}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant Actueel New Babylon pas na veertig jaar verrezen
3
Vrijdag 1 februari 2013
Economie Jan Paul Bresser tussen oude en nieuwe boeken
9
jaargang 7 nummer 299
€ 1,95
Cultuur Omkijken heeft geen zin voor Roland Kieft
15
Er is een beeld van haar dat ik het liefste zie: de Koningin te paard en in galop het Scheveningse strand de haren eindelijk wild en los de zware plichten vliegen weg met stuivend zand… de tinteling van de zee, de zon, de wind, de wolken aan de Nederlandse kust. En straks, na al die jaren van voorbeeldig maar ook slopend koningschap, het stil geluk van vrijheid en van rust.
Paul van Vliet
>Foto: Peter Smulders
Ik wens haar dat gevoel nog vaak:
2>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 1 februari 2013
Wethouder Baldewsingh is zeer bezorgd:
‘Zelfdoding onder jongeren ernstig fenomeen’ een congres waar beide partijen met dit onderwerp leren omgaan. Omdat bijna een kwart van de jongeren die deelneemt aan het SuNa-project niet uit Den Haag afkomstig is, maar hier wel hulp krijgt, vindt de wethouder het tijd worden voor een meer regionale aanpak. De vorming van een regionale GGD, die in de pen zit, kan in dit verband wel eens goed van pas komen, is zijn idee.
Door Jan van der Ven
Zelfmoord en pogingen tot zelfmoord, het verschijnsel blijft zorgen baren. In een stad als Den Haag vormt zelfdoding, na ongelukken in en rond het huis, de tweede niet natuurlijke doodsoorzaak. “Het komt vaker voor dan dodelijke slachtoffers als gevolg van verkeersongelukken of moord. Zelfdoding is dus een ernstig fenomeen. We slagen er niet in zelfdoding te voorkomen. Maar we kunnen natuurlijk niet achterover leunen”, zegt wethouder Rabin Baldewsingh. Hij is als wethouder verantwoordelijk voor de gezondheidszorg en dus ook voor het thema (pogingen tot) zelfdoding. Deze week stuurde hij een brief naar de gemeenteraad waarin hij uiteenzet welke maatregelen de GGD heeft genomen om jongeren die een poging tot zelfdoding deden in het vizier te houden. Er is een aantal jaren geleden een speciaal programma voor opgezet, SuNa genaamd, hetgeen staat voor Suïcide (poging) Nazorg. Het programma werd opgezet omdat gebleken is dat vooral jongeren moeite hebben met het zoeken en vinden van hulp na een suïcidepoging. “Schaamte, onwetendheid over het aanbod, geïsoleerd zijn en slechte ervaringen met de hulpverlening kunnen daarbij een rol spelen”, schrijft de wethouder in zijn brief. SuNa richt zich op jongeren van 13 tot 27 jaar die een zelfmoordpoging deden en via een afdeling Spoedeisende Hulp werden aangemeld. Doel van het programma is de jongeren niet uit het oog te verliezen. In de periode 1 juni 2011 tot en met oktober 2012 ging het om 259 jongeren. De jongeren die deelnemen aan het programma, moeten vooraf wel toestemming geven. Is dat gebeurd, dan wordt alles uit de kast gehaald om herhaling te voorkomen.”En het werkt”, constateert de wethouder. “De jongeren krijgen passende hulp, zoals het stimuleren van het volgen van een goede opleiding. Zodat ze zich gelukkiger voelen”. Baldewsingh herinnert zich het meisje
Schaamte speelt een rol bij zelfdoding.>Foto: Morguefile
dat na een zelfmoordpoging haar leven weer op de rails kreeg. “Ze had relationele problemen en zag het niet meer zitten toen haar relatie op de klippen liep. Ze kreeg hulp via SuNa en maakte uiteindelijk haar universitaire studie af. Zo zie je dus het nut van goede hulp maar ook van het tijdig opsporen van problemen”. Ouders Jongeren die deelnemen aan het project houden contact met de hulpverleners via email, sms’jes en natuurlijk de telefoon. Ook worden gesprekken met ze gevoerd. Dit gebeurt meestal thuis, zodat ook ouders erbij betrokken kunnen worden. Baldewsingh wil de kennis en ervaring die met het SuNa-project wordt opgedaan op een breder terrein inzetten,
vooral in het onderwijs. Hij hoopt dat zodoende meer risico-jongeren kunnen worden opgespoord. De wethouder vindt het ondanks alle inspanningen tijd worden er een tandje bij te doen. “Er is meer nodig. Zo krijgen medewerkers uit de GGZ via Parnassia trainingen in levensreddend handelen. En verpleegkundigen van de afdelingen spoedeisende hulp krijgen klinische lessen in de omgang met jonge patiënten die een poging tot zelfdoding deden”. Pesten op school moet beter herkend worden als risicofactor voor (pogingen tot) zelfdoding. Baldewsingh vindt dat er op dit gebied een betere aansluiting moet komen tussen de hulpverleners van de GGZ en de leerkrachten. Om dit doel te bereiken organiseert hij dit jaar
Tweedeling De verschillende sociaal-economische posities van inwoners manifesteert zich ook op het gebied van (pogingen tot) zelfdoding. De PvdA-wethouder klinkt bezorgd als hij zegt: “De verschillen in gezondheid in deze stad zijn groot. Mensen uit bijvoorbeeld de Schilderswijk of Transvaal leven zestien jaar in een slechtere gezondheidssituatie dan stadgenoten uit bijvoorbeeld Bezuidenhout. En ze gaan ook nog eens gemiddeld vijf jaar eerder dood. Bij zelfdoding zie je eigenlijk hetzelfde beeld terug”. Niet zo vreemd, stelt de wethouder, als je weet dat in achterstandswijken vaker sprake is van mensen met een depressie, met een alcoholprobleem, met psychische problemen en met relationele problemen. Ook is in die wijken sprake van meer huiselijk geweld dan elders in de stad. Het is al met al een zeer ongezonde cocktail die de kans op (een poging tot) zelfdoding vergroot. Het zal, stelt de wethouder, daarom niet verbazen dat gekozen wordt voor een meer wijkgerichte aanpak. Er komen speciale lesprogramma’s zodat het onderwijzend personeel alert is op signalen bij jongeren die kunnen duiden op somberheid. “Voortijdige opsporing blijft essentieel”, zegt de wethouder. Hij wil de aandacht echter niet beperken tot de groep jongeren van 13 tot 27 jaar. Uiteindelijk moet iedere Hagenaar die een poging tot zelfdoding deed, ongeacht zijn of haar leeftijd, op hulp kunnen rekenen. “Voor iedereen geldt: we moeten een terugval zien te voorkomen”, aldus de wethouder.
‘Zoiets vergeet je nooit’ Wethouder Rabin Baldewsingh is bezorgd. Hij maakte zelf een aantal jaren geleden mee dat één van zijn neefjes voor de dood koos. “Zoiets vergeet je dus nooit”. Jaarlijks maken in Den Haag tussen de 35 en 75 mensen een einde aan hun leven. Onder hen bevinden zich relatief veel mannen van Nederlandse en Hindoestaanse komaf. Kijken we naar pogingen tot suïcide, dan scoren vooral meisjes en jonge vrouwen hoog, en dan met name meisjes en jonge vrouwen van Turske en Hindoestaanse komaf. “Het is een constante trend”, aldus de wethouder. Waarom de meisjes ervoor kiezen zichzelf te beschadigen – of erger – blijft gissen. Deskundigen houden het er op dat diverse factoren in het spel zijn. Zo zouden Hindoestaanse meisjes verstrikt raken in de eisen die gesteld worden aan uiterlijk, carrière en partnerkeuze. Bij meisjes van Turkse afkomst zou het leven in twee culturen een rol spelen. De Nederlandse cultuur biedt meisjes vrijheid, wat kan botsen met de veelal gesloten Turkse cultuur. Omdat in Den Haag relatief veel Hindoestanen wonen, speelt hier het vraagstuk van Hindoestaanse meisjes met neiging tot zelfbeschadiging een rol. Het SuNa-project bereikte 24 jongeren van Surinaamse afkomst, waarschijnlijk gaat het hier om meisjes uit de Hindoestaanse gemeenschap. Er werden daarnaast 35 Turkse jongeren bereikt. Van de deelnemers aan het SuNa-project is 83% vrouw. De aanleiding voor een poging tot zelfdoding bij de SuNa-deelnemers was bij eenderde een problematische gezinssituatie. In bijna dertig procent was sprake van relatieproblemen. In 27% van de gevallen ging het om een psychiatrische ziekte en bij dertien procent was sprake van een geringe zelfacceptatie. In bijna 6% was sprake van interculturele problemen.
Nieuwe woontoren drukt kamernood Vlak voor de oplevering van de studententoren aan de Waldorpstraat op 5 februari zijn nog enkele woningen niet verhuurd. In augustus wordt op dezelfde plek een tweede toren opgeleverd die nog eens plaats biedt aan 347 studenten. Tegelijkertijd wordt vlakbij ook het kantoorgebouw ‘De Pionier’ omgetoverd tot studentenhuisvesting. Toch is de kamernood hoog. Door Jasper Gramsma
De 23 verdiepingen tellende toren is gebouwd in opdracht van het NS vastgoedbedrijf en de Limburgse woningcorporatie WoonGoed 2-Duizend. Het complex kenmerkt zich door afwisselende aluminium en zwarte panelen en verspringende horizontale lijnen. “De belijning van het complex wordt ook doorgetrokken in de omliggende bestrating en beplanting om eenheid tussen gebouw en omgeving te realiseren”, meldt het architectenbureau K2. Hoewel de in aanbouw zijnde tweede toren identiek lijkt, zijn er grote verschillen in de indeling. Dat heeft te maken met het verschil in functie. De tweede woontoren is bedoeld voor groepsbewoning en kort verblijf van internationale studenten. De nu op te leveren toren biedt woonruimtes in vier formaten variërend van 29 tot 52 vierkante meter. Stichting DUWO gaat de woontorens exploiteren. Volgens Gijsbert Mul,
vestigingsdirecteur van DUWO in Den Haag, moet het complex een tekort aan studentenhuisvesting verminderen. Daarbij baseert hij zich op het meest recente onderzoek uit 2008, dat een tekort van 1700 woningen meldt. “Op dit moment zijn we samen met de gemeente bezig met een nieuw marktonderzoek. Daarvan volgen de eerste resultaten pas over enkele weken. Vooralsnog gaan we uit van kamernood, op basis van ervaring en ontwikkelingen”. Daarbij doelt Mul op een groeiend aantal studenten van de Haagse Hogeschool en de komst van een dependance van de Universiteit Leiden. Concurrenie Mul vreest niet voor mogelijke concurrentie van de extra 5000 vierkante meters huisvestingsmogelijkheid in ‘De Pionier’: “Het is nog de vraag welke partij het gebouw gaat beheren. Als wij dat niet zijn, levert het mogelijk concurrentie op. Anderzijds geloof ik in ons eigen product”. Dat er in de volgende week op te leveren toren nog wat ruimtes beschikbaar zijn, is volgens Mul het gevolg van het ‘oninteressante tijdstip’. “De grote tekorten voor dit studiejaar zijn al verholpen”, legt hij uit. De tweede toren komt in augustus gereed. Mul gaat er vanuit dat ook deze probleemloos bezet wordt. Toch plaatst hij een kanttekening bij de nieuwe ontwikkeling van studenten-
huisvesting: “We moeten opletten dat we niet doorschieten. Studentenhuisvesting lijkt namelijk het panacee te worden voor de bouwcrisis. Door goed in beeld te hebben welke plannen in uitvoering zijn, kan een mogelijk overschot voorkomen worden”.
Volgens de gemeente is er van een overschot nog geen sprake. “Den Haag wil zich meer profileren als studentenstad. Het college stelt zich tot 2014 ten doel nog 1500 nieuwe studenteneenheden te realiseren omdat die echt nodig zijn. Daarbij houden we natuurlijk wel rekening met de prognose voor studentenaantallen”, zegt de woordvoerder. De grootste hoger onderwijsinstelling in de stad, de Haagse Hogeschool, vindt het echter lastig voorspellingen te doen over de ontwikkeling van de kamernood en de studentenaantallen. “Er zijn erg veel factoren die hierop van invloed zijn. Denk bijvoorbeeld aan het starten en opheffen van opleidingen. Maar ook maatregelen vanuit de politiek, zoals het leenstelsel, hebben direct effect op het aantal inschrijvingen”, laat een woordvoerder weten. De laatste jaren signaleert de Haagse Hogeschool een geleidelijke toename van studenten, maar men houdt een slag om de arm voor de komende jaren: “De invoering van het leenstelsel zal aanzienlijk effect hebben op onze studentenaantallen, maar in welke mate is niet goed te voorspellen”.
Met een hoogte van 70 meter hebben de studenten vanuit de toren een weids uitzicht. > Foto: PR
3
actueel<
Vrijdag 1 februari 2013 > Den Haag Centraal
Van verjaardagscover naar afscheidsfront Door Coos Versteeg
Den Haag voelt sinds maandagavond een beetje anders. De Koninklijke Residentie krijgt letterlijk een ander gezicht. Beatrix, de vorstin die na een decennia van ‘Den Haag met je lege paleizen’ het hof weer terugbracht, heeft het langverwachte woord gesproken. Halverwege vorige week werd op onze redactie reeds nagedacht over de voorpagina die deze krant nu siert. De aanzet daartoe kwam van onze journaliste Joke Korving, die in een mailtje liet weten dat de meest prominente inwoonster van Den Haag op 31 januari 75 jaar oud werd. Of we daar niet iets bijzonders mee moesten doen? “Een aantal jaren geleden heeft Yvonne Keuls haar in een bijschrift gefeliciteerd. Misschien kan dat weer. Of Paul van Vliet?”, vroeg zij zich af. Nu heb ik al vele jaren grote bewondering voor wat Yvonne Keuls schrijft en doet en zij is dol op Den Haag Centraal, maar je wilt niet voortdurend dezelfde mensen met verzoeken lastig vallen. Dus nu maar weer eens Paul van Vliet, ook zo’n warme vriend van deze krant,
gevraagd. Paul, die de onvergetelijke regels van ‘Den Haag met je lege paleizen’ zong, kent Beatrix nog uit zijn Leidse studententijd. Hij voerde bij haar huwelijk die fantastische act met een regenjas van Pelger voor prins Claus op. “Als ik op iets leuks kom, dan doe ik het”, liet hij enthousiast met die onmiddellijk herkenbare stem horen. De volgende dag lag er een gedicht; briljant van eenvoud, vol genegenheid, persoonlijk en fraai van beeld. Kort daarop hing hij aan de telefoon: “Met Paul, zou je er een foto bij kunnen zoeken waarop majesteit te paard over het strand galoppeert?”. Dat lukte wonderwel snel. Waar onze vaste fotopersbureau’s Hollandse Hoogte en WFA geen uitkomst boden, bleek de Eindhovense fotograaf Peter Smulders een schitterende opname in zijn archief te hebben. Daarna was het een kwestie van vormgeving. Hoe toepasselijk blijken nu ineens de laatste regels in deze ode aan de 75-jarige vorstin. “En straks na al die jaren/ van voorbeeldig maar ook slopend koningschap/ het stil geluk van vrijheid en van rust”. Plotseling is de verjaardagscover van de krant een soort afscheidsfront gewor-
den. Ineens ga je ook stilstaan bij vragen als: gaat Willem Alexander straks op Huis ten Bosch wonen? Daar heeft de Rijksvoorlichtingsdienst inmiddels antwoord op gegeven. De kroonprins blijft voorlopig nog op het landgoed de Horsten in Wassenaar, maar zal op een gepast moment verhuizen. Beatrix keert straks – als prinses – terug naar haar geliefde Drakensteyn in Lage Vuursche; het ingrijpend gerestaureerde kasteeltje waar zij met prins Claus en haar jonge gezin woonde voordat ze de troon besteeg. Amalia Andere vragen doemen ook op. Prinses Amalia wordt eind dit jaar tien en dan gaat voorzichtig de middelbare school al lonken. Op het 1ste VCL, waar haar vader school ging, maar ook op het Maerlant, het Haganum, stiekem ook christelijk gymnasium Sorgvliet en uiteraard ook op het Wassenaarse Rijnlands Lyceum staat men al een beetje stil bij wat het zou gaan betekenen als de familie Van Oranje plotseling op de open dag verschijnt om zich te oriënteren. Want hoezeer een school verandert als er een koningskind toetreedt, daar
kunnen ze op het VCL nog steeds van meepraten. Niet alleen moet alles spic & span vers in de verf komen te staan en is er een speciale ruimte nodig waar de lijfwachten kunnen verblijven. Maar zo’n school hoeft zich ook de komende jaren geen zorgen te maken over het leerlingental. Van alle kanten stromen namelijk de hijgerige ouders toe die hopen dat hun puber voortaan op Koninklijke verjaarspartijtjes op het paleis wordt genood. Of je er blij mee moet zijn als rector…? Gemengde gevoelens natuurlijk ook in de Hoytemastraat in het Benoordenhout. Daar is koningin Beatrix nu nog een graag geziene gast, met name bij patisserie Jarreau. Maar ach je kunt je bijna voorstellen hoe dat straks gaat, als Amalia op het schoolplein juist een beetje staat te chillen en haar mobieltje rinkelt: “Met oma schat. Luister eens, jullie komen dit weekeinde op visite. Doe mij een plezier en fiets één dezer dagen even langs Jarreau om wat van die overheerlijke kaastabletjes voor oma te kopen. Doe je dat? Niet vergeten hè! Want zó lekker als daar maken ze ze niet op de Veluwe”.
De creatieve sector zit in de lift. Sinds 2009 is het aantal banen in deze dienstverlening met 30 procent gestegen. Onder deze sector vallen kunsten, mode, media, entertainment en creatieve zakelijke dienstverlening. De toename blijkt uit cijfers van de Kamer van Koophandel. In Den Haag zijn nu 17.500 mensen in de creatieve sector werkzaam. Wethouder Marjolein de Jong (Cultuur, Binnenstad, Internationaal) is blij dat ondanks de crisis het aantal banen in deze branche stijgt. “Het programma Creatieve Stad, waarmee de gemeente Den Haag creatieve bedrijven faciliteert en starters stimuleert om zich in Den Haag te vestigen, werpt zichtbaar vruchten af. Den Haag staat landelijk echt op de kaart als een stad waar creatief ondernemerschap alle ruimte krijgt. Zo werd Den Haag tijdens de afgelopen Amsterdam Fashion Week door maar liefst zes ontwerpers vertegenwoordigd”.
Een eerdere editie van 'The Passion', vorig jaar in Rotterdam.>Foto: EO
‘The Passion levert de stad veel op’ Wethouder Marjolein de Jong (D66, Cultuur, Binnenstad) is uitermate tevreden dat de derde editie van het muzikale spektakel ‘The Passion’ zich dit keer in het centrum van Den Haag zal afspelen. De paasvertelling over het lijden, sterven en de wederopstanding van Jezus kan de stad een korte economische impuls opleveren, aldus De Jong. “Niet alleen volgden vorig jaar ongeveer 1,7 miljoen mensen op de beeldbuis de gespeelde laatste uren in het leven van Jezus, maar eerdere edities trokken ook tussen de 15.000 en 20.000 mensen naar de binnenstad van Gouda en Rotterdam. Die televisiekijkers krijgen een hoop mooie, historische plekjes te zien, het zal ze inspireren om eens een dagje Den Haag doen”.
Maar eigenlijk hoopt De Jong vooral dat de hotels en restaurants voorafgaand aan het evenement vol zitten. “Ik bespeur al het nodige enthousiasme bij hoteliers die nu driftig bezig zijn Passion-arrangementen te bedenken”. Waarom de EO en de RKK voor de Hofstad hebben gekozen, weet De Jong niet. Wij hebben daar zelf geen inspraak in gehad. Dat Sjaak Bral in het AD zich afvraagt hoeveel deze religieuze polonaise gaat kosten, ergert de wethouder. “De gemeente steekt er geen cent in”. Macht Een woordvoerder van de EO weet wel waarom voor de Hofstad is gekozen”. Den Haag is net als Jeruzalem in de tijd
van Jezus het centrum van de macht, maar ook de stad die voor vrede en gerechtigheid staat. Dat sluit mooi aan bij het verhaal”. Toch kan de verklaring net zo goed een toevallige loop van omstandigheden zijn, want waarom de EO dan in het verleden voor Rotterdam en Gouda heeft gekozen, blijft onduidelijk. Vorig jaar speelde Danny de Munk de rol van Jezus, kreeg Frans Bauer de rol van Petrus en was zangeres Berget Lewis te zien als Maria. De nieuwe cast van The Passion wordt eind februari bekendgemaakt. Het evenement kan gratis door iedereen worden bijgewoond. The Passion is ook op tv te zien op 28 maart, 3 dagen voor Pasen, om 20.25 uur op Nederland 1.
Nieuwbouw Hoge Raad moet aangepast Den Haag krijgt twaalf weken de tijd om drie bouwvoorschriften uit het bestemmingsplan ‘Smidsplein e.o’ aan te passen. Dat heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bepaald in een tussenuitspraak. Het bestemmingsplan maakt de nieuwbouw mogelijk voor de Hoge Raad der Nederlanden op de plaats van de Franse ambassade aan het Smidsplein en het
Weekkrant Den Haag Centraal is helemaal klaar voor de toekomst. Tien aandeelhouders telt de onderneming Den Haag Centraal 2012 BV sinds vorige week; zes mensen meer dan waarmee de krant in september vorig jaar kon doorstarten. De nieuwe financiers zijn stuk voor stuk Haagse particulieren met hart voor de stad. Negen mannen en een vrouw bleken bereid geld te investeren in de voortgang van deze krant. Zij vinden het van groot belang dat een stad als Den Haag een onafhankelijk lokaal medium heeft. Notaris Paul Gorsira uit Wassenaar zette vorige week bij de eerste Algemene Vergadering van Aandeelhouders de noodzakelijke handtekeningen om één en ander formeel te bezegelen. De financiers van de doorgestarte onderneming, onder wie uitgever John van Ringelenstein en hoofdredacteur Coos Versteeg, hebben met hun financiële impuls een stabiele basis gelegd waarop de krant de komende jaren kan voortbouwen. De tien aandeelhouders zijn afkomstig uit de wereld van de advocatuur, media, detailhandel en de financiële dienstverlening.
