droloog eveneensverbondenaan de BritseMarine. kon voortbouwen.
fthoql vqn BequÍort
Voor een molerLaaris het aeer belangri.jk te *-eten tNotde in vloed van de wind z.alzijn op iijn. molen. Afhankeli.jkvan c)e wi.ndkrachÍmoeten de u,ieken met meer oJ minder z.eilbespannen worden otn de molen met eenlelJdesnelheid te laten maIen. Omgekeerd kan tle mate van hespannitggebruikt tttorden om een windkrachtschaaLÍe benoemen,zoals Jan Noppen deed in de l8e eeuw. (Foto: E. MathLen e r)
C. Floor
Beauforts schaal is nu de bekendste en wordt nog steeds gebruikt in weersverwachtingen,wind- en stormwaarschuwingen en weerrapporten. De schaalbeschrijft de uitwerking van de wind op een oorlogsschip, waarover Beaufort enige tijd het bevel voerde, en loopt van 0 (absoluut windstil) tot 12 (orkaan). De oorspronkelijke zrantekeningenvan Beaufort uit 1806. met een eersteversle van de door hem ontworpen windschaal, bevinden zich in de bibliotheek van de Britse Meteorologische Dienst in B r a c k n e l lt E n g e l a n d t :T a b e l 2 g e e i t weer hoe de schaal er in het Nederiands zou hebben uitgezien (Moens 1971). HeÍ duurde meer dan dertig jaar voor de windschaal algemener werd toegepast:in 1838 werd zij officieel ingevoerd brj de Britse Marine. V r i j s n e l d a a r n a r a a k t e z i j l e v e n si n geburgerd bij de koopvaardij. Op een conferentie van maritiem meteorologen in Brussel in 1853 werd besloten de Beaufortschaal internationaal te gaan gebruiken voor het optekenen van de wind die werd ondervonden Ro- d r a a i e n ,l o t w i n d k r a c h t l 5 e n h o g e r . door schepen. In | 84ó vondde Engelsmon Het belang van de windschaal van waarbij de molenwieken eveneensstiluit voor instrument binsoneen 'malen te ge- Beaufort lag vooral in de eenduidige omdat ditmaal staan, het metenvon de snelheidvon koppeling tussen schaaldelen en bevaarlijk is' (Tabel 1). de wind: de cuponemometer.Bekender dan de windschalen die op grippen als 'flauwe bries', 'harde Vqnof dot moment konden het land ontworpen en gebruikt wer- wind' en 'storm', die al ruim voor de weerwoornemersde windsnel- den, zijn de windschalen uit de zee- windschalen hun intrede deden, geheid overqlop qqrde metenen vaart. A1 in de zeventiendeeeuw was bruikt werden" maar met een minder afgebakende betekenis. Bomet elkoor vergeliiken.Ook er de windschaal van een zekereChar- duidelijkwas er de mogelijkheid tot ijvendien 1esTomlingson. Zijn schaal liep van vóór die tiid hodden mensen windkracht 1. net voldoende om een king van de schaaldelenaan de hand echter belongstellinggehod vissersboot bestuurbaar te houden, van het effect van de wind op het voor het beschriivenvon de t o t w i n d k r a c h t 8 . w a a r b i j m e n m a a r door Beaufort gebruikte schip, a1 is 'ge- het best zo snel mogelijk de dichtst- dat natuurlijk weinig praktisch, doorwindsnelheid.Voorol bii Ha1-
Serie over sform en wind
Windschqlen
o ontwikkelde de Nederlander 'toeziener' Jan Noppen, een van de Waterstuut, die leefde van 1706-1764,een windschaal die gebaseerdwas op het effect van de wind op de wieken van een molen. In de meestewaarnemingsboekenuit de archieven van het Hoogheemraadschap van Rijnland staan de windsnelheden vermeld volgens dezeschaalvan Noppen. De molenwindschaal gaat van windkracht 0 en 1, waarbij de molens brj gebrek aan wind niet kunnen
302
ZF,NTTJULllAUGUSTUS I996
Tabei i. Molenwindschaalvan Noppen (met Beaufortschaalter vergelijking). Noppen Bft 0 I 2 3-4
0 I 2 3
5-ó 7-8 9- l 0 I l-f2 i: r+
4 5 6 I 8
i;-i; Ió -
Omschrijving
Uitwerkingop dewiekenvaneenmolen
molens kunnen niet malen doodstil doqdstil :::: :, als de molens even. rn àt zeet flauw omgaan a l s d e m o l e n s d o o r g a a n sz a c h t o m g a a n . d o c h d o o r m a l e n s l a p p ek o e l t e a)sze matig of m a L i g eo l d o o r p , a a n d ek o e l t e r e d e l i i ks t i i f d o o r m a l e n als ze zoo stijf doormalen als zonder roichten le wagen is iriive koelte e e n v i e r d e á e e n d e t d e d e r z e i l e n i s g e z w i c h t ls t i j l o m g a a n harde koelte iterke wind een half á tu ee derde der zeilen i5 geruichl drie vierde der zeilen is gezwicht zeer harde wjnd z o n d e r e e n i gr i l stormig
is iJge'aarfijk ó-ro a"ï,g""""4.,,otr uii'rnul.o I | - 12 zeer iware slom
als malen te gevaarlijk is
de dertien schaaldelenBeaufort (Tabel 3). Op talrijke schepenwordt deze beschrijving nog vele malen per dag gebruikt om de windsnelheid te schatten.
