LOB in de steigers
Naam opdrachtgever
Jan Schoeren
Versie: 1.2 Bestandsnaam: LOB projectplan Datum opgesteld: 24-3-2016 Voor akkoord: Datum: 29-3-2016
Contactgegevens Naam projectleider Contactgegevens Projectcode
Thijs de Corte
Inhoudsopgave Vraagstelling en achtergrond .......................................................................................................... 3 Aanleiding voor de start van het project ......................................................................................... 3 Visie en doelstelling ......................................................................................................................... 4 Op te leveren resultaat/resultaten .................................................................................................. 5 Afbakening ...................................................................................................................................... 5 Programma van Eisen ..................................................................................................................... 6 Risicoanalyse ................................................................................................................................. 11 Randvoorwaarden voor de uitvoering van het project .................................................................. 12 Fasering en planning van tussenresultaten ................................................................................... 13 Projectbeheersing .......................................................................................................................... 14 Tijd ................................................................................................................................................. 14 Kwaliteit ........................................................................................................................................ 14 Organisatie .................................................................................................................................... 14 Geld ............................................................................................................................................... 15 Informatie ...................................................................................................................................... 16 Gedetailleerde activiteitenplanning .............................................................................................. 17 Bijlage 1 Loopbaancompetenties en kerntaken ............................................................................ 18 Bijlage 2 Varianten praktijknabij LOB in de leerwegen van het vmbo ........................................... 19 Bijlage 3 mogelijke taakverdelingen binnen LOB proces ............................................................... 24 Bijlage 4 Voorbeeld LOB-kalender ................................................................................................. 25 Bijlage 5 Checklist huidige LOB activiteiten ................................................................................... 28 Bijlage 6 Verdieping van de categorisering LOB activiteiten ......................................................... 31 Bijlage 7 Leerroutes met lessuggesties en ideeën voor opdrachten .............................................. 33 Bijlage 8 Kaders voor de begeleidingsactiviteiten ......................................................................... 35 Bijlage 9 Reflectiemodel LOB gebaseerd op Spiraalmodel van Korthagen .................................... 37 Bijlage 10 Checklist invulling LOB als vak ...................................................................................... 44 Bijlage 11 Knelpunten, succesfactoren en aanbevelingen vanuit praktijk ..................................... 54 Begrippenlijst LOB vanuit SLO ....................................................................................................... 58
Vraagstelling en achtergrond Het Ministerie van Onderwijs heeft vastgesteld dat binnen het voortgezet onderwijs elke vmbo moet beschikken over een doorlopende leerlijn betreffende loopbaan oriëntatie begeleiding (LOB). Daarnaast moet dit door elke leerling worden vastgelegd in een loopbaandossier. In een loopbaandossier is opgenomen welke activiteiten zijn uitgevoerd die hebben bijgedragen tot het ontwikkelen van de ‘loopbaancompetenties’: kwaliteitenreflectie, motievenreflectie, werkexploratie, loopbaansturing en netwerken (Kuijpers, 2012). In het loopbaandossier wordt beschreven bij een aantal uitgevoerde activiteiten: de beoogde doelen, de resultaten, de evaluatie en een conclusie en welke vervolgactiviteiten zijn gepland op basis van de opgedane ervaringen en de daarbij horende conclusies. Op dit moment volgen leerlingen in klas 1 en 2 de vakken Praktische Sector Oriëntatie (PSO) en Praktisch werken (PW). Bij PSO wordt een eigen ontwikkelde lessencyclus gebruikt om leerlingen bewust voor een profiel binnen onze school te kiezen. De opdrachtenbundel die bij PSO hoort, is de verslaglegging voor de onderbouwing van de profielkeuze. Bij PW gaat de leerling in klas 1 elke profiel verkennen. In klas 2 gaan ze zich verdiepen in twee profielen, waarna ze rond maart/april hun definitieve keuze bekend moeten maken. Ouders worden voornamelijk op de hoogte gebracht door informatieavonden. In klas 3 en 4 werken leren de leerlingen de verschillende aspecten van het profiel kennen binnen de praktische uren o.a. door het lopen van twee stages van twee weken. Leerlingen kiezen eind klas 4 voor een vervolgopleiding. Hiervoor kunnen ze in gesprek gaan met hun mentor. Mentoren hebben hiervoor geen opleiding gehad. Van deze gesprekken volgt geen verslaglegging. De mentor en leerling vullen halverwege klas 4 een digitaal doorstroomportfolio in zodat de vervolgopleiding op de hoogte is van de belangrijkste kenmerken van de leerling. Indien een mentor een leerling niet genoeg kan ondersteunen in de keuze van een vervolgopleiding, dan kan de leerling worden aangemeld voor gesprekken met een doorstroomcoach. Op het Commanderij College worden verschillende activiteiten georganiseerd, maar deze voldoen samen nog niet aan nieuwe wettelijke eisen van een LOB programma. Aanleiding voor de start van het project Vanaf schooljaar 2016-2017 is verplicht om een LOB programma te verzorgen dat aan bovenstaande wettelijke eisen voldoet. In 2009 heeft de VO-raad geconcludeerd dat er een algemene consensus was over het gegeven dat LOB onvoldoende tot zijn recht komt op scholen, dat de loopbaan van leerlingen te weinig centraal staat en dat het belang van goede LOB op toekomstige (studie)loopbanen van de leerlingen onvoldoende erkend was. Het implementatietraject heeft vertraging opgelopen doordat de hiermee gepaard gaande vernieuwing van de beroepsgerichte vakken op het Commanderij College vertraging heeft opgelopen. Daarom is gekozen om een projectleider aan te wijzen speciaal voor de implementatie van het LOB programma.
Visie en doelstelling Leerlingen moeten worden voorbereid op een steeds veranderende maatschappelijke werkelijkheid. Onderwijs binnen het Commanderij College is gericht op het stimuleren van de talenten van leerlingen. Dit gebeurt door vakinhoudelijke kennis, toekomstgerichte vaardigheden en lob vaardigheden samen te laten komen binnen een waarborgingskader van het sociaal emotioneel welzijn van de leerling.
Figuur 1 Doel van LOB is leerlingen in staat stellen (kennis, inzichten, vaardigheden, attituden) om zelfstandig een keuzeproces te doorlopen dat leidt tot verantwoorde keuzes tijdens en na de schoolloopbaan. Het Commanderij College is wettelijk verplicht dit mogelijk maken door tijd, organisatie en begeleiding. Het Commanderij College moet er op toezien dat leerlingen informatie hebben ingewonnen over vervolgopleidingen. Daarnaast moet het Commanderij College er voor zorgdragen dat leerlingen zijn nagegaan in hoeverre zij capaciteiten en interesses op het gebied van studiehouding en vaardigheden bezitten voor vervolgopleidingen en beroepskeuzes (zie bijlage 1). Dit moeten door de leerlingen worden vastgelegd in een loopbaandossier. In dit loopbaandossier moeten de leerlingen beschrijven bij een aantal activiteiten wat hun beoogde doelen zijn, de resultaten, de evaluatie en conclusie, welke vervolgactiviteiten zijn gepland op basis van de opgedane ervaringen en de daarbij horende conclusies. Kuiijpers (2006) stelt dat binnen een goede leerbaangerichte leeromgeving aan drie voorwaarden moet worden voldaan: o Een praktijknabije, krachtige leeromgeving. Dit is een leeromgeving waarbij het leren gestuurd wordt door echte praktijkproblemen met een echte opdrachtgever/probleemeigenaar o Een dialogische” leeromgeving (dialoog met zichzelf en met anderen) De gedachten en gevoelens van de deelnemer over ervaringen en keuzes in zijn studie staan centraal in de gesprekken. Het vertrouwen tussen deelnemer en de studiecoach is daarbij vanzelfsprekend van groot belang o Een “vraaggerichte” leeromgeving De deelnemer krijgt medezeggenschap in zijn leerproces doordat hem keuzemogelijkheden geboden worden.
Binnen dit proces zijn drie partijen continue bezig om tot een zo goed mogelijk resultaat te komen: • • •
Kind Ouder(s) School
Figuur 2 Alle partijen zullen hun verantwoordelijkheid moeten nemen om tot een prestatie te komen. Deze wederzijdse verantwoordelijkheid moet worden gewaarborgd binnen het LOB proces. Dit komt binnen dit plan naar voren in het programma van eisen. Het Commanderij College heeft ervoor gekozen om LOB in klas 1 en 2 als vak weg te zetten in de lessentabel. In klas 3 en 4 zal het een geïntegreerd zijn in het sectorale beroepsgerichte programma (zie bijlage 2). Op te leveren resultaat/resultaten Het projectresultaat voor einde schooljaar 2015-2106: • Procesplan betreffende LOB activiteiten 2016-2017 • Opzet eerste versie activiteitenkalender voor leerjaren 1 t/m 4 2016-2017 • Opzet voor de leeromgeving waarbinnen LOB lessen zullen plaatsvinden in 20162017 • Keuze voor een lesmethode loopbaan oriëntatie begeleiding startend in 2016-2017 • Invoering loopbaandossier voor alle leerjaren in 2016-2017 • Scholingstraject voor mentoren tot loopbaancoach startend in 2016-2017 Afbakening Deze projectgroep gaat niet zich niet richten op de activiteiten inzake loopbaan oriëntatiebegeleiding voor het lopende schooljaar 2015-2016. Deze projectgroep stelt kaders waarop LOB in 2016-2017 kan voortbouwen. Eventuele taken die hieruit voortvloeien kunnen door leden van de projectgroep als accenttaak op zich worden genomen. Acquisitie voor taken binnen en buiten de organisatie behoort ook tot de mogelijkheid. Daarnaast houdt de projectgroep zich niet bezig met het invullen van het praktisch werk. Hiervan ligt de verantwoordelijkheid bij de betreffende vakgroepen. Zij worden hierbij aangestuurd door Marcel Schevers.
Programma van Eisen Bij de invoering van een procesplan moet rekening worden gehouden met: • •
• • • • •
Eenduidige verspreiding van informatie via 1 centraal punt à Thijs de Corte? Per stap in het proces wordt beschreven: o Wie alle betrokkenen zijn in de voorbereiding, uitvoering, evaluatie en bijstelling (leerling, ouders, mentor, decaan, lob coördinator, vakdocent, teamleiders, directeur onderwijs, bureau bedrijfsvoering, oop, externen etc.) o Wat de taken en verantwoordelijkheden zijn. Een mogelijke verdeling staat in bijlage 3. o Wanneer vinden de voorbereidingen, activiteiten, evaluatie en bijstelling plaats o Hoe worden de voorbereidingen, activiteiten en evaluatie uitgevoerd Er moet een nieuwe decaan worden aangesteld. Henriette Harks heeft hiervoor een profielschets. Acquisitie binnen en buiten de organisatie is mogelijk. Keuze van LOB binnen lessentabel voor basis, kader en mavo. Zie bijlage 1. Invulling LOB proces circulaire spinnenweb Afstemming met het havo/vwo moet plaatsvinden à Vivian Fernandez-Buch en Frans Quaedvlieg Het procesplan wordt weggezet en bijgesteld binnen het achtbaan model:
Figuur 3 Bij de opzet van een activiteitenkalender moet rekening worden gehouden met: Ten eerste wordt er een inventarisatie en evaluatie gemaakt van huidige activiteiten. § Maatschappelijke stage § Reguliere stages § Praktisch werken à Gemert en Laarbeek? § Beroepenmarkt § Excursies naar MBO’s § VSV traject § Voorlichtingsavonden Zie bijlage 4 voor een voorbeeld LOB-kalender en een LOB programma. Een checklist voor de huidige LOB activiteiten is terug te vinden in bijlage 5 • Activiteitenkalender geeft een duidelijk en continue proces weer voor leerjaar 1 t/m 4. •
In de activiteitenkalender zijn ook de keuzemomenten opgenomen per leerjaar per niveau. In de activiteitenkalender zijn ook andere belangrijke momenten voor de leerling opgenomen. De activiteiten zijn erop gericht om leerlingen praktijknabije ervaringen op te doen. De leerling krijgt zoveel mogelijk levensechte taken, binnen en buiten school, en komt veelvuldig in contact met beroepsbeoefenaars en met docenten en studenten in vervolgopleidingen. De activiteiten zijn georganiseerd vanuit het belang voor de leerling en onder te verdelen in vier fasen: introductie, oriëntatie, verkenning en verdieping. Hierbij is van belang dat de ontwikkeling van loopbaancompetenties wordt gestimuleerd in een leeromgeving die praktijknabije en vraaggestuurd is en waarin reflectie plaatsvindt op de opgedane ervaringen door met leerlingen in dialoog te hebben over die ervaringen.
• • •
•
Fasen in het LOB proces
Leeractiviteiten
Loopbaanvragen
Ervaringen
Reflectiepartners
Dialoog/ reflectie
Om welke fase in de loopbaan- oriëntatie gaat het?
Welke leeractiviteiten worden ingezet?
Op welke loopbaanvragen wordt de nadruk gelegd?
Welke inzichten levert de leeractiviteit op
Wie helpen de leerling bij het opdoen van ervaringen en/of voeren van een dialoog
Hoe komt de interne en/of externe dialoog tot stand
2. Ontwikkelen van opleidingsbeelden
Introductie Leerjaar 1 • Oriëntatie Leerjaar 2 • Verkennende Leerjaar 3 de relatie tussen opleidingsbeelden en beroepsbeelden. In In dit hoofdstuk gaan we in op paragraaf komen vanuit een meer theoretisch perspectief de uitgangspunten voor goede • twee Verdiepende LOB-programma's aan de orde Leerjaar 4 en we sluiten af met enkele opmerkingen over de noodzakelijke samenwerking vmbo-scholen en roc's. Tabel tussen 1 •
2.1 Relatie opleidingsbeelden Voor een verdere uitdiepingen zieberoepsbeelden bijlage 6. Enkele uitgewerkte voorbeeld van vmbo’s Leerlingen ontwikkelen opleidingsbeelden en beroepsbeelden door het verwerven van zijn te vinden op http://www.slo.nl/downloads/2010/mbo-opleidingsbeeldeninformatie, het opdoen van ervaringen en het betekenis geven aan die informatie en ervaringen. ontwikkelen.pdf/ Beroepsbeelden zijn binnen het vmbo belangrijk voor het kiezen van een vervolgopleiding. Op • De activiteiten moeten zowel het beroepsbeeld als opleidingsbeeld voor de een open dag van een roc wordt bijvoorbeeld veel aandacht besteed aan het toekomstige leerlingen duidelijk maken. Een leerling moet dus weten dat een beroep bij hem past beroep. Als de leerling kiest voor een beroep dan komt daar min of meer automatisch de keus en dat de opleiding die daarop voorbereidt ook past. De activiteiten binnen LOB voor de opleiding uit voort. Met het beroepsbeeld (1) wordt ook een deel van het kunnen dus worden ingedeeld in drie gebieden, zoals uitgebeeld in onderstaand opleidingsbeeld (2) duidelijk, want het beroep vormt immers een belangrijk deel van de inhoud figuur. Voorbeelden van opdrachten om het beroeps- en opleidingsbeeld te van de opleiding. Deze overlap is terug te zien in de hier afgebeelde cirkels. ontwikkelen zijn opgenomen in bijlage 7
Beroepsbeeld 1
Opleidingsbeeld 2
3
Figuur 4 Het lijkt erop alsof de verdere vorming van het opleidingsbeeld in LOB-trajecten minder expliciete aandacht krijgt. LOB-activiteiten zijn over het algemeen vooral gericht op de ontwikkeling van een beroepsbeeld en minder expliciet op het opleidingsbeeld. Als een leerling eenmaal weet welk beroep hij/zij wil gaan doen, zijn vaak afstand, denominatie en wat bekenden over die opleiding of dat roc zeggen, doorslaggevende factoren voor de opleiding. Toch is het van belang om ook na te gaan of een deelnemer voldoende opleidingsbeeld ontwikkeld heeft voor het maken van een gedegen keus voor een opleiding.
De uitdaging waar scholen voor staan is leerlingen via een samenhangend en doorlopend programma LOB die competenties aan te leren waardoor zij leren te onderzoeken, leren keuzes te maken en leren sturing te geven aan hun loopbaan. Daarmee is het doel van een programma voor LOB gedefinieerd, namelijk het ontwikkelen van loopbaancompetenties (zie tabel 1).
•
Loopbaancompetenties zijn competenties die de leerling gedurende zijn hele loopbaan, dus ook na school in zijn of haar arbeidzame leven, kan gebruiken en nodig heeft om tot gefundeerde keuzes te komen. In deze visie staat niet de (eenmalige) geïnformeerde keuze maar het keuzeproces, het leren kiezen centraal.
Bij het creëren van een goed beroepsbeeld en opleidingsbeeld staan vijf
Tabel 1 Loopbaancompetenties en huncentraal: betekenis loopbaancompetenties Loopbaancompetenties
Betekenis
Capaciteitenreflectie
De leerling leert zichzelf kennen, onderzoekt wat zijn capaciteiten zijn en krijgt zicht op zijn eigen wensen en (on)mogelijkheden.
Motievenreflectie
De leerling onderzoekt wat zijn interesses en motieven zijn en ontdekt wat 1 hij belangrijk vindt in het leven.
Werkexploratie:
De leerling onderzoekt wat voor beroeps- en opleidingsmogelijkheden er zijn en ontdekt wat hem wel en niet interesseert en waarom.
Loopbaansturing
De leerling ontdekt wat hij (nog) nodig heeft aan kennis, houding en vaardigheden om zijn doelen te realiseren en oefent daarop invloed uit; hij maakt keuzes en verantwoord keuzes.
Netwerken
De leerling ontdekt dat anderen van betekenis kunnen zijn voor zijn toekomst: hij legt contacten en onderhoud contacten.
Tabel 2
1
•
•
• • • •
Waar hij genoemd wordt, bedoelen wij ook zij.
Bij de invulling en uitvoering van de activiteiten moet het eigen maken van actieve houding door alle betrokkenen centraal staan. Bij de activiteiten is het belangrijk dat 7 ouders, leerling en school in gesprek zijn. Reflecteren binnen het LOB proces is van cruciaal belang. Reflecteren wordt zowel doel als middel. Leerlingen leren het door te doen. Hiervoor moet aandacht zijn binnen de activiteiten. In bijlage 8 staan voorbeelden van reflecterende activiteiten binnen vier verschillende fases: introductie, oriëntatie, verkenning en verdieping. In bijlage 9 staat een voorbeeld van een reflectiemethode.. Leerling krijgt de mogelijkheid om zichzelf in een breed persoonlijk perspectief te plaatsen waarbij de leerling keuzemogelijkheden krijgt geboden Plaatsbepaling binnen pto/pta moet worden bepaald Periodieke gesprekken met leerlingen en ouders moeten mogelijk worden maken. Per activiteit moeten de afspraken uitgeschreven worden betreffende het circulaire spinnenweb (Van den Akker, 2003):
Figuur 5 In bijlage 10 is een checklist gemaakt voor de draden waarbij ze zijn gekoppeld aan de uitgangspunten voor LOB.
Bij de keuze voor een lesmethode LOB moet rekening worden gehouden met: • • • •
• • • •
• • •
Aansluiting met visie op LOB binnen Commanderij College: stimuleren van talent Aansluiting met de methoden van de praktijkvakken in de bovenbouw Gebruik makend van een praktijknabije leeromgeving Reflecteren binnen het LOB proces is van cruciaal belang. Reflecteren wordt zowel doel als middel. Leerlingen leren het door te doen. Hiervoor moet aandacht zijn binnen de lesmethode. Aansluiting bij de behoefte van het onderwijsniveau: basis/kader versus mavo Verwerking van vaardigheden in de methode zoals bijvoorbeeld de 21th century skills en werkvaardigheden Het gestelde financiële kader Nieuwe digitale leeromgeving/laptop per leerling o Schooljaar 2016-2017 in klas 3 basis en kader o Schooljaar 2017-2018 in klas 1, 2, 3 en 4 alle niveaus Ervaringen van anderen scholen moeten worden meegenomen. Er zullen andere scholen moeten worden bezocht. Een checklist voor de beoordeling LOB methodes is opgenomen in bijlage 11. Bij de lesmethode moet ook een invulling worden gegeven aan de leeromgeving met behulp van het circulaire spinnenwebmodel
Figuur 6 Bij de invoering van het digitaal loopbaandossier moet rekening gehouden worden met: • Koppeling aan magister en advies/afstemming met ELO werkgroep: o Single sign on accepteren is voldoende • Koppeling aan doorstroomportfolio naar het MBO • Toegankelijkheid voor alle betrokkenen: o Leerling o ouder o mentor • Duidelijke afspraken over de inhoud o ervaringen centraal of competenties? o Plusdocumenten • Leerling is eigenaar en hoofdverantwoordelijke voor de inhoud van het loopbaandossier. Uit het dossier moet blijken dat de leerling loopbaancompetent is. • Wettelijke eis1 dat leerlingen activiteiten met beoogde doelen, resultaten, de evaluatie en welke vervolgactiviteiten zijn gepland bijhouden. Hierbinnen moet de loopbaanontwikkeling van de leerling tot uitdrukking worden gebracht t.a.v. 1
Navragen bij Monique Verheijen of deze eisen nog zijn veranderend
kwaliteitenreflectie, motievenreflectie, werkexploratie, loopbaansturing en netwerken (Kuijpers, 2012). Dit kan worden verwerkt in twee kerntaken (zie bijlage 1): o Kerntaak 1 Leerling benoemt zijn eigen ontwikkeling en gebruikt middelen en wegen om daarbij passende leerdoelen te bereiken o Kerntaak 2 Leerling stuurt de eigen loopbaan Het is de bedoeling dat leerlingen nadenken over zichzelf en zicht oriënteren op arbeid, vervolgonderwijs en een beroep. • Alle betrokkenen zullen de benodigde scholing/voorlichting krijgen betreffende de invoering en invulling van het digitaal loopbaandossier. • Loopbaandossier moet een gefundeerde basis kunnen vormen voor de gesprekken tussen mentor, leerling en ouders. • Afstemming met het havo/vwo. Bij het scholingstraject voor mentoren moet rekening worden gehouden met: •
• •
•
•
Aansluiting met visie op LOB binnen Commanderij College: stimuleer talent. Hierin moet ook een keuze worden gemaakt t.a.v. het onderwijzend personeel. o De mentor is verantwoordelijke per klas per leerjaar o Een loopbaancoach is verantwoordelijk voor vaste groep: § Bijvoorbeeld 10 leerlingen worden in klas 1 en 2 door dezelfde docent begeleid en in klas 3 en 4 door dezelfde docent § Bijvoorbeeld 10 leerlingen worden in klas 1 t/m 4 door dezelfde docent begeleid o Koppeling aan visie “stimuleer talent” Aansluiting met gekozen lesmethode Verschil in ondersteuningsbehoefte voor mentoren/loopbaancoach o Differentiatie is bijvoorbeeld mogelijk m.b.t. instroomniveau op het gebied van vakkennis, vaardigheden en attitude (zie ook bijlage 9) o Koppelen aan visie “stimuleer talent”. o Prioritering voor klas 1, 2 en 3 voor schooljaar 2016-2017 Teamleiders hebben ongeveer €13000 gereserveerd in het boekjaar 2016 voor het LOB scholingstraject. De projectgroep LOB mag deze gelden inzetten voor het realiseren van het scholingstraject in 2016. Ervaringen van andere scholen moeten worden meegenomen. Er zullen andere scholen moeten worden bezocht.
Figuur 7
Risicoanalyse Risico Te weinig tijd om samen naar leveranciers te zoeken en deze te bekijken Te veel leveranciers gaan bekijken Niet de goede leveranciers bekijken Verdeeldheid binnen projectgroep Uitblijven van een goedkeuring door directie Verkeerde of onvolledige informatie richting projectgroep Afstemming met meerdere partijen intern en extern Geen actieve bijdragen van collega’s, leerlingen en ouders Onduidelijke of onvolledige communicatie vanuit projectgroep naar anderen betrokkenen Tabel 3
Maatregel Naar mogelijkheden kijken in het rooster en binnen de studiedagen. 22 april (meivakantie) is mijlpaal waarop mogelijke leveranciers bekend zijn. Navragen bij andere scholen bijv. Varendonck College Bevoegdheden bepalen inzake informeren, meedenken en beslissen
Verantwoordelijk Thijs Loopbaandossier: Carlijn Lesmethode: Anita Scholing: Thijs Thijs Thijs Thijs en Peter
Checken Concreet blijven in wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe Bevoegdheden bepalen inzake informeren, meedenken en beslissen Binnen het invoeren en uitvoeren van nieuwe activiteiten input meenemen door vragenlijsten, info avonden, gesprekslunches Communicatiestrategie bepalen
Iedereen
Thijs Ralph
Thijs en Peter
In bijlage 11 staat een opsomming knelpunten, succesfactoren en aanbevelingen m.b.t. het keuzeproces die is samengesteld vanuit interviews met vier decanen.
