Waste Management Onderzoek en Iulvisming op hal geblad van afvel· fin milieubeheer door de KUB en de TUE
VAN aJEMISal AFVAL OP IE
A. Schreud.ers Februari 1989.
PAGJNA
VOO~RD
SAMENVATriNG
1. INlEIDING 1.1. Inleiderrle oprerk:irxJen 1.2. Aanpak
1 1
2. WEITELIJK KADER
2 . 1. Inleic:li.nJ 2. 2. De procedure en de wetten
3 3
3 • DE GOEDERENS'I'Rt'XM
3 .1. Inleic:ti.nJ 3. 2. De beheerseenheden 3. 3. Het Transport naar de BBC 3.4. BBC 3. 5. De Vergunninghouders 3. 6. De Verpakking
5 7 8 9 9
10
4. BFSIURING VAN DE GOEDERENS'I'ROCt-1:
4.1. Inleic:ti.nJ 4. 2. De goederenstrocmbeheersing 4. 3. De avemarnelij sten 4. 4. De beheerseenheden 4. 5. Het transport naar de BBC 4. 6. Bestuur en Beleid
11 11
13 13
15 15
5. OONCIUSIES
17
LITERA'IUURLIJST
18
BIJlAGEN
1. OVerzicht overnamelijsten september-november 1988 2. Organisatie schema 'IUE 3. Gedetailleerd beeld beheerseenheden
VeiVolg 4. categorale in:ielingen 5. OVernamelijst 6. De Toekanst
7. Regeling Chemische Afvalstoffen 8. Plattegrom 'IUE 9. Lij st met afkortingen
19 20
21 22 23 24 25 28 30 31
VOOIMJORD
Als orrlerdeel van zijn doctoraal-fase moet iedere student Bedrijfskurrle aan de Technische Universiteit Eindhoven een irxtividuele stage uitvoeren. Deze stage hield voor mij in dat ik in opdracht van het Waste Management Programma een inventarisatie maakte van de verwijderin::J van chemisch afval bij de Technische Universiteit Eindhoven. Het Waste Management Programma is een samenwerkingsverbarx:l 'blSSell de Katholieke Universiteit Brabant en de Technische Universiteit Eindhoven op het gebied van afval~ en milieubeheer. Dit ra{:P)rt is een weergave van de inventarisatie, zoals die door mij in jarruari 1989 is uitgevoerd. Op deze plek wil ik iedereen bedanken die eraan heeft IOOegeholpe.n am deze inventarisatie te doen slagen. Ik wil met name de heer A. Bieze bedanken voor de begeleidin::J van dit orrlerzoek. Eindhoven, februari 1989
SAMENVA'ITING
Dit rapport bevat de resultaten van een inventarisatie van de verwijdering van chemisch afval op de Technische Universiteit Eirrlhoven. Deze inventarisatie is gemaakt in opdracht van het Waste Management Programma, als onderdeel van een project an te kanen tot de beheersing van de chemicaliënstrcx:xn op de 'IUE. Er wordt een beschrijving gegeven van de goederenstroom van chemisch afval. Beschreven wordt bij welke beheerseenheden afval ontstaat, in welke hoeveelheden en via welke kanalen het verwijderd wordt. In 1986 heeft de 'IUE Ol'l3'eveer 40. 000 kg chemisch afval afgevoerd naar voornamelijk :Rrilips. De faculteit der Scheikundige Technologie blijkt de grootste producent t!e zijn net 60% van het totaal. Het betreft voomarnelijk o:rganisch chemisch afval. De 'IUE heeft een inzameldienst voor chemisch afval. Na een verzoek tot overname wordt het afval ter plekke opgehaald. Deze dienst is cp;Jezet door Scheikundige Technologie en maakt gebnrik van transport:Ioogelijkheden van de Bouw Technische Dienst. Het meeste afval wordt via deze dienst afgevoerd. raarnaast is de o:rganisatie van de afvalverwijdering bekeken. Deze is onder te verdelen in drie niveau's: beleid, besturing en beheersing. Binnen de beheerseenheden zijn grote verschillen in de beheersing. Van besturing is nauwelijks sprake. Men beschikt op bestuurlijk niveau nauwelijks over infonnatie betrefferrle de uitvoering van de afvalverwijdering en is daardoor niet in staat in te grijpen wanneer dit nodig is. De zwakste punten in de afvalverwijdering zijn de slechte organisatie en het geringe besef van de noodzaak van een goed verloperrle afvalverwijdering. Hierdoor is over veel zaken niet goed nagedacht wat zidl uit in allerlei gebreken in de voorzi~ (als vaten, opslagplaatsen, transportmiddelen etc.) . Een werkelijk beheerste atvalstraan zal dan ook pas verkregen kunnen worden wanneer nen tot een nentaliteitsverandering kant en er een duidelijke o:rganisatie van de grom kant.
INlEIDING
HOOFmiUK 1
1.1. Inleiderne cpnerki.n]en..
De laatste jaren zijn wettelijke en maatschappelijke eisen aan de milieuzorg van orrlememin:Jen toegencrren. De Technische Universiteit Eirrlhoven zal als overheids- en opleidingsinstituut in dit kader een voortrekkersrol dienen te vervullen. Men wil daarom op korte tennijn tot een goede beheersin;J van de afvalstoffenstroom kanen, net name die van chemisch afval. De eerste stap in dit project is een inventarisatie van de gang van zaken rorrlcm de veJ:Wijderin;J van chemisch afval op de Technische Universiteit Eirrlhoven. In dit rapport wordt het beeld beschreven, dat tijdens deze inventarisatie ontstorrl van zowel de goederenst.roem (van chemisch afval) als van de beheersin;J daarvan. Wanneer in dit rapport over afval wordt gesproken is hiennee, tenzij arrlers venneld, chemisch afval bedoeld. Qn de tekst in dit rapport te verduidelijken is in bijlage 2 een organisatieschema toegevoegd van de Tedmische Universiteit. On:ler het bestuur van de tmiversiteit (College van Besttrur en Universiteitsraad) is een aantal beheerseenheden te orrlerscheiden. Deze vallen uiteen in twee groepen: de faculteiten en de diensten. Alle beheerseenheden zijn in het orrlerzoek betrokken. Tijdens het orrlerzoek bleek een aantal eenheden nooit of zeer sporadisch dlemisch afval te produceren. Deze eenheden zijn verder niet neer in overzidlten terug te virrlen. In het organistatiesdlema (bijlage 2) zijn twee beheerseenheden wat verder uitgewerkt. Binnen het faculteitsbureau van de faculteit der Scheikurrlige Technologie opereert de milieu-assistent. Deze v&Vlllt een belarXJrijke rol bij de inzanelin;J van chemisch afval. Als orrlerdeel van de groep cultuurtechniek en infrastructuur van de Bouw Tedmisch.e Dienst (BID) is de terreirrlienst -werkzaam. Deze zorgt voor transport van chemisch afval (zie 3.3.).
1.2. Aarplk De inventarisatie is als volgt tot starrl gekanen. Allereerst is er gesproken net de milieu-assistent. De milieu-assistent verzorgt de coördinatie van de afvalveJ:Wijderin;J en is als zodanig redelijk op de hoogte van de afvalveJ:Wijderin:;Jsproblematiek. Hij houdt een administratie bij waanrit kan worden vastgesteld welke beheerseenheden (dit zijn zowel faculteiten als diensten) afval produceren, in welke hoeveelheden en welke stoffen. Dit is vastgesteld voor een pericxie van drie maarrlen (zie bijlage 1) . Vervolgens zijn allerlei personen uit de betrefferrle beheerseenheden geïnterviewd cm een beeld te krijgen van de veJ:WijderirYJsstructuur binnen de eenheden. Dit waren enerzijds I.ocale Veiligheids- en MilieuCoördinatoren (deze zijn verbeooen aan een bepaald gebouw of bepaalde groep gebouwen) en arrlerzijds mede-werkers wiens namen in de administratie van de milieu-assistent werden aanJetroffen. Tenslotte zijn er meerdere gesprekken gevoerd met mensen die het transport regelen (terreirrlienst, BID) en met de milieu-assistent cm een volledig beeld van de afvalveJ:Wijderin;J te krijgen. Tijdens het orrlerzoek kwam een aantal zwakke punten aan het licht. Deze bleken terug te voeren op drie grotere knelpunten.
1
In dit rapport Z1Jn de verschillende fasen van onderzoek hoofdstukgewijs terug te vinden. Hoofdstuk 2 bevat een overzicht van wettelijke eisen die ik in de literatuur tegenkwam. Hoofdstuk 3 en 4 geven een beeld van de huidige situatie rondom de afvalverwijdering. Hoofdstuk 5 vonnt de afsluiting, waarin de zwakke punten op een rijtje zijn gezet.
de tekst wordt verwezen naar een aantal info:r:matiebronnen: - Bijlagen zijn te vinden achter de tekst - Literatuw:verwijzingen verwijzen naar het corresponderende nummer in de literatuurlijst op blz. 18. - Het werkdossier is te vinden in de ladenkast van FT 1. 38 en is vooral bedoeld voor degenen die dit project voortzetten.
