1
Verkiezingsprogramma 2006-2010
VVD Afdeling Woensdrecht
VastberadenVoortvarend Doelgericht Het kan altijd beter is niet genoeg. Het moet altijd beter.
1 Verkiezingen 2006 VVD Woensdrecht
2
Nr: 0 1 1.1 1.2 1.3
1.4 1.5 1.6
Inhoud Ten geleide Voorwoord Algemeen bestuur en Veiligheid
Pagina 3 3 4
Politieke cultuur Bestuur Communicatie, dienstverlening en ICT 1.3.1. intern 1.3.2. extern Deregulering en vermindering van bureaucratie Personeel en organisatie Openbare orde en veiligheid 1.6.1. Politie 1.6.2 Brandweer, rampenbestrijding
2
Verkeer en vervoer
2.0 2.1 2.2 2.3 2.4
Inleiding Algemeen Infrastructuur Openbaar vervoer Fietsverkeer
7
3
Economische zaken
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Algemeen Industrie Midden- en kleinbedrijf Toerisme en recreatie Agrarische sector
4
Onderwijs
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
Inleiding Algemeen Primair onderwijs Voortgezet- en Beroepsonderwijs Volwasseneneducatie Zorg en kansen
5
Cultuur, sport, groen en media
5.1 5.2 5.3 5.4
Cultuur Sport Groen Media
6
Sociale voorzieningen, maatschappelijke aangelegenheden en volksgezondheid
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9
Sociale voorzieningen Kinderopvang Jongeren Starters Senioren Gehandicapten Integratie Gezondheidszorg Vrijwilligers
9
11
7
Milieu, leefomgeving en water
7.1 7.2 7.3 7.4
Inleiding Milieu Leefomgeving Water
8.
Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
8.0 8.1 8.2
Inleiding Bedrijvigheid Wonen
2 Verkiezingen 2006 VVD Woensdrecht
13
15
18
20
3
8.3 8.4 8.5 8.6 8.7
Bereikbaarheid Natuur, recreatie en milieu Beleid, procedures en dienstverlening Ruimtelijke vernieuwing Grondbeleid
9
Financiën
23
3 Verkiezingen 2006 VVD Woensdrecht
4 Ten geleide Op weg naar de verkiezingen gemeenteraad 2006 Op 8 maart 2006 zijn er reguliere gemeenteraadsverkiezingen. In de aanloop daarvan heeft de VVD-afdeling Woensdrecht haar verkiezingsprogramma opgesteld. Dit programma probeert een beeld te geven van de ideeën die de VVD afdeling Woensdrecht voor ogen heeft voor de korte en langere termijn. Met name de ontluiking van het besef dat Woensdrecht topografisch zeer strategisch gelokaliseerd ligt is binnen de VVD geledingen niet onopgemerkt gebleven. Sport, cultuur, maatschappelijk welzijn en economie zijn vaste bouwstenen die stabiel op elkaar gestapeld dienen te worden om een optimale samenleving te bewerkstelligen. In het bijzonder de fraaie natuur met daaraan recreatieve zaken gekoppeld heeft mede bijgedragen in een nieuwe verfrissende VVD kijk op lokale zaken. De verwachtingen voor onze gemeente op langere termijn zijn omschreven in de zogenaamde “strategische visie”. 0
Voorwoord
De gemeente vormt het openbaar bestuur dat het dichtst bij de burger staat. Met name deze stelling is afgelopen periode veel te horen geweest. Er aan gekoppeld was de vraag of de politiek dichter bij de burger gebracht zou kunnen worden. Immers met de komst van het dualisme was er een belangrijkere taak voor de gemeenteraad weggelegd. De raadsleden moesten zich meer tussen en onder de bevolking begeven om meer gevoel te krijgen van wat er zich afspeelt in onze woonkernen. Gezegd mag worden dat het dualisme nog niet heeft gebracht van wat er verwacht wordt. Namelijk de politiek dichter bij de burger brengen. Wij van de VVD vinden dat de politiek en de burger de afgelopen periode verder uit elkaar zijn gegroeid. Het dualisme zit raads- en burgerleden alsmede het college nog niet in de vingers. Doch wij zijn de mening toegedaan dat de komende vier jaar van doorslaggevende aard zijn om het politieke proces beter vertaalbaar naar de inwoners van onze gemeente te brengen. We zullen duidelijk moeten maken dat een liberaal gemeentelijk beleid meer voorwaardenscheppend zal zijn dan regelgevend. Voor een goede gemeentelijke gang van zaken is het dragen van eigen verantwoordelijkheid van onze inwoners meer dan nodig. Onze samenleving is voortdurend aan verandering onderhevig. Binnen dit spectrum wil de VVD de vormgeving van het gemeentelijk beleid en de uitvoering ervan in nauw overleg met alle andere betrokken organisaties en burgers tot stand brengen. Elke raadsperiode heeft zo zijn eigen hoofdpunten. Waren dat vier jaar geleden de invoering van het dualisme en betere informatievoorziening dan zijn dat nu de ontwikkeling van een goede infrastructuur voor de noodzakelijk doorstroming van alle verkeer en de realisatie van schone technisch hoogwaardige industrie. Daarnaast zullen wij geen kans onbenut laten om recreatieve initiatieven te ondersteunen. Het doel daarbij is om een gemeente te scheppen waar economie en maatschappelijk welzijn hand in hand gaan. Dit verkiezingsprogramma geeft de grote lijnen aan, waarvan de VVD denkt dat zij realistisch en uitvoerbaar zijn. Van de VVD vertegenwoordigers wordt verwacht dat zij dit programma loyaal ondersteunen. Daarbij verliezen wij nooit onze basisdoelstellingen uit het oog. Vrijheid, Verantwoordelijkheid, Verdraagzaamheid, Sociale Rechtvaardigheid en Gelijkwaardigheid.
4 Verkiezingen 2006 VVD Woensdrecht
5 1
Algemeen bestuur en Veiligheid
1.1
Politieke cultuur Volksvertegenwoordigers van de VVD weten wat er in de samenleving leeft. Zij staan er met beide benen in en zullen in de eerste plaats richting geven aan het beleid. Het primaat van de politiek behoort immers aan de raad. Het is van groot belang burgers daarbij op de juiste manier te betrekken. Daarnaast vinden wij het van groot belang dat het college van Burgemeester en Wethouders op grote steun van de gemeenteraad moet kunnen rekenen. Daarbij schrijft de raad het raadsprogramma wat door het college gevolgd dient te worden. De VVD is van mening dat hoge eisen moeten worden gesteld aan gemeentebestuurders. Integriteit van het openbaar bestuur staat voor de VVD bovenaan. De VVD bevordert de discussies rondom en de toepassing van gedragscodes binnen de gemeenteraad en het college van Burgemeester en Wethouders. De VVD is voorstander van maatschappelijke nevenfuncties van raadsleden en wethouders, maar stelt daaraan nadrukkelijk de eis dat de integriteit niet in het geding mag komen. De VVD wil op alle manieren bijdragen aan een verbetering en versterking van de lokale democratie. Daarbij schuwen wij geen bestuurlijke verantwoordelijkheid. Een sterk college dat openstaat voor nieuwe ideeën en haar schouders zet onder opgelegde taken is een bestuurlijke laag die wij dagelijks aan het werk willen zien.
1.2
Bestuur Dualisme is voor de VVD een middel om de taken binnen het gemeentebestuur helder te onderscheiden en raadsleden de mogelijkheid te geven zich nog meer te richten op hun volksvertegenwoordigende taak. Dualisme is geen doel op zich en mag geen aanleiding zijn voor het opzetten van een eigen, omvangrijk ambtelijk apparaat en extra bureaucratie tussen gemeenteraad en college van B&W. De gemeente moet maximaal profiteren van alle mogelijkheden die Europa biedt op het gebied van subsidies en wet- en regelgeving.
1.3
Communicatie, dienstverlening en ICT Communicatie door gebruik van elektronische media is voor bijna iedereen beschikbaar en beheersbaar. Het voordeel is dat men te allen tijde in zeer korte tijd mensen op de hoogte kan brengen van nieuwe en bestaande informatie. De VVD vindt dat we het toeganklijk maken van procedureomschrijvingen, wet- en (lokale) regelgeving moeten optimaliseren. Middels communicatie technologie kunnen we ook signaleren en alarmeren. Dat momenteel het internet daarvoor het meest gebruikte medium is staat vast. Het versturen van SMS berichten vinden wij tot de mogelijkheiden behoren om burgers te informeren en, niet onbelangrijk, alarmeren.
1.3.1.
Intern Veel gemeenten bedienen zich voor hun eigen functioneren al van geautomatiseerde systemen. Door middel van datacommunicatie worden deze steeds meer geïntegreerd. Dat maakt het mogelijk om gebruik te maken van basis-databestanden die voor de gehele organisatie beschikbaar zijn. Het kunnen raadplegen van actuele bestanden bevordert een snelle identificatie en draagt bij aan snelle dienstverlening en fraudebestrijding. Het beheer van deze data moet onberispelijk worden uitgevoerd. Vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid moeten gewaarborgd zijn.
1.3..2.
Extern Communicatie vanuit de gemeente met de burgers is van groot belang. Door middel van ICT-toepassingen moet de dienstverlening aan de burger worden gecontinueerd.Voor de uitwisseling van basisgegevens moet de gemeentelijke organisatie een adequate netwerkinfrastructuur ter beschikking hebben. Koppeling met andere gemeentelijke netwerken dient mogelijk te zijn. Het nodeloos dubbel opvragen van gegevens wordt voorkomen. Ook fraudebestrijding kan daarbij worden vergemakkelijkt. De gemeente ontmoet de burger als klant. Daarbij moet de ICT leiden tot efficiëntere verlening van diensten. Een en ander kan worden samengevat in het begrip ‘één loketbenadering’, wat kan worden aangevuld met het zogenoemde digitale of virtuele loket. Volgens de VVD dienen onze inwoners in de gelegenheid te worden gesteld om rechtstreeks met de raadsleden en college van Burgemeester en Wethouders via de elektronische snelweg informatie te kunnen uitwisselen. De gemeente moet streven naar een interactieve website die voor iedereen toegankelijk is. De organisatie van de gemeente wordt zo ingericht dat de website up to date gehouden wordt.
5 Verkiezingen 2006 VVD Woensdrecht
6 1.4
Deregulering en vermindering van bureaucratie Bij nieuwe initiatieven bestaat een kans dat eerst gekeken waarom iets niet kan. Deze 'nee-cultuur' moet worden vermeden. De VVD geeft aan vermindering van de bureaucratie absolute prioriteit. De realisering daarvan door het gemeentebestuur moet inzichtelijk en afrekenbaar worden gemaakt. Één collegelid heeft de coördinatie hiervan. Regels en procedures die lokaal tot stand komen, dienen uitvoerbaar en handhaafbaar te zijn. Als liberale partij waakt de VVD over handhaving van een zo groot mogelijke vrijheid voor de burger. De VVD vindt daarom dat de gemeenteraad terughoudend dient te zijn in zijn verordenende ijver.
