DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
Vrije toegang tot informatie in de informatiemaatschappij
Alexander Stierman Adviseur kennismanagement, KenTa
Jan Driesen ICTO-coo¨rdinator, Erasmushogeschool Brussel
1. Informatiemaatschappij, de derde golf ? 1.1. Definitie 1.2. Tendensen 1.2.1. Maatschappelijk 1.2.2. Infrastructureel 1.2.3. Economisch 1.2.4. Juridisch 2. Het dichten van de informatiekloof 2.1. Open Access 2.1.1. Geschiedenis van de beweging 2.1.2. Tegengewicht 2.1.3. Juridische toepassing Creative Commons 2.1.4. Toepassing in het onderwijs 2.2. Information literacy : informatievaardigheid 3. Dichten van de digitale kloof : maatregelen door de overheid 3.1. Europa 3.2. Belgie¨ 3.3. Vlaanderen 4. Conclusie 5. Literatuur Noten
Contactgegevens :
[email protected] en
[email protected]
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
69
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
Krachtlijnen De ontwikkelingen op het vlak van informatie- en communicatietechnologie geven vorm aan de informatiemaatschappij zoals we die nu kennen. In die informatiemaatschappij ziet het er meer en meer naar uit dat ICT het middel bij uitstek is om informatie te produceren en te verwerken. We mogen evenwel de kern van de informatiemaatschappij, de inhoud – de informatie zelf – niet uit het oog verliezen. Parallel aan de spanning tussen open source en commercie¨le applicaties op de ICT-markt, wordt de informatiemarkt verdeeld tussen verdedigers van vrije toegang tot informatie en commercie¨le spelers op de markt. De twee kampen stuwen elkaar voort in een steeds dwingender dynamiek die niet zonder gevolgen is voor de informatieconsument. De vele, snelle veranderingen, zowel op het vlak van ICT (digitale kloof) als op het vlak van inhoud (informatiekloof), drijven informatierijken en -armen uiteen. Dit besef zet overheden er wereldwijd toe aan maatregelen te nemen en zo tot een meer democratische toegang tot de informatiemaatschappij te komen.
70
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
1. Informatiemaatschappij, de derde golf ?
&
1.1. Definitie informatie-
Het begrip ‘informatiemaatschappij’ wordt vaak met ICT vereenzelvigd. De
maatschappij
informatiemaatschappij staat bijna synoniem voor een maatschappij met computers en internet. Hoewel ICT natuurlijk een centraal gegeven is bij het ontstaan van de informatiemaatschappij, moet je het begrip ruimer bekijken. De vele initiatieven die in het kader van de informatiemaatschappij genomen worden, geven aan dat het om een fundamentele wijziging gaat van hoe we leven en werken. Het is meer dan de vaststelling dat we meer met een computer werken dan dat we met de hand schrijven. Een interessante visie op het begrip ‘informatiemaatschappij’ is die van Alvin Toffler.1 In zijn spraakmakende boek ‘The Third Wave’ markeert hij drie technologische evoluties die de manier van samenleven grondig hebben gewijzigd. Na de agrarische golf en de industrie¨le revolutie, zijn we in de derde golf verzeild geraakt : de informatiemaatschappij. Informatie wordt steeds sneller geproduceerd en geconsumeerd, waardoor de economische waarde en bijgevolg ook de maatschappelijke impact van informatie determinerend is voor ons dagelijks doen en laten. Toen Toffler in de jaren tachtig zijn ideee¨n neerschreef, had ICT nog niet zo’n zichtbare impact. De opkomst van ICT deed Machlup2 vaststellen dat de tweede en derde golf convergeerden en dat informatie een belangrijke productiefactor werd. Informatie wordt grondstof voor nieuwe producten en kennis. Al dan niet kunnen beschikken over informatie geeft een concurrentieel voordeel, waardoor informatie opnieuw aan economische waarde wint. Het staat buiten twijfel dat de eerste en de tweede golf de samenlevingen grondig heeft hervormd. Over de impact van de derde golf zijn academici het nog niet volledig eens. Dat ICT de informatiemarkt, de handel in informatie heeft gewijzigd, staat vast, maar of dit ook aanleiding geeft tot nieuwe staatsstructuren, is nog punt van discussie. ICT, met het internet als voornaamste toepassing, heeft in elk geval de globalisering mee vormgegeven. De grenzen vervagen in ruimte en tijd. De gevolgen van de globalisering op het maatschappelijke vlak moeten we nog afwachten. 1.2. Tendensen 1.2.1.
