VUT-REGELING
VOOR FWG-DEELNEMERS GEBOREN IN 1946 - 1949
Vut-regeling voor deelnemers FWG geboren in de periode 1946 - 1949 Voor deelnemers aan het FWG (Fonds Werktijdvermindering Oudere Werknemers in de Grafische Bedrijven), beter bekend als het Vut-fonds, geldt een regeling voor vervroegde uittreding. U bent geboren in 1946, 1947, 1948 of 1949. U kunt daardoor op basis van de huidige cao-afspraken gebruik maken van een aangepaste Vut-regeling. Bij cao kunnen in de toekomst echter andere afspraken worden gemaakt en andere voorwaarden van toepassing zijn. Er is dus geen sprake van een recht op Vut zoals dat bij pensioen het geval is.
Aangepaste Vut-regeling Met ingang van 1 januari 2006 is de Vut-regeling voor grafici, administratief personeel dagbladbedrijf en vrijwillige deelnemers aangepast. De in deze brochure omschreven regeling geldt alleen voor FWG-deelnemers die geboren zijn in 1946, 1947, 1948 of 1949. Daarna houdt de Vut-regeling op te bestaan. Uitkeringshoogte en premie De Vut-uitkering is gebaseerd op maximaal 70% van het laatste vaste brutoloon. Er geldt een maximumloon waarnaar de Vut-uitkering wordt berekend. Dit loon is gekoppeld aan het maximum loon dat ook in de Wet Financiering Sociale Verzekeringen wordt gebruikt. Voor 2011 is dat € 49.296. De reguliere uittredingsleeftijd is afhankelijk van het geboortejaar en aantal dienstjaren. De standaardpremie voor deelname bedraagt 3,85% (2011) van het loon. De werknemer betaalt 2%. De regeling voor het administratief personeel dagbladbedrijf is identiek aan de grafische Vut-regeling, zij het dat het deel dat men geacht wordt 'uit-de-pensioenpot' te halen, waarover meer op de volgende pagina’s, wordt gefinancierd met een aanvullende premie. Voor geboortejaren vóór 1950 1,80% en vanaf
Deze brochure bevat de belangrijkste regels van het FWG Reglement Vervroegde Uittreding voor Grafici. Er kunnen geen rechten aan ontleend worden; in de statuten en reglementen zijn de exacte formuleringen opgenomen. U vindt de statuten en reglementen op de website www.grafimediafondsen.nl. oktober 2011
20026w11
1.
1950 0,90%. De werknemer betaalt hiervan de helft. De premie komt daarmee voor de groep vóór 1950 op 5,65% waarvan de werknemer 2,90% betaalt. En voor de groep na 1950 op 4,75% waarvan de werknemer 2,45% betaalt. Wat doet een Vut-fonds? Een Vut-fonds voert op verzoek van werkgevers- en werknemersorganisaties een regeling voor vervroegde uittreding uit tegen een zo laag mogelijke premie. De grafimedia Vut-regeling is gebaseerd op een omslagsysteem. Het bedrag dat jaarlijks nodig is voor de Vut-uitkeringen wordt door de werkenden in de branche opgebracht. Met de premie en de eventuele beleggingsopbrengsten worden de Vut-uitkeringen betaald. Het beleid van het Vut-fonds wordt bepaald door een bestuur dat bestaat uit een vertegenwoordiging van werkgevers en werknemers uit de branche. Welke voorwaarden gelden er voor de Vut? Er kunnen twee regelingen onderscheiden worden. Een regeling voor werknemers die de laatste 10 jaar, voor de datum waarop ze volgens de regeling met de Vut zouden kunnen, hebben gewerkt in het grafisch bedrijf en onafgebroken deelnemer zijn geweest aan het FWG. En een aparte regeling voor werknemers met 40 dienstjaren. Deze werknemers voldoen aan het 10-jaarscriterium en hebben daarnaast vanaf hun 22e onafgebroken deelgenomen aan het FWG. Wanneer kan ik met de Vut en met welke uitkering?
VUT-SITUATIE Geboortejaar
Vut-leeftijd o.b.v. 10 dj
Vut-leeftijd o.b.v. 40 dj
Uitkeringshoogte van het laatste vaste brutoloon
1946 1947 1948 1949
62 jr 62 jr en 4 mnd 62 jr en 8 mnd 63 jr
62 jr 62 jr en 2 mnd 62 jr en 4 mnd 62 jr en 6 mnd
70% 70% 70% 70%
Toelichting: de uitkering bedraagt maximaal 70% van het brutoloon. Voor de berekening van het laatst verdiende vaste brutoloon wordt uitgegaan van de som van het loon, vakantietoeslag en vaste gratificaties. Het Vut-fonds vergoedt verder de inkomensafhankelijke premie voor de Zorgverzekeringswet. De uitkering wordt maandelijks uitbetaald.
