de Ratelaar
nr 29 - maart 2004 / nieuwsbrief van Nationaal Park De Biesbosch
Met het vaststellen van het eerste Beheer- en Inrichtingsplan in 1994 kreeg de Biesbosch de officiële status Nationaal Park. Nu zit het tienjarig Biesboschkind ongeduldig te wachten op het nieuwe bip, waarmee het de volwassenheid tegemoet wil treden. Met alle feestneuzen in dezelfde richting, gaat in oktober deze toekomstmuziek eindelijk definitief klinken. Zo wordt het toch nog een leuk feestje.
Nationaal Park De Biesbosch viert
10-jarig bestaan Biesbosch de definitieve status Nationaal Park. Veertien bestuurders zetten die dag als afgevaardigden van provincies, gemeenten, ministeries, waterschappen en recreatieschappen hun handtekening onder een convenant waarmee de
Nu, in 2004, wordt gedurende het gehele jaar aandacht aan dit jubileum besteed. Verschillende activiteiten voor zowel bestuurders, vrijwilligers en omwonenden staan op het programma. Ook de Ratelaar feest mee: in de zomer verschijnt een extra dik feestnummer over de ontwikkelingen van de Biesbosch gedurende de laatste tien jaar en natuurlijk ook over de toekomst van het park.
Biesbosch het vijfde nationale park van Nederland werd. Deze bijzondere gebeurtenis vond plaats in een geïmproviseerde hut op de Deeneplaat.
Na de definitieve instelling van het Nationaal Park werden bezoekers door toegangsborden verwelkomd (foto: Jacques van der Neut).
In dit nummer
Op 10 maart 1994 was het zover. Nadat de Biesbosch enkele jaren met de status ‘in oprichting’ getooid was geweest, verleende staatssecretaris drs. K.D. Gabor eindelijk de begeerde titel van nationaal park. Tijdens de vergadering van het Overlegorgaan op woensdag 10 maart j.l. is het draaiboek voor het jubileum vastgesteld. De meeste activiteiten vinden in de zomer en het najaar plaats. Eind juni verschijnt het speciale jubileumnummer van de Ratelaar. Deze keer dikker en fleuriger dan u gewend bent. Natuurlijk aandacht daarin voor de afgelopen 10 jaar, maar ook met een vooruitblik. Het complete feestprogramma treft u ook in het juninummer aan. Voor de pers staat in juni een rondvaart op het programma. Onderweg belicht het Overlegorgaan zijn standpunt over belangrijke actuele ontwikkelingen. In september krijgen de vrijwilligers die zich inzetten voor de Biesbosch een speciaal uitje naar het Nationaal Park de Oosterschelde.
Zelf steken ze ook de handen uit de mouwen. In het najaar stellen zij een tentoonstelling samen over het park met verhalen en beelden over hun werk in en hun beleving van het park. In de beide bezoekerscentra is het eindresultaat te zien. Niet het minst belangrijk is het minisymposium in oktober voor bestuurders en beleidsmakers. Het nieuwe bip wordt dan vastgesteld. Daarmee kan het Nationaal Park De Biesbosch weer een aantal jaren vooruit.
1
p2
‘Haal’ zegenvisserij / Habitatrichtlijn / vvhb start jeugdgroep
p3 Vos / Bever / Moerasstreepzaad p4 Chinooks verstoren waterwild / Stemming over de Kier / Zuiderklip p5 Een woordje met Hans Gebuis p6 Virtuele vliegreis / Tuinwerkzaamheden / Uit de oude doos / Agenda
maart 2004
Op 10 maart 1994 kreeg de
Nationaal Park koopt ‘haal’ zegenvisserij In opdracht van het Nationaal Park heeft Staatsbosbeheer de plek gekocht waar de netten van de vroegere zalmzegenvisserij De Nieuwe Merwede werden binnengehaald. Het is de bedoeling dat deze haal,
In 1931 werden op de Nieuwe Merwede voor het laatst de grote netten binnengehaald waarmee Zalm, Elft, Fint en Steur werden gevangen. De jaren ervoor was zo weinig Zalm gevangen dat het niet meer loonde om al het materiaal – stoomspil, (sleep)boten, netten en gebouwen – en het vele
werkvolk in te zetten. De volkskeet annex directieverblijf veranderde in een boerderij. De boetkeet, het gebouwtje waar de stoommachine stond en het haalhok werden alle drie in gebruik genomen als zomerhuis, al dan niet nadat de oorspronkelijke bebouwing was gesloopt. Toen het witte zomerhuis vorig
waar nu een wit zomerhuis staat, vlakbij de Ottersluis, wordt ingericht zoals hij er honderd jaar geleden uitzag, toen er nog ‘fabrieksmatig’ op Zalm werd gevist.
