www.egender.be
VOORWOORD INLEIDING
1
PROBLEEMFORMULERING
2
LITERATUURVERKENNING ENKELE INITIATIEVEN
3
INSTROOM
HET
AANDEEL
VROUWEN
IN
ICT
:
>>>
/
MOTIVEREN ?
4
:
OPLEIDING
MEISJES
/
BEDROEVENDE CIJFERS HET
e
/
WAAROM MEISJES
:
- GENDER ONDERZOEK
INSTROOM
>>> NAAR AANTREKKELIJKE ICT - OPLEIDINGEN VOOR HET
e
- GENDER ONDERZOEK
:
OPLEIDING
5
DOORSTROOM
>>> BEDROEVENDE CIJFERS
WERKING TUSSEN ONDERWIJS EN ARBEIDSMARKT
:
/ /
BELANG SAMENHET
e - GENDER
ONDERZOEK DOORSTROOM
TOT SLOT
6
AANBEVELINGEN & TIPS
BIBLIOGRAFIE BIJLAGEN
>>> INSTROOM / OPLEIDING / DOORSTROOM
eze publicatie maakt deel uit van het project ‘e-gender’. e-gender heeft als centrale doelstelling het aantrekken en promoten van meisjes in de ICT-sector. Dit project krijgt financiële steun van het Europees Sociaal Fonds (ESF), van het Vlaams Economische Sociaal Overlegcomité (VESOC) en Provincie Limburg. Het project beoogt een evenredige deelname van mannen én vrouwen in de ICT-sector.
Dit rapport kadert in de derde doelstelling van het egender project, namelijk het stimuleren van een opleidingsaanbod dat genderneutraal en vrouwvriendelijk is. Het project gaat na of vrouwen zich aangetrokken voelen tot ICT-opleidingen, of de cursussen aangepast zijn aan hun noden en of deze opleidingen hen voldoende voorbereiden op toekomstige tewerkstelling. Kortom e-gender spitst zich toe op instroom, opleiding en doorstroom.
Dit rapport omvat een literatuurverkenning en een kwalitatief onderzoeksluik. De literatuurverkenning is opgevat als een opsomming van enkele initiatieven die zich inzetten om meer meisjes te laten instromen in een ICT-opleiding en vrouwen in de ICT-sector zelf. Het kwalitatieve luik omvat een instroom-, opleidings-, en doorstroomanalyse.
Deze analyses zijn gebaseerd op focusgroepen en enquêtes van de directe doelgroep als de lesgevers. Hiervoor werd beroep gedaan op zowel leerlingen en leerkrachten van E-Lab school (een 7e jaar informatica en multimedia) als deze van technische opleidingen binnen Syntra. Daarnaast werd er ook een beroep gedaan op werkgevers uit de ICT-sector.
-gender – een project met de steun van het Europees Sociaal Fonds (ESF), het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité (VESOC) en Provincie Limburg – beoogt een evenredige deelname van mannen én vrouwen in de ICT-sector. Ondanks het prangende personeelstekort in de ICT-sector zien we toch dat vrouwen sterk ondervertegenwoordigd zijn. De hoofddoelstelling van het project is het aanwakkeren van het genderbewustzijn in de ICT- en multimediasector. En het project gaat nog verder: de focus ligt niet alleen bij vrouwen, maar bij een bijzondere groep van vrouwen: de korter geschoolde vrouwen. Deze groep is immers bijna niet vertegenwoordigd in de sector, ondanks de nood aan commercieel en technisch geschoold ondersteunend personeel. Toch zijn we ervan overtuigd dat de specifieke competenties van korter geschoolde vrouwen kunnen leiden tot méér efficiëntie, en op termijn tot méér innovatie. Om hierin te slagen focust het gelijke kansenproject op drie peilers: imago, arbeidsmarkt en onderwijs. e-gender ambieert het aantonen van reële jobkansen voor korter geschoolde vrouwen in de ICT- en multimediasector, dat deze jobs toekomstperspectief met een duurzaam karakter bieden en aansluiten op hun eigen vaardigheden en ambities, en dat de opleidingen die tot deze jobs leiden genderneutraal en vrouwvriendelijk zijn. Dit rapport kadert in de derde doelstelling van het egender project, namelijk het stimuleren van een opleidingsaanbod dat genderneutraal en vrouwvriendelijk is. Het project gaat na of vrouwen zich aangetrokken voelen tot ICT-opleidingen, of de cursussen aangepast zijn aan hun noden en of deze opleidingen hen voldoende voorbereiden op toekomstige tewerkstelling. Kortom, e-gender spitst zich toe op instroom, opleiding en doorstroom van korter geschoolde meisjes in ICT. We geven u nog even de vorige actiepunten van dit project mee. Met de eerste doelstelling ambieerden we het aantonen van reële jobkansen voor korter geschoolde vrouwen met een duurzaam toekomstperspectief in de ICT- en multimediasector. Voor deze doelstelling pakte e-gender uit met de online test “Do the Match” (www. dothematch.be). Het is een handig instrument dat een lijst van vrouwvriendelijke functies weergeeft die overeenkomen met de wensen en competenties van deze doelgroep. Meisjes kunnen zo ontdekken welke job bij hen past en hoe deze er concreet uit ziet (taken, werkinstrumenten, …). Deze profielen worden aangevuld door voorbeeldvrouwen: korter geschoolde dames die reeds werkzaam zijn in deze functies. We beperkten ons niet enkel tot deze vrouwelijke doelgroep, maar spraken ook de ICT-werkgevers aan! Zo komen we tot onze tweede doelstelling: het bewust maken van de ICT-sector van de kwaliteiten van vrouwelijke medewerkers en afstemming van het jobaanbod op deze kwaliteiten. Om deze brug te slaan naar de sector zelf werd “The Skills Match” (www.theskilssmatch.be) ontwikkeld. Dit is een skilltest die werkgevers bewust wil maken van de mogelijkheden van korter geschoolde vrouwen. Het stelt hem of haar met andere woorden in staat om binnen het eigen bedrijf functies te definiëren die hiermee matchen.
Het rapport omvat een literatuurverkenning en een kwalitatief onderzoeksluik. De literatuurverkenning is opgevat als een overzicht van verschillende ondernomen initiatieven die zich inzetten om meer meisjes te laten instromen in een ICT-opleiding en vrouwen in de ICT-sector zelf. Het kwalitatieve luik omvat een instroom-, opleidings-, en doorstroomanalyse. De analyses bestaan uit cijfergegevens, bevindingen uit de literatuur, een eigen onderzoek en enkele aanbevelingen en tips. De rode draad doorheen het onderzoek zijn vragen zoals: - Wat zijn de redenen voor meisjes om al dan niet aan deze opleidingen deel te nemen? - Hoe kan de opleidingsvorm aansluiten op de verwachtingen van vrouwen? - Wat zijn de aandachtspunten voor de inrichters en lesgevers van deze opleiding? - Welke vaardigheden worden in de opleiding beklemtoond? We willen beklemtonen dat hier een kwalitatieve benadering gevolgd werd: de deelnemers van het onderzoek werden gekozen op hun representativiteit waardoor niet het aantal, maar hun kenmerken van doorslaggevend belang zijn voor het representatieve karakter. AANPAK EN VERWERKING ANALYSES
e-gender instroomanalyse Binnen de instroomanalyse werd eerst een onderzoek verricht naar de instroom van meisjes én jongens in een ICT-opleiding. De cijfergegevens omtrent de instroom werden verwerkt in overzichtelijke tabellen en grafieken om een duidelijk beeld te creëren van de problematiek. Met behulp van enkele bevindingen uit de literatuur werd het probleem van de ondervertegenwoordiging van meisjes in een ICT-opleiding verder toegelicht. De instroomanalyse werd onderbouwd met enquêtes en focusgroepen van zowel leerlingen als leerkrachten. Voor de enquêtes en diepte-interviews werd er beroep gedaan op leerlingen van E-Lab school (een 7e jaar informatica en multimedia) en cursisten van Syntra in ICT-gerelateerde opleidingen tijdens schooljaren ’06-’07 en ’07-’08. Ze werden bevraagd over hun motivaties en ervaringen om een ICT-opleiding te volgen, wat hun verwachtingen zijn van de opleidingen en hoe zij denken om meer meisjes aan te trekken om een ICT-opleiding te volgen. Tijdens deze instroomanalyse werden er twee focusgroepen georganiseerd, namelijk een focusgroep van leerlingen en een focusgroep van leerkrachten. Voor de focusgroep van leerlingen werd er beroep gedaan op de leerlingen van E-Lab school en de cursisten van Syntra in ICT-gerelateerde opleidingen. Voor de focusgroep met leerkrachten werden de leerkrachten van E-Lab school bevraagd. Voor elk van deze focusgroepen zijn we gestart met enkele concrete stellingen om zo reacties uit te lokken. Zij werden ook bevraagd over hoe we meer meisjes kunnen aantrekken voor een ICT-opleiding. Deze reacties werden nadien terug in de groep gebracht om het debat te openen en verder uit te diepen.
e-gender opleidingsanalyse Binnen de opleidingsanalyse richtte het onderzoek zich op de ervaringen, van zowel meisjes als jongens, in de opleidingen. Met behulp van de bevindingen uit de literatuur werd het belang van een genderneutraal en vrouwvriendelijk opleidingsaanbod verwoord. Dit onderzoek werd onderbouwd met enquêtes en een focusgroep. Via de enquêtes werden zowel jongens als meisjes bevraagd over wat de verwachtingen waren van de lesvorm en lesinhouden van een ICT-opleiding en wat er daarvan is overgebleven. De antwoorden van beide groepen werden met elkaar vergeleken om op die manier de belangrijkste factoren voor meisjes in een dergelijke opleiding te identificeren. Ook hier werd er een beroep gedaan op de leerlingen van E-Lab school en cursisten van Syntra in ICT-gerelateerde opleidingen.
De focusgroep bestaande uit leerkrachten van E-lab school, ging hier eveneens dieper op in. De focusgroep werd bevraagd over hoe we een ICT-opleiding kunnen aanpassen aan de noden en wensen van meisjes om meer meisjes aan te trekken en om tussentijdse uitval tegen te gaan.
e-gender doorstroomanalyse Het onderzoek in deze laatste analyse richtte zich naar de doorstroom van jongeren naar de arbeidsmarkt. Het onderzoek omvat ervaringen van leerlingen en cursisten die een opleiding afgerond hebben en hoe de doorstroom naar de arbeidsmarkt verloopt. Bestaande cijfergegevens omtrent de geringe doorstroom van vrouwen naar de arbeidsmarkt werden in beeld gebracht in tabellen en grafieken. Met de bevindingen uit de literatuur werd het belang van een gemeenschappelijk platform tussen opleidingsinstanties en de arbeidsmarkt verder uitgediept. Tijdens deze analyse werd er een beroep gedaan op leerkrachten van E-Lab school, maar ook op werkgevers uit de ICT-sector, VDAB en Syntra. Dit vormde de basis voor het samenbrengen van een bijzondere focusgroep, namelijk een focusgroep waarbij zowel leerkrachten als werkgevers uit de ICT-sector aanwezig waren. Nadat eerst bij leerkrachten afzonderlijk gepeild werd naar hun ervaringen in het geringe aantal leerlingen dat doorstroomt naar de arbeidsmarkt en bij de werkgevers gepeild werd hoe we ervoor kunnen zorgen dat de opleidingen toetsen aan deze vraag naar competenties, werden deze twee samengebracht. De meningen van leerkrachten en werkgevers werden tijdens deze focusgroep met elkaar geconfronteerd. De doelstelling van deze focusgroep was het uitzoeken hoe de opleidingen beter afgestemd kunnen worden op de noden van de arbeidsmarkt. De bevindingen uit de literatuur en uit het eigen onderzoek, zowel vanuit de instroom-, opleiding-, en doorstroomanalyse, werden verzameld en verwerkt tot aanbevelingen en tips om opleidingsverstrekkers te begeleiden en te helpen bij het ontwikkelen van een genderneutraal en vrouwvriendelijk opleidingsaanbod.
e arbeidsmarkt voor geschoold ICT-personeel kampt met een enorme schaarste. Na een korte verbetering eind jaren ’90 kennen we nu weer een terugval. Uit cijfers van Agoria blijkt dat dit tekort aan personeel een stijgende tendens kende: momenteel staan er nog steeds 14.250 ICT-functies open ten opzichte van 13.250 twee jaar geleden. De vraag naar ICT-peroneel in de Belgische economie groeit elk jaar. In 2006 werkten 136.000 mensen als informaticus op de arbeidsmarkt. In 2007 steeg dat aantal naar 141.000. En het afgelopen jaar werden nog eens 6.500 nieuwe jobs voor ICT’ers gecreëerd zodat momenteel reeds 147.500 Belgen hun brood als ICT’er verdienen. Het tekort aan gekwalificeerd personeel zou de komende jaren niet kleiner worden, terwijl de in- en doorstroom van jongeren in de opleidingen die voorbereiden op de ICT-arbeidsmarkt hoogstens stabiel of zeer lichtjes zullen toenemen. De zwakke instroom van jongeren in deze opleidingen is sterk gelinkt aan het ICT-imago. Het spreekwoord “onbekend is onbemind” is meer dan ooit van toepassing op het huidige ICT-beroep. Hoewel er diverse ICT-beroepen bestaan, denken velen bij het beroep van een informaticus nog steeds aan het stereotype beeld van een persoon, meestal een man, die uren aan zijn computer zit en geen privéleven noch vriendenkring heeft. In België zijn er slechts 26% vrouwelijke informatici en 21% vrouwelijke informaticastudenten in het secundair onderwijs en 5% vrouwelijke informaticastudenten in het hoger onderwijs. De ondervertegenwoordiging van meisjes in een ICT-opleiding en dus ook vrouwen in de ICT-sector verdient uiteraard nadere aandacht. Aan de grondslag van de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de ICT-sector ligt natuurlijk het vooroordeel dat vooral bij de vrouwen leeft, namelijk het man- nelijk en technisch imago. Zo komt er een vicieuze cirkel tot stand: informaticus is overwegend een mannelijk beroep en daardoor gaan meisjes geen informatica studeren. Zo houdt het probleem zichzelf in stand.
r zijn de afgelopen jaren enkele initiatieven ondernomen om meer meisjes te laten instromen in een ICT-opleiding en vrouwen in de ICT-sector zelf. In dit hoofdstuk geven we u een overzicht van enkele initiatieven die ondernomen werden rond het thema ‘meisjes en ICT’. Aangezien e-gender ook rond dit thema werkt en zich vooral richt op de doelgroep korter geschoolde vrouwen, geven we enkel een overzicht van gelijkaardige initiatieven om zo een duidelijk beeld te schetsen. Het is niet de bedoeling om een volledig overzicht te geven van alle bestaande initiatieven, maar we hebben deze initiatieven gebruikt voor het eigen onderzoek en hun adviezen verwerkt in onze aanbevelingen en tips. Deze aanbevelingen en tips kan u achteraan terugvinden in de brochure, het is een praktische handleiding om tot een genderneutraal en vrouwvriendelijk opleidingsaanbod te komen.
Het project “Meisjes en informatica” uitgevoerd door SEIN, het onderzoeksinstituut voor gedragswetenschappen van UHasselt, is een initiatief dat meisjes warm wil maken voor een opleiding in informatica. In 2004 publiceerde SEIN het rapport “Meisjes en informatica: (g)een goede combinatie?”. In dit rapport gaan ze na waarom meisjes niet kiezen voor informatica. Dit rapport bevat een kwalitatief onderzoek waarbij literatuurinzichten omtrent meisjes en informatica worden getoetst aan de hand van diepte-interviews en focusgroepen met leerlingen, leerkrachten, studenten en docenten informatica en informatici zelf. Met dit onderzoek wil men nagaan of jongens en meisjes anders denken over informatica en op welke manier dit tot uiting komt. Er zijn verschillende oorzaken en oplossingen van de ondervertegenwoordiging van meisjes binnen het domein van informatica. Ouders, schoolse omgeving, leerkrachten, de opleiding zelf én de ICTsector spelen een belangrijke rol waarbij de invloed van stereotypering niet te onderkennen valt. Het probleem moet op al deze fronten aangepakt worden. Op basis van dit onderzoek werd het evaluatie-instrument “Kiezen voor informatica: een vergelijking van informatiebrochures” gepubliceerd. Het onderzoek heeft zich vooral gefocust op de aantrekkelijkheid van de folder en lay-out, de inhoud en de gender(on)gelijkheid van hogescholen en universiteiten. Dit evaluatie-instrument laat hogescholen en universiteiten toe hun informatiebrochures inzake informaticastudies te evalueren op gender en die zodoende aantrekkelijk te maken voor zowel jongens en meisjes.
Ook ADA hield zich de laatste jaren bezig met de problematiek van de ondervertegenwoordiging van meisjes in een ICT-opleiding en vrouwen in de ICT-sector. In samenwerking met universiteiten, opleidingscentra en instellingen, en met allen die dagelijks een rol spelen in het ontwikkelen van ICT hebben ze antwoorden verzameld op veelgestelde vragen. Al deze informatie bundelden ze op hun website. ADA beschikt over heel wat acties en instrumenten om deze problematiek aan te kaarten, om meisjes warm te maken voor informatica in het basisonderwijs en secundair onderwijs. We sommen ze kort voor u op: De workshop “Cybermilk” wil kinderen op zeer jonge leeftijd vertrouwd maken met verschillende toepassingsmogelijkheden van computers. Het project richt zich niet enkel op de jonge kinderen, maar ook op hun mama’s, om ook hen meer te sensibiliseren en vertrouwd te maken met informatica. Uit “Cybermilk” kwamen de “Cyberhardware-klassen” voort. De nadruk ligt in deze klassen op het leren kennen van de onderdelen en de werking van de computer. Deze workshop richt zich op leerlingen uit het zesde leerjaar, en in het bijzonder op meisjes.
De “Cybersoda” workshops tonen tienermeisjes dat iedereen kan leren hoe een computer te gebruiken en dat er niets geheimzinnig is aan computerkennis. De tienermeisjes komen ook in contact met vrouwelijke informatici die hen laten zien welke verschillende ICT-beroepen er bestaan. Voor de workshops “Cybersoda” ontwikkelde ADA het Cybersodakoffertje. Deze koffer is een pedagogisch instrument voor iedereen die informaticaworkshops wil organiseren voor jongeren. Het is ontwikkeld op basis van ADA’s praktijkervaringen en bestaat uit een handleiding en twee cd-roms boordevol informatie. Het koffertje is bedoeld voor leerkrachten, animators en andere mensen die de deur naar technologie willen openzetten voor jonge meisjes. Met de “Pimp-IT-up!” mentorshipdag laat ADA vrouwelijke laatstejaars secundair onderwijs een dag meelopen met een informaticus (m/v). Na een “Pimp-IT-up!” mentorshipdag zijn meisjes correct geïnformeerd over de huidige informaticaberoepen. Vooroordelen ten aanzien van het beroep worden doorprikt en stereotypen onderuit gehaald. ADA heeft voor deze actie het draaiboek “Pimp-IT-up!” samengesteld. De CD-ROM “Wegwijs In Informatica” geeft een beschrijving van informaticaberoepen waarbij men probeert de heersende clichés te weerleggen. De brochure “Cherchez la fille!” verschaft antwoorden op vragen zoals waarom meisjes en vrouwen weinig interesse hebben voor informatica, waarom ze er niet hun beroep van maken en waarom ze niet voor een opleiding informatica kiezen. Het multimediaal animatiepakket “Schoon in de weer met software?” is een pedagogisch instrument dat werkt rond stereotypen in de ICT-sector die vrouwen ervan weerhouden voor een ICT-beroep te kiezen. De DVD wil via een originele, “lichte” en humoristische aanpak de stereotype beweringen één voor één afbreken. Naast deze hilarische kortfilm bevat de DVD ook een reeks interviews met vrouwen in opleiding.
Het project streeft naar een gelijke toegang voor vrouwen en mannen tot ICT-gerelateerde functies, tot de ICT-sector en tot ICT-functies in het bijzonder. Men ontwikkelde een reeks van vier instrumenten onder de vorm van brochures en een CD-ROM voor de verschillende groepen die een rol spelen in dit proces. De brochure “Kansen & Beroepen” geeft meisjes en vrouwen een korte opsomming van ICT-beroepen en de invloed die ICT uitoefent op eerder ‘traditionele’ beroepen. De brochure geeft ook een overzicht van de beroepsmogelijkheden, de vereiste vaardigheden en de verschillende opleidingsmogelijkheden voor beroepen in de ICT-sector. Aan de hand van de brochure “Studie & Vorming” kunnen studievoorlichters en opleiders hun kennis van de ICT-sector testen. In deze brochure bevindt zich een lijst met 10 vragen die men moet beantwoorden waarna men de antwoorden kan vergelijken met de antwoorden uit de brochure.
In de brochure “Rekrutering & Plaatsing” vinden de studievoorlichters en opleiders nuttige tips over hoe u als interim- of VDAB-consulent-e of als rekruteringsverantwoordelijke een bijdrage kan leveren tot een verhoging van het aantal vrouwen die tewerkgesteld zijn in de ICT-sector. De brochure “Diversiteit: Een Toegevoegde Waarde” is bestemd voor werkgevers. In deze brochure beschrijven werkgevers een knelpunt in hun onderneming en geven hier ook hun mening over. Deze brochure biedt een oplossing voor elk van deze knelpunten en geeft nuttige tips van hoe men dit het best kan toepassen.
Het GR@CE-project, een initiatief van de Provinciale Dienst Gelijke Kansen in samenwerking met de Werkgroep ‘Arbeid’ van Limburgse Vrouwenraad, heeft in 2003 een inventaris gemaakt van basisopleidingen informatica in Limburg voor het schooljaar ‘03-‘04. Met behulp van deze brochure kon elke Limburgse vrouw de basisopleiding vinden die voor haar geschikt is. Hierbij hielden ze rekening met wat vrouwen zou kunnen belemmeren om deze opleiding te volgen of met de voorwaarden die zij belangrijk vinden, zoals het openbaar vervoer, kinderopvang, rolstoelgebruikers en vervolgcursussen.
Steunpunt Gelijke Kansen Beleid heeft in 2003 “Vrouw-zijn in de digitale samenleving” gepubliceerd. Dit is een literatuurstudie omtrent ‘Vrouwen, Gender en Informatie- en communicatietechnologieën’. Binnen deze literatuurstudie wordt geprobeerd de belangrijkste inhouden en conclusies te schetsen van het onderzoek naar ‘vrouwen, gender en ICT’. Er wordt gekeken naar wat tot nu toe gebeurd is, wat de belangrijkste invalshoeken en stromingen zijn, wat er momenteel gebeurt en wat nog nodig is op het terrein van onderzoeken naar opleiding, onderwijs, arbeid en tewerkstelling. Voor de onderzoeken naar opleiding en onderwijs vertrok men vanuit vaststellingen, namelijk ondervertegenwoordiging van meisjes in ICT-opleidingen of opleidingen die tot een carrière in de ICT-sector kunnen leiden en sekseverschillen in participatie van ICT-gebruik in schoolcontext. Na het schetsen van deze verklaringen werden veel voorkomende verklaringen aangehaald zoals de inhoud van de lespakketten, manier van lesgeven, … De onderzoeken naar arbeid en tewerkstelling schetsen de tewerkstellingssituatie van vrouwen in de ICT-sector en de invloed van ICT op organisatieniveau en op individueel niveau. Men wil hiermee vooral een duidelijk beeld scheppen van hoe de tewerkstellingssituatie eruit ziet.
Het project “Competentiespiegel” wil korter geschoolde vrouwen met beperkte of geen werkervaring bereiken. In het bijzonder richt het project zich op leefloners, allochtone vrouwen, huisvrouwen, herintreedsters, PWA werkneemsters en mutualiteitsafhankelijke vrouwen. Deze vrouwen voldoen niet of onvoldoende aan de eisen die door de arbeidsmarkt gesteld worden. Daarom neemt vzw Vokans en het ACV het op voor vrouwen die met uitsluiting op de arbeidsmarkt bedreigd worden. Het doel van dit project is dat minder goed opgeleide vrouwen efficiënt hun weg (terug) vinden in het arbeidscircuit. “Competentiespiegel” is een opleidings- en begeleidingsproject voor korter geschoolde vrouwen met weinig relevante beroepservaring. Het ‘Portfolio’-traject draagt bij tot een verbeterd zelfbeeld door actief te helpen zoeken naar verborgen competenties en die dan vervolgens te kaderen in de arbeidsmarkt. Op die manier leren deze vrouwen sterker, assertiever en zelfstandiger functioneren in hun persoonlijk leven en in hun toekomstige arbeidssituatie. “Competentiespiegel” wil aantonen dat korter geschoolde vrouwen met weinig of geen werkervaring wel competenties hebben. Men is er rotsvast van overtuigd dat deze vrouwen wel competent en ervaren zijn zonder een wervelend curriculum of een gedegen opleiding. Men gaat de verworven competenties identificeren en ze ook zichtbaar maken door ze te benoemen, te beschrijven en eventueel te vertalen in toekomstige arbeidssituaties.
“Vrouwen scheppen kansen in de ICT”, een EQUAL-project, werkt samen met verschillende deelnemende bedrijven om de man/vrouw balans in de ICT-sector gezonder te maken. Het project richt zich op hoger opgeleide vrouwelijke ICT-professionals en de bedrijven waar zij werkzaam voor zijn. Maar “Vrouwen scheppen kansen in de ICT” heeft doorheen het project, samen met de deelnemende bedrijven, praktische instrumenten ontwikkeld waarmee bedrijven zelfstandig kunnen nagaan in hoeverre het mogelijk is de bedrijfscultuur te veranderen zodat er een evenwicht ontstaat tussen mannen en vrouwen op alle niveaus en vervolgens hoe zij dit kunnen aanpakken. Een literatuurverkenning van de huidige situatie in de sector en de factoren die daar verantwoordelijk voor zijn, vormde de basis voor het ontwikkelen van de praktische instrumenten. Elk van deze praktische instrumenten beschikken over enkele aanbevelingen om de genderkloof te dichten/te verkleinen, om genderdiversiteit verdere vorm te geven in het beleid en om de genderdiversiteit te verankeren in het beleid. Naast deze aanbevelingen hebben verschillende bedrijven al ervaringen opgedaan en deze ervaringen zijn verwerkt in de ‘good practices’.
Niet enkel en alleen in België is er een tekort aan meisjes in een ICT-opleiding en vrouwen in de ICT-sector, ook Nederland kampt met dezelfde problematiek. Zo bestaat er in Nederland het “ICT-STER” project. ICT-STER is één van de Nederlandse projecten om meer meisjes enthousiast te maken voor een toekomst in ICT. In samenwerking met andere organisaties (onderwijs, sector, beroepsverenigingen van ICT-docenten en informatici en expertisecentra op het gebied van gender en ICT/techniek) doet ICT-STER verschillende onderzoeken omtrent meisjes en ICT-opleidingen.
Zo heeft ICT-STER onderzoek gedaan naar de genderinclusiviteit in het ICT-onderwijs en hun bevindingen gebundeld in een kennisdocument. Er werden ‘do’s’ and ‘don’ts’ verzameld in de vorm van aanbevelingen om tot aantrekkelijke opleidingen te komen voor meisjes én jongens. Er werd ook een hand-out samengesteld voor de leerkrachten die hen zullen helpen met het informeren en werven van vrouwelijke informaticastudenten zowel in het secundair onderwijs als in het hoger onderwijs. In deze hand-out wordt opgesomd wat men kan doen op verschillende niveaus om meer meisjes aan te trekken in ICT-opleidingen. In het studiejaar ’05-‘06 heeft ook het derde onderzoek plaatsgevonden om na te gaan welk beeld studenten in het secundair onderwijs en in het hoger onderwijs hebben in verband met ICT-opleidingen en de ICT-sector zelf. Op basis van deze bevindingen is het mogelijk om er voor te zorgen dat het juiste beeld gevormd wordt en waar er aanpassingen moeten gebeuren. De film “ICT-STERren” zorgt voor rolmodellen, er worden zes vrouwen geportretteerd: ICT-professionals en -studenten. Deze meisjes en vrouwen werken of studeren in verschillende ICT-opleidingen waardoor alle kanten van de ICT worden belicht: van soft tot zeer technisch. De enthousiaste verhalen die ze vertellen over hun school, opleiding of werk, laten de breedte van ICT zien en nemen vooroordelen en stereotype beelden weg.
Meisjes en informatica, het is geen evidente combinatie. Dat blijkt uit de cijfergegevens van het Vlaams Departement voor Onderwijs. De ondervertegenwoordiging van meisjes start in het secundair onderwijs en zet zich consequent verder. SECUNDAIR ONDERWIJS Zoals weergegeven in Figuur 1, is het aandeel meisjes in het secundair onderwijs die kiezen voor een ICT-opleiding beduidend lager dan het aandeel jongens. Figuur 1. Evolutie instroom jongeren in een ICT-opleiding secundair onderwijs.