1.5
Personeel en organisatie De VVD is voorstander van een slank, daadkrachtig, flexibel en integer ambtelijk apparaat. De VVD zal voortdurend, en niet alleen wanneer er bezuinigd moet worden, de omvang van het ambtelijk apparaat kritisch bezien. De gemeente moet een monopolie met betrekking tot haar dienstverlening hebben. De gemeente moet geen taken uitvoeren die even goed of beter door derden uitgevoerd kunnen worden. De gemeente dient zo veel mogelijk werk uit te besteden aan de markt. Bij deze doelstelling hoort een ambtenaar nieuwe stijl. De ambtenaar van de toekomst is een goed opgeleid persoon die op de juiste wijze kan delegeren en werk kan uitbesteden. Tevens moet deze ambtenaar het marktgevoel hebben. Daar moet een marktconforme beloning tegenover staan zodat er geen overloop naar de markt plaatsvindt. De gemeente behoudt dan de regie en continuïteit van de expertise. Deze handelswijze leidt tot een verbeterd product en meer de kostenbeheersing.
1.6
Openbare orde en veiligheid De belangrijkste kerntaak van de overheid is het waarborgen van de veiligheid van haar burgers. Aan de burgemeester is hierbij een belangrijke rol toegedeeld. De VVD is van oordeel dat de veiligheid van iedere portefeuille deel moet uitmaken om te komen tot een integrale aanpak van de veiligheidszorg. De gemeente zal richting alle andere partners in de veiligheidsketen de regiefunctie moeten nemen en invullen. Die integrale aanpak levert lokaal leiderschap op.
1.6.1 Politie De VVD is voorstander van een harde aanpak van diegenen, die de veiligheid en de openbare orde verstoren. Ten aanzien van (jeugdige) veelplegers, winkelcriminaliteit en overlast van hangjongeren is respect en tolerantie niet op zijn plaats. Naast beteugeling is natuurlijk ook preventie van groot belang, waarbij de VVD denkt aan de rol van jeugdzorg, het jeugdbeleid, de verslavingszorg en het onderwijs. Het zijn juist deze instanties die de vaardigheden hebben om met de genoemde doelgroepen te communiceren. De inzet van wijkagenten, surveillanten, vrijwillige politie, toezichthouders, milieu-inspecteurs geschiedt op basis van een overeengekomen integraal handhavingsbeleid. Effectiviteit van de politie moet worden verbeterd. De VVD denkt daarbij aan zaken als solosurveillance, directe administratieve afhandeling door de agent via bijvoorbeeld een laptop waardoor hij minder tijd kwijt is op het bureau en het inzetten van leidinggevenden in reguliere politiewerk. De VVD wil een versterking van de invloed van de gemeenteraad op het optreden en de prioriteiten van de politie. Lokale volksvertegenwoordigers hebben immers het beste zicht op het daadwerkelijke resultaat op straat! Afschaffen van de landelijk gedicteerde prestatiecontracten kan hiertoe een middel zijn. Gezamenlijk optreden van bestuurlijke en justitiële handhaving biedt een effectieve aanpak van gesignaleerde problemen van diverse soorten overlast. In het kader van “ veilig ondernemen” zouden wij graag ten minste een veiligheidsproject opgezet willen zien. De gemeente kan zich door het Regionaal Platvorm Criminaliteitsbeheersing (RPC) laten adviseren over aanpak, taak en rolverdeling en subsidiemogelijkheden. Bij evenementen is de organisatie verantwoordelijk voor de handhaving van de orde binnen het gebied waar het evenement wordt gehouden, daarbuiten de politie. De VVD vindt dat de gemeente en organisatie duidelijke afspraken over de kosten van het politieoptreden moeten maken. Met name in onze gemeente is dialoog en samenwerking met onze Belgische buurgemeenten belangrijk. Voor grensoverschrijdende activiteiten moeten beide organisaties internationaal samenwerken. Jaarlijks worden de prioriteiten van de inzet van de politie in de gemeente besproken en vastgesteld. Met name het werken via een projectmatige aanpak verdient de voorkeur opdat de resultaten ook duidelijk herkenbaar zijn.
6 Verkiezingen 2006 VVD Woensdrecht
7 1.6.2 Brandweer, rampenbestrijding Een zorgvuldige risicoanalyse moet de basis zijn van het veiligheidsbeleid ten aanzien van brandweerzorg en rampenbestrijding. De vergunningverlening moet daar vervolgens op worden afgestemd. De veiligheid van de burger staat daarbij altijd voorop. De eigen verantwoordelijkheid en gezond verstand van burgers en ondernemers blijft evenwel een vereiste. Bij nalatigheid moet er daadwerkelijk worden opgetreden. Bij het opstellen van veiligheidsregels moet de uitvoerbaard ervan blijvend worden geëvalueerd. Goede communicatie naar de doelgroep over het hoe en waarom van de regels is van onmisbaar belang om draagvlak te bewerkstelligen. De inzet van vrijwilligers bij de brandweer is een onmisbaar element. Versterking van de regionale structuren, met behoud van de lokale autonomie, ten behoeve van de versterking van de kwaliteit van de brandweerzorg moet verder doorgezet worden. Ook grensoverschrijdend. Het aantal uitrukposten lijkt ons momenteel te hoog. Onderzoek naar de handhaving van het aantal lijkt ons gewenst. Daarbij moet niet alleen gekeken worden of een post op tijd bemand kan worden maar ook naar aanrijdtijden. De VVD vindt dat er een oefenprogramma moet worden opgesteld. De frequentie van deze oefeningen dient mede door de dagelijkse leiding vastgesteld te worden. Dit om de veiligheidszorg en efficiency te vergroten.
7 Verkiezingen 2006 VVD Woensdrecht
8 2
Verkeer en vervoer
2.0
Inleiding De steeds toenemende mobiliteit van mensen is een gegeven. Slechts door een integraal pakket maatregelen kan deze mobiliteit in goede banen worden geleid. Er dient gerichte aandacht te zijn voor de verkeersveiligheid. Het aantal verkeersslachtoffers dient te worden teruggebracht door het aanpakken van infrastructureel gevaarlijke situaties. Daarnaast dienen verkeersdeelnemers aangesproken te worden op het gedrag in het verkeer. Onder meer met het onderwijsveld en politie/justitie dienen daartoe goede afspraken te worden gemaakt. Handhaving is daarbij overigens slechts een middel en zo veel mogelijk een doel. Het verkeer- en vervoersbeleid is onlosmakelijk met het ruimtelijk beleid verbonden. Bij de ruimtelijke planning moeten infrastructurele consequenties direct in beeld gebracht worden. De VVD vindt bestuurlijke afstemming tussen deze twee beleidsterreinen essentieel. De VVD kiest voor een goede aanpak van de bestaande infrastructuur, een spoedige aanleg van de randweg en waar mogelijk stimulering van het openbaar vervoer. Deze gerichte aanpak zal bereikbaarheid van gebieden met economische functies bevorderen. De VVD vindt dat de auto in onze omgeving een onmisbaar element is bij gebrek aan reële alternatieven. In de winkelgebieden dienen voldoende parkeer mogelijkheden te zijn. De herinrichting van de Raadhuisstraat in de kern Hoogerheide moet gepaard gaan met een optimaal parkeerbeleid. Wanneer er een volwaardige voorzieningenkern wordt gerealiseerd moet er tevens voldoende parkeergelegenheid zijn. Verkeer- en veiligheidsbeleid kent de uitgangspunten; -
Terugdringen verkeersslachtoffers Betere mobiliteit in samenhang met minder verkeersremmende maatregelen Verbetering van fietsvoorzieningen, met namen in kwantiteit Frequenter openbaar vervoer Goede bereikbaarheid van bedrijventerreinen en woonkernen Zoveel mogelijk uitvoering geven aan het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan
De VVD ziet uit het oogpunt van veiligheid een 30 kilometerzone binnen de woonwijken als vanzelfsprekend.Daarentegen vindt de VVD dat aan de wijkontsluitingswegen geen andere snelheidsbeperking mag worden opgelegd dan de wettelijke 50 kilometer per uur. Voor de aan- en afvoerwegen naar onze gemeente is een snelheidsbeperking tot 80 kilometer voldoende. Handhaving van deze snelheidslimieten is onvermijdelijk. Voor VVD staat het niet onomstotelijk vast dat het aanleggen van verkeersdrempels en chicanes tot meer veiligheid leidt. Wel tot minder mobiliteit. Met het uitvoeren van groot wegenonderhoud wil de VVD vooral op de wijkontsluiting- en doorgaande wegen deze drempels en chicanes verwijderd zien. Bij het realiseren van grote infrastructurele voorzieningen zijn PPS-constructies (publieke-private samenwerking) mogelijk met inachtneming van ieders verantwoordelijkheden en bevoegdheden. De regierol van de overheid staat daarbij niet ter discussie. Vooral nu er kansen liggen voor het inrichten van een industrieterrein waar grootschalig schoon- en hoogtechnische productie gaat plaatsvinden moet verkeersdoorstroming hoge prioriteit kennen. 2.1
Algemeen Bij de planning van locaties voor woningen, bedrijven, kantoren en recreatieve voorzieningen dient de bereikbaarheid als een belangrijk afwegingscriterium te gelden. Gelet op de schaarse ruimte meent de VVD dat het ondergronds parkeren van de auto als een van de uitgangspunten van beleid gehanteerd mag worden. De auto wordt bij gebrek aan reële alternatieven als onmisbaar vervoersmiddel beschouwd in met name de dunbevolkte gebieden.
2.2
Infrastructuur De kwaliteit en de beschikbaarheid van infrastructuur is een randvoorwaarde voor een goed verkeer- en vervoersbeleid. Het huidige beleid dient onverminderd voortgezet te worden. Er zijn een aantal randvoorwaarden, zoals veiligheid, voorkomen van achteruitgang van het wegdek, enz. die moeten worden gerespecteerd, maar wij zijn er voorstander van de lat voor wat betreft het kwaliteitsniveau niet hoger te leggen dan noodzakelijk is. Hier moet worden gestreefd naar een optimum van prijs en kwaliteit. De Oostelijk randweg moet met grote spoed worden aangelegd, waarna bedrijvigheid kan worden opgevangen op een daarop aansluitend bedrijventerrein “De Kooi”. Met andere overheden worden meerjarige afspraken gemaakt over investeringen in verbindende infrastructuur. De infrastructuur wordt ingedeeld in categorieën, waaraan kwaliteitseisen worden verbonden, die de verkeersveiligheid en de doorstroming waarborgen. Wij stellen hier veel belang bij. Mede om de aanrijdtijden van hulpdiensten zo kort mogelijk te houden. In woonstraten binnen woonwijken geldt een 30 km-regime. Een goede fysieke inrichting is daarvoor de basis. Wegen aan de rand van de kernen die een ontsluitende functie hebben dienen ontdaan te worden van verkeersdrempels. Ook buiten de bebouwde kom moet kritisch omgegaan worden moet het wegleggen van verkeersdrempel en andere onnodige verkeersremmende maatregelen. De VVD meent dat onze inwoners veelal zijn aangewezen op de auto en vindt dat de mobiliteit niet te veel mag worden aangetast.
