2
Voorwoord: Het is natuurlijk niet voor niks, dat we deze reis ondernemen. Ruim 21 jaar geleden werd Naomi in Zuid Korea geboren. Toen ze 5 maanden was, kwam ze bij ons in Nederland wonen. Sindsdien hebben we gespaard voor een eventuele roots-reis naar haar geboorteland. Nu in 2007 geeft Naomi aan wel benieuwd te zijn naar haar land. In de reis zit een bezoek gepland aan het Kindertehuis in Seoul. Naomi zelf wil graag langs haar geboortestad Pyungtaek. Ook dat doen we natuurlijk. Overigens heeft de zoekvraag van Naomi (het proberen op te sporen van haar biologische moeder) niets opgeleverd. Voor alle mensen, die graag naar een Aziatisch land gaan, om daar als westerling te gaan kijken naar zielige en arme mensen, die blij zijn met de inkomsten van de Westerse toeristen... Niet gaan!! Korea is een land, waar volop toerisme is. 99% van de toeristen zijn Koreanen Zij geven daar graag en veel geld aan uit. Verder loopt Korea op automatiseringsgebied waarschijnlijk voor op Europa. En wat betreft omgangsvormen, omgaan met je omgeving en respect voor elkaar kunnen wij nog heel wat leren van de Zuid-Koreaanse maatschappij.
korte cursus Koreaans en Koreaanse gewoontes: [kamsamiedá] = bedankt, dank je wel [aiseejoó]= welkom of tot ziens Bij binnenkomst in een winkel, huis, restaurant of waar dan ook, maak je een kleine buiging naar het personeel, begroet hen met [aiseejoó], welke groet je ook terugkrijgt. Bij het weer verlaten draai je je voor de deur nog even om, maak wederom een buiginkje en neem je afscheid met [kamsamiedá]. Geld of goederen aanpakken doe je met je rechter hand. Met links is het erg onbeleefd. Als je iets geeft of ontvangt met 2 handen of met je linker hand de rechter ondersteunend, wordt dat als zeer beleefd ervaren. Koreanen stellen dat erg op prijs. Eten, drinken en bestellen in een restaurant doe je nooit individueel. Koreaanse gewoonte is om met een gezelschap aan een tafel te gaan zitten. Daar dan voor ieder gezamenlijk het eten te bestellen. De dranken en het eten worden door de tafelgenoten verdeeld. Het personeel zorgt meestal voor het omdraaien en knippen van het vlees, maar als je dat zelf wilt is dat ook prima. Kom je tekort, dan bestel je gewoon nog een portie bij. Verder is het in Korea niet gepast om af te dingen, of om fooi te betalen. Overal, dus in winkels, restaurants en taxi’s wordt gewoon de afgesproken prijs betaald, of de prijs die op de meter staat (in Korea zijn taxi’s heel goedkoop). Je beledigt mensen als je hieraan tornt. Kijk uit in het verkeer. Vooral in Seoul krioelen mensen, auto’s, brommers, scooters door elkaar heen over wegen en stoepen. Er wordt wel veel getoeterd, maar agressie is er niet. Zoals wij hebben ervaren zijn de stoepen in Korea over het algemeen schoon. Er ligt geen vuil of kauwgom op straat. Graffiti kennen ze niet. Er zijn weinig prullenbakken. Maar bij elk winkeltje, of soms naast een lantaarnpaal wordt er huisvuil verzameld, wat dan ‘s nachts weer wordt opgeruimd.
3
Dag 1, Schiphol, reis en aankomst in Seoul.
Gelukkig worden die ook nog in het Engels herhaald.
Alle koffers zijn gepakt. Joep heeft een rugzak. De andere drie hebben nieuwe tassen, met van die handige wieltjes eronder, en een uittrek-handvat. Alle tassen hebben op de weegschaal gestaan. Die van Anton is de zwaarste met 19 kilo (maar waarschijnlijk heeft Yvonne die ook nog met van alles aangevuld). We willen niet te laat zijn en gaan dan ook op tijd met de bus naar het station, om daarna met de trein naar Schiphol af te reizen. Gelukkig heeft Yvonne Joep gebeld, zodat die ook op tijd in Bavel is. Het overstappen in Rotterdam is makkelijk. Even het perron oversteken.
Het is wel een hele lange zit. Elf uur lang in eenzelfde stoeltje. Na een paar uur komen we plots in hevige turbulentie terecht. De (overigens echt hele erge dunne en smalle stewardessen, met hele licht groene pakjes aan en allemaal een sliert in V-vorm in hun allemaal even grote knot in het haar), waren juist koffie aan het uitdelen. Het toestel schoot tot twee keer toe een paar meter omlaag, althans zo voelde het wel. Stewardessen schieten als een speer naar “hun stoeltje”. Degenen, die aan het uitdelen zijn hebben blijkbaar de opdracht om plat op de grond te gaan liggen. Koffie vliegt door het gangpad en tien minuten later, als alles weer wat genormaliseerd is, wordt de ene stewardess geholpen naar haar stoel. Een paar kinderen, maar ook moeders, beginnen te huilen en houden elkaar angstvallig vast. Geen ritje om van je vliegangst af te komen dus..... Dan stabiliseert alles zich weer.
Uiteindelijk komen we dan vier uur te vroeg aan op Schiphol. We hebben het e-ticket-nummer opgestuurd gekregen en dat zou voldoende moeten zijn om naar Korea te komen. In de buurt van de incheckbalie ontmoeten we al wat reisgenoten. Even is het onduidelijk of we gezamenlijk inchecken of niet, maar het blijkt dat toch iedereen in de rij gaat staan en zijn bagage afgeeft. We vliegen met Korean-air. We hangen, slenteren, drinken wat, roken wat en de tijd kruipt voorbij. We gaan door de douane. Alleen Naomi piept en wordt dus nog een keertje extra “afgetast”. Ook zij mag daarna doorlopen.
Sommigen slapen wel, anderen niet of nauwelijks Op de monitor kunnen we precies volgen waar we vliegen. Er worden ook een paar films gedraaid in het Engels, die we dan met de hoofdtelefoon kunnen beluisteren. Ook nog vijf andere zenders op de koptelefoon van moderne jazz tot klassiek. We zien, Groningen, Duitsland, Zweden, Moskou, Uzbekistan(?), Siberië, China en Noord-Korea ontwijkend, uiteindelijk Seoul op de monitor verschijnen.
We landen op Incheon-airport. Dat is het nieuwe vliegveld van Seoul. Een metropool, waar zo’n 13 miljoen mensen wonen. We worden opgevangen door Karin, die met haar “Shilla-travel” bordje iedereen opwacht. We huren een telefoon om toch in ieder geval bereikbaar te zijn voor het thuisfront. Tevens kunnen we dan, door via het internet (Voipbuster) een verbinding tot stand te brengen, voor vier cent per minuut van onze Koreaanse mobiel naar vaste nummers in Nederland bellen. Dan stappen we in de gereedOm half 6 lopen we de slurf in. Het vliegtuig is niet zo heel staande bus. Het is buigroot. Een rij of 60 met ieder gemiddeld zo’n 8 of 9 stoelen. ten een graad of 30, goed Naomi en Anton zitten aan de buitenkant bij het raampje. Joep benauwd, dus sta je zo te en Yvonne aan de andere kant van het gangpad. Het blijkt, dat zweten. Gelukkig heeft de er een gezelschap van wel zo’n 25 mensen van het Shilla-reisbureau bij elkaar zit op de achterste rijen. De rest van het vlieg- bus, en alle andere bustuig in bijna helemaal gevuld met Koreanen. Ook de stewardes- sen en taxi’s, zoals later blijkt, airconditioning. Het sen en de piloot zijn Koreaans (tenminste wij snappen er niks is ruim een uur rijden naar van als ze allerhande mededelingen doen door de intercom). het hotel. We zitten met 5
drie gezelschappen in de bus. Een club van een man of zes, die de vijftiendaagse rondreis maken en nog een club van veertien. We worden afgezet bij het Gogoong Hotel (www.hotelgogoong. co.kr). De kamers worden uitgedeeld. Joep en Naomi hebben een zgn. “twinroom” met twee aparte bedden. Joe-hee (Julie is haar Engelse naam), een Koreaanse vrouw van een jaar of tweeentwintig, die op het kantoor van Shilla in Seoul werkt, is de eerste 2 dagen onze interim reisleidster, omdat Danniel pas op dinsdag arriveert. We lopen met haar een rondje in de buurt. Ze wijst ons allerhande handige winkeltjes enzo. De grote stad met al de mensen, de auto’s, de verkeerslichten, de hoeveelheid winkeltjes en de krioelende mensen overdonderen ons zo, dat we van de weg en de route verder niet veel onthouden.
het, weinig regels. Er wordt links en rechts ingehaald, stoplicht op rood betekent dat je optrekt tot op of voorbij het zebrapad. Rechts afslaan mag overigens altijd, ongeacht de kleur van het stoplicht. Als het stoplicht van het zebrapad op groen springt en je over begint te steken, dan stoppen auto’s, brommers en scooters wel, maar anders niet. Snelheidslimieten lijken ook niet aanwezig. Onze chauffeur vloog met een vaart van tegen de 70km per uur over de drie tot vijf-baans tellende doorgaande wegen van Seoul. Soms was er een taxi- en busbaan, waardoor dan de snelheid nog verder kon worden opgevoerd. Dit rijgedrag komen we verder in Korea ook nog regelmatig tegen. Overigens vinden er volgens ons (en aan de onbeschadigde auto’s te zien) niet zoveel aanrijdingen plaats. Er wordt wel veel getoeterd, maar van agressie in het verkeer is niks te merken. Iedereen baant zich links en rechts bewegend, met de claxon als waarschuwingsmiddel, door het verkeer. Er rijden in Seoul ontzettend veel scooters en motoren rond, die een reuze ijzeren rek achterop hebben, waarop dan van alles vast zit gesjord. Dat vervoermiddel wordt veelal door een soort van koeriers gebruikt, die er echt van alles op vervoeren. Van 10 dozen, tot planten of kleine boompjes, of gewoon met een hoop ijzeren onderdelen in een krat.
Karin, onze begeleidster, rekent voor iedereen de busrit af. Ze ‘s Avonds gaan we redelijk vroeg naar bed, want we hebben een probeert met handen en voeten uit te leggen, dat zij voor iedereen afrekent. Als dan blijkt, dat het zo’n 6000 won (= € heel kort nachtje gehad. 4,80) kost, dan moeten we allemaal zelf onze kaartjes betalen. Dag 2/3, Het kinderhuis en naar het gastgezin. Dat doen we natuurlijk, totdat blijkt dat met die 6000 Won alle kaartjes voor de 14 inzittenden al waren betaald. Overigens We verzamelen vanmorgen om kwart voor negen bij het hotel om met het openbaar vervoer buslijn 151 naar het KSS (Korean kosten ritjes in de bus of in de Metro bijna nooit meer dan 1300 Won (= € 1,04 ) pp. Voor de korte afstandjes betaal je vaak Social Services) huis te gaan. Dus zorgen we even na achten maar 1000 Won (= € 0,80). Na een rit van een klein uurtje koin het sandwich-barretje te zijn, want het blijkt, dat de “Tous men we aan bij de halte vlakbij het KSS huis. Het miezert een les Jours” (dat is de bakker om de hoek) nog niet open is om beetje. De plaatselijke kruidenier wordt van zijn paraplu’s veracht uur. Maar die sandwich maken lijkt geen kleinigheidje te lost. zijn. We zijn met vijf mensen en dat is een beetje teveel van het goeie. Het duurt zo’n 30 tot 40 minuten voordat alles klaar We wachten even beneden, terwijl Yolanda en Douwe alvast is. Yvonne ziet het niet meer zitten en gaat terug naar het hotel naar boven de berg op om zich verder klaar te maken voor het vertrek. Als de sandgaan. Ylanda gaat vandaag wiches dan uiteindelijk klaar zijn is er blijkbaar een vergissing haar biologische moeder begaan, want alles wordt weer opnieuw opengemaakt en geen twee zussen ontmoeten. controleerd. Op het nippertje zijn we terug. Tijd om de sandLater bleek dat niet gelukt wich op te eten, hebben we niet, dus te zijn. Wij volgen na een doen we dat maar onderweg. We minuut of 10. Natuurlijk maken kennis met het weggedrag moeten er foto’s gemaakt van Koreaanse weggebruikers en worden bij de ingang. We nog meer met dat van de Koreaanse worden ontvangen in een buschauffeur. In Korea zijn, zo lijkt soort bijgebouwtje, waar 6
drinken voor ons klaar staat. Per gezin gaan we dan naar het tehuis zelf, waar we ontvangen worden door mevrouw Kim, die al meer dan 25 jaar verbonden is aan het huis. Don, de directeur van het reisbureau, begeleidt dit bezoek en zit ook bij het gesprek (na dat gevraagd te hebben aan Naomi).
