Kloklezen Geschiedenis van de klok 1.
Wat is tijd? Tijd is iets dat niemand kan uitleggen, maar gans ons leven is erop gebaseerd. D.m.v. tijd kunnen we orde en structuur (o.a. planningen) in ons leven steken. Niemand denkt na erover wat tijd precies is, maar iedereen is tijdsgebonden.
2.
Tijdsmeters door de eeuwen heen. Héél vroeger werd er gekeken naar de zon, de maan en de sterren om de tijd te meten. Later hebben de mensen apparaten uitgevonden om de tijd te kunnen meten.
Egyptenaren Zij hebben de eerste klok uitgevonden, nl. een schaduwklok. Het was een T-vormige klok en men las de tijd af door te kijken naar de schaduw op de schaal. Oudheid Rond 800 v.C. heeft men de zonnewijzer uitgevonden. Men zette in het midden een rechtopstaande of schuine stok en men keek dan naar waar de schaduw wees. Ze werden in Europa tot de 18e eeuw gebruikt, vooral door reizigers. Maar bij slecht weer of ’s avonds kon men de zonnewijzer niet gebruiken, daarvoor had men de waterklok. De tijd werd aangegeven door het veranderende waterniveau. In de 1e eeuw na Christus heeft men de zandloper uitgevonden. De zandloper werd vooral gebruikt door trekkers en bij kerkdiensten. Vroeger zat er nog geen zand in de zandlopers omdat deze te ruw was, maar gebruikte gebroken eierschalen in de plaats.
Middeleeuwen (500- 1500) In de Middeleeuwen werden er veel uitvindingen gedaan. Van de 6e tot 17e eeuw gebruikte men in China wierookklokken. Wierook brandt erg regelmatig en daardoor kon men gemakkelijk de uren bijhouden. Achttiende eeuw Men gebruikte in deze periode kaarsklokken. Op de kaars werden strepen aangebracht, die de uren voorstelden. Nadat men de kaars aangestoken had, kon men zien hoeveel uren er al verstreken waren.
3.
De klok! Aan het eind van de dertiende eeuw zijn de eerste mechanische klokken ontstaan. Vooral op kerken en marktpleinen kwam zo’n klok te staan. Ze hadden wel nog geen wijzers zoals de klokken van nu, maar om het uur luidde er een bel. Men ondervond al vlug dat een precieze tijdsmeting noodzakelijk was. In 1504 werd in Duitsland het eerste zakhorloge gemaakt. Het horloge past precies in een jaszak. De eerste gewone klok was een slingerklok en werd gemaakt door een Nederlander in 1657. Het was in die tijd de meest nauwkeurige klok en ook de eerste die seconden aangaf. In 1790 ontstond het eerste polshorloge.
Enkele gedichten om de tijd voor te nemen! De tijd
Tijd
De tijd verglijdt als zand tussen mijn vingers.
‘Wacht een minuutje!’ ‘Een klein secondje!’ ‘Een uurtje geduld!’ ‘Ik heb nu geen tijd!’
Ik kan hem niet vasthouden. “Tik tak tik tak”, zegt hij. En hij snelt voort. Het ergste is: hij heeft altijd het laatste woord.
Mama’s ‘minuutjes’ en papa’s ‘secondjes’ duren thuis meestal een eeuwigheid. Tegen elkaar zeggen ze dan: ‘Wat vliegt de tijd toch snel!’ Maar daar ben ik het niet mee eens als ik al hun ‘minuutjes’ tel!
Bart Demyttenaere
Jaak Dreesen
Tijd voor mij? Uur Een uur vol pret en plezier lijkt amper een kwartier, maar hoe lang lijkt een uur vol angst en pijn? Zou dat niet andersom moeten zijn?
Soms holt de tijd mij op een draf voorbij. Druk-druk-druk. Geen tijd voor mij. Soms kruit de tijd als een slak achter me aan. Saai - saai Veel te veel tijd voor mij.
Jan Wouters
Luk Depondt
-
saai.
De tijd
De slingerklok De slingerklok van Ome Bram, die slingert alsmaar bimmerdebam. De slingerklok van Ome Bram, bimmerde bimmerde bam. De grote wijzer gaat wat stroef, als hij de uren slaat. Het kleintje sukkelt achteraan, dat komt altijd te laat. De cijfers zijn niet meer compleet: de drie ligt op de grond; je ziet alleen nog maar een vlek waar vroeger zeven stond. De één heeft al eens boos gezegd: ‘Ik doe niet langer mee!’ Maar toen kreeg hij een flinke dreun van cijfer nummer twee. De vier zegt dat hij buikpijn heeft. De vijf loopt met een stok. De zes en acht zijn grieperig, die liggen in de klok. De negen poetst de wijzers op. De tien ligt lui in bed. De elf heeft de twaalf net op tijd weer recht gezet. Zo tikt de klok van Ome Bram al jarenlang de tijd. Zo slingert hij de dagen door, maar nooit precies op tijd!