Randvoorwaarden voor de uitvoering van het project Benoem de afspraken waaronder projectteam en opdrachtgever samenwerken. Het gaat hier om: • Opdrachtgever bepaalt financieel kader, binnen dit kader heeft het projectteam de bevoegdheid om te beslissingen te nemen in het bovengenoemde programma van eisen. • Projectteam bepaalt welke leveranciers worden bekeken. Opdrachtgever kan wel suggesties doen. Er zullen meerdere leveranciers bekeken worden. Mogelijke partijen zijn: o Dedecaan.net o Qompas o Dubbelklik o Tumult o Blik op talent o Loymans en de Rooy o www.talenteon.nl o opleidingenberoep.nl o SLO voor gesprekstechnieken Via wikiwijs.nl kunnen methoden worden vergeleken. • Projectteam bepaalt vooraf hoeveel tijd er wordt besteed aan het project. Dit wordt meegenomen in de normjaartaak van 2015-2016. Aanpassingen achteraf zijn mogelijk. De inschatting is gemaakt op 3 uur en 6 uur per week tot en met het einde van het schooljaar. Persoon Carlijn van Gaal Ralph v/d Putten Thijs de Corte
Aantal uren 50 50 150
Tabel 4 •
• • •
Projectteam krijgt de tijd om samen leveranciers te bekijken. Dit kan plaatsvinden onder teamvergaderingen, studiedagen en incidenteel onder lestijd. Leden van het projectteam worden hiervoor uitgeroosterd. Thijs de Corte geeft dit aan bij teamleiders en sluit dit zelf direct kort met Erik Kanters. 17 Juni moeten de leveranciers bekend zijn van het loopbaandossier, de lesmethode en scholing voor het schooljaar 2016-2017. 17 Juni moet de eerste opzet activiteitenkalender 2016-2017 bekend zijn. 15 Juli moet het procesplan LOB voor 2016-2017 zijn goedgekeurd door directie
Fasering en planning van tussenresultaten Fase
(Tussen)resultaten/ producten
Startdatum
Einddatum
1. Initiatieffase 2. Definitiefase 3. Ontwerpfase
Inlezen in project Vaststellen projectvoorstel Samenstellen projectteam en taakverdeling • De “ist” en “soll” situatie in kaart gebracht t.a.v. de processen en leeromgeving • Mogelijke leveranciers geselecteerd voor het loopbaandossier, lesmethode en scholing personeel.
15-2-2016 29-2-2016 9-3-2016
26-2-2016 7-3-2016 23-3-2016
23-3-2016
22-4-2016
9-5-2016
10-6-2016
13-6-2016
8-7-2016
4. Voorbereidingsfase
5. Realisatiefase
6. Implementatie/ nazorg/evaluatie
•
• •
•
• • Tabel 5
Keuze voor leveranciers van loopbaandossier, lesmethode en scholing personeel Aanstellen decaan Verandertraject beschreven om van “ist” naar “soll” te komen t.a.v. de processen en leeromgeving Docenten informeren betreffende keuzes en verandertrajecten Eerste scholing voor goede start nieuw schooljaar. Doorstartplan voor 20162017
Datum akkoord opdrachtgever
Projectbeheersing Tijd • •
2 wekelijkse update naar opdrachtgever op nader overeen te komen moment Duidelijke fasering en planning (tussen)resultaten op basis van goedgekeurd projectplan
Kwaliteit •
• • • •
Kwaliteit wordt beheerst doordat het projectteam uit meerdere leden bestaan die ieder vanuit hun ervaringen en expertise input geven in de beoordeling van de kwaliteit 2 wekelijkse update naar opdrachtgever op nader overeen te komen moment. Intervisie met betrokkenen binnen en buiten school door bijvoorbeeld schoolbezoeken Beoordelingslijsten bij het evalueren van de verschillende leveranciers Bestudering van relevante informatie vanuit SLO
Organisatie Organisatie betekent welke deskundigheid heb je nodig om het project uit te voeren met de beschreven kwaliteit en hoeveel capaciteit (werkuren) is er nodig om de gestelde deadlines te halen? Wie gaat wat doen? Wie Jan Schoeren
Functie opdrachtgever
Thijs de Corte
projectleider
Carlijn van Gaal
LOB Laarbeek
Verantwoordelijkheid -tijdige communicatie met projectleider - tijdig akkoord op tussenresultaten -tijdige oplevering tussenresultaten -beheren versies projectplan -ontwikkeling en invoering projectplan volgens achtbaan model -opstellen beoordelingslijsten scholing personeel - contact onderhouden met kartrekkersoverleg vernieuwing vmbo -afstemming met havo/vwo en pro -Afspraken maken voor veldonderzoek binnen Orion. -waarborging comptabiliteit en
Bevoegdheid -afkeuren van tussenresultaten -stellen financieel kader -inzetten teamleden voor presentaties leveranciers, vergaderingen en visitaties aan anderen scholen -uitnodigen leveranciers - keuzeproces voor scholingstraject
- keuzeproces voor loopbaandossier
Ralph v/d Putten
Decaan
Anita van Bussel
Projectleider VSV
Henriette Harks
Personeelszaken Lid beoordeling scholing personeel
Peter Francken
Teamleider Mavo Gemert
afstemming met Laarbeek -Leiden keuzetraject loopbaandossier -opzet activiteitenkalender 2016-2017 -input realiseren van collega’s, ouders en leerlingen door infomomenten, werklunches, online vragenlijsten -Leiden keuzetraject lesmethode -opstellen beoordelingslijsten scholing personeel -beoordelen mogelijke leveranciers van scholing. -maken profielschetsen t.a.v. LOB -contact onderhouden met andere orion scholen -Informeren teamleiders in locatiebreed overleg - contact met magister werkgroep -beoordelen mogelijke leveranciers van scholing
- keuzeproces voor activiteiten op kalender
- keuzeproces voor lesmethode - profielschetsen - uitzetten vacature
Tabel 6 Geld • • • • •
LOB lesmethode mag €30 per leerling per jaar kosten Loopbaandossier mag €5 per leerling per jaar kosten Vergoeding voor een lob coördinator is 100 uur per jaar Vergoeding voor een decaan is ?? uur per jaar Voor scholing LOB is door de teamleiders €13000 gereserveerd binnen de begroting van 2016.
Hiervoor moeten stelposten worden bepaald in overleg met Elise Swinkels
Informatie Thijs de Corte communiceert met Jan Schoeren over de invulling van het projectplan en de realisatie van de (tussen)resultaten. Deze communicatie zal plaatsvinden via de mail en binnen een tweewekelijks overleg. Tijdstip is nader te bepalen. Teamleden communiceren via de mail. Hiervoor wordt een mailgroep aangemaakt binnen office365. Thijs de Corte zal vergaderingen uitschrijven. Dit kunnen vergaderingen zijn met het gehele projectteam of met een gedeelte al naar gelang gewenst en mogelijk. Informatie opvragen bij leveranciers mag door elk betrokken teamlid worden gedaan. Een afspraak voor een demonstratie zal verlopen via Thijs de Corte. Zodoende kan gekeken worden naar de beschikbaarheid van mensen en het clusteren van meerdere leveranciers. Het projectplan wordt aangepast door Thijs de Corte. Dit wordt in samenspraak met opdrachtgever en teamleden gedaan.
Gedetailleerde activiteitenplanning
Figuur 8
HANDREIKING STUDIELOOPBAANBEGELEIDING DE ROL VAN DE STUDIECOACH
"EGELEIDING %RVARINGEN KOPPELEN AAN PERSONEN TBV NETWERKEN
+ERNTAAK 3TUURT DE EIGEN LOOPBAAN
"EGELEIDING ,EREN ZELFBEWUSTE KEUZES TE MAKEN GEVOEL EN GEDACHTE IN BALANS EN AANZETTEN TOT ACTIE
+ERNTAAK 3TUURT DE EIGEN LOOPBAAN
+ERNTAAK "ENOEMT ZIJN EIGEN ONTWIKKELING EN GEBRUIKT MIDDELEN EN WEGEN OM DAARBIJ PASSENDE LEERDOELEN TE BEREIKEN
"EGELEIDING $ILEMMA´S IN WERK VERBINDEN MET MOTIEVEN EISEN IN WERK VERBINDEN MET KWALITEITEN
+ERNTAAK 3TUURT DE EIGEN LOOPBAAN
+ERNTAAK "ENOEMT ZIJN EIGEN ONTWIKKELING EN GEBRUIKT MIDDELEN EN WEGEN OM DAARBIJ PASSENDE LEERDOELEN TE BEREIKEN
3TUURT DE EIGEN LOOPBAAN EN ONDERNEEMT ACTIES DIE DAARBIJ NODIG ZIJN
2E¾ECTEERT OP EIGEN KWALITEITEN EN MOTIEVEN /NDERZOEKT WELK WERK ER IS EN WAT BIJ HEM PAST 3TUURT DE EIGEN LOOPBAAN EN ONDERNEEMT ACTIES DIE DAARBIJ NODIG ZIJN
"ENOEMT LEERDOELEN VOOR DE EIGEN ONTWIKKE LING )NVENTARISEERT GESCHIKTE MANIEREN VAN LEREN +IEST BIJ DE SITUATIE EN BIJ ZICHZELF PASSENDE MANIEREN VAN LEREN 0LANT ZIJN EIGEN LEERPROCES EN VOERT HET UIT %VALUEERT DE GEKOZEN MANIER VAN LEREN
2E¾ECTEERT OP EIGEN KWALITEITEN EN MOTIEVEN /NDERZOEKT WELK WERK ER IS EN WAT BIJ HEM PAST
"ENOEMT LEERDOELEN VOOR DE EIGEN ONTWIKKE LING 0LANT ZIJN EIGEN LEERPROCES EN VOERT HET UIT %VALUEERT DE GEKOZEN MANIER VAN LEREN
2E¾ECTEERT OP EIGEN KWALITEITEN EN MOTIEVEN /NDERZOEKT WELK WERK ER IS EN WAT BIJ HEM PAST
+ERNTAAK 3TUURT DE EIGEN LOOPBAAN
"EGELEIDING 6AN INTERESSE NAAR MOTIEVEN
+IEST BIJ DE SITUATIE EN BIJ ZICHZELF PASSENDE MANIEREN VAN LEREN %VALUEERT DE GEKOZEN MANIER VAN LEREN
+ERNTAAK "ENOEMT ZIJN EIGEN ONTWIKKELING EN GEBRUIKT MIDDELEN EN WEGEN OM DAARBIJ PASSENDE LEERDOELEN TE BEREIKEN
"EGELEIDING 6IA EIGENSCHAPPEN EN KWALITEITEN NAAR INTERESSES
2E¾ECTEERT OP EIGEN KWALITEITEN EN MOTIEVEN /NDERZOEKT WELK WERK ER IS EN WAT BIJ HEM PAST
)NVENTARISEERT GESCHIKTE MANIEREN VAN LEREN +IEST BIJ DE SITUATIE EN BIJ ZICHZELF PASSENDE MANIEREN VAN LEREN %VALUEERT DE GEKOZEN MANIER VAN LEREN
+ERNTAAK "ENOEMT ZIJN EIGEN ONTWIKKELING EN GEBRUIKT MIDDELEN EN WEGEN OM DAARBIJ PASSENDE LEERDOELEN TE BEREIKEN
+ERNTAAK 3TUURT DE EIGEN LOOPBAAN
7ERKPROCESSEN
+ERNTAAK
7ELKE CONTACTEN HEB IK
(OE MAAK IK KEUZES (OE PLAN IK MIJN TOEKOMST 7ELKE OPLEIDING PAST BIJ MIJ
7AT HEEFT DE ARBEIDSMARKT MIJ TE BIEDEN 7AT HOUDT MIJN TOEKOMSTIGE WERK IN 0AST HET WERK BIJ MIJ
7AT WIL IK 7AT DRIJFT MIJ 7AT PAST BIJ MIJ
7IE BEN IK 7AT KAN IK
2ELFECTIE OP DE VRAGEN
.ETWERKEN :ICHT KRIJGEN OP HET BELANG VAN CONTACTEN MET PERSONEN EN INSTELLINGEN
,OOPBAANSTURING :ICHT KRIJGEN OP WAT GELEERD IS EN NOG GELEERD MOET WORDEN OOK IN RELATIE TOT VERVOLGOPLEI DINGEN
7ERKEXPLORATIE :ICHT KRIJGEN OP WERK EN BEROEPEN
-OTIEVENRE¾ECTIE :ICHT KRIJGEN OP EIGEN DRIJFVEREN
#APACITEITENRE¾ECTIE :ICHT KRIJGEN OP EIGEN MOGELIJKHEDEN EN INTERESSES
,OOPBAANCOMPETENTIES
Bijlage 1 Loopbaancompetenties en kerntaken
Bijlage 2 Varianten praktijknabij LOB in de leerwegen van het vmbo O-variant 'Traditionele' LOB
Variant 1 LOB via project(en)
Variant 2 LOB als apart 'vak'
Variant 3 (bb/kb/gl) LOB geïntegreerd in het sectorale, intrasectorale, of intersectorale beroepsgerichte e programma (voor tl als 7 vak)
Variant 4 (tl) LOB vanuit de vakken
Kenmerken programma
Een klassikale keuzebegeleiding aan de hand van een methode, vragenlijsten en testen, aangevuld met incidentele voorlichtingsactiviteiten. In de tl wordt dikwijls in het derde jaar een bezoek aan het nabijgelegen ROC gebracht.
Beperkt aantal incidentele beroepsoriënterende activiteiten rond bijvoorbeeld één of meerdere sectoren; al of niet gekoppeld aan het sectorwerkstuk.
Een samenhangend keuzeprogramma van opdrachten en activiteiten met een bepaalde ordening (bijvoorbeeld arbeidsgebieden, activiteitengebieden, beroepsgerichte programma's) gericht op het ontwikkelen van beroeps- en opleidingsbeelden.
Leerlingen krijgen LOB in het kader van een bestaand beroepsgericht programma. Waar nodig/mogelijk kunnen leerlingen ter oriëntatie, keuzes maken voor programma-inhouden van andere beroepsgerichte programma's.
Een samenhangend programma voor praktijknabije LOB, vooral ingevuld door een deel van de sectorverplichte vakken en aangevuld met extra LOB -activiteiten. Onderdelen van het programma worden vastgelegd in het PTA.
Rol van de leerling
Alle leerlingen doorlopen hetzelfde programma.
Alle leerlingen doorlopen hetzelfde programma.
De leerling houdt vorderingen bij in een loopbaandossier en kan keuzes beargumenteren. Hij kiest onder begeleiding.
De leerling houdt vorderingen bij in een loopbaandossier en kan keuzes beargumenteren. Hij kiest onder begeleiding.
Alle leerlingen doorlopen hetzelfde programma, omdat onderdelen van het examenprogramma in het LOB-programma verwerkt zijn.
O-variant 'Traditionele' LOB
Variant 1 LOB via project(en)
Variant 2 LOB als apart 'vak'
Variant 3 (bb/kb/gl) LOB geïntegreerd in het sectorale, intrasectorale, of intersectorale beroepsgerichte e programma (voor tl als 7 vak)
Variant 4 (tl) LOB vanuit de vakken
Rol van de (overige) 21 vakken
Niet van toepassing.
Algemene vaardigheden, bij de vakken aangeleerd, worden toegepast.
Daar waar mogelijk worden inhoudelijke verbanden met de vakken gelegd.
Overige vakken leveren via opdrachten (in methodes) een bijdrage aan de oriëntatie op alle sectoren.
Sectorverplichte vakken zijn leidend daar waar mogelijk leveren ook ander vakken een inhoudelijke bijdrage.
Rol van docent, mentor
De mentor voert in samenwerking met de decaan programmaonderdelen uit die het keuzeproces ondersteunen.
Een (wisselend) projectteam is verantwoordelijk voor de inhoud van de projecten en de begeleiding.
De mentor is verantwoordelijk voor de uitvoering van het programma en de begeleiding. Hij/zij heeft oog voor ervaringen die de leerling in andere vakken heeft opgedaan.
De docent van het beroepsgerichte programma, tevens mentor, is verantwoordelijk voor de LOB-activiteiten en de -begeleiding. Hij/zij heeft oog voor ervaringen die de leerling in andere vakken heeft opgedaan.
De docenten van de sectorverplichte vakken zijn als team verantwoordelijk voor het programma en de begeleiding.
Reflectie
De decaan ziet de leerling incidenteel en heeft een adviserende rol.
De mentor reflecteert met leerlingen op het project.
Reflectie is een belangrijk onderdeel. De mentor kent de leerling en gaat met de leerling op zoek naar wat hij nodig heeft. "Wat heb je nodig?"
De docent van het beroepsgerichte programma begeleidt de leerling intensief en voert met hem de dialoog aan de hand van het loopbaandossier.
De begeleidende docent reflecteert met de leerling op de ervaringen en de resultaten.
22
Implicaties voor de organisatie O-variant 'Traditionele' LOB
Variant 1 LOB via project(en)
Variant 2 LOB als apart 'vak'
Variant 3 (bb/kb/gl) LOB geïntegreerd in het sectorale-, intrasectorale, of intersectorale beroepsgerichte e programma (voor tl als 7 vak)
Variant 4 (tl) LOB vanuit de vakken
Implicaties voor het programma
De aanschaf van een methode.
Ontwikkelen van diverse beroepsoriënterende projecten.
Ontwikkelen van een breed programma met volop keuzemogelijkheden voor leerlingen.
Gebruik maken van mogelijkheden in de globaal beschreven examenprogramma's.
Ontwikkelen van een programma in relatie tot de examenprogramma's van de sectorverplichte vakken. Kansen benutten in de geglobaliseerde examenprogramma's.
Implicaties voor de overige vakken/docenten
Niet van toepassing.
Docenten overige vakken zijn zich bewust van LOBaspecten in hun onderwijs en voegen eventueel LOBopdrachten toe. Zij dragen bij aan de reflectie van de leerling.
Docenten overige vakken zijn zich bewust van LOBaspecten in hun onderwijs en voegen eventueel LOBopdrachten toe. Zij dragen bij aan de reflectie van de leerling.
Overige vakken integreren daar waar mogelijk.
Implicaties voor de begeleidende docent (mentor, (loopbaan)coach)
De mentor voert uit. De decaan ondersteunt.
Docenten van de betrokken vakken integreren algemene kennis en vaardigheden, daarbij kan ook gedacht worden aan onderhoudsvaardigheden rekenen en taal. Een (wisselend) projectteam is verantwoordelijk voor de inhoud en de uitvoering van projecten. De mentor maakt deel uit van het projectteam.
Stevige begeleidende rol voor de mentor. De mentor is op hoofdlijnen bekend met beroepsoriënterende inhouden bij de overige vakken. Hij/zij heeft kennis van maatschappelijke
Eén docent, de docent van het beroepsgerichte programma, tevens mentor is verantwoordelijk voor de LOB-activiteiten en de -begeleiding. Hij/zij is op hoofdlijnen bekend met beroepsoriënterende
De docenten van de sectorverplichte vakken zijn als team verantwoordelijk voor de inhoud van het programma en de begeleiding. Leerlingen kiezen hun coach.
ontwikkelingen, ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en kennis van mbo-opleidingen.
inhouden bij de overige vakken. Hij/zij heeft kennis van maatschappelijke ontwikkelingen, ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en kennis van mbo-opleidingen.
23
Implicaties voor decaan
De decaan begeleidt het keuzeproces.
De decaan heeft een adviserende rol.
De decaan ontwikkelt het programma in samenwerking met de mentoren. Ondersteunt bij maatwerktrajecten. Bewaakt de kwaliteit van het uitgevoerde programma. Deelt met de docenten kennis over opleidingen en beroepen.
De decaan ontwikkelt het programma in samenwerking met de docenten van de beroepsgerichte programma's. Ondersteunt bij maatwerktrajecten. Bewaakt de kwaliteit van het uitgevoerde programma. Deelt met de docenten kennis over opleidingen en beroepen.
De decaan ontwikkelt in samenwerking met de begeleidende docenten, onder wie docenten van de sectorverplichte vakken, het programma. Bewaakt de kwaliteit van het uitgevoerde programma. Deelt met de docenten kennis over opleidingen en beroepen.
Implicaties voor reflectie
Niet van toepassing.
Mentor reserveert tijd voor reflectie in zijn les.
Reflectie of POPgesprekken structureel faciliteren in het rooster.
Reflectie structureel faciliteren in het rooster.
Implicaties voor leertijd
Tijdens mentoruren.
Geconcentreerd in een beperkt aantal dagen, weken of periodes van een x-aantal weken.
Structureel, ca. 2 uur per week en flexibel in verband met (individuele) buitenschoolse activiteiten.
Reflectie of POPgesprekken structureel integreren in het beroepsgerichte programma. LOB structureel geïntegreerd in het beroepsgerichte programma. Aanbod van keuzemodules als een band geprogrammeerd in het rooster.
24
Structureel, een lesdag per week. De sectorverplichte vakken staan uren af omdat in het LOB-programma de relatie is gelegd met de vakken.
Leerlingen krijgen zicht op drie sectoren (techniek, zorg en welzijn en economie): ze kunnen op het eind van het derde leerjaar binnen het programma technologie voor één van de drie sectoren kiezen. Leerlingen leren ICT-vaardigheden en algemene vaardigheden aan. Exameneenheden: 3e leerjaar: algemeen deel, gericht op oriëntatie op de drie sectoren. 4e leerjaar: sectorspecifiek deel (differentiatie naar eigen keuze). Leerlingen voeren met behulp van een website individuele en groepsopdrachten uit. Waar mogelijk zijn de opdrachten georganiseerd rondom een denkbeeldig bedrijf (bedrijfssimulaties), zoals domotica in de zorg, een supermarkt, een fietsenmaker. Het is de bedoeling dat de leerlingen de informatie zoveel mogelijk buiten de school, in bedrijven of maatschappelijke instellingen zoeken (door middel van gesprekken, observaties en onderzoeken op de werkplek).
Leerdoelen
Bron: www.slo.nl
Leeractiviteiten
Leerinhoud
Leerlingen oriënteren zich breed in de sectoren techniek, zorg & welzijn en economie.
Gedurende periodes van telkens één week tijdens het derde leerjaar en vervolgens in het eerste deel van het vierde leerjaar, voeren de leerlingen de volgende activiteiten uit: Opdrachten gericht op verheldering van het zelfbeeld. Werk- en observatieopdrachten in verschillende sectoren van een ROC en gesprekken met studenten en docenten ter plekke. Een week stage in een bedrijf of instelling van de sector waarnaar de belangstelling uitgaat. Doe- en meeloopdagen op een ROC. Voorbereiding en presentatie van het sectorwerkstuk in het verlengde van de stage en/of de sector waarnaar de belangstelling uitgaat. Volgen van lessen in de havo en voeren van gesprekken met havo 4-leerlingen (voor leerlingen met een havo-advies).
Via bezoeken aan ROC 's, een stageweek in een bedrijf of instelling naar keuze en, met behulp van het sectorwerkstuk, oriënteren leerlingen zich op sectoren, beroepen en opleidingen.
Leerlingen kunnen in december van het 3e leerjaar een eerste, en in mei van hetzelfde leerjaar een definitieve vakkenpakketkeuze maken en in januari van het vierde leerjaar een vervolgopleiding kiezen.
Leerlingen ontwikkelen zowel beroeps- en opleidingsbeelden, als algemene vaardigheden zoals plannen en organiseren, keuzes maken, samenwerken en presenteren.
Het programma is leerlinggericht; het neemt ervaringen en keuzes van leerlingen als uitgangspunt.
Door De Werkplaats Kindergemeenschap Bilthoven ontwikkeld vanaf 2003.
Door SLO in samenwerking met scholen en andere ontwikkelpartners ontwikkeld vanaf 2002.
Dit programma kan ook in de TL aangeboden worden, met de vrijheid om (schooleigen) exameneenheden toe te voegen, passend bij de regionale of lokale arbeidsmarkt. Programma is leerstof- en leerlinggericht en richt zich op brede oriëntatie en (uitgestelde) sectorkeuze aan het eind van leerjaar 3 door middel van een bij het mbo aansluitende didaktiek.
LOB als op zichzelf staand programma
Geen samenhang van vakken
Leerlingen oriënteren zich op/via: Beroepen binnen de sector en interviewen een beroepsbeoefenaar. Sectorspecifieke beroepsactiviteiten. Bedrijven in de nabijheid van de school binnen de sector. Mbo-opleidingen in relatie tot de sector. Een realistische opdracht met een voor de sector kenmerkend beroep en kenmerkende beroepsactiviteit. Leerlingen reflecteren op diverse manieren en gaan na of de sector bij hen past.
Via realistische opdrachten waarin een beroepscontext centraal staat, oriënteren leerlingen zich zowel binnen- als buiten school op beroepen en opleidingen.
Leerlingen ontwikkelen een beeld van de drie sectoren en kunnen aan het eind van klas 3 een bewuste sector- en vakkenpakketkeuze maken. Het uiteindelijk doel is dat leerlingen een opleidingskeuze kunnen maken die bij hen past.
Leerlingen ontwikkelen zowel beroeps- en opleidingsbeelden als kennis en vaardigheden van sectorverplichte vakken en van Nederlands. Het programma is ontwikkeld voor leerjaar 3.
Het programma is leerstof- en leerlinggericht en richt zich op een brede beroeps- en opleidingsoriëntatie.
Is door SLO ontwikkeld in samenwerking met Scholingsboulevard Enschede, 2008.
LOB vormgegeven vanuit de sectorverplichte vakken met integratie van Nederlands
1/3
Leerlingen verwerven vanuit een voor de sector typerend beroep en een kenmerkende beroepsactiviteit, kennis en vaardigheden van verschillenden vakken in samenhang. Leerlingen reflecteren op hun ervaring met anderen en gaan na of de sector bij hen past.
Eindtermen van vakprogramma's zijn het leidend principe in realistische opdrachten waar steeds één beroep centraal staat.
