Vrije burgers, sterke Limburgers VVD verkiezingsprogramma voor Provinciale Staten van Limburg 2015-2019
Samenstelling verkiezingsprogrammacommissie: Joost van den Akker (voorzitter) Martin de Beer Joey Engelen (secretaris) Paul Grubben Anton Kirkels Erik Koppe Als vastgesteld door de Algemene Jean-Pierre Schouwenaars Ledenvergadering op 29 oktober 2014 1
Voorwoord Beste lezer, Aan mij de eer om als uw lijsttrekker voor de VVD Limburg de campagne voor de Provinciale Statenverkiezingen in te gaan. "Werk voor Limburg!" is de slogan van onze campagne. U kan 'm uitleggen zoals u wil. Voor mij betekent deze slogan vooral dat we moeten investeren in werk voor alle Limburgers. In deze economisch pittige tijden zijn het banen en een toekomstperspectief waar mensen naar op zoek zijn. De slogan is natuurlijk ook een oproep: ben actief voor Limburg, als werknemer, werkgever of vrijwilliger. Ten slotte benadrukt "Werk voor Limburg!" dat alles wat de VVD Limburg doet, vóór Limburg is. De politiek is altijd dienstbaar aan de samenleving: die weet tenslotte zelf het beste wat ze wil. Waar ga ik mee de campagne in? Met een gemotiveerd team van Limburgse VVD'ers, en met een vijftal kernpunten die ik belangrijk vind voor de toekomst van onze provincie. Het eerste punt noemde ik al: een Limburg met meer banen en meer Limburgers aan het werk. Er zijn op dit moment zo'n 30.000 Limburgers op zoek naar een baan. Het aantrekken van nieuwe bedrijven, of het optimaal ondersteunen van uitbreidingen, is dus een topprioriteit. Vanzelfsprekend hoort hier ook excellent onderwijs bij: studenten van alle opleidingsniveaus zorgen voor een vitale en kennisintensieve provincie. Ik zie Limburg ook steeds aantrekkelijker worden voor internationale kenniswerkers, een trend die we moeten doorzetten. Een tweede kernpunt is toerisme en recreatie. Met een jaarlijkse omzet van 3,5 miljard is dit een sector van groot economisch belang. Een groeisector, ook als het gaat om toekomstige werkgelegenheid: de vele hardwerkende en innovatieve ondernemers in deze branche zorgen er nu al voor dat toeristen hun bezoek aan Limburg met een dikke 8 waarderen. We moeten meer investeren in deze sector, zodat nog meer buitenlandse toeristen onze provincie bezoeken. Een reis naar Limburg wordt ook plezieriger gemaakt dankzij een andere grote kwaliteit: bereikbaarheid. Onze infrastructuur is goed, maar nog steeds staan er elke dag teveel Limburgers in de file. Dit kost tijd en geld. Onze bloeiende transportsector vraagt eveneens om extra aandacht. Ik wil daarom fors investeren om alle logistieke knelpunten op te lossen. Mijn vierde speerpunt sluit hierbij aan: het vechten tegen de Duitse tolplannen. Een Europa zonder grensbelemmeringen is een groot goed, en onze internationale handel en de vele grensoverschrijdende arbeiders vormen een kernkracht van onze regio. De tolplannen vormen een ernstige belemmering. Ik zal me natuurlijk ook verzetten tegen andere lastenverzwaringen voor Limburgse bedrijven en burgers. We betalen immers al meer dan genoeg belasting! Een laatste kernpunt: essentieel voor een welvarende provincie is een stabiel en daadkrachtig bestuur. Met volle overtuiging vertegenwoordig ik alle Limburgers. Al jaren werk ik met plezier in het openbaar bestuur, en doe dat met een herkenbare stijl: daadkrachtig, dicht bij de mensen en samen met partners in het veld. In mijn ogen zijn dit ook de eigenschappen van de provincie van de toekomst: een daadkrachtige en betrouwbare middenspeler. Met deze kernpunten en dit verkiezingsprogramma in de hand ga ik de campagne in. Dankzij de positieve visie op Limburg waar u in dit programma over kunt lezen, ben ik ervan overtuigd dat we op 18 maart 2015 een prima uitslag hebben!
Twan Beurskens, lijsttrekker
2
Inhoudsopgave Inleiding en uitgangspunten................................................................................................................. 4 Een partnerstaat, geen betuttelstaat ................................................................................................... 4 Naar een Maasregionaal model .......................................................................................................... 4 Bevolkingsverandering: zorg voor elkaar ............................................................................................ 5 1.
Economie: werk voor Limburg ..................................................................................................... 6 MKB als economische motor ............................................................................................................... 6 Ports of Limburg: kennis, banen en bedrijvigheid ............................................................................... 7
2.
Bereikbaarheid: sneller op weg ................................................................................................... 9 Dynamische vestiging, geen bureaucratische stilstand ...................................................................... 9 Infrastructuur ....................................................................................................................................... 9 Vaarwegen ........................................................................................................................................ 10 Openbaar vervoer op maat................................................................................................................ 10 Limburgs spoor als poort van Europa ............................................................................................... 10
3.
Ruimte en Leefbaarheid: ons Limburgs land ........................................................................... 12 Wonen en werken.............................................................................................................................. 12 Betaalbare energie, geen geldverslindende ideologie ...................................................................... 12 Ruimte voor land- en tuinbouw .......................................................................................................... 13 Natuur en recreatie ............................................................................................................................ 13 Veiligheid en handhaving .................................................................................................................. 14
4.
Cultuur en Sport: tradities in beweging .................................................................................... 15 Sport .................................................................................................................................................. 15 Cultuur en erfgoed ............................................................................................................................. 15
5.
Bestuur en Financiën: slank, transparant en dienstbaar ........................................................ 17 Grensverleggend Limburg ................................................................................................................. 17 Een integere overheid ....................................................................................................................... 18 Gemeenten: modern toezicht met een sterk verantwoordelijkheidsgevoel ....................................... 18
3
Inleiding en uitgangspunten Een partnerstaat, geen betuttelstaat Als liberale partij hecht de VVD veel waarde aan de individuele vrijheid van de Limburger. De provincie bevordert daarom de keuzevrijheid als het gaat om wonen, werken, reizen, studeren en recreëren. Dit betekent dat de provincie werkt voor Limburg met woningen op maat en ruim baan maakt voor infrastructuur en bedrijvigheid. Dát zet de Limburgers in hun kracht. Wanneer burgers initiatieven ontvouwen, willen wij hen daarin ondersteunen. Het gouvernement moet de burgers dienen, niet de burgers het gouvernement. We hebben dus geen betuttelstaat nodig, maar een partnerstaat. De overheid als partner naast het onderwijs, het zakenleven en de ondernemer die je niet in de steek laat bij grote levensrisico’s maar je in het dagelijks leven met rust laat. De VVD ziet voor de provincie de rol van libero. Ze houdt overzicht, ze grijpt in wanneer anderen falen en er risico’s voor Limburg opduiken. Zij rukt vervolgens op, speelt de andere spelers in onze samenleving de bal toe om hen zélf te laten scoren. Hierbij zijn vrijheid en verantwoordelijkheid de kernbeginselen voor het liberale handelen. Echte vrijheid gaat daarom samen met het rekening houden met de vrijheid van anderen en de omgeving waarin men leeft. Daarvoor is politiek nodig die weloverwogen de juiste kaders stelt. Daarom is onze politiek pragmatisch, oplossingsgericht en dicht bij de Limburgers. De VVD heeft de afgelopen jaren werk gemaakt van een provincie die zich richt op kerntaken. Daar willen we richting 2025 in volle vaart mee doorgaan. Er is orde op zaken gesteld. We moeten nu met verstand van zaken doorzetten. Naar een Maasregionaal model Wat de VVD betreft ligt de focus de komende tijd op kerntaken om de Limburgse structuurversterking internationaal te vermarkten om ons vestigingsklimaat te versterken. Uitgangspunt hierbij is dat de provincie haar positie in de regio verstevigt en zich inzet voor een sterke regionale economie en infrastructuur en dat er sprake is van minder bestuurlijke drukte. Met de steeds sterkere positie van het internationale bedrijfsleven, multinationals, gemeenschappen, belangenorganisaties, is de provincie niet meer het ‘klassieke middenbestuur’ van de vorige eeuw. Met eerst een steeds meer uitdijend takenpakket waardoor het maatschappelijk middenveld overlopen dreigde te worden, zien wij nu een terugtrekkende en bezuinigende provinciale organisatie. Limburg moet terug naar haar kerntaken. Voor de VVD liggen die binnen de volgende vijf kaders: 1. 2. 3. 4. 5.
