Waardig afscheid nemen
Begrafenissen en armoede
Waardig afscheid nemen Begrafenissen en armoede
– Uitingen van respect voor de doden waren in de prehistorie de eerste tekenen van beschaving. Wij zijn hier vandaag om ons respect te betuigen aan al wie gestorven is in de straten van onze stad, aan al wie zonder twijfel met een geruster gemoed zou hebben geleefd als hij had geweten dat wij hier vandaag staan om zijn leven te herdenken. Uit de viering voor de straatdoden op 13 maart 2007 in het stadhuis van Brussel
Deze uitgave is ook beschikbaar in het Frans onder de titel : Un adieu digne pour tous. Les funérailles des personnes indigentes. Een uitgave van de Koning Boudewijnstichting, Brederodestraat 21 te 1000 Brussel Auteur : Isa Van Dorsselaer Coördinatie voor de Koning Boudewijnstichting Françoise Pissart, directeur Sabine Denis, programma-adviseur Ann Vasseur, directieassistente Grafische vormgeving : MEGALUNATRIUMVIRAAT Druk : Arte-Print Illustraties : © Dreamstime op pagina’s 5, 7, 9, 12, 15, 17 en cover. Deze uitgave kan gratis worden gedownload van onze website www.kbs-frb.be Deze uitgave kan gratis besteld worden : on-line via www.kbs-frb.be per e-mail naar
[email protected] telefonisch bij het Contactcentrum – Koning Boudewijnstichting, tel +32-70-233 728, fax +32-70-233 727 Wettelijk depot : D/2007/2893/36 ISBN : 978-90-5130-588-3 EAN : 9789051305883 NUR : 749 Oktober 2007 Met de steun van de Nationale Loterij De Koning Boudewijnstichting heeft geprobeerd contact op te nemen met al wie copyright heeft op de illustraties in deze publicatie. Indien er foto’s werden afgedrukt zonder voorkennis van de rechthebbenden, dan kunnen die zich wenden tot de Koning Boudewijnstichting, Brederodestraat 21, B-1000 Brussel.
|
Inleiding
– Zeven maanden lag Freddy thuis in zijn sociale flatje in Antwerpen. Dood. Zeven maanden lang werd hij door niemand gemist. Geen mens wil alleen sterven. Maar het gebeurt. Het lichaam blijft liggen in het ziekenhuis of het rusthuis. Niemand komt groeten. Niemand begint de plannen uit te tekenen voor die laatste reis. Als dat gebeurt, of als de familie niet wil of kan betalen, is het aan het OCMW of aan de gemeente om de begrafenis op zich te nemen. Veel gemeenten doen alles opdat de uitvaart van kansarmen waardig verloopt. Maar alles kan beter. Wij zetten de puntjes op de i. Afscheid nemen kan je maar een keer. Koning Boudewijnstichting Oktober 2007
© Dreamstime
Waardig afscheid nemen | Begrafenissen en armoede
|
Wie betaalt? De wet is duidelijk: als niemand het initiatief tot begraven neemt, moet in Vlaanderen de gemeente waar de man of vrouw was ingeschreven, dat doen. In Brussel is dat de gemeente waar hij of zij overleed. Soms is er wél familie, maar wil die niets te maken hebben met de overledene, omdat ze vervreemd waren van elkaar of in onmin leefden. Soms wil de familie niets liever dan een mooie laatste eer bewijzen, maar kan ze dat niet betalen. In beide gevallen moet de gemeente – of het OCMW dat de opdracht in haar plaats uitvoert – beslissen of zij voor de familie betaalt. Die heeft namelijk onderhoudsplicht; het OCMW kan niet verplicht worden om de kosten op zich te nemen. In de feiten wordt voor kansarme families het chequeboekje meestal zonder discussie bovengehaald. Ook in de andere gevallen wordt er eerst begraven en later uitgevist wie wat betaalt. Een dode laat je niet wachten; en wettelijk moet er binnen de zeven dagen worden begraven. Bij een beslissing over de betaling hanteren OCMW’s de billijkheidsregel: als de familie vervreemd is van de dode zullen ze er niet op aandringen dat ze de kosten voor de begrafenis ophoest.