Mevrouw Kim blijkt een heel innemende vrouw te zijn. Bijzonder rustig, haar 65-jarige leeftijd zie je er echt niet aan af. Ze vertelt, dat ze, na het verzoek van Naomi, navraag heeft gedaan bij de gemeente Pyungtaek en bij de politie. Wat daaruit kwam, was dat er een vrouw met deze naam was verhuisd naar Seoul. Zij had echter een andere geboortedatum. Wellicht heeft Naomi’s biologische moeder dit expres gedaan omdat ze later niet “opgespoord” wilde worden. Mevrouw Kim zou deze mevrouw wel bellen en haar de situatie uitleggen. Ze verwachtte hier echter niet zoveel van. Later blijkt dat ook wel terecht. Naomi heeft nog wel een paar vragen. Mevrouw Kim haalt haar dossier erbij en daarin zitten nog een paar babyfoto’s. De meeste hebben we, maar eentje mogen we toch uitzoeken. In dat dossier zitten ook nog twee brieven, die we een paar jaar na de komst hebben opgestuurd. Het dossier bevat verder precies dezelfde informatie als die we 20 jaar terug meekregen. Mevrouw Kim vraagt of we misschien nog de babykamer willen bekijken. Ze legt uit, dat er in de tijd dat Naomi er was,
er 130 kinderen in het gebouw en de bijgebouwen woonden. Tegenwoordig wonen er nog maar 30 kinderen. Enerzijds komt dat omdat er minder ouderloze kinderen zijn. De cultuur om ongehuwde moeders uit de familie te bannen is weliswaar iets veranderd, maar bestaat nog steeds. Het KSS ook een project lopen, waarbij de kinderen geplaatst worden in Koreaanse gastgezinnen. Soms ook maar tijdelijk. De enkele kinderen, die nog voor adoptie in aanmerking komen, worden veelal in de Verenigde Staten geplaatst. Het maakt best wel indruk, want we herkennen de babykamer van oude foto’s. Nu liggen er vier of vijf babies en lopen er twee iets oudere kinderen (2 of 3 jaar) rond. Het blijkt, dat het de moeilijk plaatsbare kinderen zijn. Aan het gedrag en uit de woorden van mevrouw Kim begrijpen we dat deze kindjes waarschijnlijk wel iets autistisch in zich hebben. De aai over de bolletjes van de kindjes door mevrouw Kim is bijzonder, wetend dat er al zoveel kinderen zijn geweest. Naomi krijgt nog een tas vol cadeautjes (waaiers, mokken etc.) en onder bijzondere dankzegging gaan we er weg. Althans we voegen ons bij de andere gezinnen, die nog aan het wachten zijn. We willen eigenlijk alweer terug gaan, omdat Naomi en Anton naar het gastgezin gaan vanmiddag, maar dat blijkt helemaal uit den boze. Er is speciaal voor iedereen eten. En ja hoor, rond de middag wordt er op tafel een heerlijke maaltijd klaargezet, waar we gezamenlijk van eten. Wat betreft het bezoek aan KSS mag Shilla best een bijdrage vragen. De cadeautjes en het heerlijke eten worden nu steeds gratis uitgedeeld. We hoorden, dat de financiële positie van het huis niet echt sterk was. Na het eten gaan we met twee gezinnen en Karin weer terug naar het hotel. Helaas belt Karin een halte te laat. De volgende halte blijkt toch wel een heel eind verder te zijn. Maar uiteindelijk stappen we dan toch uit. Het is een kwartier teruglopen. We 7
komen langs de paleistuin, een punt, dat we wellicht nog willen bezoeken. Nu we er toch zijn, kunnen we meteen even kijken hoe laat de rondleidingen met een Engelse gids zijn. Na een half uurtje nemen Anton en Naomi afscheid. Zij vertrekken met Karin, en met Michel en Carla, naar LEX. LEX is het instituut in Seoul, dat bemiddelt bij kennismakingen van gewone Koreaanse mensen met Westerse mensen. Omdat veel mensen in Korea heel graag Engels spreken (maar dat vaak niet zo goed kunnen), en ze eigenlijk ook heel nieuwsgierig zijn naar buitenlandse culturen en gewoontes, is er een instituut opgericht, dat in die kennismaking bemiddelt. We gaan erheen met de metro. Een eerste kennismaking met de metro in Seoul. Karin regelt voor ons een lijnennetkaart in het Engels en legt uit hoe e.e.a. werkt. Het lijkt ingewikkeld, maar later merken we dat we met de nummers van de stations, de kleuren en nummers van de lijnen en de namen van de eindstations (die overal gelukkig ook in het Engels staan) goed de weg weten te vinden. Een metro-kaartje kost het “vermogen” van 1000 Won (= € 0,80). We komen aan bij het kantoor van LEX. Daar worden we welkom geheten door een mevrouw, die ons begroet met “hello Naomi and Anton”. Hadden we deze mevrouw dan al eens ontmoet? Nee, ze herkent ons van de foto’s, die we opstuurden, toen we ons aanmeldden voor deze logeerpartij. Karin lijkt e.e.a. niet zo goed te snappen, maar uiteindelijk blijkt dan dat deze mevrouw onze “gastouder” is en niet iemand, die bij LEX werkt. We wachten nog even tot ook de gastmoeder van het andere stel is gearriveerd en vertrekken dan naar beneden. Daar staat haar man klaar met de auto en we vertrekken richting Incheon, de plaats waar we ook geland zijn met het vliegtuig en dus weer 8
een uurtje verder. Het gesprek verloopt in het Engels. Nog een beetje stroef en voor iedereen wat vreemd en onwennig. Onderweg moeten er wat boodschappen worden gedaan, de man moet nog ergens worden afgezet en uiteindelijk belanden we bij hun appartement. Het is een eenvoudige flat in een complex van vijf verdiepingen hoog. Men vertelde vroeger wel wat luxer te hebben gewoond, maar nu door schulden etc. een paar jaar wat eenvoudiger te willen wonen. De man, die overigens wel Engels kent, wil geen Engels spreken. We merken in de loop van de gesprekken, dat het door de regering heel erg wordt gestimuleerd om Engels te spreken en te leren spreken. De kinderen, die 16 en 8 jaar oud zijn, krijgen op kosten van paps en mams extra Engelse les op school. De kinderen spreken wel iets Engels. We hebben gelukkig wat foto’s bij van ons huis en de andere kinderen. Men was verbaasd over dat er nog meer familie was. Ze dachten, dat ik wellicht een gescheiden man was, die met zijn dochter op vakantie was. De kinderen komen ook met allerlei foto’s van hun vakanties, en uitstapjes met school, waar ze dan in wat gebroken Engels bij vertellen, waarover het zoal ging. Daarna eten we met moeder en de twee kinderen typisch Koreaans. Aan een lage tafel zittend op de grond met heel veel bakjes met van alles en nog wat. Natuurlijk ook rijst erbij. Met stokjes eten lukt me niet zo best, dus krijg ik een vork. ‘s Avonds gaan we nog even op pad naar een mega grote winkel, waar van alles te koop is. Van eten tot meubels en alles ertussenin. We kijken de ogen uit. Opvallende dingen.
Wasmachines hebben in Korea een standaardcapaciteit van 10 kilo wasgoed. ‘s Avonds kijken we wat tv. We praten ook over van alles en nog wat. Opvallend. Kinderen gaan hier, zeker op de middelbare school heel lang naar school. Van ‘s morgens 8 tot ‘s avonds 6 uur. Na het eten thuis gaan er veel nog naar de avondschool om extra lessen bv. Engels te volgen. Daarnaast gaan de kinderen naar allerhande sportclubs. De middelbare school kinderen hebben 4 weken per jaar vakantie. Vaak gaan ze dan ook nog naar extra lessen. De lagere school heeft wel meer vrij. De oudste zoon gaat over een paar weken naar Amerika i.v.m een uitwisselingsprogramma. Hij gaat daar een half jaar wonen in een gastgezin. Wat we begrepen, is dat het niet geheel vrijwillig was. Hij werd erg door de ouders gestimuleerd dat te doen. En in de Koreaanse cultuur doe je wat je ouders zeggen je te doen. Die avond worden Naomi en Anton nog in traditioneel Koreaanse kleren gehesen. We moeten toch ook iets meemaken van de traditie, is de redenatie. Het originele trouwpak van moeder en vader wordt uit de doos gehaald en moeten we aantrekken. Deze kleren worden eigenlijk alleen bij het trouwen en tijdens het nieuwjaarsfeest gebruikt. Nieuwjaar wordt door hen ook altijd in familiekring uitgebreid gevierd. Het begint al laat te worden. Er is voor ons apart een bed opgemaakt. Ieder in een kamertje. De kinderen slapen op zolder en gaan ook pas rond half 12 naar bed. Anton slaapt op een klein soort matras. Naomi krijgt een matje. ‘s Morgens krijgen we een Westers ontbijt met kleine croissants. Na het wassen en aankleden worden we meegenomen naar een museum. In dat museum zien we van allerhande oude dingen, die uit de buurt komen. Onze gastmoeder was er zelf ook nog niet geweest en het leek haar wel leuk, ook voor de kinderen. Buiten bleek
er ook nog een soort oorlogsmuseum aan te zijn verbonden en daar lopen we ook nog even langs. Koreanen maken van alles wat ze meemaken foto’s. Natuurlijk moeten ze er zelf ook opstaan. Er wordt dus heel wat afgefotografeerd. Hierna is dan de ontmoeting met de andere gezinnen van LEX. Het is een clubje van zo’n 15 gezinnen, waarvan vooral de vrouwen elkaar regelmatig ontmoeten. Ze dansen en feesten samen. Telkens wanneer een van de gezinnen een gast heeft (zoals nu), dan wordt de hele club uitgenodigd en is er een gezamenlijke maaltijd. We gaan naar een typisch Koreaans restaurant, zitten dus weer op de grond en gaan barbecuen aan tafel. Langzaam maar zeker komen daar dan ook nog zo’n zeven andere vrouwen binnen, waar we mee kennismaken. Al die vrouwen hebben ook nog één of meer kinderen bij en al met al is ‘t ‘n gekakel van jewelste. Om de beurt praten we wat met eenieder. De meeste vrouwen hebben een baantje naast het huishouden. Het is reuze gezellig. Na het eten nemen we afscheid en worden we door onze gastmoeder weggezet bij het metrostation in Incheon. Die ochtend hebben we al adressen en e-mail uitgewisseld. We nemen zeker nog een keer contact met ze op, zo beloven we. Naomi en Anton hadden zich voorgenomen om, vooral op verzoek van Naomi, nog langs het Worldcup stadion langs te gaan. Het is even spannend of we het reilen en zeilen van de metro echt doorhebben, maar uiteindelijk lukt het prima. Na 45 minuten bereiken we het 9
terug richting hotel. Halen een lunch in een van de kleine winkeltjes rondom het hotel en gaan heerlijk aan de overkant op het bankje bij de fontein zitten om de lunch te gebruiken. Daarna met z’n allen de bus in, want we vliegen vandaag van Seoul naar Jeju. Jeju is een eiland helemaal in het zuiden zo’n 500 km ver. Het is 1,5 uur vliegen. Stom stom, Anton laat zijn zakmes in de handbagage zitten. Er werd gevraagd of hij een
stadion. Natuurlijk vindt er een foto-shoot plaats bij het stadion. Stadion nummer één is gescoord!! Daarna gaan we weer terug naar het hotel met de metro. Ook weer een dik uur rijden. Rond zes uur ‘s avonds komen we in het hotel aan. Die middag zijn Yvonne en Joep met de groep op de fiets ook richting Incheon geweest. Zij fietsten vanaf het hotel langs de rivier de Han en zo ook richting het stadion. Zij zijn nog even overgestoken over een bruggetje en toen weer teruggefietst. ‘s Avonds gaan we met z’n allen naar een Koreaans restaurant, waar we weer op de grond zitten en heerlijk barbecuen aan tafel. Hierna nemen we nog een afzakkertje op het terras in een kroegje net om de hoek. Joep, Frans, Douwe en Danniel, die naar een baseballwedstrijd zijn geweest deze avond, komen langs het terrasje terug en nemen ook nog een afzakkertje. Deze dag is ook René aangekomen. Het heeft eerst een week met een ander gezelschap een rondreis door Noord-Korea gemaakt. We kennen hem nog niet, maar horen van Saskia (de andere reisleidster), dat René een man is en een snor heeft. Als dan een half uur later een Westerling met dat uiterlijk eerst langsloopt en even later weer terug, dan spreken we hem aan en ja hoor, het is echt René. Ook hij neemt nog een afzakkertje. Het restaurantje/kroegje/terrasje is van een verlaten gebeuren omgetoverd tot een levendig geheel. Rond een uur of 12 is het tijd om naar bed te gaan. Dag 4, de stad in en vliegen naar Jeju. Om 9 uur verzamelen in de hal van het hotel. We maken een wandeling door Seoul met onze, voor ons, verse reisleidster Danniel. We wandelen richting Tapgol-park. Een park, waar de opstand van het volk tegen de Japanse bezetting is begonnen. Daaraan wordt je aan alle kanten herinnert, als je er doorheen loopt. We lopen door en komen in een echte toeristische winkelstraat. Omdat het nog steeds zo warm is, drinken we eerst wat en lopen dan door de straat. We kopen alvast de kaarten, die we in de loop van de vakantie verder opsturen.. We lopen weer 10
zakmes bij had. Ja dus, uiteindelijk zeer attent van het Koreanair-personeel werd het mes in een enveloppe apart vervoerd in het vliegtuig en kon het later op Jeju weer afgehaald worden bij de speciale balie. Op Jeju is het ook weer flink warm. We gaan de airconditioned bus in. Het is toch nog een dik uur rijden naar het Namni Motel in Seowipo (www.namnimotel.com) aan de andere kant van het eiland. Onderweg stoppen we om een prachtige tempel te bezoeken, die helemaal bovenop een berg over de zee kijkt. Het is ‘s avonds rond 20.00 uur al donker als we met twee groepen en dus een man of 20 bij het haventje beneden gaan eten. Eindelijk zitten we op echte stoelen bij het eten en we barbecuen heerlijk in de avondbries.