Onder het zomerhuisje bevinden zich overblijfselen van de zalmzegenvisserij (foto: Jacques van der Neut).
Habitatrichtlijn
vvhb start jeugdgroep
De bewuste strook ligt in het westelijk deel van het Wantij, nét buiten de grens van het Nationaal Park de Biesbosch. In 1988 werden de eerste Bevers in de Biesbosch uitgezet. Sindsdien is het aantal dieren en burchten uitgebreid. Enkele Bevers hebben zich langs het Wantij gevestigd, op amper een halve kilometer afstand van Stadspolders. De aanwezigheid van deze knaagdieren ‘knabbelt’
In april start de Vereniging van Vrijwilligers Hollandse Biesbosch (vvhb) met haar jeugdactiviteiten. Dit idee leefde al enkele jaren, maar nu gaat het er echt van komen. De doelgroep van de werkgroep is de jeugd van 8 tot 12 jaar. Er kunnen op dit moment maximaal 25 kinderen lid worden van de jeugdgroep. Twee keer per maand komen zij op zaterdagochtend bijeen in Biesboschcentrum Dordrecht. Van daaruit worden er zo veel mogelijk buitenactiviteiten ondernomen in de omliggende gebieden. Iedere keer staat een thema centraal. Hierdoor krijgen kinderen binding met de natuur in de eigen woonomgeving, de Biesbosch in het algemeen en sociale binding met leeftijdgenoten met dezelfde interesse. Een kerngroep zorgt voor de continuïteit. Overige leden van de vvhb participeren in de uitvoering. Aanmelden en informatie: vvhb, Clarien van der Wilt, tel. nr. 0180 – 623018, e-mail:
[email protected]
voorkomt zaagwerk De gemeente Dordrecht mag voorlopig geen enkele wilg wegzagen op de oevers van het Wantij die aan de Dordtse wijk Stadspolders grenzen. Een strook van drie kilometer is daar namelijk volgens de Flora en Faunawet en de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn aangewezen tot beschermd natuurgebied.
De bomen langs het Wantij die de gemeente Dordrecht wil verwijderen (foto: Jacques van der Neut).
maart 2004
2
jaar te koop werd aangeboden, heeft het Nationaal Park besloten het aan te kopen, met het oog op de cultuurhistorische nevendoelstelling die het park heeft. De komende jaren wordt volgens adjunct-secretaris Martien Mols bekeken hoe de plek kan worden ingericht om voor het publiek duidelijk te maken hoe deze vorm van visserij in zijn werk ging. Daarbij helpt dat nog enkele relicten zichtbaar zijn. Zo staat er nog altijd het rad waarmee het net op de kant werd getrokken. Ook bestaat het klinkerpad nog waarop het paard zijn rondjes om het rad liep bij het binnenhalen van het net. Het zomerhuisje zelf is gebouwd op de fundamenten van het haalhok, het schuurtje waarin de haalbaas bijhield hoeveel vis van welke soort er bij elke ‘trek’ was gevangen.
nu aan de misschien wat al te ijverige zaagplannen van de gemeente Dordrecht. De omwonenden stellen het uitzicht op de bomenrij zeer op prijs en betreuren het als de bomen langs het Wantij zouden verdwijnen. De gemeente heeft zich inmiddels tot het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gewend om te horen aan welke regels ze zich moet houden.
Vos definitief Biesboschbewoner de Biesbosch gevestigd. Binnen de grenzen van het Nationaal Park zijn de afgelopen tijd op diverse plaatsen kadavers gevonden.