Wndsnelheid boven lqnd Naast 1838, het jaar waarin de Britse M a r i n e d e B e a u f o r l s c h a agl i n g g e bruiken, en 1846, het jaar van de cupanemometer, speelt nog een derde jaartal een rol in de geschiedenisvan de Beaufortschaal. In 1837 demonstreerdeMorse de werking van de eerste in de praktijk bruikbare elektromagnetischetelegraaf. Daarmee werd het mogelijk internationaal berichten uit te wisselen, zoals weerrapporten en stormwaarschuwingen.In de tweede helft van de vorige eeuw kwam zo'n systeem ran berichienuitwisseling tot stand. Afgesproken werd de wind in schaaldelen Beaufort te geven. Daarmee was de opmars van deze windschaal niet meer tegen te houden. Omdat windmetingen niet alleen op zee werden uitgevoerd, maar ook boven land" was echter aanvullende informatie nodig voor de waarnemers op de wal. Deze informatie kan men bijvoorbeeld halen uit een omschrijving van de windeffecten boven land, zoais weergegeven in Tabel 4. Het idee erachter is hetzelfde als brj de Petersenschaal. Pas in 1947 werd het verplicht om uit te gaan van de waarden van windsnelheidsmeters.Op zee waren de cupanemometers niet zo praktisch.omdat de bewegingvan een schip correcties noodzakelijk maakt en het bovendien moeilijk is om op een schip een goede plek te vinden voor een windmeter. Boven land gelden deze bezwaren echter niet of zijn ze gemakkelijker te ondervangen, zodat het eigenlijk verbazingwekkend is dat de Beauforts het daar zo lang hebben volgehouden. Het enige wat men hoefde te doen om de overstap van de Beaufortschaal naar gemetenwaarden te kunnen maken, was het vinden van het verband tussende verschillendeschaaldelenen de wind die de windsnelheidsmeter aangaf in m/s, in km/h, maar meestal in knopen (zie kader op blz. 307). Overigens bleek dat niet zo eenvoudig. In Duitsland werkte de van zijn klimaatindeling bekende V/. Kóppen aan dit probleem. Zijn omzettingstabel is weergegevenin Tabel 5 en werd in 1898door het Seewetteramtin gebruik genomen.De waarden uit de tabel werden verkregen door vergelijking van windmetingen met schattingen van de windsnelheid volgens de op dat moment beschikbare omschrijvingen. Ook in Engeland werd dergehjk onderzoek verricht en wel door G.C. Simpson. In 1906 voerde
Tabel 2. De oorspronkelijkeschaalvan Beaufort. maatstafvoor volgetuigdschip in volle zee
Bft
benaming
0 I
stilte flauw en stil flauwe koelte
z
llchte ,3,]l',,,.,
KoelIe
q4licc,!g!iiè .5:,,: lrissebilgq 'it''
6
stijvè.,biies
'l
.r,:,10:
de Britse Meteorologische Dienst de door Simpson ontworpen tabel in. Tabel 5 laat zten dat de beide omzeÍtingstabellen ruwweg 1 Beaufort uiteenlopen, maar deze verschillen waren in die tijd, waarin ook nog de Eerste Wereldoorlog moest worden uitgevochten, niet bespreekbaar. Pas in 1926 werd een compromis aanvaard (niet opgenomen in Tabel 5). De verschillen bleken veroorzaakt te zijn door verschillen in hoogte van de opstelling van de windmeter; het compromis gold voor een waarnemingshoogte van zes meter. In 1948 gingen de weerkundigen echter over op een standaard-meethoogtevan 10 meter; de Britse omzettingstabeluit 1906,die was afgeieid voor die waarnemingshoogte, werd daarom opnieuw uit de kast gehaald. Tevens werd afgesproken te onderzoeken of de waarden in de omzettingstabelwel correct waren. De Nederlander Verploegh leverde aan dit onderzoek een belangrijke bijdrage. Hij verzamelde in de jaren vijfttg 4371 paren van gemeten en geschatte windwaarnemingen, aÍkomstig van de toenmalige lichtschepen
