Jaargang 2 nummer 2, oktober 2000
Waarborgfonds voor de Zorgsector na één jaar goed op koers Het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WƒZ) draait nu een klein jaar. Een goede gelegenheid om in dit WƒZ-bulletin terug én vooruit te kijken. We houden u namelijk graag op de hoogte van de stand van zaken, relevante actuele ontwikkelingen, plannen en ideeën. Na de enthousiaste start vorig jaar november kan met een zekere tevredenheid worden vastgesteld dat het WƒZ goed op koers ligt. De doelstellingen voor het eerste volledige jaar zijn reeds ruim dan wel goeddeels gehaald. Zo ging het WƒZ uit van borging van ƒ 250 miljoen aan leningen in 2000. In september 2000 was reeds voor ƒ 420 miljoen geborgd, terwijl de borging van nog eens een kleine ƒ 100 miljoen nog loopt. Een andere doelstelling betrof het aantal deelnemers. Het WƒZ stelde zichzelf in zijn beleidsplan hoge eisen door er naar te streven in 2000 tien procent van de zorginstellingen in te schrijven. Op grond van de ervaringen in de eerste twee maanden is er bij de begroting voor het jaar 2000 vanuit gegaan dat dit overeenkomt met ca. 30 rechtspersonen (= meerdere zorginstellingen in één organisatiestructuur). Met 37 ingeschreven rechtspersonen per september
2000 is deze doelstelling nu reeds gehaald. Dit aantal zal gezien het aantal lopende aanvragen nog verder oplopen. Per categorie zorginstellingen loopt de deelname wat uiteen. Het doel om in elke categorie 10 procent in te schrijven komt echter aardig binnen beeld. Reden voor tevredenheid dus. Ook op andere gebieden. In de financiële wereld bijvoorbeeld wint het WƒZ onmiskenbaar aan vertrouwen, blijkend uit de zeer scherpe prijzen voor leningen. Dat is goed, want het WƒZ heeft voor de komende jaren zijn groeiambities hoog gesteld. Hoe meer voordeel, hoe meer deelnemers. En hoe sterker het WƒZ des te meer het voor de deelnemers en de gezondheidszorg kan betekenen. Het WƒZ is zich er uiteraard van bewust dat zowel de zorgsector als de financiële sector sterk zullen blijven bewegen. Wij spelen daar – waar mogelijk
anticiperend – op in door procedures en werkwijzen (tijdig) aan te passen. Een voor beeld vormen de verzorgingshuizen, die het WƒZ vanaf 2001 graag als deelnemers zal verwelkomen. Herman Bellers Directeur
Wie verstrekt geborgde leningen? In het verleden financierden institutionele beleggers de zorgsector. Toen de overheid midden jaren tachtig van het pluriforme garantiebeleid afstapte, trokken zij zich terug. Hoewel niemand met de oprichting van het WƒZ een directe massale terugkeer van de beleggers verwachtte, is het WƒZ wel nagegaan welke partijen nu de leningen onder WƒZ-garantie hebben verstrekt. De meeste transacties waren – uiteraard – bancair. Veel van de WƒZ-garanties die de afgelopen tien maanden zijn afgegeven, betreffen overheveling van bestaande, lopende bancaire leningen. En een bank die meewerkt aan borging van
lopende leningen en hiervoor contracten aanpast wordt in de regel automatisch betrokken in de vervolglening. In die situatie is van een vrije, openbare aanbesteding dus geen sprake. De toekomst zal uitwijzen of beleggers zich weer op de gezondheidsmarkt zullen begeven. Onlangs is één nieuwe lening via een bemiddelaar bij een beleggingsfonds geplaatst. De oprichting van het WƒZ heeft de markt ook weer opengesteld voor nieuwe financiers zoals De Nederlandse Waterschapsbank en de Bank Nederlandse Gemeenten. Opvallend is verder dat partijen geborgde leningen ‘doorverkopen’. Al met al ontwikkelingen die nieuwsgierig maken naar hoe het verder gaat met de financiering van de gezondheidszorg.
–2–
De stand van zaken Deelname per 25.09.2000 Zorginstellingen blijken de weg naar het WƒZ inmiddels goed te kunnen vinden. Bij de opstelling van de begroting 2000 is uitgegaan van de inschrijving van 30 rechtspersonen. Dit aantal is inmiddels overschreden en zal, gelet op het aantal aanvragen dat medio september 2000 in behandeling is, nog verder oplopen. Een rechtspersoon omvat vaak meerdere zorginstellingen.