Leerlingen ontwikkelen zowel beroeps- en opleidingsbeelden als kennis en vaardigheden van sectorverplichte- en avovakken. Voor leerjaar 4 ontwikkelen de scholen een programma gericht op opleidingsbeelden. Leerlingen realiseren eindtermen van de betrokken (sectorverplichte) vakken en ontwikkelen een zodanig beeld van de vier sectoren, dat zij een bewuste keuze voor een vervolgopleiding kunnen maken.
Het programma is leerstof- en leerlinggericht en richt zich vooral op beroepsoriëntatie.
Is door SLO in samenwerking met respectievelijk OSG Schoonoord te Zeist en Corlaer College Nijkerk ontwikkeld en uitgevoerd, 2011.
LOB vormgegeven vanuit de sectorverplichte vakken met integratie van avo-vakken
Wel samenhang van vakken, integratie van vakken
Varianten van programma's praktijknabije LOB voor tl en gl
LOB via het programma technologie
Typering
Visie
Mate van samenhang Varianten
Er kan aan de hand van een digitale methode gewerkt worden. Er is een keuze tussen twee uitgevers en twee leveranciers van leermiddelen.
De leerlingen werken individueel en in kleine groepjes.
Leerlingen werken vooral binnenschools, onder meer met simulaties en op werkplekken. Op enkele scholen vindt een deel van de activiteiten plaats bij bedrijven en/of maatschappelijke instellingen. Er zijn adviezen voor lokaalinrichting en inventaris (voorbeelden hiervan zijn beschikbaar via de website).
Zowel het intersectoraal programma in leerjaar 3 als het sectoraal programma in leerjaar 4 kent een omvang van vier lesuren van 50 minuten per week. In de TL gaat het in principe om hetzelfde aantal uren. In de praktijk is het de vraag of scholen dit aantal ook beschikbaar stellen.
Bronnen en materialen
Groeperingsvorm
Leeromgeving
Leertijd
Bron: www.slo.nl
Eén docent voert het programma uit.
De leerlingen doorlopen dit programma in het derde leerjaar grotendeels tijdens vier projectweken. In het vierde leerjaar besteden de leerlingen gedurende ongeveer vijftien weken gemiddeld een uur per week aan het LOB-programma, naast het sectorwerkstuk.
De leerlingen werken afhankelijk van het doel en de aard van de leeractiviteit individueel of in groepjes van twee, drie of vier. De lessen worden uitgevoerd op een leerplein of in klaslokalen. De leerlingen bezoeken ROC 's, de Onderwijsbeurs (waar mbo-sectoren zich presenteren) en, in het kader van hun stage, bedrijven en instellingen.
De leermiddelen bestaan uit door de mentoren ontwikkelde opdrachten en materialen, die door de leerlingen zijn te benaderen via de elektronische leeromgeving (met een link naar Decaannet.nl).
De mentoren van de derde en vierde klassen zijn als team verantwoordelijk voor de ontwikkeling en uitvoering van het programma. Elke mentor voert twee keer per jaar een POP-gesprek met een leerling. Daarbij is ook een ouder aanwezig is.
Door De Werkplaats Kindergemeenschap Bilthoven ontwikkeld vanaf 2003.
Door SLO in samenwerking met scholen en andere ontwikkelpartners ontwikkeld vanaf 2002.
Dit programma kan ook in de TL aangeboden worden, met de vrijheid om (schooleigen) exameneenheden toe te voegen, passend bij de regionale of lokale arbeidsmarkt.
LOB als op zichzelf staand programma
Geen samenhang van vakken
Voor de uitvoering van het LOB-programma is vijf uur per week gereserveerd. Elke module vraagt gemiddeld tien lesuren.
De leerlingen werken, afhankelijk van het doel en de aard van de lesactiviteit, in groepjes van twee of drie. Individueel werk komt ook voor. De lessen vinden overwegend binnen de school plaats en, indien nodig, in vaklokalen. Iedere module voorziet ook in activiteiten buiten de school.
Docenten van de betrokken vakken begeleiden de leerlingen. In de praktijk betekent dit dat docenten soms ook verantwoordelijk zijn voor onderdelen die niet tot hun deskundigheidsgebied behoren. Eén van de betrokken docenten is tevens de mentor van de leerlingen. Hij heeft de taak op de cruciale keuzemomenten reflectiegesprekken met leerlingen te voeren. De leermiddelen voor leerjaar 3, bestaan uit door SLO en de school ontwikkelde modulen (leerlingmateriaal) voor de sectoren techniek, economie en zorg en welzijn. Het materiaal bestaat uit opdrachten met werkbladen.
Is door SLO ontwikkeld in samenwerking met Scholingsboulevard Enschede, 2008.
LOB vormgegeven vanuit de sectorverplichte vakken met integratie van Nederlands
2/3
De uren voor LOB worden in dagdelen van drie uur geroosterd. Iedere opdracht kost circa vijftien uur in de uitvoering.
Docenten van de betrokken vakken begeleiden de leerlingen als team. In de praktijk betekent dit dat docenten soms ook verantwoordelijk zijn voor onderdelen die niet tot hun deskundigheidsgebied behoren. Eén van de betrokken docenten is tevens mentor van de leerlingen. Hij heeft de taak op de cruciale keuzemomenten reflectiegesprekken met leerlingen te voeren. Het materiaal voor leerjaar 3 bestaat uit door SLO en de school ontwikkelde instructieboekjes voor leerlingen met daarin de centrale opdracht, werkbladen ten behoeve van reflectie, een nauwkeurig uitgewerkte en in opbrengsten omschreven studiewijzer, een overzicht van de belangrijkste vaktaken en beoordelingswijze en -criteria per taak. De leerlingen werken, afhankelijk van het doel en de aard van de lesactiviteit, in groepjes van twee of drie. Individueel werk komt ook voor. De lesactiviteiten zijn voornamelijk binnenschools en zijn niet afhankelijk van één lokaal. Soms zijn speciale voorzieningen zoals computers gewenst.
Is door SLO in samenwerking met respectievelijk OSG Schoonoord te Zeist en Corlaer College Nijkerk ontwikkeld en uitgevoerd, 2011.
LOB vormgegeven vanuit de sectorverplichte vakken met integratie van avo-vakken
Wel samenhang van vakken, integratie van vakken
Varianten van programma's praktijknabije LOB voor tl en gl
LOB via het programma technologie
Docentenrollen
Mate van samenhang Varianten
Bron: www.slo.nl
Extra informatie
Nadelen
Voordelen
Toetsing
Mate van samenhang Varianten
Schoolportret
Er ligt een voorbeeldprogramma, maar relaties met vervolgopleidingen en bedrijven zullen door elke school zelf gelegd moeten worden.
LOB is een vast onderdeel van het curriculum, maar kost relatief weinig tijd. Meerdere docenten zijn betrokken bij de organisatie en uitvoering van het programma. Kennis en ervaring kunnen gemakkelijk worden gedeeld. Er is een directe relatie met het mentoraat, dat de algehele begeleiding van de leerling ten goede komt.
Het programma is ontwikkelingsgericht. Leerlingen maken verslagen van uitgevoerde activiteiten. Deze vormen, samen met de voortgang in leerresultaten, de input voor de POP-gesprekken met de mentor. Het sectorwerkstuk moet daarnaast naar behoren worden afgerond.
Door De Werkplaats Kindergemeenschap Bilthoven ontwikkeld vanaf 2003.
Door SLO in samenwerking met scholen en andere ontwikkelpartners ontwikkeld vanaf 2002.
Dit programma kan ook in de TL aangeboden worden, met de vrijheid om (schooleigen) exameneenheden toe te voegen, passend bij de regionale of lokale arbeidsmarkt. Toetsing vindt plaats in het kader van het programma Technologie. Dit is (vanaf 2010) een regulier examenprogramma met een schooldeel en een centraal examen in de vorm van een centraal schriftelijk- en praktisch examen (CSPE). In de TL kan technologie als zevende vak vermeld worden op het diploma. Leerlingen kunnen dan gewoon meedoen met het CE. Er is tevens een landelijk certificaat voor leerlingen die niet meedoen aan het CSPE technologie, maar wel het SE hebben gevolgd/afgerond. Vast onderdeel van het curriculum. Kant-en-klaar examenprogramma met mogelijkheden voor schooleigen invulling. Er is inmiddels een groot aantal (>100) scholen en docenten dat ervaring heeft opgedaan met het programma technologie op vmbo GL (het aantal scholen voor TL dat het programma in de bovenbouw aanbiedt groeit). Oorspronkelijk niet als LOB-programma bedoeld. Technologie is een aangelegenheid van slechts één docent die het programma uitvoert. Relatie met mentoraat is niet helder. Oriëntatie op sector Groen is niet aanwezig. Reflectiegesprekken ontbreken. Onduidelijk is of leerlingen zich oriënteren op opleidingen. Leerlingen komen weinig in aanraking met beroeps- en opleidingspraktijk. http://www.platformtechnologie.nl/
LOB als op zichzelf staand programma
LOB via het programma technologie
Geen samenhang van vakken
Voor de overige sectoren zijn ook modulen ontwikkeld. Deze kunt u opvragen via:
[email protected].
Meer modules zijn beschikbaar via: secretariaat vmbo-mbo.
3/3
Voorbeeldopdracht groene sector
LOB structureel geïntegreerd in de vakken. Meerdere docenten zijn betrokken bij de organisatie en vormgeving van het programma. Kennis en ervaring kunnen worden gedeeld. Docenten worden eigenaar van het programma. Er is een directe relatie met het mentoraat dat de algehele begeleiding van de leerling ten goede komt. Leerlingen oriënteren zich zowel op beroeps- als opleidingsbeelden. De leuzevrijheid voor leerlingen is beperkt. Het programma is overwegend binnenschools georiënteerd.
Leerlingen maken diverse producten, waarvan de onderdelen betrekking hebben op verschillende vakken. Deze resultaten worden in cijfers op vakniveau uitgedrukt. Tevens brengen leerlingen met behulp van een competentiemeter hun ontwikkeling op het gebied van loopbaancompetenties in beeld. Over deze ontwikkeling gaat de mentor met de leerling in gesprek.
Is door SLO in samenwerking met respectievelijk OSG Schoonoord te Zeist en Corlaer College Nijkerk ontwikkeld en uitgevoerd, 2011.
LOB vormgegeven vanuit de sectorverplichte vakken met integratie van avo-vakken
Voorbeeldopdracht zorg & welzijn
LOB structureel in het curriculum. Meerdere docenten zijn betrokken bij de organisatie en vormgeving van het programma. Kennis en ervaring kunnen worden gedeeld. Docenten worden eigenaar van het programma. Er is een directe relatie met het mentoraat, dat de algehele begeleiding van de leerling ten goede komt. Leerlingen oriënteren zich zowel op beroeps- als opleidingsbeelden. De keuzevrijheid voor leerlingen is beperkt.
De mentor beoordeelt en bespreekt de ontwikkeling van leerlingen aan de hand van de loopbaancompetenties in een gesprek samen met de leerling. De deelopdrachten die voor Nederlands in de modules zijn opgenomen, worden beoordeeld door de vakdocenten en tellen mee voor dat vak.
Is door SLO ontwikkeld in samenwerking met Scholingsboulevard Enschede, 2008.
LOB vormgegeven vanuit de sectorverplichte vakken met integratie van Nederlands
Wel samenhang van vakken, integratie van vakken
Varianten van programma's praktijknabije LOB voor tl en gl
Wat doet de LOB coördinator of decaan ?
Wat doet de LOBdocent/mentor/loopbaanbegeleider?
Wat doet de vakdocent?
27
Wat doen de ouders?
De docent in de rol van mentor of loopbaanbegeleider: ziet het nut en de waarde in van LOB; voert het LOB-programma uit; laat leerlingen talenten en mogelijkheden ontdekken; stimuleert leerlingen de beroepspraktijk te ontdekken; stimuleert leerlingen de opleidingspraktijk te ontdekken; begeleidt leerlingen bij loopbaanvragen; reflecteert met leerlingen op hun ervaringen en hanteert daarbij verschillende werkvormen; voert met leerlingen (individueel) loopbaanreflectiegesprekken; organiseert groepsgesprekken waarin de leerlingen vertellen over opgedane ervaringen; ondersteunt leerlingen bij het gebruik van een portfolio; kent zijn leerlingen; assisteert bij buitenschoolse activiteiten zoals excursies, stages en proefstudeeractiviteiten; evalueert en actualiseert het LOB-programma met collega's (ontwikkelen en bijstellen); kent het mbo en heeft zicht op mogelijkheden in het mbo; is op de hoogte van de aansluitingsproblematiek; stimuleert de naadloze aansluiting op het mbo.
De vakdocent: ziet het nut en de waarde in van LOB; legt vanuit zijn vak een relatie met beroepen en opleidingen: de echte beroepspraktijk; ontwikkelt voor zijn vak opdrachten waarin leerlingen in contact komen met de beroeps- en opleidingspraktijk; reflecteert met leerlingen op hun ervaringen en hanteert daarbij verschillende werkvormen; evalueert en actualiseert de LOB-activiteiten in het eigen vakprogramma (ontwikkelen en bijstellen); deelt zijn ervaringen met collega's.
De ouder(s)/verzorger(s): stimuleren hun zoon/dochter informatiebijeenkomsten en open dagen te bezoeken; bezoeken ouderavonden over het keuzeproces; nemen deel aan docent- en leerlinggesprekken voor de belangrijke keuzemomenten in de schoolloopbaan; praten met hun zoon/dochter over zijn interesse, mogelijkheden, capaciteiten en ambities; stimuleren zoon/dochter zich te oriënteren en een keuze te maken voor een passende vervolgopleiding.
Activiteiten gericht op: • uitvoering • begeleiding • evaluatie
Activiteiten gericht op: • begeleiding
Kortom: geeft leiding aan de uitvoering van het LOB-programma en is eindverantwoordelijk.
De LOB coördinator of decaan: ontwikkelt visie, stelt een LOB-beleidsplan op en zorgt voor draagvlak in de school; kent de aansluitingsproblematiek: basisonderwijs – vmbo en vmbo – mbo; evalueert en actualiseert het LOB-leerplan met betrokkenen (ontwikkelen en bijstellen); ondersteunt en instrueert docenten/mentoren bij de uitvoering van het LOB-leerplan; overlegt met directie over de inhoud en de voortgang van het LOB-leerplan; overlegt met directie over scholingsprogramma's voor collega's; ondersteunt leerlingen met opleidingsvragen en verwijst, zo nodig, leerlingen door naar externe loopbaanadviseurs; coördineert buitenschoolse activiteiten zoals excursies, stages en bezoeken aan vervolgopleidingen; coördineert de warme overdracht tussen mentoren en vervolgopleidingen; analyseert, evalueert en rapporteert de doorstroom van (oud) leerlingen naar het vervolgonderwijs; onderhoudt externe contacten; onderhoudt de eigen expertise; geeft voorlichting aan leerlingen en ouders.
Activiteiten gericht op: • uitvoering • begeleiding • evaluatie
Activiteiten gericht op: • leerplanontwikkeling • coördinatie • professionalisering • ondersteuning
Programma praktijknabije LOB voor bb en kb. Wat zijn de taken?
Bijlage 3 mogelijke taakverdelingen binnen LOB proces
Bijlage 4 Voorbeeld LOB-kalender LOB-kalender: activiteiten die van belang zijn voor loopbaanoriëntatie en studiekeuze KLAS 3 Sept. Okt.
Internationale uitwisseling Oriëntatiemiddag POP gesprek
Nov. Dec. Jan.
Infomarkt
Febr.
Open dagen ROC
Mrt.
Meeloopdage n ROC
Apr.
Internationale uitwisseling
MENTORLESSEN (2 lesuren per week)
en
Voorlopige sectorkeuze MAATSCHAPPELIJKE STAGE
Oriëntatiemiddag POP gesprek Definitieve sectorkeuze
LOBMETHODE Oriëntatiemiddag SECTORPOP gesprek WERKSTUK (A)
Mei Juni Juli
"KEUZE-
KLAS 4
DOSSIER"
Sept. Okt.
Meeloopdage n ROC
Nov. Dec. Jan. Feb.
SECTORWERKSTUK ( B, C, D)
Presentatie sectorwerkstu k
Mrt. Apr. Mei Juni Juli Afbeelding 3 Kalender LOB De tijd nemen: een ingeroosterd dagdeel met allerlei activiteiten Door voor LOB een vast dagdeel in te roosteren (3 à 4 lesuren), wordt het mogelijk om allerlei activiteiten binnen en buiten de school af te wisselen. Op Het Noordik in Vriezenveen hebben de leerlingen van de theoretische leerweg een dagdeel per week LOB onder 'aansturing' van een vaste docent die zelf voor een groot deel verantwoordelijk is voor de invulling van het programma. Er wordt gewerkt met een LOB-methode, er zijn excursies naar bedrijven en instellingen.
14
23
Programma praktijknabije LOB voor bb en kb. Wat doet de school?
De school stelt zich ten doel dat: •
•
evaluatie
•
sectorkeuzes.
evalueert het LOB-programma en de
reflectiegesprekken;
organiseert individuele
•
presenteren.
keuzeproces onder de aandacht.
gebeurtenissen in het kader van het
organiseert ouderavonden waarop
gesprekken;
organiseert docent – leerling - ouder
leerlingen resultaten van LOB-activiteiten
•
•
kind(eren)' over ervaringen en
brengt het belang van 'praten met
van ouders;
brengt het keuzeproces onder de aandacht
gastspreker);
gesprekken; •
rolmodel, coach, stagebegeleider,
organiseert docent – leerling - ouder
•
betrekt ouders bij LOB-activiteiten (als
aandacht van ouders.
•
De school:
•
•
opleidingenoriëntatie;.
beroepenoriëntatie en eventueel
op zelfexploratie, sectorkeuze,
heeft een leerplan voor leerjaar 3, gericht
betrekt ouders bij LOB-activiteiten;
De school:
evalueert het LOB-programma.
reflectiegesprekken;
organiseert individuele
•
opgenomen in leerjaar 3;
waarin LOB-activiteiten structureel zijn
heeft een jaarplanning met een rooster
•
•
•
•
sectororiëntatie;
gericht op zelfexploratie en
heeft een LOB-leerplan voor leerjaar 2,
•
De school:
en mogelijkheden.
brengt het belang van LOB onder de
De school:
ouderparticipatie
•
inschrijvingen van leerjaar 1.
evalueert het LOB-programma en
op zelfexploratie;
heeft een LOB-leerplan voor leerjaar 1 gericht
opgenomen in leerjaar 2;
leerjaar 1;
heeft een jaarplanning met een rooster waarin LOB-activiteiten structureel zijn
•
•
De school:
LOB-activiteiten structureel zijn opgenomen in
Activiteiten gericht op:
•
•
•
heeft een jaarplanning met een rooster waarin
De school:
realisatie
•
Wat wil ik?
-
Activiteiten gericht op:
Wat kan ik?
-
verbinden met de eigen wensen, waarden
De leerling leert de ervaringen te
Wie ben ik?
-
werkvelden van de (verschillende) sector(en) en de voor- en nadelen ontdekt.
welke sector bij hem/haar past.
beroepscontexten en antwoord kan geven op
praktijkervaringen opdoet. In verschillende
de leerling betekenisvolle
vragen als
opdoet in de vier sectoren en kan vertellen
•
De school stelt zich ten doel dat:
Opleidingskeuze
voor een opleidingsdomein in het mbo.
keuze kan maken voor een opleiding of
door ervaringen met opleidingen een
verschillende sectoren met beroepen en
de leerling door kennis en ervaring in de
inschrijvingen voor de vervolgopleiding.
evalueert het LOB-programma en de
reflectiegesprekken;
organiseert individuele
opleidingsoriëntatie;
op zelfexploratie, beroepsoriëntatie en
heeft een leerplan voor leerjaar 4 gericht
opgenomen in leerjaar 4;
waarin LOB-activiteiten structureel zijn
heeft een jaarplanning met een rooster
informeert ouders en leerlingen
toekomstmogelijkheden;
doorstroommogelijkheden.
presenteren.
leerlingen resultaten van LOB-activiteiten
organiseert ouderavonden waarop
objectief over de
informeert ouders en leerlingen gesprekken;
•
objectief over de
organiseert docent-, leerling-ouder
ervaring te spreken;
open dagen te bezoeken en over de
wijst op het belang samen met het kind de
informeert ouders en leerlingen
werkwijze op de opleiding; •
•
objectief over de inhoud en de
•
•
met de toeleverende school.
evalueert de resultaten van leerlingen
De ontvangende school:
•
gastspreker); informeert ouders over vervolgopleidingen;
•
behaalt.
gemotiveerd een startkwalificatie
de leerling geïnformeerd en
De ontvangende school:
•
dat:
De ontvangende school stelt zich ten doel
arbeidsmarkt of vervolgopleiding
Diplomering voor- en toeleiding naar de
Mbo
rolmodel, coach, stagebegeleider,
betrekt ouders bij LOB-activiteiten (als
•
•
De school:
•
•
•
•
De school:
•
De school stelt zich ten doel dat:
Opleidingsoriëntatie
Beroepenoriëntatie (Opleidingenoriëntatie) de leerling - op neutrale wijze - ervaringen
Beroepenoriëntatie
(Sectororiëntatie bij intersectoraal)
Sectororiëntatie
Zelfexploratie
Vmbo leerjaar 4
Bovenbouw
Zelfexploratie
Vmbo leerjaar 3
Zelfexploratie
en mogelijkheden al of niet gekoppeld aan
de leerling krijgt zicht op zijn eigen talenten
De school stelt zich ten doel dat:
Doel
Sectorkeuze/vakkenpakket
Zelfexploratie
Accent op
Vmbo leerjaar 2
Vmbo leerjaar 1
Onderbouw/bovenbouw Leerjaar Belangrijke keuzemomenten
Onderbouw
netwerken (Wie heb ik daarbij nodig?). Met hoofd, hart en handen ervaren en doorlopen leerlingen het keuzeproces. Een steeds weer terugkerend element is reflectie op (praktijk)ervaringen en gebeurtenissen in het leven van de leerling.
Centraal in het LOB-proces staat het ontwikkelen van loopbaancompetenties: capaciteitenreflectie (Wat kan ik?), motievenreflectie (Wat wil ik?), werkexploratie (Hoe kan mijn werk eruit zien? Waar voel ik me op mijn plaats?), loopbaansturing (Hoe maak ik de juiste keuzes?) en
Het doel van LOB is dat leerlingen leren kiezen en het keuzeproces leren doorgronden om zo voorbereid te zijn op een leven waarin steeds weer keuzes voor opleiding en arbeid gemaakt moeten worden.
Visie
Bijlage 1 Programma praktijknabije LOB voor bb en kb.
Wat doet de school?
25
Wat doet de leerling?
Programma praktijknabije LOB voor bb en kb. Wat doet de leerling?
droomt over zijn toekomst;
•
ervaren en voelen
•
en concluderen
reflecteren, analyseren
HOOFD:
invoelen en voorstellen
•
•
•
bij.
houdt zijn ontwikkeling in een portfolio
en ambities;
spreekt met anderen over zijn wensen
zichzelf;
onderzoekt de mogelijkheden voor
toekomstdromen;
praat met anderen over zijn
voelt wie hij is en wat hij kan;
•
HANDEN:
•
•
De leerling:
Activiteiten gericht op:
HART:
Zelfexploratie
Accent op
•
Vmbo leerjaar 1
Onderbouw/bovenbouw Leerjaar Belangrijke keuzemomenten
•
•
•
•
•
houdt zijn ontwikkeling in een portfolio bij.
mogelijkheden en maakt een sectorkeuze;
verbindt de ervaring met zijn eigen wensen en
sectoren;
medeleerlingen) over zijn ervaringen in de
praat met anderen (volwassenen en
bedenkt hoe het is om in de sectoren te werken;
ervaart de vier sectoren 'aan den lijve';
trekt een conclusie; houdt zijn ontwikkeling in een portfolio bij.
•
zijn mogelijkheden en wensen;
legt verbanden tussen zijn ervaringen en
ervaringen;
geeft met anderen betekenis aan. zijn
betreffende werkvelden te werken;
stelt zich voor hoe het is om in de
lijve' en verkent daarin de voor- en nadelen;
werkvelden binnen de sector(en) 'aan den
ervaart en onderzoekt de verschillende
•
•
•
•
•
De leerling:
•
•
•
•
•
Opleidingskeuze
houdt zijn ontwikkeling in een portfolio bij.
wensen;
leggen tussen zijn mogelijkheden en zijn
trekt een conclusie door verbanden te
spreekt met anderen over zijn ervaringen;
schat in of de opleiding bij hem past;
door middel van een proefstudietraject;
opleidingen en ervaart enkele opleidingen
kijkt rond in verschillende mbo-
De leerling:
Opleidingsoriëntatie
Beroepenoriëntatie (Opleidingenoriëntatie) De leerling:
Beroepenoriëntatie
(Sectororiëntatie bij intersectoraal)
Zelfexploratie
Bovenbouw Vmbo leerjaar 4
Zelfexploratie
Vmbo leerjaar 3
Sectororiëntatie
Sectorkeuze/vakkenpakket Zelfexploratie
Onderbouw Vmbo leerjaar 2
•
•
•
•
behaalt zijn startkwalificatie.
studeren;
onderzoekt of hij/zij verder wil
opleidingskeuze;
verkent werkvelden binnen zijn
beroepsopleiding;
leert en loopt stage binnen zijn
De mbo-deelnemer:
arbeidsmarkt of vervolgopleiding
Diplomering voor- en toeleiding naar de
Mbo
Visie Het doel van LOB is dat leerlingen leren kiezen en het keuzeproces leren doorgronden om zo voorbereid te zijn op een leven waarin steeds weer keuzes voor opleiding en arbeid gemaakt moeten worden. Centraal in het LOB-proces staat het ontwikkelen van loopbaancompetenties: capaciteitenreflectie (Wat kan ik?), motievenreflectie (Wat wil ik?), werkexploratie (Hoe kan mijn werk eruit zien? Waar voel ik me op mijn plaats?), loopbaansturing (Hoe maak ik de juiste keuzes?) en netwerken (Wie heb ik daarbij nodig?). Met hoofd, hart en handen ervaren en doorlopen leerlingen het keuzeproces. Een steeds weer terugkerend element is reflectie op (praktijk)ervaringen en gebeurtenissen in het leven van de leerling.
