedachtenissen van de ochtend en de avond. Prijs Allaah, verheerlijk Hem, eer Hem en loof Hem. Onderhoud je band met Allaah, vrees Hem en houd je weg van Zijn verboden.
Het behandelen van sehr Men dient zeven sidrblaadjes (van de lotusboom) tussen twee stenen of een vijzel fijn te malen en hier vervolgens voldoende water over heen te gieten om zichzelf mee te kunnen wassen. Daarna dient men Aayat Al-Koersie over dit water heen te reciteren. Daarna dient men soerah Al-A’raaf 7: 117-122 te reciteren: “Wa awhaynaa ilaa Musaa an alqi ‘asaak. Fa idhaa hiya talqafoe maa ya-fikoen. Fa waqa’al-haqqoe wa batala maa kaanoe ya’maloen. Fa ghoeliboe hoenaalika wanqalaboe saaghierien. Wa oelqiyas-saharatoe saadjidien. Qaaloe aamannaa bi Rabbil-‘aalamien. Rabbie Musaa wa Haaroen.” “En Wij openbaarden aan Musaa’: “Werp jouw stok,” waarop zij de valsheid die zij hadden gemaakt, verslond. Aldus werd de Waarheid gevestigd en datgene wat zij deden werd teniet 45
gedaan. Daar werden zij verslagen en zij keerden vernederd terug. En de tovenaars wierpen zich knielend neer. Zij zeiden: “Wij geloven in de Heer der werelden. De Heer van Musaa en Haaroen.”
En soerah Yuunus 10: 79-82: “Wa qaala Firawnoe-tienie bi koellie saahirien ‘aliem. Fa lammaa djaa-as-saharatoe qaala lahoem Musaa alqoe maa antoem moelqoen. Fa lammaa alqaw qaala Musaa maa dji-toem bihis-sihr. Innallaha sayoebtiloeh. Innallaha laa yoeslihoe ‘amalal-moefsidien. Wa yoehiqqoellahoel-haqqa bi kalimaatihi wa law karihal-moedjrimoen.” “En Firawn zei: “Breng mij elke geleerde tovenaar.” Toen de tovenaars dan kwamen, zei Musaa tot hen: “Werp wat jullie te werpen hebben.” Toen zei dan wierpen, zei Musaa: “Datgene waar jullie mee gekomen zijn, is tovenarij. Voorwaar, Allaah zal deze teniet doen. Voorwaar, Allaah zet het werk van de verderfzaaiers niet recht.” En Allaah vestigt de Waarheid met Zijn Woorden, ook al hebben de misdadigers er en afkeer van.”
En in soerah Taa-Haa 20: 65-70 staat: “Qaaloe yaa Musaa immaa an toelqiya wa immaa an nakoena awwala man alqaa. Qaala bal alqoe. Fa idhaa bibaaloehoem wa ‘isiyyoehoem yoekhayyaloe ilayhi min sihrihim annahaa tas’aa. Fa awdjasa fie nafsihi khiefatan Musaa. Qoelnaa laa takhaf innaka antal-a’laa. Wa alqi maa fie yamienika talqafoe maa sana’oe. Innamaa sana’oe kaydoe saahir. Wa laa yoeflihoes-saahiroe haythoe ataa. Fa oelqiyas-sahartoe soeddjandan qaaloe aamannaa bi Rabbi Haaroena wa Musaa.” “Zij zeiden: “O Musaa! Of jij werpt, of wij zijn de eersten die werpen.” Hij zei: Neen, werp maar.” Plotseling werd door hun tovenarij voor hem ingebeeld dat hun touwen en stokken zich voortbewogen. Toen voelde Musaa een vrees in zich opkomen, Wij zeiden: “Vrees niet. Voorwaar, jij bent degene die zal overwinnen. En werp datgene wat in je rechterhand is, het zal verslinden wat zij verricht hebben. Voorwaar, wat zij verricht hebben is slechts de list van een tovenaar. Maar de tovenaar zal niet welslagen, wat hij ook doet.” Toen wierpen de tovenaars zich knielend neer. Zij zeiden: “Wij geloven in de Heer van Haaroen en Musaa.”
En daarna soerah Al-Kaafiroen 109: 1-6 en soerah Al-Ikhlaas 112: 1-4 en soerah Al-Falaq 113: 1-5 en soerah An-Naas 114: 1-6. Na het reciteren van al deze verzen over het water dient men drie maal van het water te drinken en zich met het overige water te wassen. Het kan ook vaker herhaald worden, tot drie keer, vaker of zelfs dagelijks. Een andere mogelijkheid is soerah Al-Faatihah te reciteren en Aayat Al-Koersie en de laatste twee verzen van soerah Al-Baqarah (2: 285-286) 46
“Aamanar-rasoeloe bi maa oenzila ilayhi min Rabbihi wal-moe-minoen. Koelloen aamana billaahi wa malaa-ikatihi wa koetoebihi wa roesoelih. Laa noefarriqoe bayna ahadin min roesoelih. Wa qaaloe sami’naa wa ata’naa. Ghoefranaka Rabbanaa wa ilaykal-masier. Laa yoekallifoellahoe nafsan illaa woes’ahaa. Lahaa maa kasabat wa ‘alayhaa maktasabat. Rabbanaa laa toe-aakhidhnaa in nasienaa aw akhta-naa. Rabbanaa wa laa tagmil ‘alaynaa isran kamaa hamaltahoe ‘alalladhiena min qablinaa. Tabbanaa wa laa toehammilnaa maa laa taaqata lanaa bih. Wa’foe ‘annaa waghfir lanaa warhamnaa. Anta Mawlaanaa fansoernaa ‘alal-qawmil-kaafirien.” “De Boodschapper gelooft in datgene wat aan hem is neer gezonden van zijn Heer en (ook) de gelovigen. Allen geloven in Allaah en Zijn Engelen en Zijn Boeken en Zijn Boodschappers. Wij maken geen onderscheid tussen Zijn Boodschappers. En zij zeggen: Wij luisteren en gehoorzamen. (Wij zoeken) Uw vergeving, onze Heer, en tot U is de terugkeer. Allaah belast geen ziel dan volgens haar vermogen. Voor haar is datgene wat zij van het goede heeft verworven. Onze Heer, reken het ons niet aan, indien wij vergeten of fouten maken. Onze Heer, en belast ons niet met een zware last, zoals u degenen voor ons belastte. Onze Heer, en belast ons niet datgene wat wij niet kunnen dragen. En scheld ons kwijt en vergeef ons en wees ons barmhartig. U bent onze Meester, schenk ons dus de overwinning tegen het ongelovige volk.”
Du’aa’s toepassen in het dagelijkse leven Om onszelf te beschermen tegen de shayaatien van onder de djinn, dienen wij dag in dag uit de du’aa’s te zeggen die ons bescherming tegen hen bieden. De du’aa’s zullen ons beschermen tegen hun werken met sehr, het boze oog en hun gebruik van ons eten, drinken, onze huizen, en hun misbruik van onze vrouwen en kinderen, evenals het bevredigen van hun seksuele verlangens.
Jezelf beschermen tegen de shayaatien De nacht is een tijd van rust en slaap voor de meeste mensen is, terwijl het een tijd van het kwade en slecht doen voor shaytaan en zijn troepen is. Het kwade van de nacht kan van gevaarlijke schepselen, djinn, magie en ontelbare slechte praktijken verricht door verloederde mensen komen. De Profeet heeft ons aanwijzingen gegeven hoe wij het slechte van de nacht kunnen afweren. Allaah gedenken is een van de meest effectieve vormen van bescherming. Een belangrijke verheerlijking die de Profeet volgende tahliel:
heeft aanbevolen om in de avond te zeggen is de
“Laa ilaaha illallaah, wahdahu laa sharika lah, lah ul-mulku wa-lah ul-hamd, yuhyi wa –yumit, wa-huwa ‘alaa kulli shay’in qadir.” “Er is geen (ware) god behalve Allaah, Alleen en zonder deelgenoten. Aan Hem behoort het koninkrijk; Hij verdient alle lof. Hij geeft leven en dood en Hij is tot alles in staat.”
47
‘Abdullaah bin ‘Amr en Abu Hurairah hebben overgeleverd dat de Profeet deze verheerlijking honderd keer in de avond zegt zei:
over degene die
“Dit telt voor hem net zo zwaar als het bevrijden van tien slaven; en honderd goede daden worden voor hem opgeschreven, honderd zonden worden van zijn rapport weggehaald, en dit zal hem bescherming tegen shaytaan schenken tot aan de ochtend; en niemand zal (op de Dag des Oordeels) met een betere daad komen, behalve een man die hem overtrof.” (in het zeggen.) Abu Hurairah’s overlevering is verzameld door Al-Bukhaarie (6403) en Muslim.(2691) Ibn ‘Amr’s overlevering is verzameld door an-Nasaa’ie, Ahmad e.a. Hasan verklaard door shaikh al-Albaanie. (‘As-Sahiehah’ nr. 2762)
Abu Ayyoeb al-Ansaarie heeft overgeleverd dat de Profeet deze verheerlijking zegt beloofde:
degene die ’s avonds tien keer
“Allaah zal voor iedere ene (verheerlijking) die hij zegt tien goede daden rekenen, en van zijn rapport tien zonden verwijderen, en hem tien rangen (in djannah) verheffen, en zij zullen voor hem gerekend worden als het bevrijden van tien slaven. Allaah zal hem ook tegen shaytaan beschermen en zij zullen hem van het begin tot het einde van de nacht afschermen.” Ahmad, an-Nasaa’ie en at-Tabaraanie. Sahieh verklaard door al-Albaanie. (‘Sahieh ut-Targhib wat-Tarhib’ nr. 660 en ‘As-Sahiehah’ nr. 114)
We dienen ze met onze vingers te tellen omdat dat de manier van de Profeet ‘Abdullaah bin ‘Amr
was.
heeft verhaald:
“Ik zag Rasuulullaah at-tasbieh op (de vingers van) zijn rechterhand verrichten.” Abu Daawuud, at-Tirmidhie e.a. Sahieh verklaard door shaikh al-Albaanie. (‘Sahiehu Abi Daawuud’ nr: 1346)
Met Allaah’s Naam je huis binnen treden Allaah’s Naam uitspreken is ‘bismillaah’ zeggen. Dit is een bevestiging dat wij dat wat we doen met Allaah’s Wil, Hulp, en Bescherming doen. Allaah’s Naam uitspreken bij het binnen treden van het huis in de avond weerhoudt de shayaatien ervan om dat huis binnen te komen. Djaabir
heeft overgeleverd dat Rasuulullaah
zei:
“Wanneer een persoon Allaah herdenkt (Zijn Naam uitspreekt) bij het binnentreden van zijn huis en onder het eten, zegt shaytaan tegen zijn troepen: “Er is geen verblijfplaats of voedsel voor jullie (in dit huis vannacht).” Maar wanneer diegene zijn huis binnentreedt zonder Allaah te gedenken, zegt shaytaan tegen zijn troepen: “Jullie verblijfplaats is beveiligd.”