Tabel 1: Aantal deelnemers (rechtspersonen) Aantal deelnemers (zorginstellingen/zie tabel2) Aantal aanvragen in behandeling Aantal afgewezen aanvragen
Aantal toegelaten zorginstellingen
Tabel 2:
Het WƒZ streefde bij de start naar inschrijving in 2000 van 10% van de instellingen in elke sector. Uit de tabel blijkt dat dat streven binnen bereik komt, met uitzondering van de categorie F, die zeer veel kleine instellingen omvat. De verzorgingshuizen die in deze tabel genoemd zijn, betreffen instellingen die in ‘zorggroep’-verband als deelnemer zijn meegekomen. Pas vanaf 2001 zullen verzorgingshuizen individueel geborgd kunnen worden.
Categorie
Borgstellingen Tabel 3 laat zien dat de doelstelling voor dit jaar om ƒ 250 miljoen aan leningen te borgen inmiddels al overschreden is. Er is voor 420 miljoen geborgd en er hangt nog een kleine 100 miljoen boven de markt. Uit het uiterst scherpe prijsniveau waarop de contracten onder WƒZ-garantie worden afgesloten, blijkt dat het WƒZ al veel vertrouwen van de financiële wereld geniet. De korte tijd waarbinnen deze soliditeitsstatus is bereikt, stemt tevreden. Het vooraf verwachte gemiddelde rentevoordeel voor een geborgde lening van 0,6% lijkt in de huidige situatie een redelijk goede inschatting.
37 86 26 3
Aangesloten
Totaal
%
15 27 11 7 0 26 86 23 14 123
139 331 120 145 12 1.042 1.789 1.441
10,8% 8,2% 9,2% 4,8% 0,0% 2,5% 4,8% 1,6%
3.320
3,6%
A Ziekenhuis B Verpleeghuis C Psychiatrie D Gehandicapten E Zint.gehandicapten F GVT/KDV/DVO Subtotaal G Verzorgingshuis H Overige Totaal
Tabel 3: Bedrag afgegeven borgstellingsverklaringen
613.050.440
Waarvan: Bedrag geborgde leningen (oorspronkelijke schuld) Bedrag vervallen borgstellingsverklaringen Bedrag openstaande borgstellingsverklaringen
426.252.682 99.500.000 87.297.758
Aantal afgegeven borgstellingsverklaringen Aantal geborgde leningen
Jaarverslag WƒZ 1999 In juli is het eerste ‘jaarverslag’ van het WƒZ uitgebracht. Het beslaat formeel een periode van vijfenhalve maand (van de statutaire oprichting van het WƒZ op 12 juli 1999 tot 31 december 1999, toen het WƒZ net zes weken operationeel was). In het jaarverslag wordt behalve op de jaarrekening uitvoerig ingegaan op de achtergronden, het ontstaan, de visie en het beleid van het WƒZ. Als u het
jaarverslag niet toegezonden hebt gekregen, maar wel geïnteresseerd bent in dit informatieve boekwerkje, dan kunt u dit doorgeven aan het WƒZ-secretariaat. Het wordt u dan meteen toegestuurd.
30 44
–3–
Eén keer disagio over het bedrag van de borgstellingsverklaring Als het Waarborgfonds voor de Zorgsector een borgstellingsverklaring afgeeft voor de financiering van een nieuw gebouw stelt het WƒZ zich daarbij garant voor rente en aflossing van de lening voor een periode van maximaal 50 jaar. Instellingen ‘kopen’ die borgstelling (en dus het rentevoordeel dat ze hiermee binnenhalen) met een afsluitpremie van 0,75% van de lening (= disagio). Maar in tegenstelling tot wat vaak verondersteld wordt heft het WƒZ maar één keer disagio over het totale bedrag van de borgstellingsverklaring
Borgstelling
100
80
miljoenen
In veel gevallen trekken zorginstellingen één lening aan voor de hele afschrijvingstermijn, die overeenkomt met de formeel voorgeschreven afschrijvingstermijn. Maar soms geven instellingen de voorkeur aan korter lopende leningen. Omdat ze goedkoper zijn bijvoorbeeld. Men hakt de 50-jaar lopende lening dan liever in partjes. In twee leningen van 25 jaar bijvoorbeeld of vijf leningen met een looptijd van 10 jaar. Die keuzevrijheid geeft de instellingen in bedrijfseconomisch opzicht veel meer ruimte. Richt het WƒZ zich op de leningen, dan zou het de instellingen analoog aan het voorbeeld twee of vijf keer (bij elke lening opnieuw) disagio moeten berekenen. Daarmee worden de instellingen min of meer gestraft voor hun uitgekiende leningenbeleid.