Bijlage 5 Checklist huidige LOB activiteiten
Visie en uitgangspunten 1
Is er draagvlak voor LOB?
2
Is er een schoolbrede visie op LOB?
3
Is de visie vertaald in een doorlopend programma? Ondersteunt de visie alle uitgangspunten van praktijknabije LOB: a. ervaringsgericht b. praktijknabij
4
c. vraaggestuurd d. reflectief e. ontwikkelen van loopbaancompetenties
Leerdoelen Wordt er gewerkt aan capaciteitenreflectie (Wat kan ik het best?)? Wordt er gewerkt aan motievenreflectie (Waar ga en sta ik voor?)? Is er sprake van werkexploratie (Waar ben ik het best op mijn plek?)?
5 6 7 8
Is er sprake van loopbaansturing (Hoe bereik ik mijn doel?)?
9
Is er sprake van netwerken (Wie heb ik nodig om mijn doel te bereiken?)?
31
Nee, dit moet nog gebeuren
Nee, dit is nog in ontwikkeling
Zie voor de verklaring van de begrippen de LOBbegrippenlijst.
Ja, dit is bijna gerealiseerd
Stel u zelf bij het invullen van de checklist steeds de vragen: Waaruit blijkt dat? Hoe hebben we dat gerealiseerd? Waar zien we dat?
Ja, wij hebben dit gerealiseerd
Checklist LOB
Leerinhouden
10
Zijn de LOB-leerinhouden van alle leerjaren gericht op zelfexploratie?
11
Zijn de leerinhouden van leerjaar 2 vooral gericht op sectororiëntatie (op alle vier sectoren: GN, ZW, TN, EC)? Zijn de LOB-leerinhouden in de bovenbouw gericht op werkexploratie? Zijn de leerinhouden van leerjaar 3 gericht op beroepen en beroepsdilemma's?
12 13
Zijn de leerinhouden van leerjaar 4 gericht op vervolgopleidingsmogelijkheden?
14
Leeractiviteiten
15
Zijn de leeractiviteiten gebaseerd op concrete praktijkervaringen?
16
Zijn er voor leerlingen keuzemogelijkheden?
17
Is er sprake van reflectie in de opdrachten door middel van dialoog?
18
Brengen de leeractiviteiten de leerling in contact met beroepsbeoefenaren?
19
Bevatten de leeractiviteiten beroepsdilemma's?
20
Vormen de leeractiviteiten de basis voor reflectieve loopbaangesprekken?
Docentrollen Heeft de school een LOB-coördinator of decaan aangesteld? Heeft de LOB-coördinator of decaan taken en verantwoordelijkheden?
21 22 23
Heeft de school LOB-docenten of loopbaanbegeleiders aangesteld?
24
Hebben de LOB-docenten of loopbaanbegeleiders taken en verantwoordelijkheden?
32
Nee, dit moet nog gebeuren
Nee, dit is nog in ontwikkeling
Zie voor de verklaring van de begrippen de LOBbegrippenlijst.
Ja, dit is bijna gerealiseerd
Stel u zelf bij het invullen van de checklist steeds de vragen: Waaruit blijkt dat? Hoe hebben we dat gerealiseerd? Waar zien we dat?
Ja, wij hebben dit gerealiseerd
Checklist LOB
Bronnen en materialen 25
Zijn docenten of loopbaanbegeleiders in staat reflectieve loopbaangesprekken te voeren?
26
Zijn de gebruikte leermiddelen in overeenstemming met de visie?
27
Bereikt men met de gebruikte leermiddelen de beoogde leerdoelen?
28
Ondersteunen de gebruikte leermiddelen de dialoog?
29
Zijn er voor de leerlingen keuzemogelijkheden?
Leeromgeving 30
Is de leeromgeving praktijknabij?
31
Is de leeromgeving dialogisch?
32
Is de leeromgeving gericht op vraagsturing?
Tijd 33
Is er structureel tijd ingeroosterd voor LOB-activiteiten?
34
Is er structureel tijd gepland voor loopbaanreflectie?
35
Hebben LOB-docenten voldoende tijd voor het voorbereiden en begeleiden van LOB-activiteiten?
Toetsing Hanteert de school duidelijke richtlijnen voor de beoordeling?
36
Wat wordt beoordeeld?
37
Hoe wordt beoordeeld?
38
Hoe wordt beoordeeld? Zijn er schoolbreed afspraken hoe de vorderingen van de leerlingen worden vastgelegd?
39
33
Nee, dit moet nog gebeuren
Nee, dit is nog in ontwikkeling
Zie voor de verklaring van de begrippen de LOBbegrippenlijst.
Ja, dit is bijna gerealiseerd
Stel u zelf bij het invullen van de checklist steeds de vragen: Waaruit blijkt dat? Hoe hebben we dat gerealiseerd? Waar zien we dat?
Ja, wij hebben dit gerealiseerd
Checklist LOB
deelnemer. Een activiteit is altijd een onderdeel in een groter proces. Op hoofdlijnen kan dit proces getypeerd worden in vier fasen: introductie, oriëntatie, verkenning en verdieping (Van Lanschot 6 Hubrecht en anderen, Voor de ontwikkeling opleidingsbeelden is deze Bijlage Verdieping van 2008). de categorisering LOBvan activiteiten fasering als volgt in te vullen: Introductie: de leerling oriënteert zich op het LOB-proces dat voor hem ligt, zodat hij dat traject met een bepaalde focus start. Het gaat bijvoorbeeld om de vraag wat de leerling al weet over zijn kwaliteiten, behoeften en motivatie in relatie tot het beroepsbeeld. Oriëntatie: de leerling vormt zich een breed beeld van de inhoud van meerdere sectoren. Voor de basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen vindt dit plaats tijdens de praktische sectororiëntatie in het tweede leerjaar. Door leerlingen in de gemengde en theoretische leerweg wordt aan het eind van het derde jaar een sector gekozen (hoewel hier vaak van afgeweken kan worden door intersectorale programma's of met behulp van vrije ruimte) Verkenning: de leerling krijgt een beeld van enkele opleidingen die passen binnen zijn interesse en beroepsbeelden. Op deze manier krijgt de leerling zicht op wat hij in het vervolg van het LOB-traject wil uitdiepen. Verdieping: de leerling doet ervaring op in de praktijk van een opleiding en maakt uiteindelijk zijn opleidingskeuze. Overigens wil dit niet zeggen dat iedere leerling zich volgens deze lijn ontwikkelt. Wanneer leerlingen in de verkennende fase een nieuwe keuze voor een opleiding of beroep maken, dan begint er opnieuw een oriënterende fase. Daarnaast kan ook het tempo per leerling verschillen en de fasen zijn bovendien niet altijd goed van elkaar te onderscheiden. De fasering is daarom meer te beschouwen als een houvast voor de onderwijsinstelling om de leerling te kunnen begeleiden in zijn ontwikkeling. e
2 kolom: leeractiviteiten Het opdoen van ervaringen is nodig voor leerlingen om te ervaren wat wel en niet bij ze past. De school speelt een belangrijke rol door leeractiviteiten aan te bieden die het opdoen van ervaringen stimuleren. Door het verzamelen van informatie en het opdoen van diverse ervaringen krijgt de leerling gaandeweg een beeld van het beroep en de vervolgopleiding(en). De leeractiviteiten kunnen ook buitenschools plaatsvinden en zelfs ook zonder dat de school er bij betrokken is. Suggesties voor leeractiviteiten per fase worden onder andere gedaan in de SLO-publicatie 'Leerroutes voor LOB'. e
3 kolom: loopbaanvragen 2 Om sturing te kunnen geven aan de eigen loopbaan worden drie competenties genoemd die voor leerlingen van belang zijn om te ontwikkelen (Meijers, Kuijpers & Bakker, 2006). Loopbaanreflectie (motievenreflectie en kwaliteitenreflectie): het onderzoeken van welke motieven en kwaliteiten van belang zijn voor de ontwikkeling in de loopbaan. Loopbaanvorming (werkexploratie en loopbaansturing): het onderzoeken van eisen en waarden in het werk, het maken van weloverwogen keuzes rondom werken en leren, het onderzoeken van consequenties van mogelijkheden en daadwerkelijk actie ondernemen gericht op het realiseren van de eigen loopbaan. Netwerken: contacten opbouwen en onderhouden op de arbeidsmarkt gericht op de loopbaanontwikkeling.
2
In sommige LOB-publicaties wordt uitgegaan van de vijf loopbaancompetenties. Uit het onderzoek van
Meijers en anderen, blijkt echter dat een aantal van die competenties in de praktijk moeilijk te onderscheiden zijn bij leerlingen. Om die reden zijn ze hier samengevoegd tot drie.
9
Bij deze competenties passen verschillende vragen en het is van belang dat leerlingen antwoorden zoeken op die zogenoemde loopbaanvragen. Het formuleren van vragen kan bijvoorbeeld helpen om het gesprek tussen leerling en begeleider te focussen. Ook kunnen leeractiviteiten gepland worden aan de hand van de loopbaanvragen. In de derde kolom van het overzicht zijn de loopbaanvragen toegespitst op de ontwikkeling van opleidingsbeelden. Deze loopbaanvragen zijn niet één op één te koppelen aan een bepaalde fase, of een bepaalde activiteit, maar er kunnen wel accenten gelegd worden. e
4 kolom: ervaringen De leeractiviteiten leveren ervaringen op die de input vormen voor reflectie. Als leerlingen een praktijkopdracht doen in de zorg waarbij ze bijvoorbeeld koffie moeten schenken voor reumapatiënten, dan zullen sommige leerlingen daarover veel kunnen vertellen. Het opdoen van echte ervaringen met het beroep in een praktijksituatie (of -simulatie) geeft hen de mogelijkheid zich een beter beeld te vormen van wat hen te wachten staat. Dit geldt ook voor echte ervaringen in de beroepsopleiding; een aantal lessen op het mbo volgen, daar een opdracht uitvoeren onder begeleiding van mbo-studenten en het ondergaan van een competentiegerichte beoordeling. Dergelijke ervaringen zullen de vmbo'ers een goed idee geven hoe het eraan toegaat op de vervolgopleiding. Ze kunnen aan de hand hiervan met hun mentor of een andere reflectiepartner bespreken of een beroep of een opleiding wel of niet bij hen past. Helaas wordt er nog te vaak vanuit gegaan dat het verwerken van informatie voldoet om een goede keuze te maken (Meijers, Kuijpers & Bakker, 2006). Voor de ontwikkeling van loopbaancompetenties is het van groot belang om daarnaast concrete ervaringen op te doen, die in principe voor elke individuele leerling verschillend zijn. e 5 kolom: reflectiepartners In de vijfde kolom worden mogelijke reflectiepartners genoemd. Dit kunnen verschillende personen zijn. Voor de begeleiding van het binnenschoolse LOB-proces kan gedacht worden aan mentoren, mbo-docenten, klasgenoten of deelnemers van het mbo. Daarnaast kunnen bijvoorbeeld ouders of vrienden ook een rol spelen bij het bespreken van de opgedane ervaringen. Belangrijk is wel dat leerlingen er alert op zijn dat ze zich niet direct laten beïnvloeden: leerlingen doen immers graag hetzelfde als hun peers en ouders geven goede raad, maar hebben soms weinig zicht op de complexe structuur van het mbo (Kenniscentrum Handel, 2004). e
6 kolom: dialoog/reflectie De dialoog met anderen helpt de deelnemer zin en betekenis te geven aan zijn ervaringen in het licht van de loopbaanvragen. Door over de ervaringen te praten kan hij op nieuwe gezichtspunten gebracht worden of hij kan ze koppelen aan andere ervaringen. In diverse onderzoeken wordt het belang van dialoog als hulpmiddel om ervaringen een plek te geven, benadrukt. Probleem is echter dat op school een echte loopbaandialoog vaak ontbreekt (Meijers, Kuijpers & Bakker, 2006). Er wordt wel tegen de leerling gepraat, maar weinig mét de leerling. Begeleidingsgesprekken zijn veelal gericht op het zorgen dat de leerling met zo min mogelijk problemen door de opleiding heen komt. Wat de leerling echt belangrijk vindt, lijkt vaak niet aan bod te komen, zo is de gedachte. In de publicatie 'Reflecteren op maat' (Fernandes & van Lanschot Hubrecht, 2008) worden suggesties gedaan voor het voeren van begeleidingsgesprekken in het kader van loopbaanoriëntatie.
10
/RIpNTATIE
,AAT DE LEERLING EEN KEUZE MAKEN UIT OP DRACHTEN WAARBIJ HIJ ZICH VOOR DE VERSCHIL LENDE SECTOREN EEN BEELD VORMT VAN HET 2/# OF HET !/# EN VAN DE PROFESSIONELE VORMGEVING VAN DE LEEROMGEVING
,ESACTIVITEIT
2OOD
'EEF EEN OPDRACHT WAARBIJ DE LEERLING EEN INVENTARISEREND ONDERZOEK DOET NAAR DE INHOUD EN VORMGEVING "/, "", VAN DE OPLEI DINGEN VAN HET 2/# ENOF !/#
,ESACTIVITEIT
'EEF EEN OPDRACHT WAARBIJ DE LEERLING ZICH VOOR VERSCHIL LENDE SECTOREN EEN BEELD VORMT VAN HET 2/# OF HET !/# EN VAN DE PROFESSIONELE VORMGEVING VAN DE LEEROMGEVING
,ESACTIVITEIT
'ROEN
2ICHT DE LEERSITUATIE ZO IN DAT ELKE LEERLING ZELF EEN KEUZE LEERT MAKEN VOOR EEN BE PAALDE OPLEIDINGEN OM EEN INVENTARISE REND ONDERZOEK TE DOEN NAAR DE INHOUD EN VORMGEVING "/, "",
,ESACTIVITEIT
2ICHT DE LEERSITUATIE ZO IN DAT ELKE LEERLING ZELF EEN KEUZE LEERT MAKEN VOOR EEN BEPAALDE SECTOREN OM ZICH EEN BEELD TE VORMEN VAN HET 2/# OF HET !/# EN VAN DE PROFESSIONELE VORMGEVING VAN DE LEEROMGEVING
,ESACTIVITEIT
7IT
-AAK GEBRUIK VAN DIVERSE DIGITALE TESTEN LEERSTIJLEN KEUZESTIJLEN CAPACITEITEN INTERESSES INTERESSETEST VMBO MBO /NDERZOEK WAT HET VERSCHIL TUSSEN "", EN "/, 6ERZAMEL VOORLICHTINGSMATERIAAL VAN OPLEIDINGEN 6ERGELIJK DIGITAAL OP EEN AANTAL ASPECTEN DRIE OPLEIDINGEN MET ELKAAR BIJVOORBEELD COMPETENTIES NIVEAU TOELATINGSEISEN LENGTE TOEKOMSTMOGELIJKHEDEN "ESCHRIJF HET 2/# !/# OP EEN AANTAL PUNTEN LIGGING SFEER DEELNEMERS AANBOD KANTINE ETC 3CHRIJF EEN SOLLICITATIEBRIEF WAARIN JE JE VERVOLG KEUZE MOTIVEERT .EEM DEEL AAN SECTOR DOEDAGEN VAN HET MBO
,AAT DE LEERLING EEN KEUZE MAKEN UIT OP DRACHTEN WAARBIJ HIJ EEN INVENTARISEREND ONDERZOEK DOET NAAR DE INHOUD EN VORM GEVING "/, "", VAN DE OPLEIDINGEN VAN HET 2/# ENOF !/#
,ESACTIVITEIT
)DEEpN VOOR OPDRACHTEN
'EEF EEN OPDRACHT WAARBIJ DE LEERLING VOOR ZIJN SECTOR EEN INVENTARISEREND ONDERZOEK DOET NAAR DE INHOUD EN VORMGEVING "/, "", VAN DE OPLEI DINGEN VAN HET 2/# ENOF !/#
,ESACTIVITEIT
)DEEpN VOOR OPDRACHTEN "EZOEK OPEN DAGEN VAN 2/# ENOF !/# "EZOEK VOORLICHTINGSMARKTEN
'EEF EEN OPDRACHT WAARBIJ DE LEER LING ZICH VOOR ZIJN GEKOZEN SECTOR EEN BEELD VORMT VAN HET 2/# OF HET !/# EN VAN DE PROFESSIONELE VORMGEVING VAN DE LEEROMGEVING
,ESACTIVITEIT
"LAUW
$E INHOUD VAN DE BEGELEIDING IS ONTLEED AAN +RACHTIGE LOOPBAANGERICHTE LEEROMGEVINGEN IN HET V MBO HOE WERKT HET - +UIJPERS & -EIJERS EN * "AKKER
0RATEN OVER ERVARINGEN 0RATEN OVER INTERESSES EN AMBITIES 0RATEN OVER MOTIEVEN 0RATEN OVER DE BETEKENIS VAN EEN DIPLOMA (ELPEN ERVARINGEN TE VERBINDEN MET CAPA CITEITEN EN WENSEN
)NHOUD VAN DE BEGELEIDING
$OEL $E LEERLING VORMT ZICH MET GEBRUIK MAKING VAN INTERNET OF DOOR BE ZOEKEN AAN 2/# ENOF !/# EEN BEELD VAN DE INHOUD VAN DE OPLEIDINGEN :IJ SPIEGELEN HUN BEVINDINGEN AAN DE EIGEN CAPACITEITEN EN AMBITIES EN KUNNEN OP BASIS DAARVAN AANGEVEN WAT ZIJ VERDER WILLEN VERKENNEN
0RATEN OVER ERVARINGEN 0RATEN OVER DE ZIN VAN HET VOLGEN VAN EEN OPLEIDING .AGAAN OF EEN REALISTISCH OPLEIDINGSBEELD BESTAAT 0RATEN OVER INTERESSES EN AMBITIES (ELPEN ERVARINGEN TE VERBINDEN MET EIGEN CAPACITEITEN EN WENSEN 6RAGEN NAAR LEERWENSEN
)NHOUD VAN DE BEGELEIDING
$OEL $E LEERLINGEN VORMT ZICH DOOR HET BEZOEKEN VAN OPEN DAGEN EN VOORLICH TINGSMARKTEN EEN BEELD VAN HET 2/# ENOF HET !/#
)NTRODUCTIE
,/" SCENARIO´S
/NTWIKKELING VAN OPLEIDINGSBEELDEN
6ERDIEPING
6ERKENNING
)NHOUD VAN DE BEGELEIDING
0RATEN OVER PRAKTIJK ERVARINGEN 0RATEN OVER INTERESSES EN AMBITIES 0RATEN OVER DILEMMA´S (ERKENNEN EN BENOEMEN VAN EIGEN CAPACITEITEN .AGAAN OF EEN REALISTISCH ZELFBEELD BESTAAT (ELPEN DE STAPELING VAN ERVARINGEN TE VERBINDEN MET EEN KEUZE VOOR EEN OPLEIDING
$OEL $E LEERLING GAAT IN DE PRAKTIJK ERVAREN WAT DE OP LEIDING VAN HEM VRAAGT (IJ VOERT ALS AANKOMEND MBO DEELNEMER EEN PRAKTIJK OPDRACHTEN UIT .A DEZE ERVARING MAAKT DE LEERLING ZIJN OPLEIDINGSKEUZE
)NHOUD VAN DE BEGELEIDING
0RATEN OVER ERVARINGEN (ERKENNEN EN BENOEMEN VAN EIGEN CAPACITEITEN .AGAAN OF EEN REALISTISCH OPLEIDINGSBEELD BESTAAT 0RATEN OVER INTERESSES EN AMBITIES (ELPEN ERVARINGEN TE VERBINDEN MET EIGEN CAPACITEITEN EN WENSEN 6RAGEN NAAR LEERWENSEN
$OEL $E LEERLING VORMT ZICH DOOR IN DIVERSE OPLEIDINGEN EEN KIJKJE TE NEMEN EEN ZO REALISTISCH MOGELIJK BEELD VAN DE OPLEIDING .A DEZE ERVARING MAAKT DE LEERLING DE BALANS OP WAT WIL IK OP BASIS VAN MIJN ERVARINGEN TOT NU TOE IN HET VERVOLG VAN HET ,/" TRAJECT VERDER UITDIEPEN
,/" SCENARIO´S
,AAT DE LEERLING KIEZEN MET WELKE MBO DEELNEMERS HIJ GESPREKKEN GAAT VOEREN OM ZICH ZODOENDE EEN REALIS TISCH BEELD TE VORMEN VAN UITEENLOPENDE OPLEIDINGEN
,ESACTIVITEIT
2OOD
'EEF EEN OPDRACHT WAARBIJ DE LEERLING MET MBO DEELNE MERS GESPREKKEN GAAT VOEREN OM ZICH ZODOENDE EEN REALISTISCH BEELD TE VORMEN VAN VERSCHIL LENDE OPLEIDINGEN EN DE MAATSCHAPPELIJKE BETEKENIS DAARVAN
,ESACTIVITEIT
'ROEN
2ICHT DE LEERSITUATIE ZO IN DAT ELKE LEERLING ZELF EEN KEUZE LEERT MAKEN VOOR EEN BE PAALDE OPLEIDINGEN OM GESPREKKEN TE VOEREN MET MBO DEELNEMERS ZODAT HIJ ZICH EEN REALISTISCH BEELD KAN VORMEN VAN DE OPLEIDINGSMO GELIJKHEDEN