Economie en Werkgelegenheid Bereikbaarheid en Infrastructuur Ruimte en Leefbaarheid Cultuur en Sport Bestuur en Financiën
Limburg bevindt zich in deze grensstreek in een Maasregionaal model, nadrukkelijk ingebed in onze internationale omgeving. De Limburgse samenleving, structuur en historie kenmerken zich immers door hun regionale positie aan weerszijden van de Maas. In dit model dient de provincie de juiste maat te houden: - maatgevend: voor de toekomst van provincies in Nederland met een eigen profiel en bestuur; - op maat: landsdelen zijn niet de toekomst van ons land, provincies met hun identiteit wel; - met mate: met lage lasten, een kleine krachtige provincie besturend op kerntaken; niet het bestuur van de middelmaat dat zich overal mee bemoeit. Het Maasregionaal model ontstaat door net als bij beeldhouwen het overvloedige doelgericht weg te bikken en om zo de dikke staat slanker te maken. De VVD staat niet voor een 4
provincie als ‘klagende overheid’, die vooral naar ‘Den Haag’ wijst en om hulp roept, maar voor een Provincie die uitdraagt trots te zijn op wat zij kan bereiken. De VVD wil dan ook de bureaucratie afbouwen, vergunningverlening vereenvoudigen en met belastingverlaging de private investeringskracht versterken. Bevolkingsverandering: zorg voor elkaar Het aanjagen van de regionale economie is nodig om ons voorzieningenniveau in stand te houden en de vergrijzende bevolking van een goede oude dag te voorzien. Welvaart biedt de beste garantie voor welzijn! Door de verbinding met studie en kenniseconomie te maken, kunnen we voorkomen dat jongeren wegtrekken die noodzakelijk zijn voor de pijlers onder onze regionale economie. Sterker nog, Limburg wordt daardoor aantrekkelijker voor jongeren van elders om zich in Limburg te vestigen. De demografische ontwikkeling van onze samenleving vraagt van ieder een nieuwe houding en handelingswijze. Voor ouderen wordt het vanzelfsprekend om langer door te werken, maar ook van jongeren om zich in hun vrije tijd meer voor hun oudere naasten in te zetten. Engagement voor en door ouderen is een verrijking van onze samenleving, net zoals de (internationale) studenten aan de universiteit en hogescholen. De overheid begeleidt dit vergrijzingsproces via de drie decentralisaties van Jeugdzorg, Participatiewet en Wet Maatschappelijke Ondersteuning. De provincie heeft oog voor verzorging dichtbij huis: van de dagelijkse behoeften tot een veelzijdig aanbod van recreatieactiviteiten die ook ouderen aanspreken. Voor wie niet (meer) voor zichzelf kan zorgen, zorgt de Limburgse samenleving. Jeugdzorg is niet langer een taak van de provincie. Wel moet Limburg als medeoverheid erop toezien dat onze gemeenten in staat zijn en worden gesteld om de zorgtaken adequaat te kunnen uitvoeren. Welvaart en welzijn komen uiteindelijk door innovatie en ondernemerschap, niet van een uitdijende overheid die alsmaar meer uitgeeft aan sociale zekerheid en zorg. De staat kan en mag niet alles regelen. We moeten van een verzorgingsstaat naar een verdienende en ondernemende samenleving. Daarom heeft Limburg ook behoefte aan een sterke volkspartij voor vrijheid en democratie. Voor vrije en sterke Limburgers heeft onze provincie een sterke VVD nodig.
5
1. Economie: werk voor Limburg Onze economie stabiliseert. De export trekt aan, de particuliere investeringen stijgen, het consumentenvertrouwen gaat weer omhoog en daardoor zal ook de werkgelegenheid weer toenemen. De signalen zijn optimistisch, maar de geopolitieke ontwikkelingen nopen ons tot verstandig beleid om onze energie en handel, en daarmee onze welvaart zeker te stellen. Nu komt het erop aan om de groei van de economie om te zetten in een groei van werkgelegenheid. We staan voor een omslag: economische groeicijfers van 3 tot 6 procent uit de tweede helft van de 20e eeuw zijn in de eerste decennia van de 21e eeuw helaas geen automatisme. We moeten daarom onze markteconomie opnieuw ordenen door kaders te stellen om het verdienvermogen en de concurrentiekracht en exportvolume van Limburg te vergroten. In Limburg hebben immers tienduizenden mensen, die willen en kunnen werken, geen baan. Dat kan alleen als de overheid de banenmotor van ons land optimaal ondersteunt. Groei komt immers van ambitieuze ondernemers met innovatiekracht. Bedrijven zorgen voor economische groei en meer banen in de verschillende sectoren waarin onze provincie expertise heeft: van landbouw tot transport, biotechnologie, ICT en life sciences. MKB als economische motor Liberaal beleid zet kaders die meer banen mogelijk maken. Daarbij concurreren we -in Limburg, maar ook nationaal en internationaal- om investeringen en om de slimste en creatiefste mensen. De overheid moet diegenen die iets voor elkaar willen krijgen niet in de weg zitten, maar juist het pad effenen om het welzijn van de Limburgers te verzekeren. Dit betekent voor de VVD dat bedrijven de ruimte moeten krijgen om te ondernemen. Als liberale partij heeft de VVD vrije openingstijden voor ondernemers gerealiseerd: de mensen bepalen met hun koopgedrag immers wanneer de winkels het beste geopend kunnen zijn. De provincie draagt hieraan bij door ruimte te scheppen met goede infrastructuur en een heldere kaders. Daarom is de belangrijkste taak van de provincie om te zorgen voor een sterke regionale economie: - Goede regionale infrastructuur, lagere provinciale opcenten op de motorrijtuigenbelasting en minder regels; - Een passend arbeidsmarktbeleid; - Ruimte voor ondernemers door te zorgen voor een uitstekend vestigingsklimaat; - Beperkte regelgeving door te snoeien in onnodige regelgeving. De VVD kiest er voor om het bedrijfsleven structureel te helpen door de provinciale belastingen verder te verlagen. Zo wordt Limburg koploper met de laagste provinciale opcenten op de Motorrijtuigenbelasting. Het schrappen in subsidieregelingen maakt hiervoor geld vrij. De provinciale bouwleges worden op initiatief van de VVD helemaal niet geheven in 2014 en 2015. Een dergelijke “tax holiday” werkt slechts als deze tijdelijk is. Zolang de bouwsector onvoldoende aantrekt en de provincie relatief weinig belastingheffing misloopt, kan het nultarief van de bouwleges geheel of gedeeltelijk worden voortgezet. Naarmate de bouw aantrekt kunnen de bouwleges weer naar kostendekkendheid toegroeien. Beter dan subsidies die het eigen vermogen op kunnen vijzelen zijn ondernemingsversterkingskredieten. Die helpen een MKB’er om een uitvinding in de markt te zetten. De provincie kan via garantiefondsen en kredietunies een rol spelen bij de financiering van MKB-ondernemingen. Subsidies zijn er enkel om bijvoorbeeld gemeenten financieel te ondersteunen bij de aanleg van een weg, agrariërs te compenseren die naast hun bedrijf zorgen voor beheer en onderhoud van natuur, of te zorgen voor goed onderwijs in de regio. Het MKB heeft behoefte aan ondersteuning bij financieringsvraagstukken en de voorbereiding op financieringsaanvragen. Een zgn. MKB-Financieringspoort kan de ondernemers voorlichten over innovatie- en groeifinancieringsvormen. De Financieringsdesk van de Kamer van Koophandel neemt hierbij het voortouw met LIOF en MKB Limburg.
