Inhoud Voorwoord................................................................................................. 2 DVC Sint-Jozef vzw..................................................................................... 3 De Bootsman-namiddagen .......................................................................... 3 Cultuur-sensitief werken: beschouwingen over identiteiten, migratie en (geestelijke) gezondheid ............................................................................. 5 SMOG ....................................................................................................... 7 Persoonsvolgende convenant ....................................................................... 8 Outreaching ............................................................................................... 9 Cliniclowns in Kon-Tiki ................................................................................ 9 Inclusie als label en inclusie als houding ...................................................... 10 Succesverhaal: mobiele werking ................................................................ 11 Adremo-rolwagen ..................................................................................... 13 Sponsoring .............................................................................................. 14 Sponsoring: music for life .......................................................................... 14 Sponsoring: BBQ-trein .............................................................................. 15 Cijfers ..................................................................................................... 17 Kengetallen ............................................................................................. 18
1
Jaarverslag 2013 – DVC Sint-Jozef Voorwoord Fijn dat u even de tijd neemt om ons jaarverslag ter hand te nemen. U zal vaststellen dat ook 2013 opnieuw een bruisend jaar was voor onze voorziening. In 2013 voegden we immers een belangrijk hoofdstuk toe aan de geschiedenis van DVC Sint-Jozef. Na vele jaren van werken en groeien onder de veilige vleugels van onze moedervereniging, heeft de raad van bestuur gemeend dat de tijd rijp was voor een volgende stap in het ontwikkelingstraject van onze voorziening. Vanuit een gedragen visie op deugdelijk bestuur, en om de verdere ontplooiing van de organisatie alle kansen te geven binnen het veranderende zorglandschap, werd de voorziening integraal ondergebracht in een nagelnieuwe, speciaal daartoe opgerichte vereniging. DVC Sint-Jozef vzw is geboren. En daar mogen we zeer opgetogen over zijn. U leest er meer over verder in dit jaarverslag. Maar de meeste aandacht ging ook in 2013 uit naar onze cliënten en hun context. En zo hoort het ook! Je staat er soms versteld van hoeveel kwalitatieve, boeiende en vernieuwende initiatieven er ontspruiten in alle hoeken van onze organisatie. Zo geven we met z’n allen een stukje mee gestalte aan de zorgvernieuwing. Onze actieve participatie aan de opstart van de multifunctionele centra (MFC), evenals onze instap in het project flexibel aanbod meerderjarigen (FAM) zijn hier niet vreemd aan. Op die manier willen wij als grote organisatie in zorg een bijdrage leveren aan het beleid voor de sector ondersteuning aan personen met een handicap. Steeds opnieuw is het hartverwarmend te zien en te voelen hoe spontane initiatieven mensen samen brengt. DVC Sint-Jozef 2013 in beeld… Ik wens u veel leesgenot! Peter Van Houtven Algemeen Directeur
2
DVC Sint-Jozef vzw In het kader van een verbetertraject op vlak van deugdelijk bestuur werd de beslissing genomen om DVC Sint-Jozef met al haar erkenningen onder te brengen in een aparte entiteit. Dit zal de transparantie in bestuur en de onafhankelijke positie van DVC Sint-Jozef ten goede komen. De inrichtende macht, en tevens oprichter van de voorziening ‘DVC Sint-Jozef’ was de vzw Vrije Katholieke Scholen der Dekenijen Antwerpen. Deze vzw is sterk verbonden met nog andere non-profit verenigingen. Zij herbergt meer dan enkel de exploitatie van de voorziening DVC Sint-Jozef. In de zoektocht naar de meest passende vorm voor deze structuurwijziging heeft het bestuur zich laten bijstaan door een gespecialiseerd advocatenkantoor. Hun analyses en adviezen, en de daaropvolgende besprekingen met de raad van bestuur wezen uit dat het oprichten van een volledig nieuwe vzw de te verkiezen optie was. Die vereniging wordt dan volledig opgebouwd volgens de principes van ‘corporate governance’, en ontfermt zich zuiver over de uitbating van de voorziening in al haar aspecten. Op 17 september is de nieuwe vereniging geboren. Zij kreeg dezelfde naam als de voorziening, namelijk ’DVC Sint-Jozef vzw’. Na gunstig advies van de overheid, droeg de vzw VKSDA al haar VAPH-erkenningen over aan de nieuwe vzw. Hoewel de vzw VKSDA eigenaar blijft van het onroerend patrimonium, is een langdurend gebruiksrecht verleend aan DVC Sint-Jozef vzw. Om de nodige garanties te verlenen naar de exploitatie van de voorziening voor personen met een beperking is een gedetailleerde erfpachtregeling met zakelijk recht op lange termijn opgesteld. Men koos ervoor dit op 1 januari 2014 te doen, om de overdracht zo snel en zo vlot mogelijk te laten verlopen. Hiermee zet DVC Sint-Jozef een belangrijke stap om haar rol als sociale ondernemer in welzijn ten volle op te nemen, op weg naar 2020.
De Bootsman-namiddagen De Bootsman ontstond een zevental jaar geleden als een woongroep voor volwassen cliënten en groeide uit tot een gespecialiseerde werking voor cliënten met een neuromusculaire aandoening. We bouwden de knowhow en deskundigheid gestaag verder op. De Bootsman werd steeds meer een referentie wat betreft de ondersteuning van deze cliëntengroep. Vanuit de ambitie deze knowhow ‘breder’ in te zetten, ontstond onder andere het initiatief van de Bootsman-namiddagen. Midden dit jaar was het dan zo ver… Een uitnodiging, getiteld ‘Vorming en uitwisseling rond neuromusculaire aandoeningen’, ging de deur uit. Met deze Bootsman-namiddagen richtten we ons op jongvolwassenen. Binnen verschillende clusters was de ervaring immers dat er bij deze cliënten vele vragen leefden. In de folder schreven we: Vele jongeren met een neuromusculaire aandoening zitten met vragen.