In
2
WEITELLJK KADER
HOOFI:SIUK 2
2.1. Inlei
---Stroom
r---I ;~---,~
- - - -
-
Ael11it
-r-:.-:. ,_....;..;.;.~'---'
I
------------. I
I
I I I
I
Figuur 2 .1. OVerzicht van 'Wetten die van toepassin;J zijn bij de vexwijdering van chemisch afval. De figuur is overgenemen uit een rapport van de I.arrlelijke Werkgroep Olemisch Afval (I.WC'A; Li.t. 2) en is aaiXJepast aan de situatie qJ de Technische Universiteit.
Wanneer een nmewerkerjstudent afval heeft, dat IOOgelijk chemisch afval is, kunnen er twee wegen bewarxield worden: I. Het afval wordt direct in riool of pnlllenbak "gedurrpt" cm:lat nen zidl niet bewust is dat het dlemisch afval is, of cm:lat men niet voldoerxie gerrotiveerd is het afval als chemisch afval te behandelen en als zodanig af te voeren. II. Men kijkt of het afval behoort tot een categorie waal:VcUl er bekerxie voorschriften zijn betrefferrle de afvoer (in vaten e.d.). Is dit niet het geval, dan l'IDet per geval worden bekeken of dumping in riool of pnlllenbak toegestaan is. 3
Vaak is niet eenvoudig vast te stellen of dumping in riool of prullenbak is toegestaan. Voorschriften die hierop betrekking hebben,
staan
venneld in de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) , de wet chemische afvalstoffen (Wca) , de afvalstoffenwet en in de gemeentelijke lozingsverordeningen. Niet altijd is uit deze wetten duidelijk op te maken wat als chemische afval Iroet worden afgevoerd en wat niet. De Tec:hnische Universiteit Eindhoven is in het bezit van een lozingsvergunning. De in de vergunning opgenanen lozingsvoorschriften zijn in dit geval bepalerxi. In de praktijk betekent dit, dat alle stoffen ~ gewerkt wordt in laboratoria en werkplaatsen, ongeadlt hoeveelheid en concentratie, dienen te worden afgevoehi als chemisch afval. Het chemisch afval wordt verzameld in vaten (containers) • Deze containers en hun opstellingsplaats Iroeten voldoen aan voorschriften op baSis van de Veiligheidswet (+ Al:Dowet), de Hi.rrlerwet en de :B:r'ëmfueveiligingsverordening. Dit betekent dat de vaten deugdelijk Iroeten zijn en van het juiste materiaal (bijvoo:rt>eeld geen zuren in metalen vaten) en dat de opstellingsplaatsen goed Iroeten zijn uitgerust (bijvoo:rt>eeld voldoerxie afzuiging en lekbakken). Het transport binnen de gebouwen Iroet voldoen aan de veiligheidswetgeving en aan de Hi.rrlerwetvergunning. Dit zal van geval tot geval dienen te worden bekeken. Voor het vervoer over de 'lU-weg naar de centrale opslagplaats (zie 3. 3. ) Iroet behalve aan deze twee wetten ook worden voldaan aan de wet gevaarlijke stoffen, onrlat het hier vervoer over een openbare weg betreft. Dit betekent onder andere dat de vervoerders in het bezit dienen te zijn van een transport document (vrachtbrief) en dat de Technisc:he Universiteit verantwoordelijk is voor een deugdelijke inrichting van het voertuig. De centrale opslag (BBC: zie 3.4.) moet voldoen aan de veiligheidswetgeving, Hi.rrlerwetvergunning en Brarrlbeveiligingsverordening. In deze nrimte dient bijvoo:rt>eeld voldoerrle opvan:Jruinrt:e te zijn an de inhoud van lekkende vaten op te vangen. Verder dient er voldoerxie ventilatie te zijn, mogen er binnen een bepaalde antrek geen gebouwen of stnriken staan etc. Het transport naar de vergunninghalder 100et voldoen aan de wet gevaarlijke stoffen. Aangezien het transport gebeurt door een vergunninghouder is deze verantwoordelijk. Voor de Technische Universiteit geldt echter dat ze aansprakelijk is voor de naleving van de voorschriften. Deze aansprakelijkheid berust bij de bestuurder persoonlijk enjof bij door hem schriftelijk met toezicht belaste personen. De aansprakelijkheid betreft alle handelingen binnen de instelling. OOk als de stof contractueel of feitelijk wordt overgedragen aan de vervoerder. Deze aansprakelijkheid vervalt niet op het IOCI'Ie'1t dat de stof het terrein van de Technische Universiteit verlaat. Een oveJ:l'laine van chemisch afval mag volgens de Wca alleen aan een houder van een door het ministerie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieuhygiëne verstrekte vergunningen. Wanneer de Technische Universiteit afval overdraagt aan zo'n vergunninghouder dienen volgens de Wca zowel vergunninghouder als de Technische Universiteit dit aan te melden bij VRCM.
4
DE GOEDERENS'I'RCCM
HOOFDS'IUK 3
3 .1 InleidinJ
In dit hoofdstuk en het volgerrle worden de resultaten weergegeven van de inventarisatie van de verwijderi.n3' van chemisch afval. Dit hoofdstuk beharx:ielt de goederenstroom. In het volgerrle wordt bekeken hoe deze goederenstroom bestuurd wordt.
Wanneer de goederenstraan van het chemisch afval wordt bekeken, kan dit gebeuren aan de harxi van een blokschema. Er ontstaat dan snel L.an overzichtelijk beeld (zi~ figuur 3.1.). De in dit hoofdstuk behamelde on:ienlerpen zijn tentg te vi.rxien in dit schema. ~ Co~derenstroo~
Q
Productie
'\7
Opslag Tijdelijke opslag Overschenken
D
Milieuassis
0
tent
~
~
Tra n sport TU Transport ext·ern
Vergunning-
houder
3
FiCJU'lr 3.1. De goederenstroom De figuur geeft het volgerrle beeld. Bij de verschillerrle beheerseenheden ontstaat chernisdl afval. Dit afval kan via één van volgenie kanalen worden afgevoerd: 1. Via de officiële inzaneldienst van de Technische Universiteit 2. Direkt aan een v~ouder 3. In riool of prullenbak 4. Na neutralisatie in het riool.
ad 1.
Wanneer een beheerseenheid een bepaalde hoeveelheid d1emisch afval heeft, 'WOrdt dit c.pJehaald door medewerkers van de Bouw Tedmisdle Dienst (BID) • Deze leveren het af bij de Bergi.rg Bijzorrlere Chemicaliën (BOC). Hier wordt het afvál. verzameld · en gebmjeld, waarna afvoer naar een v~ kan plaatsvirrlen. Op deze wijze ~ in 1988 7560 kg chemisch 5
afval naar H~ers en 27910 kg/1 naar Fhilips afgevoerd. (De vreenrle eenheid 'kgjl' komt doordat in overzichten kilogrannnen en liters zijn opgeteld). V~smateriaal wordt aan de verschillende beheerseenheden geleverd door de Milieu-assistent. In de volgende paragrafen zal elk van deze sta~ uitgebreider worden besproken. ad 2.
In een aantal beheerseenheden wordt afval direct geleverd aan een vergunninghouder. * De Centrale Technische Dienst (CID) levert een aantal afvalproducten uit haar stafgroep Reproductie en Fotografie (aluminium platen, zilverfixeer en filmresten) direct af aan Argentia B.V. Arrler afval wordt via het de inzameldienst afgevoerd. * Het Instituut voor Perceptie Orrlerzoek (HO) levert de kleine hoeveelheden dlemicaliën die het gebruikt direct af aan haar leverancier Fhilips. * De Bouw Technische Dienst (BID) draagt de zorg voor het rioleringsnet op de Technische Universiteit. Als zodanig geeft ze tweemaal per jaar de opdracht het riool schoon te maken. Boven:lien wordt bij tussentijdse ernstige veJ:VUi.ling zo'n opdracht gegeven. Het afval dat op deze wijze "ontstaat" wordt zowel door de BID zelf als via de inzameldienst afgevoerd. Om welke hoeveelheden chemisch afval het gaat, en wanneer welk kanaal gebruikt wordt voor de verwijdering, is niet duidelijk geworden tijdens het onderzoek. Arrler chemisch afval van de BID wordt via de inzameldienstverwijderd.
ad 3.
Tijdens het onderzoek bleek dat er (nog steeds) afval dat volgens de wetten als chemisch afval :rroet worden aangemerkt in het riool (of de prullenbak) verdwijnt. Dit blijkt ook uit het feit dat het riool periodiek :rroet worden gezuiverd. In welke mate dit voorkant werd niet duidelijk. Wel werd duidelijk dat men zeker nog niet overal doordrongen is van de gevolgen van lozing (élunping in de prullebak., betekent dat het bij het bedrijfsafval terecht kcmt en dus bijv. op stortplaatsen). Vooral over organische oplosmiddelen (wasbenzine, chlorofo:rm etc. ) wordt nogal licht gedacht door medewerkers en studenten.
ad 4.
Bij EFFIC, een orrlerzoekslal:x>ratorium voor IC's van de faa.llteit Elektrotechniek, bezit men een neutralisatie-installatie. De grote hoeveelheden zuur die men hier gebruikt, worden afgevoerd via een aparte afvoer. Na neutralisatie worden de ontstane zoutoplossingen geloosd op het riool. Naar schatting verbruikt men jaarlijks zo'n 1500 liter 30% loog voor de neutralisatie. Hie:rmae wordt gemiddeld evenveel zuur geneutraliseerd. Dit gebeurt met toevoeging van enorme hoeveelheden water, men schat zo'n 3-5m3 per dag.
