VRIJGESTELDE – GESPREIDE MEERWAARDENBELASTING ARTIKEL 47 WIB 1992
1
PROGRAMMA Interpretatie van fiscale regels Art 47: Vrijgestelde – gespreide meerwaardenbelasting Herwaarderingsmeerwaarden
2
INTERPRETATIE VAN FISCALE REGELS
3
INTERPRETATIE VAN FISCALE REGELS Geen bindend precedentenrecht : rechterlijke beslissingen binden slechts partijen Uitspraken Hof van Cassatie zijn geen bindende normen : taak van het hof van Cassatie = beoordeling van “rechtsvragen”. (vernietigen of bekrachtigen van vonnissen of arresten wegens schending van de wet)
4
INTERPRETATIE VAN FISCALE REGELS Rechtspraak is WEL een belangrijke bron van recht: rechters worden geacht een rechte lijn te volgen Fiscus en de rechtspraak : de Administratie streeft ernaar steeds de meest recente rechtspraak te citeren of de commentaar daarmede aan te vullen of aan te passen
5
INTERPRETATIE VAN FISCALE REGELS Rechtspraak is dus geen bindend recht maar geniet wel groot gezag
6
INTERPRETATIE VAN FISCALE REGELS Legaliteitsbeginsel (artikel 170 Grondwet) – Geen belasting kan worden ingevoerd ten behoefte van de: • Staat dan door een decreet • Gemeenschap of het gewest dan door een decreet of een artikel 134 bedoelde regel • Agglomeratie, de federatie van gemeenten en de gemeente dan door een beslissing van hun raad De wet bepaalt voor punt 2 en 3 dat uitzonderingen mogelijk zijn waar noodzaak blijkt
7
INTERPRETATIE VAN FISCALE REGELS – Lagere rechtsregel moet in overeenstemming zijn met hogere rechtsregel
• Gevolg: WIB 1992 kan lagere rechtsregel opheffen, wijzigen en aanvullen (bv. boekhoudrecht) – Rechtspraak: gaat ervan uit dat rechter “recht spreekt” en hierbij toezicht houdt op naleving van de hiërarchie van de normen – Administratieve commentaren en parlementaire vragen hebben geen enkele kracht van wet
8
INTERPRETATIE VAN FISCALE REGELS Boekhoudrecht versus fiscaal recht : – Hof van Cassatie arrest dd. 20 februari 1997: de belastbare winst wordt, behoudens uitdrukkelijke afwijking door de fiscale wet, vastgesteld overeenkomstig de regels van het boekhoudrecht – Praktijk: eerst fiscale bepalingen nagaan, dan boekhoudrecht of gemeen recht volgen
9
INTERPRETATIE VAN FISCALE REGELS Boekhoudrecht versus fiscaal recht : – Hof van Cassatie arrest dd. 20 februari 1997: de belastbare winst wordt, behoudens uitdrukkelijke afwijking door de fiscale wet, vastgesteld overeenkomstig de regels van het boekhoudrecht – Praktijk: eerst fiscale bepalingen nagaan, dan boekhoudrecht of gemeen recht volgen
10
ART 47: VRIJGESTELDE – GESPREIDE MEERWAARDENBELASTING 11
HISTORISCHE DOELSTELLING ART. 47 WIB92 1 Januari 1990 : nieuwe aanslagregeling van toepassing “gespreide belasting” – belasting uitstellen van een tijdens de beroepsuitoefening behaalde meerwaarde – over verschillende jaren in verhouding tot de afschrijving – op bestanddelen die zijn aangeschaft als herbelegging – ten bedrage van de verkoopprijs van de activa waarop de meerwaarde betrekking heeft Deze regeling vervangt grotendeels de vrijstellingsregeling voor vrijwillig verwezenlijkte en gedwongen meerwaarden (vroeger art 35 en 36 WIB)
12
ART. 47 – WETGEVING (AJ 2013) § 1. Wanneer een bedrag gelijk aan de verkregen schadevergoeding of de verkoopwaarde wordt herbelegd op de wijze en binnen de termijn als hierna gesteld, worden de meerwaarden op immateriële en materiële vaste activa die niet zijn vrijgesteld ingevolge de artikelen 44, § 1, 2° en § 2, 44bis en 44ter en die zijn verwezenlijkt, 1° naar aanleiding van een schadegeval, een onteigening, een opeising in eigendom of een andere gelijkaardige gebeurtenis, of
13
ART. 47 – WETGEVING (AJ 2013) 2° bij een niet in het 1° vermelde vervreemding van immateriële vaste activa waarop fiscaal afschrijvingen werden aangenomen of van materiële vaste activa en voor zover de vervreemde goederen sedert meer dan 5 jaar vóór hun vervreemding de aard van vaste activa hadden, aangemerkt als winst of baten van het belastbare tijdperk waarin de herbelegde goederen zijn verkregen of tot stand gebracht en van ieder volgende belastbare tijdperk en zulks naar verhouding tot de afschrijvingen op die goederen die respectievelijk op het einde van het eerst vermelde belastbare tijdperk en voor elk volgende belastbare tijdperk in aanmerking worden genomen en, in voorkomend geval, tot het saldo op het ogenblik dat de goederen ophouden gebruikt te worden voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid en uiterlijk bij de stopzetting van de beroepswerkzaamheid. Met materiële vaste activa worden gelijkgesteld, de terreinen en gebouwen die voorkomen onder de actiefpost beleggingen, overeenkomstig de wetgeving betreffende de jaarrekening van verzekeringsondernemingen. 14
ART. 47 – WETGEVING (AJ 2013) § 2. De herbelegging moet gebeuren in afschrijfbare immateriële of materiële vaste activa die in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt. § 3. De herbelegging moet uiterlijk bij de stopzetting van de beroepswerkzaamheid gebeuren en binnen een termijn : 1° die verstrijkt na 3 jaar volgend op het einde van het belastbare tijdperk waarin de schadeloosstelling is ontvangen, voor meerwaarden vermeld in § 1, 1°; 2° van 3 jaar vanaf de eerste dag van het belastbare tijdperk waarin de meerwaarden vermeld in § 1, 2°, zijn verwezenlijkt. 15
ART. 47 – WETGEVING (AJ 2013) § 4. Wanneer wordt herbelegd in een gebouwd onroerend goed, een vaartuig of een vliegtuig, wordt, in afwijking van § 3, 2°, de herbeleggingstermijn gebracht op 5 jaar vanaf de eerste dag van het belastbare tijdperk waarin de meerwaarde is verwezenlijkt, of vanaf de eerste dag van het voorlaatste belastbare tijdperk dat de verwezenlijking van de meerwaarde voorafgaat. In afwijking van § 1 wordt in gevallen als vermeld in het eerste lid, de meerwaarde in het belastbare tijdperk waarin de meerwaarde is verwezenlijkt als winst of baten aangemerkt naar verhouding tot het bedrag van de afschrijvingen op het door herbelegging verkregen goed die op het ogenblik van verwezenlijking van de meerwaarde reeds in aanmerking zijn genomen.
