16 coververhaal
TEKST CATHALIJNE BOLAND FOTOGRAFIE REPORTAGE GERRITJAN HUININK FOTOGRAFIE PORTRETTEN ADRIE MOUTHAAN
Gewoon christen, niet meer, niet minder
Geloven in je w Jonge hoogopgeleide christenen maken carrière als ieder ander, met dat verschil dat ze God op de agenda willen houden. Christelijk carrière maken betekent bewust stilstaan bij de betrekkelijkheid van bonus, BMW en visitekaartje.
‘A
ls het geloof niks betekent van maandag tot vrijdag, wat voor geloof heb je dan?’ Jozua Ros (34) werkte voor VNO-NCW aan een project waarbij ervaren Nederlandse managers als vrijwilligers worden uitgezonden naar ontwikkelingslanden. Geen doel waar hij zich als christen voor hoefde te schamen. Toch was Ros niet tevreden. In zijn dagelijkse werk had hij weinig met de goede werken te maken. Hij had eigenlijk een gewone kantoorbaan. En hij vroeg zich af hoe hij zich in die gewone kantoorbaan als een christen kon gedragen. ‘Goed, je moet geen paperclips stelen – maar is dat alles? In de bijbel staan veel aannames: daar waar God is, kan het beter worden. Daar waar God is, kan zijn zegen rusten. Maar kan dat dan alleen bereikt worden door dingen níet te doen?’ Ros zegde zijn baan op. Zijn vrouw zei haar baan op. Samen gingen ze zendingswerk doen voor de christelijke organisatie Jeugd met een Opdracht in ZuidAfrika en Brazilië. In de sloppenwijken zag hij dat zijn geloof daar goed nieuws was. Maar hij kwam ook tot de conclusie dat ze hem daar niet zo hard nodig hadden. ‘De kerk groeit er als een tierelier. En ik vroeg me af: hoe zou het zijn, als iedereen nu eens gewoon bleef waar hij was? Neem een financial. Als die weet hoe hij zijn geloof zichtbaar kan maken op zijn werkplek in Nederland, dan moet Nederland daar beter van worden.’ Terug in Nederland zette hij een netwerk op voor christelijke starters op de arbeidsmarkt vanuit de christelijke stichting de Navigators. Er zijn nu neArena Emeriti bidt voor de maaltijd
WWW.INTERMEDIAIR.NL INTERMEDIAIR 51 18 DECEMBER 2008
e werk
coververhaal 17
18 coververhaal Grietje van Dijk (29) w gentien LifeNet-kringen verspreid over negen steden. ‘Het was mijn verlangen young professionals te laten zien hoe ze andere keuzes kunnen maken. Dat ze bewust kunnen leven, tijd kunnen nemen voor hun gezin. Dat ze niet werken om te consumeren. Je hoeft geen christen te zijn om die keuzes te maken. Maar de kracht van God helpt je daarbij.’
pact trekt een schip vol christenen die de karikatuur voorbij zijn. Ze dragen spijkerbroeken en dure zonnebrillen en zingen geen gitaarliederen bij het kampvuur. Bijna nadrukkelijk wordt wijn en bier te drinken aangeboden. Je mag met beide benen in de wereld staan en je mag ervan genieten.
