Waarom budgetcoach Breda In de afgelopen decennia zijn veel jongere ouderen in een situatie gekomen waarin ze geen betaald werk meer “hoeven” te verrichten, of waarin ze daartoe - na een gedwongen ontslag niet meer de kans krijgen. Hierdoor dreigt veel “human capital” onbenut te blijven. Het is tegen deze achtergrond dat Ad Mol en Gerrit Kruis het initiatief hebben genomen te onderzoeken of er mogelijkheden zijn dit kapitaal in te zetten voor sociaal waardevolle activiteiten waarvoor geen of onvoldoende financiering aanwezig is. In 2007 gingen ze over dit thema in gesprek met het Instituut maatschappelijk Welzijn (IMW) in Breda. In samenspraak met mensen van dit instituut, later ook met de Kredietbank Breda (KB), werd de gedachte ontwikkeld om 55+ers in te zetten bij de integrale schuldhulpverlening zoals beide instellingen die in Breda gestalte geven. Activiteiten in die richting leken kansrijk omdat veel huishoudens in zware financiële problemen zitten. De reguliere hulpverlening heeft niet voldoende tijd om dicht op (het gedrag van) die huishoudens te zitten, terwijl juist in het dagelijks gedrag ingrijpende verandering nodig is. Eind 2007 ging het project Budgetcoach Breda van start met een klein aantal vrijwilligers: budgetcoaches. Het eerste jaar werd benut om te bekijken hoe de budgetcoach een zinvolle functie kan vervullen in aanvulling op de bestaande professionele hulp. In de periode 2007 t/m 2010 werden ruim vijftig aspirant coaches geworven; in vijf cursussen/trainingen werden ze voorbereid op het werk van budgetcoach. De aanmelding van aspirant coaches verliep spontaan. Het project kreeg veel goede publiciteit in de plaatselijke pers. De vrijwilligersorganisatie “Breda Actief” bracht het project op een wervende manier onder de aandacht van vrijwilligers, van wie men de indruk had dat ze het werk aankonden/kunnen. In de loop van de tijd meldden zich ook vrijwilligers uit (veel) jongere leeftijdsklassen, soms ook om zinvol werk te doen naast een betaalde baan. Deze meer gevarieerde samenstelling van de groep werkte en werkt verrijkend. Eind 2010 zijn ruim dertig coaches actief. Zij bedienen 60 cliënten. Het Fonds Maatschappelijke Ontwikkeling (FMO) van de gemeente Breda verschafte de financiën voor het project. Dit fonds stelde zich ten doel de maatschappelijke samenhang en de sociale participatie in de gemeente te versterken. Het FMO was actief in de periode 2007 tot medio 2010. Budgetcoach Breda heeft een website budgetcoach-breda.nl. Periodiek verschijnt een nieuwsbrief die ook op de site te vinden is. Per 1 januari 2011 wordt het werk van Budgetcoach Breda ondergebracht bij het Instituut Maatschappelijk Welzijn (IMW) Breda. Het werk vindt zijn plaats naast dat van VIA (Voorlichting Informatie Advies) en het Bureau Sociaal Raadslieden (BSR)In de voor u liggende tekst beschrijven we de wijze van werken van de budgetcoach en de context waarin hij/zij dit vrijwilligerswerk doet. Uit het redactioneel commentaar van het NRC-Handelsblad van 8 september 2010. Jaarlijks verlaten 40.000 kinderen de basisschool met een leesachterstand. Dat is erg maar is slechts het begin van de echte ellende. Deze kinderen verleren het lezen en schrijven allengs verder en worden verborgen paria’s. Door het groeiend belang van internet heeft de maatschappij geletterde burgers nodig op elk niveau. Welnu, dat kunnen die achtstegroepers, net begonnen aan de toekomst, wel vergeten. Deze week van de alfabetisering, die vandaag culmineert in de Dag van de Alfabetisering, wordt alarm geslagen. Drie jaar geleden werd al becijferd dat gemiddeld 1 op de 10 Nederlanders op zijn minst moeite heeft met lezen, schrijven of rekenen. Er zijn dus anderhalf miljoen burgers laaggeletterd of volledig analfabeet. Dat is niet per definitie een probleem van allochtonen met achterstallig Nederlands. Eén miljoen laaggeletterden is autochtoon. Nauwelijks kunnen lezen en schrijven is behalve een sociale ook een persoonlijke ramp…...