100% 90% 80% 70% 60%
77 77 78 79 % % % %
jongens
50%
meisjes 40% 30% 20% 10%
23%
23%
22%
21%
‘03-’04
‘04-’05
‘05-’06
‘06-’07
0%
Voor ICT-opleidingen in het secundair onderwijs valt er bij meisjes nog veel te winnen. Er kiezen namelijk veel minder meisjes (21%) dan jongens (79%) voor een ICT-opleiding. Uitzondering hierop is de opleiding Boekhouden-Informatica, waar 36% van de studenten een meisje is. Boekhouden is een opleiding met een typisch vrouwelijk karakter. De dalende percentages van bovenstaande figuur vertellen niet het hele verhaal: wanneer we kijken naar de absolute cijfers, zoals weergegeven in Tabel 1, zien we dat niet enkel de instroom van meisjes in het secundair dalend is, maar ook deze van jongens. Het aandeel meisjes daalt bijna dubbel zo sterk als dat van de jongens. In het schooljaar ’03-’04 was de instroom van meisjes nog 1.390 en die van jongens 4.614. In het schooljaar ’06-’07 was de instroom van meisjes nog slechts 1.048, een daling van 25%. De instroom van jongens bedroeg 3.987, een daling van 14%. Een algemene conclusie is dus dat ICT-opleidingen meisjes minder aanspreekt, maar ook dat het jongens steeds minder weet te boeien! Tabel 1. Aantallen & percentages meisjes in een ICT-opleiding in het secundair onderwijs
‘03 - ’04
Opleiding (secundair onderwijs)
‘06 - ’ 07
Boekhouden - Informatica
1176
37,3
910
35,5
Industriële computertechnieken / ICT
4
2,0
0
0,0
Informaticabeheer
160
7,6
94
5,7
( Interactieve ) multimediatechnieken
50
9,3
44
8,0
Totaal meisjes in ICT - opleidingen
1390
23,2
1048
20,8
Totaal jongens in ICT - opleidingen
4614
76,8
3987
79,2
Aan hogescholen en universiteiten zet de dalende instroom van meisjes in ICT-opleidingen zich voort. Meisjes zijn sterk ondervertegenwoordigd in deze opleidingen. Aan de hogescholen is slechts 5% van de studenten een vrouw en aan de universiteiten is dit 6%. In onderstaande figuur wordt de evolutie van de instroom in hogescholen en universiteiten samen weergegeven. Figuur 2. Evolutie instroom jongeren in een ICT-opleiding hoger onderwijs 100% 90% 80% 70% 60%
91 93 93 95 % % % %
jongens
50%
meisjes
40% 30% 20% 10% 0%
9%
7%
7%
‘03-’04
‘04-’05
‘05-’06
5% ‘06-’07
Wanneer we kijken naar de absolute cijfers, zien we dat de dalende tendens van meisjes zich in het hoger onderwijs nog scherper aftekent. Het aandeel meisjes daalt in het academiejaar ’06-’07 met 53% ten opzichte van het academiejaar ’03-’04. Het aandeel jongens daalt ‘slechts’ met 17%. Ook hier is dus het negatieve imago van ICT voelbaar. Tabel 2. Aantallen & percentages meisjes in een ICT-opleiding in het hoger onderwijs
‘03 - ’04
Opleiding (hoger onderwijs)
‘06 - ’ 07
HOGESCHOLENONDERWIJS Toegepaste informatica
368
93
159
5,1
Multimedia - en communicatietechnologie
79
7,9
70
5,9
Industriële wetenschappen : informatica
9
8,4
6
3,4
UNIVERSITAIR ONDERWIJS Informatica / informatica - kennistechnologie
115
8,3
47
5,6
Handelsingenieur in de beleidsinformatica
34
18,7
4
8,7
Toegepaste informatica
7
11,3
1
6,3
Computerwetenschappen
18
8,0
11
73
Totaal meisjes in ICT - opleidingen
630
9,1
298
5,4
Totaal jongens in ICT - opleidingen
6306
90,9
5204
94,6
De voorbije jaren hebben een dalende instroom van jongeren weergegeven. Gelukkig zijn de voorlopige studentenaantallen voor het academiejaar ’07-’08 lichtjes hoopgevend.
Figuur 3. Percentage meisjes en jongens in een ICT-opleiding hoger onderwijs academiejaar ’07-‘08 Eerste teken van een nieuwe lente? Voor het eerst in vijf jaar stijgt 6% het aantal meisjes én jongens in ICT-opleidingen in het hoger onderwijs met respectievelijk 17% jongens en 7% meisjes Voor het eerst in vijf jaar stijgt het aantal meisjes én jongens in ICT-opleidingen in het hoger onderwijs. Daarenboven stijgt het aantal meisjes in verhouding sterker dan het aantal jongens, zoals weergegeven in Tabel 3. Voor het academiejaar ’07-’08 hebben 349 meisjes en 5.914 jongens zich ingeschreven voor een ICT-opleiding in het hoger onderwijs. Dit komt overeen met een stijging van respectievelijk 17% en 7%. Tabel 3. Vergelijking instroom jongeren in een ICT-opleiding hoger onderwijs academiejaar ’06-’07 en ’07-‘08
meisjes
Instroom jongeren (hoger onderwijs)
jongens
totaal
HOGESCHOLENONDERWIJS ‘06 - ’07
235
5,3
4223
94,7
4458
‘07 - ’08
284
5,9
4539
94,1
4823
‘06 - ’07
63
6,0
981
94,0
1044
‘07 - ’08
65
6,0
1026
94,0
1091
Totaal ‘06 - ’07
298
5,4
5204
94,6
5502
Totaal ‘07 - ’08
349
5,9
5565
94,1
5914
UNIVERSITAIR ONDERWIJS
“ICT-kennis wordt even belangrijk als leren schrijven en lezen. Tenminste als het onderwijs leerlingen wil voorbereiden op de wereld van morgen.” Frank Vandenbroucke, Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming Waaraan denken jongens en meisjes bij het horen van het woord informatica. Beide associëren informatica in de eerste plaats met computers en internet. Meisjes koppelen vaker negatieve termen aan het begrip informatica (eenzijdig , saai, stilzitten, …). Ze willen liever dingen leren waar ze later iets aan hebben, zoals webdesign of blind leren typen. En volgens meisjes moet je ‘een beetje freak zijn’ om informatica te gaan studeren. Het verschil tussen jongens en meisjes leidt tot de zogenaamde ‘experience-gap’ of het verschil in ervaringsniveau. Meisjes gebruiken de computer enkel voor schooltaken en chatten behoort ook
tot hun favoriete computeractiviteiten. Jongens doen meer: naast de schooltaken en het chatten, maken ze zelf muziek of websites en spelen ze meer met programmeertalen. Meisjes schatten hun kennis ook lager in dan jongens. Het bijleren van nieuwe dingen gebeurt volgens meisjes ‘toevallig’. Ze drukken toevallig op één of ander knopje, kijken wat er gebeurt en zo leren ze iets bij. Jongens vertellen dat ze actief op zoek gaan naar nieuwe manieren om problemen op te lossen. Meisjes beperken zich ook meer louter tot de leerstof. Door het verschil in ervaringsniveau worden meisjes geconfronteerd met deze technologische achterstand waardoor ze zich minder zelfzeker voelen. Dit wordt omschreven als de ‘confidence-gap’ De informaticasector wordt omgeschreven als een mannensector. Het imago is vrij negatief: te technisch, te wiskundig, ‘freaks’, geen part time, geen sociale interactie,… En het is duidelijk dat een dergelijk imago niet bevorderlijk is voor een positieve keuze van meisjes voor een ICT-opleiding. De ondervertegenwoordiging van vrouwen in de sector is problematisch omwille van een aantal redenen: Ten eerste vermelden we het ‘human capital argument’. De afwezigheid van vrouwen betekent een groot verlies aan potentiële arbeidskrachten en kennis. Niet alleen het niet benutten van deze potentiële arbeidskrachten is een probleem. Vrouwen beschikken over typisch vrouwelijke eigenschappen die troef zijn voor bepaalde informaticaberoepen: creativiteit, samenwerken, communicatievaardigheden, empathie, … De snelle opkomst van ICT in het onderwijs biedt een tweede motivatie om meer meisjes te stimuleren. De computer fungeert meer en meer als een leermiddel en het is belangrijk dat iedereen, meisjes én jongens, computergebruik als ‘vanzelfsprekend’ ervaren. Meisjes mogen niet achterblijven op het vlak van informatica. Door de introductie van e-learning elektronische leerplatformen en computergebruik tijdens lessen zoals wiskunde, geschiedenis, … kan een negatieve houding ten opzichte van informatica een weerklank krijgen bij andere vakken. De alomtegenwoordigheid van ICT is een derde argument. Het computergebruik is niet meer weg te denken uit onze hedendaagse samenleving. Er is een toename van het gebruik van ICT in alle sectoren en niet enkel in de ICT-sector zelf. In de ‘softere’ sectoren zoals het onderwijs, de banksector, zorgsector, … zijn wél meer vrouwen tewerkgesteld in ICT-functies. Een aanwijzing dat een vrouwvriendelijke omgeving meisjes wel kan overtuigen om te kiezen voor de sector. Het ‘gelijke kansen argument’ is het laatste argument. De ICT-sector biedt een ruime waaier aan mogelijkheden. Door een ICT-(gerelateerde) opleiding uit te sluiten, beperken meisjes en vrouwen hun kansen op de arbeidsmarkt in die zin dat ze een brede waaier aan beroepsmogelijkheden links laten liggen. Vrouwen krijgen niet de kans om bij te dragen tot of hun stempel te plaatsen op deze belangrijke technologische veranderingen.
Voor ICT-opleidingen in het secundair en hoger onderwijs valt er bij meisjes nog veel te winnen. Er kiezen namelijk veel minder meisjes dan jongens voor een ICT-opleiding. Wil men daadwerkelijk de instroom van meisjes in ICT-opleidingen verhogen, dan is het nodig om te achterhalen wat meisjes weerhoudt om voor een ICT-opleiding te kiezen of waarom ze er net wel voor kiezen. e-gender heeft een eigen onderzoek gedaan om te achterhalen wat de motivaties en ervaringen zijn om een ICT-opleiding te volgen, wat hun verwachtingen zijn van de opleidingen en hoe zij denken meer meisjes aan te trekken om een ICT-opleiding te volgen. Dit onderzoek is gebaseerd op enquêtes en focusgroepen. We selecteerden hiervoor leerlingen van E-Lab school en cursisten van Syntra in ICT-gerelateerde opleiding: 131 leerlingen waarvan 49 meisjes. De bevraging van leerlingen gebeurde in het begin van het schooljaar ’06-’07. Tijdens de focusgroep met leerlingen van E-Lab Genk hebben we ook specifiek stilgestaan rond het thema ‘meisjes en ICT’. Daarnaast werd er ook een focusgroep georganiseerd met leerkrachten van E-Lab school tijdens het schooljaar ’07-’08. Ook hier hebben we grotendeels stilgestaan rond het thema ‘meisjes en ICT’. Eerst bespreken we de resultaten die we bekomen hebben van de enquêtes met de
leerlingen en cursisten. Daarna bespreken we de resultaten van de focusgroepen, zowel van leerlingen als leerkrachten, waar we dieper ingaan op het thema ‘meisjes en ICT’. RESULTATEN ENQUÊTES LEERLINGEN
Voortraject
De onderstaande figuur geeft een overzicht weer van waar de instroom van jongeren vandaan komt. We beperkten ons tot het secundair onderwijs aangezien dit strookt met de doelgroep van het e-gender project. 100% 90%
82 %
80% 70% 60%
Figuur 4. Verdeling instroom jongeren
mannen
50%
47 %
40% 30% 20%
6%
10% 0%
2% ASO
vrouwen
29 %
7%
7%
TSO
BSO
1% 2% KSO
18% totaal
Indien we kijken naar waar de instroom vandaan komt, kunnen we duidelijk zien dat er vooral een hoge instroom is vanuit het technisch secundair onderwijs (TSO), namelijk 47% jongens en 7% meisjes. Veel van deze jongeren komen uit ICT-gerelateerde opleidingen zoals Boekhouden-Informatica, Informaticabeheer, Toegepaste Informatica, … Maar het is opmerkelijk dat jongens vooral instromen uit een niet ICT-gerelateerde opleiding zoals Electromechanica, Automechanica, … Het instroompercentage van meisjes, 18%, is bedroevend laag ten opzichte van het instroompercentage van jongens, 82%.
Motivatie Uit literatuuronderzoek blijkt dat er voldoende verschillen zijn tussen jongens en meisjes wat betreft informatica. Meisjes koppelen vaker negatieve termen aan het begrip informatica. Daarom zijn wij nagegaan of er ook verschillen zijn wat betreft motivatie van zowel meisjes als jongens. Deze resultaten zijn weergegeven in onderstaande figuren. Figuur 5. Resultaten meisjes en jongens (%).
1% 1% 3%
10%
14%
20% 11%
6%
5%
14%
4%
13%
17%
meisjes
4%
jongens
Maar liefst 48% van de meisjes kiest voor ICT uit ‘interesse’! Bij jongens is dit ‘slechts’ 20%. Dat interesse zo belangrijk is voor meisjes om te kiezen voor ICT, is belangrijk voor de wervingscam-
pagnes van scholen. Eens de interesse aangewakkerd is, is de kans erg groot dat ze er ook voor gaan. Naast interesse zijn vooral ‘kennis uitbreiden’ en ‘in de sector terechtkomen’ bepalend voor hun studiekeuze. Bij jongens is de motivatie minder uitgesproken. Het meest doorslaggevende argument is hier ‘in de sector terechtkomen’, wat bij meisjes de derde positie innam. Duidelijkheid over de beroepen waar deze studie toe leidt, zijn dus voor beide doelgroepen belangrijk. Interesse is ook een belangrijke factor, zij het in mindere mate dan bij meisjes. Jongens kiezen ook – meer dan meisjes – voor deze richting om hun carrièrekansen te vergroten. Hoewel dit een typisch mannelijk argument is, kan dit toch ook gebruikt worden om meisjes aan te trekken. Een ander argument waarom men kiest voor een ICT-opleiding is dat een ICT-opleiding een toekomstgerichte opleiding is. ICT is voor hen een sector met een toekomst. Daarom zien ze een ICTopleiding als een tussenstap naar een job of naar een verdere studie.
Kennismaking met ICT-opleidingen Wil men daadwerkelijk de instroom van meisjes in ICT-opleidingen verhogen, dan is er extra aandacht nodig voor de manier waarop meisjes kennis maken met ICT en ICT-opleidingen. Daarom is het ook belangrijk om te weten welke de meest gebruikte informatiebronnen zijn, zodat we deze meer kunnen aanpassen aan deze doelgroep. 3%
Figuur 6. Resultaten meisjes en jongens (%). In de figuren links kan je zien dat de drie voornaamste informatiebronnen brochure, internet (website) en mondelinge reclame zijn. Voor jongens zijn deze bronnen ongeveer even belangrijk.
18%
33%
Bij meisjes ligt deze verdeling iets anders. Zij worden vooral overtuigd door online media. Brochures hebben eenzelfde aandeel in overtuigingskracht als bij jongens. Het lijkt er dus op dat meisjes, meer dan jongens, zelf informatie opzoeken over de studierichting. Dat het internet meer informatie geeft dan de beperkte uitleg in een brochure, kan hier een mogelijke verklaring voor zijn.
3% 6%
28%
31%
brochure internet via mond - tot - mondreclame via (vorige) school opendeurdag, SID - IN
ICT is voor iedereen overal aanwezig en bijna iedereen maakt dagelijks veelvuldig gebruik van een ICT-toepassing, bewust of onbewust. Naast een website is het zeker aan te raden om gebruik te maken ‘nieuwe’ media: MSN Space, YouTube, Facebook, Linkedin, … Voor informatiebrochures is het belangrijk dat deze over een goede opbouw beschikken zodat het nog meer meisjes gaat aanspreken. Naast het internet en de informatiebrochures is de (vorige) school, de leerkrachten zelf, een informatiebron. Zij geven regelmatig studieadvies en het beeld dat de leerkrachten hebben van de beroepsmogelijkheden in de ICT is van groot belang voor hun adviezen aan jongeren. Leerkrachten zijn echter vaak niet goed op de hoogte zijn van de inhoud van ICT-beroepen. Hierdoor krijgen jongeren geen goede indruk van wat ICT is en doet en sluiten zij een ICT-opleiding uit. Het aantrek-
ken van jongeren hangt voor een groot deel af van de leerkrachten tijdens de voorlichting en werving aangezien ze tot de directe omgeving behoren van leerlingen. Het is aan hen om er voor te zorgen dat jongeren weten wat de opleiding inhoudt en welke diverse beroepsmogelijkheden deze opleiding hen biedt. Daarom is het belangrijk om niet enkel een goed beeld te creëren voor jongeren van wat ICT is en doet, maar ook voor leerkrachten zelf zodat zij een grotere rol gaan spelen als informatiebron. Wat ook hier opvalt is dat de persoonlijke omgeving een cruciale rol speelt als informatiebron. Ouders zijn een zeer bepalende factor voor jongeren en leveren (on)gevraagd advies over studies en beroepen. Naast ouders heeft ook de groepsdruk van vrienden een invloed op de studiekeuze.
Lesinhoud: verwachtingen Het informeren afstemmen op meisjes is noodzakelijk, maar niet voldoende. Het gaat niet alleen om de ‘verpakking’. Ook de inhoud, de vormgeving en cultuur van opleidingen moet aantrekkelijker zijn, willen meisjes ervoor kiezen, willen ze de opleiding met succes doorlopen en uiteindelijk hun entree maken op de ICT-arbeidsmarkt. Figuur 7. Resultaten meisjes en jongens (%). 3%
1% 5%
9%
23%
18%
30%
32%
Zowel meisjes als jongens vinden het belangrijk dat ze een goede basis in ICT meekrijgen. Jongens willen daarnaast vooral hun kennis uitbreiden. Dat de cursus praktijkgericht is, vinden ze mooi meegenomen. Meisjes hechten meer belang aan het praktische aspect: ze verwachten concrete voorbeelden uit het bedrijfsleven, aandacht voor nut en relevantie, contextrijkheid van ICT-problemen, niet eenzijdig georiënteerde opleidingen, … Meisjes vinden het ook van essentieel belang dat de leerstof opgehangen wordt aan een zinvolle, maatschappelijke context. Geen eenzijdig technische thema’s, maar geïntegreerd met sociaal maatschappelijke aspecten. Meisjes hechten iets meer belang aan een duidelijke inhoud, ze gaan steeds op zoek naar de ‘kapstok’ in de inhoud van de lessen. Het is dus belangrijk om de leerstof niet te splitsen in afzonderlijke taken, maar aandacht te besteden aan het overzicht. Daarnaast word er ook verwacht van de inhoud dat algemene vakken, zoals taalvakken, meer toegespitst zijn op de lessen. Het totaalpakket moet voor hen in orde zijn.
Lesvorm: verwachtingen Om (meer) meisjes te werven voor en te behouden in ICT-opleidingen, is een breed curriculum nodig, waarin communicatieve vaardigheden geïntegreerd zijn, waarin technische en fysieke kennis binnen een context wordt aangeboden en waar aandacht is voor creatieve toepassingen van ICT.
Figuur 8. Resultaten meisjes en jongens (%). 3%
14% 23%
43%
26%
Meisjes en jongens hebben andere manieren van leren, andere leerstijlen. Ook uit ons onderzoek komt dit naar voor. Beide doelgroepen willen de concrete voorbeelden vanuit het bedrijfsleven ook effectief uitvoeren. Ze willen niet langer alleen klassikaal frontaal les krijgen. Interactieve lessen (eerder dan frontaal) zijn voor meisjes even belangrijk als de praktijkgerichte vorm. Meisjes willen werken in teams aan projecten of cases uit het bedrijfsleven. Meisjes vinden dat werken in teams meer opbrengt en tot meer tevredenheid leidt dan individuele projecten. Het gebruik van een computer wordt vaak beschouwd als een eenzame en geïsoleerde activiteit zonder enige sociale interactie en dit trekt meisjes minder aan. Wanneer computers gebruikt worden als instrument om groepswerk te ondersteunen, dan spreekt dit meisjes veel sterker aan. Jongens vinden dit ook wel goed, maar een goede structuur moet voor hen gehandhaafd blijven.
In dit onderdeel gaan we dieper in op het thema ‘meisjes en ICT’. Tijdens de focusgroep met leerlingen van E-Lab school hebben we even stilgestaan rond dit thema. Met de focusgroep met leerkrachten van E-Lab school zijn we nog dieper ingegaan op dit thema. Eerst bespreken we de ideeën, gedachten, ervaringen, … van de leerlingen en daarna die van de leerkrachten. LEERLINGEN Aangezien de leerlingen van E-Lab school de doelgroep is waarop e-gender zich richt, is het vanzelfsprekend dat we met hen stilstonden rond ‘meisjes en ICT’. We zijn nagegaan hoe zij denken (meer) meisjes aan te trekken en wat daarbij de aandachtspunten zijn.
Informatie over de opleiding Het verstrekken van juiste informatie is belangrijk voor de leerlingen. Meisjes (én jongens) willen weten wat de opleiding inhoudt en welke diverse beroepsmogelijkheden een ICT-opleiding hen biedt. Meisjes denken nog steeds dat een ICT-opleiding saai en eenzijdig is, en daarom is het belangrijk dat men de juiste informatie geeft over de inhoud en welke beroepsmogelijkheden een ICT-opleiding hen biedt.
Promotiemiddelen De promotiemiddelen beter afstemmen op meisjes (én jongens) zodat ze zich aangesproken voelen kan ervoor zorgen dat meer meisjes zich aangetrokken voelen. Meisjes hebben oog voor creativiteit en dat moet ook terug te vinden zijn in affiches, flyers, … Een andere soort van promotie is dat men gadgets meegeeft aan leerlingen die naar opendeurdagen, infodagen, workshops, … komen. Meisjes houden namelijk van leuke spulletjes.
Vrouwelijke rolmodellen Het inschakelen van rolmodellen kan de betrokkenheid van meisjes verhogen, meisjes hebben nood aan een vrouwelijke ‘Bill Gates’. Vrouwelijke informaticastudenten, informaticaleerkrachten en informatici kunnen, volgens de leerlingen, fungeren als rolmodel. Deze rolmodellen kunnen er ook voor zorgen dat clichés doorbroken worden. Door de vrouwelijke informatici kunnen meisjes zien dat er wel degelijk jobs bestaan voor vrouwen in ICT. LEERKRACHTEN Aangezien leerkrachten tot de directe omgeving van leerlingen behoren, zijn we nagegaan wat hun mening is over hoe we meer meisjes kunnen aantrekken voor een ICT-opleiding, welke acties we hiervoor kunnen ondernemen, zowel op vlak van informeren als op vlak van overtuigen.
Imago ICT-opleidingen De ICT-sector heeft in het perspectief van de vrouw nog steeds te kampen met een imagoprobleem: te technisch, te wiskundig, voor ‘freaks’ en ‘nerds’, geen part time, geen sociale interactie, … Dit imagoprobleem zorgt voor een beperkte instroom van meisjes in een ICT-opleiding. Leerkrachten vinden het belangrijk om dit negatieve beeld, de negatieve elementen, te relativeren en de voordelen op te sommen. Zo zijn lange dagen afhankelijk van bedrijf tot bedrijf, van de job die je doet, … En de voordelen kunnen zijn: hoog loon, bonussen (bedrijfswagen, gsm, laptop), flexibele uren, thuiswerken, … Eens dit beeld gecreëerd is, kan men dit doortrekken naar de opleidingen. Men kan het waar, hoe en wanneer ze hun kennis kunnen gebruiken meer laten zien, de nadruk leggen op het leven na de school, die er ‘rooskleuriger’ uitziet dan men beweert.
Inhoud brochures We weten uit de literatuur dat het opstellen van een goede informatiebrochure geen gemakkelijke opdracht is. Men moet rekening houden met enkele algemene aandachtspunten, maar ook met aandachtspunten specifiek naar meisjes toe. Studenten die een nieuwe opleiding starten, weten vaak niet wat de opleiding precies inhoudt. En omdat er nog weinig meisjes kiezen voor ICT, is de drempel voor hen hoger dan voor jongens. Daarom is er extra aandacht nodig voor de manier waarop meisjes kennis maken met ICT-opleiding. Leerkrachten zijn het er ook over eens dat men duidelijker moet vermelden dat voorkennis niet altijd nodig is. Een goede voorlichting over de opleiding is een must. Zo moet men aangeven wat informatica WEL is, maar ook wat het NIET is. Volgens leerkrachten mag de nadruk niet liggen op de technische invulling, maar is het ook noodzakelijk om andere niet-technische aspecten van ICT toe te lichten. Meisjes vinden andere aspecten belangrijk in een opleiding en hier moet men zeker op inspelen. Zo hebben ze graag een zicht op het gebruik van de opgedane ICT-kennis in de beroepspraktijk, maar ook in het dagdagelijkse leven. In deze context moet men volgens leerkrachten ook de ICTopleidingen promoten: ‘Je eigen website bouwen’, ‘Bewerk zelf je foto’s’, … Leerkrachten beseffen dat er ook aandacht moet geschonken worden aan de problematiek van de ondervertegenwoordiging van meisjes. Zo moet je toekomstige studenten vertellen dat weinig meisjes voor informatica kiezen. Maar tegelijkertijd moet men ook vermelden dat meisjes zeker een kans maken in zo’n richting omwille van de eigenschappen, de ‘vrouwelijke troeven’, van meisjes. Laat horen dat organisatietalent en orde ook in ICT belangrijk zijn. Qua beeldmateriaal zijn de leerkrachten het er unaniem over eens dat men op brochures evenveel meisjes als jongens moeten tonen en dat in een informaticacontext (in een computerlokaal, achter een computer, …). Toon de vrouwelijke leerkrachten (als deze aanwezig zijn) op de informatiebrochures en laat hen actief aanwezig zijn op infodagen, beurzen, … Zo fungeren ze tegelijkertijd ook als rolmodel en kunnen ze de drempel verlagen voor meisjes.
Vrouwelijke rolmodellen De aanwezigheid van vrouwelijke leerkrachten voor de klas is al een stap in de goede richting. Zo hebben meisjes een rolmodel waarmee ze zich kunnen spiegelen. Vrouwelijke leerkrachten kunnen ook initiatielessen informatica geven in het basisonderwijs om (meer) meisjes te lokken en vrouwelijke studenten kunnen de richting voorstellen. Toch mag men het andere geslacht niet links laten liggen volgens sommige leerkrachten, het andere geslacht kan immers ook een aantrekkingskracht uitoefenen. Wat men zeker niet mag doen, is een rolmodel tonen enkel en alleen om hun schoon-
heid of verleiding, maar wel om hun kunnen. Uit literatuuronderzoek blijkt wel dat rolmodellen een tijdelijk effect hebben. Een andere of nieuwe aanpak is daardoor nodig. Men kan een ander rolmodel kiezen en lanceren, maar men blijft kampen met dat tijdelijke effect. Om dit op te vangen, kan men een website lanceren met informatie, nieuws, interviews, … van vrouwelijke studenten, leerkrachten, informatici zodat het rolmodel blijft bestaan.
Benadering van meisjes Het informeren afstemmen op meisjes is noodzakelijk, maar toch richten ICT-opleidingen zich vaak onbewust bij de voorlichting en werving op de doelgroep die ze al kennen: jongens die een fascinatie hebben voor ICT. Het is belangrijk dat men meisjes en jongens – waar mogelijk – als een separate doelgroep te behandelen en te benaderen. Het is zinvol om na te denken over een ‘tweesporenbeleid’, waarbij je bij jongens rekening houdt met hun belangstelling voor techniek en bij meisjes een beroep doet op hun sociale en maatschappelijke betrokkenheid. Het is wel belangrijk dat er tijdens dit ‘tweesporenbeleid’ rekening gehouden wordt met de uitzonderingspositie van meisjes. Meisjes willen net niet anders behandeld worden en als ze merken dat dit toch gebeurt, gaan ze zich minder aangesproken voelen en zich ook niet thuisvoelen in de opleiding. Zorg dat de benadering op een onnadrukkelijke manier gebeurd.