16
ART. 47 – WETGEVING (AJ 2013) § 5. Om het in § 1 vermelde belastingstelsel te rechtvaardigen moet de belastingplichtige bij zijn aangifte in de inkomstenbelastingen, voor het aanslagjaar van de verwezenlijking van de meerwaarde en de erop volgende aanslagjaren tot wanneer de verwezenlijkte meerwaarde volledig belast is, een opgave voegen waarvan het model door de Minister van Financiën of zijn afgevaardigde wordt vastgesteld. § 6. Indien niet wordt herbelegd op de wijze en binnen de termijnen gesteld in de §§ 2 tot 4 wordt de verwezenlijkte meerwaarde, of het gedeelte ervan dat nog niet is belast, aangemerkt als een inkomen van het belastbare tijdperk waarin de herbeleggingstermijn verstreken is. 17
ART. 44 WIB92 – UITZONDERING Dit artikel vermeldt enkele meerwaarden die volledig vrijgesteld zijn (vallen niet onder art 47 (zie art 47 §1) Voorbeelden: – Uitgedrukte maar niet verwezenlijkte meerwaarden (uitzondering: voorraden/BIU) – Monetair gedeelte van meerwaarden (enkel van belang voor VA dd. voor 1950)
18
VOORBEELD ART 47 Vennootschap koopt in 2002 gebouw met waarde van 300.000 EUR (200.000 EUR gebouw + 100.000 EUR grond)
In 2012 verkoopt vennootschap het gebouw voor 500.000 EUR Meerwaarde: – Boekwaarde: 100.000 + 200.000 x 70% = 240.000 EUR
19
VOORBEELD ART 47 Meerwaarde: – Verkoopprijs: – Boekwaarde: 100.000 + 200.000 x 70% = – Meerwaarde:
500.000 EUR 240.000 EUR 260.000 EUR
– Taxatie: 260.000 x 33,99% =
88.374 EUR
20
VOORBEELD ART 47 Stel: herinvestering van 500.000 binnen wettelijke termijn in gebouw, af te schrijven op 33 jaar Actualisatie aan 2% gespreide belasting – 88.374 / 1,02³³ = – Tegenover 88.374 EUR zonder gespreide taxatie
21
ART 47: KEUZESTELSEL Principe : meerwaarde direct belastbaar, behoudens vrije keuze van de belastingplichtige om voor het uitzonderingsartikel te opteren Belasting in eenmaal vindt ook plaats indien geen tijdige herbelegging werd doorgevoerd (termijn 3 of 5 jaar) Nalatigheidsintresten verschuldigd op belastbaar geworden meerwaarde vanaf 1 januari AJ waarvoor de vrijstelling was toegestaan
22
ART 47: KEUZESTELSEL Vrijwillig gerealiseerde meerwaarde is vrijgesteld wanneer: – Vaste activa reeds 5 jaar voor de vrijwillige vervreemding aanwezig waren (bij gedwongen meerwaarden niet van toepassing) – Binnen een termijn van 3 jaar herbelegd in afschrijfbaar actief of binnen de 5 jaar indien in gebouwen/vaartuig/vliegtuig wordt herbelegd en wanneer het een vrijwillige meerwaarde betreft – De verkregen verkoopwaarde wordt herbelegd – De herbelegging moet gebeuren in afschrijfbare activa gebruikt in EER voor beroepswerkzaamheid
23
PRINCIPE ART 47 Vrijwillig gerealiseerde meerwaarde is vrijgesteld wanneer: – Vaste activa reeds 5 jaar voor de vrijwillige vervreemding aanwezig waren (bij gedwongen meerwaarden niet van toepassing) – Binnen een termijn van 3 jaar herbelegd in afschrijfbaar actief of binnen de 5 jaar indien in gebouwen/vaartuig/vliegtuig wordt herbelegd en wanneer het een vrijwillige meerwaarde betreft – De verkregen verkoopwaarde wordt herbelegd – De herbelegging moet gebeuren in afschrijfbare activa gebruikt in EER voor beroepswerkzaamheid
24
PRINCIPE ART 47 Gedwongen realisaties : herbeleggingtermijn steeds 3 jaar Spreiding van de meerwaarde loopt gelijk met de afschrijving op de goederen die de onderneming heeft aangeschaft als wederbelegging van de ontvangen verkoopwaarde De vrijstelling kan worden toegepast op een gedeelte van de gerealiseerde meerwaarde
25
SCHEMATISCHE VOORSTELLINGEN ART 47 Betreft het vaste activa? – JA
NEEN > geen gespreide taxatie
Betreft het materieel of immaterieel vast actief? – JA
NEEN > geen gespreide taxatie
Betreft het een gerealiseerde meerwaarde – JA
NEEN > geen gespreide taxatie
Betreft het een gedwongen meerwaarde – JA = gespreide taxatie – Herbeleggingstermijn : 3 jaar – Geen voorwaarden gesteld aan de bezitsduur
26
SCHEMATISCHE VOORSTELLINGEN ART 47 Betreft het een vrijwillig verwezenlijkte meerwaarde: JA – Is het een materieel of immaterieel vast actief dat langer dan 5 jaar in het bezit is van de vennootschap? • JA NEEN > geen gespreide taxatie • Herbeleggingstermijn : 3 of 5 jaar
27
AANVANG HERBELEGGINGSTERMIJN Aanvang herbeleggingstermijn – Bij vrijwillig gerealiseerde meerwaarde: • eerste dag van het belastbaar tijdperk waarin de meerwaarde is verwezenlijkt • OF eerste dag van het voorlaatste belastbaar tijdperk dat de verwezenlijking voorafgaat
