JAARVERSLAG2015
JAARVERSLAG2015
2
VOORWOORD ____________________________________________________________ Ziek worden en je behandeling niet kunnen betalen. Je job verliezen of je oogst vernield zien en geen inkomen hebben. Een leven lang werken en geen pensioen krijgen. Voor 3/4 van de wereldbevolking is dit geen fictie. Meer dan 5 miljard mensen zijn niet beschermd tegen risico's als ziekte, werkloosheid en arbeidsongevallen en komen in levensgrote problemen bij de minste tegenslag. Sociale bescherming zorgt ervoor dat iedereen een menswaardig leven kan leiden én is haalbaar! Om iedereen hiervan te overtuigen voerde FOS in 2015 samen met 11.11.11, ABVV, de Socialistische Mutualiteiten, SP.A en vele andere organisaties campagne voor sociale bescherming. En daar bleef het niet bij. Sociale bescherming was en is het centrale thema van FOS. In het Zuiden werken we samen met meer dan 70 organisaties van mensen die opkomen voor sociale bescherming, voor waardig werk en voor gezondheid. Wij danken alle partners en alle medewerkers voor hun inzet voor sociale bescherming, waardig werk en gezondheid, voor iedereen, maar vooral voor de mensen die in het Zuiden in zeer precaire omstandigheden leven. In dit jaarverslag geven we een overzicht van alle acties die FOS in 2015 ondernam, aangevuld met een financieel verslag.
ALAIN ANDRÉ | voorzitter DIRK VAN DER MAELEN | erevoorzitter ANNUSCHKA VANDEWALLE |algemeen secretaris
JAARVERSLAG2015
3
INHOUDSTAFEL ____________________________________________________________ VOORWOORD……………………....……………………………………………………………………..……..........3 FOS IN HET ZUIDEN…………………………………………………............…………………………………………..5 Centraal-Amerika ………….……………………………………………………………………………………….....7 Cuba.………………………….………………………………………………………………………………………..20 Zuid-Amerika.……………………………………………………..…………………………………………….……..25 Zuidelijk Afrika.…………………………....……………………………………………………………………..…….48 Ghana.…………………………………………....…………………………………………………………….……...62 Palestina.………………………………………..…………………………………………………………….…..……67 Ondersteuning door sectorfondsen.……….….………………………………………………………………….71 FOS IN VLAANDEREN …………………….……….………………………………………………………….….......79 Campagne.....................................................................................................................................................81 Partnerschappen...........................................................................................................................................83 Publicaties.......................................................................................................................................................88 Netwerken………………………………………….............................................................................................91 Beleidsbeïnvloedend werk............................................................................................................................92 FINANCIEEL VERSLAG………………………..……………………………………………………………………….99 Organogram.……………………………………...…………………………………………………………………105 Wie doet wat?.…………………………………...………………………………………………………………….106 Afkortingen.…………………………………...………………………………………………………………..........107
JAARVERSLAG2015
4
FOS IN HET ZUIDEN
JAARVERSLAG2015
5
INLEIDING ZUIDWERKING ____________________________________________________________ 2015 was het tweede jaar van de uitvoering van het DGD-programma 2014-2016. FOS bouwde verder op het werk dat gestart werd in 2014 en voerde de nodige aanpassingen aan binnen dit programma. De strategische focus blijft op de organisationele en institutionele versterking van partnerorganisaties. Naast het DGD programma, voerde FOS ook andere activiteiten uit in 2015. Binnen het DGD programma, startte FOS in 2015 een regio-overschrijdende externe evaluatieproces. Met die externe evaluatie wil FOS leren van de strategieën en beleidsbeïnvloedende activiteiten van haar partnerorganisaties, over haar huidige interventiestrategie en, indien nodig, die verbeteren. 9 partners in 6 landen gespreid over de 3 regio’s waar FOS actief is, waren betrokken bij de evaluatie. Er werden drie leertrajecten geïdentificeerd voor verdere uitwerking in 2016: het consolideren van het FOS-beleid over beleidsbeïnvloeding, het uitwerken van een capaciteitsversterkingsstrategie in functie van beleidsbeïnvloeding en het aanpassen van het monitorings- en evaluatiebeleid met meer nadruk op 'outcome mapping'. Het jaar 2015 was ook zeer belangrijk wat betreft de relatie tussen FOS en DGD en de toekomstige subsidies. Vier verschillende processen werden in gang gezet door DGD. a) Een nieuw strategisch kader moest opgesteld worden voor de aanvraag van erkenning als een ngo. b) DGD liet alle organisaties die erkenning aangevraagd hadden, doorgelicht worden door een externe consultancybureau Deloitte. De screening ging over 10 domeinen van organisationeel beheer. De voorbereiding van de screening was zeer tijdrovend en intensief. c) Om tegemoet te komen aan de aanbevelingen van OECD-ODA (waar België kritieken kreeg omwille van haar gefragmenteerd ontwikkelingsbeleid) nemen de minister van Ontwikkelingssamenwerking stappen om de activiteiten van de actoren van de niet- gouvernementele samenwerking (ANGS) dicht bij de officiële ontwikkelingssamenwerking te brengen. Het concept van 'geintegreerd beleid' werd gelanceerd in de beleidsnota van de minister. ANGS en andere institutionele organisaties (IOs) werden gevraagd om gemeenschappelijke contextanalyses (GCA) te maken. De GCA’s konden geografisch of thematisch zijn. FOS, met haar nadruk op waardig werk en sociale bescherming, vormde een samenwerkingsverband met 6 andere partners (vakbonden, ngo’s en mutualiteiten) om een thematische GCA Waardig Werk (WW) uit te werken. In totaal werden 51geografische en 4 thematische Waardig Werk GCA’s ingediend bij de overheid en deze werden goedgekeurd door de Minister. d) De volgende stap was de verwerking van de 55 GCA’s naar Gemeenschappelijke Strategische Kaders (GSK’s). Terwijl de GCA de intenties en mogelijkheden voor synergie en complementariteit aangeeft, vraagt de GSK het uitdrukkelijk engagement van de actoren voor synergie en complementariteit. De lijst van de 51 geografische en 4 thematische GCA’s werd gereduceerd tot 33 GSK’s. Alle toekomstige programma-aanvragen voor 2017-2021 moeten op deze 33 GSK’s gebaseerd zijn. Het proces is nog bezig en dat moeten leiden tot de erkenning van de ANGS en ook het indienen en de goedkeuring van toekomstige programma’s. Om de kwaliteit van haar werk te vergroten en de methodologische aanpak te verbeteren, slaagde FOS in 2015 om drie belangrijke beleidsdocumenten te ontwikkelen. Het ging over 1) Begeleidingsstrategie, 2) Monitorings- en evaluatiestrategie (M&E), 3) Milieu- en klimaatbeleidsstrategienota. Al die documenten kwamen ook goed van pas bij de screening. Een triestig nieuws was het overlijden van de projectcoördinator in Palestina in augustus. Een nieuwe coördinatrice is intussen aangeworven om het programma in Palestina te begeleiden.
JAARVERSLAG2015
6
El Salvador
Honduras
Regionaal coördinatiebureau Managua
Nationaal, Copan, Cortes, Valle, Francisco Morazan, Santa Barbara, Ocotepeque
Nationaal, Managua, Masaya, Chinandega, Esteli, Matagalpa, Rivas, Jinotega
Actie zones
Vanuit regionaal coördinatiebureau Managua, Nicaragua
Nationaal, Achuapan, San Miguel, Usulutan, La Libertad, Santa Ana, San Salvador, San Vicente, Sonsonate -
Strategische en operationele planning Organisatieversterking (participatie, beheer enz.) Syndicalisering Vormingen met leiders en leden Juridische assistentie Sociale verkoop van geneesmiddelen Sociale dialoog en collectief overleg Sociale controle op gezondheidszorg Politieke beleidsbeïnvloeding Sensibiliseringscampagnes
-
Arbeidsomstandigheden rietkappers Duurzame energie Syndicale repressie en discriminatie van vrouwen in de maquilasector Rechten voor personen in informaliteit Hervorming van gezondheidssysteem met burgerparticipatie Seksuele en reproductieve rechten Toegang tot geneesmiddelen Gender
-
-
Strategische lijnen
Nicaragua
Vanuit regionaal coördinatiebureau Managua, Nicaragua
Type activiteiten
Coördinatie
Landen
OVERZICHT VAN DE ACTIVITEITEN IN CENTRAAL-AMERIKA
-
JAARVERSLAG2015
-
-
Arbeidsomstandigheden rietkappers Werkomstandigheden en discriminatie van vrouwen in de maquilasector Rechten voor personen in informaliteit Beleidswerk over sociale zekerheid Sociale controle op gezondheidszorg Seksuele en reproductieve rechten Gender
-
-
Arbeidsomstandigheden rietkappers Werkomstandigheden en discriminatie van vrouwen in de maquilasector Sectorale onderhandelingen Rechten voor personen in informaliteit Toegang tot geneesmiddelen Seksuele en reproductieve rechten Gender
7
SOCIALE BESCHERMING IN CENTRAAL-AMERIKA El Salvador
Coördinatie van Suikervakbonden van El Salvador CTA-ES
Partners
Platform voor lobbywerk voor waardig werk in de Maquila PIM Syndicale Coördinatie van Arbeiders voor Eigen Rekening in El Salvador COSICP
Nicaragua Vereniging van Landarbeiders ATC
Vakbond van de Arbeiders in de Suiker-, Honing-, Alcoholen Gelijkaardige Industrieën van Honduras SISTIAMASH Netwerk van Vakbonden van de Maquila in Honduras RSMH Platform voor Arbeiders voor Eigen Rekening in Honduras PTCPH
Vakbondsconfederatie van Arbeiders van de Vrijhandelszone CST-ZF Nationaal Werknemersfront FNT Confederatie van Arbeiders voor Eigen Rekening CTCP
Burgeralliantie voor de Gezondheid in West-Honduras ALCISAOH
Mutualiteit van Nicaragua AMUN
Arbeiders in de maquila- en agro-industrie, arbeiders voor eigen rekening in de informele economie, rurale vrouwen en jongeren en hun families
Arbeiders in de maquila- en agro-industrie, arbeiders voor eigen rekening in de informele economie, rurale vrouwen en vrouwennetwerken? Transparantie- en gemeentelijke gezondheidscomités
Arbeiders in de maquila- en agro-industrie, arbeiders voor eigen rekening in de informele economie, rurale bevolking en in stedelijke marginale en volkswijken
Budget
Nationaal Intersyndicaal Comité van Honduras CONAIH
Federatie van Arbeiders in de Suikerindustrie en Afgeleiden CONFRETAYD
308.359,34 euro
257.252,15 euro
487.224,94 euro
Donoren
Burgeralliantie tegen de Privatisering van de Gezondheid ACCPS
Honduras
DGD, 11.11.11, Petroleumsector Sociaal Fonds, FOS Kapellen, Multipharma
DGD, 11.11.11, P&V
DGD, 11.11.11, ABVV WestVlaanderen, Multipharma, P&V, NVSM,
Doel-groepen
Vereniging van Vrouwen in de Landbouwproductie AMSATI
JAARVERSLAG2015
Vereniging ter bevordering van de Gezondheid PROSALUD
8
Foto: Flickr/Victor Barro
Context In maart 2015 zijn er gemeenteraadsverkiezingen geweest die geen grote verschuivingen hebben opgeleverd voor het parlement. Wel is duidelijk dat de regerende FMLN-regering licht verloren heeft en daardoor aan slagkracht inboet in het parlement. Het gebrek aan populariteit van de regering heeft alles te maken met de spiraal van geweld waar El Salvador nog steeds in verstrikt zit en wat haar in 2015 voor het eerst de beruchte titel van meest gewelddadige land ter wereld opleverde. Het geweld houdt het maatschappelijk leven in zijn greep, en genereert een gebrek aan vertrouwen in overheidsinstanties en rechtszekerheid. Verder heeft de regering van Sanchez Ceren, tot nu toe weinig tekenen gegeven van een herkenbaar progressief beleid. Dat geldt onder andere voor het thema arbeidsrechten, waar nog nauwelijks een krachtdadiger beleid valt te bespeuren op valk van de aanpak van schendingen. Een en ander heeft ook te maken met de druk op de regering vanuit het bedrijfsleven, om de economische groei en het investeringsniveau in het land op te krikken. El Salvador kent al jaren de laagste economische groeicijfers in de regio en houdt haar economie voornamelijk in stand dankzij de opgestuurde salarissen van geëmigreerde Salvadoranen uit de Verenigde Staten. Het afgelopen jaar is de economische groei iets toegenomen (2,5 %) en de regering heeft voor 2016 voor het eerst bereidheid getoond om over een serieuze stijging van het minimumloon te onderhandelen. Dat minimumloon is na vele jaren stagnatie, met 210 dollar in de industriesector en met 115 dollar in de landbouw, afgegleden naar het op één na laagste niveau in de regio.
