Vraag & Antwoord De toetsingscriteria Hoe zijn de nu vastgestelde toetsingscriteria tot stand gekomen? Waarom wordt deze tussenstap, het vaststellen van de toetsingscriteria, genomen? Hoe is de veiligheidsmonitor in de weging meegenomen? Hoe is de wijkmonitor in de weging meegenomen? Wat houdt leefbaarheid van een wijk precies in? Wat houdt draagkracht van een wijk precies in? Zijn de toetsingscriteria openbaar? Hoe vindt de selectieprocedure plaats? Wanneer beslist het college over de mogelijke locaties? Wanneer volgt de definitieve locatiekeuze?
Een woonvoorziening Wat is een woon/zorgvoorziening en wie verblijven er? Waar in Breda zijn voorzieningen voor dak- en thuislozen? Waarom zijn deze voorzieningen niet genoeg? Wat is semi-permanente bouw? Waarom zijn de woonvoorzieningen nodig? Wat houden de afspraken met het Rijk precies is? Hoe zit het met het gebruik van drugs of alcohol in de woonvoorzieningen? Hoe komen bewoners aan hun drugs? Wie is verantwoordelijk voor bijvoorbeeld het onderhoud van het pand en de dagelijkse gang van zaken? Wat gebeurt er met dag- en nachtopvang ’t IJ?
De bewoners Wat wordt bedoeld met 'daklozen'? Wat wordt bedoeld met 'thuislozen'? Hoe groot is de groep dak- en thuislozen in Breda? Waar komen de mensen die in een woonvoorziening gaan wonen vandaan? Woonvoorzieningen waarin de bewoners hun drugs mogen gebruiken: is dat wel legaal? Hoe is de ervaring in andere steden met veiligheid rondom het pand? Wat merkt u van de komst van de bewoners? Wat kunt u doen als het niet goed loopt? Wat is een beheergroep? Hoe kun je als dakloze in de woonvoorziening komen wonen? Hoe lang kunnen de bewoners in de woonvoorziening blijven wonen? Wat doen bewoners de hele dag? Hoe komen verslaafde dak- en thuislozen aan geld?
Meer informatie Hoe word ik op de hoogte gehouden? Bij wie kan ik terecht voor vragen?
De toetsingscriteria Hoe zijn de nu vastgestelde toetsingscriteria tot stand gekomen? Door een Taskforce met daarin vertegenwoordigers van gemeente, politie, Openbaar Ministerie, SMO Breda en de woningcorporaties WonenBreburg, Singelveste AlleeWonen en Laurentius zijn de nieuwe toetsingscriteria opgesteld. Deze Taskforce heeft de eerdere criterialijst en de weging daarvan opnieuw bekeken en aangepast. Op basis van de veiligheids- en wijkmonitor zijn ook de criteria veiligheid, leefbaarheid en draagkracht van de buurt aan de lijst toegevoegd. Een belangrijke randvoorwaarde is dat alle mogelijke locaties volgens het bestemmingsplan passend en financieel haalbaar zijn. De afspraak met het Rijk is namelijk dat Breda twee voorzieningen voor eind 2012 heeft gerealiseerd. Waarom wordt deze tussenstap, het vaststellen van de toetsingscriteria, genomen? Het vaststellen van de toetsingscriteria is een extra stap in het eerder geschetste proces. Om een zorgvuldig proces ten aanzien van de toetsingscriteria en de daaropvolgende locatiekeuze te doorlopen, is het van belang eerst de commissie maatschappij tijdens haar bijeenkomst op 1 maart bij het vaststellen van de criteria te betrekken. Hoe is de veiligheidsmonitor in de weging meegenomen? Uit de veiligheidsmonitor zijn die elementen meegewogen die relevant zijn bij het huisvesten van deze doelgroep, zoals overlast gerelateerd aan drugs en/of daklozen, geweld, onveiligheidsgevoelens en vermogensdelicten. Wijken die beneden gemiddeld scoren op de combinatie van deze aspecten worden uitgesloten van de locatiekeuze.
Hoe is de wijkmonitor in de weging meegenomen? Uit de wijkmonitor zijn elementen meegewogen die een indruk geven van de leefbaarheid van een wijk en de sociale draagkracht van de bewoners van de wijk. Wijken die sterk beneden gemiddeld scoren op één van deze aspecten worden uitgesloten van de locatiekeuze.