Wie begraaft? Volgens het Vlaamse decreet op de begraafplaatsen moet de teraardebestelling van “behoeftigen” op “behoorlijke wijze” gebeuren. Wat dat betekent, maken gemeenten en OCMW’s echter zelf uit. En daar blijken behoorlijk wat verschillen in te bestaan. Sommige gemeenten hebben na een openbare aanbesteding een – of meer – begrafenisondernemers in de arm genomen. Wie de beste prijs gaf en voldeed aan het lastenboek, kreeg de opdracht. Andere werken met een beurtrol onder de uitvaartondernemingen op hun grondgebied. In Brussel hebben sommige gemeenten een eigen lijkwagen en personeel ter beschikking.
–
OCMW-begrafenissen doen wij uit plichtsbesef. En ze zijn als een visitekaartje. In ons contract staat uitdrukkelijk dat we geen onderscheid mogen maken tussen deze en andere begrafenissen en – hand op het hart – dat doen we ook niet. Bij ons geen haastwerk of een versleten lijkwagen voor deze uitvaarten. Integendeel, misschien doen we zelfs nog dat tikje meer. Als er niemand is in de kerk om afscheid te nemen van de overledene, gaan mijn dragers niet buiten een sigaret roken of tegenover de kerk een koffietje drinken. Zij zitten dan vooraan om de dienst te volgen.
Gilbert Pues, begrafenisondernemer voor het OCMW van Leuven
Waardig afscheid nemen | Begrafenissen en armoede
|
Elk OCMW heeft een ‘basispakket’ voor de begrafenissen die het betaalt. Als er familie is, wordt hun gevraagd wat ze willen. Er wordt rekening gehouden met de wensen van de dode, als die gekend zijn. Als een familie extra’s wil, moet ze die zelf betalen. Dit basispakket kan erg verschillen van OCMW tot OCMW. Sommige doen alleen het hoogstnoodzakelijke, in andere gemeenten is het uitgebreider. Zo omvat dat van het OCMW van Antwerpen de kist, een bloemstukje, twintig rouwbrieven en -prentjes, de religieuze of burgerlijke dienst en de begrafenis – met kruis op het graf – of de crematie. Elders zijn er geen bloemen of drukwerk. Een koffietafel is er nooit. Als er geen familie is, wordt de dode wel vaker zonder dienst in de grond gestopt. De gemeenten moeten de wilsbeschikking van de overledene respecteren. Zolang diens wensen niet buiten-normaal zijn. Zo past een asuitstrooiing in Mexico niet in een OCMW-budget. Maar er is creativiteit mogelijk. In een Vlaamse stad, waar een dakloze op zee wilde worden uitgestrooid, gaf men wat as mee aan vrienden en werd de rest, zoals voorzien, uitgestrooid op de strooiweide.
–
Als er familie is, nemen we de wensen voor de begrafenis met hen door. Als er geen familie is, proberen we de levenswandel van de persoon in kwestie te reconstrueren om te weten welk afscheid ze hadden gewenst. Het is tijdrovend: de familie opsporen en na de contacten met haar, uitzoeken welke de wensen waren. Maar we laten liever niets aan het toeval over. Dat is een kwestie van respect.
Guido Spanhove, OCMW Oudenaarde
© Dreamstime
Waardig afscheid nemen | Begrafenissen en armoede
|
Enkele cijfers Er zijn geen globale cijfers over OCMW-begrafenissen in Vlaanderen en Brussel. Een telefonische rondvraag geeft een idee van de omvang en de spreiding ervan. Het Antwerpse OCMW financiert jaarlijks tussen de vier- en vijfhonderd begrafenissen; een deel is van overledenen in OCMW-instellingen zoals rusthuizen. Voor steden als Leuven en Luik gaat het om een honderdtal begrafenissen per jaar. Ook voor Brussel is dat het gemiddelde aantal. Andere grote Brusselse gemeenten als Schaarbeek, Elsene of Vorst schommelen rond de vijftig. In kleinere of landelijke gemeenten is het aantal veel lager. Zo betaalt het OCMW van Dendermonde jaarlijks een twintigtal begrafenissen, dat van Bilzen en Oudenaarde een vijftal en Haacht slechts één of twee.