2.
Een uitkering van maximaal 70% van het brutoloon; wat betekent dat in de praktijk? Er worden twee begrenzingen aangebracht. De eerste begrenzing heeft te maken met de koppeling van de uitkering aan het maximumloon dat ook in de Wet Financiering Sociale Verzekeringen wordt gebruikt. In 2011 is dat € 49.296. De uitkering kan dus niet hoger zijn dan 70% van dit maximumloon. De tweede begrenzing heeft te maken met de manier waarop de uitkering wordt vastgesteld en uitbetaald. U merkt er per saldo weinig van maar uw uitkering bestaat eigenlijk uit twee componenten: een pensioendeel1 en een Vut-aanvullingsdeel. Een deel wordt u geacht uit uw pensioen te betalen en een deel vult het Vut-fonds aan tot 70%. Dat zit zo. Het Vut-fonds gaat er bij de berekening van de uitkering vanuit dat u bij het pensioenfonds waaraan u deelneemt per achterliggend grafisch dienstjaar extra pensioen krijgt toegekend: 0,20% van de pensioengrondslag voor ieder grafisch jaar vanaf uw 22e tot 2006. Deze extra opbouw wordt geacht voorwaardelijk2 beschikbaar te komen op het moment dat u met de Vut wilt. Bij een grafisch arbeidsverleden van 30 jaren tot 2006 ontstaat zo een extra pensioenrecht van 30 x 0,20% = 6% van de pensioengrondslag. Het Vut-fonds gaat er nu vanuit dat u deze extra rechten tot 1 januari 2006 inzet voor uw Vut. Vervolgens wordt berekend wat het Vut-fonds moet aanvullen om op 70% van het brutoloon uit te komen.
1. De regeling waarbij het pensioenfonds voorwaardelijk geld beschikbaar stelt, geldt niet voor het administratief personeel van het dagbladbedrijf. Deze groep werknemers ontvangt een uitkering van 70% en betaalt hiervoor een hogere premie. 2. U krijgt voorwaardelijk pensioen toegezegd want het recht ontstaat pas wanneer u aansluitend aan het grafische dienstverband met pensioen gaat en als de financiële middelen van het pensioenfonds het toelaten.
3.
VOORBEELD Stel u bent geboren in 1949 en bent deelnemer aan het Vut-fonds FWG en het pensioenfonds PGB. Uw inkomen ligt op € 30.000. De franchise voor het pensioenfonds stellen we op € 12.500 waardoor u over € 17.500 pensioen opbouwt. Op basis van de aangepaste Vut-regeling kunt u als u te zijner tijd nog werkt in de branche, standaard met 63 jaar stoppen met werken tegen maximaal 70% bruto. Stel verder dat u op 1 januari 2006 35 grafische dienstjaren heeft. Hoe wordt dan de uitkering berekend? Stap 1 Bij het pensioenfonds krijgt u op grond van de vernieuwde pensioenregeling voorwaardelijk extra pensioenrechten toegekend op basis van uw arbeidsverleden. In dit voorbeeld 35 x 0,20% = 7%. De pensioengrondslag bedraagt € 30.000 – € 12.500 = € 17.500. De voorwaardelijke extra opbouw bedraagt dan 7% van € 17.500 = € 1.225. Stap 2 Op basis van inruilfactoren wordt vervolgens berekend wat dit levenslange pensioenrecht waard is als tijdelijke uitkering vanaf uw 63e tot uw 65e jaar. Volgens de huidige factoren is dat € 1.225 x 6,450 = € 7.901 per jaar. Stap 3 Het Vut-fonds neemt aan dat u deze extra toegekende € 7.901 reserveert voor uw Vut. Het fonds vult dan aan tot 70% van € 30.000 = € 21.000. De Vut-aanvulling bedraagt in dit voorbeeld dus € 21.000 – € 7.901 = € 13.099 per jaar.