3
Wat brengt de toekomst? Wat zullen mijn mogelijkheden zijn binnen enkele jaren? Kan ik alleen gaan wonen? Ik wil wel verder studeren maar zit met vele vragen… Welke nieuwe ontwikkelingen zijn er? Met de Bootsman-namiddagen bieden we een programma van vier momenten aan. We bieden zowel gespecialiseerde informatie en vorming aan, als ruimte voor gesprek en uitwisseling. We creëren op die manier een groep waar je, vanuit een ontmoeting, herkenning en erkenning, aansluiting bij elkaar kan vinden en waar je op een heel gemoedelijke manier steun kan ervaren. Een groep waar je als lotgenoten ook bondgenoten kan worden… Op basis van een bevraging bij cliënten weerhielden we vier thema’s waarrond we telkens één namiddag opbouwden. De betrachting hierbij was om zowel een ‘attractieve’ inleiding en/of vorming, als ruimte om vragen en inbreng van de deelnemers te voorzien. Om dit te realiseren, zetten we een samenwerking op met zowel interne als externe partners. Collega’s van DVC Sint-Jozef en BuSO Sint-Jozef spraken cliënten aan en de eerste inschrijvingen kwamen binnen. Twaalf jongeren schreven zich in. In november gingen we van start. De vier namiddagen werden positief geëvalueerd door alle aanwezigen, niet in het minst door de aanwezigheid van de bewoners van De Bootsman. De inbreng van deze mannen was verrijkend, inspirerend en soms confronterend, maar telkens een meerwaarde. Ook de samenwerking met de verschillende partners werd positief onthaald. Een gemeend woordje van dank is hier dan ook op zijn plaats! Tenslotte dient de gemoedelijke sfeer tijdens deze namiddagen ook aangehaald te worden. Deze kwam de uitwisseling zeker ten goede. We hebben de eerste Bootsman-namiddagen ervaren als een volgende stap in de uitbouw van het Bootsman-project, waarbij we de opgebouwde expertise ook inzetten voor kinderen en jongvolwassenen. Een volgende stap die alleszins inspireert. En vooral zin geeft in… meer! Thema: Medische informatie Spreker: Dr. Nathalie Goemans, arts bij NMRC (NeuroMusculair ReferentieCentrum) Leuven & DVC Sint-Jozef. Tijdens deze namiddag werd een programma aangeboden rond de verschillende medische aspecten van een neuromusculaire aandoening. Dokter Goemans, internationaal gewaardeerd expert in neuromusculaire aandoeningen, lichtte recent onderzoek toe. Thema: Toekomst, zelfredzaamheid en zelfstandigheid De film ‘Duchenne with a future: the power to live’, een internationaal bekroonde documentaire, waarin twee cliënten van DVC Sint-Jozef in beeld kwamen, leidde de namiddag in. Doel was om, vanuit de verschillende getuigenissen in de documentaire, verschillende mogelijkheden met betrekking tot de toekomst te bespreken. Wonen, studies, werk, dagbesteding en vrije tijd kwamen aan bod, alsook verschillende mogelijkheden met betrekking tot zelfredzaamheid. Thema: Relaties, intimiteit en lichaamsbeleving Sprekers: Dries Cautreels, agoog DVC Sint-Jozef, Mireille Daemen en Sanne Kuylen, psychologen – NMRC Antwerpen.
4
De thema’s ‘relaties’ en ‘seksualiteit’ kwamen tijdens deze namiddag aan bod. De voorbereiding gebeurde in nauwe samenwerking met twee collega’s van het NMRC van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Onderwerpen die aan bod kwamen waren: (ervaringen met) relaties, intimiteit en seksualiteit, lichaamsbeleving, … Thema: Netwerk Sprekers: Zeger Goegebeur & Dieter Goegebeur, ervaringsdeskundigen. Op de laatste namiddag bespraken we het onderwerp ‘netwerk’: familie, vrienden, kennissen, buren,… Het eigen netwerk werd in kaart gebracht en we wisselden vlot ervaringen uit. De samenwerking met beide ervaringsdeskundigen was, bij zowel de voorbereiding als tijdens de namiddag, opnieuw zeer verrijkend en zinvol.
Cultuur-sensitief werken: beschouwingen over identiteiten, migratie en (geestelijke) gezondheid Kinder- en jeugdpsychiater dr. Winny Ang bouwde een grondige expertise uit op vlak van cultuur-sensitief werken. Ze deelde haar kennis in een intervisiemoment met onze agogen en maatschappelijk werkers. Identiteitsvorming is geen lineair, maar wel een dynamisch proces. Bijvoorbeeld: iemand kan Belg zijn, gewerkt hebben in Canada, en een Aziatische moeder hebben. Vele invalshoeken beïnvloeden de identiteit. Het is belangrijk om hierbij een breed beeld te hebben. We lopen helaas gemakkelijk in de val om (etnische) identiteit vanuit één hoek te bekijken door bijvoorbeeld iemands identiteit ‘enkel’ te beschrijven vanuit het land van herkomst. Mensen met een beperking worden gemakkelijk gestigmatiseerd. Deze stigmatisatie zien we op een gelijkaardig manier bij migranten. Met andere woorden er is een grote overlapping tussen etnische identiteit en handicapidentiteit. We beschouwen migratie als transitie (verandering, overgang), zowel met betrekking tot het sociale netwerk als de sociaaleconomische status en cultuur. Aanvankelijk ging men ervan uit dat zich bij migranten meer geestelijke gezondheidsproblemen voordeden. Toch wijst studie in een andere richting. Migratie kan een risicofactor zijn, maar gemiddeld gezien is het risico op psychische problemen niet groter dan bij andere mensen. Het is zelfs zo dat na de eerste maanden van migratie het ‘tevredenheidsgevoel’ hoger ligt in vergelijking met autochtonen. Culturele psychiatrie behandelt de invloed van cultuur op de geestelijke gezondheid. Studies in dit verband wijzen uit dat bepaalde (psychiatrische) problemen gelinkt zijn aan een bepaalde cultuur. In Japan bijvoorbeeld vertoont de helft van de bevolking symptomen van sociale fobie (volgens DSM-IV criteria). Dit kan belangrijke kennis zijn in het omgaan met cultuurgevoelige hulpvragen. Onderzoek naar opgelopen traumata met betrekking tot migratie