Dag 5, naar het eilandje Udo en Folk Village Deze dag verzamelen we alweer vroeg om met een bus richting de veerboot te gaan. Met de boot gaan we over en komen rond half 12 aan op Udo. Udo is een piepklein eilandje ten oosten van Jeju. Op dit eiland zouden we de “vissende vrouwen” kunnen bekijken. Helaas lijkt de temperatuur of het getij ervoor te zorgen, dat we ze niet zien. Overigens is dat toch wel een uitstervend soort vrouwen. De meeste zijn al erg oud en de jongeren hebben er geen zin in om al duikend onderwater de vis te vangen. Immers met net en boot gaat het veel makkelijker. Na aankomst huren we fietsen (Joep een scooter) en fietsen het eiland op. Een prachtige omgeving. Gelukkig komen we even verderop een klein terrasje tegen, waar we wat kunnen drinken en eten. Het is wederom ontzettend warm. De noodlesoep, die je zo in elk winkeltje kunt kopen, is heerlijk. Warm water doen ze er gratis voor je in. Joep komt ook nog langs gescheurd. Hij is het hele eiland al over geweest. Anton en hij rijden samen nog even een eindje verderop naar een prachtige baai. We zitten nog even
wat op het strand en gaan dan weer terug naar de veerboot. Op de terugweg rijden we eerst naar het midden van het eiland Jeju. Jeju is namelijk een vulkanisch eiland en precies in het midden is de grote krater Deze is vanuit alle kanten goed te zien. Tegenwoordig is de krater een toeristische attrractie. Je kunt hem beklimmen. Bovenop is het een drukte van jewelste. Een hele groep scouting kinderen heeft de krater ook beklommen. Niet iedereen klimt omhoog, maar wie dat wel doet, wordt beloond met een prachtig uitzicht. De krater zelf overigens is helemaal dichtgegroeid met bos. Na deze beklimming stappen we weer in de bus en maken
11
we nog een tussenstop bij Seongeup Folklore Village. Een echt authentiek dorpje, dat met regeringssteun in stand wordt gehouden. In het dorp kun je zien of iemand thuis is of niet. Bij elke ingang liggen drie palen. Drie palen scheef aan een kant op de grond betekent “ik ben thuis en kom gerust binnen”, twee palen betekent “ik ben even weg” en alle palen horizontaal betekent, dat de bewoners voor langere tijd weg zijn. Het is een pittoreske dorp. Joep koopt er een soort siroop, dat erg lekker en zeer gezond moet zijn.
Na een uurtje rijden we met de bus weer terug naar Seogwipo, het dorpje waar ons hotel staat. ‘s Avonds eten we weer bij de haven in het visrestaurant. Erna gaan we met een stel nog even verder in de bar aan de andere kant van de haven. Nou ja bar. Eigenlijk staat de hele tuin vol met stoelen en banken en tafels. Bediening is er niet, want je moet zelf binnen uit de koeling je drank pakken en afrekenen. Het is wel 12
heel gezellig en bij het teruglopen gaan we nog even langs de nachtwinkel voor het ontbijt van morgenochtend. Dag 6, vrije dag op Jeju. Joep en Anton hadden de dag ervoor besloten om samen het eiland over te gaan met een scootertje. Danniel had voor ons uitgezocht, waar de scooterverhuur was. Dus liepen we die kant uit. De scooterverhuur leek meer op een scooter-reparatieplaats. Omdat we alleen maar Engels spreken, werd de broer van de monteur opgebeld en die tolkte voor ons. Het bleek, dat
er geen scooters meer waren. Uiteindelijk komt de oplossing. Als we over een uurtje terugkwamen, dan zou het geregeld zijn. Een uur later (we hangen wat rond in de buurt en kopen meteen nog wat zonnebrand) gaan we terug en blijkt, dat er een nieuwe scooter in elkaar is gezet en de laatste reparaties aan een andere scooter worden uitgevoerd. Er wordt met handen en voeten uitgelegd, dat we nog wel moeten tanken. De prijs van dat al. Voor één scooter zou het 30.000 Won, maar voor twee scooters samen zou het 40.000 Won (= € 32,--) kosten. Wij scooteren de hele dag allerhande bezienswaardigheden af. Zo zien we o.a. een prachtige rotsformatie, het Worldcup stadion, een hele familie, die gezellig op de keien aan het water zit te eten onder een groot schaduwgevend doek en een prachtig strand. Daar moet natuurlijk ook nog even gezwom-
men worden. Volop bekijks natuurlijk. Twee blanken in het water. ‘s Morgens gaat Yvonne met een stel naar een rots. Het is een stevige wandeling, maar de rots is dan ook wel een indrukwekkend stuk natuur. Intussen is Naomi klaar met uitslapen en gaat daarna met Yvonne samen lopend naar de waterval. Zo bijna aan het eind van de middag komen Anton en Naomi en Yvonne elkaar weer tegen op de hotelkamer. Joep toert nog wat rond en gaat dan de scooter weer inleveren. “Goh, wat jammer, dat je niet eerder terugwas, anders had je nog even mee naar het Worldcup stadion gekund”, zo vertelde Anton. En na de vragende blik van Naomi, werd besloten om bij de scooterwinkel te vragen of we de scooter iets later terug mochten brengen, om het ritje toch nog te kunnen maken. Daar maakte men er geen probleem van. We kregen nog een extra helm en zoef... daar gingen we op weg door het Koreaanse verkeer richting stadion. Het was zo’n minuutje of 20 à 25 rijden. Goed warm, maar met een heerlijk windje best leuk. Gelukkig mochten we nog binnen en heeft de fotosessie wederom plaatsgevonden. Op de terugweg (wel een
avontuur hoor op zo’n scootertje met tweeën langs Koreaanse snelwegen) de scooter weer teruggebracht en naar het hotel teruggelopen. ‘s Avonds gaan we met vieren eten in een restaurantje en zitten lekker buiten onder een afdak en met een waaier naast ons. We bekijken de kaart en bestellen alle vier iets anders. Een typisch niet-Koreaanse gewoonte. Koreanen gaan meestal zitten en bestellen dan van alles voor iedereen gezamenlijk. De man moest lachen, omdat wij juist alle vier iets verschillends bestelden. We eten eens een keer Westers. Lekkere steak, spaghetti en vissticks. Dag 7, Terug naar het vaste land. Het is vroeg opstaan. We verzamelen om acht uur en gaan met de bus op weg naar het vliegveld. Vanuit Jeju (het eiland) vliegen we naar Gwangju. Dat duurt een uurtje. Van daaruit gaan we met de bus naar Boseong. Onderweg stoppen we even om het worldcup-stadion van Gwangju te bezoeken. Ja hoor, weer een fotosessie van Naomi (??) In het stadion is tevens een soort winkelgalerij. We eten daarbinnen. Wellicht is het restaurant het best te omschrijven als Koreaanse Mac Donalds. In een grote vitrine staan tientallen soorten gerechten in plastic uitgevoerd uitgestald. Het blijkt om zes verschillende winkeltjes te gaan. Weet je wat je wilt eten, dan loop je naar een 13
gemeenschappelijk bestelpunt. Van daaruit wordt de bestelling elektronisch doorgegeven aan een van de zes keukentjes. Het nummer op je bon en het nummer boven het keukentje geven aan wanneer je eten klaar is. Heel apart, wel lekker en je kunt er ook Europeesachtig eten. Joep en Naomi komen kleren tegen, die worden gekocht. Daarna gaan we met de bus door naar Bonseong. In Boseong zitten we in het Good Morning Motel. Enkele kamers hebben internet en voor de rest natuurlijk airco, een waaier en een goeie douche. Behalve de eerste twee en de laatste drie dagen hebben de hotels/motels geen zgn. “twinrooms”. Voor Joep wordt dan steeds een matje erbij gelegd. Niet altijd even comfortabel eerlijk gezegd. Uiteindelijk kopen we een opblaasmatje in een outdoor winkel. Na aankomst maken we een kleine wandeling door het dorp. ‘s Avonds gaan we met z’n allen eten in een soort snackbar. Je bestelt daar een bord gebakken rijst of een bordje soep voor nog geen € 4,00. Vaak is de drank nog duurder dan het eten. Na het eten gaan we een bar in. Het blijkt dat een bar in Korea toch anders werkt. Vaak willen de mensen bij elkaar zitten. Er zijn dan ook, met gordijnen of zelfs muren, allerlei kamertjes gebouwd, waar je dan met 4 tot 14 personen kunt zitten. Wij zijn wel met een hele grote groep voor zo’n kamertje, waar we in zitten. Na één consumptie houden we het dan ook voor gezien. We besluiten de volgende dag om 8 uur af te spreken omdat het wederom erg warm lijkt te worden.