Activiteiten Naschoolse of buitenschoolse activiteiten maken meisjes meer vertrouwd met computers of informatica. Het volstaat niet om meisjes te informeren en in contact te brengen met rolmodellen: concrete actie is nodig. Het organiseren van activiteiten exclusief voor meisjes biedt een oplossing. De schaars aanwezige rolmodellen gebruiken tijdens deze verschillende activiteiten is belangrijk omdat meisjes dan ook daadwerkelijk in contact komen met hen. Als leerkracht zelf kan je verschillende activiteiten op poot zetten om de interesse van meisjes (nog meer) aan te wakkeren: - Een infodag organiseren die helemaal in het teken staat van potentiële leerlingen ICT opleidingen laten ‘beleven’ : leerlingen kennis laten maken met verschillende aspecten van de opleiding - D e vrouwelijke studentes en leerkrachten van E-Lab school een actievere rol laten spelen bij infodagen en op oriëntatiebeurzen - Een informaticaclubje voor meisjes van 12 tot 16 jaar oprichten waar men verschillende ‘oefeningen’ doen die passen in hun leefwereld zoals een spelletje ontwerpen een T-shirt ontwerpen en afdrukken, een dagboek online opstellen, website rond een hobby ontwerpen, …
Een oplossing voor de ‘experience gap’ Het verschil tussen jongens en meisjes leidt tot het zogenaamde ‘experience-gap’ of het verschil in ervaringsniveau. En tijdens de opleiding is het aan de leerkrachten om dit uit te zoeken en op te vangen. In een opleiding waarbij voorkennis niet nodig is en men start vanaf nul, doet het er niet toe dat meisjes minder ervaring hebben in ICT. Maar zowel in een opleiding waarbij voorkennis niet nodig is als waar dit wel nodig is, is het belangrijk dat men meisjes gaat begeleiden. Leerkrachten vinden dat je meisjes de kans op bijles moeten geven, maar ze hiertoe niet verplichten. Tijdens deze bijles kan je lessen aanbieden die gericht zijn op hun interesses (ontwerpen van kleding, sieraden, website, …) zodat ze bijleren en op hetzelfde niveau kunnen komen als die van jongens. Tijdens de lessen kan men meisjes in groep laten samenwerken zodat een betere begeleiding voor de meisjesgroep mogelijk is, en zo kunnen ze op ongeveer hetzelfde niveau komen als jongens.. Maar uit de literatuur weten we dat we meisjes zeker moeten begeleiden, maar dit op een onnadrukkelijke manier zo-
dat hun uitzonderingspositie niet versterkt wordt. Toch kan het in groep werken een oplossing bieden. Zorg er dan voor dat er zowel jongens als meisjes aanwezig zijn in een groep. Zo kunnen jongens hun oplossingsweg uitleggen aan meisjes en kunnen meisjes de jongens ook wat bijbrengen. Sommige leerkrachten zagen ook een oplossing in het geven van andere (of extra) taken aan jongens. Maar ook dit is geen goede oplossing, hiermee versterk je de uitzonderingspositie van meisjes. Om het verschil in ervaringsniveau zo minimaal mogelijk te maken, kan de lagere school kinderen aanmoedigen om gebruik te maken van leuke educatieve software voor zowel in school als thuis. Zo kunnen ze bijvoorbeeld de tafels leren, hun woordenschat oefenen, … via de computer en stimuleert men ook het gebruik van ICT. De school kan ook een website ontwerpen waarop extra oefeningen aanwezig zijn. Deze zijn toegankelijk voor zowel jongens als meisjes, maar meisjes kunnen dan thuis zelf aan de slag gaan, op hun eigen tempo, en dit met eventuele online begeleiding.
Wat werkt niet? Niet alles werkt en ook daar moet men rekening mee houden, wat men vooral niet mag gebruiken om meisjes aan te trekken voor ICT-opleidingen is: - Enkel jongens en mannelijke leerkrachten tonen - Moeilijke ICT-woorden gebruiken - De nadruk leggen op theorie, het praktische moet vooral aan bod komen
Het aantal meisjes binnen de ICT-opleidingen is altijd laag geweest. Zoals eerder aangehaald zijn er slechts 21% meisjes in ICT-opleidingen in het secundair onderwijs en 5% in het hoger onderwijs. Een gangbare verklaring ligt in het negatieve imago van ICT: te technisch, te wiskundig, voor ‘freaks’ en ‘nerds’, … Voor een deel is het technische imago juist, want een deel van ICT heeft alles te maken met techniek en technologie. Maar de ICT-sector heeft zich ontwikkeld tot een veel breder domein. Toch is het moeilijk om dit imago te verbeteren, aangezien het gedeeltelijk overeenstemt met de werkelijkheid. De problemen die de ICT-sector door dat imago ondervindt, zijn ook problemen die de ICT-opleidingen ondervinden. Veel oorzaken van de onbalans liggen buiten het onderwijs zelf, maar het is de taak van elke opleiding om te zoeken naar manieren om de diversiteit te vergroten. ICT-opleidingen ondernemen diverse initiatieven om meer meisjes aan te trekken, maar uit de praktijk blijkt echter dat kleine aanpassingen van bestaande opleidingen niet genoeg zijn om meer meisjes aan te trekken en te behouden. Traditioneel zijn ICT-opleidingen immers gemaakt door mannen voor jongens. Meisjes die een dergelijke opleiding volgen, moeten zich voortdurend aanpassen. ‘They have to walk in shoes that don’t fit’: je kunt er een eind mee komen, maar het is niet comfortabel. De inhoud, de onderwijskundige vormgeving en de cultuur van ICT-opleidingen moeten aantrekkelijker zijn, willen meisjes ervoor kiezen, willen ze de opleiding met succes doorlopen en uiteindelijk hun entree maken op de ICT-arbeidsmarkt. Het herontwerpen van ICT-opleidingen die vanaf de start meer aandacht hebben voor communicatieve en sociale elementen kunnen de aantrekkingskracht van de opleidingen voor meisjes vergroten. De zogenaamde snijvlakopleidingen kunnen aan deze wensen tegemoet komen. Zo zijn er opleidingen ontstaan op het snijvlak van ICT en een andere discipline zoals gezondheidszorg, kunst en communicatie. Dergelijke snijvlakopleidingen blijken aantrekkelijk voor een grotere groep meisjes en jongens.
Opleidingen zijn het meest aantrekkelijk en effectief als ze rekening houden met de wensen en kenmerken van verschillende type studenten. Als ICT-opleidingen meer meisjes willen aantrekken, zullen zij moeten nagaan wat deze doelgroep belangrijk vindt in een opleiding. e-gender heeft hieromtrent een onderzoek verricht waarbij werd nagegaan wat meisjes belangrijk vinden in een opleiding en hoe deze aan te passen aan meisjes. Dit onderzoek is gebaseerd op enquêtes en focusgroepen. We selecteerden hiervoor leerlingen van E-Lab school en cursisten van Syntra in ICT-gerelateerde opleidingen: 35 leerlingen waarvan 6 meisjes. De bevraging van deze leerlingen gebeurde in de tweede helft van de schooljaren ’06-’07 en ’07-’08. Op het einde van het schooljaar ’06-’07 werd er een focusgroep
georganiseerd met leerlingen van E-Lab Genk waar werd nagegaan of de opleiding qua inhoud en lesvorm voldoende antwoord bood op de verwachtingen die men voor het starten van de opleiding had. Kortom, we zijn nagegaan wat deze doelgroep belangrijk vindt in een ICT-opleiding. Tijdens de focusgroep met leerkrachten van ELab school zijn we nagegaan hoe zij een vrouwvriendelijke en genderneutrale opleiding zien. Eerst bespreken we de resultaten die we bekomen hebben van de enquêtes met de leerlingen en cursisten. Daarna bespreken we de resultaten van de focusgroepen, zowel van leerlingen als leerkrachten, waar we dieper ingaan op het thema ‘meisjes en ICT’. RESULTATEN ENQUÊTES LEERLINGEN
Lesinhoud: opmerkingen en verbeteringen Uit de instroomanalyse bleek dat meisjes veel belang hechten aan het praktische aspect van een opleiding. Toch waren de studenten wat teleurgesteld hierin. Er was praktijk aanwezig, maar dit mocht best nog meer zijn. Jongens hadden hier evenzeer hun bedenkingen over. Ook zij vinden dat de opleiding nog meer praktijkgericht kan zijn. Beide mistten concrete voorbeelden uit het bedrijfsleven en de voorbeelden uit de cursussen waren volgens hen niet zoals in de realiteit en vaak hetzelfde. Zowel meisjes als jongens startten met een ICTopleiding om hun kennis uit te breiden, meisjes weliswaar in mindere mate. Voor hen was het belangrijk dat ze een goede basis in ICT meekregen. Toch waren sommige studenten wat teleurgesteld, ze hadden niet het gevoel dat ze iets bijleerden. Dit kwam ook doordat enkele leerlingen en cursisten startten met een zekere voorkennis, maar aangezien de opleiding vanaf nul startte, kwam er veel herhaling voor. Meisjes hechten iets meer belang aan een duidelijke inhoud, ze gaan steeds op zoek naar de ‘kapstok’ in de inhoud van de lessen. Ze waren tevreden over de gestructureerde theoretische lessen, maar doordat deze lessen gevolgd werden door de praktijklessen, misten ze soms toch nog wat theorie. Toch werd dit goed ge-
compenseerd aangezien er tijdens deze lessen tijd was om de nodige vragen te kunnen stellen en waar nodig werd er extra theorie gegeven. Voor jongens was dit helemaal geen probleem. Ze waren tevreden met de gestructureerde theoretische lessen die onmiddellijk gevolgd werden door praktijklessen. Jongens durven namelijk meer te experimenteren dan meisjes, wat op zich voor hen ook een goede manier van bijleren is. Voor leerlingen is het ook belangrijk dat de duidelijke inhoud ondersteund wordt door een goede gestructureerde cursus. Niet enkel en alleen om te gebruiken tijdens de theoretische lessen, maar ook om terug te vallen op deze cursus om de opgedane kennis te herhalen. Aangezien beide doelgroepen meer praktijk geïntegreerd willen zien in het lessenpakket, is dit ook het voornaamste dat ze willen veranderen aan het pakket. Niet enkel en alleen door meer praktijklessen te geven, maar ook door ervaring op te doen op de arbeidsmarkt zelf. Wat betreft de duidelijke en gestructureerde inhoud willen ze, naast meer praktijklessen, toch nog wat meer theorie geïntegreerd zien, vooral bepaalde onderdelen van software. Daarnaast willen ze de lessen meer afstemmen op hun persoonlijke interesses. Meisjes hadden graag meer Photoshop, Flash en Dreamweaver, terwijl jongens meer programmeertalen, netwerken, … verkiezen.
Opdrachten, projecten, stages, GIP: opmerkingen en verbeteringen Stages bereiden de leerlingen voor op hun eventuele toekomstige job. Daarom vinden ze het ook belangrijk dat deze zo snel mogelijk geregeld worden, het liefst bij het begin van het schooljaar. Tijdens deze stage is het ook de bedoeling dat de opgedane kennis getoetst wordt aan de praktijk, maar sommige leerlingen vinden dat ze te weinig voorkennis hebben wanneer ze van start gaan met hun stage. Het zo vroeg mogelijk vastleggen van stageplaatsen kan een oplossing bieden. Als de leerlingen weten waar ze terecht gaan komen, kunnen ze zich hierop voorbereiden aangezien ze een duidelijker beeld hebben over de nodige kennis. Tegenwoordig bestaan de stages uit twee opeenvolgende dagen, afhankelijk van de school op maandag en dinsdag of donderdag en vrijdag. Meisjes zijn tevreden met een stage van twee dagen per week, maar zouden daarnaast
graag meer praktijk krijgen op school. Jongens daarentegen wensen meer praktijk via een stage van vier dagen in plaats van twee dagen. Ook de GIP opdrachten willen de leerlingen zo snel mogelijk geregeld zien. Voor de voorbereiding hierna willen ze meer concrete uitleg en duidelijke afspraken.
Lesvorm: opmerkingen en verbeteringen De instroomanalyse wees uit dat beide doelgroepen concrete voorbeelden uit het bedrijfsleven ook effectief wilden uitproberen in plaats van klassikaal frontaal les krijgen. Tijdens de opleiding hebben ze beide lesvormen ervaren. Hun voorkeur gaat uit naar het effectief uitvoeren van de concrete voorbeelden. De leerlingen verwachten dat ze zelf verschillende projecten en cases mogen uitvoeren en dit liefst in teams. Interactieve lessen zijn voor meisjes even belangrijk als de praktijkgerichte vorm. Tijdens deze lessen werd er wel verwacht dat leerkrachten hen bijstaan waar nodig. Deze ‘hulp’ werd duidelijk ervaren en geapprecieerd. Men kon vragen stellen en kreeg dadelijk een duidelijk antwoord, alles werd goed uitgelegd zodat men zonder problemen verder kon. Jongens hadden hier soms wel enkele opmerkingen over. Ondanks deze opmerkingen kon de hulp soms toch nog beter. Ondanks dat men vragen kon stellen, werd het soms niet zo goed uitgelegd aangezien leerkrachten er vanuit gaan dat jongens toch al een zekere voorkennis hebben. Toch was dit soms niet het geval en was het voor sommige niet duidelijk. Uit de focusgroep met de E-Lab leerlingen uit Genk kwam meerdere keren terug dat ze behandeld worden als een volwassene of dat algemene vakken op een volwassen manier gegeven worden. De leerlingen beschouwen E-Lab school immers als een tussenstap naar een job of naar een verdere studie en willen graag zo behandeld worden.
Algemeen: opmerkingen en verbeteringen De leerlingen hadden ook enkele bedenkingen over het leerplan. Volgens hen kan het leerplan geoganiseerder zijn. Leerlingen willen een stiptere, duidelijkere agenda waarin verschillende
acties zijn opgenomen. Uitstappen in het kader van E-Lab, zoals de ICT-beurs CeBIT, groepswerk, bedrijfsbezoeken, … zien ze graag meer geïntegreerd in het leerplan. Wat ook beter kan is dat elke E-Lab school een vast lokaal heeft waar alle aspecten van de opleiding aan bod komen. Ze willen in één lokaal zoveel mogelijk les krijgen. Bijvoorbeeld hardware, software, taalvakken, … kunnen in één lokaal gegeven worden.
Opleidingen zijn meestal aantrekkelijk en effectief als ze rekening houden met de wensen en kenmerken van verschillende type studenten. Als ICT-opleidingen meer meisjes willen aantrekken, zullen zij moeten nagaan wat deze doelgroep belangrijk vindt in een opleiding. Deze aspecten zijn we al nagegaan in de instroomanalyse, tijdens deze analyse staan we meer stil bij vrouwvriendelijke en genderneutrale ICT-opleidingen. Eerst bespreken we de ideeën, gedachten, ervaringen, … uit de focusgroep met leerlingen en daarna die van de focusgroep met leerkrachten. LEERLINGEN De leerlingen werden tijdens dit focusmoment bevraagd over hoe zij een vrouwvriendelijke en genderneutrale ICT-opleiding zien, willen we meer meisjes aantrekken. Er waren duidelijke verschillen tussen de antwoorden van jongens en meisjes om een ICTopleiding te veranderen opdat deze interessanter zou zijn voor meisjes. Jongens gaven een kort en bondig antwoord: de opleiding zelf kan je niet aanpassen, maar misschien het materiaal wel. Een ICT-opleiding is nu éénmaal saai en eenzijdig volgens hen. Meisjes vinden wel dat er aan de opleidingen wat veranderd kan worden. Ze willen graag meer multimedia in de opleiding geïntegreerd zien. De creatieve toepassingen van ICT mogen er voor hen nog meer uitspringen: Photoshop, Flash, Dreamweaver, … Anderzijds mogen aspecten zoals programmeertalen, netwerken, … wat achterwege gelaten worden. Meisjes willen ook meer leren vanuit de beroepen die vrouwen uitoefenen in de ICT-wereld, ze willen concrete voorbeelden uit het bedrijfsleven.
LEERKRACHTEN Naast de directe doelgroep te ondervragen, zijn we ook nagegaan hoe leerkrachten een vrouwvriendelijke en genderneutrale ICT-opleiding zien.
Genderbeleid op school Om de instroom van meisjes te verhogen, is het noodzakelijk om de onderwijskundige aanpak en inhouden van ICT-opleidingen genderinclusief te herontwerpen. Om dit te kunnen realiseren, moet ook het beleid klaar zijn om de opleidingen te herontwerpen. Het is belangrijk dat het beleid expliciet aandacht geeft aan meisjes en ICT, namelijk door een goed diversiteitsbeleid op te stellen. Het vergroten van de instroom, opleiding en doorstroom van meisjes in ICT-opleidingen is niet realiseerbaar in één-twee-drie. Een nieuwe manier van werken aan gender (man/vrouw) gelijkheid is gender mainstreaming van het beleid. Dit betekent dat het gehele beleid (instroom, opleiding en doorstroom) van een opleiding en de instelling waar de opleiding deel van uitmaakt, wordt gescreend om te zien of dat beleid even effectief is voor meisjes als voor jongens.. Op vlakken waar er geen sprake is van gendergelijkheid, kan men een tijdelijk specifiek beleid opstellen ten aanzien van meisjes om de ongelijkheid te reduceren. Als er bijvoorbeeld toch al plannen zijn om de instroom van meisjes te vergroten, kan een onderwijsinstelling besluiten aan de slag te gaan met gender mainstreaming van het instroombeleid. We zijn dan ook nagegaan hoe het staat met het diversiteitsbeleid op de verschillende scholen. Het valt op dat elke E-Lab school bezig is de ICT-opleidingen genderinclusief te herontwerpen. Volgens de leerkrachten begint het herontwerpen bij het management, de staf en het onderwijzend personeel. Op vlak van het onderwijzend personeel vinden ze het belangrijk dat er genoeg vrouwelijke informaticaleerkrachten aanwezig zijn. Zo kunnen ze tonen dat informatica wel iets is voor meisjes, en tevens fungeren ze ook als rolmodellen. De aanwezigheid van vrouwen in het onderwijzend personeel kan men ook doortrekken. Vrouwen kunnen, naast leerkracht zijn, ook een belangrijke rol spelen als ICT-coördinator. Ook dit kan een meerwaarde zijn. Vrouwelijke leerkrachten hechten ook belang aan het feit dat de mannelijke leerkrachten zich niet negatief mogen uitlaten over vrouwen en hun werk. Ze moeten juist positief zijn over vrouwen en hun werk en dit benadrukken. Zowel mannelijke als vrouwelijke leerkrachten kunnen best aanhalen dat er ook vrouwelijke ICT’ers reeds bestaan.
ICT-opleidingen Meisjes hechten groot belang aan verschillende inhoudelijke aspecten in een ICT-opleiding, bijvoorbeeld aandacht voor nut en relevantie, voor product én proces, voor ontwikkeling van persoonlijke professionele vaardigheden, … Leerkrachten beamen het feit dat meisjes groot belang hechten aan de inhoudelijke aspecten zoals aandacht voor nut, relevantie en gebruikswaarde van ICT, voor product én proces, maar de ontwikkeling van de persoonlijke professionele vaardigheden komt sterker naar voor. Het menselijke en sociale aspect vinden leerkrachten ook belangrijk. Leerkrachten vinden dat men hier genoeg aandacht aan moet schenken, men moet zorgen dat deze aspecten aan bod komen in de opleidingen. Om (meer) meisjes te werven voor en te behouden in ICT-opleidingen, is een breed curriculum nodig. Een curriculum waarin communicatieve vaardigheden geïntegreerd zijn, waarin technische en fysieke kennis binnen een context wordt aangeboden en waar aandacht is voor de creatieve toepassingen van ICT. De zogenaamde snijvlakopleidingen kunnen een oplossing bieden. Deze snijvlakopleidingen zorgen voor een goede combinatie van deze verschillende aspecten waardoor de aantrekkingskracht van de ICT-opleidingen voor meisjes vergroot. Men kan hierop inspelen door het onderdeel ‘Multimedia’ in het oog te laten springen van de opleiding ‘Informatica en Multimedia’ van E-Lab school.
Ook het lessenpakket is een belangrijk aandachtspunt: meisjes houden van samenhang, activerende onderwijsvormen, creatieve toepassingen, communicatieve vaardigheden, … Bij het begin van het focusmoment werd al snel duidelijk het huidige leerplan (toegepaste) informatica van de 2de graad in twijfel wordt getrokken. Het leerplan van de 2de graad is saai en wekt bij de leerlingen geen interesse op voor ICT. Een aanpassing van het leerplan is, volgens de leerkrachten, dé manier om interesse te wekken. Informatica in de 2de graad zou een initiatie moeten zijn van alle onderdelen, zowel hardware, leuke software, toepassingspakketten, netwerken, programmeren, multimedia, webdesign, … Kortom, geen saaie informaticalessen met leerlingen achter hun bankje, maar een klas waar het mogelijk is te werken in groep. Een klas waar telkens een hoekje voorzien is met: - Mac computers waar een groepje leerlingen kan werken rond het thema Mac - Computers waar de leerlingen zelf Linux/Unix kunnen installeren en hiermee experimenteren - Materiaal om te werken rond beeldbewerking en video (fototoestel, camera, scanner, printer, software, …) - Computers en een cursus (eventueel online leeromgeving) om met webdesign te kunnen starten - Computers waar de leerlingen Windows kunnen installeren en werken rond Windows/Office -… Zo’n klas in combinatie met een gewoon leslokaal (zodat deze speciale klas kan gebruikt worden door alle leerkrachten informatica) is een ideale omgeving om interesse te wekken bij leerlingen en deze ook te behouden. Dit vraagt natuurlijk wel een grotere inspanning en flexibiliteit van de leerkracht en het nodige budget om dit te realiseren. De essentie van activerende onderwijsvormen is dat studenten niet langer alleen klassikaal frontaal les krijgen, maar werken in teams aan projecten of cases uit de beroepspraktijk. . Zo ontwikkelen ze hun persoonlijke professionele vaardigheden, zoals samenwerken, vergaderen en presenteren, en vergroten ze hun kennis onder begeleiding van leerkrachten. Dit is niet alleen voor veel studenten een aantrekkelijke manier van werken, maar bereidt de studenten ook beter voor op de beroepspraktijk. Veel vrouwelijke studenten waarderen deze onderwijsvormen vanwege de directe link met de beroepspraktijk, het zicht op de context en het probleemoplossende teamwerk. Uit de literatuur blijkt dat meisjes verwachten dat de informaticalessen meer gericht moeten zijn op hoe ze werkjes of hun eindwerk moeten maken: lay-out, automatische inhoudstafel, … Ook leerkrachten merken dat meisjes een mooie lay-out, lettertype, afbeeldingen, … van belang vinden. Daarom vinden zij dat zijzelf ook aandacht moeten schenken aan het opmaken van cursussen. Zij proberen hun cursussen leuk te maken voor meisjes.
Vrouwelijke rolmodellen Het probleem van de ondervertegenwoordiging van meisjes binnen het ICT-onderwijs houdt zichzelf in stand. Door het gebrek aan vrouwelijke rolmodellen binnen de ICT-sector, voelen meisjes zich minder aangesproken en kiezen ze niet gemakkelijk voor een ICT-opleiding. Hierdoor kan het gebrek aan vrouwelijke rolmodellen niet aangevuld worden en blijven vrouwelijke rolmodellen een schaars fenomeen. Vrouwelijke informaticaleerkrachten zijn nog steeds erg schaars. Indien er geen vrouwelijke informaticaleerkrachten voorhanden zijn, is het aangeraden om zelf op zoek te gaan naar mogelijke oplossingen. Leerkrachten kwamen met het idee om gebruik te maken van een ‘voorbeeldschool’. Een voorbeeldschool is waar er een meerderheid is aan vrouwelijke informaticaleerkrachten. En ja hoor, wij beschikken over zo’n E-Lab voorbeeldschool. Meisjes voelen zich soms ook ‘alleen’ in deze mannenwereld. Om dit probleem op te lossen kunnen we meisjes die een ICT-opleiding volgen verzamelen zodat ze met hun eigen ogen zien dat ze niet alleen zijn en toch met een hele groep zijn die voor de richting kiezen. Zo kunnen ze spreken over hoe
zij tot hun keuze zijn gekomen en hoe ze het vak tot nu toe ervaren. Hier komt het ‘deel uitmaken van een club’ terug naar voren. Uit literatuuronderzoek blijkt dat meisjes graag lid zijn van een club. Buiten de school zijn er nog andere rolmodellen of ‘lotgenoten’. Vrouwelijke informatici uitnodigen om over hun beroep te komen spreken is ook een goede invulling van rolmodellen. Daarnaast kunnen deze vrouwen ook enkele modules geven uit de ICT-sector.
Ondersteuning en begeleiding van meisjes Voor sommige kan extra ondersteuning en begeleiding op zijn plaats zijn om bijvoorbeeld vroegtijdige uitval te voorkomen. Deze ondersteuning moet men op een onnadrukkelijke manier doen zodat de uitzonderingspositie van meisjes niet versterkt wordt. Om meisjes te ondersteunen en te begeleiden op een onnadrukkelijke manier, kunnen scholen extra vrije lessen of workshops voorzien zodat meisjes, als het nodig is, in deze les zich kunnen bijwerken. Zo kunnen meisjes (en jongens) zelf beslissen of ze willen deelnemen of niet en wordt hun uitzonderingspositie niet versterkt. Daarnaast wordt er ook gewerkt aan de verkleining van de ‘experience-gap’. Ook bij de start van een ICT-opleiding moet er, volgens leerkrachten, veel in groep gewerkt worden. Zo worden meisjes in groep gezet zodat ze geen gebruik kunnen maken van de kennis van jongens en leren ze het allemaal zelf. Op die manier is extra begeleiding van meisjes mogelijk. Toch moet men hiermee oppassen. Denk aan de versterking van hun uitzonderingspositie! Uit de literatuur blijkt wel dat men tijdens de informaticalessen het individuele karakter van de leerling meer benadrukt kan worden. Dit kan volgens meisjes door de groep in te delen in een aantal niveaus. Op die manier moeten de gevorderden niet stilstaan bij dingen die voor hen vanzelfsprekend zijn. Meisjes vinden niet dat er een reden is om jongens en meisjes te scheiden. De school kan ook extra materiaal aanbieden voor thuis zodat meisjes (en jongens) thuis zelf aan de slag kunnen, bijvoorbeeld een CD-rom met extra oefeningen. Ook het online gebeuren, het gebruik van de ‘nieuwe media’, kan hier een goede ondersteuning of begeleiding bieden. Een online forum voor meisjes waar meisjes in ICT-opleidingen met elkaar in contact kunnen komen en elkaar kunnen helpen bij vragen kan een mogelijkheid zijn volgens de leerkrachten. Via e-mail of smartschool kunnen leerkrachten ook ondersteuning en begeleiding verlenen bij vragen van meisjes als ze iets niet begrijpen. Een online leeromgeving waar meisjes online zelfstandig kunnen studeren als ze het in de klas niet volledig hebben begrepen, is volgens leerkrachten ook een uit te werken idee. Leerkrachten merken dat het belangrijk is dat meisjes worden aangemoedigd tijdens de lessen, maar dit op een onnadrukkelijke manier zodat hun uitzonderingspositie niet versterkt wordt.
Zo moeten meisjes weten dat ook zij belangrijke taken kunnen vervullen, dat ze oplossingen kunnen bieden aan specifieke problemen, …
Studieomgeving Een belangrijke reden om niet te kiezen voor een ICT-opleiding is dat meisjes het vaak niet zien zitten om een aantal jaren door te brengen in een ‘ongezellige mannenwereld’. Daarom is het belangrijk dat de school een cultuur en sfeer gaat creëren waar zowel jongens als meisjes zich thuis voelen. Leerkrachten zijn absoluut voor een aantrekkelijke omgeving/ lokaal. Dit kan volgens hen op verschillende manieren: - Leerlingen zelf een eigen invulling laten geven aan het lokaal met behulp van posters, foto’s, etc. - Een frisse kleur op de muren - Ordelijke banken en stoelen - Modern materiaal - Etc.
Contact met de ICT-sector Doordat meisjes weinig voorbeelden van andere vrouwen in ICT kennen, hebben zij vaak een vaag beroepsbeeld. Daarom is het belangrijk om vrouwelijke studenten in contact te brengen met de beroepspraktijk. Eerst en vooral zorgen de stages ervoor dat de studenten in contact worden gebracht met de beroepspraktijk. Volgens leerkrachten moeten daarbuiten nog (extra) initiatieven ondernomen worden om de studenten in contact te brengen met de beroepspraktijk. Het uitnodigen van gastsprekers, voornamelijk vrouwelijke ICT’ers, om te komen vertellen over hun job in de ICT zorgt ervoor dat de studenten in contact komen met de beroepspraktijk. Toch is dit niet de manier volgens leerkrachten. Het is volgens hen beter om de arbeidsmarkt zelf op te zoeken. Het organiseren van bedrijfsbezoeken waarbij de aandacht ligt op de vrouwelijke ICT’ers en waar de studenten zelf kunnen meedraaien in het circuit, heeft een grotere impact dan enkel te luisteren naar een spreker. Kortom, organiseer een “dag van de ICT” waarbij studenten op bezoek kunnen gaan bij een aantal bedrijven en kunnen meedraaien in het circuit. Ook hier gebruik maken van de ‘nieuwe media’ kan een goed hulpmiddel zijn. Zo kan men een website ontwerpen waarop informatie, nieuws, interviews, kortfilmpjes, … van personen, van vrouwen, die werken in de ICT-sector terug te vinden zijn.
