Vrijwilligerswerk Wat kenmerkt de Alblasserdamse vrijwilliger? Vrijwilligerswerk: het is onbetaald, niet verplicht, maar wel georganiseerd èn levert enige vorm van sociale winst op. Sommigen doen het ad hoc, anderen hebben een vaste vrijwilligersfunctie.
Inhoud: 1. 2. 3. 4.
Cijfers op een rij Bekendheid & bereidheid Ontwikkelingen Conclusie
‘Samen bouwen aan de Wmo’. Dit is de naam van het Beleidsplan Maatschappelijke Ondersteuning 2008 - 2011 van de gemeente Alblasserdam. In dit plan staat hoe de gemeente Alblasserdam in deze periode uitvoering wilde geven aan de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), zo ook op prestatieveld 4: ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers, bevorderen van de participatie van mantelzorgers en aantrekken van nieuwe vrijwilligers. De gemeente wil (verdere) uitwerking geven aan deze plannen. Daarvoor geeft het OCD informatie over dit prestatieveld in Alblasserdam door twee factsheet te maken: één over vrijwilligerswerk en één over mantelzorg. Deze factsheet gaat over vrijwilligerswerk. Hoeveel vrijwilligers zijn er in Alblasserdam? Wat kenmerkt deze groep?
1
Cijfers op een rij De gemeente Alblasserdam telt 19.000 inwoners. De grijze druk (het aantal 65plussers ten opzichte van de groep 20 tot 65-jarigen) is in Alblasserdam hoger dan landelijk (31% ten opzichte van 25%). De groene druk (het aantal 0 tot 19-jarigen ten opzichte van de groep 20 tot 65-jarigen) is ook hoger (48% ten opzichte van 39%). Voor de Drechtsteden zit de grijze druk hier tussen in (27%) en is de groene druk gelijk aan landelijk (40%).
Er zijn diverse onderzoeken naar vrijwilligerswerk. En deze onderzoeken hanteren verschillende definities van vrijwilligerswerk. Wij hanteren de cijfers van de POLSenquete van het CBS omdat dit landelijke onderzoek het betrouwbaarst oogt. In Nederland doet 42% van de volwassen bevolking vrijwilligerswerk.1 Wanneer we deze cijfers vertalen naar de Alblasserdam, rekening houdend met de leeftijdsopbouw, doet 44% daar vrijwilligerswerk.2 Dit komt neer op ongeveer 6.400 vrijwilligers in Alblasserdam. Dit percentage geldt ook voor de Drechtsteden als geheel.3 Vrijwilligerswerk wordt in dit onderzoek als volgt gedefinieerd:
‘Werk dat in enig georganiseerd verband onverplicht en onbetaald wordt verricht ten behoeve van anderen of de samenleving (in het afgelopen jaar minstens één keer).’
Op basis van de Participatiemonitor Drechtsteden beschrijven we hierna de kenmerken van de groep vrijwilligers in Ablasserdam. Profiel Het grootste deel van de vrijwilligers in Alblasserdam is tussen de 35 en de 54 jaar oud. Alleen de 75-plussers doen minder vrijwilligerswerk dan gemiddeld. Hoger opgeleiden doen meer vrijwilligerswerk dan lager opgeleiden. Het wel of niet hebben van een opleiding of een betaalde baan en de samenstelling van het huishouden heeft geen invloed op het doen van vrijwilligerswerk. Van de vrijwilligers geeft 4% aan dat vrijwilligerswerk hun hoofdbezigheid is.
1
2 3
Dekker, P. & J. de Hart (mei 2009) Vrijwilligerswerk in meervoud. (op basis van o.a. de POLSenquete van het CBS) SCP Den Haag J.M.J. Houben, H.T.G. Konings, Sociale Index RAS-regio Drechtsteden, Tympaan februari 2011 De Participatiemonitor Drechtsteden 2009 bevestigt dat er in de Drechtsteden gemiddeld even veel vrijwilligerswerk wordt gedaan als in Alblasserdam (ca 35%). Uit de gezondheidsenquête van de GGD komt juist naar voren dat Alblasserdam (36%) meer vrijwilligerswerk doet dan gemiddeld in de Drechtsteden (29%).
Soort Vrijwilligerswerk in Alblasserdam wordt vooral gedaan voor godsdienstige/levensbeschouwelijke organisaties (figuur 1). Vrijwilligerswerk bij een sportvereniging, zorginstelling/ vereniging en voor een school, kinderdagverblijf of peuterspeelzaal volgen daarna met enige afstand.