Belangrijkste verwezenlijkingen 2015 Partner CSTA-ES is er in geslaagd om een nieuwe vakbond te vormen in de suikerfabriek La Cabaña. Al meer dan de helft van de arbeiders is aangesloten bij de vakbond en de vakbond zal daardoor in 2016 haar eerste cao kunnen onderhandelen. Samen met de de vakbond van rietkappers is de juridische erkenning van de vakbond SITRACABAÑA te danken aan een effectieve combinatie van strategieën. Zo weigerde het ministerie van Arbeid oorspronkelijk om de aanpassing van arbeidswetgeving voor beide organisaties te erkenJAARVERSLAG2015
9
nen. Pas na een internationale aanklacht bij de IAO en een bijhorend bezoek van één van de vakbondsleiders aan de IAO-conferentie in aanwezigheid van de minister, ontstond voldoende externe druk om een akkoord tot erkenning te tekenen. Vervolgens waren voor de werkgever zeker twee dreigementen met stakingen nodig, om ook van die zijde bereidheid te vinden tot erkenning en dialoog met de vakbond. De burgerparticipatie van het Nationaal Gezondheidsforum is cruciaal voor de implementatie van het hervormde gezondheidsbeleid in El Salvador. In 2015 voerde het Gezondheidsforum 15 sociale controles uit op publieke gezondheidsdiensten in de zoektocht naar oplossingen voor concrete problemen in gezondheidsinstellingen. Gezondheidspartner ACCPS versterkte het Nationaal Gezondheidsforum met de oprichting van twee departementale structuren (het forum is gestructureerd met verkozen vertegenwoordigers op lokaal – derpartementaal – nationaal niveau). De organisaties richtten een nieuwe thematische discussiegroep op die lobbytrajecten opzet en burgerparticipatie garandeert over preventie van geweld. Het Nationaal Gezondheidsforum wordt ook erkend door internationale organisaties zoals de Wereldbank als het mechanisme bij uitstek en als voorbeeld voor burgerparticipatie.
Belangrijkste uitdagingen Voor partner CSTA-ES geldt nog steeds de uitdaging om na de creatie van de nieuwe fabrieksvakbond en de vakbond rietkappers een functionele tripartiete overlegstructuur op te bouwen met de overheid en de werkgeversorganisatie AAS, een noodzakelijke stap om effectief de rechten van de rietkappers te verdedigen. De afspraken met het ministerie, gemaakt tijdens de IAO conferentie, zijn tot nu toe onder druk van de AAS niet nagekomen. In de maquilasector is het belangrijk om naast de acties voor beleidsbeïnvloeding tussen NGA´s en vakbonden binnen PIM, te komen tot hernieuwde organisatie van de vakbeweging in de sector. De vakbondsorganisaties zijn nog steeds erg versplinterd en hebben weinig onderhandelingscapaciteit. Er worden hiertoe momenteel hernieuwde pogingen ondernomen. Verder is er nood aan de uitbreiding van het Nationaal Gezondheidsforum en het behoud van de coherentie en het kruisen van verschillende informatie op verschillende niveaus.
Gender De ondersteuning van FOS draagt actief bij tot het verbeteren van de arbeids– en leefsituatie van vrouwen en de toegankelijkheid van de publieke gezondheidsdiensten en seksuele en productieve rechten en de positie van vrouwen binnen de partnerorganisaties. In de maquilasector is op het eerste niveau vooruitgang geboekt. PIM is samen met het platform CEDM in de dialoog met een groep kledingmerken niet alleen in gesprek m.b.t. ondersteuning van arbeidscontrole, maar onderhandelde ook op sectorniveau over het thema kinderopvang. Verder wordt het thema transversaal opgenomen in de nieuwe voorstellen. Die worden ontwikkeld worden het reglement voor sociale zekerheid, waar vrouwen de hoofddoelgroep vormen. In het geval van de suikersector en de zelfstandige arbeiders is juist op het organisatieniveau vooruitgang geboekt. Daar worden aparte workshops voor vrouwelijk leiderschap georganiseerd en gemengde vorminJAARVERSLAG2015
Foto: Flickr/Javier Suay Anton
10
gen waar genderproblematiek aan de orde komt. Dat heeft wel voor meer openheid gezorgd m.b.t. de discussie binnen de organisatie, maar heeft bij verkiezingen nog niet geleid tot verandering van leiderschap. In het kader van toegang tot gezondheid werkt FOS samen met de vrouwenorganisatie AMSATI. Die organisatie is deel van coöperatieve organisatie CONFRAS en AMSATI is een ledenorganisatie van coöperativistische vrouwen. Hun lokale comités die input geven aan wetsvoorstellen en sociale controle uitvoert op de implementatie van het gezondheidsbeleid, wordt volledig uitgevoerd door vrouwen. Binnen ACCPS steunt FOS de oprichting van de discussiegroep over seksuele en reproductieve rechten, die lobbytrajecten opzet over het thema. In de trimestriële verslagen van de partnerorganisaties wordt de genderproblematiek apart opgevolgd. FOS organiseerde bovendien een regionale bijeenkomst voor de gezondheidspartners over seksuele en reproductieve gezondheid en rechten.
Milieu Voor de FOS-equipe in de regio is dit jaar een interne vorming georganiseerd over de context en mogelijkheden voor transversalisering van milieu binnen het huidige en toekomstige programma. Samen met de stichting Humboldt, die geldt als expert in de regio op vlak van het milieuthema, is gekeken naar realistische integratiemogelijkheden. Dat gebeurde op basis van de acties die nu reeds door de partners worden ontwikkeld en logische raakvlakthema´s voor de toekomst. Naast de interne vormingsprocessen, wordt het milieuthema reeds geïntegreerd in de werking van partners in de agro-industrie en partners die werken rond gezondheid en sociale determinanten van gezondheid. Op de regionale bijeenkomsten in de suikersector is klimaatverandering besproken als belangrijke invloedsfactor op de onderhandelingen. Tegelijkertijd werd door de vakbonden de verantwoordelijkheid in de sector erkend, in het voorkomen van bodemuitputting en grondwaterdaling en – vervuiling. In elk van de landen zal de komende jaren worden gekeken naar de inpassing van deze thema’s in onderhandelingsvoorstellen. Verder heeft FOS met de deelname van alle partners en verschillende andere sociale actoren dit jaar opnieuw een nationaal forum over klimaatsverandering en milieu georganiseerd. Het doel van het forum is om het belang van het thema onder de partners te vergroten en door het tonen van succesvolle voorbeelden, nieuwe lokale initiatieven van sociale organisaties voor milieubescherming en toepassing van schone energie te stimuleren. Er was veel overeenstemming over het belang van het thema, maar ook over de noodzaak om milieuvervuiling als fenomeen, in het bredere verband van wereldwijde neoliberale politiek en sociale ongelijkheid, aan de kaak te stellen. Voor de gezondheidspartners organiseerde FOS bovendien een regionale bijeenkomst over klimaat. Als resultaat organiseerden de betrokken partners vormingen over milieu en klimaat bij hun achterban en richtten ze een thematische discussiegroep over klimaat op binnen het Nationaal Gezondheidsforum.
Geplande evaluatie Eind 2015 is in El Salvador 1 case van beleidsbeïnvloeding onderzocht, in het kader van de gehouden externe evaluatie. Het betrof het proces gerelateerd aan de wetshervorming voor verbeterde toegang tot medicijnen dat werd ontwikkeld door partner ACCPS. De case werd zeer positief beoordeeld voor wat betreft de relevantie van de voorstellen voor de doelgroep, de behaalde resultaten, de gebruikte beïnvloedingsstrategieën door de partners en de rol die FOS heeft gespeeld rond het bijeenbrengen van platformactoren en de ondersteuning van regionale uitwisselingen. Hoewel de case van ACCPS een duidelijke uitzondering vormde, was de hoofdaanbeveling dat FOS partners nog nadrukkelijker zou kunnen ondersteunen, in het aanreiken van instrumenten/methoden, om tot een meer geplande en bewustere keuze voor beleidsbeïnvloedingstrategieën te komen.
