Vragenronde voorlichtingsbijeenkomst Branchediploma d.d. 21 februari 2008
1.
Vraag Gaan de deelkwalificaties (3.1-3.3) eruit?
Antwoord Het wezenlijke verschil met de huidige opleidingen is dat deze laatste deelkwalificaties bevat terwijl de nieuwe kwalificatiestructuur opleidt volgens beroepscompetenties, daarmee vervallen de deelkwalificaties. Bij iedere competentie staat vermeld welke kennis en vaardigheden vereist zijn. Kennis en vaardigheden zijn geïntegreerd.
2.
Hoe zien de theorie-examens eruit? Is er één Er is een format voor de theorietoetsing. theorie-examen? Daarnaast zijn er proeven van bekwaamheid. Hierin is de behandeling geïntegreerd maar ook bv. ontvangst, afspraak maken en een criteriumgericht interview. Er is dus nog wel een aparte theoretische toetsing. In hoofdstuk 4 van de BKD’s* is dit terug te vinden. De theorietoetsing is een voorwaarde om aan de praktijktoetsing te kunnen deelnemen. Uiteindelijk vormen ze samen het diploma.
3.
Duurt hierdoor het praktijkexamen langer?
Dat zou kunnen, maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. Wat betreft de eisen aan de examensituatie is het aan het exameninstituut en de school om te bezien of het op school kan plaatsvinden.
4.
Gaat het kostenplaatje hierdoor omhoog?
Dat zou kunnen, maar dan niet voor de scholen maar voor de kandidaten. Er is een scheiding tussen scholing en examineren. De examenbureaus moeten aan een aantal eisen voldoen. Er gaat een bepaalde marktwerking vanuit.
5.
Bij Medisch Pedicure zijn er 4 proeven van bekwaamheid, wordt het daardoor niet erg duur?
Het beroep medisch pedicure is een beroep op niveau 4 met een brede specialisatie. Het examen toetst of de deelnemer al deze competenties beheerst. Dat betekent dat er verplichte onderdelen zijn, zoals DV en RV en dat door loting bepaald wordt welke andere risicovoet getoetst wordt. Hetzelfde geldt voor technieken (loting).
6.
Moeten kandidaten ook modellen voor alles Ja, maar dit zou oplosbaar zijn door het rouleren. meenemen? Volgens o.a. zorgverzekeraars zijn er veel patiënten. De exameninstelling zal dit uitwerken.
7.
Opgemerkt wordt dat er een praktisch probleem kleeft aan het meenemen van modellen; het zijn vaak ouderen die niet meekunnen naar locaties, ze komen al bijna niet meer in de praktijk maar worden door ambulante pedicures behandeld.
De reumatische en diabetische voet zitten niet alleen in zorginstellingen. Uit de overige moet men een keuze maken. Ambulant toetsen zou ook een mogelijkheid kunnen zijn. Zoals een pedicure wordt opgeleid zou ook getoetst kunnen worden. Een aantal bewijzen kunnen ter plekke getoetst worden. Alleen voor de oudere voet heeft men een oudere nodig, voor de overige risicovoeten zijn niet alleen oude mensen nodig.
8.
Men moet dus wel alle onderdelen doen, maar is het mogelijk om deze op meer modellen te doen?
Dan is men wel meer tijd kwijt. Tenzij men zelf dus meerdere meeneemt. Dat is aan de exameninstelling hoe zij hiermee omgaan.
9.
Opgemerkt wordt dat men graag meedoet aan het opleiden voor het branchediploma maar dat als men in februari 2009 wil starten dat men dan in najaar 2008 een assessment, portfolio etc. klaar moet hebben. De spelregels zijn dan heel belangrijk, dat deze al heel helder moeten zijn. Als er in het najaar nog een vertaalslag door de opleiders gemaakt moet worden dan dringt de tijd. Invoering in feb. 2009 is dan wel krap. De brochures voor komend schooljaar worden al gemaakt.
Op 27 maart komen de EVC procedures - in een workshop - beschikbaar voor de opleidingsinstituten. In de pilots zijn al heel wat producten (formats) ontwikkeld, waarvan de opleidingsinstituten gebruik kunnen maken als zij een EVC procedure of opleiding voor het branchediploma willen aanbieden. Dit geldt ook voor exameninstellingen. Aangegeven wordt eveneens dat de overgangstermijn nogmaals aan de orde zal komen in het platform.
