HET RUSSISCHE RIJK • GROOT OMROEPKOOR A CAPPELLA • AVROTROS KLASSIEK I • AVROTROS KLASSIEK II • GROTE VIOLISTEN • CARL NIELSEN • AVROTROS VOCAAL • MUZIKALE MEESTERWERKEN • TWEE BIJZONDERE CONCERTEN
vrijdag 20 november 2015, 20.15 uur voorprogramma kamermuziek 19.00-19.30 uur uitloopfoyer inleiding Madeleine Pfundt 19.30 uur
Jubileumconcert Radio Filharmonisch Orkest Markus Stenz chef-dirigent Gustav Mahler 1860-1911 Negende symfonie 1909 Andante comodo Im Tempo eines gemächlichen Ländlers. Etwas täppisch und sehr derb Rondo-Burleske: Allegro assai. Sehr trotzig Adagio. Sehr langsam und noch zurückhaltend
Dit is een concert zonder pauze. Geschatte eindtijd: ca. 21.45 uur. Na afloop is er gelegenheid voor het nuttigen van een drankje.
2
Jubileumweek RFO 70 jaar Het orkest is 70, en dat mag gevierd! NPO Radio 4 besteedde deze hele week (van 14 t/m 20 november) extra aandacht aan het orkest. Met archiefopnamen, reportages en gesprekken met (oud-)leden van het RFO en hun chef-dirigenten en live optredens door leden van het RFO. De mooiste archiefopnamen en gesprekken vindt u terug op de website van Radio 4: ➜ WWW . RADIO 4. NL / THEMA /70 JAAR RADIO FILHARMONISCH ORKEST [adres mét spaties!]
Beste leden van het Radio Filharmonisch Orkest,
Vier cellisten met feestelijke opmaat
Om de feestelijkheid van dit jubileumconcert te Het is een vreemde gewaarwording je te realiseren dat onderstrepen, verzorgen jullie orkest nog maar 9 jaar bestond toen ik er voor het jaar vorig we vier cellisten uit het Radio Vierden . maakte ting eerst mijn opwach september samen nog mijn 6o-jarig jubileum als dirigent, Filharmonisch Orkest een nu wil ik als beschermheer het RFO graag zeer feliciteren muzikale opmaat voorafmet zijn 70e verjaardag. Ook al zijn onze wegen lange tijd gaand aan het concert. Zij zijn te beluisteren in de gescheiden geweest, het RFO heeft bij mij altijd een uitloopfoyer, vanaf 19 uur. bijzondere plek in mijn muzikale hart gehouden. Om die jaren enige dat er bijzond heel ook het ik reden vond geleden de banden weer werden aangehaald, ook al was cd-verkoop de directe aanleiding natuurlijk niet een om echt blij van Vooraf en na het concert zijn cd’s van het Radio te worden. Filharmonisch Orkest te koop. Ondanks de strijd die gevoerd moest worden voor jullie bestaan, niet alleen in het meest recente verleden, maar ook eerder, zijn jullie er als orkest in geslaagd steeds het Live-uitzending en webcast beste boven te laten komen. Jullie bleven en blijven trouw aan jullie artistieke principes. Dat is de kracht van De AVROTROS zendt dit het RFO en daarom verheug ik me er bijzonder op in concert vanuit TivoliVrefebruari a.s Bruckners 9e en het Te Deum met het RFO denburg live uit op NPO en het koor te mogen uitvoeren. Radio 4. Presentatie voor Radio 4 vanuit de zaal door Ik wens het RFO een mooie verjaardag toe en een Mark Brouwers. gegarandeerde veilige toekomst! Van dit concert wordt ook een webcast gemaakt voor Bernard Haitink Beschermheer RFO Radio4 en CulturaTV die rechtstreeks maar ook naderhand is terug te zien.