Het waterrijke karakter van de Biesbosch vormt blijkbaar geen beletsel voor de Vos. Op 13 februari van het vorig jaar zagen medewerkers van Staatsbosbeheer vanaf een boot, hoe een Vos een brede kreek in de Brabantse Biesbosch zwemmend overstak. Op de vraag of de Vos zich ook in de Biesbosch voortplant, vond boswachter Bart Weel op 11 december waarschijnlijk een bevestigend antwoord. Hij trof op de dijk van spaarbekken De Gijster een verse, dode Vos aan. Gezien de scherpe nagels, tanden en kiezen ging het om een jong exemplaar
dat haast wel in de Biesbosch geboren moet zijn. Ook op klaarlichte dag laten de roodbruine roofdieren zich zien. Zo observeerde Jan van der Nat op 18 december tijdens het vogelen in de Beneden Spieringpolder een rondstruinende Vos. De Vos heeft zich in de Biesbosch gevestigd, dat is duidelijk. Of zijn komst ook invloed heeft op het aantal Grauwe ganzen (en boerenganzen) dat in de Biesbosch overzomert en broedt, zal veldonderzoek moeten aantonen. Een dode, jonge Vos op de dijk van De Gijster (foto: Jacques van der Neut).
Wat doe ik met een dode Bever? Nu de Biesbosch zo’n honderd Bevers telt, kan het voorkomen dat u zich die vraag eens moet stellen. U voorkomt heel veel problemen als u het dier laat liggen en afziet van nutteloos sleep- en sjouwwerk om het exemplaar bij een preparateur te krijgen. Dat mag namelijk niet.
(foto: Daan Bruysters)
Een en ander is geregeld in de Flora- en Faunawet, die onder andere het prepareren en in bezit hebben van beschermde dieren – en dat zijn Bevers – regelt. Bevers worden, samen met Otter, Hamster, Hazelmuis en Noordse woelmuis zo streng beschermd, dat ze zelfs niet mogen worden geprepareerd. Dit geldt ook voor alle in Nederland voorkomende vleermuizen, walvisachtigen, reptielen en amfibieën, met uitzondering van de Bruine en Groene kikker. Er zijn ook nog soorten als beschermd aange-
wezen bij Algemene Maatregel van Bestuur of bij ministeriële regeling. Het betreft hier enkele insecten en andere ongewervelde dieren. Laten liggen dus, want je krijgt alleen een ontheffing als het voor wetenschappelijk onderzoek gebruikt wordt. Wie tegen beter weten in toch wat wil ondernemen, heeft nog één optie. Hij kan bij de politie een vervoersvergunning aanvragen om het dier naar een wetenschappelijk instituut of naar een natuurhistorisch museum, zoals bijvoorbeeld Naturalis, te vervoeren. Tegelijkertijd moet met die instantie een bruikleenovereenkomst worden geregeld voor het geprepareerde dier. Maar dan is het voorwerk nog niet af. Bij de vergunningverlenende instantie laser moet ook nog een ontheffing worden aangevraagd om een geprepareerde Bever in bezit te mogen hebben en die wordt niet gemakkelijk verleend. De nieuwe Flora- en Faunawet moet zorgen voor de bescherming en verrijking van de Nederlandse natuur, zodat iedereen er kennis van kan nemen, nu en in de toekomst. Maar of dat op deze manier moet…?
Moerasstreepzaad bedolven onder specie Door illegale stort van specie is één van de grootste groeiplaatsen van Moerasstreepzaad binnen de grenzen van het Nationaal Park de Biesbosch verloren gegaan. De groeiplaats lag in de directe omgeving van het Staringgemaal bij de Kop van ’t Land. Wie de specie heeft gedumpt, is niet bekend. Moerasstreepzaad is in Nederland tamelijk zeldzaam en grotendeels beperkt tot beekdalen en brongebieden. Langs de rivieren komt de gele, tot de familie der Composieten behorende plant, uitsluitend in het zoetwatergetijdengebied voor. In de Biesbosch lijkt Moerasstreepzaad een fijnproever; het is hier kenmerkend voor natte plekken in oudere wilgenbossen met een soortenrijke ondergroei, die vrijwel dagelijks door de vloed worden bereikt.
3 maart 2004
De Vos heeft zich definitief in
‘Chinooks’ verstoren waterwild Motie heroverweging Kierbesluit verworpen De voorbereidingen voor het op een kier zetten van de Haringvlietsluizen kunnen doorgaan nu de Tweede Kamer op 19 februari de motie-Geluk/ Hermans heeft verworpen. In die motie werd de regering gevraagd het Kierbesluit opnieuw in overweging te nemen. Het overgrote deel van de Kamer stemde tegen. In de vorige Ratelaar meldden we al dat de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en de minister van lnv de plannen willen voortzetten. Uiteindelijk hebben alleen de vvd, sgp en lpf voor de motie gestemd.