5
kunnen we grotendeels zien als ‘normale’ reacties op een abnormale situatie. Slechts twintig procent van de migranten ontwikkelt van hieruit een posttraumatische stress-stoornis. We onderscheiden enkele belangrijke stressfactoren en/of beschermende factoren bij migratie in relatie tot geestelijke gezondheid: de eigen sociale bronnen waarover migranten beschikken (bijvoorbeeld familie, bredere gemeenschap, de etnische groep,…) de ervaren stress VOOR de migratie (bijvoorbeeld traumata in land van herkomst, verblijf in een vluchtelingenkamp,…) de ervaringen tijdens de migratie postmigratiestress (bijvoorbeeld geen werk vinden, leeftijd,…) persoonlijke factoren (bijvoorbeeld persoonlijkheidsstructuur, ingesteldheid,…) Cultuur is een bepalende factor in hoe iemand kijkt naar ziekte en beperking. Dit betekent dat ook de hulpverlener vanuit zijn eigen cultuur met een bepaalde bril naar deze thema’s kijkt. Wanneer beide denkbeelden niet overeenstemmen, kan dit problemen opleveren in de hulpverleningsrelatie. Denken we bijvoorbeeld aan rituelen rond duiveluitdrijving, het geloof in Djinns, enzovoort. Het spreekt voor zich dat zomaar tegen een mening ingaan eerder contraproductief is. Om te achterhalen wat verborgen zit achter de gepresenteerde en geobserveerde klachten, pleit men voor een ‘cultuur-sensitieve aanpak’. Dit betekent dat er bij de zorgverlener een groot respect moet zijn voor verschillende verklarende modellen. De hulpverlener dient ook begrip op te brengen voor fundamentele verschillen in waarden, normen en overtuigingen. Het is aangewezen dat voorzieningen dit opnemen in hun visie. Als hulpverlener informatie inwinnen bij culturele organisaties helpt eveneens. De hulpverlener stelt zich op als bruggenbouwer of mediator tussen twee culturen. Hij toont interesse voor de ander, creëert op actieve wijze een band, en zoekt naar de gemeenschappelijke noemer tussen verschillende culturele visies. Met andere woorden, het zoeken naar gemeenschappelijkheid in de probleemdefinitie is de eerste en belangrijkste stap. Dit doen we door het stellen van de ‘juiste’ vragen en het tonen van gezonde, respectvolle nieuwsgierigheid. Op die manier erkennen we de realiteit van de ander, een essentiële pijler in de hulpverlening. We ondervinden dat migranten vaak niet beschikken over de vaardigheid om de ‘juiste hulpvraag’ te stellen. Dit is echter hetzelfde bij autochtonen. Verschillende factoren spelen hierbij een rol: niet weten wat je nodig hebt, vinden dat je het zelf eerst moet oplossen, onwetendheid over verschillende hulpbronnen, enzovoort. We moeten dus alert blijven om ‘migrant-zijn’ als voornaamste oorzaak aan te duiden. Verder blijft taal een belangrijk aandachtspunt. Men wil hierbij toch het nut benadrukken van het snel inschakelen van een tolk. Tegelijk moeten we rekening houden met mensen die de aanwezigheid van een tolk juist beledigend vinden.
6
Er wordt in literatuur en media vaak gefocust op kennis van andere culturen. Wij willen vooral focussen op specifieke vaardigheden en bovenstaande cultuursensitieve attitudes. Intervisie rond dit thema met behulp van verklarende modellen en casusbesprekingen is erg zinvol. We pleiten voor het opmaken van een visietekst als werkkader. Verder willen we binnen DVC Sint-Jozef nadenken over het opstarten van een project ‘cultuur-sensitief werken’.
SMOG SMOG staat voor ‘Spreken Met Ondersteuning van Gebaren’. SMOG is een ondersteunende communicatievorm voor kinderen, jongeren en volwassenen met een communicatieve beperking. Via het combineren van spraak met gebaren kunnen ze hun noden, wensen en behoeften duidelijker aangeven. SMOG wordt in Vlaanderen uniform gebruikt in gezinnen, scholen en voorzieningen voor personen met een beperking. Het gebruik van SMOG heeft binnen DVC Sint-Jozef een vaste plek gekregen. Jaarlijks organiseert de dienst logopedie cursussen voor ouders waarop ook therapeuten, agogisch begeleiders, busbegeleiders en logistieke medewerkers meer dan welkom zijn. Naast het aanleren van basisgebaren worden er ook tips aangereikt voor het correct hanteren van een aangepaste communicatiestijl. Agogisch begeleiders ervaren soms dat een welbepaalde cliëntengroep baat heeft bij SMOG. Hiervoor kunnen zij steeds ad hoc een vorming aanvragen. Het is fijn om vast te stellen dat de begeleiders zelf het initiatief nemen om SMOG aan te leren en/of op te frissen. Externe diensten die vragen naar een initiatie SMOG kunnen vanuit de Rechtstreeks Toegankelijke Hulpverlening geholpen worden. Zo kan een groep geïnteresseerden (vanaf minimum drie personen) via outreaching aansluiten bij een bestaande SMOG-cursus van DVC Sint-Jozef. Een aparte vorming op maat is eveneens mogelijk. Om SMOG ‘warm’ te houden bij onze medewerkers ondernemen we af en toe informatieve of ludieke acties. Zo duiken doorheen het jaar op verschillende prikborden in onze voorziening SMOG-infopanelen op. Hierop vindt men steeds enkele gebaren die verband houden met een op dat moment relevant thema: feestdagen, seizoenen,… Het personeel mag zich binnenkort verwachten aan een herneming van het SMOG-gebruik in de personeelsrefter! SMOG ondersteunt onze cliënten zowel bij hun sociaal-emotionele, cognitieve als verbale ontwikkeling. De dienst logopedie bedankt daarom iedereen die SMOG inschakelt bij de communicatie met de cliënten.