Dag 8, De theeplantage en het strand. Om acht uur lopen we naar de bushalte. We gaan naar de theeplantage. Joep heeft heel slecht geslapen vannacht en blijft op de kamer. Hij zal later richting strand komen. Het is 15 minuten in de bus. Yolanda zit vlakbij de deur en wordt onaangenaam verrast door een vrouw, die haar koopwaar in een zak verpakt, naast haar wegzet. De tas blijkt vol met geur verspreidende vis te zitten. Douwe, haar man, ruilt even van plaats. We stappen uit, lopen nog tien minuutjes en komen dan bij de ingang van de theeplantage. Samen met honderden andere Koreaanse toeristen lopen we door de plantage. Het is wel een hele klim, maar de uitzichten en overzichten zijn dan wel prachtig. Ergens halverwege de berg komen we de “oogsters” tegen. Het is net pauze en ze zitten aan de kant van het pad. Even later starten ze weer op en wat blijkt. Niks geen theeblaadjes plukken met de hand stuk voor stuk. Deze derde oogst van dit jaar wordt gewoon met een soort ronde heggenschaar, met daar dan weer blaaspijpjes aan, die alle blaadjes een grote zak inblaast. De grote zak wordt af en toe met de blote voet aangestampt, totdat hij vol genoeg is en naar de kar verdwijnt. Die zien we later naar beneden tuffen. We vragen ons af of de eerste oogst niet gewoon
14
op dezelfde manier gaat. Het is een hele klim naar boven. Het is weer snikheet, dus af en toe moet er wel even gerust worden, voordat we helemaal boven zijn. Prachtig uitzicht en overzicht over al die theebossen. Hoewel eigenlijk, als je goed kijkt zijn het gewoon hele grote rijen heg (we hadden er vroeger ook eentje in de voortuin), en dan een hele grote helling vol. Als we beneden aankomen bij de gebouwen gaan we nog het theerestaurant, met bijbehorend winkeltje, in. Voor 1000 Won (= € 0,80 ) kun je daar gaan zitten en wordt er verse groene thee voor je gezet op de originele manier. In een klein potje worden vier piramides theeblaadjes gestopt. Daarin wordt dan niet kokend, maar wel warm water gegoten. Een paar minuten laten trekken, dan overgieten in een kannetje en dat kannetje gebruiken of vier hele kleine kopjes te vullen met de thee. Van diezelfde theezakjes kun je dat nog één keer doen. Smaken verschillen. Alleen Anton vond het best lekker. Vooral Yvonne is verder genezen van deze “echte groene thee”. Na het bezoek aan de theeplantage splitst de groep zich op. Enkelen gaan via de bergen over wandelpaden richting strand (een wandeling van zo’n 3 à 4 uur). Wie daar geen zin in heeft (wij dus, samen met Will en Frans), loopt terug naar de bushalte en gaat met de bus naar het strand. Dat is met de bus een ritje van 15 minuten. In het dorp aan de zee is het nog even zoeken. Het is een levendig dorpje. Allerhande kraampjes aan de kant van de weg. Vooral eten, maar ook strandbenodigdheden. Naomi en Anton kopen er Koreaanse slippers (de vorige keer had Anton zowaar bijna de voeten verbrand aan het zand). Er is ook een groot zwembad (met blauw water), waar het krioelt van de mensen. Het strand is nog ietsje verder. Eigenlijk niet eens heel groot. We lopen eerst langs een 15-tal soort restaurantjes. Eigenlijk niet meer dan een keu-
kentje en aan de overkant van het pad een groot plateau, waarop mensen kunnen zitten om te eten. We vinden er ook een klein winkeltje met een koelvitrine, waar we eerst wat drinken. Daarna lopen we door naar het strand en huren een parasol. Als Will en Frans dat ook doen (je krijgt er gratis een zit-plaid en vier grote gele drijfbanden bij) vraagt de verhuurder of we vrienden zijn en als we dan beamen wordt onze parasol verplaatst naast die van hen, want vrienden zitten natuurlijk gezamenlijk op het strand. Joep is intussen ook gearriveerd. Hij sliep uit en heeft gelifd naar het strand. Hij heeft ook nog een korte tussenstop gemaakt bij de theeplantage. Liften ging heel makkelijk, vertelde hij. Elke derde auto stopte voor hem. Anton loopt even de weg op en haalt wat te eten bij de standjes, die er staan. Als Westerlingen vallen we op. We zwemmen met alleen maar een zwembroek of een bikini aan. Als Naomi en Anton dan ook nog eens echt gaan zwemmen (schoolslag of vlinderslag), dan staan we helemaal in de kijker. Want Koreanen zwemmen a: met hun kleren aan en b: drijven ze eigenlijk alleen maar in banden rond. Er zijn maar weinig Koreanen die echt kunnen zwemmen. Het strand is bewaakt en er wordt duidelijk aangegeven door drijvers tot waar je mag komen. Na een uurtje of 3,5 vinden de wandelaars ons ook. Ze komen er even gezellig bijzitten, drinken ook wat en na een half uurtje gaan we weer met de bus richting het hotel. We halen meteen even de lunch voor de volgende dag in huis. ‘s Avonds eten we gescheiden. Met 15
René, Douwe en Yolanda eten we pizza in een pizzarestaurantje. Het is eigenlijk meer een bezorg-pizza-boer, maar er staan net genoeg tafels voor ons. Westers als we zijn bestellen we ieder onze eigen soort pizza, die we lekker vinden. De pizzaboer kijkt ons daarna zeer verbaasd aan. Wat wij bestelden was zeker voor vijftien mensen i.p.v zes. Wat blijkt, de medium pizza’s zijn voor twee personen en de grote voor 4 à 5 personen. Dus weer blijkt, dat we eigenlijk veel te individualistisch bezig zijn. Koreanen bestellen standaard eten voor meerdere mensen hetzelfde. Eten doe je niet alleen, maar altijd met een stel uit hetzelfde potje of van dezelfde pizza. Oké, we bestellen drie kleine pizza’s en later nog een kleintje erbij. Naar goede Koreaanse gewoonte eten we allemaal van alles wat mee en eigenlijk is dat net zo gezellig als alleen met je eigen pizza voor je neus zitten. Na de pizza zakken we nog even af naar de kroeg van gisterenavond, maar besluiten nu niet in zo’n hok te gaan zitten. Dag 9, met de trein naar Busan. We verzamelen om negen uur beneden in de hal van het Hotel. Het is zo’n vijf minuutjes lopen naar het station. Danniel zorgt voor de kaartjes. We hebben allemaal gereserveerde plaatsen in
is geweest en je door het poortje kunt. Het is even aanpoten met het naar binnen sjouwen van alle koffers, maar in de coupé is er speciaal plaats voor de koffers. De banken, waarop we zitten kun je per twee omdraaien en daardoor dus zelf ervoor zorgen, dat je met vieren bij elkaar zit. Na een uur moeten we overstappen. De conducteur heeft, nadat Danniel aan hem heeft gevraagd of hij een seintje wilt geven, als we moeten overstappen, ervoor gezorgd, dan we begeleiding krijgen bij het overstappen. Een mevrouw loopt met ons mee en laat ons het spoor oversteken en dat scheelt dus een trap af en een trap op met die grote koffer. Wat een service!! Na 5,5 uur (wel een hele zit hoor) komen we aan in Busan (vroeger Pusan geheten). In twee kleine busjes worden we naar het Mua Motel gereden. Wat een kamikazechauffeurs zeg. Ze scheuren in een kwartiertje dwars door het hele drukke verkeer, links en rechts inhalend, toeterend en bochten afsnijdend, naar onze bestemming. Na een half uurtje lopen we samen met Danniel even door het stadje. We krijgen uitgelegd, waar de bank, de supermarkt
de eerste wagon, die uiteraard, net als de rest van de trein, ook van airconditioning is voorzien. Later in de reis zal blijken, dat het altijd zo is. Wanneer je een kaartje koopt aan het loket, dan boek je daarbij ook meteen een stoel. Je hebt dus altijd een gereserveerde plaats. De capaciteit van de trein in Korea is daarvoor blijkbaar groot genoeg. Het station werkt net zoals de metro. Je kunt pas het perron op, als je kaartje door het machine 16
schaal vol fruit voor ons gezet. Het valt ons wel op, dat er in de bediening alleen maar meisjes/vrouwen werken. Soms gaan er ook vrouwen weg, of komen er weer binnen. Zou het de uitvalbasis van prostituees zijn, komt in ons op. Of het waar is, komen we niet te weten. Overigens blijkt prostitutie in Korea een vrij algemeen geaccepteerd gebeuren te zijn. Ook getrouwde mannen maken van prostituees gebruik, met medeweten van de vrouw. Als we ‘s avonds laat terug komen bij het hotel, zitten er ook meerdere kaartjes van bevallige dames aan de voordeur geplakt. Er wordt wat over gegniffeld en de vrijgezelle René wordt er uiteraard mee geplaagd. Dag 10, Kabelbaan, Beomeoso-tempel, stadion en opening zomerfestival.