Maatschappelijk __________________________________________________
in de informa-
Los van de academische discussie of we nu wel echt van een informatiemaatschappij kunnen spreken, is de informatiemarkt grondig gewijzigd.
tiemarkt
Informatie wordt sneller dan ooit geproduceerd en wordt op velerlei manie-
grondige wijziging
ren gepubliceerd. De traditionele informatieketen van productie tot con-
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
71
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
sumptie is grondig gewijzigd. De consument moet meer zelf doen. Zelf publiceren op een website, deelnemen aan on line discussies, informatie zoeken met zoekmachines, gevonden informatie beheren, ... Dit vraagt van de consument een basiskennis op het gebied van ICT, maar ook de bereidheid om mee te gaan in eigentijdse ontwikkelingen (bv. weblogs, wiki’s, enz.). informatiekloof
Zo worden impliciet standaarden gecree¨erd voor informatiebeheer en -uitwisseling, maar tegelijk is er het besef dat dergelijke democratiseringsfenomenen niet het hele verhaal vertellen. Er zijn immers ook heel wat spelers en krachten op de ‘informatiemarkt’ die ervoor zorgen dat bronnen afgeschermd worden. Zo zijn kranten- en tijdschriftenarchieven veelal enkel tegen betaling op het internet te raadplegen en zijn ook wetenschappelijke databases onder restricties consulteerbaar. Dit heeft tot gevolg dat wie over veel informatie beschikt, nog meer zal krijgen en wie niet over de nodige toegangsmodaliteiten beschikt, nog minder aan de nodige informatie zal geraken. Dit fenomeen wordt geduid als het Mattheuseffect. Soms spreekt men ook van de informatiekloof die alsmaar groter wordt. Toegang tot informatie wordt dus belemmerd door technische en economische factoren. Het wegnemen van deze drempels leidt evenwel niet automatisch tot een efficie¨nt omgaan met informatie. Inzicht in de vele facetten van informatie als maatschappelijk, economisch, technisch of juridisch fenomeen is noodzakelijk om te participeren aan de maatschappij van nu : de informatiemaatschappij. Het gebrek aan informatievaardigheid bij heel wat mensen is dan ook een niet te onderschatten maatschappelijk fenomeen. 1.2.2.
Infrastructureel ___________________________________________________
van analoge naar
De kern van de veranderende informatiemarkt onder invloed van ICT, is de
digitale informatie-
verschuiving van analoge naar digitale drager van informatie. Een analoge
drager
drager zoals papier heeft geen toestel nodig om de informatie te consumeren. Drager en informatie zitten met elkaar verweven. Wie het boek of het artikel in handen heeft, kan de informatie tot zich nemen. Bij digitale informatie heeft men een computer, de nodige software, randapparatuur en toegang tot een netwerk nodig om de informatie te raadplegen. Het is evident dat dit voor heel wat mensen de eerste drempel vormt en het begin van de kloof. In dat licht kaderen de verschillende overheidsinitiatieven die goedkope pc’s en netwerktoegang promoten. Zonder de nodige apparatuur bij de burger thuis heeft e-government immers weinig zin ... 1.2.3.
informatie als productiefactor
Economisch ______________________________________________________
Door het toenemende concurrentieel voordeel van informatie krijgt informatie en de verwerking ervan een grote economische waarde. Wie die informatie in huis heeft, wil die dan ook zoveel mogelijk van de buitenwereld
72
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
en de concurrentie afschermen. Ook hier komt het Mattheuseffect om de hoek kijken. Wie de middelen heeft om informatie te verwerven, kan hiermee nieuwe winsten genereren, waarmee dan nieuwe informatie kan worden geproduceerd of verkocht. Als informatie in de informatiemaatschappij een productiefactor is geworden en je de vrije concurrentie in een liberale markt laat spelen, kom je in een intrigerend conflict met de vrije en democratische toegang tot informatie. Het is een moeilijk evenwicht om tot een model te komen waarbij iedereen toegang heeft tot alle informatie e´n kennisintensieve organisaties zich op een internationale economische markt kunnen handhaven. Het feit dat informatie een productiefactor is geworden, maakt het niet meer zo evident om die vrij en voor iedereen toegankelijk te houden. 1.2.4.