6
De hoeveelheden die via elk kanaal worden afgevoerd zijn verzaneld in tabel 3.1. In totaal heeft het afvoeren van chemisch afval de Technische Universiteit in 1988 f 95.000 gekost.
Tabel 3 .1. Afgevoerde hoeveelheden chemisch afval ( 1988) Kanaal
hoeveelheid
1. inzameldienst naar Ihilips naar HCXJgers
27910 kg/1 7560 kg
2. direct aan
v~ouder
-CID
-rro -BID
3. riool/prullenbak 4. neutralisatie (incl. l<XXJ) 'Ibtaal bekend
940 kg 10 1
? ? 3000 l.
39420 kg/1
3. 2. Beheerseenbeden
In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van het verloop van de goederenstroom van chemisch afval binnen beheerseenheden. Voor een gedetailleerd beeld van de eenheden afzorrlerlijk wordt verwez0n naar bij lage 3 waar voor elke beheerseenheid enige karakteristieken wo:rden weergegeven. In deze paragraaf wordt vooral de grote lijn bekeken en worden opvallerrle zaken aangestipt. De verschillerrle beheerseenheden hebben niet allemaal een even groot aarrleel in de hoeveelheid afval die wordt afgevoerd. Tabel 3. 2 geeft een overzicht van het procentuele aarrleel dat iedere beheerseenheid heeft. Het betreft hier alleen hoeveelheden die zijn afgevoerd via de officiële inzameldienst. De getallen zijn geschat aan de l1arxl van hoeveelheden uit overnamelijsten (deze vormen de administratie van de inzameldienst; zie 4. 3. ) van de periode september-november 1988 (zie bijlage 1). Tabel 3.2. Procentuele aarrleel van afzonderlijke beheerseenheden in de
afvoer via de inzameldienst. Scheikurxlige Technologie Centrale Technische Dienst Werktuigbouwktnrle overige beheerseenheden sareen
60% 20% 7% 13%
7
Binnen iedere beheerseenheid verloopt de goederenstroan verschillend. Er zijn twee hoofdvormen te orrlerscheiden (zie figuur 3. 2.) •
=io A. 1 uitgangskanaal
::lo D vl
>
=joD'V \
>
B. meerdere uitgangskanalen
Figuur 3. 2. Hoofdvannen van goederenstraan binnen beheerseenheden. Vo:rm A wordt gekernrerkt doordat er één uitgangskanaal van chemisch afval is voor een hele faculteit. Deze vorm heeft als voordeel dat er een beter overzicht is, waardoor besturing in principe eenvoudiger is. Vorm B is in de praktijk herkenbaar aan een centrale opslagplaats voor de gehele beheerseenheid. Deze treffen we aan bij Natuurkurrle, de BID en de SBD. Bij de arrlere eenheden zijn er meerdere uitgangskanalen (Vorm B). Deze vorm is praktischer wanneer de geografische spreiciirg van een beheerseenheid groot is en er per groep een grote hoeveelheid afval ontstaat. Dit is onder arrlere het geval bij Scheikurrlige Technologie en de CID. In de verschillende werkplaatsen en laboratoria 'WOrdt het afval cpgevangen. Het kan meestal op een goed bereikbare plaats in of bij de plaats van ontstaan "WOrden gedeponeerd in een vat (in figuur 3 .1. is dit aangegeven met "tijdelijke opslag"). De voorzieningen rorrl de opgestelde vaten verschillen nogal, maar zijn over het algemeen niet voldoende. Bij de faculteit Schei.kurrlige Technologie is bij de meeste opstellingsplaatsen afzuiging en zijn er lekbakken geplaatst omer de vaten. Bij de arrlere faculteiten ontbrak het nogal eens aan afzuiging en altijd aan lekbakken. Men dient te weten welke stof in welk vat gedeponeerd moet 'WOrden. De aanduidingen hiervoor variëren nogal en zijn over het algemeen beneden de maat. Dit goed doen is een kwestie van even over nadenken, en wat moeite doen. Bij de CID bijvoorbeeld heeft men boven de vaten geplastificeerde plakkaten llém3'en die duidelijk herkenbaar zijn (zie werkdossier). Wanneer men één of enkele vaten vol heeft, kunnen deze 'WOrden afgevoerd naar de BBC. Tot het m:::mant van afvoer staan de volle vaten enkele weken ergens opgeslagen. Deze "opslagplaats" is soms dezelfde als de tijdelijke opslagplaats, maar in arrlere gevallen een plek didlter bij de uitgang. De voorzieningen in deze opslagplaatsen zijn zomer uitzorrlering erg slecht.
3. 3. Transport
naar
IB:
De volgende stap in de inzameling is het vervoer vanaf de beheerseenheden naar de BBC. De BID is hiervoor verantwoordelijk. Zij heJ::i>en deze opdracht doorgegeven aan de mensen van de terrei.rrlienst. (Zie bij lage 2). Zij zijn in dienst van een ruitenfinna, maar als zodanig wel altijd werkzaam op het terrein van de Tedmische Universiteit. Het transport virrlt plaats over de 'lU-weg. Dit is een openbare weg. Dit betekent dat
8
het transport moet voldoen aan de eisen die aan het transport van chemicaliën gesteld worden in de Wet gevaarlijke stoffen (Wgs). Het transport virrlt plaats met een Volkswagen piek-up. Deze wordt verder gebruikt voor vervoer van zarrl en oouwrna.terialen. Tijdens het transport van chemicaliën wordt een gevarenbord uitgeklapt. De vel:Voerders zijn niet opgeleid voor het vervoer van chemicaliën. wel zijn ze uitgerust met een aantal beschermingsmiddelen. Ze moeten hun vracht met de hand op de wagen tillen. Het is een wagen van 1. 60 meter hoogte en het betreft vaten die in gewicht variëren van 10 tot meer dan 60 kg. Alleen 200 1 vaten worden met een heftruck op de wagen gezet. De vaten staan los op de wagen. De transporteurs moeten hun afval CJtilalen bij veel verschillerrle ingangen die niet altijd even vi.rxfuaar zijn. Het afval moet vaak Vel:Voero worden door gangen en met de personenlift (Hoofdgebouw). Het afval wordt afgeleverd bij de BBC. Het komt geregeld voor dat vaten bij aank.anst aldaar blijken te lekken (o.a. door schudden tijdens transport) . Bij het van de wagen nemen van de vaten lopen de Vel:Voerders het risico vloeistoffen over zich heen te krijgen. Ze weten dan niet hoe ze moeten handelen (zie 4.5). 3.4. BOC De Berging Bijzondere Olemicaliën is de centrale opslagplaats van de Technische Universiteit. Hier vindt naast opslag ook overslag van chemicaliën en chemisch afval plaats.
Dit overschenken gebeurt door de milieu-assistent. De BBC valt .bestuurlijk onder de faculteit Scheikmrlige Technologie. De BBC is verder nauwelijks bekeken. Bieze (1988) merkte hierover op dat er zo spoedig IOOgelijk dient te worden overgegaan tot een algehele renovatie van de BOC. Verder constateerde hij dat er directe maatregelen nodig zijn in de eerste sch.enJauimte, waar vloeren liggen van straatstenen, (Jmoeien betekent directe bodem verontreiniging) en in de opslagplaats, an te voorkaren dat vloeistoffen uit lekke vatten in de riolering terecht
kamen.
Het via de inzameldienst ingezamelde afval wordt afgevoerd naar twee vergunninghouders. Dit zijn (met tussen haakjes de in 1988 afgevoerde hoeveelheden) : 1. Rri.lips B.V. (27910 kg/1) 2. Hoogers B.V. ( 7560 kg) Wanneer we alle afvoerkanalen bekijken kant hier nog een derde inzamelaar bij, te weten: Argentia B.V. (zie 3.1). ad 1. De Nederlands Rri.lipsbedrijven verzorgen al 15 jaar volgens een nondelinge overeenkomst de afvoer van voornamelijk vloeibaar chemisch afval en olie. Op de Technische Universiteit worden deze aangeduid met 11Bulk11 • Het betreft grote hoeveelheden 11gewoon11 chemisch afval. Afvoer naar Rri.lips heeft in 1988 vijf maal plaatsgevonden. Men neemt dan de klaarstaande vaten vanaf de BBC mee. 9
ad 2. Het afval dat om allerlei redenen niet in de vaten naar Fhilips afgevoerd wordt, wordt afgevoerd naar Hoogers B.V. De stoffen kunnen vaak wel afgevoerd worden naar Fhili:ps, maar Hoogers hanteert een lager tarief. Wanneer Hoogers afval kant qXlal.en, neemt men zelf vaten nee. Het afval wordt door Hoogers gesorteerd en in de betrefferrle vaten gedeJX>neerd. Dit kan gebeuren in de BBC, alsook bij de verschillerxle beheerseenheden. De beide v~ouders hanteren een verschillerxle categorale .irxieling van het chemisch afval. Hoogers hanteert de larrlelijke .irxieling van de ilVCA en Fhili:ps haar eigen .irxieling. Het zou, vooral voor de administratie, veel gemakkelijker zijn, indien sprake zou zijn van één irxieling. Mogelijkheden daartoe zijn er (zie bijlage 4).