,ESACTIVITEIT
7IT
,AAT DE LEERLING KIEZEN MET WELKE MBO DEELNEMER HIJ AAN EEN VERDIEPENDE OPDRACHT WIL WERKEN
,ESACTIVITEIT
'EEF EEN OPDRACHT WAARBIJ DE VMBO LEERLING SAMEN MET EEN MBO DEELNEMER GEDURENDE EEN BE PAALDE PERIODE WERKT AAN EEN VERDIEPENDE OPDRACHT
,ESACTIVITEIT
2ICHT DE LEERSITUATIE ZO IN DAT ELKE LEERLING ZELF EEN KEUZE LEERT MAKEN VOOR EEN PRESTATIE WAARBIJ HIJ EEN VERDIEPENDE ACTIVITEIT IN HET MBO UITVOERT
,ESACTIVITEIT
)DEEpN VOOR OPDRACHTEN "ETREK MBO DEELNEMERS ALS BUDDY BIJ DE OPZET UITVOERING EN PRESENTATIE VAN HET SECTORWERKSTUK OP HET VMBO 0ARTICIPEER IN MBO PROJECTEN WAARIN VMBO LEERLINGEN MET MBO DEELNEMERS SAMENWERKEN IN BIJ VOORKEUR LEVENSECHTE PROJECTEN 6OLG EEN AANTAL MIDDAGEN ONDERWIJS OP HET MBO ONDERWERPEN EN LESSEN DIENEN OP ELKAAR AFGESTEMD TE WORDEN ,AAT DE VMBO LEERLING EEN DAG MET EEN MBO DEELNEMER MEELOPEN WANNEER DEZE STAGE LOOPT
'EEF EEN OPDRACHT WAARBIJ DE VMBO LEERLING EEN MODULE OF OPDRACHT UITVOERT VOOR DE OPLEIDING VAN ZIJN KEUZE
,ESACTIVITEIT
)DEEpN VOOR OPDRACHTEN )NTERVIEW MBO DEELNEMERS IN VERSCHILLENDE OPLEIDINGEN 7AT WAS DE MOEILIJKSTE MEEST INTERESSANTE MEEST UITDAGENDE OPDRACHT 7AT HEB JE DAARVOOR NODIG GEHAD -AAK EEN FOTO GELUID ½LM REPORTAGE OVER DE OPLEIDINGSWEEK VAN EEN MBO DEELNEMER 'A MET DE MBO DEELNEMER EEN DAG MEE OP STAGE EN SCHRIJF EEN VERSLAG ,OOP EEN DAGJE MEE MET EEN MBO DEELNEMER EN MAAK EEN VERSLAG 3CHRIJF EEN SOLLICITATIEBRIEF WAARIN JE JE VERVOLG KEUZE MOTIVEERT -AAK EEN OVERZICHT VAN COMPETENTIES DIE HOREN BIJ DE OPLEIDING WAAR JE INTERESSE NAAR UITGAAT "EKIJK DIVERSE BEROEPEN½LMS 7AT WAS DE MEEST INTERESSANTE BEROEPEN½LM /RGANISEER EEN INFORMATIEMARKT OVER OPLEIDINGEN EN BEROEPEN VOOR EN DOOR VMBO LEERLINGEN EN MBO DEELNEMERS 0EER VOORLICHTING VOORLICHTINGSACTIVITEITEN DOOR MBO DEELNEMERS AAN VMBO LEERLINGEN 7AAR MOET DE KIEZENDE VMBO LEERLING OP LETTEN
'EEF EEN OPDRACHT WAARBIJ DE LEERLING IN DE DOOR HEM GEKOZEN SECTOR MET MBO DEEL NEMERS GESPREKKEN GAAT VOEREN OM ZICH EEN REALISTISCH BEELD TE VORMEN VAN DE OPLEIDINGEN BINNEN DE SECTOR
,ESACTIVITEIT
"LAUW
Bijlage 7 Leerroutes met lessuggesties en ideeën voor opdrachten
$OEL /RIpNTATIE IN DE WE
/RIpNTATIE
0RATEN OVER ERVARINGEN 0RATEN OVER DE ZIN VAN HET WERK VOOR DE MAATSCHAPPIJ 0RATEN OVER DE BETEKENIS VAN WERK 0RATEN OVER INTERESSES EN AMBITIES (ELPEN DE ORIpNTERENDE ERVARINGEN TE VERBINDEN MET CAPACITEITEN EN WENSEN
)NHOUD VAN DE BEGELEIDING
$E INHOUD VAN DE BEGELEIDING IS ONTLEED AAN +RACHTIGE LOOPBAANGERICHTE LEEROMGEVINGEN IN HET V MBO HOE WERKT HET - +UIJPERS & -EIJERS EN * "AKKER
RELD VAN ARBEID EN BEROEP ,EERLINGEN VORMEN ZICH DOOR BEZOEKEN AAN BEDRIJ VEN EN MAATSCHAPPELIJKE INSTELLINGEN EEN BEELD VAN DE WERKZAAMHEDEN FUNCTIES ENOF ROLLEN VAN MENSEN :IJ SPIEGELEN HUN BEVIN DINGEN AAN DE EIGEN INTERESSES EN KUNNEN OP BASIS DAARVAN AANGEVEN WAT ZIJ VERDER WILLEN VERKENNEN
)NHOUD VAN DE BEGELEIDING
"EELD VORMEN VAN LEER LINGEN OP BASIS VAN LEVENS VERHAAL VAN LEERLINGEN GESPREK MET OUDERS EN COLLEGA´S !ANDACHT HEBBEN VOOR PRIVm SITUATIES 0RATEN OVER INTERESSES EN AMBITIES .AGAAN OF DE LEERLING EEN REALISTISCH ZELFBEELD HEEFT
$OEL :ELFBEELD VERKENNEN $E LEERLING VORMT ZICH IN INDIRECT CONTACT MET DE WERELD VAN ARBEID EN BE ROEP EEN EERSTE BEELD VAN DE EIGEN INTERESSES EN MOGELIJKHEDEN
,/" SCENARIO´S
)NTRODUCTIE
,AAT DE LEERLING EEN KEUZE MAKEN UIT OPDRACHTEN WAARBIJ DE LEERLING EEN CRE ATIEF PRODUCT MAAKT OVER VERSCHILLENDE BEROEPSRICHTINGEN BIJVOORBEELD VIA INTERNET OF MET DE CAMERA NAAR BUITEN EN DIT IN VERBAND BRENGT MET ZIJN EIGEN ERVARINGEN INTERESSES EN AMBITIES
,ESACTIVITEIT
2OOD
'EEF EEN OPDRACHT WAARBIJ DE LEERLING EEN CREATIEF PRODUCT MAAKT OVER DE KEUZES DIE VOLWASSE NEN IN ZIJN OMGEVING BIJ DE INVULLING VAN HUN LEVEN HEBBEN GEMAAKT $E UITKOM STEN LEGT HIJ NAAST ZIJN EIGEN ERVARINGEN INTERESSES
,ESACTIVITEIT
'ROEN
2ICHT DE LEERSITU ATIE ZO IN DAT ELKE LEERLING AFHANKELIJK VAN ZIJN ERVARINGEN EN ZELFBEELD ZELF EEN KEUZE LEERT TE MAKEN VOOR EEN BEPAALDE CREATIEVE OPDRACHT :ORG VOOR VOLDOENDE VERSCHILLENDE PRES TATIES (ET KEUZEPROCES IS EVEN BELANGRIJK ALS HET PRODUCT
,ESACTIVITEIT
7IT
,AAT DE LEERLING EEN KEUZE MAKEN UIT OP DRACHTEN WAARBIJ HIJ EEN INVENTARISEREND ONDERZOEK DOET NAAR DE WERKZAAMHEDEN EN DE FUNCTIES VAN VERSCHILLENDE BE ROEPSBEOEFENAREN
,ESACTIVITEIT 'EEF EEN OPDRACHT WAARBIJ DE LEERLING EEN INVENTARISEREND ONDERZOEK DOET NAAR DE WERKZAAMHEDEN FUNCTIES EN ROLLEN DIE MENSEN IN VERSCHIL LENDE MAATSCHAPPELIJKE SITUATIES INSTELLINGEN EN BEDRIJVEN VERVUL LEN
,ESACTIVITEIT 2ICHT DE LEERSITUATIE ZO IN DAT ELKE LEER LING ZELF EEN KEUZE LEERT TE MAKEN VOOR EEN INVENTARISEREND ONDERZOEK NAAR mmN OF MEERDERE BEROEPS SITUATIES WAARVOOR HIJ EEN BIJZONDERE INTERESSE HEEFT
,ESACTIVITEIT
)DEEpN VOOR OPDRACHTEN 'A MET EEN FOTOTOESTEL OP PAD EN MAAK FOTO´S VAN OFWEL BEDRIJVEN OFWEL BEROEPEN OFWEL MENSEN 7AT IS HET NUT VAN DE BEDRIJVEN 7AT IS HET BELANG VAN DE BEROEPEN 7AT HOUDT MENSEN BEZIG 2ICHT MET FOTO´S EN EEN TENTOONSTELLING IN EN MAAK EEN ORDENING SECTOREN LEVENTHEMA´S ARBEIDSGEBIEDEN 6ERKEN VERSCHILLENDE BEROEPEN VIA FAMILIE EN VRIENDEN ±7AAR BEN JE NU ZO DRUK MEE² /NDERZOEK IN EEN VEELOMVATTENDE BEDRIJFSSITUATIE BIJVOORBEELD IN EEN RECREATIEPARK EEN ZORGINSTELLING EEN GROOT KANTOOR WAARIN VERSCHILLENDE SECTOREN VERTEGENWOORDIGD ZIJN VERSCHILLENDE BEROEPEN #ARROUSEL /BSERVEER FUNCTIES EN WERKZAAMHEDEN IN EEN BEPAALD BEDRIJF EN TREK CONCLUSIES 6ERGELIJK GELIJKWAARDIGE BEROEPEN IN VERSCHILLENDE WERKSETTINGS EN TREK CONCLUSIES 6ERDIEP JE IN DE WERELD VAN VRIJWILLIGERS 7AT DOEN DIE EN WAT IS HUN MOTIVATIE (OE ERVAREN MENSEN DIE ONBEZOLDIGD WERK DOEN DE OVERHEERSENDE OPVATTING IN DE SAMENLEVING OVER ONBETAALD WERK "EZOEK DE SITES VAN BRANCHEORGANISATIES -+" EN VERGELIJK
'EEF EEN OPDRACHT WAARBIJ DE LEERLING EEN INVENTARISEREND ONDERZOEK DOET NAAR WERKZAAMHEDEN EN FUNCTIES VAN BEROEPS BEOEFENAREN EN DAAR BIJ EEN VERGELIJKING MAAKT TUSSEN
OFWEL VERSCHILLENDE BEROEPEN IN EEN BEPAALDE SECTOR BIJ VOORBEELD DE SECTOR ECONOMIE INKOPER BOEKHOUDER
OFWEL DEZELFDE BEROEPEN IN UITEENLO PENDE WERKSITUATIES BIJVOORBEELD DE SECRETARESSE IN HET ZIEKENHUIS EN DE SECRETARESSE IN EEN GARAGEBEDRIJF
,ESACTIVITEIT
)DEEpN VOOR OPDRACHTEN -AAK GEBRUIK VAN DIVERSE DIGITALE TESTEN LEERSTIJLEN KEUZESTIJLEN CAPACITEITEN INTERESSES 'EEF EEN REDELIJK VOLLEDIG BEELD VAN JE ERVARINGEN TOT NU TOE IN EEN AFGESCHERMDE WEBLOG $ENK AAN HOBBY´S DIPLOMA´S TESTEN VRIJWILLIGERSWERK BAANTJES 6ERBEELD JE TOEKOMSTDROOM OP CREATIEVE WIJZE BIJVOORBEELD VERHAAL GEDICHT POSTER FOTOREPORTAGE VIDEO ½LM -AAK EEN RECLAMESPOTJE POSTER OVER JEZELF $E "6 ±)+² )NTERVIEW JE OUDERS OVER JOU 3CHRIJF JE #6 4EKEN JE LEVENSPAD MET BERGEN EN DALEN 7AT ZIJN JE HOOGTE EN DIEPTEPUNTEN VAN JE LEVEN EN WELKE EIGENSCHAPPEN HEB JE NODIG GEHAD OM UIT DIE DIEPTEPUNTEN TE KOMEN
'EEF EEN OPDRACHT WAARBIJ DE LEERLING EEN CREATIEF PRODUCT MAAKT OVER ZICHZELF EN ZICH DAARBIJ PLAATST TE MIDDEN VAN VERSCHILLENDE BE ROEPSRICHTINGEN VAN DE GEKOZEN SECTOR BIJVOORBEELD BINNEN TECHNIEK NIVEAU MONTEUR BIJVOOR BEELD BINNEN :ORG EN WELZIJN NIVEAU APOTHEKERSASSISTENT ,AAT DE LEERLING EEN RELATIE LEGGEN MET ZIJN EIGEN ERVARIN GEN INTERESSES EN AMBITIES
,ESACTIVITEIT
"LAUW
/NTWIKKELING VAN BEROEPSBEELDEN
)NHOUD VAN DE BEGELEIDING
6ERDIEPING
,AAT DE LEERLING EEN KEUZE MAKEN UIT OPDRACHTEN WAARBIJ HIJ MET BEPAALDE BEROEPSBEOEFENAREN GESPREKKEN GAAT VOE REN EN ZICH ZODOENDE EEN REALISTISCH BEELD KAN VORMEN VAN DE WERKZAAMHEDEN
,ESACTIVITEIT
2OOD
'EEF EEN OPDRACHT WAARBIJ DE LEER LING MET BEPAALDE MENSEN IN BEPAALDE BEROEPS EN LEVENS SITUATIES GESPREK KEN GAAT VOEREN EN ZICH ZODOENDE EEN REALISTISCH BEELD KAN VORMEN VAN HUN WERKZAAMHEDEN TAKEN EN ROLLEN
,ESACTIVITEIT
'ROEN
2ICHT DE LEERSITUATIE ZO IN DAT ELKE LEERLING ZELF EEN KEUZE LEERT TE MAKEN VOOR EEN PRES TATIE WAARBIJ HIJ EEN GESPREK GAAT VOEREN MET EEN BEROEPSBE OEFENAAR WAARIN HIJ GEtNTERESSEERD IS
,ESACTIVITEIT
7IT
)DEEpN VOOR OPDRACHTEN )NTERVIEW BEROEPSBEOEFENAREN IN VERSCHILLENDE WERKSETTINGS EN TREK CONCLUSIES +IJK NAAR DE LEUKE EN MINDER LEUKE ASPECTEN VAN HET BEROEP 7AT MOET JE KENNEN EN KUNNEN 7AT ZIJN CARRInREMOGELIJKHEDEN WERKTIJDEN EN SALARIS -AAK EEN PROMOTIEPOSTER VOOR EEN BEDRIJF OF INSTELLING -AAK EEN POSTER OVER JE LEVENSTHEMA 7AAR MAAK JE JE NOU ALTIJKD DRUK OM 7AT RAAKT JE ATLIJD WEER 6ERZAMEL PERSONEELSADVERTENTIES WAAR JE INTERESSE NAAR UITGAAT 3TEL EEN VACATURE OP VOOR EEN BEROEP WAAR JE INTERESSE NAAR UITGAAT 3CHRIJF EEN SOLLICITATIEBRIEF WAARIN JE JE VERVOLG KEUZE MOTIVEERT "EKIJK DIVERSE BEROEPEN½LMS .ODIG EEN GASTSPREKER UIT -AAK EEN SPEL KWARTET MEMORY BINGO MET DE KENNIS DIE JE HEBT OVER VERSCHILLENDE BEROEPEN
'EEF EEN OPDRACHT WAARBIJ DE LEERLING ZICH EEN REALISTISCH BEELD KAN VORMEN VAN DE POSITIEVE EN NEGATIEVE KANTEN VAN DE DOOR HEM GEKOZEN BEROEPEN BINNEN DE SECTOR
,ESACTIVITEIT
"LAUW
,ESACTIVITEIT ,ESACTIVITEIT ,ESACTIVITEIT $OEL $E LEERLING GAAT DIVERSE ,ESACTIVITEIT ,AAT DE LEERLING EEN 'EEF EEN OPDRACHT 2ICHT DE LEERSITUATIE ASPECTEN VAN EEN BEROEP AAN 'EEF EEN OPDRACHT KEUZE MAKEN UIT OP WAARBIJ DE LEERLING ZO IN DAT ELKE LEERLING DEN LIJVE ERVAREN (IJ VOERT ALS WAARBIJ DE LEERLING DRACHTEN WAARBIJ HIJ EEN BEROEPS SPECI ZELF EEN KEUZE LEERT ³BEROEPSBEOEFENAAR´ IN EEN EEN BEROEPSSPECI½E EEN BEROEPSSPECI½E ½EKE TAAK UITVOERT TE MAKEN VOOR EEN KE ACTIVITEIT UITVOERT BEDRIJF OF INSTELLING OF VOOR KE ACTIVITEIT UITVOERT BIJ VOORKEUR IN EEN PRESTATIE WAARBIJ EEN BEPAALDE BRANCHE WAAR IN DE GEKOZEN SECTOR BIJ VOORKEUR IN EEN MAATSCHAPPELIJKE HIJ IN EEN BEDRIJF BIJ VOORKEUR IN EEN IN HIJ IS GEtNTERESSEERD BEDRIJF OF INSTELLING SITUATIE OF INSTELLING OF INSTELLING VAN BEDRIJF OF INSTELLING BEROEPSSPECI½EKE ACTIVITEI OF IN EEN BEDRIJF ZIJN VOORKEUR EEN TEN UIT BEROEPSSPECI½EKE .A DEZE ERVARING MAAKT DE ACTIVITEIT UITVOERT LEERLING OPNIEUW DE BALANS OP WAT BETEKENT DEZE ERVARING VOOR HET VERVOLG )DEEpN VOOR OPDRACHTEN VAN HET ,/" TRAJECT "IED DIVERSE VORMEN VAN SNUFFEL STAGES AAN IN DE MAATSCHAPPIJ EN OF HET BEDRIJFSLEVEN "IED KEUZEOPDRACHTEN AAN WAARIN LEERLINGEN MAATSCHAPPIJSPECI½EKE ACTIVITEITEN KUNNEN )NHOUD VAN OEFENEN ZOALS BEGELEIDEN VERZORGEN ORGANISEREN ONDERHOUDEN ETC DE BEGELEIDING " IED KEUZEOPDRACHTEN BEDRIJFSSIMULATIES AAN WAARIN LEERLINGEN BEROEPSSPECI½EKE 0RATEN OVER PRAKTIJKERVA ACTI VITEITEN KUNNEN OEFENEN ZOALS ONTWERPEN VERZORGEN ORGANISEREN ADMINISTREREN RINGEN VERSLAGLEGGING ETC 0RATEN OVER DILEMMA´S IN "IJVOORBEELD +RUIP IN DE HUID VAN DE VERKOOPMEDEWERKER VAN HET REISBUREAU WERK +RUIP IN DE HUID VAN DE ELEKTRICIEN .AGAAN OF EEN REALISTISCH +RUIP IN DE HUID VAN DE ONDERWIJSASSISTENT BEROEPSBEELD BESTAAT (ERKENNEN EN BENOEMEN VAN EIGEN CAPACITEITEN .AGAAN OF EEN REALISTISCH ZELFBEELD BESTAAT 0RATEN OVER INTERESSES EN AMBITIES (ELPEN DE ³ECHTE´ ERVARING EN TE VERBINDEN MET EIGEN CAPACITEITEN EN WENSEN
0RATEN OVER PRAKTIJKERVA RINGEN (ERKENNEN EN BENOEMEN VAN EIGEN CAPACITEITEN 0RATEN OVER DILEMMA´S IN WERK .AGAAN OF EEN REALISTISCH BEROEPSBEELD BESTAAT 0RATEN OVER INTERESSES EN AMBITIES (ELPEN ERVARINGEN TE VER BINDEN MET EIGEN CAPACI TEITEN EN WENSEN 6RAGEN NAAR LEERWENSEN
$OEL $E LEERLING VORMT ZICH DOOR IN BEPAALDE SITUATIES OP ZOEK TE GAAN NAAR DE POSI TIEVE EN NEGATIEVE KANTEN VAN EEN BEROEP OF TAAK EEN ZO REALISTISCH MOGELIJK BEELD VAN BEPAALDE BEROEPS ENOF LEVENSSITUATIES .A DEZE ERVARING MAAKT DE LEERLING DE BALANS OP WAT WIL IK OP BASIS VAN MIJN ERVARING EN TOT NU TOE IN HET VERVOLG VAN HET ,/" TRAJECT VERDER UITDIEPEN
6ERKENNING
,/" SCENARIO´S
/NDERZOEKEN EN ERVAREN VAN DIVERSE ASPEC TEN VAN EEN BEROEP (IER VOEREN LEERLINGEN BEROEPSSPECI½EKE ACTIVITEITEN UIT HETZIJ ECHT HETZIJ GESIMULEERD ALS ³BEROEPSBEOEFENAAR´ VOOR EEN BEDRIJF WAARIN ZIJ GEtNTERESSEERD ZIJN .A DEZE ERVARING MAKEN LEERLINGEN DE BALANS OP 7AT BETEKENT DEZE ERVARING VOOR HET VER VOLG VAN HET ,/" TRAJECT
6ERDIEPING
$E INHOUD VAN DE BEGELEIDING IS ONTLEEND AAN +UIJPERS - -EIJERS & EN "AKKER * +RACH TIGE LOOPBAANGERICHTE LEEROMGEVINGEN IN HET V MBO HOE WERKT HET $RIEBERGEN (0"/ 3UGGESTIES VOOR RE¾ECTERENDE WERKVORMEN ZIJN TE VINDEN IN KATERN VAN DE MAP 6ERBINDEND LEREN 0RAKTIJKNABIJE "EROEPSORIpNTATIE IN DE GEMENGDE EN THEORETISCHE LEERWEG 3,/ %NSCHEDE $E TITEL VAN KATERN IS "EWUST LEREN DOOR RE¾ECTEREN
6ERKENNING VAN ENKELE BEROEPEN EN WERK ZAAMHEDEN $IT ONDERDEEL IS EROP GERICHT LEERLINGEN EEN REALISTISCHE INDRUK TE GEVEN VAN BEROEPSSITUATIES EN HEN DE POSITIEVE EN NEGATIEVE KANTEN VAN EEN BEROEP TE LATEN ONTDEKKEN .A DEZE ERVARING MAKEN LEERLIN GEN DE BALANS OP WAT WIL IK OP BASIS VAN MIJN ERVARINGEN IN HET VERVOLG VAN HET ,/" TRAJECT
6ERKENNING
+EUZEOPDRACHTEN WAARIN LEERLINGEN BEROEPSSPECI ½EKE ACTIVITEITEN KUNNEN OEFENEN ZOALS ONTWERPEN VERZORGEN ORGANISEREN ADMINISTREREN OBSERVE REN ETC
"EKIJK HET FUNCTIEBOUWWERK EN SELECTEER EEN AANTAL FUNCTIES WAAR JE GRAAG MEER VAN WILT WE TEN
"EZOEK BEROEPSBEOEFENAREN EN NEEM INTERVIEWS AF OBSERVEER VERGELIJK EN TREK CONCLUSIES
,OOP EEN DAG OF MEERDERE MEE IN EEN BEDRIJF :ORG DAT JE VERSCHILLENDE FUNCTIES KUNT ±BELEVEN² "IJVOORBEELD LOOP MEE MET DE SECRETARESSE MAAR OOK MET DE ½NANCIEEL MEDEWERKER
%EN ALTERNATIEF 6ERKEN VERSCHILLENDE BEROEPEN VIA FAMILIE EN VRIENDEN
PRATEN OVER PRAKTIJKERVARINGEN PRATEN OVER DILEMMA´S IN WERK NAGAAN OF EEN REALISTISCH BEROEPSBEELD BESTAAT HERKENNEN EN BENOEMEN VAN EIGEN CAPACITEI TEN NAGAAN OF EEN REALISTISCH ZELFBEELD BESTAAT PRATEN OVER INTERESSES EN AMBITIES ONDERSTEUNEN BIJ RE¾ECTIE OP CAPACITEITEN HELPEN DE ³ECHTE´ ERVARINGEN TE VERBINDEN MET EIGEN CAPACITEITEN EN WENSEN VRAGEN NAAR LEERWENSEN
PRATEN OVER PRAKTIJKERVARINGEN HERKENNEN EN BENOEMEN VAN EIGEN CAPACITEI TEN PRATEN OVER DILEMMA´S IN WERK NAGAAN OF EEN REALISTISCH BEROEPSBEELD BESTAAT PRATEN OVER INTERESSES EN AMBITIES ONDERSTEUNEN BIJ RE¾ECTIE OP CAPACITEITEN NAGAAN OF EEN REALISTISCH ZELFBEELD BESTAAT HELPEN ERVARINGEN TE VERBINDEN MET EIGEN CAPA CITEITEN EN WENSEN VRAGEN NAAR LEERWENSEN
PRATEN OVER ERVARINGEN PRATEN OVER DE ZIN VAN HET WERK VOOR DE MAAT SCHAPPIJ PRATEN OVER DE BETEKENIS VAN WERK PRATEN OVER INTERESSES EN AMBITIES ONDERSTEUNEN BIJ RE¾ECTIE OP CAPACITEITEN HELPEN ERVARINGEN TE VERBINDEN MET CAPACITEITEN EN WENSEN VRAGEN NAAR LEERWENSEN
/RIpNTATIE OP DE WERELD VAN ARBEID EN BEROEP ,EERLINGEN VERBREDEN HUN HORIZON EN MAKEN KENNIS MET BEDRIJVEN EN INSTELLINGEN IN DE BUURT VAN DE SCHOOL :IJ SPIEGELEN HUN ERVA RINGEN MET DE EIGEN INTERESSES EN KUNNEN OP BASIS VAN HUN INTERESSES AANGEVEN WAT ZIJ VERDER WILLEN VERKENNEN
/RIpNTATIE
/NDERZOEK IN EEN VEELOMVATTENDE BEDRIJFSSITUATIE VERSCHILLENDE BEROEPEN BIJVOORBEELD IN EEN RECRE ATIEPARK EEN ZORGINSTELLING EEN GROOT KANTOOR (ET VOORDEEL VAN DEZE LESSUGGESTIE IS DAT IN GROTE ORGANISATIES VERSCHILLENDE SECTOREN EN WERKVELDEN VERENIGD ZIJN WAARDOOR LEERLINGEN IN KORTE TIJD KEN NIS KUNNEN MAKEN MET VEEL BEROEPEN EN DAAROP KUNNEN RE¾ECTEREN
BEELD VORMEN VAN LEERLINGEN OP BASIS VAN LEVENS VERHAAL VAN LEERLINGEN GESPREK MET OUDERS EN COLLEGA´S AANDACHT HEBBEN VOOR PRIVm SITUATIES AANDACHT HEBBEN VOOR VERSCHILLEN IN LEERSTIJLEN NAGAAN OF DE LEERLING EEN REALISTISCH ZELFBEELD HEEFT ONDERSTEUNEN BIJ RE¾ECTIE OP CAPACITEITEN BEELD VORMEN VAN LEERLINGEN OP BASIS VAN INTE RESSE EN CAPACITEITENTESTEN PRATEN OVER INTERESSES EN AMBITIES
)NHOUD VAN DE BEGELEIDING
:ELFBEELD VERKENNEN %ERSTE BEELD VAN DE EIGEN -AAK EEN RECLAMESPOTJE OVER JEZELF EEN WEBSITE MOGELIJKHEDEN EN INTERESSES VERKENNEN EN EEN POSTER OF EEN DOCUMENTAIRE WAARIN JE JE RE¾ECTIE VAN DE EIGEN ERVARINGEN IN RELATIE TOT OUDERS INTERVIEWT
3CHRIJF JOUW LEVENSVERHAAL WAARUIT DUIDELIJK DE WERELD VAN ARBEID EN BEROEP WORDT¨ ZIE DOEL
"EELD SAMEN MET ANDEREN UIT WAT JE IN JEZELF WAARDEERT EN WELKE ARBEIDS DROMEN JIJ HEBT
,ESSUGGESTIES
)NTRODUCTIE
$OEL
+ADERS VOOR DE BEGELEIDINGSSTRUCTUUR