JAARVERSLAG2015
11
Foto: Flickr/Felipe Canova
Context Het jaar 2015 stond in het teken van de grote corruptieschandalen binnen het systeem van sociale zekerheid, dat mede failliet ging door grootschalige misbruik van fondsen door functionarissen, voor privé- en politieke doelstellingen. Daarbij stond de regerende conservatieve nationale partij centraal en werd ze beschuldigd de middelen te hebben aangewend voor financiering van haar verkiezingscampagne. De publieke verontwaardiging over de omvang van de corruptie en de directe gevolgen voor de gedupeerde verzekerden (bv medische operaties die niet meer werden uitgevoerd en medicijnen die niet meer beschikbaar zijn) liep zo hoog op dat er maandenlang elke vrijdag fakkeldemonstraties plaatsvonden van de ´´verontwaardigden´´ in alle belangrijke steden van het land. Dit thema was voor onze gezondheidspartners erg belangrijk, omdat de aanleiding voor de betogingen onderzoeken waren, waaraan zij participeerden, naar de geldbesteding in het gezondheidssysteem. In 2015 keurde de regering de nieuwe wet op ‘Sociale Bescherming voor een beter leven’ goed. De wet moet een universele sociale zekerheid voor de gehele bevolking garanderen. Hoewel dat de wet erg vaag is, en dus nog alle richtingen op kan, afhankelijk van de reglementering die dient om de wet te implementeren, ligt hij toch onder vuur bij de middenveldorganisaties. De wet zou de deuren open zetten voor een vergaande privatisering en duurder gezondheidssysteem. De vakbeweging heeft binnen die context voor grote dilemma´s gestaan. Enerzijds moest ze de stem vertolken van de gedupeerde arbeiders binnen het systeem van sociale zekerheid, anderzijds vormt zij onderdeel van het tripartiet politieke bestuur van het systeem van sociale zekerheid. In die hoedanigheid droeg ze dan ook enige verantwoordelijkheid voor het wanbeleid. Bovendien had zij er belang bij haar inspraak te garanderen in de hervormingen van het stelsel van sociale bescherming als geheel. Hoewel de rol van de vakbeweging in de mobilisaties door de gebrekkige manoeuvreerruimte beperkt was, heeft zij desondanks wel een belangrijke functie vervult in de discussie over de nieuwe wetgeving dankzij de kwalitatieve voorstellen die zij hier, mede dankzij FOS, heeft ingebracht. De resultaten van vakcentrales CONAIH in dit document geven hier meer inzicht in.
JAARVERSLAG2015
12
Het gezondheidssysteem in Honduras bestaat uit sociale zekerheidsinstellingen voor iedereen met een formeel arbeidscontract en een publiek systeem voor de rest van de bevolking, aangevuld met privé-instellingen voor wie het kan betalen. De kwaliteit van het publieke gezondheidssysteem blijft erg laag. Hoewel vandaag de dag de publieke gezondheidszorg bestaat uit 900 gezondheidscentra en 29 ziekenhuizen, is er enkel voldoende personeel en technologie in 5 ziekenhuizen in de hoofdstad en in 1 ziekenhuis in San Pedro Sulas. Door de corruptie, het gebrek aan medicijnen, de slechte behandeling, slaagt het systeem er nog niet in voldoende positieve resultaten aan te leveren. Bovendien legde het ministerie de injecties als anticonceptie middel stil door mogelijke bijwerkingen, maar stelde geen degelijk alternatief in de plaats. Dat heeft een mogelijk gevolg voor het aantal zwangerschappen. Ten slotte is er in Honduras een stijging van het aantal aidsbesmettingen. Het is de eerste doodsoorzaak (17%) van vrouwen met een reproductieve leeftijd, de publieke gezondheidsinstellingen weten hier nauwelijks een antwoord op te bieden. Normaal gezien ging 12,5% van het gemeentebudget naar gezondheid. Vorig jaar werd echter het ‘plan voor een beter leven’ getekend, waar 40% van het budget naartoe gaat. Dat budget wordt beheerd door het personeel van het project ‘beter leven’ en omvat projecten als: sociale bijstaand aan kinderen waaronder teruggekeerde migranten, jongeren en personen met een handicap, eerstelijnszorg aan families en de gemeenschap, proper water, elektrificatie, betere woningen, onderwijs, veiligheid, waterbeheer en vrouwen.
Belangrijkste verwezenlijkingen 2015 De 3 vakbondskoepels in Honduras, verenigd in CONAIH, hebben in 2015 met succes een hervormingsvoorstel ingediend voor de wet op de arbeidsinspectie. Het grootste deel van de vakbondseisen is ingewilligd. Partner RSMH uit de maquilasector heeft een zeer succesvol jaar achter de rug, waarbij zij er in is geslaagd om 10 nieuwe vakbonden te vormen. Daarnaast wordt met succes opvolging gegeven aan het sectorakkoord, waarbinnen het sociale woningbouwproject voor maquila-arbeiders is gestart. RSMH plukt de vruchten van verschillende jaren inzet voor verschillende complementaire strategieën: gecoördineerde actie voor een aanklacht in het kader van het vrijhandelsakkoord CAFTA, collectieve onderhandeling op sector- bedrijfsniveau en sinds dit jaar ook met een groep van kledingmerken. Die processen hebben elkaar positief beïnvloed en heeft geleid tot een positieve spiraal, waarbij enerzijds de syndicale repressie in de bedrijven is afgenomen en er mogelijkheden zijn voor een aanzienlijke groei van vakbonden. Anderzijds leidt de gewonnen onderhandelingskracht tot zichtbare verbeteringen in leef- en arbeidssituaties, hetgeen vervolgens weer een positief effect heeft op de ledenwerving. Het Platform PTCPH voor zelfstandige arbeiders heeft een akkoord gesloten met de instantie voor beroepsvorming INFOP voor technische vorming van hun leden. Verder staat het kaderwetsvoorstel voor de rechten van zelfstandige arbeiders, na verschillende discussies en wijzigingen met uitvoerende autoriteiten, opnieuw op de discussieagenda van de Sociaal-Economische Raad. Dat is de laatste stap voor de stemming over het voorstel in het parlement. ALCISAOH , een samenwerkingsplatform voor gezondheidsbeleid voerde 2 sociale controle-oefeningen uit op de publieke dienstverlening. In de eerste plaats kregen ze geen toestemming van de directeur van het ziekenhuis,
JAARVERSLAG2015
Foto: Flickr-UN Photo-Mark Garten
13
maar via hun netwerk overtuigden ze de minister van het belang van de oefening. De opslag van de medicijnen werd doorgelicht, net als de apotheek en de gebruikers. Er bleek een gebrek aan medicijnen in de apotheek, hoewel ze wel aanwezig waren in de opslagruimte, het plaatsen van een keukentje in de opslagruimte en de zeer slechte dienstverlening voor de gebruikers blijft nog steeds een groot probleem. Door de opvolging van de oefening in de netwerken en comités overtuigden ze de publieke autoriteiten ervan dat er nood was aan de opening van een nieuw lokaal gezondheidscentrum. ALCISAOH versterkte zichzelf als platform door meer gezamenlijke strategische werklijnen te organiseren. De organisatie zette de eerste stappen om een nationaal lobbyplatform te creëren dat focust op de nieuwe wet van Sociale Bescherming, dat een groot gevaar inhoudt voor de privatisering van de gezondheidszorg. Ze organiseerde ook een conferentie om zich als gezondheidsorganisatie in de provincie op de kaart te zetten over de commercialisering van de gezondheidszorg.
Belangrijkste uitdagingen In de suikersector blijft het moeilijk om vooruitgang te boeken op vlak van sectordialoog en de arbeidssituatie van de rietkappers. Ondanks de rugdekking van de IAO en de versterkte coördinatie tussen de vakbondsactoren in de sector, weigeren de werkgeversorganisatie van suikerproducenten (APAH) en het ministerie van Arbeid, in te gaan op de oproep tot sociaal overleg. Een mogelijke optie in dat kader is het indienen van een internationale aanklacht. Dat zal echter de arbeidsrelaties op bedrijfsniveau onder druk zetten, en moet dus goed worden afgewogen. De sector van de organisaties die aan kwalitatieve gezondheidszorgen werken is erg gefragmenteerd en gepolariseerd tussen pro en contra regering. Dat maakt het niet steeds vanzelfsprekend om nationale eisenplatformen te organiseren, zeker niet in een klimaat waarbij de regering de publieke zorg privatiseert.