Juridisch _________________________________________________________
Het afschermen van informatie voor vrij gebruik, gebeurt juridisch door mid-
auteursrecht
del van het auteursrecht. Wanneer een auteur een tekst schrijft, kan hij zelf bepalen of hij de exploitatie van het werk in eigen beheer houdt of dat hij de rechten overdraagt aan een uitgever of de organisatie waarvoor hij werkt. De ICT-revolutie heeft het beheer van die rechten bijzonder complex gemaakt. Het eenvoudige ‘copy & paste’-mechanisme in combinatie met publicatie op het internet maakt het doen naleven van de rechten die op beschermde werken rusten, nagenoeg onhoudbaar. Dit zet spelers op de informatiemarkt ertoe aan om heel voorzichtig om te gaan met informatie die digitaal en open wordt gepubliceerd. Vanuit een bekommernis voor de vrije toegang tot de resultaten van wetenschappelijk onderzoek is er binnen de academische wereld een groeiende belangstelling voor Open Access, vrije toegang tot publicaties, juridischgeregelddoorbijvoorbeelddeCreativeCommons-licentie.
2. Het dichten van de informatiekloof
&
pogingen om de
De onder 1 vermelde tendensen dragen ertoe bij dat er in de informatiemaat-
informatiekloof te
schappij een wig groeit tussen zij die toegang hebben tot informatie en de anderen : de informatiekloof. Enerzijds krijgt die kloof vorm door barrie`res
dichten
die opgeworpen worden door commercie¨le en/of concurrentie¨le spelers op de informatiemarkt en anderzijds door een gebrek aan de nodige informatievaardigheden aan de kant van grote groepen consumenten. Vanuit academische hoek – de wetenschappelijke bibliotheken – probeert men de kloof te dichten door de vrije toegang tot informatie te vrijwaren, met name de Open Access beweging neemt hier het voortouw. Daarnaast moeten initiatieven tot het bijbrengen van informatievaardigheid – information literacy – zoals die momenteel vooral in het hoger onderwijs ingang vinden, de kloof helpen dichten.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
73
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
2.1. Open Access 2.1.1.
Geschiedenis van de beweging _____________________________________
context van het
Het wetenschappelijk tijdschrift ontstond in de zeventiende eeuw met als
ontstaan van Open
doel een communicatiemedium te hebben dat wetenschappers van elkaars
Access
resultaten op de hoogte kon brengen. In de twintigste eeuw kwamen meer en meer tijdschriften in de handen van een kleine groep uitgevers. Door de komst van de ISI Citation Index werden tijdschriften in een ranglijst van belangrijkheid geplaatst. Deze lijst met toptijdschriften werkte de stijging van prijzen in de hand. Iedereen wil immers in die tijdschriften publiceren en iedereen wil ze ook kopen. Stijgende prijzen en een groeiende monopoliepositie van bepaalde uitgeverijen maken het voor wetenschappers steeds moeilijker om die toptijdschriften in huis te halen. Dit heeft als vreemd gevolg dat wetenschappelijke instellingen soms de tijdschriften waarin hun eigen onderzoekers publiceren, niet meer kunnen aankopen. Dat dit een rem betekent op het wetenschappelijk onderzoek, hoeft geen betoog. 2.1.2.
Tegengewicht ____________________________________________________
werkwijze Open
Een eerste Open Access-actie kwam er in 1991, toen Paul Ginsparg de arXiv
Access
preprintserver opstartte. In deze databank kunnen fysici hun artikels laten opnemen nog vo´o´r ze gepubliceerd zijn. Dit zette andere onderzoeksgebieden aan tot nieuwe initiatieven. Aan het begin van het nieuwe millennium kreeg de Open Access-beweging stilaan een gestructureerde vorm. Er bestaan nu twee manieren om een artikel in Open Access aan te bieden : de green road, waarbij een wetenschapper een artikel zelf in een on line databank archiveert, en de gold road, de publicatie van een artikel in een tijdschrift dat zelf volledig vrij toegankelijk is. Er zijn weinig goed uitgewerkte disciplinaire Open Access-databases zoals arXiv. Het institutioneel repository wordt dan ook gepromoot als stimulans voor de green road to Open Access. Wetenschappers kunnen zo binnen het instituut waaraan ze verbonden zijn, hun publicaties voor de buitenwereld toegankelijk maken. Er bestaat al heel wat open source software om zo’n repository op te zetten, zoals EPrints (8 www.eprints.org) en DSpace (8 www.dspace.org). De ultieme droom van de Open Access-beweging, de gold road to Open Access, waarbij de tijdschriften zelf vrij toegankelijk zijn voor de onderzoeksgemeenschap, groeit stelselmatig. Belangrijke initiatieven hier zijn de Public Library of Science (8 www.plos.org) en BioMed Central (8 www.biomedcentral.com). Een overzicht van Open Access Journals vind je in de Directory of Open Access Journals (DOAJ, 8 www.doaj.org).