en de “Paris Baquette” zitten. Daarna is het familieberaad. Na negen dagen zo dicht op elkaar te leven, lopen sommigen wat irritaties op. Dit wordt uitgesproken en met name het vooral communiceren van wat je wel en niet leuk vindt, klaart de lucht. Hierna lopen we zelf nog even door naar het vlak achter het hotel gelegen park. ‘s Avonds gaan we met z’n allen eten. Wederom in een barbecue restaurant. De te bakken runderlapjes blijken daar heel dun te zijn, dus wordt er nog een paar keer bijbesteld. Daarna zakken we nog even door in een vlakbij gelegen bar. De airco werkt er op volle kracht. Bij binnenkomst lijkt het zelfs eerst echt koud. Ook in deze bar weer banken om groepjes te maken. We passen niet in een groep, dus nemen er twee in gebruik. Eigenlijk is alleen drinken in Korea niet zo gebruikelijk. Meestal drink je bij het eten, maar als je dan toch alleen drinken besteld, dan geven ze er zelf van alles te eten bij. Sliertjes gedroogde vis, kleine gedroogde visjes en nibbit-achtige rondjes komen op tafel. We krijgen zelfs later op de avond nog een
Joep slaapt uit en stapt later in bij het programma. We verzamelen om negen uur en gaan eerste weer het parkje in, waar we gisterenmiddag al waren. In het park zijn ook allerlei kindertoestellen te vinden. Wij lopen door naar de kabelbaan en gaan met z’n allen in één cabine omhoog. Onderweg hebben we een prachtig uitzicht. Boven aangekomen is daar een soort klein parkje. Ongeveer de helft van de groep vertrekt van daaruit te voet voor een tocht van zo’n vier uur naar de Beomeoso-tempel. De anderen blijven boven nog even hangen, maken foto’s, drinken een bakje koffie en gaan dan weer met de kabelbaan omlaag. Joep sluit zich aan bij het gezelschap en we gaan met de metro richting tempel. Vanaf de metrohalte is het vijfhonderd meter lopen naar een plein, waarop bussen klaar staan om naar bovenop de berg te rijden, waar de tempel is gesitueerd. De bus rijdt met een flinke vaart de berg op. Hij haalt ook regelmatig andere auto’s in. Bochten of geen bochten, de chauffeur trekt zich er weinig van aan. Gelukkig blijkt later, dat deze weg een eenrichtingsweg is. Een andere weg is voor het da-
17
lende verkeer... pfff. We kopen een kaartje en lopen ieder op ons eigen tempo de gebouwen langs. Er is die ochtend een grote bijeenkomst geweest. Er staan honderden stoeltjes buiten onder een geïmproviseerd afdak. Monniken zitten aan een tafel een soort oorkondes te tekenen. We lopen op ons gemak langs alle prachtige gebouwen. Uiteindelijk belanden we allemaal zo’n beetje bij de uitgang. Rond die tijd komen ook de wandelaars binnendruppelen. De voorspelde zwaarte van de tocht, was velen eigenlijk best meegevallen. Wel het laatste stuk, waarbij de afdaling langs hele grote rotsblokken liep, was een zware belasting voor de knieën. De club is nog niet compleet. Een paar gaan de anderen zoeken. Als de anderen dan bij de uitgang zijn, zijn de zoekers weer kwijt. Maar na een half uur is iedereen er, behalve Danniel. Gelukkig hebben we een telefoon en bellen haar op. Zij blijkt bij de kassa-uitgang te staan en voegt zich dan alsnog bij de groep. Met de bus gaan we de berg weer af en met de metro terug naar het hotel. Naomi, Anton en René gaan nog even een stadion “scoren”. Ook in Busan staat een Worldcup stadion. Na een half uur hebben we het stadion bereikt. Het is nog even lopen en nog steeds verschrikkelijk warm. Het stadion blijkt dicht te zijn. Van iemand, die er aan het werk is, mogen we wel even naar binnen door de poort. We kijken even rond, fotograferen het stadion en gaan weer 18
richting metrostation om naar het hotel te vertrekken. Om kwart over zes verzamelen we weer om naar een andere stadskern van Busan te gaan. Op het strand daar is de opening van het Zomerfestival. We kopen alvast een retourkaartje en gaan met de metro (35 minuten). Het strand is zo’n tien minuten lopen van het metrostation. Het is al een drukte van jewelste. De groep splitst zich op. Eén groepje wil graag bij de Japanner rauwe vis eten. De andere groep wil gebakken vis. We lopen langs de boulevard en worden herhaaldelijk aangesproken door “proppers”, die ons proberen te bewegen toch maar bij hen te komen eten. Uiteindelijk vinden we ergens een terrasje buiten aan de boulevard, maar hoe uit te leggen wat we willen eten, als niemand Engels spreekt. Douwe en Frans nemen het initiatief en weten met handen en voeten aan te geven, dat we willen barbecuen. Daarna stappen ze op het grote aquarium af, dat ook op het terras staat en beginnen daar de vissen aan te wijzen, die we willen bakken. Een paar kunnen wel, maar anderen blijken toch te kostbaar om te bakken, want dat zijn de vissen die speciaal voor het rauwe eten zijn. Na het eten gaan we terug richting strand. Op een trapje nemen we plaats en wachten af totdat het vuurwerk begint. In de verte is het podium, waarop allerhande optredens plaatsvinden. We krijgen er wel iets van mee, omdat er een megagroot scherm achter staat. Eindelijk rond kwart over tien begint het vuurwerk. Meesterlijk. Zo’n enorm vuurwerk hebben we nog nooit meegemaakt. Vanaf een groot schip, dat een eind van het strand lag, werd vijftien minuten lang een enorme hoeveelheid pijlen, sterren, en nog meer omhoog geschoten. Het was ook nog zo geprogrammeerd, dat alle “uiteenspattingen” richting het strand kwamen. Vijftien minuten lang een ooooh en aaahh vanuit de zeker 20.000 aanwezigen. Meesterlijk, zoiets hebben we nog nooit meegemaakt en zullen we waarschijnlijk ook nooit meer meemaken. Alles tot op de seconde geprogrammeerd, uit-
gericht, de volgende vuurpijl is al onderweg naar boven, als de vorige nog aan het uiteenspatten is. Na het vuurwerk lopen we weer richting metrostation, maar... we zijn niet de enigen. Als de metro aankomt is het flink dringen We passen er net in... behalve Yvonne. Dat ziet Danniel echter gebeuren, ze pakt haar bij de arm en sleurt haar toch nog in de overvolle metro. Iedereen wordt samengedrukt, geplet, totdat de deuren dichtgaan. Maar die gaan niet dicht, omdat er nog twee mensen “uitpuilen”. Daar komt de conducteur en…. duwt ze nog even verder naar binnen. We rijden. Met de grootste moeite krijgt Anton z’n fototoestel tussen de mensen uit en neemt een foto van bovenaf. Als we een uurtje later weer in de buurt van het hotel zijn nemen we nog een afzakkertje in de (toch wel vreemde) bar van gisterenavond. We krijgen er een heerlijke schaal met fruit bij. Goeie klanten dus. Dag 11, De vismarkt en de elektronicamarkt. Joep doet deze dag niet mee. Hij ontmoet een “couch-sleeper” uit Busan, waarmee hij heeft afgesproken. Om tien uur weer verzamelen. We vertrekken met de metro richting vismarkt. Die markt is vlak bij de haven. Een ontzettende hoeveelheid kraampjes, met overal vrouwen, die ermee aan de slag zijn. Aan het begin van de markt allemaal dode vissen. In een hal verderop allemaal aquaria vol met levende vis. Het is er druk. Waarchijnlijk doen hier de restaurants uit de wijde omtrek hun inkopen. Als we even later aan de achterkant van de kraam lopen, zien we ook nog doeken vol vis liggen, die daar aan het drogen zijn. In veel kraampjes staat achterin een tafeltje met twee banken. Later blijkt dat je er ook kunt eten. We proberen nog een eetgelegenheid te zoeken, maar de overdaad aan dode en levende vis, doet de trek in vis wat verdwijnen. We zoeken straks wel iets uit. Om kwart voor
één is de afspraak op een meetingpoint. Van daaruit lopen we zo’n tien minuten naar een heeeele grote overdekte markt, waarin allerlei elektrische apparaten worden verkocht. Hele straatjes vol met winkeltjes, die ventilatoren, lampen, stofzuigers, fototoestellen noem maar op. Maar ook kleden en kleding wordt er verkocht, verder een winkel vol met duizenden plastic bakjes (een soort Marskramer maar dan tien keer zo vol en twee keer zo klein). We vinden nog steeds geen restaurantje, waar moeten we heen, wie zoekt er iets..... bijna crisis, als er plots een pizzahut opduikt. Heerlijk pizza gegeten (ook weer samen delen, zo gaat dat in Korea), er is ook een saladbar, dus ook aan salade en fruit geen gebrek. Daarna ontmoeten we elkaar weer op het afgesproken punt. Op de terugweg maken we nog een tussenstop bij de uitkijktoren van Busan. Een ontzettend hoge toren, van waaruit je de haven goed kunt overzien. 19
Beneden in het bijbehorende park zijn veel oude mannen bezig met spellen. Zij vermaken zich overdag op die manier. Daarna gaan we gezamenlijk terug met de metro. ‘s Avonds eten we in een soort Koreaanse snackbar. Je bestelt een bordje gebakken rijst met iets erdoor of een bak soep. Voor gemiddeld 5000 Won (= € 4,00 ) eten we. We nemen erna nog een afzakkertje in de bar.
20
Dag 12, Naar Gyeongju, fietsen tussen de rijstvelden Om negen uur verzamelen we voor de doorreis naar Gyeongju. Met twee busjes rijden we een uurtje om aan te komen in Motel Liebe (www.motelliebe.com). Danniel had gezien, dat er slecht weer werd voorspeld. Nu dat echter niet zo is (het is weer bloedje heet dus), moeten we het er ook nu van nemen. Nog niet alle kamers zijn klaar, dus de mensen, wiens kamer wel schoon is zetten hun koffer weg, laten de anderen er even van het toilet gebruik maken en daarna lopen we naar de fietsverhuur, vijf minuutjes lopen . Normaal kost een fiets er 7000 Won (= € 5,60 ), maar voor Shilla-toeristen kost het maar 5000 Won (= € 4,00). De temperatuur stijgt zo mogelijk nog meer, als we op de fiets op pad gaan. Na een tijdje fietsen we tussen de rijstvelden. Het betonnen weggetje loopt iets omhoog. Naast het pad is een afwateringskanaal. Het is bijna niet meer te harden en eindelijk na drie kwartier stoppen we even, zodat we in de schaduw kunnen zitten om de lunch te gebruiken. In het tuintje, waar we stoppen, staat een groot wit boeddha beeld. Er vloeit heel wat water en andere drank, dit ook om het vocht op peil te houden. Na een half uurtje stappen we weer op. Hierboven is een prachtig mooie tempel, zo vertelt Danniel ons. Het is reuze steil pad omhoog. Zo’n tien minuten lopen volgens haar. Als er iemand omhoog wilt, dan wacht de rest wel beneden. Sommigen blijven inderdaad
pakken, want wij wisten de weg terug toch wel... Nee dus, uiteindelijk komen we René en Evert ook zwervend in het dorpje tegen. In eerste instantie doen ze alsof ze de weg wisten, maar ze dwalen eigenlijk ook maar wat rond. Gelukkig had Anton een visitekaartje van het hotel bij en na vier keer vragen op diverse plekken, worden we op de verlichte toren van het hotel gewezen, waarna we het redelijk snel vinden. Dag 13, Naar twee tempels en naar Folk Village. ‘s Avonds naar een folkloristisch optreden of toch niet??
wachten. Anderen gaan omhoog. Maar die tien minuten worden er wel 20 in deze hitte. Inderdaad is het een mooie tempel. De twee fanatiekelingen, die dachten de helling wel met de fiets te kunnen nemen, haken na 40 meter af. Het is echt heel steil. Als iedereen na een dik half uur weer beneden is, zetten we de fietstocht voort. We gaan nu naar het Gyeongju National Museum. Een groot complex, waar we, ieder op zijn eigen tempo, doorheenlopen. Er worden wat souvenirs gekocht. Daarna op de fiets terug naar het hotel. ‘s Avonds eten we in de “Terrace”. Een ontzettend chique tent, met een Italiaanse uitstraling. We zitten op hoge pluche stoelen aan een lange tafel. Het is er koel, dus de airco doet het goed. Het is er voor Koreaanse begrippen flink aan de prijs. We eten voor een euro of vijftien p.p. Daarna gaan Joep en Danniel nog een borreltje
Het is ‘s morgens om 8.50 uur verzamelen. We gaan met het openbaar vervoer (de bus dus) naar de Socuran-tempel. Deze tempel is zo bijzonder om dat het Boeddhabeeld in de rots is uitgehouwen. De tempel ligt bovenop een berg, waar we met de bus heen gaan. Het is inderdaad wel bijzonder, maar ook wel een beetje afstandelijk, niet wat we toe op nu gewend zijn. De toeristen, en dan zijn er ook hier weer heel wat, schuiven achter een grote glazen wand door, waarachter een tempel, met stenen boeddhabeeld en enkele mensen, die daar aan het bidden zijn. Daarna zijn we weer met het openbaar vervoer naar een ander tempelcomplex gereden (de Bulgaska-tempel). Een heel groot complex. De tempels beginnen op elkaar te lijken. De omgeving is wel prachtig. Na een uurtje gaan we er weg om richting ontmoetingspunt te gaan (de bushalte beneden bij het parkeerterrein). Daar eten we wat. Anton een lekker noodlesoepje en wat 21
te drinken op het terras. Yvonne en Naomi in een restaurantje, waar Evert al had ontdekt dat het er goed toeven was. Op de terugweg is het plan om ergens halverwege nog even uit te stappen voor een bezoek aan een Handcaft Village. Ook dat is weer een authentiek dorpje dat beschermd wordt door de regering. In dit dorp worden veel potten en pannen gebakken. Helaas heeft de chauffeur ons toch niet helemaal begrepen. We zien het dorp aan ons voorbijtrekken. De eerstvolgende bushalte is drie kilometer verderop. Daar stappen we dan uit, steken de straat over en nemen tien minuten later de bus terug. Het is een leuk dorpje. Wel erg toeristisch, ook erg veel (Koreaanse) toeristen en veel drink- en souvenirgelegenheden. Will koopt er allerhande kopjes. Na een
We gaan er gezamenlijk eten vlakbij een openluchttheater, waar vanavond een klassiek Koreaanse opvoering wordt gegeven. Het restaurant, naast de openluchtkuil gelegen, verzorgt ons goed. Heerlijk eten en allerhande ventilatoren rondom ons. Het wordt al een beetje donker (dat is al snel in Korea rond 20.30 uur) als we naar de voorstelling gaan. Het blijkt, dat die niet doorgaat... Dat is balen. Danniel probeert met man en macht nog te redden wat er te redden valt. Uiteindelijk heeft ze iets gevonden. Vlakbij zou een ander evenement plaatsvinden, waar we zo naar binnen kunnen lopen. We lopen tussen wat gebouwen door en komen dan... in een opnamestu-
dio, die bomvol Koreanen zit. Er draaien drie camera’s om alles vast te leggen en op het podium vindt een soort talentenjacht plaats. De muziek en het geluid staan knoerthard. We vallen binnen op het moment dat een vijftal mensen uit het publiek zo lang mogelijk “aaaaaahhhh” moeten zeggen in een microfoon. Later, het lijkt wel een soort talentenjacht, maar we snappen er echt helemaal niks van, van wat wordt verteld, maken we nog optredens mee van breakdance jongeren en van dansende meisjes die met wulpse (Westerse) bewegingen dansen op moderne ook weer knoertharde muziek. Ook vinden er allerlei effecten plaats. Plots schiet er uit drie reuze vlammenwerpers vuur in de lucht (en het is er al zo warm…). Even later komen er grote rookpluimen uit de grond omhoog geschoten, spectaculair en heel veel herrie. Naomi geniet best wel van dit op TMF-gelijkende gebeuren. uurtje rond te hebben gedwaald gaan we terug naar het hotel. ‘s Avonds om 18.00 uur is het weer verzamelen. We gaan met de openbaar vervoer bus richting een groot complex vol hotels. 22
Daarna gaan we weer met de bus terug. Rondom het hotelcomplex is alles prachtig verlicht. Zelfs een hele stoep blijkt te zijn voorzien van hele rijen piepkleine lichtjes.
