Garantie & ondersteuning Dit product wordt geleverd met een eenjarige garantie voor problemen die zich voordoen bij normaal gebruik. Het verkeerd omgaan met de Easi-Pulse™ of het openen van het apparaat doen deze garantie vervallen. Alle gegevens op het apparaat en eventuele gevolgschade worden niet gedekt door deze garantie. De batterij kan niet door de gebruiker vervangen worden.
Technische ondersteuning Ga voor de laatste productinformatie naar www.tts-group.co.uk. Stuur een e-mail naar
[email protected] voor technische ondersteuning. TTS Group Ltd. Park Lane Business park Kirkby-in-Ashfield Nottinghamshire, NG17 9GU, VK. Gratis telefoon: 0800 318686 Gratis fax: 0800 137525 TTS is er trots op deel uit te maken van
Easi-Pulse™ WAARSCHUWING: Gooi dit product niet weg in het huishoudafval. Breng het naar een inzamelpunt voor de recycling van elektronische toestellen. WAARSCHUWING! Niet geschikt voor kinderen onder 36 maanden wegens kleine onderdelen verstikkingsgevaar. Gemaakt in China, ten behoeve van de TTS Group Ltd.
Nxxxxx N448
PLC TTS Productcode: EL00145
Easi-Pulse™
meet de zuurstofverzadiging en hartslagfrequentie
GEBRUIKERS-HANDLEIDING www.tts-shopping.com
Instructies aan de gebruiker Beste gebruikers, hartelijk dank voor de aanschaf van de oximeter. Deze handleiding is geschreven en samengesteld in overeenstemming met de richtlijn MDD93/42/EEC voor medische apparatuur en geharmoniseerde standaarden. In het geval van aanpassingen en software-upgrades kan de informatie in dit document zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. De handleiding beschrijft, in overeenstemming met de eigenschappen en eisen van de Oximeter, de hoofdstructuur, functies, specificaties, correcte methoden voor transport, installatie, gebruik, bediening, reparatie, onderhoud, en opslag, etc., alsmede de veiligheidsprocedures voor het beschermen van zowel de gebruiker als de apparatuur. Raadpleeg de desbetreffende hoofdstukken voor meer informatie. Lees a.u.b. de handleiding aandachtig door voordat u dit product gebruikt. De handleiding met bedieningsprocedures dient strikt te worden gevolgd. Het niet volgen van de handleiding kan vreemde metingen veroorzaken, alsmede materiële schade en persoonlijk letsel. De fabrikant is NIET verantwoordelijk voor de veiligheid, betrouwbaarheid en prestatieproblemen en enige vreemde metingen, persoonlijk letsel en materiële schade als gevolg van nalatigheid van de gebruiker bij het volgen van de bedieningsinstructies. De garantieservice van de fabrikant dekt zulke problemen niet. Vanwege de aankomende vernieuwing kan het zijn dat de producten die u heeft ontvangen niet helemaal overeenkomen met de beschrijving in deze handleiding. We bieden hiervoor onze oprechte excuses aan. Dit product is een medisch hulpmiddel dat herhaaldelijk kan worden gebruikt.
2
Easi-Pulse™ WAARSCHUWING: n Er kan een ongemakkelijk of pijnlijk gevoel ontstaan als het apparaat continu wordt gebruikt, vooral bij patiënten met verminderde microcirculatie. Het wordt aanbevolen om de sensor niet langer dan 2 uur te gebruiken. n Het apparaat moet niet worden vastgeklemd op oedemen of gevoelig weefsel. n Probeer niet direct in het infra-rode licht te kijken. n Verwijder voor gebruik alle cosmetica van de vingernagel. n Bekijk de literatuur voor informatie over klinische beperkingen en waarschuwingen. n Dit apparaat is niet bedoeld voor medische behandeling. De handleiding is een uitgave van Contec Medical Systems Co., LTD. Alle rechten voorbehouden.