– Bij gedwongen realisatie • Eerste dag na het verstrijken van het belastbare tijdperk waarin de schadeloosstelling werd ontvangen
28
BOEKHOUDKUNDIGE VERWERKING ART 47 De meerwaarde wordt opgesplitst in : – het gedeelte dat de belasting vertegenwoordigt – het gedeelte dat na belasting in de vennootschap zal blijven
2 rekeningen op het passief creëren : – “uitgestelde belastingen” – “belastingsvrije reserve”
2 rubrieken in de resultatenrekening : – “ overboeking en onttrekking naar uitgestelde belastingen” – “overboeking en onttrekking naar vrijgestelde reserves”
29
BOEKHOUDKUNDIG VOORBEELD Vennootschap realiseert een meerwaarden van 100.000 EUR op een gebouw. De boekingen verlopen als volgt in het jaar van verwezenlijking 680 Overboeking naar uitgestelde belastingen @ 1682 uitgestelde belastingen
33.990 EUR 33.990 EUR
689 Overboeking naar vrijgestelde reserves @ 132 belastingsvrije reserves
66.010 EUR 66.010 EUR
30
BOEKHOUDKUNDIG VOORBEELD Gedurende de volgende jaren (à rato van de afschrijvingen) 1682 Uitgestelde belastingen @ 780 onttrekking aan de uitgestelde belastingen
1.030 EUR 1.030 EUR
132 Belastingsvrije reserve @ 789 onttrekking aan de vrijgestelde reserves
2.000,30 EUR 2.000,30 EUR
31
BEGRIP VERKOOPWAARDE EN VERVREEMDING Wettekst: 1. Wanneer een bedrag gelijk aan de verkregen schadevergoeding of de verkoopwaarde wordt herbelegd op de wijze en binnen de termijn als hierna gesteld, worden de meerwaarden op immateriële en materiële vaste activa die niet zijn vrijgesteld ingevolge de artikelen 44, § 1, 2° en § 2, 44bis en 44ter en die zijn verwezenlijkt, 1° naar aanleiding van een schadegeval, een onteigening, een opeising in eigendom of een andere gelijkaardige gebeurtenis, of 2° bij een niet in het 1° vermelde vervreemding van immateriële vaste activa waarop fiscaal afschrijvingen werden aangenomen … 32
BEGRIP VERKOOPWAARDE EN VERVREEMDING Huidige begrippen “verkoopwaarde” en “vervreemding” werden pas geïntroduceerd in art 47 WIB 1992 op 1 januari 1997 TEM 1996 de gespreide belasting slechts van toepassing op – Verkoop (dus niet bij vervreemding) – Schade, onteigening, opeising in eigendom of een andere
gelijkaardige gebeurtenis Nieuw stelsel: verkoop gewijzigd in vervreemding Aanpassing belangrijk voor meerwaarden in het kader van inbrengen in natura Verkoopwaarde is een algemeen begrip waarmee de prijs wordt bedoeld die zou bekomen worden bij een verkoop onder normale omstandigheden
33
VERWEZELIJKTE MEERWAARDE Het louter boeken van een herwaarderingsmeerwaarde is een niet‐verwezenlijkte meerwaarde Art 43 WIB geeft de definitie van verwezenlijkte meerwaarden: De verwezenlijkte meerwaarde is gelijk aan het positieve verschil tussen eensdeels de ontvangen vergoeding of de verkoopwaarde bij de vervreemding van het goed verminderd met de kosten van vervreemding en anderdeels de aanschaffings‐ of beleggingswaarde ervan verminderd met de voorheen aangenomen waardeverminderingen en afschrijvingen.
MAW : rechtshandeling waarbij één of meer activa het beroepspatrimonium verlaten EN door een tegenwaarde worden vervangen 34
DE AARD VAN DE VASTE ACTIVA De aard = voor de beroepswerkzaamheid gebruikt De vennootschap wordt geacht alle activa te gebruiken voor haar beroepswerkzaamheid : op niveau van vennootschapsbelasting dus nooit discussie mogelijk (bij personenbelasting kan er wel discussie ontstaan) Meerwaarden die worden verwezenlijkt bij de verkoop van een gebouw dat niet voor beroepsactiviteit werd gebruikt, vloeien voort uit de intrinsieke waarde van het onroerend goed : meerwaarde is bijgevolg niet belastbaar
35
AARD VAN DE ACTIVA – ART 41 Sinds 1 januari 1990 bevat het WIB 1992 een definitie van het begrip “beroepsactiva” Artikel 41, WIB 92 (aj. 2013) Voor de toepassing van de artikelen 24, eerste lid, 2°, 27, tweede lid, 3° en 28, worden geacht voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid te worden gebruikt: 1° de vaste activa die in het kader van die werkzaamheid zijn aangeschaft of vervaardigd en als activabestanddeel zijn geboekt; 2° de vaste activa of gedeelten ervan waarvoor fiscaal afschrijvingen of waardeverminderingen zijn aangenomen; 3° de immateriële activa die tijdens de beroepswerkzaamheid tot stand zijn gekomen, ongeacht of zij als activabestanddeel zijn geboekt.