Een waarborgfonds dat het belang van goed financieel instellingsmanagement zo hoog in het vaandel heeft, zal zich dan ook flexibel moeten opstellen. De manier waarop instellingen hun leningsportefeuille willen inrichten en afstemmen op hun eigen specifieke instellingssituatie is immers geen zaak van het WƒZ. Het wil de deelnemers dan ook niet in de weg zitten. Daarom is besloten de borgstellingsverklaring als uitgangspunt te nemen, waarbij de voorwaarde geldt dat er nooit meer wordt geborgd dan de boekwaarde van de activa van een zorginstelling. Vervolg op pagina 4
(b)
80 miljoen
(a)
100
(c)
miljoenen
0
0
(a)
0 jaren
10
20
0 jaren
10
20
30
40
50
Grafiek 2
30
40
Grafiek 1 boekwaarde 100 1 lening van 100 miljoen, looptijd van 1 tot 50 jaar kosten lening a: 1 x 0,75% disagio = ƒ 750.000,–
50
boekwaarde 100 1 bulletlening (a) van 80 miljoen, looptijd van 1 tot 10 jaar 1 lineaire lening (b) van 20 miljoen, looptijd van 1 tot 10 jaar vervolgens 1 lineaire lening (c) van 80 miljoen, looptijd 10 tot 50 jaar kosten lening a: 0,75% x 80 miljoen ƒ 600.000,– lening b: 0,75% x 20 miljoen ƒ 150.000,– lening c: 0% x 80 miljoen ƒ 0,– ƒ 750.000,– NB: Aangezien lening c betrekking heeft op dezelfde borgstellingsverklaring wordt niet opnieuw disagio in rekening gebracht.
–4–
100 Vervolg van pagina 3 Deze flexibilisering betekent dat instellingen slechts één keer disagio in rekening wordt gebracht over het bedrag van de borgstellingsverklaring. Ter illustratie staan hiernaast enkele sterk gestileerde voorbeelden, uitgaande van een zojuist opgeleverde nieuwbouw van 100 miljoen.
(b)
miljoenen
80
Uit deze voorbeelden – die oneindig gevarieerd en gecombineerd kunnen worden – blijkt dat het WƒZ de deelnemers binnen bepaalde grenzen maximale flexibiliteit kan geven. Simpel gesteld is bij borgstelling door het WƒZ alleen de bovenste schuinaflopende lijn interessant.
(a)
0
0 jaren
10
20
30
40
50
Grafiek 3
De grenzen waarbinnen geborgd kan worden, zijn samengevat: – Het geborgde bedrag is niet groter zijn dan de boek waarde van de activa; – Kasgeldleningen komen met ingang van 2001 vanaf een looptijd van 3 maanden voor borging in aanmerking.
boekwaarde 100 1 lineaire lening van 80 miljoen, looptijd 1 tot 50 jaar 20% korte financiering over de gehele looptijd middels kasgeldleningen kosten lening a: 0,75% x 80 miljoen lening b: 0,75% x 20 miljoen
ƒ 600.000,– ƒ 150.000.– ƒ 750.000,–
NB: Voor zowel de lineaire als de reeks van kasgeldleningen wordt slechts één keer disagio in rekening gebracht en niet bij elke kasgeldlening opnieuw.
WƒZ-deuren per 1 januari 2001 open voor verzorgingshuizen Onlangs heeft het WƒZ besloten de verzorgingshuizen per 1 januari 2001 als deelnemer toe te laten, als de voorgenomen wetswijzigingen worden geëffectueerd. Het WƒZ heeft besloten verzorgingshuizen per 1 januari 2001 aan te merken als potentiële deelnemer in de zin van artikel 2 lid 2 van de statuten, mits de voorgenomen wetswijziging ten aanzien van de financiering van de verzorgingshuizen (overheveling naar de AWBZ) inderdaad, zoals voorgenomen, wordt doorgevoerd. Het toetredingsprotocol dat het WƒZ hanteert bij de besluitvorming over toelating of afwijzing, wordt op dit moment in algemene zin herzien. Hierbij zullen specifieke aanpassingen worden aangebracht in verband met de komst van de verzorgingshuizen. De toelatingseisen van het WƒZ betreffende rentabiliteit, solvabiliteit en het niveau van het beheersings- en
sturingsinstrumentarium van de individuele instelling, zullen overigens onverkort van kracht blijven. Het handhaven van een solvabel deelnemersbestand is noodzakelijk met het oog op de belangen van de huidige deelnemers, die financieel aangesproken kunnen worden in geval het WƒZ onverhoopt in de rode cijfers komt (3% obligo). Ook de achterborgstelling van het Rijk en de risicoperceptie van geldgevers maken strikte toelatingsvoorwaarden noodzakelijk, omdat alleen daarmee waarborgen kunnen worden gegeven voor een goed en degelijk functionerend waarborgfonds. En alleen zó kan het WƒZ goedkopere leningen genereren.