10. Is er sprake van 40-urige stage bij het branchediploma?
Een verlichting van een 40-urige stage staat niet in het BKD. Er is wel met scholen over gesproken om dit in te voeren. Maar nu nog niet, anders wordt de overgang veel te groot. Bovendien mag men met het BKD de werkwijze van de school niet vastleggen, voorschrijven. De opleiding kan hiervoor zelf de keuze maken. Dit kan ook onderscheidend werken. De deelnemers moeten in de proeve hun competenties aantonen, zonder praktijkervaring lijkt dat onmogelijk.
11. Gevraagd wordt naar de aansluiting van Crebo en particulier onderwijs en een EVCtraject.
Bij Crebo is het zo dat de school zelf een assessment mag afnemen. Bij het branchediploma is de assessor een verlengstuk van de exameninstelling. Daar is de waarborging neergelegd. Er kan een format voor gemaakt worden voor beoordeling van het portfolio, waarna men op kan naar de Proeve(n). De assessor/exameninstelling bepaalt dus of men op mag gaan voor de proeve.
12. Een exameninstelling wordt geaudit, hoe sluiten de audits aan (Crebo en particulier)? Zijn het 2 verschillende instanties?
Ja, tot op dit moment is er sprake van 2 instanties. Maar dit zal meegenomen worden in de overweging (het EVC-hoofdstuk (6) moet nog nader worden uitgewerkt. Op het Crebo heeft het platform geen invloed. Borging en transparantie moet er worden verkregen en daarom moeten we met de exameninstellingen hoge eisen instellen.
Er worden andere eisen gevoerd dan bij Crebo. In de criteria in het BKD zit het verschil met Crebo. Het diploma acteert onder het HBA. Er is status aangegeven door het Platform en het HBA. Er is heel expliciet gekozen voor een eigen stelsel van toezicht en licentie geven. De exameninstellingen zijn nog niet aangewezen. Eerst wordt er een audit-instelling gecontracteerd. Als branche zien wij toe op de examinering. 13. Gevreesd wordt dat de EVC voor opleiders een behoorlijke kostenpost gaat betekenen. Als men vrijstellingen heeft dan komt men wellicht pas in maart/april op school. Dat is ook moeilijk met plannen.
Vrijstellingen hoeven niet altijd te leiden tot kostenreductie. Een examen vanuit een EVC hoeft niet per definitie goedkoper te zijn. Dit speelt overigens met name bij Medisch Pedicure. Die krijgen wellicht vrijstellingen. In de pilot m.p. hebben de opleidingsinstituten ervaring opgedaan ten aanzien van de organisatie en aansluiting van de opscholing op onderdelen.
14. Opgemerkt wordt dat er 2 systemen zijn; het branchediploma en het Crebo. Van te voren moet de cursist heel duidelijk weten wat ie wil; want de ene weg is rechtsaf en de andere linksaf. Eerst konden ze in elkaar overlopen.
Het branchediploma sluit nagenoeg aan op het Crebodiploma; alleen zitten in het branchediploma geen burgercompetenties. Maar qua opleiding vak inhoudelijk is het precies hetzelfde. Een exameninstituut kan een cursist voor het vakinhoudelijke deel overnemen.
15. Er bestaat nu het niveau 3+; is dat straks niet meer geldig?
De behaalde aantekeningen blijven geldig, echter na 1 januari 2009 is het niet meer mogelijk om voor DV* en RV* specifiek een aantekening te halen. Vanaf x-moment kan je dat niet meer afzonderlijk doen en gaat de cursist op voor Risicovoet (bestaande uit DV,RV en een keuze uit overige risicovoet ( oudere, spastische en verwaarloosde voet). Naar aanleiding van het antwoord wordt De deelnemers kunnen de verklaring hiervoor opgemerkt dat men daar wel rekening mee (puntenlijst) overleggen aan ProVoet en worden moet houden met cursisten die bv al gestart dan voor DV en RV gemeld bij de zijn met DV en straks nog RV willen doen. ziektekostenverzekeraar. Let wel: er wordt geen certificaat risicovoet erkend.
16. Hoe zit het met de verlengingen van RV en DV na 5 jaar? Vervallen die?
Ja, hiervoor in de plaats komt een accreditatiesysteem, waarbij men punten kan halen voor bepaalde nascholingsactiviteiten, deelname aan kennisprogramma’s. Deze programma’s/activiteiten dienen te worden voorgelegd aan een commissie die hieraan punten toekent. De medisch pedicure en de pedicures met een aantekening moeten in een bepaald tijdstraject een x aantal punten scoren. Dit systeem wordt in de komende periode ontwikkeld.