Iedereen tevreden? Gemeenten en OCMW’s doen hun eigen kwaliteitscontroles. In de kleinere gemeenten zijn dergelijke uitvaarten een zeldzaamheid. Vaak woont iemand van de sociale dienst het afscheid bij omdat hij of zij de dode kende; het OCMW kan zo een oogje in het zeil houden. In steden, zeker de grote, is de controle steekproefsgewijs. Antwerpen bijvoorbeeld heeft tussen de vier- en vijfhonderd OCMW-uitvaarten per jaar. Het is voor het OCMW onbegonnen werk om die allemaal bij te wonen. Via steekproeven zijn ze aanwezig op zowat tien procent van de begrafenissen. De basis voor de controles is het lastenboek. Dat kan erg gedetailleerd zijn. Als de begrafenisondernemer zich er niet aan houdt, kan de gemeente of het OCMW boetes opleggen. Bij klachten wordt de begrafenisondernemer op het matje geroepen; er kan ook een onderzoek komen, eventueel met gevolgen voor de voortzetting van het contract.
–
Wij ontvangen weinig klachten over OCMW-uitvaarten. Dit jaar nog geen, vorig jaar twee. Misschien is dat ook omdat deze mensen eenzaam gestorven en begraven zijn. We merken dat mensen soms niet durven te klagen. Ze gaan er – onterecht – vanuit dat dit gevolgen kan hebben voor de andere dienstverlening.
Ombudsvrouw OCMW Antwerpen
Veel gemeenten zeggen geen klachten te ontvangen. Geen problemen dus? Wie zal er klagen over de uitvaart als er niemand aanwezig was? En zelfs als er familie of vrienden in die kerk zaten: veel kansarmen zijn niet mondig. Maar wie het oor te luisteren legt bij kansarmenorganisaties en bij daklozen, thuislozen en drugsverslaafden – mensen in de marge die al te vertrouwd zijn met een OCMW-afscheid – hoort dat er soms wel degelijk reden tot klagen is.
Waardig afscheid nemen | Begrafenissen en armoede
|
–
De zoektocht naar waardigheid is belangrijk in hun leven. ‘Ik ben iemand’. Kansarmen worden in een hoek gedrumd. Ze krijgen niet altijd respect. Niet iedereen slaagt erin om door hun houding en uiterlijk en hun taal heen te kijken naar de mens erachter.
Ina Koeman, stadpastor, Antwerpen
Alles kan beter De houding van de gemeente Klachten? Gemeenten die te agressief bij – vervreemde – familie gaan aankloppen om toch de onderhoudsplicht af te dwingen, of die dit doen tegen de uitdrukkelijke wens van de overledene in. Gemeenten die weinig flexibel zijn voor kleine extra’s. Zo was er een getuigenis over een familie die een zelfgemaakt kruisje wilde voor een graf; als ze dat kon, oordeelde het OCMW, kon ze de rest ook zelf ophoesten. Op sommige plaatsen volstaat zo één eigen initiatief opdat het OCMW alles weigert te betalen. Gemeenten zijn er als de dood voor dat ze als ‘sponsor’ worden gebruikt voor een begrafenis. Een begrijpelijke redenering die volgens critici te ver wordt doorgetrokken.
–
Een huurster uit een sociaal wooncomplex met wie wij werkten, had lang geleden gebroken met haar familie. Ze had uitdrukkelijk laten weten dat ze niet wilde dat haar familie na haar dood gecontacteerd werd. Toch heeft de politie haar vader opgespoord. De wijkagent is er gaan aankloppen met de boodschap dat zijn dochter, die hij al twintig jaar niet meer had gezien, dood was. En of hij ook even de begrafenis kon betalen.
Kris Dom, Samenlevingsopbouw, Gent
© Dreamstime
Waardig afscheid nemen | Begrafenissen en armoede
10 |
–
Tegenover nabestaanden gebruiken sommige OCMW’s zulke dreigende taal: wij betalen dus wij beslissen.
Begrafenisondernemer uit het Antwerpse
Het basispakket Grootse bloemenkransen staan niet op het verlanglijstje als je een dakloze vraagt wat hij op zijn begrafenis zou willen. Ook geen kist van duur rozenhout met gouden handvaten. Wat is er wel belangrijk? Een dienst, al dan niet religieus, waar even wordt stilgestaan bij een leven. Ook en zeker als er verder niemand is om de begrafenis bij te wonen. Rouwprentjes voor familie en vrienden, als aandenken, om op de kast te zetten, als een plek waar ze even bij de dode kunnen zijn. Rouwprentjes zitten zelden in het basispakket. Voor vele doden is er alleen een dienst als er iemand is om die bij te wonen. Omgekeerd moet er soms extra worden betaald voor de as in een columbarium – in plaats van de uitstrooiing – terwijl de rondzendbrief over de begraafplaatsen stelt dat de familie de keuze moet hebben.