8 Verkiezingen 2006 VVD Woensdrecht
9 2.3
Openbaar vervoer De VVD vindt dat het betaalgemak in het openbaar vervoer door nieuwe technische ontwikkelingen geoptimaliseerd moet worden. Halte- en overstapplaatsen dienen ingericht te worden op basis van de wensen van de gebruikers. Bij deze plaatsen moeten stallingmogelijkheden voor (brom-)fiets, maar ook auto's aanwezig zijn. Goede verlichting als onderdeel van de sociale veiligheid bij de haltes is een absolute randvoorwaarde. Collectief aanvullend vervoer dient te worden gestimuleerd. Wij denken hier aan het inzetten van een buurtbus. Integratie van openbaar vervoer en ander vervoer biedt goede mogelijkheden tegemoet te komen aan de vraag van de gebruiker. De diverse vervoersystemen dienen toegankelijk te zijn voor ouderen en gehandicapten. Hierdoor wordt ook de integratie van de verschillende doelgroepen bevorderd.
2.4
Fietsverkeer Fietspaden dienen duidelijk gemarkeerd en waar mogelijk vrijliggend te zijn. Een fijnmazig fietspadnet met duidelijke bewegwijzering is noodzakelijk. Mede gezien op het recreatief toeristisch aspect wat wij er aan toedichten. Goede en veilige fietsverbindingen rondom scholen is uitgangspunt van beleid.
9 Verkiezingen 2006 VVD Woensdrecht
10 3
Economische zaken
3.1
Algemeen De VVD vindt dat gezond lokaal economisch beleid gestoeld dient te zijn op samenwerking en gestructureerd overleg tussen en met gemeenten, het bedrijfsleven en relevante organisaties. Gemeenten streven een aantrekkelijk en activerend productie- en investeringsmilieu na, met als doel de werkgelegenheid te bevorderen. Acquisitie kan vaak beter regionaal dan lokaal worden aangepakt. Met name het binnenhalen van schone industrie is een opdracht van hoogste prioriteit. De VVD vindt dat oude bedrijfsterreinen, indien nodig, gerevitaliseerd moeten worden. De VVD is voorstander van parkmanagement overeenkomsten, waarbij gemeenten en bedrijfsleven gezamenlijk verantwoordelijk worden voor de voorzieningen op en openbare inrichting van de bedrijfsterreinen. De VVD vindt dat de gemeenten naast een goed economisch beleid ook een doeltreffend arbeidsmarktbeleid moeten voeren. Een goede afstemming tussen beide beleidsvelden is onontbeerlijk.
3.2
Industrie De industrie binnen onze gemeente voorziet in een grote werkgelegenheid voor onze inwoners. De kans dat de vraag naar bedrijfsterrein toeneemt is aanwezig Dit komt door de beperkingen die onze gemeente vanuit het provinciehuis krijgt opgelegd. Maintenance Valley We hebben hoge verwachtingen van het tot stand komen van een industrieterrein waar schone-en technisch hoogwaardige producten worden gefabriceerd. De meest recente ontwikkelingen inzake Maintenance Valley geven dit aan. De komst van deze industrie zone zal de vraag naar toeleveringsbedrijven opvoeren. Maintenance Valley is goed voor 23.000 manjaren werk en een omzet van ruim zeven miljard euro. De vliegtuigindustrie zal hier een enorme impuls krijgen in de onderhoudssector. Woensdrecht moet alles in het werk stellen op het binnenhalen van het onderhoudscentrum. Vliegbasis Woensdrecht wordt gebruikt voor het opleiden van piloten en onderhoud van militaire en civiele vliegtuigen. Daardoor zijn de mogelijkheden voor een onderhoudscentrum voor de JSF en de daaraan gerelateerde bedrijvigheid op en rond de vliegbasis groot. Er moet inzicht komen in de ruimtelijke en milieutechnische situatie, de ruimtebehoefte van Maintenance Valley en een overzicht van de benodigde vrijstellingen en vergunningen. Dit is onvermijdelijk om voortvarend aan de slag te kunnen.
Met de vestiging van naar schatting vijfduizend meest hoog opgeleide personeelsleden in Brabant en Zeeland en een samenwerking met ROC’s en hogescholen.. Regionaal zetten we onze gemeente nog verder op de kaart. Uitbreiding van de huidige bedrijven, de komst van nieuwe bedrijven en de herinrichting van bestaande terreinen zal onze hoogste aandacht hebben. Daarbij moet de herinrichting elementair bedoeld zijn voor bedrijfsruimte en daarom vinden wij ook dat woonruimte een ondergeschikt belang heeft. Alleen dan wordt het bedrijventerrein optimaal benut. Met name de verdelingen van en de behoefte aan ruimte op het industrieterrein zal kritisch onder de loep genomen moeten worden. Hierbij streven wij een goede verdeling van de ons beschikbare bedrijfsruimte na. Wanneer er meer behoefte aan ruimte is en de infrastructuur laat dit toe dan moet onderling ruilen van bedrijfskavels mogelijk zijn. De opvulling van onze terreinen zien wij graag benut door een gevarieerd aanbod van kleinschalige industrie. De komt ook de gevarieerdheid van beroepen ten goede. De aanleg van breedband- infrastructuur moet worden meegenomen bij aanleg van nieuwe terreinen en bij bestaande terreinen zullen ten minste loze leidingen worden aangelegd om de aanlag van glasvezelkabel mogelijk te maken. De werkgelegenheid scheppende industrie en arbeidsmarkt vormen een verbindende schakel met het voorbereidend beroepsonderwijs binnen onze gemeentegrens. Wanneer er toevloeiing van arbeidskrachten van buiten de regio gewenst is moet dit zonder meer kunnen om het behoud van het bedrijf veilig te stellen. 3.3
Midden- en kleinbedrijf Het midden- en kleinbedrijf is een zeer belangrijke motor voor de werkgelegenheid. Het beleid dat de verschillende overheden voeren ten aanzien van het midden- en kleinbedrijf dient goed op elkaar afgestemd te worden. De gemeente moet daartoe zonodig zelf initiatieven ontplooien. De VVD is van oordeel dat diverse gemeentelijke instrumenten en regelingen stelselmatig op hun waarde moeten worden getoetst en gestroomlijnd moeten worden. De gemeente zal trachten de voorwaarden te scheppen waaronder bedrijven onderling tot afstemming en wellicht tot afspraken komen die op de langere termijn een gezond en evenwichtig economisch klimaat waarborgen. Het doel dient een zo breed mogelijk verzorgingsaanbod voor de klant te zijn. Met name in gebieden waar dit in economisch en infrastructureel opzicht mogelijk is. Dit uitgangspunt schept voor de ondernemers een goede en gezonde basis waarop bedrijfseconomische pijlers gebouwd moeten worden. De detaillist zal met inventiviteit en gezonde ondernemersgeest de dreiging van het grootwinkelbedrijf het hoofd moeten bieden. Echter een evenwichtige samenhang tussen grootwinkelbedrijf en detailhandel kan en moet leiden in een optimaal winkelaanbod dat de ondernemers en consumenten geeft wat ze er van verwacht. De VVD ziet graag dat het college zeer nauwe banden onderhoudt met alle betrokken partijen waarbij het om het economisch welzijn gaat.
10 Verkiezingen 2006 VVD Woensdrecht
11 Volgens de VVD moet het gemeentelijk beleid ten aanzien van vergunningen en heffingen voorspelbaar zijn, dus helder, consistent en consequent. Ten aanzien van heffingen dient voor de partners in het midden- en kleinbedrijf het verband tussen kosten en baten duidelijk te zijn. Er dient inzicht gegeven te worden in de samenstelling van het tarief, dat overigens kostendekkend moet zijn. Er moeten geen betuttelende regels, inzake reclame- en verkoopbevorderende activiteiten gemaakt worden, die een remmend economisch karakter hebben. De winkelsluitingswet zou zo ruim mogelijk geïnterpreteerd moeten worden al spreekt de VVD de wens uit dat de gezamenlijke detaillisten een evenwichtig openingen sluitingstijden na zullen streven. In die zin zal het gemeentebestuur alles in het werk moeten stellen om de belangenverenigingen te ondersteunen in hun drang naar het creëren van een zo breed mogelijk draagvlak binnen hun geledingen. Het sleutelwoord is hierbij “samenwerken”. Een gezonde samenwerking tussen gemeente en onze economische partners schept de beste kansen voor een gezond bedrijfsleven. De continuïteit van het aanbod ervan is voor de VVD een zeer belangrijk criterium. Concreet betekent dit dat de VVD er naar streeft om aantrekkelijke en economisch gezonde winkelgebieden te creëren waarin primaire en secundaire behoeften moeten worden voorzien. Tevens moet in een aantal winkelgebieden een mix van behoeftevoorziening en recreatie tot stand komen. De VVD is van mening dat de minder bevolkte gebieden in dit opzicht minder kans maken op een gevarieerd winkelaanbod. Immers er moet voor de ondernemer voldoende kans van slagen zijn om te overleven. De bewoners van deze gebieden zullen zijn aangewezen op de expliciete winkel arealen binnen onze gemeente. Daarbij is de kern Putte de uitzondering die de regel bevestigt. De kern heeft een aantrekkingskracht op bezoekers uit de regio Nederland en België. Hier staat de VVD en sterk winkelaanbod voor ogen waar recreatief winkelen (shopping goods) de hoofdzaak vormt. De gemeente dient alles in het werk te stellen om de infrastructuur zo aantrekkelijk mogelijk te maken. De gemeente moet erkennen dat de zondag openingsstelling voor Putte van ongekend economisch belang is en blijft. Bestemmingsplannen t.a.v. winkel-, kantoren-, horeca- en andere bedrijfsconcentraties moeten flexibel zijn, zodat bij veranderende omstandigheden leegstand wordt voorkomen. De gemeente dient een stimulerend beleid te voeren om starters aan ruimte te helpen daarnaast moet de gemeente haar detailhandelsbeleid grondig evalueren. 3.4
Toerisme en recreatie Vanwege de grote concurrentie met het buitenland, de goedkope vliegreizen en de hogere kwaliteitseisen van de consument zal in de toeristische sector aanzienlijk geïnvesteerd moeten worden, met name in kwaliteitsverbetering en seizoensverlenging. De VVD vindt dat groei noodzakelijk is, maar dan wel met behoud van de kwaliteit van de ruimtelijke inpassing. De VVD is voorstander van recreatief medegebruik van natuurgebieden. Promotie van het toeristische product kan beter in regionaal verband worden opgepakt. De meeropbrengst van toeristenbelasting moet voornamelijk geïnvesteerd worden in het toeristisch-recreatieve product. Toerisme en recreatie zijn sectoren met grote economische mogelijkheden. Groei is mogelijk indien daarbij een evenwicht gevonden kan worden tussen kwaliteitsverbetering en handhaving van natuur en groen. In onze gemeente en de direct daarop aansluitende omgeving zijn vele fraaie gebieden te traceren met een hoge natuur en / of landschappelijke waarde. De VVD vindt en constateert dat het een en ander steeds verder ontsloten wordt. Recreatief zien wij het belang hiervan steeds meer in. De gebieden worden steeds meer aangedaan door toeristen die veelal “dagjes mensen” uit naburige gemeenten zijn. De VVD vindt dat de aantrekkelijkheid van toeristische verblijfplaatsen wordt bevorderd. Dit punt dient altijd prioriteit te hebben. Naast de omgeving speelt de aantrekkelijkheid van de kernen, als verblijfsplaats, een zeer belangrijke rol. Het verblijf binnen de kernen moet voor de toeristen aantrekkelijker gemaakt worden. Wij menen dat op dat gebied onze gemeente te weinig te bieden heeft en willen kernen van dorpen ombouwen in verblijfskernen. Het openbaar vervoer moet beter worden afgestemd op de behoefte aan bereikbaarheid van toeristische recreatieve voorzieningen zoals het Grenspark. De ondernemers en gemeente moeten zoveel mogelijk samen zoeken naar activiteiten die een recreatieve regionale uitstraling hebben. De grote sportevenementen dienen nog meer gepromoot te worden. Het stimuleren van ideeën die realiseren op grote sportieve evenementen dient te worden opgevoerd. Uitgangspunt is dat de markt bepaald en de gemeente faciliteert.