Beneden in de hal van het hotel staan allerlei films op video. De meeste zijn wel Engels gesproken en Koreaans ondertiteld. Over het algemeen heel veel vecht- en gepauw gepauw-films We nemen er eentje mee naar de kamer. Maar halverwege de film gaat Anton’s kaarsje uit. Hij slaapt. Dag 14, Vrije dag, gefietst, gewinkeld, een stadion en het koningsmaal.
steken daarbij dan het v-teken op. Stelletjes (jongetje+meisje dus) lopen vaak met een fototoestel(letje) op een statief rond om van zichzelf allerlei foto’s te maken met de zelfontspanner. Als toerist vallen we zeker niet op in dat park. Misschien maken we iets minder foto’s en in ieder geval niet steeds
Het is een vrije dag. Joep en Naomi slapen uit. Yvonne en Anton staan rond negen uur op en gaan na het ontbijt op pad. Zij
huren wederom een fiets (kost alweer 5000 Won = € 4,- per dag) en gaan op pad. Langs prachtige bloemenvelden en een park vol bijzondere planten. We komen ook de koningsgraven weer tegen. Alle koningen, koninginnen en hun kinderen werden hier begraven in enorme grafheuvels, die door de hele stad verspreid liggen. Het is druk in het park. Ontzettend veel Koreaanse toeristen. Het is weekend. Midden in het bloemenveld staan twee poppetjes. Het symbool van de stad waar we nu zijn. Het is een echt Kodakpoint. Om de beurt lopen vaders, moeders en kinderen erheen en worden er foto’s gemaakt van de gezinsleden met de poppetjes. Zoals we al eerder ontdekten staan Koreanen graag op de foto. De kinderen
van onszelf (hoewel eentje toch wel). Het waterlelieveld is echt prachtig. Je ziet er bij wijze van spreken bijna de elfjes uit het sprookje in de Efteling uitkomen. Het begint een klein beetje te druppen. We fietsen nog even langs de grote supermarkt en kijken onze ogen uit naar alles wat daar wordt verkocht. Plots zien we alles, wat we steeds in restaurants in potje en bakjes krijgen, daar weer terug. Er zijn tientallen soorten paddestoelen en megaveel soorten vis. Tot op heden hebben we eigenlijk alleen nog maar kleine supermarktjes gezien. Tussen de middag eten we allemaal sa23
men. Daarna gaan Yvonne, Anton en Naomi het binnenstadje in. Opvallend zoveel personeel er in de winkels is. Er zijn ook best veel verzamelgebouwen, waar dan tientallen kleine soort winkeltjes zijn. Bij elke toonbank staat een mevrouw om haar waar aan te prijzen. Gelukkig heeft Yvonne iets van richtingsgevoel en leidt ons weer terug naar het hotel. Er wordt daar wat gedronken en daarna gaan Anton en Naomi op de fiets nog even een stadion “scoren”. We fietsen over een speciaal aangelegd fietspad langs het water. Er zijn daar 3 stroken aangelegd. Eén voor voetgangers, één spiegelgladde voor skeelers en één voor fietsers. Helaas kunnen we niet het stadion zelf in. Er worden wel wat foto’s gemaakt ook van het stadion ertegenover. Op de terugweg zien we, zoals we al op vele plaatsen hebben gezien, hele families onder een viaduct zitten. Vaak wordt daar gegeten en spelen de kinderen in het water. Bij de temperaturen in Korea is het daar vaak goed toeven. ‘s Avonds gaan we lopend met het hele gezelschap naar een restaurant voor “het koningsmaal”. Het is een Koreaans koningsmaal. Dat betekent dus, dat we weer met z’n allen op de grond zitten. Danniel heeft gereserveerd. Er is voor ons een aparte kamer ingericht (nou ja ingericht, de airco staat aan). Er liggen matjes, waar we op zitten. Na een tijdje komen er 24
twee mannen met een compleet gedekte tafel binnengelopen. In totaal komen er drie van deze tafels voor twaalf mensen, met daarop van allerlei heerlijke gerechten. Heerlijke vis, nog een vis en nog meer vis, veel groente en rijst, met het gebruikelijke soepje voor bij de rijst. Als toetje een verjaardagstaart, die we ter gelegenheid van Carla’s verjaardag bij de bakker hadden besteld. Joep vindt de bar, waar we na afloop naartoe gaan, er een beetje “porno” uitzien. Carla viert haar verjaardag pas over een paar weken samen met haar man Michel. Och, we nemen toch wel een glaasje hoor. Dag 15, Naar Andong, winkelen en naar de Andong Dam/houten brug. Met de lift naar beneden. In Korea is het getal “4” een ongeluksgetal. Vaak zie je dan ook, dat de vierde verdieping niet bestaat. We maakten dat bijna in alle hotels mee. Dikwijls wordt het kamernummer “4” ook overgeslagen. Verzameltijd is tien uur. De bestelde taxi’s komen niet opdagen. Daar wachten we niet lang op, want het is vier minuten lopen naar de taxistandplaats. Met vijf taxi’s rijden we compleet met koffers naar het station. Daar zijn we iets te vroeg, dus wachten nog even in de vertrekhal. Vijftien minuten voor vertrektijd lopen we alvast aan naar het perron. Deze keer wel met de koffers omlaag en weer omhoog om op het goede perron te komen. We zitten deze keer in wagon twee en hebben daar plaats één tot en met veertien. De reis duurt deze keer maar twee uur. Vanaf het station in Andong is het tien minuutjes lopen naar Hotel California. Het is een minder luxe hotel. Wel schoon, geen internet. Eindelijk ook een hotel, waar de douche wordt afgescheiden. Hier hebben ze een soort glazen schuifdeur. In alle vorige hotels stond steeds de hele douche blank als je had gedoucht. Wat ook minder handig is, dat je de sleutel nodig hebt om de deur open te doen. Dat betekent dus, dat Naomi de
sleutel naar beneden moet brengen als Joep nog niet terug is in het hotel. Om de hoek blijkt weer een Pizzahut te zijn. Daar eten we tussen de middag. ‘s Middags gaan Yvonne en Naomi weer “shoppen”. Anton en Joep gaan op weg naar de “AndongDam”. Buslijn drie is na vijfentwintig minuten nog niet langsgekomen, dus besluiten we maar een taxi te nemen. Het is een twintig minuutjes rijden bovenop een berg. We betalen de taxichauffeur 4000 Won (= € 3,20 ) en stappen uit. Het is een indrukwekkende grote dam. Het water in het stuwmeer staat echter heel laag. De sluis en bijbehorende betonnen uitlaat voor het water doen het dus niet. Niet zo heel spectaculair dus. Een eindje naar beneden lopen (zo’n kwartiertje) is een grote houten brug over de rivier. Helaas is deze gesloten en kunnen we er niet op. Tegen de berg aan ligt nog een dorpje, dat gebruikt wordt voor opnames van een Koreaanse soapseries. We gaan met de bus (1100 won= € 0,88) weer terug naar het dorp. ‘s Avonds gaan we lekker eten bij de Italiaan volgens Danniel. O, nee, toch niet. Die blijkt gesloten, dus duiken we het restaurant naast ons hotel in, waar het ook heel goed eten blijkt. Weer lekker gebarbecued, met heel veel vlees en zittend op gewone stoelen. Daarna een tussenstop bij een grote ijsjeswinkel. Vervolgens nemen we een afzakkertje in de koffiebar. Helaas is er ook alleen maar thee en koffie te koop. Mevrouw en
meneer de eigenaar zijn een beetje “droog”. Douwe weet intussen waar we geld kunnen pinnen uit de automaat en wijst ons even de weg erheen. Wij gaan weer terug naar het hotel, maar Joep, René en Danniel nemen nog een afzakkertje in de Tomobar aan de overkant van het hotel. De fles Franse wijn was niet goedkoop, maar dan heb je natuurlijk wel wat lekkers. Dag 16, naar de papierfabriek, het Mask Museum en de Folk Village en eten in een chique Italiaans restaurant. Vandaag om tien uur verzamelen. We gaan op pad. Met het openbaar vervoer (dit keer een ouwe rammelbak) naar de papierfabriek. We krijgen een rondleiding en zien het hele proces van boom tot vel papier. Het papier wordt daar met de hand geschept. De gids vertelde wel, dat tegenwoordig heel veel
handgeschept papier uit China komt en de omzet aanzienlijk daalt. Waarschijnlijk daarom is men nu met rondleidingen begonnen. We zien ook de mensen aan het werk. Dat is hard werken hoor! Buiten begint het te regenen, maar daar hebben we binnen niet zoveel last van. Op het eind van de rondleiding gaan we nog even winkelen in de bijbehorende winkel. Ze hebben er zelfs geschept papieren kleding. We kopen ook nog wel wat dingen. Die rol echt handgeschept papier is vanaf
25
dan ons zorgenkindje, want als het papier knakt is het jammer. Hij is goed ingepakt en moet dus steeds los overal mee naartoe genomen worden (reis, vliegtuig etc.). We kunnen of meteen weggaan of nog even op ons gemak rondkijken en met de taxi verder gaan. Dat laatste doen we. Er worden vier taxi’s opgetrommeld en we laten ons naar het Mask Museum brengen. Daar is een uitgebreide en ook best interessante tentoonstelling over allerhande maskers en mensen laten zich door een veerman overzetten naar de andere hoe daar vroeger toneel mee kant. Dat gebeurt met een stok, waarmee hij zich op de bodem werd gespeeld. Ook tegenafzet. Aan de andere kant zien we dan de mensen weer helemaal omhoog klimmen. We besluiten om niet mee te gaan naar de Confucius academie en gaan met de bus van 15.00 uur weer terug naar Andong. Frans en Joep gaan nog even boodschappen doen i.v.m de verjaardag van Danniel morgen. ‘s Avonds eten we in een chique restaurant. Het is woordig vindt dat nog plaats. We zien er heel veel. Van hele een Italiaans resvrolijke, tot erg boosaardige maskers. Vandaaruit is het 10 mitaurant. Je zakt er weg in de nuten lopen naar het stoelen en het is flink aan de Folk Village. Eerlijk prijs. Iedereen bestelt wat angezegd was deze niet ders en omdat het ene wel en zo indrukwekkend. het ander niet bevalt, schuiven Intussen is het ook de bordjes steeds door naar alweer droog en goed wie er dan weer van wil eten. warm nog steeds. De ontzettend hete spaghetti, We sjokken wat rond die Joep heeft, lust René dan en vinden een plekje weer wel. Na het eten weer het bovenop de helling. traditioneel ijsje op het kruisOnder ons stroomt punt. Deze keer komen we in de rivier. Enkele 26
een bar op de eerste verdieping (dat heet in Korea de tweede verdieping) terecht schuin tegenover de ijssalon. Het is er vrij donker, heel veel gekleurde lichtjes, knipperende kerstlampjes. Weer met van die aparte nisjes, maar dit keer ook een grote tafel, waar we met z’n allen aan passen. Dag 17, Danniel is jarig, de universiteit van Confucius, een waterhoos en nog even shoppen. ‘s Nachts heeft het personeel van het hotel de deur van Danniel versiert met slingers en een “hartelijk gefeliciteerd”. Met Danniel hebben we om negen uur afgesproken en onderling tien minuten eerder om haar te verrassen. We wachten haar beneden bij de lift op en er worden wat slingers haar richting uitgeknald en natuurlijk een luidkeels “lang zal ze leven”. Frans kleedt Danniel aan met een gouden hoge hoed en een bloemenkrans. Ze is helemaal overdonderd, maar vindt
het wel leuk. Verder krijgt ze van ieder van ons een roos en drie kussen. Het is wel een rotzooitje geworden in de hal. Douwe en Yolanda nemen afscheid. Ze gaan een dag eerder naar Seoul om de biologische moeder van Yolanda de volgende dag te ontmoeten. Zo af en toe een regenbuitje. Op weg naar de bushalte. We gaan naar de universiteit van Confucius. Een heel belangrijk Chinees geleerde, wiens