30% meer banen creatieve sector
Eurojust kan door in Zorgvliet Eurojust mag er komen. De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het bestemmingsplan ‘Zorgvliet (Eurojust)’ van de gemeente Den Haag in stand gelaten. Dit betekent dat het bestemmingsplan definitief is geworden en de internationale organisatie Eurojust zich van de Raad van State mag vestigen in een nieuw kantoor aan de Jan Willem Frisolaan. Stichting Wijkoverleg Zorgvliet, Stichting Wijkoverleg Statenkwartier en een aantal inwoners van Den Haag waren tegen het bestemmingsplan in beroep gekomen bij de Raad van State. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk. De stichtingen en de inwoners hadden veel bezwaren ingediend tegen het bestemmingsplan. De Raad van State heeft alle bezwaren ongegrond verklaard. De bezwaarmakers vinden onder meer dat onvoldoende onderzoek was gedaan naar alternatieve locaties voor Eurojust. Verder hebben ze bezwaar tegen de omvang en hoogte van het kantoorgebouw. De bouwhoogte van maximaal 50 meter zou niet passen in het beschermde stadsgezicht. Ook vinden zij dat er privaatrechtelijke ‘erfdienstbaarheden’ uit het begin van de vorige eeuw in de weg staan van het plan. Hierin zou zijn bepaald dat op de beoogde locatie van Eurojust alleen een villa of een schoolgebouw en geen kantoor mag worden gebouwd. Bovendien vrezen de inwoners dat hun woongenot wordt aangetast en zijn zij bang dat de veiligheid van de woonomgeving in het geding komt door de komst van Eurojust. Ten slotte betwijfelen de bezwaarmakers de financiële uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan ‘Zorgvliet’ maakt een nieuw kantoorgebouw van 18.000 m2 mogelijk met een veiligheidszone van 30 meter rondom het gebouw.
Den Haag Centraal verder met tien aandeelhouders
voormalige AXA-gebouw aan het Korte Voorhout. Tegen het plan hadden de Vereniging van Eigenaars (VVE) van het Smidswater 1-7e, de Vereniging Vrienden van Den Haag, de Erfgoedvereniging Bond Heemschut en de Vereniging Buurtschap Centrum 2005 beroep ingesteld. De Raad van State is van oordeel dat de gemeenteraad alsnog in het bestem-
mingsplan moet opnemen dat de ‘overkragende’ bebouwing niet meer mag beslaan dan twintig procent van de voorgevel en zestig procent van de achtergevel. Dit is in overeenstemming met de stedenbouwkundige uitgangspunten die de gemeente in 2010 heeft vastgesteld voor het gebied Korte Voorhout. Verder moet de gemeenteraad duidelijk in het bestemmingsplan aangeven hoeveel kan-
toorruimte er maximaal mag worden gebouwd; het bestemmingsplan is op dit punt rechtsonzeker, aldus de hoogste bestuursrechter. Ten slotte moet de gemeenteraad een voorschrift voor dakopbouwen beter in het bestemmingsplan vastleggen. Pas als de geconstateerde gebreken in het bestemmingsplan zijn gerepareerd, zal de Raad van State een definitieve uitspraak doen.
Voetbalclub ADO weer noodlijdend ADO Den Haag staat de komende jaren financieel onder curatele van de KNVB. De Haagse voetbalclub is door de KNVB geplaatst in de categorie noodlijdende clubs en moet voortaan voor elke uitgave groter dan 50.000 euro eerst toestemming hebben van de licentiecommissie. Daarnaast moet ADO nu een plan van aanpak maken, waarin staat hoe men binnen drie jaar uit de problemen denkt te komen. ADO Den Haag relativeert de maatregel door te stellen dat de KNVB de regels heeft verscherpt. Daarnaast geeft men op de website aan dat de exploitatieverliezen de afgelopen jaren vergaand zijn teruggedrongen en men het afgelopen seizoen zelfs een bescheiden positief saldo van 55.000 euro kon noteren. Maar de verliezen uit het verleden – goed voor 1,2 miljoen euro – spelen ADO Den Haag nog steeds parten. Algemeen directeur Cees Driebergen: “We zijn er dus nog niet met de financiële gezondmaking van onze club, maar we gaan vol goede moed verder op de ingeslagen weg. We zullen met extra kracht het commerciële beleid voortzetten om de inkomsten van de club te vergroten. In financieel opzicht blijven we goed op de centen letten en doen we geen grote investeringen. Dat voorzichtige beleid waar we al tijden mee bezig zijn, is nodig om ADO Den Haag structureel financieel gezond te krijgen”.
4>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 1 februari 2013
stadsmens
Jazzschool Den Haag een nieuw begin voor docenten Koorenhuis “De jazzafdeling van het Koorenhuis gaat gewoon door”, zegt coördinator Robert Veen. Voor hem stond dat eigenlijk al in maart vorig jaar onomstotelijk vast. Wethouder De Jong van Cultuur kondigde toen aan dat het Koorenhuis geen subsidie meer zou krijgen. “We zouden op slag failliet gaan”, vertelt Veen, die als saxofonist, klarinettist en fluitist befaamd is in de wereld van traditionele jazz en swing. “In eerste instantie ziet dat er natuurlijk erg dramatisch uit, maar ik heb nooit paniek gehad. Op onze jazzafdeling geven muzikanten van naam les. Iedere docent zit volledig vol. Ik ben gaan optellen en heb uitgerekend dat we per docent zoveel cursusgeld binnenhalen, dat we eigenlijk geen subsidie nodig hebben”. Veen en zijn collega’s gaan na dit seizoen verder als Jazzschool Den Haag. “De naam heb ik inmiddels gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. Ook de domeinnaam, zodat we een website kunnen maken”. In de nieuwe opzet worden de docenten zzp’ers. Blijft de jazzafdeling in het vertrouwde gebouw aan de Prinsegracht 27? “We wachten op details”, zegt Robert Veen. “Die worden in februari bekend. De vraag is wat we aan huur moeten beta-
strumentalisten, zangers, zangeressen, jazzkoren en een big band. Op de Jazzschool Den Haag keren de vaste docenten terug: Wolfert Brederode (piano), Eric Ineke (drums), Alex Milo (contrabas), de trompettisten Victor Borkent en Menno Daams en de zangdocenten Sanna van Vliet en Annemarie Willems. Volgens Veen zou op de Jazzschool de aanpak kunnen gaan verschillen met die van het Koorenhuis. “Wellicht komen er meer docenten bij. Wij zullen er allemaal hard aan moeten werken om ons zelf te profileren. Voorheen kwam je in een gespreid bedje: er was al een site en een pr-afdeling. Straks gaat het om privépersonen, die iets te bieden hebben en dat gaan verkopen”.
Robert Veen: ‘Wij hebben eigenlijk geen subsidie nodig’. >Foto: Eveline van Egdom
len. Is dat haalbaar? Maar ik heb er alle vertrouwen in dat het goed komt”. De vooruitzichten zijn florissant, maar de afgelopen periode heeft er flink ingehakt bij de medewerkers. “Aanvankelijk stopte de subsidie, waren we meteen failliet en was er ook geen sociaal plan.
We hebben de strijd voor ons bestaan geleverd. Nu is er wel een sociaal plan en we mogen dit seizoen de cursussen afmaken”. Bijna elke dag klinkt er muziek in het Koorenhuis. Docenten van de jazzafdeling geven er dan les aan combo’s, in-
Talentscouts Robert Veen speelt in ongeveer 20 verschillende orkesten, in zowel Europa als de VS. Zijn connectie met het gebouw aan de Prinsegracht 27 bestaat al lang. Tegelijk met zijn studie Nederlands aan de universiteit van Groningen volgde hij op het Koninklijk Conservatorium, destijds gevestigd in dat pand, de jazzopleiding. Al jaren richt hij zich ook op de jeugd. Dat begon in 1984 toen de Junior Jazzers werden opgericht om op het North Sea
Jazz Festival in het kinderprogramma ‘Gigs for Kids’ op te treden. Sinds 1998 is Veen elk jaar in het Japanse Kobe. “Het echtpaar Suehiro organiseert daar het Kobe Jazz Street Festival”, vertelt hij. “De twee zijn talentscouts en reizen de hele wereld over om jazztalent te spotten”. Het echtpaar bezoekt ook altijd het Breda Jazz Festival, waar jaarlijks de Kobe Jazz Award wordt uitgereikt. Alle winnaars van deze onderscheiding keren elk jaar terug naar Japan. Veen: “Er is inmiddels een aanzienlijke wolk van Europees en Amerikaans jong jazztalent”. Net als op het Koorenhuis krijgt de jeugd straks op de Haagse Jazzschool ook alle kansen. “Muziek maken is het mooiste wat er is”, klinkt Robert Veen stellig. “En jong ondervinden wat samenwerken betekent, zoals spelen in een orkest, kan belangrijk zijn voor je latere plek in de samenleving”. Joke Korving Elke dinsdagavond spelen vanaf 21.00 uur jazzensembles van het Koorenhuis in de foyer aan de Prinsegracht 27. Elke laatste vrijdagavond zijn er onder leiding van een docent in de foyer van het Koorenhuis jamsessions, waaraan iedereen kan meedoen.
Ingezonden mededeling
Het succes van ons veilinghuis. Deventer strooibus Opbrengst in 2012: € 18.000 2012 was voor het Venduehuis der Notarissen in Den Haag een succesvol veilingjaar met veel nieuwe bezoekers en een sterk groeiend internationaal koperspubliek. Wij hopen u in 2013 weer te mogen begroeten bij onze kunst- en antiekveilingen. Overweegt u uw kostbaarheden te veilen, dan nodigen wij u van harte uit om vrijblijvend een afspraak te maken. Tim Erpenbeek de Wolff 070 365 88 57 www.venduehuis.com
Lee Man Fong € 109.800
Wucai vaas € 18.900
Auguste Herbin € 318.000
Wolffers ‘zwaanhanger’ € 15.350
W.G.Hofker € 73.500
Kangxi wijnkan € 19.500
5
actueel<
Vrijdag 1 februari 2013 > Den Haag Centraal
‘Dit is beter dan de Zuidas’
Veertig jaar na aankondiging is New Babylon verrezen New Babylon, wonen, winkelen en werken naast CS, is de eerste grote stap naar een geheel vernieuwd stationsgebied. Later volgt het nieuwe Anna van Buerenplein, met een toren voor de Universiteit Leiden, waarin ook 400 studentenflats zijn opgenomen. De laatste schakel, het vernieuwde station, zal medio 2014 zijn voltooid. Door Casper Postmaa
Al in de jaren zeventig was er even sprake van een project in Den Haag dat Nieuw Babylon zou gaan heten. Die aankondiging stond op affiches, geplakt op bouwschuttingen in de buurt van het station CS. Vandaar die ene, nog altijd in ‘O, o, Den Haag’ nagalmende zin ‘Dat Nieuw Babylon, moest dat er trouwens eigenlijk nou wel zo nodig komen?’ De keuze voor die naam in het prenatale stadium van het project had ongetwijfeld te maken met het feit dat de man achter Babylon, Ton Meijer, eigenaar van ontwikkelaar MAB, als kunstkenner wilde verwijzen naar het utopische project Nieuw Babylon waarmee kunstenaar Constant in de jaren zestig internationale bekendheid verwierf. Maar het liep anders, het werd doodgewoon Babylon, Meijer wist 35 jaar later ook niet meer waarom, en zó ging het de geschiedenis in. Inmiddels heeft de werkelijkheid de geschiedenis gecorrigeerd, New Babylon is er dankzij Fortress toch gekomen. De projectontwikkelaar overbouwde deels het oude complex en liet twee wolkenkrabbers verrijzen: de honderd meter hoge Park Tower (30 verdiepingen, 130 appartementen) en de 142 meter hoge City Tower (44 verdiepingen, 205 flats). Het project omvat daarnaast 55.000 m2 kantoorruimte en 12.000 m2
voor restaurants en winkels. De mall, zoals drs. ing. Bas Maingay, het winkelgebied noemt, zal in september in gebruik worden genomen, burgemeester Van Aartsen neemt deze vrijdag de kantoren voor zijn rekening. De vraag is of New Babylon inderdaad een geslaagde flirt met de toekomst is, in de geest van kunstenaar Constant en bouwer Ton Meijer. Bas Maingay is als huidige ontwikkelaar stellig, zijn bouwwerk is klaar voor de toekomst. “Het is een project dat de tand des tijds zal doorstaan. Dit is niet iets dat je in vijftig jaar afschrijft. Dit is beter dan de Zuidas in Amsterdam. Het is een stad in de stad. Dat dit project het beter doet dan de markt is aan dát concept te danken. De mensen die in die kantoren werken, en de bewoners van de appartementen doen natuurlijk hun dagelijkse boodschappen in de winkels van Nieuw Babylon. En dan hebben wij op de Zuidas voor dat je ook op loopafstand van de binnenstad zit én aan een groot station. Dit is echt uptown Den Haag”.
Oerwoud Tijdens de bouw zag het er niet meteen naar uit dat Fortress bezig was met een bestendige bijdrage aan de skyline van Den Haag. Het gebouw van architect Roberto Meyer (van Meyer en Van Schooten) worstelde bijna letterlijk met de erfenis van zijn voorganger Wout Ellerman. Die had in de jaren zeventig het gebouw als een stapel kubussen ontworpen. Babylon was inderdaad een paar jaar eigenzinnig modern, maar het ontwerp was daardoor ook al snel gedateerd. Een deel van dat oude Babylon, bekleed met van dat bruine jaren zeventig glas, is achtergebleven omdat de eigenaar van het hotel niet van wijken wilde weten. Roberto Meyer heeft, zoals hij zelf zegt, het hotel omhelsd. Een mooie formu-
lering, iets té mooi. Het lijkt er meer op alsof zijn Park Tower, als een boom in het oerwoud, met zijn wortels het hotel heeft overwoekerd. Ook was er kritiek op de hoogte, de kleur en harde vormen van de torens. Het was tussen Den Haag en Nieuw Babylon niet direct liefde op het eerste gezicht. Het is de vraag of dat terecht is. Vergeleken bij de retro-architectuur die prof. Hans Kolhoff heeft gebruikt bij de nieuwe ministeries van Binnenlandse Zaken en Justitie aan de Turfmarkt ziet New Babylon er plotseling verfrissend modern uit. Eigenlijk doet het kleurenpalet van lichtgroen en zilvergrijs het opmerkelijk goed naast de Koekamp, en eenmaal voltooid, schieten die torens heel wat zelfbewuster de lucht in dan de bakstenen verwijzingen naar het New York uit de jaren dertig van Kolhoff. En het ziet ernaar uit dat Fortress ook gelijk krijgt van de markt. De helft van de 335 appartementen zijn verkocht aan belegger Amvest, die ze gaat verhuren, terwijl ook de verkoop van flats aan particulieren goed loopt. “In de Park Tower is bijna alles verkocht en in de City Tower verkopen we twee à drie appartementen per maand”, vertelt Maingay. Nog overtuigender is de verhuur van de winkelruimte. Er is plaats voor veertig winkels, waarvan er, in de huidige slechte tijden, al dertig zijn binnengehaald. Onder meer traiteur Dungelmann, Indisch restaurant Sarinah, Adidas, AKO en Greenbean. Nieuw in Den Haag is De Buren, een onderneming die kluisjes verhuurt waarin je online gekochte boodschappen worden gedeponeerd, zodat je ze kunt ophalen op een moment dat het je goed uitkomt. Er zijn ook gekoelde kluizen. Online shoppen, gekoelde lockers, Constant zou het ongetwijfeld utopia hebben genoemd.
New Babylon bij avond. > Foto: Sparrow & Partners
Schorsing is niet mogelijk
Raadslid Van Doorn laat zetel voorlopig onbezet ken voor raadsleden”. De griffie van de gemeenteraad heeft naar aanleiding van de affaire-Van Doorn het stof van de betreffende wetboeken geblazen. Griffier Hans Lingen legt uit dat van schorsing nauwelijks sprake van zijn. “Schorsing kan alleen wanneer de rechter in zijn oordeel uitspreekt dat schorsing een deel van een straf is. Maar dat komt tegenwoordig eigenlijk niet meer voor. Anders was het na de Tweede Wereldoorlog. Toen werden landverraders als straf voor hun gedrag uit het passief en actief kiesrecht ontzet. Voor raadsleden die daartoe werden veroordeeld, had dat tot gevolg dat hun raadszetel kwam te vervallen”. Schorsing van een raadslid is wel mogelijk als een raadslid zich heeft laten betalen voor werk dat voor de gemeente is verricht, weet Lingen. In dat geval raakt het de controlerende taak van het raadslid. “In zo’n geval kan het college
Door Jan van der Ven
Zijn stoel in de raadszaal zal wel enige tijd leeg blijven. Het vorige week in opspraak geraakte raadslid Arnoud van Doorn (Groep Van Doorn) besloot vorige week vrijdag namelijk dat het voorlopig niet verstandig is zijn gezicht in de raadszaal te laten zien. Zijn tijdelijke afwezigheid geschiedt op basis van vrijwilligheid. Niemand kan Van Doorn tegenhouden terug te keren, schorsing is niet aan de orde. Zelfs indien de rechter hem veroordeelt, hoeft hij volgens de letter van de wet geen afstand te doen van zijn raadszetel. “Ook gevangenisstraf is geen reden om het raadlidmaatschap vervallen te verklaren. Desnoods krijgt iemand dan zijn raadsstukken gewoon opgestuurd naar zijn cel”, aldus de griffie van de gemeenteraad. Van Doorn werd vorige week gearresteerd en beschuldigd van het lekken van geheime stukken naar een journalist. De zaak kwam bij toeval aan het rollen. De telefoon van Arnoud van Doorn werd sinds enige tijd door de politie afgeluisterd, omdat het raadslid werd verdacht van de verkoop van softdrugs aan jongeren van 14 en 15 jaar. De recherche hoorde hem spreken met een journalist van het AD/HC over geheime raadsstukken over de mogelijke aankoop van het World Forum door de gemeente. Van Doorn gaf de betreffende journalist zijn toegangspasje voor de etage van het stadhuis waar de raadsfracties hun werkkamers hebben. Het raadslid legde de journalist vervolgens uit waar hij de betreffende geheime do-
Raadslid Van Doorn.> Foto: PR
cumenten kon vinden. De journalist wordt verdacht van diefstal. Het gearresteerde raadslid was tot eind 2011 lid van de PVV-fractie. Als vicefractievoorzitter raakte hij in opspraak, nadat hij geld uit de partijkas had gebruikt. Pas na aandringen betaalde hij het geld terug. Van Doorn werd uit de fractie gezet en ging door als Groep Van Doorn. In een uitvoerig interview met TV West verklaarde Van Doorn vorige week woensdag dat de drugshandel met minderjarigen was bedoeld om op deze wijze het vertrouwen te winnen van een groepje jongeren uit de buurt.
Bij de aanhouding werd in zijn huis een alarmpistool aangetroffen. Landverraad Van Doorn overwoog vorige week donderdagavond een verklaring af te leggen in de gemeenteraad. Hij verscheen echter niet. De volgende dag had hij een indringend gesprek met burgemeester Van Aartsen, de griffier en het presidium van de gemeenteraad (het dagelijks bestuur). Het PvdA-raadslid Lobke Zandstra is voorzitter van het presidium. Zij zegt: “We hebben nog eens uitgelegd hoe hij moet omgaan met geheime stuk-
Ingezonden mededeling
het betreffende raadslid schorsen”, aldus Lingen. De commotie rond het raadslid Van Doorn herinnert de nestor van de gemeenteraad, de VVD’er Rob van de Laar, aan soortgelijke opwinding over het toenmalige raadslid Michel Dufresne van Leefbaar Den Haag. Dufresne was voorzitter van een vierkoppige fractie die tijdens de raadsverkiezingen in 2002 vanuit het niets in de raad terecht kwam. Van de Laar, 32 jaar lid van de gemeenteraad, herinnert zich de woelige tijden als de dag van gisteren. Van de Laar: “Dufresne maakte alle geheime stukken zonder pardon openbaar. Hij zei: ik gooi ze gewoon op straat. Daarop maakte toenmalig burgemeester Deetman met hem de afspraak dat het raadslid nooit meer een geheim raadsstuk in zijn bezit zou krijgen”. Uiteindelijk ging de partij aan onderling geruzie ten onder.