7
Persoonsvolgende convenant Binnen het perspectiefplan 2020 van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap worden verschillende vormen van persoonsvolgende financiering vooropgesteld. Momenteel bestaat al de praktijk van het persoonsvolgende convenant (PVC). Bij deze financieringsvorm krijgt de zorgvrager een budget toegekend waarmee hij/zij diensten kan inkopen in een voorziening. Sinds dit jaar maken twee cliënten van het dagcentrum De Kade, gebruik van een PVC. Eén van de belangrijkste kenmerken van het PVC is dat het budget door een voorziening ingezet moet worden om die specifieke cliënt van een aanbod te voorzien. De cliënt zelf, zal het budget nooit in handen krijgen. Het volgt de cliënt echter wel levenslang, ongeacht welke voorziening een aanbod doet met het PVC. Indien de individuele dienstverleningsovereenkomst tussen cliënt en voorziening wordt beëindigd, kan de cliënt op dat moment een nieuwe dienstverleningsovereenkomst afsluiten met een andere VAPHvoorziening. Zowel de cliënt als de voorziening zijn in de mogelijkheid om de overeenkomst te beëindigen. Op het moment dat de persoon met een beperking echter van financieringsvorm verandert, door bijvoorbeeld in te stromen in een reguliere open plaats in een voorziening of door gebruik te maken van een persoonlijk assistentiebudget (PAB), komen de middelen van het PVC weer vrij. Deze middelen kunnen dan opnieuw toegekend worden aan één of meerdere nieuwe zorgvragers. Persoonsvolgende convenanten kunnen echter enkel worden toegekend aan zorgvragen waaraan het statuut ‘prioritair te bemiddelen’ (PTB) werd toegekend. Het is dus noodzakelijk om de procedure PTB binnen de zorgregie te doorlopen. De toewijzing van prioritair te bemiddelen dossiers gebeurt door de regionale prioriteitencommissies. Zij beslissen eveneens over de toekenning van het PVC. Hiervoor houden zij in hun beoordeling rekening met minimaal volgende punten: - de kloof tussen huidige ondersteuning en noodzakelijke ondersteuning - de onhoudbaarheid van de huidige situatie op korte termijn - de vraag tot op welke hoogte de gevraagde ondersteuning (met overeenstemmende zorgvorm en doelgroep) volstaat - de draagkracht van het sociaal netwerk - het bemiddelingstraject van de zorgvraag - de geestelijke en lichamelijke integriteit van de persoon met een beperking en/of zijn netwerk - het ondersteuningsperspectief - de instapbereidheid en expliciete voorkeur van de persoon met een beperking. Binnen de grenzen van het beschikbare budget beslist de regionale prioriteitencommissie niet enkel welke zorgvragers in aanmerking komen voor een PVC, maar bepalen ze ook de grootte van het toegekende budget. De bepaling van de grootte hangt samen met de toegekende zorgvorm. In principe worden de middelen voor onbepaalde duur vrijgegeven. De regionale
8
prioriteitencommissie kan er echter voor kiezen om de middelen slechts voor een bepaalde periode toe te kennen. Op deze manier kan men alvast een tijdelijke oplossing aanbieden. We ervaren het systeem van PVC’s als een voorbode van de aankomende persoonsvolgende financiëring. De regie van de hulpverlening zal zo steeds meer in handen komen van de cliënt. Met de huidige PVC’s doen we alvast onze eerste ervaringen op. Daarnaast biedt het systeem van PVC ons de mogelijkheid om voor de twee reeds opgestarte cliënten toch een dienstverlening op te zetten die binnen onze reguliere erkenning anders niet mogelijk was geweest.
Outreaching Binnen cluster Rood werkt een team met kinderen en jongeren met zeer specifieke zorgvragen. Begeleiders die met deze doelgroep werken, zochten binnen hun eigen mogelijkheden en interesses naar manieren om ‘zorg op maat’ en begeleiding te kunnen bieden. De mogelijkheden zijn beperkt: de kinderen en jongeren staan open voor ervaringen als deze op een basaal niveau worden aangeboden. Een verhaal vertellen doen de begeleiders door het prikkelen van de zintuigen: voelen, zien, proeven, ruiken. Multi sensory story telling (MSST) maakt van verhalen vertellen een totaalbeleving. Beleven in muziek (BIM) is nog een manier om op basaal en lichaamsgebonden niveau ervaringen aan te reiken. In de afdeling Kon-Tiki is muziek, zowel beluisteren als zelf bespelen van instrumenten, een heel belangrijk onderdeel in het aanbod voor deze doelgroep. Ondertussen is er heel wat kennis en knowhow verzameld. Begeleiders leggen hierbij zelf accenten, daar waar eigen interesses en talenten liggen, en verdiepen zich meer in die specifieke gebieden. Op die manier stemmen ze steeds verfijnder af op de cliënt en voorzien een zinvol, waardevol en verantwoord aanbod. Sinds een tweetal jaren treedt cluster Rood met hun expertise naar buiten. Ook vragen steeds meer scholen, andere voorzieningen en verenigingen naar informatie over het aanbod en vorming.
Cliniclowns in Kon-Tiki Het werkterrein van de Cliniclowns gaat verder dan de alom gekende ziekenhuisbezoeken bij kinderen. Ze brengen sinds dit jaar ook elke veertien dagen een bezoek aan de cliënten van Kon-Tiki. Het is een moment waar cliënten en begeleiders naar uitkijken. Een moment om stil te staan en samen te verdwijnen in een wereld van toeters en belletjes, gekke snoeten, rode neuzen en vooral heel veel aandacht voor elk kind en zijn lach. De cliënten van Kon-Tiki zijn niet altijd direct gewonnen voor die vreemde verschijning. Sommigen kijken een beetje bedenkelijk, hier en daar lezen we angst in hun ogen, maar we zien ook een heleboel nieuwsgierigheid. Die vreemde figuren halen alles uit de kast voor een lach. Ze zingen, dansen, zwieren met doekjes, trekken gekke gezichten,...