3. 6. De verpakki.rg De verpakki.rgsrniddelen die op de Technische Universiteit in gebnrl.k zijn voor de opslag van chemisch afval, zijn voor het grootste gedeelte eigerxlom van Fhili:ps. Het betreft JX>lyethyleen vaten van 40 l voor de afvoer van anorganisch afval en stalen vaten van 60 en 200 l voor de afvoer van organisch afval. De JX>lyethyleen vaten zijn voorzien van een datum en mogen maar vijf jaar gebruikt worden. De stalen vaten woroen door Fhili:ps gekeurd en bij binnenkomst op de Technische Universiteit nogmaals. Toch blijken er nogal eens lekkende vaten voor te kanen. Hetzij door roesting, hetzij door slechte sluitingen. Een tweede groep verpakki.rgsma.teriaal wordt gevornrl door plastic jerrycans van 10 l die gratis opgehaald kunnen worden bij het st. Josefziekenhuis. Deze zijn binnen de faculteit Sdl.eikl.mdi.ge Teclmologie helemaal ingeburgerd en zijn harxtig op plekken waar slechts weinig afval per tijdsperiode ontstaat. Afval dat in deze verpakking wordt ingezarreld dient te worden overgeschonken in grote vaten voordat afvoer naar Fhili:ps kan plaatsv.irxien. De lege verpakki.rgen woroen ook naar Fhili:ps afgevoerd. Tenslotte worden als verpakki.rgsrniddelen de originele verpakkingen gebruikt. Het betreft dan vaak glazen flessen. Deze dienen breukvrij te worden verpakt (in dozen) . Voor de distributie van verpakkingen zorgt de expeditie. (Deze harrlelt in opdracht van de milieu-assistent; zie 4.2). De expeditie is een onderdeel van de BID.
10
BES'IURING VAN DE GOEDERENS'I'.R()(!.i
HOOFilS'IUK 4
4 .1. Inleidinj Om
de goederenstroom, zoals die beschreven is in het vorige hoofdstuk
te beheersen, is er een bestur~sme nodig. rat wil zeggen, de
stroom IOOet op garg wo:rden gebracht en van tijd tot tijd 'WO:rden bijgeregeld. Dit regelen zal gebeuren op grond van allerlei infonnatie over de goederenstroan. In schema ziet dit er als volgt uit: Beleid
ingreep
meting Bestuur
ingreep
meting
primaire proces
Figuur 4 .1. BesturingSireCh.ani.sme; drie regelniveaus. Het beheerscentrum zorgt eJ:Voor dat de goederenstroom op garg wordt gehouden. Dit beheerscentrum IOOet op zijn beurt weer aangestuurd 'WOrden middels een regelkring. Dit gebeurt door een besturingscentrum. Het besturingscentrum op zijn beurt 'WOrdt geregeld door een beleidscentrum. Deze twee laatste niveaus van besturing 'WOrden beharrleld in paragraaf 4.6. In paragraaf 4.2. zal de beheersing in grote lijnen 'WOrden besproken. In de volgende drie paragrafen 'WOrdt een aantal facetten uit de be-
heersing uitgewerkt. 4. 2. De goeder en;Ltoan beheers:i.rg
De beheersing van de goederenstroc:m bestaat uit regelkringen zoals beschreven in 4.1. Deze regelkringen zijn zichtbaar in de vo:rm van infonnatiestranen. De infonnatie kan zowel schriftelijk als m:>n::leling 'WO:rden overgedragen. Hoe de verschillende infonnatiestranen verlopen 'WOrdt duidelijk gemaakt aan de hand van figuur 4. 2. Dit schema (vergelijk figuur 3 .1.} laat nog een keer de goederenstroan zien (zij het vereerwoudigd}. Het is edlter uitgebreid met de infonnatiestranen die zorgen voor de beheersing (operationele infonnatiestranen} .
11
~ Goederenstroom
__.
...
\J
VROM
14
/( ""''";"'";''"
Informatiestroom Opslag Transport TU
~
Transport ext·ern
0
Registratie
ovc r namelij~ten
M.a. Milieuassistent
e.+- M.a.1 ÇJ· ·
8 7
~
= FÇ1-·-:··y. . :\ 1 ~
.. 2
3
~
~
6
5
I
1;1.6
Beheerseenheid ----"',
15
t- ----, I
I
,,
B.T.D.
_..
I
10
B.B.C.
11
~
I
' I
I !_ ____ - _____ )
Vergunninghouder
~
~
I
13
12
w.&--; -v Figuur 4. 2. De operationele informatiestranen in samenl'lanJ net de goederenstroan.
Wanneer een beheerseenheid afval heeft of denkt te krijgen, dan zijn er twee mogelijkheden. Het kan zijn dat roon niet bekerrl is met de manier van afvoeren of de wij ze waarop het afval verpakt dient te worden. n:m neemt roon contact op met de milieu-assistent (2). Deze geeft advies over de v~ (3). Wanneer men wel precies weet hoe roon moet harrlelen en welke v~ men nodig heeft, kan men vaten bestellen bij de milieu-assistent (1). Deze geeft dan aan expeditie de opkacht deze te brengen (15). Personen die vaak afval afvoeren kunnen van de milieu-assistent de verpakk:inJseisen (3) ontvangen. Hij krijgt die op zijn beurt van Ihllips (8). Wanneer roon zijn afval juist verpakt heeft, kan een verzoek tot ovez:name worden ingediend middels een ovez:namelijst (4). Aan de harrl van de overnamelijsten geeft de milieu-assistent een (telefonische) haalopjracht aan de BID (5), waarna het afval wordt opgehaald. Op de vaten zit vaak een overnamelijst geplakt en sans is er een kartonnen label aan bevestigd (10). Hierop staat wat er in het vat zit en een vatnummer. In de BOC worden labels en ovez:namelijsten verwijderd en vervangen door ijzeren labels en overnamelijsten in een plastic zakje (11). Met de administratie van overnarnel ij sten gaat de milieu-assistent naar Rrilips toe (6). Aan de harrl van deze lijsten wordt dan gekeken wat Rrilips over wil nemen. Dit wordt verzaneld op een arrlere lijst (6). Wat in deze lijst staat komt Ihllips qilalen. Er is dan nog niet over de prijs gesproken. Ihllips stuurt achteraf de factuur (7). De procedure net Hoogers is ongeveer dezelfde. Alleen komen medewerkers van Hoogers naar de Technische Universiteit toe an te kijken wat ze mee moeten nemen (6). Hoogers heeft van te voren zijn tarieven vastgesteld. Wanneer de milieu-assistent bemerkt dat er vaten nodig zijn, bestelt hij deze bij Fhilips (9) .
12
De in rekening gebrachte kosten worden doorberekerd aan de verschil-
lerde beheerseenheden. Dit gebeurt aan de hand van schattingen uit de administratie van ovez:namelijsten (16). Iedere overname door een vergunnin:Jhouder moet zowel door de vergunninghouder als door de Technische Universiteit worden a.an:]erreld bij VRCI1 (14) (zie 2.2.). Wanneer afvoer direct vanaf de beheerseenheid plaatsvirrlt (dus niet via de milieu-assistent; de officiële inzameldienst) dan neemt men zelf contact op met de vergunninghouder (12) en krijgt men zelf zijn rekening (13). 4. 3. De ovemaJJelijsten
Zoals ook al is te zien in figuur 4.2. vonnen de overnamelijsten de administratieve spil, waar de infonnatiestroom omheen draait. De overnamelijsten vel:VUllen de volgerrle functies: - verzoek tot ovez:name van beheerseenheden aan milieu-assistent - basis voor haalopdrachten aan Bl'D - etiket - basis voor overname door ve~ouder - basis voor melding aan VRCI1 - administratie van BOC - administratie van afgevoerde afvalstoffen - basis voor schattingen voor het doorberekenen van kosten naar de verschillerde beheerseenheden. Om deze functies te kunnen vel:VUllen, dienen door de producenten van afval de volgerxie gegevens te worden ingevuld: hoeveelheid stof, verpakkingsaanduiding, anschrijving van de inhoud, vatmmmers en gegevens betrefferde de afzerder (naam, telefoonnummer, handtekening) • Verder zijn er nog een aantal kolarmen die niet hoeven te worden ingevuld, naar die van belang zijn voor de afnemer (het betreft orrler andere een gevarenaxle van belang voor het vervoer over de epenbare weg).