We nemen deze tekst op omdat juist de laaggeletterdheid een belangrijke risicofactor is die mensen in de administratieve en financiële problemen brengt. Laaggeletterdheid is natuurlijk niet de enige oorzaak tot het ontstaan van een schuldenproblematiek. Wel moet met die factor goed rekening worden gehouden om, samen met de cliënt, een “passend” systeem van administratie, archivering en budgetbeheer op te zetten. “Passend”: aansluitend bij de mogelijkheden en vaardigheden van de cliënt. Het systeem moet zodanig zijn dat de cliënt, na een oefenperiode, er zelfstandig mee kan werken.
II VISIE OP SCHULDHULPVERLENING Wie op internet “budgetcoach” aanklikt ziet een aanbod van budgetcoaches in vele soorten en maten. Het voert te ver hier te pogen een rubricering te geven van deze verschillende soorten. Eén onderscheid is hier echter van belang. Er zijn coaches die hun diensten rechtstreeks aanbieden aan mensen die in ernstige financiële moeilijkheden zijn geraakt, waardoor schuldenproblematiek is ontstaan. Op die manier ontstaat een directe samenwerkingsrelatie tussen coach en cliënt; mogelijke hulpverlening in de psychosociale sfeer kan mede een rol spelen, het hoeft niet. In Breda hebben we gekozen voor een constructie waarbij het werk van de budgetcoach is ingebed in het werk van het IMW en de KB. Dat wil zeggen dat de budgetcoach een plaats heeft in de integrale schuldhulpverlening. De integrale schuldhulpverlening gaat uit van de gedachte dat schuldenproblematiek niet op zichzelf staat. Integendeel. Achter deze problematiek gaan tal van oorzaken schuil die ook nog eens zeer uiteenlopend (kunnen) zijn. Denk aan: relatieproblemen, het verlies van een betaalde baan en dergelijke. Bij de integrale schuldhulpverlening wordt gestreefd naar de opheffing van schulden; daarnaast loopt een traject met de cliënt, gericht op het wegwerken van de achterliggende oorzaken, cq gericht op het verminderen van de kracht van die oorzaken. De cliënten worden uit zeer verschillende maatschappelijke organisaties aangemeld, zoals het IMW, Kredietbank, MEE, Prisma, Samen naar Werk, GGZ, Vluchtelingenwerk, SOB, Home Start, Valkenhorst (vrouwenopvang), Eerstelijnspsychologe via Wmo, Open Kerk. De samenwerking tussen budgetcoach en hulpverlener krijgt vorm in de zo genoemde tandemconstructie. Hasters verwijst in zijn boek Integrale schuldhulpverlening naar De Greef die een typering geeft van de oorzaken die tot problematische schulden kunnen leiden. Het is van belang dat de budgetcoaches enig zicht hierop hebben. (1) Plotselinge veranderingen in inkomen en/of uitgaven en de daaruit voortvloeiende noodzaak om zich aan te passen aan de nieuwe situatie (aanpassingsschulden). (2) Het ontbreken van reserves door langdurig leven op basis van een laag inkomen (overlevingsschulden). (3) Overbesteding vanwege het willen compenseren van stressvolle gebeurtenissen of als onprettig ervaren situaties in iemands leven (compensatieschulden). (4) Stelselmatig meer uitgeven dan er aan inkomen feitelijk te besteden is (overbestedingsschulden
III DE TANDEMCONSTRUCTIE De budgetcoach werkt in een driehoek: budgetcoach-hulpverlener-cliënt. Aan de spelers in die driehoek worden hoge eisen gesteld waar het de communicatie betreft, vooral aan de budgetcoach en de hulpverlener. Dat wat de budgetcoach doet moet sporen met de aanpak van de hulpverlener. De hulpverlener moet weten wat de budgetcoach doet en daarmee instemmen. De hulpverlener en de budgetcoach werken samen in een tandemconstructie. De hulpverlener zit voorop; hij/zij bepaalt de richting, het tempo van de hulpverlening. De budgetcoach is