36
AARD VAN DE ACTIVA – ART 41 Hof van Cassatie: De onderworpenheid aan ondernemingsrisico’s blijkt uit: 1) De al dan niet opname van de activa in de balans voor diegenen die onderworpen zijn aan de boekhoudwetgeving 2) Het al dan niet boeken van afschrijvingen op de activa voor diegenen die niet onderworpen zijn aan de boekhoudwetgeving
37
MATERIËLE VASTE ACTIVA Voor gespreide belasting komen alleen activa in aanmerking die de aard hebben van immateriële of materiële vaste activa, zoals omschreven in de wetgeving op de boekhouding en jaarrekening van ondernemingen
38
VOORBEELD: HERBELEGGINGSKOSTEN EN WACHTINTERESTEN Vonnis : herbeleggingskosten en de wachtinteresten zijn een bestanddeel van de vergoeding voor de onroerende schade ingevolge de onteigening en dienen samen met de onteigeningsvergoeding in aanmerking te worden genomen om de verwezenlijkte meerwaarde te bepalen Gespreide taxatie kan ook worden toegepast voor meerwaarden op gebouwen en terreinen die overeenkomstig de wet op de verzekeringsondernemingen geboekt zijn als beleggingen
39
FINANCIËLE VASTE ACTIVA Portefeuillewaarden : aandelen, vorderingen en vastrentende effecten Ongeacht of zij bij financiële vaste activa of bij “geldbeleggingen” moeten worden geboekt Komen NIET in aanmerking
40
VOORRADEN Voorraden en bestellingen in uitvoering Waartoe ook onroerende goederen bestemd voor verkoop behoren Vormen een vlottend actief En komen dus NIET in aanmerking
41
VOORRADEN <> VASTE ACTIVA Fiscale wetgeving : geen definitie Definitie boekhoudwetgeving is dus van toepassing Uitgangspunt bij classificatie voorraad <> vaste activa : – Beoordelen op grond van hun bestemming – Duurzaam voor bedrijfsuitoefening gebruiken : vast activa
42
VOORRADEN <> VASTE ACTIVA Reserve onderdelen voor machines : – Indien deze betrekking hebben op installaties, machines ,... gerubriceerd onder de vaste activa = aanzien als vaste activa – Reserveonderdelen die enkel in het kader van het handelsbedrijf worden gebruikt (bv garagehouders) = voorraad Toonzaalmateriaal: ‐ Normaal aanzien als voorraad gezien de grote residuwaarde bij verkoop ‐ Indien gebruiksduur van het actief beperkt is en er een geringe residuwaarde bij verkoop is = vast actief
43
VOORRADEN <> VASTE ACTIVA Dieren – Indien dieren gehouden worden omwille van de door hen voortgebrachte producten : = vaste activa – Indien dieren gehouden worden om op een bepaald ontwikkelingsstadium te verkopen : = voorraad
44
VOORRADEN <> VASTE ACTIVA Compressoren – Indien compressoren gehouden worden omwille van verhuur : = vaste activa – Indien compressoren gehouden worden om te verkopen : = voorraad
45
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Art 47 WIB is enkel van toepassing op immateriële vaste activa waarop voorheen fiscaal werd afgeschreven Bv meerwaarden verwezenlijkt door de inbreng van een eenmanszaak in een vennootschap kunnen in dit kader nooit de gespreide taxatie genieten Hetzelfde geldt voor het verkopen door een vennootschap van haar handelsfonds indien zij het handelsfonds zelf heeft gerealiseerd en dus niet heeft aangekocht
46
DEFINITIE IMMATRIËLE VASTE ACTUVA Alle onlichamelijke activa in geld waardeerbaar en verhandelbaar Zij moeten bovendien zijn opgebouwd, tot stand zijn gebracht of verkregen zijn tijdens de beroepswerkzaamheid.
47
ART 95 KB 30 JANUARI 2001 W.VENN – Kosten van onderzoek en ontwikkeling die nuttig zijn voor de ontwikkeling van de toekomstige activiteiten van de onderneming – Concessies, octrooien, licenties, knowhow, merken en andere gelijkaardige rechten – Goodwill – Vooruitbetalingen op immateriële vaste activa
48
VOORBEELDEN IMMATRIËLE VATE ACTIVA Tijdelijke concessie : men mag aannemen dat er jaarlijks een waardevermindering plaatsvindt Handelsfonds : indien er kan bewezen worden dat het fonds een waardevermindering ondergaat, mag men afschrijven. Het constant blijven of stijgen van het bedrijfsresultaat is onvoldoende grond om afschrijvingen te verwerpen Cliënteel : gelijke behandeling van handelsfonds
49
VOORBEELDEN IMMATRIËLE VATE ACTIVA Het recht om een tijdschrift uit te geven : kan worden aangemerkt als overname van cliënteel waarop kan worden afgeschreven Overname van een verzekeringsportefeuille : afschrijvingen van de overnameprijs worden algemeen aanvaard als de portefeuille een werkelijke waardevermindering ondergaat Studiekosten voor industrieel design : mogen als immateriële vaste activa worden aanzien
50
RECENTE RECHTSPRAAK GOODWILL Een apotheker wenst de overstap te maken van éénmanszaak naar vennootschap. Deze apotheekvennootschap neemt het handelsfonds van de apotheek over. Zoals gebruikelijk bij apothekers bestaat dit handelsfonds uit materiële vaste activa, voorraad en goodwill. Het is zelfs zo dat hier een verslag van een erkend deskundige, aangesteld door het Ministerie van volksgezondheid, noodzakelijk is. De apotheekvennootschap schrijft de goodwill af over een periode van 10 jaar. Later wordt deze volledig afgeschreven goodwill door de vennootschap verkocht. De apotheekvennootschap opteert voor de spreiding van de meerwaarde op de goodwill. 51
RECENTE RECHTSPRAAK GOODWILL De fiscus ziet dit echter anders en gaat niet akkoord. Kort samengevat stelt de fiscus dat deze meerwaarde niet in aanmerking komt voor de gespreide taxatie. De redenering is gebouwd op de vermelde wijziging van art 47 WIB 1992 dat de spreiding namelijk niet mogelijk is op zelf opgebouwde goodwill. De goodwill die de vennootschap nav de quasi‐ inbreng heeft verworven is immers afgeschreven. De verkoop van de huidige goodwill heeft dus betrekking op goodwill die zelf door de apotheekvennootschap werd opgebouwd. Het gevolg is dan ook dat deze niet in aanmerking komt voor de gespreide taxatie van art 47 WIB 1992, aldus de Administratie.
52
RECENTE RECHTSPRAAK De rechtbank van eerste aanleg te Leuven (Rb Leuven 19 november 2004) volgt deze Administratieve redenering. Het Hof van Beroep te Antwerpen heeft deze redenering vroeger echter niet aanvaard (Antwerpen 21 oktober 2003).