74
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
Vrije software en
2.1.3. Juridische toepassing Creative Commons ____________________________ Verwant aan deze beweging is het initiatief Creative Commons. Dit initiatief
open broncode...
werkte een juridische regeling uit die het mogelijk maakt om onder bepaalde
p. 34
voorwaarden informatie vrij te geven op het internet. Het is een tussenweg
Open cursussen,
tussen een absoluut auteursrecht dat elke vorm van verder gebruik verbiedt
p. 93
en het ongecontroleerd weggeven van informatie op het internet. Als je een tekst, afbeelding of een ander intellectueel werk op het internet wilt publiceren en je wilt nog de controle houden over wat anderen ermee doen, kun je je gratis registreren bij Creative Commons (8 creativecommons.org) en een licentie aanvragen. Op je publicatie breng je dan het logo van Creative Commons aan, met de rechten die jij toestaat. De belangrijkste rechten die je al dan niet toekent, zijn een antwoord op de vraag of je toelaat dat je werk commercieel gebruikt wordt en of je anderen je publicatie laat bewerken. Vooral in e-learning kan Creative Commons een belangrijke rol spelen. Het delen van de vruchten van elkaars inspanningen kan het werk om een digitale cursus te bouwen, verlichten. Het toekennen van een Creative Commons-licentie aan je werk, vermijdt dat anderen misbruik maken van je intellectuele vruchten. Bij Creative Commons worden de digitale informatieobjecten enkel beschermd door een juridisch document. Maar ook al laat je met je Creative Commons-licentie bijvoorbeeld niet toe dat de inhoud wordt gewijzigd, het blijft voor iedereen mogelijk om dat toch te doen. Voor meer commercieel ingestelde spelers op de informatiemarkt is dit niet voldoende. Denk maar aan de muziekindustrie. Hoewel de auteursrechten behoorlijk duidelijk gedefinieerd zijn, was (en is ?) illegaal kopie¨ren en downloaden van muziek moeilijk onder controle te krijgen. Onder de term ‘Digital Rights Management’ bestaan er allerlei technische mogelijkheden om digitale informatie ‘beschermd’ op het internet te publiceren. Zo bestaan er onder meer modellen waarbij informatie maar voor beperkte tijd toegankelijk is. Dit fenomeen zie je in experimentele fase in een aantal digitale bibliotheken. 2.1.4.
Toepassing in het onderwijs _______________________________________
Open Access-tijdschriften moeten nog hun weg naar de ranglijst van toptijdschriften zoeken. Het is dan ook van groot belang dat de vrij toegankelijke
Google Scholar
tijdschriften in gebruik aan belang winnen. Deze tijdschriften krijgen een groeiende visibiliteit, niet in het minst door het initiatief Google Scholar (8 scholar.google.com). Google werkte naast zijn vertrouwde populaire index een ‘wetenschappelijke’ index uit. Deze Google Scholar geeft enkel de zoekresultaten weer uit wetenschappelijke tijdschriften en boeken. Dit is een enorme stimulans voor de Open Access-tijdschriften die op die manier heel wat makkelijker vindbaar zijn.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
75
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
Als docent kun je de Open Access-beweging een flinke duw in de rug geven door studenten te verwijzen naar Google Scholar en de lijst van Open Access-tijdschriften in DOAJ. Open curssusen,
Een ander bruikbaar voorbeeld in het onderwijs van Open Access (of open
p. 101
content) zijn de projecten van de Wikimedia Stichting (8 www.wikimedi-
Het gebruik van
a.org) Dit is een non-profitorganisatie die ijvert voor een wereldwijde vrije
wiki’s in het
toegang tot kennis. Ze roepen daartoe de hele wereld op om samen een
onderwijs, p. 119
encyclopedie, een woordenboek, handboeken, enz. op te bouwen. Zo kan iedereen in Wikipedia (8 www.wikipedia.org) een artikel over een bepaald onderwerp toevoegen, bewerken of verder uitwerken. Men gaat ervan uit dat ‘fouten’ in een artikel onmiddellijk door anderen worden gecorrigeerd. Recent werd evenwel al door medeoprichter Jimmy Wales geopperd dat het vrij editeren door iedereen beperkt zal worden, omdat het misbruik soms te groot was. Dit beperken vergt dan natuurlijk een professionele redactie die toekijkt op de kwaliteit van de inhoud. Zo zitten we natuurlijk al snel in een klassiek uitgeefmodel ... Wikiprojecten zijn op zich al interessant als fenomeen en daarom heel erg geschikt om in het onderwijs toe te passen. Het kan een start zijn om informatie te zoeken en ook het eindpunt, de publicatie van een artikel. Het kan studenten ertoe aanzetten om na te denken over hoe informatie tot stand komt, hoe de informatiemarkt werkt, bijvoorbeeld door de vraag te stellen naar hoe anders een wiki is tegenover klassieke modellen van informatieproductie en verwerking. 2.2. Information literacy : informatievaardigheid
efficie¨nt met
Ook al is de informatie in een utopisch scenario voor iedereen vrij toeganke-
informatie omgaan
lijk, dan nog is het niet voor iedereen mogelijk om snel en efficie¨nt toegang te krijgen tot die informatie. Een gebrekkige kennis van ICT of een tekort aan informatievaardigheden vormen barrie`res op de oprit tot de informatiesnelweg. Als antwoord op dit probleem bestaan er heel wat theoretische modellen en praktische toepassingen. Die modellen geven een leertraject aan, waarbij de twee pijlers van de informatiemaatschappij, informatie en ICT, in een evenwichtig geheel samenkomen. De verschillende modellen definie¨ren een geheel aan competenties om efficie¨nt met informatie om te gaan.