volgend. Dat betekent niet volgend in lijdzame zin. Een goede communicatie tussen beiden is een voorwaarde voor de effectiviteit van de inzet van de budgetcoach. In veel gevallen gaat de budgetcoach van start met een budgetplan dat de goedkeuring wegdraagt van de hulpverlener en de Kredietbank (KB). In dit plan houdt de KB een bedrag in van de lopende inkomsten van de cliënt. Dat bedrag wordt aangewend om de overeengekomen aflossing van de schulden na te komen. De rest van het de inkomsten, dat is het Vrij Te Laten Bedrag (VTLB), is ter beschikking van de schuldenaar, de cliënt. Het VTLB is laag. Indien (nog) geen budgetplan voorhanden is, zorgt de hulpverlener – in samenspraak m et de budgetcoach – voor een duidelijk kader en een duidelijke opdracht voor de budgetcoach. Het is voor de cliënt de kunst om met dit bedrag rond te komen. De budgetcoach spant zich in om de vaardigheden van de cliënt hierin te ondersteunen en te versterken. De samenwerking tussen coach en cliënt gebeurt bij de cliënt aan huis. In het project wordt wel gezegd: het gesprek, de aanmoediging, de coaching vindt plaats “aan de keukentafel”. Met deze aanduiding wil gezegd zijn dat de coaching in de meest vertrouwde, eigen sfeer van de cliënt wordt geboden. Een overzicht van de taken waarvoor de budgetcoach zich ziet gesteld geven we in een volgend hoofdstuk. Het uiteindelijke doel: bestaande schulden worden afgelost; het ontstaan van nieuwe wordt voorkomen. De budgetcoach brengt maandelijks schriftelijk (e-mail)verslag uit aan de hulpverlener (c.c. naar het secretariaat). Het functioneren van iedere tandem vindt driemaandelijks plaats, eventueel om de zes maanden. Bij deze evaluatie is de coördinator aanwezig. De taken van de budgetcoach Voor de omschrijving van de taken bestaat een vrij uitvoerige beschrijving. Op hoofdlijnen gaat het om: inkomende post met de cliënt behandelen; de uitgavenstroom in kaart brengen, het leren beheersen daarvan middels een huishoudboekje. Nagaan of bestaande regelingen correct worden benut. Het signaleren en doorgeven van zorgpunten/vraagpunten van de cliënt naar de hulpverlener, voortkomend uit het werk “aan de keukentafel”. De opleiding en scholing De budgetcoaches krijgen een opleiding/training van zes dagen. Van die opleiding is een uitgebreide cursusmap beschikbaar. Onderwerpen die aan de orde komen zijn onder meer de volgende. De kunst en kunde van het werken in de driehoek: budgetcoach – hulpverlener – cliënt. Bij dit onderdeel treden op: hulpverleners die met budgetcoaches samenwerken en ervaren budgetcoaches. Wat is coaching en welke manier past bij jou persoonlijk? Rollenspellen; bespreking van valkuilen. De belangrijkste instanties waarmee je te maken krijgt: De Kredietbank (KB), het Instituut voor Maatschappelijk Welzijn (IMW), de Afdeling Sociale Zaken van de gemeente.
Het proces De budgetcoach werkt in de driehoek budgetcoach – cliënt – hulpverlener. Het werk van de coach is erop gericht de zelfredzaamheid van de cliënt te versterken. Het is hiertoe noodzakelijk dat de cliënt steeds goed “in beeld” blijft; ook in de samenwerking met de hulpverlener. De mensen die een belangrijke rol spelen in de bewaking van het voortgangsproces zijn de coördinator en de intakebegeleider. De laatste zorgt voor een goede koppeling van cliënt en budgetcoach; hij ziet erop toe dat in de eerste maanden van de begeleiding een stevige samenhang ontstaat in de hierboven genoemde driehoek. Het door ons ontwikkelde cliëntvolgsysteem volgt de begeleiding stap voor stap. Dit systeem verdeelt het coachingstraject in een aantal fasen. (1) Aanmelding van de