Wat houdt leefbaarheid van een wijk precies in? Dit geeft een indicatie van de leefbaarheid van de wijk. Daarbij kijken we onder meer naar de leefbaarheid van de wijk volgens bewoners, de sociale samenhang in de wijk, de staat van de openbare ruimte en het beeld dat de bewoners van de buurt hebben.
Wat houdt draagkracht van een wijk precies in? Dit geeft een indicatie van de sociale draagkracht van de bewoners van de wijk. Daarbij kijken we onder meer of er veel werkloosheid is in de wijk, hoe het staat met de maatschappelijke participatie en of er veel jongeren met problemen wonen.
Zijn de toetsingscriteria openbaar? Ja, zie toetsingscriteria onder "nadere informatie".
Hoe vindt de selectieprocedure plaats? De Taskforce selecteert op basis van ‘harde’ en ‘zachte’ criteria mogelijke opvanglocaties. Aan de harde criteria valt niet te tornen, die gelden zonder meer. De zachte criteria hoeven niet per definitie tot uitsluiting van een locatie te leiden. Die selectieprocedure vindt in drie fasen plaats. Bij een eerste selectie vallen de locaties af die volgens het bestemmingsplan niet passend zijn, niet groot genoeg zijn of niet volledig door de doelgroep gebruikt kunnen worden. Ook de locaties die niet op tijd beschikbaar zijn of die liggen in een buurt die te laag scoort op veiligheid, leefbaarheid en draagkracht ten opzichte van andere buurten, vallen in deze eerste fase af. Bij een tweede selectie vallen ook de locaties af die de politie niet geschikt vindt vanuit het oogpunt ‘openbare orde en handhaving’. Alle hiervoor genoemde criteria zijn ‘hard’. In de tweede fase wordt ook gekeken naar de ligging van de locaties ten opzichte van scholen, soortgelijke voorzieningen en of de locaties voldoende mogelijkheden geven tot integratie van de doelgroep met de buurt. Deze criteria zijn zacht. Bij een derde selectie vallen de locaties af
die financieel onhaalbaar zijn en die niet of onvoldoende geschikt te maken zijn voor de doelgroep. In deze laatste fase wordt ook bekeken of de betrokken instelling en woningcorporatie bereid zijn de locatie te exploiteren. Ook deze laatste criteria zijn hard. De locaties die na deze drie selectieronden overblijven, zijn de mogelijke locaties voor de opvang van dak- en thuislozen. Wanneer beslist het college over de mogelijke locaties? Eind maart besluit het college over de mogelijke locaties. Vervolgens bespreekt het college deze mogelijke locaties eind maart eerst met de betrokken bewoners. Zij kunnen hun inbreng leveren vanuit de wijk om het college in de gelegenheid te stellen een zorgvuldige belangenafweging te maken bij de uiteindelijke locatiekeuze. Via een Breda bericht worden de betreffende bewoners uitgenodigd voor een bewonersbijeenkomst. De mogelijke locaties worden daarna begin april besproken in de commissie Maatschappij. Daarna wijst het college twee definitieve locaties voor de opvang van dak- en thuislozen aan.
Wanneer volgt de definitieve locatiekeuze? Voor de zomervakantie zijn de definitieve locaties bekend.
Een woonvoorziening Wat is een woon/zorgvoorzieningen en wie verblijven er? Deze woon/zorgvoorzieningen zijn “huizen” waarin 24 (voorheen) daklozen 24 uur per dag worden opgevangen en waar ze zorg en begeleiding krijgen van professionele hulpverleners. De bewoners hebben een slechte lichamelijke en geestelijke gezondheid en zijn verslaafd aan alcohol of drugs. Met de 24-uursopvang kunnen hun levensomstandigheden sterk verbeteren. In de woonvoorziening hebben ze een eigen kamer. Dak- en thuislozen die gemotiveerd zijn om hun situatie te verbeteren komen in aanmerking om in de woonvoorziening te verblijven.