3
Inhoud
4
1 Veiligheid
5
1.1 Instructies voor veilig gebruik
5
1.2 Waarschuwingen
5
1.3 Attentie
6
2 Overzicht
6
2.1 Eigenschappen
6
2.2 Belangrijke toepassingen en toepassingsbereik
7
2.3 Omgevingsvereisten
7
3 Principe
7
4 Technische specificaties
8
4.1 Belangrijkste prestaties
8
4.2 Belangrijkste waardes
8
5 Installatie
9
5.1 Aanblik van het frontpaneel
9
5.2 Installatie van de batterij
10
5.3 Accessoires
10
6 Bedieningsgids
10
6.1 Toepassingsmethode
10
6.2 Gebruik
15
6.3 Klinische beperkingen
15
7 Onderhoud, transport en opslag
15
7.1 Reinigen
15
7.2 Onderhoud
15
7.3 Transport en opslag
13
8 Problemen oplossen
16
9 Verklaring van gebruikte symbolen
17
10 Functiespecificatie
18
Appendix
19
Easi-Pulse™ 1 Veiligheid 1.1 Instructies voor een veilige bediening Controleer het apparaat en alle accessoires regelmatig om ervoor te zorgen dat er geen zichtbare schade is die de veiligheid van de patiënt in gevaar kan brengen, en controleer de kabels. Het wordt aanbevolen om het apparaat eens per week te controleren. Als er duidelijke schade is, dient u te stoppen met het gebruiken van het apparaat. n Benodigd onderhoud mag alleen door gekwalificeerde onderhoudsmonteurs worden uitgevoerd. Er zijn geen onderdelen die door gebruikers kunnen worden vervangen, en gebruikers mogen zelf geen onderhoud uitvoeren. n De oximeter kan niet samen worden gebruikt met apparaten die niet in de handleiding worden genoemd. Alleen de accessoires die door de fabrikant worden aangewezen of aanbevolen mogen samen met dit apparaat worden gebruikt. n Dit product is voor het verlaten van de fabriek gekalibreerd.
1.2 Waarschuwing n Explosiegevaar - Gebruik de oximeter NIET in een omgeving met brandbaar gas, zoals sommige ontvlambare anesthetica. n Zorg ervoor dat de omgeving waarin het apparaat wordt gebruikt niet blootgesteld is aan enige bronnen van sterke elektromagnetische interferentie, zoals radiozenders, mobiele telefoons, etc. n Gebruik de oximeter NIET tijdens MRI- en CT-scans. n Plastics bevatten rubber waar sommige gebruikers allergisch voor kunnen zijn. n Het weggooien van het apparaat en haar accessoires en verpakking (inclusief batterijen, plastic zakjes, piepschuim en kartonnen doosjes) dient te gebeuren in overeenstemming met de lokale wetgeving en voorschriften. n Controleer de verpakking vóór gebruik om te controleren dat het apparaat en de accessoires overeenkomen met de paklijst. n Kies a.u.b. de accessoires en de sonde die zijn goedgekeurd of geproduceerd door de fabrikant; andere apparaten of accessoires kunnen het apparaat beschadigen.
5
1.3 Attentie n Houd de oximeter uit de buurt van stof, vibraties, bijtende stoffen, explosieve materialen, hoge temperaturen en vocht. n Als de oximeter nat wordt, dient u het gebruik ervan te stoppen. n De oximeter moet acclimatiseren aan verschillende omgevingen. n Bedien de toetsen op het voorpaneel NIET met scherpe materialen. n Hoge temperaturen of stoomreiniging van de oximeter onder hoge druk wordt niet aanbevolen. n Stel de oximeter niet bloot aan vloeistoffen. n Als u het apparaat reinigt met water dient de temperatuur onder de 60°C te blijven. n De updateperiode van gegevens is minder dan 5 seconden. n Lees de gemeten waarde af als de golf op het scherm gelijk en stabiel is. Deze gemeten waarde is de optimale waarde. n Als er tijdens het gebruik vreemde symbolen op het scherm verschijnen, moet u uw vinger opnieuw in het apparaat steken om het normale gebruik te herstellen. n Dit apparaat heeft een alarm, gebruikers kunnen deze functie controleren door hoofdstuk 6.2 als referentie te gebruiken. n Een flexibel circuit verbindt de helften van het apparaat. Trek of draai niet aan de aansluiting.