–
Gedachteprentjes zijn geen detail. Ik ken daklozen wier enige bezit een portefeuille is. Als ze die opentrekken, steken daar de prentjes in van hun overleden kameraden. Als ze een dak boven het hoofd krijgen, zijn de prentjes het eerste wat op de schouw staat. Ze voelen er zich verbonden door.
Niek Everts, straatpastoraat ’t Vlot, Antwerpen
De begrafenisondernemer Kansarmen hebben het gevoel dat de begrafenisondernemer niet altijd tijd neemt om hen over hun rechten te informeren en om alle mogelijkheden voor de uitvaart met hen door te praten. Kansarmenorganisaties zeggen dat als zij het gesprek tussen begrafenisondernemer en familie bijwonen, de familie naar huis gaat met wat ze wilde; als zij er niet bij waren, keert ze terug met wat de begrafenisondernemer het eenvoudigst leek te vinden voor zichzelf. Kansarmen hebben het gevoel dat de keuze hen ontnomen wordt. Het uur waarop de dienst plaatsvindt bijvoorbeeld – vaak ontiegelijk vroeg en zonder inspraak. Soms wordt een lichaam gecremeerd, tegen de wens in van de familie of overledene, en dus tegen de wet in.
–
Er werd me geen keuze gelaten toen ik mijn vrouw begroef. Liet begraven, want het OCMW betaalde. Ze was zondag gestorven; de begrafenisondernemer die voor de gemeente werkte, wilde haar woensdag al begraven. Dat kwam hem goed uit, zei hij mij, dan kon hij haar snel tussen twee andere
Waardig afscheid nemen | Begrafenissen en armoede
| 11
diensten schuiven. Aan mij werd niets gevraagd. Ik had niet eens de tijd om deftig mensen te verwittigen. Het is niet omdat wij in de rand van de samenleving leven, dat ze ons moeten dumpen als een zakje van de supermarkt. Manu Chiguero, zelforganisatie voor daklozen Chez Nous
–
Mensen weten niet waar ze recht op hebben. Ze laten zich te snel inpakken door de begrafenisondernemer. Ze hebben een beeld van een begrafenis in hun hoofd en ze denken: dat is te duur. Dus ze vragen niet of ze begraven kunnen worden – en niet verast – omdat ze denken dat dit te veel zal kosten. Ze vragen het niet omdat ze niet weten dat ze er recht op hebben. En we merken dat als er niemand van ons meegaat, ze vaak ook buitenkomen met het minimum. Een crematie, geen dienst. Ook over een dienst in de kerk krijgen mensen vaak te horen dat dit niet kan; dat het in de aula moet bij de begrafenisondernemer.
Niek Everts, straatpastoraat ’t Vlot, Antwerpen
Tweederangsgevoel Kansarmen vechten hun leven lang tegen het gevoel dat ze tweederangsburgers zijn. De manier waarop hun begrafenis soms verloopt, is niet van dien aard om familie en vrienden van het tegendeel te overtuigen. Meest gehoorde klachten: te weinig plechtstatigheid; te veel haast bij alles, van de dienst in de kerk tot de asuitstrooiing, als een vervelende klus die snel moet worden afgehandeld; te weinig interesse van alle betrokkenen. Nog genoteerd: essentiële gegevens zoals de datum van het overlijden en de plaats van de geboorte staan verkeerd op het rouwprentje, de naam verkeerd op het grafkruis. Een versleten lijkwagen. Verbod om de uitstrooiing bij te wonen. Te weinig personeel van de begrafenisondernemer zodat een gemeentewerker de kist mee moet dragen. Lijkdragers die voor een OCMW-begrafenis slechts de helft worden betaald. Graven zonder kruis of steen, gewoon een hoop zand.
–
De naam is het wezen van de mens. Ik heb een man weten begraven van wie de naam verkeerd geschreven was op het kruis. Ach, wat maakte het uit? leek de boodschap. Hij was toch alleen, er is niemand om over te klagen. Het zijn geen dikke klanten. Het overlijden van arme mensen lijkt iets ambetants dat men wil wegsteken. Ik zie kisten die langs de zij-ingang worden binnengebracht in plaats van de hoofdingang, dan snel door één man naar voren gerold worden zodra de priester er is, en zonder enige plechtstatigheid. De snelheid waarmee alles wordt afgehandeld – vervoer, uitstrooiing van as – is recht evenredig met het aantal rouwenden: hoe minder hoe sneller. Voor een eigen tekst of een foto op de rouwprentjes moet je betalen, daar is geen recht op. Rechten worden alleen gekocht.