Het is de bedoeling dat er per overnamelijst één vat wordt aangemeld. (In bijlage 5 is een overnamelijst ~eJ'lC'IOOl1.). Bij de invulling van de overnamelijsten worden nogal wat fouten genaakt. Eigenlijk vult iedereen de lijsten op zijn eigen nanier in. Een IOCXJelijke oorzaak hiervan kan zijn dat oirluidelijk is hoe die lijsten dienen te worden ingevuld. De milieu-assistent heeft geen prà>lerren met de foutieve invulling. Hij begrijpt meestal wel wat de mensen bedoelen. Voor een derde zijn de lijsten echter moeilijk te ontcijferen. Uit het voorgaame blijkt dat de administratieve organisatie manco's vertoont, die voor verbetering vatbaar zijn. 4. 4. De behee:r:seerned
Ook bin7:en de beheerseenheden moet de goederenstroom beheerst \tolOrden. Voor een overzidlt van de beheersing in de verschillerde beheerseenheden wordt verwezen naar bijlage 3. In de praktijk betekent beheersing, dat er vaten moeten \tolOrden besteld bij de milieu-assistent, dat er contact moet \tolOrden opgenanen met de milieu-assistent en ·dat de overnamelijsten moeten worden in;Jevuld en verstuurd. Dit zijn allemaal contacten naar ruiten toe, naar beheersing van de stroan in een eenheid betekent natuurlijk ook zorgen dat het afval wordt ingezameld, dat de opstellingsplaatsen van vaten voldoen etc. 13
Wat betreft de contacten naar buiten toe zijn er twee manieren te onderscheiden waarop dit gebeurt: I.
II.
Alle contacten verlopen via één persoon. Deze ene persoon weet dan precies hoeveel van welke afvalstoffen er zijn eenheid verlaten. Bovendien kan deze persoon (vaak een locale veiligheidscoördinator) er voor zorgen dat de voorzieningen binnen de beheerseenheid voldoerrle zijn. Hij kan beschikken over middelen daarvoor. Contacten worden orrlerhouden door de producenten van afval. Dit betekent dat er één of meerdere personen per vakgroep, laboratorirnn of werkplaats, contact orrlerhouden met de milieuassistent. Hierdoor heeft er nieman:l het overzicht wat er c:argaat in de hele beheerseenheid. Het zorgen voor goed ingerichte opstellingsplaatsen en een correcte afvalverwijdering wordt overgelaten aan vakgroepen e.d. Op dit niveau heeft men het beste zicht op problemen. Maar dat wil niet zeggen dat ze opgelost worden. Men heeft vaak niet de beschikking over middelen cm ze op te lossen en voelt zich niet gesteund door zijn chef. Op den duur wordt de notivatie minder cm de probierren goed op te lossen. Bovendien is er in beheerseenheden die zo bestuurd worden vaak èen gebrek aan <X>Ördinatie.
In paragraaf 3. 2 werden twee hoofdvormen gegeven volgens welke de goederenstrCXJII\ binnen beheerseenheden kan verlopen. Per vonn blijkt dat beide hiervoor genoerrde manieren van communicatie met milieuassistent kunnen voorkomen. Wanneer we deze twee kenmerken c:::a11bineren dan ontstaat een tabel met vier mogelijkheden voor de inrichting van een beheerseenheid (zie tabel 4.1.).
~d:::::m
D. meerdere uitgangen
A. 1 uitgang
_::;;:tr~ ~
~ ~
!.contactpersoon Natuurkunde
C.T.D.
S.B.o.·
II .direct contact
B.T.D.
Scheikundige T. Bouwkunde Werktuigbouwk. Elektrotechniek
Tabel 4 .1.
Cc:rrbinatie van vennen van goederenstroan en info:rmatie-
stroom.
14
Voor de duidelijkheid is in iedere rij en kolom het bijbehorende blokschema weergegeven. In de tabel is af te lezen hoe een bepaalde beheerseenheid is ingericht. Zo kan bij de CID het afval de gebouwen verlaten via meerdere uitgangen (De geografische spreiding van opslagplaatsen is redelijk groot). Alle infonnatie gaat echter via een persoon (de veiligheidscx>ördinator). Deze houdt zicht op het geheel. Ook de inrichting bij Natuurkurrle verdient aandacht. Iedereen kan zijn afval kwijt bij de conciërge, die zorgt voor opslag, hij verzorgt ook de afvoer van het afval. Hij laat alle overnamelijsten orrlertekenen door de locale veiligheidscx>ördinator, zodat ook op dit niveau enigermate zicht bestaat op de situatie. 4. 5. Het transpart naar de BOC:
Het transport vanaf beheerseenheden naar de BBC -wordt geïnitieerd door een nelding van de milieu-assistent bij de storingsdienst van de BID. Dit is een ru.nrarer dat eigenlijk bedoeld is voor het nelden van storingen die de BID IOOet verllelpen. Het is daarom altijd bereikbaar. Men noteert per beheerseenheid enjof gebouw hoeveel vaten er IOOeten worden opgehaald en de grootte van die vaten. Warmeer de vervoerders bij een beheerseenheid afval k010011 qi1alen en er staan meer vaten dan zijn doorgegeven levert dit problenen op. Om deze te orrleJ::Vangen hangt de milieuassistent een briefje met vatnummers op van de vaten die opgehaald dienen te worden bij de portier van gebouw T-hoog, waar de vervoerders elke ochterx:i lëmJSkcrnen. · Deze werkwijze houdt in, dat de transporteurs niet op de hoogte zijn van de vracht die ze vervoeren en dus ook niet van de gevaren die er aan zijn vertx>rrlen. Ze 'iNeten niet 'iNelke maatregelen ze dienen te nemen bij o~evallen. Ze zijn niet in het bezit van een (wettelijk) verplicht transportdOCLDne.nt (zie 2. 2. ) . Nadat de vervoerders het afval hebben opgehaald en neergezet bij de BBC virrlt er geen terugmelding plaats. De milieuassistent ziet alleen wat is opgehaald door te kijken wat er daadwerkelijk op de BBC staat. 4. 6. Bestuur en beleid
In de vorige paragrafen is beschreven hoe men poogt de goederenst.:roan te beheersen. Dit verlocpt zelfs in de ideale situatie niet vanzelf. Er dienen geprogramrooerde beslissingen te worden vastgesteld (bijvoorbeeld een meldingsregeling) • Er moet worden ingegrepen warmeer een beheerscentrum niet in staat is de goederenstroom in de gewenste toestarrl te krijgen of te houden. (lit. 3). Dit kan gebeuren door bovenop de regelkring voor beheersing nog een regelkring te plaatsen (zie fig. 4.1.) Dit noerren we het niveau van besturing. Een besturingscentrum werkt niet vanzelf in de juiste ridlting. Hiervoor zorgt een beleidscentnnn. (Lit. 3). Dit is de coördinererxie instantie voor de afzorrlerlijke besturingscentra. Het geeft richting aan deze centra, die van tijd tot tijd h\m resultaten te:rugk~en (zie fig. 4.1.). De twee hoogste regelniveau's worden hier niet apart beharrleld, atrlat men op de Tedmische Universiteit bij de afvalverwijdering dit orrlerscheid ook niet maakt. Het College van Bestuur (het beleidscent.rum) heeft door middel van de Regeling Clemische Afvalstoffen (bijlage 7) a~egeven hoe de verwijdering van chemische afvalstoffen enrit IOOet komen te zien. In de rege-
15
ling wordt o.a. aan de faculteit Scheikundige Tedmologie de opdracht gegeven jaarlijks te rapporteren over afgevoerde afvalstoffen, en bijbehorerx:le kosten. Dit is de (zij het magere} stuurinfonnatie voor het College van Bestuur. De Regeling Olemische Afvalstoffen (RCA) is het beleid waarop beheerseenheden hun bestuur dienen te baseren. Zoals in de RCA is aangegeven dienen beheerseenheden daaJ:Voor een uitvoeringsregeling op te stellen. Dit is door geen enkele beheerseenheid afdoerrle gebeurd. Meestal beperkt men zich tot het doorsturen van de RCA aan vakgroepen, stafgroepen etc. Bij Natuurkl.uxle en de CID heeft men wel een praktijkregeling, maar ook daar staat er niets op papier. Van terugkoppeling is totaal geen sprake op bestuursniveau. Men heeft geen enkele irrlruk van bijv. de kwaliteit van vaten, voorzienin;Jen bij vakgroepen etc. Men weet op bestuursniveau totaal niet wat daarorrler gebeurt. Een en amer is sanengevat in figuur 4. 3.
Coll. v.
RCA
I financieel :overzicht
I
Milieuass., vakgroepen,etcl
I
acties
Operationele informatie
I
I
I
') I
Chemische afvalstroom
figuur 4. 3. BeheersirYJ q> de Tec.tmisc:he Universiteit. De bestuurs- en beleidscentra hebben geen greep op de operationele functie. In figuur 4.3. is dit weergegeven door middel van de gestippelde pijlen. In een beheerste situatie zouden alle pijlen getrokken
zijn. Dat het nog redelijk verloopt is te danken aan de goede wil van enkelingen op beheersniveau. Door de geringe medewerking die men van bovenaf voelt, zal men op dit niveau steeds minder geneigd zijn probleemoplossend te werk te gaan. Er ontstaat o:rrluidelijkheid wat betreft verantwoordelijkheden.
16
CDNCI.DSIFS
In 1988 is er 40.000 kg. enjof 1. chemisch afval afgevoerd dex>r de Technische Universiteit Eirrlhoven. Dit kostte f 95. 000. Het afval 'WOrdt vex>r het grootste deel in:]ezameld dex>r de inzameldienst. Hiervan is 60% afkomstig van de faculteit Scheikundige Technologie. De ;i.nzamelin:] verloopt nog niet vlekkelCX>S. Belargrijkste ex>rzaak hiervan is een te gerin:] besef van de noodzaak van een goèd verloperrle afvalverwijderin:]. Hierdex>r is er over veel zaken niet goed nagedacht, wat zich uit in de volgerrle knelpunten.