Meisjes en vroegtijdige uitval Scholen hebben te maken met vroegtijdige uitval en niet enkel in ICT-opleidingen. Als school is het belangrijk om te achterhalen waarom meisjes vroegtijdig uitstromen en hoe we ervoor kunnen zorgen dat meisjes aan boord blijven. Tijdens dit onderzoek werd al snel duidelijk dat het probleem, volgens de leerkrachten, bij het huidige leerplan van de 2de graad ligt: te saai, te eenzijdig, …! En uit literatuur blijkt dat meis-
jes meer negatieve termen associëren aan het begrip informatica. Zij associëren informatica met eenzijdig, moeilijk, ingewikkeld, saai en stilzitten. En laat nu net dit alles aanwezig zijn in de huidige ICT-opleidingen! Daarom is het belangrijk dat de juiste informatie verstrekt wordt, over wat de opleiding inhoudt en welke diverse beroepsmogelijkheden een ICT-opleiding hen biedt. Een vroegtijdige uitval van meisjes wordt dan ook gelinkt aan het slecht geïnformeerd zijn over de opleiding of verkeerde verwachtingen van het beroep. Ze kunnen een verkeerde interpretatie hebben van de opleiding doordat voorlichters enkel de leuke aspecten van ICT toegelicht hebben. Uiteindelijk vinden meisjes de lessen toch te saai, te eenzijdig, te weinig variatie, … maar ook het sociale aspect ontbreekt. Soms komen meisjes er ook achter dat ze toch niet over de nodige interesse beschikken of over het nodige inzicht om een ICT-opleiding tot een goed einde te brengen en haken ze af. Het blijven aanbieden van uitdagende situaties is ook een must. De verveling slaat al snel toe bij meisjes en aangezien zijzelf niet op zoek gaan naar uitdagende situaties, moeten de leerkrachten dit blijven aanbieden. Dat meisjes niet zelf op zoek gaan naar uitdagende situaties heeft (on)rechtstreeks te maken met hun zelfvertrouwen, met de ‘confidence-gap’. Ook moet men vermijden dat meisjes nog eens extra geconfronteerd worden met het feit dat er meer jongens een ICT-opleiding volgen dan meisjes. Ook het benadrukken dat jongens hun werkmethode steeds correct is, moet men vermijden. Zo wordt de ’confidence-gap’ vergroot, meisjes hun zelfvertrouwen kan via deze manier niet toenemen. Vrouwelijke studenten in ICT-opleidingen vormen veelal een kleine minderheid. En dit kan leiden tot het ongemakkelijk voelen van meisjes bijvoorbeeld in een klassituatie dat bestaat uit één meisje met alleen maar jongens. Voor hen een reden om met de opleiding te stoppen. Het is belangrijk dat de school deze vroegtijdige uitval kan voorkomen, en daarom is het noodzakelijk om enkele concrete acties te ondernemen: Goed communiceren is een must! Zo moet men toekomstige studenten tijdig en juist informeren over wat de opleiding inhoudt en wat de beroepsmogelijkheden zijn. Maar dit moet men niet enkel doen bij de werving van toekomstige studenen, maar het moet ook tussentijds nog eens benadrukt worden zodat ze geen verkeerde verwachtingen creëren. De verveling kan ook wel eens toeslaan bij meisjes omdat ze een ICT-opleiding te saai vinden en haken ze gewoon af. Dan is het aan de school en leerkrachten om dit te voorkomen. Volgens leerkrachten is het realiseerbaar om een wedstrijd te organiseren tussen meisjes van verschillende scholen, bijvoorbeeld een wedstrijd omtrent de beste website, de beste kortfilm, … Op deze manier stimuleer je de meisjes ook nog eens en zal de verveling niet snel toeslaan. De school moet ook zeker iets doen aan de kleine minderheid van meisjes in ICT-opleidingen. Meisjes kunnen zich ongemakkelijk voelen tussen een bende jongens en dit is voor hen een reden om af te haken. Om dit te vermijden stellen de leerkrachten voor om meisjes van verschillende scholen met elkaar in contact te brengen door samen een dag door te brengen. Zo zijn ze eens eventjes weg uit de ‘onaantrekkelijke mannenwereld’. Het is ook belangrijk dat men meisjes voldoende begeleidt en tijdig ingrijpt waar nodig. Soms kampen meisjes met een tekort van het nodige inzicht en dan is het aan de leerkrachten om hierop in te spelen. Volgens leerkrachten kan je hen extra, maar vrije lessen aanbieden. Ook af en toe een evaluatiemoment inlassen zowel voor jongens als voor meisjes kunnen een vroegtijdige uitval tegengaan. Men kan immers snel ingrijpen.
De ondervertegenwoordiging van meisjes in ICT-opleidingen zet zich logischerwijs verder in de ICT-sector. Dit komt enerzijds door het imago van de ICT-sector dat mannelijk en technisch is. ICT is een wereld van snelle jongens, ‘nerds’ en ‘freaks’, er wordt groot belang gehecht aan status, lange werkdagen, hoge werkdruk, veel en lange reistijden, onregelmatige arbeidsuren, geen deeltijds werk, weinig mogelijkheden voor combinatie werk en privé,… Volgende cijfergegevens bevestigen dat een dergelijk imago niet bevorderlijk is voor een positieve keuze van vrouwen voor deze sector.
Figuur 13. Percentage vrouwen in de ICT-sector in 2007
26% mannen vrouwen
Slechts 26% van de werknemers zijn vrouwen! Het mannelijke en technische imago vormt een remmende factor op de studiekeuze en tewerkstelling van vrouwen.
Figuur 14. Evolutie vrouwen in de ICT-sector
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40%
73 73 74 74 74 % % % % %
mannen vrouwen
30% 20% 10%
27%
27%
26%
26%
26% 26%
2003
2004
2005
2006
2007
0%
De ondervertegenwoordiging van meisjes in ICT-opleidingen start in het secundair onderwijs, zet zich consequent verder in het hoger onderwijs en uit zich in de sector zelf. Deze trend zorgt er voor dat de doorstroom van meisjes/vrouwen in de ICT-sector in dalende lijn verloopt. Wat resulteert in een dalend aandeel vrouwen in de ICT-sector (zie Figuur 14).
2003
Sectors
2007
Telecommunicatie (NACE 64.200)
8987
29,2
8444
28,5
Verhuur van kantoormachines en computers (NACE 71.330)
105
37,9
119
38,6
Computeradviesbureaus (NACE 72.100)
3374
24,5
3898
24,2
Realisatie van programma’s en gebruiksklare systemen (NACE 72.200)
4704
23,8
5101
23,5
Gegevensverwerking (NACE 72.300)
594
31,2
802
28,8
Databanken (NACE 72.400)
603
43,6
731
38.2
Onderhoud en reparatie van computers en kantoormachines (NACE 72.500)
463
20,3
402
18,0
Totaal vrouwen in ICT - sector
18830
26,8
19497
26,1
Totaal mannen in ICT - sector
51417
73,2
55183
73,9
Tabel 4. Aantallen & percentages vrouwen in de verschillende subsectoren van de ICT-sector (2de kwartaal 2003 en 2de kwartaal 2007) Bovenstaande tabel geeft een overzicht van de subsectoren – en bijhorende NACE codes – die gehanteerd werden voor deze publicatie. Ondanks het dalend aandeel vrouwen is in deze tabel toch een lichtjes positieve tendens op te merken. Als we de cijfergegevens van 2003 vergelijken met die van 2007, merken we op dat het aantal vrouwen in elke subsector is toegenomen, terwijl hun aandeel toch gedaald is. Dit omdat de stijging van het personeel tewerkgesteld in de ICTsector hoger is bij mannen. Het is dus aan de onderwijssector en de arbeidsmarkt om deze tendens tegen te gaan. Ze moeten de handen in elkaar slaan opdat de doorstroom naar de arbeidsmarkt zo optimaal mogelijk verloopt.
De ICT-sector wordt gekenmerkt door een groeiend tekort aan ICT-professionals. Uit cijfers van Agoria blijkt dat dit tekort aan personeel een stijgende tendens kende: 14.250 vacatures in 2008 ten opzichte van 13.250 in 2006. Desondanks werft de sector traditioneel vooral hoger opgeleide mannen. Onaanvaardbaar is dan ook dat allerlei basis ICT-taken – zoals PC ondersteuning, installeren van hard- en software,… – nu nog steeds als extra taken bij deze hoger opgeleiden worden ondergebracht. Het onbenut menselijk kapitaal aan vrouwen kan in dit tekort een doorbraak betekenen. Zeker omdat in onze huidige netwerkeconomie steeds meer de nadruk wordt gelegd op sociale vaardigheden, communicatievaardigheden, aandacht voor mensen, … Stuk voor stuk typisch vrouwelijke vaardigheden! De ICT-sector zélf geeft trouwens aan dat vrouwen over vaardigheden beschikken die een meerwaarde kunnen betekeken voor de sector.
Een gediversifieerd personeelsbestand is een troef! Mannen en vrouwen verschillen, maar ze vullen elkaar aan. Een aantal typisch vrouwelijke competenties zijn echte troeven voor het goed uitoefenen van een bepaalde beroepen in de ICT sector. Vrouwen scoren zeer goed op een aantal relevante punten als communicatievaardigheden, strategisch inzicht, luisterbereidheid, kwalitatief hoog werk leveren, anderen kunnen motiveren en zelfs op vlak van wat men soms als een typisch mannelijk talent beschouwt: analytisch vermogen. e-gender voerde zelf een onderzoek uit bij korter geschoolde vrouwen die reeds tewerkgesteld zijn in de ICT-sector (onder meer bij de voorbeeldvrouwen van DoTheMatch) en werkgevers naar de meest belangrijke competenties waarover men moet beschikken in de ICT-sector. Dit onderzoek toonde aan dat er een grote overeenkomst is in de top drie van de meest belangrijke competenties: hierin vinden we dat zowel klantgericht als probleemoplossend zeer belangrijke competenties zijn in ICT-(ondersteunende) functies. In Tabel 5 worden de resultaten weergegeven.
TOP 10 MEEST BELANGRIJKE COMPETENTIES VOLGENS VOORBEELDVROUWEN & WERKGEVERS IN DE ICT SECTOR
VROUWEN competentie
WERKGEVERS %
competentie
%
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Tabel 5. Top 10 meest belangrijke competenties van referentieprofielen (werknemers) en excellente functiehouders (werkgevers) Opmerkelijk in deze resultaten is het duidelijk ondergeschikte belang van een basiskennis van ICT: slechts 14,00% belangrijkheid bij vrouwen, en zelfs de werkgevers achten dit nog minder belangrijk met een magere 12,50%. Hieruit blijkt dat de meest belangrijke competenties, zoals klantgericht, probleemoplossend, ook typische vrouwelijke vaardigheden zijn.
De razendsnelle ontwikkelingen van ICT de afgelopen decennia heeft grote gevolgen voor het onderwijs dat die ontwikkelingen naar de opleidingen moeten vertalen. . Toch is het niet gemakkelijk voor het onderwijs om zelf te achterhalen wat deze ontwikkelingen inhouden, zelfs nog tijdens het laatste ‘schakelmoment’ – van ICT-opleiding naar een eerste job – gaat (vrouwelijk) talent verloren voor de ICT-wereld. De wisselwerking tussen de arbeidsmarkt en het onderwijs is voor beide belangrijk, met name in een dynamisch vakgebied als ICT.. De wisselwerking tussen de arbeidssmarkt en het onderwijs is voor beide belangrijk, met name in een dynamisch vakgebied als ICT. Het onderwijs moet voldoende mensen opleiden die voldoen aan de wensen van de arbeidsmarkt. De vraag is breed: enerzijds specialisten, anderzijds mensen met een brede ICT-kennis. Op het einde van het schooljaar ’07-’08 organiseerde e-gender een focusgroep met het onderwijs en de arbeidsmarkt waar er gedebateerd werd over de connectie tussen deze beide partijen. De connectie tussen onderwijs en de arbeidsmarkt is primair een zaak van deze twee partijen en daarvoor heeft e-gender deze beide bij elkaar gebracht om te achterhalen wat de noden en wensen zijn van de arbeidsmarkt en hoe het onderwijs hierop kan inspelen. Op dit debat waren enkele leerkrachten van E-Lab school en werkgevers uit het bedrijfsleven zoals IPGlobalnet, Cegeka, Syntra, … aanwezig. De uitkomsten van dit debat leveren een beeld op aan welke medewerkers en competenties er behoefte is. Een inzicht welke verwachtingen de sector heeft van het onderwijs en omgekeerd. Kortom, een aanzet tot een platform om de kloof tussen onderwijs en arbeidsmarkt te dichten! e-gender heeft dan ook een onderzoek gevoerd om na te gaan wat leerlingen verwachten van de tewerkstellingsopties achteraf en hoe het onderwijs samen met de arbeidsmarkt kan zorgen voor een optimale doorstroom. Dit onderzoek is gebaseerd op enquêtes en een focusgroep. We selecteerden hiervoor leerlingen van E-Lab school en cursisten van Syntra in ICT-gerelateerde opleidingen: 196 leerlingen waarvan 45 meisjes. De bevraging van deze leerlingen gebeurde in het begin van het schooljaar ’06-’07 en tijdens het schooljaar ’07-’08. Eerst bespreken we de resultaten die we bekomen hebben van de enquêtes met leerlingen en cursisten. Daarna bespreken we de resultaten van de focusgroep met het onderwijs en de arbeidsmarkt waar er gedebatteerd werd over de connectie tussen onderwijs en arbeidsmarkt. RESULTATEN ENQUÊTES LEERLINGEN
Tewerkstellingsmogelijkheden achteraf: verwachtingen Jonge mensen kiezen niet vanzelfsprekend voor een studie of baan in de ICT-sector. Daarom zijn we ook nagegaan wat de jongeren, die al een ICT-opleiding volgen, willen doen na deze opleiding. Figuur 15. Resultaten jongens & meisjes (%).
8%
17%
4%
12%
76% jongens
meisjes
geen verwachting
Uit de instroomanalyse blijkt dat maar liefst 48% van de meisjes kiest voor ICT uit interesse en kwam ‘in de sector terechtkomen’ op de derde plaats met 17%. Toch blijkt dat wanneer we meer naar het einde van het schooljaar opnieuw peilden naar hun verwachtingen naar de tewerkstellingsmogelijkheden, maar liefst 83% in de sector wil terechtkomen. Vrouwen die al tewerkgesteld zijn in de ICT, willen via een ICT-opleiding hun carrièrekansen vergroten omdat ze merken dat dit een zeer dynamische sector is en waar men constant up to date moet blijven. Jongens willen het liefst ‘in de sector terechtkomen’ en dat blijkt ook zo uit de instroomanalyse. Wat echter opmerkelijk is, is dat enkele jongens geen verwachtingen hebben naar de tewerkstellingsmogelijkheden achteraf. Ze zien wel wat er na de opleiding zich aandient. Voor hen is een duidelijke visie op de toekomst niet zo belangrijk als bij meisjes. Hun carrièrekansen vergroten is ook een belangrijke factor, zij het in mindere mate dan bij meisjes. Onder carrièrekansen verstaan we niet alleen je kansen vergroten in de sector zelf, maar als je tewerkgesteld bent in een andere sector, heb je nu ook de keuze om in de ICT-sector aan de slag te gaan. Jongens willen na een ICT-opleiding bij E-Lab school of bij Syntra toch nog verder gaan studeren om nog meer kennis op te doen. Meisjes zien het niet zitten om verder te studeren, zij willen liever direct aan de slag.
Tewerkstellingsmogelijkheden
achteraf:
wijzigingen
De verwachtingen die vrouwen hadden naar de tewerkstellingsmogelijheden achteraf zijn in vele gevallen niet gewijzigd. Ze willen nog steeds in de sector terechtkomen, hoewel dit niet voor iedereen gemakkelijk is. Sommige meisjes ondervinden dit al snel aangezien werkgevers vaak personen met meer ervaring, meer kennis, … vragen. Toch is dit niet voor iedereen van toepassing. Enkele stageplaatsen van E-Lab school waren zodanig onder de indruk van hun stagiair(e) dat deze er onmiddellijk aan de slag kon. De verwachtingen bij jongens zijn grotendeels ongewijzigd gebleven. Ze willen nog steeds in de sector terechtkomen. Toch zijn er enkele leerlingen van mening veranderd. Na een ICT-opleiding te volgen bij E-Lab of bij Syntra, hebben ze de smaak serieus te pakken en willen ze gaan verderstuderen aan hogescholen. Jongens merken ook dat ze meer kans maken op de arbeidsmarkt in het algemeen. De ICT-sector op zich is al een dynamische sector, maar ICT is niet meer weg te denken uit de samenleving. Het gebruik van ICT is nu veel breder en daar zien jongens veel kansen in. MEISJES EN ICT Veel ICT-bedrijven hebben nu en de komende jaren grote moeite om voldoende gekwalificeerde medewerkers te vinden. Hoewel er in grote lijnen bekend is waar de tekorten zitten, ontbreekt een scherp beeld aan welke specifieke kennis en vaardigheden behoefte is. Over dat tekort en de connectie tussen onderwijs en arbeidsmarkt werd gedebateerd in een focusgroep tussen onderwijs en arbeidsmarkt.
Kwantitatieve kloof De toestand is zorgwekkend: de arbeidsmarkt voor geschoold ICT-personeel kampt met een enorme schaarste. Voor 14.250 vacatures in 2008 vinden ICT-bedrijven momenteel geen werknemers en het aantal functies blijft toenemen, namelijk met 6.500 nieuwe jobs. Hierbij is er sprake van een kwantitatief tekort: de vraag naar ICT’ers is groter dan het aanbod. Deze krappe arbeidsmarkt zou aanleiding moeten geven om meer korter geschoolde jongeren én voornamelijk meer (korter geschoolde) vrouwen bin-
nen te halen en niet enkel de traditionele doelgroep van hoger opgeleide mannen. We polsten dan ook bij de arbeidsmarkt hoe het komt dat er minder korter geschoolde jongeren én voornamelijk korter geschoolde vrouwen worden aangenomen. Het is niet zo dat de arbeidsmarkt enkel hoger opgeleide mannen aanneemt, maar er stellen zich maar weinig vrouwen kandidaat van alle opleidingsniveaus. Dit komt vooral door het negatieve imago van de sector, maar ook doordat meisjes zich minder aangesproken voelen om een technische opleiding, en dan specifiek een ICT-(gerelateerde) opleiding, te volgen. Toch merkt de ICT-sector zelf dat ICT-functies buiten de ICT-sector, zoals onder andere het onderwijs, de banksector, … beschikken over een vrouwvriendelijkere omgeving wat leidt tot meer vrouwen in deze ICT-functies. Dit heeft te maken met het ‘softere’ aspect van deze functies wat het aantrekkelijker maakt voor een bredere doelgroep. In deze ‘softere’ ICT-functies is het mogelijk om een goede combinatie te vinden tussen zorg en werk. Vrouwen voelen zich nog steeds hoofdverantwoordelijk voor het gezin. Dit is waarschijnlijk één van de redenen waarom vrouwen (meer dan mannen, hoewel dat de laatste jaren steeds meer verandert) ook veel waarde hechten aan een goede balans tussen werk- en privéleven. Maar een ICT-beroep is een grensoverschrijdend beroep: ‘huisje, tuintje, boompje’ valt moeilijk te regelen. Vrouwen worden ook beperkt door een gezin en de bijhorende zorgtaken en ze willen deze taken vaak combineren met hun werk. Voor ICT-functies binnen de ICT-sector zelf is er nog steeds sprake van een vrouwonvriendelijke omgeving: deeltijds werk en flexibele uren zijn eerder een uitzondering, voltijds werken betekent vaak lange uren, het werk kan onvoorspelbaar zijn, krappe deadlines en avond- en weekendwerk is niet ongebruikelijk. Daardoor is het (nog steeds) voor vrouwen, en in toenemende mate ook voor mannen, belangrijk dat hun werkgever goede voorzieningen biedt om zorg en werk goed te kunnen combineren zoals onder andere kinderopvang, mogelijkheid tot flexibel werken, deeltijds werken, telewerken, … Daarbovenop hebben vrouwen ook te maken met belemmeringen die meer te maken hebben met hun socialisatie als vrouw. Mannen hechten bijvoorbeeld meer waarde aan hun werk, zij vinden werken vanzelfsprekend. Terwijl vrouwen eerder gaan werken om sociale redenen. Ze komen in contact met andere personen buiten de persoonlijke omgeving. Wil een organisatie vrouwen binnenhalen, dan is het goed dat het hele wervings- en selectieproces ook aansluit bij wat vrouwen belangrijk vinden. Menige organisaties spreken – meestal onbewust en ongewild – vooral mannen aan bij de omschrijving van een vacature, in de wervingsstrategie én in de selectieprocedure. Kortom, de profilering, de omkadering van een ICT-beroep is nog te mannelijk. Vandaag de dag is het belangrijk dat men rekening houdt met de profielen van vrouwen en hun dagdagelijkse taken. Eens het imagoprobleem van de ICT-sector is aangepakt, kan dit een positieve invloed hebben op de instroom van meisjes in een ICT-opleiding. Maar zowel de leerkrachten en de werkgevers zijn het erover eens dat meisjes die er voor gaan, er ook echt voor gaan. We concluderen dat het imago van de sector, en de ontoereikende faciliteiten om een goed evenwicht te vinden tussen werk- en privéleven mogelijk te maken, in belangrijke mate hebben bijgedragen tot de geringe instroom van vrouwen in de ICT. Niet enkel het imago van de sector en de ontoereikende faciliteiten dragen bij tot een lage instroom van vrouwen in de ICT-sector en meisjes in een ICT-opleiding, maar ook de invloed van de persoonlijke omgeving zoals ouders en vrienden spelen een belangrijke rol of meisjes al dan niet kiezen voor een ICT-opleiding. Ouders beseffen meestal niet dat zij een invloed hebben op de ideeën die hun kinderen ontwikkelen. Vaak hebben ouders andere verwachtingen ten opzichte van meisjes. Het is in hun ogen niet zo erg dat meisjes geen goede punten halen voor wiskunde of informatica. Meisjes ontwikkelen hierdoor de idee dat wiskunde of informatica te moeilijk is voor hen. Dergelijke ideeën beïnvloeden vanzelfsprekend de studiemotivatie. Meisjes vinden het logisch dat ze slechte punten halen want volgens de ouders hebben meisjes minder aanleg en hierdoor gaan ze er minder voor studeren. Deze resultaten bevestingen het uitgangspunt: ‘informatica of wiskunde is niets voor meisjes’. Leerkrachten en de werkgevers zijn wel van mening dat de nieuwere generatie meisjes wel openstaan voor ICT aangezien ICT vandaag de dag overal aanwezig is en bijna iedereen maakt dagelijks veelvuldig gebruik van een ICT-toepassing, bewust of onbewust. Jongeren ervaren ICT als iets “al-
ledaags”, maar beseffen vaak niet welke mogelijkheden ICT biedt in economie en maatschappij, nu en in de toekomst. Het onderwijs kan zijn steentje bijdragen om (meer) meisjes warm te maken voor een ICTopleiding. Het aanpassen van de informatiebrochures en website waardoor meisjes zich meer aangesproken voelen kan een zekere troef zijn. Tijdens de lessen is het ook belangrijk dat leerkrachten rekening houden met de interesses van zowel jongens als meisjes. Bepaalde aspecten van ICT zijn wat technischer, zoals programmeren, en richten zich vooral op jongens. Zo kan men bijvoorbeeld programmeren meer richten op vrouwen: niet enkel een garagist heeft nood aan specifieke programma’s, maar ook een kapster. Hieruit blijkt dat ICT verweven is in uiteenlopende beroepen die zowel jongens als meisjes kunnen interesseren.
Kwalitatieve kloof Behalve een kwantitatieve kloof zou er ook een kwalitatieve kloof zijn. Heeft jong Vlaanderen te weinig kwaliteit in huis? Ontbreekt het afgestudeerde leerlingen uit het TSO en BSO aan de nodige vakkennis, vaardigheden/competenties en de gepaste attitudes? Het kwalitatieve tekort komt voort uit een gewijzigde vraag van bedrijven. ICT-bedrijven hebben een grote behoefte aan goed gekwalificeerde medewerkers met passende opleiding en ervaring. Naast de vakinhoudelijke kwaliteiten vraagt het ICT-bedrijfsleven ook andere competenties. Tijdens dit debat hebben we ons dan ook toegespitst welke vakkennis, competenties en attitudes worden verwacht in de ICT-sector. De werkgevers vinden het belangrijk dat de werknemers, zowel mannen als vrouwen, beschikken over een zekere ICT-basiskennis. Vaak wordt er nog bijscholing gegeven tijdens de job door middel van een teamcoach. Zo tonen ze aan dat ze niet enkel hoger opgeleide mannen aannemen, maar ook korter geschoolde jongeren. Een basis is voldoende. Wat ook blek uit het e-gender onderzoek. Op vlak van competenties verwachten werkgevers dat werknemers zowel probleemoplossend, klantgericht, communicatief en flexibel zijn. En laat dit nu net typisch vrouwelijke com-
petenties zijn, echte troeven zijn voor bepaalde informaticaberoepen. Daarnaast verwachten de werkgevers dat werknemers over een zekere talenkennis beschikken. Het gebrek aan talenkennis is niet enkel een zwak punt bij het secundair onderwijs, voornamelijk het TSO en het BSO, maar ook bij het hoger onderwijs. Frans en vooral Engels is namelijk niet weg te denken in de ICT-sector. Voor vrouwen, die vaak beter zijn in talen, kan dit een pluspunt betekenen als ze over een goede talenkennis beschikken. Daarom is het belangrijk dat talen niet worden afgevoerd in het TSO en BSO, wat in sommige scholen het geval is. De gepaste attitude speelt bij de werkgevers ook een belangrijke rol. In het algemeen verwachten ze een professionele attitude van de werknemers. De werknemers moeten zich houden aan de regels van het bedrijf. Toch hebben ze hier hun bedenkingen over. Zo ondervinden ze dat jongeren in het algemeen de laatste jaren minder motivatie vertonen om te werken. Ze willen steeds meer een goed betaalde baan op maat. Ze verlangen steeds meer dat de werkgever zich aanpast aan de werknemer. We kunnen concluderen dat werkgevers meer belang hechten aan de juiste competenties en de gepaste attitude dan aan de kennis waarover jongeren beschikken. Jongeren moeten wel een basiskennis hebben in verband met ICT, maar tijdens de job krijgen ze genoeg kansen om zich bij te scholen door middel van een teamcoach. Het is ook belangrijk dat het onderwijs op elk van deze zaken kan inpikken. Het onderwijs kan er namelijk voor zorgen dat de jongeren over een zekere basiskennis beschikken of zelfs een iets meer uitgebreidere kennis afhankelijk van de persoonlijke interesses van de jongeren. De werkgevers verwachten wel dat deze kennis zo up to date mogelijk is, en het is aan het onderwijs om hierop in te spelen. Het onderwijs kan ook zijn steentje bijdragen wat betreft de competenties en de gepaste attitude. Aangezien het TSO en BSO praktijkgerichte opleidingen zijn, maken jongeren al snel kennis met het beroepsleven zelf door middel van stages. Tijdens deze stages kunnen jongeren de juiste competenties en de gepaste attitude ontwikkelen. Ook op school kan men de juiste competenties en de gepaste attitudes mee ontwikkelen. De school speelt hier op in door jongeren hun GIP te laten voorstellen of sollicitaties te simuleren in de klas.
De kloof dichten Het onderwijs en de arbeidsmarkt moeten dichter bij elkaar komen te staan zodat ze samen kunnen werken aan de toekomst, zowel op de kwantitatieve als op de kwalitatieve tekorten.