3.5
Agrarische sector De land- en tuinbouwsector is een van de belangrijkste economische dragers van ons landelijk gebied. De VVD vindt dat onze gemeente bij de vaststelling van met name bestemmingsplannen van het buitengebied rekening moet houden met de huidige ontwikkelingen. Dus voldoende mogelijkheden voor bedrijfsbebouwing, maar ook voor functiewijziging van gebouwen, zodat het platteland leefbaar blijft. De nieuwe nota Vitaal Platteland biedt diverse mogelijkheden om Nieuwe Economische Dragers in het buitengebied toe te staan, zonder dat deze afbreuk doen aan kwaliteit van de landschappelijke inpassing en zonder dat deze een belasting zijn voor natuur en milieu. De woonfunctie in het buitengebied mag geen belemmering zijn voor de normale agrarische bedrijfsvoering. De milieuwetgeving moet op dit punt worden aangepast. Daarbij verdienen ook nieuwe vormen van natuur- en landschapsbeheer nadrukkelijk de aandacht.
11 Verkiezingen 2006 VVD Woensdrecht
12 4
Onderwijs
4.1
Inleiding Onderwijs/scholing is een van de belangrijkste pijlers, waarop de ontwikkeling van jonge mensen tot zelfstandige, mondige burgers berust. Met als resultaat dat zij als volwaardige en gelijkwaardige leden kunnen deelnemen aan onze complexe samenleving. Ook jeugd- en arbeidsmarktbeleid spelen hierbij een belangrijke rol. Hoewel opvoeding in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van de ouders is, horen ook normen en waarden aandacht te krijgen binnen het onderwijs. Het rijk heeft veel taken gedecentraliseerd. Als gevolg daarvan heeft de gemeente op het gebied van lokaal onderwijsbeleid een grotere verantwoordelijkheid gekregen. Om aan deze verantwoordelijkheid daadwerkelijk inhoud te geven dient een integraal onderwijsbeleid ontwikkeld te worden. Volgens de VVD heeft de gemeente hierbij de regisserende rol. De verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van inhoudelijke plannen en de uitvoering er van liggen bij de scholen en betrokken instellingen. De kwaliteit van de schoolgebouwen, met inbegrip van de hygiëne, moet aan de eisen van de tijd voldoen. Ouders en verzorgers zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor opvoeding en gedrag van hun kinderen. Naast het gezin draagt ook het onderwijs bij aan het aanleren van normen en waarden. Doel is om jongeren te helpen zich te ontwikkelen tot verdraagzame mensen met verantwoordelijkheidsbesef. Belangrijk hierbij is dat de Leerplichtwet onverkort gehandhaafd wordt.
4.2
Algemeen De gemeente heeft een initiërende en stimulerende rol wanneer het gaat om samenwerking tussen verschillende schoolbesturen. Gemeente en schoolbesturen zijn wettelijk verplicht via het OOGO (‘op overeenstemming gericht overleg’) een aantal onderwerpen op elkaar af te stemmen. De gemeente kan het initiatief nemen aan dit overlegplatform een bredere invulling te geven. Zo’n breder platform kan van advies dienen aangaande allerhande zaken die met onderwijs en jeugdbeleid te maken hebben. Te denken valt hierbij aan schoolfusies, leerplichtwet, gebouwensituaties, gezamenlijke activiteiten, et cetera. De Wet medezeggenschap onderwijs geeft ouders, leerlingen en personeel de mogelijkheid invloed uit te oefenen op het beleid van het schoolbestuur. Het is aan het schoolbestuur zorg te dragen voor die randvoorwaarden die een maximale invloed van de medezeggenschap op het te voeren beleid mogelijk maken. Ook de komende jaren zal heel veel geld in het onderwijs geïnvesteerd moeten worden. De gemeente is hierbij mede verantwoordelijk. De VVD acht het noodzakelijk dat alle scholen meedenken met de gemeente over toekomstig beleid. Door samenwerking kan ook efficiënter gebruik gemaakt worden van financiële middelen. De VVD gaat uit van de gelijkwaardigheid van mensen en is fel tegenstander van elke vorm van discriminatie. Alle scholen behoren op grond van het vorengaande dan ook toegankelijk te zijn voor kinderen uit andere culturen en of andere gezinten.
4.3
Primair onderwijs Het basisonderwijs moet tot de kernenvoorzieningen gerekend worden. Scholen horen goed bereikbaar te zijn. Door integratie van de school in de wijk worden zowel sociale cohesie als sociale controle bevorderd De primaire bemoeienis van de gemeente zit in het handhaven van de leerplicht, de kwaliteit van de voorzieningen en gedeeltelijke bekostiging in activiteiten en bestrijding van achterstanden bij leerlingen. De VVD is voorstander van de Brede School. Voor de VVD is de keten consultatiebureau, peuterspeelzaal, kinderopvang en basisschool essentieel voor een goed onderwijs- en jeugdbeleid. Een juiste, eenduidige, communicatie methode tussen de verschillende instanties is dan ook een eerste vereiste.
4.4
Voortgezet- en Beroepsonderwijs Het voortgezet onderwijs verruimt de blik van jongeren en bereidt hen voor op de wereld, waarvan zij deel (gaan) uitmaken. In principe moet het voor iedere jongere mogelijk zijn met een startkwalificatie de arbeidsmarkt te betreden. De schaalvergroting in het onderwijs heeft ouders en leerlingen niet louter voordelen opgeleverd. Met name herkenbaarheid en bereikbaarheid hebben hieronder geleden. De VVD pleit voor kleine, herkenbare eenheden binnen de inmiddels gevormde grote schoolvergroting. De VVD denkt hierbij aan de uitbreiding van het VMBO onderwijs met een HAVO leerweg. Hiermee kan het grootste gedeelte van ons schoolgaande jeugd tot de leeftijd van 16-17 jaar binnen de gemeentegrenzen studeren.
12 Verkiezingen 2006 VVD Woensdrecht
13 4.5
Volwasseneneducatie Gelet op het belang van ‘een leven lang leren’ dienen volwasseneneducatie en tweedekansonderwijs met kracht gestimuleerd te worden. Hierdoor worden economische zelfstandigheid en individuele ontplooiing bevorderd. De ROC's en bijvoorbeeld de Volksuniversiteit spelen hierbij een belangrijke rol.
4.6
Zorg en kansen De VVD hecht grote waarde aan het creëren van meer kansen voor kinderen met een onderwijsachterstand, ook wel gemeentelijk onderwijs achterstandenbeleid (GOA) genoemd. Hierbij wordt een geïntegreerde aanpak ontwikkeld voor dit beleidsterrein in directe relatie met jeugdbeleid, welzijn, sport en cultuur. Het accent ligt op de voor- en vroegschoolse educatie en beheersing van de Nederlandse taal. Ook schooluitval, schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten verdienen veel aandacht. ‘Meerkansenbeleid’ is volgens de VVD een betere en positievere benaming. Gehandicapte kinderen dienen zoveel mogelijk gebruik te kunnen maken van regulier onderwijs. Dit komt het samenlevings gevoel ten goede, ook deze kinderen hebben recht op een normale opleiding in hun omgeving met al hun buurtgenootjes voor zover dit mogelijk is. De zorg en diensten die het speciaal onderwijs ontwikkelt, dienen te zijn afgestemd op de vraag en behoefte in het regulier onderwijs. Opheffing van het speciaal onderwijs of van delen hiervan is pas toelaatbaar indien het reguliere onderwijs voor de juiste opvang en begeleiding kan zorgdragen. Gelet op de huidige grootte van de klassen, gemiddeld boven de 20, is het nog lang niet zo ver. Afstemming tussen bedrijfsleven en beroepsonderwijs is noodzakelijk om de toekomstige werknemers beter toe te rusten voor de arbeidsmarkt. Uitwisseling van kennis tussen onderwijs, bedrijfsleven en overheid leidt tot synergie-effecten.
13 Verkiezingen 2006 VVD Woensdrecht
14 5
Cultuur, sport, groen en media
5.1
Cultuur De overheid heeft een taak als hoeder van het cultureel erfgoed. Ons cultureel erfgoed - van boek tot gebouw - dient beschermd te worden en als basis te dienen voor nieuwe generaties, om verder op te bouwen. Ook op het terrein van de monumentenzorg en de openbare bibliotheek heeft de gemeente in aanvulling op rijks- en provinciaal beleid een specifieke taak. De trend van sponsoring door het bedrijfsleven op genoemde terreinen zet zich verder door. Liberalen staan hier positief tegenover, mits de eigen verantwoordelijkheid van de overheid niet uit het oog wordt verloren. De gemeente voert wat de VVD betreft een cultuurbeleid dat gericht is op behoud en beheer van het cultureel erfgoed en het scheppen van een klimaat waarin nieuwe culturele ontwikkelingen gedijen. Initiatieven voor nieuwe vormen van cultuuruitoefening komen bij voorkeur uit de gemeenschap. De gemeente heeft hierin vooral een voorwaardenscheppende rol. Het beleid ten aanzien van stimulering van voorstellingen in Multi Functioneelcentrum Kloosterhof dient te worden gecontinueerd. Kunst moet zoveel mogelijk uit haar (vaak) ivoren toren worden gehaald. Er wordt dan ook meer geïnvesteerd in kunst- en cultuurbeleving in brede zin dan in kunst- en cultuur gericht op aparte groepen. Openbare gebouwen zoals gemeentehuizen en bibliotheken lenen zich vaak goed voor het houden van exposities. Door die locatie keuze wordt kunst dichter bij het publiek gebracht. Reclame voor exposities kan via de internetsite van de gemeente verlopen. De VVD is voorstander van samenwerking tussen de kunstinstellingen en het bedrijfsleven (commerciële sponsoring). Hierbij worden transparante en algemeen aanvaarde spelregels gehanteerd. Denk hierbij ook aan de samenwerking tussen kunstinstellingen en de recreatieve sector welke een cultuurtoeristische meerwaarde opleveren. De VVD vindt dat de gemeente met zorg behoort om te gaan met cultuurschatten uit het verleden. Dat geldt zowel voor monumenten als beschermde dorpsgezichten. De VVD is voorstander van een planmatig breed opgezet monumentenbeleid waar alle diverse soorten monumenten nadrukkelijk onderdeel van uitmaken. Dus zowel rijksmonumenten als provinciale en gemeentelijke monumenten, oudere en jongere monumenten (voor en na 1850), parken en begraafplaatsen, et cetera. Monumenten die de kenmerkende geschiedenis van de gemeente onderstrepen, kunnen volgens de VVD een toeristischrecreatieve en representatieve rol van betekenis vervullen. Zulke monumenten dienen gepromoot te worden. De gemeentelijke internetsite kan daar voor worden gebruikt.