48
En als hij Allaah niet herdenkt bij zijn eten, zegt shaytaan: “Jullie hebben zowel jullie verblijfplaats als jullie voedsel beveiligd.” Muslim (2018) en Abu Daawuud
Je zegt ook bij het binnentreden van je huis: “Bismillaahi wal adjnaa, wa bismillaahi kharadjnaa, wa ‘alaa Rabbinaa tawakkalnaa.” (“In de Naam van Allaah gaan wij naar binnen. In de Naam van Allaah wij naar buiten en op onze Heer vertrouwen.”) Abu Daawuud 4/ 325. Muslim hadiethnr. 2018
‘Bismillaah’ zeggen voordat je gaat eten en drinken en alleen met rechterhand eten en drinken Muslim heeft een hadieth in zijn Sahieh staan die overgeleverd is door Hudayfah “Toen we aan het eten waren met de Profeet,
die zei:
plaatsten we onze handen niet richting het bord
voordat de Boodschapper van Allaah zijn hand er als eerst plaatste. We waren een keer met hem aan het eten, toen er een jong meisje kwam aanzetten alsof zij werd geduwd. Ze wilde met haar hand richting het eten gaan, maar de Boodschaper van Allaah hield haar hand vast. Toen kwam er een bedoeïen aanzetten alsof hij werd geduwd, en hij hield zijn hand vast. Toen zei de Boodschapper van Allaah: “De shaytaan ziet voedsel als wettig (voor zichzelf) waarover de Naam van Allaah niet is uitgesproken. Hij (shaytaan) bracht dit meisje zodat het voedsel toegestaan wordt voor hem (de shaytaan) via haar, maar ik hield haar hand vast. Toen bracht hij deze bedoeïen zo dat het voedsel toegestaan wordt voor hem (de shaytaan) via hem (de bedoeïen), maar ik hield zijn hand vast. Bij Degene in Wiens Hand mijn ziel is, zijn hand (van de shaytaan) is in mijn hand samen met haar hand (van het meisje).”
‘Allaah herdenken’ is in deze hadieth in het algemeen en mag op verschillende manieren worden gedaan, maar het houdt meestal het uitspreken van Allaah’s Naam in, zoals duidelijk blijkt uit de ahaadieth over het sluiten van de deuren en bedekken van voedsel. Djaabir bin ‘Abdullaah
heeft overgeleverd dat de Profeet
zei:
“Sluit de deuren en noem Allaah’s Naam over hen wanneer de nacht begint. Waarlijk, shaytaan zal geen gesloten deur openen waarover Allaah’s Naam uitgesproken is.” Al-Bukhaarie (3304, 5623), Muslim (2112, 2013), e.a
49
Wij dienen ons voedsel en drinken ’s nachts te bedekken terwijl we Allaah’s Naam erover uitspreken. Djaabir bin ‘Abdullaah
heeft overgeleverd dat Rasuulullaah
zei:
“Sluit wanneer de nacht begint grote kruiken en bindt de waterzakken dicht en spreek Allaah’s Naam uit en bedek etenswaren, zelfs al plaats je er alleen maar een stokje overheen en noem Allaah’s Naam. Waarlijk, de shaytaan zal gesloten borden niet openen.” Al-Bukhaarie (3304, 5623), Muslim (2112, 2013), e.a
‘Abdullaah bin ‘Abbaas
heeft overgeleverd dat een muis een keer in het huis van de Profeet
kwam en aan het lontje van de lamp trok totdat het op een kleed viel waar de Profeet zat, waarbij een brandplek zo groot als een muntstuk werd veroorzaakt. De Profeet
op
zei toen:
“Doof jullie lampen, wanneer jullie gaan slapen, want de shaytaan zal degenen die hiervan houden (muizen) naar dat (pitje) toe leiden om jullie te verbranden.” Abu Daawuud, Al-Bukhaarie (in: ‘Al-Adab ul-Mufrad’ nr. 1222), e.a. Sahieh verklaard door shaikh al-Albaanie. (‘As-Sahiehah’ nr. 1426)
Bescherming met Allaah’s Naam ‘Uthmaan bin ‘Affaan heeft overgeleverd dat de Profeet deren zolang hij ’s avonds drie keer zegt:
te kennen gaf dat niets iemand zal
“Bismillaah il-ladhi laa yadurru ma’-asmihie shay’un fil ardi walaa fis-samaa’i wahuw as-samie’ -ul-‘alim.” (Ik zoek toevlucht) met de Naam van Allaah, Degene met de bescherming van Wiens Naam niets op de aarde of in de hemel iets kwaads kan verrichten. Hij is de Alhorende, de Alwetende.” Abu Daawuud, At-Tirmidhie e.a. Sahieh verklaard door shaikh al-Albaanie (‘Sahieh ut-Targhib’ nr. 655)
De du’aa bij het vertrekken uit je huis “Bismillaahi tawakkaltoe ‘alallaahi, wa laa hawla walaa quwwata illaa billaah.” (“In de Naam van Allaah, ik leg mijn vertrouwen in Allaah, er is geen kracht of macht behalve bij Allaah.”) Abu Daawuud 4/325, At-Tirmidhie 5/490
Du’aa zeggen bij het binnen treden van de moskee Abdullaah ibn ‘Umar bin Al-‘Aas
zei dat wanneer hij de moskee binnen ging hij zei: 50
“A’udhu billaahil adheem wa bi wadjhihil kareem,wa sultanihil qadeem, minash-shaytaan nirajeem.” “Ik zoek toevlucht en bescherming bij Allaah en in Zijn Nobele Gezicht en eeuwig blijvende Heerschappij, tegen de vervloekte shaytaan.” Hij zei: “Als je dit zegt, zal shaytaan zeggen: “Hij is de rest van de dag tegen mij beschermd.” Abu Daawuud 466 met een sahieh isnaad
‘Bismillaah’ zeggen voordat je je uitkleedt Voordat we onze kleding verwijderen dienen we ‘Bismillaah’ te zeggen, zoals de Profeet
zei:
“Om een barrière te plaatsen die de djinn zal verhinderen om de ‘awrah (naaktheid) van de zonen van Aadam te zien, laat men ‘Bismillaah’ zeggen wanneer men het toilet betreedt.” At-Tirmidhie, 551; ‘Sahieh al-Djaamie’, 3611
Du’aa Ook het verrichten van du’aa behoort tot de meest profijtvolle geneesmiddelen en methodes van zelfbescherming. Du’aa weert het onheil af en geneest. “Du’aa is van nut tegen datgene wat neer gedaald is en datgene wat niet neergedaald is.” Zie: ‘Al-Djawaab al-Kaafie’ (p. 22-25)
“Niets houdt de ‘qadaa’a’ (voorbeschikking) tegen behalve de du’aa.” Al-Haakim en At-Tirmidhie. Hasan verklaard door shaikh al-Albaanie, zie: ‘Silsilah al-Ahaadieth as-Sahiehah’ (154)
Daarom heeft de Boodschapper van Allaah
heeft gezegd:
“Houd jullie, o dienaren van Allaah, dus aan de du’aa.” At-Tirmidhie, Al-Haakim en Ahmad. Shaikh al-Albaanie heeft de hadieth hasan verklaard, zie: ‘Sahieh al-Djaamie’(3403)
Wudhuu’ is ook een heel belangrijke stap om shaytaan zijn bezweringen te verdrijven. Het is ook een nodige stap ter voorbereiding van welk gebed dan ook. Vooral het schoonmaken van de neus tijdens de wudhuu’ (en dus altijd direct na het ontwaken) is van belang. Abu Hurairah
heeft overgeleverd dat de Profeet
51
zei:
“Wanneer iemand van jullie wakker wordt, dient hij zijn neus te reinigen en het drie keer te snuiten, want shaytaan slaapt op zijn neus.” Al-Bukhaarie (3295), Muslim (238), e.a. Ter bescherming drie keer “Bismillaah” zeggen en vervolgens zeven keer zeggen: “A’udhu billaahi wa qoedratihi min sharri maa adjidoe wa oehaadhir.” “Ik zoek mijn toevlucht bij Allaah en Zijn Macht tegen het kwaad van datgene wat ik ondervind en waar ik mij voor behoed.” Sahieh Muslim (4/1728)
Het zeggen van: “A’udhu bi kalimaatillaahit-Taammah, min koellie shaytaanin wa haammah, wa min koellie ‘aynin laammah.” “Ik zoek mijn toevlucht bij de volmaakte Woorden van Allaah tegen elke venijnige shaytaan en tegen elke ziekte en kwaal.” Sahieh Al-Bukhaarie
Het zeggen van: “A’udhu bi kaalimaatillaahit-Taammaati min sharri maa khalaq.” “Ik zoek mijn toevlucht bij de volmaakte Woorden van Allaah tegen het slechte dat Hij heeft geschapen.” Sahieh Muslim (4/1728)
Bescherming door middel van het reciteren van Aayat Al-Kursie (2: 255) na elk verplicht gebed, bij het slapen gaan en in de ochtend en avond ‘Abdullaah ibn Masud
zei:
“Een man van onder de metgezellen van Muhammad ontmoette een man van onder de djinn. Ze worstelden en de mens sloeg de djinn neer. De man zei tot hem. “Je lijkt klein en tenger en je armen lijken op de voorpoten van een hond. Zien alle djinn er zo uit of alleen jij?” Hij zei: “Nee, bij Allaah, onder hen ben ik sterk, maar laten we nog een keer worstelen en als je me nog een keer verslaat zal ik je iets leren dat je goed zal doen.” De man zei: “Goed.” Hij zei: “Reciteer: “Allaah! Er is geen God dan Hij, de Levende, de Zelfbestaande. Sluimer, noch slaap overmant Hem. Al wat in de hemelen en wat op aarde is, behoort Hem” (Aayat al-Kursie – Al-Baqarah 2: 255 – interpretatie van de betekenis]. De man zei: “Goed.” Hij zei: “Je zult dit nooit in je huis reciteren of de shaytaan zal naar buiten komen als een
52
razende ezel en hij zal nooit meer binnen komen tot de volgende ochtend.” Overgeleverd door Ad-Daarimie, 3247
Ubayy ibn Ka’b heeft overgeleverd dat hij een oogst van dadels had die onverwachts iedere dag minder werd. Terwijl hij er goed op lette ontdekte hij dat er een djinn als dief was, die op een volwassen jongen leek maar met handen die als de poten van een hond waren. Ubayy had een vluchtig gesprek met deze djinn en vroeg hem: “Wat zal ons tegen jullie soort beschermen?” De djinn antwoordde: “Deze Aayah van soerah Al-Baqarah: “Allaahu laa ilaaha illaa huw, al-Hayy ul-Qayyum”...degene die het in de avond zegt zal tot aan de ochtend tegen ons beschermd zijn en degene die het in de ochtend zegt zal tot aan de avond tegen ons beschermd zijn.” In de ochtend kwam Ubayy bij de Profeet hem:
en vertelde hem hierover. De Profeet
vertelde
“Sadaqal-khabiethu.” (..De slechterik heeft de waarheid gesproken.”) An-Nasaa’ie en At-Tabaraanie. Sahieh verklaard door shaikh al-Albaanie. (‘Sahieh ut-Targhib wat-Tarhib’ nr. 662)
Het is aanbevolen om Aayat ul-Kursie te reciteren bij het naar bed gaan. Dit laat de excellentie van deze Aayah zien. Een situatie als die van Ubayy bin Ka’b
met de djinn verscheen ook aan
Abu Hurairah toen de Profeet hem aanwees om over het voedsel te waken dat als zakaatul-fitr (liefdadigheid van Ramadaan) was verzameld. Drie achtereen volgende nachten betrapte hij een arm uitziende man die van de zakaat probeerde te stelen. Uiteindelijk zou hij naar de Profeet worden gebracht, maar de persoon beloofde Abu Hurairah hij hem liet gaan. Abu Hurairah
iets heel bruikbaars te leren als
stemde ermee in en de persoon vertelde hem:
“Reciteer wanneer je naar bed gaat Aayat ul-Kursie; “Allaahu laa ilaaha illaa huwal hayyulqayyum” totdat je het uit hebt; Allaah zal dan een beschermer (engel) naar jou sturen en geen duivel zal jou tot aan de ochtend naderen.” ’s Ochtends vertelde Abu Hurairah Profeet
dit aan de
die hem antwoordde:
“Waarlijk, hij vertelde jou de waarheid, zelfs al is hij een leugenaar. Weet jij tegen wie jij deze drie nachten hebt gesproken? Dat was de shaytaan.” Al-Bukhaarie (2311, 3275, 5010), Ibn Khuzaymah e.a.
