Wageningen University (2012)

Resultaten mobile phone survey September 2012

Wageningen University (2012)

Uitgave van EDUsupport Wageningen University

Aanleiding .................................................................................................. 1 Werkwijze .................................................................................................. 1 Resultaten ................................................................................................. 2 Samenvatting ......................................................................................... 2 Representativiteit van de survey ........................................................... 3 Welke mobiele telefoons hebben onze studenten? ............................... 3 Besturingsprogramma’s ......................................................................... 4 Surfgedrag smartphone bezitters .......................................................... 4 Bezochte WUR diensten........................................................................ 4 Meningen over mobiele toegang van diensten in Wageningen............. 5 Gebruik Social Media ............................................................................. 6 Social Media voor onderwijsdoeleinden ................................................ 7 Andere nieuwe Media voor onderwijsdoeleinden .................................. 7 Algemene opmerkingen over het gebruik van Social Media en andere nieuwe media ......................................................................................... 8

Aanleiding In 2010 is onder alle studenten van Wageningen University een survey gehouden naar het gebruik van Mobiele Telefoons. Om na te gaan of het gebruik van mobiele telefoons door de Wageningse studentenpopulatie aan het veranderen is, is in 2011 opnieuw een survey uitgevoerd. In 2012 is met hetzelfde doel opnieuw een survey uitgevoerd. Bij deze laatste survey zijn naast vragen over bezit en gebruik van mobiele telefoons, ook vragen over het gebruik van social media gesteld. De resultaten van de 2012 survey staan beschreven in het voor u liggende verslag.

Werkwijze Een aantal vragen uit de Sharepoint surveys van 2010 en 2011 is met exact de zelfde bewoordingen voorgelegd aan studenten van Wageningen University. Net als in 2011 is gekozen voor het sturen van een e-mail bericht naar alle eerstejaars BSc- en MSc-studenten (we hebben het hier voor zowel de MSc als voor de BSc over “instellingseerstejaars”). In de mail stond een link naar de survey. De mail is op donderdag 14 juni 2012 verzonden aan 1043 BSc studenten en op vrijdag 15 juni naar 784 MSc

Resultaten mobile phone survey Wageningen University (2012)

studenten. Om de respons te vergroten is de studenten in het vooruitzicht gesteld dat onder de invullers van de survey drie VVV cadeaubonnen worden verloot.

In totaal hebben 270 studenten (143 BSc en 127 MSc) de survey ingevuld (Figuur 1). Een overzicht van de gestelde vragen is opgenomen als bijlage 1. Na vraag 3, Dit jaar hebben we ook een aantal vragen gesteld over het gebruik van Social Media (vraag 10, 11 en 12) en het gebruik van Social en andere nieuwe media door docenten van Wageningen University (vraag 13 en 14).

Figuur 1: Aantal respondenten tussen 14 en 26 juni 2012

Afhankelijk van de antwoorden bij vragen 3, 6 en 10 zijn een aantal vragen niet gesteld: -

Wanneer bij vraag 3 (Welk type mobiele telefoon heb je?) “Regular phone” werd geantwoord, zijn vragen 4 t/m 9 overgeslagen;

-

Wanneer bij vraag 6 (Hoe vaak gebruik je je mobiel om te internetten?) “Never” werd geantwoord, zijn vragen 7 t/m 9 overgeslagen;

-

Wanneer bij vraag 10 (Hoe vaak gebruik je Social Media) “Never” werd geantwoord, werden zijn vragen 11 t/m 13 overgeslagen.

Resultaten Samenvatting 

Alle studenten die de enquête hebben ingevuld geven aan dat ze een mobiele telefoon bezitten;



In 2012 heeft 58% (61% van de BSc en 55% van de MSc) van onze eerstejaars een smartphone; tegen 35% (zowel BSc als MSc) van onze eerstejaars in 2011 en 28% van ál onze studenten in 2010;



Samsung is in 2012 met 36% van het totaal aantal smartphones verreweg de populairste smartphone, gevolgd door HTC (22%) en Apple i-phone (13%). In 2011 en 2010 waren Nokia (20%) respectievelijk Apple i-phone (34%) nog het populairst;

September 2012  Wageningen UR

2




67% van de smartphone bezitters geeft aan een Android besturingssysteem te hebben op hun smartphone;



64% van de smartphone bezitters raadpleegt internet er meerdere keren per dag mee. 22% doet dit elke dag;



De ‘’Course Documents” in EDUweb (51%) en het “Course Schedule” in EDUweb (46%) worden het vaakst mobiel geraadpleegd;



45% van de smartphone bezitters is ontevreden over de mobiele toegang van diensten van Wageningen University. 28% is tevreden;



90% van al onze eerstejaars BSc en MSc studenten zit op Facebook en 76% raadpleegt zijn social media elke dag;



55% van de studenten heeft Facebook wel eens gebruikt voor de studie;



Social media worden door verschillende docenten ingezet bij hun onderwijs.