Wie kan de tijd betoveren, wie doet dat elk moment wie laat de tijd zo langzaam lopen, juist als je verdrietig bent? Het lijkt wel of de tijd dan stilstaat, want er komt geen einde aan. Honderdduizend keren zucht je: ‘Laat de tijd toch vlugger gaan.’ Wie kan de tijd betoveren, wie doet dat elk moment wie laat de tijd juist sneller lopen, als jij lekker vrolijk bent? Het lijk wel of die tijd voorbijvliegt, ja, die tijd duurt veel te kort. Extra tijd kun je pas krijgen, als je weer verdrietig wordt.
Mijn klok Mijn klok laat zien hoe laat het is. Hij loopt altijd op tijd. Hij staat nooit stil en loopt niet achter en niet voor. Hij tikt maar door, als ik het wil. Als ik hem opdraai elke morgen, hoef ik verder niet meer voor de tijd te zorgen. En als hij het vertikt te lopen, weet ik toch hoe laat het is: Tijd om gauw een nieuwe klok te kopen.
Spreekwoorden en zegswijzen over de tijd Wie de klok luidt, kan niet in de processie gaan
Hij heeft de klok horen luiden, maar weet niet waar de klepel hangt
Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens
De tijd zal het leren
Hoe later op de dag, hoe schoner volk
Men moet de dag niet vóór de avond prijzen
Beter laat dan nooit
Haastige spoed is zelden goed
Tijd rekken
Wat zal de tijd ons brengen
De tijd ervoor nemen
In een mum van tijd
De goeie oude tijd
Vadertje tijd
Race tegen de klok
Een zee van tijd hebben
De tijd dringt
Mijn tijd is gekomen
knipblad je voelt van jezelf dat je einde nabij is alles moet zeer vlug gaan alle tijd van de wereld voor zich hebben een gevecht met de tijd. (deadline) de tijd voorgesteld als een oude man met zeis en zandloper het verleden zeer snel alles op het gemak doen. wat staat ons te wachten tijd winnen zodat je er zelf goed vanaf komt je moet niet overhaast te werk gaan het is beter om iets wat je moet doen laat te doen dan helemaal niet. een werk is pas te beoordelen als het klaar is. de voornaamste gasten komen het laatst na verloop van tijd zal men zekerheid krijgen, het juiste van iets inzien, enz… in zijn eigen vertrouwde huis voelt iemand zich het best op zijn gemak. hij weet het fijne van de zaak niet. je kunt niet twee dingen tegelijk doen
Kijk altijd eerst naar de grote wijzer. Die geeft het aantal minuten aan. Kijk dan naar de kleine wijzer. Die geeft het uur aan. Hoe lezen we het uur ?
Staat de grote wijzer in het eerste kwartier dan lezen we het aantal minuten over het uur.
Staat de grote wijzer in het tweede kwartier dan lezen we het aantal minuten voor half
We zeggen: Het is ……… minuten over ………(uur)
We zeggen: Het is ……… minuten voor half ………
Staat de grote wijzer in het derde kwartier dan lezen we het aantal minuten over half
We zeggen: Het is ……… minuten over half ……
Staat de grote wijzer in het vierde kwartier dan lezen we het aantal minuten voor het uur.
We zeggen: Het is ……… minuten voor …… (uur)
Hoe laat is het op al deze klokken? Schrijf het op 2 manieren!
nr
digitaal
wijzerklok
1
2
5
3
6
9
13
7
10
14
4
8
11
15
12
16
17
18
21
25
19
22
20
23
26
24
27
28
op de volgende 4 pagina’s tempel ik met klokstempels telkens de klokken ertussen. - de voorkant van ‘kloklezen’ is een kant waar de kinderen de wijzers tekenen, aan de achterkant zet ik 9 klokken met wijzers, waar zij de tijd bijschrijven.