Overvliegende Chinooks (legerhelikopters) zorgen voor een enorme verstoring in de Biesbosch. Dat hebben medewerkers van Staatsbosbeheer vastgesteld tijdens hun maandelijkse tellingen in diverse Biesboschpolders. Chinooks zijn voorzien van een stel dubbele rotorbladen, vliegen relatief langzaam en veroorzaken een diep, aanzwellend gebrom. Als zo’n ding overkomt, vliegen duizenden watervogels verschrikt op. Dat vergt veel energie. De winter is voor het waterwild een gevoelige periode, omdat ze dan zoveel mogelijk vetreserves moeten opbouwen om de trek naar hun broedgebieden weer te kunnen volbrengen. In februari 2004 werden er bijna 43.000 (water)vogels geteld met als lijstaanvoerders de Smient (10.440 ex.), Kievit (ruim 4.100 ex.), Kuifeend (bijna 3.900 ex.) en Brandgans (3.850 ex.).
Zuiderklip uit impasse Het graven van kreken in de Zuiderklip is een stap dichterbij nu de raadscommissie van Drimmelen overtuigd lijkt van de noodzaak dat de Maas de ruimte krijgt. Over de cultuurhistorische waarden en de opvang van ganzen is de projectgroep Zuiderklip nog in gesprek met de raadscommissie.
maart 2004
4
De inrichting van het Zuiderklipgebied is na de hoogwaterstanden van 1993 en 1995 en het schrappen van het vierde spaarbekken, in 1998, onderwerp van discussie geworden. In afwachting van vergraving tot spaarbekken hadden de polders een agrarische bestemming. Na de overdracht van de terreinen aan sbb kwam de ideevorming over een nieuwe functie op gang, waarbij de problematiek van de hoge rivierwaterafvoeren een belangrijke rol is gaan spelen. Bij het tot stand komen van het plan waren verder zaken als ganzenopvang en de cultuurhistorische waarden belangrijke elementen. Het plan wordt financieel ondersteund door nationaal beleid voor de Ecologische Hoofdstructuur (ehs), Deltanatuur en het project Ruimte voor de Rivier. Het inrichtingsplan kreeg echter geen goedkeuring van de gemeenteraad van Drimmelen. De raad stemde niet zonder meer in met een aanpassing van het bestemmingsplan. Over enkele punten wilde de raad eerst opheldering. Zo vond men de noodzaak voor Ruimte voor de Rivier niet aangetoond en had men verder vragen over de ganzenopvang en de cultuurhistorische waarden.
Het eerste probleem is opgelost, nu de projectgroep Ruimte voor de Rivier van Rijkswaterstaat begin maart de noodzaak van de aantakking van het Zuiderklipgebied aan het riviersysteem heeft aangetoond. Zeker als de Noordwaard helemaal is ingericht en in open verbinding met de rivier is gebracht, heeft de Maas bij grote rivierafvoer meer ruimte nodig om de waterstand bij Geertruidenberg te verlagen. Via de Noordwaard stroomt dan immers ook Rijnwater de Biesbosch in. Uit berekeningen blijkt dat zonder aantakking in dat soort gevallen de dijken in de
omgeving van Geertruidenberg onvoldoende hoog zijn. De raadscommissie onderschreef het belang van dit aspect. Intussen heeft ook gedeputeerde van Natuur en Water van de provincie Noord Brabant, L. Verheijen, met raadsleden gesproken. In dat gesprek is afgesproken de resterende punten de komende periode op te lossen. De projectgroep Zuiderklip en de raadscommissie zijn daarin elkaars gesprekspartners. De hoop is dat men het er nog voor de zomer over eens is dat het bestemmingsplan gewijzigd moet worden.
In de Turfzakken ontwikkelen zich moerasvegetaties (foto: Jacques van der Neut).
Een woordje met… Hans Gebuis
Hans Gebuis in zijn ‘rijdende’schuilhut (foto: Jacques van der Neut).
van de Natuur- en Vogelwacht Dordrecht zijn van hem. Wie de foto van de Aalscholver op de krib heeft gedownload om in maart als bureaublad te gebruiken, heeft ‘een Hans Gebuis’ in huis gehaald. Al meer dan twintig jaar fotografeert hij in de Biesbosch, hoofdzakelijk vogels. Uitgekeken is hij er nog altijd niet. Hij wacht nog altijd op dat ene buitenkansje.