Nawfal bin Mu’aawiyah en Silah bin Haarithah
hebben overgeleverd dat de Profeet
53
zei:
“Wanneer jullie ’s nachts naar bed gaan, reciteer “Qul yaa ayyuhal kaafiroen” en ga slapen terwijl jullie het laatste deel ervan zeggen. Dit is waarlijk vrijheid van shirk.” Ahmad, Abu Daawuud e.a. Sahieh verklaard door al-Albaanie. (‘Hidaayat ur-Ruwaah’ nr. 2102, ‘Sahieh ut-Targhib wat-Tarhib’ nr. 605 en ‘At-Ta’liqaat ul-Hisaan’ nr. 786, 787)
Het reciteren van soerah Al-Ikhlaas, Al-Falaq en An-Naas drie keer in de ochtend en drie keer in de avond en een keer na ieder verplicht gebed en voor het slapen gaan De ‘Mu’awwidhataan’ (de twee beschermenden) zijn de twee laatste soerahs van de Qur’aan. ‘Abdullaah bin Khubayb
heeft overgeleverd dat hij met andere mannen op een donkere,
regenachtige nacht de Profeet Toen zij hem vonden zei de Profeet
ging zoeken om hen in het gebed te gaan leiden. tegen Khubayb:
“Zeg!” Niet wetende wat hij moest zeggen, bleef Khubayb stil. De Profeet keer hetzelfde. Met de derde keer zei Khubayb: “O Rasuulullaah
verzocht nog twee
wat zou ik moeten zeggen?”
De Profeet antwoordde: “Zeg “Qoel huw-Allaahu ahad” en de ma’awwidhataan drie keer in de avond en in de ochtend. Dit zal jou tegen alle schadelijke dingen beschermen.” Abu Daawuud, At-Tirmidhie e.a. Sahieh verklaard door shaikh al-Albaanie. (‘Sahieh ut-Targhib wat-Tarhib’ nr: 649)
‘Uqbah bin ‘Aamir
heeft overgeleverd dat de Profeet
hem vertelde:
“O ‘Uqbah bin ‘Aamir, zal ik jou niet soerahs leren waarvan niets soortgelijks in de Tawraah, de Zaboer, de Indjiel of de Qur’aan werd geopenbaard? Zij zijn: “Qul huw-Allaahu ahad” “Qul a’udhu bi Rabb-il-falaq” “Qul a’udhu bi Rabbin-Naas.” Laat geen nacht tot jou komen en je gaat naar bed zonder ze te reciteren.” Ahmad. Sahieh verklaard door al-Albaanie. (‘As-Sahiehah’ nr. 2861)
De laatste twee verzen van soerah Al-Baqarah reciteren voordat je gaat slapen Abu Mas’ud al-Ansaarie
heeft verhaald dat de Profeet
heeft gezegd:
“Degene die ’s nachts de twee Aayaat aan het einde van soerah Al-Baqarah reciteert, zij zijn voldoende voor hem.” (als bescherming.) Al-Bukhaarie (5008, 5009) en Muslim (808)
Uitspraak van Aayaat: 1-4, 255-257, 284-286 van soerah Al-Baqarah: 54
Aliflammeem
2:1
Thalika alkitabu la rayba feehi hudan lilmuttaqeen
Allatheena yuminoona bilghaybi wayuqeemoona assalata wamimma
2:2
2:3
razaqnahum yunfiqoon
Wallatheena yuminoona bima onzila ilayka wama onzila min qablika wabilakhirati hum yooqinoon
55
2:4
Allahu la ilaha illa huwa alhayyu alqayyoomu la takhuthuhu sinatun wala
2:255
nawmun lahu ma fee assamawati wama fee alardi man tha allathee yashfaAAu AAindahu illa biithnihi yaAAlamu ma bayna aydeehim wama khalfahum wala yuheetoona bishayin min AAilmihi illa bima shaa wasiAAa kursiyyuhu assamawati walarda wala yaooduhu hifthuhuma wahuwa alAAaliyyu alAAatheem
La ikraha fee addeeni qad tabayyana arrushdu mina alghayyi faman yakfur biattaghooti wayumin biAllahi faqadi istamsaka bialAAurwati alwuthqa la infisama laha waAllahu sameeAAun AAaleem
56
2:256
Allahu waliyyu allatheena amanoo yukhrijuhum mina aththulumati ila
2:257
annoori wallatheena kafaroo awliyaohumu attaghootu yukhrijoonahum mina annoori ila aththulumati olaika ashabu annari hum feeha khalidoon
Lillahi ma fee alssamawati wama fee alardi wain tubdoo ma fee anfusikum 2:284 aw tukhfoohu yuhasibkum bihi Allahu fayaghfiru liman yashao wayuAAaththibu man yashao wallahu AAala kulli shayin qadeer
Amana arrasoolu bima onzila ilayhi min rabbihi walmuminoona kullun 2:285 amana billahi wamalaikatihi wakutubihi warusulihi la nufarriqu bayna ahadin min rusulihi waqaloo samiAAna waataAAna ghufranaka rabbana wailayka almaseer
57
La yukallifu Allahu nafsan illa wusAAaha laha ma kasabat waAAalayha ma 2:286 iktasabat rabbana la tuakhithna in naseena aw akhtana rabbana wala tahmil AAalayna isran kama hamaltahu AAala allatheena min qablina rabbana wala tuhammilna ma la taqata lana bihi waAAfu AAanna waghfir lana warhamna anta mawlana fansurna AAala alqawmi alkafireen
Reciteer dit minstens om de drie dagen want volgens een van de betrouwbare overleveringen beschermen deze verzen je drie dagen en nachten tegen de shayaatien! En onthoud goed wat de Profeet
heeft gezegd en wees dus op je hoede:
“Shaytaan komt naar iemand toe terwijl hij klaar is om te slapen en laat hem in slaap vallen voordat hij ze (de verheerlijkingen) heeft gezegd en hij komt na het gebed naar hem toe en herinnert hem aan iets dat hij nodig heeft in plaats van ze te zeggen.” Abu Daawuud, at-Tirmidhie e.a. Sahieh verklaard door al-Albaanie. (‘Sahieh ut-Targhib wat-Tarhib’ nr. 606)
‘Abdullaah bin ‘Umar heeft overgeleverd dat de Profeet liet om ’s avonds te zeggen:
de volgende du’aa niet achterwege
“Allaahoemma innie as’alukal ‘aafiyata fid-dunyaa wal-aakhirah. Allaahoemma as’alukal ‘afwa wal-‘aafiyata fi dini wa-dunyaaya wa-ahli wa-mali. Allaahoemmastur ‘awraati a-aamin raw’aati. Allaahoemmahfazni min bayni yadayya wa-min khalfi, wa-‘an yamini wa-‘an shimaali, wa-min fawqi, wa-a’uthu bi-‘azamatika an ughtaala min tahti.” “O Allaah, Ik vraag U om welzijn in deze eerste en de volgende. O Allaah, ik zoek Uw excuus en welzijn wat mijn religie betreft, leven, familie en rijkdom. O Allaah, bedek mijn zwakte en vergemakkelijk mijn vrees. O Allaah, bescherm mij van voren en van achter mij, van mijn rechter en linker kanten en van boven mij en ik zoek toevlucht in Uw Grootsheid dat ik niet van onder mij wordt aangevallen.” Abu Daawuud, an-Nasaa’ie e.a. Sahieh verklaard door al-Albaanie. (‘Al-Kalim ut-Tayyib’ nr. 27. en ‘Sahieh ut-Targhib wat-Tarhib’ nr. 659)
Anas
heeft overgeleverd dat de Profeet
Faatimah
leerde om ’s avonds te zeggen:
“Yaa hayyu, yaa qayyuumu, bi-rahmatika astaghietsoe. aslih li sha’nie kullaahu, wa laa takilnie ilaa nafsi tharfata ‘aynin.” “O U Die Altijdlevend en Alziend bent, via Uw Rahmah smeek ik om hulp, dus verbeter al mijn zaken en laat mij niet aan mijzelf over, zelfs niet zo kort als een knipoog.” 58
An-Nasaa’ie en al-Bazzaar. Hasan verklaard door al-Albaanie. (‘Sahieh ut-Targhib wat-Tarhib’ nr. 661 en ‘As-Sahiehah’ nr 227)
Ibn Mas’ud
heeft overgeleverd dat de Profeet
gewend was om ’s avonds te zeggen:
“Amsaynaa wa-amsal mulku lillaah, wal-hamdu lillaah. Laa ilaaha illallaahu wahdahu laa sharika lahu, Lahul-mulku wa-lahul hamd, wa-huwa ‘alaa kulli shay’in qadir. Rabbi as’aluka khayra maa fi haathihil laylati wa khayra maa ba’dahaa, Wa-a’uthu bika min sharri maa fi haathihi laylati washarri maa ba’dahaa. Rabbi a’uthu bika minal kasali wa-su’il kibar. Rabbi a’uthu bika min ‘athaabin fin-naari wa-‘athaabin fil qabr.” “We hebben de avond bereikt en de heerschappij blijft Allaah toebehoren, wal-hamdulillaah. Er is geen ware God behalve Allaah Alleen, zonder enige partner. Aan Hem behoort de heerschappij; Hij is alle lof waard en Hij is tot alles in staat. Mijn Heer, ik vraag U om het goede van deze nacht en wat erna komt en zoek uw bescherming tegen het kwade van deze nacht en wat erna komt. Mijn Heer, ik zoek ook Uw Bescherming tegen luiheid, tegen het slechte van ouderdom, tegen de straf van het vuur en de straf van het graf.” Muslim (2723), Abu Daawuud, e.a.
Abu Hurairah
heeft overgeleverd dat de Profeet
het volgende gewend was om in de avond
te zeggen en hij leerde het aan zijn metgezellen: “Allaahoemma bika amsaynaa, wa-bika asbahnaa, wa-bika nahyaa, wa-bika namut, wa-ilayk al-masir.” “O Allaah, bij U hebben wij de avond bereikt, bij U hebben wij de ochtend bereikt, bij U leven wij, bij U zullen wij sterven en bij U zal onze uiteindelijke bestemming zijn.” Ibn Maadjah, At-Tirmidhie e.a. Sahieh verklaard door al-Albaanie. (‘As-Sahiehah’ nr. 262, 263)
Abu Bakr as-Siddieq, Abu Hurairah en andere metgezellen Profeet
hebben allen overgeleverd dat de
hen leerde om ’s avonds te zeggen:
“Allaahoemma ‘aalimal ghaybi wash-shahaadat faatir as samaawaati wal-ard, rabba kulli shay’in wa-malikah, ash-hadu allaa ilaaha illaa ant, a’uthu bika min sharri nafsi, wamin sharr ish-shaytaani wa-shirkih, wa-‘an aqtarifa ‘alaa nafsi su’an aw ajurrahu ilaa Muslim.” “O Allaah, Kenner van de ongeziene en zichtbare werelden, Schepper van de hemelen en de aarde, Heer en Oppermachtige van alle dingen; ik getuig dat er geen (ware) god behalve U is. Ik zoek Uw Bescherming tegen het kwade in mijzelf; tegen het kwade en shirk van shaytaan en tegen dat ik mijzelf iets slechts aan doe of het tot een andere moslim richt.”