Representativiteit van de survey 143 (56%) van de respondenten was bachelorstudent, 127 (44%) masterstudent. Dit betekent dat relatief wat meer masterstudenten dan bachelorstudenten de survey hebben ingevuld. In 2010 was dat ook zo, in 2011 precies andersom.

Uitgaand van een populatie van 1821 (1043 + 784) studenten en 270 studenten die de survey hebben ingevuld, kan worden berekend dat de uitgevoerde steekproef een foutenmarge heeft van 5,5% http://www.journalinks.be/steekproef/). We kunnen dus concluderen dat de survey representatief is geweest.

Welke mobiele telefoons hebben onze studenten? Alle studenten die de enquête hebben ingevuld zijn in het bezit van een mobiele telefoon.

58% van onze eerstejaars (61% van de BSc en 55% van de MSc) heeft een smartphone; tegen 35% (zowel BSc als MSc) van onze eerstejaars in 2011 en 28% van ál onze studenten in 2010. In 2010 en 2011 gaf respectievelijk 28 en 35% van alle studenten aan een smartphone te bezitten.

Samsung is in 2012 met 57% van het totaal aantal smartphones verreweg de populairste smartphone, gevolgd door HTC (35%) en Apple i-phone (13%). In 2011 en 2010 waren Nokia (20%) respectievelijk Apple i-phone (34%) nog het populairst (zie ook Figuur 2).


3


Figuur 2: Merk smartphones Besturingsprogramma’s De 97% van de studenten met een smartphone die aangeeft dat ze weten welk besturingsprogramma hun toestel gebruikt is verdeeld over Android (67%), iPhone (14%), Blackberry (8%), Symbian (11%), Windows (2%) en Bada (1%). Hieruit blijkt dat de groei van Android (in 2010 en 2011 respectievelijk 18% en 29%) stevig heeft doorgezet.

Surfgedrag smartphone bezitters 64% van de smartphone bezitters raadpleegt internet er meerdere keren per dag mee (in 2011 was dat 55%). 22% doet dit elke dag. Slechts 2% van de smartphonebezitters gebruikt internet helemaal nooit met zijn toestel.

Bezochte WUR diensten Voor het eerst hebben we gevraagd welke WUR diensten studenten met hun toestel gebruiken. Voorgaande jaren hebben we alleen gevraagd welke diensten studenten zouden willen gebruiken als die voor mobiele toestellen zouden worden aangeboden. Tot de zomer van 2012 heeft WUR geen speciale apps aangeboden voor hun diensten. De studenten die aangeven dat ze onze diensten wel bezocht hebben met hun mobiele telefoon, hebben dus de reguliere sites bezocht.

Figuur 3 geeft een overzicht van het percentage smartphone bezitters dat een bepaalde dienst wel eens gebruikt met een mobiele telefoon. De Course Documents (51%) en het Course Schedule (46%) scoren het hoogste. Slechts 9% van de smartphone bezitters geeft aan dat hij nooit WUR diensten met zijn mobiele telefoon gebruikt. Net als in 2011 komt de eerste Blackboard functionaliteit (Assignments)


4


pas op de tiende plaats. Vanaf augustus 2012 biedt Wageningen University de Blackboard Mobile app aan.

Figuur 3: Gebruik WUR diensten met smartphone

Meningen over mobiele toegang van diensten in Wageningen 31% van de smartphone bezitters is het niet eens met de stelling “Ik ben tevreden met de kwaliteit van mobiele toegang tot de diensten die ik hierboven heb genoemd” (Figuur 4). 14% is het hier zelfs in sterke mate niet mee eens. Dit betekent dat 45% hierover ontevreden is.

Figuur 4: Reactie op stelling “Ik ben tevreden met de kwaliteit van mobiele toegang tot de diensten van Wageningen University” Omdat de sites bij Wageningen University niet speciaal zijn ingericht voor het gebruik met mobiele telefoons is het opvallend dat ook 23% aangeeft tevreden te zijn en 5% zelfs erg tevreden.