“Ik hoop altijd maar dat ik tegen iets bijzonders aanblunder” “Ik wilde luchtverkeersleider worden. En als tiener was mijn hobby vliegtuigspotten. Misschien dat ik daarom nu vogels fotografeer.” Maar voordat Hans Gebuis (1946) zijn eerste vogel fotografeerde, was hij de dertig al ruim gepasseerd. “Ik ben wel in de fotografie beland, wat ook een hobby van me was. Mijn eerste toestel had ik al op mijn veertiende en mijn eerste baan was fotograaf, eerst bij De Dordtenaar, later bij het Dordrechts Nieuwsblad.” Zijn kennismaking met de Biesbosch had ook met zijn baan als fotojournalist te maken. “Zo vlak voor 1970 wilde de krant een reportage over het naderende einde van de Biesbosch als gebied met eb en vloed. Ik ben toen eens met Dirk Fey op stap geweest en op bezoek geweest bij de eendenkooi van Van der Stelt.” Bij die kennismaking leek het te blijven, maar toen hij na de opheffing van het Dordrechts Nieuwsblad
besloot als free-lancer verder te gaan en hij inmiddels in de Dordtse wijk Sterrenburg woonde, kwam de Biesbosch weer in beeld. “De Biesbosch lag als het ware om de hoek. Maar ik merkte wel dat je er niet zo maar in kwam, als je geen bootje had. Je stuitte op de jachtopziener, of als je in de Brabantse Biesbosch bij de Deeneplaat ging kijken, op Saarloos.” Door zich aan te sluiten bij de Natuur- en Vogelwacht Dordrecht kreeg hij wel toegang, zij het vooral tot het voornaamste werkgebied van deze vrijwilligersorganisatie: de Dordtse Biesbosch. “Met Rob Haan ging ik mee om in opdracht van Vogelbescherming inventarisaties te maken. En dan nam ik mijn fototoestel mee. Toen is het eigenlijk begonnen.” Inmiddels levert hij zijn foto’s aan fotopersbureaus die gespecialiseerd zijn in natuuropnames, zoals Foto Natura en het in Engeland gevestigde Aquilla, waar redacties van kranten en tijdschriften aankloppen als ze snel “een plaatje van een vogel of een bloemetje” nodig hebben. Als je zoals Hans Gebuis jarenlang vogels in de Biesbosch fotografeert, moet je ze zo langzamerhand
allemaal toch wel hebben vastgelegd. “Ja, maar je blijft toch op zoek naar dat ene bijzondere plaatje. Je moet als fotograaf de drang hebben dat het altijd beter kan.” Daarbij is voor hem een probleem, zegt hij, dat hij niet het type is dat zich dagenlang verschuilt in een zelfgemaakt hutje en wacht op dat buitenkansje. “Ik hoop altijd maar dat ik er tegenaan blunder.” In die bijna kwarteeuw heeft Gebuis de vogelstand zien veranderen. “Roofvogels heb ik zien toenemen, als broedvogel dan. Buizerd, Sperwer en Havik met name. Ook de Blauwborst heeft geprofiteerd van de verruiging van de Biesbosch.” Omgekeerd kan hij geen foto’s meer maken van de Grote karekiet of grote groepen overwinterende eendensoorten. De nieuwe natuurgebieden heeft hij verwelkomd. “In de pionierfase zag je meteen andere vogels verschijnen, Kluten – zelfs een Steltkluut – en zilverreigers.” Nu de kale vlaktes in de Spieringpolders en Maltha begroeid raken, bieden ze beschutting aan Roerdompen. “Laatst heb ik er op een dag negen geteld. Dat was tot voor kort onvoorstelbaar.”
5 maart 2004
Vrijwel alle foto’s op de website
Agenda
(foto: Dick Veenhuizen)
Uit de Oude Doos Voor de afsluiting van het Haringvliet in november 1970 kenmerkten sommige plantensoorten zich in de Biesbosch door forse afmetingen. Op deze uit 1969 daterende opname spreekt de hoogte van een pol Spindotterbloem (ruim 1,30 meter) op de Boerenplaat voor zichzelf. Links staat Ies Zonneveld met lieslaarzen en rechts Bert Verver die toen stage liep bij het Staatsbosbeheer.