Karel Staes, Centrum Kauwenberg, Antwerpen
Waardig afscheid nemen | Begrafenissen en armoede
12 |
De politie Vooral genoteerd in grote steden: de politie die – in opdracht van OCMW of gemeente – de familie van een eenzame overledene niet tijdig opspoort.
© Dreamstime
Waardig weg Bondgenoten Zeker in de grote steden, waar ook de meeste OCMW-begrafenissen zijn, zijn er organisaties die wat graag helpen het afscheid mooier te maken: een persoonlijke toets tijdens de dienst, een kleine koffietafel of het inzetten van vrijwilligers die de dienst bijwonen van mensen die alleen worden begraven. Het helpt ook wanneer er organisaties kunnen fungeren als tussenpersoon en als tolk. De wereld van kansarmen is soms mijlenver verwijderd van de burgerlijke wereld van de begrafenisondernemer.
– Regen, sneeuw of vrieskou, ik ben er, altijd. De stad belt vrijwilligers als ik
op wanneer ze iemand begraven zonder familie. Ze geven me het adres van het kerkhof, de dag en het uur. En dan sta ik daar alleen aan het graf, met de lijkbidders en de grafdelver. Ik heb bloemen bij. Soms wordt er een gebed gelezen. Soms zijn er wat vrienden. Het is moeilijk om zien, zo een kist alleen. Maar ík ben er toch. Ik heb zelf niemand. Mijn zoon is gestorven toen hij zestien was, mijn man is ondertussen ook dood. Als ik sterf, zou ik graag hebben dat toch iemand me tot aan het graf vergezelt. Daarom doe ik dit. De doden vergeet je niet. Ze moeten waardig kunnen vertrekken.
Astrid, vrijwilligster, Brussel
Waardig afscheid nemen | Begrafenissen en armoede
| 13
Flexibiliteit Andere gesprekspartners dan de familie dulden voor de begrafenis.
–
Onlangs kregen we van een overledene de ene vriend na de andere over de vloer. Ze kenden elkaar vanop café en de vrienden waren bezorgd: zou hun makker wel deftig begraven worden? De man had namelijk geen familie meer. We geven altijd voorrang aan de familie als gesprekspartner voor de begrafenis. Maar we zijn daar flexibel in. Als die er niet is, kunnen dat vrienden zijn. We hebben dus met hen gepraat over wat hij zou hebben gewild.
Frédéric Mylle, Sociaal Huis, Oostende
Ondubbelzinnig signaal De overgrote meerderheid van de begrafenisondernemers neemt haar werk au sérieux, zegt de Vlaamse Autonome Raad voor de Uitvaartondernemingen. Maar rotte appels zijn er in elk beroep. Geef een duidelijk signaal en controleer. Ga er vooral niet vanuit dat klagers wel tot bij u komen, zo zit de doelgroep niet in elkaar. Kansarmenorganisaties pleiten er voor om in de openbare aanbesteding expliciet aandacht te schenken aan het sociale profiel van de begrafenisondernemer en de omgang met de familie – voor, tijdens en na de uitvaart.
–
We hadden af en toe klachten. Over de houding van het begrafenispersoneel. Over het feit dat begrafenissen te snel werden afgehaspeld. In de nieuwe aanbesteding hebben we nu expliciet als voorwaarde gesteld dat de begrafenissen op een waardige manier moeten gebeuren.
Katie Van Cauwenberghe, Dienst Bevolking, Gent
Zorg voor een ritueel, een korte woorddienst, ook als er niemand is om die bij te wonen.
–
Je kan een mens niet zomaar onder de grond stoppen, als een hond, zonder één woord. Je moet erkennen dat hij bestaan heeft. Niemand zou mogen begraven worden zonder een klein ritueel. Zelfs al is er niemand aanwezig. Zelfs al kan je niet meer zeggen dan: niemand kende hem. Toch hoort het zo.