➜ WWW . RADIO 4. NL
Markus Stenz en Mahler Negen
Bij veel muziek willen luisteraars graag weten wat de componist ermee bedoeld heeft en in welke omstandigheden het werk ontstaan is, in de hoop dat men het werk dan beter gaat begrijpen. Bij Mahler geeft die kennis weinig steun. De componist schreef de Negende symfonie in de zomer van 1909. In die fase van zijn leven (van 1907 tot 1911) was hij als gastdirigent verbonden aan de Metropolitan Opera en de New York Philharmonic. Dit werk kostte hem zoveel tijd dat hij alleen in de zomermaanden in Oostenrijk toekwam aan componeren. Nadat hij de symfonie had voltooid, schreef hij aan zijn vriend de dirigent Bruno Walter: “Het is klaar.” Meer liet Mahler over niet over los, ook niet tegen anderen. Die houding had een reden. Zijn vroegste werken waren gestuit op veel onbegrip en weerstand. Om zijn muziek voor luisteraars enigszins toegankelijk te maken, had hij zijn stukken van titels en programmatische duidingen voorzien. Hiervan kwam hij echter terug, nadat hij gemerkt dat de luisteraar in zijn muziek alleen wilden horen wat hij erover verteld had, alsof de muziek niets anders te bieden heeft en alsof de luisteraar niet zijn eigen fantasie zou kunnen gebruiken. Vanaf zijn Vijfde symfonie gaf hij daarom geen verbale toelichting meer bij zijn stukken.
GUSTAV MAHLER
3
4
Een tragische symfonie? Die houding van Mahler weerhield velen er niet van de symfonie naar hartenlust te overladen met interpretaties. En al zijn dit natuurlijk maar speculaties, onbegrijpelijk zijn ze niet. De oudste en meest hardnekkige is die van de Negende als een zeer tragisch werk. De symfonie opent met een motief dat sterk lijkt op het begin van Beethovens Pianosonate opus 81a ‘Les Adieux’. Verderop in dit deel verschijnt een grimmige toespeling op een passage uit een wals van Johann Strauss, ‘Freut euch des Lebens’. Ook in het laatste deel zetten enkele citaten van Mahler zelf de luisteraar op een spoor. Zeer snel na het begin citeert Mahler uit zijn Tweede symfonie, en wel de melodie bij de tekstregel ‘Je lieber möcht’ich im Himmel sein’, verderop horen we een motief uit het laatste deel van Das Lied von der Erde (dat handelt over afscheid) en tenslotte nog een passage uit de Kindertotenlieder.
Bij de tragiek halverwege een klassiek-romantische symfonie kon de luisteraar nog denken: eind goed, al goed. Betekende het tragische einde van Mahlers Negende daarom: eind slecht, al slecht? Niet alleen deze citaten, ook de vorm van het gehele werk was een aanwijzing. De symfonie heeft vier delen, zoals veel symfonieën uit de klassiek-romantische periode, en Mahler is bepaald niet de eerste symfonicus die een tragisch deel inlast. In een oudere symfonie stond dit tragische deel bijna altijd in het centrum, zelden aan de kop en bijna nooit aan het einde. Beethoven in zijn Derde symfonie en Schumann in diens Derde hielden zich aan deze conventie. Schubert begint zijn Vierde tragisch, maar eindigt in een solide majeur. Tsjaikovski deed in zijn Zesde symfonie iets zeer uitzonderlijks door te eindigen in een uitgesproken tragische stemming. Op grote afstand gezien lijken de delen van beide symfonieën veel op elkaar: het eerste deel opent langzaam en lijkt een sonate, het tweede is dansachtig, het derde een soort scherzo en de langzame finale sterft zeer zacht weg. Bij de tragiek halverwege een klassiek-romantische symfonie kon de luisteraar nog denken: eind goed, al goed. Betekende het tragische einde van Mahlers Negende daarom: eind slecht, al slecht? Die vraag is niet eenvoudig te beantwoorden.
Het idee van de Negende als een tragische symfonie is vooral gebaseerd op het eerste en laatste deel. De opgeroepen emoties zijn bij vlagen zeer heftig, de opbouw naar een turbulente climax is vaak lang en zeer tastbaar en van enige relativerende ironie is in deze delen absoluut geen sprake. Tegelijk staan beide delen in een duidelijk majeur en hebben ze een vrij overzichtelijke vorm. Het eerste is weliswaar niet helemaal een klassieke sonatevorm met de vertrouwde delen expositie, doorwerking en reprise, maar we horen wel een terugkerende afwisseling van refreinen en coupletten. Bij Haydn en Mozart is die vorm veel duidelijker te horen omdat de symfoniedelen bij hen veel korter zijn (meestal hooguit zeven minuten). Mahler heeft de vormen weliswaar enorm uitvergroot (het eerste deel duurt, afhankelijk van de uitvoering, tussen de 25 en 33 minuten), maar in de kern intact gelaten. Dat maakt dat enerzijds het drama zeer sterk op de voorgrond staat, maar dat anderzijds de luisteraar een gevoel behoudt van samenhang en herkenning. Mahler zou Mahler niet zijn als hij met deze principes niet zou spelen, maar zijn klassieke instinct verloochende hij niet.