Wie zich in Nederland ‘christen’ noemt, komt
Ze zijn ondernemer, financieel consultant, managementtrainee, co-assistent, business-ana-
meestal uit orthodox-protestantse hoek, geworteld in het calvinisme dat zo vaak als verklaring wordt aangehaald voor alle deugden en tekortkomingen in ons nationale karakter. Of uit de evangelische en Pinksterkerken, die van recentere datum zijn. Het gaat om vier procent van de bevolking, opgedeeld in een bont geheel aan stromingen, veroorzaakt door afscheidingsbewegingen en kerkscheuringen waar de buitenwacht op zijn zachtst gezegd weinig van begrijpt. Jonge hoogopgeleiden die zich christen noemen kijken net als de ChristenUnie meer naar onder-
list, merkanalist, junior bouwkostendeskundige, arts, makelaar en programmamanager en ze komen elke eerste maandag van de maand bij elkaar. ‘Arena Emeriti’ is een van de LifeNet-kringen. Het is de voortzetting van Arena, herendispuut ‘met corporale inslag’, onderdeel van Navigators Studentenvereniging Rotterdam. Eerst eten ze samen, afhaal-Chinees dit keer, de wijn erbij wordt gul geschonken en het volume van hun gesprekken overstemt de Wagneriaanse muziek op de achtergrond. Na het eten splitst Arena Emeriti zich in kleine
Dispuutsavond Arena Emeriti
leider project Dienstverlening, stadsdeel Osdorp
■
‘In een politieke omgeving is het verrotje moeilijk om je integriteit te bewaren. Ik denk dat je je daar als christen scherper bewust van bent, door het normenkader waarmee je bent opgegroeid. In de ambtenarij moet je de juiste mensen kennen. Van de week had ik een congres. Dan zie ik mezelf daar rondlopen, en aardig doen. Ik zeg niet dat het allemaal fake is. Maar wanneer wordt het wel fake? Wanneer ben je niet je project maar je eigen ego aan het promoten? Daar zit een spannend randje aan. In een vorige baan kon ik wel eens gefrustreerd raken door het gebrek aan genade – ik weet geen ander woord, ik bedoel een bedrijfscultuur die kletserig is. Zelf probeer ik dat echt niet te doen, omdat God geen rommel maakt. Ieder mens is het waard om gezien te worden. Ik zal snel zeggen: geef hem wat credit. Of: valt er nou echt niks positiefs op te merken. Dat geldt ook voor je baas. Gezag ontvang je. Ik zal beslist niet beweren dat elke manager van God gezonden is. Maar je steunt je baas, tenzij. Dat betekent niet kletsen en klagen over je baas, maar de verhouding zuiver houden, ook door feedback te geven. Op zondagavond kan ik wel eens wakker liggen van mijn werk. Het geeft mij heel veel rust om dan voor het bedrijf te bidden. Omdat ik dan ervaar dat de verantwoordelijkheid voor het welzijn van de organisatie niet bij mij ligt, maar bij God. Niet dat Hij het dan wel even zal fiksen. Maar dat het een te zware opdracht voor mij is om alles zelf op te lossen, en dat dat ook niet hoeft. Zelfhulpboeken zijn ook zinnig en die lees ik evengoed, maar de spirituele kracht is drie keer zo effectief. Ik ben nog lang niet uitgekeken, ik wil graag blijven springen in mijn carrière. God is daarbij in zekere zin mijn grootste supporter. Omdat ik doe waarvoor ik gemaakt ben, zoals een vogeltje dat op het dak zit te fluiten doet waarvoor het gemaakt is.’
Adriaan Kom, business-analist
linge overeenkomsten dan verschillen. LifeNet is niet het enige initiatief. Impact – ‘christen-zijn in werk, relaties en samenleving’ – is een open netwerk en organiseert drukbezochte congressen en events ‘om elkaar te stimuleren herkenbaar te leven naar het voorbeeld van Jezus’. ‘Durf te dromen’ geeft maandelijkse netwerkborrels in Utrecht en Amsterdam. Er zijn accentverschillen – de nadruk kan op de bijbelstudie liggen, of juist op de borrel. De overeenkomst is dat het om twintigers en begin-dertigers gaat die hun carrière heel serieus nemen, en tegelijkertijd God op de agenda willen houden. Het gaat niet om zonderlinge, langgerokte zeloten of al te blije EO-types. De landelijke zeildag van Im-
groepjes voor een goed gesprek over ‘christen-zijn op het werk’. Business-analist Adriaan Kom (28) rijdt in zijn BMW naar het huis van Wouter Jan Verheul (29), die bij een denktank voor het openbaar bestuur werkt en daarnaast promotieonderzoek doet. Zo’n goed gesprek laat zich natuurlijk niet afdwingen, zegt Verheul. ‘Vaak gaat het over een concreet voorval waar iemand tegenaan loopt.’ Laatst was een van hen binnengekomen met een soort casus. ‘Hij legde dat echt aan ons voor: ik heb een collegaatje die in scheiding ligt…’ ‘O, dát, ja’, herinnert Kom zich nu ook. ‘Die wil nou tijdelijk bij mij in huis trekken. Zal ik dat doen, ja of nee. En we bleken daar heel verschillend over te denken. De een zei, “dat moet je doen, het is
coververhaal 19
WWW.INTERMEDIAIR.NL INTERMEDIAIR 51 18 DECEMBER 2008
‘Spirituele kracht is drie keer zo effectief’
goed om je te ontfermen over een ander”. De ander was er heel pragmatisch in – “prima toch, desnoods wordt het wat tussen jullie”. En de derde zei: “Dat moet je absoluut niet doen”.’ Kom: ‘Want dan maak je misbruik van haar kwetsbaarheid en is dát nou de christelijke gastvrijheid waar we het hier over hebben?’ Verheul: ‘Terwijl we allemaal christenen zijn, zie je dat we heel verschillend redeneren. De bijbel is daarmee geen boek dat altijd een eenduidig, strak antwoord geeft op een vraag waar je tegenaan loopt.’ In hun studententijd waren de discussies vaak feller, zegt Kom. ‘We hadden wat meer de wijsheid in pacht. Nu proberen we elkaar minder te overtuigen. Je krijgt meer respect voor bepaalde keuzes die mensen maken.’