Figuur 1 Vrijwilligerswerk in Alblasserdam (% van totale volwassen bevolking), voor:
godsdienstige/levensbeschouwelijke organisatie
23% 15%
sportvereniging zorginstelling/vereniging
12%
school, kinderdagverblijf, peuterspeelzaal
10%
organisatie met maatschappelijke doelen
7%
hobbyvereniging
7%
jeugd/jongerenvereniging
4%
zang-, muziek-, toneelvereniging
4% 3%
buurtvereniging/buurtcentrum politieke organisatie
2%
werknemerswerkgeversorganisatie
2%
allochtone vereniging/organisatie
0%
een ander soort vereniging/instelling
13% 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
Frequentie en intensiteit De meeste vrijwilligers in Alblasserdam besteden op wekelijkse basis tijd aan vrijwilligerswerk (58%). Zij hebben een vaste vrijwilligersfunctie. Het gaat dan meestal om minder dan 10 uur per week (74%). Ook een flinke groep doet vrijwilligerswerk maandelijks (27%) en 15% doet op halfjaarlijkse of jaarlijkse basis vrijwilligerswerk.
2 Belangrijke ontwikkelingen: 1. 2. 3.
De nieuwe vrijwilliger De Kanteling De maatschappelijke stage
Bekendheid & bereidheid
Bekendheid vrijwilligersorganisaties ‘Alblasserdam heeft een bloeiend vrijwilligersveld’, aldus de website van de gemeente Alblasserdam. We hebben Alblasserdammers gevraagd of zij bekend zijn met twee grote vrijwilligersorganisaties (Bureau Sociaal Raadsleden en Ouderenwerk) en met de Vrijwilligersvacaturebank. De Vrijwilligersvacaturebank valt onder het vrijwilligerssteunpunt. Bureau Sociaal Raadslieden, Ouderenwerk en het vrijwilligerssteunpunt maken sinds kort deel uit van de Stichting Welzijn Alblasserdam, die op 1 januari 2011 is opgericht. Mede daarom is het goed om nu te kijken hoe het gesteld is met de bekendheid onder Alblasserdammers en specifiek onder de groep vrijwilligers in Alblasserdam. Ruim een derde van de Alblasserdammers is bekend met Bureau Sociaal Raadslieden, de Vrijwilligers Vacature Bank en Ouderenwerk in Alblasserdam (de gele balken in figuur 2). Alleen voor de Vrijwilligersvacaturebank kunnen we vergelijken met de Drechtsteden: de gemiddelde bekendheid met de Vrijwilligersvacaturebank is daar veel groter, namelijk 53%. Onder vrijwilligers is de bekendheid logischerwijs wat groter (de blauwe balken in figuur 2).
Figuur 2 Bekend met … (%)
38%
Bureau Sociaal Raadslieden
38% % van de totale volwassen Alblasserdamse bevolking
36% Vrijwilligersvacaturebank 44%
% van de volwassen vrijwilligers in Alblasserdam
34% Ouderenwerk 42% 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Bereidheid Wanneer we de bewoners van Alblasserdam vragen of zij bereid zijn (meer) actief te zijn in de samenleving, dan antwoord 21% JA! Het maakt niet uit of iemand al vrijwilliger is of niet. De drie meest genoemde redenen om in de toekomst niet (meer) actief te zijn, zijn ‘geen tijd’ (43%), ‘vanwege mijn gezondheid’ (22%) en ‘ik doe nu al veel’ (21%). In Alblasserdam noemen bewoners meer dan gemiddeld de reden ’gezondheid’ (gemiddeld in de Drechtsteden: 17%). Dit kan er aan liggen dat de grijze druk hoger is in Alblasserdam. Logischerwijs zeggen vrijwilligers vaker dat ze al veel doen (40%). Andere redenen om geen vrijwilligerswerk te doen, zijn: ‘het spreekt mij niet aan’ (14%), ‘dit is een taak voor professionals’ (4%), ‘ik voel mij niet op mijn gemak’ (3%) en ik ben bang dat ik iets verkeerd doe’ (1%).