Tragiek en ironie In de middendelen neemt de tragiek de vorm aan van ironie. Het tweede deel begint met een onbekommerd Oostenrijks dansje dat Mahler weliswaar flink varieert, maar lang gaaf houdt totdat hij het gaat afwisselen met veel grootsere elementen die een veel majestueuzere aanpak vragen. Het derde deel heet Rondo-Burleske, wat het dubbele karakter ervan goed aangeeft: de knipoog van een traditioneel scherzo krijgt niet slechts burleske maar groteske vormen, en dat al van meet af aan. De opbouw is grillig en de luisteraars en de musici krijgen nauwelijks rust. Het idee van de symfonie als een overwegend tragisch werk werd in de hand gewerkt doordat zij bij de postume première in 1912 te boek stond als Mahlers laatste compositie, een werk dat niet lang voor zijn dood was ontstaan, zodat we de dan al zieke componist kunnen horen mijmeren over vragen van leven en dood. Ook het feit dat de componist zijn werk zelf nooit heeft kunnen horen, versterkte de tragiek eromheen. Dat idee van tragiek moest gereviseerd toen in 1924 bekend werd dat Mahler na de Negende was begonnen aan een Tiende. Hij was weliswaar ziek, maar dit weerhield hem in zijn laatste jaren niet van een uiterst werkzaam en creatief leven met ruimschoots zonnige momenten. De symfonie is
5
6 6
evenmin een reflectie op Mahlers slechte huwelijk, want die crisis kwam later. Als men kan zeggen: het majeur heeft vaak een dubbele, minder vrolijke bodem, dan is het omgekeerde ook waar: na tragiek komt meestal een zonniger vervolg. Die dubbelheid is kenmerkend voor veel van Mahlers muziek.
De symfonie als het leven Al deze informatie schiep ruimte voor andere interpretaties, overigens zonder daarmee de oude te diskwalificeren. Mahler werd meer en meer gezien als een componist met vele gezichten, soms in één werk. Mahler zou die uitleg hebben toegegeven: tegen Jean Sibelius verklaarde hij dat de symfonie de hele wereld moest omspannen, dus ook een scala aan emoties en muzikale middelen. Voor die tijd een zeer modern standpunt. Mahler was daarnaast een groot muzikaal vernieuwer. In elke symfonie deed hij iets baanbrekends, en zijn symfonieën verschillen daarom onderling veel meer dan die van Bruckner, Brahms en Sibelius. In zijn Negende staat hij dicht bij het expressionisme van zijn jongere collega’s Schönberg, Berg en Webern, die op hun beurt Mahler mateloos bewonderden. Berg rekende het eerste deel van de Negende tot het beste dat hij kende, en Webern was tijdens zijn leven veel beroemder als Mahler-dirigent dan als componist. Een andere belangrijke noviteit van Mahler is zijn omgang met het orkest. Een componist kan een orkest behandelen als een massief geheel en bij voorkeur schrijven voor groepen van instrumenten. Mahler schrijft veel meer voor individuele musici en zet vaak groepjes van instrumenten tegenover elkaar, waardoor een veel gevarieerder klankbeeld ontstaat. Die groepjes wisselt hij in hoog tempo af; de vaart in de muziek, met name het derde deel, is mede een gevolg van de geraffineerde afwisseling in de instrumentatie.
Een moderne romanticus Al deze aspecten maken dat het werk in de loop der jaren verschillend is beoordeeld en uitgevoerd. Vanaf de première in 1912 onder leiding van Bruno Walter stond het bekend als moeilijk en modern. Dat veranderde rond 1920. De Romantiek raakte uit en Mahler gold als een sentimentele romanticus. Vanaf de jaren zes-
tig kreeg men meer oog voor het moderne: de expressionistische emoties, vormen en instrumentatiekunst. Tegelijk was Mahler een romanticus. Sommigen noemen hem daarom zelfs een januskop. Dat klinkt niet aardig, maar raakt wel de kern. Die veranderende ideeën worden weerspiegeld in de uitvoeringen. Voor 1960 hadden dirigenten vooral oog voor het expressionistische en duurde de symfonie zelden langer dan vijf kwartier; daarna ging de aandacht meer uit naar de romantische schoonheid en werden de uitvoeringen steeds langzamer (bijna 90 minuten is thans de standaard).