$E ,/" LEERROUTE 4IJDSINDICATIE VOOR DE BEGELEIDING
AAN HET VERVOLG VAN HET TRAJECT $IT LAATSTE VINDT IN KLEINER GROEPSVERBAND PLAATS BUITEN DE REGU LIERE LESACTIVITEITEN OM EN HEEFT HET KARAKTER VAN EEN VOORTGANGSGESPREK !FSTEMMING OVER DE KEUZE VAN DE LEERLING TUSSEN COACH LEERLING EN OUDERS WAARIN EEN DUIDELIJKE ROL VOOR DE LEERLING IS WEGGELEGD /VERDRACHT VAN DE LEERLING BIJ WISSELING VAN COACH
$E BEGELEIDING GAAT SAMEN OP MET DE ONDERWIJSAC TIVITEIT
$EZE SPELEN ZICH INDIEN DAT MOGELIJK IS TIJDENS $E BEGELEIDING GAAT SAMEN OP MET DE ONDERWIJS DE UITVOERING VAN DE ACTIVITEIT AF DOOR MET LEERLIN ACTIVITEIT GEN TE PRATEN OVER HUN ERVARINGEN (ALF UUR PER GROEP VAN MAX LEERLINGEN INDIVI DUELE TIJD INDIEN NODIG $AARNA RICHT DE BEGELEIDING ZICH OP WAT DEZE ER VARING VOOR DE TOEKOMST VAN DE LEERLING BETEKENT 6IJFTIEN MINUTEN PER LEERLING /VERDRACHT AFHANKELIJK VAN DE SITUATIE EN OP WELKE WIJZE HIJ INVULLING WIL EN KAN GEVEN
$AARNA RICHT DE BEGELEIDING ZICH OP WAT DEZE ER VARING VOOR DE LEERLING BETEKENT EN OP WELKE WIJZE HIJ INVULLING WIL EN KAN GEVEN AAN HET VERVOLG TRAJECT $IT LAATSTE VINDT IN KLEINER GROEPSVERBAND PLAATS BUITEN DE REGULIERE LESACTIVITEITEN OM
+LASSIKAAL EN IN GROEPJES DELEN VAN DE EERSTE VER KENNENDE ERVARINGEN "IJVOORBEELD 4OON EEN FOTO VAN DE PERSOON MET WIE JE GESPROKEN HEBT ±7AT IS JE BIJGEBLEVEN 7AT HEEFT JE VERRAST´´
+LASSIKAAL DELEN VAN DE EERSTE ORIpNTERENDE ERVARIN GEN WAARBIJ GEBRUIK GEMAAKT WORDT VAN DE KRACHT VAN DE GROEP %R WORDEN RE¾ECTIEVE WERKVORMEN GEBRUIKT DIE GEVARIEERD EN AFWISSELEND ZIJN
!AN DE HAND VAN DE INTRODUCTIEOPDRACHT VINDT EEN 6IJFTIEN MINUTEN PER LEERLING KENNISMAKINGSGESPREK PLAATS TUSSEN COACH LEERLING EN OUDERS WAARIN EEN DUIDELIJKE ROL VOOR DE LEERLING IS WEGGELEGD BIJVOORBEELD IN DE VOORBEREIDING ENOF LEIDING VAN HET GESPREK
"EGELEIDINGSACTIVITEITEN
Bijlage 8 Kaders voor de begeleidingsactiviteiten
LINGSLIJNEN VASTGELEGD WORDEN $E VORDERINGEN KUNNEN OOK GEBRUIKT WORDEN ALS INPUT VOOR HET RE¾ECTIE GESPREK
"EGINSTADIA
7AAR ZIT JE OP DE ONTWIKKELING
%INDSTADIA
#APACITEITENRE¾ECTIE )K BEGIN IN TE ZIEN HOE BELANGRIJK HET IS TE WETEN WAT MIJN STERKE EN ZWAKKE KANTEN ZIJN
#APACITEITENRE¾ECTIE )K KEN MIJN STERKE EN ZWAKKE KANTEN EN KAN DIE GEBRUIKEN OM KEUZES TE MAKEN
-OTIEVENRE¾ECTIE )K BEGIN TE ONTDEKKEN WAAR IK MOEITE VOOR WIL DOEN
-OTIEVENRE¾ECTIE )K WEET WAAR IK VOOR WIL GAAN EN WAAR IK MOEITE VOOR WIL DOEN
7ERKEXPLORATIE )K BEGIN TE ONTDEKKEN WAT DE ARBEIDSMARKT MIJ TE BIEDEN HEEFT
7ERKEXPLORATIE )K HEB ERVAREN WELK WERK BIJ MIJ PAST EN WEET WAT HET INHOUDT
,OOPBAANSTURING )K BEGIN TE ONTDEKKEN DAT IK BEPAALDE DINGEN MOET LEREN OM KEUZES TE MAKEN
,OOPBAANSTURING )K WEET WAT IK NODIG HEB MOET KENNEN EN MOET KUNNEN OM MIJN LOOPBAAN RICHTING TE GEVEN
.ETWERKEN )K BEGIN HET BELANG VAN EEN NETWERK IN TE ZIEN
.ETWERKEN )K HEB EEN REDELIJK NET WERK EN ONDERHOUD DAT
5ITERAARD ZIJN ANDERE MODELLEN OOK BRUIKBAAR )N DEZE PUBLICATIE IS GEKOZEN VOOR DIT ±OPEN² LIJNMODEL OM DE LEERLING DE KANS TE GEVEN NA TE DENKEN WAAR HIJZIJ DE MARKERING VAN DE VORDERINGEN OP DE LIJN PRECIES WIL ZETTEN (ET OPEN MODEL DAAGT DE LEERLING UIT DE COMPETENTIES TE VOORZIEN VAN DE EIGEN INTERPRETATIE )ETS WAT EEN ZEER BELANGRIJK GEGEVEN IS TIJDENS DE RE¾ECTIE GESPREKKEN
2E¾ECTEREN OP MAAT %EN GESPREK TUSSEN EEN BEGELEIDER EN EEN LEERLING MOET DE LEERLING AANZETTEN TOT DENKEN -ET ANDERE WOORDEN GESPREKKEN MET LEERLINGEN MOETEN ER TOE LEIDEN DAT LEERLINGEN LEREN OM TE RE¾ECTEREN $IT GEBEURT DOOR DE NIEUW OPGEDANE ERVARINGEN TE VERBINDEN MET DE ERVARINGEN DIE LEERLINGEN REEDS HEBBEN )N EEN DERGELIJK GESPREK IS HET BELANGRIJK OM TE WETEN WELKE ERVARING EEN LEERLING OPGEDAAN HEEFT EN WAT Bijlage 9 Reflectiemodel LOB gebaseerd op Spiraalmodel van Korthagen DAARVAN HET RESULTAAT WAS MAAR ZEKER OOK WAT DE ACTIVITEIT VOOR HEM BETEKENT 4IP
/M U ALS BEGELEIDER TE ONDERSTEUNEN IN HET RE¾ECTIEPROCES MET DE LEERLING IS 'ESPREKKEN KUNNEN ALLEEN TOT ONDERSTAAND MODEL ONTWIKKELD (ET MODEL IS GEBASEERD OP HET RE¾ECTIEMODEL VAN +ORTHAGEN DIE ER VAN UITGAAT DAT RE¾ECTIEVE BEGELEIDING EEN BEPAALDE CYCLUS VERDIEPING LEIDEN ALS HET ALS GESPREKS BASIS HEEFT $E TE ONDERSCHEIDEN FASEN ZIJN DE VOLGENDE VERDER GAAT DAN EEN VRAAG ! 7AT WAS !AN DE ORDE $IT IS DE FASE WAARIN DE LEERLING ZIJN ERVARING INBRENGT ANTWOORDGESPREK 6AN U ALS " 7AT IS HET "ELANG DAARVAN )N DEZE FASE WORDT STILGESTAAN BIJ WAT DE ERVARING VOOR BEGELEIDER WORDT GEVRAAGD DE LEERLING BETEKENT $IT IS DE FASE WAARIN VERDIEPING WORDT AANGEBRACHT EN WAARIN OM ACTIEF TE LUISTEREN EN DE NIEUWE ERVARINGEN WORDEN VERBONDEN MET DE OUDE BESTAANDE ERVARINGEN # 7ELKE #ONCLUSIE TREK JE )N DEZE FASE MOETEN DE ERVARINGEN TOT NIEUWE INZICHTEN VOORAL DOOR TE VRAGEN OP DE LEIDEN $IT IS OOK HET MOMENT WAAROP GERE¾ECTEERD KAN WORDEN OP DE ONTWIKKELING ANTWOORDEN DIE GEGEVEN VAN COMPETENTIES DIE BELANGRIJK ZIJN VOOR HET KEUZEPROCES ZIE DE LOOPBAANCOMPE WORDEN 0AS DAN IS ER SPRAKE TENTIES ELDERS IN DIT VOUWBLAD VAN EEN ECHT GESPREK $E $ 7ELKE $OELEN STEL JE $E CONCLUSIES HEBBEN GEVOLGEN VOOR DE LEERDOELEN VAN DE VERMELDE FASEN ZIJN SLECHTS LEERLING $EZE WORDEN NU GEFORMULEERD EN VERBONDEN AAN TIJD PLAATS WERKVORM EN EEN HULPMIDDEL OM HET INHOUD VAN mmN OF MEERDERE ACTIVITEITEN GESPREK TE LATEN ±ROLLEN² EN 6 7ELKE 6ORDERINGEN MAAK JE 7ELKE AFSPRAKEN MAAK JE $IT IS EEN ADMINISTRA HET IS GEEN KEURSLIJF TIEVE ACTIVITEIT VAN DE LEERLING WAARIN HIJ VORDERINGEN VASTLEGT EN AFSPRAKEN MAAKT OVER NIEUW TE BEHALEN DOELEN !ANGERADEN WORDT ELK GESPREK TE BEEpINDIGEN MET HET VASTLEGGEN VAN VORDERINGEN EN HET MAKEN VAN AFSPRAKEN $EZE GEGEVENS KUNNEN UITERAARD OOK DIENEN ALS INPUT BIJ DE START VAN HET GESPREK $E VORDERINGEN EN AFSPRAKEN KUNNEN LEERLINGEN BEWAREN IN EEN PORTFOLIO OF EEN BEGELEIDINGSMAP (ET MODEL VERONDERSTELT EEN VASTE VOLGORDE %CHTER HET STARTPUNT DAT U KIEST IS AFHANKELIJK VAN DE BEHOEFTE VAN DE LEERLING 3OMMIGE LEERLINGEN HEBBEN TOTAAL GEEN BEHOEFTE AAN FASE ! BIJ DE START VAN EEN GESPREK ZIJ VERTELLEN LIEVER DIRECT WAT ZE VAN DE ERVARING VONDEN 5 KUNT DAN BETER STARTEN MET FASE # !NDERE LEERLINGEN KOMEN HET BESTE TOT HUN RECHT ALS ZE EERST HET EINDDOEL MOGEN BEPALEN OM VERVOLGENS IN STAPJES TERUG TE REDENEREN WAT ER DAN GEDAAN MOET WORDEN OM DAT EINDDOEL TE BEREIKEN "IJ DEZE LEERLINGEN IS HET VERSTANDIG OM TE BEGINNEN MET FASE $ %N ZO ZOUDEN ALLE FASEN KUNNEN DIENEN ALS STARTFASE
#YCLISCHE GESPREKSMETHODIEK $ 7ELKE $OELEN STEL JE
7AT SPREKEN WE AF OVER JE LEERPUNTEN (OE ZIET JOUW DOEL VOOR DE KOMENDE PERIODE ER UIT (OE GA JE AAN DAT DOEL WERKEN 7AAR WIL JE MOEITE VOOR DOEN (OE GA JE DAT CONCREET MAKEN
6 7ELKE 6ORDERINGEN MAAK JE
7ELKE AFSPRAKEN MAAK JE 6OOR HET VASTLEGGEN VAN VORDERINGEN KUNNEN DE
V
D
# 7ELKE #ONCLUSIE TREK JE
7AT GING GOED EN WAT GING MINDER GOED 7ANNEER MERKTE JE DAT JE ER GOED NIET GOED IN BENT 7AT GA JE MET DEZE ERVARING DOEN 7AT GA JE ANDERS AANPAKKEN EN HOE GA JE DAT DOEN
C
A
B
" 7AT IS HET "ELANG DAARVAN
! 7AT WAS !AN DE ORDE
(OE BELANGRIJK WAS DE OPDRACHTSTAGE VOOR JOUW TOEKOMSTBEELD (OE DRAAGT DEZE SITUATIEOPDRACHT BIJ AAN JOUW SUCCES 7ELK BELANG HEEFT DIT BEROEPONDERWERP VOOR DE MAATSCHAPPIJ 7ELKE KWALITEITEN HEB JIJ GEBRUIKT 7ELKE HAD JE MEER MOETEN GEBRUIKEN
/P BASIS VAN 3PIRAALMODEL VAN +ORTHAGEN
LEERLINGEN DE ONTWIKKELINGSLIJNEN VOOR LOOPBAANCOM PETENTIES GEBRUIKEN
(OE IS HET GEGAAN 7ELKE SITUATIE VOND JE HET LEUKST 6OND JE HET WERKOPDRACHT PRAKTISCH GENOEG )K HEB GEHOORD DAT 7AT HEB JE PRECIES GEDAAN
2E¾ECTIE OP MAAT VINDT PLAATS DOOR BOVENSTAANDE GESPREKSMETHODIEK TE KOPPELEN AAN DE INDIVIDUELE LEERLING DIE IN DE LEERROUTE ,/" ZIJN EIGEN ONTWIKKELING DOORMAAKT $IT BETEKENT NIET DAT ER ALLEEN INDIVI DUELE GESPREKKEN MOGELIJK ZIJN /OK IN GROEPSGESPREKKEN IS REKENING TE HOUDEN MET HET INDIVIDU $E LEERROUTE ,/" DIE OOK ELDERS IN DEZE MAP TOEGELICHT WORDT BESTAAT UIT VIER FASES
$E INTRODUCTIEFASE WAARIN DE LEERLING ZIJN ZELFBEELD EN ZIJN MOGELIJKHEDEN VERKEND IN RELATIE TOT DE WERELD VAN ARBEID EN BEROEP $E ORIpNTATIEFASE WAARIN DE LEERLING ZICH BREED ORIpNTEERT OP ARBEID EN BEROEPEN $E VERKENNINGSFASE WAARIN DE LEERLING ENKELE BEROEPEN EN WERKZAAMHEDEN VERKEND IN RELATIE TOT ZIJN EIGEN MOGELIJKHEDEN $E VERDIEPINGSFASE WAARIN DE LEERLING DOOR ONDERZOEK EN ERVARING DE EIGEN STERKE EN ZWAKKE PUNTEN ANALYSEERT EN EEN PLAN MAAKT OM TOT VERDERE ONTWIKKELING TE KOMEN
"IJ ELKE FASE KAN HET GESPREKSMODEL TOEGEPAST WORDEN
6ERSCHILLEN TUSSEN LEERLINGEN
$E BENADERING DIE BIJ DE ENE LEERLING GOED WERKT KAN BIJ EEN ANDERE LEERLING WEL EENS HELEMAAL NIET AANSLAAN 7ELLICHT KENT U HET VERSCHIJNSEL DAT GESPREKKEN VASTLIEPEN OF STOKTEN /M TOT RE¾ECTIE EN EEN GESPREK MET DE LEERLING TE KOMEN IS HET VAN BELANG AANSLUITING TE ZOEKEN BIJ DIE LEERLING OF MET ANDERE WOORDEN DAT U EVEN IN DE SCHOENEN VAN DE LEERLING KUNT STAAN ZODAT U WEET WAT HEM BEWEEGT EN DRIJFT 5ITGAANDE VAN VERSCHILLEN TUSSEN LEERLINGEN ZIJN IN DE FASERING VAN DE ,/" LEERROUTE ENKELE VOORBEELD VRAGEN GEFORMULEERD DIE AANSLUITEN BIJ DRIE VERSCHILLENDE BEGELEIDINGSAANPAKKEN $E INDELING IS GEBASEERD OP DE PRINCIPES VAN (UMAN $YNAMICS
$E GELE VRAGEN ZIJN VOOR LEERLINGEN DIE GERICHT ZIJN OP HET EINDDOEL :IJ HEBBEN BEGELEIDING NODIG DIE EF½CIpNT IS STAP VOOR STAP OF mmN VOOR mmN OF PUNT VOOR PUNT DE BELANGRIJKSTE ZAKEN AFHANDELT EN DIE GAAT OVER DE INHOUD $EZE LEERLING IS GEtNTERESSEERD IN WELKE RICHTING EEN TAAK OPDRACHTOPLEIDING ETC OP MOET $E BLAUWE VRAGEN ZIJN VOOR LEERLINGEN DIE GRAAG CONTACT MAKEN MET ANDEREN :IJ HEBBEN BEGELEIDING NODIG DIE START MET UITWISSELING VAN PERSOONLIJKE GEGEVENS 0AS ALS ER EEN BAND IS MET DE BEGELEIDER KAN DEZE LEERLING LEREN $EZE LEERLING IS GEtNTERESSEERD IN HET RELATIONELE EN WIL DIT BEREIKEN MIDDELS COMMUNICATIE $E RODE VRAGEN ZIJN VOOR LEERLINGEN DIE PRAKTISCH INGESTELD ZIJN $EZE LEERLINGEN ZIJN GEBAAT BIJ BEGELEIDING DIE START BIJ HET FUNCTIONELE EN BIJ DE PRAKTIJK :IJ ZIJN GEtNTERESSEERD IN HOE DE DINGEN WERKEN
$E VRAGEN ZIJN VOORAL BEDOELD ALS VOORBEELD OM DE DIALOOG MET DE LEERLING OP GANG TE BRENGEN OVER DE LOOPBAAN EN LOOPBAANKEUZES TIJDENS EN NA BINNEN EN BUITENSCHOOLSE ,/" ACTIVITEITEN IN INDIVIDUELE EN GROEPSGESPREKKEN EN NAAR AANLEIDING VAN BIJVOORBEELD STAGES )N DIT VOUWBLAD IS TEVENS EEN INSTRUMENT OPGENOMEN WAARMEE LEERLINGEN KUNNEN RE¾ECTEREN OP HUN EIGEN LOOPBAANONTWIKKELING DIT KUNNEN REGISTREREN EN GROEI KUNNEN VOLGEN
7ERKWIJZE 3TAP
,AAT LEERLINGEN AAN HET BEGIN VAN HET TRAJECT DE VOORBEELDVRAGEN LEZEN EN VRAAG AAN TE GEVEN BIJ WELKE TYPE VRAGEN DE LEERLING ZICH HET MEEST OP ZIJN GEMAK VOELT ,AAT DE LEERLINGEN IN GELIJKGESTEMDE GROEPEN VAN VIER HUN KEUZE MOTIVEREN $EZE TIJDSINVESTERING BETAALT ZICH ZEKER TERUG $E LEERLINGEN WETEN HOE ZE ZICH MOETEN VOORBEREIDEN EN U ALS BEGELEIDER WEET WELKE VOORKEURSAANPAK VAN BEGELEIDING U BIJ ELKE INDIVIDUELE LEERLING KUNT GEBRUIKEN
3TAP
'EEF AAN HET BEGIN VAN HET TRAJECT EEN TOELICHTING OP HET GESPREKSMODEL EN DE LOOPBAANCOM PETENTIES ELDERS IN DIT VOUWBLAD 6RAAG AAN DE LEERLING ZICH VOOR TE BEREIDEN OP HET GESPREK MET BEHULP VAN DEZE TWEE INSTRUMENTEN WAARVAN U KOPIEpN GEMAAKT HEBT %EN GOEDE VOORBE REIDING ZORGT ERVOOR DAT HET VRIJBLIJVENDE KARAKTER VAN HET BEGELEIDINGSGESPREK VERDWIJNT
3TAP "EPAAL SAMEN MET DE LEERLING VAN TE VOREN WELKE ONDERWERPEN BESPROKEN MOETEN WORDEN :ORG ER VOOR DAT DE START VAN HET GESPREK AANSLUIT BIJ DE LEERLING $E VOORBEELDVRAGEN MOET U ZIEN ALS OEFENMATERIAAL (ET IDEE IS DAT U DOOR VEELVULDIG MET DE VOORBEELD VRAGEN TE OEFENEN STEEDS MAKKELIJKER EN VANZELFSPREKENDER DE JUISTE VRAGEN WEET TE STELLEN OM EEN ECHT GESPREK OP MAAT TE HEBBEN MET DE LEERLING
)NTRODUCTIE
/RIpNTATIE 6ERKENNING 6ERDIEPING
7AT IS JOUW TOEKOMSTPERSPECTIEF 7AT DOE JE DAAR NU AL AAN 7AAROM BEN JE TOT DIE KEUS GEKOMEN 7AAROM DENK JE DAT JE IN BEROEP 8 OP JE PLAATS BENT
7ANNEER BETREK JE JE OUDERS IN JE KEUZEPROCES
7AT MAAKTE DEZE OPDRACHT SPANNEND
(OE VERLIEP DE SAMENWERKING
(EB JE VOOR JE GEVOEL VOLDOENDE KUN NEN BIJDRAGEN
7AT LIJKT JOU LEUK OM TE DOEN
(EB JE AL EEN BEELD VAN JE TOEKOMSTIGE BAAN
"IJ WELKE BAAN VOEL JIJ JE THUIS %N WAAROM
(EEFT JOUW KEUZE TE MAKEN MET DE BEROEPEN VAN JOUW OUDERSBROERS ZUSSEN ETC
6ERTEL EENS IN WELKE SITUATIE JIJ GE BRUIK MAAKTE VAN JOUW STERKE PUNTEN 7AT BETEKENDE DAT VOOR JOU
(OE ZIE JE JOUW BIJDRAGE AAN DE MAAT SCHAPPIJ
"ESCHRIJF EENS JOUW IDEALE BAAN EN WERKOMGEVING
6ERTEL EENS OVER EEN SUCCESVOLLE ERVA RING
7AT MOEST JE BEREIKEN
7AT BETEKENT DEZE ERVARING VOOR JOU
7AAROM VIND JE DAT JE ER GOED IN BENT
+UN JE UITLEGGEN WAAROM JE DENKT DAT DIT BEROEPDEZE OPLEIDING WELNIET BIJ JE PAST
7AT DENK JE DAT DIT WERK OF DEZE OPLEIDING INHOUDT
7AT WIL JE PRECIES WETEN OVER DIT BEROEP OF DEZE OPLEIDING
7AT WAS JE LEUKSTE ERVARING EN WAAROM
7AT DEED DAT MET JOU
+UN JE AANGEVEN WAAR JE GOED IN BENT
7AT TREKT JOU ZO AAN IN BEROEP 8
7AT MAAKT DAT BEDRIJF 8 JOU ZOU KIE ZEN
7AAR BEN JE HET BESTE IN
%N HOE HEB JE DAT LATEN ZIEN
(EB JE JE OVER DIT BEROEP GOED GEtNFOR MEERD /F HEB JE DAARBIJ HULP VAN MIJ NODIG
(OE NUTTIG WAS DE STAGEOPDRACHT VOOR JOU
7AS HET PRAKTISCH GENOEG
7AAR HEB JE JE INFORMATIE GEZOCHT %N VOND JE DAT VOLDOENDE
7AAR MOET WERK VOOR JOU AAN VOL DOEN
7ANNEER BEN JE TEVREDEN MET JEZELF )N WELKE SITUATIE WAS DAT
6ERTEL EENS OVER EEN MINDER SUCCES VOLLE ERVARING
(OE KWAM DAT
7AT MOEST JE BEREIKEN
7AT HEEFT HET MEESTE INDRUK OP JE GEMAAKT
7ELKE SITUATIE HEEFT HET MEESTE INDRUK OP JE GEMAAKT
7AT IS HET NUT VAN DIT WERK VOOR DE MAATSCHAPPIJ
(OE BELANGRIJK IS DIT VOOR JOU
(EB JE OOK MET ANDEREN OVER DEZE ERVARING GESPROKEN
7AAR GA JE DE KOMENDE TIJD AAN WER KEN
(OE BEPAAL JE OF JE DAN NOG STEEDS AAN JE TOEKOMSTDROOM WERKT
7ANNEER WAS JE MINDER TEVREDEN MET JEZELF
7AT HEB JE TOEN GEDAAN
7AT DEED DAT MET JOU EN DE ANDEREN
(OE VOELDE JIJ JE TOEN JE DAAR OP AAN GESPROKEN WERD %N WAT HEB JE MET DIE FEEDBACK GEDAAN
(OE BELANGRIJK IS HET DAT JE EEN BIJ DRAGE AAN DE MAATSCHAPPIJ LEVERT MET JE WERK
/VER WELKE EIGENSCHAPPEN BEN JIJ TEVREDEN %N OVER WELKE BEN JE MINDER TEVREDEN
7AT GA JE DAAR AAN DOEN
7AT VINDEN JE OUDERS VAN JOUW KEUZE
)N WELKE SITUATIE MERKTE JE DAT JE ER NIET UIT KWAM
(OE KWAM DAT %N WAT HEB JE TOEN GEDAAN
7AT BETEKENDE DEZE ERVARING VOOR JOU
(OE BELANGRIJK IS SAMENWERKEN VOOR JOU (OE IS DAT IN JE DROOMBEROEP
$ENK JE DAT JE DROOMBEROEP GEBRUIK MAAKT VAN AL JE GOEDE EIGENSCHAPPEN
7ELKE EIGENSCHAPPEN MOET JE NOG ONTWIKKELEN )N WELKE SITUATIE GA JE DAT DOEN %N WAAR GA JE DAN OP LETTEN
(EB JE VOLDOENDE RONDGESNUFFELD BIJ BEDRIJF 8 OM EEN IDEE TE KRIJGEN VAN WAT DAAR GEBEURT 7AT BETEKENT DIT VOOR JOUW BEELD VAN BEROEP 8
(OE HEB JE JE ERVARINGEN MET ANDEREN GEDEELD
7IE WAREN DAARBIJ BETROKKEN EN WAAROM
"ESCHRIJF EENS EEN ERVARING WAARBIJ JE AF MOEST WIJKEN VAN JE PLANNEN (OE GING DAT 7AT HEB JE AAN JEZELF GEMERKT
7AT GA JE DE VOLGENDE KEER ANDERS DOEN
(OE GA JE DAT AANPAKKEN EN WIE GAAT JOU DAAR FEEDBACK OP GEVEN
(OE HEB JE JE VOORBEREID OP¨
(OE HEB JE JE DOEL BEPAALD
(OE MOEILIJK WAS HET VOOR JOU OP EEN PLANNING TE MAKEN EN JE ER OOK AAN TE HOUDEN 7AT HEB JE DAARVOOR GEDAAN GELATEN
(OE VOND JE HET OM AF EN TOE OOK AL LEEN TE WERKEN
3OMS IS OVERLEG NIET MOGELIJK (OE GA JE JE DAAROP VOORBEREIDEN
(OE WEET JE OF JE MET JE ACTIVITEITEN NOG BEZIG BENT MET JE TOEKOMST DROOM
(OE GA JE OM MET DE VOORTDURENDE TIJDSDRUK IN BEDRIJF 8
7AT BETEKENT HET VOOR JOU ALS EEN MANAGER ZONDER VORM VAN OVERLEG EEN BESLISSING NEEMT DIE NIET GOED IS VOOR IEDEREEN
(OE MOEILIJK IS HET VOOR JE OM ZONDER TE VEEL VOORBEREIDING AAN IETS TE BE GINNEN
7AT HEB JE NODIG OM JE GOED VOOR TE BEREIDEN OP EEN OPDRACHT %N WAT GEBEURT ER ALS BEDRIJF 8 JE DAT NIET KAN BIEDEN
(ET (OE VAN BEGELEIDEN VANUIT MANIEREN BEKEKEN
6OOR TOELICHTING OP DEZE DRIE VERSCHILLENDE BEGELEIDINGSAANPAKKEN ZIE ACHTERZIJDE VAN DIT VOUWBLAD