59
Abu Daawuud, At-Tirmidhie e.a. Sahieh verklaard door al-Albaanie. (‘As-Sahiehah’ nr. 2753, 2763, 3443)
Het zeggen van: “A’udhu bi kalimaatilaahit-taammaati min ghadabihi wa ‘iqaabihi wa sharri ‘ibaadihi wa min hamazaatish-shayaatieni w aan yahdoeroen.” “Ik zoek mijn toevlucht bij de volmaakte Woorden van Allaah tegen Zijn woede, Zijn bestraffing, Zijn slechte dienaren, tegen de influisteringen van de shayaatien en dat zij bij mij in de buurt komen.” Abu Daawuud (3893) en At-Tirmidhie (3528). Zie: ‘Sahieh At-Tirmidhie’ (3/171) van shaikh al-Albaanie
Het zeggen van: “A’udhu bi kalimaatillaahit-taammaatillatie laa yoedjaawizoehoenna barroen wa laa faadjir, min sharri maa khalaqa wa dhara-a wa bara, wa min sharri maa yanziloe minas-samaa-i wa min sharri maa ya’roedjoe fiehaa, wa min sharri maa dhara-a fil-ardi wa min sharri maa yakhroedjoe minhaa, wa min aharri fitanil-layli wan-nahaar, wa min sharri koellie taariqin illaa taariqan yatroeqoe bi khayrin yaa Rahmaan.” “Ik zoek mijn toevlucht bij de volmaakte Woorden van Allaah, die door geen deugdzame en geen ondeugdzame kunnen worden overschreden, tegen het kwade dat Hij geschapen, gecreëerd en voortgebracht heeft. Tegen het kwade dat uit de hemel neerdaalt en tegen het kwade dat erin opstijgt. Tegen het kwade dat in de aarde is verspreid en tegen het kwade dat eruit voortkomt. Tegen de kwade beproevingen van de nacht en de dag en tegen het kwade van elke nachtelijke bezoeker, Behalve de nachtelijke bezoeker die het goede brengt, Yaa Rahmaan.” Ahmad (15540), Abu Ya’laa (6844) en Ibn as-Soennie (637). Zie: ‘Silsalah al-Ahaadieth as-Sahiehah’ (2995) van shaikh al-Albaanie
Anas
heeft overgeleverd dat de Profeet
Faatimah
leerde om ’s avonds te zeggen:
“Yaa hayyu, yaa qayyuumu, bi-rahmatika astaghietsoe. aslih li sha’nie kullaahu, wa laa takilnie ilaa nafsi tharfata ‘aynin.” “O U Die Altijdlevend en Alziend bent, via Uw rahmah smeek ik om hulp, dus verbeter al mijn zaken en laat mij niet aan mijzelf over, zelfs niet zo kort als een knipoog.” An-Nasaa’ie en al-Bazzaar. Hasan verklaard door al-Albaanie. (‘Sahieh ut-Targhib wat-Tarhib’ nr. 661 en: ‘As-Sahiehah’ nr. 227)
Slechte dromen aan shaytaan toeschrijven 60
Slechte en beangstigende dromen worden aan shaytaan toegeschreven omdat hij de slechte en negatieve gedachten van de mensen bewerkstelligt en in droomvorm brengt. Hij houdt van slechte dromen en slechte gedachten. Slechte dromen passen bij zijn slechte aard. Zijn haat tegen mensen laat hem alles doen om hen bang te maken of iets aan te doen, zowel tijdens de slaap als het ontwaken. Al-Haafiz zei: “Al-Muhallab zei: “Slechte dromen worden shaytaan toegeschreven omdat zij zijn geschapen zoals zijn aard (van slechtheid) is.” Abu ‘Abd il-Maalik zei: “Een slechte droom wordt shaytaan toegeschreven omdat het volgens zijn wens en doel is.” Ibn ul-Baaqillaanie zei: “Allaah creeert een onprettige droom in de aanwezigheid van shaytaan (terwijl hij met de dromer is) en dit is de reden waarom het aan hem wordt toegeschreven.” En anderen zeggen dat het aan hem wordt toegeschreven omdat hij ze bewerkstelligt.” ‘Fath ul-Baarie’ 12: 463
An-Nawaawie zei: “Al-Maazirie zei: “Allaah creëert dromen die iets slechts bevatten in de aanwezigheid van shaytaan. Zij zijn in beeldspraak aan shaytaan toegeschreven omdat hij er getuige van is, ookal heeft hij ze niet gemaakt.” Anderen zeggen: “Zowel goede als slechte dromen worden geschapen, geregeld en gewild door Allaah. Shaytaan heeft hier geen invloed op, maar hij is getuige van een slechte droom, accepteert het en is er blij mee.” ‘Al-Minhaadj’ 15: 20
Khaalid bin al-Walid
heeft overgeleverd dat hij ’s nachts angstig wakker werd, waardoor hij zijn
zwaard nam en ieder die op zijn pad kwam ermee sloeg. Hij vertelde de Profeet Profeet adviseerde hem:
hierover en de
“Zal ik jou niet bepaalde woorden leren die de waarheidsgetrouwe geest (‘ar ruh al amien’ d.w.z: Djibriel alayhis-salaam) me geleerd heeft? Zeg: “A’udhu bi-kalimaat-illaah-it-taammaat, allati laa yujaawizuhunna barrun walaa faadjir, min sharri maa yanzilu min-as-samaa’i wamaa ya’rudju fihaa, wa-min sharri fitan-il-layli wannahaari, wa-min kulli taariqin, illaa taariqun yatruqu bi-khayr, yaa-Rahmaan.” “Ik zoek bescherming met Allaah’s Perfecte Woorden, welke geen rechtvaardig of corrupt persoon kan schenden, tegen het kwade van al wat uit de hemel neer komt of ernaar opstijgt en tegen het kwade van de rampspoeden van nachten en de dagen en tegen iedere nachtelijke bezoeker, op bezoekers die met iets goeds komen na, O Rahmaan.” (schenk dit.) At-Tabaraanie (‘Al-Awsat’) e.a. Sahieh verklaard door al-Albaanie (‘As-Sahiehah’ nr. 2738)
Wanneer ‘Aa’ishah
ging slapen zei ze:
61
“Allaahoemma innie asaloeka ru’yaa saalihah, saadiqah ghayra kaathibatin, naafi’atan ghayra daarratin.” “O Allaah, ik smeek U om mij een droom die vroom, waar, geen leugen, niet betekenisloos, maar voordelig is te schenken.” Ibn us-Sunni. (743.) Sahieh verklaard door al-Haafiz. (‘Al-futuhaat ur-Rabbaaniyyah’ 3: 170 en ‘Nitaadj ul-Afkaar’)
En ‘Awf bin Maalik
heeft overgeleverd dat de Profeet
zei:
“Dromen bestaan uit drie soorten: beangstigende dromen van shaytaan; om de mens depressief te maken, dingen die iemand wanneer hij wakker is bezig houden, waardoor hij ze in zijn droom ziet en dromen die onderdeel van zesenveertig delen profeetschap zijn.” Al-Bukhaarie (in: ‘At-Taarikh’), Ibn Maadjah, e.a. Sahieh verklaard door al-Albaanie. (‘As-Sahiehah’ nr. 1870)
‘Abdullaah bin ‘Amr
heeft overgeleverd dat de Profeet
zei:
“Wanneer iemand van jullie tijdens zijn slaap bang is, laat hem zeggen: “A’udhu bikalimaat-illaah-it-taammaah, min ghadabihi wa min sharri ‘ibaadih, wa-min hamazaatish-shayaatini wa an yahdurun.” “Ik zoek toevlucht met Allaah’s Perfect Woorden tegen Zijn Woede, tegen het slechte van Zijn schepping en tegen de aansporingen van de shayaatien of dat zij bij mij aanwezig zijn.” Abu Daawuud, At-Tirmidhie, e.a. Sahieh verklaard door shaikh al-Albaanie (‘Al-Kalam ut-Tayyib’ nr. 49)
Ibraahiem an-Nakhaa’ie (een tabi’ie student van Ibn Mas’ud vreselijke droom ziet voor om te zeggen:
) stelde iemand die een
“A’udhu bimaa ‘aathat bihi malaa’ikat-ullaahi wa-rusuluhu min sharri ru’yaaya haadhihi, an yusibani fihaa maa akrahu fi dieni wa-dunyaay.” “Ik zoek Allaah’s Bescherming, op een manier zoals die van Allaah’s engelen en boodschappers, tegen het slechte van deze droom, of dat het als iets slechts voor mijn religie of leven uitkomt.” Ibn Abi Shaybah en ‘Abd ur-Razaaq. Sahieh verklaard door al-Haafiz (‘Fath ul-Baarie’ 12: 465)
‘Abdullaah bin ‘Amr heeft overgeleverd dat de Profeet de sahaabah de volgende woorden leerde te zeggen voor het naar bed gaan, wanneer zij voor iets vreesden:
62
“A’udhu bikalimaat-illaah it-taammati min ghadabihie wa sharri ‘ibaadih, wa min hamazaati sh-shayaatieni wa an yahduruun.” “Ik zoek toevlucht bij Allaah’s Perfecte Woorden tegen Zijn Woede, tegen het kwade van Zijn schepping en tegen het aansporen van de shayaatien en dat zij bij mij zijn.” Abu Daawuud, At-Tirmidhie e.a. Hasan verklaard door al-Albaanie. (‘As-Sahiehah’ nr. 264)
“Bismillaahilladhie laa yadoerroe ma’asmihi shay’oen fil-ardi wa laa fis-samaa-i was HuwaasSamie’ul ‘Aliem.” “In de Naam van Allaah, Degene bij Wiens Naam niets wat op aarde of in de hemel is enig kwaad kan doen. En Hij is de Alhorende, de Alwetende.” At-Tirmidhie, Abu Daawuud en Ibn Maadjah. Zie: ‘Sahieh Ibn Maadjah’ (2/332) van shaikh al-Albaanie
Natte dromen Natte dromen worden geassocieerd met het verliezen van sperma tijdens de slaap. Zij bevatten vaak beelden van verboden daden of daden waartoe de shaytaan aanspoort. In sommige gevallen kunnen zij ook een weergave zijn van iemand’s gedachten die hij overdag had. Zelfs ookal zijn natte dromen heel gewoon bij mannen, zij komen ook bij vrouwen voor. Umm Salamah heeft overgeleverd dat Umm Sulaym kwam en hem vroeg:
bij de Boodschapper van Allaah
“O Rasuulullaah, Allaah schaamt Zich niet voor de waarheid; Is het aanbevolen voor een vrouw om ghusl te verrichten wanneer zij een natte droom heeft gehad?” Hij antwoordde: “Wanneer zij nattigheid vindt (in haar kleding), dient zij ghusl te verrichten.” Umm Salamah schaamde zich toen zij dit hoorde, daarom bedekte ze haar gezicht en vroeg: “O Rasuulullaah, hebben vrouwen natte dromen?” Hij antwoordde: “Ja, moge jouw rechterhand voorspoed hebben! Hoe komt het dan wanneer haar kind op haar lijkt?” Al-Bukhaarie (130, 282, 3328, 6091, 6121), Muslim (310-314), e.a.