de eigen informatie-
Een informatievaardige mens heeft in die optiek in de eerste plaats kennis en
behoefte kennen
inzicht in zijn eigen informatiebehoefte. Als men niet op voorhand voor zichzelf bepaalt wat hij/zij eigenlijk zoekt, blijft men maar in het wilde weg zoeken en uiteindelijk verdrinkt men in de overvloed aan informatie.
76
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
de juiste zoektech-
Daarna kan men met de nodige ICT-kennis informatie gaan zoeken door de
nieken en methodes
juiste zoektechnieken en methodes toe te passen. De informatievaardige mens heeft bij het overlopen van de zoekresultaten automatisch de kritische
toepassen
reflex om de informatiebronnen op betrouwbaarheid te toetsen. nieuwe informatie
Informatie is evenwel pas waardevol als ze tot nieuwe informatie verwerkt
cree¨ren
kan worden. De informatievaardige mens kan dus ook informatie interpreteren, nieuwe informatie produceren en die zo mogelijk publiceren.
informatievaar-
De modellen voor informatievaardigheid duiden de problematiek dat je in
digheid in het onderwijs-
een kennismaatschappij meer nodig hebt dan ICT-vingers. Ze geven een kader dat lesgevers en curriculumontwikkelaars in het onderwijs kunnen
curriculum
gebruiken. In de Angelsaksische wereld groeit het aantal voorbeelden waarbij – vooral in het hoger onderwijs – een curriculum is opgebouwd waarin informatievaardigheid als basiscompetentie is geı¨ntegreerd. Europa bevindt zich op dat vlak nog in een orie¨ntatiefase. Dat is jammer, zeker als Europa een vooraanstaande kenniseconomie wil uitbouwen. Ook jammer is het feit dat de aandacht voor informatievaardigheid voorlopig enkel nadrukkelijk aan de orde is in het hoger onderwijs. In de lagere onderwijsniveaus komen deze vaardigheden deels aan bod in de vakoverschrijdende eindtermen, maar het is te verwachten dat in de nabije toekomst bij de herziening van deze eindtermen de aspecten ICT- en informatievaardigheden ook nadrukkelijker aan de orde zullen zijn. Werken rond informatievaardigheid is een kwestie van levenslang en levensbreed leren. Voor iedereen. Vormingscentra allerhande zouden hun opleidingen ‘werken met de computer’, ‘zoeken op het internet’, ... in de ruimere context van informatievaardigheid moeten kaderen.
3. Dichten van de digitale kloof : maatregelen door de overheid
&
Vrije software in
Op wereldschaal is men zich bewust van de snelheid waarmee de informa-
derdewereld-
tiemaatschappij vorm krijgt met de digitale kloof als sociaal zwaard van
landen... p. 55
Damocles boven het hoofd. Onder de auspicie¨n van de Verenigde Naties zoekt ‘de wereld’ tijdens de Wereldtop over de Informatiemaatschappij (8 www.itu.int/wsis), met een eerste ronde in Gene`ve (2003) en een tweede ronde in Tunis (2005), naar oplossingen om de digitale kloof te dichten.