–5–
Stop op borging RIBW-leningen De minister van VWS heeft onlangs bekend gemaakt de Regionale Instellingen voor Beschermd Wonen (RIBWen) per 1 januari 2001 uit de Wet Ziekenhuisvoorzieningen (WZV) te zullen halen. Dit voornemen past in het Regeerakoord. Daarbij werd wel uitgegaan van de invoering van de Wet Exploitatie Zorginstellingen (WEZ). Hoewel de WEZ nog niet is ingevoerd, zal de WZV voor RIBWen niet langer van toepassing zijn.
Dit besluit plaatst de RIBWen op bepaalde punten in een wettelijk vacuüm. Concreet vertaald betekent dat dat het WƒZ onvoldoende zekerheid kan verzamelen om een lening te garanderen. Regelgeving is namelijk essentieel waar het gaat om de risicobeoordeling door het WƒZ. En die risicobeoordeling vormt op haar beurt de sleutel tot borgstelling. In zijn statuten stelt het WƒZ het van toepassing zijn van (cumulatief ) de WTG, de WZV en de ZFW/AWBZ als eis voor deelname aan het fonds. Via deze wetten wordt een aantal zaken in het kader van financiële risicoanalyse en garantiestelling geregeld. In de WZV is bijvoorbeeld een saneringsregeling opgenomen, die de risico’s van een garantiestelling beperkt.
Ook verplicht de WZV instellingen tot informatie aan de overheid, toepassing van de Regeling Jaarverslaggeving Ziekenhuisvoorzieningen en de Regeling van Eigendomsverhoudingen. De procedures en werkwijzen van het WƒZ alsook de documenten die in het kader van de inschrijving/deelname worden opgesteld, zijn gebaseerd op het van toepassing zijn van de hiervoor genoemde wetten en regelingen. Vervalt een van deze wetten, dan ontstaat er in de risicobeoordeling en toelatingsprocedure van het WƒZ een lacune. Op dit moment is voor het WƒZ onduidelijk óf, hoe en wanneer vervangende regelingen voor de RIBWen worden getroffen. Om die reden heeft het WƒZ besloten RIBWen
voorlopig geen borgstellingsverklaringen meer te verstrekken. Zodra er meer (wettelijke) duidelijkheid is en garantiestellingen weer verantwoord zijn, worden de RIBWen er weer ‘bijgehaald’. Het WƒZ betreurt de gang van zaken voor de RIBWen, maar kan geen uitzondering maken. Naar aanleiding van deze kwestie heeft het WƒZ in een brief aan de minister van VWS aangedrongen op tijdige informatie over voorgenomen wets- en beleidsveranderingen, zodat het WƒZ ook tijdig zijn werkwijze en procedures kan aanpassen.
Evaluatie aanvraagformulier Het Waarborgfonds voor de Zorgsector laat alleen financieel gezonde zorginstellingen als deelnemer toe. Het WƒZ heeft die zekerheid nodig om de financiële risico’s voor geldgevers en overheid te kunnen beperken. Basis voor het besluit over toelating of afwijzing vormt het door de instelling ingevulde en door de accountant goedgekeurde aanvraagformulier. Hierin wordt alle informatie opgevraagd die het WƒZ voor een goede beoordeling nodig acht. De nu in gebruikzijnde versie is opgesteld in het derde kwartaal van 1999, in de periode dat het WƒZ operationeel werd. Een groot aantal accountants en deskundigen uit zorginstellingen heeft destijds zijn kennis en praktijkervaring bij de opstelling van het aanvraagformulier ingebracht en daarmee bijgedragen aan een in elk geval voorlopig deugdelijk document. Van meet af aan is nadrukkelijk gesteld dat de WƒZ-documenten niet ‘voor de eeuwigheid’ gelden. De financiële wereld en de zorgsector zijn immers voortdurend in beweging. Evaluatie van het beoordelingsprotocol is dan ook uitdrukkelijk als actiepunt voor het jaar 2000 benoemd en ook als zodanig in het jaarverslag opgenomen. De praktijk-
ervaring die het WƒZ de afgelopen tien maanden heeft opgedaan met het bestaande aanvraagformulier en de nieuwe regels van de Raad voor de Jaarverslaggeving vormen voldoende reden om de huidige versie eens grondig door te lichten. De ervaringen van de deelnemers, die hierover telefonisch zijn geënquêteerd, en de resultaten van het overleg met de Vereniging Head vormen hierbij waardevolle bouwstenen. Waar het formulier beter, korter of duidelijker kan, zal het de komende maanden worden aangepast. De bedoeling is om per 1 januari 2001 aanvragen voor deelname alleen nog te beoordelen aan de hand van het herziene formulier. Omdat nog veel ‘oude’ exemplaren in omloop zijn, verzoeken wij instellingen bij aanmelding het herziene formulier op te vragen en na de jaarwisseling geen oude versies meer in te sturen.