w
Wouter Jan Verheul, programmamanager en promovendus bij een denktank
Nu gaat het vaak over ‘kruispuntvragen’, zoals Verheul ze noemt. Welke baan zal ik nemen, zal ik trouwen of niet, zal ik verhuizen of niet. En centraal staat de vraag: wat bepaalt je identiteit. ‘Stel dat je die volledig ophangt aan je werk en de bonussen die je binnenhaalt. Wat dan als je opeens ontslagen wordt, wat dan als je collega je opeens van je plek duwt? Wat blijft er dan nog van je zelfvertrouwen over als je het geloof niet had?’
Op het werk lopen Verheul en Kom niet met hun geloofsovertuiging te koop. Dat wil zeggen, ze verstoppen zich niet, ze maken er geen geheim van dat ze christen zijn – maar ze zouden zich ook niet willen opdringen. Hun houding is gezond zelf- w
coververhaal 21
WWW.INTERMEDIAIR.NL INTERMEDIAIR 51 18 DECEMBER 2008
Albert van der Wal (28) consultant KPMG & Marloes Pomp (28) projectleider
‘ Ambtenaar van de toekomst’ en promovenda. Getrouwd, zoon van 4, dochter van 3. Oprichters van durftedromen.nl, christelijk netwerk van young professionals
■
Marloes: ‘In christelijke kring hebben veel young
professionals het gevoel dat ze een keuze moeten maken: fulltime carrière maken, of fulltime voor God werken. Dan gaan ze opeens naar Afrika om een bedrijfje op te richten, of fulltime voor een christelijke organisatie werken. Met durftedromen.nl willen we duidelijk maken dat het niet zo radicaal hoeft te zijn. Je kunt christen zijn en gewoon werken.’ Albert: ‘Het zijn borrels waar je ook je collega mee naartoe kunt nemen, een plek om het geloof met elkaar te delen, maar vooral ook om te netwerken.’ Marloes: ‘Er is geen verschil tussen christelijk en anders carrière maken. Er is wel een verschil in focus.’ Albert: ‘Iedereen gaat snoeihard. Het gevaar is dat je dan alleen met je werk bezig bent. Dan ontwikkel je je heel eenzijdig, niet persoonlijk. Ik geloof niet dat ik daar een leuker mens van word.’ Marloes: ‘Vanuit je geloof vind je dat je werk niet het belangrijkste is. Dat is je relatie met God, en met elkaar. Het blijft zoeken naar balans en bezinning. Soms heb ik geen zin om te geloven, dan ben ik het even zat. Dan komt het me niet zo goed uit, bijvoorbeeld als ik net aan een nieuw project ben begonnen.’ Albert: ‘Ik geloof dat God mij gemaakt heeft, en dat hij een doel heeft met mijn leven. Dat geeft in de eerste plaats veel rust. Als mijn carrière goed gaat, vind ik dat gaaf. Maar als het niet goed gaat, val ik niet helemaal om. Ik hoop dat ik mensen wat mee kan geven van de manier waarop ik in het leven sta. Ik geloof, what’s your story? Er is onder hoger opgeleiden grote behoefte aan zingeving.’ Marloes: ‘Zingeving is hot. Collega’s zeggen vaak: “O, ik geloof ook”. Maar dat gaat vaak om een soort gevoelsgeloof dat mij te makkelijk is, te vluchtig. Het christelijk geloof draait niet om hapsnap en zappen. Het is wel eens lastig uit te leggen dat het voor mij méér betekent.’