overheidsmaat-
De kloof bestaat hier tussen Noord en Zuid, waarbij Zuid vragende partij is
regelen op wereld-
voor een ‘digitaal solidariteitsfonds’. Een ander belangrijk punt op de agenda
schaal
is het beheer van het internet. Dit is op dit ogenblik vooral in handen van de VS, Europa en Japan. Landen zoals China en Saoedi-Arabie¨ zien het globale beheer liever bij de VN.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
77
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
Verder is het zo dat diverse overheden op allerlei niveaus maatregelen nemen die binnen hun bevoegdheid liggen om de digitale kloof aan te pakken. Hieronder geven we een bondig overzicht. 3.1. Europa Evoluties in
Op de Europese top in Lissabon in maart 2000 besloten de Europese leiders
Spanje, zie : Extremadura : vrije
om van Europa tegen 2010 ‘‘de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld (te maken), die in staat is tot duurzame economi-
software ... p.47
sche groei met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang’’. Dat ICT en de informatiemaatschappij daar een centrale rol in spelen, zal
i2010
niemand verbazen. Halverwege deze Lissabonstrategie werd het i2010-plan3 op poten gezet om de doelstellingen van Lissabon concreet te halen. Hoewel i2010 duidelijk heel economisch georie¨nteerd is, bevat het ook een maatschappelijk luik. De Europese informatiemaatschappij moet volgens i2010 zo inclusief mogelijk zijn. ICT moet alle burgers ten goede komen door iedereen een digitale basiscompetentie bij te brengen. Daarnaast moet de publieke dienstverlening beter, toegankelijker en efficie¨nter zijn. Ten slotte moet ICT de levenskwaliteit verhogen. Dit alles tegen 2008 ! Vergeten we evenwel niet dat i2010 in de eerste plaats een economisch plan is. Met i2010 wil de Europese commissie vooral de technologische en economische groei van de ICT-sector optimaal aanwenden om meer welvaart, jobs en groei te cree¨ren. In eerste instantie wil men innovatie stimuleren door te investeren in onderzoek en ontwikkeling. Daarom vraagt de commissie dan ook een aanzienlijke verhoging van het ICT-budget via het Zevende Kaderprogramma.4 Aan de hand van de opeenvolgende Kaderprogramma’s stimuleert de Europese Unie onderzoek en ontwikkeling. Het Zevende Kaderprogramma is men nu aan het voorbereiden en zal lopen van 2007 tot en met 2013. Informatie- en Communicatietechnologie is een van de onderzoeksdomeinen. Finale doelstelling van i2010 is de bevordering van een Europese informatieruimte door de snelheid te verhogen, meer aandacht te hebben voor rijke inhoud, meer samenwerking te cree¨ren en meer aandacht te hebben voor veiligheid. De creatie van die concurrentie¨le Europese informatieruimte vraagt niet alleen technologische oplossingen, maar ook juridische. Zo plant Europa de modernisering van de regelgeving van audiovisuele diensten, de herziening van een regelgevend kader voor elektronische netwerken, de stimulans van open standaarden, de stimulans tot een beter beheer van digitale rechten en ten slotte ook een strategie om te komen tot een veilige informatiemaatschappij.
78
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
3.2. Belgie¨ Overheidsaandacht voor de informatiemaatschappij vind je in ons land op
e-government
het federale niveau op verschillende terreinen. Elke minister bekijkt de informatiemaatschappij vanuit zijn eigen bevoegdheid. Op het federale niveau staat vooral e-government hoog op de agenda. De federale overheidsdienst voor informatie- en communicatietechnologie (Fedict) is hier o.a. voor bevoegd. Vanuit die hoek hebben ze aandacht voor de groeiende digitale kloof, die ze proberen te dichten door o.a. initiatieven zoals ‘Internet voor Iedereen’. Dit is een sensibiliseringscampagne, waarbij men wil bereiken dat het gebruik van pc en het internet net zo alledaags is als elektriciteit en stromend water. In de aanloop naar de Wereldtop voor de Informatiemaatschappij in Tunis
e-inclusie
(2005) bereidt Fedict ook een nationaal e-inclusie actieplan voor. Het is een inventaris van alle behoeften en bestaande initiatieven op het vlak van de digitale kloof. Daarin wordt onder meer aandacht besteed aan de toegankelijkheid van websites voor mindervalide personen of goedkope breedbandaansluitingen. Voor het economische luik moet je bij de federale overheidsdienst voor Eco-
e-commerce
nomie, KMO, Middenstand en Energie zijn. Die wijdt op zijn website (8 mineco.fgov.be) een apart thema aan de informatiemaatschappij. Hier gaat de meeste aandacht naar de bouw van een veilige omgeving voor elektronische handel, e-commerce dus. De klemtoon ligt op het informeren van burgers en bedrijven over de mogelijkheden van e-commerce. Daarnaast wordt met alle actoren overlegd over het internet van vandaag en dat van morgen, bijvoorbeeld via het Observatorium van de Rechten van het Internet (8 www.internet-observatory.be) Een veilige digitale ruimte is cruciaal voor zowel e-government als e-commerce. Er wordt dan ook heel wat juridisch denkwerk verricht op vlak van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, het beheer van digitale rechten, de elektronische handtekening, enz. 3.3. Vlaanderen Ook op het Vlaamse niveau worden de internationale initiatieven naar een
Digitaal Actieplan
lokale context vertaald. Met het Digitaal Actieplan wil ook Vlaanderen een koploper zijn in de informatiemaatschappij. Dit plan loopt parallel met wat op het federale niveau gebeurt, zoals innovatie gekoppeld aan ICT, digitalisering, e-government, ... Speciale aandacht is er ook voor het dichten van de digitale kloof via het onderwijs. ICT moet volgens het digitale actieplan een
Woord vooraf, p. 5
belangrijke plaats krijgen in zowel het leerplicht-, het hoger als het volwassenenonderwijs. Opmerkelijk is ook het onvoorwaardelijke geloof in ICT.