Maureen Jordens, Collectief voor de Straatdoden
Deftig budget De prijs voor een OCMW-begrafenis blijkt te variëren van 400 tot 1.600 euro. Hoeveel is er nodig om deftig te begraven? Het hangt af van het basispakket en van de andere middelen die de gemeente ter beschikking heeft, zoals een eigen lijkwagen. Of misschien zijn er afspraken met de bedieners van de verschillende erediensten voor een gratis dienst. Maar er is een kritisch minimum. Sommige gemeenten kiezen uitsluitend voor de scherpste prijs.
Waardig afscheid nemen | Begrafenissen en armoede
14 |
–
Ik lig soms wakker ’s nachts om te controleren of ik niets ben vergeten. Afscheid nemen kan je maar een keer. En toch moeten mensen die weinig hebben soms pijnlijke keuzes maken omdat het geld er niet is. Ze voelen zich schuldig omdat ze hun dierbare niet de begrafenis kunnen geven die ze voor hem hadden gewild.
Charles Heirbrant, vzw Begrafenissen en crematies
Minimumnormen? Al dan niet opgelegd door de overheid, opdat iedereen recht heeft op dezelfde service?
–
Als kansarme moet je geluk hebben. Woon je in een gemeente die oog heeft voor het belang van waardig begraven, dan is er een deftig afscheid. Anders heb je pech. En de begrafenisondernemers worden dan met de vinger gewezen, want wij staan achteraan in de kerk. Maar wij moeten het doen met het budget dat de gemeenten willen vrijmaken. En elke gemeente maakt zelf uit hoe ze de verplichting om kansarmen te begraven invult. Zijn er niet beter algemene normen voor deze dienstverlening voor alle gemeenten opdat iedereen overal op hetzelfde kan en mag rekenen? Wij leggen als organisatie zelf kwaliteitsnormen op aan onze begrafenis ondernemers. Zo staan wij erop dat er individuele lijkwagens worden gebruikt. Als iemand zich daar niet aan houdt, kunnen we hem schrappen als lid. Verder hebben we geen poot om op te staan.
Bruno Quirijnen, Vlaamse Autonome Raad voor Uitvaartondernemingen
Multicultureel Repatriëring van lichamen van allochtonen naar het land van herkomst is voor OCMW’s te duur. Er kan wel op andere dingen gelet worden.
–
Wij laten de doden niet alleen. Mensen worden begeleid, van in de baarmoeder tot in de aarde. Ook als er geen familie is, zoals bij sommige kansarmen. In de islam is de gemeenschap van gelovigen belangrijker dan de familie. Na een overlijden worden we verwittigd door het ziekenhuis, door de begrafenisondernemer of door het mortuarium. Dan trommelen we onze vrijwilligers op voor de rituele wassing van de dode. Dat moet gebeuren voor de gebedsdienst en de begrafenis. De sfeer is sereen tijdens de wassing. Het is heel dubbel: het ene moment sta je volop in je leven en plots word je gebeld en word je geconfronteerd met het enige dat voor ons allen zeker is – de dood. Het is een plicht. Onze diensten zijn gratis. Wat is dat toch, met dat commerciële, tot in de dood? We doen ook een collecte onder gelovigen als het OCMW niet betaalt. Vooral de repatriëring is duur.