53
RECENTE RECHTSPRAAK GOODWILL • Het Hof van Beroep te Brussel sluit zich aan bij het Hof van Beroep te Antwerpen (Brussel 3 juni 2010). Het Hof van Beroep te Brussel stelt immers dat de goodwill meer is dan cliënteel alleen (cfr art 95 §1 II lid 4 KB/W.Venn). Ook is het niet het geval dat wanneer het cliënteel dat deel uitmaakt van de goodwill afgeschreven is, dit per definitie betekent dat dit cliënteel volledig vervangen werd door nieuw cliënteel. Een opsplitsing tussen oud en nieuw cliënteel is ook niet in overeenstemming met art 47 WIB 1992. Dit werd trouwens ook door het Hof van Beroep te Antwerpen reeds vroeger aangehaald. Gevolg de meerwaarde op de goodwill
kon wel gespreid belast worden. 54
RECENTE RECHTSPRAAK GOODWILL Risicoloos is de operatie “gespreide belasting van meerwaarde op goodwill” dus niet. Duidelijke en ruime opsomming van de bestanddelen van de goodwill vergroot de kans op succes. In dergelijke situatie is het nagenoeg onmogelijk dat alle oorspronkelijke bestanddelen van de destijds verworven goodwill zijn verdwenen. Indien op het ogenblik van de realisatie van de goodwill nog een gedeelte van de overgenomen goodwill aanwezig is in de onderneming kan men louter terugvallen op art. 47 WIB ’92. Het toevoegen van voorwaarden, in casu het maken van een opsplitsing tussen oude en nieuwe goodwill, is uit den boze. 55
RECENTE RECHTSPRAAK GOODWILL - CONCLUSIE Een bijkomende oplossing op boekhoudkundig vlak is de goodwill niet volledig af te schrijven maar te laten opstaan voor een symbolische euro zodat bij een verkoop de meerwaarde betrekking heeft op voorheen aangekochte goodwill
56
VASTE ACTIVA GELEGEN IN HET BUITENLAND Het is zonder belang of de vervreemde activa in België of in het buitenland voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid werden gebruikt
57
BEREKENINGEN BEZITTERMIJN ACTIVA Vast activa moeten bij vrijwillig gerealiseerde meerwaarden minstens 5 jaar in bezit zijn van de vennootschap – Bij gedwongen realisatie : geen minimumtermijn
De termijn van 5 jaar wordt berekend vanaf de datum waarop de activa voor de eerste maal voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid werden gebruikt tot de datum waarop de activa worden vervreemd
58
BEGINDATUM Eerste plaats: goed daadwerkelijk in bezit van de vennootschap is gekomen : factuurdatum of andere stukken Indien er bij de verkoop onmiddellijke eigendomsoverdracht was : deze datum in aanmerking nemen voor berekening (zelfs indien levering en/of betaling slechts later hebben plaatsgevonden) Onroerende goederen : bij tekenen van de compromis/ onderhandse verkoopovereenkomst
59
DATUM VAN REALISATIE Belastbaarheid van meerwaarden ontstaat op de datum waarop activa worden verwezenlijkt Het patrimonium van de belastingplichtige verlaten en door een tegenwaarde vervangen – Vrijwillig verwezenlijkte : geen rekening houden met de wijze of de termijnen van betaling van de realisatieprijs – Gedwongen meerwaarden : op datum van ontvangst van de schadevergoeding
60
BEDRAG HERBELEGGING – Ten minste ten bedrage van de totale verkoopprijs van de verwezenlijkte bestanddelen (in de vereiste vormen en binnen de gestelde termijnen) – In geval van gedwongen vervreemding : te herbeleggen som = de ontvangen schadevergoeding – De voorwaarde van volledige herbelegging geldt PER bestanddeel dat is verkocht, onteigend,...
61
LOCATIE HERBELEGGING De plaats van de herbelegging – Moet in lidstaat Europese Economische Ruimte worden gebruikt voor uitoefening beroepsactiviteit (na wetswijziging in 2011, voordien enkel in België => in strijd met Europees Verdragsrecht) ‐ Deze wijziging is van toepassing op de meerwaarden die zijn gerealiseerd vanaf het belastbare tijdperk dat aan aanslagjaar 2012 verbonden is.
62
AFSCHRIJFBARE VASTE ACTIVA Definitie afschrijfbare activa : – Activa die onbetwistbaar een gestadige waardevermindering ondergaan – Bv : gebouwen, installaties, machines, meubilair, …
Afschrijvingen worden als beroepskost aanvaard in de mate dat : – Ze noodzakelijk zijn EN – Samengaan met een waardevermindering die zich tijdens het belastbaar tijdperk werkelijk heeft voorgedaan (Art 61 WIB)
63
IN AANMERKING TE NEMEN ALS HERBELEGGINGSBEDRAG Fiscaal afschrijfbare waarde van de vervangingsactiva Beroepsinkomsten mogen niet worden verminderd met afschrijvingen op activa die niet voor de beroepswerkzaamheid worden gebruikt Activa voor privé EN beroepswerkzaamheden : afschrijvingen als beroepskost aangenomen in die mate dat de activa voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt
64
HERBELEGGINGSBEDRAG Bij aankoop onroerend goed : terrein komt niet in aanmerking voor de herbelegging Meerwaarden betrekking hebbende op een personenwagen (bv voor 75% belast) – Bedrag dat gelijk is aan minstens 75% van de verkoopwaarde herbeleggen
65
NIET AFSCHRIJFBARE ACTIVA Terreinen: grond ondergaat geen waardevermindering Naakte eigendom van een onroerend goed : kan enkel door de vruchtgebruiker afgeschreven worden, niet door de naakte eigenaar Afbraak van gebouw Gebouwen bij immobiliënmakelaars : zijn als voorraden te aanschouwen Kunstwerken : in casu niet afschrijfbaar (kunstwerken die onlosmakelijk verbonden zijn aan het gebouw : mee afschrijven met het gebouw)
66
AFSCHRIJVING OP IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Boekhoudwet : afschrijvingen op max 5 jaar Afschrijvingen op meer dan 5 jaar zijn volgens boekhoudwet ook toegestaan : verantwoording nodig in toelichting van de jaarrekening Fiscale wet : afschrijvingen zijn enkel aanvaard indien er een werkelijke waardevermindering is Afschrijvingen en goodwill : volgens de fiscus termijn van 5 jaar niet realistisch => termijn van 10 jaar tot 12 jaar in aanmerking nemen
67