Gender De ondersteuning van FOS draagt actief bij aan het verbeteren van de arbeids– en leefsituatie van vrouwen en de toegankelijkheid en de positie van vrouwen binnen de partnerorganisaties. Vooral in de maquilasector is op beide niveau´s dit jaar vooruitgang geboekt. RSMH is in dialoog met een groep van 14 kledingmerken in functie van de ontwikkeling van kinderopvang vanaf 2016 binnen de productieparken. Gekoppeld aan het sectorakkoord is eind 2015 rond het maquilapark in Choloma een eerste pilootproject gestart. Verder werd door de aangesloten vakbonden een gezamenlijke analyse en vergelijking gemaakt van de genderspecifieke onderhandelingsclausules. Op het jaarlijkse forum over de situatie van vrouwen in de maquilasector, werden bovendien de obstakels bij de ontwikkeling van vrouwelijk leiderschap tegen het licht gehouden. Er werden concrete afspraken gemaakt over steun aan vrouwelijke kandidaten bij bestuursverkiezingen. Omdat de vrouw traditioneel de zorg voor de familie opneemt, is het niet verwonderlijk dat het gezondheidsprogramma gedragen wordt door voornamelijk vrouwennetwerken en dat ook in de gezondheidscommissies de vrouwen de meerderheid uitmaken. Als belangrijkste probleemgebieden geven die basisgroepen gebrek aan geneesmiddelen, afwezigheid van medisch personeel en slechte behandeling aan. De begeleidende organisaties trekken de problematiek open naar de sociale determinanten van gezondheid, met specifieke aandacht voor partnergeweld, tienerzwangerschappen, enzovoort. Bovendien namen de gezondheidspartners ook deel aan de regionale bijeenkomst seksuele en reproductieve gezondheid in Nicaragua. Foto: Flickr-Pan American Health Organization
JAARVERSLAG2015
14
Milieu Voor het FOS-team in de regio is dit jaar een interne vorming georganiseerd over de context van en mogelijkheden voor transversalisering van milieu binnen het huidige en toekomstige programma. Samen met de stichting Humboldt, die geldt als expert in de regio rond het milieuthema, is gekeken naar realistische integratiemogelijkheden, op basis van de de acties die nu reeds door de partners worden ontwikkeld en logische raakvlakthema´s voor de toekomst. Naast de interne vormingsprocessen, wordt het milieuthema reeds geïntegreerd in de werking van partners in de agroindustrie en partners die werken rond gezondheid en sociale determinanten van gezondheid. Op de regionale bijeenkomsten in de suikersector, is klimaatverandering besproken als belangrijke invloed op de onderhandelingen. Tegelijkertijd werd door de vakbonden de verantwoordelijkheid in de sector erkend, m.b.t. het voorkomen van bodemuitputting en grondwaterdaling en – vervuiling. In elk van de landen zal de komende jaren worden gekeken naar de integratie in onderhandelingsvoorstellen. Voor de gezondheidspartners organiseerde FOS bovendien een regionale bijeenkomst over klimaat. Als resultaat organiseerden de betrokken partners vormingen over milieu en klimaat bij hun achterban. Milieu wordt sowieso al mee opgenomen in het gezondheidsprogramma als sociale determinant van de gezondheid.
Geplande evaluatie FOS heeft in 2015 een regio-overschrijdende externe evaluatie georganiseerd. Met de externe evaluatie wil FOS leren van de strategieën en beleidsbeïnvloedende activiteiten van haar partnerorganisaties en over haar huidige interventiestrategie en die indien nodig verbeteren. Drie leertrajecten zijn geïdentificeerd voor verdere uitwerking in 2016: consolideren van FOS-beleid over beleidsbeïnvloeding, uitwerken van capaciteitsversterkingsstrategie in functie van beleidsbeïnvloeding en aanpassingen van het monitoring- en evaluatiebeleid met meer nadruk op outcome mapping.
JAARVERSLAG2015
15
Foto: Flickr/Jorge Mejía Peralta
Context De uitvoering van aangekondigde mega-infrastructuurprojecten, zoals de bouw van een grote waterkrachtcentrale, van een olieraffinaderij en van het Nicaraguakanaal, lijkt verder weg dan ooit. Enkele van de oorzaken hiervan zijn de ineenstorting van de Venezolaanse en de afzwakking van de Braziliaanse en Chinese economie. Desondanks blijft Nicaragua economisch redelijk presteren met een jaarlijkse groeicijfers 4-5%. Het nog steeds gunstige economische klimaat vertaalt zich echter onvoldoende in vermindering van armoede en op het gebied van arbeidsrechten is er zelfs sprake van een achteruitgang. De vakbeweging voelt zich meer en meer in het defensief gedrongen. Het bewustzijn groeit dat haar identificatie met de regeringspartij FSLN steeds moeilijker te combineren is met de verdediging van de arbeidsbelangen van hun basis. Dat creëert een steeds belangrijker fundament voor toenadering en samenwerking tussen syndicale actoren. Het verkiezingsjaar 2016 wordt een belangrijke proefsom voor de sterkte en effectiviteit van de syndicale allianties. De politieke druk op de individuele actoren om partijgehoorzaamheid te tonen zal toenemen, waardoor er mogelijk ruimte komt voor nieuwe interne verdeeldheid. Tegelijkertijd bieden de verkiezingen een kans voor de allianties om zich verder te versterken en de conjunctuur te gebruiken om met het FSLN een paar fundamentele elementen te bespreken. Denk hierbij aan de recente antisyndicale interpretatie van de arbeidswetgeving door de juridische instanties en het ministerie van Arbeid, het gebrek aan regulering van de onderaanneming, het slechte functioneren van de diensten van sociale zekerheid en het tegenwerken door het ministerie van de onderhandeling van collectieve akkoorden en gelijkwaardige syndicale deelname aan overlegstructuren.
JAARVERSLAG2015
16
Foto: Flickr/Daniel Bachhuber
De Nicaraguaanse overheid voorziet gratis gezondheidsvoorzieningen voor de gehele bevolking sinds 2007. Hoewel de overheid meer investeert in gezondheid is dat onvoldoende om alle noden
te dekken in bijvoorbeeld medicijnen. Want ook de vraag naar gezondheidszorg is omhoog gegaan omdat de diensten gratis zijn. Volgens de officiële cijfers van het ministerie
van Gezondheid dekken zij 80 tot 90% van de vraag naar gezondheidszorg, voor medicijnen zou dit 55 tot 60% zijn. Publieke dienstverlening is ook meer aanwezig in rurale gebieden, maar de grootste klacht blijft de kwaliteit van de dienstverlening. In 2014 keurde de overheid het reglement voor de wet 772 goed voor de sociale verkoop van geneesmiddelen (noch publiek, noch privé, door sociale organisaties). De implementatie van het regelement zou 20% van de Nicaraguaanse bevolking dekken. De sociale organisaties zetten in 2015 in op de implementatie van dit reglement, en de verdere samenwerking met het ministerie en de overheid. De reglementering van de wet op Mutualiteiten is nog altijd niet doorgekomen, waardoor mutualiteiten nog altijd geen duidelijke rol hebben in het breder plaatje van de gezondheidszorg.
Belangrijkste verwezenlijkingen 2015 Binnen de vakbeweging groeit het bewustzijn dat haar identificatie met de regeringspartij FSLN, steeds moeilijker te combineren is met de verdediging van de arbeidsbelangen van hun basis. Dat creëert een steeds belangrijker fundament voor toenadering en samenwerking tussen syndicale actoren. De toenadering is al enkele jaren aan de gang in de textielsector, maar heeft dit jaar ook in de agro-industrie vaste vorm gekregen. De consolidatie van platformen met de uitwerking van gezamenlijke werklijnen en een groeiend vertrouwen tussen de actoren, is een belangrijke voorwaarde om als vakbeweging tot een meer autonome standpuntbepaling te komen en tot meer pressie op de andere sociale actoren. Ten slotte draagt het ook bij aan effectiviteit op de verschillende niveaus van collectieve onderhandeling. De vakbond FNT organiseerde twee sociale doorlichtingen van het gezondheidssysteem. Hoewel gezondheidszorg gratis is en de regering ook inzet op dienstverlening in rurale gebieden, blijft de kwaliteit van de zorg de zwakke plek. De sociale controles leggen heel wat pijnpunten bloot en FNT besprak ze met het ministerie van Gezondheid en de werknemers van de gezondheidsinstellingen. Zij organiseerde ook verschillende workshops met het personeel over stress en conflictmanagement, rechten van de patiënten en betere communicatie.
JAARVERSLAG2015
17
Met de publicatie van de uitvoeringsbesluiten op de sociale verkoop van geneesmiddelen (SVG) in 2014 was er eindelijk, 5 jaar na de goedkeuring van de wet, een doorbraak. Dit jaar richtten de gezondheidspartners hun aandacht op de aanpassing van de werking aan de gestelde voorwaarden, zoals de bijscholing van de verantwoordelijken van de gemeenschapsapotheken of 'dispensadoras' door een erkend opleidingsinstituut de belangrijkste is. In een volgende fase gaan de gezondheidspartners met het ministerie van Gezondheidszorg evaluatiecriteria voor de sociale verkooppunten moeten vastleggen.
Belangrijkste uitdagingen Het verkiezingsjaar 2016 wordt een eerste belangrijke proefsom voor de sterkte en effectiviteit van de bovengenoemde syndicale allianties. De politieke druk op de individuele actoren om partijgehoorzaamheid te tonen zal toenemen, waardoor er mogelijk ruimte komt voor nieuwe interne verdeeldheid. Tegelijkertijd bieden de verkiezingen een kans voor de allianties om zich verder te versterken en de conjunctuur aan te grijpen om met het FSLN een paar fundamentele discussiepunten te bespreken. De evolutie in de rol van de gezondheidsactoren in Nicaragua is een behoorlijke uitdaging. De partnerorganisaties hebben een jarenlange ervaring in de aanbieden van gezondheidsdiensten. Sinds het aantreden van het FSLN is gratis gezondheidszorg een prioriteit en het afgelopen jaar zette de overheid ook in op dienstverlening in de rurale gebieden. Kwaliteit van de dienstverlening blijft daarentegen een enorm struikelblok voor de publieke diensten. Ngo’s en ledenorganisaties moeten daarom hun rol binnen die context herdefiniëren. Lobbywerk met betrekking tot de verbetering van kwaliteit of aangepaste dienstverlening voor specifieke kwetsbare groepen zoals vrouwen en jongeren is daarom een logische keuze. Maar zoals hierboven al aan bod kwam, is de democratische ruimte in Nicaragua kleiner dan ooit. Ook mutualiteiten moeten hun rol opnieuw definiëren, want hoewel er een wet is om de werking van mutualiteiten te regulariseren en een plaats te geven in het gezondheidssysteem, heeft de wet nog geen reglement. Dat betekent dat de mutualiteiten nog steeds functioneren zonder kader.
Gender De ondersteuning van FOS draagt actief bij aan het verbeteren van de arbeids– en leefsituatie van vrouwen en de toegankelijkheid van de gezondheidsdiensten en de positie van vrouwen binnen de partnerorganisaties. FOS ondersteunt specifiek in Nicaragua de coördinatie van vakbondsleidsters uit verschillende koepelorganisaties en sectoren binnen het Nationaal Comité van Vakbondsvrouwen CNMSN. Dat heeft het afgelopen jaar geleid tot opname door verschillende vakbonden in de bananen-, de textiel- en de onderwijssector van genderclausules uit de ontwikkelde onderhandelingsgids. In de textielsector is het onder sterke druk van de leidsters bovendien gelukt om tussen de coördinerende syndicale actoren tot een aparte gendercommissie te komen, die aan een langetermijnstrategie voor genderproblematiek gaat werken. De partnerorganisaties in het gezondheidsluik identificeerden gender en seksueel en reproductieve rechten als een prioritaire werklijn. FOS zelf organiseerde met de partnerorganisaties een regionale bijeenkomst van alle gezondheidspartnerorganisaties in Centraal-Amerika.