Al-Baghawie zei: “Natte dromen die ghusl vereisen hebben geen interpretatie. Zij kunnen door een plaag van shaytaan worden veroorzaakt of door de gedachten van degene die droomt.” ‘Sharh us-Sunnah’ 6: 298
Seksuele dromen worden meestal veroorzaakt door de djinn die ‘Ashieq’ wordt genoemd, die verliefd is op degene die droomt of van diegene houdt of seksueel zichzelf bevredigt via hem of haar. Deze djinn treedt meestal toe wanneer iemand zichzelf voor de spiegel bewondert en zichzelf 63
heel mooi vindt, zonder daarbij du’aa te zeggen en Allaah te loven en te danken. Of wanneer iemand onbedekt en half naakt buiten loopt en vooral ook wanneer jongens en meisjes onwettige relaties met elkaar hebben. Het is opvallend dat erg veel zusters last hebben van seksuele dromen en soms iedere nacht seksueel worden misbruikt. De man in hun dromen neemt verschillende uiterlijkheden aan, maar wordt qua karakter steeds als dezelfde persoon ervaren. Tekenen van de ‘Ashieq djinn zijn: Veel slecht en geweldadige dromen, het gevoel alsof er iemand in bed is, maar je ziet niks. De persoon voelt iets waardoor zijn begeerte groter wordt. De persoon voelt in zijn droom alsof er echte gemeenschap is geweest en wordt heel moe wakker. De persoon ruikt zomaar parfum. Deze persoon heeft geen zin om te trouwen, en heeft veel smoesjes ervoor. Als het een getrouwd persoon is, dan heeft hij of zij geen zin in gemeenschap met zijn partner, maar wel om zinaa te plegen of te masturberen. Als het een getrouwd persoon is, dan voelt het benauwd aan als er met de partner gemeenschap is. Als er tussen de partners gemeenschap is, en een van hen heeft een djinn ‘Ashieq, dan voelt diegene zich na de daad slecht en ‘vies’ en heel erg vermoeid en haat de daad en sommmigen vinden het zelfs zo erg alsof ze zinaa hebben gedaan en gaan huilen. De persoon heeft dromen over gemeenschap met bekenden zoals eigen vader, kinderen, broers enz. De persoon die getroffen is door de ‘Ashieq kan soms zomaar een haar vinden in zijn onderbroek die niet van hem is. De ‘Ashieq komt helaas ook voor bij jonge kinderen, deze worden bijvoorbeeld naakt wakker terwijl ze aangekleed waren. Ook klagen de kinderen over pijn bij het geslachtsdeel zonder medische oorzaak. De kleintjes krijgen ook vaak gedaantes van de ‘Ashieq te zien, neem dus je kinderen serieus als ze met zulke zaken aankomen. Natte dromen die door shaytaan worden veroorzaakt kunnen later in iemand’s gedachten bepaalde gedachten en verlangens teweeg brengen naar verboden relatie’s met bepaalde mensen. Daarom dienen wij op hun dezelfde zaken toe te passen als bij slechte dromen. Het is belangrijk om ta’awwudh met volledig begrip en geloof in Allaah’s Kracht en Zijn beloofde Bescherming te zeggen, om het verwachte effect te verkrijgen. Al-Haafiz (rahimahullaah) heeft gezegd: “Isti’aadhah dient gezegd te worden door oprecht naar Allaah te keren. Het is niet voldoende om slechts de tong ermee te bewegen.” ‘Fath ul-Baarie’ 12: 464
Al-Qurtubie (rahimahullaah) heeft gezegd: “Isti’aadhah dient voor beangstigende dromen gezegd te worden, want shaytaan suggereert ze. Wanneer de dromer dit zegt- oprecht zoekend naar Allaah’s bescherming en de andere daden verricht van licht spugen, omdraaien en bidden, zal Allaah hem beschermen tegen iedere slechte uitkomst van die droom.” ‘Fath ul-Baarie’ 12: 466
‘Spugen’ of ‘blazen’ naar de linkerkant
64
We hebben gezien dat het aanbevolen is voor degene die een slechte droom heeft gehad om licht naar zijn linker kant te spugen. Dit wordt gedaan om shaytaan te verjagen en hem te verachten omdat hij de slechte droom initieerde. De woorden die in verschillende overleveringen voor deze daad worden gebruikt zijn van ‘nafth’ (blazen) tot ‘tafl’ of: ‘tafth’ (blazen met licht spugen) tot ‘basq’(spugen). De juiste procedure is om de ta’awwudh te zeggen en dan licht naar links te spugen. Dit spugen (of blazen) wordt gedaan door de lippen bijeen te brengen en het puntje van de tong ertussen te plaatsen en met vochtige adem te blazen- zoals hoe je een klein zaadje uit spuugt. Al-Haafiz legde hierover uit: “‘Iyaad zei: “Blazen is aanbevolen om de shaytaan weg te jagen die bij de slechte droom was om hem te vernederen. Het wordt aan de linker kant gedaan omdat daar meestal vieze dingen worden geplaatst.* en het drie keer doen is om er nadruk aan te geven.” ‘Fath ul-Baarie’ 12: 464
*‘Aa’ishah en Hafsah hebben overgeleverd dat de Profeet zijn rechterhand voor eten en drinken gebruikte en zijn linkerhand om zijn privedelen mee te reinigen. (‘Sahiehu Abi Daawuud’ nr. 25-26)
Al-Haafiz zei: “Al-Qaadie Abu Bakr bin al-‘Arabie zei: “Dit (lichte spugen) is karakteriserend voor ruqyah. (Het doen) geeft vertrouwen dat het kwade van de droom is afgewend.”
An-Nawaawie zei: “Allaah maakt deze procedure een reden van bescherming tegen het slechte van de droom zoals Hij sadaqah een reden van bescherming van rijkdom maakt.” ‘Fath ul-Baarie’ 12: 464
Djaabir bin ‘Abdullaah
heeft overgeleverd dat Rasuulullaah
zei:
“Wanneer iemand van jullie een droom heeft waar hij niet van houdt, laat hem drie keer licht spugen naar zijn linker zijde, Allaah drie keer vragen om hem tegen shaytaan te beschermen en de zij waar hij op sliep veranderen.” Muslim (2262), Abu Daawuud, e.a.
Dromen over gemeenschap kunnen we verdelen in: 65
1: Een persoon droomt dat er geslachtsgemeenschap is, dit is een normale droom en heeft drie kenmerken: - Dit gebeurt pas na de pubertijd en dit gebeurt zodat een mens zijn vocht (sperma) kwijt kan, dit is door Allaah zo gemaakt. - De persoon droomt over het hebben van gemeenschap maar er is geen echt contact met de geslachtsdelen, de persoon krijgt een zaadlozing en vervolgens stopt de droom en dit duurt alles bijelkaar een paar seconden. - Er zit geen vermoeidheid bij als de persoon wakker is en dit soort dromen gebeuren incidenteel niet vaak; dus een keer in de drie maanden ongeveer. 2: Een persoon droomt dat er geslachtsgemeenschap is, en dit komt door invloed van de djinn. - Deze persoon denkt heel veel aan geslachtsgemeenschap. - In deze droom is er echt geslachtsgemeenschap, dus de geslachtsdelen raken elkaar aan. - Deze droom duurt lang afhankelijk van de kracht van de persoon. - Als deze persoon wakkert wordt na de droom, dan is hij erg moe, net alsof hij in werkelijkheid geslachtsgemeenschap heeft gehad soms zweet deze persoon ook. - Deze droom komt vaak voor, soms drie keer per week, soms elke dag en soms elke keer als hij slaapt al slaapt hij drie keer per dag. - Bij deze droom krijgt de persoon vaak te zien dat hij gemeenschap heeft met mensen met wie het nooit zou mogen, zoals zijn moeder, vader, zusjes enz.
Het hebben van gemeenschap tussen djinn en de mens bestaat uit vier categorieen: 1. ‘Al-ihtilaam.’ Alles gebeurt alleen in een droom, en het is nodig dat deze persoon de ghusl verricht vanwege eventuele zaadlozing. 2. ‘Al-istimtaa.’ Hierbij geniet de djinn van de mens zonder dat deze het door heeft, op een manier die alleen Alaah weet, deze persoon hoeft geen ghusl te doen. 3. ‘Al-Mu’asarat al-gafeejat.’ Hierbij heeft de djinn (van binnen) gemeenschap met de mens, en de mens weet dit maar kan dit niet stoppen. 4. ‘Al-taskiel.’ Hierbij neemt de djinn een gedaante aan van een mens en gaat gemeenschap aan met een mens, dit is een zeer ver gevorderd en heel gevaarlijk stadium. Het doel van de djinn ‘Ashieq is dus om gemeenschap te hebben met een mens, hier volgen een aantal zaken die de mens kan doen en waarbij met de wil van Allaah de mens dit kan voorkomen. 1. De geslachtsdelen insmeren met zwarte of rode musk en als men dit niet heeft met rozewater of olijfolie. 66
2. Het lichaam insmeren met een mixolie van olijfolie en habat sawda waarover ruqyah verzen zijn gereciteerd en hiermee dagelijks te smeren voor het slapen. 3. Het beddengoed en slaapkleren insmeren met musk of lekkere geuren. 4. Niet naakt slapen of doorzichtige kleren aan, goed gekleed slapen. 5. Het zeggen van ‘Bismillaah’ bij het aandoen van kleren, volgens de hadieth van de Profeet. 6. Het in acht houden van de smeekbedes van de ochtend en de avond en vooral de smeekbedes voor het slapengaan. 7. Wegblijven van zondes en houden aan alle verplichtingen. 8. Niet alleen slapen, zover dat mogelijk is. 9. Du’aa doen bij Allaah dat Hij je beschermt en de shayatien van je weghoudt. Bewijzen dat de djinns een mensenlichaam kunnen binnen treden Djaabir ibn ‘Abdullaah
heeft overgeleverd:
“Waarlijk, het eerste bericht dat wij over Rasuulullaah kregen was van een vrouw die met een djinn bevriend was. Hij kwam naar haar toe in de gedaante van een vogel en stond op een tak. De vrouw zei tegen hem: “Kom je niet naar beneden zodat je ons bericht en ik jou bericht?” Hij zei: “Er is een man in Makkah verschenen die ons ontucht verbiedt en ons het verblijf (in een mensenlichaam) verbiedt.” Ahmad, Abu Naa’iem, iemaam ibn Sa’d en At-Tabaraanie
Rasuulullaah
heeft gezegd:
“Waarlijk, shaytaan stroomt door de zoon van Aadam als de stroming van zijn bloed.” Al-Bukhaarie (2039) en Muslim (2175)
In ‘Manqalat Ahl as-sunnah wal-Djamma’ah’, heeft Al-Ash’aarie gezegd dat zij (dat wil zeggen Ahl as-Sunnah) zeggen dat de djinn het mensen lichaam binnen treedt, zoals deze hadieth bewijst. De bewijzen dat djinn in de lichamen van mensen kunnen zijn en vervolgens op hun tongen kunnen spreken (zonder dat je merkt dat de stem verandert) vinden we in de overlevering van ‘Abdullaah, iemaam Ahmad’s zoon, (rahimahullaah) die zei: “Ik zei tegen mijn vader dat een groep mensen bewerden dat djinns niet de lichamen van mensen kunnen binnen treden. Hij zei: “O mijn zoon, zij liegen. Zie je niet dat zij het zijn die op hun tongen spreken.” (Shaikh Muhammad bin Saalih al-‘Uthaymien ‘Fataawa Islamiyah’, vol.8, p.322)
67
Matar ibn Abder-Rahmaan al-A’naq zei: “Umm al-Abaan bint Al-Wazie’ bin Zarie ibn ‘Amir al-‘Abdi overleverde van haar vader dat haar grootvader eens naar de Profeet een djinn. De grootvader zei:
ging met zijn zoon of de zoon van zijn zus die bezeten was door
“Toen we aankwamen bij de Boodschapper van Allaah
in Madinah, zei ik:
“O Boodschapper van Allaah, ik heb met mij gebracht mijn zoon (of de zoon van mijn zus) die bezeten is door de duivel, zodat je een smeekbede voor hem kan verrichten.” De Profeet
zei: “Breng hem naar mij, dus ik ging terug naar de groep waar ik hem had achter
gelaten, maakte hem los en deed hem nieuwe kleren aan en bracht hem naar de Profeet. Hij zei: “Breng hem hier zodat ik bij zijn rug kan, toen hij
hem (de jongen) vast had,
begon hij hem te slaan op zijn rug en te zeggen: “Ga eruit, o vijand van Allaah, ga eruit, o vijand van Allaah.” Plotseling leek de jongen er beter uit te zien, hij had een blik die anders was dan de blik daarvoor, daarna liet de Profeet
hem (de jongen) naast hem zitten,
en deed een smeekbede voor hem. Na de smeekbede van de Profeet geliefder dan de jongen. Overgeleverd door Tabaraanie
was niemand in de groep
En de eerder genoemde hadieth van Muslim, overgeleverd is door Hudayfah
die zei:
“Toen bracht hij deze bedoeïen zo dat het voedsel toegestaan wordt voor hem (de shaytaan) via hem (de bedoeïen), maar ik hield zijn hand vast. Bij Degene in Wiens Hand mijn ziel is, zijn hand (van de shaytaan) is in mijn hand samen met haar hand (van het meisje).”