FORMULIER 276K Art 47 §5 WIB : Om het in § 1 vermelde belastingstelsel te rechtvaardigen moet de belastingplichtige bij zijn aangifte in de inkomstenbelastingen, voor het aanslagjaar van de verwezenlijking van de meerwaarde en de erop volgende aanslagjaren tot wanneer de verwezenlijkte meerwaarde volledig belast is, een opgave voegen waarvan het model door de Minister van Financiën of zijn afgevaardigde wordt vastgesteld. Het niet invullen kan aanleiding geven tot het verwerpen van de herbelegging Oorzaak : legaliteitsbeginsel => fiscale wetgeving stelt expliciet dat deze opgave dient te worden opgemaakt 68
FORMULIER 276K Formulier bevat 4 vakken In vak 1 : gegevens ivm de vervreemde activa en de verwezenlijkte meerwaarden In vak 2 : gegevens betreffende de in aanmerking te nemen herbeleggingen van het beschouwde belastbaar tijdperk Vak 3 : de belastingplichtige verbindt zich ertoe de verkoopprijs van de reeds in een vorige opgave vermelde activa te herbeleggen in gebouwde onroerende goederen (verlegging van termijn naar 5 jaar) Vak 4 : gegevens om het deel van de meerwaarde te berekenen dat voor het beschouwde belastbaar tijdperk belastbaar wordt 69
HERBELEGGINGSTERMIJN Vrijwillig verwezenlijkte meerwaarden :
1ste jaar: vervreemding
2de jaar
3e jaar
WEDERBELEGGINGSTERMIJN
70
HERBELEGGINGSTERMIJN Vrijwillig verwezenlijkte meerwaarden, herbelegging in onroerende goederen :
Jaar N – 2
Jaar N – 1
1ste jaar: vervreemding
2de jaar
3e jaar
4de jaar
5de jaar
Vervroegde herbeleggingstermijn Verlengde herbeleggingstermijn
71
HERBELEGGINGSTERMIJN Herbeleggingstermijnen:
Gedwongen meerwaarden : Vergoeding
1ste jaar
2de jaar
3de jaar
Wederbeleggingstermijn Indien schadegeval in jaar voor vergoeding, worden herbeleggingen vanaf datum schadegeval aanvaard door de Administratie (‘Praktisch vennootschapsbelasting’ – Wim Van Kerckhove (10/07/2011))
72
GEDWONGEN REALISATIE Definitie gedwongen realisatie : definitieve stopzetting die voortvloeit uit een schadegeval, een onteigening, een opeising in eigendom of een andere gelijkwaardige gebeurtenis. Indien de vergoeding in verschillende betalingen wordt verkregen loopt de herbeleggingstermijn voor elk deel afzonderlijk tot 3 jaar na het einde van het belastbaar tijdperk waarin dat deel is ontvangen
73
VOORBEELDEN GEDWONGEN REALISATIE Verbrekingsvergoeding handelshuurovereenkomst : veel discussie over tussen verschillende Hoven van Beroep Vergoeding wegens intrekking van concessie : kan onder toepassing art 47 WIB vallen Vergoedingen ontvangen van het rampenfonds : vallen onder toepassing artikel 47 WIB Vergoedingen ontvangen door plotse beëindiging exclusiviteitcontract : vallen onder toepassing art 47 WIB indien snel, brutaal en onvoorzien karakter of in kader van overheidsactie
74
VOORBEELDEN GEDWONGEN REALISATIE Volledig afgeschreven gebouw brandt op 1 oktober 2011 volledig af. Op 1 maart 2012 ontvangt de vennootschap, die een boekhouding per kalenderjaar voert, een schadeloosstelling van 2.000.000,00 EUR => tot uiterlijk 31 december 2015 om te herbeleggen Einde van de driejaarlijkse termijn : 3 jaar na het belastbaar tijdperk waarin de vergoeding is ontvangen (niet waarin het schadegeval zich voordeed)
75
VOORBEELDEN GEDWONGEN REALISATIE Het handelshuis van een belastingplichtige wordt in maart 2011 onteigend. De onteigeningsvergoeding wordt op 3 oktober 2012 uitbetaald. De herbeleggingstermijn verstrijkt bijgevolg op 31 december 2015. Einde van de herbeleggingtermijn is uitdrukkelijk vastgesteld en kan niet met 2 jaar worden verlengd voor herbelegging in onroerend goed
76
VOORBEELDEN VRIJWILLIGE REALISATIE Herbelegging in onroerend goed (of vaartuig/vliegtuig) :
Vennootschap verkoopt een gebouw op 1 september 2012. De vennootschap heeft de keuze indien zij herbelegt in een onroerend goed tussen de volgende termijnen : – ofwel 1 januari 2012 tot 31 december 2016 – ofwel van 1 januari 2010 tot 31 december 2014
77
VOORBEELDEN VRIJWILLIGE REALISATIE Stel dat een vennootschap een gebouw verkoopt op 1 september 2011 voor 2.000.000,00 EUR. De koper betaalt slechts op 1 maart 2012. Aangezien de meerwaarde verwezenlijkt wordt in september 2011 dient de wederbelegging te gebeuren tussen 1 januari 2011en 31 december 2013 (tenzij herbelegging in gebouw = verlenging)
78
ONAANTASTBAARHEIDSVOORWAARDE In een aantal gevallen is de vrijstelling of de gespreide belastingsheffing van meerwaarden slechts van toepassing voor zover zij op één of meerdere afzonderlijke rekeningen op het passief worden geboekt – Vrijstelling van uitgedrukte niet verwezenlijkte meerwaarden conform art 44 § 1 WIB – De vrijstelling van monetaire meerwaarden conform art 34 §1 WIB – De gespreide taxatie van vrijwillig verwezenlijkte of gedwongen meerwaarden conform art 47 WIB
79
ONAANTASTBAARHEIDSVOORWAARDE Dubbele voorwaarde: – Boekingsvoorwaarde : bedrag van de voor vrijstelling vatbare meerwaarde moet op één of meerdere afzonderlijke rekeningen van het passief worden geboekt – Bestemmingsvoorwaarde : de meerwaarde mag niet als grondslag dienen voor de berekening van de jaarlijkse dotatie aan de wettelijke reserve of van enige beloning of toekenning Onaantastbaarheidsvoorwaarde niet van toepassing in de personenbelasting Aan de onaantastbaarheidsvoorwaarde moet niet worden voldaan bij fusie : meerwaarden door fusie zijn (normalerwijze) niet belastbaar 80
GEVOLGEN NIET TIJDIGE HERBELEGGING Indien de voorwaarden niet worden nageleefd wordt het gedeelte van de vroeger vrijgestelde of voorlopig niet belaste meerwaarde als winst van dat belastbare tijdperk aanschouwd Het eventuele saldo van de meerwaarde wordt ineens belast bij de stopzetting van de beroepswerkzaamheid of stopzetting van de vennootschap Wanneer het aldus belastbaar geworden gedeelte niet in de resultatenrekening werd opgenomen, wordt het onder belastbare reserves opgenomen
81
NALATIGHEIDSINTRESTEN Nalatigheidsintresten van 0,8% per maand verschuldigd Vanaf 1 januari van het aanslagjaar waarin de vrijstelling werd toegestaan Uit rechtsleer en letterlijke lezing van art 47 WIB kunnen we afleiden : meerwaarde geheel belasten voor einde wederbeleggingstermijn = GEEN nalatigheidsintresten verschuldigd