Waar in Breda zijn voorzieningen voor dak- en thuislozen? De voorzieningen zijn verspreid over de hele stad. De Stichting Maatschappelijke Opvang Breda (SMO) heeft in Breda een aantal verschillende voorzieningen. De meest bekende is ‘t IJ (een dag- en nachtvoorziening voor dak- en thuislozen). Daarnaast heeft SMO voorzieningen voor crisisopvang in Breda (het Koetshuis) en Oosterhout (het Vluchtheuveltje) en woonvoorzieningen in Breda (Herderheem), Bavel (Weideveld) en Baarle-Nassau (de Gaarshof). Deze woonvoorzieningen hebben een woonfunctie en bieden bewoners een vaste verblijfplaats en zorg. In deze woonvoorzieningen mag niet gebruikt worden.
Waarom zijn deze voorzieningen niet genoeg? De stap van dag- en nachtopvang ’t IJ naar een woonvoorziening waar niet mag worden gebruikt is voor veel dak- en thuislozen een te grote stap. Deze nieuwe woonvoorzieningen waar wel gebruikt mag worden, geven de bewoners rust en structuur om aan hun situatie te werken. Een volgende stap is doorstromen naar een voorziening waar niet meer gebruikt mag worden en waar zelfstandiger gewoond wordt. Het uiteindelijke doel is altijd dat de mensen weer voor zichzelf kunnen zorgen.
Wat is semi-permanente bouw? Semi-permanente bouw ziet eruit als een echt gebouw en doet kwalitatief niet onder voor permanente bouw. Het voordeel hiervan is dat het snel neergezet kan worden.
Waarom zijn de woonvoorzieningen nodig? Naast de afspraken die met het Rijk gemaakt zijn, (met ingang van 2013 is tenminste 60% van de geregistreerde dak- en thuislozen regulier en duurzaam gehuisvest) wil Breda deze inwoners helpen om weer een zelfstandig bestaan op te bouwen. De mensen die in een woonvoorziening gaan leven, krijgen de juiste zorg en activering
aangeboden. Binnen de woonvoorziening is sprake van 24-uurs begeleiding en toezicht. De bewoners volgen een op hen afgestemd programma van zorg en activering. Bezig zijn, dat is belangrijk. Ervaringen uit grote steden, waar al woonvoorzieningen zijn gerealiseerd, leert dat zekerheid van wonen met structuur en activering een positief effect heeft op de bewoners en dat doorgaans daardoor het gebruik afneemt. Er ontstaat rust en stabiliteit, zodat meerdere problemen tegelijkertijd kunnen worden aangepakt. Wat houden de afspraken met het Rijk precies is? a. vanaf 2013 volgen alle geregistreerde dak- en thuislozen in Breda een passend traject. b. Met ingang van 2013 is tenminste 60% van de geregistreerde dak- en thuislozen regulier en duurzaam gehuisvest. c. Als derde doel stelt de gemeente dat vanaf 2010 dakloosheid als gevolg van huisuitzetting tot minder dan 30 % van het niveau van 2007 is teruggebracht. d. Daarnaast moet dakloosheid als gevolg van detentie of het ontbreken van hulp door instellingen zijn uitgebannen. e. Tenslotte moet in 2015 overlast door dak- en thuislozen zijn teruggedrongen tot ten hoogste 75% van het huidige niveau.
Hoe zit het met het gebruik van drugs of alcohol in de woonvoorzieningen? In de woonvoorzieningen mag onder toezicht worden ‘gebruikt’, maar dat mag alléén in huis op de eigen kamer, niet in gemeenschappelijke ruimten en ook niet op straat. Hierover worden strikte afspraken gemaakt. Dat de bewoners in de voorziening op hun eigen kamer mogen gebruiken, is een relatief nieuwe benadering in de hulpverlening. Drugsgebruik is op grond van de richtlijnen van het Openbaar Ministerie geen strafbaar feit. Van de bewoners wordt verwacht dat zij goede buren zijn en daarbij hoort géén gebruik op straat. Een goede buur zijn is een voorwaarde voor de bewoners om een plaats in de woonvoorziening te krijgen en te behouden.
Hoe komen bewoners aan hun drugs? Drugs wordt niet verkregen in de wijk. Bewoners verkrijgen hun drugs via kanalen waar ze normaliter hun drugs halen, zoals voor ’t IJ. Er wordt niet getolereerd dat er drugs gedeald wordt rondom de woonvoorziening. Het kopen en verkopen van drugs rondom de woonvoorziening (binnen een straal van 500 meter) is niet toegestaan. Bewoners van een woonvoorziening die betrapt worden op het kopen of verkopen van drugs in die zone lopen het risico de woonvoorziening weer te moeten verlaten.