JAARVERSLAG2015
18
Foto: Werner Blondia
Milieu Voor het FOS-team in de regio is dit jaar een interne vorming georganiseerd over de context van en mogelijkheden voor transversalisering van milieu binnen het huidige en toekomstige programma. Samen met de stichting Humboldt, die geldt als expert in de regio rond het milieuthema, is gekeken naar realistische integratie-mogelijheden op basis van de acties die nu reeds door de partners worden ontwikkeld en logische raakvlakthema´s voor de toekomst. Naast de interne vormingsprocessen, wordt het milieuthema reeds geïntegreerd in de werking van partners in de agro-industrie en partners die werken rond gezondheid en sociale determinanten van gezondheid. Op de regionale bijeenkomsten in de suikersector, is klimaatverandering besproken als belangrijke invloedsfactor op de onderhandelingen. Tegelijkertijd werd door de vakbonden de verantwoordelijkheid in de sector erkend, in het voorkomen van bodemuitputting en grondwaterdaling en – vervuiling. In elk van de landen zal de komende jaren worden gekeken naar de inpassing in onderhandelingsvoorstellen. De gezondheidsorganisaties nemen milieu mee in hun vormingen als sociale determinant van gezondheid. De verschillende gemeenschappen en de vakbondsleden organiseerden verschillende acties voor het proper houden van hun leef- en werkomgeving.
Geplande evaluatie FOS heeft in 2015 een regio-overschrijdende externe evaluatie georganiseerd. Met de externe evaluatie wil FOS leren van de strategieën en beleidsbeïnvloedende activiteiten van haar partnerorganisaties en over haar huidige interventiestrategie en die indien nodig verbeteren. Drie leertrajecten zijn geïdentificeerd voor verdere uitwerking in 2016: consolideren van FOS-beleid over beleidsbeïnvloeding, uitwerken van capaciteitsversterkingsstrategie in functie van beleidsbeïnvloeding en aanpassingen van het monitoring- en evaluatiebeleid met meer nadruk van outcome mapping.
JAARVERSLAG2015
19
OVERZICHT VAN DE ACTIVITEITEN IN CUBA Landen Coördinatie Actiezones Type Activiteiten
Strategische lijnen
Partners
Doelgroepen Budget Donoren
JAARVERSLAG2015
Cuba Landenkantoor La Habana Nationaal Vormingen met leiders en leden Sensibiliseringscampagnes Sociale dialoog en collectief overleg Overleg met beleidsmakers Alliantievorming en institutionele samenwerking met andere actoren en netwerken Preventiecampagnes voor gezondheid Ondersteuning syndicale fincas Nieuwe arbeidswetgeving (verplichte cao’s, resultaatsgerichte loonsystemen) Veiligheid en gezondheid op het werk Preventie van kankers en HIV-aids Seksuele voorlichting en actie rond seksuele diversiteit Gender -
SOCIALE BESCHERMING IN CUBA Centrale van Arbeiders van Cuba CTC Nationale Vakbond van de Industrie – tak van de Lichte Industrie SNTI RIL Nationale Vakbond van de Bouw SNTC Nationale Vakbond van Arbeiders in de Voedselverwerkende- en Visindustrie SNTIAP Nationale Vakbond van de Arbeiders in de Suikerindustrie SNTA Federatie van Cubaanse Vrouwen FMC Nationaal Centrum voor Seksuele Opvoeding CENESEX Nationaal Centrum voor Preventie van Aids CNP SIDA Vakbondsleiders, gezondheidspromotoren, activisten rond seksuele diversiteit 492.043,10 euro DGD, ABVV West-Vlaanderen, Algemene Centrale, Provincie Limburg, Vrienden van Cuba Kempen, Sociaal Fonds Voedselnijverheid (HORVAL)
20
Context 2015 was het vierde jaar van het proces voor de aanpassing van het Cubaanse economische en sociale model. Het tweeledige einddoel is gericht op het verzekeren van de duurzaamheid van het socialistische maatschappijmodel met haar sociale verworvenheden en het verhogen van het welvaartsniveau van de bevolking. De relance van de Cubaanse economie komt moeilijk op gang. Het bnp steeg in 2015 met 4%, voornamelijk dankzij de aanzienlijke stijging van de inkomsten uit de toeristische sector. De verhoogde autonomie van de staatsbedrijven werpt op gebied van de productiviteit nog niet de verwachte vruchten af. Het nieuwe loonsysteem blijkt in de realiteit te complex en heeft in vele gevallen een omgekeerd effect: minder loon en daling van de productiviteit. De financiering voor de broodnodige vernieuwing van het productieapparaat gebeurt druppelsgewijs. In de nieuwe vrijhandelszone van Mariel werden, een jaar na de opening, 8 projecten met buitenlandse investering goedgekeurd. Positief zijn de inspanningen in 2015 om de buitenlandse schulden te herschikken met onder andere de Club van Parijs. Op die manier stijgt het vertrouwen van de internationale kredietinstellingen en de economische partners. Die positieve tendens wordt echter door de verstrengeling van het financiële embargo door de VS tegengewerkt. Het embargo is de stok achter de deur in het proces van economische en politieke toenadering tussen beide landen. De VS-ambassade in Cuba opende in augustus. Vooruitgang werd geboekt in verschillende domeinen: communicatie, lucht- en zeevaartverbindingen, migratie, douaneregelingen, academische samenwerking, enzovoort. Het grootste obstakel voor een volledige herstelling van de relaties, het handelsembargo, werd licht afgezwakt maar blijft nog ruim van toepassing. Het bilaterale economische- en ontwikkelingssamenwerkingsakkoord met de EU zou in 2016 moeten afgesloten worden.
JAARVERSLAG2015
21
De voedselproductie blijft voor de Cubaanse overheid een aanzienlijke kopzorg. De voorbije vijf jaren werden een hele reeks maatregelen genomen om de landbouwproductie te verhogen en de invoer van voedingswaren te verminderen. Het mocht echter niet baten. Cuba blijft 80% van haar voeding invoeren. Een van de maatregels was het invoeren van het principe van vraag en aanbod bij het bepalen de consumptieprijzen voor de landbouwproducten. Door het uitblijven van een toename van het aanbod en een verhoging van de vraag door de groei van de privé en toeristische sector, stijgen de voedselprijzen jaarlijks gemiddeld met 15%. De situatie zorgt voor een versterking van het ongenoegen onder de bevolking die ongeveer driekwart van haar inkomen aan voeding besteed. De privésector groeide in 2015 trager dan de voorbije jaren van de initiële boom. Einde 2015 werkten 520.000 Cubanen als zelfstandige. Een derde ervan is werknemer bij een privéwerkgever. In 2014 werden de eerste coöperaties buiten de landbouwsector opgericht. De erkenning van nieuwe coöperatieven werd in 2015 afgeremd. Hun aantal steeg van 350 in 2014 tot 380 einde 2015. De reden is de intentie van de overheid om een aantal struikelblokken eerst weg te werken: het ontoereikende aanbod van de groothandelsbedrijven, het gebrek aan kennis over de werking van een coöperatie zowel bij de leden van de coöperaties als de staatsbedrijven, het reguleren van de concurrentie tussen de coöperaties en de staatsbedrijven, enzovoort. Daarna is het doel minstens een 15.000-tal coöperaties op te richten. Naast die specifiek economische en administratieve maatregelen worden de schikkingen voor de flexibilisering van de gezinseconomie behouden en verder verfijnd: vrije koop/verkoop van wagens en huizen, vrije verkoop van voedselproducten, gas en bouwmaterialen, kredieten en subsidies voor nieuwbouw en verbouwingen, soepelere migratiewetgeving, enzovoort. Voor 2016 wordt op een groei van het bnp van amper 2% gemikt. Enerzijds is een verdere stijging van het toerisme voorspelbaar. Met als gevolg de groei van de eraan verbonden sectoren: bouw, gezondheidsdiensten, transport, voedingsindustrie, enzovoort. Anderzijds wordt verwacht dat door de machtswissel in Venezuela de inkomsten verkregen door de samenwerking op vlak van gezondheid, sport en cultuur in gevaar komen. De sterke dollarkoers verhoogt de uitgaven voor de invoer uit Europa en Azië. Het systeem van universele subsidies voor de bevolking wordt verder afgebouwd. Subsidies komen voortaan aan de meest behoeftige en kwetsbare bevolkingsgroepen toe. Het onderwijs en de gezondheidszorg blijven gratis en universeel. Een opening naar privéonderwijs door het toelaten van licenties voor bijlessen en kinderopvang werd gecreëerd. Tegen betaling kunnen meer gegoede ouders hun kinderen bijlessen laten volgen. In de gezondheidssector is de dienst sneller en beter tegen een (kleine) vergoeding. De bevolkingsgroep die hiervan gebruik kan maken bestaat in grote mate uit zelfstandigen die een veelvoud verdienen van de gangbare lonen in de staatssector. Die evolutie werkt een groeiende sociale ongelijkheid binnen de Cubaanse maatschappij in de hand. Sinds 2014 wordt een opmerkelijke inspanning geleverd om de infrastructuur van de gezondheidsdiensten te verbeteren. Het aanbod in het hoger onderwijs werd afgestemd op de effectieve noden van de bedrijven en de overheidsadministratie.
JAARVERSLAG2015
22
Maar de stijgende emigratie naar de VS zorgt voor een constante 'brain drain' van hoogopgeleide jongeren.