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
79
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
Een van de pijlers van het actieplan wordt omschreven als ‘‘digitale toepassingen ter verbetering van de levenskwaliteit’’, waarbij men ervan uitgaat dat het leven mooier wordt met e-leren, e-werken en e-gezondheidszorg. Commissie Digitaal
Een ander belangrijke actie van de Vlaamse overheid is de oprichting van de
Vlaanderen
Commissie Digitaal Vlaanderen. Deze ad-hoccommissie moet de digitale ontwikkelingen in Vlaanderen analyseren en omzetten in diverse beleidsdomeinen, zoals economie, media, innovatie, technologie, opleiding, vorming, arbeidsmarktbeleid, overheid en non-profit.
&
4. Conclusie Informatie is een moeilijk te vatten begrip. Dat begrip staat nu net centraal in het concept ‘informatiemaatschappij’ : een nieuwe manier van leven en werken, waarbij informatie centraal staat. Iedereen is er mee bezig, van wereldtop tot gemeente, van multinational tot eenmansbedrijf. Allemaal bezig met het nadenken over en het zijn slag thuis halen in deze informatiemaatschappij. Omdat het begrip zo moeilijk af te bakenen is, verengt men de concrete invulling vaak tot een pure ICT-kwestie. Men heeft het niet over een informatiekloof, waarbij de ene wel – meestal de ‘rijkere’ of de ‘hoger opgeleide’ – en de andere geen toegang tot informatie heeft. Men spreekt over de digitale kloof, wie wel of niet toegang heeft tot een computer en het internet. De meeste overheidsinitiatieven kaderen in het dichten van de digitale kloof. Iedereen het net op. Iedereen een pc. Veilig netwerken en juridische zekerheid achter het scherm. Initiatieven op dit vlak zijn dringend en noodzakelijk. Echt informatievaardig word je evenwel niet via een ‘cursus werken met de computer’ of ‘snel zoeken op het internet’. Het is een lang proces dat levenslange alertheid en ook een stevige basis van informatievaardigheden vergt. Bovendien is het ook belangrijk inzicht te hebben in alle facetten van de informatie-economie. Hoe informatie tot stand komt, hoe ze bewerkt wordt, hoe ze gemanipuleerd wordt, hoe ze ter beschikking gesteld wordt, hoeveel macht ze heeft, hoe ze juridisch aan banden gelegd wordt of door anderen net bevrijd, hoe ze vaak ongrijpbaar is, maar soms ook heel concreet kan zijn, enz. Dit omvat veel meer dan e-government, e-learning of e-business. We zitten midden in een revolutie, waardoor we moeilijk de hele storm kunnen overzien.
80
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
Vermoedelijk zal een en ander over honderd jaar wel duidelijker zijn. Meer dan waarschijnlijk hadden monniken in de scriptoria bij het opkomen van de boekdrukkunst ook nog geen duidelijk beeld over hun eigen toekomst en die rondom hen ...