82
GESPREIDE TAXATIE Tijdelijk vrijgestelde meerwaarde wordt geleidelijk belast naar verhouding tot de afschrijvingen die op de als herbelegging geldende activa worden aangenomen Berekening : Q = P x (A/V) – – – –
Q = deel belastbare meerwaarde voor dat tijdperk P = meerwaarde A = afschrijving herbeleggingsactief V = verkoopprijs of vergoeding
83
GESPREIDE TAXATIE Verkoop van activa die als herbelegging in aanmerking werden genomen Indien verkopen voor einde looptijd afschrijvingen Resterende te belasten meerwaarde in dat aanslagjaar te belasten Eventuele meerwaarden op activa die als herbelegging hebben gediend kunnen opnieuw onder art 47 WIB vallen
84
GESPREIDE TAXATIE Verkoopprijs = € 1.000.000,00 Meerwaarde = € 100.000,00 Investering 1 : € 800.000,00 (afschrijving 20%) Investering 2 : € 300.000,00 (afschrijving 10%) = slechts 200.000,00 EUR in aanmerking nemen voor herinvestering
De volledige afschrijving op € 800.000,00 (= 20%) = € 160 000,00 De evenredig beperkte afschrijving op € 300.000,00 = (€ 300.000,00 X 10% X € 200.000,00) = € 20.000 € 300.000,00 EUR Totaal € 180.000,00 afschrijvingen
85
VOORBEELD GESPREIDE TAXATIE Q = 100.000,00 EUR X 180.000,00 EUR 1.000.000,00 EUR = € 18.000,00 te belasten deel van de meerwaarde
86
SCHEMA – VERWEZENLIJKTE MEERWAARDE IN VENN BELASTING
87
SCHEMA – VERWEZENLIJKTE MEERWAARDE IN PB
88
TOPICS Fusies en splitsingen: wat met overdracht? Moet herbelegging gebeuren met liquiditeiten? (FiscalNet 22/10/2011) Meerwaarde op vruchtgebruik : gespreide taxatie? Meerwaarde opgebouwd clientèle : gespreide taxatie? (FiscalNet 28/11/2012)
89
FUSIES EN SPLITSINGEN: WAT MET OVERDRACHT? Op grond van de Wet van 22 december 1998 houdende fiscale en andere bepalingen (B.S. van 15 januari 1999) is de transfer aan de begunstigde vennootschap toegestaan in geval van vrijgestelde inbreng van bedrijfsafdeling of algemeenheid van goederen, van fusie of splitsing, van het stelsel van gespreide taxatie indien een actief, dat het voorwerp uitmaakt van een geldige herbelegging, het voorwerp uitmaakt van de inbreng. Indien de herbelegging nog niet werd uitgevoerd op het ogenblik van de inbreng dient de begunstigde vennootschap zich er uitdrukkelijk en onherroepelijk toe te verbinden de herbelegging uit te voeren. Gebeurt dit niet, dan dienen de herbelegging en de gespreide taxatie uitgevoerd te worden uit hoofde van de inbrengende vennootschap. 90
FUSIES EN SPLITSINGEN: WAT MET OVERDRACHT? Het deel van de meerwaarde dat op het ogenblik van de inbreng nog niet belast werd, wordt uit hoofde van de inbrengende vennootschap vrijgesteld. De belasting gebeurt voortaan uit hoofde van de begunstigde vennootschap, en dit volgens het ritme van de afschrijvingen van het betreffende actief en mits naleving van de onaantastbaarheidsvoorwaarde. ‐ BIBF – Georges Honore (2002) ‐
91
MOET HERBELEGGING GEBEUREN MET LIQUIDITEITEN? (FiscalNet dd. 22/10/2011)
Context : een vennootschap A verkoopt een goed (meer dan vijf jaar in bezit) voor een bedrag van 100. De vennootschap maakt deel uit van een groep en neemt dochter B over die eigenaar is van één of meerdere gebouwen. Die gebouwen worden gewaardeerd op 200 euro. Kan de inbreng van die gebouwen in het vermogen van A als geldige herbelegging worden gezien in de zin van artikel 47 WIB 92?
92
MOET HERBELEGGING GEBEUREN MET LIQUIDITEITEN? (FiscalNet dd. 22/10/2011)
Antwoord: Weinig letterlijke litteratuur, wel een vonnis van de Rechtbank van Namen (26 mei 2010, rol 06/2137/A) dat onder andere handelde over art 47 WIB, waarbij de rechter stelde dat de herbelegging moet gebeuren in ‘klinkende munt’ (vraag ging wel niet letterlijk over de wijze waarop herbelegging moet gebeuren) Vragen: 1) Kan de inbreng van een gebouw in een vennootschap worden beschouwd als een herbelegging in de zin van artikel 47 WIB? 2) Zo niet, waarop baseert men zich dan om die inbreng uit te sluiten?
93
MOET HERBELEGGING GEBEUREN MET LIQUIDITEITEN? (FiscalNet dd. 22/10/2011)
Antwoord: gebouw dat een vennootschap verwerft via een
inbreng die niet van een belastingvrijstelling geniet kan voor de toepassing van artikel 47, § 2 WIB 92 door deze vennootschap beschouwd worden als een geldige herbelegging, met uitzondering van de waarde van het terrein.
Antwoord op een andere parlementaire vraag in dezelfde zin (94/610 van senator Hatry dd. 07.02.1994) kan eveneens worden geraadpleegd. Een bepaalde rechtsleer: Gerespecteerde auteurs zoals John Kirkpatrick en Daniel Garabedian (Le régime fiscal des sociétés en Belgique, Bruylant 2003 p. 157) en het Handboek voor fiscaal recht 2010‐2011 (Kluwer 2011 p. nr. 1179 p.176) besluiten dat een herbelegging gerealiseerd kan worden onder de vorm van een inbreng (voor de Administratie). 94
MOET HERBELEGGING GEBEUREN MET LIQUIDITEITEN? (FiscalNet dd. 22/10/2011)
Juridische definitie herbelegging: "Het woord ‘herbelegging' verwijst naar de verrichting waarlangs een persoon hetzij de inkomsten van activa, hetzij de opbrengst uit de verkoop van een goed herbelegt (vrij vertaald uit de Dictionnaire juridique de droit privé van Serge Braudo). Deze definitie leidt tot de conclusie dat de liquiditeiten die de vennootschap heeft ontvangen na de realisatie van een activum gebruikt moeten worden voor een herbelegging. Men kan zich goed voorstellen dat een vennootschap een vruchtgebruik neemt op een gebouw dat zij reeds bezit en de naakte eigendom ervan overdraagt aan een derde (bv. een zustervennootschap). In dat geval is er evenmin sprake van geld, maar gaat het om de vorming van een afschrijfbaar goed (in dit geval een recht). In dit geval bestaat het debet uit het vruchtgebruik en de schuldvordering die voortkomt uit de overdracht van de naakte eigendom, met name de verdwijning van de naakte eigendom.