9
Het duurt even, maar dan zien we pretlichtjes verschijnen in hun ogen. Bij een zachte aai van het doekje over hun wang horen we een diepe zucht en breekt er een glimlach door. Als begeleider houd je je adem in en durf je nauwelijks nog te bewegen. Samen geruisloos genieten van dit magische moment. Door niemand gestoord en geheel aanwezig in het hier en nu… Blinkende ogen en een brede glimlach. Zij genieten intens. Onze cliënten lachen hardop. Hun hele lichaam doet mee. Ze zijn overtuigd! Wat zich afspeelt tussen Cliniclown en kind verwarmt de hele ruimte. Het geduld waarmee deze mensen tewerk gaan, de gave die ze hebben om zich af te stemmen op onze cliënten, de precisie waarmee ze kijken, de zachtheid waarmee ze handelen,... we nemen ons hoedje af voor deze Cliniclowns, en zijn bijzonder blij met hun regelmatige bezoekjes!
Inclusie als label en inclusie als houding Vertrekkende vanuit het belang van ‘inclusie als houding’, wil DVC SintJozef voortaan ook buiten de voorziening ondersteuning bieden aan kinderen en jongeren met een beperking en hun nabije netwerk. Daarom zetten wij vanuit de kleuterwerking het pilootproject ‘partner in inclusie’ in de startblokken. Voor DVC Sint-Jozef betekent inclusie in de eerste plaats dat kinderen en jongeren de kans krijgen om op te groeien in hun eigen leefomgeving: hun eigen gezin, de buurtschool, de plaatselijke kinderopvang, de lokale buurtwerking, … Het gevoel van ‘er bij te horen’ is van wezenlijk belang voor het welzijn en de ontwikkeling van het kind. Daarom zetten wij maar wat graag onze schouders onder inclusieve projecten. Sinds jaren is onze voorziening gericht op het naar voren brengen van individuele ondersteuningsvragen. Met verschillende betrokkenen en vanuit verschillende settings wordt steevast gezocht naar gepaste antwoorden. Dit levert telkens weer een uniek proces op voor ieder kind en zijn of haar netwerk. Het vernieuwende van het project ‘partner in inclusie’ is niet de inclusieve gerichtheid op zich, maar het feit dat we ons terrein verleggen van de voorziening naar de maatschappij. Kinderen en gezinnen hoeven niet meer per definitie naar de voorziening te komen om ondersteuning te krijgen. De medewerkers van DVC Sint-Jozef komen, indien zinvol, ook ter plaatse. In een inclusieve maatschappij spreekt dit voor zich. Het is niet omdat de zorg jarenlang in een gespecialiseerde voorziening is geboden dat dit de enige en de beste manier is. Inclusief denken en werken, stelt niet het belang van gespecialiseerde ondersteuning in vraag, maar de locatie ervan. Waarom moeten kinderen met een beperking en hun familie voor school, opvang en vrijetijdskeuze afstand doen van hun eigen leefomgeving? We moeten ons vragen durven stellen bij het huidige parallelcircuit voor mensen met een beperking. Blijft dit anno 2013 nog wel ethisch verantwoord? Tijdens de informatiemomenten over ons project, was er ook ruimte voor een getuigenis. Een ouderpaar lichtte hun keuze voor inclusie toe, alsook het proces
10
dat zij al doorlopen hebben. Zij deden daarbij de treffende uitspraak dat er een voelbaar onderscheid is tussen een ‘werking met inclusief label’ en een ‘werking met inclusie als houding’. Bij de ‘werking met een label’ hadden ouders het gevoel dat hen een gunst was verleend doordat hun kind terecht kon in de reguliere opvang. Zij voelden dat hun kind een grote ‘last’ met zich meebracht. Bij een ‘werking met een inclusieve houding’ werd hun kind minstens even enthousiast ontvangen als andere kinderen. Begeleiders zagen het kind als een verrijking en werden door het kind geprikkeld om creatief te zijn in hun dagelijkse werking. De ouders gaven aan dat het niet gemakkelijk was om een buurtschool te vinden die bereid was om hun kind op te vangen. Zes nee’s hebben ze moeten verduren, alvorens ze een oprechte ja kregen. Er zijn veel plaatsen waar inclusie zelfs niet eens als ‘label’ bestaat en waar er automatisch doorverwezen wordt naar een betere plaats: het instituut. Zo zit het in veel hoofden, zo staat het in veel boeken, zo gaat het over veel tongen… Dit is echter een automatisme waar een groot vraagteken bij gezet kan worden. DVC Sint-Jozef wil gezinnen die durven kiezen voor inclusie ondersteunen en samen met hen en andere partners kijken hoe het ook anders kan.