2 Overzicht De zuurstofverzadiging is het percentage HbO2 in de totale Hb in het bloed, de zogenaamde O2-concentratie in het bloed. Het is een belangrijke biologische parameter van ademhaling. Een aantal ademhalingsziekten kan een daling van SpO2 in het bloed veroorzaken.
2.1 Eigenschappen A. Het bedienen van het product is simpel en gemakkelijk. B. Het product is compact, licht, en gemakkelijk mee te nemen. C. Laag stroomverbruik
6
Easi-Pulse™ 2.2 Belangrijke toepassingen en toepassingsbereik De Oximeter kan worden gebruikt om de zuurstofverzadiging en hartslag via de vinger te meten. Het product is geschikt voor gebruik thuis, in het ziekenhuis, in een zuurstofbar, in de maatschappelijke gezondheidszorg, en voor lichamelijke verzorging rondom het sporten (het kan voor of na het sporten worden gebruikt, maar het wordt niet aangeraden op het apparaat tijdens het sporten te gebruiken), etc.
2.3 Omgevingsvereisten Bewaaromgeving a) Temperatuur: -40°C +60°C b) Relatieve luchtvochtigheid: 5% 95% c) Luchtdruk: 500hPa 1060hPa Gebruiksomgeving a) Temperatuur: 10°C 40°C b) Relatieve luchtvochtigheid: 30% 75% c) Luchtdruk: 700hPa 1060hPa
3 Principe Het principe van de Oximeter is als volgt: er wordt gebruik gemaakt van de Wet van Lambert-Beer, en van spectrumabsorptie-eigenschappen van hemoglobine (Hb) en Oxyhemoglobine (HbO2) in gloeiende en bijna-infrarode zones. Het werkingsprincipe van het apparaat is: Fotoelektrische Oxyhemoglobine-inspectietechnologie wordt gebruikt in combinatie met capaciteitsscanning en -opnametechnologie, zodat twee lichtstralen met verschillende golflengten op de menselijke vingernagel kunnen worden gericht via de sensor in de vingerklem. Het gemeten signaal kan dan worden verkregen met een lichtgevoelig element, en de verkregen informatie wordt dan op het scherm getoond. Gloeien en Emissiebuis voor infrarode straling.
Gloeien en terugkoppelingsbuis voor infrarode straling.
7
4 Technische specificaties 4.1 Belangrijkste prestaties A. Weergave van SpO2-waarde B. Weergave hartslag, staafdiagramweergave C. Weergave van hartslaggolf D. Indicatie voor lage spanning E. Automatische uitschakeling: gaat automatisch na 5 seconden uit als de vinger uit de sonde wordt gehaald. F. De weergavemodus kan worden gewijzigd G. Een geluidsindicatie voor de hartslag H. Alarmfunctie I. Voor SpO2-waardes en hartslagwaardes kunnen opgeslagen gegevens op computers worden geüpload. J. Gegevens kunnen worden verstuurd naar computers
4.2 Belangrijkste waardes A. Meting van SpO2 Meetbereik: 0% 100 Nauwkeurigheid: Als het SpO2-meetbereik 70% 100 is, is de toegestane absolute fout ±2 niet gespecificeerd onder de 70%
B. Meting van de hartslag Meetbereik: 30bpm 250bpm Nauwkeurigheid: ±2 bpm of ±2% (kies de hoogste waarde)
C. Resolutie SpO2 : 1%, Hartslag: 1bpm.
8
Easi-Pulse™ D. Meetprestaties bij zwakke vulling De SpO2-waarde en hartslagfrequentie kunnen correct worden weergegeven als de filling-ratio 0.4% is. De SpO2-foutmarge is ±4%, de foutmarge van de hartslagfrequentie is ±2 bpm of ±2% (kies de hoogste waarde).
E. Weerstand tegen omgevingslicht De afwijking tussen de waarde gemeten in kunstmatig licht of natuurlijk licht binnenshuis, en dat van een darkroom, is minder dan ±1%.