Texel en Terschellingerbank. Zrjn conclusie was dat de omzettingstabel uit 1906 inderdaad niet klopte en dat een wetenschappehjk verantwoorde schaal die recht deed aan de schattingen uit de praktijk, er anders uitzag. (zie Tabel 5, geheel rechts). Helaas werd Verploeghs schaal alleen in Nederland gebruikt. Nadat in internationaal overleg duidelijk geworden was dat de wetenschappelijke schaal te weinig steun kreeg, besloot ook het KNMI in Nederland bij het uitgeven van waarschuwingen en verwachtingen terug te gaan naar de zogeheten WMO-schaal vt 1947 (WMO staat voor Wereld Meteorologische Organisatie, een orgaan van de Verenigde Naties) en daarmee dus naar de Britse schaal van Simpson uit 1906.
Wndkruchr De Petersenschaallegde een verband tussen het uiterlijk van de zee en de heersendewind. Het uiterlijk van de zee wordt voor een belangrijk gedeelte bepaald door de golven; de golfkenmerken kan men meten. Tabel 3 geeft het verband tussen de windsnel-
Tabel 3. Beaufortschaalop zee;de schaalvan Petersen. Bft golÍhoogte 0 0 1 0,1 2 0,2 3 0,6
lt
IÍ)
s
ro l
'r.,:la::ii:i:i:l:l::r' .
::6:':,1 l.,,1tgl
beschrijving van de zichtbaÍe uitwerking van de windkracht op het zeeoppervlak spiegelgladde zee golfies, welke de zee mn geschubd aanzicht geven; schuimvorming heeft niet plaats kleine, nog korte golven, maar beter gevormd; de toppen hebben een glasachtig aanzicht en breken niet k'leine golven; de golftoppen beginnen te breken en het hierdoor gevormde schuim heeft een orerwegend glasachtig anzicht. teruijl hier en daar op zichzell staande witte schuimkoppen kunngn voorkomen kleine, langer wordende golwn: de witte schuimkoppen beginnen wij veel voor te komen matige golven, van aanmerkelijk grotere lengle: overal zijn witte schuimkoppen te zien en hier en daar komt opwaaimd schuim voor
tt,.t..,1,:,:t.i,,ll:ir:t:l:illl'
f'.*aot',,*áital1&l.a. t t
1 Í {
l
1 verspreid,r verminderd: m
krijgt: zware overslmnde
bedektmet
ZENIT JULI/AUGUSTUS 1996
303
dere bruikbaar op het strand. Badg a s t e nm o e t . e nt e v e n sw e t e n d a t r a n Bft Beschrijvingvan de zichtbareuitwerkingvan de windkrachtop objectenin het bínnenland. af windkracht 4hetzand stuift, zodat Stil: rook stijgt rccht of bijna recht omhoog. zonnebaden zonder windscherm onWindrichting goed herkenbaar aan rookpluimen. aangenaam wordt. De wind speelt overigens op het strand ook een andere rol bij de behaaghjkheid: hij voert de warmte af van de huid, die daaraan door zonnestraling is toegevoegd. Belangrijk voor een behaagiijk worden vastgehouden. gevoel is dat de huid zonder veel er tegen in loopt. 