Het samenbrengen van het onderwijs en de arbeidsmarkt is de basis om een brug te bouwen tussen deze twee partijen. Leerkrachten en werkgevers beseffen maar al te goed dat concrete acties nodig zijn! Leerkrachten en werkgevers merken dat er niet veel meisjes doorstromen naar de arbeidsmarkt dat voor een groot deel komt doordat er maar weinig meisjes instromen. Vooraleer ze de kloof kunnen dichten tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt, is het nodig om de instroom te verhogen. De ondervertegenwoordiging van meisjes binnen ICT-opleidingen houdt zichzelf in stand door het gebrek aan rolmodellen binnen de sector zelf. Het lijkt dus van cruciaal belang om meisjes (én jongens) al vroeg te laten zien wat een ICT-loopbaan kan inhouden, of beter: hen dat te laten ervaren door een kijkje te nemen in de praktijk. Als meisjes bij zo’n kijkje in de praktijk kunnen praten met vrouwelijke rolmodellen, zullen zij zich gemakkelijker kunnen identificeren met werknemers in die sector. Kortom, het transparanter maken van de sector, zodat meisjes kunnen zien dat er ook vrouwvriendelijke jobs in deze sector bestaan, kan een aanleiding geven tot meer instroom. Leerkrachten en werkgevers zijn dan ook van mening dat een ICT’er in de klas of een klas bij de ICT’er een goede activiteit is om jongeren direct in persoonlijke aanraking te laten komen met wat ICT is en welke mogelijkheden een ICT-beroep biedt. Een ICT’er verzorgt voor het secundair onderwijs, voornamelijk TSO en BSO, gastlessen over wat ICT allemaal is, waar jongeren het kunnen terugvinden en wat de mogelijkheden zijn van een studie en een carrière in de ICT. Het omgekeerde kan natuurlijk ook. Bedrijven organiseren meeloopstages voor geïnteresseerde scholen. Hiermee zien jongeren de dagelijkse werkomgeving van ICT-bedrijven. Volgens de werkgevers kan een interactieve website, waarop alle informatie gebundeld is over een carrière in de ICT-sector, ook een oplossing zijn om de kloof wat te dichten. Informaticaleerkrachten kunnen dan samen met jongeren een kijkje nemen op deze website om te achterhalen welke carrière het best past bij de jongeren. Zo kunnen leerkrachten dadelijk antwoorden op vragen en bijkomende informatie verlenen waar nodig. e-gender heeft reeds een dergelijke website ontwikkeld die gericht is op vrouwen, namelijk www.dothematch.be. Het is een online test dat een lijst van vrouwvriendelijke functies weergeeft die overeenkomen met de wensen en competenties van deze doelgroep. Meisjes kunnen zo ontdekken welke job bij hen past en hoe deze er concreet uit ziet (taken, werkinstrumenten, …). Deze profielen worden aangevuld door voorbeeldvrouwen: korter ge-
schoolde dames die nu reeds werkzaam zijn in die functies . Anderzijds werd door e-gender ook een gelijkaardige website ontwikkeld voor werkgevers, www.theskillsmatch.be. Hierop is een skillstest terug te vinden die werkgevers bewust wil maken van de mogelijkheden van korter geschoolde vrouwen. Het stelt hem of haar met andere woorden in staat om binnen het eigen bedrijf functies te definiëren die hiermee matchen. Als output bekomen zij met andere woorden korter geschoolde vrouwen die op dit moment reeds een ICT-functie uitvoeren . Naast deze interactieve website(s) zou een online databank ook een handig instrument zijn om (korter geschoolde) leerlingen te plaatsen voor een bepaalde job in de ICT-sector. Voor werkgevers is het belangrijk dat er verschillende aspecten die van toepassing zijn, aanwezig zijn in deze databank, zoals onder andere over welke kennis, vaardigheden en competenties deze jongeren beschikken. Ook een duidelijke vermelding van de talenkennis is een must aangezien Engels en Frans namelijk niet weg te denken is in de ICT-sector. E-Lab Vlaanderen beschikt eveneens over een competentiedatabank. Deze online databank is voorlopig enkel voor leerlingen van E-Lab school, maar in de toekomst wordt deze verder uitgebreid. Op deze website kan men naast de contactinformatie voor elke leerling ook een evaluatie van zijn/haar vaardigheden terugvinden. Zo kan er voor elke leerling individueel nagegaan worden of deze geschikt is voor een bepaalde job. Dit maakt het makkelijker voor werkgevers/bemiddelingsinstanties om de juiste match te vinden tussen werkzoekende en werkgever . De doelstelling van deze focusgroep was om inzicht te krijgen welke verwachtingen de sector heeft van het onderwijs en omgekeerd. Kortom, een aanzet tot een platform om de kloof tussen onderwijs en arbeidsmarkt te dichten! Op het einde van dit debat was er wel degelijk een inzicht in verband met de verwachtingen en hebben we een aanzet gedaan om tot een platform te komen. Leerkrachten en werkgevers waren zeer enthousiast over dit debat en het opzetten van een platform dat ze bereid zijn om hun steentje bij te dragen zodat het opzetten van een platform werkelijkheid wordt!
oor ICT-opleidingen in het secundair en hoger onderwijs valt er bij meisjes nog veel te winnen. Voorlichting moet op meisjes afgestemd worden. Maar dit is niet voldoende. Juist ook de inhoud, de onderwijskundige vormgeving en de cultuur van ICT-opleidingen moeten aantrekkelijk zijn, willen meisjes ervoor kiezen, willen ze de opleiding met succes doorlopen en uiteindelijk hun entree maken op de arbeidsmarkt. Kortom, de instroom van meisjes is belangrijk, maar er moet ook evenzeer aandacht gaan naar de opleiding en een succesvolle doorstroom naar de arbeidsmarkt om het tekort aan vrouwen in de ICT-sector tegen te gaan. In dit hoofdstuk van de opleidingsgids vindt u aanbevelingen en tips die zorgen voor meer instroom van meisjes, maar richt zich ook op het aanpassen van een opleiding tot een genderneutraal en vrouwvriendelijke opleiding en hoe de doorstroom verbeteren en het verminderen van tussentijdse uitval van meisjes.
De ICT-sector heeft in het perspectief van de vrouw nog steeds te kampen met een imagoprobleem: te technisch, te wiskundig, voor ‘freaks’ en ‘nerds’, geen part time, geen sociale interactie, … En het is duidelijk dat een dergelijk imago niet bevorderlijk is voor een positieve keuze van meisjes voor een ICT-opleiding. Voor de instroom van meisjes in ICT-opleidingen te verhogen en het imagoprobleem aan te pakken, is het noodzakelijk om op drie punten actie te ondernemen: - Belangstelling wekken - Interesse aanwakkeren - Informeren Veel meisjes kiezen niet voor een ICT-opleiding. Het komt niet bij hen op, ook al omdat andere meisjes hier eveneens geen interesse voor hebben. Meisjes worden ook zelden gestimuleerd om eens te onderzoeken wat ICT hun te bieden heeft. Er is dus een potentieel aan meisjes die misschien wel voor ICT zouden kiezen als ze er serieus naar zouden kijken. Daarom is het belangrijk dat er belangstelling wordt gewekt bij meisjes. Er zijn ook meisjes die geïnteresseerd zijn en actief op zoek gaan naar informatie over ICT-opleidingen en/of –beroepen en –functies. Toch haakt ook een deel van deze meisjes op een gegeven moment af. Omdat er nog weinig meisjes kiezen voor ICT, is de drempel voor hen hoger dan voor jongens. Als meisjes met belangstelling voor ICT beter ondersteund worden bij hun keuzeproces en betere, feitelijke informatie over opleidingen en banen in die sector krijgen, zouden ongetwijfeld meer meisjes ervoor kiezen. Het informeren afstemmen op meisjes is daarom noodzakelijk, maar toch richten ICT-opleidingen zich vaak onbewust bij de voorlichting en werving op de doelgroep die ze al kennen: jongens die een fascinatie hebben voor ICT. Het is aangeraden om meisjes en jongens – waar mogelijk – als separate doelgroep te behandelen en te benaderen. Daarnaast is het ook zinvol om na te denken over een ‘tweesporenbeleid’, waarbij je bij jongens rekening houdt met hun belangstelling voor techniek en bij meisjes een beroep doet op hun sociale en maatschappelijke betrokkenheid. In dit onderdeel geven we aanbevelingen en tips die ervoor kunnen zorgen dat de belangstelling wordt gewekt, de interesse wordt aangewakkerd en meisjes beter geïnformeerd kunnen worden. PROMOTIEMIDDELEN / BEELDMATERIAAL Uit de instroomanalyse blijkt dat de drie voornaamste informatiebronnen brochure, internet (website) en mondelinge reclame zijn. Voor jongens zijn deze bronnen ongeveer even belangrijk. Bij meisjes ligt deze verdeling iets anders. Zij worden vooral overtuigd door online media. Brochures hebben eenzelfde aandeel in overtuigingskracht als bij jongens. Het opstellen van een goede informatiebrochure en website is geen gemakkelijke opdracht. Men moet zeker rekening houden met enkele algemene aandachtspunten, maar ook met aandachtspunten specifiek naar meisjes toe.
ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN De algemene aandachtspunten bestaan uit drie onderdelen: inhoudelijke aandachtspunten, taalkundige aandachtspunten en aandachtspunten voor lay-out en structuur.
Inhoudelijke aandachtspunten “Creëer een vertrouwd kader” In hun zoektocht naar de geschikte studierichting worden leerlingen overladen met een berg van informatie. Probeer de leerlingen te benaderen vanuit iets dat ze kennen, vanuit iets vertrouwds. Vertrek met andere woorden vanuit de leefwereld van de toekomstige studenten. Dit kan door bijvoorbeeld informaticastudenten te laten vertellen over hun keuze, hun twijfels, de grote verandering, het denken over de toekomst, … Een leerkracht kan informatie geven over de voorkennis die toekomstige studenten nodig hebben, etc. Gebruik geen woorden die leerlingen nog niet kennen, maar spreek in de taal van de leerlingen. “Geef voldoende informatie vanuit een brede visie” Studenten die een nieuwe opleiding starten, weten vaak niet wat de opleiding precies inhoudt. Ze vertrekken vanuit bepaalde ideeën die niet altijd met de werkelijkheid stroken. Het is daarom belangrijk om toekomstige studenten goed te informeren. Ga daarvoor dieper in op de verschillende ICT-opleidingen (en de verschillen daartussen), besteed voldoende informatie aan de vereisten (wat toekomstige studenten moeten kunnen en over welke voorkennis ze al dan niet moeten beschikken), geef concrete informatie over het lessenpakket (hoe een ‘normale’ lesweek eruit zal zien) en de vakinhouden. “Verstrek juiste informatie” Het verstrekken van de juiste informatie is een belangrijk actiepunt voor de opleidingsverstrekkers. De informatiebrochures, websites, folders, … zijn daarvoor een middel bij uitstek. Leerlingen baseren zich voornamelijk op websites gevolgd door informatiebrochures. Een goede opbouw daarvan spreekt voor zich: - De folder moet aangeven wat informatica WEL is, maar ook wat het NIET is - De nadruk mag niet liggen op de technische invulling van de opleiding - Goede voorlichting over concrete beroepsmogelijkheden is een must. Jongeren hebben vaak geen idee welke diverse beroepsmogelijkheden een ICT-opleiding hen biedt - Gebruik recente informatie over verschillende ICT-opleidingen en ICT-beroepen door middel van informatie, nieuws, interviews te plaatsen in de brochures, maar vooral op de websites.
Taalkundige aandachtspunten “Zorg voor een gemakkelijk leesbare tekst” Een brochure en website bestaan uit foto’s en tekst. Deze tekst moet aantrekkelijk geschreven zijn en uitnodigen om verder te lezen. Moeilijke woorden maken een tekst minder goed leesbaar en hierdoor verliezen lezers hun interesse. Vermijd daarom moeilijke woorden! Maar als je moeilijke woorden gebruikt, leg dan zeker uit wat je er precies mee bedoelt en doe dit in een gemakkelijke en verstaanbare taal. Door de ‘je-aanspreking’ te gebruiken door de HELE tekst, betrek je de toekomstige student ook meer in het verhaal. De ‘ik-vorm’ daarentegen zorgt voor een nog groter inlevingsvermogen. “Vermijd taalfouten” Zowel spellingsfouten als grammaticale fouten horen zeker niet thuis in een brochure of op een website die eender welke opleiding promoot. “Kies voor inhoudelijk sterke titels” Niet enkel het lettertype kan de aandacht trekken ook een goed geformuleerde titel kan heel wat interesse opwekken. Breek met het traditionele patroon van ‘wie, wat, waar en wanneer’!
Aandachtspunten voor lay-out en structuur “Zorg voor een aantrekkelijke brochure en website” Naast de inhoud van een brochure of website, speelt de aantrekkelijkheid ook een grote rol als men wil dat meisjes én jongens de brochure of website lezen. Een brochure of website kan je op verschillende manieren aantrekkelijk maken: Zorg ervoor dat de brochure, maar vooral de website voldoende omvang heeft. Een brochure of website van één pagina komt minder professioneel over. Toekomstige studenten willen zich goed informeren, het gaat immers om hun toekomst. Daarom geef je beter een beetje te veel informatie dan te weinig. Een flyer kan wel kort zijn: maak gebruik van sprekende beelden en slagzinnen. “Foto’s spreken” zegt men wel eens. Goed gekozen foto’s betekenen zeker een meerwaarde. Kies daarom voor foto’s die opvallen en publiceer ze voldoende groot. Kies ook voor foto’s met personen (studenten, leerkrachten, rolmodellen, …) en plaats deze in een context Creëer een aantrekkelijke structuur. Maak gebruik van verschillende lettertypes of verschillende groottes van lettertype. Gebruik ook kaders of kleuren om iets in de verf te zetten. Afwisseling zorgt ervoor dat het geheel aangenamer en plezanter overkomt, maar zorg wel dat de structuur duidelijk blijft. AANDACHTSPUNTEN SPECIFIEK NAAR MEISJES TOE Meisjes kiezen minder vaak voor informatica. De bestaande beeldvorming speelt hierin een belangrijke rol. Als we meer meisjes willen aantrekken, moet de bestaande beeldvorming doorbroken worden. Dit is een lang en moeizaam proces en alleen het aanpassen van de informatiebrochure of website zal niet voldoende zijn, maar het is in ieder geval een stap in de goede richting. Een informatiebrochure of website waarin meisjes zelf aan bod komen, spreekt aan. Ze ‘zien’ dat informatica ook voor meisjes is, ze ‘zien’ dat zij het ook kunnen. “Toon foto’s van jongens en meisjes in gelijk(w)aardige situaties” Foto’s van meisjes tonen vaak beelden die niets met informatica te maken hebben terwijl foto’s van jongens vaak wel een computer of laptop tonen. Dit bevestigt onbewust de bestaande beeldvorming: informatica is voor jongens. Doorbreek deze bestaande beeldvorming door ook meisjes te tonen in een informaticacontext. “Laat vrouwen aan het woord” ‘Rolmodel’ is tegenwoordig een populair woord. Iedereen heeft rolmodellen nodig, het zorgt voor een vorm van houvast en het toont je welke richting je uit kan. Meisjes missen deze rolmodellen in de informaticawereld. Zowel in het onderwijs als op de arbeidsmarkt, zijn weinig vrouwelijke informatici te bespeuren. Daar kan je op inspelen door meisjes die informatica studeren aan het woord te laten. Laat hen vertellen waarom ze voor informatica kozen, wat ze ervan vinden, … Laat niet alleen studenten aan het woord, maar ook informatici. Laat hen vertellen over hoe het er in de praktijk aan toe gaat en dit door zowel mannen als vrouwen. Zorg wel dat er een gelijke verdeling is tussen verhalen van jongens/mannen en die van meisjes/vrouwen. “Schenk specifieke aandacht aan meisjes” Schenk specifiek aandacht aan de problematiek van de ondervertegenwoordiging van meisjes. Vertel toekomstige studenten dat weinig meisjes voor informatica kiezen. Denk er ook aan dat meisjes maatschappelijke relevantie belangrijk vinden. Geef voorbeelden van informaticatoepassingen in sectoren waartoe meisjes zich traditioneel toe aangetrokken voelen zoals het onderwijs, banksector, gezondheidszorg, … Zet daarbij ook het nuttige, creatieve, veelzijdige en sociale karakter van de verschillende ICT-beroepen in de verf. INFO – EN THEMADAGEN, INFOCHATDAG Naast de informatiebrochure en websites is mondelinge reclame de derde voornaamste informatiebron. De infodagen, themadagen en infochatdag zijn daarbij de middelen bij uitstek. Het inzetten van verschillende types van studenten kunnen een belangrijke rol spelen tijdens deze info –en themadagen. Zorg er ook voor dat leerkrachten en studenten samen een
beeld kunnen geven van hoe er in de opleiding met elkaar wordt omgegaan. Tijdens infodagen mag men niet enkel op het ‘informeren’ focussen, maar ook op ‘beleven’. Het ‘beleven’ kan je het best doen door activiteiten te organiseren zodat toekomstige studenten de opleiding al kunnen ‘ervaren’. Deze activiteiten zijn het best zo divers mogelijk: ze zijn niet zozeer gericht op computers en individueel denken, maar wel op creatief denken, communicatieve vaardigheden, … Zorg er ook voor dat de verschillende lokalen worden geïntegreerd in de activiteiten, maar zorg dat deze aantrekkelijk ingekleed zijn voor zowel jongens als meisjes. Men kan ook een vervolg breien aan de traditionele infodagen door een infochatdag te organiseren. Via een infochat zorg je voor een persoonlijke benadering. Potentiële studenten communiceren niet met een anoniem persoon (zoals via bijvoorbeeld
[email protected]), maar met iemand met een naam en een functie. Zowel meisjes als jongens krijgen op deze manier snel binding met de opleiding en de aanpak verlaagt de drempel. Individuele aandacht kost tijd, maar levert uiteindelijk goed gemotiveerde en geïnformeerde studenten op. NIEUWE MEDIA Naast de klassieke kanalen (brochure, website, infodagen, …) om meisjes te bereiken, kan men ook de nieuwe media gebruiken. Onder nieuwe media verstaan we ‘YouTube’, ‘Facebook’, ‘MySpace’, … Dit zijn dé media die vandaag de dag leven onder de jongeren en men zou een kans verkijken als men deze nieuwe media niet zou overwegen. Het plaatsen van kortfilmpjes op YouTube waarbij meisjes in de kijker worden gezet in een ICTopleiding en vrouwen in ICT-beroepen, kunnen ervoor zorgen dat meisjes zich meer betrokken voelen en een ICT-opleiding eventueel overwegen. Tevens fungeren deze meisjes en vrouwen als een ‘rolmodel’. Op Facebook kan men een groep opstarten rond vrouwen en ICT. Dit geeft meisjes een ‘clubgevoel’ en meisjes zijn graag lid van een club, maar zullen niet snel lid worden van een computerclub/informaticaclub. Zo een clubje enke voor meisjes kan een initiatief zijn om meer meisjes met computers te laten experimenteren. ROLMODELLEN Het probleem van de ondervertegenwoordiging van meisjes binnen het ICT-onderwijs houdt zichzelf in stand. Door het gebrek aan vrouwelijke rolmodellen binnen de ICT-sector, voelen meisjes zich minder aangesproken en kiezen ze niet gemakkelijk voor een ICT-opleiding. Hierdoor kan het gebrek aan vrouwelijke rolmodellen niet aangevuld worden en blijven vrouwelijke rolmodellen een schaars fenomeen. Meisjes hebben nood aan een vrouwelijke ‘Bill Gates’. Rolmodellen vervullen namelijk een belangrijke maatschappelijke functie: ze geven een soort van ‘goed voorbeeld’. Vrouwelijke rolmodellen kunnen het zelfbeeld van meisjes of vrouwen verbeteren. Ze dienen als inspiratiebron voor anderen en bieden een houvast. Verschillende personen kunnen fungeren als rolmodellen. Ouders, leerkrachten, studenten informatica en informatici kunnen ingeschakeld worden. Ouders zijn dé belangrijkste rolmodellen voor hun kinderen. Daarom is het belangrijk dat zowel vader als moeder met de computer overweg kunnen. Ouders hebben de taak om hun dochters te stimuleren om tijd door te brengen achter de computer. Hoe meer een jong kind bezig is met computers, hoe meer vertrouwd ze ermee zullen raken. Vrouwelijke informaticastudenten van het secundair onderwijs kunnen in het basisonderwijs
vertellen over hoe zij tot hun keuze zijn gekomen en hoe ze het vak tot nu toe ervaren Laat ook vrouwelijke informaticastudenten deelnemen aan oriëntatiebeurzen zodat toekomstige vrouwelijke studenten zich goed kunnen informeren en zich spiegelen aan een ‘rolmodel’. Vrouwelijke informaticaleerkrachten kunnen hun school ook gaan verdedigen op oriëntatiebeurzen en in het bijzonder ICT-opleidingen. Het is ook belangrijk dat deze leerkrachten op een competente en zelfzekere manier met technologie omgaan. Anders bereikt men net het tegenovergestelde: vrouwelijke leerkrachten die onzeker omgaan met ICT, hebben een negatieve invloed op het zelfvertrouwen van meisjes. Ook vrouwelijke informatici spelen een belangrijke rol als rolmodel. Nodig hen uit en laat hen vertellen over hun ervaringen tijdens hun opleiding, werkervaringen en ervaringen uit hun persoonlijk leven, keuzes die ze maakten, etc. Uit literatuuronderzoek blijkt wel dat rolmodellen een tijdelijk effect hebben. Een andere of nieuwe aanpak is daardoor nodig. Het gebruik van rolmodellen samen met een website met informatie, nieuws, interviews, … van vrouwelijke studenten, leerkrachten en informatici kunnen dit tijdelijke effect opvangen. Men kan ook verder denken dan enkel en alleen personen als rolmodellen te gebruiken. Een school waar er een groter aantal vrouwelijke informaticastudenten en/of vrouwelijke leerkrachten aanwezig zijn, kan fungeren als een voorbeeldschool. ACTIVITEITEN Kinderen hebben al heel jong ideeën over beroepen en of beroepsgroepen waarmee ze zich willen associëren of net niet. Het is dus van cruciaal belang om meisjes (en jongens) al vroeg een algemene indruk te geven van wat ‘werken in de ICT’ en ICT zelf inhoudt. Meisjes moeten kunnen ervaren dat ICT heel leuk kan zijn en dat een ICT-beroep of een ICT-hobby ook een interessante mogelijkheid is. Een oplossing om meisjes (én jongens) dichter bij de ICT-opleidingen en ICT-beroepen te brengen, is het organiseren van verschillende activiteiten zoals workshops, minicursussen, zomerkampen, 4-daagse, … Om er voor te zorgen dat het een succesvolle activiteit wordt, moet men rekening houden met enkele componenten die bijdragen aan het succes: - Veel ‘doe-tijd’: laat meisjes (én jongens) zelf de handen uit de mouwen steken - Goed overwogen activiteiten: organiseer activiteiten die inspelen op de ‘experience gap’ en de ‘convidence gap’ - Gebruik goedkoop materiaal zodat men het thuis kan herhalen - Meisjes de tijd geven om het op hun eigen tempo te doen - Evenwicht tussen experimenteren, zelfvertrouwenopbouwende activiteiten en plezier - Bezoeken van laboratoria en workshops in bedrijven Naast deze activiteiten kan men een aantal keren per jaar de gelegenheid creëren om te kunnen proefstuderen. Tijdens zo een dag krijgen potentiële studenten een workshop aangeboden in de vorm van een miniproject, waarin de belangrijkste aspecten van de opleiding aan bod komen. In groepjes werken ze aan een kleine opdracht die ze aan het eind van de dag ook presenteren. Er zijn relatief veel studenten aanwezig als begeleider waaronder veel vrouwelijke studenten. De studenten zijn er niet alleen om uitleg te geven over de opdracht, maar vooral ook om te informeren hoe zij de opleiding ervaren. De begeleidende studenten communiceren bovendien ook onderling, waardoor de scholieren kunnen proeven van de sfeer binnen de opleiding.
GOOD PRACTICES
up
fuon k y ur future
Good practices promotiemiddelen/beeldmateriaal OPLEIDINGEN
join the E-Lab generation
E-lab school Het E-lab is een opleidingstraject dat enkele jaren geleden vanuit de ICT & multimediasector opgestart werd. Momenteel wordt er samengewerkt met vijf secundaire scholen: viio handel en humaniora te Borgloon, Regina Mundi te Genk, KTA1 te Hasselt, KTA de Merodelei te Turnhout en vanaf 2008 ook KA Mercurius te
E LaB
Lommel.
s ch
o
o l
www.elab.be
Dit opleidingstraject werd opgestart in een 7de jaar specialisatie als een zogenaamd naamloos jaar, maar wordt nu omschreven als een specialisatiejaar ‘Medewerker Informaticabeheer, Multimedia & DTP’ omwille van de duidelijke verwijzing naar het inhoudelijke van de aangeboden opleiding en de tewerkstelling nadien.
fu n k u
p
y o ur
future E LaB join the
s ch
o
o l
generation
E-lab biedt een unieke opleiding: geen massa’s theorie, maar leren vanuit de praktijk; geen specifieke voorkennis is nodig, en op het einde van het jaar worden leerlingen beloond met een officieel erkend onderwijscertificaat dat voor een meerwaarde zorgt op de ICT-arbeidsmarkt van vandaag. Het doel van E-lab is in één schooljaar zoveel praktische kennis overdragen zodat leerlingen klaar zijn om een job te vinden in de ICT-wereld. Net zoals elke ICT-opleiding kampt ook E-lab school met een onevenwichtige man/vrouw verdeling. Om de instroom van meisjes in ICT-opleidingen te verhogen is het nodig om belangstelling te wekken, interesse aan te wakkeren en informeren. Het afstemmen van deze drie actiepunten op meisjes is noodzakelijk om daadwerkelijk de instroom van meisjes te verhogen. E-lab school heeft dan ook zijn flyer, poster, powerpoint en website meer afgestemd op meisjes! Na onderzoek van onze doelgroep bleek dat deze jongeren niet graag lezen. Hun aandacht is moeilijk vast te krijgen, moeten in één oogopslag verleid worden door beeld en taal. In het promotiemateriaal voor de opleiding heeft E-Lab hiermee sterk rekening gehouden. Het stereotype beeld met computers en andere ICT-instrumenten is opgefleurd met onverwachte accessoires en vlindertjes. Ook de steekwoorden zijn heel doelbewust gekozen (future, 1 jaar, cool, vrijheid, certificaat, job). Op de website kan men terecht voor meer informatie over deze opleiding: voorwaarden,
lesprogramma,
cursussen,
stage,
…
Maar
ook
rolmodellen
(zowel
jon-
gens als meisjes), topics, filmpjes en ander beeldmateriaal zijn hierop terug te vinden. We willen benadrukken dat de leerlingen steeds inspraak hebben gehad en zelfs meegewerkt hebben aan de ontwikkeling van dit materiaal. Het zijn de leerlingen die poseerden voor het beeldmateriaal. Het waren ook de leerlingen die een ontwerp hebben gemaakte voor de website van E-Lab school én zij hebben gezorgd voor de invulling hiervan (tekst en beeldmateriaal).
Opleidingen ADA Op de website van ADA (www.ada-online.be) kan je onder “Beroepen & Opleidingen” informatie terugvinden over opleidingen die tot een ICT-beroep leiden. Zij geven een overzicht van de verschillende opleidingen per regio, diploma, beroep of onderwijstype. ICT - BEROEPEN
Website DoTheMatch ‘Hoe stel ik ICT aantrekkelijk voor in de ogen van een jonge en dynamische doelgroep?’ is de centrale vraag en uitgangspunt van deze website. Het aantonen van en informeren over jobkansen vormt samen met het imagoprobleem de kern van de website. De uitdaging is het zeer diepgewortelde negatieve imago van de sector, dat bovendien haaks staat op dat wat de doelgroep, korter geschoolde dames tussen zestien en zesentwintig, aantrekkelijker voor te stellen. Een verhaal dat saai, steriel en niet interessant is in de ogen van de doelgroep, moet worden omgebogen tot een boeiend verhaal. Zowel inhoudelijk als vormgeving en design moet er aandacht en interesse gewekt worden. De brug hiervoor is creativiteit. www.dothematch.be is een ludieke website die in eerste instantie geen associaties opwekt met ICT. De look & feel is aangepast aan de wensen van meisjes, maar het afschrikwekkende van ICT wordt nog even verborgen gehouden. Deze website is een online applicatie: een praktisch instrument, zowel geschikt voor werkgevers als voor werknemers, welke matcht op meervoudige kwalitatieve criteria. Het doel van deze matchingtool is het imagoprobleem doorbreken dat rust op deze sector: het wil meisjes een duidelijker beeld geven van wat de ICT-sector te bieden heeft in termen van tewerkstelling en het wat en hoe van een dergelijke functie (competenties, taken, werkomgeving, jobbenamingen, enz) om zo de foute percepties te doorbreken. Concreet: via het invullen van een luchtige vragenlijst worden jobprofielen voorgesteld die het meest aansluiten bij het huidig competentieniveau en verwachtingen. Naast specifieke informatie over de job zelf wordt hieraan ook een rolmodel gekoppeld. Voor meer informatie ga naar www.dothematch.be.
Beroepeninfo van VDAB Ook op de website van VDAB kan je terecht als je op zoek bent naar informatie over beroepen. VDAB biedt vier verschillende hulpmiddelen aan om tot jouw ideaal beroep te komen: beroepenfiches, beroepenfilms, beroepsoriëntatie en beroepstesten. De beroepenfiches geven jongeren een duidelijk beeld over de verschillende beroepen, wat vooral noodzakelijk is voor meisjes, maar – volgens ons – kan dit nog attractiever voor meisjes. Denk aan de lay-out, structuur, … De beroepenfilms zijn erg informatief. Ze tonen een greep uit het leven van een ICT-professional.
De manier waarop deze films gebracht worden, is tof aangezien ze op een fijne manier informatie geven over hoe een dag er uit ziet, wat ze doen, … Toch missen we nog vrouwen in deze filmpjes: slecht één vrouw wordt geportretteerd in de zes informaticaberoepen, terwijl de andere elf rolmodellen mannen zijn. De volgende link brengt u naar de beroepeninfo: www.vdab.be/cobra
Beroepsprofielen van SERV Ook de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen – SERV – ontwikkelde beroepscompetentieprofielen en beroepenstructuren. De beroepscompetentieprofielen en beroepenstructuren geven een zéér gedetailleerde beschrijving van de competenties van een ervaren beroepsbeoefenaar die nodig zijn voor de uitoefening van zijn/haar beroep en de structuren. Het is zeker niet slecht om voldoende informatie te verlenen, maar té veel is niet aantrekkelijk voor jongeren in het algemeen. Kort en bondig is voor hen aangenamer dan een hele ‘cursus’ over de nodige competenties. Wij zouden voorstellen om ook een bondige een attractieve versie (bv in de vorm van een flyer/ brochuurtje) te maken. Denk daarbij wel aan de lay-out en het gebruik van beelden! Op volgende website kan u onder SERV-thema’s de beroepsprofielen terugvinden: www.serv.be.