F. Vereisten aan stroomvoorziening: 2.6 V DC ~ 3.6V DC. G. Optische sensor Rood licht (golflengte 660 nm 6.65mW) Infrarood (golflengte is 880nm, 6.75mW)
H. Instelbaar alarmbereik: SpO2 0%~100% Hartslag: 0bpm~250bpm
5 Installatie 5.1 Aanblik van het frontpaneel
9
5.2 Installatie van de batterij A. Zie figuur 3 en plaats de twee AAA-batterijen met de juiste polariteit. B. Plaats het deksel terug.
5.3 Accessoires
Afbeelding 3
A. Draagriem
C. Handleiding
B. Twee gewone batterijen (AAA) (optioneel)
D. USB-kabel E. CD (PC-software)
6 Bedieningsgids 6.1 Toepassingsmethode A. a) Plaats de twee batterijen met de polen op de goede plek, en plaats vervolgens het deksel terug. b) Open de clip zoals weergegeven in figuur 4. c) Plaats de vinger in de schuimrubberen kussentjes van de clip (zorg ervoor dat de vinger in de juiste positie ligt), en zet vervolgens de klem op de vinger.
10
d) De gegevens kunnen direct worden afgelezen op het scherm van de meetinterface.
Figuur 4 Plaats vinger op de juiste plaats.
Easi-Pulse™ B. Wijziging de weergaverichting Druk in de meet-interface op de knop om de weergave te wijzigen.
C. Alarm pauzeren: a) Het alarm kan worden ingesteld om af te gaan als gegevens boven de vooraf bepaalde grenzen uitkomen, als de batterij bijna leeg is, of als de vinger is verwijderd. c) om het alarm uit te schakelen, kunnen de instellingen in het bedieningsmenu worden gewijzigd.
D. Instellingen voor gegevensoverdracht Installeer a.u.b. allereerst de bijbehorende software op de computer, waarbij na installatie twee icoontjes op het bureaublad verschijnen. SpO2 is een programma voor het ontvangen van real-time gegevens, wzoals getoond in Figuur 5; het icoontje voor SpO2 Review is een programma voor het ontvangen van opgeslagen gegevens, zoals getoond in Figuur 6. a. Sluit het apparaat a.u.b. met de USB-kabel aan op de computer, en dubbelklik daarna op het "SpO2"-icoontje om het programma op te starten. b. Wanneer u de USB-kabel uit de computer haalt, zal er een dialoogvenster op het bureaublad verschijnen met "Data op zicht opslaan"; op dit moment wordt u gevraagd om indien nodig basisinformatie van de gebruiker in te voeren.
Figuur 5 SpO2-programma
Figuur 5 SpO2beoordelingsprogramma
11
E. Menubediening Bij de meet-interface kan de weergaverichting veranderd worden door kort op de aan-uitknop te drukken. Er kunnen 6 manieren van gegevensweergave worden bekeken. Houd de aan-uitknop ingedrukt (1 seconde) om in het instellingenmenu te komen (zie figuur 7). In het instellingenmenu kan de gebruiker de volgende waarden instellen - Alarm aanzetten; pulsgeluid aanzetten; minimum en maximumgrenzen voor het alarmgeluid, gegevensopslag (opname).
Afbeelding 7
Let in het instellingenmenu op: Klik op = kort op de aan-uitknop drukken en DRUK = langer op de aanuitknop drukken (1sec) a) Alarminstelling Druk in het hoofdmenu op de aanuitknop om "Alarm" te selecteren. Druk op de aan-uitknop (1sec) om de alarminstellingen te openen, zoals weergegeven in Figuur 8.