Kloklezen 1:
… over …
zeven over tien
drie over elf
elf over twee
negen over negen
zes over twaalf
dertien over vijf
veertien over acht
een over vier
twee over zeven
Kloklezen 2:
… voor …
zeven voor tien
drie voor elf
elf voor twee
negen voor negen
zes voor twaalf
dertien voor vijf
veertien voor acht
een voor vier
twee voor zeven
Kloklezen 3:
zeven voor half drie
… voor half …
drie voor half tien
veertien voor half zes
elf voor half vier
negen voor half twaalf
een voor half twee
zes voor half acht
dertien voor half negen
twee voor half vijf
Kloklezen 4:
zeven over half tien
elf over half twee
zes over half twaalf
… over half …
drie over half elf
negen over half negen
dertien over half vijf
veertien over half acht
een over half vier
twee over half zeven
Kloklezen 5: .. : 01 .. : 15
Digitale klok “… over …”
08:14
……………………………………………………………
11:08
……………………………………………………………
15:03
…………………………………………………………
06:06
……………………………………………………………
22:11
……………………………………………………………
… : 16 .. : 29
“… voor half …”
04:22
……………………………………………………………
07:16
……………………………………………………………
18:27
……………………………………………………………
23:18
……………………………………………………………
12:20
……………………………………………………………
.. : 31 .. : 44
“… over half …”
02:33
……………………………………………………………
08:38
……………………………………………………………
10:42
……………………………………………………………
16:44
……………………………………………………………
21:39
……………………………………………………………
“… voor …”
.. : 45 .. : 59 15:47
……………………………………………………………
03:52
……………………………………………………………
13:56
……………………………………………………………
19:46
……………………………………………………………
20:49
……………………………………………………………
en nu omgekeerd! drie over tien
…:…
twaalf over vier ’s namiddags
…:…
vier voor zeven ’s avonds
…:…
acht voor half drie
…:…
vijf over half negen ’s avonds
…:…
veertien voor half acht
…:…
elf voor negen ’s avonds
…:…
zes over half twee ’s nachts
…:…
Kloklezen 6:
Romeinse cijfers
Oefeningen uit allerhande boeken met klokken met romeinse cijfers
Kloklezen Massa oefeningen uit allerlei boeken rond kloklezen
oefeningen
dit blad is weerom aan te vullen met de klokstempels!
Beste ouders, Deze week (en de rest van de maand) werken wij intensief aan kloklezen, omdat dit bij veel leerlingen nog onvoldoende geautomatiseerd is. Graag willen we u vragen om thuis ook met uw kind te oefenen. Je kan op alle mogelijke momenten de klok laten aflezen, zowel de wijzerklok als de digitale klok. Daarom geven we u hieronder de klokverwoordingen mee, zoals ze op school aangeleerd worden.
… over … “zeven over tien”
“elf over vijf”
05:11
“drie over zeven ’s avonds”
19:03
… voor … “twaalf voor negen”
“zes voor drie”
02:54
“zes voor drie ’s namiddags”
14:54
… voor half … “vier voor half negen”
“twee voor half vier”
03:28
“zes voor half elf ’s avonds”
22:24
… over half … “zeven over half twee”
“twee over half tien”
09:32
“elf over half zes ’s namiddags”
17:41
Alvast bedankt voor uw hulp bij deze ‘training’!
Een nieuw jaar… nieuwe kalenders! Bij het begin van een nieuw jaar wensen we elkaar veel geluk, een goede gezondheid… Maar we maken ook goede voornemens voor het komende jaar. Wat zijn jouw goede voornemens?
Bekijk aandachtig een kalenderblaadje. Wat kunnen we allemaal aflezen?
Kalender van het nieuwe jaar kleven
1. Schrijf je volledige geboortedatum op: …………………………………………… Trek er een kring rond op de kalender. Op welke dag zal je verjaardag zijn in 2006? ………………………………………
2. Kerstmis is altijd op …… december. In 2006 is dat op een ……………………………………
3. Is 2006 een schrikkeljaar? ………………………………………………………………………………………………………………
4. Welke maanden hebben 30 dagen? …………………………………………………………………………………………………………………………… Welke maanden hebben 31 dagen? …………………………………………………………………………………………………………………………… Ken je dit rijmpje?
Dertig dagen telt november, April, juni en september. ‘d Andere tellen dertig en één, uitgenomen februari alleen. Want die heeft er vier maal zeven En in ’t schrikkeljaar nog één daarneven. Probeer dit eens te zingen op de melodie van “Altijd is Kortjakje ziek”.
5. Op welke dag zal de volgende grote vakantie beginnen? ……………………………………………………………… Kleur de grote vakantie op de kalender geel. Op welke dag zal jij starten in het vijfde leerjaar? ……………………………….
6. Kleur de kerstvakantie groen. Ze begint dit schooljaar op zaterdag …… december, en eindigt op zondag …… januari. Hoeveel dagen vakantie heb je dan? ………………………………
7. Hoeveel dagen zijn er in 2006? ……………………………. 8. De hoeveelste? Welke dag? 19 juni is de ………………………… ………………dag van juni 2006. 25 oktober is de ………………………… ……………………dag van oktober 2006. 11 februari is de …………………… ………………………dag van februari 2006. 9. Vroeger kregen de maanden een andere naam. Maak volgende oefening met behulp van de scheurkalender. Kleur wat samen hoort in dezelfde kleur.
augustus
bloeimaand
januari
hooimaand
maart
november
dooimaand
oktober
december
juni
september
mei
fruitmaand
juli
slachtmaand
februari
zaaimaand
donkere maand
grasmaand
vorstmaand
april
oogstmaand
buienmaand
rozenmaand