Kan ik ook eerder of later stoppen met werken? U kunt uw Vut in principe vervroegen of uitstellen. De uittredingsleeftijd kan liggen tussen 60 en 64 jaar. Wie eerder of later uittreedt dan de reglementaire leeftijd ontvangt een uitkering waarbij het beschikbare bedrag wordt verdeeld over het aantal maanden dat de uitkering wordt genoten. Bovendien wordt het uitkeringspercentage verlaagd met 0,1% voor elke maand dat men eerder uittreedt in verband met renteen premieverlies. Bij vervroeging van de Vut moet wel voldaan worden aan de door het Vut-fonds gestelde voorwaarde (10-jaarscriterium en/of 40 dienstjaren). Naarmate u uw Vut verder uitstelt, neemt de hoogte van uw uitkering evenredig toe. Maar de uitkering kan nooit boven de 100% van het brutoloon komen.
4.
VOORBEELD Een werknemer, geboren in 1949, kan standaard uittreden op 63 tegen maximaal 70%. Flexibel uittreden
Uitkeringspercentage van het brutoloon
63 jaar en 7 maanden 63 jaar 62 jaar 61 jaar 60 jaar
100% (maximum) 70,0% 44,8% 31,9% 23,7%
Toelichting: Als u uw Vut uitstelt, wordt na ongeveer 7 maanden de maximumuitkering van 100% bereikt. Als u op de vroegst mogelijke leeftijd met de Vut zou gaan (dat is met 60 jaar) dan bedraagt de uitkering 23,7%. De uitkering wordt als volgt berekend: oorspronkelijk aantal maanden recht op Vut werkelijk aantal Vut-maanden uitkeringspercentage vermindering 36 maanden à 0,1% uitkeringspercentage
: : : : :
23 23 + 36 = 59 23/59 x 70% = 27,3% 3,6% 27,3% – 3,6% = 23,7%
Het FWG heeft voor de branche een Vut-planner ontwikkeld waarmee u zelf snel kunt nagaan waar u op uitkomt. U vindt de planner op www.grafimediafondsen.nl
Hoe zit het met deeltijd-Vut? Deeltijd-Vut is mogelijk. De werkgever betaalt dan het parttime-loon uit en het Vut-fonds verstrekt een uitkering voor het gedeelte dat met de Vut gegaan wordt. (zie voorbeeld volgende pagina)
5.
VOORBEELD In dit voorbeeld maakt een werknemer geboren in 1949, gebruik van het recht op deeltijd-Vut. Het eerste jaar gaat hij voor 65% met de Vut. Dit betekent dat de deeltijd-Vut-uitkering wordt gebaseerd op 35% van het brutoloon. Het resterende deel van de uitkering wordt dus een jaar uitgesteld. En wie de Vut uitstelt ontvangt een hogere uitkering. De situatie van deze werknemer ziet er, zonder rekening te houden met actuariële herrekening van de pensioeninleg, als volgt uit: Standaardsituatie werknemer geboren in 1949 Vut-leeftijd uitkeringspercentage aantal Vut-uitkeringsmaanden uitkeringsvolume is 23 x 70%
63 jaar 70% 23 1.610%
Periode deeltijd-Vut uitkeringsvolume eerste 12 maanden (65% x 70% x 12)
546%
Periode voltijds Vut resterend uitkeringsvolume (1.610% – 546%) resterende uitkeringsmaanden (23-12) uitkeringspercentage voltijdse Vut-periode (1.064% : 11)
1.064% 11 96,7%
Wordt de uitkering tussentijds nog aangepast? Het gaat dan om de vraag in hoeverre uw uitkering meegroeit met de loon- of prijsstijging in Nederland. Deze periodieke verhoging op 1 januari van een jaar wordt indexatie genoemd. Indexatie kan alleen worden gegeven als het bestuur vindt dat de financiële middelen van het FWG daarvoor toereikend zijn. Er is dus geen recht op indexatie. Wordt tijdens de Vut-periode de pensioenopbouw voortgezet? Nee, de pensioenopbouw stopt. U kunt bij uw pensioenfonds informeren of u uw pensioenopbouw voor eigen rekening kunt voortzetten. En hoe zit het met het spaarloon en de premie voor deelname aan ASF-Gezondheidszorg? Tijdens de Vut kan geen spaarloon meer worden opgebouwd. De deelname aan de ASF/Gezondheidszorgregeling wordt, als tijdens werken al premie werd betaald, voortgezet. U betaalt hiervoor de gebruikelijke premie van 0,33%.
6.