5


Bij de toelichting die studenten konden geven op bovenstaande stelling wordt het volgende meerdere keren genoemd: -

Ik kan niet op EDUweb komen (het lijkt erop dat dit probleem vaker voorkomt bij Android dan bij iPhone);

-

De layout van de sites is niet geschikt voor gebruik met een smartphone;

-

De zogenaamde ‘page load time’ is extreem lang. Dit komt ook overeen met de metingen die wij doen met Google Analytics; ‘Average Page Load Time’: Andoid Browser 9,60 sec. (met een uitschieter tot 50 sec. op 20 juli 2012!) versus Internet Explorer 4,42 sec.;

-

Ik kan niet op EDUweb, SSC of andere websites die door WUR security zijn beveiligd;

-

Een app voor verschillende diensten - bijvoorbeeld het collegerooster - zou erg handig zijn;

Een overzicht met daarin alle opmerkingen is opgenomen in Bijlage 2.

Gebruik Social Media Voor het eerst hebben we dit jaar gevraagd naar het gebruik van de Social Media Hyves, Facebook, LinkedIn, Yammer en Twitter. Uit de vragen blijkt dat onze eerstejaars studenten vooral (90% van alle eerstejaars BSc en MSc studenten) gebruik maken van Facebook (zie ook figuur 5). Dit gebruik van Facebook steekt schril af bij het Hyves gebruik (4% van de eerstejaars studenten). Slechts 3% van de eerstejaars studenten (4% van de BSc en 1% van de MSc) maakt helemaal geen gebruik van Social Media.

45% van de eerstejaars BSc en MSc studenten geeft aan hun Social Media meerdere malen per dag te bezoeken; 31% in ieder geval eenmaal per dag.

Figuur 5: Gebruik Social Media


6


Social Media voor onderwijsdoeleinden 55% van de alle eerstejaars BSc en MSc studenten gaf aan dat ze Facebook wel eens gebruikt hadden voor hun studie. De andere Social Media waarnaar wij gevraagd hebben werden door minder dan 10% van de eerstejaars ooit gebruikt voor hun studie (zie ook figuur 6).

Figuur 6: Social Media gebruik voor studie

Meerdere studenten kunnen een vak of docent noemen waarin/waardoor Social Media worden gebruikt. Meerdere malen worden genoemd: -

de vakken Sociale Psychologie en Toegepaste Communicatie;

-

de media Facebook en Twitter;

Een overzicht met daarin alle genoemde vormen van gebruik van Social Media in het Wageningse onderwijs is opgenomen in Bijlage 3.

Andere nieuwe Media voor onderwijsdoeleinden Op de vraag of docenten andere nieuwe media gebruiken tijdens hun onderwijs werd meerdere keren genoemd: -

het gebruik van YouTube filmpjes;

-

de vakken van de leerstoelgroep HWM;

-

gebruik van Dropbox, Google Sketch-up en Prezi.

Een overzicht met daarin alle genoemde nieuwe Media in het Wageningse onderwijs is opgenomen in Bijlage 4.


7


Algemene opmerkingen over het gebruik van Social Media en andere nieuwe media De meningen die onze studenten hebben over het gebruik van Social Media en andere nieuwe media is sterk wisselend. Zo zijn er studenten die vinden dat dit soort media veel vaker zouden moeten worden toegepast. Randvoorwaarde die hierbij vaak wordt genoemd is dat het gebruik aanvullend aan bestaande media moet zijn en dat de student niet verplicht moet worden om bijvoorbeeld een smartphone aan te schaffen of lid te worden van Social Media. Verder wordt als randvoorwaarde genoemd dat de aangeboden diensten goed toegankelijk moeten zijn. Ofwel, er moeten speciale apps voor de verschillende diensten zijn en Wifi op de campus moet goed werken.

Nogal wat studenten vinden overigens dat Social Media niet gebruikt moeten worden binnen het onderwijs. Ze vinden dat deze media vooral een privé zaak zijn en ze willen hun privé leven niet graag mengen met hun studieleven. Een voorbeeld waarin Facebook goed werkt zijn de sites waarop studieervaringen (bijvoorbeeld oefenexamens) met jaargenoten worden uitgewisseld. Wanneer wordt gedacht aan betere mobiele toegang tot sites, gaat in eerste instantie de aandacht vooral uit naar roosterachtige sites. Ook de wens om snel op de hoogte te worden gebracht van behaalde examencijfers wordt genoemd.


8

Wageningen University (2012)

Recommend Documents