'C gehouden kan moeite op 30 à 33 worden. Als het te hard waait is dat niet langer het geval. Zeer goed : aan gebouwen eÍuovoort. (Komt bor m land strandweer is het alleen bij volop zon r.ven land zeer zelden voor). en windkracht 3 of minder. Bij windkracht 4 kan men onder overlgens ideale omstandigheden meestal nog Beaufortschaal.Brj windkracht 6 is de heid in schaaldelen Beaufort en de net spreken van vrij goed tot goed kracht dus 3 x 3 x 3 = 2'7 maal zo golfhoogte, dat is de afstand tussen de (zie strandweer. Waait het nog harder, ka2 ook groot windkracht golven. ais bij toppen en de dalen van de dan is het al meteen vrij slecht of der op blz. 307). Overigens duurt het enige tijd voordat hooguit matig strandweer. het zeeoppervlakzich heeft aangepast Een eenvoudige methode voor het is de windsnelheid van de schatten waarde opgegeven aan de wind; de Biologischewindschool volgende. Men lette op een grote vlag geldt vanaf het moment dat de aanDe meeste windschalen zijn afgeleid passing heeft plaatsgevonden. Behal- aan een staande vlaggemast. Forresvan de uitwerking van de wind op ter beschrijft het verband tussen de ve de hoogte is ook de periode een bevoorwerpen waarmee gewerkt wordt Beaufortschaal en de stand van de langrijk kenmerk van zeegolven; de o f d i e i n d e o m g e v i n ga a n w e z i gz i j n : periode is de tijd die verstrijkt tussen vlag. Zonder wind, 0 of 1 Beaufort, het passerenvan twee opeenvolgende hangt de vlag stil en recht naar bene- molenwieken, oorlogsschepenof vissersboten,viaggen, het zeeoppervlak, den. Bij windkracht 3 maakt de vlag golftoppen. De vuistregel hiervoor ts tv-antennes"enzovoort. Wat is echter een hoek van 30' met de stok. Een zo eenvoudig dat opname in Tabel 3 de invloed van de wind op de mens en hoek van 60' duidt op 5 Beaufort en achterwegekon blijven: de periode in op de wereld van planten en dieren? de vlag wappert voluit bij een dikke seconde is namelijk gelijk aan de Deze vraag werd gesteld door Lyall anmethode is onder zes of meer. De windkracht in Beaufort. 'windkracht' die ook in De benaming weerberichten wordt gebruikt - zo 1s windkracht 5 hetzelfde als 5 Beaufort is overigens misleidend. ln feite geeft de Beaufortschaal een aanwijzing voor de windsnelheid. Er is natuurlijk een verband tussen de windsnelheid en de kracht die een voorwerp dat wind vangt ondervindt: deze kracht is evenredig met het kwadraat van de windsnelheid. Neemt de windsnelheidtoe met een factor 3, dan onI Matige koelte dervindt het voorwerp een winddruk I Flauw en sÍil die negen maal zo groot is. In Tabel 7 is de kracht weergegeven die de wind uitoefent per vierkante meter naar de wind toegekeerdobstakel. De kracht is evenredig met de derde macht van de waarde volgens de
Tabel 4. Beaufortschaalboven land.
Tabel 5. Enkele omzettingstabellen van windkracht naar knopen. SeewètteÍamt.1898 Wetenschappelijke schaal (Duiisland)
304
ZENIT JULI/AUGUSTUS 1996
2 Flauwe koelte
5 Frisse bries
3 Lichte koelte
6 Stijve bries
i Tabel 6. Beaufortschaal voor de windkracht. windkracht
benamingin gebruik bij de weerdienst van het KNMI
m/s
knopen
km/h
Watson; hij beantwoordde haar met zijn biologische windschaal (Tabel 8). De schaaldelenzijn direct overgenomen van de algemeenin gebruik zijnde officiële Beaufortschaal. Hrj acht deze schaal in principe bruikbaar als maat voor de windhinder, zowel bij voorwerpen als bij mens, plant en dier. Windhinder wordt namelijk veroorzaakt door de kracht die de wind uitoefent en deze kracht is evenredig met de derde macht van de waarde volgens de Beaufortschaal, zoals we reeds zagen. Daardoor vindt Watson ook het vermeldenvan windsnelheden onnodig; voor hem is de Beaufort net zo goed een eenheid als de knoop, de m/s of de km/h.