Outhmane en Saliha Galouby, vzw Arrahma, Antwerpen
Waardig afscheid nemen | Begrafenissen en armoede
| 15
© Dreamstime
Wat zegt de wet ? Met toepassing van artikel 14 wordt er in een behoorlijke wijze voorzien in de lijkbezorging van behoeftigen, onverminderd de toepassing van artikel 15, § 1. Indien de behoeftige een laatste wilsbeschikking over de wijze van lijkbezorging heeft opgesteld, waarin hij kiest voor hetzij begraven, hetzij verstrooien of bewaren van de as na crematie, dan moet men die uiteraard respecteren. Kiest de behoeftige in zijn laatste wilsbeschikking bijvoorbeeld voor crematie, dan moet hij gecremeerd worden en mag men hem niet begraven omdat dit eventueel goedkoper zou zijn. Ook de eventuele laatste wilsbeschikking over het ritueel volgens dewelke de uitvaartplechtigheid dient te verlopen en alles wat zich afspeelt in het crematorium of de begraafplaats, moet gerespecteerd worden. Bij de uitvoering van deze modaliteiten moet rekening gehouden worden met de grenzen van de redelijkheid: het kan bijvoorbeeld niet dat de behoeftige de duurste religieuze uitvaartplechtigheid of de doodskist van het duurste materiaal vraagt. De religieuze plechtigheid dient dus i.c. nageleefd te worden, zonder dat de duurste plechtigheid moet gekozen worden; hetzelfde voor de doodskist: men moet de behoeftige in een doodskist begraven - en niet in een lijkwade - maar dit hoeft niet in de duurste doodskist. De kosten voor de behoorlijke wijze van lijkbezorging van behoeftigen komen ten laste van de gemeente van het Vlaamse Gewest waar zij in de bevolkingsregisters, het vreemdelingen- of wachtregister zijn ingeschreven. Als een behoeftige overlijdt, dan moet de gemeente, de stad of het OCMW zorgen voor de begrafenisritus. Daarbij bestaat de keuze tussen een religieuze begrafenis of een burgerlijke uitvaartplechtigheid. Men moet ook kunnen kiezen tussen een begrafenis of een crematie. Wie kiest voor crematie, moet ook kunnen kiezen voor uitstrooiing op de strooiweide van de stedelijke of gemeentelijke begraafplaats of het plaatsen van de urne in het columbarium. De gemeenschap neemt in dergelijke gevallen de begrafeniskosten op zich. Dat is het laatste wat men voor iemand kan doen, en dat moet dan ook op een kiese, respectvolle manier gebeuren. Uit de rondzendbrief van 10 maart 2006 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging
Waardig afscheid nemen | Begrafenissen en armoede
16 |
Brussel-stad: niemand vertrekt alleen Een op de vijf Brusselaars leeft onder de armoedegrens. Als het probleem van betaalbare begrafenissen ergens nijpend is, dan is het daar. Geen toeval dus dat daar enkele opvallende initiatieven zijn ontstaan rond het waardig begraven van kansarmen. Zo een drijvende kracht is het Collectief voor Straatdoden, een verzameling van organisaties met en voor daklozen en thuislozen. In 2004, nadat in een metrotunnel twee daklozen werden gevonden die al maanden dood waren, begon het Collectief te ijveren voor het waardig begraven van mensen in de rand van de samenleving. Ze vonden een gewillig oor bij Chantal Noël, schepen voor de erediensten. Die wilde met hen van de begrafenissen voor de daklozen meer maken dan het mistroostige anonieme enkeltje van het mortuarium naar de begraafplaats dat ze tot dan geweest waren. Brussel voorziet nu een subsidie opdat élke dode een dienst krijgt naar zijn overtuiging, ook als er niemand aanwezig is; er is geld voor een bloemstuk en voor vervoer van familie en vrienden naar de kerk en naar de begraafplaats. Die hebben niet altijd de middelen om de kilometers te overbruggen van het mortuarium naar de kerk en dan naar de begraafplaats. De daklozenorganisaties zorgen ervoor dat de overledene een mooi afscheid krijgt en dat er iemand is op de uitvaart. Ze helpen familie en vrienden om op een persoonlijke manier afscheid te nemen. De begrafenissen zijn voor daklozen erg confronterend. Een dakloze die de uitvaart bijwoont van een kameraad van vijftig en die zelf die leeftijd nadert, weet dat de straat hem snel zal opvreten. Een keer per jaar worden de daklozen die op straat gestorven zijn, herdacht in een plechtigheid in de Gotische Zaal van het stadhuis. Schepen Noël had aanvankelijk wat moeite om het Protocol te overtuigen – “mevrouw de schepen, wat als ze met die honden vlooien binnenbrengen?” Maar de dienst werd een succes. De namen van de doden worden afgelezen, vrienden lezen teksten voor die ze schreven over hen – een ontroerend eerbetoon. Niet alle mensen die het financieel moeilijk hebben, kunnen of willen bij de stad aankloppen om de begrafenis te betalen. Voor hen is er in Brussel de Vereniging voor Begrafenissen en Crematies. De vzw is een initiatief van Charles Heirbrant en zijn zoon Patrick. Geheel vrijwillig regelen ze voor families een goedkope maar waardige begrafenis en staan hen bij in de administratieve rompslomp voor, tijdens en na de uitvaart.