Succesverhaal: mobiele werking Ook dit jaar werkten we binnen DVC Sint-Jozef verder aan de uitbreiding en differentiëring van het zorgaanbod. In september gingen we van start met een mobiele werking. Bij deze begeleidingsvorm wordt de ondersteuning ter plaatse aangeboden in plaats van in de voorziening. Onze kleuters waren de eerste die van dit nieuwe aanbod mochten proeven. Het project werd zeer positief onthaald en doet ons alvast zin krijgen in meer! Hoe DVC Sint-Jozef zijn mobiele begeleidingen concreet vormgeeft, illustreren we aan de hand van twee voorbeelden. In het eerste voorbeeld maken we kennis met Daan, een vrolijk jongentje van drie en een half jaar. Hij is het jongste kind in een gezin met mama, papa en een oudere zus. Toen hij acht maanden oud was, kreeg hij een spontane bloeding ter hoogte van het ruggenmerg. Als gevolg hiervan vertoont hij verlammingsverschijnselen en gevoelsverlies in zijn romp en beentjes. Bovendien heeft Daan een zeer broze botstructuur waardoor hij een grote kans heeft op breuken. Door zijn problematiek volgen er frequente ziekenhuisopnames en verloopt Daans algemene ontwikkeling vertraagd. Na een poosje blijk dat Daan nood heeft aan blijvende ondersteuning. Daan wordt daarom aangemeld bij de thuisbegeleidingsdienst, De Kleine Beer. Vanuit de thuisbegeleiding ontstaat de vraag naar mobiele ondersteuning. Het netwerk van Daan, dat op dat moment bestaat uit zijn gezin, zijn familie, de thuisbegeleidingsdienst, het schoolteam, een logopedist, een kinesist en de thuisverpleging, wordt vanaf nu aangevuld met onze mobiele begeleiders. Wanneer we Daan leren kennen, blijkt hij heel open en nieuwsgierig te zijn. Het is een jongentje die zijn energie op een optimale manier gebruikt. Zo beweegt hij zich vlot voort in zijn rolwagentje met zitschelp Tijdens de mobiele begeleiding van Daan, focussen we op het ondersteunen en het opleiden van het schoolteam. We besteden aandacht aan de volgende concrete vragen: - Hoe moeten we Daan positioneren op een veilige manier?
11
-
-
-
Wanneer we transfers maken tussen de verschillende hulpmiddelen (bijvoorbeeld van rolwagen naar zitschelp) is het van groot belang dat we hem optillen op een voor hem veilige manier. Daans onderste ledematen hebben een slappe spiertonus. Dit, in combinatie met de broze botstructuur, vereist de nodige voorzichtigheid. Ik maak tijdens het optillen gebruik van Daans stevige armen die hij actief gebruikt om me vast te houden. Op die manier kan ik zijn beentjes op een veilige manier ondersteunen. Bij het optillen is het belangrijk dat zijn voeten nergens achter blijven haken. Dat op zich zou al voldoende zijn om tot een breuk te leiden. Welke aanpassingen zijn er nodig in de klas en in de school zodat Daan zoveel mogelijk bewegingsvrijheid krijgt? Hoe moeten we de klasruimte opstellen zodat Daan zich in zijn rolwagen door het lokaal kan bewegen? We moeten er voor zorgen dat de omgeving, zowel voor Daan als voor de andere kleuters, veilig is. Daarnaast moeten we de zelfredzaamheid van Daan zoveel mogelijk stimuleren. We zorgen er onder meer voor dat hij zelf speelgoed en andere materialen kan nemen, zelf zijn jas en boekentas kan opbergen… We bieden hem de mogelijkheid om aan het kringmoment deel te nemen,… Ook op de speelplaats moeten we werken aan zijn zelfredzaamheid. We bekijken hoe Daan zich zelfstandig en veilig kan verplaatsen van de klas naar de speelplaats (drempels, opstapjes…). Op die manier krijgt hij de ruimte om zelf op verkenning te gaan in zijn rolwagen, zonder dat de andere kinderen hem voortdurend willen voortduwen. Welke spelmogelijkheden kunnen we aanreiken aan Daan? Daan heeft een goed fijne motoriek waar we optimaal gebruik van maken tijdens het zoeken naar spelmogelijkheden. Zo heeft hij op korte tijd al een aantal kleutervaardigheden verworven: scheuren, plakken, knippen, puzzelen… Daan houdt enorm van spelen met auto’s. Door de hoogte van de tafel een beetje aan te passen in de klas, kunnen we Daan met zijn rolwagen aan de speeltafel zetten waardoor hij samen kan spelen met andere kleuters. Hoe kunnen we de interactie tussen Daan en zijn leeftijdsgenootjes en Daan en de begeleiding optimaliseren?
Het is belangrijk om duidelijke antwoorden te geven op de vragen van andere kleuters en begeleiders aangaande de beperkingen van Daan. Tegelijk moeten we Daans talenten benoemen. Daan is erg communicatief, wil erbij horen, wil mee spelen, is erg enthousiast over de rollenspelen in de klas… Tijdens de opstart van de mobiele begeleiding lag de frequentie van onze begeleiding vrij hoog. Na enkele intensieve weken, proberen we nu om onze tussenkomsten stapsgewijs af te bouwen. Samen met de school, ouders, Daan… streven we uiteindelijk naar het ‘overbodig’ maken van onze ondersteuning. Door te focussen op het versterken van de draagkracht van Daans netwerk, is dit een haalbare kaart. Ook het verhaal van Wout illustreert mooi de mobiele werking van DVC SintJozef. Wout heeft een centrale fysieke beperking in combinatie met CVI (Cerebrale Visuele Inperking). Net als Daan is hij een goedlachs kereltje dat momenteel naar de kleuterschool gaat. Hieronder vind je enkele observaties en
12