cliënt en beoordeling door de coördinator of de cliënt coachbaar is. De professional van de organisatie die een cliënt aanmeldt, stuurt aan de coördinator een korte schets van de cliënt en van zijn/haar actuele situatie en de punten waarop coaching noodzakelijk/wenselijk is. De coördinator beoordeelt, indien nodig na een gesprek met de professional, of van de inzet van een budgetcoach reële resultaten zijn te verwachten. Bij die beoordeling wordt onder meer gelet op: de motivatie van de cliënt en haar/zijn vermogen voldoende effectief te kunnen communiceren. Verder wordt nagegaan of de (thuis)situatie van de cliënt, waarin de coach en cliënt gaan samenwerken, voldoende veilig is. Dit laatste is van belang omdat in beginsel de coaching bij de cliënt aan huis plaats vindt. Wij spreken van samenwerking budgetcoach/cliënt “aan de keukentafel”. Hiermee worden twee doelen gediend: de mogelijkheid een persoonlijke band te maken wordt zo groot mogelijk; de budgetcoach krijgt, op een vanzelfsprekende manier, goed zicht op het reilen en zeilen van de huishouding van de cliënt. (2) De intake van de client en de start van het coachingtraject Voorafgaand aan de intake is bij de cliënt gepeild of zij/hij de wenselijkheid van de inzet van de budgetcoach onderschrijft. Is dit het geval, dan vindt een intakegesprek plaats tussen de intakebegeleider, de hulpverlener, de budgetcoach. In dit gesprek worden de doelen van de coaching in zo concreet mogelijke termen beschreven. De budgetcoach en de hulpverlener maken werkafspraken. Er wordt een afspraak voor een vervolggesprek gemaakt voor over drie weken; dan is de “check” of de samenwerking goed verloopt. Na het intakegesprek gaan de hulpverlener en de budgetcoach samen op huisbezoek bij de cliënt voor de persoonlijke introductie van de budgetcoach. De intake-begeleider volgt het begeleidingsproces gedurende de eerste drie maanden. Daarna wordt de intakefase afgerond. (3) De uitvoering Als de budgetcoach begint, treft hij/zij - in de regel - een weinig ordentelijke situatie aan, waar het de administratie en boekhouding betreft. In veel gevallen zal de budgetcoach zijn/haar cliënt in de begin periode wel eens per week bezoeken om een begin van ordening aan te brengen. De budgetcoach houdt de hulpverlener op de hoogte door maandelijks een verslag op te sturen. Dit verslag gaat in cc naar het secretariaat van het project. Het secretariaat houdt een volledige “file” bij van iedere cliënt (zie hierna: “Administratieve Organisatie”).Na de beginperiode bezoekt de budgetcoach – als regel – de cliënt eens per twee weken. (4) De voortgangsbewaking De uitvoering wordt ondersteund en, indien nodig, bijgestuurd door periodieke evaluatiegesprekken. Deze worden gevoerd door de coördinator, de hulpverlener en de budgetcoach. Als gespreksdocument dient de verzameling verslagen van de budgetcoach over de verstreken periode. Dit document wordt geleverd door het secretariaat. De coördinator schat per cliënt in wat de frequentie van die gesprekken moet zijn: 3 of 6 maanden. In de gesprekken komen onder meer aan de orde: de voortgang van het coachingstraject; het bereiken van de gestelde doelen; de belasting van de budgetcoach; de kwaliteit van de samenwerking. De coördinator maakt het verslag en stuurt dit naar de gesprekspartners en in cc naar het secretariaat.
(5) Beëindiging en nazorg Als de administratie op orde is èn het perspectief bestaat dat de cliënt het verder weer zelf aankan, wordt het coachingstraject beëindigd. Het dossier van de cliënt wordt gesloten. Waar nodig houdt de budgetcoach nog enige tijd een oogje in het zeil.