Waardig afscheid nemen | Begrafenissen en armoede
| 17
De noodzakelijke elementen volgens hen: “een deftig toilet van de overledene, met een net pak of kleedje”, een sobere maar mooie kist – “niet zomaar vier plankjes” – een dienst en een crematie of begrafenis. De vzw heeft afspraken met vaste leveranciers om de prijs van dit alles zo laag mogelijk te houden. “Wij proberen het afscheid ook zo persoonlijk mogelijk te maken, dat is belangrijk voor het rouwproces”, zegt Patrick Heirbrant. Als de familie rouwprentjes – en brieven wil maar die niet kan betalen, heeft de vzw voorbeelden die ze zelf kunnen laten maken door vrienden. Bij de vzw is ook een vrijwilligster actief die begrafenissen bijwoont van mensen van wie geen familie gevonden is of wilde komen, mensen die ook niet gekend zijn door de kansarmenorganisaties in het Collectief voor Straatdoden. De stad belt of faxt de vrijwilligster als een overledene alleen dreigt te worden begraven de dag, de plaats en het uur van de uitvaart door. Niemand vertrekt alleen in Brussel.
© Dreamstime
Waardig afscheid nemen | Begrafenissen en armoede
18 |
Koning Boudewijnstichting Samen werken aan een betere samenleving www.kbs-frb.be De Koning Boudewijnstichting steunt projecten en burgers die zich engageren voor een betere samenleving. We willen op een duurzame manier bijdragen tot meer rechtvaardigheid, democratie en respect voor diversiteit. De Koning Boudewijnstichting is onafhankelijk en pluralistisch. We werken vanuit Brussel en zijn actief op Belgisch, Europees en internationaal niveau. In België heeft de Stichting zowel lokale, regionale als federale projecten lopen. De Koning Boudewijnstichting werd opgericht in 1976 toen Koning Boudewijn 25 jaar koning was. Om onze doelstelling te realiseren, combineren we verschillende werkmethodes. We steunen projecten van derden, we ontwikkelen eigen projecten, we organiseren workshops en rondetafels met experts en burgers, we zetten denkgroepen op rond actuele en toekomstige thema’s, we brengen mensen met heel verschillende visies rond de tafel, we verspreiden de resultaten via (gratis) publicaties,.... De Koning Boudewijnstichting werkt samen met overheden, verenigingen, ngo’s, onderzoekscentra, bedrijven en andere stichtingen. We hebben een strategisch samenwerkingsverband met het European Policy Centre, een denktank in Brussel. Onze activiteiten zijn gebundeld rond deze thema’s: Migratie & multiculturele samenleving – integratie en multicultureel samenleven bevorderen in België en Europa
Armoede & sociale rechtvaardigheid – nieuwe vormen van sociaal onrecht en armoede opsporen; projecten steunen die de solidariteit tussen de generaties versterken Burgersamenleving & maatschappelijk engagement – bij jongeren democratische waarden promoten; buurt- en wijkprojecten ondersteunen Gezondheid – een gezonde levenswijze bevorderen; bijdragen tot een toegankelijke en maatschappelijk aanvaarde gezondheidszorg Filantropie – bijdragen tot een efficiënte uitbouw van filantropie in België en Europa De Balkan – de rechten beschermen van minderheden en van slachtoffers van mensenhandel; een visasysteem opzetten voor studenten Centraal-Afrika – projecten steunen rond aidspreventie en de begeleiding van aidspatiënten De Raad van Bestuur van de Koning Boudewijnstichting tekent de krachtlijnen van het beleid uit. Een zestigtal medewerkers -mannen en vrouwen, autochtonen en allochtonen, Vlamingen, Walen, Brusselaars- zorgt voor de realisatie. Jaarlijks besteedt de Stichting zo’n 40 miljoen euro. Naast ons eigen kapitaal en de belangrijke dotatie van de Nationale Loterij zijn er ook de Fondsen van personen, verenigingen en bedrijven. De Koning Boudewijnstichting ontvangt ook giften en legaten.
Meer info over onze projecten en publicaties vindt u op www.kbs-frb.be. Een e-news houdt u op de hoogte. Met vragen kan u terecht op
[email protected] of 070-233 728 Koning Boudewijnstichting, Brederodestraat 21, B-1000 Brussel +32-2-511 18 40, fax +32-2-511 52 21 Giften op onze rekening 000-0000004-04 zijn fiscaal aftrekbaar vanaf 30 euro.
Waardig afscheid nemen | Begrafenissen en armoede
Foto’s cover © Dreamstime