6>Varia terugblik
Den Haag Centraal > Vrijdag 1 februari 2013
foto’s uit het haags gemeentearchief
Zestig jaar Consumentenbond Consumentenorganisaties waren in landen als de Verenigde Staten, Canada, Engeland, Denemarken en Finland aan het begin van de jaren vijftig succesvol. Ook in Nederland gingen stemmen op een organisatie op te richten die in de bres wilde springen voor de belangen van de consument. Op 10 maart 1952 kwam in Den Haag een klein comité bijeen om dit plan tot uitvoering te brengen. Een nieuwe consumentenorganisatie die
De eerste grote actie van de bond vond plaats in juli 1953 het niet alleen zou gaan opnemen tegen fabrikanten of leveranciers, maar ook tegen maatregelen van de regering, dat was wat de initiatiefnemers voor ogen hadden. De leden van het comité wilden bij voldoende steun vanuit de Nederlandse bevolking overgaan tot de oprichting van deze organisatie. Die belangstelling was er en op 14 januari 1953 kon aan de Nederlandse Consumentenbond met 141 leden het officiële startsein worden gegeven. Al direct bij de oprichting besloot het bestuur naar Amerikaans voorbeeld een ‘kopersgids’, de Consumentengids, uit te geven. Hierin zouden deskundigen de
resultaten van onderzoeken naar prijs en kwaliteit van artikelen kunnen presenteren. De bond kreeg vragen en adviezen van belangenorganisaties zoals de Nederlandse Vereniging voor Huisvrouwen, van hoogleraren, van vakbonden en van vele consumenten. Al snel groeide de Consumentenbond uit tot een organisatie die aanzien genoot en waarvan de woorden serieus moesten worden genomen. Op 12 april 1954 vond de eerste jaarvergadering plaats in de Rolzaal op het Binnenhof. In de openingsrede van de bijeenkomst benadrukte minister A.C. de Bruyn het belang van de bond voor de consument. De eerste grote actie van de bond vond plaats in juli 1953. De Consumentenbond protesteerde met klem tegen de zogenaamde ‘melksanering’, de beperking van het aantal melkbezorgers per wijk. Ook de hoogte van de melkprijs en ongewenste prijsstijgingen van dagelijkse levensbehoeften stonden in de beginjaren prominent op de bondsagenda. In november 1954 voerde de bond actie om de winkelopenstelling in de Sinterklaasperiode te verruimen. Speerpunten in de acties in 1955 waren de bestrijding van de gevaren van het afbetalingswezen en de beperking van de import van Duitse brommers die sneller dan veertig kilometer per uur konden rijden. Vergelijkende warenonderzoeken waren er vanaf het eerste beginjaar, zoals naar de kwaliteit van verschillende kolensoorten of die
Consumentenbond aan het Leeghwaterplein 25-28 in 1990. >Foto: Dienst Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling gemeente Den Haag
van lucifers van zes verschillende merken. Het eerste grote vergelijkende onderzoek vond in 1958 plaats toen de technische kwaliteit van stofzuigers onder de loep werden genomen. De samenwerking met consumentenorganisaties in het buitenland was al in de jaren vijftig hecht. Vooral het streven naar een gemeenschappelijke aanpak van vergelijkende warenonderzoeken bracht de behartigers van de consumentenbelangen bijeen. Ook nu werkt de Consumentenbond nauw samen met zusterorganisaties in het buitenland. In oktober 1957 vond in Parijs de eerste internationale conferentie van consumentenbonden plaats, hieraan nam ook de Nederlandse bond deel. De eerste internationale conferentie in Nederland vond in 1960
in het Scheveningse Kurhaus plaats. In de beginjaren kende de Consumentenbond collectief en individueel aangesloten leden. Al in 1955 stelde het bondsbestuur de belangen te behartigen van 100.000 gezinnen. Het aantal individuele leden bleef laag tot de geruchtmakende rechtszaak tegen het sigarettenmerk Lexington in 1962 naar aanleiding van een onderzoek naar het teer- en nicotinegehalte in sigaretten. Weliswaar verloor de bond het proces en moest een aantal resultaten uit het onderzoek worden teruggenomen, publicitair bleek de Consumentenbond de winnaar. Onderzoeksinstituten, zoals TNO, die ‘met het oog op zakelijke belangen’ weigerden werk te doen voor de Consumentenbond, draaiden bij. Bovendien steeg het aantal individuele leden in 1962 van
25.000 naar 45.000! De bond moest zelfs werkstudenten aannemen om het grote aantal nieuwe leden te registreren. Eén van deze werkstudenten was Dick Westendorp, die later, van 1982 tot 1999 directeur was van de Consumentenbond. Bij het vijfentwintigjarige bestaan in 1978 telde de Consumentenbond 470.000 leden. De organisatie was toen de kinderschoenen al ruim ontgroeid en veranderd van een vrijwilligersorganisatie in een professionele organisatie met betaalde personeelsleden. De eerste betaalde krachten deden eind jaren vijftig hun intrede op het secretariaatskantoor aan de Huygensstraat 2. Een woonhuis als kantoorpand bleek voor de groeiende organisatie ongeschikt. In 1969 verhuisde de bond naar het gebouw van de voormalige radiatorenfabriek van Van Heijst op het Leeghwaterplein. Na de herinrichting van het Laakhavenkwartier vond de Consumentenbond in november 1995 nieuwe behuizing in een modern gebouw aan het Enthovenplein 1. Ondanks tegenslagen zoals verminderde of zelfs stopgezette subsidies en schommelende ledenaantallen is de Consumentenbond nog steeds springlevend en viert dit jaar het zestigjarig jubileum samen met zijn 550.000 leden en 250 medewerkers. Corien Glaudemans www.gemeentearchief.denhaag.nl
Ingezonden mededeling
Za 2 februari 2013, 20.15 uur
Opera Light; Operette door zwaargewichten
Opereaen met ist tw
met Renate Arends & André Morsch Za 13 april 2013, 20.15 uur
Nederlands Blazers Ensemble Die Zauberflöte met o.a. Johannette Zomer Do 2 mei 2013, 20.15 uur
Hexagon Ensemble De lady Macbeth uit het district Mtsensk met acteurs Carol Linssen & Christine Ewert
drie concerten voor € 65,00 (€14,50 korting) reserveren 070 88 00 333 o.v.v. actiecode ‘twist’ @TheaterDenHaag
aanhetspuiplein
muziek aan het Dr Anton Philipszaal, Den Haag
7
regio<
Vrijdag 1 februari 2013 > Den Haag Centraal
Informateur Bruno Bruins rondt zijn opdracht af
Ervaring in college Wassenaar WASSENAAR – Informateur Bruno Bruins heeft drie ervaren bestuurders bereid gevonden Wassenaar aan een nieuw college van burgemeester en wethouders te helpen. Het gaat om Fatma Koser Kaya (D66), Eppe Beimers (CDA) en Leendert de Lange (VVD). Bruins kreeg hiervoor de medewerking van vijf Wassenaarse fracties (VVD, CDA, D66, PVDA en DLW), die tezamen een meerderheid in de raad vormen. De fracties onderschrijven ook het door de informateur geschreven raadsprogramma voor de periode 2013-2014. Bruno Bruins: “Ik vond het leuke gesprekken”.
binnen de gemeente waarvoor verantwoordelijk is. Een collegiale bestuursstijl zou mogelijk transparantie in de weg kunnen staan. Onderzoek naar het project Den Deijl, de fietstunnel die vorig jaar voor een budgetoverschrijding zorgde, gaf aan dat de gemeente niet genoeg controle had over het totale project. De budgetoverschrijding was de directe aanleiding voor het in december vorig jaar opstappen van het voltallige college. Het raadsprogramma meldt dat de gemeenteraad inzage moet krijgen in de voortgang van dergelijke projecten. Niet alleen bij de bespreking van de jaarrekening maar veel vaker.
In het opgestelde raadsprogramma worden de bestuurlijke verhoudingen binnen de gemeente expliciet genoemd. Uitdrukkelijk wordt de wens geuit debatten te voeren in commissies en in de gemeenteraad, en niet daarbuiten, en het daarbij over de inhoud te hebben en niet over personen. Ook wordt het college opgedragen om voor het zomerreces een raadsdebat voor te bereiden over de nieuwe voorgestane bestuurscultuur. Belangrijk punt moet daarbij zijn wie
Groenbelang De groene buffer die door Wassenaar wordt verlangd bij het realiseren van het project Valkenburg wordt ook in het raadsprogramma genoemd. Een pro-actieve houding om het groene karakter van Wassenaar en omgeving te behouden wordt door alle fracties benadrukt en sluit aan bij de wens tot overleg met de gemeente Katwijk en met de stuurgroep van de projectgroep Locatie Valkenburg.
Door Gilles Boeuf
Een ander punt uit het programma is het verloop van de samenwerking met andere gemeenten. Wassenaar is met andere gemeenten verbonden in verschillende gemeenschappelijke regelingen, zoals bijvoorbeeld de GGD en Avalex. Om de gemeentelijke taken goed en binnen het budget te kunnen uitvoeren, stelt het programma voor om prestatieindicatoren in te stellen per regeling. Ook hier draait het om meer controle en meer duidelijkheid. Tempo Het nieuwe raadsprogramma is in twee weken tijd tot stand gekomen. Daarvoor voerde Bruins gesprekken met alle fracties. GroenLinks gaf aan het alleen bij een kennismakingsgesprek te willen houden. WWW nam in eerste instantie deel aan de gesprekken maar haakte af toen de partijen wethouders moesten voordragen. Bruno Bruins: “De fracties kwamen zelf met kandidaten, ik heb alleen geprobeerd te sturen op het tempo”. WWW wilde een kandidaat voordragen uit Wassenaar zelf, terwijl de andere partijen het voorstel uit het door Professor Van den Berg opgestelde rapport wilden overnemen: alleen bestuur-
ders van buitenaf. WWW-partijvoorzitter Hendrickx: “Wij maken als partij zelf de keuze voor een kandidaat en daar hebben de andere partijen rekening mee te houden”. De beoogde wethouders die door de drie overige partijen zijn voorgedragen, blijken stuk voor stuk ervaren bestuurders. Fatma Koser Kaya was lid van de Tweede Kamer van 2004-2012, waar ze zich met sociale zaken bezighield en zal sociale zaken in haar portefeuille terugvinden. Eppe Beimers was van 2002 tot 2010 wethouder in de gemeente Leidschendam-Voorburg en zal zich, volgens de voorgestelde portefeuilleverdeling, bezig gaan houden met financiën en verkeer en vervoer. Leendert de Lange is thans wethouder in de gemeente Noordwijk en werkte eerder als lobbyist voor de gemeente Den Haag. Bruno Bruins vertrekt weer uit Wassenaar en noemde de formatieopdracht ‘ een leuke manier om inkijk te krijgen in een gemeente’. Anouk van Eekelen, fractievoorzitter van de Wassenaarse VVD, ziet voor zich wat haar en het aantredende college te doen staat. “We gaan bewijzen aan alle inwoners van Wassenaar dat ze ons vertrouwen verdienen”.
Lagere grondprijs volgens EC niet terecht LEIDSCHENDAM-VOORBURG – De Europese Commissie vindt dat de gemeente Leidschendam-Voorburg ten onrechte met een verlaging van de grondprijs in het project Damplein heeft ingestemd. Het bouwplan in Leidschendam is inmiddels gerealiseerd. Volgens de Commissie heeft de Nederlandse Staat op die manier staatssteun verleend aan het betrokken Bouwfonds. De Commissie gaat daarmee ook in tegen de opvatting van de Raad van State. Het gaat om een bedrag van 6,9 miljoen euro. De herontwikkeling van het Damplein stuitte destijds op veel verzet van omwonenden. Diverse rechtszaken konden niet verhinderen dat in 2009 de eerste heipaal de grond inging. De uiteindelijke uitspraak van de Raad van State liet destijds lang op zich wachten. Dat kwam omdat na een eerste rechtszitting in 2009 onduidelijkheid bleef bestaan over de vraag of het gemeentebestuur in strijd met de Europese regelgeving financiële steun had verleend voor de verwezenlijking van de plannen. De Raad van State heeft het gemeentebestuur hierover na de eerste zitting om nadere informatie verzocht. In juni 2010 vond de tweede rechtszitting plaats. Op basis van de nadere informatie en de toelichting op de zitting concludeerde de Raad van State dat er ‘onvoldoende grond is voor het oordeel dat de gemeente in strijd met het Europese regels financiële steun heeft verleend’. De Europese Commissie stelt nu echter dat de financiële steunmaatregelen om het nieuwbouwproject van de grond te krijgen, terug dienen te vloeien naar de Staatskas. Volgens de commissie nam de gemeente met de grondprijsverlaging het risico van een krimpende woningmarkt over, terwijl het bouwfonds dat risico had moeten dragen. Daarbij komt dat Leidschendam ‘geen stedelijk achterstandsgebied is dat te lijden heeft van marktfalen’. Sterker nog, er waren volgens de commissie ook nog andere gegadigden om het project uit te voeren. ‘De steun was dus niet nodig om het project gerealiseerd te krijgen’. Het Bouwfonds, Schouten-de Jong Bouwfonds, en het college van Leidschendam-Voorburg beraden zich nu op verdere juridische stappen.
Artist impression concept Masterplan Locatie Valkenburg. > Artist impression: BVR adviseurs
Wassenaar nog ontevreden over plan Valkenburg
WASSENAAR – De gemeente Wassenaar is nog altijd ontevreden over het concept-masterplan Valkenburg. In een reactie aan de gemeente Katwijk noemt de gemeente de ontwikkeling van Valkenburg een gezamenlijke verantwoordelijkheid en dringt zij aan op spoedig overleg. Volgens de gemeente Wassenaar is de geplande groene buffer nog altijd niet groot genoeg. Ze stelt voor om de stedebouwkundigen van Katwijk en Wassenaar gezamenlijk naar oplossingen te laten kijken. Daarbij moet niet alleen de omvang van de groene buffer worden bekeken, maar moet ook worden bezien hoe de kans op sluipverkeer door Wassenaar kan worden verkleind. Eind november 2012 verscheen het concept Masterplan Valkenburg, opgesteld door de stuurgroep van de projectorgani-
satie Locatie Valkenburg. Deze projectorganisatie is opgericht voor de herbestemming van de voormalige vliegbasis, een samenwerkingsverband tussen de gemeente Katwijk en het Rijksvastgoeden ontwikkelingsbedrijf (RVOB). De vliegbasis ligt op grond van de gemeente Katwijk en voor een deel ook op grond van de gemeente Wassenaar. Het plan voor herbestemming vindt zijn oorsprong in de Nota Ruimte 2005. Deze nota maakt bebouwing van het voormalige vliegveld, dat in een rijksbufferzone ligt, mogelijk. Vanuit het Rijk wil dat zeggen, gezien de bufferzone die het aan elkaar groeien van steden moet voorkomen, dat beide gemeenten de opdracht kregen een ruime groene buffer te behouden. Ook het aantal te bouwen wo-
ningen moest daarbij in goed onderling overleg worden bepaald. Tot op heden is de wederzijdse overeenstemming niet bereikt. De grootte van de groene buffer was al in 2008 reden voor de gemeenteraad van Wassenaar om een eerder conceptplan te verwerpen. Als gevolg daarvan werd de samenwerking met de gemeente Wassenaar verbroken door de projectgroep, aldus Wassenaar. De stuurgroep komt eind maart met een ‘reactieboek’, waarin alle reacties op het concept zijn verwerkt en waarin ook aanbevelingen worden gedaan voor wijzigingen van het Masterplan. Vanaf die datum valt dit boek ook op de website van het project te lezen. Voor meer informatie: www.locatievalkenburg.nl
verreck
Beeld van sneeuw
Dat was wat je noemt een ‘sudden dooi’. In een paar lauwe uurtjes versmolt het grootste sneeuwdek waaronder ik Den Haag ooit heb zien liggen. Alsof ook het weer zich aanpast aan de hijgerigheid van het tijdsgewricht. Daar ligt een uitgevlagde grensrechter, daar dreigt Groningen te verzakken, deze week bedanken we Koningin Beatrix, volgende week heeft Wesley Sneijder zijn eerste doelpunt gemaakt voor Galatasaray en laat Yolanthe de naam van deze club, zijnde haar nieuwste sponsor, op haar billen tatoeëren. Zodat Wes ook tijdens echtelijke workouts ‘gefocust’ kan blijven. Natuurlijk word ook ik meegesleurd door de cascade van hypes, maar soms probeer ik een stapje terug te doen. Zo liep ik vorige week op een avond van Kijkduin naar huis. Het decor: de besneeuwde Westduinen in het licht van de volle maan. Schaduwen van de kale bomen dooraderden de lichtblauwwitte welvingen. Alsof je in de Chileense woestijn liep, machtige stilte, parelende eenzaamheid, met de stad om de hoek. Maar zulk geluk is altijd kortstondig, want de bebouwde kom van de Vogelwijk diende zich aan en mijn gedachten zwierven naar een recente ergernis. Een bericht dat inmiddels was toegedekt met vele lagen nieuwssneeuw, maar dat ik blijkbaar niet uit mijn korte geheugen had weten te bannen. De firma Talpa heeft zijn veto uitgesproken over het plan van één of ander leip dorp dat sollicitanten wilde werven via de zogenaamde Voice of Holland-methode. Voor de gezegenden die niet weten wat dat inhoudt: de kandidaat ‘doet zijn ding’, de beoordelaars zitten met de rug naar hem toe en draaien zich om als het misschien wat is. Een buitengewoon respectloze methode, naar het schijnt de grootste innovatie in televisieland sinds mensenheugenis. Het bewierrookte programma propageert de eerlijke competitie: het gaat slechts om de stem. Daarom heet de show ook ‘The Voice of Holland’, een contradictoire naam, want in ons land is de officiële voertaal nog steeds Nederlands. Of de zingende persoon oogt als een smurf of een nijlpaard maakt dan niet uit, deze categorieën zijn trouwens wel in de vakjury vertegenwoordigd. Met je reet naar iemand toe gaan zitten, totdat blijkt dat zo’n persoon van nut kan zijn. De tijdgeest? Zou John de Mol met zijn overijverige advocaten al een dichtgetimmerd concept klaar hebben liggen om King W.A. & Queen Max in de markt te zetten? Ik trek de kabel uit de tv en geniet nogmaals van een beeld van sneeuw. Marcel Verreck www.marcelverreck.nl
8>opinie commentaar
Lekken Waarom lekken politici en ambtenaren geheime stukken? Meestal uit een bepaald (eigen)belang. Ze willen met publiciteit iets bewerkstelligen. Iets doordrukken of juist verhinderen. Soms gebeurt ’t uit sympathie voor de journalist in kwestie. Maar doorgaans is het een ragfijn spel van belangen afwegen en strategie. En er zijn maar betrekkelijk weinig politici die dat spel niet meespelen. Bij ambtenaren ligt het genuanceerder: hoe dichter bij de top, hoe meer er politiek wordt bedreven, hoe steviger er wordt gelekt. Wie daar over kan meepraten, is wethouder Henk Kool van economie en sociale zaken. In zijn vorig leven was hij journalist bij onder meer NRC Handelsblad. In de Haagse stadhuiscompetitie in de jaren tachtig wist Kool handig beslag te leggen op beeldmateriaal dat volstrekt niet voor zijn ogen, laat staan voor de krant, was bedoeld; tevergeefs werd de recherche ingeschakeld om te achterhalen waar het lek zat. In die zin is het een gotspe dat uitgerekend Kool nu aangifte deed inzake het lekken van geheime informatie over de plannen tot aankoop van het Worldforum. Normaliter zou iedereen hier lacherig de schouders bij ophalen. Dergelijke onderzoeken leiden tot niets, want de lekker noch de journalist zullen ooit iets bekennen. Maar het toeval wil dat tegen raadslid Arnoud van Doorn juist een strafrechtelijk onderzoek gaande was in verband met handel in softdrugs aan minderjarigen. En bij stom toeval kwam de gelekte zaak van Kool in afgeluisterde telefoongesprekken aan de orde. Van Doorn zou de Haagse gemeenteraad – en waarschijnlijk ook zichzelf – een grote dienst bewijzen als hij snel aftreedt en zich nooit meer in enige publieke functie vertoont. Maar de kwestie stelt ook iets anders aan de orde: de journalist die het nieuws onthulde heeft niet in een achterafcafé wat beduimelde fotokopietjes aangenomen, maar is met ’t door Van Doorn uitgeleende toegangspasje naar diens fractiekamer gegaan om aldaar de betreffende geheime stukken te verduisteren. Zelf actief insluipen om aan een nieuwtje te komen. Dat zijn bijna Britse praktijken. Heeft Murdoch inmiddels ook hier media overgenomen? VERSTEEG
Den Haag Centraal > Vrijdag 1 februari 2013
Niels Veenhuijzen zegt RO vaarwel
Een orkestdirecteur die altijd positief is Door Aad van der Ven
Dat is pech voor Pussy Riot. Enkele maanden geleden had Niels Veenhuijzen, algemeen directeur van het Residentie Orkest beloofd zich sterk te zullen maken voor een optreden van de Russische punkband, samen met de Haagse musici. Nu heeft hij zijn vertrek bij het RO aangekondigd. Samenwerking met de tegen Poetin demonstrerende dames uit Moskou zou hebben gepast binnen het ‘nieuwe artistiek profiel’ dat het RO voor ogen heeft, zo motiveerde Veenhuijzen zijn invitatie. Hoe verrassend dit idee ook mag zijn, het staat niet los van andere wanhoopspogingen van het Haagse orkest in de afgelopen jaren om bij de tijd te blijven en zo het eigen imago te verbeteren. Het zat en zit het RO dan ook niet mee. Van malheur was al sprake lang voordat de bezuinigingen hun tol eisten. De bezoekcijfers, die de laatste tijd tegen de landelijke trend in weer voorzichtig omhoog kruipen, waren toen Veenhuijzen zeven jaar geleden verscheen zorgwekkend. De druk van de kant van de gemeente was dan ook voortdurend voelbaar. Er waren in de afgelopen jaren ook grote hiaten in de artistieke leiding. Daarbij had het orkest een chef-dirigent, Neeme Järvi, die weliswaar zeer capabel is, maar die noch de gemotiveerdheid, noch de uitstraling toonde waaraan zowel het RO als het publiek behoefte had en heeft. In deze moeilijke situatie moest Niels Veenhuijzen zijn werk doen. Hij demonstreerde daarbij een stoïcijns evenwicht. Samenwerking Hij bleef ook verbazingwekkend positief. Er vielen harde klappen, van de kant van het rijk en de gemeente. Toch was de RO-directeur onder zijn getroffen collega’s de enige die niet van zich afbeet. Hij kreeg ook te horen dat het rijk op een vergaande samenwerking tussen het Residentie Orkest en het Rotterdams Philharmonisch Orkest (RPhO) aandrong. Veenhuijzen zag geen grote problemen, maar zag met lede ogen dat de Rotterdammers mede dankzij de steun van hun gemeentebestuur aan het langste eind trokken.
uw mening
Ook was er vorig jaar dat onaardige advies van de gemeentelijke cultuurcommissie. Bestuur en directie van het Haagse orkest kregen alle hoeken van de kamer te zien. Ze moesten meer hun best doen. Veenhuijzen en zijn bestuur gaven weer geen krimp. De directeur bleek wederom aanhanger van de stille diplomatie te zijn. Maar helaas, die heeft niet gewerkt. De reputatie van het RO, die van een stel eeuwige verliezers, is er niet op vooruit gegaan. Dat het orkest een voorbeeldig educatieprogramma heeft waarvan duizenden scholieren profiteren legt als het om publiciteit gaat weinig gewicht in de schaal. Er vallen ontslagen en de meeste musici die blijven moeten parttime gaan werken. De pas benoemde artistiek directeur is intussen in de weer met een nieuw, eigentijds en grensoverschrijdend beleidsplan, waarbij
Haagse Harry
Pinautomaat benen bent zo weer terug de automaat in verdwijnen. Verre van ideaal deze automaten, helemaal voor de ouderen die in Mariahoeve wonen. Wij vragen nu of de gemeente een lobby wil inzetten om er voor te zorgen dat er een pinautomaat in het winkelcentrum blijft. Of het nu een pinautomaat is van de ABN, de SNS of Banco di Caribe, het zou ons een zorg zijn, als hij maar makkelijk te bedienen is door de wijkbewoners. Cees Pluimgraaff Den Haag Centraal verwelkomt ingezonden brieven van maximaal 200 woorden. De redactie behoudt zich het recht voor deze te redigeren. Vermeld altijd uw adres (en liefst ook uw telefoonnummer), ook wanneer u e-mailt.