reflecties van één van de agogisch begeleiders van DVC Sint-Jozef. Zij ging een voormiddagje mee schilderen in de klas van Wout. “Wout is helemaal klaar voor wat schilderactie. De lege plastiekfles, die de kleuters vandaag zullen beschilderen, hangt klaar aan de schildersezel. Wout stapt, ondanks zijn centraal fysieke beperking, zelf tot daar. “Zelf, hé juf!” Wat een evolutie tegenover september, toen Wout nog letterlijk te bang was, te weinig overzicht had en minder goed zelfstandig kon stappen. Wat onstabiel, her en der gebruikmakend van een tikkeltje extra steun en veiligheid, stapt hij recht op zijn doel af. Ik zie de juf bezorgd kijken en werp haar een begrijpende blik toe. Wout durven loslaten en hem zelf dingen laten uitproberen, met een berekend risico op vallen, daar hebben we het de afgelopen weken wel eens over gehad! Met mijn bovenlichaam en dijen geef ik zijn rug en romp wat extra steun als hij met zijn penseel aan de slag gaat. Voor we eraan beginnen neem ik Wout bij zijn hand en gaan we samen met zijn vingers langs de contouren van de plastiekfles. Doordat Wout CVI heeft, is het voor hem immers moeilijk om een figuur te herkennen tegen een achtergrond. Wout pakt zijn penseel (een kort penseel met op het einde een stevige kurkenstop) en begint eraan. De linkerkant van de fles is meteen gekleurd. Door telkens opnieuw aan Wout te vertellen dat de fles ook een rechterkant heeft, die ook graag roze wil worden en deze kant te tonen, lukt het Wout om de hele fles van een prachtige roze gloed te voorzien. “Knap gewerkt Wout!”, roept de juf. Na het schilderen is het tijd voor een toiletbezoek. De juf wist me te vertellen dat het Wout al aardig lukt om zijn broek zelfstandig naar beneden te doen zonder steun. Dat proberen we dan ook maar eens uit… “Knap Wout!” “De grote glijbaan!”, roept Wout luid als we op de speelplaats komen. Op de trap probeer ik hem uit te leggen dat hij tree per tree moet nemen. Zo moet hij niet met zijn hele lichaam tegen mij leunen en kan hij beter ‘zelf’ klimmen. De overenthousiaste Wout wordt gestoord door juffen die “Hé Wout!” roepen, en door andere kinderen die ongeduldig staan te wachten om ook naar boven te klimmen,… Ik denk bij mezelf: “Dit heeft op dit moment totaal geen nut, genieten van de speeltijd is nu de boodschap”. Voor ik vertrek, spreek ik de juf nog even aan. We merken allebei op dat Wout de laatste weken een pak zelfstandiger is geworden. Hij voelt zich duidelijk meer op zijn gemak. Ik geef aan dat hij ongetwijfeld aanvoelt dat hij van haar de kans en de ruimte krijgt om van alles uit te proberen. Daarna vraagt de kinderverzorgster hoe ze Wout kan ondersteunen bij het schilderen in staande positie. Tot slot bepalen we de meest geschikte tijdstippen voor Wout om op speeltoestellen te spelen. Op momenten met weinig afleiding kan er het beste aan zijn zelfstandigheid op de speelplaats worden ‘gewerkt’. Vandaag of morgen is Wout misschien zo ver dat hij zonder onze hulp ergens kan opklimmen en kan afglijden. Op die manier maken we onze begeleiding stap voor stap overbodig!”
Adremo-rolwagen Op de campus Galjoenstraat en in de volwassenwerking De Kade te Kalmthout is er een nieuw trend in beeld gekomen. Vier van onze cliënten rijden rond met een elektronische rolwagen met een vlag eraan: een grote L. Zij werden trotse eigenaar van een Adremo-rolwagen. Door hun beperkingen kunnen ze niet zomaar met een gewone elektronische rolwagen rijden. Zij trainen meermaals per week om met de Adremorolwagen te leren omgaan. Bij dit type rolwagen rijdt men door middel
13
van de voeten (zoals een gaspedaal bij een auto) en gebeurt het sturen door het hoofd tegen de zijkanten van de hoofdsteun te duwen. Een hele uitdaging! Het einddoel van dit project is dat deze cliënten op lange termijn de maximum haalbare zelfstandigheid bereiken en dat ze voor verplaatsingen in de toekomst niet meer afhankelijk zijn van derden. De Adremo-rolwagen biedt bovendien de mogelijkheid te werken met de computer of om een communicatiehulpmiddel te bedienen. De cliënt schakelt met de voet over van rijden naar communiceren. Hij/zij bedient met de hoofsteun de spraakcomputer om daarna terug over te schakelen naar rijden. Rijden met een Adremo-rolwagen vraagt enorm veel concentratie en inspanning. Daarom worden alle functies één voor één geïntroduceerd, getraind en geïntegreerd met eerder geleerde vaardigheden. Dit vraagt tijd, véél tijd. Bij de training zijn zoveel mogelijk therapeuten betrokken. De trainingen zijn vorig jaar gestart in een aparte ruimte om elke vorm van afleiding te vermijden. Nu rijden deze cliënten vlotjes door de gangen van DVC Sint-Jozef. Zo leren ze omgaan met minder ruimte en meer afleiding. Ze legden letterlijk en figuurlijk een hele weg af en hebben nog vele kilometers voor de boeg! Binnen DVC Sint-Jozef worden deze nieuwe chauffeurs alom aangemoedigd en gecomplimenteerd.
Sponsoring Dagelijks zorgen honderden medewerkers voor onze cliënten. Zij doen dit met hart en ziel. Maar ook daarbuiten zijn er jaarlijks die hen een warm hart toedragen … onze sponsors. Grote giften, kleine giften. Allemaal met één zelfde doel. Onze cliënten hun leven een stukje gemakkelijker en zorgelozer maken. Aan ieder die een bijdrage leverde, een oprechte dankuwel! Twee opmerkelijke projecten willen we aan u voorstellen.
Sponsoring: music for life Iedereen kent vast wel de actie ‘Music For Life’ van Studio Brussel… In tegenstelling tot andere jaren, kon dit jaar iedere luisteraar zijn voorkeurproject als goed doel voorstellen aan de organisator. En dat was precies wat Sabrina en Joery, de ouders van één van onze cliëntjes, in september deden. Zij kozen voor DVC Sint-Jozef als potentieel goed doel. Een maand later kregen zij het verlossende telefoontje van Studio Brussel. Hun project was geselecteerd uit de honderden inzendingen. Vanaf nu kon de actie pas echt van start gaan. Met de steun van familie en vriendenkring probeerde men zoveel mogelijk mensen te bereiken. De Facebookpagina ‘Music for DVC Sint-Jozef’ werd al gauw een feit. Het was in eerste instantie de bedoeling om zoveel mogelijk
14
zelfgemaakte spullen te verzamelen. Deze werden dan later verkocht via een veiling en op de kerstmarkt van Wilrijk. Sabrina en Joery organiseerden een creatieve knutseldag. Het materiaal hiervoor werd gesponsord door enkele winkeliers. Gebreide mutsen, sjaals, juwelen, kerstballen, knuffels, boekjes, kunstwerkjes met strijkparels, haarbandjes,… Alles werd gemaakt door de vele vrijwilligers. De actie maakte vele harten warm. Op de slotshow, 24 december, regende het pijpenstelen maar ook dan bleef de familie van Johanna stralen. Dankzij de verkoop, een fondsenwerving bij bedrijven en de platenrequests werd het mooie bedrag van € 7495 overgeschreven ten voordele van DVC Sint-Jozef. “Een hectische periode! Maar als we bedenken wat jullie allemaal met het geld kunnen doen, was het alle moeite dubbel en dik waard!” zegt Sabrina over de actie.