Wie is verantwoordelijk voor bijvoorbeeld het onderhoud van het pand en de dagelijkse gang van zaken? De gemeente is verantwoordelijk voor de locatiekeuze van de woonvoorziening, de eigenaar van het neer te zetten pand (woningcorporatie) voor het onderhoud, en SMO Breda is verantwoordelijk voor de dagelijkse zorg voor de bewoners. Novadic-Kentron geeft zo nodig begeleiding op het gebied van verslavingsproblematiek. GGZ Breburg geeft zo nodig begeleiding op psychisch en psychiatrisch gebied. Daarnaast zijn alle partijen verantwoordelijk voor de leefbaarheid en een goede woon- en leefomgeving. Wat gebeurt er met dag- en nachtopvang ’t IJ? Na realisatie van de woonvoorzieningen zal ’t IJ als kleine dag- en nachtopvang met de alcohol en drugsgebruiksruimten blijven bestaan. In de nieuwe woonvoorzieningen gaan cliënten van ‘t IJ wonen die gemotiveerd zijn om hun situatie te verbeteren. Daarnaast zal ‘t IJ als activeringscentrum gaan dienen. Ze bieden op dit moment al activering aan daken thuislozen, maar het activeringsprogramma zal uitgebreid worden.
De bewoners
Wat wordt bedoeld met 'daklozen'? Daklozen hebben letterlijk geen dak boven hun hoofd. Zij zoeken een slaapplaats bij vrienden en kennissen, de nachtopvang of de openbare ruimtes (portieken, fietsenstallingen of de straat). Wat wordt bedoeld met 'thuislozen'? Thuislozen zijn mensen die geen sociaal netwerk (geen contact met familie, vrienden etc) meer hebben en dus een groot risico lopen om te vereenzamen en maatschappelijk gezien af te glijden. Het netwerk van sociale relaties waaraan elke mens als sociaal wezen behoefte heeft, is totaal of zeer verregaand afwezig. Dit leidt tot een opeenstapeling van problemen. De betrokkenen glijden af naar een ‘leven dat nauwelijks of niet beantwoordt aan de menselijke maatschappelijke normen en waarden’. Ze zijn “marginaal gehuisvest” en komen voor hun contacten naar de dag- en nachtopvang ’t IJ. "Marginaal gehuisvesten" zijn mensen die bijvoorbeeld op een camping wonen, in een kraakpand, kortom waar geen garantie is op langdurig verblijf of waarbij het verblijf niet passend is bij de zorgvraag. Voor dak- en thuislozen geldt dat er vaak sprake is van multiproblematiek bijvoorbeeld psychische problemen, verslaving, problemen met justitie, financiële problemen.
Hoe groot is de groep dak- en thuislozen in Breda? In de regio Breda zijn eind 2010 ruim 780 personen dak- en thuisloos.
Waar komen de mensen die in een woonvoorziening gaan wonen vandaan? Uit Breda en omgeving. Als centrumgemeente is Breda verantwoordelijk voor de opvang van dak- en thuislozen. De 11 regiogemeenten zijn ook verantwoordelijk voor preventie en nazorg. De regiogemeenten zijn: Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Zundert, Etten-Leur, Oosterhout, Geertruidenberg, Drimmelen, Moerdijk, Werkendam, Woudrichem en Aalburg.
Woonvoorzieningen waarin de bewoners hun drugs mogen gebruiken: is dat wel legaal? Drugsgebruik is op grond van de richtlijnen van het Openbaar Ministerie geen strafbaar feit. De bewoners mogen in de voorziening op hun eigen kamer drugs gebruiken. Dit is een relatief nieuwe benadering in de hulpverlening. Het blijkt dat mensen meer gemotiveerd zijn om hun verslaving af te bouwen in een omgeving waar rust en structuur is.
Hoe is de ervaring in andere steden met veiligheid rondom het pand? Uit onderzoeken in andere steden blijkt dat de veiligheid in de stad en in de wijk door de woonvoorziening juist toeneemt. De ervaring leert dat de bewoners in een woonvoorziening steeds minder drugs of alcohol gaan gebruiken. Daarnaast blijkt uit de ervaringen van de gemeente Rotterdam dat bewoners oog hebben voor hun omgeving en de veiligheid ervan.