afbeelding op de 1000 Won biljetten staat afgebeeld. Op weg erheen rijden we door een prachtige omgeving. De bergen worden wat steiler, de natuur zo mogelijk nog mooier. Er zijn prachtige dalen en valleien. Een heel serene sfeer heerst er. Er is een vrij lang breed wandelpad richting de “universiteit”. Heel indrukwekkend de gebouwen te zien, waar een heel wijs man z’n leerlingen heeft onderwezen. Er zijn speciale gebouwen voor de drukkerij (waar nog met houtsnijwerk werd gedrukt). Een apart gebouw om het gedrukte op te slaan. Weer een ander gebouw, waarin Confucius zich terugtrok en ernaast een overkapping, waarin hij dan lezingen gaf. Als we alles gezien hebben gaan we nog even op ons gemak op een bankje zitten. Een prachtig uitzicht over de vallei. Het heeft wel iets meditatieachtig of een soort kloostertuin uitstraling. Dan gaan we het brede pad weer terug. Sommigen lopen iets voorop. Anderen volgen erachter als we plots een enorme regenbui op ons af zien komen. Een scherm van water nadert met een ontzettende snelheid. Iedereen zet het op een rennen naar het dichtstbijzijnde
gebouw. Wij komen in het administratiegebouw terecht. De anderen vluchten een souvenirwinkel in aan de andere kant van het parkeerplein. Het komt er echt met bakken uit. Vanaf de berg zien we watervallen ontstaan. 27
De watergoten kunnen het niet aan en spuiten het water met kracht omhoog. Op een gegeven moment wordt het iets minder en lopen wij ook snel naar de overkant het souvenirwinkeltje in. De mevrouw die dat winkeltje runt is heel vriendelijk. We krijgen iets warms te drinken van haar in piepkleine bekertjes. Het lijkt op thee, maar smaakt naar slechte koffie, maar in ieder geval goed bedoeld. De bus, die een 20 minuten later komt, stopt heel aardig voor de souvenirwinkel. Het regent nog steeds flink, maar daar trekt de buschauffeur zich weinig van aan. Joep heeft vandaag een bezoek het Soju-museum gebracht. (Soju is een soort jenever van rijst getrokken). Wij gaan even plassen in het hotel en eten dan bij de Lotteria. (een echte MC Donalds, maar dan met een ander naam). Naomi en ik lopen nog even naar de cd-winkel. Met handen en voeten en met hulp van een meisje, dat als klant in de winkel is en een beetje Engels spreekt, leggen we uit, dat Naomi een verzamel cd van populaire Koreaanse muziek wil. In de winkel zien we, dat er nog steeds heel veel cassettebandjes verkocht worden. Een cd in de winkel alvast beluisteren, kennen ze hier niet. Anton vindt een cd met boeddhistische muziek erop en koopt die dus op de gok. Cd’s kosten er omgerekend zo’n €10,-. Daarna gaan Yvonne en Naomi nog even “shoppen”. Leuk weetje. Een Koreaans “stelletje”, is goed herkenbaar. Vaak dragen ze dezelfde kleding of hetzelfde T-shirt. Dat blijkt nog verder te gaan, want ze schijnen ook hezelfde ondergoed te dragen. In winkels wordt daar zelfs reclame voor gemaakt. Anton probeert de boekwinkel terug te vinden, die hij in de bus vanmorgen heeft gezien. Na 40 minuten lopen en twee enorme regenbuien over zich heen te hebben gehad, komt hij erachter, dat de bus langs de andere kant het stadje is uitgereden en hij dus de verkeerde kant uit is gelopen. Een stevige wandeling van dik 1,5 uur langs misschien wel 150 winkeltje was ook wel interessant hoor. Wat opvalt in heel Korea, is dat er nooit één winkel van iets is. Vaak zijn er dan soms wel vijf of zes winkels naast elkaar, die allemaal hetzelfde verkopen. Vier winkels naast elkaar waar elektromotoren verkocht worden. Een van de winkels (= hokje van 4 x 4 meter ) ligt helemaal vol met een grote stapel oude motoren op een grote hoop. Achterin zit een oud mannetje televisie te kijken. Sommigen lijken wel 28
te wonen in hun winkel. In andere winkels zie je soms mensen ook slapen of liggen er kinderen languit voor de tv of liggen er te dutten. Verschil tussen wonen, leven en werken is er nauwelijks, zo lijkt het. ‘s Avonds om zeven uur verzamelen we weer om naast het hotel te gaan barbecuen. Deze keer lekker veel vlees. Om de haverklap wordt het bakrooster vervangen door een nieuw. Wat een service! Na het eten is het tijd voor de verjaardagstaart. Die is ‘s middags opgehaald bij de bakker. En bij het naar buiten komen schieten we nog wat vuurwerk af op het pleintje tussen de bomen. En zo vergeet Danniel haar 22ste verjaardag niet vlug, denken we. Na het eten gaan we naar de bar aan de overkant. Een z.g.n “jazz-bar” met hof. Niemand weet wat “hof” betekent, maar het klinkt wel heel modern, en meestal is er dan een toog, waaraan je kunt zitten. In eerste instantie zitten we weer in zo’n hok. Deze is echter nog kleiner dan de vorige keer, dus schieten we de grote ruimte in en draaien de stoelen, die rondom de toog staan gewoon om. Joep duikelt een of andere Amerikaan op die buiten rondloopt. Hij komt die tegen, als hij Frans gaat zoeken, die niet weet welke kroeg we binnen zijn gegaan. Ook de drie “ijscoverslaafden” worden verwittigd waar we
zijn. Na een uurtje keren we weer “huiswaarts”. Joep, Naomi en Danniel zakken nog even verder door. Dag 18, naar Seoul, de baseballwedstrijd gaat niet door, en lekker eten. Om half tien verzamelen voor de treinreis naar Seoul. ‘s Morgens vroeg op om nog even langs de bank te gaan om wat 100.000-den Wonnen te pinnen. Ontbijt hadden we al gekocht, dus we hoeven niet naar de bakker voor een “Frenchbreakfast”, wat we de afgelopen dagen wel hebben gedaan. Het is tien minuten lopen naar het station met de grote tassen. Daar even wachten in de wachtruimte, totdat Danniel de kaartjes heeft. Helaas deze keer wel trap af, trap op naar perron twee. We zitten in wagon twee op stoel 1 t/m 13. Het is dan rond elf uur. Op dat moment vindt de ontmoeting tussen Yolanda, Douwe en haar biologische moeder en twee zusjes plaats. Spannend hoor. Na vier uur en twintig minuten arriveren we op het station in een voorstadje van Seoul. Van daaruit gaan we met vijf taxi’s naar ons hotel van het begin van de reis. Danniel heeft voor elke taxichauffeur een visitekaartje. Het is vreselijk druk op de weg. De taxi’s proberen bij elkaar in de buurt te blijven, maar dat lukt niet. Naomi en Anton zitten samen met een heleboel koffers in een taxi. De chauffeur kijkt steeds vaker op het plattegrondje achterop het visitekaartje. Als dat maar goed komt.. Dertig minuten later en na het betalen van 8200 Won (= € 6,--) komen we aan bij het hotel. We hebben eenzelfde soort kamer als de vorige keer. Dat betekent dat Joep weer op een echt bed kan slapen vannacht.
Het regent bij tijd en wijle. Soms is het ook hele tijden droog. Om half vijf hebben Frans, René, Naomi en Anton afgesproken naar het baseballstadion te gaan om een wedstrijd te bekijken. Frans had dat de eerste dagen ook al een keer gedaan en dat was goed bevallen. Het is drie kwartier met de metro en het viel dus flink tegen, toen bij aankomst bleek, dat de wedstrijd was afgelast i.v.m de regen. Weer terug en nog net op tijd om mee naar het restaurant te gaan. We lopen naar de Insadong, een grote winkelstraat (twintig minuten), waar we in het begin al waren geweest. We eten er heerlijke vis. Met Marcel als examinator behaalt Anton dan toch nog zijn “stokjes-eet-diploma”. Karin, de reisleidster van onze eerste dag, viert haar laatste avond in Korea met ons. Douwe en Yolanda gaan niet mee, omdat ze die avond eten bij haar “verse” biologische moeder en zusjes thuis. Dat contact is weliswaar erg leuk. Ook wel moeilijk i.v.m de taal, ondanks de tolk die erbij is. Yolanda weet nog niet zo goed hoe deze kennismaking een vervolg moet hebben. Na het restaurant duiken we nog even een koffiebar in en gaan dan terug naar het hotel. Dag 19, Naar Pyungtaek en Yongsan, naar het badhuis en nogmaals naar de baseball. Vandaag is de dag dat we naar de geboortestad van Naomi gaan. Om negen uur gaan we op pad. Danniel heeft de reis voor ons voorbereid. We gaan eerst met de metro naar Yongsan en van daaruit met de trein naar Pyungtaek. Als we “Seoul rail station” naderen slaat de twijfel toe, maar we houden ons aan het advies en reizen door. De trein vertrekt binnen een paar minuten en omdat we de weg naar het perron niet kennen, 29
en het maar de vraag is of we het kaartje op tijd kunnen kopen, besluiten we de trein van vijf voor elf i.p.v. vijf voor tien te nemen. Het plan is om dan even de grote elektronicawinkel in te lopen, maar die is pas om half elf open. We gaan lekker even op de grote trap zitten, waar we een prachtig uitzicht over de stad hebben. Met het treinkaartje door het poortje (werkt net zoals de metro, best handig eigenlijk) en naar het perron. Op ons kaartje staat, naast onze stoelen, ook de aankomsttijd in Pyungtaek, makkelijk dus. Aangekomen in Pyungtaek blijkt, dat het station wordt verbouwd. Best wel een zootje rondom het station dus. Als bewijs nemen we een foto van Naomi op het perron onder het Pyungtaek bord. Buiten gaan we op zoek naar een “tourist information”, maar vinden niks. We proberen een taxichauffeur aan te spreken, maar die spreekt geen woord Engels. Het politiebureau op het stationsplein is verlaten. Een man op het parkeerterrein, die drie woorden Engels kent, snapt ons ook niet. Dan lopen we de stad in. Een grote winkelstraat. We komen daar een luxe
30
hotel tegen. Anton loopt naar binnen, want daar zal toch zeker wel iemand Engels spreken. Er blijkt inderdaad één iemand te zijn, die gebrekkig Engels spreekt. Ze wordt van boven, later blijkt de administratie, gehaald. Nee, wist ze ons te vertellen, er bestaat geen “touristmap” van Pyungtaek. Ook een “tourist information” was er niet in het stadje. Maar we mochten wel even boven op de administratie kijken. Daar hing een plattegrond aan de muur. Als we vragen hoe we b.v. naar de haven kunnen komen, dan is dat nog niet zo makkelijk. We moeten dan eerst met de trein een station verder en van daaruit met de taxi naar de haven. Op ons verzoek schrijft ze voor ons in het Koreaans op een briefje “Pyungtaek haven”, zodat we dat aan de taxichauffeur kunnen laten zien. Na hartelijke buigingen en bedanken, lopen we weer naar buiten. Dat lijkt toch allemaal te ingewikkeld, een tochtje naar de haven. We lopen de winkelstraat verder in, drinken wat buiten bij de “Family-market” en ontdekken een boekwinkel. Daarbinnen vinden we een plattegrond van Pyungtaek, die we natuurlijk kopen. Het blijkt verder eigenlijk een boekwinkel te zijn, waar heel veel schoolboeken worden verkocht. Onze vraag (met handen en voeten) of er fotoboeken van Pyungtaek waren, wordt ontkennend beantwoord. We lopen nog een blokje om en gaan dan weer terug naar het station. Buiten eten we nog fruit en als we weer in het station zijn, ontdekken we dat we de tas met de plattegrond en het “Koreaanse scooterboek” voor Léon hebben laten staan. Gelukkig staat de tas er nog. Als we op onze plaatsen in de trein aankomen, vindt Naomi een mobiele telefoon. Na even zoeken geven we die aan de drank- en eetverkoper in de trein. Later komt de conducteur nog even langs om ons te bedanken. De mevrouw, die achter Naomi zit, biedt ons spontaan een stuk mais aan. Als blijk van waardering? of gewoon zomaar??