Vanaf de jaren zestig kreeg men meer oog voor het moderne: de expressionistische emoties, vormen en instrumentatiekunst. Tegelijk was Mahler een romanticus. Sommigen noemen hem daarom zelfs een januskop. Dat klinkt niet aardig, maar raakt wel de kern. Ook qua expressie is Mahler een januskop. Tegenover sterke tragiek staat ook een zeer grote sereniteit, vooral in de hoekdelen. De expressie is in deze symfonie anders dan in de korte liederen en de eerste symfonieën, waarin het sentiment er soms dik bovenop ligt en de pathetiek snel voorhanden. Bernard Haitink omschreef de Negende ooit treffend als “muziek voor boven de boomgrens”. Naast grote heftigheid is er ook objectivering terwijl de muziek voortdurend in hoogspanning verkeert. En de mix van karakters (Mahler was de vleesgeworden ambivalentie) garandeert een blijvende verwondering en bewondering. Emanuel Overbeeke
7
uitvoerenden
8
Markus Stenz, dirigent Markus Stenz, chef-dirigent van het Radio Filharmonisch Orkest sinds 2012, is met ingang van het seizoen 2015/2016 ook eerste gastdirigent van het Baltimore Symphony Orchestra. Hij studeerde aan de Hochschule für Musik bij Volker Wangenheim, en bij Leonard Bernstein en Seiji Ozawa in Tanglewood. Van 1994 tot 1998 was hij chef-dirigent van het nieuwemuziekensemble London Sinfonietta en daarna, tot 2004, artistiek leider en chefdirigent van het Melbourne Symphony Orchestra. Sinds seizoen 2003/2004 was hij elf jaar lang Kapellmeister van het Gürzenich-Orchester, en tien jaar lang Generalmusikdirektor van de stad Keulen. Als operadirigent debuteerde Markus Stenz in La Fenice in Venetië. Hij leidde vele (wereld)premières, waaronder Henze’s Das verratene Meer in Berlijn, Venus und Adonis bij de Bayerische Staatsoper in München en L’Upupa und der Triumph der Sohnesliebe in 2003 bij de Salzburger Festspiele (en in 2012 ook in de ZaterdagMatinee). Hij dirigeerde in operahuizen als La Scala (Milaan), de Koninklijke Munt-
HANS VAN DER WOERD
MARKUS STENZ
schouwburg (Brussel), de English National Opera, de Lyric Opera Chicago, San Francisco Opera, in Los Angeles, het Staatstheater Stuttgart, de Deutsche Oper in Berlijn, de Bayerische Staatsoper München, de Staatsoper Hamburg, de Oper Frankfurt (met de wereldpremière van Detlev Glanerts Caligula, die hij in 2013 ook in de ZaterdagMatinee dirigeerde), bij festivals als die van Glyndebourne, Edinburgh, Bregenz (wereldpremière van Glanerts Solaris in 2012) en bij de Salzburger Festspiele. In de opera van Keulen dirigeerde hij onder andere de Die Ring des Nibelungen, Lohengrin, Tannhäuser, Tristan und Isolde, Die Meisersinger von Nürnberg en Jenu˚fa, K’áta Kabanová en Schrekers Die Gezeichneten. Op het concertpodum leidde hij orkesten als Het Koninklijk Concertgebouworkest, de Münchner Philharmoniker, het Gewandhausorchester Leipzig, de Berliner Philharmoniker, het Tonhalle Orchester Zürich, de Wiener Symphoniker, het Hallé Orchestra in Manchester, het NHK Symfonieorkest in Tokyo, het Orchestre Philharmonique de Radio France, de Staatskapelle Berlin, de Dresdner Philharmonie en de grote Duitse radioorkesten. In de Verenigde Staten werkte hij met het Chicago Symphony en het Los Angeles Philharmonic Orchestra en de symfonieorkesten van Boston, Dallas, Minnesota, Houston en St. Louis. Stenz, fellow van het Royal Nothern College of Music, dirigeert dit seizoen muziek van São Paulo tot Shanghai. Hij dirigeert onder andere de Duitse première van het Celloconcert van Pascal Dusapin en een orkestwerk van Dieter Ammann.