We zien dus in deze hadieth twee duidelijke voorbeelden van ‘al-mass al-garizie’, de shaytaan zette deze twee personen aan om zonder de naam van Allaah te zeggen als wilden te gaan eten, want in de hadieth zitten de woorden “Ka annaha Tadfa’” wat betekent het leek alsof zij geduwd werd, dus ze deed het niet met haar eigen wil, de geleerden hebben dus uit deze hadieth het bewijs gehaald voor deze soort bezetenheid. In meerdere ahaadieth van Rasuulullaah, overgeleverd door iemaam Ahmad en Al-Baihaaqie is overgeleverd dat hij een jongen ontmoette die bezeten was. Dus zei de Profeet: “Kom eruit, O vijand van Allaah. Kom eruit o vijand van Allaah.” Ibn Maadjah nr. 3548, Ahmad 4/171, 172. De jongen werd daarna normaal.
De volgende overlevering is van Ya’la ibn Murabbah 68
dat hij zei:
“Ik heb drie zaken gezien van de Profeet die niemand voor mij en niemand na mij heeft gezien, we waren vertrokken voor een reis en onderweg zagen wij een vrouw zitten op de grond met haar zoon. Ze zei: “O Boodschapper van Allaah, dit is een jongen die geraakt is door een ziekte, dat hem en ons beide kwaad doet, hij wordt meerdere malen bezeten overdag.” Hij zei: “Breng hem naar mij.” Ze bracht hem bij de Profeet en ze zette hem tussen hem en zijn rijdier neer. Hij spuugde drie keer diep in de mond van de jongen, zeggende: “Bismillaah ana ‘Abdullaah, iksha Yaa ‘Aduwullaah.” (“In de naam van Allaah, ik ben de dienaar van Allaah, verdwijn! O vijand van Allaah.”) daarna gaf hij de jongen terug aan haar en zei: “We zien je terug op deze plek als we terug komen, en vertel me over zijn toestand.” Hij zei: “We gingen weg en kwamen terug en vonden haar op de zelfde plaats met drie lammeren. De Profeet zei: “Wat heeft je zoon gedaan?” Ze zei: “Bij Degene die je met de Waarheid heeft gestuurd, we hebben niks vreemds van hem gezien tot nu. Je mag deze lammeren mee nemen (als dank).” Hij beveelde een van zijn metgezellen er een te nemen en de rest aan haar terug te geven.” Musnad van Ahmed en Al-Haakim in ‘Al-Mustadrak’ nr 2/617
Het is overgeleverd van ‘Ata ibn Abu Rabah
dat Ibn ‘Abbaas
tegen hem zei:
“Zal ik jou een van de vrouwen van het Paradijs laten zien?” Ik zei: “Ja.” Hij zei: “Deze zwarte (getinte) vrouw kwam naar de Profeet en zei: “Soms heb ik last van aanvallen en hierdoor raakt mijn lichaam ontbloot (de vrouw valt op de grond door de aanvallen), vraag Allaah mij te genezen.” De Profeet zei: “Als je wenst heb dan geduld en je zal het Paradijs betreden (vanwege het geduld), maar als je wenst zal ik Allaah voor je aanroepen om je te genezen.” Ze zei: “Ik zal geduld hebben, maar ik raak ontbloot, dus vraag alstublieft Allaah voor mij dat ik niet ontbloot raak, en dus riep hij Allaah aan voor haar.” Bukhaarie en Muslim
Ibn Haadjar Al-‘Asqalaanie zegt in zijn Sharh van deze hadieth in al-Fath (10/115) dat de vrouw bezeten was door een djinn en dat die de aanvallen veroorzaakte. De vrouw genaamd Umm Zafar kreeg dus epileptische aanvallen (sar’). De hadieth die Ibn Haadjar als bewees overleverde was een andere overlevering van Al-Bazzar ook door Ibn ‘Abbaas overgeleverd met de toevoeging van de woorden: “Ik vrees dat het kwaad mijn lichaam ontbloot.” Ibn Haadjar legt uit dat het kwaad hier niks anders dan de shaytaan kan betekenen en dat ze leed aan sar.’ De djinn speelt vaak een rol bij ‘bezetenheid’. Ondanks het feit dat djinn een lichaam van een mens of een dier kunnen binnen gaan zijn er nog steeds veel moslims die hierover onwetend zijn of die dit ontkennen. De problematiek in de ummah neemt toe en velen hebben nog niet door welke rol de shayaatien van onder de djinn hierin spelen. Weet dat shaytaan vier toegangswegen heeft tot het lichaam van de mens. 69
Ten eerste: grote angst. Wanneer de mens zeer angstig is, vindt de duivel een toegangsweg tot zijn lichaam. Ten tweede: grote woede. Woede is namelijk een brandende kool van de duivel. Als je boos bent, zeg dan: ik zoek mijn toevlucht bij Allaah tegen de verworpen duivel. Verricht de rituele wassing, want dit dooft het vuur van de woede. Ten derde: grote onachtzaamheid. Wanneer de mens onachtzaam is in de gehoorzaamheid aan Allah, de aanbidding en het gedenken van Allaah, vindt de duivel een toegangsweg.
Ten vierde: volledige storting in de begeerten. Wanneer de mens enkel zijn begeerten achternaloopt en zijn enige zorg het vervullen van zijn begeerten is, vindt de duivel een toegangsweg waardoor de mens bezeten raakt.
Geraakt worden door de djinn of sehr is ‘bi idnillaah’ (met Allaahs toestemming) Iedere moslim dient zijn ‘iemaan bil qadar’ (geloof in het lot) sterk te maken. Veel moslims beweren dat de djinn je lichaam binnen treedt of je lastig gaat vallen wanneer je over hen spreekt. Veel moslims zijn bang wanneer ze iets mee maken met de djinn. Dit komt omdat zij geen sterk geloof hebben in de qadar. Moslims geloven in beschermengelen, al deelt islaam niet het christelijke concept van een enkele beschermengel. Moslims geloven eerder dat een aantal engelen over ieder persoon waken en hem beschermen. In soerah Ar-Ra’d 13: 10 staat: “En voor de mens zijn er bewakers (engelen), voor hem en achter hem. Zij waken over hem tegen ongelukken die Allaah niet voor hem bestemd heeft.”
De ‘tuurdjumaan’ (Qur’aanuitlegger) Ibn ‘Abbaas heeft uitgelegd over het vers: “En voor de mens zijn er bewakers.” (engelen): “Dit zijn engelen van Allaah die Hij aangesteld heeft om de mens te beschermen tegen dingen voor en achter hem. Maar als de qadar (lotsbestemming) komt die Allaah voor hem bestemd heeft, dan laten ze hem alleen.” (dus beschermen zij hem niet langer, want het is dan de bedoeling dat hem iets overkomt.)
Mudjaahid
heeft gezegd:
“Elke dienaar heeft een engel bij zich die verantwoordelijk is om hem tijdens zijn slaap en wanneer hij wakker is te beschermen tegen de djinn, de mens en gevaarlijke dieren. Niets van deze dingen zal op hem af komen of de engel waarschuwt hem en zegt: “Kijk achter je!” tenzij Allaah (iets of iemand) toestemming heeft gegeven, dan zal de engel niet beschermen en zal het je raken.” At-Tabarie 20245
70
Een man zei tegen ‘Alie ibn Abie Taalib: “Er zijn mensen van de Muraad stam die jou willen vermoorden.” Hij (‘Alie) zei: “Bij ieder mens zijn twee engelen die hem beschermen tegen datgene wat niet voor hem voorbestemd is. Maar wanneer de qadar (datgene wat voorbestemd is) plaats vindt, zullen ze hem alleen laten met zijn qadr.” ‘ Al-Bidaayah wan-nihaayah’ 1/54
‘Alie wist dat hem niets zou overkomen wat Allaah niet voor hem had voorbestemd en dat zijn beschermengelen hem zouden beschermen tegen datgene wat niet voor hem geschreven was. Dit is de beste iemaan in ‘al-qadar’, welke bij vele moslims ontbreekt. Een moslim vreest niets wanneer hij zich vast houdt aan zijn geloof in al-qadar, zoals ‘Abdullaah ibn ‘Abbaas
heeft overgeleverd in de hadieth waarin de Boodschapper van Allaah
zei:
“En weet dat wanneer de gehele gemeenschap (van mensen en djinns) zou samen komen om jou van nut te zijn, zij jou enkel van nut kunnen zijn met datgene wat Allaah voor jou heeft geschreven. En wanneer de gehele gemeenschap zou samen komen om jou te schaden, dan zouden zij jou enkel kunnen schaden met datgene wat Allaah geschreven heeft.” At-Tirmidhie, hadieth hasan
Over dezelfde beschermengelen lezen we in soerah Al-An’aam 6: 61: “En Hij is de Krachtige, boven Zijn dienaren en hij stelt wakers (engelen) over jullie aan, zodat als één van jullie de dood bereikt de door ons gezondenen hem (zijn ziel) wegnemen en zij verzuimen niet.”
Heel veel problemen komen uit de hoek van hasad (afgunst), al-‘ayn (het boze oog), sehr (magie) en bij sehr horen djinn Ibn al-Djawzie (rahimahullaah) zei: “Jaloezie is het hopen dat degene die benijd wordt, beroofd wordt van een zegening waarvan hij geniet, zonder dat de persoon die jaloers is per se een dergelijke zegening voor zichzelf verwerft.”
Men dient toevlucht te zoeken bij Allaah de Almachtige tegen degene die jaloers is en tegen diegene die een boos oog werpt op een ander. Jaloezie is iets zeer gangbaars in deze wereld. Dit is waarom Allaah er in de Qur’aan vaak over spreekt. Allaah de Verhevene zegt: “Of zijn zij jaloers op de mensen vanwege wat Allaah hen van Zijn Gunst heeft gegeven?” Soerah An-Nisaa’ 4: 54
71
In een andere aayah lezen we de volgende Woorden van Allaah de meest Verhevene: “En bijna zouden degenen die niet geloven jou omwerpen met hun blikken (uit haat)…” (soerah Al-Qalam 68: 51)
Ibn ‘Abbaas en anderen zeiden over deze aayah: “Dit betekent dat zij het boze oog op jou werpen met hun blikken.”
Allaah de Verhevene beveelt ons om toevlucht te zoeken tegen: “Het kwaad van de jaloerse, wanneer hij jaloers is.” (soerah Al-Falaq 113: 5)
In een andere aayah lezen we de volgende woorden van Allaah de meest Verhevene: “En bijna zouden degenen die niet geloven jou omwerpen met hun blikken (uit haat).” Soerah Al-Qalam 68: 51
Er zijn jaren lang allerlei problemen in iemands leven, lichamelijke klachten waar geen enkele arts een oorzaak van kan achterhalen, nachtmerries, depressieve gevoelens, eenzaamheid, weinig sociale contacten etc. Veel mensen kunnen niet trouwen omdat ‘iets hen daarin tegen houdt’ en onderlinge relaties zijn slecht of gaan kappot omdat men afkeer voelt en zonder aanleiding ruzies maakt. Er ‘zitten muren tussen mensen’ terwijl ze samen in een huis leven en vaak zondert iemand zich af van de rest van de familie en ‘houdt ervan om alleen te zijn.’ Veel mensen hebben jaren lang lichamelijke klachten die onverklaarbaar zijn en de artsen kunnen geen ziekte ontdekken en pas nadat men ‘door de molen is gegaan’ komt men bij degene die kennis heeft van de wereld van de djinn.