95
MOET HERBELEGGING GEBEUREN MET LIQUIDITEITEN? (FiscalNet dd. 22/10/2011)
Ter info: de verwerving van een vruchtgebruik is een geldige herbelegging (Brugge 21 maart 2011, Fiscologue 1258 p. 15), en we zien niet waarom de vorming dat niet zou zijn. Volledigheidshalve vermelden we dat in dit geval de termijn van vijf jaar (artikel 47 § 4 WIB 92) van toepassing is. We zijn het eens over het feit dat de eerste indruk die het woord ‘herbelegging' inspireert, zoals het gebruikt wordt in artikel 47 WIB 92, moet voortkomen uit een investering in geld in een afschrijfbaar activum. Rest nog de twijfel na de Administratieve positie volgens dewelke een herbelegging niet systematisch hoeft te gebeuren via geld. 96
MEERWAARDE OP VRUCHTGEBRUIK: GESPREIDE TAXATIE Wanneer de meerwaarde op een vruchtgebruik belast wordt, kan men opteren voor de gespreide taxatie ‐ VDV Accountants ‘3 fiscale aspecten van het vruchtgebruik’ ‐
97
MEERWAARDE OPGEBOUWD CLIENTÈLE: GESPREIDE TAXATIE? (FiscalNet 28/11/2012)
Arrest Hof van Beroep Luik dd. 13/06/2012 Appellante verkoopt opgebouwd (niet geactiveerd) clientèle en wenst gebruik te maken van art 47 Vraag: langer dan 5 jaar als immaterieel vast actief opgenomen? Antwoord: Art 25 KB 08/10/1976 mbt jaarrekening van ondernemingen: eigen opgebouwd clientèle wordt niet opgenomen onder immaterieel vaste activa => komt bijgevolg niet in aanmerking voor art 47 (zonder dat de duur van 5 jaar in aanmerking moet worden genomen als voorwaarde)
98
HERWAARDERINGSMEERWAARDEN
99
VOORWAARDEN Materiële of financiële vaste activa Vaststaande en duurzame meerwaarde t.o.v. boekwaarde Meerwaarde op materiële vaste activa met beperkte levensduur moeten afgeschreven worden Indien activa noodzakelijk zijn voor continuïteit bedrijf mogen zij slechts geherwaardeerd worden in de mate dat meerwaarde verantwoord wordt door rentabiliteit onderneming
100
BOEKHOUDKUNDIGE VERWERKING Bv niet verwezenlijkte meerwaarde op gebouw van 80.000 EUR Boeking: 221008 Meerwaarde gebouwen @ 121 Herwaarderingsmw MVA
80.000 80.000
Afschrijving volgens resterende gebruiksduur (bv. 10j) 630200 Toevoeging afschrijving MVA 10.000 @ 221019 Geboekte belaste afschrijving 10.000
101
BOEKHOUDKUNDIGE VERWERKING Niet afgeschreven gedeelte herwaarderingsmw moet afgeboekt worden als : – – – –
Actief verwezenlijkt wordt Actief buiten gebruik gesteld wordt en meerwaarde verliest Actief zijn meerwaarde verliest door omstandigheden Rentabiliteit onderneming de meerwaarde niet meer kan verantwoorden
102
BOEKHOUDKUNDIGE VERWERKING Herwaarderingsmeerwaarden mogen : – Worden overgebracht naar onbeschikbare reserve tot beloop van de geboekte afschrijvingen – In kapitaal worden omgezet – Bij latere minderwaarde worden afgeboekt tot beloop van nog niet afgeschreven gedeelte van de meerwaarde
103
VASTSTAAND EN DUURZAAM KARAKTER Meerwaarde moet vaststaand en duurzaam karakter hebben – Er kan dus eigenlijk geen herwaardering geboekt worden op bv. rollend materieel dat zijn waarde verliest
104
RENTABILITEITSWAARDE Algemene rentabiliteitsvoorwaarde: Vennootschap mag geen herwaarderingsmeerwaarde boeken indien er een overgedragen verlies is of wanneer er verlies is in het huidige boekjaar (vennootschap moet ook extra afschrijvingslast kunnen dragen)
105
RENTABILITEITSWAARDE Actiefgebonden rentabiliteitsvoorwaarde : – Je verhuurt bv gebouw voor 10.000 euro dat op actief geboekt staat voor 10.000.000 euro – Rendement van het actief mag in principe niet dalen dus geen herwaardering mogelijk tenzij bv herinrichting en de huur wordt verhoogd
106
LATENTE BELASTINGEN Belgisch boekhoudrecht : Geen rekening houden met latente belastingen bij het boeken van de herwaarderingsmeerwaarde
107
TOELICHTING IN JAARREKENING Jaar van herwaarderingsmeerwaarde : reden van herwaardering toelichten Elke latere wijziging of bestaande toestand moet in de volgende jaren ook in de toelichting worden opgenomen
108
VZW Jaarrekening gepubliceerd in Belgisch Staatsblad dd. 30/12/2003 – 120 : herwaarderingsmeerwaarden op immateriële vaste activa Herwaarderingsmeerwaarde op immateriële vaste activa binnen VZW wel mogelijk (herwaarderingsmeerwaarden kunnen bij VZW niet worden geïntegreerd in fondsen)
109
HERWAARDERINGSMEERWAARDE BIJ VENNOTSCHAP IN VEREFFENING ICCI 05/07/2012 Reden herwaardering : – Niet het feit dat activa geboekt moet worden tegen realisatiewaarde (KB 30/01/2001 W.Venn. legt enkel waardeverminderingen en aanvullende afschrijvingen op om tot realisatiewaarde te komen) – Wel omdat vennootschap mag herwaarderen om tot betere weergave te komen
110
HERWAARDERINGSMEERWAARDE BIJ VENNOTSCHAP IN VEREFFENING ICCI 05/07/2012 Rentabiliteitsvoorwaarde niet van toepassing gezien activa niet nodig is voor de voortzetting van het bedrijf van de vennootschap Wat met latente belastingen op herwaarderingsmeerwaarden? => lacune in boekhoudrecht
111
HERWAARDERINGSMEERWAARDE BIJ VENNOTSCHAP IN VEREFFENING ICCI 05/07/2012 Advies ICCI (informatiecentrum bedrijfsrevisoraat) : Meerwaarde boeken voor bedrag verminderd met geschatte belastingdruk (rekeninghoudend met beschikbare elementen zoals bv fiscaal overgedragen verliezen) – geeft wel geen perfect resultaat gezien compensatie tussen meerwaarde en voorziene latente belastingen Gevolg: aangeraden van deze informatie duidelijk weer te geven in toelichting bij staat van activa en passiva in het kader van de geplande ontbinding
112
EINDE BEDANKT VOOR UW AANDACHT!
113