1. Er is een slechte beheersin:] van de afvalstroom. Dit dex>rdat er binnen de meeste beheerseenheden geen uitvoerin:]sregelin:] bestaat en
er ex>k VCX>r de hele Universiteit geen duidelijke regelin:] is. erder beschikt men op bestuurs- en beleidsniveau niet over voldeerne stuurinformatie. 2. Het niveau van vex>rzieningen is over het algemeen laag. Opslagplaatsen zijn nauwelijks in:]ericht en de kwaliteit van vaten is niet altijd goed. 3. Het transport van beheerseenheden naar de BBC is amateuristisch. De auto voldoet niet. De mensen lopen onnodige risico's. Ze zijn niet opgeleid. Er is geen transportdocurnent. Er zijn geen instJ:ucties wat te doen bij brarrl of OnJeval. Het moge duidelijk zijn dat er nog veel verbeterd moet 'WOrden. Hiezvoor is veel denkwerk maar vex>ral veel goede wil en een mentaliteitsverarrlerin:] nodig. Dit orrlerzoek beperkte zich tot het maken van een inventaristatie van de verwijderin:] van chemisch afval. Het is de eerste stap in het project om te komen tot een goede beheersin:] van de chemische afvalstoffenstroom. De volgerrle stap die gezet dient te wo:rden is het beschrijven hoe de afvalverwijderin:] er in de toekanst uit moet gaan zien. Een aanzet daarvex>r is gegeven in bijlage 6. De beschrijvin:] die daar 'WOrdt gegeven kan dienen als basis vex>r verdere discussie.
17
LITERA'IUUR
1.
L.W.C.A., C'lemisch afval van universiteiten, hogescholen en industriële researchlaboratoria, voorjaar 1981.
2.
L.W.C.A., Inzamelen van chemisch afval afkomstig van instelling voor onderzoek en onderwijs, van werkplek tot verwerker, 1984.
3.
Prof. Dr. T.M.A. Bemel.rnans, Bestuurlijke infonnatiesysternen en automatisering, I.eideJVAmsterdam 1984.
4.
Prof. Ir. J. in · 't Veld, Amsterdam/Brussel 1985.
5.
J. Herweyer en Drs. P.M. Janssen, "De organisatie van de veiligheidszorg", in; De Veiligheid, nr. 54, pag. 367-371, 1978.
6.
A. Bieze, Enige bevindingen rond het chemisch afval wat binnen de Technische Universiteit Eindhoven ontstaat en afgevoerd wordt, Technische Universiteit Eindhoven 1987.
7.
Ir. P.H.M. Dekker, Bedrijfsafval 3, vloeibare en chemische afvallen, Eirrlh.oven 1986.
8.
Drs. E. swaan, Het beheersen van de chemicaliënstroom binnen een universiteit, Technische Universiteit Eindhoven 1987.
9.
P. de Kroon, De opslag en afvoer van chemische afvalstoffen bij DAF-Trucks B.V. te Eindhoven, Eindhoven januari 1983.
10.
Ir. M. Splinter en Ir. A. van de Ven, Inleiding Technische Productiesystemen, Technische Universiteit Eindhoven oktober 1984.
11.
Mico Milieumnsultants, Toetsingscriteria klein chemisch afval, oktober 1988.
12.
K.J. 'Ihorné-Kozrniensky, "Behandlung und Sonderabfälle", Verlag für Enel:gie und Urnwelttechnik GmbH, Berlin 1987.
13.
L.W.C.A., Indeling en etikettering van chemisch afval, I.A.V.M./L.W.C.A. rapportnr. 10, 1985.
Analyse van
18
orqanisatieproblernen,
inzamelingsst:ructuur
in; EF-
BIJLAGE 1: Overzicht overnamelijsten.
OV.F..RZlCl::!T OVEJ\i'lP.MELljST.EN b.i.f-T t/m l,OV ~988
(hoev. in l<__g)
C:.h.l.c,i..7iJI-,lEEN LhC.Il. (zie biJi&ge 4)
l:ieheerseenileiu -·
..
_____
l
ll
IV
lll
V!
V
•.
'l·OJ.'h.I.Ei, :
Scne iiruncie "tOt, l97"c.
1'
uvs
1'
'lü
'l'
'l'Ji.
40.5
40
'I
TF
4)7.65
1'c.3
'l'
'l:C
69U
'l'
1'1
8)1. 95
i
:.rl:l
157.46
9U
î
~j~
70·5
3U
'l '
'l'G
3·5
1.1
1
0.1
481.5
.rlouw.KUIJde
..
217.5
255
203.5
30.15
590
100 7.10
1.85
8
15
44.46 0.5
3·5
50
150
53·5
31
10
9.2
B1ektrotechnie.J>. 96.8
3
2
78.8
3
PTH ( =;iLO)
180
100
BT'.J
120
C'l'.i;
624.2
S.i:i.LJ
70
113
1
40
8.4
..iatuurKuncie
80
77.65
57·6
2Uu
1
0.5
>·35
79·5
ïier.~>.tuigbouwk.
8.05
1
12.5
9.3 10
80
120 440
6
107. c 10
Unbeke.nci.
15.5
1.8
TUT·AJ;.L:
.3471
893
0.3 60
6.7
7
235
1626
70.4
438
234
13
De percentages zoals die staan in tabel 3.2 kowen niet be1emaul overeen met de percento.ges die uit deze ê,egevells voortvloeien. lJa"t kor:;t omdat deze
~e6evens
gemiddeld zijn met percentageciJfers uit bet verleden
(zie werkdossier).
19
Bestuur van de Universiteit Universiteitsraad
---
I
---
---
College van Bestuur
-
Bibliotheek
College van Decanen
Secretaris TUE/adjunct-secretaris TUE
Rekencentrum
Faculteiten/Studierichtingen
Bureau van de Universiteit
I Wijsbegeerte en Maatschappijwetenschappen Vrije studierichting Techniek en Maatschappij
Dienst Bestuurlijke Zaken Dienst Personele Zaken
Bedrijfskunde Bouwtechnische dienst
Wiskunde en Informatica
Dienst Financiën en Administratie
Technische Natuurkunde
Dienst Interne Zaken
Elektrotechniek Vrije studierichting Informatietechniek
N
0
I__
Centrale Technische Dienst
Scheikundige Technologie
Beheerseenheid Kleine Eenheden
Bouwkunde
Interne Accountantsdienst
Werktuigbouwkunde Vrije studierichting Biomedische en Gezondheidstechniek
Centrale Stafgroep
-
-
-
_I_
-
vakgxoepez I
- -
-
-
-
-
--
- = hiërarchische lijn - - = functionele lijn
I
I
I _j
r
uitvoerin;J ,
bedrijf~
]
l
r--
I
I
I
__ j
~'JO I
-------!.--r-------,1
;--1
f teneiJxiienst
l
D
[
I statbureau
BIJLAGE 3. Gedetailleerd beeld beheerseenheden. beheerseenheid
* % aandeel
** voorn. eet.
Schei kun. Technologie
60
lil
IV
reden van ontstaan
*** afvoer via andere kan.
waar ontstaat afval
alle vakgroepen
experiment
vorm goederen· stroom
> > D=
natuur kunde
3
bouwkunde
2
I
11
V
electrotechniek
2
werktuigbouwkunde
7
C.T.D .
.z.o
!I I
11
III
I 11 lil
B. T.D .
S.B.D.
experiment
a l le vakgroepen
fotografie lak/lijmresten
doka, stud. w.p. <w-hal)
11
2
2
11 I
II IV
~
~
neutralisa3000 l. loog en zuur PI's
EFFIC verder ondu i delijk
fotografie ontvetten
olie via CTD
versch i llende werkplaatsen
etsen fotografie ontv./olie
fix. & films 900 kg/j. argentia bv.
repro, verschi l lende werkplaatsen
>
oplosmiddel
uit riool aan Hoogers
verfwerkplaats
(]===9
doka werkplaats
~
D=t ~
~
~
vorm informatie· stroom
cent r aal: A & P laboratoria:-
-
-
-
~
Hebraken
+
D---+
v. Wendel V/d Weijden
-
t
A (wind) vaten staan buiten op lel inkers in fietsenhok
-
eigen regeling groepen
variee r t z.o.z.
~
~
~ ~
~ W hal: A, P, repro: elders: -
r ege li ng beheerseenhe i d
I
(]---1> EFFIC: A rest
contact· persoon
z.o.z.
ke l der T laag, 0 lab: A & l, 0 Hallen: A, l &'· p [J
~
ontvetten etsen
fotografie ontvetten
~
**** voorzieningen opslag plaatsen
~ []----+
~
* ingezameld door milieuassistent **categor i eën van L.W.C.A. (bijlage 4) ***anders dan mili euass i stent of ri oo l ****A= afzuiging, l = lekbakken, P =plakkaten e.d., - =geen voorz i ening
Tie l en Treur e.a
meerdere (onduidelijk) Aerts
Handigers e.a.
Thijsen Theelen
-
?
nauwe li j ks
nauwel i j ks
-
-
+
?
-
-
+/-
?