wbewust. Ze zijn gewoon christen, niet beter dan een ander, maar ook zeker niet minder. Slechts een enkele keer heeft Kom het gevoel dat hij zich moet verdedigen – bijvoorbeeld als het scheppingsverhaal als baarlijke nonsens wordt afgeserveerd, of wanneer mensen het gek vinden dat hij jong is getrouwd, terwijl ze er zelf misschien een
‘Je kunt christen zijn en gewoon werken’
zootje van maken op relationeel gebied. Dan vraagt hij zich af waarom niet-christenen wel frank en vrij hun mening te berde mogen brengen en hij kennelijk niet. Soms schuurt er iets tegen zijn geweten. Een bepaald voorstel voor een contractvorm die hij niet heel transparant vond voor de klant, daar heeft hij iets van gezegd. ‘Daar heb ik me hard voor gemaakt. Misschien is dat gewoon fatsoen. Toch hoor ik heel weinig andere mensen opmerkingen plaatsen over zo’n contractvorm.’ Verheul: ‘Integriteit is meer dan goed fatsoen. Als ik iets wil doorgeven van Gods liefde, zal ik integer moeten zijn.’ Kom: ‘Dat komt dicht bij de gedachte dat je iedereen zou moeten behandelen alsof het de belangrijkste persoon is, alsof God of Jezus in die persoon zit. Dat staat natuurlijk haaks op de zelfgerichtheid wat de financiële crisis mede heeft veroorzaakt. Dat is iets waar ik elke dag bij probeer stil te staan. Ik zou mijn geld niet willen verdienen door short te gaan op de beurs.’
Maar echte dilemma’s en problemen, nee. Dat is een groot verschil met de generatie christenen van 35-plus, die nog veel meer spanningen ervaart, zich sneller in een hoek gedrukt voelt en schuldig over van alles en nog wat. Dat ze hun geloof niet genoeg uitdragen bijvoorbeeld. Of dat carrière maken niet hoort. Voor zover de huidige generatie jonge hoogopgeleide christenen spanningen ervaart, zitten die niet zozeer in de verhouding tot andere collega’s, al vinden ze het heel vervelend wanneer hun geloofsovertuiging wordt gereduceerd tot een rijtje moreel-ethische multiple choice-vragen. De spanning zit in henzelf. Christenen staan bewust in het leven en dus ook bewust in hun werk. Ben ik wel integer? Wat is de maatschappelijke betekenis van mijn werk? Waar wil ik mijn geld aan besteden? Hoe voorkom ik mindless spending? Besteed ik niet te veel tijd aan mijn carrière? Ben ik ook nog iemand als ik mijn visitekaartje en mijn BMW op een kwade dag moet inleveren?