Sponsoring: BBQ-trein Is het een vogel, is het een vliegtuig, nee dat is het niet, het is de BBQtrein die je op De Kade ziet! Nog maar net in de functie van coördinator van De Kade, kreeg Yoeri een voorstel voor een sponsorproject ten voordele van hun werking. Geen weet hoe groots het zou worden en hoeveel voorbereiding er aan vooraf zou gaan, sprong hij mee op de trein, of beter gezegd, de BBQ-trein De firma Verwater had het ludieke idee om een BBQ-trein in elkaar te lassen. Dit om, in samenwerking met enkele andere bedrijven en scholen, lastechnieken in het daglicht te stellen. Het was enkel nog de vraag wat de doen met een gelaste locomotief en vijf BBQ-wagons? Niet onmiddellijk een project dat je in de garage zet! De firma vond, via een ex-collega, de weg naar DVC Sint-Jozef. De trein werd een schenking aan De Kade. Begin mei waren enkele collega’s en bewoners van De Kade getuige van de assemblage. De trein was geboren. Een knap stukje arbeid! De organisatie van het event kon starten. Men zocht naar een datum voor de inhuldiging, naar een plek om de trein te zetten en tot slot naar een manier om mensen bij elkaar te brengen om van dit ganse gebeuren mee te genieten. 'Het BBQ-event' zag het daglicht. Vele dag- en avondmeetings gingen vooraf aan de organisatie van dit event. Weken van kaartenverkoop en marktjes aflopen om kenbaarheid te geven aan het groot feest. Een week op voorhand ging de opbouw van start: tent opzetten, materiaal aanleveren,... Het begon werkelijkheid te worden. We hadden uitgekeken en ook gebeden voor lekker warm weer. Die dag scheen de zon als nooit tevoren. Vanaf 14.00 uur stroomden de mensen binnen. Ongeveer vierhonderd personen hadden zich ingeschreven. Muziek bracht nog extra gezelligheid en niet te vergeten een frisse pint of een watertje aan de toog. En dan, le moment suprême… Met een leuke deun werd de trein binnen gereden. Er kwam zelfs stoom uit de locomotief.
15
Na de inhuldiging en bedankingen mocht de coördinator van De Kade een cheque ter waarde van € 17.000 in ontvangst nemen. Hier werd iedereen toch even stil van. Met dit bedrag kan er zoveel verwezenlijkt worden voor de cliënten! De kolen op ‘onze BBQ-trein’ werden aangewakkerd, de groenten klaargezet en de muziek wat luider gedraaid. Tijd om aan te schuiven. Een fris drankje, lekker eten, een ballon van de clown of wat bijgekleurd door de grime. Er waren alleen maar gelukkige gezichten te zien. En de trein? Die staat nu tentoon voor De Kade. De bewoners zijn tevreden en zien opnieuw een zomer tegemoet vol met lekkere barbecues.
16
Cijfers MFC
# dagen
# ingeschreven dagen # aanwezige dagen 0-3 jaar
Leeftijd
Doelgroepen
Dagcentrum
#
Man
Vrouw
490
312
178
# clienten 2013
152154 # dagen
68858
7
3-12 jaar
185
12 + jaar
298
Leeftijd
# onderhoudsdagen # aanwezige dagen 21-29 jaar
Tehuis
#
Man
Vrouw
#
Man
Vrouw
57
36
21
46
28
18
9266
16520
5260
13828
15
9
6
15
30-39 jaar
11
6
5
19
40-49 jaar
11
6
5
11
50-59 jaar
13
8
5
1
60-…jaar
7
7
-
-
1. LM
27
18
9
1. LM
-
-
-
4
3
1
2. MM
98
62
36
2. MM
3
2
1
28
13
15
3. EM
22
12
10
3. EM
2
1
1
-
-
-
7. MOTA
48
29
19
8. MOTB
281
187
94
zonder erkenning
14
Doelgroepen
7. MOTA
3
2
1
10
6
4
8. MOTB
48
30
18
4
4
-
1
1
-
-
-
-
zonder erkenning
17
Kengetallen BOEKJAAR 2013 VASTE ACTIVA
BALANS
€ 8.443.401
€ 8.922.170
VLOTTENDE ACTIVA
€ 39.076.352
€ 36.503.700
BALANSTOTAAL
€ 47.519.753
45.425.870
EIGEN VERMOGEN
€ 10.707.510
€ 10.542.939
€ 823.777
€ 786.786
SCHULDEN
€ 35.988.466
€ 34.096.145
BEDRIJFSOPBRENGSTEN
€ 21.833.202
€ 20.590.067
BEDRIJFSKOSTEN
€ 21.726.116
€ 20.801.238
€ 107.086
€ -211.171
€ 14.226
€ 112.382
UITZONDERLIJK RESULTAAT
€ 232.353
€ -22.551
RESULTAAT BOEKJAAR
€ 353.665
€ -121.340
CASH FLOW voor investeringen
€ -138.741
€ 703.992
CASH FLOW na investeringen
€ -574.980
€ 45.024
VOORZ. RISICO'S EN KOSTEN
RESULTATEN- WERKINGSRESULTAAT REKENING FINANCIEEL RESULTAAT
CASHFLOW
BOEKJAAR 2012
18