–6–
Wie, wat, hoeveel? WƒZ-mogelijkheden op een rij Welke instellingen komen voor borging in aanmerking: • Rechtspersonen die zorginstellingen exploiteren waarop cumulatief de WZV, WTG en ZFW/AWBZ van toepassing zijn • Verzorgingshuizen per 1-1-2001 Dus niet: b.v. een RIAGG of thuiszorgorganisatie (voldoen niet aan de deelnemerscriteria). Welke investeringen komen voor borging in aanmerking: • WTG-relevante activa waarvan de rente en afschrijvingen via het budget worden vergoed Dus niet: parkeergarage, aanleunwoningen of andere private initiatieven (voldoen niet aan de investeringscriteria). Inhoud van de borgstellingsverklaring: • Bedrag van de borging • Maximale looptijd en aflossingswijze zodanig dat de borging altijd binnen de boekwaarde van de activa blijft • Kadastrale aanduiding van de activa waarvoor de positieve hypotheekverklaring jegens het WƒZ geldt. Welke leningen kunnen geborgd worden: • Alle aflossingsvormen en looptijden zijn toegestaan mits passend binnen de borgstellingsverklaring • Kasgeldleningen vanaf 3 maanden looptijd met ingang van 2001. Kosten/baten van borging: • De kosten voor borging zijn: – 0,75% éénmalige disagio bij aanvang van de borging – ƒ 4.000,– bij aanmelding als deelnemer – ƒ 2.000,– per deelnemer voor jaarlijkse herbeoordeling. Verder is bij aanmelding als deelnemer een accountantsverklaring op het beoordelingsformulier vereist.
• Het netto-voordeel van de eerste borging is afhankelijk van de situatie. De kosten van borging worden echter zeer snel terugverdiend. • Voor elke volgende borging is de kostenbatenverhouding nog gunstiger: namelijk één keer 0,75% kosten versus x-jaar maal y-% rentevoordeel. De toetredings- en beoordelingskosten worden slechts één keer in rekening gebracht en niet voor elke lening opnieuw. • Op nieuwe leningen (en bestaande leningen waarvan de rente wordt herzien en onder WƒZ-borging worden gecontinueerd) met een looptijd van > 1 jaar vergoedt het CTG een bonus van 0,6% per jaar tot de eerstvolgende renteherzieningsdatum. Daarna is de dan geldende renterichtlijn van toepassing. Naar verwachting wordt op 1-1-2001 de lange rentenormering ingevoerd. • Op bestaande leningen die onder WƒZ-borging worden gebracht tegen verlaging van het gecontracteerde rentepercentage vergoedt het CTG als bonus de verlaging van het percentage met als maximum 0,6%. • Kasgeldleningen vallen onder de korte rentenormering. De CTG-norm is basisrente plus 0,95%. Het renteniveau voor WƒZ-geborgde kasgeldleningen zal naar verwachting liggen rond Euribor.
Oudlaan 4 3515 GA Utrecht Postbus 9696 3506 GR Utrecht Telefoon (030) 273 96 36 Fax (030) 273 96 04 E-mail
[email protected]
WƒZ tussen kerst en nieuwjaar In verband met de feestdagen is het WƒZ-bureau in de week van kerst en oud & nieuw minimaal bezet. Instellingen die in de maand december transacties hebben gepland, worden verzocht hier rekening mee te houden. Indien u nog voor het eind van dit jaar aanvragen voor deelname of borging afgehandeld wilt hebben verzoeken wij u deze vroegtijdig in te dienen.
Tekstbewerking Tekstbureau Kraft Haarlem Fotografie: Eveline Renaud, Amsterdam Ontwerp: Concepts Design, Amsterdam Druk: Libertas Grafische Communicatie, Bunnik