9
“Op Zondag 7 October a.s. des avonds om 8.30 uur, zal het Radio Philharmonisch Orkest, bestaande uit 94 musici en onder leiding van den dirigent Albert van Raalte zijn eerste uitvoering geven, waarna het op geregelde tijden voor de radio zal concerteren.” Deze aankondiging verscheen in de herfst van 1945 in Gooische Klanken, het officiële orgaan van de gezamenlijke voormalige ‘ondergrondse’ pers te Hilversum. De dirigent van het nieuwe orkest had zich in de AVRO Radio Bode van 13 juli 1945 al op de van hem bekende poëtische wijze geuit: “Mij is een schare van voortreffelijke musici ter beschikking gesteld, waaruit ik een prachtig orkest heb kunnen samenstellen, hetwelk reeds sedert eenige weken elken dag onder mijn leiding repeteert, om aanstonds, als de microfoon in ons bevrijde Vaderland wederom het draadlooze contact zal hebben met de luidsprekers der trouwe luistervinken, ook het contact te herstellen tusschen U en mij door middel van de mysterieuze taal der muziek.” Zo begon het, zeventig jaar geleden. De start van het nu jubilerende Radio Filharmonisch Orkest (destijds nog met Ph geschreven) vond plaats in een woelige naoorlogse periode. Het stond niet op voorhand vast hoe de omroepen na de bevrijding verder zouden functioneren. Al in 1944, terwijl vanuit Eindhoven in het bevrijde zuiden van het land de zender Herrijzend Nederland het volk moed insprak, overdacht men dit lastige vraagstuk. De regering in Londen was voorstander van een nationale omroep, de oude omroepverenigingen NCRV, KRO, VARA en AVRO wilden (in tegenstelling tot de VPRO) dat het vooroorlogse bestel zou terugkeren. De Commissie voor den Omroep, onder voorzitterschap van Prof. Mr. J. Oranje, trad op als bemiddelaar. Dit leidde in 1947 tot oprichting van de Nederlandsche Radio Unie. Tot die tijd bleven de uitzendingen verzorgd door Herrijzend Nederland.
RFO en Albert van Raalte, 1949 in de AVRO Studio
10
De vroegste geschiedenis Het omroeppersoneel dat tijdens de oorlog bij de Nederlandsche Omroep had doorgewerkt moest eerst door een zuiveringscommissie gescreend worden. De verschillende radio-orkesten en -orkestjes die vóór de oorlog aan de afzonderlijke omroepen verbonden waren geweest, waren opgeheven; bij de gelijkgeschakelde Nederlandsche Omroep waren drie orkesten actief: het Omroep Symphonie Orkest, het Omroep Opera Orkest en het Groot Amusementsorkest. Na de oorlog kregen de musici uit deze ensembles een (relatief milde) gezamenlijke schorsing opgelegd tot en met 5 oktober 1945. Desondanks ontving Albert van Raalte van de Commissie voor den Omroep al op 21 mei 1945 de opdracht “een orkest samen te stellen, dat aan de hoogste eischen zou kunnen voldoen”. Met zestig door hem zorgvuldig geselecteerde Hilversumse musici begon Van Raalte vanaf 26 juni 1945 in AVRO-studio 9 alvast het z.g. ‘ijzeren repertoire’ voor te bereiden. De eerste repetitie werd, na een emotionele begroeting en de hereniging met joodse collega’s, geopend met het spelen van het Wilhelmus. Na een openbaar proefspel werd deze kern-
groep in het najaar van 1945 uitgebreid tot een bezetting van rond de 95 personen, onder wie acht vrouwen. De eerste uitzending, voor radio Herrijzend Nederland, vond plaats op 7 oktober, rechtstreeks vanuit AVRO-studio 9. Zonder publiek speelde het orkest een Frans getint programma met de Symfonie in Bes van Chausson, Ravels Suite Ma mère l’oye en de Variations symphoniques voor piano en orkest van de Franse Belg César Franck, met Willem Andriessen als solist. De Tovenaarsleerling van Dukas besloot het programma. Hierna volgden vrijwel dagelijks (!) directe uitzendingen vanuit de studio, met het al eerder voorbereide repertoire, waarvan een groot deel tijdens de oorlog niet gespeeld mocht worden. Kort hierna werden ook het Omroeporkest, het Radio Kamer Orkest (eerst Omroep Kamer Orkest), het Promenade Orkest, het Metropole Orkest en het Groot Omroepkoor opgericht. Door bezuinigingsmaatregelen en fusies zijn hiervan alleen het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor voor de omroep behouden gebleven; het Metropole Orkest werd in 2013 verzelfstandigd.