Soorten bezetenheid Bezetenheid wordt in het Arabisch ‘al-mass’ genoemd en hiervan bestaan verschillende niveaus. Er zijn mensen die nauwelijks wat merken van hun bezetenheid en anderen die er voortdurend heel veel last van hebben. Anderen worden vooral lastig gevallen wanneer zij daden van aanbidding willen verrichten. Sommigen kunnen geen wudhuu’ maken of bidden of de Qur’aan reciteren of lezen. We kunnen het in de volgende niveaus verdelen: Volledige bezetenheid van het gehele lichaam - De volledige bezetenheid die voor een lange of permanente duur is. Bij dit soort bezetenheid is er een djinn in het lichaam aanwezig die eigenlijk de hele dag actief is bij de patiënt. De djinn praat ook vaak op de tong van de patiënt en deze djinn zijn meestal van plan om ook niet meer weg te gaan totdat Allaah de genezing brengt. De djinn heeft vaak de beschikking over het 72
gehele lichaam en veroorzaakt ook vaak black-outs en de patiënt valt ook vaak flauw. Dit soort gevallen zien we bij sehr en erge gevallen van ‘Ishq (de djinn ‘Ashieq’). - De volledige bezetenheid die van een tijdelijke aard is. Hier spreken we van ‘een djinn Tajier.’ Deze djinn heeft beschikking over het gehele lichaam net als de variant hierboven, bij een ruqyahsessie vliegt deze djinn uit het lichaam en wanneer de sessie betreedt hij het lichaam. - Volledige bezetenheid van een bepaald lichaamsdeel, en het gaat hier om een djinn die volledig bezit heeft genomen van een lichaamsdeel, bijvoorbeeld een been, arm, ogen of de tong. De patiënt kan dus spontaan verlamd raken, blind worden of opeens niet meer praten en wanneer deze persoon dit medisch laat onderzoeken dan is er geen oorzaak te vinden. De djinn kan ook van het ene naar het andere lichaamsdeel gaan. Bezetenheid vanuit de buitenkant (‘mass al-garizie’) - Constante bezetenheid vanuit de buitenkant, waarbij er geen djinn in het lichaam zit, maar buiten het lichaam en deze djinn is dus constant bezig met de patiënt. Het zijn vaak gevallen van sehr die met de wil van Allaah niet het lichaam binnen kunnen en die dan via de buitenkant werken of een djinn die wraak wil nemen op een mens vanwege iets wat de mens bij de djinn heeft gedaan. Het is in sommige gevallen ook mogelijk dat het ‘een ‘Ashieq’ betreft die verliefd is op deze persoon, maar niet de mogelijkheid heeft om het lichaam te betreden. Het probleem bij deze soort bezetenheid, is dat net als bij de Tajier de djinn vlucht als er ruqyah wordt gedaan, de patiënt zal dus bij behandelingen zich goed voelen en helemaal geen tekens van bezetenheid vertonen, maar buiten de behandelingen is er veel last van waswaas, slechte dromen, en men kan ook dieren of schimmen zien die hem achtervolgen. - Tijdelijke bezetenheid vanuit de buitenkant, het is bij deze soort dat er ook een djinn aan de buitenkant zit, maar deze djinn zit er niet altijd. Het kan dus voorkomen dat een persoon zich dagen goed voelt en geen klachten heeft en dan opeens weer wel, de symptomen zijn verder net als de variant hierboven. Bezetenheid van de buitenkant die ziektes veroorzaken, en deze is in de volgende vormen: - Bezetenheid van de buitenkant die ziektes veroorzaken zonder medische tekenen daarvoor of oorzaken. En dit is een zeer moeilijk geval om te ontdekken, omdat de patiënt een aandoening krijgt en vervolgens naar de dokter gaat en zich volledig laat onderzoeken, en toch wordt er niets gevonden. En wanneer er ruqyah wordt gedaan, zal er ook geen reactie komen, omdat de djinn het via de buitenkant veroorzaakt. - Bezetenheid van de buitenkant die ziektes waaraan de persoon al lijdt verergeren, de djinn zorgt ervoor dat een ziekte die deze persoon al heeft erger wordt. De patiënt ziet dat opeens de medicijnen die hij eerder gebruikte en met de wil van Allaah nuttig waren voor zijn ziekte nu opeens geen effect meer hebben, en ook dit is door toedoen van de djinn. Bezetenheid van zeer korte duur (‘al-mass al-taief’), hierbij gaat het om een bezetenheid die dus zeer kort duurt, van een aantal seconden tot maximaal een paar minuten, voorbeelden hiervan zijn ook de ‘Jathoem’ (‘boegebez’), maar ook andere vormen kunnen hiertoe gerekend worden.
73
Wat is de relatie tussen de mens en de djinn? ‘Iyaad ibn Himaar al-Mudjaashi’ie heeft overgeleverd dat de Profeet op een dag in zijn preek zei van wat hij van zijn Heer heeft verhaald: “Voorwaar, Ik heb al Mijn dienaren als Hunafaa’ geschapen. Voorwaar, de shayaatien naderden hen en namen hen mee.” Sahieh Muslim
Al-Azharie zwoor:
heeft overgeleverd dat shaytaan (in soerah Saad 38: 82-83) bij Allaahs Verhevenheid
“Bij Uw macht, ik zal hen zeker allemaal misleiden” zodat zij alles ontkennen dat overgeleverd is over de afloop van vroegere volkeren en de zaak van de opstanding en ook om de mensen in hun dagelijkse bezigheden verward te maken.
Anas
heeft overgeleverd dat de Profeet
heeft gezegd:
“Toen Allaah Aadam vormde in het Paradijs liet Hij hem daar zolang Hij hem wilde laten. Iblies begon om hem heen te draaien om te zien hoe hij was. Toen Iblies zag dat hij hol was van binnen, wist hij dat de nieuwe schepping geschapen was met de bedoeling dat hij geen controle over zichzelf zou hebben.” Sahieh Muslim 4/ 2016. Nr. 2611
Dus shaytaan heeft met zichzelf een verbond gesloten om de nakomelingen van Aadam als een vijand te beschouwen. Daarom begint zijn eerste aanval op het moment van de geboorte van de mens om hem op de hoogte te stellen van de oorlog die tussen hen woedt. Abu Hurairah
heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allaah
heeft gezegd:
“Alle kinderen van Aadam worden bij hun geboorte in de zij geprikt met twee vingers van shaytaan. Alleen Jezus, de zoon van Maria vormde hierop een uitzondering; shaytaan ging (zijn twee vingers) in zijn zij steken, maar een sluier werd tussen hen in geplaatst en daardoor viel zijn slag op die sluier.” Sahieh Al-Bukhaarie nr. 3286
En in een andere overlevering van Abu Hurairah
heeft de Profeet
gezegd:
“Er is geen enkele pasgeborene die bij zijn geboorte niet wordt geprikt door shaytaan. Zo schreeuwt hij dus voor het eerst als gevolg van deze prik, met uitzondering van Jezus, de zoon van Maria.” Sahiehain
74
An-Nawaawie heeft gezegd dat Kadi ‘Iyyaad heeft gezegd: “Alle profeten delen dit voorrecht met Jezus.”
Shaytaan gebruikt influisteringen om zijn doel te bereiken Ibn al-Qayyim (rahimahullaah) heeft gezegd: “De influistering (‘waswaas’ genoemd) is de subtiele projectie van een stille stem die slechts die persoon kan horen, in de ziel van de mens, of een projectie zonder stem, bijvoorbeeld de influisteringen van de duivel bij de dienaar.” At-Tafsier al-Qayyim (600)
Ibn al-Djawzie heeft gezegd: “Hij dringt bij de mens naar binnen naar gelang de omstandigheden. Zijn invloed op hen wordt groter of kleiner volgens de graad van hun waakzaamheid of hun onoplettendheid, van hun onwetendheid of hun kennis. Weet dat het hart op een ommuurde burcht lijkt. In de muur zijn deuren en vensters. De bewoner van deze burcht is het verstand en de engelen komen regelmatig naar die burcht. Naast die burcht is er een plein dat bewoond is door de begeerte en de duivels, zij komen er vaak zonder verhinderd te worden. De shayaatien blijven maar om de muur van de burcht draaien, op zoek naar de onoplettendheid van de bewaker om langs bepaalde vensters te kunnen binnendringen. Dit maakt dat de bewakers alle deuren en vensters van de burcht moet kennen en geen moment onwaakzaam mag zijn, want de vijand verzwakt niet. Deze burcht wordt verlicht door de dhikr, hij straalt door het geloof en er zit een glanzende spiegel in die het beeld weergeeft van al wie langs de burcht passeert. Het eerste wat shaytaan doet is veel rook uitstoten, zodat de muren zwart worden en de spiegel ondoorzichtig. De vijand voert verschillende aanvallen uit, soms slaagt hij erin binnen te dringen in de burcht, maar wordt door de bewaker onmiddellijk weer eruit gegooid. Soms weet hij binnen te komen zonder dat de bewaker ook maar iets merkt en vestigt hij zich om verderf te zaaien. Soms passeert hij de bewaker zonder dat hij hem ziet en dan kan hij hem zelfs verwonden of gevangen nemen of hem zelfs tot slaaf maken. Het sterkste koord waarmee je een gevangene kan vastketenen is onwetendheid. Het middelmatig sterke is de begeerte en het zwakste koord is de onoplettendheid. Zolang het schild van het geloof de gelovige beschermt, kunnen de pijlen van de vijand hem niet doden.” ‘Talbies Iblies’ (38)
Shaytaan benadert degene wiens hart geen dhikr bevat, noch iemaan, gehoorzaamheid, toewijding en zekerheid. Zijn influisteringen kunnen gemakkelijk binnen komen omdat er een lege plaats is. Een hart dat vol is van begeertes en verlangens is een favoriet doel van shaytaan. Het is net als een uitgehongerde hond die langs een man komt die een stuk vlees in zijn hand heeft. De hond wil het vlees bemachtigen, zolang hij het vlees ziet blijft hij om de man heen lopen, maar wanneer de man het vlees niet meer heeft vertrekt de hond. Ibn al-Qayyim heeft gezegd:
75
“Het gaat hier over een deur van een van zijn grote listen, waardoor hij bij de zoon van Aadam naar binnen gaat. Hij stroomt door hem heen zoals het bloed door de aderen, totdat hij zijn nafs tegenkomt en zich met haar vermengt. Hij vraagt haar wat ze verlangt en verkiest en zodra hij op de hoogte is, laat hij zich door haar helpen tegen die persoon en treedt binnen door deze deur.” ‘Ighaathatu-l-lahfaan’ (1/ 112)
Shaytaan laat iemand langzaamaan afdwalen In soerah An-Nisaa’ 4: 76 staat: “Degenen die geloven vechten op de weg van Allaah en degenen die niet geloven, vechten op de weg van de taghoet.* Bestrijd dan de handlangers van shaytaan!” *‘Taghhoet’= alles wat in plaas van Allaah wordt aanbeden, zoals shaytaan, shayaatien, afgodsbeelden, graftombes, heersers en leiders, engelen, de natuur etc. Shaytaan leidt zijn volgelingen en laat ze daarna in de steek. Hij maakt beloftes maar komt ze niet na en houdt de schein op en verbergt de waarheid. Er zijn genoeg Qur’aanverzen die dit duidelijk maken, zoals in soerah Al-Hashr 59: 16-17 staat: “(De huichelaars zijn) zoals de shaytaan, toen hij tot de mens zei: “Wees ongelovig” maar wanneer hij dan ongelovig is, dan zegt hij (shaytaan): “Voorwaar, ik ben niet verantwoordelijk voor jullie. Voorwaar, ik vrees de Heer der werelden.”
En in soerah Ibraahiem 14: 22: “Ik ontken (het feit) dat jullie mij voordien als deelgenoot naast Allaah hebben geplaatst.”
Soerah Faatir 35: 6: “Hij nodigt zijn volgelingen slechts uit om de bewoners van het laaiende vuur te worden.”
Allaah waarschuwt ons voor shaytaan In soerah Al-A’raaf 7: 27 staat: “O kinderen van Aadam! Laat shaytaan jullie niet bedriegen (door hem te volgen.)”