5. Literatuur
&
American Library Association (ALA), Information Literacy Competency Standards for Higher Education, 2000. Basili, C., Information literacy in Europe : a first insight into the state of the art of information literacy in the European Union, Rome, Consiglio Nazionale delle Ricerche, 2003. Boekhorst, A., Koers, D. en Kwast, I., Informatievaardigheden, Utrecht, Lemma, 2003. Bordonaro, K. en Richardson, G., Scaffolding and Reflection in Course-Integrated Library Instruction, in The Journal of Academic Librarianship, 30 (2004), nr. 5 p. 391-401. Boudrez, F., Standaarden voor digitale archiefdocumenten, Antwerpen, Stadsarchief Antwerpen, 2003. Brown, C., Murphy, T.J. en Nanny, M., Turning techno-savvy into info-savvy : authentically integrating information literacy into the college curriculum, in The Journal of Academic Librarianship, 29 (2003), nr. 6, p. 386-398. Bruce, C., Seven Faces of Information Literacy in Higher Education, 1997, http ://sky.fit.qut.edu.au/~bruce/inflit/faces/faces1.php. Burton, V.T. en Chadwick, S.A., Investigating the practices of student researchers : patterns of use and criteria for use of internet and library sources, in Computers and Composition, 17 (2000), nr. 3, p. 309-328. Carlson, C.N., Information overload, retrieval strategies and Internet user empowerment, in Haddon, L. (ed.), The Good, the Bad and the Irrelevant (COST 269), Helsinki, Media Lab UIAH, 2003, p. 169-173. Council of Australian University Librarians (CAUL), Information Literacy Standards, Canberra, Council of Australian University Librarians, 2001. Eskola, E.-L., Information literacy of medical students studying in the problem-based and traditional curriculum, in Information Research, 10 (2005), nr. 2. Feldman, S., The high cost of not finding information, in KMWorld, 2004, p. 13. Frid, R.J., Frid Framework for Enterprise Knowledge Management, Canadian Institute of Knowledge Management, 2004. Johnston, B. en Webber, S., Information Literacy in Higher Education : a review and case study, in Studies in Higher Education, 28 (2003), nr 3, p. 335. Ludwig, M., Breaking Through the Invisible Web, in Library Journal, 15, (2003), p. 8-11. Minkel, W., The Invisible Web, in School Library Journal, 48(2002), nr.12, p. 29-30. Nieuwenhuysen, P., Information literacy courses for university students : some experiments and some experience, in Campus-Wide Information Systems, 17 (2000), nr. 5 p. 167-174. Owusu-Ansah, E.K., Information Literacy and the Academic Library : A Critical Look at a Concept and the Controversies Surrounding It, in Journal of Academic Librarianship, 29 (2003) nr. 4, p. 219-230. Owusu-Ansah, E.K., Information Literacy and Higher Education : Placing the Academic Library in the Center of a Comprehensive Solution, in The Journal of Academic Librarianship, 30 (2004), nr. 1, p. 3-16. SCONUL information skills task force, Information skills in higher education : a SCONUL position paper, 1999. Seamans, N.H., Information Literacy : A Study of Freshman Students’ Perceptions,with Recom-
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN &
81
DEEL 2
&
OPEN INHOUD TOEPASSINGEN GESCHIKT VOOR HET ONDERWIJS
mendations, Doctor of Philosophy in Curriculum and Instruction (Instructional Technology), Virginia Polytechnic Institute and State University, 2001. Selian, A.N., The World Summit on the Information Society and Civil Society Participation, in Information Society, Taylor & Francis Ltd., 20 (2004) nr. 3, p. 201-215. van Eck Poppe, M., Informatie in bedrijf : werkboek voor succesvol informatiebeheer, Amsterdam, Otto Cramwinckel, 2003. Van Geloven, M., Koper, R. en van der Veen, J., E-learning trends 2004 : standaarden, technologie en eigendomsrecht, Utrecht, Stichting Digitale Universiteit, 2004. Van Nieuwerburgh, I., De evolutie van wetenschappelijke communicatie. Bibliotheek- en Archiefgids, 81 (2005), nr. 3, p. 3-8. Virkus, S., Information literacy in Europe : a literature review, in Information Research, 8 (2003), nr. 4. Webster, F., The Information Society Revisited, in Livingstone, S. en Lievrouw, L. (eds.), Handbook of New Media : Social Shaping and Consequences of ICTs, 2002, p. 22-33.
Noten 1. 2. 3. 4.
Toffler, A., The third wave, Bantam Books, 1981, 0-553-14431-6. Machlup, F., Knowledge : its creation, distribution, and economic significance, Princeton University Press, 1980, 0-691-04226-8. Http ://europa.eu.int/information_society/eeurope/i2010/index_en.htm. Http ://www.cordis.lu/fp7/.
82
&
OPEN BRON, OPEN INHOUD, OPEN LEREN
&
ICT EN ONDERWIJSVERNIEUWING