6
Nu op initiatief van de VVD een ‘Studiefonds voor het bedrijfsleven’ en een ‘Opleidings- en omscholingsfonds’ zijn opgericht, wordt het tijd daadwerkelijk meer leerwerkplaatsen in het MKB mogelijk te maken. Zo vergroten we kansen voor werkzoekenden op de arbeidsmarkt. Een passend arbeidsmarktbeleid richt zich dan ook in het bijzonder op de jeugd en vijftigplussers. Maar ook over de grens liggen duizenden banen in bijvoorbeeld de zorg en kinderopvang in het verschiet. Daarom wil de VVD dat de databases van het UWV en Duitse en Belgische equivalenten gekoppeld worden zodat werkzoekenden een volledig beeld krijgen van de vacatures die openstaan aan de andere kant van de landsgrens. Voor dit alles is kennis van talen van onze buurlanden onontbeerlijk. Daarom bevordert de VVD het leren van Duits en/of Frans vanaf de basisschool. Ports of Limburg: kennis, banen en bedrijvigheid Een succesvol regionaal economisch beleid is gericht op een scherper en actiever acquisitieen international relationsbeleid. De overheid stelt kaders en verleidt bedrijven om zich hier te vestigen. Het inversteringsprimaat ligt echter bij de ondernemers zelf. Limburg heeft door zijn grensligging een zeer open economie. Onze export drijft op kennis en innovatie. De provincie moet bijdragen aan het bevorderen van export van het bedrijfsleven, bijvoorbeeld door het ondersteunen van handelsmissies. De VVD is voorstander van deze handelsmissies als ze voldoen aan een vraag vanuit het bedrijfsleven en worden gecoördineerd met de andere overheden (ook om geldverspilling te voorkomen). Daarbij hebben missies in Europese landen prioriteit boven het aanknopen van banden met Rusland, China en India. De langetermijnstrategie om het verdienvermogen van ‘Limburg BV’ te vergroten schept ruimte voor publieke investeringen in kennis en innovatie. Het gaat dan om economische structuurversterking: waar zijn we goed in? De VVD zet die structuurkaders langs de verschillende ‘Ports of Limburg’ – de toegangspoorten naar het Europese achterland: Binnen het Limburgs topsectorenbeleid van chemie, life sciences en health rond deze ‘ports’ maakt de provincie 250 miljoen euro vrij in een Ports of Limburg fund richting 2020. Investeringen hiervoor geschieden altijd met 50% cofinanciering vanuit onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven. Ten minste 50% van deze investeringen is financieel renderend om ook na 2020 investeringscapaciteit te behouden. We moeten verder kijken ná Brainport 2020.
Greenport Venlo geldt als de voortrekker in de agribusiness in Limburg. Onze landen tuinbouw is essentieel voor de economie en de voedselvoorziening van ons land. Nederland is de tweede voedselexporteur in de wereld. De agrarisch ondernemers zorgen voor 60% van het totale handelsoverschot, 10% van de banen en 10% van het Bruto Nationaal Product. Trade Port-Noord is als logistieke hotspot de aanjager om de multimodal shift van goederentransport te verwezenlijken. De Maastricht Health campus is de vernieuwer voor de Limburgse zorgsector. De Chemelot campus in de geldt als uithangbord van de Ports of Limburg en dient de kennisontwikkeling van chemie en materialen in te zetten. In Midden-Limburg geldt Keyport als de sleutel voor het MKB naar innovatievermogen van de maakindustrie, logistiek, leisure & retail. De natuurlijke samenwerking tussen Keyport en de regio Eindhoven juicht de VVD van harte toe. Het is beter over provinciegrenzen heen als tandem samen te werken en elkaars kennis en kunde te gebruiken dan zich erachter terug te trekken in termen van wie aan de fietsbel zit en wie op de bagagedrager’. De grootste potentie voor de regio ziet de VVD echter in de échte ontwikkeling van de Maasplassen tot zeer toegankelijk watersport, fiets, wandel en recreatiegebied. Dit
7
vergt op korte termijn grootschalige acquisitie-inspanningen en investeringen in infrastructuur en marketing van ondernemers en overheid via het LIOF. Zo geeft een fietsbrug tussen het Eiland in de Maas richting de Belgische Maasplassen extra ontsluiting aan dit gebied. Het Smart-Services initiatief in Parkstad draagt bij aan vermindering van en innovatie in de bureaucratie bij overheid, onderwijs en bedrijfsleven. De aansluiting op 4G en straks 5G-breedband is hiervoor vandaag de dag als vestigingsfactor net zo belangrijk als ooit de ontsluiting van onze regio op de spoorwegen. Naast doorstroming op de weg willen we z.s.m. 100%-dekking van eenvoudige en supersnelle internettoegang bereiken via cofinanciering door de netwerkbedrijven, de private belanghebbenden en de overheid.