Afbeelding 8
12
Easi-Pulse™ a. Het aanpassen van de hoge en lage grenswaarden van alarmen Bij de alarminstellingen, drukt u op de aan-uitknop om "Dir" te selecteren. Daarna drukt u op de knop (1sec) om bij het instellen van de waardes te komen, zoals weergegeven in Figuur 9:
Afbeelding 9 Bij de interface voor het instellen van waardes, drukt u op de aan-uitknop om "SpO2 Alm" of "PR Alm" te selecteren, en drukt u daarna op de knop (1sec) om bij de instellingen te komen voor SpO2 of PR, zoals weergegeven in Figuur 10:
Afbeelding 10 Druk op de aan-uitknop om "Dir" te selecteren, en daarna op de knop om omhoog of omlaag te kiezen (de hoge en lage grenswaardes van SpO2 en hartslag zullen in die richting worden aangepast). Om de grenswaarden voor SpO2 en de hartslag te verhogen, kiest u bij "Dir" voor "Omhoog", en drukt u daarna op de aan-uitknop om de hoge grenswaarde te selecteren (hoog), of de lage grenswaarde (laag). Houd de aan-uitknop ingedrukt om de geselecteerde grenswaarde naar de gewenste hogere waarde te wijzigen, en laat de aan-uitknop los zodra de hogere grenswaarde bereikt is. Om de grenswaarden voor SpO2 en de hartslag te verhogen, kiest u bij "Dir" voor "Omlaag", en drukt u daarna op de aan-uitknop om de hoge grenswaarde te selecteren (hoog), of de lage grenswaarde te selecteren (laag). Houd de aanuitknop ingedrukt om de geselecteerde grenswaarde naar de gewenste lagere grenswaarde te wijzigen, en laat de aan-uitknop los zodra de lagere grenswaarde bereikt is.
13
b. Instelling voor pulse-geluidsindicatie Druk bij de alarminstellingen, zoals weergegeven in Figuur 8, op de aan-uitknop om "Psound" te selecteren, en druk daarna op de aan-uitknop om het alarm voor het hartslaggeluid (hartslag) "aan" of "uit" te zetten.
c. De alarminstelling Druk bij de alarminstellingen, zoals weergegeven in Figuur 8, op de aan-uitknop om "Alarm" te selecteren, en druk daarna op de aan-uitknop om het alarm aan of uit te zetten door op "aan" te drukken om het alarm aan te zetten en op "uit" te drukken om het alarm uit te zetten.
d. Verlaat de alarminstellingen, de instellingen voor alarmgrenswaarden, en de instellingen voor grenswaarden aan SpO2 of PR. Druk op de aan-uitknop om "Exit" te selecteren en druk daarna op de aan-uitknop om het menu te verlaten en naar het vorige menu terug te keren.
b Instellingen voor gegevensopslag Dit instrument kan 24 uur aan gegevens opslaan. Het kan de gemeten hartslag en SpO2waardes opslaan, deze gegevens naar een computer versturen, de gegevens weergeven, en rapportages afdrukken (met de meegeleverde SpO2-software - Green Heart) a. Klik bij de interface voor het hoofdmenu, zoals weergegeven in Figuur 7, op de knop om "Record" te selecteren, en druk daarna op de knop om te kiezen voor het wel of niet opslaan van de gegevens; kies "aan" om gegevens op te slaan, of kies "uit" om gegevens niet op te slaan. b. Als het opslaan van gegevens ingeschakeld is zal in de hoofd-gebruiksinterface een gele stip knipperen. c. Tijdens het opnemen wordt het scherm automatisch uitgezet, waarbij enkel het gele stipje zal knipperen om aan te geven dat het apparaat aan het opnemen is. d. Gegevens worden automatisch overschreven als ze niet worden geüpload. e. Als de opslagruimte vol is, zal het apparaat "Geheugen is vol" weergeven op het scherm, en dan na 3 seconden uitschakelen.
c Het uploaden van de gegevens naar de PC na het opnemen a. Sluit het apparaat via de meegeleverde USB-kabel aan op de computer, en dubbelklik dan op het icoon met "SpO2 Review" om de software te starten. Klik in de software op het icoon met "nieuwe sessie", vul de patiëntgegevens in en druk daarna op "ok". De software zal dan "apparaat aangesloten, wachtend op gegevens" weergeven.
14
b. De opnamemodus bij de interface van het hoofdmenu moet uit staan.