"EGELEIDEN GERICHT OP FUNCTIONALITEIT EN TOEPASBAARHEID VANUIT DE HANDEN )K VIND HET BELANGRIJK DAT LEERLINGEN WERKEN AAN REALISTISCHE TAKEN TAKEN DIE ECHT ZOUDEN KUNNEN ,EERLINGEN MOETEN DAARVOOR VEEL INFORMATIE ZOEKEN WANT JUIST IN DE PRAKTIJK VIND JE GOEDE VOORBEELDEN )K VRAAG LEERLINGEN ALTIJD NAAR DE ONDERLINGE VERBANDEN EN CONSEQUENTIES )K BEN ER NAMELIJK VAN OVERTUIGD DAT ALLES MET ALLES TE MAKEN HEEFT -ET ANDERE WOORDEN IK KAN DENKEN EN DOEN IN GEHELEN )K WEET PRECIES WAT DE CONSEQUENTIE IS VAN EEN BEPAALDE ACTIE )K WENS MIJN LEERLINGEN DIT OOK TOE )K HOU ER VAN OM MET MIJN LEERLINGEN UITGEBREID IN TE GAAN OP DE INFORMATIE DIE ZE HEBBEN GEZOCHT )K HOOR GRAAG ALLE INS EN OUTS VOOR MIJ IS GEEN DETAIL OVERBODIG )K WEET VANUIT ERVARING DAT DE TIJD ALTIJD SNELLER GAAT DAN IK ZOU WILLEN )K VRAAG MIJN LEERLINGEN DAN OOK MEESTAL OF ZE HET GAAN REDDEN IN DE TIJD %R IS OOK ZOVEEL UIT TE ZOEKEN -IJN HOUDING NAAR DE LEERLING IS VRIENDELIJK EN RUSTIG *E KUNT MIJN GEDACHTEN NIET ±LEZEN² EN IK HEB TIJD NODIG OM DE TOT MIJ GEKOMEN INFORMATIE TE VERWERKEN -ET MIJN LEERLINGEN BEN IK GERICHT OP DOEN -IJN VRAGEN AAN HEN HEBBEN DAAR DAN OOK MEESTAL MEE TE MAKEN )K BEN ALLEEN GEtNTERESSEERD IN DE BELEVINGSWERELD VAN DE LEERLING ALS DIT TE MAKEN HEEFT MET DE OPDRACHTEN DIE ZE MOETEN MAKEN %IGENLIJK BEN IK MEER GEtNTERESSEERD IN WAT ZE WILLEN GAAN DOEN )K BEN VRIJ PRECIES EN DAT VERWACHT IK OOK VAN MIJN LEERLINGEN :E MOETEN ZICH AAN DE OPDRACHT HOUDEN EN DEZE ZO COMPLEET MOGELIJK UITVOEREN )K HEB ER EEN HEKEL AAN ALS EEN LEERLING NIET GOED NADENKT OVER WAT JE MET DE UITKOMST VAN EEN OPDRACHT KUNT DOEN )MMERS JE DOET TOCH NIET ZOMAAR IETS 7AT IK OOK ERG BELANGRIJK VIND IS EEN DAT DE LEERLING ZICH HOUDT AAN GEMAAKTE AFSPRAKEN $AAR HAMER IK ALTIJD OP WANT EEN AFSPRAAK NIET NAKOMEN GEEFT MIJ AAN DAT DIE PERSOON ONBETROUWBAAR IS $AT INZICHT WIL IK MIJN LEERLINGEN OOK LEREN
(ANDEN DE BEGELEIDER DIE GERICHT IS OP DE PRAKTIJK EN TOEPASSING +ENMERKEN %EN RUSTIGE UITSTRALING 'ERICHT OP DOEN EN DE PRAKTIJK 'ERICHT OP HET MAKEN VAN UITVOERBARE PLANNEN (OUDING %EN RUSTIGE MANIER VAN PRATEN MET VEEL DETAILS EN CONTEXT "ELANGSTELLING VOOR DE OPDRACHT IN COMBINATIE MET DE LEERLING 'EDRAG 6ERBINDT VOORGAANDE TAKEN MET ACTUELE TAKEN 6EEL VRAGEN OP TAAKNIVEAU BETREFFENDE DE ONDERLINGE SAMENWERKING !FSPRAKEN MAKEN EN NAKOMEN 6EEL GESTELDE VRAGENOPMERKINGEN 7AT HEB JE GEDAAN 7ELKE INFORMATIE HEB JE GEZOCHT (OE HEB JE DE SELECTIE VAN DE INFORMATIE GEDAAN +ON JE VOLDOENDE INFORMATIE VINDEN 6OND JE DE OPDRACHT PRAKTISCH GENOEG +UN JE HIER WAT MEE IN DE PRAKTIJK 7ELKE OPLOSSINGEN HEB JE BEDACHT VOOR (EBBEN JULLIE BIJ HET SAMENWERKEN DE TAKEN VERDEELD 6IND JIJ DAT JE EEN GOEDE BIJDRAGE HEBT GELEVERD AAN DE TAKEN (EB JE GENOEG TIJD GEHAD
"EGELEIDEN GERICHT OP INHOUD EN STRUCTUUR VANUIT HET HOOFD )K BEN ERG GEtNTERESSEERD IN WAT LEERLINGEN WILLEN BEREIKEN -IJN STARTVRAGEN GAAN DAN OOK MEESTAL OVER DE RICHTING DIE EEN LEERLING MET ZIJN WERK OF OPLEIDING OP WIL )K BEN GEtNTERESSEERD IN DE MOTIEVEN VAN EEN LEERLING )K WIL BIJVOORBEELD GRAAG WETEN WAAROM ZE BEPAALDE STAPPEN HEBBEN GEZET %EN GOED GESPREK OVER DE INHOUD IS VOOR MIJ BELANGRIJK )K PRAAT NIET OVER KOETJES EN KALFJES MAAR JUIST OVER WAT EEN LEERLING KAN EN DENKT -IJN HOUDING EN GEZICHTSUITDRUKKING ZIJN NEUTRAAL *E KUNT BIJ MIJ NIET MAKKELIJK ±LEZEN² WAT IK DENK OF VOEL -IJN SPRAAKGEBRUIK IS PRECIES )K HOUD ER OOK BIJ LEERLINGEN VAN DAT ZE DE ZAKEN NAUWKEURIG KUNNEN UITLEGGEN DUS DE JUISTE WOORDEN VOOR DE JUISTE SITUATIE !LS EERSTE WIL IK WETEN WAT HUN BEDOELING WAS MET BIJVOORBEELD HET PROJECT DAT ZE GESCHREVEN HEBBEN 6EEL UITWIJDEN OVER DETAILS VIND IK NIET NODIG (ET GAAT MIJ ER OM DAT LEERLINGEN HET BELANGRIJKSTE DE ESSENTIE GOED KUNNEN VERWOORDEN -IJN LESSEN HEB IK HET LIEFST RUSTIG VANUIT MIJN EIGEN BEHOEFTE WEET IK HOE BELANGRIJK HET IS OM EVEN IN STILTE EN ALLEEN TE KUNNEN NADENKEN )K WAARDEER LEERLINGEN DIE ONAFHANKELIJK VAN ANDEREN HUN PAD WETEN TE KIEZEN )K VIND HET BELANGRIJK DAT ZE EERST ZELF NADENKEN VOORDAT ZE ANDEREN BETREKKEN BIJ HUN DENKEN )K BEN EERDER GERICHT OP IEMANDS INHOUD OF DUIDELIJKER OP HOE IEMAND DENKT EN WAAR IEMAND HEEN WIL DAN IN DE HELE PERSOONLIJKE WERELD VAN IEMAND )K VIND HET MIJN MISSIE OM LEERLINGEN TE LATEN NADENKEN OVER WAAR ZE OVER BIJVOORBEELD JAAR WILLEN ZIJN ZODAT ZE NU AL DE JUISTE STAPPEN KUNNEN NEMEN OM DAAR OOK TE KOMEN
(OOFD DE BEGELEIDER DIE GERICHT IS OP STRUCTUUR EN VISIE +ENMERKEN %EN NEUTRALE UITSTRALING 'ERICHT OP WAAR HET MET HET PROJECTOPLEIDING ETC HEEN MOET RICHTING 'ERICHT OP STRUCTUUR (OUDING 7ELOVERDACHTE MANIER VAN PRATEN EN EEN PRECIEZE WOORDKEUS "ELANGSTELLING VOOR WAAR IEMAND MET ZIJNHAAR TALENT HEEN WIL 'EDRAG 6EEL WAAROM VRAGEN 6RAGEN OVER PLANNING EN STRUCTUUR 'ERICHT OP DE INHOUD 6EEL GESTELDE VRAGENOPMERKINGEN 7AT WILDE JE BEREIKEN (EB JE JE DOEL GEHAALD 7AAROM HEB JE 7AT WAS JE GEDACHTE ACHTER +UN JE AANGEVEN WELK BELANG JE MET DEZE OPDRACHT HEBT GEDIEND +UN JE KORT VERTELLEN WAAR HET OVER GAAT 6ERTEL IETS OVER HOE JE DE OPDRACHT HEBT AANGEPAKT (OE ZIET DE PLANNING ER UIT 7AT IS HET BELANGRIJKSTE WAT JE WILDE OVERBRENGEN (OE PAST DEZE OPDRACHT BIJ WAT JIJ WILT BEREIKEN IN DEZE OPLEIDINGTOEKOMST ETC
"EGELEIDEN GERICHT OP INLEVINGSVERMOGEN EN CONTACT VANUIT HET HART )K BEN DE BEGELEIDER DIE DE LEERLING NAAR ZIJN OF HAAR GEVOEL OF GEDACHTE ZAL VRAGEN )K BEN GERICHT OP ZIJN OF HAAR BELEVINGSWERELD )K BEN DAAROM GEtNTERESSEERD IN WAT DE LEERLING VOELDE OF WAT HET MET HEMHAAR DEED TOEN -IJN UITDRUKKINGSVORMEN ZIJN LEVENDIG EN MET VEEL GEBAREN OM MIJN BEDOELINGEN TE ONDERSTEUNEN !LS IK IETS NIET LEUK VIND DAN KUN JE DAT ALS HET WARE VAN MIJN GEZICHT LEZEN -IJN HOUDING IS ER OP GERICHT ZOVEEL MOGELIJK OPEN TE STAAN VOOR DE LEERLING EN ZIJNHAAR WERELD ZODAT IK HET BESTE UIT DIT MENS HALEN KAN !LS IK KIJK NAAR DE PRODUCTEN DAN WIL IK GRAAG DAT DEZE ORIGINEEL ZIJN QUA INHOUD EN QUA VORM )K WIL GRAAG DAT LEERLINGEN VERDER DENKEN DAN HUN NEUS LANG IS )K GA GRAAG DE UITDAGING MET EEN LEERLING AAN OM EEN NIEUWE WEG IN TE SLAAN OF TE ARGUMENTEREN OVER DE GEDACHTEWERELD VAN DE LEERLING !LS HET MET EEN LEERLING NIET GOED GAAT KAN IK ME DAT VRESELIJK AANTREKKEN :ELFS ZO ERG DAT IK DE PIJN OF HET VERDRIET VAN DE LEERLING IN MIJN EIGEN LICHAAM VOEL )N MIJN LESSEN VIND IK HET BELANGRIJK DAT DE SFEER GOED IS )K MAAK DAARVOOR MET AL MIJN LEERLINGEN PERSOONLIJK CONTACT )K VIND HET OOK ½JN ALS LEERLINGEN MET MIJ PERSOONLIJK CONTACT MAKEN DOOR BIJVOORBEELD IETS UIT HUN PRIVmLEVEN TE VERTELLEN OF ME BINNEN TE LATEN IN HUN GEDACHTENWERELD )N MIJN LESSEN PROBEER IK MEESTAL DINGEN TE DOEN DIE VOOR IEDEREEN LEUK ZIJN )K HEB DIRECT IN DE GATEN WANNEER ER IN DE GROEP IETS NIET LEKKER LOOPT )K ZAL DAN OOK DE EERSTE ZIJN DIE AL VRAGEND OP ONDERZOEK GAAT NAAR HET WAAROM VAN DIE BELADEN SFEER #OMMUNICATIE IS VOOR MIJ TROUWENS HEEL ERG BELANGRIJK )K DENK GRAAG HARDOP VOOR MEZELF OF MET ANDEREN ZODAT IK MIJN IDEpEN VORMEN KAN
(ART DE BEGELEIDER DIE GERICHT IS OP INLEVING EN CONTACT +ENMERKEN ,EVENDIG IN HOUDING EN SPRAAK #REATIEF 6ERBINDEN VAN DE JUISTE TAKEN BIJ DE JUISTE LEERLING OF VERBINDING VAN DE JUISTE LEERLING MET EEN ANDERE LEERLING (OUDING %XPRESSIEF KUNT HET GEZICHT ±LEZEN² /PEN EN GEtNTERESSEERD IN DE ANDER ZIJNHAAR PERSOONLIJKE BELEVINGSWERELD 'EDRAG (ARDOP DENKEND PRATEN -OGELIJKHEDEN ZOEKEN DIE NIET ALTIJD BINNEN DE REGELS HOEVEN PASSEN 6ORM EN INHOUD ZIJN EVEN BELANGRIJK 6EEL GESTELDE VRAGENOPMERKINGEN (OE GAAT HET MET JE 6OND JE HET EEN LEUKE OPDRACHT 6OND JE HET EEN PRETTIGE SAMENWERKING )K VIND HET ER MOOILELIJK UITZIEN (EB JE MET PLEZIER GEWERKT DE AFGELOPEN PERIODE 7ELK DEEL VOND JE HET LEUKSTESPANNENDSUITDAGENDS ETC (EB JE MET LEUKE MENSEN GEWERKT (OE VOELDE JE JE TOEN7AT DEED HET MET JE TOEN 7ELKE LEZER HEB JE VOOR OGEN GEHAD BIJ HET SCHRIJVEN VAN JE OPDRACHT /VER WELKE PUNTEN IN JE WERK BEN JE HET MEEST TEVREDEN
Bijlage 10 Checklist invulling LOB als vak
Bijlage 2 Checklist invulling LOB als vak
Leerplanaspect
Aandachtspunten
Leerdoelen
Doel van het LOB-programma is dat leerlingen loopbaancompetenties ontwikkelen. Leren reflecteren Leren kiezen Leren netwerken Beroepsbeelden ontwikkelen Opleidingsbeelden ontwikkelen Doel van het LOB-programma is dat leerlingen beroeps- en opleidingsbeelden ontwikkelen. Doel van het programma is dat leerlingen begeleid worden bij het maken van een keuze voor een vervolgopleiding. In het LOB-programma worden verbanden gelegd tussen LOBdoelen en doelen voor andere vakken.
Inhoud
Het programma bevat onderwijsactiviteiten die bijdragen aan het ontwikkelen van loopbaancompetenties: In het LOB-programma is ruimte voor vraagsturing. Het LOB-programma bevat onderwijsactiviteiten die tegelijkertijd aan LOB-doelen en aan doelen voor andere vakken werken. Het LOB-programma bevat activiteiten waarvoor vmbo en vervolgonderwijs samen verantwoordelijk zijn (bijvoorbeeld maken van het sectorwerkstuk).
25
Huidig ja/nee
Gewenst ja/nee
Actiepunt
Leerplanaspect
Aandachtspunten
Leeractiviteiten
Er zijn leeractiviteiten die bijdragen aan het bereiken van de LOBdoelen: In LOB-lessen In het kader van andere vakken Met gecombineerde doelen (LOB en vak) Binnen en buiten school In veelvuldig contact met beroeps- en opleidingspraktijk Er zijn ingeroosterde begeleidingsen reflectiemomenten. Er wordt een groot scala aan werkvormen ingezet. Leerlingen hebben keuzemogelijkheden voor verschillende leeractiviteiten. Leerlingen hebben contact met docenten en studenten van vervolgopleidingen.
Lesmaterialen en bronnen
Er wordt gebruik gemaakt van een LOB-methode. Er wordt gebruik gemaakt van ander bestaand LOB-materiaal (ook digitaal / online). Er wordt materiaal gebruikt met gecombineerde doelen (zowel LOB als vak). Het lesmateriaal biedt ruimte voor differentiatie. Het lesmateriaal biedt ruimte voor eigen inbreng van leerlingen.
26
Huidig ja/nee
Gewenst ja/nee
Actiepunt
Leerplanaspect
Aandachtspunten
Groeperingsvormen
Er wordt zowel klassikaal gewerkt als individueel en in groepjes of tweetallen. Ook bij begeleiding / reflectie wordt soms individueel gewerkt en soms in groepjes.
Er zijn uren ingeroosterd voor LOB.
Tijd
Er zijn uren ingeroosterd voor begeleiding / reflectie. Er is een kalender of jaaroverzicht van LOB-activiteiten en overige activiteiten.
Locaties
LOB-activiteiten vinden zowel binnen als buiten school plaats. De leerlingen maken kennis met diverse beroepsomgevingen. De leerlingen maken kennis met gebouwen en leeromgevingen van vervolgopleidingen. De leerlingen ervaren (als dat relevant is) hoe het is om naar een school in een andere plaats te reizen.
27
Huidig ja/nee
Gewenst ja/nee
Actiepunt
Leerplanaspect
Aandachtspunten
Rollen
De mentor heeft een coachende rol, er is sprake van een echte dialoog met de leerling. De mentor heeft een centrale rol in het LOB-proces. Rollen en taken m.b.t. LOB zijn vastgelegd in de school en voor alle betrokkenen duidelijk. Er is afstemming tussen de taken van mentor decaan andere docenten afdelingsleider De rol van ouders in het LOBproces is omschreven en wordt met de ouders gecommuniceerd. Er worden beroepsbeoefenaren ingeschakeld; er worden afspraken met hen gemaakt over hun rol. Er worden docenten en medewerkers van vervolgopleidingen ingeschakeld. Er zijn afspraken over hun rollen. Er worden leerlingen / studenten van vervolgopleidingen ingeschakeld. Er zijn afspraken over hun rol en taken.
28
Huidig ja/nee
Gewenst ja/nee
Actiepunt
Leerplanaspect
Aandachtspunten
Evaluatie
Leerlingen weten wat er van hen verwacht wordt in het kader van LOB en worden hierop aangesproken. Leerlingen worden beoordeeld op het uitvoeren van LOB-activiteiten. Leerlingen worden beoordeeld op producten van LOB-activiteiten (bijvoorbeeld verslagen). Leerlingen voeren reflectieopdrachten uit en communiceren daarover met de mentor. LOB is opgenomen in het PTA.
29
Huidig ja/nee
Gewenst ja/nee
Actiepunt
voor LOB als vak LOB-methodes onder de loep een checklist voor het beoordelen van methodes voor LOB in het vmbo
Bijlage 11 Werkblad keuze leermiddelen voor LOB als vak
31
Aandachtsgebieden
Vragen
Toelichting op de vraag
Samenstelling
Uit welke onderdelen bestaat de methode?
Voorbeeld van onderdelen: werkboek cd-romelektronische leeromgeving portfolio materiaal voor ouders
Visie
Wat is de achterliggende visie van de methode op LOB?
Voorbeelden van visies op LOB: LOB richt zich op de ontwikkeling van loopbaancompetenties. LOB richt zich vooral op de keuze voor een vervolgopleiding.
Uitgangspunten
Wat zijn de uitgangspunten van de methode?
Voorbeelden van uitgangspunten van de methode: De leerling kan zelfstandig met de methode werken, op iedere tijd en plaats. De methode kan aangepast worden aan de wensen van de school.
Onderwijsdoelen
Welke accenten worden in de methode gelegd?
Voorbeelden van onderwerpen waar in de methode het accent op kan liggen: ontwikkelen van loopbaancompetenties; ontwikkelen van beroepsen opleidingsbeelden; maken van een keuze voor een vervolgopleiding.
Ruimte voor antwoorden
Beoordeling
LOB-methodes onder de loep een checklist voor het beoordelen van methodes voor LOB in het vmbo
Aandachtsgebieden
Vragen
Toelichting op de vraag
Inhouden
Hoe zijn de inhouden in de methode geordend?
Voorbeelden van ordeningen: Zelfbeeld beroepsbeelden opleidingsbeelden. Loopbaanportfolio is sturend.
Komen de inhouden die u als school belangrijk vindt aan bod in de methode?
Leeractiviteiten
32
Welke plek heeft kennis in de methode?
Voorbeelden van de mogelijke rol van de kennisaspecten: Er wordt een breed overzicht aangeboden van sectoren en beroepen. Leerlingen worden gestimuleerd om veel kennis te verwerven over beroepen en opleidingen. Kennis staat ten dienste aan het proces van competentieontwikkeling.
Op welke wijze wordt er in de methode rekening gehouden met verschillen tussen leerlingen?
Voorbeelden: Na een brede oriëntatie voor iedereen is er veel ruimte voor een individuele leerroute, met eigen activiteiten. Leerlingen kunnen een keuze maken uit opdrachten. Voorbeelden van leeractiviteiten: Open opdrachten Invuloefeningen Creatieve opdrachten Buitenschoolse opdrachten Reflectie-opdrachten
Wat voor soort leeractiviteiten zijn gekoppeld aan de inhouden?
Ruimte voor antwoorden
Beoordeling
LOB-methodes onder de loep een checklist voor het beoordelen van methodes voor LOB in het vmbo
Aandachtsgebieden
Vragen
Leeractiviteiten
Is er ruimte voor een eigen invulling van de leeractiviteiten door leerlingen?
Tijd
Op welke wijze ondersteunt ICT de leeractiviteiten?
Voorbeelden van ICTondersteuning: De methode is voor een (groot) deel digitaal. De methode is webbased. Leerlingen werken met een digitaal portfolio. Leerlingen moeten veel dingen via internet opzoeken.
Hoeveel leerjaren beslaat de methode?
Voorbeeld: Eén methode voor klas 1 t/m 4 Een methode voor klas 3 en 4 Voorbeeld: De methode gaat uit van 2 lesuren per week. De methode kan flexibel ingezet worden, de school kan zelf bepalen hoe men ermee werkt.
Hoeveel tijd kost het werken met de methode?
Docent
33
Toelichting op de vraag
Welke rol heeft de docent in het LOBproces?
Voorbeelden van de rol van een docent: Docent is coach bij het proces van competentieontwikkeling. Docent stuurt en begeleidt het keuzeproces.
Welke rol heeft de docent tijdens de leeractiviteiten?
Voorbeelden van de rol van een docent: procesbegeleider coach
Ruimte voor antwoorden
Beoordeling
LOB-methodes onder de loep een checklist voor het beoordelen van methodes voor LOB in het vmbo
Aandachtsgebieden
34
Vragen
Toelichting op de vraag
Hoe wordt de docent ondersteund?
Voorbeelden van ondersteuning voor een docent: Er worden alternatieve leeractiviteiten beschreven. Er worden handreikingen gedaan voor begeleiding en reflectie. Er is een volgsysteem bij het digitale portfolio.
Bronnen
Naar welke bronnen wordt verwezen?
Groeperingsvormen
Welke groeperingsvormen worden ingezet?
Locatie
Welke eisen worden aan de locatie gesteld?
Voortgang
Hoe wordt de voortgang gevolgd?
Toetsing
(Hoe) wordt de leerling beoordeeld?