V DE BUDGETCOACH Op grond van de ervaringen is een functieomschrijving en een (niet uitputtende) lijst van taken voor de budgetcoach opgesteld. Voorts zijn criteria ontwikkeld voor de toelating van vrijwilligers tot het project . De budgetcoach werkt steeds in een tandemconstructie d.w.z. dat hij/zij een duo vormt met een professionele hulpverlener. De hulpverlener is eindverantwoordelijk en aansprakelijk. Hij/zij is de tandembestuurder. De budgetcoach is steeds gericht op het bevorderen van de zelfredzaamheid van de cliënt. Hij/zij doet alles met medeweten van de cliënt. Hij/zij werkt aan de keukentafel vanuit een samen met de hulpverlener geformuleerde opdracht. De aanmelding van de budgetcoaches verloopt spontaan. Dat wil zeggen dat we vanuit het project geen actieve wervingsacties hoeven te ondernemen. De spontane aanmelding wordt bevorderd door een zeer positieve plaatselijke pers en door de opstelling van de Bredase vrijwilligersorganisatie “Breda Actief”. Vrijwilligers die belangstelling hebben worden ieder uitgenodigd voor een persoonlijk gesprek. In dat gesprek wordt een aantal criteria gehanteerd voor de toelating. Deze vatten we hier samen. Criteria toelating budgetcoach Er is een lijst met criteria voorhanden waarin vrij uitgebreid de gevraagde competenties worden aangeduid (zie hierna het hoofdstuk “ Administratieve Organisatie). Hier vermelden we enige hoofdzaken. Het is van groot belang dat de budgetcoach zonder vooroordelen kan kijken naar mensen uit de doelgroep. Een werkbaar evenwicht tussen betrokkenheid en afstand is belangrijk. Hij/zij zal moeten kunnen samenwerken met professionals en de instituten waar deze werkzaam zijn. In die samenwerking wordt ook loyaliteit gevraagd, “ geen praatjes op de gang”. Het werk vraagt een praktische benadering van concrete problemen, voldoende inzet in tijd, een redelijke kennis/vaardigheid in het omgaan met de computer. Basisafspraken Van de budgetcoach wordt verwacht dat hij/zij zich een dag per week (gemiddeld) zal inzetten voor twee cliënten. Hij/zij doet één keer per maand mee aan het collegiaal werkoverleg. Indien nodig kan hij/zij een beroep doen op persoonlijke begeleiding. In een vrijwilligerscontract staat verder vermeld dat de budgetcoach in principe tekent voor een inzet van één jaar. Begeleiding en evaluatie Als de budgetcoaches eenmaal aan het werk zijn, komen ze maandelijks bijeen om ervaringen uit te wisselen en te werken aan het verscherpen van hun inzichten en vaardigheden. Deze bijeenkomsten worden (be)geleid door de coördinator en ervaren coaches. Deze laatsten worden geworven door de coördinator. Tijdens de inwerkperiode van rond de drie maanden houdt de intakebegeleider een vinger aan de pols of de begeleiding aan de verwachtingen voldoet. Het gaat daarbij om de verwachtingen van de cliënt èn de hulpverlener. Die inwerkperiode wordt afgesloten met een evaluatiegesprek tussen de budgetcoach, de coördinator en de hulpverlener. Ook daarna worden periodiek evaluatiegesprekken gehouden tussen de coördinator, de budgetcoach en de hulpverlener. De frequentie van deze gesprekken wordt naar behoefte bepaald: per drie òf per zes maanden. Als de budgetcoach niet naar tevredenheid functioneert zal dit gekoppeld aan bovengenoemde criteria worden vastgesteld. Bezien zal dan worden wat er moet gebeuren.
VI DE ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE Het is van groot belang dat de voortgang van een coachingstraject goed in beeld blijft. Hiertoe is een systeem van administratieve organisatie opgezet dat we hieronder kort aangeven. De werving van de budgetcoaches Er is een tekst waarin de criteria zijn opgesomd die worden gehanteerd in het kennismakings/sollicitatiegesprek met vrijwilligers die zich aanmelden. De toelating van de cliënt Er is een aantal ijkpunten geformuleerd. Deze zijn niet vastgelegd in een afzonderlijk document. Daarom worden ze hier vermeld. • De motivatie van de cliënt. • Haar/zijn vermogen effectief te kunnen communiceren. • De veiligheid in de thuissituatie van de cliënt, waar de coaching Het vrijwilligerscontract Hierin zijn de rechten en plichten van de budgetcoach en van Budgetcoach Breda beschreven. De verslagen van de budgetcoaches De budgetcoaches leggen hun maandelijks verslag vast in een format. Hierin is plaats voor de voortgang van hun werk en registratie van de bestede tijd (ook reistijd, tijd besteed aan acties). Het cliëntvolgsysteem Hierin wordt de (voort)gang van het coachingstraject in stappen uiteengelegd. Het samenvattend beeld van welke budgetcoach samenwerkt met welke hulpverlener en cliënt Dit overzicht wordt maandelijks bijgewerkt en is een belangrijk document voor het (maandelijks) overleg tussen de coördinator, de intake-begeleider, het secretariaat.
Breda, november 2010 © Ad Mol & Gerrit Kruis, initiatienemers van Budgetcoach Breda budgetcoach-breda.nl