Bijlage 3: Vervolg. vakgroep
veel gebr. verpakkingen
aanduidingen op/bij verpakkingen
bewaarplaats
voorzienigen bewaarplaats
verwijdering
eigen regeling
contactpersoon
opmerkingen
TI
voorn categorie afvalstof (l.W.C.A.) III
10 l. cans
her en der door labo ra.
lekbakken
meerderen
* boekje veiligheid * onduid. verantw.heid * onduid. bevoegdheden
III & I
grote vaten 40, 60, 200
eigen mensen via peronenlift naar Tlaag Hoskens via loopbrug naar kelderT-laag behalve zout zie TI
er wordt gelet op riool
TF
lijsten waarop men noteert wat men in vaten doet plakkaten waarop staat wat in vat mag/moet
alles gebeurt via beheerder (Hoskens)
Hoskens
-
meerdere
niet meer overschenken
meerdere
organiseren eens goed voorlichten
TO
III
TA
I
60 5 10 40
IV
l vat l glas l cans L.
blaadjes als plakkaten
N N
TP
TB
I & V
TC
lil
10 l. cans op verpakking 40 l. vaten met stift glazen fles. 10 l. cans soms etiket 40 l. vaten
60 l.
plakkaten + lijsten
40 l •
lijsten
2 opslagplst lekbakken +plaatselijk gedeeltelijk bij veel afval afzuiging zuurkast, vol in houten kast op pallet in zuurkamer soms in zuurkasten in zuurkamer
alleen afzuiging bij overschenken afzuiging
afzuiging
zie Tl
al les gebeurt via
in zuurkasten centrale opslag in zuurkamer zuurkamers verspreid over T-hal
afzuiging
zie Tl
afzuiging lekbakken
zuurkamer
afzuiging
groep van 5 zet ze op centrale opslag T-hal BBC via loopburg naar T-laag
studenten in zuurkast medewr. na a zuurkamer *groep v. 5 Kingma *vaste cont persoon * boekje veiligheid vaste ox contact persoon
;'
TEE
I & 11
zie Tl
.
let op proefopzet (denk aan afval)
10 l. is erg groot i .v.m. brandveiligheid
licht mensen voor; zuinigheid met chemicali~n
BIJlAGE 4. categorale Indelingen. 1. L.W.C.A. indeling : 6 categorieën
I II III IV V VI
Zure anorganische afvalstoffen in oplossing Alkalische anorganische afvalstoffen in oplossing Organische stoffen halogeen ann Organische stoffen halogeen rijk Bij zondere afvalstoffen Afvalstoffen met buitengewone risico's
2. Philips indeling: 17 categorieën (tussen haakjes de indeling volgens IWCA) 1.
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
Ethanol Isopropanol (III) Chloorhoudende oplosmiddelen (IV) Niet chloorhoudende oplosmiddelen (III) Verontreinigde kwik (V)
Sterk vervuilde chloorhoudende oplosmiddelen (IV) Sterk vervuilde niet-chloorhoudende oplosmiddelen (III) Afgewerkte oliën (III) Afgewerkte synthetische oliën (III) Koelvloeistoffen (III) Zuren, logen, ets- en beitsbaden (I en II) Mengsels die HF-zuur bevatten (I) cyanide houdende baden (II) Fixeer (I) Brandbare vaste stoffen (III)
Laboratoriumresten (V)
16.
Onbrandbare giftige vaste stoffen (V en VI)
17.
Gasflessen met verlopen keuringsdatum (-)
Het rroet dus ItXXJelijk zijn tot een eerrluidige indeling te koloon. Zie hiervoor literatuur 13.
23
...
Verzoek tot overname van chemisch afval.
.
In duplo invullen, zo mogelijk met schrijfmachine - - - - - • onzenden aan:
Hoeveel?
Verpakking?
Omschrijving van de stof mei formule. fabrikant. fabr. nummer, dan waf: kleur, soort etc.afvafvat.
Nr. :
~·~ IJiiff -t 3 'i s T- laag; lef. :.1'1'
~d.
Hergebruik mogelijk?
Gevaren klasse (AOR/AIO)
1 2 3 4
.. 5 6 7
8 9 10 11 12
..
-
13 14 16
Akkoord met overname: 1.{)
Bovenstaande opgave la juist. en compleet; Ik verzoek u om deze goedaren over te nemen.
Afleveren: pfuta: O.lum: Naam: Opmertdngen:
Datum:
Tel.:
Handtekening:
T0-1201
BIJlAGE 6. De Toekomst.
In deze bijlage zal 'WO:rden geschetst hoe de milieuzorg er op de Technische Universiteit Eirrlhoven in de toekomst IrDet gaan uitzien. Het beeld dat hier 'WOrdt geschetst benlst op twee publicaties (te virrlen in het werkdossier) . Een artikel van Herweijer en Janssen (lit. 5) dat een voorstel bevat voor de opzet van een veiligheidsorganistatie en hoofdstuk 6 uit het rapport: Inzamelen van chemisch afval afkomstig van instelling voor onderzoek en orrlerwijs, van werkplek tot verwerker van de L.W.C.A. (lit. 2), dat de organisatie van de inzameling van chemisch afval beschrijft. Hoewel de tekst hierorrler in de tegenwoordige tijd is geschreven dient er nadrukkelijk op te 'WO:rden gewezen, dat deze situatie (nog) geen werkelijkheid is. Milieuzorg Uitgangspunt voor de milieuzorg is, dat het een geïntegreerd orrle:rdeel is van ieders taak. D3.artoe is het volgende gedaan: 1. Het College van Bestuur heeft een beleidsplan opgesteld waarin een aantal beginsels zijn vastgelegd, zoals het onderstaarrle uitgangs-
punt. 2. Iedere beheerseenheid heeft een plan opgesteld waarin is vastgelegd hoe verschillende milieuaspecten van die eenheid behameld 'WOrden. Dit plan is voorgelegd aan het College van Bestuur. Het is opgesteld door de betrokkenen uit de beheerseenheid. Als basis voor dit plan dienen de groepsplannen. Iedere vak- of stafgroep, of arrler deel van een beheerseenheid stelt zo'n plan op. Hierin ligt vast hoe men zijn milieuzaken wil regelen, bijvoorbeeld wie er contactperscx>n is voor de afvalverwijdering, wat men doet met lekkerrle vaten etc. 3. Er bestaat een duidelijk overzicht van alle specialistische functies die op milieugebied aanwezig zijn. In dit overzicht staat aangegeven welke taken specialisten vervullen en op welke wijze. Een van de specialistische functies is de inzameldienst. Deze zal hierna uitgebreider besproken 'WO:rden. 4. Er is een Bureau Milieucoördinatie aangesteld. Dit coördineert alles wat er op milieugebied plaats virrlt. 5. Jaarlijks licht iedere vakgroep en iedere beheerseenheid zijn milieuzorgssysteem kritisch door. Voor problemen die aan het licht komen, poogt men zelf oplossingen te zoeken. Hierbij 'WOrdt eventueel hulp gegeven door Bureau Milieucoördinatie. 6. In de Propedeuse van alle studenten zit een vak milieuzorg. De inhoud van dit vak verschilt per studierichting. Voor medewerkers op alle niveau's zijn er voorlichtingsdagen waarbij dieper op macro- en microgevolgen van slechte milieuzorg wo:rdt ingegaan. Waar nodig 'WO:rden cursussen gegeven.
25
Om
het chemisch afval in te zamelen worden de volgende functies ver-
vuld:
1. De coördinatie van het inzarnelsvsteem. Deze wordt door Bureau milieucoördinatie verzorgd. 2. De administratieve afwikkeling. Deze wordt ook door Bureau Milieucoördinatie verzorgd. Er zijn een aantal administraties: - uitgegeven vaten - het aangenelde afval - het goedgekeurde afval - centrale opslagplaats, deze dient zeer actueel te zijn - reeds afgevoerd afval, vanuit deze boekhOl.l<:iirg wordt jaarlijks gerapporteerd aan het College van Bestuur en worden de kosten aan producenten toegerekerxi. 3.
Transport van afval. Enkele medewerkers hebben hier een opleiding voor gehad. Ze maken gebruik van een speciaal daarvoor ingeridlt voertuig. Een vradltbrief wordt gemaakt door Bureau Milieucoördinatie vanuit de boekhouding "goedgekeurd afval". Ze halen elke dag afval op bij een aantal gebouwen. Ze gaan bijvoorbeeld elke maarnag langs de W-hal en het hoofdgebouw. Op die manier heeft ieder gebouw zijn vaste qtlaaldag. wanneer er voor een bepaalde dag geen afval is aangeneld van de betreffende gebouwen gaat men nab.rurijk niets ophalen. Zodra afval is opgehaald melden de vervoerders dit bij de administratie "centrale opslagplaats".