© Marnix Rueb
In Mariahoeve is een handtekeningenactie gestart om ervoor te zorgen dat er een pinautomaat voorhanden blijft in het winkelcentrum Het Kleine Loo. Binnen enkele dagen stond de teller al op 200 handtekeningen. Momenteel is er nog een ABN AMRO gevestigd in het winkelcentrum maar deze zal over enkele maanden vertrekken. Gevolg is dat veel ouderen die in deze wijk wonen niet meer kunnen pinnen in het winkelcentrum. Pinnen kan nog wel, maar dan moeten de vele ouderen eerst een stuk lopen en de drukke Hofzichtlaan oversteken. Dat is verre van ideaal. Er is nog een pinautomaat bij de supermarkt maar navraag leert dat deze oranje variant niet door iedereen makkelijk te bedienen is. Wie bekend is met deze automaten, weet dat voor je er erg in hebt de biljetten op kniehoogte tevoorschijn komen en als je niet zo soepel in de
Niels Veenhuijzen samen met cultuurwethouder Marjolein de Jong tijdens het Enescu Festival in Boekarest, waar het Residentie Orkest in september 2011 het openingsconcert verzorgde. Toen had Veenhuijzen nog het idee dat het allemaal niet zo’n vaart zou lopen met de afbraak van het ensemble. > Foto: C&R
overigens wel kan worden voortgebouwd op in de tijd van Veenhuijzen genomen initiatieven (Lowlands Festival, Paard van Troje). Uitgangspunt is dat het grootste deel van het repertoire ook met de gereduceerde orkestbezetting gespeeld kan blijven worden. Maar wel gaat de slagroom van de taart. Voor de stevige brokken – Bruckner, Mahler, de eeuwige Sjostakovitsj, de grote Stravinsky’s etc. – moet het RO voortaan zijn hand ophouden in Rotterdam. Dit betekent dat de symfonische muziek, waarin een orkest bij uitstek kan gloriëren en waarop het klassieke publiek in het algemeen verzot is, slechts enkele malen per seizoen door het Rotterdams Philharmonisch Orkest naar Den Haag wordt gebracht. Het RO speelt ook een paar keer in Rotterdam, niet als gast van het orkest daar maar
in een serie van het concertgebouw De Doelen. Want het RPhO zit, zoveel is inmiddels wel duidelijk, niet op het Residentie Orkest te wachten. Rustig zal het voorlopig niet worden. Zoals het er nu naar uitziet wordt het orkest binnenkort zijn zaal uitgejaagd. Want die maakt volgens de huidige plannen plaats voor iets heel groots. Het RO moet troost putten uit de gedachte zich in een later stadium te mogen nestelen in een omvangrijk cultureel warenhuis. Een klein orkest in een groot gebouw. Duidelijk is waar in Den Haag de prioriteiten liggen. Aad van der Ven is redacteur en recensent klassieke muziek voor deze krant.
> Zie ook het interview met de nieuwe artistiek directeur Roland Kieft op pagina 15.
9
economie<
Vrijdag 1 februari 2013 > Den Haag Centraal
Verwijs en De Slegte hebben elkaar gevonden
Alle boeken bij elkaar om niet om te vallen Boekhandel Selexys Verwijs heeft het monumentale pand in de Haagse Passage verlaten en is ingetrokken bij De Slegte aan de Spuistraat. In de vroegere bioscoop Apollo gaan oude en nieuwe uitgaven voortaan samen onder de naam Verwijs+De Slegte. Jan Paul Bresser, kunstredacteur, schrijver, presentator en columnist, liep er drie dagen rond, mijmert en haalt herinneringen op. Na vele jaren Volkskrant en Haagsche Courant maakt hij nu zijn debuut in Den Haag Centraal. Door Jan Paul Bresser
De herinnering is er nog. Glashelder. Ik loop op de vroege morgen van 3 januari 2005 door de nieuwe boekhandel van Verwijs in de Passage als door een droom. Ik merk zelfs dat ik even in mijn ogen wrijf, om te kijken of het wel allemaal echt is om mij heen. Zo ver en zo hoog mijn blik reiken kan, zijn er boeken in een open ruimte met de afmetingen van een kleine witte kathedraal. De entree is als een plein en gerangschikt over drie verdiepingen staan en liggen vijftigduizend boeken op naam. In mooie formaties. Veel van wat ons bindt ligt hier voor iedereen opgeslagen en dat geeft het prettige gevoel van houvast. En dan loop je de namen langs en de titels, de genres en voorkeuren en pak je gloednieuwe boeken even voorzichtig vast, lees je er in en ben je ergens anders, de grens over naar de verbeelding. Als altijd neemt de nieuwsgierigheid me aan de hand mee naar de literatuur en vooral de poëzie. Het zijn voor mij de tuinen van iedere boekhandel, dus ook hier. De nieuwe Rutger Kopland is er en de nieuwe Judith Herzberg. Alle muzen van de lage landen zijn hier bijeen, ieder met een eigen stem. En dat Gerrit Achterberg hier zingt, in het oude glazen hart van Den Haag, is vanzelfsprekend. Troosteloos Afgelopen donderdag, nauwelijks acht jaar later, zingt Achterberg niet meer. En is Verwijs weg. Niets is troostelozer dan een dichtgetimmerde boekhandel. Binnen worden de laatste boeken gekist. Gelukkig niet voorgoed. Ik denk aan de mensen die hier met hart en ziel werken. Esther Beugels bijvoorbeeld. Om een naam te noemen. Zij wist alles van literatuur. En ze gaat met Verwijs mee naar een nieuw onderdak om de hoek. Nooit aan gedacht, toch gebeurd: intrekken bij De Slegte. Afgelopen vrijdagmorgen vroeg is het door de geparkeerde vrachtauto’s in de Spuistraat niet te zien dat er een ereboog van ballonnen tegen de gevel van de voormalige bioscoop Apollo wordt opgehangen. Net op tijd hangt de laatste ballon en kan om half tien het feest beginnen. Naar binnen is nog even wachten, maar door de ramen gluren kan al: twee opgewonden families tussen rijen boeken in afwachting van de eerste gasten. Net op tijd in elkaars armen gedreven vieren ze binnen hun verstandshuwelijk. En iedereen is uitgenodigd. Wie de bruid is en wie de bruidegom, maakt even niet uit: Verwijs en De Slegte hebben elkaar gevonden in tegenspoed. De een noodgedwongen bij de ander. Alle boeken bij elkaar, niet omvallen, samen verder. Oud en nieuw. Tegen de harde wind in. Als liefde voor boeken overeind blijft, moet het lukken. En daar gaat het om. Paradijs Het laatste stukje paradijs van de binnenstad, denk ik, wanneer ik tussen de eerste nieuwsgierige klanten, als vanouds De Slegte herken en Verwijs
De nieuwe opstelling in de getransformeerde boekhandel. Bagels & Beans is niet meeverhuisd, maar onder de trap zit nu een vestiging van de Coffee Company. > Foto’s: Pan Chen
me welkom heet. Partners in crisistijd. Tussen hun boeken. Ze hebben de inboedel eerlijk verdeeld. Over twee etages. Nieuw beneden en oud boven. Met een overlappend tussengebied. Op het eerste oog openhartig gerangschikt over 1200 vierkante meter. Het is even wennen om de bekende weg te vinden. Maar het voelt goed en vertrouwd. Ik overzie al snel de koppelingen van ankers (of zijn het reddingsboeien?) van beide boekhandels: net verschenen of tweedehands, bestseller of ramsj, ze maken er het beste van, en laten zien dat het is gelukt. Overleven. Meer dan ooit misschien. Want hoe dan ook, de lezer moet wel koning blijven (en natuurlijk koningin). En die moet je een hand kunnen geven en een handje helpen. Op de elektronische snelweg gaat dat niet. Zelfs het lokkertje van ‘in een handomdraai’ is onzichtbaar en onpersoonlijk. Google naar boeken op internet en binnen nog geen halve seconde heb je 17 miljoen resultaten. Klik online en de volgende dag pakje boek op de stoep. Je hoeft voor een boek de deur niet meer uit, net als voor de pizzakoerier. Allemaal snel en makkelijk, maar toch blijft het gemis en het verlies. Voor boekenmensen noemt een klant dat aan de net opgezette grote leestafel bij de koffie en een feestaartje in het hart van de nieuwe winkel. Boekenmens? Hij is het zijn hele leven al. Sinds Pietje Bel. Hij is niet de enige hier. ‘We sterven niet uit. Net als het boek. We houden elkaar vast. En dat kan hier nog’. Het klinkt al bijna ongewoon, maar het heet een verademing: gewoon een boekhandel binnen te kunnen lopen om boeken aan te raken, in te kijken, er omheen te drentelen, vast te pakken, er even in te bladeren en te lezen. En dan aan te schaffen en opgewekt onder de arm mee naar huis te nemen. Het kan sinds vrijdag in de binnenstad alleen nog maar hier: de complete boekhandel. Verder zijn ze een voor een vertrokken en waren niet meer te redden.
Op de eerste verdieping is weinig veranderd, dit is volledig het domein van de tweedehands boeken.
Houtschild en Buddenbrooks. En Verwijs uit bittere nood van de Passage naar De Slegte. Wat is er over in Den Haag ? Haast op een hand te tellen. Paagman natuurlijk in de Fred en niet alleen voor het Statenkwartier. Couvée als vanouds in het Benoordenhout. Van Stockum alleen nog op de Herengracht. En dan nu De Slegte met Verwijs zonder Selexys. Verweesd De Slegte wil nu de oudste en de beste zijn. Ze hebben 25 winkels in Nederland en België en bieden nu in grote steden onderdak aan zes verweesde boekhandels van naam. Verwijs is er één van. Procures heet de belegger en nieuwe eigenaar, met een wil om te win-
nen. Met een oud toverwoord: passie. Voor de ideale boekwinkel van morgen. Maar nog wel met een Vraagteken. Ik krijg vrijdagmorgen de folder mee, met Waarom een? Gewoon daarom. Zonder Esther Beugels gaat het niet. Esther komt vrijdagmorgen op me af, zoals al jaren bij Verwijs, eerst in de Hoogstraat en later in de Passage en nu in de Spuistraat. Weten dat het er is en waar het staat. Onmisbaar zijn, zoals iedereen om haar heen in de winkel. Ze is op de hoogte, heeft het overzicht en het beheer over literatuur op de begane grond. ‘Het prettige is dat het hier voelt als dezelfde winkel. Intiemer, dichterbij. En dat we nu de wereld in boeken bij elkaar hebben. Dat het boek verdwijnt, daar geloof ik niets van. De boekhandel
ook niet. Kijk maar om je heen. We waren bijna weg en we zijn er nog’. De moed niet opgeven. Ze heet het bundeltje van Toyota Shibata. Poëzie van een Japanse danseres. Ze is onlangs in Tokio gestorven. Ze werd 103 jaar en is op haar 92ste gedichten gaan schrijven. Omdat dansen niet meer ging. En schrijven wel. Zo opmerkelijk monter, dat het tot hier doorklinkt. Esther Beugels weet dat, kent haar naam en heeft een plaatsje voor haar ingeruimd. En voor mij. Ze haalt het achter stapels ‘Vijftig tinten grijs’ vandaan. Ik koop het en lees er ter plekke in. Mooi, die kleine passie in de Spuistraat. Nooit oud genoeg. Dat geeft een leesmens moed.
10>interview Vilan
Daar xxxxxgaat ze
Een uur van tevoren las ik iets op Vilan van deeen Loo internet over toespraak van de majesteit en waar die waarschijnlijk over zou gaan. ‘Nee’, dacht ik, ‘dat niet’. Ik maakte haast met alle klusjes beneden zodat ik op tijd naar de tv in de slaapkamer kon. Vijf minuten voor zeven keek ik naar een pratend hoofd. En vijf minuten over zeven voelde ik me in de steek gelaten en barstte ik in tranen uit. Dat is onredelijk van mij. Iedereen zegt het elkaar na en ik voeg me in dat koor van stemmen: Beatrix heeft zoveel jaren de kroon gedragen, en ze heeft het fantastisch gedaan. En natuurlijk, haar leeftijd, Friso, de jongere generatie. Jawel. Dat is zo. Maar het viel me rauw op het dak. Toen de pratende hoofden weer begonnen, ging ik naar de huiskamer om te doen wat ik altijd doe bij grote gebeurtenissen. Ik belde mijn moeder. ‘Het zat eraan te komen’, zei ze nuchter. ‘Ja, maar’, piepte ik en ze onderbrak me met: ‘Had je het niet verwacht?’. ‘Nee’, moest ik toegeven. Ze zuchtte, nèt hoorbaar. Mijn moeder had gelijk. Waarschijnlijk ben ik de enige geweest in het gehele koninkrijk der Nederlanden. Niet verwachten omdat ik het niet wílde, zo eenvoudig was het natuurlijk. En nog niet, al gun ik de majesteit alle levensvreugde die er voor haar beschikbaar is. Toch was het die ene keer dat ik haar ontmoette, bepaald niet gezellig. Ik had een boek geschreven voor een organisatie. De bobo’s daarvan zouden dat aan de majesteit overhandigen. Daar mocht ik bij staan. Niet te dichtbij natuurlijk. Evenmin als pratende schrijfster, en dat had een oorzaak. Tevoren waren mij instructies verstrekt hoe ik me diende te gedragen en ook hoe ik de majesteit aan diende te spreken. Per ommegaande liet ik weten hoe men mij aan diende te spreken. Zo maak je geen vriendinnen aan het hof. De ontmoeting bestond dan ook uit kijken en bekeken worden. Maar ik wist: dit is wèl de koningin, en daarbij ook nog eens kleindochter en dochter van die andere vorstinnen. Tot op de dag van vandaag voel ik het ontzag van dat moment. En nu gaat ze weg. De komende weken zullen we een misselijkmakende hoeveelheid televisiebeelden over ons heen krijgen, waardoor de ernst van de situatie weer minder zal lijken te zijn. Er is slechts één lichtpuntje. Straks hebben we een king-mum. Vilan van de Loo
Den Haag Centraal > Vrijdag 1 februari 2013
Beeldend kunstenaar Christie van der Haak (62)
‘Ik heb nooit de behoefte gehad om behaaglijk te schilderen’ De ‘Heden Oeuvreprijs’, die Christie van der Haak (62) vorig jaar in ontvangst nam, was niet alleen de kroon op haar werk als kunstenaar. Het betekende ook de start van een hele reeks nieuwe projecten. Het geldbedrag dat aan de prijs verbonden is, heeft de laureaat gebruikt voor haar tentoonstelling ‘Alles heeft een ziel’. Van der Haak’s geweven stoffen zijn tot 9 maart in het kunstcentrum te zien. Bovendien geeft ze een kijkje in de keuken door de gebruikte patronen te bundelen in een kleurboek.
Door Jasper Gramsma Het œuvre waarvoor Christie van der Haak wordt geëerd, is omvangrijk en divers: schilderijen, keramiek en geweven stoffen. Hoewel de verschijningsvorm in de loop van haar carrière steeds is veranderd, houdt Van der Haak vast aan een eigen signatuur. “Het repeterende karakter van de patronen spreekt me erg aan. Dat is in het meeste van mijn werk ook terug te zien. De kleurrijke decoraties maken me heel gelukkig. In de beeldende kunst wordt vaak neerbuigend naar decoratie gekeken, omdat het niet past bij het Hollandse calvinisme. Maar ik houd juist van die overdaad en complexiteit”, licht Van der Haak toe. Haar werk wordt vaak in verband gebracht met de Jugendstil en de Art Deco, maar dat is volgens de kunstenares ten onrechte: “Ik begrijp de associatie die de zwierige lijnen en het spiegelen oproepen, maar ik heb me los van de bestaande stijlen ontwikkeld. Mijn werk vertoont wel gelijkenis met dat van de 19de-eeuwse Engelse ontwerper William Morris, maar staat in feite op zichzelf en is vooral herkenbaar aan de manier waarop ik het maak. Met inktstiften teken ik op A4-papier. Onderwijl kijk ik met spiegels hoe het patroon er uit komt te zien en kleur ik de tekening in met gouache. Bloemen en stippen zijn elementen die daarbij vaak terugkomen”. Stoel Van der Haak is blij verrast met het effect van de œuvreprijs: “Vaak is zo’n prijs voor mensen die uit beeld zijn verdwenen. Vooral in de beeldende kunst ligt de focus – terecht – op jong en nieuw talent. Het grappige is dat ik door de œuvreprijs juist
aan veel nieuwe dingen ben begonnen, zoals een expositie in het Duitse Oranienbaum en er is een groot werk gekocht voor de Nederlandse Ambassade in Washington”. Voor de tentoonstelling bij Heden heeft Van der Haak onder meer een installatie gemaakt van geweven gordijnen. In de gebruikte patronen zijn een soort gezichten en ogen te zien, vandaar de naam ‘Alles heeft een ziel’. “Ik moest denken aan mijn kindertijd”, vertelt Van der Haak. “In de gordijnen op mijn slaapkamer zag ik vaak allerlei figuren die er niet waren. Die vind je in deze patronen ook terug”. Het bijzondere boekwerkje dat ter gelegenheid van de tentoonstelling is uitgebracht, bevat 30 uiteenlopende tekeningen die de werkwijze van de kunstenares deels prijsgeven. “De tekeningen vormen een kwart van een patroon. Door het bijgeleverde spiegelende kartonnetje ertegenaan te houden, is het totale patroon te zien. Men kan de patronen zelf inkleuren”, legt Van der Haak uit. “Het is eigenlijk een kijkje in de keuken”, voegt ze eraan toe. Achter het ontwerp voor de kaft van het boekje schuilt een treurig verhaal: “Ed Annink, medeoprichter van Ontwerpwerk, was weg
‘Het grappige is dat ik door de œuvreprijs juist aan veel nieuwe dingen ben begonnen’
van mijn stoffen. Hij is in september overleden. Voor een liefdadigheidsbeurs in het Venduehuis vroeg hij me een stoel met mijn ontwerp te bekleden. De vorm van die stoel is uitgestanst uit de kaft, zodat daarachter de werking van de patronen zichtbaar is”. Annink heeft veel voor Van der Haak betekend. Zo heeft ze mede dankzij Annink vorige maand drie behangontwerpen op de markt kunnen brengen. Op het moment dat Van der Haak in 2003 de speciale weefmachine van het Textielmuseum in Tilburg ontdekt, maakt ze direct de overstap van schilderijen en keramiek naar het ontwerpen van ingenieus geweven stoffen. “Tijdens mijn opleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten was ik al bezeten van stofontwerpen. Later kwamen de patronen terug in mijn schilderijen. Toen de conservator van het Textielmuseum me de mogelijkheden liet zien van de Dorniermachine ging er een wereld voor me open. Die machine is in staat ronde lijnen te weven, waardoor je er als het ware mee kunt schilderen. Het is reuze spannend om tijdens het weefproces de machine stop te zetten en de kleuren te vervangen. Pas bij thuiskomst, als ik de stof uitrol, kan ik zien wat het eindresultaat is. En elk resultaat is uniek”, vertelt Van der Haak enthousiast. De kunstenares maakte in de loop der jaren een grote hoeveelheid wandtapijten, tafelkleden en servetten. En met succes, want inmiddels heeft ze een gevestigde naam in de stoffenwereld. Voor het Amrâth hotel in Amsterdam ontwierp Van der Haak de gordijn- en meubelstoffen. Nu is ze in gesprek met een grote Amerikaanse stoffenfabrikant om wereldwijd een eigen collectie uit te brengen: “In die wereld
>Foto: Piet Gispen
gaat het er heel anders aan toe dan in de beeldende kunst”, stelt ze. “Dat was wel even wennen. Tijdens beurzen is het bijvoorbeeld not done om bij elkaar te kijken vanwege de concurrentie, terwijl het in de beeldende kunst juist gewaardeerd wordt als je interesse toont in andermans werk”. Kleur Net als met de stoffen heeft Van der Haak met haar schilderijen veel succes. Zowel in de Haagse kunstwereld als daarbuiten. Al vroeg in haar loopbaan als autonoom kunstenaar, begin jaren 80, koopt het Gemeentemuseum Arnhem werk van haar aan. Kort daarop richt Rudi Fuchs in het Van Abbemuseum een tentoonstelling in met het werk van de geboren Haagse. Via galeries komen ook verzamelaars vervolgens met het werk in aanraking. “Ik heb het geluk gehad dat mensen graag werk van mij kochten”, stelt Van der Haak. “Als men in mijn atelier kwam, hoorde ik vaak: ‘ah, eindelijk kleur!’ Dat was men in die tijd niet gewend. Bij het schilderen was ik altijd bezig met vragen als ‘waar schrikt men van?’ en ‘wat wil ik het liefste maken?’. Ik heb nooit de behoefte gehad om behaaglijk te schilderen, het werk moest van de spijker springen. Mensen hielden van het werk of vonden het verschrik-
11
interview<
Vrijdag 1 februari 2013 > Den Haag Centraal
‘Vroeger trokken kunstenaars weg uit Den Haag, nu blijven ze en is er zelfs een aanzuigende werking’
kelijk. Toen mijn schilderijen in Arnhem geëxposeerd werden, zei de conservator dat zij er nauwelijks iets bij kon hangen, omdat het zo overheersend was. Dat beschouw ik als een compliment, want ik maak geen werk om goed bij anderen te passen”. Halverwege de jaren 90 vindt er een ommekeer plaats in het werk van Van der Haak. Ze breekt haar rug in Italië en alles wordt anders: “Ik was net naar de biënnale van Venetië geweest toen ik uitgleed en een ruggenwervel verbrijzelde. In het ziekenhuis in Florence wachtte ik tot ik terug kon naar Nederland. Ik keek door een raam en ik zag een kerkje op een Toscaanse heuvel staan. Door de heftigheid van de breuk dacht ik: het zou weleens de laatste keer kunnen zijn dat ik dit meemaak. Na een jaar niet gewerkt te hebben, ben ik horizonnen gaan schilderen. De schilderijen waren een soort reizen, heel anders dan wat ik eerder maakte. De eerste serie heette ‘dire adieu’ en het vervolg ‘mourir un peu’. Er werd tegen me gezegd dat het goed was dat ik mijn rug gebroken had”, vertelt Van der Haak lachend. “Gelukkig is het uiteindelijk weer helemaal goed gekomen”. Aan inspiratie heeft de kunstenares nog altijd geen gebrek: “Ik hoef er geen moeite voor
te doen. Het is als een rivier die continu doorstroomt”. Betekenis Ondanks haar opleiding aan de academie heeft Van der Haak haar visie op kunst naar eigen zeggen vooral aan haar echtgenoot Philip Peters te danken.“Ik heb een te gekke tijd gehad op de academie, het was net een schip op de Wolga, zo woest en onstuimig”, herinnert Van der Haak zich. “Onze opleiding stelde qua kunst echter niet veel voor. Naar een museum gaan werd afgeraden. Je moest niet te veel kunst zien, daar leerde je verkeerde dingen van. Het was totaal tegenovergesteld aan hoe het nu gaat. In 1976 leerde ik mijn man kennen. Hij schreef over beeldende kunst voor NRC Handelsblad. Het was de tijd van de minimal art en conceptuele kunst. Dat was sober, niet veel aan te zien vond ik. In een jaar tijd heeft Philip mij een spoedcursus beeldende kunst gegeven. Ik leerde op een andere manier kijken en ging het belang inzien van intensiteit. Ik realiseerde me dat je niet zomaar iets moet doen als een kip zonder kop. Alles moet betekenis hebben. We discussieerden in die tijd veel over kunst. In het begin durfde ik niets van mijn eigen werk te laten zien. Later heeft hij er toch naar ge-
keken en me verteld wat hij er van vond. Hij wees een kringetje aan en zei: ‘dat heb je mooi getekend’. Dat kringetje werd in de loop van de tijd groter en groter”. Naast het kunstenaarschap is het onderwijs een rode draad door Van der Haaks carrière. “Van huis uit heb ik mee gekregen dat ik moest aanpakken en werk zoeken. Om niet in de Beeldende Kunstenaars Regeling terecht te komen, ben ik na mijn opleiding tekenles gaan geven op de huishoudschool in Schiedam. Verschrikkelijk zwaar was dat”, zegt Van der Haak. “Die meiden waren twee koppen groter en ik kon helemaal geen orde houden. De eerste dag gooide één van hen zelfs een pen naar me die in mijn been bleef steken. Later is dat opgehouden en kon ik eindelijk iets overbrengen”. De nare ervaring heeft Van der Haak er niet van weerhouden door te gaan met lesgeven. “Midden jaren 80 had ik, samen met vijftien andere Haagse kunstenaars, een atelier in een gekraakt schoolgebouw in de Doornstraat, waar ik nog steeds een atelier heb. Daar gaf ik les aan heel gemotiveerde kinderen uit het Statenkwartier. In 1990 werd mij tegelijkertijd gevraagd les te geven op de kunstacademies in Den Haag, Kampen en
Groningen. In Den Haag doe ik dat nog steeds”. Vingerafdruk De afgelopen 23 jaar is er volgens Van der Haak veel veranderd: “In het begin merkte ik dat er een soort angst was bij de academies dat ze niet modern genoeg waren. Daardoor mocht er op sommige niet meer geschilderd worden. Er kwamen meer installaties en videokunst omdat dat actueler was”. Van der Haak heeft geprobeerd dat beeld in de loop van de tijd bij te stellen: “Ik heb altijd veel energie en trots in het schilderen gestopt. Ook al is het soms een tijdje uit de mode, de schilderkunst blijft enorm van belang. Bovendien vind ik dat je als kunstenaar nooit moet aansluiten, maar zelf de actualiteit moet bepalen. Anders ben je bij voorbaat al achterhaald”. Als docent probeert Van der Haak iets mee te geven van wat ze zelf heeft meegemaakt: “Je vingerafdruk als kunstenaar is uniek, maar je moet wel zoeken naar het verschil. Daarbij moet je jezelf steeds de vraag stellen of je werk iets toevoegt, of het gemist wordt als het niet gemaakt wordt. Ik vraag mijn studenten altijd om op zoek te gaan naar dat wat ze het allerliefste schilderen. Dat kunnen de idiootste dingen zijn: schaapjes, barbiepoppen, slagroomtaarten,
het maakt niet uit. Een kunstwerk wordt namelijk pas interessant als die een bepaalde intensiteit heeft en haar eigen bestaansrecht afdwingt”. Over het kunstenaarsklimaat in de Hofstad is Van der Haak te spreken. “Kunstcentrum Stroom is ongelooflijk belangrijk en goed, ook al is niet iedereen het daar over eens”, zegt ze stellig. “Het is een belangrijke plek voor veel startende Haagse en Nederlandse kunstenaars. Stroom biedt de faciliteiten die van belang zijn, zoals ondersteuning en een goed atelierbeleid, waardoor je als kunstenaar ad hoc een aantal jaren kunt werken. Daarbij staat steeds de kwaliteitsnorm voorop: kunstenaars moeten goed kunnen verantwoorden waar ze mee bezig zijn”. Toch valt er wat Van der Haak betreft nog het één en ander op de Haagse kunstscene aan te merken: “In de tijd dat we het Haags Centrum voor Actuele Kunst oprichtten, zeiden we al dat een museumdirecteur gemakkelijker naar New York te krijgen was dan naar Den Haag. Dat is helaas nog steeds een beetje zo, er heeft altijd iets aan de stad gekleefd. De allerbeste dingen die naar Den Haag komen, trekken het minste publiek. Daarom probeer ik mijn studenten enthousiast te maken door ze bijvoorbeeld mee te nemen naar het theater. We zouden in de stad meer mensen als Cees Debets kunnen gebruiken, die als directeur van Theater aan het Spui de meest spraakmakende dingen hier naartoe durft te halen”. Wat Van der Haak betreft is er aan potentie geen gebrek: “Het klimaat is al wel sterk verbeterd. Vroeger trokken kunstenaars weg uit Den Haag, nu blijven ze en is er zelfs een aanzuigende werking. De stad heeft al een heleboel goede kunstenaars en de academie levert ieder jaar weer interessante studenten af”.