Voorbeelden van bronnen: Websites Boeken Informatiemateriaal van branches, bedrijven en instellingen Informatiemateriaal van scholen en opleidingen Beroepsbeoefenaren Medewerkers en studenten van vervolgopleidingen. Voorbeelden van groeperingsvormen: Klassikaal In groepjes Individueel Voorbeelden van eisen aan de locatie: Er moet een internetaansluiting zijn voor elke deelnemer. Het moet mogelijk zijn om in groepjes te werken. Voorbeelden van manieren waarop de voortgang gevolgd kan worden: Reflectieformulieren Portfolio Volgsysteem (digitaal) Er wordt afgetekend wat de leerling heeft gedaan. De competentieontwikkeling wordt beoordeeld.
Ruimte voor antwoorden
Beoordeling
LOB-methodes onder de loep een checklist voor het beoordelen van methodes voor LOB in het vmbo
Aandachtsgebieden
Vragen
Toelichting op de vraag Er zijn toetsen voor kennis en vaardigheden.
Kosten
35
Wat zijn de kosten voor het aanschaffen en gebruiken van de methode?
Voorbeelden van kosten: Kosten per leerling Jaarlijkse kosten voor bijvoorbeeld werkboeken Kosten voor additioneel materiaal Kosten voor buitenschoolse activiteiten.
Ruimte voor antwoorden
Beoordeling
Bijlage 11 Knelpunten, succesfactoren en aanbevelingen vanuit praktijk Om vanuit de schoolpraktijk meer zicht te krijgen op de knelpunten en de succesfactoren in het keuzeproces is ten behoeve van dit project een viertal decanen geïnterviewd. Centraal in de interviews stond de volgende definitie van het keuzeproces: "Het keuzeproces is het proces van de leerling waarbij hij na een brede praktijknabije oriëntatie op sectoren en opleidingen en zonder gehinderd te worden door 'andere belangen' een vervolgkeuze kan maken. In dit proces vindt reflectie plaats door - zonder de leerling te beïnvloeden - de ervaringen van de leerling te verbinden met zijn talenten en interesses." De vetgedrukte kenmerken in de bovenstaande definitie vormden de leidraad in de gesprekken met de decanen. In de hierna volgende paragraaf lichten we elk van de in de definitie gemarkeerde kenmerken toe en doen we per kenmerk verslag van enkele knelpunten en succesfactoren uit de scholen. Ieder kenmerk sluiten we af met een aanbeveling. Het keuzeproces Het keuzeproces kenmerken we als een proces van de leerling, waarbij de leerling vrij van eigen vooroordelen en niet beïnvloed door voorkeuren, meningen of belangen van anderen een vervolgkeuze kan maken. Het keuzeproces bestaat zowel uit een inhoudelijke component als een begeleidingscomponent. Knelpunten uit de scholen •
Wij bieden alleen datgene aan wat we zelf in huis hebben.
•
Beroepsgerichte docenten promoten tijdens de PSO-lessen de eigen afdeling, daardoor krijgt PSO een wervend karakter.
•
Docenten zijn zich nog te weinig bewust van het belang van LOB. (Beroepsgerichte) vakdocenten leggen de prioriteit bij de inhoud van hun vak en kunnen de leerlingen daardoor moeilijk objectief begeleiden.
•
Er is te weinig/geen expertise in huis om in de onderbouw alle vier de sectoren te bedienen. Het programma is aanbodgericht waardoor niet of nauwelijks rekening gehouden kan worden met de leervragen van de leerling.
• •
Leerlingen hebben vaak een verkeerd beeld van een sector op basis van een vooroordeel. Succesfactoren uit de scholen • •
Wij zoeken de samenwerking met scholen en/of bedrijven en instellingen in de buurt, om leerlingen ook die oriëntatie te geven die we zelf niet kunnen bieden. Wij organiseren speeddatebijeenkomsten met beroepsbeoefenaren, daardoor krijgen leerlingen een breder beeld van de arbeidsmogelijkheden.
•
Niet de beroepsgerichte docent maar de vakdocent is bij ons de loopbaanbegeleider en de spil van het LOB-programma.
•
De mentor heeft een goede relatie met de leerling en zijn ouders en er is structureel overleg tussen mentoren onderling en tussen mentoren en decanen.
Aanbeveling •
Borg het keuzeproces als proces van de leerling en ontwikkel hierin beleid.
•
Geef leerlingen in de onderbouw een realistisch beeld van alle vier de sectoren.
•
Creëer in het programma momenten waarop rekening gehouden kan worden met de leervragen van de leerling (medezeggenschap van leerlingen). Selecteer de begeleiders van het keuzeproces zorgvuldig, bepaal vooraf de competenties waarover een loopbaanbegeleider zou moeten beschikken (zie daarvoor: De beroepsgerichte vakdocent als loopbaanbegeleider: De veranderende rol van de beroepsgerichte vakdocent in het vmbo (SLO, 2011).
•
•
Organiseer professionaliseringsactiviteiten voor docenten.
Praktijknabije oriëntatie Het kenmerk van een praktijknabije oriëntatie is dat leerlingen ervaringen opdoen aan de hand van realistische opdrachten in de echte beroeps- en opleidingspraktijk of, indien dit niet mogelijk is, in een gesimuleerde praktijksituatie. Het doel is dat leerlingen realistische beroeps- en opleidingsbeelden ontwikkelen. Knelpunten uit de scholen • •
De PSO-activiteiten zijn vooral binnenschoolse activiteiten, leerlingen komen niet in contact met de echte beroepspraktijk. Docenten vinden het lastig (geen contacten en geen tijd) om buitenschoolse activiteiten te organiseren.
•
Jonge leerlingen vinden buitenschoolse ervaringen 'eng'.
•
Het programma van de onderbouw sluit onvoldoende aan op het programma van de bovenbouw.
•
Georganiseerde buitenschoolse activiteiten van bijvoorbeeld brancheverenigingen en excursies zijn vaak te passief.
•
Er is te weinig tijd in het curriculum om praktijknabije activiteiten te organiseren.
Succesfactoren uit de scholen •
Wij laten de leerlingen zoveel mogelijk buitenschoolse activiteiten uitvoeren. De ervaringen die leerlingen opdoen, werken motiverend en overstijgen het school- en afdelingsbelang. Hiervoor is structureel tijd ingepland.
•
De mentor is verplicht twee vervolgopleidingen per jaar te bezoeken, zodat hij zicht krijgt op de vervolgmogelijkheden.
Aanbeveling •
Begin klein en veilig, sluit aan bij de ervaring van de leerling met werk (oppassen, pony verzorgen, krantenwijk) en sluit aan bij de ontwikkeling van de leerling.
•
Ook kleine, op vaardigheden gerichte, buitenschoolse opdrachten ondersteunen leerlingen bij het ontwikkelen van beroepsbeelden. Bijvoorbeeld: vergelijk het werk van een kassamedewerker in een drietal winkels (in drie sectoren). Andere vaardigheden die ingezet kunnen worden: observeren, interviewen, onderzoeken. •
Breng leerlingen in contact met beroepsdilemma's. Hierdoor kunnen leerlingen realistische beroepsbeelden ontwikkelen en ontdekken zij waar ze zich voor in willen spannen. Een beroepsdilemma is een discussie (innerlijke strijd) die voortkomt uit dilemma's/kwesties die spelen in het werkveld of de sector. Bijvoorbeeld een zorgdilemma: Ik loop achter op mijn tijdschema, ga ik mevrouw Jansen wel of niet de steunkousen aantrekken? Ga ik wel of niet biologische groenten verkopen? Kies ik voor meer personeel in het kinderdagverblijf of voor een veilige speelomgeving?
•
Investeer in een structurele samenwerking met bedrijven en instellingen in de omgeving van de school. Onderzoek wat de leerling voor het bedrijf of de instelling kan betekenen: wat kan hij doen, welke bijdrage kan hij leveren?
Reflectie Tijdens het reflectiemoment gaat de leerling in dialoog met zijn loopbaanbegeleider over zijn ervaringen. In dit gesprek blikt hij terug en kijkt vooruit om te ontdekken waar hij moeite voor wil doen. Knelpunten uit de scholen •
Niet alle docenten zijn geschikt om reflectieve gesprekken te voeren.
•
Reflectie en dialoog zijn niet structureel opgenomen in het programma.
•
Mentoren komen nauwelijks toe aan reflectie en dialoog, ze hebben te veel leerlingen die ze moeten volgen.
•
Het ontbreekt mentoren aan kennis en kunde om loopbaanreflectiegespreken te voeren.
"Als praktijknabije oriëntatie niet gevolgd wordt door reflectie en dialoog, dan kun je die activiteiten net zo goed niet doen." Succesfactoren uit de scholen •
Bij ons zijn alle mentoren geschoold in het voeren van reflectieve loopbaangesprekken en zijn daarmee loopbaanbegeleiders geworden.
•
Leerlingen schrijven een persoonlijk levensverhaal dat input levert voor de reflectiegesprekken.
•
Loopbaanreflectiegesprekken met leerlingen zijn structureel ingeroosterd.
Aanbeveling • •
Zorg voor een professionaliseringstraject van docenten op het gebied van effectieve en efficiënte reflectieve werkvormen. Ontwikkel visie en beleid ten aanzien van de begeleiding.
•
Zorg voor een variatie aan reflectieve werkvormen (zie daarvoor: Bewust leren door reflecteren. SLO, 2006).
•
In de bovenbouw veranderen de rollen en taken van de beroepsgerichte vakdocent. De traditionele vakdocent was vooral 'vakgericht' terwijl deze bij integratie van LOB meer 'leerlinggericht' zal worden. De veranderende rol van de beroepsgerichte vakdocent in het vmbo vraagt om aanvullende competenties die een plaats kunnen krijgen in het personeelsbeleid van de school (Van Hilten, 2010).
Tot slot van deze bijlage merken we op dat uit de interviews gebleken is dat veel bovengenoemde kenmerken erg afhankelijk zijn van de eigen, vaak totaal verschillende, omstandigheden waar scholen mee te maken hebben. Wat bij de ene school makkelijk te realiseren is, blijkt bij een andere school totaal niet mogelijk.
Begrippenlijst LOB vanuit SLO
Tot de algemene vaardigheden behoren onder andere communiceren, samenwerken, informatie verwerken, verwerken, presenteren en experimenteren. Deze zijn beschreven in de kerndoelen van de onderbouw en in de preambule die voorafgaat aan de examenprogramma's van het vmbo.
Arbeidsoriënterende stage
Kortlopende kennismaking met de beroepspraktijk.
X
X
Voorbeelden: • communiceren; • samenwerken; • informatie verwerven en verwerken; • presenteren; • experimenteren.
X
Meer informatie over soorten stages en stage mogelijkheden is te vinden op:
Mbo
Vmbo bovenbouw
Algemene (basis) vaardigheden (of vakoverstijgende vaardigheden)
Toelichting
Vmbo onderbouw
Betekenis en functie
Afkorting
Naam
rijksoverheid stage info punt kom in het leerbedrijf Arbeidsidentiteit
De mate waarin de leerling kan aangeven wat arbeid betekent voor zijn eigen leven en wat hij met arbeid kan betekenen voor anderen.
Assessment
Beoordeling die bedoeld is voor selectie en kwalificatie. Een assessment kan verschillende vormen hebben.
Bedrijfsbezoek
Excursie naar een bedrijf, ter oriëntatie en om leerlingen kennis te laten maken met (de verschillende functies binnen) het bedrijf.
X
X
X
X
Toelichting
X
X
X
Beroepsbeelden
Beelden van de praktijktaken en benodigde kennis, houding en vaardigheden van beroepen en van de context waarin beroepen worden uitgevoerd.
X
X
X
Beroepsdilemma
Een beroepsdilemma is een discussie (innerlijke strijd) voortkomend uit dilemma's/kwesties die spelen in concrete werksituaties, of situaties in het werkveld of de sector.
X
X
X
Beroepsidentiteit
De mate waarin de leerling zichzelf identificeert met een bepaalde beroepsbeoefenaar en zichzelf in staat om dit beroep uit te voeren.
37 Bedrijfssimulaties
Beroepsinteressetest (beroepskeuzetest)
38
BIT
Onderzoek naar persoonlijkheid en werkinteresse.
X
X
Mbo
Opdrachten die sterk lijken op opdrachten die in het werkveld uitgevoerd worden en waardoor leerlingen actief en samen met anderen kennis, attituden en vaardigheden ontwikkelen.
Afkorting
Vmbo bovenbouw
Betekenis en functie
X
Vmbo onderbouw
Naam
X
Een beroepsdilemma kan gaan over wat er gedaan moet worden, hoe het gebeurt en waarom het zo gebeurt, bezien vanuit verschillende tegengestelde standpunten. De waarden van de tegenstelling dienen verkend te worden, de argumenten pro of contra.worden verzameld en een standpunt ingenomen.
X
Meer informatie: www.123test.nl
Beroepspraktijkvorming
Praktijknabije opdrachten in de context van een beroep en/of werkveld. BPV
X
X
Beroepspraktijkvorming/stage bij een bedrijf, instelling of organisatie.
Toelichting Mbo
Vmbo bovenbouw
Beroepsoriënterende opdrachten
Betekenis en functie
Vmbo onderbouw
Afkorting
Naam
X
Meer informatie: site kenniscentra
Beroepsvaardigheden
Vaardigheden die kenmerkend zijn voor een bepaald beroep.
X
X
Zoals: plannen; onderzoeken; ontwerpen; meten; produceren; installeren; monteren; testen; organiseren; verzorgen; begeleiden.
Buddystage
Beroepsoriënterende werkervaring onder begeleiding van een buddy (meestal een mbo niveau 4 deelnemer).
X
X
Zie ook: Draaiboek buddystage (2009) www.slo.nl/LOB
Coach
Docent / persoon die het beste uit de leerling weet te halen, de leerling op de juiste momenten kan stimuleren en motiveren.
X
X
X
X
X
Competentiegericht onderwijs
CGO
X
Onderwijs waarin kennis, vaardigheden en houding als een geheel in aan de praktijk ontleende situaties aangeboden wordt. X
X
Decaan (1)
Studieadviseur, ondersteunt leerlingen bij het kiezen van een vervolgstudie en/of beroepsopleiding,
X
X
Decaan (2)
Studieadviseur en curriculair leider aangaande het LOB-programma
Naam
Betekenis en functie
Toelichting
Proces om elke leerling op een passende, uitdagende en perspectiefrijke plek in het onderwijs en op de arbeidsmarkt te krijgen.
X
X
X
Dialogische leeromgeving
Leeromgeving waarbij de leerling, in dialoog met zichzelf en met anderen, vragen leert stellen zoals: • Wie ben ik? • Wat kan ik? • Wat wil ik? • Wat drijft mij? • Wat past bij mij?
X
X
X
Doorlopende leerlijn LOB
Een beredeneerde opbouw van tussendoelen en inhouden leidend naar een einddoel.
X
X
X
Ervaringsgericht leren
Aan de praktijk ontleende activiteiten die gericht zijn op het opdoen van concrete ervaringen.
X
X
X
Terugkoppeling (eenrichtingverkeer) van de docent naar de leerling over het product en het proces.
X
X
X
Persoon van buiten de school, bijvoorbeeld een beroepsbeoefenaar, die lessen verzorgt.
X
X
X
Feedback
Gastlessen
40
FB
Mbo
Determinatie
39
Afkorting
Vmbo bovenbouw
Het vermogen van de leerling om in bepaalde (beroeps) situaties adequaat gedrag te vertonen.
Vmbo onderbouw
Competenties
Meer informatie is te vinden op: bedrijf voor de klas
Keuzebegeleidingslessen
Lessen gericht op de begeleiding van het keuzeproces van de leerling.
X
Krachtige loopbaangerichte leeromgeving
Praktijknabije leeromgeving, waarbij de leerling vraaggestuurd ervaringen opdoet en hierover kan reflecteren met andere(n) (volwassenen).
X
Kwalificatiedossier
KD
Een kwalificatiedossier beschrijft voor een een mbo-opleiding voor een specifiek beroep of beroepsgroep de kwalificatie-eisen: • de inhoud van het beroep; • de benodigde competenties voor een beginnende beroepsbeoefenaar; • de benodigde kennis en vaardigheden voor een beginnende beroepsbeoefenaar.
Leerplein
Leeromgeving die bestaat uit kenmerkende praktijksituaties.
Leerwerktraject
Een combinatie van werken en leren in de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo.
Toelichting
Mbo
Vmbo bovenbouw
Betekenis en functie
Vmbo onderbouw
Afkorting
Naam
X
X
De kwalificatiedossiers van het mbo zijn te vinden op: mbo-2010
X
X
X
X
Meer informatie over soorten stages en stage mogelijkheden: stages-in-het-vmbo stageinfopunt
Leven lang leren
LLL
Activiteiten die gedurende het hele leven ontplooid worden om kennis, vaardigheden en competenties vanuit een persoonlijk, burgerlijk/sociaal en/of werkgelegenheids-perspectief te verbeteren.
X
Bron: Ministerie van OCW www.rijksoverheid.nl/ministeries/ocw
LOB-coördinator
Functionaris die in de school LOBactiviteiten coördineert, bewaakt en deze afstemt met het curriculum.
Loopbaanbegeleider Loopbaancoach
Functionaris die de individuele leerling begeleidt, volgt en helpt in zijn ontwikkeling en met het keuzeproces.
X
Loopbaancompetenties
Vijf competenties die de leerling, gedurende zijn hele leerloopbaan, maar ook daarna, in zijn arbeids- en levensloopbaan kan gebruiken om tot goede keuzes te komen: • Kwaliteitenreflectie: Wat kan ik het best? • Motievenreflectie: Waar ga en sta ik voor? • Werkexploratie: Waar ben ik het meest op mijn plek? • Loopbaansturing: hoe bereik ik mijn doel? • Netwerken: Wie kan mij helpen mijn doel te bereiken?
X
42
Toelichting
Mbo
Vmbo bovenbouw
41
Betekenis en functie
Vmbo onderbouw
Naam
Afkorting
kominhetleerbedrijf
X
X
Ook wel LOB-docent genoemd.
X
Meijers, F., Kuijpers, M., & Bakker, J. (2006). Over leerloopbanen en loopbaanleren. Loopbaancompetenties in het (v)mbo. Driebergen: Het Platform Beroepsonderwijs.
Loopbaandialoog (loopbaanreflectiegesprek)
Open gesprek tussen loopbaanbegeleider (of mentor) en leerling waarin de loopbaanbegeleider de leerling helpt verbanden te leggen tussen ervaringen binnen- en buiten school, terug te blikken en vooruit te kijken.
Loopbaanleren
LBL
Het leerproces waarin studenten gaandeweg zelfsturend worden wat betreft hun (studie)loopbaan.
Loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB)
LOB
Het doel van LOB is dat leerlingen leren kiezen en het keuzeproces leren doorgronden, om zo voorbereid te zijn op een leven waarin steeds weer keuzes voor opleiding en arbeid gemaakt moeten worden. Centraal in het LOB-proces staat het ontwikkelen van loopbaancompetenties.
Meeting Point
Schakel tussen school, buurt, organisaties en bedrijven.
Mentor
Begeleider van een groep leerlingen in het groeps-, leer- en keuzeproces.
Naam
Betekenis en functie
Mbo X
X
X
X
Meer informatie is te vinden op: maatschappelijkestage
X
X
X
Toelichting
X
Ontwikkelingsgericht onderwijs
Onderwijs dat is gericht op de ontwikkeling en vorming van de leerling en de persoonlijke identiteit van de leerling.
X
X
X
Opleidingsbeeld
Beeld van de leeromgeving, de inhoud en inrichting van onderwijs in het vervolgonderwijs.
X
X
X
Oriëntatie op leren en werken
Examendomein in de examenprogramma's van alle avovakken. Soms als vak op het lesrooster als Oriëntatie op studie en beroep (OSB).
Mbo
X
Afkorting
Lessen gericht op het begeleiden van studievaardigheden, sociale vaardigheden en beroepsoriëntatie.
X
Meer informatie is te vinden op: www.examenblad.nl
Persoonlijk Activiteitenplan
PAP
Plan waarbij de deelnemer op de korte termijn aangeeft welke activiteiten hij wil ondernemen om zijn doelen te bereiken.
Persoonlijk Ontwikkelingsplan
POP
Plan waarbij de deelnemer zijn persoonlijke en professionele ontwikkeling voor de lange termijn kan plannen.
X
X
Portfolio
pf
Registratie van verworven kennis, vaardigheden en competenties.
X
X
Lokaal voor onderwijs in praktijkvakken waarin praktijksimulaties mogelijk zijn of praktische vaardigheden geoefend kunnen worden.
X
X
Praktijklokaal
44
Ook wel dienstencentrum genoemd. Diverse vmbo-scholen en ROC ‘s hebben een dienstencentrum.
X
Mentorlessen
43
Loopbaanleren en – begeleiden in het hbo (Kuijpers en Meijers, 2008).
X
Vmbo bovenbouw
Een vanuit het onderwijs georganiseerde bijdrage van de leerling aan de samenleving door vrijwilligerswerk.
X
Toelichting
Vmbo onderbouw
Maatschappelijke stage
Vmbo bovenbouw
Betekenis en functie
Vmbo onderbouw
Afkorting
Naam
X
Vaak in de vorm van een verzameling bewijzen.
Praktijknabij
De mogelijkheid om ervaringen in de praktijk op te doen met realistische opdrachten.
Toelichting
Mbo
Vmbo bovenbouw
Betekenis en functie
Vmbo onderbouw
Afkorting
Naam
X
Indien het realiseren van de echte praktijksituatie niet mogelijk is, kan deze gesimuleerd worden. Meer informatie is te vinden op de sites: sapfabriek en maasleerfabrieken
Praktische sectororiëntatie
PSO
Actieve, motiverende, onderwijsvorm, die leerlingen in de onderbouw van het vmbo de mogelijkheid biedt om kennis te maken en ervaring op te doen met de vier sectoren.
Proeve van bekwaamheid
PvB
Eindopdracht waarin een leerling in de praktijk laat zien dat hij de competenties van een beginnend beroepsbeoefenaar beheerst.
X
X
PSO-modulen
Lessen van een bepaalde omvang die deel uitmaken van een programma
X
Realistische beroepsactiviteiten
Activiteiten die in een beroepssituatie worden uitgevoerd.
X
X
X
Reflectie
Proces waarbij de leerling terugkijkt op zijn eigen handelen, betekenis geeft aan zijn opgedane ervaringen en vooruitblikt wat hij met de ervaringen gaat doen.
X
X
X
Sectorbeelden
Beelden van de werkzaamheden in een sector en van de context waarin de werkzaamheden uitgevoerd worden.
X
Naam 45
Betekenis en functie
Sectororiëntatie
SO
Snuffelstage
Brede oriëntatie van leerlingen op de sectoren economie, groen, techniek en zorg en welzijn.
X
X
Kortlopende kennismaking met de beroepspraktijk.
Toelichting
Mbo
Vmbo bovenbouw
X
Vmbo onderbouw
Docent die de lessen en organisatie rondom praktische sectororiëntatie verzorgt.
Afkorting
PSO-docent
X
Meer informatie over soorten stages en stagemogelijkheden zijn te vinden op: rijksoverheid stageinfopunt kominhetleerbedrijf
Sociale vaardigheden
SOVA
Vaardigheden gericht op het menselijk contact, de sociale omgang met anderen.
X
Voorbeelden: • contacten leggen; • een gesprek beginnen; • omgaan met kritiek; • opkomen voor jezelf; • omgaan met gevoelens; • omgaan met pesten.
Sollicitatieproject
Project om leerlingen te laten oefenen in het solliciteren. Achtereenvolgens komen de vacaturekeuze, het schrijven van een sollicitatiebrief en het sollicitatiegesprek in een realistische context aan de orde.
X
Speed dating
Werkvorm om leerlingen door middel van korte gesprekken snel in contact te brengen met beroepsbeoefenaren (bijvoorbeeld in verband met een stage of bedrijfsbezoek).
X
46
Veelal in samenwerking met plaatselijke werkgevers, bijvoorbeeld via: • Rotary; • verenigingen van werkgevers; • ondernemersverenigingen; • de Kamer van Koophandel. X
Studieadviseur
Functionaris die de individuele leerling adviseert tijdens zijn/haar studieloopbaan.
Studieloopbaanbegeleider
Degene die de leerlingen begeleidt bij het leer- en loopbaanproces gedurende de schoolloopbaan.
Toelatingstest
Test met als doel te kijken of een leerling tot een opleiding kan worden toegelaten.
Vakkenintegratie
X
Vmbo Carrousel
Beroepsoriënterende excursies, waarbij leerlingen in groepjes meerdere bedrijven of instellingen bezoeken.
X
Voortgangsgesprek
Gesprek over de vorderingen van een leerling met de focus op schoolresultaten.
Vraaggestuurd onderwijs
47
Mbo X
X X
WPS
Toelichting
X
Inhoudelijke afstemming en samenwerking tussen vakken of tussen vakken en beroepsgerichte programma's
Werkplekkenstructuur (werkpleksimulatie)
VI
Vmbo bovenbouw
Betekenis en functie
Vmbo onderbouw
Afkorting
Naam
X
Meer informatie is te vinden op: vmbocarrousel
X
X
Onderwijs waarbij rekening gehouden wordt met de leervragen van de leerling.
X
X
Leeromgeving waarbij leerlingen rouleren langs werkveldopstellingen.
X
Meer informatie is te vinden op de site: http://www.Leraar24.nl