Wat gebeurt er bij beëindiging van de deelneming? Als u buiten de bedrijfstak gaat werken of om een andere reden niet meer deelneemt, kunt u geen gebruik meer maken van de FWG-regeling. Er worden geen rechten opgebouwd. Bij het verlaten van de bedrijfstak kunnen dan ook geen rechten worden meegegeven. En wat bij ziekte of arbeidsongeschiktheid? Wie ziek of arbeidsongeschikt is, kan geen gebruik maken van de Vut. De Vut-datum wordt dan uitgesteld tot men hersteld verklaard is. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid kan men met de Vut voor dat deel dat men werkt. Als door ziekte de Vut-datum wordt uitgesteld, blijft het uittredingspercentage wel op het oorsponkelijke niveau. Kan ik mijn Vut-situatie in kaart brengen? Op www.grafimediafondsen.nl vindt u een rekenprogramma waarmee de persoonlijke Vut-situatie kan worden nagegaan. U kunt ook nagaan wat eerder of later stoppen met werken financieel voor u betekent. Kan ik de Vut-uitkering als dat nodig is aanvullen? Als u een hogere uitkering op prijs stelt of eerder wilt stoppen met werken kunt u een deel van uw pensioen inruilen. U kunt dan een deel van uw pensioen inzetten als aanvulling op uw Vut-uitkering als uw pensioenuitvoerder die mogelijkheid biedt. Informeer bij uw pensioenuitvoerder naar de mogelijkheden. Is het verstandig om het pensioen naar voren te halen? De pensioenen van oudere grafici met een maximum aantal opbouwjaren zijn relatief hoog. Daar zit vaak wat ruimte. Daarbij moet wel worden meegewogen dat pensioenuitkeringen die vóór het 65e jaar ingaan onder een hoger belastingtarief kunnen vallen. U kunt dus eerder gebruik maken van uw pensioen maar in veel gevallen betaalt u hierover meer belasting en premie. Werken tijdens de Vut. Kan dat? In principe mag tijdens de Vut geen arbeidsplaats worden bezet. Wel mag het verschil tussen het oude loon en de Vut-uitkering worden bijverdiend. Maar omdat de Vut ook is opgezet uit werkgelegenheidsmotieven gelden de volgende voorwaarden: – de werkzaamheden mogen niet worden verricht binnen de grafische bedrijfstak; – de vergoeding of het salaris voor het werk samen met de Vut-uitkering mag per maand niet meer bedragen dan 100% van het laatste brutoloon; 7.
– het Vut-fonds moet vooraf over de werkzaamheden worden geïnformeerd. Het fonds beoordeelt vervolgens of aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan. Als u reeds nevenwerkzaamheden verrichtte vóór de datum van vervroegde uittreding mag u die in dezelfde mate voortzetten tijdens uw Vut-periode. U dient het Vut-fonds daarvan vooraf in kennis te stellen en aan te geven hoeveel inkomen u hiermee de laatste 3 jaar heeft verworven. Vrijwilligerswerk tijdens de Vut is uiteraard toegestaan voorzover er sprake is van ‘zuiver’ vrijwilligerswerk. Het mag bijvoorbeeld niet gaan om werkzaamheden die normaliter worden verricht door betaalde arbeidskrachten. Ook al doet u dat werk voor niets dan nog is dat niet toegestaan. Wij raden u aan om dit vooraf aan ons te melden. Hoe verloopt de aanvraagprocedure voor de Vut-uitkering? Een half jaar voor het bereiken van de standaard Vut-leeftijd worden deelnemers FWG die ook deelnemen aan het ASF uitgenodigd voor een Vut-Informatiedag. Zo'n dag is een ideale gelegenheid om u te laten informeren over de Vut. Minimaal twee maanden voor de geplande Vut-datum geeft u of uw werkgever door dat u van de Vut gebruik wilt maken. U ontvangt vervolgens een aanvraagformulier voor de Vut-uitkering.
8.
Meer informatie... Voor meer informatie kunt u bellen met het FWG. Het FWG is iedere werkdag tussen 8.00 en 17.00 uur bereikbaar via afdeling Klantenservice Vut (020) 5418183.
Bezoekadres FWG Zwaansvliet 3 1081 AP Amsterdam
Correspondentieadres FWG Afdeling Klantenservice/FWG Postbus 7855 1008 CA Amsterdam Telefoon: 020-5418183 Internet: www.grafimediafondsen.nl en www.mijngrafimediafondsen.nl
9.
Ruimte voor aantekeningen
10.
VUT-REGELING Voor FWG-deelnemers geboren in 1946 - 1949
FWG, Postbus 7855, 1008 CA Amsterdam Zwaansvliet 3, Telefoon (020) 5 418 183 www.grafimediafondsen.nl