Easi-Pulse™ d Het hoofdmenu verlaten Druk bij de interface voor het hoofdmenu op de knop "exit" en druk dan op de knop om het hoofdmenu te verlaten.
F. Uitschakelen Het apparaat schakelt automatisch uit wanneer het 5 seconden lang geen signaal krijgt. Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld tijdens het opslaan van gegevens.
6.2 Aandachtspunten bij het bedienen A. Controleer het apparaat a.u.b. vóór gebruik. B. De vinger moet in een correcte positie liggen (zie ter referentie bijgevoegde illustratie in Figuur 4), omdat er anders onnauwkeurige metingen kunnen optreden. C. De SpO2-sensor mag niet worden gebruikt op een plek of ledemaat met slagader of bloeddrukmanchet bij intraveneuze injecties. D. Maak de SpO2-sensor niet vast met plakband. E. Overmatig omgevingslicht kan het meetresultaat beïnvloeden. F. Inspannende acties van de persoon in kwestie of extreme elektrochirurgische interferentie kunnen ook invloed hebben op de nauwkeurigheid. G. Reinig en ontsmet het apparaat na gebruik a.u.b. volgens de handleiding (7.1).
6.3 Klinische beperkingen A. Sommige medische aandoeningen kunnen de gemeten SpO2-waarde beïnvloeden en kunnen onnauwkeurig zijn.
7 Onderhoud, transport en opslag 7.1 Reiniging en desinfectie Gebruik medische alcohol om het apparaat te desinfecteren, laat liggen om te drogen, of maak schoon met een schone zachte doek.
7.2 Onderhoud A. Reinig en desinfecteer het apparaat a.u.b. voor gebruik volgens de handleiding (7.1).
15
B. Vervang a.u.b. de batterij als het scherm dit aangeeft. C. Haal, als u het apparaat voor langere tijd wilt opslaan, de batterij uit het apparaat.
7.3 Transport en opslag A. Er zijn geen speciale transportvereisten. B. Het ingepakte apparaat dient te worden opgeslagen in een ruimte met: Temperatuur: -40°C~60°C; Luchtvochtigheid: ≤95%
Probleemoplossen De SpO2 en hartslagfrequentie kunnen niet worden gelezen
1. De vinger is niet goed gepositioneerd
1. Plaats de vinger goed en probeer het opnieuw.
2. De SpO2-waarde van de patiënt is te laag om te detecteren.
2. Probeer het opnieuw; Ga voor een diagnose naar een ziekenhuis als je zeker weet dat het apparaat goed werkt.
De SpO2 en hartslagfrequentie worden niet stabiel weergegeven
1. De vinger is niet diep genoeg naar binnen geplaatst.
1. Plaats de vinger goed en probeer het opnieuw.
Het apparaat gaat niet aan
Het scherm gaat plotseling uit
2. De vinger trilt of de patiënt beweegt.
1. De batterij is leeg. 2. De batterij is niet correct geïnstalleerd.
1. Vervang a.u.b. de batterijen. 2. Plaats de batterij a.u.b. opnieuw.
3. Het apparaat is defect.
3. Neem a.u.b. contact op met de distributeur.
1. Dit apparaat is zodanig ingesteld dat het na 5 seconden automatisch uitgaat als het geen signaal kan detecteren.
1. Zorg dat de vinger correct is geplaatst.
2. De batterij is leeg.
16
2. Zorg ervoor dat de patiënt rustig blijft.
2. 1. Vervang a.u.b. de batterijen.
Easi-Pulse™ 9 Verklaring van gebruikte symbolen Waarschuwing - Zie Handleiding %SpO2
De zuurstofverzadiging (%)
PRbpm
Hartslag (bpm) Laagspanning Open de indicatie voor alarmgeluid Open de indicatie voor hartslaggeluid menuknop/aan-uitknop/functieknop Type BF
SN
---
Serienummer 1. de vingerklem valt af (geen vinger ingebracht)] 2. Fout in de sonde 3. Indicator voor ontoereikend signaal plus-pool van de batterij min-pool van de batterij USB
IPXI
Beschermingsgraad tegen binnendringen van vloeistoffen WEEE (2002/96/EC) Dit item voldoet aan de Medical Device Directive 93/42/EEC van 14 juni 1993, een richtlijn van de Europese Economische Gemeenschap.