De hogere waarden van de Beaufortschaal heeft Watson bij zrjn biologische windschaal niet nodig. Mensen en dieren ondervinden dan zoveel hinder van de wind dat ze weinig of niets kunnen ondernemen en weinig anders kunnen doen dan wachten tot de storm is uitgeraasd.De hinder die door mensen wordt ondervonden is deels een gevolg van het verloop van de windsnelheid met de hoogte. Watson illustreert dit aan de hand van een zware storm: 10 Beaufort. De windsnelheid, uiteraard volgens de afgesproken WMO normen gemeten op 10 m hoogte, bedraagt 90 km/h, maar op ooghoogte waait het niet harder dan ongeveer 60 km/h. Ter hoogte
7 Harde wind
l0 Zware storm
van het middel staat een wind van 25 km/h, op kniehoogte bedraagt de windsnelheid 10 km/h, bij de enkels is er slechts 3 km/h over, terwijl het bij de tenen nagenoeg windstil is. Het heeft echter weinig zin om te zeggen dat het bij de tenen windstil is (windkracht 1) en er bij de knieën een matige wind staat (kracht 3), rond de middel een krachtige wind (6 Bft), terwijl er een stormachtige wind rond de oren blaast(windkracht 8). De problemen die we bij windkracht l0 ervaren berusten, zo stelt Watson, vooral op de uiteenlopendewinddruk op verschillende delen van het lichaam, wat het zo moeilijk maakt om rechtop te blijven staan. De winddruk, de kracht die de wind op een oppervlak van een vierkante meter uitoefent, wordt door de Beaufortschaal eigenlijk beter weergegeven dan door windsnelheden; die zijn er alleen maar aan gekoppeld voor het genoegen van op meetrnstrumenten v e r l e k k e r d ez e e l i e d e ne n n a t u u r w e tenschappers,aldus Watson. Een zeer belangrijke drempel ligt bij de grens vat 6 naar 7 Beaufort. Als deze wordt overschreden, krijgen mensenhet moeilijk, gaan hele bomen zwaaiert, waait bij planten en struiken alles wat los zit weg en kunnen insekten en kleine vogels niet meer uitvliegen. Het is dezelfde grens die geldt voor de wind- en stormwaarschuwingen die het KNMI al uitgeefr sinds 20 februari 1864. Pas veel later werd in de berichtgeving voor de radionieuwsdienst en voor de kustwateren bovendien voor windkracht ó gewaarschuwd, omdat de toegenomen recreatieve scheepvaart en watersport gevoeliger is voor wind dan de beroepsvaart.
Toch nog verl^/orring Met de offtciële afspraken over de Beaufortschaal lijkt duideiijkheid geschapenover het gebruik ervan. Niets is echter minder waar. Na een zware storm blijkt steedsweer dat er uiteenlopende berichten de ronde doen over hoe hard het heeft gewaaid. Oorzaak van de verwarring is dat de windsnelheid niet alleen afhangt van de meethoogte, maar ook van de tijdsduur
8 Stormachtig
I I Zeer zware storm
Tabel 7. Windkracht, winddruk en relatief vermogen. Bfr
g e m i d d e l d ew i n d d r u k ( N m . y
relatief vermogen
.:i:t:,,:,, ;l::,::itlll
9 Storm
l2 Orkaan
ZENIT ]ULI/AUGUSTUS I996
305
Tabel 8. Biologische Beaufortschaalvolgens Watson. windkracht
menselijke activiteit
planten
zaden en blad
vogels
ongewervelden
0
rook stijgt recht omhoog
in rust
gevederde zaden vallen in minder dan l0snaubcneden
allemaal in de weer
hefstdraden zweven
I
rook srijgt bijna recht ornhoog
geen beweging
wind voert lichte gevederde zaden mee
themiek met veel zwevende vogels
bladluizen vliegen; jonge spinnen zweven aan herfstdraden
Z
windÍoelbaarin het gezicht
bladritselt
vruchtpluizen vm wilgen komen voor in "wolken"
weinig thermiek
alle sooÍen aktief
3
stofwaaitop
twijgjes"bewegeir
gevleugetozaao vertoont glijvlucht
geen themiek
spinnen, luizen en spÍinkhanen verplaatsen zich niet kévers aan de grond; muggen steken triet meer
.,i, 4
hatr in de war: kleding flappert
h l e i n ct a k k e n bcwegen
alle gevederde zaden blrlven rn de iucnt
vgor zeevogels ideale \iiindiólrl te zwgvm.
5
opwaaienclstof hinderlijk voor de ogen
kleine bomen (in blarl) beuegen
blad dwmelt op
nacïtelijke rek... houdt o!
6
het wordt moeilijk
grole lakf.en
bewegen
wind voert alle blad en tahijke zaden mee
nos maaf Wemls k1e-irevogelsooíen u;agen zich in de lucht
nachtvlinders en bijen vliegen niet meer
hele bomen
ile wind vBert al]e:
- ,,,, fnbgweÈine.
d1 1rew+lq,s loe&... .....
kleine vogels zoeken -s.c.huilplaats t . . weln1g Yogcls ln de lgchr
vlinders en hoïzêls vliegen niet moer
Í:f;ff"
"r*
7
,
'
lï'ï"*.*.0
twijgen breken
;::ïjï"
iiitl.;rrrbÍgkd
iïi,'-ïh
iif.t...f, ..,t. . . i
l.rorlerlwoidán óíiwffiteld..'