Als we drie kwartier later weer aankomen in Yongsan, gaat Yvonne meteen door met de metro naar het hotel. Ze wil met een paar anderen nog naar het badhuis vanmiddag. Anton en Naomi lopen even de mega-elektronicawinkel in. Vooral Naomi wordt er herhaaldelijk aangesproken of ze niet iets wil kopen. Anton ziet er waarschijnlijk te Westers uit en zal wel geen Koreaans spreken, zo denken de verkopers. Op de meubelafdeling zoeken we nog naar een “stoel zonder poten”, maar kunnen die nergens vinden. Ook wij stappen in de metro na een half uurtje. Onderweg naar het hotel komen we de vier vrouwen tegen, op weg naar het badhuis.
leaders op datzelfde podium op, maar ook tijdens de liederen doen ze fanatiek mee. Als “de anderen” aan slag zijn gebeurt hetzelfde maar dan aan de overkant met een eigen ceremoniemeester, met eigen cheerleaders en eigen trommelaars. Elk soort punt heeft z’n eigen lied. De baseballwedstrijd Doosan Bears tegen de Giants blijkt ook een zeer populaire wedstrijd te zijn. In het eerste uur
Anton en Naomi eten wat fruit, drinken nog wat en gaan dan voor een tweede poging op weg naar het baseball-stadion. Frans heeft deze keer niet zoveel zin om mee te gaan. Achttien haltes van de metro verder stappen we uit bij het “Sports-complex”. Op
na de start loopt het hele stadion bijna vol. Hele gezinnen met kinderen, maar ook mensen nog met hun colbert aan, inclusief aktetas, komen het stadion nog binnen. Beaanraden van Douwe kopen halve de stoelen we een kaartje voor de “veldaan de rand van plaats”. Nog even een frietje het veld is het stapikken bij Burger King, dat dion goed gevuld. Later horen we dat er zeker 35000 mensen ook in het stadion is gevesbinnen zaten. Beide clubs komen uit Seoul. Vandaar de enorme tigd en dan op weg naar een hoeveelheid publiek dus. Tussendoor wordt er van alles qua plaatsje. We zijn heel vroeg, eten de tribune opgesleept. De meeste fans hebben wel iets om dus er is nog volop keus. Een mee te zwaaien of te klappen. De grote opblaasballonnen om paar rijen achter het “podium” mee te klappen of een krant, in stroken gescheurd om mee te lijkt ons wel geschikt. Eerst wordt nog wat warm gelopen en wapperen. Bijna iedereen heeft buiten ook een “wind-wapperdan barst de wedstrijd en het feest los. Ongelooflijk wat een ding” gekregen met daarop reclame voor het circus over een festijn is dat. Als “onze club” (wat later blijkt de uitspelende paar dagen. partij) aan slag is, wordt het hele publiek op de tribune gediriAls tijdens de geerd door een ceremoniemeester. Op het podium met microlaatste inning foon en geluidsinstallatie, wel duidezorgt hij ervoor dat er lijk wordt dat luidkeels liederen worden “wij” gaan aangeheven, yellen worden winnen, zien geroepen en met nog twee we aan de reuze trommels, wordt de overkant het spanning opgevoerd voor publiek het het werpen van het ballestadion al vertje. Tijdens het wisselen op laten. Het is het veld treden de cheerintussen rond 31
elf uur. De eerste metro, die aankomt bij het stadion is zo vol, dat we die maar laten gaan. (goed dat we alvast een retourtje
(hoewel Naomi dat niet helemaal onderschrijft). Uiteindelijk zien we een reuze groot warenhuis aan de linker kant. Ter vergelijking de oppervlakte is zo’n tien keer zo groot als V&D in Breda, en dan dertien verdiepingen hoog. En wat blijkt, dat allemaal zit helemaal vol met piepkleine winkeltjes van zo’n vier bij vier meter, die ook weer helemaal vol liggen met stoffen op een rol. Je kunt het zo gek niet bedenken of die stof hebben ze daar. Ook allerhande winkeltjes met afwerkrandjes, knopen, garen, noem maar op. Een smulparadijs voor de kleermaker. Maar dat soort winkels zochten we toch niet. Dus maar
gekocht hadden) De tweede metro is ook goed vol, maar met wat proppen, passen we er nog wel bij. Rond half twaalf zijn we terug. Het is nog steeds goed warm buiten. Yvonne is met drie meiden ‘s middags naar het badhuis geweest. Het blijkt dat het er toch wel anders aan toe gaat als in Europa. Er wordt veel geschrubd. In de sauna wordt veel water gebruikt ook om je af te koelen. De warmte in de sauna komt van een hele muur. Mareille en Will laten zich masseren door een grote Koreaanse vrouw, die gekleed in een zwarte onderbroek en een rode bh (verder is iedereen naakt) die de dames flink onderhanden neemt en later van een maskertje voorziet. Die nacht doet de airco, zoals alle nachten trouwens, weer flink z’n best om het enigszins dragelijk te maken. Omdat dit hotel geen horren heeft (ook het enige hotel trouwens) moet de airco ook de muggen buiten houden. Dag 20, shoppen in heel erg groot kleding warenhuis en Nanta’s Cooking show. De laatste avond. Ook deze dag is een vrije dag. Yvonne, Anton en Naomi hebben afgesproken te gaan shoppen in een buurt, waar hele grote kledingwinkels zouden moeten zijn. Het is wel een half uurtje lopen, maar wel een leuke wandeling helemaal langs het water 32
weer naar buiten, nogmaals op de kaart gekeken, misschien wel aan de ander kant van het water. Een paar blokken verder, nog even wat drinken op een terrasje tussen de torenflats, vinden we nog zo’n groot warenhuis, maar dan met kant en klare kleren. O jee, er staat weer een stadion in de buurt. Navraag bij de tourist information leert, dat je er zo naar binnen kunt, want het is niet meer in gebruik. Er is een parkeerplaats van gemaakt. Op de tiende verdieping van het warenhuis kun je eten. Er is van alles, maar pizza heeft de voorkeur. Als je dat bestelt, dan krijg je met de kassabon een soort buzzer mee, die als hij gaat trillen het sein geeft, dat de pizza klaar is. Dat is makkelijk. Daarna wordt er nog uitgebreid geshopt, wat kleding gekocht en daarna weer op weg naar
het hotel. Met Joep, die deze dag weer op stap is met een “couch-sleeper” hebben we om vijf uur afgesproken om te gaan eten. We gaan barbecuen aan de overkant. Eigenlijk willen we op de hoge tafel, maar daar doet de barbecue het niet en dus verhuizen we, op kousen naar de andere kant, waar we aan een laag tafeltje gaan zitten. Op de laatste vrije dagen zien we de rest van het gezelschap eigenlijk nauwelijks. Maar daar zou vanavond verandering in komen. We gaan allemaal naar “Nanta’s Cooking Show”. Een optreden, waarop Evert, die intussen alweer in Nederland zit, omdat hij maar veertien dagen bij ons aanhaakte, ons attendeerde. We stappen weer de metro in en stappen bij City hall uit. Het is dan nog een kwartiertje lopen. De kaartjes zijn best duur ( €40,- pp), dus we zijn benieuwd wat we voorgeschoteld krijgen. Het is een heel leuk optreden in een kleine schouwburgzaal. Het is een echt familiestuk.
mee gesneden. Er mogen geen foto’s genomen worden tijdens de voorstelling. Het publiek wordt er actief bij betrokken. Eerst door ze mee te laten doen met een wedstrijdje “taartjes bakken en stapelen” waarin twee Europeanen het tegen twee Koreanen moeten opnemen. Later wordt de zaal in drie groepen verdeeld, die dan allerhande geluiden moeten maken als stampen en zingen. Er is er steeds wel een die uit de maat zingt. hilarische taferelen. Een leuke ontspannen voorstelling dus. Na het optreden delen de spelers nog handtekeningen uit. Enkelen uit de groep gaan ervoor in de rij staan (waaronder Naomi). Carla loopt met de koksmuts van Douwe en Michel, die zij kregen bij hun optreden op het podium, langs de spelers.
Er zitten ook redelijk veel kinderen, die, net zoals wij trouwens, de grootste lol hebben om de domme en grappige capriolen. Het verhaal speelt zich af in een restaurant waar een groot feest moet worden voorbereid. Het personeel maakt er een grote bende en een potje van. Om de haverklap wordt er muziek uit alle potten en pannen gehaald. Percussie op pannen, tonnen, houten planken. En intussen worden er dan ook nog groentes 33
Na afloop is het nog zo’n twintig minuutjes lopen naar het jongeren-uitgaans-centrum van Seoul. We pikken daar een ter-
rasje om de pot leeg te maken. Danniel krijgt daar een officiele speech met dank van Frans en de kaart met bedankjes en bijbehorende financiële injectie. Zij bedankt ons terug en geeft aan het een hele gezellige groep te vinden. Na een uurtje gaan we weer lopend terug naar het hotel. Het is een half uurtje lopen. We komen nog langs het bruisende uitgaansleven van jonge inwoners van Seoul. En daarna slapen, morgen weer vroeg op. Dag 21, Acht uur verzamelen voor de vlucht terug. Om acht uur beneden in de hal verzamelen. Iedereen is weer bepakt en bezakt. Met de grote bus halen we de andere ploeg op uit een nabijgelegen hotel en rijden in een uurtje naar het vliegveld in Incheon. Danniel verzorgt ook daar weer de incheck en de bagage-inlevering. Dan nemen we afscheid van haar. Wij moeten nog ruim twee uur wachten om uiteindelijk om vijf voor half één op te stijgen om elf uur later om vijf uur ‘s middags uur aan te komen op Schiphol.
34
Mocht je contact willen opnemen met ons, dan het liefst per e-mail naar:
[email protected] evt. per telefoon naar: +31 161 43 70 11 35