3
Ontwikkelingen
De laatste tijd wordt zorg geuit over een afname van het aantal vrijwilligers. Toch is het aantal vrijwilligers in Nederland al jaren stabiel. 4 Organisaties zelf geven wel aan moeilijk vrijwilligers te vinden, vooral zorgorganisaties. Het is mogelijk dat dit komt door een toename in de vraag naar vrijwilligers. Onderstaande figuur laat zien hoe het aantal vrijwiligers zich zal ontwikkelen tot 2020, wanneer we letten op ontwikkelingen in leeftijdsgroepen en alle andere factoren constant blijven. We zien dat het totaal aantal vrijwilligers zelfs wat toeneemt: van ongeveer 6.300 in 2008 (laatste cijfers van de POLS-enquete), via ongeveer 6.400 nu, naar 6.900 in 2020. Het aandeel jongvolwassenen (18-34 jaar) en 55 tot 75-jarigen wordt wat hoger. Het aantal vrijwilligers tussen de 34 en de 55 jaar neemt wat af. De invloed van de vergrijzing op het vrijwilligerswerk is tot 2020 dus (nog) minimaal.
Figuur 3 Aantallen vrijwilligers per leeftijdsgroep en totaal 5
7000 6913 6000 5000 4000 3000 2531
2000 1000
2285
1769 328
0 18-34 jaar
35-54 jaar 2008
4
5
55-75 jaar 2010
75+ 2015
totaal 2020
Arts, K. en S. te Riele (2010) Hoofdstuk 5: Vrijwilligerswerk in Sociale Samenhang: Participatie, Vertrouwen en Integratie CBS Den Haag We hebben hierbij gebruik gemaakt van de cijfers van Statline (CBS) en de percentages van de Participatiemonitor Drechtsteden (% dat vrijwilligerswerk doet per leeftijdsgroep).
Uit de literatuur komen belangrijke ontwikkelingen rondom vrijwilligerswerk naar voren. We gaan in op drie ontwikkelingen: de nieuwe vrijwilliger, vrijwilligersondersteuning, De Kanteling en de maatschappelijke stage. De nieuwe vrijwilliger Sinds enkele jaren krijgt het vrijwilligerswerk deels een andere invulling. Deels, want vooral ouderen en vaste kernleden zullen traditionele motieven blijven overwegen. 6 De individualisering en de toenemende arbeidsparticipatie stimuleren een ander type vrijwilliger. Deze nieuwe vrijwilliger heeft een lossere band met de organisaties en zijn motivatie wordt steeds meer op individueel niveau gevormd. Persoonlijke bevrediging en ambities gaan zwaarder wegen dan het belang van het grotere geheel of de organisatie.7 Hij bindt zich niet voor langere tijd (maakt afspraken over de hoeveelheid tijd) en weet wat hij wil terug krijgen (ontwikkeling en waardering) van het vrijwilligerswerk. 8 De sociale betrokkenheid neemt niet af, maar men vult de vrijwilligersfunctie anders, gebaseerd op individuele keuzes, in. Vrijwilligersondersteuning Het kerndoel in het beleidsplan Wmo van alblasserdam is: ‘het ondersteunen van vrijwilligers en het aantrekken van nieuwe groepen vrijwilligers.’ In dit plan staat ook dat de begeleiding van de eigen vrijwilligers bij veel instellingen gebeurt door de interne kracht van de organisaties. De ondersteuning is een taak van het vrijwilligerssteunpunt in Alblasserdam. Zij ondersteunt niet-eigen vrijwilligers met informatie, advies, begeleiding en deskundigheidsbevordering.9 Waar vroeger de nadruk lag op het werven van vrijwilligers, ligt nu de nadruk steeds meer op advisering en versterking van de vrijwilligersorganisaties zelf.10 Waar is nu eigenlijk behoefte aan en waar aan niet? Het SCP heeft in 2005 ruim 1.400 vrijwilligersorganisaties onderzocht/bevraagd. De behoefte aan ondersteuning bleek niet zo groot: 45% van de organisaties heeft aan geen enkele vormen van ondersteuning behoefte. Ook aan hulp bij het werven van vrijwilligers is vaak geen behoefte. Organisaties bestaande uit alleen vrijwilligers werven bij voorkeur onder de eigen achterban, ze zijn sterk naar binnen gericht. Vrijwilligersorganisaties met beroepskrachten vertrouwen ook op hun netwerken als het gaat om het werven. Ze maken haast geen gebruik van vrijwilligerscentrales of steunpunten. Ook bestaat er een zekere terughoudendheid omdat men niet afhankelijk wil worden van externe aanbieders.11 Dit sluit aan bij de constatering in het Wmo beleidsplan van Alblasserdam dat veel instellingen begeleiding geven op eigen interne kracht. Waar is dan wel behoefte aan? De ondersteuningsbehoefte die met 26% het meest voorkomt is fondsenwerving, ondersteuning bij wet- en regelgeving (17%), ondersteuning bij huisvesting (16%) en bij promotie (16%). Vooral praktische ondersteuning dus. Twee recentere onderzoeken, de toekomstverkenning vrijwillige inzet