Beroepen ADA Naast informatie over opleidingen die leiden tot een ICT-beroepen, kan je op de website en CDRom “Wegwijs In Informatica” van ADA ook informatie vinden over de verschillende ICT-beroepen. Dit gebeurt aan de hand van video’s, beroepenfiches en een quiz. Op deze video’s tonen ze enkel vrouwen, wat eigen is aan het project, nog steeds in stereotype situaties, maar naar onze mening kan dit nog dynamischer en attractiever. Daarnaast is het multimediaal animatiepakket “Schoon in de weer met software?” een pedagogisch instrument dat werkt rond stereotypen in de ICT-sector die vrouwen ervan weerhouden voor een ICT-beroep te kiezen. De DVD wil via een originele, “lichte” en humoristische aanpak de stereotype beweringen één voor één afbreken. Voor meer uitleg, kan je op volgende website terecht: www.ada-online.be.
Brochure “Kansen & Beroepen” De brochure “Kansen & Beroepen” van het project Electronic@ geeft meisjes en vrouwen een korte opsomming van ICT-beroepen en de invloed die ICT uitoefent op eerder ‘traditionele’ beroepen. De brochure geeft ook een overzicht over de beroepsmogelijkheden, de vereiste vaardigheden en de verschillende opleidingsmogelijkheden voor beroepen in de ICT-sector. De aantrekkelijkheid van de brochure gaat de goede richting uit.
Ollie duikt onder @work Agoria, de federatie die de technologische industrie verenigt, wil jongeren weer warm maken voor het beroep, onder meer door enkele vooroordelen op een ludieke manier te ontkrachten. En welk kanaal is daarvoor beter geschikt dan de succesvolle TMF-reeks “VJ Olli duikt onder @ work”? In deze nieuwe reeks van “VJ Olli duikt onder @work” toont VJ Olli op TMF hoe hij onderduikt bij de slager, de pc-technicus, de stukadoor en andere beroepen die vandaag weinig populair zijn. Op 30 april 2008 was de pc-technicus aan de beurt. Tijdens deze aflevering werd er informatie verleend over het beroep, ondermeer over de hard –en software dat in dit beroep vooral aan bod komt. VJ Olli haalt het stereotype beeld van de ‘nerd’ aan, maar dit beeld wordt niet weerlegd aangezien hij zich gedraagt als een ‘nerd’. Daarnaast ontbreken er ook nog de nodige vrouwen! Op volgende link kan je deze aflevering bekijken: http://www.tmf.be/v4/tv/olliduiktonder.
Film ICT-STERren De film “ICT-STERren” van ICT-STER zorgt voor voorbeeldvrouwen. Tijdens deze film worden zes vrouwen geportretteerd: ICT-professionals en –studenten. Deze meisjes en vrouwen werken of studeren in verschillende ICT-opleidingen waardoor alle kanten van de ICT worden belicht: van soft tot zeer technisch. De enthousiaste verhalen die ze vertellen over hun school, opleiding of werk, laten de breedte van ICT zien, nemen vooroordelen en stereotype beelden weg én stimuleren meisjes om voor een ICT-opleiding te kiezen. In vergelijking met de kortfilmpjes van VDAB en ADA is deze film zeer aantrekkelijk voor meisjes. Tijdens “ICT-STERren” gebruiken ze enkel meisjes en vrouwen en zorgen ze voor dynamiek in de film doordat ze, naast beweging in de film, ook zorgen voor typisch vrouwelijke aspecten zoals het opmaken van de meisjes en vrouwen voor de fotoshoot waardoor het beeld van de ‘nerd’ wordt weerlegd. Daarnaast gebeurt deze reportage op een losse manier, het is eerder een gesprek dan een interview. Een kleine opmerking hierbij is dat de film toch wat lang lijkt te duren. Een mogelijke oplossing hiervoor is om de film op te splitsen in ‘beroepenfilmpjes’. Bekijk de film op www.ict-ster.nl.
Good practices info –en themadagen en infochatdagen Vrouwelijke studenten en leerkrachten E-lab school Tijdens info –en themadagen worden de leerkrachten van E-lab school ingezet om jongeren te informeren over de opleiding. Daarnaast kunnen ook (vrouwelijke) studenten ingezet worden tijdens deze dagen. Zij kunnen spreken over hoe zij tot hun keuze zijn gekomen en hoe ze het vak tot nu toe ervaren of ervaart hebben. Laat hen ook een activiteit organiseren op de infodagen waardoor potentiële leerlingen de opleiding al ‘beleven’.
Good practices nieuwe media E-lab & nieuwe media
Aangezien meisjes vooral het internet raadplegen om informatie op te zoeken in verband met een opleiding, speelt Elab hierop in door meer informatie te plaatsen op Wikipedia. Hier kunnen meisjes uitgebreid informatie vinden die soms niet aanwezig is op de website.
Naast de klassieke kanalen om meisjes te bereiken, kan men ook nieuwe media gebruiken zoals de Sociaal Netwerk websites. Meisjes zijn ook graag lid van een club omwille van het ‘clubgevoel’. Via Facebook is het mogelijk om dit ‘clubgevoel’ bij meisjes te creëren. Via Facebook wil E-lab meisjes, maar ook jongens, samenbrengen die een ICT-opleiding volgen. Daarnaast zijn ook vrouwen die reeds tewerkgesteld zijn in de ICT-sector welkom om deel uit te maken van deze groep.
ICT-STER op Hyves Ook ICT-STER heeft een groep opgericht op Hyves voor alle vrouwen die in de ICT werkzaam zijn (www.ict-ster.hyves.nl) en voor alle dames die een ICT-opleiding studeren (www.ict-girls.hyves. nl).
Good practices rolmodellen Vrouwelijke studenten en leerkrachten E-lab school & Voorbeeldschool E-lab In E-lab school is er, jammer genoeg, ook sprake van een onevenwichtige man/vrouw verdeling. Echter de meisjes in de opleiding zijn een voorbeeld voor anderen en zouden meer in de picture mogen worden gezet. De verschillende ‘schools’ zijn daarenboven erg vooruitstrevend: in vier van de vijf vestigingen werkt minstens één vrouwelijke informaticaleerkracht. Twee vestigingen gaan zelfs zover dat het
onderwijzend team voor technische vakken enkel uit vrouwen bestaat. Met andere woorden: een voorbeeldschool!
Voorbeeldvrouwen DoTheMatch De voorbeeldvrouwen van de website www.dothematch.be kunnen tellen als rolmodel. Deze vrouwen werden geselecteerd op hun eigenschappen: korter geschoolde vrouwen tewerkgesteld in een ondersteunende vrouwvriendelijke functie binnen de ICT-sector.
Het is dus mogelijk om met slechts een basiskennis van informatica aan de slag te kunnen binnen deze sector. Daarenboven zijn de functies helemaal niet wiskundig, té technisch, .. maar sociaal, communicatief, …
Voorbeeldvrouwen ICT-STER De meisjes en vrouwen uit de film “ICT-STERren” zijn zeker geschikt als rolmodellen.
Good practices activiteiten Workshop “Cybermilk” De workshop “Cybermilk”, een initiatief van ADA, was bedoeld voor meisjes (en jongens) in het basisonderwijs. Met deze workshop wil men meisjes (en jongens) op zeer jonge leeftijd vertrouwd maken met de verschillende toepassingsmogelijkheden van computers. De activiteiten bestonden uit: een kijkje nemen binnenin de computer, een initiatie tot het surfen op het web, spelletjes online spelen en het ontwerpen van tekenfilms en webpagina’s.
Workshop “Cyberhardware-klassen” De “Cyberhardware-klassen”, ook een initiatief van ADA, richtte zich meer op de hardware aspecten. De begeleiders en leerlingen gingen samen de computer ‘uitkleden’ en de onderdelen benoemen. Daarna was het de beurt aan de leerlingen om de juiste naamkaartjes bij de onderdelen te plaatsen. Uiteindelijk moesten de meisjes zelf de computer terug ‘aankleden’ en zorgen dat de computer terug werkte. De dag werd afgesloten met een kleine quiz en een diploma-uitreiking.
Workshop “Cybersoda” Terwijl de workshop “Cybermilk” zich meer richtte op meisjes in het basisonderwijs, richt “Cybersoda” zich op 11- tot 14-jarige meisjes. Tijdens deze workshop ontdekten deze meisjes op een ontspannende wijze de verschillende aspecten van de informaticawereld, namelijk het gebruik van het web, technische hardware, programmeren, grafische techniek en creaties van websites. Wie meer informatie wil over deze workshops, kan deze terugvinden op de website www.adaonline.be.
ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN > > > INHOUDELIJKE AANDACHTSPUNTEN
“Creëer een vertrouwd kader” - Laat informaticastudenten vertellen over hun keuze in het basis en secundair onderwijs - Laat een leerkracht uit het secundair onderwijs informatie geven over de opleiding - Gebruik geen woorden die leerlingen nog niet kennen, maar spreek in de taal van de leerlingen
“Geef voldoende informatie vanuit een brede visie” - Ga dieper in op de verschillende ICT-opleidingen. Licht toe wat de verschillen zijn tussen de opleidingen en op alle niveaus - Besteed voldoende informatie aan de vereisten: welke voorkennis wordt verwacht - Concrete informatie over het aantal lesuren en de nodige voorbereidingen helpt hen om een juist beeld te scheppen - Uitleg over vakinhouden is vaak moeilijk en onbegrijpelijk geformuleerd. Vermeld steeds dat studenten altijd meer informatie kunnen krijgen.
“Verstrek juiste informatie” -
Geef aan wat informatica WEL is, maar ook wat het NIET is De nadruk mag niet liggen op de technische invulling van de opleiding Goede voorlichting over concrete beroepsmogelijkheden is een must Gebruik recente informatie over de verschillende ICT-opleidingen en ICT - beroepen door middel van informatie, nieuws, interviews te plaatsen in de brochure, maar vooral op de web site
> > > TAALKUNDIGE AANDACHTSPUNTEN
“Zorg voor een gemakkelijk leesbare tekst” - Vermijd moeilijke woorden. Moeilijke woorden maken een tekst minder goed leesbaar. - Gebruik de ‘je-aanspreking’ doorheen de HELE tekst. Daardoor betrek je de toekomstige student meer in het verhaal. - De ‘ik-vorm’ zorgt voor nog meer inlevingsvermogen van potentiële studenten - Gebruik de ‘voertaal’ van de jongeren
“Vermijd taalfouten” - Zowel spellingsfouten als grammaticale fouten horen zeker niet thuis in een brochure, op een website die een ICT-opleiding promoot
“Kies voor inhoudelijk sterke titels” - Een goed geformuleerde titel kan heel wat interesse opwekken. Breek met het traditionele patroon van ‘wie, wat, waar en wanneer’ > > > AANDACHTSPUNTEN VOOR LAY-OUT EN STRUCTUUR
“Zorg voor een aantrekkelijke brochure, website en beeldmateriaal” - Zorg ervoor dat de brochure en website voldoende omvang heeft. Geef beter een beetje te veel informatie dan te weinig - Maak een flyer met sprekende beelden en slagzinnen - Kies voor foto’s die opvallen en publiceer ze voldoende groot : foto’s met personen ( studen ten, leerkrachten, rolmodellen, …) en plaats deze personen in een context en zeker niet in een steriele kamer, maar ook andere beelden die jongeren aanspreken - Creëer een aantrekkelijke structuur. Afwisseling zorgt ervoor dat het geheel aangenamer en plezanter overkomt, maar zorg dat de structuur duidelijk blijft AANDACHTSPUNTEN SPECIFIEK NAAR MEISJES TOE
“Toon foto’s en filmpjes van jongens en meisjes in gelijk(w)aardige situaties” - Toon foto’s van jongens en meisjes in een informaticacontext
“Laat vrouwen aan het woord” -
Laat vrouwelijke informaticastudenten vertellen over hun keuze Laat vrouwelijke informaticaleerkrachten informatie geven Laat vrouwelijke informatici vertellen hoe het er in de praktijk aan toe gaat Zorg voor een gelijke verdeling tussen verhalen van jongens/mannen en die van meisjes/vrouwen
“Schenk specifieke aandacht aan meisjes” - Schenk specifiek aandacht aan de problematiek van de ondervertegenwoordiging van meisjes. Vertel toekomstige studenten dat weinig meisjes voor informatica kiezen - Denk eraan dat meisjes maatschappelijke relevantie belangrijk vinden. Geef voorbeelden van informaticatoepassingen in sectoren waartoe meisjes zich traditioneel toe aangetrokken voelen - Zet het nuttige, creatieve, veelzijdige en sociale karakter van de verschillende ICT-beroepen in de verf - Geef de opleiding een leuke naam
- Zet verschillende types studenten in tijdens info – en themadagen en infochatdagen. Focus tijdens infodagen niet alleen op ‘informeren’, maar ook op ‘beleven’. - Het ‘beleven’ doe je het best door activiteiten te organiseren op de infodagen zodat toe komstige leerlingen de opleiding al kunnen ‘ervaren’ - Op algemene infodagen kan men een themadag organiseren in het teken van ICT. - De activiteiten zijn het best zo divers mogelijk. Ze zijn niet zozeer gericht op computers en individueel denken, maar wel op creatief denken, communicatieve vaardigheden, … - Laat op infodagen ook de lokalen zien waar de lessen door zullen gaan, maar zorg dat deze aantrekkelijk ingekleed zijn voor zowel jongens als meisjes - Via een infochatdag zorg je voor een persoonlijke benadering. Potentiële studenten commu- niceren niet met een anoniem persoon (zoals via bijvoorbeeld
[email protected]), maar met iemand met een naam en een functie
- Plaats kortfimpjes op YouTube waarbij meisjes in de kijker worden gezet in een ICT-opleiding en vrouwen in ICT-beroepen - Gebruik Sociaal Netwerk websites zoals Facebook, Hyves, MySpace, LinkedIn, …
- Ouders zijn dé belangrijke rolmodellen voor hun kinderen. Daarom is het belangrijk dat zowel vader als moeder met de computer overweg kunnen en weten wat een ICT - opleiding inhoud en tot wat deze opleiding kan leiden - Nodig vrouwelijke informaticastudenten van het secundai r onderwijs uit en laat hen komen spreken over hoe zij tot hun keuze zijn gekomen en hoe ze het vak tot nu toe ervaren - Laat vrouwelijke informaticastudenten en - leerkrachten deelnemen aan de oriëntatiebeurzen zodat toekomstige vrouwelijke studenten zich goed kunnen informeren - Nodig vrouwelijke informatici uit en laat hen vertellen over hun ervaringen tijdens hun oplei- ding, werkervaringen en ervaringen uit hun persoonlijk leven, keuzes die ze maakten, etc. - Gebruik niet alleen personen als rolmodellen, maar gebruik ook een school waar er een groter aandeel vrouwelijke informaticastudenten of vrouwelijke leerkrachten aanwezig zijn. Kortom, een voorbeeldschool - Combineer rolmodellen met een website met informatie, nieuws, interviews, … van vrouwe- lijke studenten, leerkrachten en informatici
-
Minicursussen Workshops Uitstappen Proefstuderen 4-daagse Zomerkampen
Om er voor te zorgen dat het een succesvol initiatief wordt, moet men rekening houden met enkele componenten die bijdragen aan het succes: - Veel ‘doe-tijd’ : laat meisjes ( en jongens ) aan de slag gaan met een schroevendraaier en alle noodzakelijke bouwstenen van een pc opnieuw monteren, laat ze hun eigen website bouwen, of laat ze programmeren - Goed overwogen activiteiten: organiseer activiteiten die inspelen op de ‘experience gap’ en de ‘confidence gap’. - Gebruik van goedkope materialen zodat men het thuis kan herhalen - Meisjes de tijd geven om het op hun eigen tempo te doen - Evenwicht tussen experimenteren, zelfvertrouwenopbouwende activiteiten en plezier - Bezoeken van laboratoria en workshops in het hoger onderwijs of bedrijven
Notities
Notities
Notities
Notities
Notities
Notities
Ook de opleidingen moeten nader bekeken worden, wil men onderweg geen meisjes verliezen. Opleidingen zijn meestal aantrekkelijk en effectief als ze rekening houden met de wensen en kenmerken van verschillende type studenten. Als ICT-opleidingen meer meisjes willen aantrekken, zullen zij moeten nagaan wat deze doelgroep belangrijk vindt in een opleiding. BELEID Om de instroom van meisjes te verhogen, is het noodzakelijk om de onderwijskundige aanpak en inhouden van ICT-opleidingen te herontwerpen. Om dit te kunnen realiseren, moet ook het beleid klaar zijn om de opleidingen te herontwerpen. Herontwerp moet leiden tot een breder en meer gevarieerd ICT-aanbod, waarin niet meer alleen puur ICT-opleidingen zitten, maar ook opleidingen met elementen van andere disciplines erin, nieuwe, aantrekkelijke opleidingsvarianten of geheel nieuwe opleidingen. Houd wel bij het herontwerpen van ICT-opleidingen rekening met de interesses en voorkeuren van een brede groep potentiële studenten, meisjes én jongens. Meisjes vinden ICT in combinatie met andere disciplines zoals multimedia, communicatie, gezondheidszorg, … vaak aantrekkelijker dan de traditionele monodisciplinaire opleidingen Het herontwerpen van het huidige leerplan (toegepaste) informatica van de 2de graad kan ook een mogelijkheid bieden om de instroom van jongeren in het algemeen te verhogen. Het leerplan is namelijk saai en wekt bij leerlingen geen interesse op voor ICT. Informatica in de 2de graad zou een initiatie moeten zijn van zowel hardware, leuke software, toepassingspakketten, netwerken, programmeren, multimedia, webdesign, … Kortom, geen saaie informaticalessen met leerlingen achter hun bankje, maar een klas waar het mogelijk is te werken in groep. Een klas waar telkens een hoekje voorzien is met: - Mac computers waar een groepje leerlingen kan werken rond het thema Mac - Computers waar de leerlingen zelf Linux/Unix kunnen installeren en hiermee experimenteren - Materiaal om te werken rond beeldbewerking en video (fototoestel, camera, scanner, printer, software, …) - Computers en een cursus (eventueel online leeromgeving) om met webdesign te kunnen starten - Computers waar de leerlingen Windows kunnen installeren en werken rond Windows/Office - Etc Het is ook belangrijk dat het beleid expliciet aandacht geeft aan meisjes en ICT, namelijk door een goed diversiteitsbeleid op te stellen. Het vergroten van de instroom, opleiding en doorstroom van meisjes in ICT-opleidingen is niet realiseerbaar in één-twee-drie. Een nieuwe manier van werken aan gender(man/vrouw)gelijkheid is ‘gender mainstreaming’ van het beleid. Dit betekent dat het gehele beleid (instroom, opleiding en doorstroom) van een opleiding en de instelling waar de opleiding deel van uitmaakt, wordt gescreend om te zien of dat beleid even effectief is voor meisjes als voor jongens. Op vlakken waar er geen sprake is van gendergelijkheid, kan men een tijdelijk specifiek beleid opstellen ten aanzien van meisjes om de ongelijkheid te reduceren. Als er bijvoorbeeld toch al plannen zijn om de instroom van meisjes te vergroten, kan een onderwijsinstelling besluiten aan de slag te gaan met gender mainstreaming van het instroombeleid. Daarnaast moet er voor gezorgd worden dat activiteiten op het gebied van doorstroom onderdeel zijn van een integrale aanpak op de gebieden instroom, opleiding, doorstroom, randvoor-
waarden en infrastructuur aangezien scholen te maken hebben met vroegtijdige uitval van meisjes. Meisjes tussentijds informeren over de opleiding en beroepsmogelijkheden is daarom noodzakelijk aangezien een vroegtijdige uitval van meisjes vaak gelinkt wordt aan het slecht geïnformeerd zijn over de opleiding of verkeerde verwachtingen van het beroep. Het blijven aanbieden van uitdagende situaties is ook een must. De verveling kan ook wel eens toeslaan bij meisjes omdat ze een ICT-opleiding te vinden is en haken gewoon af. Dan is het aan de school en leerkrachten om dit te voorkomen. Het organiseren van wedstrijden tussen meisjes van verschillende scholen, bijvoorbeeld een wedstrijd omtrent de beste website, de beste kortfilm, … Op deze manier stimuleer je de meisjes ook nog eens en zal de verveling niet snel toeslaan. INHOUD Bij het ontwerpen van opleidingen en ontwikkelen van curriculum kan men beter rekening houden met de wensen en kenmerken van verschillende typen studenten. Uit literatuuronderzoek blijkt dat meisjes een aantal aspecten in een opleiding belangrijk vinden en andere leerstijlen hanteren dan jongens.
Inhoudelijke aspecten Meisjes vinden andere aspecten belangrijk in een opleiding, dus ook in een ICT-opleiding. Meisjes hechten groot belang aan de volgende inhoudelijke aspecten: Meisjes vinden het belangrijk dat ze een goede basis in ICT meekrijgen. Als ze daarnaast hun kennis kunnen uitbreiden, vinden ze dit mooi meegenomen. De aandacht voor nut, relevantie en gebruikswaarde van ICT, de contextrijkheid van ICT-problemen en zicht op het gebruik van ICT-kennis in de (dagelijkse) beroepspraktijk zijn voor meisjes ook een belangrijk inhoudelijk aspect. Maak daarom expliciet duidelijk dat alles wat studenten maken, kadert binnen hun (toekomstige) beroepscontext. De producten die ze opleveren moeten producten zijn waar ‘derden’, organisaties en mensen iets aan hebben. Het is ook van essentieel belang dat de leerstof opgehangen wordt aan zinvolle, maatschappelijke context. Geen eenzijdig technische thema’s, maar geïntegreerd met sociaal maatschappelijke aspecten. Multidisciplinariteit en brede, niet eenzijdig georiënteerde opleidingen spreken meisjes meer aan. Om (meer) meisjes te werven voor en te behouden in de ICT-opleidingen, is een breed curriculum nodig waarin communicatieve vaardigheden geïntegreerd zijn, waarin technische en fysieke kennis binnen een context wordt aangeboden en waar aandacht is voor creatieve toepassingen van ICT. Zo kunnen ook de gevraagde competenties (probleemoplossend, klantgericht, communicatief en flexibel) en de gepaste attitudes (professionele attitude) worden ontwikkeld. Daarnaast is vakkenintegratie ook een inhoudelijk aspect dat meisjes graag aanwezig zien in een opleiding. Meisjes hechten iets meer belang aan een duidelijke inhoud, ze gaan steeds op zoek naar de ‘kapstok’ in de inhoud van de lessen. Het is dus belangrijk om de leerstof niet te splitsen in afzonderlijke taken, maar aandacht te besteden aan het overzicht. Daarnaast word er ook verwacht van de inhoud dat algemene vakken, zoals taalvakken, meer toegespitst zijn op de lessen. De aanwezigheid van taalvakken mag zeker niet ontbreken als een inhoudelijk aspect. Frans en voornamelijk Engels zijn niet weg te denken in de ICT-sector. Voor meisjes, die vaak beter zijn in talen, kan dit een pluspunt betekenen als ze over een goede talenkennis beschikken en daarom vinden ze het belangrijk dat er toch nog voldoende aandacht wordt besteed aan de taalvakken. Wat betreft opdrachten, projecten, … is het aangeraden dat deze genderneutraal zijn opgesteld. Daarnaast moet men ook rekening houden met de voorkennis en levenssfeer van meisjes. Om dit probleem op te vangen, kan je studenten laten kiezen uit een breed aanbod contexten en ‘opdrachtgevers’ zodat er voor elk wat wils is. De cases zijn het best levensecht en ‘genderinclusief’ met aandacht voor het maatschappelijk nut opgesteld.
Vrouwelijke leerstijlen Meisjes en jongens hebben andere manieren van leren, andere leerstijlen. Hierin ligt een mogelijke verklaring voor de ondervertegenwoordiging van meisjes in ICT-opleidingen. Uit onderzoeken naar leerstijlen blijkt dat meisjes: ·Sterker gericht zijn op het groepsproces, ze willen communiceren en socialiseren, en willen graag opgenomen zijn in de cultuur waarbinnen ze zich bewegen ·Willen weten wat ze aan het doen zijn, ze willen het totaalpakket zien van wat ze leren ·Stap voor stap, systematisch willen leren ·Niet graag experimenteren, maar een bepaalde ‘veiligheid’ willen ·Hun eigen vertrouwde taal willen gebruiken en gemakkelijk leren van andere meisjes en vrouwen Het meest voorkomende leerstijlkenmerk van meisjes is dat ze nieuwe kennis koppelen aan aanwezige kennis en dus meer behoefte hebben aan overzicht, begrijpen en breedte van het vakgebied. Dit heeft te maken met het holistisch en inductief denken. Het is dus belangrijk om de leerstof niet te splitsen in afzonderlijke taken, maar aandacht te besteden voor het overzicht. Meisjes hebben behoefte aan kapstokken Meisjes verwerven ook kennis door intuïtie en langs de weg van persoonlijke opvattingen en inzichten. Zij zijn meestal in staat naar anderen te luisteren en deze kennis en ervaring te verbinden met de aanwezige kennis. LESVORM Om opleidingen en curricula te vernieuwen is het noodzakelijk om de inhoud aan te passen, maar ook de onderwijsvormen te veranderen zodat de aantrekkelijkheid van de opleidingen vergroot worden.
Activerende onderwijsvormen De essentie van activerende onderwijsvormen is dat studenten niet langer alleen klassikaal frontaal les krijgen, maar werken in teams aan projecten of cases uit de beroepspraktijk. Zo ontwikkelen ze hun persoonlijke professionele vaardigheden, zoals samenwerken, vergaderen en presenteren, en vergroten ze hun kennis onder begeleiding van docenten. Dit is niet alleen voor veel studenten een aantrekkelijke manier van werken, maar bereidt de studenten ook beter voor op de beroepspraktijk. Veel vrouwelijke studenten waarderen deze onderwijsvormen vanwege de directe link met de beroepspraktijk, het zicht op de context en het probleemoplossende teamwerk.
Stage Stages bereiden leerlingen voor op hun eventuele toekomstige job. Tijdens deze stages kunnen leerlingen de opgedane kennis toetsen aan de praktijk en ‘beleven’ ze de beroepspraktijk. Aangezien meisjes niet graag experimenteren, maar liever een bepaalde ‘veiligheid’ willen, is het beter om stageplaatsen zo vroeg mogelijk vast te leggen zodat meisjes zich hierop kunnen voorbereiden en de nodige kennis kunnen opdoen.
Gastlessen Het uitnodigen van gastsprekers, voornamelijk vrouwelijke ICT’ers, die vertellen over hun job in de ICT zorgt ervoor dat de studenten in contact komen met de beroepspraktijk. Ook kunnen deze gastsprekers fungeren als gastleerkrachten. Laat hen inhoudelijke lessen verzorgen vanuit de beroepspraktijk. En aangezien meisjes meestal in staat zijn om naar anderen te luisteren en deze kennis en ervaring te verbinden met de aanwezige kennis kan dit ook een activerende onderwijsvorm zijn.