Het Radio Filharmonisch Orkest nu Ook al is er sinds eind jaren vijftig, en zeker sinds het ontstaan van de ZaterdagMatinee (aanvankelijk als Matinee op de Vrije Zaterdag) in 1961 gelukkig wél publiek bij de concerten aanwezig en is de
Albert van Raalte RFO en Bernard Haitink, 1956 Olivier Messian en Jean Fournet, 1967 Edo de Waart, John Adams en Ronald Hoogeveen, 2001 Hans Vonk
> > >
Albert van Raalte (zijn voornaam uitgesproken als Albèrt) was voor de vroege geschiedenis van het Radio Filharmonisch Orkest van onschatbare waarde. Van 1928 tot en met 21 mei 1940 was hij in dienst van de AVRO geweest, als dirigent van het AVRO Omroeporkest, een ensemble van circa dertig musici dat in de loop der jaren uitgroeide tot 48 man plus incidentele versterking. Die vrij kleine bezetting had het repertoire enigszins beperkt. Van Raalte was er echter van meet af aan van overtuigd, dat een radioconcert iets wezenlijk anders was dan een concert in de zaal. Een citaat uit het eerste hoofdstuk van het in 1946 verschenen boek Radio Nederland van J.J.F. Stokvis en L.J. van Looi, dat geheel is gewijd aan Van Raalte en het Radio Philharmonisch Orkest: “Het radioconcert moet het publiek ook met die werken in aanraking brengen, die in de concertzalen niet zo gauw te hooren zijn. De concertzalen zijn nu eenmaal afhankelijk van commerciële resultaten en de radio is dat niet of liever gezegd: behoort dat niet te zijn! Daarom meende Van Raalte in den begintijd al goed te doen onbekende werken uit de klassieke literatuur, verder stiefmoederlijk behandelde werken van moderne componisten, voor de microfoon te moeten spelen.”
< < < > > >
Albert van Raalte
11
> > >
12
> > > > > >
Jaap van Zweden Sergiu Comissiona in Mahlers Zesde symfonie, Muziekcentrum Vredenburg Utrecht grammofoonplaat Paul van Kempen James Gaffigan, TivoliVredenburg, Utrecht affiche ‘Rising Phenix’, concert 28 november 2014
omroepstudio verruild voor de mooiste concertzalen, het idee van Van Raalte heeft niet aan belang ingeboet. Het Radio Filharmonisch Orkest speelt bijzonder geprogrammeerde symfonische concerten en concertante opera-uitvoeringen. Nederlandse en wereldpremières vormen een belangrijk onderdeel van het repertoire. Zo speelde het orkest premières van componisten als Messiaen, Berio, Boulez, Henze, Carter, Adams, Birtwistle, Adès, Janácˇek, Oestvolskaja, Verbey, De Raaff, Vriend en Rijnvos. De meeste concerten vinden plaats in het kader van de concertseries NTR ZaterdagMatinee (Het Koninklijk Concertgebouw in Amsterdam), AVROTROS Vrijdagconcert (TivoliVredenburg in Utrecht) en Het Zondagochtend Concert (Amsterdam) en worden live uitgezonden op NPO Radio 4, voor een publiek dat vele malen groter is dan een concertzaal ooit zal kunnen herbergen. Een deel van deze concerten wordt bovendien op de Nederlandse televisie uitgezonden. Door de bijzondere programmakeuze en het grote publieksbereik is het Radio Filharmonisch Orkest een onmisbare schakel in het Nederlandse muziekleven. In 2014 kreeg het orkest hiervoor een Edison Klassiek Oeuvreprijs toegekend.