Ondernemen Adressen & Informatie Rabobank Den Haag Dennis Werkman Directeur Grootbedrijf (06) 22 73 28 14 E-mail: D.Werkman@DenHaag. rabobank.nl Henk Werlemann Directeur MKB (06) 10 68 84 59 E-mail: H.C.Werlemann@DenHaag. rabobank.nl Zakelijk loket Telefoon (070) 371 88 00 Maandag-donderdag 8-20 uur Vrijdag 8-18 uur Zaterdag 9-13.30 uur Bezoekadressen: Bezuidenhoutseweg 5 2594AB 's-Gravenhage Korte Vijverberg 2 2513AB 's-Gravenhage
Ernst & Young Wassenaarseweg 80 2596 CZ 's-Gravenhage Tel: 070 - 88 40 71000
ScheerSanders advocaten ScheerSanders Advocaten Nassauplein 36 2585 ED 's-Gravenhage Tel: 070-3659933
[email protected] www.scheer.nl
Werkgeversservicepunt Rob de Rooij (06) 52 02 6277
[email protected] www.werkgeversservicepuntdenhaag.nl
Corine Schutrops, advocaat bij ScheerSanders advocaten. Foto: Mylène Siegers
International Club The Hague kiest voor Werkgeversservicepunt Den Haag In Den Haag, de internationale stad van recht en vrede, kan een internationale club natuurlijk niet ontbreken. Dat was de gedachte van Heino Walbroek en Ronald Klomp, initiatiefnemers van de International Club The Hague die sinds november is gevestigd in het voormalig stadhuis op de Javastraat. Voor de werving en selectie van geschikt personeel schakelden zij het Werkgeversservicepunt Den Haag in, zodat zij zich konden blijven focussen op alles wat komt kijken bij het starten van een nieuwe onderneming. Warm bad International Club The Hague is een informele ontmoetingsplaats en biedt expats en hun familie een warm bad. Heino Walbroek: “Een dergelijke club bestond tot voor kort nog niet. Wij zagen echter wel een groeiende behoefte aan sociale interactie tussen expatgezinnen en gezelligheid die je niet terugvindt bij een businessclub en besloten hierop in te spelen en alle activiteiten een permanente structuur te bieden. Ondanks, of misschien wel dankzij de crisis durfden we dit aan!”
Dit is een initiatief van Den Haag Centraal. Alle hierop geplaatste artikelen vallen buiten de redactionele verantwoordelijkheid van de redactie.
Selectiecriteria In korte tijd had de International Club The Hague een grote behoefte aan personeel in zowel de keuken als de bediening. Reden voor Heino Walbroek om het Werkgeversservicepunt Den Haag in te schakelen: “We hebben een aantal selectiecriteria
Rob de Rooij, Werkgeversservicepunt Den Haag. ters zich kunnen blijven focussen op hun core business.”
Ronald Klomp en Heino Walbroek, International Club The Hague. neergelegd en daar is het Werkgeversservicepunt mee aan de slag gegaan. Zo speelt service bij ons een belangrijke rol en is het beheersen van de Engelse taal ook van belang. Het Werkgeversservicepunt kwam al vrij snel terug met een hele goede voorselectie, waarvan inmiddels een heel aantal gemotiveerde kandidaten bij ons aan het werk is.”
Focus op core business Rob de Rooij, manager markt, projecten en innovatie van het Werkgeversservicepunt Den Haag: “Het is goed om te zien dat onze accountmanagers werkgevers uit Den Haag een hoop werk kunnen besparen. Zeker bij een startende onderneming als de International Club The Hague is het van essentieel belang dat de oprich-
Lovende reacties Steeds meer internationals uit de regio weten International Club The Hague inmiddels te vinden en zijn enthousiast over dit initiatief. “We krijgen ontzettend veel lovende reacties en het is nu zaak om dit enthousiasme te gaan omzetten in succes en de International Club verder te laten groeien. Als het gaat om personele groei dan zullen we zeker opnieuw bij het Werkgeversservicepunt aankloppen, want die samenwerking is ons heel goed bevallen!”, aldus Heino Walbroek. Voor meer informatie zie www.werkgeversservicepuntdenhaag.nl en www.internationalclub.eu
d Den Haag nd ‘Het blijft mensenwerk’ Veel klachten van patiënten over artsen zijn terug te voeren op problemen in de communicatie voor en na de behandeling. Corine Schutrops komt communicatieproblemen tussen artsen en patiënten regelmatig tegen in haar werk als advocaat op het gebied van medische aansprakelijkheid en medisch tuchtrecht. Tegen artsen en andere zorgverleners worden ieder jaar meer klachten ingediend bij de tuchtrechter. Patiënten zijn mondiger geworden en zijn sneller geneigd te klagen. “Het is jammer dat veel van die klachten voortkomen uit miscommunicatie tussen arts en patiënt”, vindt Schutrops. “Niet alle klachten kunnen de arts worden aangerekend, maar het is zeker zo dat sommige tuchtklachten voorkomen hadden kunnen worden als er in de spreekkamer meer tijd en aandacht was besteed aan een heldere en volledige voorlichting van de patiënt.” We leven in een ‘Googletijdperk’, waarin de patiënt bijna elke aandoening en behandeling op internet kan opzoeken. De patiënt is beter geïnformeerd dan ooit. “Dat ontslaat de arts echter niet van de professionele verantwoordelijkheid en de wettelijke plicht om de patiënt duidelijke informatie te geven over het ziektebeeld, de voorgestelde ingreep, de risico’s en bijwerkingen van die ingreep en mogelijke alternatieve behandelingen. Deze informatie heeft de patiënt nodig om welbewust een keuze te kunnen maken om al dan niet een bepaalde behandeling te ondergaan. Patiënten weten vaak niet genoeg over de risico’s waaraan zij zichzelf blootstellen.” Burgerinitiatief Schutrops volgt met veel interesse het burgerinitiatief van het consumentenprogramma Tros Radar. Radar wil met dit initiatief de handen op elkaar krijgen voor
een ‘bijsluiter’ voor operaties. Behandelaars moeten volgens het consumentenprogramma wettelijk verplicht worden om patiënten schriftelijk te informeren over operatieve ingrepen. Hoogleraar privaatrecht Maurits Barendrecht ondersteunt de actie van Tros Radar. Schutrops is ook voorstander van zo’n bijsluiter. “Artsen zijn nu alleen wettelijk verplicht om een patiënt schriftelijk te informeren als de patiënt daar zelf om vraagt. Het probleem is dat veel patiënten dat niet weten. Daarom zou het goed zijn als artsen de patiënt altijd schriftelijk informeren. Bijvoorbeeld per e-mail. De patiënt kan alles dan thuis nog eens rustig nalezen” Schutrops blijft echter nuchter. “We moeten ons natuurlijk wel realiseren dat een bijsluiter niet kan voorkomen dat er soms toch iets mis gaat op de operatietafel. Het blijft mensenwerk.”
Nieuwe aanwinst Corine Schutrops is een van de nieuwe aanwinsten van ScheerSanders Advocaten. Zij werkt nauw samen met Ivan Baas, die zich bij ScheerSanders al jaren bezig houdt met medische aansprakelijkheid en letselschade. Voordat Schutrops overstapte naar ScheerSanders, werkte zij voor een groot advocatenkantoor in Den Haag. “Daar maakte ik deel uit van de sectie gezondheidszorg en heb ik brede ervaring op kunnen doen.” Zaken op het gebied van medisch tuchtrecht en aansprakelijkheidsrecht hadden echter haar bijzondere belangstelling. Het perspectief van artsen “Ik heb veel artsen en andere zorgverleners bijgestaan wanneer ze voor de tuchtrechter moesten verschijnen. Artsen vinden het erg vervelend om zich voor het tuchtcollege te moeten verantwoorden. Het voelt voor artsen als een aanval op hun professionaliteit. Bovendien zitten in
een tuchtcollege niet alleen juristen, maar ook vakgenoten. Artsen worden dus door hun eigen collega’s beoordeeld en afgerekend. Dat maakt het extra gevoelig. De maatregelen die een tuchtcollege kan opleggen zijn tot slot niet mals, een hele carrière kan ervan afhangen. Daarom is goede juridische bijstand van groot belang.” Medische fouten Schutrops staat ook patiënten bij. “Als patiënten het slachtoffer zijn van een medische fout, moet de discussie met een verzekeraar gevoerd worden. Patiënten kunnen dan het gevoel krijgen tegen een muur op te lopen.” Een gespecialiseerde advocaat is opgewassen tegen verzekeraars en andere instanties. Als geen overeenstemming bereikt wordt, kan een gespecialiseerde advocaat bij de rechter schadevergoeding eisen. Schutrops helpt patiënten niet alleen bij medische fouten, maar ook als er andere klachten zijn over artsen of zorgverleners. Zij kan helpen om klachten te formuleren, ze bij de juiste instantie in te dienen en zij kent de regels waaraan artsen en zorgverleners zich moeten houden. Voorkomen is beter dan genezen Voor alle betrokkenen is het uiteraard beter als problemen voorkomen worden. Het oplossen van problemen kost de hele maatschappij veel geld. Goede communicatie tussen artsen en patiënten kan natuurlijk niet alle problemen voorkomen, het blijft immers mensenwerk, maar kan leiden tot een aanzienlijke vermindering van klachten. Communicatie en sociale competenties vormen niet voor niets een steeds belangrijker onderdeel van de studie geneeskunde. “Werken aan het verbeteren van communicatie richting patiënten zou voor artsen een goed voornemen kunnen zijn voor 2013.”
Kansen verzilveren in economisch uitdagende tijden De economie wil maar niet aantrekken, bijna alle markten staan onder druk en veel organisaties krimpen nog steeds. Snijden in personeelskosten en voorzieningen is voor velen inmiddels geen optie meer, maar wat dan wel? Wolter Pot, kantoorvoorzitter en partner van Ernst & Young Den Haag, geeft zijn visie op het verzilveren van fiscale kansen in tijden van crisis. Lonende principes De crisis eist creativiteit en dwingt ondernemers te zoeken naar en het creëren van nieuwe business opportunities. Zeker op het gebied van innovatie en duurzaamheid zijn er kansen weggelegd voor het bedrijfsleven. Wolter Pot: “Vanuit de overheid zijn duurzaamheid en innovatie lonende principes. Eigenlijk iedere ondernemer kan in aanmerking komen voor belastingvoordelen op dit gebied. Je bent sneller duurzaam aan het ondernemen dan je denkt. Je hoeft geen uitvinder te zijn. Wanneer een bedrijfsproces efficiënter wordt ingericht kan al sprake zijn van een fiscaal kwalificerende innovatie. Maar denk ook aan de aanschaf van een elektrische auto.” Fiscale voordelen Nederland heeft een sterke uitgangspositie op gebieden als life sciences, tuinbouw en voedsel, chemie en water. Om deze positie uit te bouwen, moeten on-
tegemoet met faciliteiten als de Milieuinvesteringsaftrek bijvoorbeeld.”
Wolter Pot, kantoorvoorzitter en partner Ernst & Young Den Haag. dernemers wel de ruimte krijgen hun innovaties sneller en vaker op de markt kunnen brengen. De overheid investeert daarom in bedrijfskredieten en fiscale voordelen om bedrijven hiervoor te prikkelen. “Een voorbeeld hiervan is de WBSO-regeling voor ondernemers die speuren ontwikkelingswerk verrichten en dankzij de WBSO minder loonheffing hoeven te betalen. Andere fiscale voordelen als het gaat om innovatie zijn de RDAregeling en de Innovatiebox waarmee de overheid ondernemers stimuleert te investeren in onderzoek. Ook op het gebied van duurzaamheid komt de overheid ondernemers overigens nog steeds
Kansrijke financieringsbronnen De implementatie van duurzaamheid en innovatie brengt naast fiscale voordelen nog een ander voordeel met zich mee. Wolter Pot: “Innovatief ondernemerschap biedt ondernemers naast fiscale voordelen ook mogelijkheden op het gebied van financiering. Zo verleent de overheid een innovatiekrediet aan ondernemers voor innovatieve projecten en kunnen startende ondernemers zelfs in aanmerking komen voor het Innovatiefonds MKB+. Daarnaast zijn er nog andere kansrijke financieringsbronnen. Zo wordt er bijvoorbeeld ook vanuit particuliere familievermogens geïnvesteerd in duurzame en innovatieve projecten.” Ins & Outs Niet iedereen is op de hoogte van fiscale kansen op het gebied van duurzaamheid en innovatie. Ernst & Young attendeert ondernemers op deze belastingvoordelen. “Onze fiscalisten kennen alle ins & outs en zorgen ervoor dat ondernemers deze regelingen optimaal kunnen benutten. Op de lange termijn levert investeren in innovatie overigens een belangrijke bijdrage aan het versterken van onze economie. Dit loont dus voor zowel de overheid als ondernemers zeker de moeite!”, aldus Wolter Pot.
Dennis Werkman directeur Grootbedrijf, Rabobank Den Haag en omgeving
Henk Werlemann directeur MKB Rabobank Den Haag en omgeving
Rabo Podium:
Van ‘Kleine Schouwburg’ tot theater van formaat Gelegen aan de Generaal Spoorlaan in Rijswijk, siert de Rijswijkse Schouwburg al meer dan twintig jaar het straatbeeld. Het ontwerp van Broek en Bakema architecten is inmiddels gerenoveerd en heeft een eigentijdse uitstraling gekregen. De ‘Kleine Schouwburg’ zoals het theater vroeger genoemd werd, is uitgegroeid tot een schouwburg van formaat dat een breed programma-aanbod heeft voor elke theaterliefhebber. Directeur Ruud Kuper is met ruim twintig jaar ervaring een goede bekende in de wereld van theater. Hij staat nu bijna vier jaar aan het hoofd van deze bijzondere schouwburg en kent de klappen van de zweep, zeker in tijden van crisis en bezuinigingen. Rijswijkse Schouwburg & Den Haag “De Rijswijkse Schouwburg is eigenlijk bedoeld voor de Rijswijkers. Echter biedt onze grote zaal ruimte aan zo’n 700 personen en daarom genoeg plaats voor bewoners uit omliggende gemeentes. Rijswijk proviteert mee van het ruime aanbod aan voorstellingen met de gunstige economische spin off tot gevolg. Wij werken nauw samen met Haagse theaters als Diligentia en binnenkort hopelijk de Koninklijke Schouwburg. Verbinding zoeken in tijden van verminderde aandacht voor cultuur is belangrijk.” Rijswijkse Schouwburg & bezuinigingen “In een hele korte tijd heeft de cultuursector te maken gekregen met veel bezuinigingen en de verhoging van de btw. Daar heeft de branche een best klap van gekregen. Nu de btwverhoging weer is terug gedraaid, begint de sector daar weer een beetje van te herstellen, maar de bezuinigingen zijn voelbaar. Daarom moet je creatief zijn en nieuwe kansen creëren. We proberen actief het bedrijfsleven bij onze activiteiten te betrekken en nieuwe samenwerkingen aan te gaan. De nominatie voor ‘Theater van het Jaar 2012’, waar ik bijzonder trots op ben, geeft duidelijk aan dat wij een interessante partner zijn. Ondanks de bezuinigingen, zien wij een groei van ongeveer 3% van het aantal bezoe-
‘Theater is vaak een goede weerspiegeling van zaken die spelen in de maatschappij. Daarom blijft theater in de toekomst ook bestaan’ kers, terwijl dit bij de rest van de theaters terugloopt. Met een brede programmering van ruim 200 voorstellingen per jaar, hebben wij elke theaterliefhebber iets te bieden. Onze voorstellingen lopen uiteen van kleine tot grote producties, van musical tot opera, van toneel tot cabaret. De toekomst voor theater zie ik dan ook positief in. Zo sta ik in het leven en kijk graag op die manier vooruit. Wij weten bezoekers aan ons te binden en gaan dit de komende jaren verder uit bouwen. Theater is vaak een goede weerspiegeling van zaken die spelen in de maatschappij. Daarom blijft theater in de toekomst ook bestaan, maar zal zich moeten aanpassen aan vraag en aanbod en zich moeten blijven ontwikkelen.” Rijswijkse Schouwburg & de Rabobank “Onze relatie met de Rabobank gaat al velen jaren terug. Het is onze huisbankier, die graag met ons meedenkt. Ze faciliteren ons met sponsoring en staan open voor allerlei ideeën. Onlangs hebben wij een mooie schenking ontvangen van het Rabobank Stimuleringsfonds. Dit fonds ondersteunt projecten die een bijdrage leveren aan het welzijn en de leefbaarheid in de regio. Met deze schenking kunnen wij speciaal ontwikkelde headsets aanschaffen voor mensen met een gehoorbeperking. Mede door deze headsets kunnen wij nu iedere doelgroep optimaal laten genieten van ons theateraanbod!”