Wat merkt u van de komst van de bewoners? De bewoners met een activeringsprogramma gaan van en naar de woonvoorziening. Ook reizen er professionals van en naar de woonvoorziening.
Wat kunt u doen als het niet goed loopt? Zodra de woonvoorzieningen bewoond worden krijgt u een telefoonnummer waar naartoe u kunt bellen als u klachten heeft of meldingen van overlast wil doen. Er wordt op korte termijn uitgezocht wat er aan de hand is en zonodig wordt de melding of klacht opgelost. U wordt hierover dan terug gebeld. De beheergroep gaat dit voordat de woonvoorzieningen bewoond worden, regelen. Personen die niet thuis horen in de buurt worden niet getolereerd. Daar zijn heel nadrukkelijk afspraken over gemaakt met politie en Stadstoezicht. De politie treedt op als zich onverhoopt iets voordoet.
Wat is een beheergroep? Daarnaast krijgt iedere woonvoorziening een beheergroep. Daarin zitten bewoners, omwonenden, zorgverleners, politie en de gemeente. De beheergroepen maken een beheerplan. In dit plan staat onder andere hoe wordt omgegaan met de voorziening en hun bewoners, hoe er wordt gecommuniceerd, wat er gedaan wordt aan veiligheid en aan eventuele overlast, hoe de klachtenregeling is, enzovoorts. Tijdens de informatiebijeenkomsten die later in het proces worden gehouden voor de locaties waar de nieuwe woonvoorzieningen komen, kunnen omwonenden zich opgeven voor de beheergroep. Hoe kun je als dakloze in de woonvoorziening komen wonen? Belangrijk is dat de toekomstige bewoner gemotiveerd is om aan zijn situatie te werken. Daarnaast is een goede buur zijn een voorwaarde om in de woonvoorziening te mogen wonen en te mogen blijven wonen. Om in aanmerking te komen voor een plaats in de voorziening, moet een dakloze een AWBZ-indicatie hebben (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten). Dit betekent dat eerst wordt gekeken welke zorg iemand nodig heeft. Ook moeten bewoners passen bij de doelgroep van de voorziening. Drugs -en alcoholverslaving zijn daarbij criteria.
Hoe lang kunnen de bewoners in de woonvoorziening blijven wonen? De bewoners blijven in de woonvoorziening zolang als het nodig is en zo kort als het kan. Zij moeten zich natuurlijk wel aan de regels houden. Mocht tijdens het verblijf in de woonvoorziening de bewoner tot inzicht komen dat hij wil werken aan het afbouwen van zijn verslaving, dan kan men gebruik maken van de intensieve samenwerking met Novadic-Kentron. De cliënt wordt waar nodig ondersteund bij het vinden van een passende therapie en/of behandeling om van zijn verslaving af te komen. Is dit het geval dan krijgt de bewoner een andere vorm van wonen aangeboden. Een volgende stap is doorstromen naar een voorziening waar niet meer gebruikt mag worden en waar zelfstandiger gewoond wordt. Het uiteindelijke doel is altijd dat de mensen weer voor zichzelf kunnen zorgen.
Wat doen bewoners de hele dag? In de woonvoorziening kunnen bewoners eten, slapen, praten, tv kijken, lezen: alles wat in een gewoon huis ook kan. Verder moeten klusjes gedaan worden, zoals tafel dekken, opruimen, afwassen, de was doen en schoonmaken. Bewoners kunnen zelf ook koken, als ze dat willen. Daarnaast volgen ze een activeringsprogramma. Ze maken bijvoorbeeld de singels schoon of helpen in de groenvoorziening.
Hoe komen verslaafde dak- en thuislozen aan geld? Alle bewoners hebben een inkomen, zijn verzekerd tegen ziektekosten en betalen een eigen bijdrage voor het wonen in de voorziening. Een groot deel van de daklozen heeft inkomsten uit de bijstand of een andere uitkering. De bewoners vallen onder een zak- en kleedgeldregeling. Voor de meesten betekent dit dat hun volledige uitkering vervalt en dat ze een maandelijkse bijdrage (zakgeld) krijgen als ze in de voorziening gaan wonen.
Meer informatie Hoe word ik op de hoogte gehouden? Via deze website.
Bij wie kan ik terecht voor vragen? U kunt contact opnemen met de gemeente als u nog meer vragen heeft. Vragen kunt u stellen via
[email protected].