Bijzondere dirigenten en producties Markus Stenz is sinds 2012 chef-dirigent. Zijn voorgangers waren – behalve oprichter Albert van Raalte (1945-1949) – Paul van Kempen (1949-1955), Bernard Haitink (1957-1961), Jean Fournet (1961-1978), Willem van Otterloo (1962-1972), Hans Vonk (1978-1979), Sergiu Comissiona
(1983-1989), Edo de Waart (1989-2004) en Jaap van Zweden (2005-2012). Het orkest werkte bovendien samen met illustere gastdirigenten als Leopold Stokowski, Kirill Kondrashin, Antal Doráti, Charles Dutoit, Mariss Jansons, Michael Tilson Thomas, Gennady Rozhdestvensky, Peter Eötvös, John Adams, Vladimir Jurowski en Valery Gergiev. De Amerikaanse dirigent James Gaffigan is vaste gastdirigent sinds het seizoen 2011-2012; Bernard Haitink heeft als beschermheer zijn naam aan het orkest verbonden. Sinds augustus 2013 maakt het Radio Filharmonisch Orkest deel uit van de Stichting Omroep Muziek, samen met het Groot Omroepkoor en de productieafdeling van de concertseries van Radio 4 (NTR en AVROTROS). Buiten de omroepseries, waaraan vroeger ook andere omroepen een aanzienlijke bijdrage leverden, trad het orkest onder meer op tijdens de BBC Proms 2011 in de Royal Albert Hall, en ook dit seizoen staan vijf concerten buiten Nederland op het programma. Cd’s met werken van hedendaagse componisten als Jonathan Harvey, Klas Torstensson, James MacMillan en Jan van Vlijmen, of de registratie van Wagners Parsifal – live in de NTR ZaterdagMatinee onder leiding van Jaap van Zweden – werden met prijzen als de Edison Klassiek onderscheiden. Onlangs verschenen bovendien Bruckners symfonieën onder leiding van Jaap van Zweden op cd, de acht symfonieën van Karl Amadeus Hartmann (verschillende dirigenten) en diens opera Simplicius Simplicissimus (gedirigeerd door Markus Stenz). De deze herfst uitgebrachte cd met Prokofjevs Derde en Vierde symfonie – onderdeel van een complete cyclus, gediri-
geerd door James Gaffigan – werd enthousiast ontvangen. “In de Vierde symfonie laten het Radio Filharmonisch Orkest en dirigent James Gaffigan horen dat Prokofjev voor zijn klankmagie geen elektronische middelen nodig had,” aldus Guido van Oorschot in de Volkskrant: “In zijn pen zaten zowel mistige schemerzones als filmheroïek à la Ben Hur… En dat allemaal voorbeeldig vastgelegd in Studio 5 te Hilversum.” Zeventig jaar jong – door zijn programmering, maar vooral ook door u: het publiek dat het Radio Filharmonisch Orkest zo enthousiast blijft steunen. Zeventig jaar: dat is nog niets! tekst met dank aan het Historisch Genootschap van het Radio Filharmonisch Orkest
➜
WWW . RADIOFILHARMONISCHORKEST . NL
volg het orkest via twitter (@radiofilhorkest) en facebook
13
Radio Filharmonisch Orkest
14 DIRIGENT Markus Stenz HONORARY CHIEF CONDUCTOR Jaap van Zweden ERE-DIRIGENT Edo de Waart VASTE GASTDIRIGENT James Gaffigan EERSTE VIOOL Joris van Rijn Elisabeth Perry Alexander Baev Roswitha Devrient Maria Escarabajal Alberto Facanha Johnson Mariska Godwaldt Josje ter Haar Kerstin Kendler Pamela Kubik Pedja Milosavljevic Theo Ploeger Gerrie Rodenhuis Peter Weimar Iina Laasio Christian Lascae TWEEDE VIOOL Casper Bleumers Andrea van Harmelen Eveline Trap Zofia Balcar Ian van den Berk Michiel Eekhof Wouter Groesz Yvonne Hamelink Annemarie van Helderen Dana Mihailescu Renate van Riel Alexander van den Tol Nina de Waal Frits Wagenvoorde Laura Frenkel Robbert Honorits