Tuinwerkzaamheden in Drimmelen
De tuin rondom het Biesbosch Bezoekerscentrum in Drimmelen begint vorm te krijgen. Terwijl de uitlopende knoppen de tuin een groene aanblik geven, krijgen de bezoekers er een idee van de Biesbosch. De tuin is namelijk overeenkomstig de flora van de Biesbosch ingericht. Veel wilg, Zwarte populier en Zwarte els en verder de bekende kruidensoorten als Fluitenkruid, Smeerwortel, Speenkruid en Reuzenbalsemien. Aan de noordkant van het gebouw is een grote vijverpartij gegraven en wordt een griendje aangelegd met daar vlak in de buurt een schrankkeet. De bezoekers lopen via het wandelpaadje door dit primitieve onderkomen van de griendwerkers. Het terras aan de zuidoostkant is voorzien van knotwilgen. De zuidkant van de tuin bestaat uit bosplantsoen met een klein grasveld dat voor diverse doeleinden gebruikt kan worden. Als alles volgroeid is, zal de tuin een besloten en spannende plek zijn waar kinderen natuuronderzoekjes kunnen doen. Het onderhoud zal in eigen beheer plaatsvinden met, als het even kan, steun van de Biesbosch Jeugdgroep de Spoorzoekers.
maart 2004
6
• tot 10/5 Fototentoonstelling ‘Sprookjes uit de natuur’ van José van Gennip in Bezoekerscentrum Drimmelen. • tot 27/5 Tentoonstelling ‘Pas op, sporen!’ in Biesboschcentrum Dordrecht • vanaf 4/4 Tentoonstelling ‘Achter de schermen’ over de eendenkooi; Biesboschmuseum Werkendam. • van 10/5 tot 12/7 ‘Eilanden’, Lino’s en schilderijen van Marlies Kempees in Bezoekerscentrum Drimmelen. • 12/5 Vergadering Agendacommissie np Bezoekerscentrum Drimmelen • 12/5 Vergadering Beleidsgroep Integrale Veiligheid in gemeentehuis Drimmelen te Made • 25/6 Persexcursie Jubileum Nationaal Park De Biesbosch (onder voorbehoud) Verder heeft ieder bezoekerscentrum dagelijks een uitgebreid programma met activiteiten in de natuur. Inlichtingen zijn verkrijgbaar in Dordrecht (telefoon 078–6305353), Drimmelen (telefoon 0162–682233) en Werkendam (telefoon 0183–504009).
Virtuele vliegreis boven de Biesbosch
Virtueel vliegen boven de Biesbosch. Dat kan met een bezoekje aan de website Terradesk.nl. Niet dat het vliegtuig dan meteen klaar staat, maar na het downloaden van het programma Terra Explorer en wat ‘vlieglessen’ – het lezen van de handleiding of het gewoon maar uitproberen van stuurknuppel, hoogtemeter en andere knoppen – lukt het toch wel. De reis begint door op de homepage van TerraDesk in het keuzemenu ‘Bekijk in Vogelvlucht’ Nederland aan te klikken. Op het volgende scherm verschijnt linksonder een kaart met daarop het vliegtuig dat zich met de ‘verkeerde’ muisknop laat leiden naar de plek waarover hij moet gaan vliegen. Het echte vliegen begint door het blauwe vlakje Flight panel aan te klikken. Daarna verschijnen onder in beeld de knoppen die de piloot de keuze geven op welke hoogte en met welke snelheid hij over het gebied wil vliegen. Het levert mooie beelden op van grienden en kreken, zeker als de hoogtemeter op 600 meter wordt afgesteld.
Colofon Deze nieuwsbrief is bestemd voor alle personen en organisaties die direct betrokken bij en/of geïnteresseerd zijn in de ontwikkelingen in de Biesbosch. De in de nieuwsbrief gepubliceerde meningen geven niet noodzakelijk het beleid van het Overlegorgaan Nationaal Park De Biesbosch weer. Redactieadres IVN Consulentschap Brabant Postbus 883 5280 aw Boxtel Tel: 0411-614111 Fax: 0411-614112 Internet: www.biesbosch.org E-mail:
[email protected] Eindredactie Rob Vereijken Redactie Daan Bruysters, Frans Fronik, Jacques van der Neut, Wim van Wijk Vormgeving Buro Kloeg Lay-out Sander Neijnens Oplage 1000 exemplaren Copyright Voorzien van een bronvermelding kunnen artikelen uit deze nieuwsbrief geheel of gedeeltelijk worden overgenomen. De Ratelaar is gedrukt op 100% gerecycled papier