17. Een accreditatiesysteem betekent kosten voor de opleider…
Jarenlang heeft men een verlengingsdag moeten volgen, waar veel pedicures moeite mee hadden, die valt nu weg. Nu kan de pedicure avonden bijwonen die haar/hem wel interesseert. De verplichte scholingsdag en verplichte toets vervalt nu, die kosten vallen daarmee weer weg. Opleiders kunnen hun eigen kennisaanbod voorleggen aan de (accreditatie)commissie.
18. Door een opleider wordt opgemerkt dat men pas vlak van te voren met dingen komt waarmee de opleiders nu al mee bezig zouden moeten zijn. … opleiders moeten nu al met volgend jaar bezig zijn, en dan moeten de dingen nu al helder zijn.
Het gaat wel om 2 verschillende dingen: scholing en accreditatiesysteem. In dit laatste komt een overgang, dat heeft de opleider niet direct nodig nu. Als de data voorscholing niet haalbaar zijn dan moet dit wellicht worden opgeschoven. Als 1 januari 2009 niet mogelijk is, dan moet het 1 augustus 2009 worden. Er is gekozen voor een bepaald kwalificatiesysteem, waarbij niet wenselijk is dat men in een oud systeem stapt. Echter de ontwikkelingsrichting van competentiegericht opleiden is wel al door de minister neergelegd.
19. Op zich zou men wel kunnen beginnen met de opleiding MP in januari 2009, maar het is niet duidelijk hoe er geëxamineerd wordt (hoeveel vragen RV en DV) In het bestaande systeem is daar veel duidelijkheid over, nu niet. Dan kan je niet starten als opleiding, dat is echt natte vingerwerk.
De proeve van bekwaamheid moet men toetsen aan het BKD. De examenstructuur moet erin kunnen passen. De exameninstelling geeft vorm aan het examen. De school gaat een contract aan met de exameninstelling en moet in feite daar duidelijkheid verkrijgen.
20. KOC neemt examens af voor ROC’s en particuliere opleidingen. Is er al bekend wie de examens voor het branchediploma gaan afnemen?
Er zijn nu twee exameninstituten (Phylira en TCI) die er een rol in willen vervullen. Echter elke exameninstelling die wil examineren voor het branchediploma kan dit kenbaar maken. Een auditorganisatie zal de exameninstellingen gaan auditten. Voor het vakdiploma blijft het voorlopig zoals het is.
21. Welke eisen worden er aan de docenten gesteld? Bijscholingseisen? Of kunnen we gewoon opleiden voor Medisch Pedicure?
Daar gaat de branche niet over. Opleiders geven vorm en inhoud aan de opleiding. Momenteel wordt wel gewerkt aan een docentenopleiding door KOC.
22. Op zich staan de cursisten in de rij om te starten met de MP-opleiding. Zijn de exameninstellingen klaar om vooraf een EVC af te nemen?
Aan de EVC-procedure wordt nu gewerkt. 13 maart moet daar meer duidelijkheid over komen. De EVC-procedure moet zo snel mogelijk gestart worden, voor augustus, daar zal alles aan gedaan worden. Op 13 maart zullen daarover knopen worden doorgehakt.
Het overgrote deel wil hiermee starten. 23. Gevraagd wordt hoeveel opleiders graag zouden willen starten met de opleiding MP? Per wanneer? Een 10-tal geeft aan in september a.s. te willen starten.
24. Opgemerkt wordt door een opleider dat de verandering heel positief is, maar qua tijdsbestek wil zij meegeven dat men ervoor zorgen dat het wel haarbaar is.
Bij de start is wel degelijk rekening gehouden met een overgangstermijn. Maar zoals in de zaal wordt aangegeven leven we in schooljaren, dus daar zal nog een keer nauwkeurig naar gekeken worden.
25. Opgemerkt wordt dat het vak pedicure ook zonder diploma wordt uitgeoefend. Hoe gaat men deze mensen benaderen om tot inkeer te komen?
Het branchediploma is ingesteld om helderheid, transparantie te bereiken en om een borging tot stand te brengen. Dat betekent dat je de markt zichtbaar maakt en de pedicures zonder diploma zullen er op die manier ook uitgroeien. De EVC-procedure is een instrument daarin; daardoor kunnen ze zich laten toetsen en voor een diploma in aanmerking komen
Heeft u overige vragen?
Email deze naar:
[email protected]
* BKD = branchekwalificatiedossier (te downloaden via www.hba.nl) * DV = Diabetische Voet * RV = Reumatische Voet