En in soerah Faatir 35: 6 staat: “Voorzeker, shaytaan is jullie vijand, behandel hem als een vijand (door gehoorzaam te zijn aan Allaah).” 76
En in soerah An-Nisaa’ 4: 119: “En wie shaytaan (gehoorzaamt en) als beschermheer verkiest boven Allaah, zal ongetwijfeld een smartelijk verlies ondergaan.”
De vijandigheid van shaytaan zal niet veranderen of verzwakken of verdwijnen, want volgens hem is de mens de orzaak van Allaahs vervloeking en zijn verbanning uit het paradijs. In soerah Al-Israa’ belooft hij zich te wreken op de mensheid 17: 62: “Ziet U deze persoon die U boven mij heeft geëerd? Als U mij uitstel geeft tot aan de Dag der Opstanding, dan zal ik zeker zijn nageslacht grijpen en misleiden, op een paar enkelingen na.”
De leider van ‘de eeuwige strijd’ Iblies is degene die de strategie leidt en ontwerpt in zijn ‘eeuwige strijd tegen de mensheid.’ Hij stuurt troepen en legers vanuit zijn basis in verschillende richtingen. Hij bespreekt in samenkomsten met zijn troepen wat zij hebben bereikt en looft degenen die ‘goed’ werk hebben verricht. Djaabir bin ‘Abdullaah heeft overgeleverd dat de Profeet
heeft gezegd:
“Iblies vestigt zich met zijn troon op het water en van daaruit stuurt hij zijn troepen uit. De troepen waarmee hij zich het meest verbonden voelt zijn degenen die de grootste misleiding (‘fitnah’) veroorzaken. Een van hen keert terug en zegt: “Ik heb zus en zo gedaan.” Hij (Iblies) zegt: “Veel heb je niet gedaan.” Dan komt er een andere en die verklaart: “Ik heb die en die niet met rust gelaten door wrijving en wrevel op te wekken waardoor hij van zijn vrouw scheidde.” Daarop benadert Iblies hem en zegt: “Jij bent werkelijk goed.” Sahieh Muslim 4/ 2241, nr. 2025
Hij zal nooit opgeven zoals blijkt uit de hadieth die door Ahmad en al-Haakim is overgeleverd: “Voorwaar, shaytaan zei: “Bij Uw glorie en majesteit, ik zal nooit ophouden met het misleiden van Uw dienaren zolang hun zielen nog in hun lichamen verblijven.” En de Heer zei: “Bij Mijn glorie en majesteit, Ik zal nooit ophouden met vergeving schenken, zolang zij om Mijn vergeving vragen.” Sahieh Al-Djaamie’ As-Saghier 2/ 72
De soldaten van Iblies In soerah Maryam 19: 83 staat: “Zien jullie dan niet dat Wij de shayaatien gezag hebben gegeven over de ongelovigen om hen te misleiden en aan te moedigen bij het begaan van zondes?” 77
Degenen die Allaah verwerpen en Hem weigeren te gedenken en te aanbidden krijgen shayaatien als metgezellen aangesteld, zoals we lezen in soerah Az-Zoekhroef 43: 36: “En wie zich afkeert van het gedenken van Ar-Rahmaan, wijzen Wij shaytaan aan als zijn qarien (onafscheidelijke zielsverwant).” En in soerah Foessilat 41: 25: “En Wij hebben hen duivelse metgezellen toegekend die hen verblinden door de dingen te verfraaien door verdraaiing: zowel van wat er zich voor hen bevindt (hun wereldse, zondige levens waarin het genot wordt nagejaagd) als van wat er zich achter hen bevindt (nl. hun ontkenning van de afrekening en de opstanding).”
Abu Musaa Al-Ash’arie
zei:
“Wanneer Iblies de ochtend bereikt, verspreidt hij zijn soldaten op aarde en zegt: “Degene die een moslim tot dwalen brengt zal ik een kroon laten dragen.” Een van de shayaatien zal dan zeggen: “Ik ben bij die en die persoon gebleven totdat hij scheidde.” Een ander zal zeggen: “Ik ben bij die en die gebleven totdat hij zinaa deed.” En een ander zal zegen: “Ik ben bij die en die gebleven totdat hij alcohol dronk.” En weer een ander zal zeggen: “Ik bleef bij die en die totdat hij iemand vermoordde.” Hij (Iblies) zal dan zeggen: “Jij bent het; jij bent het.” Ahmad, Ibn Hibbaan. Hasan verklaard door shaikh al-Albaanie in zijn ‘Silsilah As-Sahiehah’ 1280
Shaytaan heeft duidelijke doelstellingen en plannen, zoals de dienaren laten dwalen, onachtzaam laten zijn in het gedenken van Allaah, het verlaten van de salaat (-ul djamaa’ah), het verspreiden van onderlinge vijandschap en het uiteindelijke vergezellen van hem bij het binnentreden van de djahannem. In soerah Al-Mudjaadalah 58: 19 staat: “De shaytaan heeft hen overmeesterd, waarna hij hen de gedachtenis van Allaah deed vergeten. Zij zijn degenen van de groep volgelingen van de shaytaan.”
En in soerah An-Nisaa’ 4: 60 staat: “En het is zo dat de shaytaan hen ver weg wil doen afdwalen.”
En in soerah Al-Mudjaadalah 58: 10 staat: “Voorwaar, de shaytaan wil alleen maar vijandschap en haat tussen jullie veroorzaken.”
78
Djaabir
heeft overgeleverd dat Rasuulullaah
heeft gezegd:
“De shaytaan heeft de hoop verloren dat de gebedsgangers van het Arabische schiereiland hem zouden aanbidden, maar hij streeft ernaar om onenigheid tussen hen te veroorzaken.”
Wanneer zijn de shayaatien actief? Terwijl het grootste deel van de mensen slaapt en rust gedurende de nacht, nemen vele schepselen dit als een kans om slecht te doen en het kwade te verrichten. Djaabir Profeet
heeft overgeleverd dat de
zei:
“Wanneer de donkerte van de nacht begint, verspreiden de shayaatien zich.” Al-Bukhaarie (3304, 5623), Muslim (2012, 2013) e.a.
En Djaabir
heeft overgeleverd dat de Profeet
zei:
“Verminder jullie ondernemingen buitenshuis wanneer de stilte van de nacht is ingetreden, want waarlijk, Allaah heeft schepselen die Hij dan los laat.” Abu Daawuud en al-Bukhaarie. (in ‘Al-Adab ul-Mufrad’ nr. 1233, 1235) Sahieh verklaard door shaikh al-Albaanie. (‘As-Sahiehah’ nr. 1518)
Wanneer de zon onder gaat, (met al-maghreb) dienen de kinderen binnenshuis te worden gehouden om ze te beschermen tegen het kwade. Djaabir
heeft overgeleverd dat Rasuulullaah
zei:
“Wanneer de nacht begint, houd jullie kinderen dan tegen (te spelen) totdat de schemerings piek eindigt, want shayaatien verspreiden in die tijd. Wanneer een uur van de nacht voorbij is, mag je hen laten gaan.” Al-Bukhaarie (3304, 5623), Muslim (2012, 2013), e.a.
Deze hadieth maakt duidelijk dat er ‘een piek’ is voor het verspreiden van het kwade, welke vanaf zonsondergang een uur duurt. Deze tijdpiek is vooral voor kinderen schadelijk; zij dienen gedurende dat uur binnen te spelen i.p.v. buiten. Na dit uur mogen de kinderen weer buiten spelen gaan. Maar wanneer het later in de nacht wordt en de straten leeg worden, dient iedereen te voorkomen naar buiten te gaan. Djaabir
heeft overgeleverd dat de Profeet
zei:
“Ga na de stilte (van de nacht) slechts sporadisch naar buiten (alleen voor het nodige), want, waarlijk, Allaah heeft schepselen die Hij dan los laat.” Abu Daawuud en al-Bukhaarie. (in: ‘Al-Adab ul-Mufrad’ nr. 1233, 1235)
79
Soortgelijk heeft Djaabir
overgeleverd dat de Profeet
zei:
“Pas op (om naar buiten te gaan) om na de stilte van de nacht te kletsen, want jullie kunnen niet weten wat Allaah uit Zijn schepping brengt.” Al-Haakim. Sahieh verklaard door shaikh al-Albaanie. (‘As-Sahiehah’ nr. 1752)
Lieve moslims, er is geen ander pad dan het pad om onszelf te genezen en te beschermen. Begin er aan en laat het nooit meer los. Leef met ruqyah en adhkaar en Qur’aan en du’aa iedere dag van je leven en wijk hier geen dag van af. Wie de overleveringen die in dit schrijfwerk zijn aangehaald terzijde legt, dient aan zichzelf te moeten toegeven dat hij zichzelf misleidt met zijn eigen nafs of dat de shayaatien hem al misleid hebben niet willen dat hij alsnog recht geleid wordt. Ahmad en al-Haakim hebben overgeleverd: “Voorwaar, shaytaan zei: “Bij Uw glorie en majesteit, ik zal nooit ophouden met het misleiden van Uw dienaren zolang hun zielen nog in hun lichamen verblijven.” En de Heer zei: “Bij Mijn glorie en majesteit, Ik zal nooit ophouden met vergeving schenken, zolang zij om Mijn vergeving vragen.” ‘Sahieh Al-Djaamie’ As-Saghier’ 2/ 72
In soerah Az-Zumar 39: 53 staat: “Zeg: “O Mijn dienaren die zichzelf onrecht hebben aangedaan! Wanhoop niet aan de rahmah van Allaah, want Allaah zal alle zonden (behave shirk) vergeven, want Hij is de meest vergevensgezinde, meest genadevolle. En keer in berouw en in gehoorzaamheid met oprecht geloof tot jullie Heer en geef jullie zelf aan Hem over.”
Ibn Abi ‘Aasim en anderen
hebben overgeleverd dat Rasuulullaah
zei:
“Shaytaan zegt: “Ik vernietig mensen via zonden en zij vernietigen mij door “Laa ilaaha illaa’llaah” te zeggen en vergeving te vragen. Toen ik me dit realiseerde spoorde ik hun verlangens zo erg aan dat zij zonden begaan en niet langer om vergeving vragen, denkende dat zij juist goed deden.” Abu Ya’laa en Ibn Abi ‘Aasim
Het beschermen van de moslims tegen aanvallen van shayaatien en de sehr en waswaas (magie en influisteringen) die zij bewerkstelligen, behoort tot de allerbeste daden. Deze bescherming behoort tot de taken van de profeten en boodschappers en is zelfs een van de belangrijkste redenen waarom Allaah hen heeft gezonden. Shaikhul-islaam Ibn Taymiyyah heeft in zijn ‘Madjmu’ al-Fataawa’ (19/65-57) gezegd: “Dit is een van de beste daden en behoort tot de daden van de profeten en de rechtschapenen. De profeten en rechtschapenen hebben de kinderen van Aadam door alle tijden heen beschermd 80
tegen shayaatien door middel van datgene wat Allaah en Zijn Boodschapper opgedragen.”
hebben
En in ‘Al-djawaab as-Sahieh’ (5/ 346-357) heeft hij gezegd: ‘Datgene waarmee de Boodschapper is gekomen, is een enorme hinder voor de doelstellingen van de shayaatien. Er heeft op aarde geen gebeurtenis plaats gevonden die de doelstellingen van de shayaatien zo dwarsboomt als de zending van Muhammad en de openbaring van de Qur’aan tot hem.”
Ik smeek Allaah om dit werk tot een van de zaken te laten behoren die mijn weegschaal zwaarder zullen maken met goede daden en dat dit werk tot een van mijn ‘sadaqaat djaariyah’ mogen behoren, wanneer ik straks in mijn graf lig. Ik vraag Allaah om al onze daden zuiver voor Zijn Gezicht te maken, in overeenstemming met aan Zijn welbehagen, aamien.
Subh’aanaka ‘llaahoemma wa bieh’amdieka, Ash-hadu allaa illaaha illaa ant, Astaghfiroeka wa atoeboe ilayk.
81
82