Belangrijkste verwezenlijkingen 2015 De 5 vakbondspartners hebbende vooropgestelde resultaten voor 2015 op gebied van vorming gehaald. In vergelijking met de geplande resultaten in het logische kader ligt het aantal gevormde coördinatoren 5% lager en het aantal gevormde instructeurs 150% hoger. De enorme stijging van het aantal instructeurs werd bereikt door het aantal deelnemers per cursus te verdubbelen van 10 naar 20. De bedoeling is een reserve bij de hand te hebben en de werklast voor het bijscholen van de vakbondsleiders en arbeiders beter te verdelen. Met de stijging van het aantal gevormde vakbondsleiders van 8.700 naar 11.175 lijkt de jaarlijkse limiet bereikt. Ook het aantal gevormde arbeiders bereikte met 51.350 haar grens. Die positieve resultaten zijn het gevolg van het groeiende besef dat zonder vorming en bijscholing van de vakbondsleiders en de arbeiders de vakbond haar rol niet kan waarmaken. De bereikte resultaten op gebied van veiligheid en gezondheid op het werk zijn eveneens positief. Gemiddeld steeg het aantal betrokken bedrijven die de totaliteit van hun beschikbare budget voor veiligheid en gezondheid hebben besteed van 76% tot 86%. De tot op heden bereikte cijfers stemmen tot optimisme voor het behalen van de vooropgestelde eindresultaten en het bereiken van de doelstelling op gebied van waardig werk in 2016. De vorming van promotoren door de gezondheidspartners liep zoals gepland bij de partner FMC. Het totale aantal steeg lichtjes tot 559 'gezondheidsbrigadisten' in 27 gemeenten van 9 provincies bijgeschoold tot promotoren voor de preventie van kankers en niet-overdraagbare en chronische ziektes. Bij de partners CNP SIDA en CENESEX liep de vorming, na de vertraagde start in 2014, gelijkerwijs volgens plan. Die positieve evolutie heeft een gunstig effect op het oprichten van klantvriendelijke ruimtes voor lesbiennes en jongeren. De initieel opgelopen achterstand kan niet helemaal worden goedgemaakt. Met als gevolg dat de doelgroep van voornamelijk de partner CNP SIDA niet volgens zoals gepland bereikt zal worden. De indicatoren van het aantal gevormde promotoren werd begin 2015 bijgesteld. In het kader van de facilitering van FOS in multiactorprocessen en Noord-Zuid- en Zuid-Zuidwerking van de partners namen de 3 Cubaanse gezondheidspartners deel aan de regionale workshop van FOS in Managua in Nicaragua over seksuele en reproductieve rechten. Medewerkers van CENESEX
JAARVERSLAG2015
23
en CNP SIDA namen deel aan internationale congressen en cursussen. De partner SNTC organiseerde in Cuba een regionale vergadering van FLEMACON in mei, met deelname van een delegatie van het Internacional de la Construcción y Madera (ICM). In 2015 bezochten de Algemene Centrale (AC) en de Centrale Voeding – Horeca – Diensten (HORVAL) hun Cubaanse partners SNTC, SNTA, SNTIAP en CTC. Alle partners werden permanent bij de verbetering van hun interne beheerssystemen, financieel beheer en PCM bijgestaan aan de hand van partnervergaderingen en vormingsseminaries over PCM en gender.
Belangrijkste uitdagingen De belangrijkste uitdaging voor het laatste jaar van het lopende programma stelt zich voor de partner CNP SIDA. Het jeugdvriendelijke wijkcentrum zal pas effectief haar activiteiten opstarten einde 2015. Het is niet mogelijk het proces om tot een geconsolideerde werking en inbedding in de wijk te komen, sneller te laten lopen. Een extra inspanning door het CNP SIDA moet geleverd worden om de de activiteiten van het centrum intensief op te volgen en snel bij te sturen in geval van problemen. Een tweede uitdaging voor het programma is het opnemen als transversale werking van het thema milieu. Een piste is het aangaan van een samenwerking met een Cubaanse organisatie die hen hierbij kan helpen. Op landenniveau zijn belangrijkste uitdagingen op de agenda zoals het opheffen van het dubbele muntsysteem dat uitgesteld werd wegens de slechte economische resultaten, het opstarten van de eerste projecten met buitenlandse investering in de vrijhandelszone van Mariel, het verbeteren van de transportinfrastructuur en tenslotte de wissel van de politieke top en gematigde politieke hervormingen als pasmunt tijdens de onderhandelingen met de EU en de VS.
Gender Cuba kent een positieve situatie op gebied van de deelname van de vrouw aan het economische, sociale, culturele en politieke leven. De millenniumdoelstelling 3 in verband met gendergelijkheid werd bereikt. In 2015 kwam er vanuit de overheid een duidelijk signaal om de problematiek van het interfamiliaal geweld tegenover vrouwen en kinderen ernstig te nemen en in te perken. In de economie steeg in 2015 de deelname van de vrouw in de privaatsector tot 40%. In 2013 bedroeg ze amper 25%. Tussen de partners CTC en CENESEX werd in 2015 gestart met een samenwerking over het thema seksuele gezondheid en rechten van de vrouw in de werksfeer. Die samenwerking wordt in 2016 verdergezet en opent perspectieven voor een intensievere samenwerking.
Milieu De bewustwording van de negatieve impact van de klimaatsverandering groeit onder de Cubaanse overheid en bevolking. Extreme temperaturen en chronische waterschaarste zijn een realiteit. Nationale campagnes sporen aan tot energie- en waterbesparing. De transversalisering van milieu door de 5 vakbondspartners blijft beperkt. Het opnemen van het thema milieu in de basisopleiding van de vakbondsleiders is een noodzakelijke eerste stap. Een gezonde werkomgeving is de perfecte aanleiding om het thema te introduceren.
Geplande evaluatie FOS heeft in 2015 een regio-overschrijdende externe evaluatie laten doorgaan. Met de externe evaluatie wil FOS leren van de strategieën en beleidsbeïnvloedende activiteiten van haar partnerorganisaties en over haar huidige interventiestrategie en die indien nodig verbeteren. De bespreking van de resultaten van deze externe evaluatie is voorzien in 2016.
JAARVERSLAG2015
24
Tye activiteiten
Actiezones
Cöordinatie
Landen
OVERZICHT VAN DE ACTIVITEITEN IN ZUID-AMERIKA Bolivia
Colombia
Ecuador
Landenkantoor La Paz
Vanuit regionaal coordinatiebureau Quito, Ecuador
Regionaal coördinatiebureau Quito
Landenkantoor Lima
Nationaal, Santa Cruz, La Paz, Tarija, Beni, Cochabamba
Nationaal, Cesar, Costa Caribe, Cauca, Valle del Cauca, Meta, Santander, Cundinamarca, Bolivar
Nationaal, Esmeraldas, Sucumbios, Pichincha, Loja, Quito, Cuenca, Riobamba, Guayas, Manabi, Los Rios, El Oro
Nationaal, Lima, Callao, Arequipa, Ica, La Libertad, Piura, San Martin
-
Strategische en operationele planning Organisatieversterking (participatie, beheer enz.) Syndicalisering Vormingen met leiders en leden Onderzoek inzake recht op sociale bescherming Juridische assistentie
-
Strategische werklijnen
Peru
-
-
-
Werkomstandigheden voor huishoudwerksters Duurzame energie Werkomstandigheden van landarbeiders met focus op vrouwen Gezondheidssituatie van koffieboeren Gender
-
-
-
-
Ondersteuning intersyndicale versterking Regionale toepassing en opmaak van arbeidsregelgeving Werkomstandigheden voor huishoudwerksters Gender
-
-
-
-
JAARVERSLAG2015
Werkomstandigheden in de bloemensector en in de bananensector Werkomstandigheden voor huishoudwerksters Privatisering gezondheidszorg Burgerparticipatie in gezondheidsbeleid Seksuele en reproductieve rechten Gender
-
-
-
-
-
-
Werkomstandigheden van landarbeiders Werkomstandigheden van huishoudwerksters Ondersteuning van syndicale federaties Burgerparticipatie in gezondheidsbeleid Seksuele en reproductieve rechten Gender
25
Ecuador
Peru
Partners
Nationale Federatie van Huishoudwerk(st)ers van Bolivia FENATRAHOB ALTERNATIVA Centrum voor het Onderzoek en de Promotie van de Landbouwsector CIPCA
Nationale Eenheidsvakbondsfederatie van de Landbouw FENSUAGRO Nationale Vakbond van Arbeiders in de industrie van vetrijke en voedingsproducten SINTRAIMAGRA Vereniging van Arbeidsadvocaten ASOLABORALES
Vereniging van Betaald Huishoudpersoneel ATRH Nationale Federatie van Arbeiders in de Agro-industrie, Boeren en Inheemse Volkeren van Ecuador FENACLE Syndicale Vereniging van Landbouwarbeiders Clementina Luna Creciente DONUM
Nationale Federatie van Arbeiders in de Agroindustrie en gelijkaardigen FENTAGRO Nationale Federatie van Huishoudwerksters in Peru FENTTRAHOP Vereniging Forum van de Civiele Maatschappij rond Gezondheid Foro Salud Centrum voor de Promotie en de Verdediging van de Seksuele en Reproductieve Rechten Promsex
Doel-groepen
Landarbeiders in de agro-industrie, kleine koffieboeren, inheemse gemeenschappen, huishoudpersoneel
Landarbeiders in de voedings- en agro-industrie, huishoudwerksters en arbeidsadvocaten
Landarbeiders in de agro-industrie, huishoudwerksters, rurale en inheemse vrouwen, activisten rond recht op gezondheid en sociale bescherming
Landarbeiders in de agro-industrie, huishoudwerksters, vrouwen, adolescenten, activisten voor het recht op gezondheid
Budget
314.070 euro
149.625 euro
444.079,25 euro
315.499,13 euro
Donoren
SOCIALE BESCHERMING IN DE ANDESREGIO Bolivia
Colombia
DGD, 11.11.11, Sociaal Fonds Voedingsnijverheid (HORVAL), NVSM, Gemeente Schoten
DGD, 11.11.11, Algemene Centrale AntwerpenWaasland
DGD, 11.11.11, NVSM, provincie Limburg, Nationale Loterij
DGD, 11.11.11, ABVV WestVlaanderen, NVSM, DVZA
JAARVERSLAG2015
26
Foto: Flick/Eneas De Troya