ALTVIOOL Frank Brakkee Huub Beckers Arjan Wildschut Igor Bobylev Sabine Duch Marije Helder Erik Krosenbrink Annemijn den Herder Annemarie Konijnenburg Robert Meulendijk Ewa Wagner Arwen van der Burg CELLO Michael Stirling Anton Istomin Eveline Kraayenhof Mirjam Bosma Crit Coenegracht Sebastiaan van Eck Anneke Janssen Ansfried Plat Arjen Uittenbogaard Marjolein Meijer CONTRABAS Rien Wisse Walter van Egeraat Annika Pigorsch Edward Mebius Jim Schultz Sjeng Schupp Stephan Wienjus Eduard Zlatkin FLUIT Ingrid Geerlings Barbara Deleu Ellen Alberts Carla Meijers Maike Grobbenhaar HOBO Hans Wolters Marjolein Koning Yvonne Wolters Gerard van Andel
KLARINET Frank van den Brink Esther Misbeek Diede Brantjes Sergio Hamerslag Bart de Kater FAGOT Hajime Konoe Freek Sluijs Jos Lammerse Desirée van Vliet HOORN Annelies van Nuffelen Toine Martens Fréderick Franssen Rebecca Grannetia TROMPET Hessel Buma Raymond Rook Hans Verheij TROMBONE Herman Nass Pierre Volders Wouter Iseger TUBA Bernard Beniers PAUKEN Paul Jussen SLAGWERK Hans Zonderop Mark Haeldermans Vincent Cox Esther Doornink HARP Ellen Versney Marianne Smit
vrijdag 27 november 2015, 20.15 uur inleiding Leonard Leutscher 19.30 uur TivoliVredenburg, Utrecht SERIE AVROTROS KLASSIEK I
Mozart(iana) en Minnaar
vrijdag 4 december 2015, 20.15 uur inleiding Kees Wisse 19.30 uur TivoliVredenburg, Utrecht SERIES HET RUSSISCHE RIJK , MUZIKALE MEESTERWERKEN , NIELSEN
De Russische ziel
Het Symfonieorkest
Radio Filharmonisch Orkest
Jan Willem de Vriend dirigent
Jun Märkl dirigent
Hannes Minnaar piano
Denis Kozhukhin piano
Mozart Symfonie nr. 34 Tsjaikovski Mozartiana Beethoven Derde pianoconcert
Nielsen Aladdin suite Rachmaninov Tweede pianoconcert Stravinsky Petroesjka (versie 1947)
MARCO BORGGREVE
HANNES MINNAAR
FELX BROEDEXX
DENIS KOZHUKHIN
volgende concerten
15
16
zaterdag 21 november 2015, 14.15 uur Concertgebouw, Amsterdam WWW . ZATERDAGMATINEE . NL
zaterdag 28 november 2015, 13.00 uur Concertgebouw, Amsterdam WWW . ZATERDAGMATINEE . NL
London Philharmonic Orchestra en Christian Tetzlaff
Skrjabins onbereikbare ‘Mysterium’
London Philharmonic Orchestra
Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor Vlaams Radio Koor
Christoph Eschenbach dirigent Markus Stenz dirigent Martina Batič koordirigent
Christian Tetzlaff viool
colofon
Rihm Verwandlung 3 (Nederlandse première) Beethoven Vioolconcert Brahms Eerste symfonie
Alexei Zuev piano Marisol Montalvo sopraan Skrjabin ‘Mysterium’ (L’acte préalable’) (arr. Nemtin)
PROGRAMMERING
PRESENTATIE
Astrid in ’t Veld
AVROTROS NPO RADIO
PRODUCTIE
Mark Brouwers
Manon Tuynman, Sandra Eil, Anneke Peerik PUBLICITEIT
&
PRODUCTIE
AVROTROS NPO RADIO
Sabien Stols
AVROTROS NPO RADIO
&
Anneke de Vries
FINANCIËN
MUZIEK
4
Thea Derks EINDREDACTIE
Kees Vlaardingerbroek DIRECTEUR STICHTING OMROEP
RANDPROGRAMMERING
JONG TALENT ADMINISTRATIE
ARTISTIEK LEIDER
4
Maurits Haenen, a.i. PROGRAMMATOELICHTING
Emanuel Overbeeke
4
REDACTIE PROGRAMMABOEK
Tim Moen
Clemens Romijn
CASTING DIRECTOR
EINDREDACTIE
Mauricio Fernández
Onno Schoonderwoerd