14>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 1 februari 2013
Kleur en ruimte bij Oskar Lens De Tuingalerie van Pulchri is ingericht met een kamerscherm, enkele mooie oranje krukken en een gemakkelijke stoel van waaruit je comfortabel een deel van de tentoonstelling van gouaches van Oskar Lens op je in kunt laten werken. Door Egbert van Faassen
Er staat een antiek stoeltje van Pulchri. Enkele gouaches, min of meer op onderwerp bij elkaar gehangen, zijn gegroepeerd op een vooruitstekend getimmerte. De werken hangen min of meer symmetrisch, soms in wel drie rijen onder elkaar. Tegen de achterwand hangen de kunstwerken boven een bergmeubel. Een wat grotere gouache, als enige in een donkergrijs passe-partout, overziet de ruimte. Oskar Lens is al heel lang werkzaam. Zijn eerste Haagse tentoonstelling was bij Kunstzaal Liernur in 1967. Lens kwam als jurist op het ministerie van Buitenlandse Zaken terecht. Ondertussen lonkte het kunstenaarsschap. Toen zijn partner, de schrijver Jaap Harten iets van Jaap Nanninga had gekocht en deze het werk kwam ophangen, bij die gelegenheid ook werk van Lens zag en met zekerheid verklaarde dat de toekomst van Lens in het schilderen lag, was de moeilijke beslissing genomen. Oskar Lens en Jaap Harten waren jong toen ze de schilders van de jaren vijftig ontmoetten. Behalve met Nanninga Willem Hussem, wier dichtbundels bij dezelfde uitgeverij verschenen als die van Jaap Harten, stonden ze ook in contact met Lucebert, die de omslagen voor Harten’s eerste bundels tekende. Oskar Lens is gevormd door de vrije omgang met de vorm en de aandacht voor soms heel uitgesproken kleur van Lucebert, denk ik, en door de vrij intieme composities van Nanninga. En door heel veel dingen en enkele andere kunstenaars. ‘Sommigen kunnen als kind al heel aardig iets herkenbaars neerzetten – een paard of zo’, vertelt Oskar Lens, ‘dat kon ik niet. Ik was niet zo’n handige tekenaar’. Toen hij, al in dertig, besloot schilder te worden ging hij aan de Vrije Academie werken. Net in de tijd dat George Lampe die instelling omvormde tot ‘Psychopolis’, een instituut waarin de persoonlijkheid van de deelnemers alle ruimte voor ontwikkeling zou krijgen. Schilderen, dat heeft Oskar Lens niet daar geleerd. Daarbij kwam nog iets anders. Toen ik de schilder – die zijn leeftijd niet in de krant vermeld wil zien – tijdens de opening van de tentoonstelling sprak, legde hij vooral uit waar hij niet goed in was. Een gebrek, dat hij naar eigen
zeggen had te overwinnen, was zijn bedachtzaamheid. Clingendael Toen hij een atelier in Clingendael betrok, werd hij de buurman van Kees van Bohemen. Het voormalige koetshuis van Clingendael wordt nog steeds gebruikt als atelier. Het was toen al een begerenswaardige werkplek voor kunstenaars. De beeldhouwer Dirk Bus heeft daar gewerkt, Jaap Nanninga, Huub Hierck en later Jan Roëde. Toen Oskar Lens daar actief werd, ontleende hij inspiratie aan de opmerkingen van zijn buurman. De ateliers stonden met elkaar in verbinding en Kees van Bohemen kwam regelmatig raad geven: ‘Ik zie dat je weer hebt zitten nadenken. Dat moet je niet doen. Je moet je pols laten gaan …’. Dat was niet aan dovemansoren gericht. Oskar Lens werkt uiteindelijk intuïtief. Na zijn laatste tentoonstelling drie jaar geleden, ook in Pulchri, dacht men dat dit het afscheid zou zijn. Maar Oskar Lens gaat gewoon door. Dit keer heeft hij de inrichting in handen gegeven van Karel Bodegom, de interieurarchitect die nu de zaak Bas van Pelt in de Lange Houtstraat drijft. In de tentoonstelling opgenomen zijn foto’s van het interieur van een flat aan de Ilse Mauhslaan, door
Bodegom ingericht met stoelen die Harten en Lens toch al hadden. Daarbij hangt er nog een tekst van geliefde
van de schilder, die de interieurfoto’s verklaart. Eigenlijk is het soort trioexpositie van schrijver, interieurspe-
Ingezonden mededeling
Blik op de tentoonstelling. > Foto: Piet Gispen.
cialist en schilder. Voor Bodegom is dit de zoveelste tentoonstelling in de door hem geplande reeks ‘Kunst dichter bij huis’ – een aanhoudend pleidooi om kunst in huis te nemen, waarbij hij voorbijgaat aan het feit dat velen ook zonder zijn bemiddeling niet meer weten welk kunstwerk ze waar aan de wand moeten hangen. Voor Oskar Lens is dit een gelegenheid om zijn oudere gouaches opnieuw te bezien. Hij heeft gouaches, die Bodegom uitzocht, opnieuw bewerkt. Sommige ook niet. De dateringen zijn vrij recent, maar het gaat om werken vanaf ongeveer 1980. Men moet dit niet zien als een overzicht, maar als een blijk van de bloei van Oskar Lens. Thema’s zijn bloemstillevens of stillevens met een steeds terugkerende theepot. Er zijn landschappelijke composities te zien. Min of meer ovale vormen, waarbij een dansende pot of een peer genoeglijk naast elkaar staan zijn te herkennen. Er zijn duidelijk leesbare fruitschalen. Soms zie je een reikende arm van een figuur, onderwerp in eerdere schilderijen van Oskar Lens. Eigenlijk zijn die onderwerpen niet meer dan vehikels voor kleur en improvisatie. Opzienbarend; Oskar Lens. Pulchri, Lange Voorhout 15 www.pulhri.nl . Tot en met 13 februari.
jazz
De drums van ‘Broer’ Pronk en Gene Jackson Twee jonge Litouwse musici waren zondag j.l. winnaars van de Leidse Jazz Awards. Saxofonist Andrius Dereviancenko, student in Amsterdam, kreeg de hoofdprijs, Rugile Daujotaite, een zangeres die in Den Haag studeert en hier flink actief is, de persprijs. Het illustreert nog eens hoe internationaal de jazzopleidingen in Nederland geworden zijn. De frêle Rugile is meer dan een aantrekkelijke zangeres: ze speelt ook nog fluit en gitaar, arran-
geert en blijkt een bandleider met een dwingende hand. Haar ’scatvocals’ bewegen zich verre boven het doe-bie-doe-niveau en zijn vooral de improvisaties van een músicus. Ze is bovendien een durfal met twee gezongen Coltrane-stukken (in het Engels en in het Litouws). Ze maakte mijn jurytaak die zondag in elk geval aangenaam en redelijk gemakkelijk. In Den Haag bewaarheidt Equinox nog eens de belofte om in Studio 3
ook internationale gasten te brengen. Vrijdag 1 februari (23.00 uur) speelt daar bij de formatie van vibrafonist Frits Landesbergen de Amerikaanse drummer Gene Jackson. Landesbergen is een topper op zijn instrument, qua stijl en uitstraling ergens tussen Milt Jackson en Lionel Hampton in. Een jazzmuzikant die al vroeg inzag dat, wil je in de jazz het hoofd boven water houden, een stuk zakelijke inventiviteit nooit weg is. Met zijn eigen Baileo-cd-label, met de Baileo-big band en zelfs met een percussieduo met Jeroen de Rijke waarin ze samenwerken met pyrotechnici die op hun roffels een ritmisch vuurwerk afsteken (op You Tube een opname daarvan vanaf het Amsterdamse Rembrandtplein). Drummer Gene Jackson had al eerder goede contacten met Nederland. Hij speelde op de Ellington-cd van het
Metropole orkest, nam op voor Wim Wigts Timeless en voor Gerry Teekens’ Criss Cross-label. Een kei op de drums, anders kom je – zoals hij – niet in het Herbie Hancock/Wayne Shorter Quartet van destijds terecht. Een dag eerder (donderdag 31 januari) brengt Equinox in Grand Café Grote Markt gitarist Dan Nicholas met pianist Bob Wijnen aan het orgel waarop hij kan swingen als geen ander. In de Regentenkamer op 1 februari een Ode aan Django van de gypsy-groep Basily en op 2 februari een concert met centraal drummer ‘Broer’ Pronk. Een naam die bij oudere jazzliefhebbers ongetwijfeld voor een Aha-Erlebnis zorgt. ‘Broer’ heet Ruud, is de broer van wijlen jazzpionier en internationaal befaamde arrangeur Rob Pronk, werd geboren in 1931 (!) in het toenmalige Nederlands-Indische Banjoewangi en speelde in de vijftiger
jaren in het jazzsextet van zijn broer. Hij zou later platen opnemen met diverse orkesten en internationale sterren (Zoot Sims, Frank Rosolino, Bud Shank). Ook in de ‘oude’ Regentenkamer heeft hij een historie door zijn werk met pianist Frans Elsen. Nu staat hij er met een kwintet met o.a.Vincent Koning (gitaar), Simon Rigter (sax) en Stefan Lievestro (bas). Op zondagmiddag 3 februari zingt exSissie Gerrie van der Klei in Societeit Engels met het trio van bassist Harry Emmery (John Engels drums, Rob van Bavel piano). Haar laatste cd heette ‘Lovers and friends’, zo’n beetje haar ‘jazz-mémoires’. Met daarop ‘The best of times’ dat ze opdroeg aan haar grote liefde, jazzorkestleider en arts, wijlen Boy Edgar. Bert Jansma
15
cultuur<
Vrijdag 1 februari 2013 > Den Haag Centraal
Roland Kieft, artistiek directeur Residentie Orkest
‘Omkijken heeft geen zin’ De algemeen directeur van het Residentie Orkest, Niels Veenhuijzen, stapt op. Een nieuwe artistiek directeur, Roland Kieft, werkt zich in. In weer een ander vertrek van de Philipszaal zit iemand gebogen over parttime-contracten en ontslagprocedures. Een chef-dirigent ontbreekt. Intussen vragen Beethoven en Stravinsky om aandacht. Blijf bij dit alles maar eens rustig. Maar Roland Kieft is wel iets gewend. Hij komt van de omroep. Door Aad van der Ven
“We moeten de realiteit onder ogen zien, omkijken heeft geen zin”, vindt Roland Kieft, de nieuwe artistiek directeur van het Residentie Orkest. “Door de bezuinigingen doen we een enorme jas uit. Van een aantal musici – ik weet nog niet hoeveel – moeten we afscheid nemen en de meesten die overblijven, krijgen een parttime-contract. Voor onze musici is dat een hard gelag. Maar er zijn voldoende mogelijkheden om op een zinvolle manier verder te gaan. En wie weet hoe we er over vier jaar, bij het begin van de volgende subsidieperiode, voor staan”. Veertien jaar lang heeft hij als programmeur en eindredacteur bij de AVRO een belangrijke bijdrage geleverd aan het aanbod van klassieke muziek op radio en televisie. Mede aan hem zijn succesvolle programma’s als ‘Maestro’, ‘De Tiende van Tijl’ en het jaarlijkse Prinsengrachtconcert te danken. Maar ook talrijke opnamen van het Koninklijk Concertgebouworkest. Ook stond had hij namens de AVRO aan de wieg van het Haagse Festival Classique. Roland Kieft (Den Bosch, 1960) zegt dat het na geweldige jaren bij de omroep ‘leuk is om iets nieuws te doen’. Ooit was hij actief als achtereenvolgens cellist en dirigent. Het Residentie Orkest heeft wel eens gespeeld onder zijn leiding. Hij kan de uitgevoerde stukken meteen opnoe-
men: de Posthoorn-serenade van Mozart, ‘Petroesjka’ van Stravinsky en het Altvioolconcert van Bartók. Een groot aantal orkesten heeft hij geleid, ook in het buitenland, tot in Amerika en Japan. Maar een echte doorbraak bleef uit. Dus zette hij een punt achter het dirigeren. “Laat ik er niet omheen draaien. Ik heb er uiteindelijk gewoon te weinig talent voor”. Studeren Met het symfonieorkest is Roland Kieft van jongs af aan vertrouwd. Zijn ouders speelden in het Brabants Orkest: moeder altviool en vader contrabas. Met het Residentie Orkest maakte hij kennis toen hij cello ging studeren aan het Koninklijk Conservatorium. Hij woonde bij een gastgezin in het Benoordenhout. Het was de tijd waarin het Haagse orkest geleid werd door dirigenten als Jean Martinon en Ferdinand Leitner. Hij denkt nog vaak terug aan de avontuurlijke periode met Piet Veenstra als artistiek directeur. “Er gebeurde voortdurend iets bijzonders. Het Residentie Orkest was spraakmakend, had een eigen gezicht”. Of dat voor herhaling vatbaar is? “Misschien is de tijd daar inderdaad weer rijp voor. De eigentijdse muziek van nu klinkt in het algemeen iets blijmoediger dan het meeste werk dat in de jaren zeventig en tachtig ontstond en dat nogal wat weerstand opriep. Het hangt er ook sterk van af hoe je iets programmeert, in wat voor context. Ik heb al met Reinbert de Leeuw gesproken over de mogelijkheid in de komende jaren de grote sleutelwerken uit de twintigste eeuw te programmeren”. Plan Toen in het kader van Roland Kiefts Haagse kandidatuur de eerste gesprekken werden gehouden bleken de orkestmusici zelf al een artistiek beleidsplan te hebben opgesteld. “Ik kon daar helemaal in meegaan”, zegt hij. Doordat het RO dankzij de parttime-regeling ruim tachtig musici pa-
Roland Kieft.>Foto: Mylène Siegers
raat heeft kan het, aldus Kieft, in grote lijnen alles blijven spelen wat het tot nu toe deed, met uitzondering van stukken voor een heel grote bezetting. De achterliggende gedachte is dat die laatste categorie kan worden overgelaten aan het Rotterdams Philharmonisch Orkest, dat dankzij een omvangrijkere permanente bezetting met grote symfonische producties (Bruckner, Mahler, Richard Strauss e.d.) naar Den Haag kan komen. Een dergelijke samenwerking strookt met de ministeriële eis dat de Haagse en Rotterdamse orkesten ter verhoging van de efficiency ook in elkaars speelgebied dienen op te treden. Vanaf het volgende seizoen organiseert het RO in Den Haag een ‘Metropool-serie’ op zeven zaterdagavonden, met vier eigen concerten en drie gastoptredens van het Rotterdams Philharmonisch Orkest
(RPhO). De gastvrijheid komt vooralsnog van één kant. Het Haagse orkest brengt dan wel enkele malen een tegenbezoek aan Rotterdam, maar het RPhO trekt zijn handen daarvan af. Want de RO-concerten zijn geen initiatief van het Rotterdamse orkest maar van de directie van de concertzaal de Doelen. Dat wekt de indruk dat het RPhO het Residentie Orkest beneden zijn stand vindt. Roland Kieft zwijgt, trekt wel even zijn schouders op, maar laat even later blijken dat het overleg constructief is. Educatief Kieft volgt het RO lang genoeg om te kunnen beoordelen waarin het orkest sterk is en wat nog valt te ontwikkelen. Hij spreekt over de ‘haarvaten’ van de stad. Dat is de plaats waar het RO zich weer zou
moeten bevinden. Enthousiast is hij over de educatieve activiteiten. “Men bereikt hier zeventienduizend scholieren op jaarbasis. Ik moet nog zien of er andere orkesten zijn die dat presteren”. Hij streeft naar breedte in het aanbod, gericht op uiteenlopende publieksgroepen. “Dan denk ik nadrukkelijk ook aan jongeren. Dat die niet van klassieke muziek zouden houden is een fabeltje. Misschien interesseert het ze niet of een compositie in 1750 of in 1800 is geschreven, maar als die muziek op de juist wijze, in de juiste omgeving en in de juiste context wordt gepresenteerd is bijna iedereen daarvoor ontvankelijk, is mijn ervaring”. Roland Kieft zegt dat hij met het orkest niet binnen de klassieke grenzen wil blijven. Een optreden met Anouk of met Haagse popgroepen zou hij van harte toejuichen. En dan niet een orkest voor de achtergrondmuziek, maar iets waarin partijen elkaar echt ontmoeten. Hij heeft rondgekeken in de Fokker Terminal, de voormalige vliegtuighangar in de Binckhorst. “Een heel interessante ruimte om te gebruiken voor bijzondere producties”, zegt hij. Het probleem van de huisvesting dringt zich op. Het orkest kan over enige tijd niet meer beschikken over de Philipszaal, die zoals het er nu naar uitziet wordt afgebroken. Van kritiek op het initiatief op die plaats een groot Cultuurforum te bouwen wil hij niet horen. Hij noemt het ‘moedig’ dat een gemeentebestuur juist in deze tijd het besluit neemt een dergelijk cultuurgebouw neer te zetten. “We gaan er daarnaast voor zorgen dat het een plek wordt voor àlle Hagenaars”. Nu nog een chef-dirigent zien te vinden die bereid is een orkest te gaan leiden dat zichzelf opnieuw moet uitvinden. Kieft: “We zijn er nog niet uit. Mijn voorkeur gaat uit naar iemand in de kracht van zijn leven, iemand die bereid is iets met ons op te bouwen. Niet naar een heel pril aanstormend talent of een oude maestro. Meer kan ik nog niet zeggen. Er wordt aan gewerkt”.
Huis van Gedichten op steviger fundament Nu de gemeente Den Haag jaarlijks 40.000 euro toekent aan Huis van Gedichten ziet directeur Trees Steeghs (52) mogelijkheden om de stichting ter bevordering van poëzie beter voor het voetlicht te brengen. Door Saskia Herberghs
Gedichten moeten meer onder de aandacht worden gebracht.>Foto: PR
De activiteiten die Huis van Gedichten de afgelopen acht jaar op projectmatige basis heeft ontwikkeld, kunnen structureel en bij meer Hagenaars onder de aandacht worden gebracht, van peuters tot ouderen in zorginstellingen. Om te beginnen komende donderdag, op landelijke Gedichtendag. Trees Steeghs, knoopt al acht jaar contacten aan met kinderopvang, scholen, wijkorganisaties en zorginstellingen om haar liefde voor de poëzie te delen met anderen. Inmiddels doet ze dat niet meer alleen. Er werken zes docenten, twee projectleiders en een administratieve kracht bij de stichting die peuters bezoekt met de Jas van Taal, de leerlijn ‘Ga met een blauw paard dwars door de hoogste bergen’ maakte voor het voortgezet onderwijs en successen boekt bij ouderen die zich gedichten en liedjes uit hun kindertijd wel weten te herinneren. “Eigenlijk sluit de cirkel zich in de verzorgings- en verpleeghuizen. Op heftige momenten grijpen ouderen terug op het vertrouwde van vroeger”. De liefde die Steeghs koestert voor poëzie is haar niet per se met de paplepel ingegoten, zegt ze. Wel vertelden haar zus en zij
elkaar verhalen. “Overigens kwam het vertellen daarbij meestal op mij neer’’. Ook kan ze zich nog levendig voor de geest halen dat ze in de derde klas een gedicht zo mooi had voorgedragen dat ze de rest van de schooldag in de vierde mocht zitten. “Wie wil dat niet?’’ Maar haar motivatie om het lezen, beleven en maken van gedichten te verbreiden, ligt misschien juist in het gemis in haar jeugd. “Ik geniet hiervan omdat ik denk dat ik het zelf zo leuk had gevonden”. Al zocht ze behalve met onder meer het Johan de Wittcollege eerder ook samenwerking met partners buiten deze regio, zoals SLO Enschede om de eerder genoemde didactische leermethode te ontwikkelen, Huis van Gedichten beperkt zich nu tot de Haagse regio. “Omdat we graag continuïteit willen bieden en dat kan niet als je in het hele land werkt”. Huis van Gedichten werkt samen met festivals als Writers Unlimited/Winternachten en De Betovering, musea, scholen maar is ook gericht op wijken. Behalve het bieden van schoonheid beoogt Huis van Gedichten met poëzie barrières tussen bewoners te slechten.
Ongemak Komende donderdag is te zien of Huis van Gedichten althans in Mariahoeve daarin is geslaagd. Van 13.30 tot 21.00 uur zijn in het Diamantcollege en het Diamanttheater aan de Diamanthorst 183 workshops, voordrachten en een poëziewedstrijd bij te wonen. In de wijk zijn de afgelopen twee jaar ouderen, scholieren en twinti-
gers/dertigers, vaak migranten en nieuwkomers in de wijk, benaderd om gedichten te schrijven. “Omdat je in gedichten sneller tot de kern komt, bleek daar veel ongemak op papier te komen. Elke groep beweegt zich in zijn eigen tempo door de buurt zonder elkaar te kennen. Uit een gedicht van een scholier bleek bijvoorbeeld dat zij dacht dat onder de ouderen veel pedo’s zitten. Daarover kun je een gesprek aangaan”. Huis van Gedichten breidt de wijkactiviteiten komend jaar uit naar Benoordenhout, Bezuidenhout en de buurt rondom het Centraal Station. Daarnaast krijgt de internetpagina een nieuw uiterlijk, wil de stichting op regelmatige basis nieuwbrieven voor scholen in het basis- en het voortgezet onderwijs uitbrengen en wordt de blog vaker geactualiseerd. Mogelijk beginnen Huis van Gedichten en de Universiteit van Leiden onderzoek naar de invloed van klank en ritme en de Jas van Taal bij peuters om klachten over dyslexie te matigen. “Metingen van hersengolven lijken dat aan te geven,’’ zegt Steeghs. Afgezien van het heilzame effect van poëzie gelooft Steeghs vooral dat het leuk is om mensen vanaf twee jaar in contact te brengen met poëzie. “Het helpt bewust waarnemen, formuleren en te reflecteren op jezelf. Poëzie maakt je bewust van communicatie. We willen kinderen mooie dingen leren die het waard zijn een leven lang mee te nemen. Het gaat niet alleen om educatie maar juist ook over liefde voor taal”.