Een kernpunt van het economisch beleid van de provincie is het verbinden van bedrijven aan kennisinstellingen als een universiteit of hogeschool. De VVD is trots op het academisch ziekenhuis en internationale topuniversiteit in onze hoofdstad Maastricht. Het is daarom goed dat de universiteit, evenals de hogescholen, haar kennisontwikkeling in heel de provincie inzet. Dit stimuleert innovatief en duurzaam ondernemerschap en maakt van Limburg een “slimme” regio. Hier ligt volgens de VVD een duidelijke rol voor de campusontwikkeling. Een campus is alleen een campus als er daadwerkelijk kennisontwikkeling plaatsvindt en als er waardevolle verbindingen worden gelegd. Een campus moet dus tegelijkertijd een voedingsbodem voor nieuwe bedrijvigheid zijn die verbonden is met de buitenwereld. Anders is het een veredeld en eenzaam bedrijventerrein. De campussen moeten investeren in sterke, innovatieve sectoren als chemie, life sciences en biotechnologie. Voor de VVD geldt dat de campussen alleen een financiële bijdrage kunnen ontvangen indien de markt voor minimaal de helft participeert en de bijdrage niet wordt besteed aan bureaucratie en duurbetaald personeel. Het provinciale toezicht op de campusontwikkeling moet scherp en transparant zijn. Het kan niet zo zijn dat de provincie de afboekingen van de riskante grondpolitiek van gemeenten gaat overnemen of afdekken. Wat dat betreft moet de provinciale bank dus ook ‘nee’ kunnen verkopen. High-tech, automotive en life technology kunnen echter alleen leiden tot succesvolle maakindustrie wanneer we de knappe koppen hier houden en de vaardige handen óók hier aan het werk krijgen. Elk mens moet gelijke kansen hebben om zijn eigen talenten en ideeën te ontplooien, om van zijn eigen werk te leven en op zijn eigen manier gelukkig te worden. Een schooldiploma voor iedereen biedt gelijke kansen op basis van ieders inzet en talent, met perspectief op een baan. Daarom moet voor elke scholier/student in Limburg een stageplaats bij een bedrijf of een (semi)overheidsinstelling beschikbaar zijn.. De zgn. Limburg Traineeships en -programma’s worden hiervoor uitgebreid. Zo kunnen jongeren voor Limburg behouden blijven en instromen voordat de grote uitstroom door de vergrijzing begint. Of het nu gaat om helpen in de bedrijfskantine, op school of in een gemeente; jongeren leren zo een organisatie kennen en ondervinden wat werkritme is. Ook wil de VVD dat de provincie het initiatief van de Startersbeurs met de gemeenten actief ter hand neemt zodat net afgestudeerden (van MBO tot WO) meteen aan de slag kunnen. De steun bij de redding van NedCar is een voorbeeld waar overheidsingrijpen wél succesvol leidt tot banen, investeringen, innovatie en versterking van ons vestigingsklimaat. Voor Maastricht Aachen Airport zoekt de provincie voor 2017 een exploitant voor het passagiersvervoer. De luchthaven is volgens de VVD alleen levensvatbaar op de lange termijn wanneer er in de Maasregio een gelijk speelveld is van luchthavens. In turbulente tijden moet de overheid kaders kunnen stellen en als marktmeester optreden bij een ongelijk speelveld.
8
2. Bereikbaarheid: sneller op weg Mobiliteit hoort bij een vrije en dynamische samenleving. Limburgers verwachten terecht dat ze hun waardevolle tijd niet in de file verdoen. Voor de VVD is bereikbaarheid de belangrijkste voorwaarde voor economische ontwikkeling. Dynamische vestiging, geen bureaucratische stilstand Ondernemers en niet de overheid zorgen voor economische groei en meer banen. Dat stelt ook eisen aan infrastructuur. Ook grote bedrijven hechten grote waarde aan onder andere goed opgeleid personeel en een goede bereikbaarheid. De VVD wil dat er ruimte blijft voor bestaande bedrijven in steden, dichtbij consumenten en werknemers. De loodgieter en elektricien moeten niet tegen hun zin uit de stad of het dorp verbannen worden. Daarnaast moet er ruimte zijn voor nieuwe bedrijvigheid, bijvoorbeeld door bestaande detailhandel ruimte te geven uit te breiden in steden, op bedrijventerreinen en op het platteland om de leefbaarheid en werkgelegenheid op peil te houden. Grote nationale en internationale bedrijven stellen steeds hogere eisen aan nieuwe vestigingslocaties. Niet alleen qua bereikbaarheid, maar ook qua deskundig personeel, fiscaal klimaat en stimuleringsmaatregelen. Een goede infrastructuur trekt nieuwe bedrijven aan om zich te vestigen. Op bedrijfsterreinen moet voldoende ruimte zijn voor verschillende bedrijven, ook in hoge milieucategorieën. Daarom investeert de VVD in goede en waar nodig betere ontsluiting van steden, bedrijventerreinen en stedelijke kernen. Na de regelgeving over fijnstof en externe veiligheid, hebben we nu de verstikkende regelgeving op het gebied van stikstofdepositie. De provincie is hierin hoofdrolspeler in het toetsen en afgeven van vergunningen. De VVD wil een provincie die deze problemen oplost en procedures versnelt daar waar deze regelgeving realisatie en ontwikkeling vertraagt, bij de aanleg van wegen, spoorwegen en havens. Infrastructuur Ook voor veel middenstanders zijn de files in Limburg een te grote belasting die een bedreiging vormen voor groeikansen en banen. De VVD wil daarom fors investeren om knelpunten in bereikbaarheid op te lossen: de Buitenring Parkstad Limburg, de verbreding van de A2 tussen Weert en Eindhoven en de A73/A67 bij Venlo. De A2 is Nederlands economische slagader, waaraan veel economische ontwikkelingen plaatsvinden. De noodzaak tot verbreding is groot: dagelijks staan aan beide kanten van de provinciegrens bij Weert vele kilometers file. De VVD wil dat Limburg met Brabant optrekt opdat het Rijk de weg verbreedt tot 2 x 3 rijstroken. Dergelijke maatregelen zijn ook nodig op de A67 van Eindhoven tot de Duitse grens bij Venlo. De VVD ziet duidelijk het probleem van een groeiend aantal parkerende vrachtwagens langs onze snelwegen. Hiertegen dienen langs de A67 bij Tradeport Venlo, de A2 bij Nederweert en St. Joost, en de A76 de vrachtwagenparkeerplaatsen worden uitgebreid zodat onze vervoerders veilig langs onze snelwegen kunnen overnachten. De VVD wil dat initiatiefnemers die willen investeren in dergelijke ‘Autohof’ -achtige voorzieningen, ondersteuning verdienen van de provincie Limburg en bij voorkeur ook van de EU. In plaats van uniforme snelheidsbeperkingen is de VVD voor intelligente begeleidingssystemen die een betere verkeersdoorstroming tot gevolg hebben: -
60 of 70 km/u op doorgaande wegen in de steden 90/100 km/u op brede provinciale wegen een laadpuntennetwerk voor elektrische auto’s en fietsen dynamische adviessnelheid op drukke wegen met een ‘groene golf’ als resultaat een pilot waarbij verkeerslichten (net als in Duitsland) eerst op geel springen en dan op groen, zodat het licht korter op rood staat en de doorstroming verbetert.
