Dit document is onderdeel van de site www.huishoudeninhokjes.nl
Wassen en de wasmachine bedienen. Stap 1. Leg wat er gewassen moet worden bij elkaar. Dat wil zeggen: zoek het wasgoed uit. Daarvoor moet je antwoord geven op de volgende vragen: Wat moet er gewassen worden?
? Op hoeveel graden moet er gewassen worden en met welk programma? op 30° C op 40° C op 60° C met een kort programma of mag het wasgoed niet in de wasmachine Wat zijn de kleuren? Is iets nieuw of geeft het af?
Stap 2 Doe de was in de wasmachine-trommel. Prop de was niet in de trommel. Vol is vol.
Stap 3 Doe de deur van de wasmachine dicht. Houd het waspoeder bij de hand. Ik gebruik het wasmiddel: ………………………………..
voor de 30° was
Ik gebruik het wasmiddel: ………………………………..
voor de 40° was
Ik gebruik het wasmiddel: ………………………………..
voor de 60° was
Ik gebruik het wasmiddel: ………………………………..
voor de 95° was
Stap 4 programmeer de wasmachine: daarvoor moet wel de stroom op de wasmachine staan. Ik doe dat door: …………………………………………… Welke temperatuur? Welk programma? welke centrifugesnelheid? 1
Hieronder kun je invullen hoe dat bij jouw wasmachine moet. Tip: Je kan een kopie van het plaatje van de handleiding van de wasmachine bij jouw thuis maken en die bij deze uitleg plakken.
Vul in voor jouw wasmachine: Hoe bedien ik mijn wasmachine? Zie hieronder: Temperatuur …………………………………………… Bonte was instellen doe 60° programma ik door kiezen Centrifuge snelheid instellen doe ik door
……………………………………………
Het wassen duurt:
……………………………………………
Verkort programma kiezen: Bonte was 60° Kreukherstellend programma kiezen
……………………………………………
Temperatuur instellen doe ik door
……………………………………………
Centrifuge snelheid instellen doe ik door
……………………………………………
2
Het wassen duurt:
Bij een volle trommel van was van 60°moet ik
…………………………………………… ………………………………..waspoeder gebruiken.
Opmerkingen: ……………………………………………
Vul in voor jouw wasmachine: Hoe bedien ik mijn wasmachine? Temperatuur …………………………………………… Bonte was instellen doe 40° programma ik door kiezen Centrifuge snelheid instellen doe ik door
……………………………………………
Het wassen duurt:
……………………………………………
Verkort programma kiezen: Temperatuur Bonte was instellen doe 40° Kreukherstellend ik door programma kiezen
……………………………………………
Centrifuge snelheid instellen doe ik door
……………………………………………
Het wassen duurt:
……………………………………………
Bij een volle trommel van was van 40°moet ik
…………………………………………..
………………………………..waspoeder gebruiken.
Opmerkingen: ……………………………………………
3
Vul in voor jouw wasmachine: Hoe bedien ik mijn wasmachine? Temperatuur Heel kort …………………………………………… programma instellen doe ik door kiezen 30°
of
Centrifuge snelheid instellen doe ik door
……………………………………………
Het wassen duurt:
……………………………………………
Bij het wassen van was van ………………………………..waspoeder gebruiken. 30° heel kort programma moet ik Opmerkingen: Witte was 95° programma kiezen
……………………………………………
Temperatuur instellen doe ik door
……………………………………………
Centrifuge snelheid instellen doe ik door
……………………………………………
Het wassen duurt:
……………………………………………
Verkort programma kiezen:
……………………………………………
Bij een volle trommel van was van 95° moet ik
………………………………..waspoeder gebruiken.
Opmerkingen: …………………………………………… Stap 5 Doe de waspoeder in het ladebakje of direct in de trommel.
Stap 6 Zet de wasmachine aan. Ik zet de wasmachine aan door: ……………………………………………
De wasmachine heeft een kraan. Die moet open staan om te kunnen wassen. 4
Stap 7 Zet de wasmachine uit als de was klaar is. Ik zet de wasmachine uit door: ……………………………………………
Apart Centrifugeren (dus zonder dat je eerst een ander programma hebt gekozen die aan het einde vanzelf al gaat centrifugeren) Vul in voor jouw wasmachine: Hoe bedien ik mijn wasmachine? Apart Centrifugeren stel …………………………………………………… ik in door: Ik kies de centrifugesnelheid: …………………. Het centrifugeren duurt: ………………….
Stap 8 Haal de was uit de wasmachine en doe deze in de schone wasmand.
Stap 9 Hang de was op om te drogen. Drogen kan ook in de droogtrommel.
Wat mag er in de droogtrommel? kijk in het etiket van het wasgoed: mag in de droogtrommel gedroogd worden.
mag in de droogtrommel gedroogd worden, maar het drogen moet op een lagere temperatuur.
5
Van mijn wasgoed moet VOORZICHTIG in de droogtrommel gedroogd worden: (Vul in): ………………………………………………………………………….
mag in de droogtrommel gedroogd worden met een hogere temperatuur. Van mijn wasgoed mag in de droogtrommel gedroogd worden: (Vul in): ………………………………………………………………………….
mag niet in de droogtrommel gedroogd worden. Van mijn wasgoed mag NIET in de droogtrommel gedroogd worden: (Vul in): ………………………………………………………………………….
Opmerkingen
………………………………………………………………………
6