van het SCP (2007) en één in de gemeente Zoeterwoude (2009), bevestigen dit.12 Vrijwilligersorganisaties met beroepskrachten hebben daarnaast in het algemeen behoefte aan een sparringspartner die kan meedenken en richting kan geven aan beleid. Vrijwilligersorganisaties met alleen vrijwilligers zijn vaak niet bekend met het aanbod. Een deel van de organisaties ziet het scheppen van duidelijkheid in aanbod, vraag en ondersteuning voor (potentiele) vrijwilligers als verbeterpunt.13 De Kanteling De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft De Kanteling bedacht om richting te geven aan de uitvoeringspraktijk van de Wmo. Participatie, maatwerk en resultaten staan centraal in plaats van zorg, protocollering en individuele voorzieningen (zoals voorheen onder de Wet voorzieningen gehandicapten).14 Bij een ondersteuningsvraag is het de bedoeling dat de behoeften, mogelijkheden en de 6
7
8
9
10
11 12
13
14
Dekker, P., Hart, de J. & L. Faulk (juni 2007) Toekomstverkenning vrijwillige inzet 2015. SCP Den Haag Devilee, J. (2005). Vrijwilligersorganisaties onderzocht Over het tekort aan vrijwilligers en de wijze van werving en ondersteuning. Den Haag: SCP Gemeente Zoeterwoude (2009) Beleidsnota vrijwilligerswerk mantelzorgondersteuning maatschappelijke stage 2010-2013 Erkens, H. (2008) ‘Samen bouwen aan de wmo’ Beleidsplan Maatschappelijke Ondersteuning 2008-2011 Gemeente Alblasserdam Devilee, J. (2005). Vrijwilligersorganisaties onderzocht Over het tekort aan vrijwilligers en de wijze van werving en ondersteuning. Den Haag: SCP idem Gemeente Zoeterwoude (2009) Beleidsnota vrijwilligerswerk mantelzorgondersteuning maatschappelijke stage 2010-2013 en Dekker, P., J. de Hart & L. Faulk (2007). Toekomstverkenning vrijwillige inzet 2015. Den Haag: SCP Dekker, P., Hart, de J. & L. Faulk (juni 2007) Toekomstverkenning vrijwillige inzet 2015. SCP Den Haag Erkens, H., M. van den Hoek & P. van der Meijden (2011). Plan van aanpak ‘’Kanteling’’ Wmo. Van claims naar oplossingen. Drechtsteden gemeenten
context van de hulpvrager richtinggevend zijn bij de oplossing. Door bredere vraagbenadering en maatwerkoplossingen wordt verondersteld door de VNG dat een beter en duurzamer arrangement voor de burger wordt gevonden. Het doel is dat mensen zo lang mogelijk kunnen meedoen in de samenleving en zelfstandig kunnen wonen. Een ander doel van De Kanteling, een secundair doel volgens de Drechtsteden gemeenten, is bezuinigen.15 Het is de bedoeling dat het beroep op individuele voorzieningen zal afnemen. De gedachte is om bij het beantwoorden van een ondersteuningsvraag de oplossingen eerst te zoeken bij de eigen kracht van de burger, dan in zijn netwerk (mantelzorg) en bij vrijwilligerswerk en pas in laatste instantie door het verstrekken van een (relatief dure) individuele voorziening. Vrijwilligerswerk moet dus een deel van het werk van gemeenten overnemen (in ieder geval de kosten voor gemeenten terugdringen). Steeds vaker dienen professionele organisaties in de toekomst samen te werken met vrijwilligersorganisaties. Dit om, indien nodig, binnen de meer afgeslankte Wmo een optimaal arrangement aan de burger te kunnen bieden ter ondersteuning. De maatschappelijke stage Sinds 2011 is de maatschappelijke stage wettelijk verplicht voor alle leerlingen die instromen bij praktijkonderwijs, vmbo, havo en vwo. Deze scholieren moeten zich minimaal 30 uur inzetten bij vrijwilligersorganisaties of maatschappelijke projecten van organisaties of bedrijven. Dit mag verspreid worden over de gehele schoolloopbaan. De leerlingen kunnen bijvoorbeeld: in hun eigen buurt een straatfeest organiseren, meedenken in een jongerenplatform over wijkverbeteringen, boodschappen doen voor ouderen in de straat of activiteiten organiseren voor een sportvereniging.16 Scholen en gemeenten krijgen er subsidies voor van het rijk.17 Er ligt hier een taak bij gemeenten: de makelaarsfunctie. De functie betekent: het versterken van het vrijwilligerswerk in het algemeen en het bieden van passende stages aan leerlingen die geen plaats kunnen vinden, het ondersteunen van organisaties bij het plaatsen van stagiaires en vrijwilligers en het bevorderen dat de stagiair van nu de vrijwilliger van de toekomst wordt. 18 Het doel is om jongeren meer te betrekken bij de maatschappij, maar ook om het vrijwilligerswerk een ‘boost’ te geven.