9
De VVD wil dat mensen sneller en beter geïnformeerd moeten worden over alternatieve routes als verstopping op wegen dreigt. Daarmee kunnen mensen een bewuste keuze maken voor bijvoorbeeld een andere route of voor ander vervoer. Om dit te realiseren moet de provincie meer samenwerken met marktpartijen, andere overheden, veiligheidsregio’s en wegbeheerders. Het programma voor beheer en onderhoud moet worden voortgezet en, waar nodig, geïntensiveerd. Goede landschappelijke inpassing en beperking van de overlast voor omwonenden zijn voor de VVD voorwaarden bij aanleg en onderhoud van infrastructuur. Indien een keuze tussen beide aspecten noodzakelijk blijkt dan geeft de VVD -na zorgvuldige afweging- in principe prioriteit aan de leefbaarheid van omwonenden boven landschappelijke inpassing. Vaarwegen Om de bereikbaarheid te bevorderen is het noodzakelijk dat wordt doorgepakt met het verbeteren van de bereikbaarheid over het water en door de lucht van de regio. Inlandterminals en regionale luchthavens dragen daaraan bij. Nu de Maassluizen zijn aangepast en 24/7 open blijven, moet de Limburgse Havennetwerkvisie 2030 versneld uitgevoerd worden om meer goederentransport over het water en spoor te laten plaatsvinden. Door de aanleg van binnenhavens kan een deel van het vrachtverkeer van de weg naar het water worden verplaatst. Waterwegen kennen naast een vervoersfunctie steeds meer een recreatieve functie. Indien mogelijk dienen waterwegen aantrekkelijk te worden gemaakt voor recreatie; met name de verwijzingen naar en toegankelijkheid van de Maasplassen. Openbaar vervoer op maat Goed openbaar vervoer betekent volgens de VVD snel, goedkoop, aangenaam en veilig van A naar B. De reiziger staat centraal. Het vervoer per bus en trein wil de VVD door particuliere bedrijven laten uitvoeren. Meer concurrentie op het spoor levert de Nederlandse schatkist jaarlijks 300 miljoen euro op en zorgt voor meer reizigers en betere service in de trein en op het station. Meer marktwerking is daarom goed voor het openbaar vervoer, ook in Limburg. De groeiende vervoersvraag op de Maaslijn is daar een voorbeeld van. De reiziger krijgt meer waar voor zijn geld terwijl de overheid daar relatief minder subsidie op toelegt. Dit betekent ook dat het risico voor haltes, materieel, spoor en stations bij de vervoerder ligt. De VVD is voor vraag-gestuurd openbaar vervoer gericht op grote vervoersstromen. Dus geen lege bussen die alleen maar lucht verplaatsen, maar vervoer op maat met passagiers. De VVD is tegen ‘gratis’ openbaar vervoer of een ‘sociale’ functie van openbaar vervoer. Mindervalide mensen moeten, met hulp van anderen, net zo gemakkelijk van het OV kunnen gebruik maken, en minder als ‘doelgroep’ worden benaderd. Voor de nachtelijke uren waarop geen bus of trein rijdt, wil de VVD de ruimte bieden aan andere private vervoersinitiatieven. Deze kunnen bijvoorbeeld voor het uitgaansleven vraaggericht in en tussen de steden, grensoverschrijdend busvervoer bieden. Daarnaast moeten bij substantiële vraag de nachtintercity’s doorrijden naar Heerlen, Venlo en Maastricht zodat Limburg dag en nacht ontsloten is met de rest van het land. Op voorstel van de VVD krijgt elke bus of trein gratis Wi-Fi. Dit alles met een transparant tariefsysteem met een passende prijs-kwaliteitsverhouding. Dus een Euregionale OVchipkaart, en buitenlandse kaartautomaten op de grote en grenstreinstations, zolang deze nog papieren treinkaartjes hebben; maar geen dubbele opstaptarieven of een handvol OVchippaaltjes op een station. Limburgs spoor als poort van Europa De VVD wil voor 2020 een rechtstreekse intercityverbinding Eindhoven-Heerlen-Aken en Eindhoven-Venlo-Düsseldorf realiseren. Daarnaast wil de VVD een rechtstreekse
10
treinverbinding tussen Antwerpen-Hamont-Weert, Aken-Heerlen-Maastricht-Luik met snelle overstap op het TGV-netwerk naar Brussel, Berlijn, Londen en Parijs. Deze treinen moeten tot het eind van de avond blijven rijden. De VVD wil nagaan of privatisering mogelijk is van grensoverschrijdende spoorlijnen, zoals dat op de lijn Düsseldorf-Arnhem gebeurt. Ook voor het goederenvervoer wordt met de bouw van de railterminals bij Chemelot en Trade Port Noord de logistiek versterkt. Kleine kernen Waar het gaat om de bereikbaarheid van kleine kernen kan gekozen worden voor alternatieve vormen van openbaar vervoer. Initiatieven vanuit de samenleving zoals flex- en wensbussen, naar voorbeeld van de Duitse Bürgerbusse, worden daarbij gestimuleerd en indien nodig gefaciliteerd. Via Facebook-groepen zien we al dat bijvoorbeeld studenten elkaar moeiteloos weten te vinden om tussen Maastricht en Keulen te pendelen op een door hen gewenst tijdstip. Ook particulieren kunnen via een ‘Greenwheels-systeem’ op gezette tijden samen gebruik maken van OV-busjes. Met zulke voorbeelden kan op basis van vraag en aanbod de bereikbaarheid van kleine kernen behouden blijven.
11
3. Ruimte en Leefbaarheid: ons Limburgs land De provincie stelt de ruimtelijke kaders over de inrichting van de multimodale infrastructuur, de bedrijfsterreinen, de detailhandel en het landelijk gebied. Wonen en werken Ingrijpen door de provincie op de woningmarkt wordt tot een minimum beperkt. De veranderende markt vraagt hierdoor van de provincie niet om extra taken uit te voeren, maar de bestaande bevoegdheden anders in te zetten. Leegstaande kantoren of bedrijven kunnen nieuwe functies krijgen, zoals wonen. Het sloopfonds is één van de beste instrumenten om de noodzakelijke herstructurering in gang te zetten, maar dient naast de provincie ook door derden te worden gevuld. Het LIOF kan aan innovatieve bedrijven geld lenen en herstructurering van bedrijfsterreinen op gang brengen. Uitgangspunt moet echter zijn dat de markt meebetaalt en dat het geld weer terugkomt (revolveert) om opnieuw te worden uitgeleend. Met 10% leegstand van de winkelvoorraad scoort Limburg het hoogste in Nederland. Daarom zorgt de provincie voor een "structuurvisie detailhandel en kantoorlocaties" om met gemeenten bestemmingen te wijzigen en waar nodig plancapaciteit te schrappen. Betaalbare energie, geen geldverslindende ideologie We zien Limburg niet als een openluchtmuseum waar we alles moeten houden zoals het nu is. We moeten juist veranderen om het goede te behouden en waar nodig te verbeteren. Liberaal denker Karl Popper gaf al aan dat we ‘de confrontatie moeten aangaan met het onbekende, het onzekere en het onveilige’. We moeten met gezond verstand plannen maken voor onze veiligheid en vrijheid. We moeten dus vrijheid scheppen voor nieuwe energie om onze energievoorziening veilig te stellen. De VVD vindt het logisch dat de overheid bereid is nader te onderzoeken op welke manier proefboringen naar schaliegas veilig zouden kunnen. Net zoals grensoverschrijdende stresstests nodig zijn voor de naburige kerncentrales in België en Frankrijk. De VVD staat positief tegenover duurzame energie maar verplicht gebruik is in de huidige economische omstandigheden onverstandig. Heel Limburg volplanten met windmolens is net zo onzinnig als ananassen op Alaska te gaan kweken. Windenergie kan het beste over de grens opgewekt worden. Tegelijk kan de nu stil liggende Clauscentrale in Maasbracht aangewend worden om het energietekort in België aan te vullen. De VVD ziet geen toekomst voor grootschalige ondergrondse pompaccumulatie systemen, die gigantisch veel geld kosten en grote risico’s met zich meebrengen. Wel wil de VVD het gebruik van duurzame energiebronnen faciliteren, zoals aardwarmte, waterkracht, zonneenergie en reststoffen. De agrarische sector kan restwarmte gebruiken wanneer de overheid belemmerende regelgeving wegneemt. De VVD juicht het toe dat er initiatieven komen van burgers, bedrijven en bijvoorbeeld sportverenigingen om hun gebouwen energie-neutraal te maken. De VVD is er voorstander van dat lokale sportaccommodaties worden verduurzaamd. Zo worden zij qua energie meer zelfvoorzienend en vermindert de afhankelijkheid van subsidies. Op die manier komt sporten binnen het bereik van alle kinderen. Een belangrijk middel hierbij is marktwerking en het Limburgs Energie Fonds (LEF). De financiering die het LEF aanbiedt, moet echter wel tarieven hanteren die onderscheidend zijn. De VVD zal zich verder inzetten voor het afschaffen van belemmerende regelgeving voor kleine producenten van duurzame energie.