5.2
Sport Door de toenemende vrije tijd is sport de laatste decennia een steeds belangrijker activiteit geworden. De maatschappelijke betekenis van sport en sportbeleid is inmiddels onomstreden. In algemene zin bevordert sport de volksgezondheid, draagt bij aan individuele ontplooiing en is een maatschappelijk bindmiddel (ook tussen allochtonen en autochtonen). Sport levert ook positieve economische effecten, vormt van jongs af aan normen en waarden (‘fair play’), activeert mensen en voorkomt criminaliteit. Deelname aan georganiseerde en niet-georganiseerde sport door jongeren is een onmisbare schakel in het jeugd- en jongerenbeleid. Tevens biedt sport aan het bedrijfsleven en de overheid promotiemogelijkheden (sponsoring). De gemeentelijke website kan worden ingezet om deelname aan sport te stimuleren. Gemeentelijk sportbeleid moet volgens de VVD de voorwaarden scheppen voor een gevarieerd en samenhangend aanbod van lokale sportvoorzieningen en -activiteiten. Er moet aandacht zijn voor sportbeoefening in clubverband als ook voor de individuele sportbeoefening. De gemeente bevordert in de visie van de VVD het zo efficiënt mogelijk exploiteren van voldoende, kwalitatief goede binnen- en buitensportaccommodaties. Particulier initiatief wordt alle ruimte geboden om bij te dragen aan de ontwikkeling van een gevarieerd aanbod aan sportvoorzieningen. De VVD wil dat gemeentelijke sportvoorzieningen van goede kwaliteit zijn. Dit vereist zowel investeringen als goed beheer. Aan de gebruikers (zowel clubs als individueel) van sportvoorzieningen mag een redelijke bijdrage worden gevraagd. Dit kan in de vorm van een geldbedrag maar ook in de vorm van zelfwerkzaamheid. Hierbij is een zorgvuldige benadering nodig om ervoor te zorgen dat iedereen kan sporten. De VVD is er voorstander van dat het beheer van sportaccommodaties ‘op afstand’ wordt gezet: het functionele beheer van sportvelden kan waar mogelijk worden overgedragen aan de bespelende sportclubs, overdekte sportaccommodaties kunnen verzelfstandigd worden, bijvoorbeeld in stichtingsvorm. Sport en sportdeelname bevorderen de sociale integratie. Projecten ten behoeve van doelgroepen als jongeren, ouderen, gehandicapten en allochtonen en de scholierensport vormen volgens de VVD een belangrijke schakel in de algemene sportstimulering. Sportdeelname door jongeren kan door middel van gerichte projecten worden gestimuleerd. Vroegtijdige kennismaking op school met de lokale sportverenigingen is daarvan een goed voorbeeld.
14 Verkiezingen 2006 VVD Woensdrecht
15 Sportdeelname wordt gestimuleerd. Dit kan vorm krijgen door het beschikbaar stellen van middelen voor opleidingen en behoud van sporttechnisch en bestuurlijk kader. Om paracommerciële activiteiten te voorkomen zijn volgens de VVD in clubhuizen en sportkantines alleen activiteiten toelaatbaar die nauw samenhangen met de sportuitoefening. Meer en beter bestuurlijk en sporttechnisch kader is nodig om de vrijwilligers in de sportvereniging bij te staan. Ondersteuning van verenigingen en beperkte professionalisering kunnen de sportvereniging de steun in de rug geven om een sterke samenwerkingspartner te worden van de gemeenten, ook in moeilijke wijken. Investeren in topsportevenementen en talenten is investeren in de naamsbekendheid van onze gemeente. De uitstraling van topkwaliteit kan bedrijven verleiden om zich in de gemeente te vestigen. Topsporters dienen als rolmodellen voor de jeugd en de topclub bindt mensen aan de identiteit van de gemeente/regio. Om de kansen voor schaalvergroting voor met name de veldsporten te optimaliseren achten wij op langere termijn niet onoverkomelijk dat verenigingen de krachten bundelen in organisatorisch en infrastructureel opzicht. 5.3
Groen Groen heeft veel functies. Het vormt zuurstof en fungeert als zon-, wind- en geluidwering. Groen heeft een agrarische functie, is decoratief, is vaak cultuurhistorisch van belang en fungeert veelal als ruimtelijke begrenzing. Gemeenten hebben een taak de kwaliteit van deze omgeving te bevorderen. Een gevarieerde groenvoorziening binnen de gemeente draagt bij aan een aantrekkelijk woon- en werkklimaat. De VVD is voorstander van het effectief en efficiënt ontwikkelen, beheren en onderhouden van openbaar groen, wandelplaatsen, plantsoenen en openbare bossen op een voor de gemeente representatief niveau. Recreatief medegebruik van natuur- en landbouwgronden wordt bevorderd in het besef dat gebruik geen verbruik mag zijn. Het beheer van gemeentelijke openbaar groen wordt waar mogelijk en gewenst op ecologische leest geschoeid. Zogenaamd ‘snipper groen’ moet in de visie van de VVD zoveel mogelijk voorkomen worden. Bij het ontwerp van nieuwe of de herinrichting van bestaande wijken moet daarmee al rekening worden gehouden. De nog aanwezige snippers groen worden waar mogelijk verkocht aan de eigenaren of gebruikers van aangrenzende percelen. De ambtelijke procedure moet daarbij doelmatig en kostenbewust zijn. Spelvoorzieningen (inclusief trapveldjes) voor de jeugd kunnen wat de VVD betreft een plaats krijgen in het gemeentelijke groen. De invulling vindt plaats in overleg met de direct betrokkenen in het bijzonder de jeugd zelf.
5.4
Media Voor liberalen staat de eigen keuze van de burger op mediagebied centraal. Programmaraden moeten daarom het belang van de consumenten (kijkers) dienen. Er dient hierbij een zo breed mogelijk omroeppakket te worden samengesteld. De VVD is voorstander van onafhankelijke redacties en besturen bij kabelkranten en lokale omroepen. Een gemeente heeft met deze media dan ook geen bemoeienis. Wij staan niet onwelwillend tegenover een lokale Woensdrechtse omroep. Deze moet wel kunnen rekenen op voldoende draagvlak. Tevens moet deze omroep financieel onafhankelijk zijn.
15 Verkiezingen 2006 VVD Woensdrecht
16 6
Sociale voorzieningen, maatschappelijke aangelegenheden en volksgezondheid
6.1
Sociale voorzieningen Inkomensbeleid is rijksbeleid. Op grond van de Wet Werk en Bijstand (WWB) zijn gemeenten verantwoordelijk voor het verstrekken van een bijstandsuitkering aan die inwoners, die om uiteenlopende redenen niet in staat zijn een eigen inkomen te verwerven. Aanvullend hierop kan in bepaalde gevallen bijzondere bijstand worden verleend. De beste sociale voorziening is een betaalde baan. 'Sociale zekerheid moet geen vangnet zijn, maar een trampoline'! De VVD vindt dat prestatieafspraken over de uitstroom onderdeel van beleid moeten zijn. De VVD gaat uit van het adagium: “Maak werk van je uitkering”. Mensen met een uitkering moeten veel strenger op hun eigen verantwoordelijkheid worden aangesproken. Uitgangspunt is dat mensen in hun eigen levensonderhoud voorzien. Het opnemen in de WWB van het begrip "algemeen geaccepteerde arbeid aanvaarden" leidt ertoe dat minder leuk werk, tijdelijk werk of werk dat niet aansluit bij de genoten opleiding geen reden meer is om niet aan het werk te gaan. De hoogte van de uitkering wordt afgestemd op het getoonde verantwoordelijkheidsbesef. Kwijtschelding van schulden en schuldsaneringtrajecten kunnen in individuele gevallen deel uitmaken van het aanvullende gemeentelijke minimabeleid. Voor sommige burgers blijft de afstand tot de arbeidsmarkt definitief te groot. Door middel van een beleid voor sociale activering kan voor langdurig werklozen de maatschappelijke participatie worden verhoogd en een sociaal isolement worden doorbroken of voorkomen. Prestatieafspraken en eigenverantwoordelijkheid zijn hierbij sleutelbegrippen. Op dit terrein dienen prestatieafspraken met andere partijen gemaakt te worden. De VVD vindt dat hierbij bovendien een dringend beroep op de eigen verantwoordelijkheid van de betrokken gedaan moet worden. Cliënten hebben recht op heldere informatie over wettelijke en gemeentelijke regels inzake het bijstandsbeleid. Deze informatie dient te zijn afgestemd op het cliëntenbestand. De gemeente voert een actief voorlichtingsbeleid in deze. Fraude en misbruik van de sociale zekerheidvoorzieningen moeten actief door de gemeente worden bestreden onder meer door verificatie van cliëntengegevens via databestanden en door consequent toepassen van sancties. De gemeenteraad beoordeelt op basis van rapportages de effectiviteit en ziet toe op de privacybescherming van de cliënten. Via een cliëntenplatform kan de gemeente gevraagd en ongevraagd contact onderhouden met de doelgroep van het sociaal beleid. Op deze manier kan ook draagvlak worden gecreëerd voor toekomstige beslissingen.
6.2
Kinderopvang In een samenleving waarin arbeidsplaatsen steeds evenwichtiger verdeeld worden tussen mannen en vrouwen, vormt kinderopvang een belangrijke voorziening. Volgens de VVD moet de gemeente een rol spelen bij het oplossen van knelpunten die het moeilijk maken arbeid en zorgtaken te combineren. Kinderopvang omvat een breed scala aan voorzieningen: peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, gastouderopvang, buitenschoolse opvang en, indien vraag en aanbod kunnen worden samengebracht, 24-uurs opvang. Het gemeentelijk aanbod dient in overeenstemming te zijn met de vraag. We moeten onze ogen niet sluiten voor de landelijke trend. Hierbij zal de vraag om 24-uurs opvang gedurende 52 weken per jaar steeds actueler worden. De gemeente is verantwoordelijk voor toezicht en kwaliteit. De gemeente subsidieert alleen nog specifieke doelgroepen. Van de gemeente wordt een actieve rol in het ondernemersklimaat gevraagd door in het bestemmingsplan ruimte te reserveren voor de kinderopvang. De VVD vindt dat de gemeente zich niet alleen op de gesubsidieerde instellingen moet richten. Ook particulier initiatief moet actief ondersteund worden. De kinderopvang maakt onderdeel uit van het integraal lokaal jeugdbeleid.
6.3
Jongeren Ouders en verzorgers zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor opvoeding en gedrag van hun kinderen. Scholen en verenigingen spelen daarbij een aanvullende rol. Initiatieven om ouders te helpen bij hun opvoedingstaak worden gestimuleerd. Met verreweg de meeste jongeren in onze gemeente gaat het goed. Voor sommigen is extra aandacht en begeleiding noodzakelijk en gewenst. Het door de gemeente te ontwikkelen jongerenbeleid heeft betrekking op gezondheid, scholing, veiligheid, sport, cultuur en vrije tijd. Doel van jeugdbeleid is om jongeren te helpen zich te ontwikkelen tot verantwoordelijke en verdraagzame mensen met een begrip van algemeen aanvaarde normen en waarden. Hierbij kan geen sprake zijn van vrijblijvendheid. Ook jongeren dienen zich te houden aan gemaakte afspraken en verplichtingen, zoals o.a.de Leerplichtwet.