Context De politieke context in Bolivia werd in 2015 getekend door enkele belangrijke gebeurtenissen. Tijdens de lokale verkiezingen verloor regeringspartij MAS belangrijke steden zoals El Alto en La Paz aan andere politieke strekkingen. In september verklaarde het Strafhof in Den Haag de rechtszaak over de ´toegang tot de zee´ ontvankelijk. Tijdens de zomer werden 4 nationale ngo´s vervolgd voor “politieke inmenging”. Tijdens het referendum voor het autonome statuut van de regio´s won het nee-kamp van de oppositie. In het najaar brak het corruptieschandaal rond het inheemse fonds ´Fondo Indigena´ uit. In het najaar werd een referendum aangekondigd over de wijziging van artikel 168 van de grondwet die een herverkiezing van president Evo Morales en vicepresident Linera in 2019 mogelijk moet maken. Die gebeurtenissen hebben geleid tot groeiende politieke spanningen in het land en de politisering van sociale organisaties en hun activiteiten. Belangrijk inzake werk en inkomen in 2015, was het tripartiete akkoord tussen werkgevers, werknemers en regering over het nationale minimumloon. Dat steeg van 1440 Bolivianos naar 1656 Bolivianos, een significante stijging waar we evenwel enkele kanttekeningen bij kunnen plaatsen. Vooreerst, het nieuwe minimumloon volstaat niet om de bestaanszekerheid van een gezin te garanderen want het bedraagt slechts 71% van de basiskorf. Bovendien kende Bolivia in 2015 een inflatie van 2,95% en in sommige regio´s van 5%. Tenslotte is bijna 70% van de actieve bevolking werkzaam in de informele sector waar de naleving van het minimumloon absoluut niet vanzelfsprekend is. Een gelijkaardige redenering gaat op voor de pensioenverhoging van 6,5%. Wederom betreft het een kleine minderheid die kan genieten van een pensioen. Na heel wat onderhandelingen en stellingnames kwam men uiteindelijk tot een tripartiet akkoord om een 14de maandloon toe te kennen. Ondanks de formele samenwerking tussen de COB en de regering, waardoor men minder conflicten zou verwachten, werden toch meer dan 100 arbeidsconflicten geregistreerd waarvan de meerderheid nog steeds lopende zijn. JAARVERSLAG2015
27
Bolivia werd in 2015 getroffen door zware regens en grote droogte, beide gevolgen van de klimaatwijziging. Hierdoor hadden onder meer de koffieboeren te kampen met verschillende ziektes en schimmels die de koffieproductie danig aantasten. Ook de Boliviaanse agro-industrie ondervond moeilijkheden. Gecombineerd met de monetaire problemen van belangrijke handelspartner Argentinië leidde dit tot een daling van 16% van de soja-export, 22% van suiker en derivaten, en 62% van graan en derivaten. De daling van de grondstofprijzen, waaronder de prijs van gas, en de vernoemde moeilijkheden van de agro-industrie, vormden een uitdaging voor de Boliviaanse economie. De regering lanceerde daarom haar nieuwe ‘Sociaal en Economische Ontwikkelingsplan 2020’ dat gericht is op de diversifiëring van de Boliviaanse productie. Op die manier wil men de afhankelijkheid van gas, olie en mineralen laten doorbreken, om zo de impact van de val van de olieprijs op het overheidsbudget te verminderen. Het plan spreekt over de productie van elektriciteit en technologie, de diversifiëring van de industrie, mijnbouw en landbouw. Een project van de Boliviaanse regering is de ontwikkeling van een lithiumindustrie, Bolivia beschikt immers over ´s werelds grootste voorraad lithium. Tijdens de productieve top ´Sembrando Bolivia´, een top waar kleine en (middel)grote agrobedrijven aan deelnamen, maar onder andere ook president Morales, vicepresident Linera, verschillende parlementsleden en de CSUTCB, werden belangrijke beslissingen genomen voor de agroindustrie van het land. De top zorgde voor wetten die inzetten op “het verleggen van de landbouwgrens”, kortweg op de groei van de sector. De initiatieven worden gekaderd binnen de voedselveiligheid van het land, maar de aandacht gaat vooral naar de economische groei van de sector en niet naar de regulering van de sector op vlak van ontbossing, watervervuiling en arbeidsrechten. De export van agroproducten blijft een van de belangrijkste inkomsten van het land. Het meest polemische debat ging over het gebruik van ggo´s binnen de sojaproductie dat toch werd goedgekeurd. Tijdens de top werd ook benadrukt dat de arbeid die de sector genereert moet worden geformaliseerd door de opname van de landarbeiders in de nieuwe arbeidswet. Hoewel het onderwerp ruimschoots aanbod kwam, werd er geen formeel akkoord of besluit genomen. Daarnaast werd een decreet gestemd dat olie-exploratie en -exploitatie toelaat in beschermde gebieden. Op sociaal vlak wil men de deur openen naar een universele toegang tot gezondheid, onderwijs en woningen. De Boliviaanse president erkende tijdens zijn jaarlijkse state of the union dat er weinig vooruitgang werd geboekt inzake gezondheid. De gezondheidsindicatoren zijn ronduit slecht, Bolivia staat op tweede laatste plaats na Haïti. Een gezondheidstop werd aangekondigd maar zonder een concrete datum vast te leggen. Daarnaast zal er in 2016 ook een top plaatsvinden over de hervorming van de Boliviaanse justitie die hard te lijden heeft onder corruptie, inefficiëntie en wantrouwen vanuit de bevolking. Ondanks die problemen groeide de Boliviaanse economie met een kleine 5%, het hoogste percentage van Latijns-Amerika. De Boliviaanse groei, geprezen door onder meer het IMF en de UNASUR, is echter gestoeld op de export van gas, olie en mineralen. België is een van de belangrijkste importeurs van Boliviaanse mineralen. De val van de olie- en daaraan gekoppelde gasprijs is een grote aderlating voor het land. De prijsdaling wil men in 2016 compenseren door nog meer in te zetten op exploratie en exploitatie van de grondstoffen.
Belangrijkste verwezenlijkingen 2015 Door de oprichting van de Nationale Confederatie van Landarbeiders (CNTAC-B) in oktober 2014 behaalden we reeds de vooropgestelde doelstelling voor 2016: een intersyndicaal platform dat de Boliviaanse landarbeiders verdedigt. De uitdaging voor 2015 was dan ook de consolidering van de nieuwe Confederatie. De Confederatie zette met de steun van Boliviaanse ngo CIPCA in 2015 enorme stappen in het bekomen van juridische persoonlijkheid en in de relatie met de Boliviaanse vakbondskoepel COB. De organisatie positioneerde zich ook op internationaal niveau door de deelname van enkele afgevaardigden aan 2 belangrijke internationale evenementen samen met
JAARVERSLAG2015
28
CIPCA: het Ethisch Tribunaal over de schending van de rechten van voornamelijk vrouwen in de agro-industrie en de derde regionale bijeenkomst van de vakbonden uit de agro-industrie. CIPCA werkte in 2015 verder aan de diversificatie van voedselproductie en -verwerking met vrouwen en jongerengroepen uit San Ignacio de Velasco. Het vormingsprogramma met focus op organisationele versterking, economische en administratieve vaardigheden en commercialiseringsmogelijkheden werd afgerond met een grotere deelname van vrouwen en jongeren dan voorheen. Alsook tekende CIPCA een samenwerkingsakkoord met een overheidsprogramma van het Ministerie van Leefmilieu en Water dat initiatieven inzake alternatieve energie moet stimuleren in de regio. De Federatie van Huishoudpersoneel in Bolivia, FENATRAHOB, heeft meer leden aangetrokken en het nieuwe registratie- en beheersysteem verfijnd en operationeel gemaakt. De Federatie heeft ook sterk ingezet op toegang tot nieuwe technologieën voor de lidvakbonden en op de uitbreiding van de juridische dienstverlening. Daarnaast gaf FENATRAHOB verdere opvolging aan de toepassing van C189 van de IAO over waardig huishoudwerk, waarbij de balans van de toepassing door de Boliviaanse overheid werd opgemaakt in een verslag dat aan de IAO werd bezorgd. 690 leden kregen vorming over het in 2014 bekomen arbeidscontract en loonboekje en beleidsprocessen werden verdergezet in verband met de sluiting van private interimkantoren die vaak aan mensenhandel doen en de toegang van huishoudpersoneel tot een gezondheidsverzekering. FENATRAHOB organiseerde een internationaal event over sociale bescherming in La Paz met deelname van huishoudvakbonden uit 9 Latijns-Amerikaanse landen om politieke druk te creëren en de publieke opinie te sensibiliseren. Op lokaal vlak boekten heel wat lidvakbonden van FENATRAHOB belangrijke resultaten in hun onderhandelingen met lokale actoren zoals de gemeentes en lokale afdelingen van vakbondskoepel COB. Dat leidde onder meer tot financiële en infrastructurele steun. Het is het resultaat van de vormingsprocessen getrokken door FENATRAHOB. De Federatie van Koffie-exporterende Boeren van Bolivia, FECAFEB, slaagde met ondersteuning van de ngo Alternativa erin een akkoord te bekomen met de gemeente Caranavi, het lokaal ziekenhuis en de lokale ombudsman over hun actieve deelname aan de gezondheidscampagnes. Die 3 actoren namen de gezondheidsproblematiek van de afgelegen koffieboeren in het verleden niet op en dit akkoord is dan ook een heuse stap vooruit richting verduurzaming van de gezondheidswerking in de regio. Een forum werd georganiseerd over arbeidsomstandigheden en sociale bescherming door Alternativa, CIOEC en Soluciones Prácticas, met deelname van het bestuur van FECAFEB, en afgevaardigden van het Ministerie van Gezondheid en Arbeid. FECAFEB hield bovendien zijn congres, en voor het eerst in zijn geschiedenis bestaat het bestuur nu uit 3 mannelijke en 3
JAARVERSLAG2015
29
vrouwelijke leden. 3 vrouwen uit het vrouwencomité werden verkozen dankzij de structurele deelname van de gezondheidssecretarissen en het vrouwencomité aan de activiteiten van FECAFEB. De gezondheidssecretarissen boden verder technische assistentie bij de bouw van ecologische houtkachels. Steeds meer mensen zetten de stap en uit een externe evaluatie is gebleken dat de culturele aanvaarding van de kachels bijzonder groot is. In opvolging van de regionale bijeenkomst sociale bescherming van 2014 werd in 2015 een didactische folder uitgewerkt door studie- en documentatiecentrum CEDLA over de sociale bescherming in Bolivia die in 2016 zal gebruikt worden voor vormingsdoeleinden.