16>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 1 februari 2013
Een stad van rangen en standen
Nog altijd is Den Haag een stad van het zand en het veen. In geen andere grote stad is van oudsher het verschil in rangen en standen zo complex als in de Hofstad. Jan Hein Furnée beschrijft in ‘Plaatsen van beschaafd vertier’ de vrijetijdsbesteding van de hogere Haagse kringen in de 19de eeuw. De wereld van de Koninklijke Schouwburg, De Witte en het Badhuis oftewel ‘Winkeliers niet welkom’. Door Coos Versteeg
Hoeveel geld iemand bezat en hoeveel belasting iemand betaalde, deed niet terzake. Afkomst, familienaam en beroep bepaalden de maatschappelijke status. Een dik onderbetaalde ambtenaar op een ministerie, die zich niet meer dan één keer per week vlees op tafel kon veroorloven en zijn rekeningen pas na een jaar betaalde, voelde zich nog altijd zwaar verheven boven een goed boerende winkelier. Zo’n winkelier kon onmogelijk lid worden van de herensociëteit De Witte, die kwam niet door de ballotage. Jan Hein Furnée begint zijn studie, nu in een vuistdikke 903 pagina’s tellende handelseditie, met de stoeltjes in het Haagse Bos; een schandaal van landelijke betekenis halverwege de 19de eeuw. Wat was het geval: de chique herensociëteit De Witte had sinds 1819 in het Haagse Bos een buitensociëteit, oorspronkelijk niet meer dan een linnen tent, maar sinds 1823 een sierlijk houten gebouw, waar vanaf zeker moment twee keer per week de militaire kapel openluchtconcerten verzorgde. Bij die concerten werden niet-leden van De Witte op afstand gehouden met tussen palen gespannen koorden. Overige belangstellenden restte weinig anders dan aan de andere kant van de vijver het concert te volgen. Aristocraten en andere aanzienlijken, die zich veel te hoog voelden om zich bij De Witte aan te sluiten en lid waren van de Grande Sociéte of van de Plaats Royaal (uitsluitend toegankelijk voor de adel) maakten zich niet druk over deze standenscheiding en lieten zich in hun open koets eindeloos rond het feestterrein rijden. Maar gegoede burgers, die (ondanks hun welstand) louter vanwege het feit dat zij als fabrikant, handelaar, winkelier of ambachtsman van een lidmaatschap van De Witte waren uitgesloten, maakten zich boos. Zij wilden een eigen plek met stoelen waar ze, enigszins comfortabel gezeten, het concert konden volgen. Die toestemming kwam in 1853, toen de zoon van de boswachter bij wijze van proeve van de overheid stoeltjes mocht verhuren aan deze burgers. Twee jaar lang duurde dit, toen draaide de conservatieve minister dr. A. Vrolik de zaak terug. Het werd een kwestie die in kranten over het hele land hoog oplaaide en die zelfs leidde tot een adres aan de koning. Het zou tot mei 1858 duren voor de standenstrijd was geslecht en de stoeltjes er weer mochten staan. De Koninklijke Schouwburg in Den Haag is tot op de dag van vandaag een
Ingezonden mededeling
De buitensociëteit van De Witte in het Haagse Bos, omstreeks 1860. Op de voorgrond de gegoede burgers die geen lid waren en de muziekuitvoeringen uitsluitend vanaf de ander kant van de vijver konden volgen. > Illustratie: H.W. Last / collectie Haags Gemeentearchief
symbool van de standensamenleving die Den Haag toen was. Want hier waren weliswaar verschillende standen onder éen dak verenigd, maar met een eerste rang, een tweede rang, loges, parterre, eerste, tweede en derde balkon en zijbalkon, was er een nadrukkelijke scheiding. Furnée kon in het archief feilloos nagaan hoe zelfs de plaatsen op de eerste rang waren onderverdeeld naar mate van belangrijkheid. Hij kon ook goed zien hoe de duurdere rangen het drukst werden bezocht bij verfijnde Franse operavoorstellingen die een goede kennis van de taal veronderstelden, terwijl Nederlands toneel door de hogere kringen juist als plat en ordinair werd beschouwd en het daar de tweede en derde rang waren die vol stroomden. Ook binnen de Koninklijke Schouwburg zag je overigens weer die strijd tussen de hogere kasten en de burgerij die zich op grond van hun geld net zo voornaam achtten. Die wilden niet op de tweede rang zitten, waar het was vergeven van de prostituées en de parterre in de zaal was evenmin een optie. In Scheveningen, waar juist de badcultuur in opkomst was, speelde de scheiding zich af tussen wie bij het Badhuis en later in de eeuw het Kurhaus gewenst was en wie moest uitwijken naar het dichter bij het dorp gelegen Zeerust. Fenomeen We kenden de kleinzieligheid natuurlijk uit de boeken van Couperus, maar Furnée laat goed zien dat juist in de wereld van de vrijetijdsbesteding de rangen en standen zich laten gelden. In Den Haag meer dan elders. Valt de wereld in andere steden uiteen in drie hoofdgroepen van sociale klasse, in de Hofstad ligt dat veel gecompliceerder. Tijdgenoot en letterkundige W.J.A. Jonckbloet beschreef het in 1843 als volgt: “Tussen
een kleine minderheid van ondernemers vormden het potentieel van deze tussenlaag, de laag die behoefte had aan een eigen bolwerk en dat werd de Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte. Religie was van minder belang. Zelfs joden konden hier toetreden, iets wat in Amsterdam bij Felix Merites nog statutair werd uitgesloten. Maar je moest wel heel deftig zijn. Wie zich niet aan de regels hield, geschreven of ongeschreven, werd weer net zo gemakkelijk gedeballoteerd.
Gedeballoteerd Jan Hein Furnée beschrijft het allemaal met flair in een vlotte, lekker leesbare stijl. Ofschoon alles degelijk en wetenschappelijk met eindeloze tabellen achterin het boek is onderbouwd, schuwt de auteur de anekdote niet. Een milde hoon klinkt af en toe op de achtergrond door en dat heeft vast nog een beetje te maken met het feit dat zijn betovergrootvader ooit bij De Witte werd gedeballoteerd, eruit geknikkerd, omdat men hem bij nader inzien niet chic genoeg vond. Tja, ook vandaag de dag kun je in De Witte nog door een ouder lid op de vingers worden getikt als je iemand een visitekaartje aanreikt; zoiets triviaals past meer bij zakenmensen die bezig zijn met netwerken en handel. Deze Furnée is als wetenschapper verbonden aan de Universiteit van Amsterdam nu natuurlijk wel voornaam genoeg. Al is het maar omdat hij na vijftien jaar onderzoek zoveel bloot legt van een samenleving (een stad van weelde) die juist toen ongekend snel groeide. Toch een punt van kritiek: ook het boek van Furnée is ongekend gegroeid. De auteur gaat, zoals zoveel historici en kunsthistorici mank aan het feit dat hij elk ontdekt feitje wil laten weten. Voor een handelseditie van een dergelijk onderzoek, had een bekwame en liefdevolle redacteur stevig het mes in de tekst moeten zetten om het met minstens een derde terug te brengen. Dan was Furnée voor veertig jaar Haagse geschiedenis ongeveer uitgekomen op een omvang die David van Reybrouck nodig had voor zijn alom bejubelde bestseller over 140 jaar geschiedenis van Belgisch Congo.
Spekkoek De koloniale Indische samenleving wordt qua sociale gelaagdheid wel getypeerd als een spekkoek. In Indië sprak de
Plaatsen van beschaafd vertier – Standsbesef en stedelijke cultuur in Den Haag 1850-1890. Jan Hein Furnée. Uitgeverij Bert Bakker/Prometheus. Prijs € 39,95. ISBN 978 90 351 34843
De Koninklijke Schouwburg. Het Theâtre Royal, was een plaats van beschaafd vertier waar het standsverschil meteen zichtbaar was in de indeling van het gebouw. Deze prent dateert uit 1844. > Illustratie: A.P. van Langenhuijsen / collectie Haags Gemeentearchief
adel en burgerij heeft men hier in den Haag nog eene klasse van menschen die te groot zijn voor het eene, te klein voor het andere, overal elders eene problematieke positie zouden hebben, maar die hier onder den naam van fatsoenlijke lui bekend zijn”. Fatsoenlijke lui, een aparte klasse tussen de adel en de burgerij in, dat mag een Haags fenomeen heten. De mensen die in positie tegen het hof en de regering aan schurkten, die niet werden toegelaten tot de aristocratische bolwerken, maar zichzelf toch wel heel belangrijk en voornaam vonden. Deze snel groeiende groep van ambtenaren en militairen, beoefenaren van academische vrije beroepen, aanzienlijken, renteniers en
vrouw van een kolonel niet met de echtgenote van een sergeant. Welnu, ook in dat opzicht is de relatie tussen Den Haag en Indië duidelijk. Komt het doordat Den Haag het bestuurlijk centrum van het land was en de ambtelijke hiërarchie op het ministerie van oudsher is vergeven van regels en privileges, net als de militaire structuur die zich in de garnizoensstad Den Haag natuurlijk ook nadrukkelijk liet gelden. Het is nog maar een jaar of vijftien geleden dat een hoge ambtenaar op het ministerie van justitie te horen kreeg, dat hij een verkeerde prullenbak op zijn kamer had staan. Bij zijn rang hoorde namelijk een vierkante en geen ronde prullenbak. Een belangrijke kentering in de samenleving van gescheiden wereld komt tot stand als de Haagse dierentuin in 1866 opent. De totstandkoming en exploitatie van het in alle landen oprukkende fenomeen van de zoölogisch-botanische tuin was zo duur, dat men hier wel de hekken wijd open moest zetten voor iedereen die maar wilde komen (lees: lid wilde worden, want zo werkte dat in die tijd). Hier werden temidden van de apen, flamingo’s en zeehonden de afstanden tussen de hogere kringen en middenstand op ongekende schaal overbrugd.
WINTERSALE! Wij maken in onze audio/video Centers ruimte voor nieuwe winkelmodellen, in een nieuwe presentatie.
OP ALLE PLANK MODELLEN 20% KORTING!
Audio/video centers
Theresiastraat 151-157 | 2593 AG Den Haag - Tel. 070-347 42 59 / 070-322 22 73 Appelstraat 133-143-145 | 2564 ED Den Haag - Tel. 070-368 47 10 / 070-368 49 22
www.praalder.nl
* Uitsluitend voor uitgepakte en opgestelde plank-modellen * Zelf meenemen, bezorging: € 50,- meerprijs, installatie: € 15,-/kwartier
17
varia<
Vrijdag 1 februari 2013 > Den Haag Centraal
Opstoppingen bij Bosbrug vallen mee Door Ronja Slierendrecht
baar.’ Het college benadrukt dat niet voorkomen kan worden dat het druk blijft op de wegen, maar ze zetten alle mogelijke middelen in. Zo worden auto’s omgeleid met borden en proberen verkeersregelaars de situatie onder controle te houden.
Tegenover de Hofvijver kijkt een vrouw bedroefd naar het HTM-bord. Tram 17 komt vandaag niet, morgen niet, het gehele jaar niet. Hoewel de HTM in de bussen en trams informatie geeft over de wijzigingen, is nog niet iedereen op de hoogte van de gevolgen van de ingrijpende aanpassing van de Bosbrug. De HTM en de gemeente hebben spooraannemer Strukton de opdracht voor de verbouwing gegeven. Het knooppunt wordt aangepast aan de huidige tijd. Zo wordt het tramspoor vernieuwd zodat ook het nieuwe materieel van de HTM er gebruik van kan maken. Geschat wordt dat het project zo’n 2,7 miljoen euro zal gaan kosten. Toen de plannen bekend werden, werd gevreesd voor grote overlast, maar de schade blijkt mee te vallen. Hoewel het omgeleide verkeer voor drukte zorgt op de Mauritskade, blijven grote problemen uit. Het college van B&W noemt de situatie ‘beheers-
Optimistisch MKB Den Haag riep de Bosbrug tijdens hun kerstborrel uit tot ‘verkeersknelpunt van het jaar’. “Wij deden dit omdat het voor de ondernemers in Den Haag belangrijk is dat de situatie draaglijk blijft. De mobiliteit van de stad is immers in het geding”, aldus Roel van Cromvoirt, lid van het MKB. De organisatie steunt de Binnenstad Ondernemers Federatie, samen houden ze de gemeente in de gaten en voeren ze waar nodig de druk op. Van Cromvoirt is optimistisch: “Tot nu toe hebben we nog geen alarmerende berichten gekregen, Hagenaars zijn inmiddels gewend dat er altijd wel een knelpunt is rondom de binnenstad”. Wel hoopt Cromvoirt dat de werkzaamheden eerder afgerond zijn dan in de planning staat: “Het zou voor ondernemend Den Haag mooi zijn als de Bosbrug voor het einde van het jaar weer in werking is”.
De verkeersproblemen door werkzaamheden aan de Bosbrug vallen mee. Grote opstoppingen blijven uit en het gewijzigde tramverkeer stroomt goed door.
> Foto: C&R
Vonk (CDA) naar Groep de Mos Door Jan van der Ven
Het voormalig CDA-raadslid Wil Vonk wordt voorzitter van de politieke vereniging Groep de Mos. Vonk was gedurende acht jaar lid van de CDA-fractie. Zij vertegenwoordigde er de linkervleugel. Haar partij zette haar voor de raadsverkiezingen van 2010 op een onverkiesbare plaats. Daarop besloot zij een campagne te gaan voeren die voldoende voorkeurstemmen moest gaan opleveren. Om stemmen te trekken, reisde ze met een oude caravan door de stad. Haar opzet mislukte echter. Zij kreeg tijdens de verkiezingen van maart in 2010 slechts 197 voorkeurstemmen, onvoldoende voor die ene zetel. Richard de Mos weet wat het is om niet verkiesbaar te zijn. Eerder dit jaar zette PVV-leider Geert Wilders hem als Kamerlid niet op de kandidatenlijst
voor de verkiezingen van de Tweede Kamer. De Mos was toen tevens lid van de PVV-fractie in de Haagse gemeenteraad. Uit verontwaardiging over de aanpak van Wilders besloot De Mos zijn raadszetel voor de PVV op te geven. Later veranderde hij zijn besluit en richtte hij de Groep de Mos op. Vanaf dat moment ging hij naarstig op zoek naar medestanders. In de gelederen van de Groep de Mos heeft nog een ander voormalig raadslid een plaats gevonden, Willem van der Velden. Hij was korte tijd lid van de LPF-fractie in de Tweede Kamer. In 2005 werd hij namens deze partij lid van de Haagse gemeenteraad. Toen deze partij werd opgegeven, veranderde hij de naam van zijn fractie in Groep Van der Velden. De financiële man van de Groep de Mos wordt Derk Roos. De Mos klopte eind vorig jaar aan bij Wil Vonk. “We spraken uren en uren”,
aldus het voormalig CDA-raadslid Vonk in een toelichting. Aanvankelijk gingen de gesprekken louter over actuele zaken die in de stad speelden. De Mos maakte volgens Vonk al pratend duidelijk begaan te zijn met alle bewoners van de stad. “Hij heeft zijn PVV-veren voldoende van zich afgeschud”, constateert Vonk. “Hij heeft me verzekerd dat het geen rel-partij wordt maar een club die aandacht voor alle inwoners heeft, ongedacht afkomst en huidskleur. En mensen die me kennen, weten dat ik ook niet anders zou willen”. Over het CDA zegt Vonk dat de christendemocraten in de Haagse gemeenteraad weinig banden meer hebben met de bevolking. “Ze zijn vooral blij met elkaar”. De Groep de Mos gaat werken aan een tienpunten-lijst. Daarop komen zaken te staan als de problemen in de thuiszorg maar ook de werkloosheid onder jongeren.
schiedenis vol presidentiële en andere monumenten. Voorzitter Ed van Dijk dirigeert het gezelschap van de bar naar de klapstoeltjes voor het reuze televisiescherm. Ik zie het gebeuren. Obama, de ‘preacherman’, begint te oreren en de Haagse Obamamensen gaan collectief op het puntje van hun stoel zitten. Ed roept profetisch: ‘Dit wordt weer historisch!’ Twintig minuten lang blijven zij in de ban van Obama. Applaus en bewondering na afloop. Verbluffend die Obama. Wat is zijn magie? Toch vooral de inhoud van zijn woorden. In een steeds
conservatiever land gewoon zeggen dat je voor gelijkberechtiging van homo’s en lesbiennes bent en van alle etnische, religieuze en andersoortige groepen bent. ‘Celebrating diversity!’ En Obama gaat nog een stapje verder. In een fatsoenlijk land, en zeker in economisch zware tijden, moet de overheid zijn verantwoordelijkheid nemen om hulpprogramma’s voor ouderen te beschermen. ‘Afblijven’ beet Obama zijn Republikeinse tegenstanders in felle bewoordingen toe. De Obamaclubleden nemen er een biertje op en nog wel eentje. Zij verheugen zich al op de komst van Obama naar Den Haag in 2014 als hier de grote nucleaire top wordt gehouden. Ook de Nederlandse media raken niet uitgepraat over de ‘linkse’ speech van Obama. De volgende dag zat ik als commentator bij het programma Standpunt NL. De stelling luidde: ‘Obama is te links voor Amerika’. En ja hoor, ik werd weer meteen geconfronteerd met het
stadsgroen
Spinazie
Nu de ergste kou het land uit is, staat de ware tuinier al weer in zijn schuurtje. Hij zoekt bamboestokken, vliesdoek en zakjes zaad bijeen en staat te popelen om te gaan zaaien. Ik neem voor het gemak maar even aan dat de grond in het najaar al is omgespit. Dat de afwateringsgootjes hun werk hebben gedaan. En dat het niet regent vandaag! Want de ware tuinier zaait nu spinazie. Dit makkelijke gewas met de naam ‘isfinadsch’ werd in het jaar 647 door de Arabieren op hun reizen meegenomen, onder meer naar China. Daar noemden ze het groene
De ware tuinier zaait nu spinazie. Dit makkelijke gewas met de naam ‘isfinadsch’ werd in het jaar 647 door de Arabieren op hun reizen meegenomen goedje verheugd ‘Perzische groenten’ en leerden op hun beurt de Arabieren het spul te wokken. Inmiddels zijn er door veredeling tientallen varianten spinazie op de markt, die overigens allemaal nog steeds éénjarig zijn. Dat houdt in dat ze in één groeiseizoen zowel bladeren als bloemen vormen. En juist die bloemvorming
is onhandig. Je hebt er het meeste last van wanneer je de groente in het late voorjaar of in de zomer zaait. En daarom doen we het juist nu! Maar hoe kom je eigenlijk aan zaad? Voorheen bestelde je het gewenste product uit een dikke zaadcatalogus, tegenwoordig druk je op de knoppen op het internet. Je koopt het spul per zaadje: 25 stuks voor 1 euro, of per gewicht: voor 65 gram betaal je een euro of 3. Geen geld als je weet dat tien gram zaad zo’n 15 kilo groenten op gaat leveren. Kies voor de zoete Mikado, de rode Red Kardinal of de Winterreus, een rauwkost variant. Zelf bestelde ik ooit – durfal als ik ben – de Nieuwzeelandse. Maar dat bleek een succulent te zijn. Een vetplant dus. De dikke blaadjes kunnen wel bereid worden als ware het spinazie en werkelijk, ze smaken voortreffelijk. Maar wat nog fijner is: de plantafstand van deze variant is 75 centimeter, het wordt dus een heel grote jongen. Met vier planten ben je al klaar! Wat? Heeft u geen tuin? Meld u dan op 6 of 13 februari 2013 bij één van de Haagse buurttuinpercelen, voor 46 euro bent u een jaar lang landjonker. En groenteman bovendien! Tuin: www.denhaag.nl/buurttuinen Zaden: www.vreeken.nl en www.debolster.nl en www.vlaamszaadhuis.com
Wendy Hendriksen >Meer columns en een boek op www.wendyhendriksen.nl
internationaal
Historische speech Obama
Daar zat ik dan vorige week. Als gast van de Nederlandse Obamaclub in een grand café in de Haagse binnenstad. Samen kijken naar Obama’s inauguratiespeech. Meestal zitten dit soort speeches vol mooie beeldspraken maar met weinig inhoud. Het is meer therapeutisch bedoeld teneinde de Amerikaanse bevolking een hart onder de riem te steken. Zelfs de meest verstokte Obama aanhanger van deze grootste Obamaclub ter wereld verwachtte er niet zoveel van. Wel altijd een historisch moment zo’n gedragen toespraak in de heilige tuin van de Amerikaanse ge-
idiote gedachtengoed van schrijver en ‘zwembadmiljonair’ in Californië, Leon de Winter, die de speech natuurlijk niks vond, een belediging voor alle Republikeinen en sowieso veel te links. Sinds wanneer ben je links als je opkomt voor gelijkberechtiging van mensen en voorstander van een beperkte maar fatsoenlijke rol van de staat? Als Obama iets is, is hij een pragmaticus met wat progressieve trekjes. Hooguit een wat linkse VVD’er. De Winter en consorten verwijten softie Obama dus dat hij dus niet wil samenwerken met Republikeinen door zo’n ‘verschrikkelijke’ speech uit te spreken. Stuitend hoeveel onzin in dit land over de VS en Obama wordt verteld. Softie? Obama heeft met gerichte luchtaanvallen boven het Afghaanse en Pakistaanse territorium 21 van de 23 topleiders van Al Qaida gedood, inclusief Osama BinLaden. En die al of niet samenwerking? Toen Obama begon in 2008 was hij nog
wat naïef. Hij probeerde bruggen te bouwen maar op de historische avond van zijn verkiezing verklaarde de Republikeinse leider in het Congres dat zijn partij op geen enkele wijze deals met Obama zou sluiten. Het werd hem niet gegund. Nu in 2013 is een gelouterde Obama opgestaan. Hij maakt een bevrijde indruk. Hoeft zich geen zorgen meer te maken voor zijn herverkiezing. De president zal met de publieke opinie achter zich (Obama 55 procent in de plus, de Republikeinse partij 29 procent) het ongetwijfeld bikkelharde gevecht met zijn tegenstanders aangaan over bezuinigingen en belastingen. Wordt vervolgd dus. Obama is er nog lang niet. Maar de start van zijn tweede termijn mag er zijn. Het is een vliegende start. Dapper. Erg dapper. En Ed heeft dus gelijk. Het was een historische speech. Willem Post
18>sport Hans
Den Haag Centraal > Vrijdag 1 februari 2013
Hoofdtrainer Mark Moen is klaar voor VUC
En Boogie dan?