ROLMODELLEN Doordat meisjes weinig voorbeelden van andere vrouwen in ICT kennen, hebben zij vaak een vaag beroepsbeeld. Voor jongens maakt dat niet zoveel uit: ze zien wel. Maar meisjes piekeren tijdens de opleiding vaker over hun toekomst. Dat is niet verwonderlijk: meisjes hebben immers weinig voorbeelden van andere meisjes en vrouwen in de ICT. Daarom is het belangrijk om vrouwelijke (en mannelijke) studenten vanaf de eerste dag van de opleiding in contact te brengen met de beroepspraktijk. Daarbij kunnen oud-studenten, vooral vrouwen, worden ingeschakeld. In opleidingen zijn leerkrachten een rolmodel voor studenten. Bij de ICT-opleidingen zijn er onder hen echter nog weinig vrouwen te vinden. Toch is het essentieel voor vrouwelijke studenten om vrouwelijke rolmodellen te hebben zodat ze beseffen dat ze ICT ook aankunnen. Mannelijke studenten zien dan dat er zowel jongens als meisjes ICT’ers kunnen zijn. Leerkrachten hebben dus ook een gunstige invloed op de beeldvorming rond ICT. Vraag ook vrouwelijke afgestudeerden met werkervaring of zij af en toe willen optreden als gastleerkracht. Dit kan ter versterking zijn van het beroepsbeeld, maar ze kunnen ook inhoudelijke lessen verzorgen uit de beroepspraktijk. Ook tijdens de opleiding kan men verder denken dan enkel en alleen personen als rolmodellen te gebruiken. Een school waar er een groter aantal vrouwelijke informaticastudenten en/of vrouwelijke leerkrachten aanwezig zijn, kunnen fungeren als een voorbeeldschool. CULTUUR EN SFEER Meisjes vormen in ICT-opleidingen veelal een kleine minderheid. En dit kan leiden tot het ongemakkelijk voelen van meisjes waardoor ze eventueel vroegtijdig uitvallen. Door deze minderheid wordt hun uitzonderingspositie telkens weer bevestigd en daar hebben meisjes een hekel aan. . Er zijn verschillende aandachtspunten om ervoor te zorgen dat de cultuur en sfeer van een opleiding aantrekkelijk kan zijn voor meisjes: Zorg er altijd voor dat er een goede klasindeling is. Verdeel het aantal meisjes zodanig over klassen dat er een kritische massa ontstaat in plaats van zo veel mogelijk meisjes samen te plaatsen. Het is beter om bijvoorbeeld maar twee gemixte klassen en één jongensklas te vormen waarin het aantal meisjes in de gemengde klassen de kritische massa bereikt in plaats van een minderheidsaandeel van meisjes. Het aanpakken en benoemen van elke vorm van intimidatie en ‘haantjesgedrag’ (ook door jongens onderling) zorgt ervoor dat het (alledaags) seksisme expliciet bespreekbaar is en waardoor de drempel verlaagd wordt voor meisjes om meldingen te maken van zaken die hen storen. STUDIEOMGEVING Een belangrijke reden om niet te kiezen voor een ICT-opleiding is dat meisjes het vaak niet zien zitten om een aantal jaren door te brengen in een ‘ongezellige mannenwereld’. Vaak ziet zo’n technische locatie er ouderwets, kaal en grijs uit: geen kleur, geen planten, geen decoraties, met niet meer gebruikte machines en apparaten als ‘opsiering’, tl-licht, tafels in lange rijen enzovoort. Zorg ervoor dat de populatie zoveel mogelijk gemixt kan worden, bijvoorbeeld met zorg- of economische opleidingen, dat het gebouw zo aanvoelt dat meisjes en jongens er zich op hun gemak kunnen voelen, en dat er een meer heterogene sfeer en cultuur heerst. Bij het inrichten van de studieomgeving kan de school ook een beroep doen op de leerlingen zelf. Leerlingen kunnen een eigen invulling geven aan het lokaal waarvan zij denken dat het aantrekkelijk is voor meisjes én jongens. De school kan ervoor zorgen dat de opleiding een eigentijdse ‘look’ te geven zodat het herkenbaar is voor studenten en dat ze zich er thuis kunnen voelen. Het inrichten van de omgeving moet niet veel geld kosten, maar men moet er wel over nadenken. Gebruik frisse, heldere kleuren aan de muren, zorg voor leuke tafels en banken die zo zijn opgesteld dat interactie mogelijk is, zorg voor moderne apparatuur, …
ONDERSTEUNING EN BEGELEIDING Voor meisjes is soms extra ondersteuning nodig om bijvoorbeeld vroegtijdige uitval te voorkomen. Deze ondersteuning moet men op een onnadrukkelijke manier doen, want de meeste vrouwelijke studenten hebben er een hekel aan als op die manier hun uitzonderingspositie wordt bevestigd. De ondersteuning en begeleiding van meisjes kan op verschillende manieren gebeuren: Uit literatuuronderzoek blijkt dat meisjes graag lid zijn van een ‘club’. En aangezien meisjes zich soms ‘alleen’ voelen in een mannenwereld doordat ze door omstandigheden alleen in een klas met jongens zitten, is het van belang om meisjes in contact te brengen met meisjes van andere scholen en vrouwelijke professionals. Op deze manier leren studentes elkaar kennen en zien ze dat ze niet de enige zijn in de ‘onaantrekkelijke mannenwereld’. Men kan ook eenmaal per jaar een speciale dag of een uitje organiseren of een ‘lady’s intro’ tijdens de introductiedagen. Sommige onderwijsinstellingen bieden ook mentorprogramma’s aan, waarbij vrouwelijke studenten en leerkrachten als mentor kunnen optreden. Zo kan men aan alle studenten een persoonlijke mentor toewijzen met wie zij gedurende de gehele opleiding regelmatig contact hebben.
Het is ook belangrijk dat men meisjes voldoende begeleidt en tijdig ingrijpt waar nodig. Soms kampen meisjes met een tekort aan het nodige inzicht en dan is het aan de leerkrachten om hierop in te spelen. Volgens leerkrachten kan je hen extra, maar vrije lessen aanbieden. Ook af en toe een evaluatiemoment inlassen zowel voor jongens als voor meisjes kunnen een vroegtijdige uitval tegengaan. Men kan immers snel ingrijpen. NASCHOOLSE OF BUITENSCHOOLSE ACTIVITEITEN Tijdens de opleiding is het organiseren van naschoolse of buitenschoolse activiteiten ook een must! Organiseer workshops, bedrijfsbezoeken en het bezoeken van vakbeurzen waardoor leerlingen in contact komen met de beroepspraktijk.
Themadagen Het organiseren van themadagen die volledig in het teken van ICT staan, kan een activiteit zijn waarbij leerlingen zelf een actieve rol kunnen spelen en toch van elkaar kunnen leren. Men kan themadagen organiseren voor de school zelf of men kan andere scholen uitnodigen om hieraan deel te nemen. Laat op deze themadagen de leerlingen een actieve rol spelen door bijvoorbeeld initiatielessen te geven aan elkaar of aan andere klassen en/of scholen. Leerlingen informeren niet enkel de andere scholen over de ICT-opleidingen, maar ze kunnen zichzelf ook verder ontwikkelen wat betreft hun professionele vaardigheden en geven elkaar feedback hierop.
Workshops Scholen kunnen extra, vrije lessen of workshops voorzien zodat meisjes, als het nodig is, in deze les zich kunnen bijwerken. Zo kunnen meisjes (en jongens) zelf beslissen of ze willen deelnemen of niet en wordt hun uitzonderingspositie niet versterkt. Daarnaast wordt er ook gewerkt aan de verkleining van de ‘experience gap’. Een informaticaclubje voor meisjes van 12 tot 16 jaar oprichten, kan een vorm van begeleiding zijn, maar ook een activiteit die gericht is op het verkleinen van de ‘experience gap’ en de ‘convidence gap’ Meisjes komen bijvoorbeeld op woensdagnamiddag samen om met informatica aan de slag te gaan zodat ze elkaar kunnen helpen. Tijdens dit ‘meisjesonderonsje’ kunnen de aanwezige leerkracht(en) de meisjes begeleiden en kan men oefenen op het probleemoplossend werken en dit op verschillende manieren.
Bedrijfsbezoeken Bedrijven kunnen meeloopstages voor geïnteresseerde studenten en in-house gastlessen voor klassen organiseren waardoor studenten in contact komen met de dagelijkse werkomgeving van ICTbedrijven.
Vakbeurzen Naast workshops en bedrijfsbezoeken, kan men uitstappen organiseren naar vakbeurzen. Een uitstap naar een vakbeurs kan een mooie gelegenheid zijn om leerlingen op een andere manier te ‘onderwijzen’. Leerkrachten kunnen verschillende opdrachten opstellen die leerlingen kunnen oplossen door de antwoorden te zoeken op de beurs zelf. Vaak zijn er ook op beurzen mogelijkheden om seminaries, presentatiesessies en themapleinen te organiseren. Scholen kunnen hier gebruik van maken – waar mogelijk – om op deze locatie lessen te geven waarna leerlingen vrij kunnen rondlopen op de beurs. LEERKRACHTEN Tijdens de opleiding moeten de leerkrachten rekening houden met enkele aandachtspunten: - Behandel studenten als individuen en niet als vertegenwoordigers van een geslacht. Vrouwen zijn niet per definitie alleen maar geïnteresseerd in vrouwenzaken - Wees bewust van je selectieve waarneming. Het gedrag dat bij jongens als ‘voorzichtig’ wordt beschouwd, heet bij meisjes ineens ‘onzeker’ - Maak studenten duidelijk of ‘voorkennis’ al dan niet van belang is - Giet het onderwijs voor een belangrijk deel in de vorm van activerende onderwijsvormen - Houd bij voorbeeldcases en projecten rekening met de interesses en voorkeuren van een brede groep studenten, meisjes én jongens. Zorg ervoor dat de rolmodellen in de cases afwisselend vrouwen en jongens zijn - Geef meer denktijd in de klas na het stellen van een vraag - Creëer een sfeer waar zowel meisjes als jongens zich goed bij voelen.
Toch zijn er ook een aantal zaken die men als leerkracht best niet kan doen:
- Ontmoedig meisjes niet. Bedenk dat ze gevoeliger zijn voor ontmoediging dan jongens - Denk niet dat meisjes per definitie niet geïnteresseerd zijn in ICT - Vraag niet van vrouwelijke studenten om taken uit te voeren die je van mannelijke studenten niet vraagt en andersom - Als je testen ontwerpt, ga dan niet uit van voorkennis. Test alleen stof die je behandeld hebt
GOOD PRACTICES
Good practices beleid E-lab school E-lab werd een totaal nieuw concept waarbij opgeleid wordt in functie van de totale ICT-waardeketen; met een horizontale basisvorming in plaats van een verticaal opleiding; waarvoor een specifiek digitaal ICT-laboratorium ontwikkeld werd dat beschikt over de modernste apparatuur waar het bedrijfsleven projectmatig participeert en waar de leerlingen kunnen werken aan praktijkgerichte projecten onder de begeleiding van de best mogelijke instructeurs met ervaring uit het bedrijfsleven. De missie van E-lab is duidelijk: deze opleiding wil inspelen op de tendensen op de arbeidsmarkt, op de vraag van de werkgevers. Daarom wordt er intensief samengewerkt met de ICT-sector zelf om deze bijzondere doelgroep in één jaar tijd klaar te stomen en ook effectief tewerk te stellen in een ICT-functie. Missie E-lab School: Het in samenwerking met opleidings- en onderwijsinstellingen en bedrijfswereld een opleidingsplatform ontwikkelen en aanbieden voor bijzondere doelgroepen met het oog op de instroom in de onderbouw van de ICT-arbeidsmarkt alsmede het opzetten van specifieke projecten voor specifieke doelgroepen als afgeleide van de verworven expertise (accent op de sociale, pedagogische en tewerkstellingsdoelstellingen). Het centrale idee van E-lab school is “het leveren van de handjes en voetjes voor ICT-toepassingen”. Temeer omdat de ICT-sector duidelijk in de lift zit en te kennen geeft dat er een tekort is aan personeel. Het idee van het optimaal inzetten van geschoolde krachten blijft brandend actueel. Met het e-gender project is nu ook de koppeling gemaakt tussen korter geschoolden en vrouwen.
Good practices lesinhoud E-lab school Door een intensieve training, aangevuld met bedrijfsprojecten en stages op de werkvloer, worden jongeren in de loop van het schooljaar omgeschoold tot PC-technici. Via praktische opdrachten leren ze programma’s installeren en hanteren; de besturingssystemen van computers installeren en onderhouden; via html en andere programma’s websites bouwen op een eenvoudige manier. Een computer in elkaar zetten zal voor hen geen moeite meer zijn. Het installeren, configureren en onderhouden van netwerken behoort tot één van de specialiteiten. Het grootste deel van de uren gaat naar praktijk. In E-Lab School krijgen de leerlingen de kans om in een leer/werkomgeving de praktisch-theoretische kant van het vak te leren waarbij het accent ligt op het verwerven van de normen die universeel gehanteerd worden in de ICT-sector. In de periode september-december wordt er vooral les gegeven inzake kennis van hardware, software, netwerken, webdesign en internet. Tevens worden er kleine praktische projecten uitgevoerd. Tijdens de tweede helft van het schooljaar is het tijd om de werksfeer in een bedrijf op te snuiven. Twee dagen per week worden de leerlingen ingezet in een multimedia- of informaticabedrijf, waar ze de knepen van het vak leren. De resterende drie dagen lopen de algemene vakken en de lessen informatica-multimedia gewoon verder. Op het einde van het jaar maken de jongeren ook een praktisch proefschrift. Indien geslaagd voor de volledige opleiding levert dit uiteindelijk een officieel erkend onderwijscertificaat op wat een meerwaarde betekent voor de ICT-arbeidsmarkt van vandaag. Het laat je ook toe verder te studeren in het hoger onderwijs
Good practices lesvorm Minionderneming E-lab school E-lab school stimuleert de jongeren elk jaar om zelf de uitdaging aan te gaan om met hun opgedane kennis aan de slag te gaan. Zo wordt een minionderneming opgericht Recytech; als het ware een klein bedrijf. Het concept is eenvoudig: afgedankte computers worden gerecycleerd,
dit wil zeggen opnieuw gebruiksklaar gemaakt, en aan de man gebracht. Het project krijgt een meerwaarde doordat de computers een erg zinvolle bestemming krijgen. Ze kunnen namelijk voor een zacht prijsje worden aangekocht door basisscholen. Op deze manier worden de basisscholen ondersteund, die niet altijd over grote budgetten beschikken, om toch met het nodige didactische materiaal aan de slag te kunnen. Want ook in het basisonderwijs behoort het ontwikkelen van ICTcompetenties ondertussen tot de verplichte leerstof. Het opstarten van een minionderneming is voor leerlingen een bijzonder leerrijke ervaring. Het is een motiverende opdracht, in dit geval zowel omwille van het technisch en economisch aspect als omwille van het sociaal aspect. Leerlingen worden verplicht initiatief te nemen, te plannen, te overleggen … ze leren verantwoordelijkheid te dragen. Kortom, hun ondernemerszin wordt aangescherpt. Meer informatie over de minionderneming Recytech kan u terugvinden op http://recytech.informaticaschool.be
Good practices rolmodellen Vrouwelijke leerkrachten E-lab school & Voorbeeldschool E-lab school De vrouwelijke leerkrachten E-lab school zijn rolmodellen voor meisjes die de opleiding volgen. Zij laten zien dat vrouwen ook hun mannetje kunnen staan in ICT-(gerelateerde) functies. En door hun kennis van de arbeidsmarkt zijn zij een belangrijke bron van informatie. Daarnaast kan een school ook een voorbeeldschool worden wanneer er meer vrouwelijke leerkrachten technische vakken geven. Deze voorbeeldschool fungeert dan ook als een ‘rolmodel’ naar leerlingen, maar ook naar andere scholen.
Voorbeeldvrouwen DoTheMatch De voorbeeldvrouwen op www.dothematch.be kunnen tijdens de opleiding bijdragen tot een beter beroepsbeeld voor de studenten. Vraag aan hen of zij af en toe willen optreden als gastleerkracht of laat hen komen spreken over hun job. Dit stimuleert meisjes om door te zetten en niet af te haken.
Voorbeeldvrouwen ICT-STER De film “ICT-STERren” die te zien is op de website van ICT-STER (www.ict-ster.nl) is een voorlichtingsfilm die voor rolmodellen zorgt. Deze filmpjes kunnen geïntegreerd worden in het lessenpakket door te laten zien wat je met bepaalde theorie allemaal kan bereiken in de praktijk. Soms kan de theorie wat saai lijken in klasverband, maar heel wat interessante toepassingen hebben in de praktijk. Op deze manier worden de rolmodellen ook levendig gehouden en hebben ze een blijvend effect.
Good practices studieomgeving E-lab school De studieomgeving van E-lab school is een belangrijk aandachtspunt in deze opleiding. Deze moet de onderwijsinstellingen immers in staat stellen om opleidingen en stages voor hun leerlingen op te zetten in een omgeving die volledig beantwoord aan de huidige en toekomstige technologische standaards. De bedrijfswereld dient in E-lab school een omgeving aan te treffen die technisch volledig uitgerust is en zodoende in grote mate overeenstemt met de werkplekken in bedrijven zelf. De omgeving moet daarom voldoen aan drie voorwaarden: - De beschikbaarheid van een gebouw met voldoende ruimte voor om ICT lokalen en andere ruimtes te voorzien - Een trendy en hedendaagse inrichting om niet alleen het vooruitstrevende element van E-lab te benadrukken, maar ook om af te stappen van een klassiek schoolse omgeving - Een opstelling van de desks in de vorm van leereilanden waar men vlot en gemakkelijk aan projectwerk kan doen
Stel je een labo voor waar jongeren het stageonderdeel van hun ICT-opleiding kunnen uitvoeren. Dankzij de technologische omgeving van het E-lab (moderne computers, recente software, netwerken en internet) en een andere schoolsfeer voelen jongeren er zich snel thuis. Elke secundaire school die een E-lab omgeving aanbiedt heeft een andere invulling en zo krijg je de kans om aan een themaproject te werken.
Good practices activiteiten E-lab school Omdat E-lab school een soort clubje is van leerlingen die dezelfde richting volgen in verschillende scholen, trachten wij hen jaarlijks samen te brengen in enkele uitstappen (bv bezoek aan de grootste ICT beurs ter wereld: CeBIT). Deze uitstappen leunen sterk aan bij hun interesses en leefwereld en geeft hen de kans om samen met de leerlingen uit de andere scholen één geheel te vormen. Een opportuniteit om in een bijzondere vorm van eenheid, ervaring en kennis op te doen. Voor de meisjes wordt nu een speciale uitstap georganiseerd in een typisch vrouwvriendelijk thema. Bijvoorbeeld The Naked Store, een nieuw concept waar men virtueel kan shoppen, passen en kopen en zelfs je hele garderobe kan bijgehouden worden. Het stijladvies is natuurlijk inbegrepen.
- Openstaan voor het herontwerpen van ICT-opleidingen tot een genderneutraal en vrouw vriendelijke opleiding - Zorg voor gendergevoeligheid bij management, staf en onderwijzend personeel - Een zo breed mogelijk gamma van ICT-(gerelateerde) opleidingen aanbieden, liefst in combina- tie met multimedia, communicatie, … - Herontwerp van het leerplan informatica 2de graad: saai en wekt geen interesse op voor ICT - Initiatie van zowel hardware, leuke software, toepassingspakketten, netwerken, programme - ren, multimedia, webdesign, - Geef expliciet aandacht aan meisjes en ICT - Maak een begin met ‘gender mainstreaming’ van het gehele beleid van de opleiding en, waar mogelijk, van de onderwijsinstelling. - Zorg ervoor dat activiteiten op het gebied van opleiding onderdeel zijn van een integrale aanpak op de gebieden instroom, opleiding, doorstroom, randvoorwaarden, infrastructuur - Tussentijdse uitval van meisjes tegengaan - Tussentijds informeren over de opleiding en de beroepsmogelijkheden - Meisjes blijven stimuleren door middel van wedstrijden tussen verschillende scholen te organiseren
> > > INHOUDELIJKE ASPECTEN
Meisjes hechten belang aan volgende inhoudelijke aspecten: - Goede basis in ICT en iets extra is altijd mooi meegenomen - Aandacht voor nut, relevantie en gebruikswaarde van ICT - Contextrijkheid van ICT-problemen - Zicht op gebruik van ICT-kennis in de dagelijkse beroepspraktijk - Een brede niet eenzijdig georiënteerde opleiding - Aandacht voor de ontwikkeling van competenties - Zorgen voor integratie met andere vakken - Aanwezigheid van taalvakken - Zorgen voor levensechte, ‘genderinclusieve’ cases
> > > VROUWELIJKE LEERSTIJLEN
Leerstijlen van meisjes: - Sterker gericht zijn op het groepsproces, ze willen communiceren en socialiseren, en willen graag opgenomen zijn in de cultuur waarbinnen ze zich bewegen - Willen weten wat ze aan het doen zijn, ze willen het totaalpakket zien van wat ze leren - Stap voor stap, systematisch willen leren - Niet graag experimenteren, maar een bepaalde ‘veiligheid’ willen - Hun eigen vertrouwde taal willen gebruiken en gemakkelijk leren van andere meisjes en vrouwen
Activerende onderwijsvormen -
Niet langer alleen klassikaal frontaal les Werken in teams aan projecten, cases, … Ontwikkelen de persoonlijke professionele vaardigheden Bereidt studenten voor op de beroepspraktijk
Stages - Opgedane kennis toetsen aan de praktijk - Studenten ‘beleven’ de beroepspraktijk - Zo vroeg mogelijk regelen zodat meisjes én jongens zich kunnen voorbereiden in verband met de nodige kennis - Genoeg begeleiding voor en tijdens de stages
Gastlessen - Vrouwelijke gastsprekers kunnen inhoudelijke lessen verzorgen vanuit de beroepspraktijk
- Schakel vroeg in de opleiding vrouwelijke oud-studenten in, die bijdragen aan een beter beroepsbeeld van de studenten - Ga op zoek naar vrouwelijke informaticaleerkrachten - Vraag vrouwelijke afgestudeerden met werkervaring of zij af en toe willen optreden als gastleerkracht ter versterking van het beroepsbeeld en/of om inhoudelijke lessen te verzor- gen vanuit de beroepspraktijk - Maak gebruik van een voorbeeldschool (waar mogelijk)
- Zorg voor een klasindeling waarbij er wordt gezorgd voor een kritische massa in plaats van een minderheidsaandeel van meisjes - Pak elke vorm van intimidatie en ‘haantjesgedrag’ aan
- Mix ICT-opleidingen met andere opleidingen zodat deze aantrekkelijker ogen
Maak de omgeving aantrekkelijk voor zowel meisjes én jongens -
Laat jongeren zelf een eigen invulling geven aan het lokaal
-
Gebruik frisse en heldere kleuren op de muren
-
Plaats banken zo dat er interactie mogelijk is
-
Maak gebruik van modern materiaal
-
Etc.
-
Samenbrengen van meisjes met meisjes van andere scholen en vrouwelijke professionals
-
Eénmaal per jaar een speciale dag of een uitje organiseren
-
Een mentor toewijzen aan alle studenten
-
Extra vrije lessen aanbieden
-
Een evaluatiemoment inlassen
Themadagen -
Leerlingen een actieve rol laten spelen door bijvoorbeeld zelf initiatielessen aan elkaar of aan andere klassen en/of scholen te geven
Workshops -
Verkleining van de ‘experience gap’ en ‘convidence gap’
-
Speel in op hobby’s, trends en de leefwereld van jongeren
Bedrijfsbezoeken -
Meeloopstages organiseren voor geïnteresseerde studenten
-
In-house gastlessen voor klassen
Vakbeurzen -
Stel opdrachten op die ze moeten oplossen door het antwoord te zoeken op de beurs
-
Mogelijkheid tot seminaries, presentatiesessies en themapleinen
Tijdens de opleiding moeten de leerkrachten rekening houden met enkele aandachtspunten: -
Behandel studenten als individuen en niet als vertegenwoordigers van een geslacht. Vrouwen zijn niet per definitie alleen maar geïnteresseerd in vrouwenzaken
-
Wees bewust van je selectieve waarneming. Het gedrag dat bij jongens als ‘voorzichtig’wordt beschouwd, heet bij meisjes ineens ‘onzeker’
-
Maak studenten duidelijk of ‘voorkennis’ al dan niet van belang is
-
Giet het onderwijs voor een belangrijk deel in de vorm van activerende onderwijsvormen
-
Houd bij voorbeeldcases en projecten rekenin g me t de interesses en voorkeuren van een brede groep studenten, meisjes én jongens. Zorg ervoor dat de rolmodellen in de cases afwis selend vrouwen en jongens zijn
-
Geef meer denktijd in de klas na het stellen van een vraag
-
Creëer een sfeer waar zowel meisjes als jongens zich goed bij voelen.
Toch zijn er ook een aantal zaken die men als leerkracht best niet kan doen: -
Ontmoedig meisjes niet. Bedenk dat ze gevoeliger zijn voor ontmoediging dan jongens
-
Denk niet dat meisjes per definitie niet geïnteresseerd zijn in ICT
-
Vraag niet van vrouwelijke studenten om taken uit te voeren die je van mannelijke studen - ten niet vraagt en andersom
-
Als je testen ontwerpt, ga dan niet uit van voorkennis. Test alleen stof die je behandeld hebt
Notities
Notities
Notities
Notities
Notities
Notities
Zelfs nog tijdens het laatste ‘schakelmoment’ – van ICT-opleiding naar een eerste job – gaat vrouwelijk talent verloren voor de ICT-wereld. Het is aan de onderwijssector en de arbeidsmarkt om dit samen tegen te gaan. Ze moeten de handen in elkaar slaan opdat de doorstroom naar de arbeidsmarkt zo optimaal mogelijk verloopt. ONDERSTEUNING Vrouwen die na hun ICT-opleiding aan het werk gaan, moeten zich niet alleen inwerken in hun nieuwe, eerste functie, maar ook in de ‘mannencultuur’ van het ICT-bedrijfsleven. Zolang vrouwen sterk in de minderheid zijn in de ICT-sector is het goed hen extra ondersteuning te bieden door middel van een mentor of coach. Deze mentors of coaches kunnen zowel personen zijn vanuit het onderwijs, maar ook vanuit het bedrijf zelf.
Onderwijs ICT-opleidingen, en in het bijzonder de leerkrachten, kunnen vrouwelijke studenten ondersteunen vanaf een half jaar voor afstuderen tot en met hun eerste jaar op de arbeidsmarkt of zelfs langer. Tijdens het laatste half jaar voor het afstuderen kunnen leerkrachten zich focussen op de attitudevorming van jongeren aangezien dit bij werkgevers een belangrijke rol speelt. Ze verwachten een professionele attitude van de werknemers zoals samenwerken, vergaderen en presenteren, … Daarnaast kunnen de leerkrachten werken aan de presentatie en de motivatie van leerlingen aangezien leerlingen de laatste jaren minder motivatie vertonen om te werken volgens verschillende werkgevers. Ze willen steeds meer een goed betaalde baan op maat en verlangen dat de werkgevers zich aanpassen aan hun verwachtingen. Het integregeren van sollicitatietrainingen, presentaties voor de klas, werken in teams, … tijdens de lessen, zorgen ervoor dat leerlingen ervaringen opdoen hoe ze zich moeten gedragen tijdens een sollicitatiegesprek, hoe ze presentaties moeten geven, vergaderen en samenwerken. ICT-opleidingen kunnen ook zelf de loopbanen van hun vrouwelijke en mannelijke oud-studenten blijven volgen na het afstuderen. Dat levert gegevens op die gebruikt kunnen worden voor innovatie van de opleidingen. Als bijvoorbeeld uit onderzoek blijkt dat vrouwelijke oud-studenten het in het werkveld in bepaalde opzichten moeilijker hebben dan mannelijke studenten, dan kan worden gezocht naar een manier om daar in de opleiding al op te anticiperen.
Arbeidsmarkt Zolang vrouwen sterk in de minderheid zijn in de ICT-sector , is het goed hun extra te ondersteunen vanuit het bedrijf zelf door middel van een teamcoach. Coaching is immers belangrijk, ook als er niet echt problemen zijn. Je bent toch nog steeds een vrouw in een mannenwereld. Coaching/ mentoring is een optie bij de start op de arbeidsmarkt, maar ook wanneer ICT-vrouwen toe zijn aan verdere stappen in hun loopbaan. VROUWVRIENDELIJK BEDRIJF Bedrijven verzuchten nogal eens: ‘Wij willen best meer vrouwelijke ICT’ers aannemen, maar ze zijn er gewoon niet.’ Zij realiseren zich vaak niet dat de werving en selectie en de arbeidsvoorwaarden en voorzieningen niet bepaald uitstralen dat vrouwen er welkom zijn. Vrouwen voelen zich dan ook niet aangesproken. Het aanpassen van de advertenties is een stap in de goede richting, maar is lang niet voldoende. Ook de arbeidsvoorwaarden aanpassen is een must!
Werving en selectie Voor de werving maken bedrijven vooral gebruik van advertenties en meestal stralen deze advertenties niet uit dat vrouwen er welkom zijn waardoor vrouwen zich niet aangesproken voelen. De toevoeging van ‘m/v’ in de openstaande vacature is een stap in de goede richting, maar nog lang niet voldoende. Vacatures geven over het algemeen wel een beeld van de opleiding, kennis en ervaring die nodig zijn voor de functie, maar niet van de competenties die daarnaast van belang zijn, zoals goede
communicatieve vaardigheden, een presentatie kunnen houden, teamspirit, klantgericht, … In advertenties waarin zowel technische als niet-technische functie-eisen worden vermeld, zijn interessant voor een brede doelgroep, vrouwen én mannen. Ook arbeidsvoorwaarden die veel vrouwen aantrekkelijk vinden – zoals flexibele werktijden, mogelijkheden voor parttime werk en kinderopvang, … - worden vaak niet vermeld, ook al zijn ze er soms wel. En áls vrouwen solliciteren en worden uitgenodigd voor een gesprek, bestaat de selectiecommissie vaak alleen uit mannen. Zo’n ‘mannencommissie’ laat de keuze meestal eerder op een mannelijke dan op een vrouwelijke sollicitant vallen. Het is daarom belangrijk dat een selectiecommissie bestaat uit een gelijk aandeel mannen en vrouwen. Bij werkgevers zijn er ook een aantal barrières en valkuilen die ertoe leiden dat er niet of nauwelijks vrouwen worden aangenomen: Zo ervaren ze vrouwen als een risico. Mannen hebben namelijk het vertrouwen mee, terwijl vrouwen moeten bewijzen dat ze de baan aankunnen. Daarnaast vertrekken werkgevers ook vanuit stereotypering: ‘kan ze dat wel?’. Werkgevers veronderstellen dat als vrouwen niet solliciteren voor een baan, er ook gewoonweg geen vrouwelijke kandidaten beschikbaar zijn. Vaak rekruteren werkgevers ook uit hun eigen netwerk en als zo’n netwerk bestaat (vrijwel) geheel uit mannen. Ze zijn vaak op zoek naar een kloon: ‘ons kiest ons’. Dat is veilig en men komt niet voor verrassingen te staan, maar op die manier blijven getalenteerde vrouwen buiten beeld.