12
Ruimte voor land- en tuinbouw De provincie Limburg moet de land- en tuinbouw de ruimte geven om te groeien. De sector wordt echter beperkt door knellende natuurregelgeving. Nu het natuurbeleid is gedecentraliseerd dienen provincies pragmatisch om te gaan met de uitvoering en geen extra regelgeving te plaatsen bovenop het huidige beleid. Ook hierbij geldt: Haags minimum is provinciaal maximum. Zo krijgen agrarische ondernemers de ruimte om te ondernemen. Investeren in kennis en innovatie is daarbij een belangrijke randvoorwaarde voor de toekomst van de land- en tuinbouw. Limburg kan hierbij een actieve rol spelen, bijvoorbeeld via het LIOF. Het Provinciaal Omgevingsplan moet zodanig zijn dat agrarische ondernemingen hun bedrijf gemakkelijk uit kunnen breiden. Akkerbouw en veeteelt zijn belangrijk voor de economie van het landelijk gebied. De VVD wil daarom ontwikkelingsmogelijkheden blijven bieden aan rendabele agrarische bedrijven binnen bestaande ruimtelijke kaders, en daarbij de mogelijkheden die de EU biedt benutten. De VVD vindt dat de landbouw erop mag rekenen dat de provincie de sector in Limburg een toekomst geeft en dat bedrijven kunnen worden voortgezet. De provincie moet hier via de ruimtelijke kaders op sturen. Voor de ontwikkeling van agrarische bedrijven zal een vergroting van het bouwblok bij sommige bedrijven noodzakelijk zijn. Het provinciale beleid dient dit mogelijk te maken. Het is bekend dat de komende jaren veel agrarische bedrijven zullen gaan sluiten. Inmiddels is het voortbestaan van veel landbouwbedrijven een groter probleem dan het afstaan van landbouwgrond aan natuurgebieden. Overnames binnen de familie zijn steeds minder vanzelfsprekend, daardoor staat de belangrijke rol van de agrarische sector in Limburg onder druk. De VVD vindt dat de combinatie van schaalvergroting en innovatie een mogelijkheid is om deze trend te keren. Om het landelijk gebied leefbaar te houden, moeten ondernemers die stoppen op een andere manier in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Zij moeten binnen bestaande bebouwing andere economische activiteiten uit kunnen oefenen. Bestemmingswijzigingen zijn te duur en te omslachtig en het Provinciaal Omgevingsplan Limburg dient er op aangepast te worden. Natuur en recreatie De VVD wil het karakter van het Limburgs landschap zoveel mogelijk behouden. Liberalen zien de mens als een gelijkwaardig organisch onderdeel van onze natuur zoals ook plant en dier dat zijn, niet als een tegenstander hiervan. De provincie voert het natuurbeleid uit zonder extra geld bij te leggen en gericht op een goede balans tussen economie en natuur. Provincies moeten niet zelf natuur gaan beheren. De VVD vindt dat de provincie de gehanteerde definiëring en beschermingsregimes van het Rijk moet volgen en wil niet dat extra regels worden opgenomen. De provincie draagt bij aan de door het Rijk aangegane internationale verplichtingen. De VVD onderstreept de betekenis van natuur en landschap als voorwaarde voor de kwaliteit van de leef- en werkomgeving. Zo dienen wachtvoorzieningen bij de sluizen in de Maas en het grindgat Hanssum-Neer en Rijkelse Bemden langs de rivier opengesteld te blijven voor recreatievaart. De provincie zal waar mogelijk doorvaartgelden voor recreatietoervaart afschaffen. Natuurgebieden moeten toegankelijk zijn. Voor de VVD staat voorop dat natuur- en recreatiegebieden zowel goed bereikbaar als zoveel mogelijk opengesteld moeten worden. Recreatie mag altijd in de natuur. Recreatieve ondernemers moeten daar kunnen uitbreiden, waarbij schade aan de natuur uiteraard wordt voorkomen. Verantwoordelijk en milieubewust gedrag van ieder brengt op de lange termijn meer dan enkel geboden en verboden. De VVD wil dat de financiering van ontwikkeling en inrichting, beheer en onderhoud van natuur bij een economische drager vandaan komt, zoals kleinschalige horeca. De VVD vindt dat agrarische gronden die buiten de herijkte Ecologische Hoofdstructuur (EHS) liggen, moeten worden verkocht om het natuurbeleid te financieren. De VVD wil geen onnodige onttrekking aan land- en tuinbouwgebieden voor natuurontwikkeling. Agrarische ondernemers hebben hart voor hun eigen terrein en verdienen bij het beheer van de natuur en het landschap een
13
gelijke plaats naast instellingen als Natuurmonumenten of Staatsbosbeheer. De combinatie waarbij agrariërs en landgoederen ook de zgn. ‘groene diensten’ in landschapsbeheer uitoefenen, wordt daarom gestimuleerd. Veiligheid en handhaving De Rijksoverheid en de gemeenten zorgen voor de politie en de handhaving openbare orde. Hier ligt voor de provincie geen taak. Wel ziet de VVD graag dat de provincie participeert in samenwerkingsverbanden die de veiligheid in Limburg bevorderen en de georganiseerde criminaliteit een halt toe oepen. De VVD juicht dan ook toe dat de provincie het Regionale Informatie- en Expertisecentrum (RIEC) en de Limburgse Veiligheidshuizen blijft ondersteunen. Daarnaast wil de VVD dat de provincie zich inzet voor uitbreiding van het Europese Politie Informatie- en Coöperatiecentrum (EPICC) met de fiscus uit Nederland, Duitsland en België om de grensoverschrijdende samenwerking tegen de georganiseerde criminaliteit te versterken. De toenemende dumping van drugsafval is de VVD een doorn in het oog. De VVD wil dat de provincie zich inzet voor een landelijk fonds voor het opruimen van gedumpt drugsafval. De provincie zorgt voorts voor de veiligheid rondom provinciale infrastructuur en openbaar vervoer. Wie zich op straat begeeft, moet dit in wezen zonder gevaar kunnen. De openbare ruimte moet veilig blijven, zowel als vrij van criminaliteit als van verkeersgevaarlijke situaties. Momenteel gebeuren op en rond Limburgse (provinciale) wegen relatief te veel ongevallen, zo blijkt uit onderzoek van de ANWB. De VVD wil daarom meer investeren in verkeersveiligheid van infrastructuur. In het kader van de verkeersveiligheid blijft de provincie, binnen haar financiële mogelijkheden, gemeenten financieel ondersteunen bij het aanleggen van veilige fietsvoorzieningen. Daarom heeft de VVD ‘sociale veiligheid’ laten opnemen in de provinciale concessie voor het openbaar vervoer. Wie zich misdraagt, krijgt een OV-verbod in de hele provincie! Daarnaast heeft de provincie samen met het Waterschap Limburg een belangrijke taak bij een verantwoord waterbeheer (regionale waterkeringen) zodat inwoners van de provincie zich geen zorgen hoeven te maken als het om hun droge voeten gaat. Dit behoort tot de kerntaken van de provincie. Ten slotte kent Limburg gebieden waar wonen en industriële activiteiten plaatsvinden in elkaars directe nabijheid, zoals bij de chemiecampus Chemelot. Omwonenden zijn zich zeer bewust van de activiteiten die door deze bedrijven worden uitgevoerd. Zij zien de economische toegevoegde waarde van deze vorm van bedrijvigheid omdat de industrie in deze regio's ook een belangrijke factor van werkgelegenheid vormt. Tegelijkertijd brengt deze nabijheid ook veiligheidsrisico's met zich mee. De VVD vindt dat bedrijven zich in deze omstandigheid dan ook extra verantwoordelijk moeten voelen voor een adequate en risicobeperkende bedrijfsvoering. De VVD wil dat de provincie zich bewust is van deze bijzondere situatie. Daarom houdt zij actief toezicht op deze specifieke groep van zogenoemde BRZObedrijven (met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen) via vergunningverlening. Ook handhaaft de provincie waar nodig, zoals gebeurde bij Edelchemie/Phoenica. Voor de VVD staat vertrouwen in inwoners en bedrijven voorop, maar er wordt hard gestraft als het vertrouwen wordt geschonden.