Ik hoor het Hugo Camps, de Belgische journalist die in Nederland floreert, nog zeggen op televisie: “Die voetballers moeten eens een voorbeeld nemen aan een schone sport als wielrennen”. Het was zo’n vijftien jaar geleden dat hij die uitspraak deed en tegen het licht van onze huidige kennis ronduit lachwekkend. De wielerwereld staat ineens bol van de dopingschandalen en -bekentenissen. Grote namen en ook kleinere, vechten om hun bekentenis openbaar te mogen maken. Oppermacht Lance Armstrong voorop. Maar het stopt niet bij Armstrong. Velen volgen. Thomas Dekker, die al eens een schorsing heeft uitgezeten voor dopinggebruik, roept dat hij alles aan de Nederlandse Dopingautoriteit gaat vertellen; over iedereen. Hij huilt met de wolven in het bos, wellicht ingegeven door de amnestie, die de wereldbond UCI biedt in ruil voor bekentenissen van bekende wielrenners. Dat geeft te denken. Om te beginnen mag je de vraag stellen waar de grens wordt getrokken. Daarnaast kan het zo zijn dat wielrenners bekend zijn geworden door met doping ondersteunde prestaties. Bovendien zou zo sprake zijn van rechtsongelijkheid, waar het Lance Armstrong en zijn afgepakte titels betreft. Ze zoeken het maar lekker zelf uit. Nog een raar fenomeen in dit geheel. Het proces tegen de Spaanse dopingarts Eufemiano Fuentes is net van start gegaan. Meer dan 200 sporters zouden klant bij hem zijn geweest, waarvan slechts een kleine 50 uit het wielrennen. De rechtszaak gaat alleen over deze laatste groep sporters. Merkwaardig? Niet als je de uitspraak kent die de arts in 2010 vanuit zijn cel deed: volgens hem kan Spanje het Europees kampioenschap voetbal 2008 en het wereldkampioenschap voetbal 2010 vaarwel zeggen als hij vertelt wat hij weet …. Hoe zit het dan met onze Haagse trots Michael Boogerd? Hij ontkent ten stelligste, maar zijn naam valt regelmatig bij de bekennende zondaars. Dat maakt hem nog niet direct schuldig. Zelfs de verdachte banktransactie met een Oostenrijkse dopingarts, verklaart ‘Boogie’ met afslankproducten voor zijn vrouw. Het geeft te denken, maar ik geloof hem. Misschien wordt dit ‘net als de eerdere uitspraak van Camps’ ingehaald door de tijd. Maar ik kan het onderbouwen. Als groot sportliefhebber volg ik de Tour de France al van kinds af aan. Als Hagenees had ik uiteraard altijd extra oog voor Boogerd. In elke Tour had hij wel één of twee onwaarschijnlijk slechte dagen. Zó teleurstellend, dat dopinggebruik bij hem welhaast onmogelijk moet zijn geweest. Volgens mij was Boogie altijd schoon en daar ben ik net zo trots op, als dat ik destijds baalde van zo’n off-day. Hans Willink
Mark Moen, thuis bij VUC en klaar voor het hoofdtrainerschap. >Foto: Creative Images
Na drie jaar assistent van Toon Brakus te zijn geweest, is de tijd rijp voor een nieuwe stap in zijn trainerscarrière. Mark Moen wil volgend seizoen als hoofdtrainer van VUC aanvallend voetbal spelen met een selectie die prestaties combineert met gezelligheid. “VUC moet weer VUC worden”. Door Bert Tielemans
Terwijl de selectie op donderdagavond tafeltennist in de kantine aan ’t Kleine Loo baalt Mark Moen van de sneeuw op de velden. “Het ziet er wel leuk uit, maar van trainen en wedstrijden spelen komt weinig. Daardoor verliezen we het ritme dat we hadden opgebouwd tijdens het trainingskamp in Marbella”. Na zijn spelersloopbaan in de eerste divisie en de top van het amateurvoetbal, keerde Moen terug op het oude nest waar hij als vijfjarig jochie zijn eerste balletje trapte. Samen met andere gestopte amateurtoppers is de gedreven Moen behalve assistent trainer van VUC 1, ook één van de vedettes van het derde seniorenteam. Een team met opvallend veel fitte ‘oudjes’ als Erik van Galen, Erik Tammer, Sandro Tarentino, Danny Kettenis, Michael Wessels en broertje Brian Moen. Spelers die op het eerste gezicht nog gemakkelijk op selectieniveau mee zouden kunnen. “Geef mij een bal en ik wil voetballen. En dan wil ik winnen, altijd winnen. Die gedrevenheid heb ik met alles en gaat er nooit meer uit”, lacht Moen. “Buiten het veld ben ik best relaxed, maar binnen de lijnen gaat er een knop om”. Mark Moen was de regisseur van het middenveld die tien jaar kleur gaf aan TONEGIDO. Als aanvoerder combineerde de linkspoot een fluwelen trap met tactisch inzicht. Bovendien schuwde hij
de strijd niet. “In het veld kon ik bikkelhard zijn, op het gemene af”. Maar daarmee boekte TONEGIDO wel uitstekende resultaten. Het Voorburgse vriendenteam (“klinkt als een cliché, maar dat was het wel”) miste het kampioenschap in de Hoofdklasse op een haar, maar won met spelers als Harry de Haas, Lemmy Stevens, Joost Timmer, Gilbert Taument en Brian Moen wel de districtsbeker, twee keer de Amstelcup en twee keer de Supercup voor amateurs. Op nieuwjaarsdag liet een deel van de toenmalige selectie zich tijdens de reüniewedstrijd tegen Wilhelmus nog eens zien. Mark Moen: “In die jaren stond er een heel mooi elftal op het veld. Jammer dat TONEGIDO niet meer bestaat. Prachtige club. Vooral de periode aan de Rodelaan was geweldig”. Leren “Op stap met die gasten ging het ook altijd over voetbal. Natuurlijk was het lachen, maar spelsituaties werden ook besproken. Wim van Laar en Wim Schaap (trainers TONEGIDO, red.) betrokken mij bij tactische keuzes die ze maakten”. Daarmee noemt Mark Moen direct twee trainers die hem inspireerden om na zijn actieve carrière in het voetbal te blijven als trainer. “Jaren terug heb ik al twee jaar CIOS gedaan en bij VUC heb ik ook het tweede elftal onder mijn hoede gehad. De afgelopen seizoenen heb ik onder Toon Brakus, ook doordat ik tegelijk de KNVB cursus deed, sprongen ge-
‘Haast als trainer heb ik niet. De weg van de geleidelijkheid past mij het beste’
maakt en veel geleerd. Maar ook van Wim Schaap heb ik geleerd. Die hamerde op discipline en mentaliteit en zorgde ervoor dat zijn elftal fitter was dan de tegenstander. Wim van Laar was zijn tegenpool. Relaxed, een teambuilder. En een trainer die spelers veel vertrouwen gaf. Rob de Lange, die daarna kwam, bracht een mix van beide. Zulke ervaringen neem je mee wanneer je het trainersvak instapt”. Bewust en stap-voorstap bouwt Mark aan een eigen trainerscarrière. “Haast heb ik niet, de weg van de geleidelijkheid past mij het beste. Maar ik merk dat ik nu klaar ben om hoofdtrainer te zijn”. Steun Minder dan een jaar terug behaalde Mark Moen zijn UEFA-B/Trainer-Coach II diploma. Een bijzondere prestatie, vooral omdat een maand eerder, op Koninginnedag, zijn pas zesjarige zoon Sander aan een ernstige hartafwijking overleed. Mark Moen: “Het verlies van Sander was echt verschrikkelijk en zo voelt het nog steeds. Zo zwaar en onvergelijkbaar met alle andere trieste dingen die je als mens kunt meemaken. Op zo’n moment is al het andere in het leven totaal onbelangrijk. Samen met mijn vrouw hebben we ervoor gekozen om door te gaan met het gewone leven, hoe moeilijk dat ook is. Het liefste zou je met een deken over je hoofd op zolder in bed blijven liggen janken, maar we proberen het leven zo positief mogelijk op te pakken, ook al worden we nog dagelijks gek van verdriet. Ook voor onze andere zoon is dat belangrijk. Voor hem moeten en willen we er zijn. Daarom begon ik na een paar weken weer met werken. En met trainen bij VUC. Ik besloot ook om toch mijn examen TC II te doen. Voor anderen is dat misschien snel, voor mij bleek werken en voetbal de uitlaadklep die ik nodig had”. Voor Mark blijft het
moeilijk om over het verlies van Sander te praten. “Het is eigenlijk te heftig. Hoe het echt voelt kan ik niet onder woorden brengen zonder emotioneel te worden”. Hoofdtrainer Om hun medeleven aan de familie te betuigen en ter nagedachtenis aan Sander hielden veel jeugd- en standaardelftallen voorafgaand aan hun wedstrijden een minuut stilte. “Dat was indrukwekkend en de steun en betrokkenheid vanuit de voetballerij deed ons goed”. Als assistent van Toon Brakus heeft Mark nog een half jaar de tijd om zich in de luwte voor te bereiden op het grote werk. “Ik denk wel dat ik er nu klaar voor ben. Als trainer ben ik rustiger dan als voetballer. Dat zal ook komen door de gebeurtenissen van vorig jaar. Je gaat meer relativeren, maar de ambitie is er wel om met VUC mee te doen om de prijzen. Samen met Cindy van Teunenbroek werken we nu aan een stabiele kern in de spelersgroep. VUC moet weer een afspiegeling worden van de inwoners in deze wijk. We zoeken geen clubhoppers, maar jongens die samen een ideale mix vormen en prestaties combineren met gezelligheid. Daarmee moet VUC weer echt VUC worden. En het spel dat we gaan spelen? Dat is ook afhankelijk van de spelers die ik straks tot mijn beschikking heb of waar ik nu naar zoek. Nu stromen nog onvoldoende jeugdspelers naar het eerste elftal door. Als straks de jeugdafdeling is geprofessionaliseerd, moet dat wel gebeuren zodat we geen spelers hoeven te halen. In ieder geval moeten spelers in het veld alles voetballend oplossen. Eigenlijk net zoals ik dat ook altijd probeerde te doen. En ik zal mijn spelers voorhouden, pluk de dag, want misschien is voetbal toch wel iets minder belangrijk dan we soms denken”.
19
sport<
Vrijdag 1 februari 2013 > Den Haag Centraal
WK in Den Haag moet hockey nieuw elan geven
‘De clubs hebben te veel historie om er één vereniging van te maken’ goed. We hebben Seve van Ass en Floris van der Linden in Oranje en drie jongens in Jong Oranje. Het bereiken van de top heeft ook met geld te maken. Internationals kosten geld. Hen behouden is een strijd, maar als wij een goede selectie kunnen neerzetten dan is er voor hen geen reden om weg te gaan”.
Den Haag is blij met de komst van het WK hockey 2014. De timing hiervan is uitstekend, hockey in Den Haag kan namelijk wel een impuls gebruiken. Voorheen behaalden de drie grote Haags/ Wassenaarse clubs 26 landstitels, maar de laatste dateert van 1997. Tegenwoordig zijn de drie traditionele hockeyclubs uit deze regio nog maar met één elftal in de mannenen in de vrouwen-Hoofdklasse vertegenwoordigd.
WK De drie grote clubs zijn blij met de komst van het WK naar de Hofstad. Voor het WK 2014 zal het Kyocera stadion worden omgebouwd. Vijftienduizend toeschouwers kunnen er straks genieten van tophockey. Op het parkeerterrein van het ADO Den Haag-stadion zal nog een stadion met vijfduizend zitplaatsen verrijzen. Van Pelt: “Daar kan iets moois uit komen. De hele wereldtop loopt hier straks en krijgt te maken met Haagse bedrijven
Door Alex ’t Lam
“Zo erg is het ook allemaal niet”, zegt ex-international en HDM-coryfee Wouter van Pelt. “Ik vind niet dat er sprake is van malaise, het zijn gewoon wat mindere jaren”. Bram Lomans, 205-voudig international van HGC, is het eigenlijk wel met hem eens: “Zo’n twaalf jaar geleden stonden er drie Haagse clubs in de playoffs, maar die tijd is voorbij. We hebben nu één topclub bij de heren (HGC) en HDM bij de vrouwen”. Klein Zwitserland-legende Ties Kruize snijdt een gevoelig onderwerp aan: “Ik vind het ook geen malaise, maar Den Haag komt er nu wel karig af, de talenten zijn nu verdeeld over drie clubs. Beter zou het zijn als we het centraliseren”.
‘Willen we in de top meedoen, moeten we als Haaglanden gaan denken’
Lomans: “Er zijn gesprekken geweest met de drie grote clubs, geïnstigeerd door de gemeente. Zij willen helpen om tophockey neer te zetten, maar dan moesten we met een gezamenlijk plan komen”. “Die gesprekken liepen elke keer op niets uit”, aldus HDM’er Van Pelt. “De clubs hebben te veel historie om er één club van te maken”. Kruize deelt die mening niet: “Ik denk dat de clubs er best voor open staan. De locatie is het probleem. Ik betwijfel of er op HDM drie clubs gehuisvest kunnen worden. Daar is nog een rugbyclub, tennisclub en golfclub, ook met een historie. Gesprekken hebben nu geen zin als er geen locatie is en dat zegt ook de gemeente”. Lomans denkt wel een oplossing te hebben: “Mijn idee is, zorg dat HGC het herentopteam wordt en HDM bij de dames. Spelers die het eerste net niet halen, maar te goed zijn voor het tweede kunnen dan naar bijvoorbeeld KZ. Als zij daar groeien, kunnen ze weer terug. Dat is een win-win situatie. We zijn te dun geworden om elkaar te beconcurreren. Willen we in de top meedoen,
>Foto's: Creative Images Ties Kruize 17-11-1952 202 interlands (167 doelpunten) Olympische Spelen: 1x brons (1972) Wereldkampioen: 1x (1973) Europees kampioen: 1x (1983) ChampionsTrophy: 2x (1981, 1982)
Wouter van Pelt 236 interlands Olympisch Spelen: Wereldkampioen: ChampionsTrophy:
23-04-1968 (21 doelpunten) 2x brons (1996, 2000) 1x (1998) 2x (1996, 1998)
Bram Lomans 19-04-1975 205 interlands (141 doelpunten) Olympische Spelen: 2x goud (1996, 2000) Wereldkampioen: 2x (1998, 2002) ChampionsTrophy: 4x (1996, 1998, 2002, 2003)
Drie gerenommeerde namen Ties Kruize, Wouter van Pelt en Bram Lomans zijn gerenommeerde namen in de hockeysport. Gezamenlijk zijn ze goed voor vier olympische titels, vier wereldtitels, één Europese titel en achtmaal winst van de Champions Trophy. En dan zijn de nationale titels nog niet eens meegerekend. De drie staan symbool voor de drie grote Haagse hockeyclubs in Den Haag. Ties Kruize begon zijn hockey carrière in 1967 bij HHIJC dat later samen met TOGO opging in HCKZ. Naast de successen in het Nederlands elftal won Kruize met HCKZ acht maal de nationale titel en tweemaal de Europacup 1. Wouter van Pelt groeide op in Enschede maar speelde het grootste deel van zijn carrière voor de Haagsche Delftsche Mixed. HDM behaalde in de geschiedenis van de club acht keer de nationale titel, waarvan de laatste in 1992. Bram Lomans kwam in 1994 van Push over naar HGC. De fusieclub van de Gazellen en HOC behaalde in totaal tien landskampioenschappen, waarvan twee bij de mannen. Twaalfmaal won HGC een Europacup, de laatste vorig jaar.
moeten we als Haaglanden gaan denken”. Obstakels De vorig jaar 60 jaar geworden Kruize ziet andere obstakels: “Den Haag is geen studentenstad. De prestaties van de laatste jaren hebben ook geen grote aantrekkingskracht op topspelers. Spelers van buitenaf halen is dan lastig. Je moet van onderaf bouwen. Maar talenten die doorbreken, willen weer een stapje hoger en zijn dan ook weg”. Collega strafcornerspecialist Lomans herkent het probleem: “We zitten in een scheve concurrentiestrijd. Brabant bijvoorbeeld heeft veel geld ter beschikking gesteld aan de ontwikkeling van sportverenigingen. Bij andere verenigingen staat het geld op het veld. Dat maakt het voor Haagse clubs lastig om bij te top aan te haken”. Ondanks het feit dat de heren slechts
in de Overgangsklasse spelen en de vrouwen onderin de hoofdklasse staan, is Van Pelt tevreden over de ontwikkelingen bij zijn club: “HDM is een gezonde club en staat er goed voor, zeker bij de jeugd. Vroeger waren het de meisjes die voor de kampioenschappen streden, maar tegenwoordig ook de jongens. Moeilijk is om talenten te behouden als er ergens anders betaald wordt. Wij doen veel aan begeleiding. Je hebt meer aan een goede studie of baan dan aan een paar duizend euro. Hopelijk gaan clubs meer denken aan de jeugd. Een tijdje geleden speelden er vijftig buitenlanders in de Hoofdklasse, dertig daarvan voegden weinig toe. Dat is nu gelukkig een beetje over. Heeft de crisis toch nog iets positiefs opgeleverd”. Het Klein Zwitserland van Ties Kruize is helemaal niet meer actief op het hoogste niveau van Nederland: “Na-
Ingezonden mededeling
Nieuw! BBB Den Haag
BBB is voor vrouwen die doelgericht en efficiënt willen shapen en afvallen. Bij BBB sport je in een warmtecabine, volg je voor vrouwen op maat gemaakte groepslessen en word je gecoacht bij het veranderen van je leefstijl. BBB opent op 1 februari in de Frederikstraat. BBB Den Haag - Frederikstraat 12 - 070-4442951
Openingsactie: gratis BBB tot 1 maart! Nieuwsgierig? Boek een proefles via www.bbbhealthclub.nl.
shape your life
‘Ik weet zeker dat de tribunes bij het ADOstadion straks ook vol zitten’
tuurlijk zie ik KZ het liefst in de Hoofdklasse. We hebben zware tijden achter de rug en kunnen nu weer op een gezonde manier naar de toekomst kijken. We strijden zelfs weer mee om de bovenste plekken in de Overgangsklasse”. Het herenteam van HGC is momenteel middenmoter in de Hoofdklasse en het vrouwenelftal hoopt dit jaar te promoveren naar die Hoofdklasse. Lomans is positief: “Qua individuele ontwikkeling gaat het
‘Je krijgt vleugels door alle aandacht van media en supporters’
en hockeyclubs. Hockey en Den Haag staan dan in de spotlights”. Dat beaamt Kruize: “Hockey zal een enorme impuls krijgen. Er zal meer toeloop zijn voor de hockeyclubs. Er wordt ook veel omheen gedaan; scheidsrechterscursussen, bijscholing voor trainers”. “Daarnaast wordt er geïnvesteerd in infrastructuur”, vult de 37-jarige Bram Lomans aan. “De gemeente heeft velden gekregen, waardoor clubs een boost krijgen. Ik vind het belangrijk dat de Haagse clubs na het WK op dezelfde financiële basis doorgaan. De begroting van alle clubs gaat naar beneden door de crisis. Als er meer interesse in hockey komt en grote sponsors zich verbinden aan clubs, kunnen we dat stoppen. Als je budget gelijk blijft, stijg je ten opzichte van andere clubs”, aldus de HGC’er. Utrecht Het laatste Wereldkampioenschap in eigen land vond in 1998 in Utrecht plaats. “Dat was geweldig”, herinnert de 44-jarige Van Pelt zich nog. “Bij elke wedstrijd zat het stadion bomvol. Ik weet zeker dat de tribunes bij het ADOstadion straks ook vol zitten”. Ties Kruize won met Nederland het WK van 1973 in Amstelveen: “Een WK in eigen land is fantastisch. Je krijgt vleugels door alle aandacht van media en supporters. Je kan bijna niet slecht spelen, je wordt als het ware naar de overwinning gedragen. De Nederlandse vrouwen zijn de besten en worden gewoon wereldkampioen. De heren denk ik eigenlijk ook. Als ze het nu niet worden, worden ze het nooit meer”.
20>society
Den Haag Centraal > Vrijdag 1 februari 2013
vilan, renate & de residentie
‘Selected ladies’ in een sari Het was een feestdag waar wij lang naar uitgekeken hadden: de 64ste verjaardag van de republiek India, het prachtige land vol goeroes en spirituele geheimen. Aangezien deze dag nog nèt in de maand van de spiritualiteit viel en wij al één serieuze yogales hadden genoten, konden we haast niet wachten. Intussen waren er wel allerakeligste berichten over vrouwen op de bus te lezen geweest, maar dat probeerden we van ons af te zetten. De feestdag werd gehouden in het Ghandi-centrum, vernoemd naar de vader van de grote staatsvrouw Indira Ghandi. Dat centrum bevond zich in de voormalige Pniëlkerk, en Pniël, dat is de locatie, zoals onze bijbelvaste lezers weten, waar aartsvader Jacob met de engel worstelde. Hij verloor, en gaf zich over aan God. Jacob, dus. Dat zijn toch leuke weetjes op zo’n dag. We arriveerden net op tijd voor de vlagceremonie. Temidden van de laatste kleine sneeuwstorm stond ambassadrice Bhaswati Mukherjee in haar beeldschone sari. Wat een présence had deze vrouw. De kring om haar heen, bestaande uit mannen in donkere pakken, viel gewoon uit beeld, en wij bleven nieuwsgierig staan kijken en luisteren naar een somber gezang dat geen psalm maar het volkslied van India bleek te zijn. Het moment ging voorbij en iedereen haastte zich naar binnen. Iedereen, daarbij moet u niet aan een grote massa denken, hoor. Het léék heel wat maar dat kwam doordat alles goed verspreid in de kerkbankjes zat. Er waren vooral onze medemensen uit India. Dan enkele aangetrouwde blondines. Een Hollandse man in uniform. Wat persmensen, die van uw krant in de meerderheid. In een zijzaaltje hadden we een politieagente gesignaleerd met een bekertje warme koffie. Mochten er eventuele onrusten uitbreken, dan stond zij paraat. Voor de kerkbankjes bevond zich een toneel met daarop een lessenaar en geluidsinstallatie en naast die lessenaar stond een lange rij vrouwen, gehuld in kleurrijke sari. De ambassadrice nam het woord en vertelde dat de vrouwen ‘selected ladies’ waren die zo dadelijk patriottische liederen gingen zingen. Maar eerst kwamen de huishoudelijke mededelingen, waarvan ons alleen dat ene bijbleef. De nieuwe yogaleraar uit Delhi was gearriveerd. Bij het noemen van zijn naam stond hij op, net als bij de Oprahshow gebeurde. Hij was een jonge man, maar reeds in het bezit van vele wijsheden en talenten, want iedereen met klachten en vragen kon zich bij hem aanmelden, ook als u een kilo per dag wilde afvallen. Iedereen keek naar de yogaman en hij keek totaal in balans terug. Zo’n ernstig-spirituele blik, zonder een spoor van een glimlach. Dan weet je meteen: dat is de ware diepgang. Over de kosten van een dergelijke behandeling werden geen mededelingen gedaan. We schatten het bedrag in op de prijs van een luxe kerstdiner. Daarna ging onze vrouw uit India stukjes uit de speech voorlezen die de president Shri Pranab Mukherjee had ingezonden. We dachten aan
En voor de bonte was adviseren wij Robijn. > Foto’s: Otto Snoek
Oh oh, die heeft weer met zijn tengels aan het klavier gezeten.
alle ambassades wereldwijd, waar dit vast ook gebeurde en ook aan India waar de speech werd uitgezonden in het Engels en Hindi. Dan zie je alles toch opeens in een groter perspectief, nietwaar? We zweefden net toe naar een spiritueel epos type Mahabharata, toen we snoeihard in de wrede werkelijkheid werden vastgedrukt. Want uit de mond van Bhaswati Mukherjee klonken woorden over vrouwen, over verkrachting en moord, dat India een droom verloren had en dat het morele kompas opnieuw afgesteld moest worden. Toen de patriottische liederen begonnen, zong de ambassadrice mee. Ze had een heldere en indringende sopraan. Zonder microfoon had ze ons ook bereikt. Hier en daar om ons heen werd bedeesd meegezongen.
Alleen de weersomstandigheden maakten duidelijk dat we in Holland waren.
We moesten even bijkomen van de verkrachtingspassages. De ‘selected ladies’ verlieten na enkele liederen het podium om plaats te maken voor een boy band. Bollywood moest ons allen weer opmonteren, en daarom werd de geluidsinstallatie maximaal open gedraaid. In het zijzaaltje speelden de kinderen met het orgel, onder toeziend oog van Vadertje Ghandi. De agente was verdwenen. Het was een bescheiden feest, in tegenstelling tot wat er in India zelf gebeurde: groot feest, optochten, drie dagen feest en de winkels dicht. Nee, dan het Haagje. Meezingen in een omgedoopt Pniëlkerkje, het was onze stad met internationale ambities ten voeten uit. Vilan van de Loo
Wat mot je?