16 Verkiezingen 2006 VVD Woensdrecht
17 Met betrekking tot de voor- en vroegschoolse periode is een samenhangende, integrale aanpak van het 0-6-jarigenbeleid essentieel. Voor de VVD is de keten consultatiebureau, peuterspeelzaal en basisschool in combinatie met het gemeentelijk jeugdbeleid een voorwaarde om risicoleerlingen vroegtijdig te signaleren en adequaat door te verwijzen. De gemeente maakt actief gebruik van HALT-projecten om jongeren te confronteren met de gevolgen van de gepleegde strafbare feiten. Met politie en justitie worden meerjarenafspraken gemaakt over de toepassing van HALT-projecten. De gemeente is verantwoordelijk voor een adequate personele bezetting. Dat wil zeggen dat dringend overleg permanent mogelijk moet zijn. Ook jongeren met wie het goed gaat, verdienen onze aandacht. Zij vormen eveneens een belangrijke groep en kunnen via een voorwaardenscheppend beleid gestimuleerd worden in hun verdere ontwikkeling en ontplooiing. Creëer ruimte voor jongeren in de infrastructuur. 6.4
Starters De VVD is voor een evenwichtige verdeling van de bevolking qua leeftijd. Dit betekent dat er voldoende mogelijkheden dienen te zijn om jonge mensen van huisvesting te kunnen voorzien. Op dit moment is het voor deze groep moeilijk om aan een betaalbaar koophuis te komen. Veel ouders schieten hun kinderen te hulp indien zij dit kunnen dragen, echter er zijn ook genoeg mensen die buiten de boot vallen. De VVD wil dat er meer particulier gebouwd kan worden.
6.5
Senioren De senior van nu is niet de bejaarde van 20 jaar geleden. De senior inwoner wil zolang mogelijk zelfstandig in de eigen omgeving blijven wonen. Het gemeentelijk beleid moet er op gericht zijn om de vitaliteit te stimuleren. De VVD stelt de verantwoordelijkheid van ouderen voor zichzelf voorop. Ouderen kunnen worden gestimuleerd tot sporten. De voorzieningen die via Wet Maatschappelijke Ondersteuning voorzien voor dit doel moeten we hiervoor optimaal inzetten. De VVD verliest niet uit het oog dat de grenzen tussen oud en jong zijn vervaagd. Ook onder de senioren zijn er verschillen in levensstijl. Naarmate de afhankelijkheid toeneemt wordt het belang groter van een op maat van die ouderen samengesteld woon- welzijn- zorg pakket. Daarbij is het wenselijk dat alle hiervoor bestemde financiële middelen worden aangewend. Voor inzicht en uitvoering van ouderenbeleid op langere termijn zou een beleidsplan de continuïteit ervan kunnen waarborgen. De gemeente streeft naar de realisatie van een regionaal adequaat woningaanbod en een veilige woonomgeving met voor ouderen bereikbare voorzieningen. Het ouderenbeleid dient gebaseerd te zijn op keuzevrijheid, zelfstandigheid, zelfredzaamheid, medezeggenschap en participatie in het maatschappelijk leven. Het feit dat ouderen inmiddels in toenemende mate gebruik maken van de vele ICT-mogelijkheden speelt hierbij een belangrijke rol. De samenleving veranderd voortdurend en steeds sneller. Ouderen moet de mogelijkheid geboden worden om informatie in te winnen waarbij ze met name de ontwikkelingen op maatschappelijk gebied kunnen volgen. Deze vorm van educatie moet laagdrempelig zijn. De gemeente moet een luisterend oor hebben voor de ouderen. Het ouderenbeleid kan alleen goed tot stand komen wanneer de betrokken maatschappelijke organisatie goed met elkaar en met de gemeente communiceren. Een breder advieskader in de vorm van een seniorenadviesraad is een mogelijkheid om dit doel te bereiken. Naast het in beeld brengen van ouderenbelangen kan ook worden bijgedragen in meer maatschappelijk draagvlak en kwaliteit van de ouderenwensen. Om de zelfstandigheid en onafhankelijkheid van ouderen zo lang mogelijk in stand te houden zet de VVD zich in voor een scheiding van wonen en zorg. Door de instelling van het persoonsgebonden budget kunnen ouderen zelf beslissen waar zij de zorg inkopen, waarvoor zij geïndiceerd zijn. Dit biedt hun in veel gevallen de mogelijkheid langer in hun eigen woonomgeving te blijven. Aanpassen van bestaande woningbouw aan de wensen van de senioren verdient hoge prioriteit. Hierbij wordt voorkomen dat de bewoners om oude vertrouwde woonomgeving moeten verlaten wanneer ze meer zorg nodig hebben. Daarnaast moet de ruimte geboden worden voor nieuwe woonvormen binnen de dorpskern nabij een winkelgebied. De VVD wil investeren in woningbouw voor senioren eventueel nabij verzorgingshuizen die voorzien in hulp zoals verpleegkundige hulp, maaltijden en recreatie. Afstemming met het ruimtelijkeordeningsbeleid is hierbij van belang. In het woningaanbod moet ook nadrukkelijk rekening worden gehouden met de wensen van ouderen. Gemeenten moeten zich, volgens de VVD, richten op aanpasbaar bouwen ofwel levensloopbestendig bouwen. Hiertoe voert de gemeente structureel overleg met de ouderen, woningbouwcorporaties en particuliere aanbieders op de woningmarkt. Openbare gebouwen, recreatie-, sport- en groenvoorzieningen dienen toegankelijk en bruikbaar te zijn voor ouderen. Om alle hulp en ondersteuning te optimaliseren moeten de maatschappelijke organisatie op een vast punt bij de gemeentelijke organisatie toegang krijgen. Dit om snelle communicatieve lijnen te bewerkstelligen. Mobiliteit is een belangrijke voorwaarde voor maatschappelijke en sociale participatie. Naast het eigen vervoer en de voorzieningen via de Wet Maatschappelijk Ondersteuning biedt ook het collectief vraagafhankelijk vervoer mogelijkheden voor ouderen. De wensen van ouderen op dit terrein moeten daadwerkelijk in de gemeentelijke meerjaren beleidsplannen worden meegewogen. Met name om minder mobiele inwoners in onze kernen te ondersteunen wil de VVD het inzetten van een “buurtbus” gerealiseerd zien.
17 Verkiezingen 2006 VVD Woensdrecht
18 6.6
Gehandicapten Mensen met een lichamelijke of geestelijke handicap moeten zo zelfstandig mogelijk kunnen functioneren en actief kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. Het spreekt voor de VVD vanzelf dat gehandicapten(organisaties) vertegenwoordigd zijn in de besturen van instellingen. Door middel van deelname in een cliëntenplatform dienen zij ook betrokken te worden bij de advisering over het gemeentelijk gehandicaptenbeleid. Het persoonsgebonden budget biedt gehandicapten en ouders van gehandicapte kinderen de mogelijkheid zelf bij zorgaanbieders de noodzakelijke zorg in te kopen. De gemeente is ervoor verantwoordelijk dat die keuze-mogelijkheden er ook zijn, waar nodig in samenwerking met regiogemeenten. Openbare gebouwen, recreatie-, sport- en groenvoorzieningen en openbaar vervoer dienen toegankelijk en bruikbaar te zijn voor gehandicapten. Het aanbrengen van liften en andere voor gehandicapten noodzakelijke voorzieningen wordt gestimuleerd. Gezorgd wordt voor veilige doorgangsroutes voor lichamelijk gehandicapten in de gemeente. De gemeente zorgt voor aangepast vervoer, in combinatie met het openbaar vervoer en waar nodig in samenwerking met de regiogemeenten. Het collectief vraagafhankelijk vervoer kan hierbij ook een rol spelen. Het cliëntenplatform heeft op dit terrein een adviserende stem. Bij nieuwbouwwoningen en renovaties van bestaande woningen dient standaard aanpasbaar te worden gebouwd. De gemeente voert hierover structureel overleg met de woningbouwcorporaties.
6.7
Integratie Integratie is een noodzakelijke voorwaarde voor een gezonde samenleving, en is primair een taak van de rijksoverheid. Gemeenten zijn uitvoerend en moeten met hun beleid zorgen dat migranten hun draai vinden in de Nederlandse maatschappij. Gemeenten dragen zorg voor inburgering van nieuw/oudkomers. Van de migranten mag worden verwacht dat zij de kernnormen en de kernwaarden van de Nederlandse samenleving onderschrijven. Deze zijn: de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen, de gelijkwaardigheid van homo's en hetero's, de scheiding van kerk en staat, en de vrijheid van het individu. De Nederlandse overheid en ook de Nederlandse burgers moeten aan de oud- en nieuwkomers duidelijk maken wat de grondregels zijn en waarom ze belangrijk zijn. Liberalen vinden culturele diversiteit een groot goed, maar hieraan zijn grenzen wanneer het belang van het individu of de openbare orde dit vereist. Integratie is pas geslaagd als een migrant, maar ook de oudkomer, goed geïntegreerd is. Dit betekent dat hij/zij actief meedraait in onze samenleving en de Nederlandse taal spreekt, werk heeft, belasting betaalt, stemt en zich houdt aan de Nederlandse wet, kinderen naar school stuurt en loyaliteit voelt aan de Nederlandse staat die hem/haar heeft opgenomen. In praktijk betekent dit aanspreken als Nederlandse burger op de individuele verantwoordelijkheid. Integratie is gelukt wanneer er een grote en actieve participatie plaatsvindt van allochtonen in het vrijwilligerswerk.
6.8
Gezondheidszorg Uitgangspunt is dat ieder mens verantwoordelijk is voor zijn eigen gezondheid. De VVD is van oordeel dat het gemeente beleid voor de eerstelijnsgezondheidszorg moet formuleren en dit beleid regelmatig moet toetsen aan de dan geldende eisen. Patiënten moeten hun eigen artsen en instellingen kunnen kiezen. Hiertoe bevordert de gemeente de totstandkoming van een zo compleet mogelijk aanbod van zorg- en hulpvoorzieningen. Hiertoe werkt de gemeente samen met de provincie en buurgemeenten. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) heeft vanaf 2006 tot doel om de kwaliteit van de zorg en de ondersteuning aan de burgers te verbeteren, zodat iedereen volwaardig aan de samenleving kan deelnemen. De wet omvat de Wet Voorzieningen Gehandicapten, de Welzijnswet en delen van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Hierbij is het voor de gemeente belangrijk om samenhang te brengen in de voorzieningen voor de inwoners. De WMO legt vast op welke terreinen de gemeenten een voorzieningbeleid moeten voeren. De gemeente heeft lokale beleidsvrijheid om invulling te geven aan de voorzieningen, maar wordt verplicht burgers te betrekken bij de invulling en uitvoering, de concrete acties, welke resultaten er mee worden bereikt en hoe de financiering is geregeld. De gemeente heeft een regierol. Uit het oogpunt van preventie is de gemeente medeverantwoordelijk voor goede en doelmatige voorlichting ter bevordering van een gezond leefpatroon. Een belangrijke doelgroep hierbij vormen de jongeren. Gerichte voorlichting is vooral noodzakelijk op het gebied van alcohol, drugs, nicotine- en gokverslaving.