17
De zuurstofverzadiging (SpO2)
2-cijferig digitaal OLED-scherm
Hartslagfrequentie (PR)
3-cijferig digitaal OLED-scherm
Intensiteit van de hartslag (staafdiagram)
staafdiagram OLED-scherm
Parameterspecificatie voor SpO2 Meetbereik
0%-100%, (de resolutie is 1%).
Nauwkeurigheid
70%-100% ±2% , Onder 70% niet gespecificeerd.
Gemiddelde waarde
Bereken de gemiddelde waarde bij elke 4 meetwaardes. Het verschil tussen de gemiddelde waarde en de werkelijke waarde is groter dan 1%.
Parameterspecificatie voor de hartslag Meetbereik
30bpm-250bpm, (de resolutie is 1bpm) ±2bpm of ±2% (kies de hoogste)
Nauwkeurigheid
Bereken na elke cyclus van 4 hartslagen een voortschrijdend gemiddelde.
Gemiddelde hartslag
Het verschil tussen de gemiddelde waarde en de werkelijke waarde is niet groter dan 1%.
Veiligheidstype
Interne Batterij, Type BF
Intensiteit van de hartslag Bereik
Op het scherm wordt een continue staafdiagram weergegeven, het bovenste schermpje toont de sterkere hartslag.
Batterijvereisten
1.5 V (AAA) alkaline batterijen × 2
Levensduur batterij
Twee 1.5 V (AAA) 600mAh alkaline batterijen kunnen 24 uur continu werken
18
Easi-Pulse™ Afmetingen en gewicht Afmetingen
58.5(L) × 31(B) × 32 (H) mm
Gewicht
Ongeveer 52g (incl. batterijen)
Appendix Richtlijnen en verklaring van de fabrikant - elektromagnetische straling voor alle Apparaten en Systemen Richtlijnen en verklaring van de fabrikant - elektromagnetische straling De CMS50D+ is bedoeld voor gebruik in elektromagnetische omgevingen zoals hieronder beschreven. De klant of gebruiker van de CMS50D+ moet ervoor zorgen dat deze in zo'n omgeving wordt gebruikt. Stralingstest
Naleving
Elektromagnetische omgeving richtlijnen
RF-straling CISPR 11
Groep 1
De CMS50D+ gebruik RF-energie enkel voor haar interne werking. Om die reden is de RF-straling erg laag, en is het niet waarschijnlijk dat er storing wordt veroorzaakt bij elektronische apparatuur in de buurt.
RF-straling CISPR 11
Klasse B
De CMS50D+ kan overal worden gebruikt, behalve thuis of in omgevingen die direct in verbinding staan met een laagspanningsnet voor gebouwen met huisvestingsdoeleinden.
19
Richtlijnen en verklaring van de fabrikant - elektromagnetische immuniteit voor alle Apparaten en Systemen Richtlijnen en verklaring van de fabrikant - elektromagnetische immuniteit De CMS50D+ is bedoeld voor gebruik in elektromagnetische omgevingen zoals hieronder beschreven. De klant of gebruiker van de CMS50D+ moet ervoor zorgen dat deze in zo'n omgeving wordt gebruikt. Immuniteitstest
IEC 60601 testniveau
Nalevingsniveau
Elektrostatische ontlading (ESD)
±6 kV contact ±8 kV lucht
±6 kV contact ±8 kV lucht
3A/m
3A/m
IEC 61000-4-2
Stroomfrequentie (50/60 Hz) magnetisch veld IEC 61000-4-8
Elektromagnetische omgeving - richtlijnen
Vloeren dienen van hout, beton of keramische tegels te zijn. Als vloeren zijn bedekt met synthetisch materiaal, moet de relatieve luchtvochtigheid minstens 30% zijn. De netspanning dient van een vergelijkbare kwaliteit te zijn als gebruikelijk in bedrijfs- of ziekenhuisomgevingen.