14
4. Cultuur en Sport: tradities in beweging De VVD staat voor een cultuur die Limburgers niet naar herkomst of levensbeschouwing beoordeelt. Integendeel, we willen meer maatschappelijke betrokkenheid door kansengelijkheid en engagement, vooral op het gebied van cultuur en sport. Deze betrokkenheid is echter enkel succesvol indien omgekeerd ook integratiebereidheid bestaat: qua taal, levensonderhoud en naleven van de wet. Wie onze rechtsstaat niet in acht neemt, of zelfs veracht, kan geen deel van onze open maatschappij zijn. De kwaliteit van vrijetijdsbesteding wil de VVD verder uitbouwen. Alleen een hoogwaardig cultuuraanbod en attractieve sport- en recreatiemogelijkheden maken Limburg leefbaar en een aantrekkelijke vestigingsfactor voor burgers en bedrijven. Wie kan zich Limburg voorstellen zonder Limburgs Vastenavond leedjes Konkoers, Oud-Limburgs Schuttersfeest, Amstel Gold Race, Pinkpop of Preuvenemint? Sport Wie aan sport doet, blijft fit en gezond en heeft daardoor een hogere kwaliteit van leven. Ook verhoogt sport bijvoorbeeld de mobiliteit en zelfredzaamheid bij ouderen, mensen met een beperking en chronisch zieken. De provincie blijft partner in het Jeugdsportfonds en stimuleert de Limburgse gemeenten die hier nog niet aan meedoen zich alsnog aan te sluiten. Ook wil de VVD dat Limburg belangrijke, internationale, sportevenementen blijft organiseren. De wieler- en paardensport zijn daarbij onze eyecatchers. Behalve voor de vele sportevenementen wil de VVD zich inzetten voor realisatie, onderhoud en daadwerkelijk gebruik van de verscheidene recreatie-, sport- en kuur-accomodaties. In de amateursport is de laatste jaren de tendens, dat de overheid zich steeds verder terugtrekt en dat de verenigingen bepaalde taken onder meer op het vlak van accommodatiebeheer zelf uitvoeren. Maar dat kan alleen als private investeerders en gemeenten ook bereid zijn de handen ineen te slaan bij regionale sportaccomodaties. De bouw van een Technodrome in Sittard, Nature Wonder World in Parkstad en uitbouw van de Maasplassen zijn daarvan mooie maar ook noodzakelijke voorbeelden. De Zuid-Willemsvaart dient -naast de beroepsvaart- ontwikkeld te worden als veilige route voor recreatievaart en roeisport. Cultuur en erfgoed Cultuur, in al haar vormen, is van grote betekenis voor de samenleving en draagt bij aan vrijheid, tolerantie, leefbaarheid en dynamiek. De provincie richt zich in het cultuurbeleid op het versterken van de leefomgeving en op het gezicht geven aan de regio. Voor de VVD staan daarom cultuurhistorie en cultureel erfgoed centraal. Terreinen die juist samenhangen met provinciale kerntaken op het gebied van het ruimtelijk beleid, maar ook met economie en toerisme. Een bereikbaar en aansprekend cultuuraanbod is immers een belangrijke vestigingsfactor en toeristische trekpleister. De VVD vindt historisch besef, vooral voor de jeugd, van groot belang en is daarom voorstander van het behoud en het zo breed mogelijk beleefbaar maken van cultureel erfgoed. Daaronder vallen ook (cultuur-)historische evenementen. Dit levert bovendien een bijdrage aan het toerisme in de provincie. Daarnaast bepalen monumenten voor een groot deel de identiteit van het cultuurlandschap en hebben zij daardoor een grote aantrekkingskracht op bezoekers. Monumenten vormen een verrijking van de openbare ruimte en de culturele identiteit. Ons erfgoed is onmisbaar voor een aantrekkelijk en herkenbaar Limburg. Historische panden dragen bij aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat, attractieve winkelgebieden en een succesvolle gebiedsontwikkeling in onze dorpen en steden. De VVD zet zich in om ons cultuurhistorisch erfgoed voor onze en toekomstige generaties te behouden en te gebruiken. Zo kwam de VVD in Limburg met een initiatief ter herbestemming van leegkomende 15
monumentale kerken. De komende jaren wil de VVD ook de aandacht richten op jongere monumenten uit de Nederlandse wederopbouwperiode. Want er is geen mooier monument dan een levend monument! Net als het nationale beleid is verankerd, wil de VVD dat gesubsidieerde culturele instellingen of evenementen een groter publieksbereik realiseren. Zo staat de cultuursector meer op eigen benen. De VVD wil dat gesubsidieerde culturele instellingen, zoals de Limburgse musea, minimaal 50% van hun inkomsten zelf verdienen. Juist in financieel zware tijden moeten er meer Publiek-Private Samenwerkingsprojecten tot stand komen. Dat bevordert cultureel ondernemerschap en vermindert afhankelijkheid van subsidies. De VVD zoekt nieuwe ontwikkelingen in netwerkvorming tussen veel van de musea in Limburg, met museale spelers buiten de provincie. Een netwerk wat zich bezig moet houden met collectiebeheer en -ontwikkeling, events en themagerichte uitwisseling. Veel van onze cultuur heeft niet alleen een relatie met Nederland maar ook met onze buurlanden. Juist die samenwerking biedt kansen om aantrekkelijk en onderscheidend te blijven als sluitstuk en als hoeksteen van echte Limburgpromotie! De VVD is voor behoud van de steunfunctie van bibliotheken met het oog op technologische ontwikkelingen. De bibliotheken kunnen zich zo aanpassen aan deze ontwikkelingen, maar dienen ook als opleidingscentrum voor alle leeftijden (leven-langleren), en bijvoorbeeld als leslocaties voor omscholing.