4. Opslag van afval. Hiervoor heeft men een centrale opslagplaats, die
helemaal voor deze functie is i.ngeridlt. 5. overtappen van afval. Dit gebeurt in de O!lSlagplaats. wanneer men iets overtapt wordt dit nauwkeurig bijgehouden in de administratie
"centrale opslagplaats". 6. Zo:rgen voor verpakking. Dit gebeurt door de milieucoördinatoren. Bij hen kan een vat besteld worden. Ieder vat is voorzien van een I1l.Il1U'OOr en een controledattnn. De vaten worden gekeurd warmeer men ze ontvangt van de vergunninghouder. De vaten zijn verdeeld in een beperkt
aantal categorieën en als zcx::lanig goed herkenbaar. Hiervoor wordt de iroeling van de L.W.C.A. gehanteerd. Alleen vaten voor fixeer zijn nog extra gemerkt. Op alle vaten zit een duidelijk etiket, waarop staat: * welke categorie afval * controledattnn * contactpersoon voor de plek waar ze staan * gevarena.arrluidingen * vatn'l.lll'l't\er Ieder uitgegeven vat wordt nauwkeurig bijgehouden in een administratie. 7. Keurin;:r van afval. Er wordt gekeken of het juiste afval in de juiste verpakking zit, bij twijfel kan een IrOnster worden genanen en gecontroleerd door de bij het Bureau betrokken dlemicus. Verder wordt er gekeken of de verpakking nog in orde is (o.a. aan de h.arxi van de controledattnn) en of transport verantwoord is. 26
Wanneer over een tijdje dit met weinig problemen verloopt, zal de keurin;J worden uitgevoerd door de transporteurs. Binnen beheerseenheden heeft iedereen zijn eigen regelin;J owesteld voor de inzamelin;J van chemisch afval. Deze is owenomen in het uitvoerin;Jsplan (punt 2) . Het College van Bestuur heeft erop aangestuurd · dat deze regelin;Jen in grote lijnen voor alle beheerseenheden er als volgt uitzien. Er is een contactpersoon die al het afval inzamelt voor zijn beheerseenheid. Iedere medewerker kan het afval naar hem toebrengen, of later komen halen. Hij is de beheerder over de afvalopslagplaats. Deze contactpersoon meldt volle vaten aan bij het Bureau Milieucoörclinatie. Van deze regel is afgeweken, wanneer de geografische spreidin;J dit ncx:xizakelijk naakte (o.a. in cr-hal, FT-hal, EFFIC).
27
BIJLAGE 7: Reg e l ing Chemische Afvalstoffen. CvB
REGELI~G CH~ISCHE
nr. 109.179-B
5 j
anu.Jr i. 1984
AFVALSTOFFEN
Het College van Bestuur van de Technische ~ogeschoor-~tndhoven, Gelet op: -de Wet Chemische afvalstoffen, Stb. 443, dd. 13-6-79, alsmede Stb. 670, dd. 7-10-81; - de Lozingsverordening Gemeente Eindhoven: 1980 nr. 45, dd. 8-4 80; - de Lozingsvergunning van de Technische Hogeschool Eindhoven: MZ/6232J, dd. 28-9-83; Overwegende: -dat de Technische Hogeschool Eindhoven in verband met de lozingsvergunning dient 'te voorzien in een regeling met betrekking tot chemische'afvalstoffen (inclusief afgewerkte olie);
B E S L UI T 1. Onverlet zijn overige verplichtingen dient iedere beheerder en ieder diensthoofd a. een boekhouding bij te houden van alle binnen zijn beheerseenheid verworven en afgevoerde stoffen, voor zover vallend onder de Wet Chemische Afvalstoffen (WCA); deze stoffen te specificeren naar soortnaam en concentratie; b. jaarlijks, uiterlijk in de maand maart, vanuit deze boekhouding te rapporteren aan het CvB, door tussenkomst van de Beheerder Afdeling T (zie 2.1.c); c. binnen zijn beheerseenheid een uitvoeringsregeling op te stellen, die ter goedkeuring wordt voorgelegd aan het CvB; d. de verzamelde, goed geëtiketteerde, afvalstoffen regelmatig over te dragen aan een door de beheerder van Afdeling T daartoe aangewezen contactpersoon, waarbij over de wijze van verpakking - mede in verband met het kostenaspect - overleg wordt gepleegd met deze contactpersoon en waarbij de afvalstoffen zodanig zijn verpakt, dat deze vervoerd kunnen worden met bij de Bouwtechnische Dienst beschikbare transportmiddelen; e. binnen zijn beheerseenheid aan deze regeling de nodige bekendheid te geven 2. De beheerder van Afdeling T is belast met de uitvoering van deze regeling; hij doet dit in samenwerking met de beheerder van de Bouwtechnische Dienst. 2.1
De beheerder van Afdeling T dient bovendien: a. waar nodig een deskundige beschikbaar te stellen voor de begeleiding van het interne transport van de afvalstoffen; b. het inzamelen, het transporteren, het tijdelijk opslaan alsmede de overdracht aan een afvalverwerkingsbedrijf conform de wettelijke regels te regelen en/of te begeleiden; c. jaarlijks - uiterlijk in de maand mei - aan het CvB verslag uit te brengen over de hoeveelheden afgevoerde stoffen, alsmede van de daaraan verbonden kosten. De onder punten l.b en 2.2.b vermelde gegevens van de andere beheerseenheden verwerkt hij in dit overzicht; d. bij het onder 2.1.c genoemde jaarverslag,te voegen een schatting van de kosten voor het eerstkomende boekjaar.
- 2 -
2.2
De beheerder van de Bouwtechnische Dienst dient bovendien: a. transportmiddelen ter beschikking te stellen, inclusief de voor dit transport benodigde bemanning, ten behoeve van het transport van genoemde afvalstoffen; b. jaarlijks - uiterlijk in de maand maart - verslag uit te brengen via de beheerder van de Afdeling T inzake de voor dit transport gemaakte kosten.
3. Ceze regeling gaat in op 1 februari 1984 en kan worden aangehaald als: "Regeling Chemische Afvalstoffen". 4. Als bijlage bij deze "Regeling Chemische Afvalstoffen" is gevoegd: het "Stoffen en Processenbesluit". 5. Overgangsregeling: 5.1
alle beheerseenheden inventariseren per 1 mei 1984 globaal de in hun beheerseenheden aanwezige stoffen - op soortnaam en concentratie - die: a. nieuw (ongebruikt) aanwezig zijn en - na gebruik -vallen onder de WCA; b. reeds als afval.aanwezig zijn, eveneens vallend onder de WCA.
5.2
Uiterlijk 1 juni 1984 is het resultaat van deze inventarisatie schriftelijk gerapporteerd aan de beheerder van de Afdeling T.
5.3
Uiterlijk 1 juli 1984 rapporteert de beheerder van de Afdeling T het resultaat van deze inventarisatie schriftelijk aan het CvB.
Het College
.
~-
v~n
Bestuur.
R((_;J-
lf(!!J ,)"/ .
drs. P.J. Krens, secretaris van de hogeschool
/
drs~ge,
voorzitter
29
BIJLAGE 8: Plattegrond Technische Universiteit Eindhoven.
Verklaring plattegrond TUE-gebouwen A B C 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12113 1~ 15
16 17 18 19
21 (W-hoog) hoogbouw van de faculteit werktuigbouwkunde 22 (W-Iaag) laagbouw van de faculteit werktuigbouwkunde 23 dommelgebouw 24 paviljoen-S 25 paviljoen faculteit bedrijfskunde (1) 26 (BTD-gebouw) gebouw van de bouwtechnische dienst 27 (N-/aag) laagbouw van de afdeling technische natuurkunde (1) 28 cyclotrongebouw 29 laboratorium voor akoestiek 30 gebouwX(1) 31 (BBC) berging bijzondere chemicaliën 32 werf van de bouwtechnische dienst 33 gebouw 0 (instituut ITP-TNO) (1) 34 omega-paviljoen 35 (PVOC) personeelsvereniging ontmoetingscentrum ( 1) 36 /PO (instituut voor perceptie-onderzoek) (1) 37 bestuursgebouw TUE(!) 38 stalgebouw NLO (1) 39 voormalig MMS. architectenbureau 00 205 40 studomancentrum ( t) ~ 1 delta-paviljoen ( 1)
station NS: afstand station NS naar TUE: 700 meter toegangswegen TUE rijwiel· en voetgangerstunnel hoofdgebouw ( 1) audrtorium ( 1) (T-hoog) hoogbouw van de afdeling scheikundige technologie ( 1) (T-Iaag) laagbouw van de afdeling scheikundige technologie (CT-hal) hal voor chemische technologie hogedruk-laboratorium (FT-hal) hal voor fysische technologie (W.hal) hal voor werktuigbouwkunde ontvangstgebouw van de faculteit elektrotechniek ( 1) (E-Iaag) laagbouw voor elektromechanica IE-hoog) hoogbouw van de faculteit elektrotechniek gebouw voor elektrische energietechniek sporthal van het studentensportcentrum ( 1) rckoncontrum ( 1) TD oelJoowJ gebouw véln de centrale l~:~chnischc dinnst
re
llilflslorm.1torstat10n
kotelhuis (corcs) gebouw Athonc
20 (W-en $-gebouw) gebouw voor warmte en stroming
30
BIJlAGE 9. Afkortingen. BOC
Berging Bijzomere Olemicaliën
BID
Bouw Technische Dienst
CID
Centrale Technische Dienst
rro
Instituut voor Perceptie Onderzoek
I.WCA
limdelijke Werkgroep Chemisch Afval
RCA
Regeling Chemische Afvalstoffen
SBD
Stralings Beschennings Dienst
VRCM
Ministerie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieuhygiëne
Wca
Wet chemische afvalstoffen
Wgs
Wet gevaarlijke stoffen
Wvo
Wet verontreiniging oppervlaktewateren
31