6.9
Vrijwilligers Vrijwilligers spelen een wezenlijke rol in de samenleving, maar zijn steeds moeilijker te vinden. Om die reden dient onze gemeente een vrijwilligersbeleid te ontwikkelen. Voor activiteiten op dit terrein kan een reële onkostenvergoeding worden toegekend. Ook scholing van vrijwilligers dient te worden aangeboden.
18 Verkiezingen 2006 VVD Woensdrecht
19 7
Milieu, leefomgeving en water
7.1
Inleiding Milieubeleid heeft pas kans van slagen indien het mede is gebaseerd op de actieve medewerking van burgers, bedrijven en instellingen. De VVD vindt het een belangrijke taak van het gemeentebestuur om de Woendrechtse inwoners indringend en bij herhaling voor te lichten over milieuproblemen. Met name de ontwikkelingen op de wijze van verwerking van afval dient met aandacht gevolgd te worden. Het gescheiden ophalen van afval levert volgens de laatste landelijke onderzoeken geen voordelige milieueffecten heeft. Omdat de gemeente Woensdrecht haar afval niet aan een hoogwaardige vuilverbrander kan aanbieden en omdat in het verleden optimaal is geïnvesteerd in een afvalverwerkingsysteem streven wij als VVD nog steeds het gescheiden ophalen van huisvuil na. Momenteel is dit goedkoper.
7.2
Milieu Het gemeentelijke milieubeleid richt zich op inpassing van milieuaspecten op het terrein van bodem, groen, water, lucht, geluid en energiegebruik in het totaalbeeld van de leefomgeving. Dus een integrale afweging tussen al deze aspecten met als doel een zo groot mogelijke veiligheid en het voorkomen van risico's. Het gebruik van duurzame energiebronnen dient te worden bevorderd. Daarnaast dient een doelmatig gebruik van energie onderwerp te zijn bij het verlenen van bouw- en milieuvergunningen. Bovendien kunnen besparingsmogelijkheden worden gestimuleerd bij nieuwbouw en renovatie van woningen en gebouwen. Voor wat betreft de windenergie moeten wij als gemeente niet zelf een visie willen ontwikkelen maar de landelijke visie volgen. Tevens moeten wij alleen maar geld in windenergie investeren wanneer ons dat wettelijk wordt opgelegd. Het beleid dient te zijn gericht op het voorkomen van bodemvervuiling. Bij bodemsanering geldt het beginsel 'de vervuiler betaalt'. Bodemsanering in woonwijken kan door overheidsinstanties gebeuren, maar hier kan ook gedacht worden aan marktwerking. Bedrijven kunnen gronden en woningen verwerven, saneren en daarna verkopen. Geïntegreerde planvorming, vergunningverlening, handhaving (milieudriehoek) en sanering bevorderen de doeltreffendheid en doelmatigheid. Handhaving dient te geschieden door een deskundig opsporingsapparaat, in samenwerking met de milieupolitie. Klachtenmelding en goede klachtenafhandeling zijn daarbij een voorwaarde. Milieu- en anderszins hinderlijke bedrijven horen niet thuis in woonwijken. Deze bedrijven dienen - zonodig met overheidsbijdragen - gestimuleerd te worden tot verplaatsing naar gebieden, waar vestiging geen onaanvaardbaar risico oplevert. In programma's van eisen voor bestemmingsplannen en gemeentelijke bouwplannen en door afspraken met ontwikkelaars en woningcorporaties kan het duurzaam bouwen en wonen worden gestimuleerd. Wij hebben milieu overlast van het Antwerpse industrie gebied. We worden ingelicht bij overtredingen en calamiteiten. Toch gaat er regelmatig iets mis. De VVD is voorstander van een duidelijke overlegstructuur met het Antwerpse, waarbij een goede communicatie meewerkt de ontwikkelingen in goede banen te leiden. .
7.3
Leefomgeving Een goede leefomgeving bevordert de gemeente door zorg te dragen voor het onderhoud en schoonhouden van de openbare ruimten. De eigen verantwoordelijkheid van burgers, beheerders van gebouwen en terreinen en specifieke gebruikers van openbare ruimten wordt gestimuleerd. Het wijkbeheer vervult hierin een belangrijke rol. Handhaving vormt hierbij het sluitstuk. De gemeente draagt zorg voor een goed groenbeheer in wijken en straten in samenspraak met en zo mogelijk door zelfwerkzaamheid van de burger. Groenbeheersplannen kunnen hierbij helpen. De VVD vindt blijvende beschikbaarheid en bereikbaarheid van natuurlijk groen van essentieel belang in deze tijd van toenemende verstening en vrije tijd. Recreatief medegebruik van natuur- en landbouwgronden wordt bevorderd. De VVD is voorstander van het overdragen van gemeentelijke natuurgebieden, bospercelen, landgoederen en dergelijke aan particuliere organisaties, die zich richten op bescherming van de natuur. Met behulp van een verkeers milieukaart kan de gemeente maatregelen nemen ter verlaging van de geluidshinder en verbetering van de luchtkwaliteit. Het afvalstoffenbeleid van (samenwerkende) gemeente(n) moet zich richten op vermindering van de hoeveelheid afval en op doelmatige en doeltreffende verwijdering van de resterende afvalstroom en dus lagere kosten.
19 Verkiezingen 2006 VVD Woensdrecht
20 De afvalstoffenheffing dient in beginsel kostendekkend te zijn.Ter stimulering van de eigen verantwoordelijkheid, het tegengaan van afvaltoerisme en het verder drukken van de kosten, heeft het hanteren van een pasjes systeem voor de milieustraat de voorkeur. Voor de VVD is het opvoeren van het aantal gratis stortingen, per gezin, op het milieupark bespreekbaar. De restrictie is wel dat de kosten niet stijgen. 7.4
Water De VVD staat voor een open overleg over een doelmatig beheer van water met water- en zuiveringsschappen, waterleveringsbedrijven, en de beheerders van grondwater. Daarbij dient grondwateronttrekking tot een minimum beperkt te worden. In verband met risico's voor volksgezondheid en diergezondheid en het negatieve effect op de waterkwaliteit wordt de hoeveelheid afvalwater, die overstort bij forse regenbuien, beperkt. Het afvoeren van overtollig regenwater moet indien mogelijk niet altijd via het riool maar kan evenzogoed rechtstreeks via het openterrein. Het rioolrecht moet, in ieder geval op termijn, kostendekkend zijn. Indien dit nog niet zo is, dan kan dit bereikt worden door geleidelijke verhoging van het rioolrecht. De wateroverlast in verband met een slecht werkend rioolsysteem dient drastisch en voortvarend te worden aangepakt. Daarbij is een onderzoek naar de oorzaak onvermijdelijk. Voor grensoverschrijdende problemen dient permanent overleg gevoerd te worden. De kosten van het rioolstelsel dienen rechtvaardig verdeeld te worden.
20 Verkiezingen 2006 VVD Woensdrecht
21 8.
Ruimtelijke Ordening en volkshuisvesting
8.0
Inleiding Gemeenten krijgen samen met de provincie in het kader van de Nota Ruimte een grotere rol bij de formulering van ruimtelijk beleid. Daarbij dienen randvoorwaarden met betrekking tot een ruimtelijke basiskwaliteit in acht te worden genomen. Gemeenten die - eventueel samen met buurgemeenten - een integrale ruimtelijke visie ontwikkelen, zijn optimaal toegerust om deze nieuwe rol op te pakken. Een integrale ruimtelijke visie besteedt aandacht aan de ruimtelijk economische structuur en de ruimte voor bedrijvenlocaties, wonen voor starters, senioren en de groepen daartussenin, infrastructuur, water, natuur en recreatie en agrarisch en aan de randvoorwaarden voor ruimtelijke basiskwaliteit (bv. milieu, cultuurhistorie, landschappelijke inpassing). Ruimte is een schaars goed, daarom streven we naar het combineren van functies, intensief ruimtegebruik en waar nodig transformaties.
8.1
Bedrijvigheid De VVD meent dat het ruimtelijk beleid van het rijk nieuwe kansen biedt voor economische activiteiten in zowel stedelijk als landelijk gebied. De transformatieprocessen in de agrarische sector noodzaken tot een heroriëntatie op nieuwe economische dragers. Van bedrijven mag worden verwacht dat zij zuinig met ruimte omgaan, mede gestalte willen geven aan ruimtelijke kwaliteit en bereid zijn daartoe extra te investeren. De gemeente hanteert daarom in bestemmingsplannen minimumeisen ten aanzien van het aantal werknemers per hectare, bebouwingsdichtheden en aantal bouwlagen en landschappelijke inpassing. Bij het definiëren van deze normen wordt rekening gehouden met de aard van de bedrijvigheid en het profiel van onze gemeente. Dubbel ruimtegebruik wordt bevorderd. De gemeente bevordert herstructurering van bestaande bedrijfsterreinen. Het project Maintenance Valley mag geen vertraging ondervinden. Bij een eventueel ruimte tekort is de VVD bereid om een deel van de polder aan de westzijde van de zoomweg in te leveren voor industrie.
8.2
Wonen De bouw van woningen zal in onze gemeente na de realisatie van het plan “de Hoef” nog maar in beperkte mate mogelijk zijn. Dit houdt in dat ook hier heel voorzichtig met de nog beschikbare ruimte moet worden omgegaan. Bij nieuwbouwplannen dient erop gelet te worden dat het project past binnen de lange termijn visie met betrekking tot de harmonische ontwikkeling en versterking van de diverse dorpen. Een duidelijk toekomst gerichte visie is hier van essentieel belang.
-
Uitgangspunten voor een toekomstige aanpak dienen volgens de VVD te zijn dat: prioriteit wordt gegevens aan het ontwikkelen van de vrijvallende locaties naar aanleiding van de opzet Brede school; er meer aandacht komt voor innovatieve stedenbouwkundige ontwerpen; er meer aandacht komt voor vernieuwende architectuur van woningen en voorzieningen, o.a. winkels; er niet “te eng” gebouwd wordt, d.w.z. het ruimtebeeld “open” blijft; er in ruime mate koopwoningen worden gerealiseerd; er meer rekening wordt gehouden met de woonwensen van toekomstige kopers; er nieuwe woonvormen voor ouderen komen, ook in de duurdere sector; er ook in de huursector naast betaalbare woningen in de sociale sector gebouwd wordt in het duurdere segment; zowel huurders als kopers meer zeggenschap krijgen over de bouw van hun woningen en over de inrichting van hun buurt; in de prestatieafspraken met de woningcorporaties hoge prioriteit wordt gegeven aan de verkoop van huurwoningen. bewoners zoveel mogelijk in hun eigen kern mogen bouwen wanneer zij dat wensen. verkavelen van percelen mogelijk moet zijn wanneer er voldoende ruimte is en het woningbestand ten goede komt. De VVD is van mening dat er in structuur- en bestemmingsplannen waar mogelijk moet worden ingezet op kleinschalige locaties, waarin huizen gebouwd worden met een eigen identiteit, in lage dichtheden, waarin ingezet wordt op kwaliteit en een hoger percentage koopwoningen.