16
5. Bestuur en Financiën: slank, transparant en dienstbaar De provincie moet focussen op de hoofdzaken zoals afgesproken door rijk, provincies, gemeenten en waterschappen op grond van het regeerakkoord van het kabinet-Rutte II. Niet op bijzaken waarbij je jaarlijks subsidies uitstrooit en soms niet weet of je doel treft. Als met de Limburgse Essent-Zilvervloot alle kanten op geschoten wordt, zonder dat je weet welke risico’s je loopt, kan deze nog wel eens door ‘Den Haag’ gekaapt worden. De provincie moet haar huishoudboekje en spaarbankboekje zodanig inrichten dat er ruimte blijft voor grote investeringen in economie en infrastructuur. Het kan echter ook niet zo zijn dat het Rijk rijkere regionale ontwikkelingsmaatschappijen afroomt om nieuwe ROMs in de Randstad te spekken. In de provincie zijn de financiën dankzij de VVD op orde. Het aantal ambtenaren is ingekrompen. Er is €20 miljoen bezuinigd. Uiterlijk 2017 worden de twee Limburgse waterschappen samengevoegd. De afgelopen jaren zijn op voorstel van de VVD de opcenten op de Motorrijtuigenbelasting met 10% gedaald. In 2014 en 2015 verlagen we die nog eens extra. Na een ingrijpende reorganisatie van het provinciale ambtenarenapparaat met verbeterde huisvesting is het tijd voor verdergaande automatisering. Dankzij de decentralisaties, projectmatig werken, uitplaatsing en samenwerking bij gemeenten en reorganisatie van de Regionale Uitvoeringsdiensten kan het aantal provinciale ambtenaren verder worden teruggebracht tot 500. Daarnaast kunnen kosten die door externen worden gemaakt halveren door betere samenwerking tussen overheden. Daardoor kunnen ook de provinciale opcenten op de motorrijtuigenbelasting verder omlaag. De VVD wil dat de Regionale Uitvoeringsdiensten goed en efficiënt werken en dat de controle hierop transparant is. Ook is de VVD van mening dat regelgeving op provinciaal niveau niet strenger mag zijn dan de rijksoverheid verlangt: Haags minimum is provinciaal maximum. Doelmatigheid van de provinciale organisatie heeft de VVD hoog in het vaandel. De VVD wil daarom een volledige doorlichting van uitvoeringsregels en beleidsdocumenten. De komende periode wordt elke verordening en regeling doorgelicht geactualiseerd of afgeschaft. Als de provincie een taak overgedragen krijgt, ‘volgt geld de taak’ en moet deze taak goed worden uitgevoerd zonder de inzet van extra provinciale middelen. De VVD zet zich ervoor in alle uitgaven steeds weer kritisch onder de loep te nemen. Voor de inwoners moet altijd helder zijn waarom en waarvoor welke bedragen zijn uitgegeven. Dit is niet alleen noodzakelijk voor een goede verantwoording, maar er valt ook heel veel van te leren. "Open Gouvernement" (open data, open spending etc.) leidt bovendien tot meer transparantie en deelname aan de besluitvorming. Daarnaast wil de VVD de vergunningverlening organiseren volgens het ‘lex silencio’-principe (als de provincie niet binnen de daarvoor gestelde termijn een beslissing neemt, is de vergunning verleend). Zo ontstaat meer klantvriendelijkheid voor inwoners en bedrijven en stelt de provincie zich dienstbaar op. Grensverleggend Limburg Limburg is niet de staart van Nederland, maar het hart van Europa. Om dit hart sneller te laten kloppen, is grensverleggende daadkracht essentieel. We moeten daarvoor grenzen stellen en grenzen slechten. De VVD verzet zich dan ook fel tegen initiatieven over de grens om voor (buitenlandse) auto’s tolvignetten in te voeren. De VVD blijft zich inzetten om Limburgers vrije doorgang te verschaffen naar België en Duitsland, via weg, water, spoor en luchtvaart. Ook wordt op initiatief van de VVD een provinciale grenseffecttoets ingevoerd die bij elk relevant besluit nagaat welke gevolgen dit voor de grensregio’s heeft. Andersom wil de VVD dat Provinciale Staten nadrukkelijk worden betrokken bij de totstandkoming van EUregelgeving, nu de Europese verdragen daar de mogelijkheid toe geven. Limburg moet zijn belangen gericht behartigen: in Brussel en in samenwerking met andere regio’s in Europa.
17
Het Nederlands EU-voorzitterschap in 2016 biedt een mooie kans voor de Nederlandse provincies om nadrukkelijker tot een ‘Europa mét de regio’s’ te komen. De Euregionale samenwerkingsverbanden moeten ook transparante en democratisch legitimerende besluitvormingsprocedures krijgen. De adviserende praatclub van de Euregioraad Maas-Rijn wordt daarom afgeschaft en omgevormd tot één besluitvormingsorgaan met het Euregiobestuur. Ook bij de Euregio’s Rijn-Maas-Noord en Rijn-Waal moeten Provinciale Staten medezeggenschap krijgen. Gezien de geopolitieke ontwikkeling moet het provinciaal bestuur nadrukkelijker rechtstreeks met de EU-instellingen samenwerken om de Limburgse (handels)belangen veilig te stellen. De gouverneur moet transparant verantwoording afleggen over zijn doen en laten in het Comité van de Regio’s evenals over de Limburglobby van het Huis van de Nederlandse Provincies. De VVD wil blijven zorgen voor voldoende cofinanciering vanuit het bedrijfsleven en de overheid om EU-gelden optimaal aan te wenden. Nu de Kamer van Koophandel is ingekrompen, wordt het tijd dat KvK, IHK en Belgische kamer samenwerken in een Euregionale Kamer. Het nieuwe grensloket in Maastricht verbindt als ‘Europaplein’ de grensinformatiepunten en de Bureaus Belgische en Duitse Zaken om de Limburger optimaal van dienst te zijn bij wonen, werken of studeren over de grens. Een integere overheid Vertrouwen is de basis voor goed bestuur. De VVD staat voor een betrouwbare en integere overheid. Integriteit is daarom de karaktereigenschap van elk individu die inhoudt dat de betrokkene eerlijk en oprecht is en niet omkoopbaar. Ieder persoon beschikt over een intrinsieke betrouwbaarheid, zegt wat hij doet, en doet wat hij zegt. Ieder die binnen of namens de VVD een functie vervult, doet dit op integere wijze gebaseerd op de vuistregels van de VVD. De VVD zet ook in op een provinciale organisatie: - waarin het gewoon is om van fouten te leren, - waar mensen en middelen worden ingezet op basis van noodzaak, - waarin onderlinge vergelijking tussen provincies (bijvoorbeeld door benchmarking) gezien wordt als stimulans, - waarbij het gegeven vertrouwen wordt beantwoord met het willen afleggen van in- en externe verantwoording en, - waarbij transparantie wordt gezien als een teken van zelfvertrouwen en kracht. Gemeenten: modern toezicht met een sterk verantwoordelijkheidsgevoel De VVD wil dat de provincie zich actief opstelt bij in het op orde houden en brengen van het gemeentelijk bestuur. Zeker met het oog op de nieuwe verantwoordelijkheden bij de decentralisaties van Jeugdzorg, Participatiewet en WMO. Samenwerking tussen gemeenten wordt niet van de hand gewezen. Effectieve democratische controle en rechtstreekse politieke aansturing vanuit een gemeenteraad verdwijnen echter uit het zicht als een gemeente zich vanuit een te kleine omvang moet uitleveren aan allerlei gemeenschappelijke regelingen. Zo zijn zorgaanbieders en zorgverzekeraars zijn vaak veel groter dan gemeenten. Hierbij ontstaat de paradox dat om kleinschalige zorg te regelen een grote en logge nieuwe organisatie wordt opgezet. Dit gaat ten koste van de lokale democratie en financiële zelfstandigheid. De VVD wil dat de provincie deze ontwikkeling nauwlettend in de gaten houdt en waar nodig actief bijstuurt wanneer schaalvergroting en opschaling onontkoombaar zijn. Gesprekken over gemeentelijke herindeling zijn dan logisch. Dit betekent ook dat de VVD vindt dat de provincie moet ingrijpen wanneer de indruk bestaat dat samenwerkingsverbanden worden aangegaan als schijnoplossing voor een gebrek aan bestuurskracht. Dat geldt evenzeer voor situaties waarbij één gemeente een proces van samenwerking tussen meerdere gemeenten frustreert. De provincie regisseert dit proces dan noodzakelijkerwijs via de Wet algemene regels herindeling. Ook maakt de provincie indien nodig gebruik van haar wettelijke macht om een besluit af te dwingen wanneer besluitvorming tussen gemeenten vastloopt; zeker waar dit noodzakelijk is om projecten bijvoorbeeld bij de aanleg van wegen- te versnellen.
18