OPMERKINGUT is de netspanning vóór toepassing van het testniveau.
20
Easi-Pulse™ Immuniteit test
IEC 60601 testniveau
Uitgestraalde RF IEC 61000-4-3
3 V/m 80 MHz tot 2.5 GHz
Nalevingsniveau
Elektromagnetische omgeving richtlijnen
3 V/m Draagbare en mobiele RFcommunicatieapparatuur moet niet dichterbij de CMS50D+ (incl. kabels) worden gebruikt dan de minimaal aanbevolen scheidingsafstand, berekend volgens de toepasselijke formule van de zenderfrequentie. Aanbevolen scheidingsafstand
80 MHz tot 800 MHz
800 MHz tot 2.5 GHz Waarbij P het maximum uitgangsvermogen van de zender in watt (W) is, volgens de fabrikant van de zender, en d de aanbevolen scheidingsafstand in meters (m). De veldsterktes van vaste RF-zenders, zoals bepaald met een elektromagnetisch locatieonderzoek, moeten lager zijn dan het nalevingsniveau in ieder frequentiebereik b.
Storingen kunnen optreden in de buurt van apparatuur met het volgende symbool:
21
OPMERKING 1 Op 80 MHz en 800 MHz is het hogere frequentiebereik van toepassing. OPMERKING 2 Deze richtlijnen gelden mogelijk niet in alle situaties. Elektromagnetische overdracht wordt beïnvloed door absorptie en reflectie door structuren, voorwerpen en personen. a De veldsterkte van vaste zenders, zoals grondstations voor radio, (mobiele/draadloze) telefoons en mobiele landradio's, amateurradio, AM en FM radio-uitzendingen, en TV-uitzendingen kan langs theoretische weg niet nauwkeurig voorspeld worden. Om de elektromagnetische omgeving rondom vaste RF-zenders te bepalen kan worden overwogen een elektromagnetisch locatieonderzoek uit te voeren. Als de gemeten veldsterkte op de locatie waar de CMS50D+ wordt gebruikt boven het van toepassing zijnde RF-nalevingsniveau uitkomt, de CMS50D+ moet in acht worden genomen om normale werking te verifiëren. Als er een abnormale werking wordt waargenomen, kunnen aanvullende maatregelen nodig zijn, zoals het opnieuw richten of verplaatsen van het CMS50D+. b In het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz, dienen veldsterktes lager te zijn dan 3 V/m.
22
Easi-Pulse™ Aanbevolen afstanden tussen draagbare en mobiele RF-comunicatieapparatuur en de CMS50D+ De CMS50D is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin uitgestraalde RF-storingen worden gecontroleerd. De klant of gebruiker van de CMS50D+ kan elektromagnetische interferentie helpen voorkomen door een minimumafstand te bewaren tussen draagbare en mobiele RFcommunicatieapparatuur (zenders) en de CMS50D+, zoals hieronder aanbevolen, afhankelijk van het maximale outputvermogen van de communicatieapparatuur. Gespecificeerd maximaal outputvermogen van zender
Scheidingsafstand overeenkomstig frequentie van de zender 80 MHz tot 800 MHz
800 MHz tot 2.5 GHz
0.01
0.12
0.23
0.1
0.37
0.74 2.33
(W)
1
1.17
10
3.69
7.38
100
11.67
23.33
Voor zenders met een maximaal outputvermogen dat hierboven niet is gespecificeerd, kan de aanbevolen scheidingsafstand d in meters (m) worden geschat door de toepasselijke formule voor de zenderfrequentie te gebruiken, waarin P het maximale outputvermogen van de zender in watt (W) is, volgens de fabrikant van de zender. OPMERKING 1 Op 80 MHz en 800 MHz is de scheidingsafstand voor het hoogste frequentiebereik van toepassing. OPMERKING 2 Deze richtlijnen gelden mogelijk niet in alle situaties. Elektromagnetische overdracht wordt beïnvloed door absorptie en reflectie door structuren, voorwerpen en personen.
23