8.3
Bereikbaarheid De VVD vindt dat gemeenten zich loyaal dienen op te stellen bij de uitvoering van (grootschalige) infrastructurele projecten (wegenaanleg, openbaar vervoer en goederenvervoer). De VVD vindt dit van groot belang voor de economie, de bereikbaarheid en op macro-schaal ook de leefbaarheid van ons land. Voorwaarde is wel dat de rijksoverheid helder is in haar besluitvorming en voldoende inpassingsmaatregelen neemt. De VVD is er zich van bewust dat door de ligging van onze gemeente tussen grote economische centra, bij voortduring grote druk zal staan op met name het poldergebied. Het ruimtelijk beeld van polder en Brabantse wal dient te worden behouden. Eventuele inpassing van infrastructurele werken mag slechts plaatsvinden indien alles wordt gedaan om aantasting van landschap, natuur en milieu tot een minimum te beperken en de belevingswaarde van het een en ander niet verloren gaat.
21 Verkiezingen 2006 VVD Woensdrecht
22 8.4
Natuur, recreatie en milieu Voor het landelijk gebied moet een integraal gebiedsgericht beleid worden ontwikkeld dat de problemen rond landbouw, natuur, milieu, recreatie en landschap oplost. Natuurbehoud en waar mogelijk natuurontwikkeling dient met kracht te worden ondersteund. Gebieden met een hoge natuur en/of landschapswaarde dienen te worden beschermd en zoveel mogelijk met elkaar te worden verbonden. Aankoop van (versnipperde) natuurterreinen door Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Brabants Landschap dient te worden bevorderd. De agrarische sector is een belangrijke factor in de welvaart en de werkgelegenheid in de gemeente. Evenwicht tussen economische en ecologische ontwikkeling van de land- en tuinbouw zijn noodzakelijk. Een omschakeling naar duurzame landbouw moet de agrarische sector een gezond toekomstperspectief bieden. De VVD staat een beleid voor waardoor de verblijfswaarde van de dorpen en het buitengebied wordt versterkt. Aan initiatieven die dit beleid ondersteunen zal voor zover mogelijk de volle medewerking worden verleend. Hierbij valt te denken aan bijv. hotel c.q verblijfsaccommodatie, horeca etc. Milieuproblemen mogen niet worden afgewenteld op toekomstige generaties. Het gemeentelijk beleid dient dan ook gericht te zijn op duurzaamheid, waarbij het accent meer op voorlichting dan op regelgeving moet liggen. Het verantwoordelijkheidsgevoel van zowel de burger als van bedrijven voor de milieukant van hun handelen dient te worden versterkt. De gemeente zelf dient hierin het voortouw te nemen. Handhaving speelt hierbij een rol.
8.5
Beleid, procedures en dienstverlening De VVD vindt dat lokaal ruimtelijk beleid gebaseerd dient te zijn op een (inter-)gemeentelijk structuurplan. Dit plan houdt rekening met de visie van hogere overheden, maar bevat tevens een gemeentelijke visie, die rekening houdt met lokale belangen omstandigheden en verscheidenheid. De VVD vindt dat bestemmingsplannen actueel dienen te zijn en regelmatig moeten worden herzien. De VVD vindt dat ter zake een meerjarig plan dient te worden opgesteld waarin wordt aangegeven in welk jaar bestemmingsplannen en tegen welke kosten zullen worden herzien. Indien er veel verouderde bestemmingsplannen zijn, wordt ter zake een plan van aanpak voorbereid. Volgens de VVD moet een bestemmingsplan economisch uitvoerbaar zijn. Een financiële toets is noodzakelijk voorafgaand aan het in procedure brengen van een ontwerpbestemmingsplan. Dat maakt het extra belangrijk dat gemeenten en waterschappen goede afspraken maken over de financiering van de wateropgave. De VVD meent dat een bestemmingsplan enerzijds rechtszekerheid dient te bieden aan burgers en bedrijven. Anderzijds moet een bestemmingsplan de flexibiliteit bieden zodat er ruimte is voor voortschrijdend inzicht over gewenste ontwikkelingen en kleinere planafwijkingen. De VVD vindt dat aan kleinere bouw- en milieuvergunningaanvragen, waarbij de wettelijke minimum eis een meldplicht is, dient te worden volstaan. De gemeente dient als regel geen zwaardere eisen te stellen dan de wetgever heeft bedoeld. Lokaal is het welstandsbeleid vastgelegd in een nota welstandsbeleid. Het beleid ten aanzien van welstand wordt gedifferentieerd toegepast. Er kunnen zogenoemde welstandsvrije zones aangewezen worden in gebieden waar dat verantwoord kan.
8.6
Ruimtelijke Vernieuwing Voor mensen die in sociaal en/of financieel kwetsbare omstandigheden verkeren, moet een betaalbare voorraad (huur-)woningen in stand gehouden en ontwikkeld worden. Daarnaast dient voor kapitaalkrachtige doelgroepen een passend concept van huurwoningen ontwikkeld te worden. Daarmee wordt bedoeld woningen met ruimte en luxe, voor mensen die bereid zijn fors te betalen voor flexibiliteit en kwaliteit. De behoefte aan zorg in en nabij de woning neemt toe, maatwerk is noodzakelijk. Dit wordt veroorzaakt door vergrijzing en een toenemende groep ouderen, met een goede opleiding en koopkrachtige vraag, die eigen keuzes wil maken. De extramuraliseringstendens in de gezondheidszorg betekent dat naast deze ouderen ook kwetsbare groepen als verstandelijk en lichamelijk gehandicapten, zoeken naar zorg in en nabij de woonomgeving. De VVD vindt dat voor al deze groepen maatwerk moeten worden geleverd. Dit betekent dat er woon-, zorg- en dienstverleningsarrangementen moeten worden bevorderd voor deze uiteenlopende groepen uitgaande van hen (groeps-)specifieke zorgbehoefte.
22 Verkiezingen 2006 VVD Woensdrecht
23 8.7
Grondbeleid Grond behoort als regel in eigendom van burgers en bedrijven te zijn, tenzij er een openbare bestemming op komt te rusten. In bijzondere gevallen is erfpacht aanvaardbaar. De VVD vindt dat samenwerking met de markt daarbij uitgangspunt is. Waar nodig is actieve grondpolitiek slechts dan aanvaardbaar indien noodzakelijk om gewenste ruimtelijke ontwikkelingen te realiseren. De overheid dient het algemeen belang te behartigen. In een publieksprivate samenwerking dient de overheid altijd een voorbehoud te maken ten aanzien van de uitoefening van haar publiekrechtelijke bevoegdheden. Taken en verantwoordelijkheden tussen overheid en marktpartij dienen duidelijk afgebakend te zijn. Opbrengsten en risico's dienen evenwichtig te worden verdeeld. De VVD vindt dat publieksprivate samenwerkingsconstructies altijd vooraf juridisch dienen te worden getoetst aan Europese regelgeving. De VVD is van mening dat grondexploitaties regelmatig geactualiseerd dienen te worden. Het risico van eventuele planschade dient bij de ontwikkelende partij te worden gelegd.
23 Verkiezingen 2006 VVD Woensdrecht
24 9
Financiën
9.1.
Inleiding Een verantwoord financieel beleid is voor de VVD de basis voor het totale gemeentelijk beleid. Dit beleid stoelt op een reële sluitende begroting met een gezonde reservepositie, een tijdig opgestelde rekening, een overzichtelijk meerjarenperspectief en begrijpelijke (tussentijdse) rapportages. Door decentralisatiemaatregelen wordt veel –gewenst- rijksbeleid gefinancierd door of via de gemeentekas. De VVD vindt dit ongewenst en is van mening dat, indien het rijk taken decentraliseert voldoende middelen ter beschikking moeten worden gesteld. Binnen deze middelen moeten de taken worden uitgevoerd. Indien door decentralisatie van rijkstaken naar de gemeenten, waarbij niet altijd ook een op een de budgetten meegaan, de gemeentelijke financiën onder druk komen te staan, zullen er keuzes gemaakt moeten worden. Hierbij dient prioriteit gegeven te worden aan het uitvoeren van de wettelijke taken. Actuele beheersplannen dienen aanwezig te zijn bij het opstellen van de begroting Mocht in de toekomst blijken dat budgetten aanzienlijk worden overschreden, zal de VVD uitsluitend meerjarenbegrotingen accepteren, die sluitend zijn gemaakt met reële bezuinigingen. De VVD is ook voorstander van afrekenbare doelstellingen. De begroting dient op belangrijke gebieden duidelijke inzichtelijke doelstellingen als uitgangspunt op te nemen. Door middel van tussentijdse rapportage wordt over de realisatie van deze doelstellingen wederom duidelijk en inzichtelijk gerapporteerd.
9.2.
Algemeen De VVD is voorstander van het zo laag mogelijk houden van lokale belastingen en leges en vindt dat verhoogde efficiency en ombuigingen voor dienen te gaan op lastenverhoging. Daarbij vindt de VVD dat belastingen ook besteed moeten worden voor het doel dat de belasting in haar titel aangeeft. Voor de VVD mag de toeristenbelasting als doelbelasting worden aangemerkt.. Inkomenspolitiek dient niet gevoerd te worden binnen het gebied van lokale belastingen en leges. De VVD is tegen verhogingen van belastingen, indien daardoor het tarief uitkomt boven het drempeltarief. Duidelijkheid en een transparante bedrijfsvoering zijn zaken die de VVD belangrijk vindt. Daarom wil de VVD tarieven en leges niet samenvoegen. De burger is gediend met inzicht in welke belasting of heffing precies wordt geheven.
9.3.
Doelmatigheid De VVD is wel voorstander van een verzamelaanslag. Waarbij alle belastingen en heffingen worden toegelicht. Gespreide betaling moet mogelijk blijven.
9.4.
Tarieven en belastingen Volgens de VVD moeten de gevolgen van wijzigende rijksbijdragen inzichtelijk gemaakt worden. In principe moeten de belastingen en tarieven trendmatig worden aangepast om onnodige schokeffecten te voorkomen. Tarieven en retributies zijn in principe kostendekkend. Een en ander dient gepaard te gaan met een duidelijke kostentoerekening, die aan burgers en bedrijfsleven kan worden uitgelegd. Belastingen en rechten waar tegenover een direct gemeentelijke verstrekte dienst staat, zijn in principe kostendekkend. De berekening dient te geschieden aan de hand van een duidelijke, voor een ieder begrijpelijke, kostentoedeling. Het invoeren van nieuwe belastingen en rechten is onwenselijk, behoudens ter vervanging en ter verbetering van bestaande belastingen en rechten (zoals de invoering van tariefdifferentiatie afvalstoffenheffing en/of het kostendekkend maken van rioolrecht).
9.5.
Controle Vooral binnen het duale stelsel is het budgetrecht van de gemeenteraad een uiterst belangrijk instrument. Een goede controle op het financiële beleid, als ook de rechtmatigheid daarvan, is een hoofdverantwoordelijkheid van de gemeenteraad. Een onafhankelijke rekenkamercommissie leidt tot een betere controlerende en kaderstellende taak van de gemeenteraad.
24 Verkiezingen 2006 VVD Woensdrecht