w
WWW.INTERMEDIAIR.NL INTERMEDIAIR 51 18 DECEMBER 2008
coververhaal
‘Dit is de echtheid van Abel’
column 23 Cynisme
■
Hoe gaat zoiets? Je hebt maandenlang gewerkt aan dat project. Thuis telkens weer uitleggen hoe belangrijk het wel niet is. Onderweg in de auto al plannen aan het maken voor ná je volgende carrièrestap. En dan – pats, boem –, komt er een crisis, staken ze je project en hoor je dat je baan op de tocht staat. Zoiets laat een litteken achter in je brein. Een litteken dat cynisme heet. Cynisme is een intrigerend fenomeen. Je doet een heftige, emotionele ervaring op en hup, je brein verstopt je zelfvertrouwen op een veilige plek en amputeert uit voorzorg meteen maar je ambitie. Cynisme is een oorlogswond die telkens weer opspeelt als mensen om je heen hoge verwachtingen hebben, als iemand in je omgeving het woord carrière noemt en – vooral – als je per ongeluk af en toe, op een fantoompijnachtige manier nog iets van je oude drive voelt. Cynisme zegt: ‘Geloof jij daar nog in?’ En:
Cynisme is een oorlogswond die telkens weer opspeelt als mensen om je heen hoge verwachtingen hebben Abel Korevaar (35)
Businessmanager White Labels Debitel Nederland Landelijk voorzitter van Impact, ‘open netwerk voor jonge christen-professionals’
■
‘Ik heb twee jaar de tijd om de White Labelstrategie op de kaart te zetten en ik vind mijn werk echt fantastisch. Toch zal ik hierna niet per definitie een andere baan nemen, laat staan in de branding of telecom. Ik weet niet waarom het begint te knagen – omdat ik 35 ben, door het werk van mijn broer die ontwikkelingswerk doet in Mozambique, of omdat God in het spel is. Maar ik zie de nood niet vragen om meer of andere telecommerken. Zo’n opborreling geef ik alle ruimte. Er zijn keuzes die ik durf te maken, juist omdat ik er niet alleen voor sta. Geloven, het is een soort luxe, een comfort, om afhankelijk te zijn van God. Het is niet een afhankelijkheid waarbij ik achterover ga leunen. Het is een afhankelijkheid die me in staat stelt mijn verantwoordelijkheid te nemen, tot waar mijn verantwoordelijkheid reikt. Dat merk je vooral in perioden dat je het moeilijk hebt. Ik heb een eigen
w Voor de vragen die ze zichzelf stellen, zoeken ze graag gelijkgestemden op. In de studententijd was dat de christelijke studentenvereniging. Nu is dat een netwerk voor christelijke young professionals. Ze zeggen er allemaal nadrukkelijk bij dat het geen vragen zijn waar christenen het alleenrecht op hebben. Het valt wel op dat ze zich die vragen vroeg stellen –
bedrijf gehad, en daarin een heel slechte periode meegemaakt. Toen ik zelf geen grond meer onder de voeten had, heb ik me afgezet op Zijn grond. Christelijk leidinggeven bestaat niet. Als ik een goede projectmanager wil zijn, ga ik gewoon naar een cursus projectmanagement – geen christelijke cursus. Wel is authenticiteit belangrijk. Ik werkte twee maanden bij Debitel toen ik ging trouwen. Ik heb er toen voor gekozen al mijn collega’s uit te nodigen voor onze zeer persoonlijke trouwdienst in de Crossroadskerk. Ik vond dat spannend: amper binnen en er dan al royaal voor uitkomen dat ik christen ben en geloof. Je loopt natuurlijk de kans dat ze denken: wat ís dit voor een kerel? Maar ik dacht, dit is de echtheid van Abel. Ik ben er trots op dat ik me niet heb laten weerhouden.’
ruim voor de dertigersdip zich aan kan dienen. En dat ze zich in hun zoektocht gesteund weten. cathalijne.boland@ intermediair.nl
‘Kijk die lui eens rennen. Denken ze nou echt dat dat iets oplevert?’ De ware cynicus is alleen nog blij te maken met een slechte afloop: ‘Ik zei het al toen-ie geboren werd: die gaat een keer dood! En raad eens wie er vandaag achterop de krant staat! Nou?’ Er is onderzoek dat laat zien dat een neiging tot pessimisme en cynisme aangeboren is. Maar dat genetisch bepaalde talent voor zwartkijken moet je wel ontwikkelen. Kleine kinderen lijken nog niet zo vatbaar voor cynisme. Ze vallen honderd keer van hun step en klimmen er telkens weer op. Maar als kinderen ouder worden en vervelende sociale ervaringen opdoen, zeggen ze opeens zomaar dingen als: ‘Tja, wat heb je nou aan vrienden?’ Als ik zulke dingen hoor, dan denk ik altijd: zelfbescherming. Cynisme is een vorm van zelfbescherming. Wie niets van het leven verwacht, wordt namelijk ook nooit teleurgesteld. Eigenlijk wel grappig hoe ons brein dat regelt. Eigenlijk iets waar je – ook als cynicus – met enige bewondering om zou kunnen glimlachen. Spijtig is alleen dat cynici dat niet meer kunnen. Spijtig is dat ze op den duur alles met scepsis en wantrouwen benaderen. Alles, behalve hun eigen cynisme. Ben Tiggelaar
[email protected]