Arbeidsvoorwaarden en voorzieningen Vrouwen voelen zich nog steeds hoofdverantwoordelijk voor het gezin. Dit is waarschijnlijk één van de redenen waarom vrouwen (meer dan mannen, hoewel dat de laatste jaren steeds meer verandert) veel waarde hechten aan een goede combinatie werk –en privéleven. Een bedrijf dat meer vrouwen wil binden kan diverse maatregelen nemen op het gebied van arbeidsvoorwaarden. Hier geven we een overzicht van de belangrijkste arbeidsvoorwaarden die de combinatie werk –en privéleven vergemakkelijken en de diversiteit bevorderen: - Flexibele arbeidsvoorwaarden: werknemers hun arbeidsvoorwaarden laten afstemmen op hun individuele behoeften zoals flexibiliteit in arbeidstijden –en plaatsen - Kinderopvang - Telewerken - Verlofregeling: verlofregelingen tijdens bepaalde periodes zoals verlof tijdens verhuizen, zwangerschap, bevalling of adoptie, ouderschapsverlof, zorgverlof, studie- of calamiteitenverlof. - Gemaksdiensten: stomerijservice, boodschappendienst of autowassen op kantoor, … REGIONALE SAMENWERKING De regionale samenwerking kan een intensievere relatie bewerkstelligen via acties die worden ingezet om de zichtbaarheid van ICT-bedrijven en de diversiteit van de branche te laten zien en daarnaast voor een inhoudelijke koppeling van onderwijs aan bedrijfsleven zorgt.
Klas bij de ICT’er Bedrijven organiseren meeloopstages voor geïnteresseerde studenten en in-house presentaties voor klassen. Hiermee zien studenten de dagelijkse werkomgeving van ICT-bedrijven. Via opendeurdagen kunnen jongeren in aanraking komen met de alledaagse praktijk binnen een omgeving van een ICT-bedrijf. Ze zien daar dan bijvoorbeeld dat niet iedereen in een hokje zit te werken.
ICT’er in de klas ICT-professionals verzorgen voor het (basis en) secundair onderwijs gastlessen over wat ICT allemaal is, waar jongeren het kunnen terugvinden en wat de mogelijkheden zijn van studie en carrière in de ICT. ICT-professionals kunnen zo inspelen op de vragen van jongeren en via cases de koppeling verduidelijken tussen ICT, economie en maatschappelijke onderwerpen.
Heropleiden van leerkrachten Als er sprake is van een goede regionale samenwerking tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt, kunnen bedrijven opleidingen aanbieden aan leerkrachten om hun kennis up to date te houden. Leerkrachten kunnen heropgeleid worden door een tijd te gaan meedraaien in het bedrijf en zo ervaring op te doen en te achterhalen wat er nieuw is op de arbeidsmarkt. Via deze manier hebben leerkrachten ook een duidelijker beeld over wat er verwacht wordt van kennis, vaardigheden en competenties en kunnen ze hierop inspelen door hun cursus aan te passen.
ICT-Platform & carrièreportaal Bedrijven verlangen van het onderwijs dat zij praktisch gericht is op ICT, studenten interesseert in ICT en voorbereiden op de arbeidsmarkt. Via regionale samenwerking tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt kunnen ze achterhalen welke verwachtingen de sector heeft van het onderwijs en omgekeerd. Het is nu aan onderwijs en arbeidsmarkt om samen te zoeken naar nieuwe manieren om aan deze verwachtingen te voldoen. Via een overkoepelend platform kunnen ze acties lanceren die verder reiken als één enkele school of één enkel bedrijf. Het is hierbij belangrijk dat dit platform mede ondersteund wordt door de overheid en de sectorfederatie. Immers, wanneer een initiatief genomen wordt door de overheid of wanneer zij als informerende instantie optreden, wordt dit meestal voor waar aangenomen. Let wel, de coördinatie dient centraal beheerd te worden en informatie moet steeds up to date zijn. Hierbij ook een digitaal initiatief genomen worden, bijvoorbeeld het ontwikkelen van een ICTcarrièreportaal: een interactieve website waarop alle informatie gebundeld is over een job in ICT. Een website die vooral inzicht wil geven in de diversiteit van ICT-beroepen en -studies die je hierop voorbereiden. Zo kunnen jongeren zien wat er mogelijk is vanuit verschillende opleidingen en welke competenties ze nodig hebben voor een bepaald beroep. Via testimonials kan de diversiteit van de verschillende beroepen toegelicht en persoonlijk gemaakt worden. Scholen kunnen hierop ook het studieaanbod presenteren. Hierbij wordt een volledig overzicht gegeven van de opleidingen in en aanverwant aan de ICT. Scholen kunnen hierop hun opleidingsprogramma’s bundelen zodat leerlingen een beter overzicht hebben van de verschillende lesprogramma’s, lesinhouden, locaties,… Ook voor ouders kan deze website een verheldering zijn. Voor hen kan dit een informatiebron zijn zodat zij hun kinderen goed kunnen adviseren.
GOOD PRACTICES
Good practices regionale samenwerking E-Lab school E-lab school kadert binnen een bredere vzw die nauwe contacten houdt met de arbeidsmarkt, overheid en andere spelers. E-lab school omvat alle activiteiten rond de ontwikkeling en uitvoering van concrete opleidingstrajecten, die aansluiten bij het Vlaams onderwijssysteem alsmede alle opleidingsinitiatieven die via diverse overheden ondersteund worden vanuit een aansluiting tussen onderwijs en tewerkstelling. Daarnaast zijn de andere operationele doelstellingen van deze vzw alle activiteiten die kaderen rond de instroom naar effectieve tewerkstelling en projectwerking. Dit laatste werkdomein omvat alle samenwerkingsverbanden die aangegaan worden voor specifieke projecten voor specifieke doelgroepen alsmede voor pilootprojecten gericht op de ontwikkeling van nieuwe opleidingstrajecten en tewerkstellingsmogelijkheden. Hier fungeert E-lab Vlaanderen als een virtueel onderzoekscentrum voor de diverse partners met als doel het onderwijs en de arbeidsmarkt samen te
brengen in een strategisch opleidingsplatform. Hier wordt gestreefd naar de nauwe aansluiting van ICT-gerelateerde opleidingstrajecten aan de bestaande marktbehoeften. Samen met het onderwijs zijn de plannen geconcretiseerd om een gemeenschappelijke infrastructuur op te zetten waarbij de gespecialiseerde kennis vanuit het bedrijfsleven en de pedagogische kennis van het onderwijs op mekaar worden afgestemd en waar de diverse onderwijsinstellingen (niveau- en netonafhankelijk) kunnen inloggen naargelang hun behoeften. Voor meer informatie over vzw E-Lab Vlaanderen kan u terecht bij de good practices (instroom & opleiding) of op www.elab.be.
DoTheMatch & TheSkillsMatch Naast een overkoepelend platform bestaande uit het onderwijs, de arbeidsmarkt, de overheid en de sectorfederatie, kan ook een digitaal initiatief genomen worden. Het ontwikkelen van een ICTcarrièreportaal: een interactieve website waarop alle informatie gebundeld is over ICT-beroepen en –studies. e-gender ontwikkelde reeds dergelijke instrumenten. www.dothematch.be is een website gericht aan vrouwen om hen aan te tonen dat er wel degelijk jobs bestaan voor korter geschoolde vrouwen. Via een testje dat peilt naar competenties en verwachtingen (en ook rekening houdt met randvoorwaarden) kunnen meisjes zélf ontdekken welke functie bij hen past. We groepeerden steeds een aantal functies per werkcontext. Voor elke werkcontext krijgt men heel wat informatie, zoals hoe ziet je werkdag en je werkomgeving eruit, wat is je takenpakket en welke werkinstrumenten gebruik je daarbij tot concrete functiebenamingen zodat men weet op welke functies men kan solliciteren. Voorbeeldvrouwen maken dit profiel steeds compleet. Zij zorgen voor herkenning en stimulans. Om de brug te slaan naar de arbeidsmarkt ontwikkelde e-gender ook voor hen een gelijkaardig instrument. www.theskillsmatch.be wil bedrijven overtuigen van de meerwaarde die korter geschoolde dames hen kunnen bieden. Uit dit testje blijkt dat ook deze dames matchen met de openstaande vacatures. Als output van de vragenlijst bekomen de werkgevers referentieprofielen: korter geschoolde vrouwen die op dit moment reeds tewerkgesteld zijn in het gevraagde profiel.
E-lab competentiedatabank e-gender laat het niet na om ook deze beide aan elkaar te koppelen. TheSkillsMatch verwijst naar vrouwen die reeds ‘bezet’ zijn, maar via de opleiding E-lab school staan er jaarlijks tientallen jongeren te trappelen om de arbeidsmarkt te bestormen. Zij worden opgenomen in een digitaal archief: de E-lab Competentiedatabank. Zoals het woord al doet vermoeden worden er naast de persoonlijke gegevens ook evaluaties ingebracht van het niveau van de technische vaardigheden van de student, aangevuld met algemene competenties. Dit maakt het voor bedrijven eenvoudiger om te rekruteren uit deze database.
Onderwijs: -
-
Mentoring van vrouwelijke studenten vanaf een half jaar voor afstuderen Tijdens het half jaar voor afstuderen focussen op de attitudevorming, presentatie en motivatie •Sollicitatietraining •Presentaties voor de klas •Werken in teams aan projecten Opvolging van vrouwelijke en mannelijke oud-studenten tijdens hun eerste jaar op de arbeids- markt of langer •Verzamelen van gegevens die kunnen gebruikt worden voor innovatie van de opleidingen
Arbeidsmarkt: -
Teamcoach aanstellen, ook als er niet echt problemen zijn bij de start op de arbeidsmarkt
Werving en selectie: -
Advertentie •m/v’ achter de openstaande vacature •Niet enkel een beeld geven van de opleiding, kennis en ervaring die nodig zijn voor de functie, maar ook de gevraagde competenties •Zowel technische als niet-technische functie-eisen vermelden •Vermelden van arbeidsvoorwaarden die vrouwen aantrekkelijk zijn als deze aanwezig zijn •Selectiecommissie uit een gelijk aandeel mannen en vrouwen - Barrières en valkuilen bij werkgevers, die ertoe leiden dat er niet of nauwelijks vrouwen worden aangenomen, zijn: •Ze ervaren vrouwen als een risico: mannen hebben het vertrouwen mee, vrouwen moeten bewijzen de baan aan te kunnen •Stereotypering: het gedrag en de ambitie van individuele vrouwen inschatten op grond van hoe men daar in het algemeen over denkt (‘kan ze dat wel?’) •Ze denken dat er geen vrouwelijke kandidaten beschikbaar zijn: als vrouwen niet solliciteren word te gemakkelijk verondersteld dat ze niet beschikbaar zijn •Ze rekruteren uit eigen netwerk: als zo’n netwerk (vrijwel) geheel uit mannen bestaat, komen vrouwen niet in beeld •Ze zoeken naar een kloon: ‘ons kiest ons’, dat is veilig en men komt niet voor verrassingen te staan; maar op die manier blijven getalenteerde vrouwen buiten beeld
Arbeidsvoorwaarden en voorzieningen: -
-
-
Flexibele arbeidsvoorwaarden: werknemers hun arbeidsvoorwaarden laten afstemmen op hun individuele behoeften zoals flexibele arbeidstijden –en plaatsen Telewerken Kinderopvang Verlofregeling: verlofregeling tijdens bepaalde periodes zoals verlof tijdens verhuizen, zwangerschap, bevalling of adoptie, ouderschapsverlof, zorgverlof, studie- of calamiteitenverlof Gemaksdiensten: stomerijservice, boodschappendienst of autowassen op kantoor
Klas bij de ICT’er •Meeloopstages voor geïnteresseerde studenten •In-hous presentaties voor klassen ICT’er bij de klas •ICT-professionals verzorgen gastlessen over ICT Heropleiden van leerkrachten •Meedraaien in het bedrijf voor een bepaalde periode ICT-Platform & carrièreportaal •Overkoepelend platform Ondersteuning door onderwijs, arbeidsmarkt, overheid en sectorfederatie •ICT-carrièreportaal Informatie bundelen over een job in ICT en studies die je hierop voorbereiden Informatiebron voor ouders
Notities
Notities
Notities
Notities
oor ICT-opleidingen in het secundair en hoger onderwijs valt er bij meisjes nog veel te winnen. Er kiezen namelijk veel minder meisjes dan jongens voor een ICTopleiding. Toch zijn er mogelijkheden te over om ICT-opleidingen en functies aantrekkelijk en toegankelijk te maken voor meisjes en om meisjes te stimuleren de stap te zetten om daadwerkelijk te kiezen voor een ICT-opleiding. Er is heel wat kennis en expertise voorhanden, zowel uit binnen- als buitenland, maar het gaat erom die mogelijkheden daadwerkelijk te benutten. Wat we daarbij nodig hebben is de wil en dadendrang om te zorgen dat meisjes instromen en niet afhaken, maar juist wèl doorgaan op weg naar een succesvolle doorstroom naar de arbeidsmarkt. Scholen die een brede doelgroep weten aan te spreken, te motiveren en te stimuleren, zijn aantrekkelijker voor potentiële leerlingen. Het gaat niet alleen om de ‘verpakking’, juist ook de inhoud, de onderwijskundige vormgeving en de cultuur van ICT-opleidingen moeten aantrekkelijk zijn, willen meisjes ervoor kiezen, willen ze de opleiding met succes doorlopen en uiteindelijk hun entree maken op de ICT-arbeidsmarkt. Iets dergelijks geldt voor bedrijven en instellingen: afgezien van het dreigend tekort aan personeel in de ICT-sector, hebben bedrijven er uiteindelijk voordeel bij als zij bijdragen aan het ontplooien van het ICT-talent dat zich ook onder meisjes en vrouwen bevindt. Kortom, de instroom van meisjes is belangrijk, maar er moet ook evenzeer aandacht gaan naar de opleiding en een succesvolle doorstroom naar de arbeidsmarkt om het tekort aan vrouwen in de ICT-sector tegen te gaan. En daarom is het van belang dat er op al deze niveaus wordt gewerkt aan meer meisjes en vrouwen in de ICT. Nog beter is het als dat in samenwerking gebeurt waarbij het onderwijs en de arbeidsmarkt de handen in elkaar slaan. Met deze opleidingsgids die vandaag voor u ligt, hopen wij u gestimuleerd te hebben om tot een genderonafhankelijk en vrouwvriendelijk ICT-opleidingsaanbod te komen zodat ook meer meisjes instromen en succesvol doorstromen. Deze gids kan gezien worden als een aanbevelingsrapport voor gendervriendelijke ICT-opleidingen waarin ook aanbevelingen en praktische tips aangereikt worden.
Schriftelijke bronnen Agoria, Jaarfolder Informatie- en communicatietechnologie 2006-2007. 2007. Booy, C., Joukes, G., Valkenburg, M., Startdocument IctSTER. Gezamenlijke actie voor meisjes en ICT, Amsterdam: HBO-I Stichting, 2005. Brumagne, E., De Competentiespiegel. KAV Vrouw en Wereld, mei 2005. Claeys, L., Michielsen, M., Vrouw-zijn in de digitale samenleving. Literatuurstudie ‘vrouwen, gender en informatie- en communicatietechnologieën’, Antwerpen, 2003. Goffin, I., Van Haegendoren, M., Kiezen voor informatica: een vergelijking van informatiebrochures. Document van Vakgroep SEIN: Meisjes en informatica, 2004. Goffin, I., Van Haegendoren, M., Meisjes & informatica: (G) een goede combinatie? Document van Vakgroep SEIN: Meisjes en informatica, 2004. ICT~Office, Samenvatting Actieplan ‘Nederland loopt warm voor een carrière in de ICT. April 2008. Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, Diversiteit: Een toegevoegde waarde. Brochure van het project Electronic@. Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, Kansen en beroepen. Brochure van het project Electronic@. Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, Rekrutering en plaatsing. Brochure van het project Electronic@. Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, Studie en vorming. Brochure van het project Electronic@. Konings, R., 6.500 nieuwe jobs voor informatici. Nog steeds 14.250 openstaande vacatures volgens Agoria. Mei 2008 Mertens, T., Goffin, I., Kuppens T., Best Practices voor het secundair onderwijs. Document van Vakgroep SEIN: Meisjes en informatica, 2005. Provinciale Dienst Gelijke Kansen in samenwerking met de Werkgroep ‘Arbeid’ van Limburgse VrouwenRaad, Basisopleidingen computer in Limburg. Overzichtsbrochure van het project Gr@ce, 2003. Snoeck, M., ‘Waarom kiezen meisjes niet voor Informatica? Vrouwenraad, nr. 1 2002. Valkenburg, M., Het imago van ICT. Onderzoek naar keuzemotieven van scholieren. Amsterdam: HBO-I stichting, 2006
Valkenburg, M., Kennisdocument genderinclusiviteit. Naar aantrekkelijke ICT opleidingen voor meisjes. Amsterdam: HBO-I stichting, 2006. Valkenburg, M., Ontwerp, inrichting en marketing van ICTsnijvlakopleidingen. De afstudeervariant ICT Media Design als casus. Amsterdam: HBO-I stichting, 2006. van Berkel, M., van den Bogaard, J., Belemmeringen en kansen voor vrouwen in de ICT. Amstelveen, september 2003.
Audiovisuele en elektronische bronnen http://www.ada-online.be http://www.competentiespiegel.be http://www.ictoffice.nl http://www.ictster.nl http://www.meisjeseninformatica.be http://www.ond.vlaanderen.be/onderwijsstatistieken http://www.statbel.fgov.be
Naam:
Voornaam:
Adres: Postcode:
Gemeente:
Geboortedatum:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
1 Waarom wens je de opleiding “informatica en multimedia” te volgen in het E-lab?
2 Welke opleiding volgde je vorig schooljaar?
3 Hoe ben je op de hoogte gekomen van het bestaan van deze opleiding?
4 Welke verwachtingen heb je over de inhoud?
5 Welke verwachtingen heb je over de lesvorm?
6 Welke verwachtingen heb je over de medeleerlingen?
7 Welke verwachtingen zijn er over de tewerkstellingsopties achteraf?
!
!
IN
TE
VULLEN
DOOR
COÖRDINATOR
> > > OPLEIDING :
Naam:
Voornaam:
Adres: :
Postcode:
Gemeente:
Geboortedatum:
Telefoonnummer:
E-mailadres: 1 Waarom wens je deze opleiding bij SYNTRA te volgen?
2 Welke opleiding volgde je voorheen?
3 Welk is je hoogst behaalde opleidingsniveau?
4 Hoe ben je op de hoogte gekomen van het bestaan van deze opleiding?
5 Welke verwachtingen heb je over de inhoud?
6 Welke verwachtingen heb je over de lesvorm?
!
!
7 Welke verwachtingen heb je over de medecursisten?
8 Welke verwachtingen zijn er over de tewerkstellingsopties achteraf?
9 Welke factoren hebben je beslissing om deze opleiding te volgen het meest beïnvloedt?
10 Welke andere factoren hadden je beslissing kunnen beïnvloeden?
e-gender is een initiatief van vzw E-lab Vlaanderen (www.elab.be) met de steun van ESF en VESOC. Gegevens worden enkel gebruikt voor gegevensverzameling voor het project, en worden op geen enkele manier voor communicatiedoeleinden gebruikt.
Naam:
Voornaam:
Adres: Postcode:
Gemeente:
Geboortedatum:
Telefoonnummer:
E-mailadres:
1 Biedt de opleiding op vlak van lesinhoud voor jou een voldoende antwoord op je verwachtingen die je voor het starten van de opleiding had? Leg uit welke verwachtingen overeenkomen en welke niet:
2 Biedt de opleiding op vlak van lesvorm voor jou een voldoende antwoord op je verwachtingen? Leg uit welke verwachtingen overeenkomen en welke niet?
3 Hoe denk je over je medeleerlingen? Zijn ze anders dan je voor de cursus verwacht had? Zo ja, waarom?
4 Zijn je verwachtingen naar tewerkstellingsmogelijkheden gewijzigd, zo ja hoe?
5 Wat zou je willen veranderen aan het lessenpakket en wat zou je zeker behouden?
6 Als je iets aan de opleiding zou aanpassen, wat zou je dan concreet veranderen?
7 Hoe kunnen we, volgens jou, meer meisjes aantrekken voor deze opleiding (op vlak van opendeurdagen, website, brochure)?
8 Vind je dat er iets aan de opleiding moet veranderen om deze interessanter te maken voor meisjes? Zo ja, wat zou je aanpassen ?
9 Hoe zou je de inhoud en lesvorm aanpakken waardoor meer meisjes kiezen voor deze opleiding?
e-gender is een initiatief van vzw E-lab Vlaanderen (www.elab.be) met de steun van ESF en VESOC. Gegevens worden enkel gebruikt voor gegevensverzameling voor het project, en worden op geen enkele manier voor communicatiedoeleinden gebruikt.
!
!
IN
TE
VULLEN
DOOR
COÖRDINATOR
!
!
> > > OPLEIDING :
Naam:
Voornaam:
Adres: Postcode:
Gemeente:
Geboortedatum:
Telefoonnummer:
E-mailadres: 1 Biedt de opleiding op vlak van lesinhoud voor jou een voldoende antwoord op je verwachtingen die je voor het starten van de opleiding had? Leg uit welke verwachtingen overeenkomen en welke niet:
2 Biedt de opleiding op vlak van lesvorm voor jou een voldoende antwoord op je verwachtingen? Leg uit welke verwachtingen overeenkomen en welke niet?
3 Hoe denk je over je medeleerlingen? Zijn ze anders dan je voor de cursus verwacht had? Zo ja, waarom?
4 Zijn je verwachtingen naar tewerkstellingsmogelijkheden gewijzigd, zo ja hoe?
5 Wat zou je willen veranderen aan het lessenpakket en wat zou je zeker behouden?
6 Als je iets aan de opleiding zou aanpassen, wat zou je dan concreet veranderen?
7 Hoe kunnen we, volgens jou, meer meisjes aantrekken voor deze opleiding (op vlak van opendeurdagen, website, brochure)?
8 Vind je dat er iets aan de opleiding moet veranderen om deze interessanter te maken voor meisjes? Zo ja, wat zou je aanpassen?
9 Hoe zou je de inhoud en lesvorm aanpakken waardoor meer meisjes kiezen voor deze opleiding?
e-gender is een initiatief van vzw E-lab Vlaanderen (www.elab.be) met de steun van ESF en VESOC. Gegevens worden enkel gebruikt voor gegevensverzameling voor het project, en worden op geen enkele manier voor communicatiedoeleinden gebruikt.
INSTROOM ICT is een wereld van snelle jongens, ‘nerds’ en ‘freaks’. Dit negatieve imago in combinatie met weinig mogelijkheden voor combinatie werk en privéleven schrikt meisjes af om voor een ICT-opleiding te kiezen. 1 Hoe kan je de ICT-sector en -opleidingen aantrekkelijker voorstellen voor zowel meisjes als jongens?
Het informeren afstemmen op meisjes is daarom noodzakelijk, maar toch richten ICT-opleidingen zich vaak onbewust bij de voorlichting en werving op de doelgroep die ze al kennen: jongens die een fascinatie hebben voor ICT. 2 Wat is belangrijk om te vermelden (zowel inhoudelijk als beeldmateriaal) in de brochures van de school om meer meisjes aan te trekken in ICT-opleidingen? Waarop moet gelet worden?
Meisjes hebben nood aan een vrouwelijke ‘Bill Gates’. Er zijn amper vrouwelijke rolmodellen in de ICT-sector waardoor meisjes amper kiezen voor ICT-opleidingen. 3 Kunnen vrouwelijke studenten, leerkrachten en informatici soelaas bieden als rolmodellen? Op welke manier?
4 Uit literatuuronderzoek blijkt wel dat rolmodellen maar een tijdelijk effect hebben. Hoe kunnen we dit tegengaan?
Het is zinvol om na te denken over een ‘tweesporenbeleid’, waarbij je bij jongens rekening houdt met hun belangstelling voor techniek en bij meisjes een beroep doet op hun sociale en maatschappelijke betrokkenheid. 5 Vind u dat meisjes op een andere manier benaderd moeten worden? Hoe zou u dit aanpakken?
Meisjes die van jongs af aan in contact komen met ICT, hebben meer oog voor een mogelijke studie in ICT-opleidingen. 6 Welke activiteiten kan een school (en leerkrachten) organiseren om meisjes in contact te brengen met ICT?
Het verschil tussen jongens en meisjes leidt tot de zogenaamde ‘experience gap’ of het verschil in ervaringsniveau. Meisjes schatten zichzelf ook vaak lager in dan jongens waardoor ze zichzelf minder zelfzeker voelen. Dit wordt omschreven als de ‘confidence gap’. 7 Hoe kan je deze problemen in school opvangen?
Niet alles werkt! 8 Wat mag vooral niet gebruikt worden om meisjes aan te trekken voor ICT-opleidingen?
OPLEIDING Geen meisjes zonder een genderbeleid! 1 Is er sprake van een genderbeleid op school?
2 Welke acties kunnen/moeten ondernomen worden voor een beter diversiteitsbeleid in de school?
Meisjes hechten groot belang aan verschillende inhoudelijke aspecten in een ICT-opleiding, bijvoorbeeld aandacht voor nut en relevantie, voor product én proces, voor ontwikkeling van persoonlijke professionele vaardigheden, … 3 Welke aspecten zijn nog belangrijk voor meisjes en hoe kunnen we hier rekening mee houden?
Naast de inhoudelijke aspecten, hechten meisjes ook belang aan de manier waarop les wordt gegeven. 4 Welke manieren van lesgeven hebben een positieve impact op meisjes en hoe kunnen we deze integreren in het lessenpakket?
Doordat meisjes weinig voorbeelden van andere vrouwen in ICT kennen, hebben zij vaak een vaag beroepsbeeld. Voor jongens maakt dat niet zoveel uit: ze zien wel. Maar meisjes piekeren tijdens de opleiding vaker over hun toekomst.
5 Hoe kunnen we studenten in contact brengen met de beroepspraktijk?
6 Hoe kunnen we het tekort aan vouwelijke rolmodellen toch opvangen?
Het ruikt er zo muf en de spiegel aan de muur is al héél lang verdwenen. Geen denken aan dat ik tusssen die ‘nerds’ ga zitten… 7 Wat kan de school doen om een cultuur, sfeer en studieomgeving te creëren waar zowel jongens als meisjes zich thuis voelen?
Extra ondersteuning en begeleiding van meisjes in een ‘mannelijke’ opleiding is best op zijn plaats. Echter uitzonderingsposities worden ook niet gewaardeerd. Meisjes willen niet opvallend positief gediscrimineerd worden. 8 Hoe zou de school ondersteunende en begeleidende maatregelen kunnen nemen voor meisjes in ICT-opleidingen?
Leerkrachten zijn de belangrijkste personen die helpen bij het bouwen van een brug naar de toekomst van de individuele student. Het is dus belangrijk dat hij/zij vrij zijn van (voor) oordelen, dat hij/zij voldoende kennis heeft van leerstijlen, vervolgopleidingen en beroepen die aansluiten op de opleidingen. 9 Wat zijn belangrijke aspecten waar de leerkracht rekening mee moet houden willen we meer meisjes warm maken voor ICT-opleidingen en –beroepen?
10 Wat kan een leerkracht best niet doen?
e-gender is een initiatief van vzw E-lab Vlaanderen (www.elab.be) met de steun van ESF en VESOC. Gegevens worden enkel gebruikt voor gegevensverzameling voor het project, en worden op geen enkele manier voor communicatiedoeleinden gebruikt.
DOORSTROOM Voor sommige meisjes kan extra ondersteuning op zijn plaats zijn om bijvoorbeeld vroegtijdige uitval te voorkomen. 11 Waarom stromen meisjes volgens u vroegtijdig uit?
12 Op welke manier zou de school vroegtijdige uitval kunnen voorkomen en welke acties moeten ondernomen worden?
E-gender is een initiatief van vzw E-lab Vlaanderen Maastrichterstraat Tel.:
011
300
63, 254
3500 Fax:
011
Hasselt 300
258
[email protected]
S A M E N S T E L L I N G E N R E DA C T I E :
Veerle Stevens ( project manager e-gender ), E l l e n Tu l k e n s ( s t a g i a i r e e - g e n d e r ) >>>
[email protected]
VORMGEVING EN CREATIEVE BEGELEIDING:
Thomas Odeurs ( communicatie manager e-gender ), Va n e s s a D e S o u s a ( g r a f i s c h v o r m g e e f s t e r ) >>>
[email protected] >>>
[email protected]
DRUK :
Drukkerij Baillien – Maris
UITGAVE :
Juli 2008
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER :
Theo Veyfeyken, (Secretaris E-Lab)
ESF: Bijdragen tot de ontwikkeling van de werkgelegenheid door het bevorderen van inzetbaarheid, ondernemerschap, aanpasbaarheid en gelijke kansen, en door hey investeren in menselijke hulpbronnen. http://europa.eu.int/esf