;"lii;ïi"
waarop de windmeting betrekking heeft. Een windsnelheid die geldt voor een tijdvak van een uur zal afwijken
Beleefhet Universumdoor aon
Rrrnnqtar
astronomische ïolocnnnn
7ii
biedenu een scherpeblikin de wereldvan planetenen ^+^/.^-
u^+
JLUI IUI I. I IUL
idealeverlengstukvanuw hobby.Belvoor oon
nrrtiq
hrn-
chure.
technolyt
'1 lndustrieweg35 521 NE Wormerueer Iel A75-2A2204/285767 Fax 075 213663
ZENff JULI/ATJGUSTUSI996
a l l e v l r e g e na m d e crond. behalve.horiels
' ' ' . . .
wandelenwordt
'rii:'
Io
'
,,,,,.. -.
Bio logi sche winddrempeL
30ó
.
-'l
..
alleón:zwaluwen en eenden wagen zich nog in de lucht ''aan de álle vogels grond''
van een windsnelheid over een willekeurige periode van tien minuten in dat uur. De uitschieters die optreden zijn gewoonlijk aanzienlijk hoger dan het uurgemiddelde (zie kader. onderdeel 6). De Beaufortschaal sluit het best aan bij uurgemiddelde windsnelheden; denk bijvoorbeeld aan de tijd die het zeeoppervlak nodig heelt om zich aan te passen aan de heersende wind. De waarschuwingen van het KNMI voor de scheepvaart bevatten de windkracht in Beaufort die wordt verwacht gedurende een periode van minstens een uur. In de uurlijkse weerrapporten werkt men met gemiddelden over tien minuten. Dat zijn de waarden die bijvoorbeeld worden gebruikt op 06-8003, het landelijk telefonisch weerbericht van het KNMI of op pagina 705 van Teietekst. ln de weerrapporten die de meteoroloog onder ogen krijgt staat bovendien de hoogste wind vermeld over een willekeurige aaneengesiotenperiode van tien minuten in het vooraigaande uur. De verschillende meetwaarden kunnen nogal uiteenlopen. vooral bij k o r t d u r e n d cs l o r m e n . T a b e l 9 g e e l i een voorbeeld voor het geval van de onverwachte storm van 12 mei (Hemelvaartsdag) 1983. De hoogste windsnelheid die werd gerapporteerd over een willekeurig trjdvak van tien minuten, bedroeg 1l Beaufort (Cadzand). Volgens de geldendeafspraken beschouwt men alieen de opgetreden waarden rond het hele uur; de maxi-
alleen libellen vliegen nog "aan alle insekten de grond"
male kracht van de storm wordt dan windkracht 10 (IJmuiden, Vlissingen Cadzand. Bovendien moet de wind een vol uur waaien; dit betekent dat we een uurgemiddelde-waarde nodig hebben of dat de desbetreÍÍendewindkracht in minstens twee opeenvolgende uurlijkse waarnemingen (rond het hele uur) moet zijn gerapporteerd. Houdt men dezeregel aan, dan kwam de Hemelvaartsdagstorm niet hoger dan windkracht 9 (Huibertgat). Uit Tabel 9 blijkt dat hct gebruik van slechtséén windwaarneming voor het bepalen van de maximale windsnelheid op veel plaatsen een oveÍschatting oplevert van de werkelijke kracht van de storm. (Over het gebruik van waarden rond het hele uur ofwaarden van eon wiliekeurige tijdstip in een uurvak valt natuurlijk te twisten.) Iets dergelijks was hct geval bt1 de zoge'orkaan' van 25 januari I 990. naamde WindsnelhedeÍl van orkaankracht werden slechts óénrnaal en slechts op éen station (IJmuiden) gemeten. Uitgaande van uurgerniddeldewindsnelheden ging het om een zeer zware stolm, windkracht ll. De lijst mct zware stormen van deze eeuw. zoals opgestelddoor B. Zwart (KNMI, De Bilt) gebruikt eveneenshet criterium van uurgemiddelde wrndsnelheden; deze moeten dan bovendien nog zijn opgetreden op een over land bereikbaar bemand operationeel KNMI waarnemingsstation. In de media wordt de zwaarte van stormen vaak schromelijk overdre-