4
Conclusie
Alblasserdam heeft ongeveer 6.400 vrijwilligers. De Alblasserdamse vrijwilliger is meestal tussen de 34 en de 44 jaar oud en hoogopgeleid. Vrijwilligerswerk wordt vooral gedaan voor godsdienstige/levensbeschouwelijke organisaties. Verder doet nu 58% van de vrijwilligers vrijwilligerswerk op wekelijkse basis. In Alblasserdam is de grijze en de groene druk hoger dan gemiddeld. Wanneer we kijken naar de toekomst (tot 2020) zien we dat dit geen gevolgen heeft voor het aantal vrijwilligers in Alblasserdam. Het aantal vrijwilligers neemt zelfs iets toe. Wel kan nog winst behaald worden bij de groep jongeren. De maatschappelijke stage is al een stap in deze richting. Voor Alblasserdam is het zaak om leerlingen, ook al is er geen school voor voortgezet onderwijs, toch in Alblasserdam een maatschappelijke stage te kunnen laten doen en zelfs te stimuleren. Met De Kanteling willen gemeenten meer uitgaan van de kracht van de samenleving, zo ook Alblasserdam.19 Een van de instrumenten is vrijwilligerswerk. In de toekomst dienen professionele organisaties op het gebied van zorg en welzijn in Alblasserdam bij hun dienstverlening binnen de Wmo daarom steeds meer samen te werken met vrijwilligers. Het is dan wel noodzaak om in te spelen op ‘de nieuwe vrijwilliger’. Voor organisaties in Alblasserdam betekent dit dat zij meer stil moeten staan bij wat zij te bieden hebben aan vrijwilligers (en dit helder communiceren en dan actief vrijwilligers werven), meer luisteren naar ideeën van vrijwilligers en vrijwilligers in plaats van een ‘functie’ ook een ‘taak’ kunnen aanbieden. Daarnaast is het ook belangrijk dat organisaties de vraag naar vrijwilligers in kaart brengen (zo precies mogelijk: tijdsbesteding, opleidingsniveau etc.). Er is ook nog een slag te maken voor de gemeente zelf. Ten eerste in het promoten van vrijwilligerswerk in Alblasserdam. Twee grote vrijwilligersorganisaties (Bureau 15
16 17 18
19
Erkens, H., M. van den Hoek & P. van der Meijden (2011). Plan van aanpak ‘’Kanteling’’ Wmo. Van claims naar oplossingen. Drechtsteden gemeenten www.maatschappelijkestage.nl www.vng.nl Movisie Juni 2010Gemeenten en de maatschappelijke makelaarsfunctie, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. VNG Een bloeiende CIVIL SOCIETY voor een veerkrachtige samenleving, november 2006
Sociaal Raadslieden en ouderenwerk) en de Vrijwilligersvacaturebank, zijn nog niet erg bekend onder bewoners. De gemeente zou organisaties moeten ondersteunen met het in kaart brengen van het vrijwilligerswerk en bij het promoten ervan. Wat is er aan vrijwilligerswerk? Naar welk soort vrijwilligers is vraag? Ten tweede kan de gemeente ook een rol spelen in de ondersteuning. Binnen de Wmo heeft de gemeente de taak om vrijwilligers te ondersteunen. Behalve door het faciliteren van trainingen voor vrijwilligers voor bepaalde functies (bv. Buddyzorg), kan de gemeente vrijwilligerswerk ook wat vergemakkelijken. Dit kan door bijvoorbeeld minder strak vrijwilligersbeleid: biedt ruimte aan vrijwilligers die iets nieuws willen doen. Leg vooral de nadruk op waar behoefte aan is: praktische ondersteuning op het gebied van fondsenwerving, regelgeving, huisvesting en promotie.
drs. D.M. Verkade mei 2011 Postbus 619 3300 AP Dordrecht (078) 770 39 17
[email protected] www.onderzoekcentrumdrechtsteden.nl