Belangrijkste uitdagingen Ondanks het feit dat de huishoudsector en de agro-industrie twee belangrijke economische sectoren zijn in Bolivia en het huishoudpersoneel en de landarbeiders sociaal kwetsbare en achtergestelde bevolkingsgroepen zijn, hebben noch de overheid noch de vakbondskoepel COB veel interesse voor de problematiek van de arbeiders. Het schrijnend gebrek aan sociale bescherming en de uitsluiting uit de algemene arbeidswet is dus geen prioriteit. De lokale verkiezingen, het referendum over het autonome statuut dat lokale overheden meer macht zou toekennen en het grondwetreferendum van februari 2016 dat de herverkiezing van Morales en vicepresident Linera in 2019 mogelijk zou maken, politiseerden het klimaat waardoor de vakbondscentrale COB, die de regering openlijk steunt, zijn kritische rol niet speelde en FENATRAHOB en CNTAC-B geen rugdekking gaf. Mede door het gepolitiseerde klimaat blijft de nieuwe algemene arbeidswet en een bijzonder prangende gezondheidshervorming uit. Hoewel dit voor FENATRAHOB een belangrijke doelstelling blijft, zet de federatie ook in op ander beleidswerk. Bijvoorbeeld het starten van onderhandelingen over de toegang van het huishoudpersoneel tot een gezondheidskas. Voor CNTAC-B blijft de opname in de arbeidswet de belangrijkste prioriteit. De enige genomen maatregelen die beide sectoren bevoordelen, is het optrekken van het minimumloon naar 1656 Bolivianos en het decreet over de 14de maandloon. Wat de toepassing van C189 betreft, verwijst de regering naar de verworven rechten binnen sociale programma´s die voor de hele bevolking gelden zoals SUMI, dat staat voor een universele sociale zekerheid voor moeders en kinderen, en SSPAM, de ziekteverze-
kering voor volwassenen. Zoals steeds is de verandering van bestuur van een ledenorganisatie een heuse uitdaging voor de continuïteit binnen de organisatie en haar projecten. In april 2015 werd een nieuw bestuur verkozen van FECAFEB en in december van FENATRAHOB. Tot slot staan FECAFEB, Alternativa, CIPCA en FOS voor de uitdaging om de aanbevelingen van de externe evaluatie van het werken met alternatieve energieën in de praktijk te brengen.
Gender FENATRAHOB, de federatie van huishoudpersoneel die volledig uit vrouwen bestaat, heeft in haar vormingsprogramma een module over geweld tegen vrouwen opgenomen, een bijzonder pertinent thema in Bolivia. Daarenboven zal SIPPASE, een systeem van het ministerie van Justitie dat geweld tegen vrouwen registreert, de data van het nieuwe registratiesysteem van FENATRAHOB opnemen. FECAFEB organiseerde met de steun van het FOS-project een event voor vrouwelijke koffieFoto: Flickr/Guillermo Salvo
JAARVERSLAG2015
30
boeren in La Paz. Het thema gender, seksuele en reproductieve rechten werd sinds 2014 opgenomen in de gezondheidscampagnes. De verkiezing van 3 vrouwelijke leden binnen het nieuwe bestuur van de Federatie betekent een genderevenwicht binnen het bestuur voor het eerst in het bestaan van de FECAFEB. Meer vrouwen van de lokale afdelingen van de ´Bartolina Sisas´ en de ‘Movimiento Sin Tierra’ (Boeren zonder Grond) hebben deelgenomen aan de vormingen van het gezondheids- en voedselzekerheidsproject in San Ignacio de Velasco door CIPCA. Er vonden ook vormingen plaats over het recht op gezondheid, meer specifiek over baarmoederhalskanker en de preventie van de ziekte in het lokale ziekenhuis van San Martín. Ook voor de landarbeiders organiseerde CIPCA een vorming over gender. Op het regionaal ethisch tribunaal in Peru werd de situatie van vrouwen binnen de sector met extra aandacht behandeld en werden aanbevelingen geformuleerd door de internationale rechters voor meer rechtvaardigheid voor vrouwen binnen de sector.
Milieu De ondertekening van het samenwerkingsakkoord tussen CIPCA en het ministerie van Leefmilieu en Water om de initiatieven te stimuleren inzake het gebruik van alternatieve energie, geeft aan dat het ministerie het thema prioriteert in de regio San Ignacio de Velasco. In 2015 werd er verder ingezet op de installatie van energiebesparende houtkachels bij de koffieboeren van FECAFEB. In totaal werden reeds 200 energiebesparende houtkachels geïnstalleerd. Het project met CNTAC-B bracht het thema GGO´s, genetische gemanipuleerde organismen, aan bod tijdens diverse vormingen. Naast GGO´s werd ook het gebruik van chemicaliën in de agroindustrie besproken. Het gebruik ervan nam de laatste jaren gestaag toe, wat onvermijdelijk een effect heeft op de gezondheid van de landarbeiders die er dagelijks mee in contact komen. Op de derde regionale bijeenkomst van vakbonden uit de agro-industrie in Ecuador werd de impact van klimaatverandering op de sociale bescherming in de sector tussen de landen vergeleken en stelden de vakbonden een standpuntverklaring op voor de COP-21.
Geplande evaluatie FOS heeft in 2015 een regio-overschrijdende externe evaluatie laten doorgaan. Met de externe evaluatie wil FOS leren van de strategieën en beleidsbeïnvloedende activiteiten van haar partnerorganisaties en over haar huidige interventiestrategie en die indien nodig verbeteren. Drie leertrajecten zijn geïdentificeerd voor verdere uitwerking in 2016: consolideren van FOS beleid over beleidsbeïnvloeding, uitwerken van capaciteitsversterkingstrategie in functie van beleidsbeïnvloeding en aanpassingen van het Monitoring en Evaluatiebeleid met meer nadruk van outcome mapping.
Foto: Flickr/Cliff Hellis
JAARVERSLAG2015
31
Foto: Flickr/Agencia Prensa Rural
Context 2015 zal in Colombia de geschiedenis ingaan als het jaar waarin de dialoog tussen de Colombiaanse regering en de rebellenbeweging FARC over een oplossing voor het gewapend conflict te vinden, verder gevorderd is dan ooit. Hoewel er geen vredesakkoord kon afgesloten worden voor de regionale en lokale verkiezingen van oktober 2015, die zoals verwacht geen politieke aardverschuivingen teweeg hebben gebracht, ziet het er toch naar uit dat het akkoord zal getekend worden in 2016. Ondertussen is er een speciale jurisdictie gecreëerd met bevoegdheden om in kaart te brengen wie welke rechten geschonden heeft en ieder een gepaste straf te geven. Een grote uitdaging hierbij is de deelname van organisaties zoals FENSUAGRO die de slachtoffers van het gewapend conflict vertegenwoordigen waaronder vrouwen, jongeren, boeren en vakbondsafgevaardigden. Een andere uitdaging is het voeren van een openbaar beleid dat de structurele oorzaken van het conflict aanpakt: concentratie van de grond, ongelijkheid, werkloosheid, gebrek aan kansen, corruptie, enzovoort. Volgens de drie partners van FOS, net als vele andere sociale en syndicale organisaties, moet het beleid deel uitmaken van een veranderde politieke, economische en sociale orde in Colombia. Enkel zo kan men komen tot vrede met sociale rechtvaardigheid. De regering en de werkgevers zien dit echter anders. Wat de vraag doet rijzen wat er zal gebeuren na het afsluiten van het vredesakkoord. Hoewel Colombia een hoger middeninkomensland is en aantrekkelijk is voor buitenlandse handel en investeringen, met verschillende economische motoren zoals de mijn- en energiesector en de agro-industrie, komt de economische groei van 4.3% van de voorgaande jaren slechts ten goede aan een kleine elite. Volgens data van UNDP is 52% van de grond in handen van 1,15% van de landeigenaars. Ondanks het deelakkoord tussen de overheid en de rebellen over grondherverdeling, is hier niet veel verandering in gekomen. Voor 90% van de aanvragen van
JAARVERSLAG2015
32
ontheemde boeren is de teruggave van de grond goedgekeurd maar niet uitgevoerd Voor 7% van de aanvragen werd er een compensatie voorzien en 3% van de aanvragen werden geweigerd. De Ginicoëfficiënt bedroeg in 2014 0,539, wat betekent dat Colombia één van de meest ongelijke landen ter wereld is. In 2014 leefde bijna 30% van de bevolking onder de armoedelijn en 9% in extreme armoede volgens gegevens van het Nationaal Planbureau. Van de economisch actieve bevolking van 23 miljoen, verdient 12 miljoen minder dan het minimumloon, dat op zich al maar 50% van de waarde van de basiskorf bedraagt. Volgens het Nationaal Bureau voor de Statistiek bedroeg de algemene werkloosheidsgraad 8,9% in 2015, maar die van de jongeren 16,2%. Op het platteland, waar de arbeiders het minst beschermd zijn, heeft 3 miljoen geen contract en dus ook geen toegang tot het sociale zekerheidssysteem of het minimumloon. Het recht op syndicale vrijheid wordt nog steeds systematisch geschonden. Collectieve arbeidsovereenkomsten worden niet nageleefd. De onderaanneming gaat onverminderd door. Internationale conventies van de IAO worden niet nageleefd net als de arbeidsclausules in de vrijhandelsakkoorden of het actieplan dat werd afgesproken tussen president Santos en president Obama als voorwaarde voor de ondertekening van het vrijhandelsakkoord tussen de VS en Colombia. Tussen januari 2015 en augustus 2015 werden er 69 mensenrechtenactivisten, waaronder syndicalisten, vermoord. Dat is een verontrustende verdubbeling ten opzichte van 2014. Huber Ballesteros, nationale leider van FENSUAGRO en van vakbondskoepel CUT, die in augustus 2013 werd opgepakt, zit nog steeds vast zonder proces. Het gezondheidsstelsel verkeert in een permanente crisis. Door de hoge werkloosheidsgraad en graad van informaliteit, heeft een groot deel van de bevolking geen toegang tot het contributief systeem en valt het terug op het gesubsidieerd systeem. De systemen werken met gedifferentieerde pakketten van dienstverlening en de verzekeraars werpen allerlei toegangsbarrières op. Een indicatie hiervan is het enorm hoge aantal juridische beschermingsmaatregelen die de Colombiaanse burgers vroegen aan de Staat om hun recht op gezondheid op te eisen, namelijk 115.147. Het pensioenstelsel doet het niet beter. Slechts 35,6% van de bevolking was aangesloten in 2014. Slechts 1 op 4 van de oudere volwassenen ontvangt een pensioen. Door de pensioenhervorming is de pensioenleeftijd gestegen en is het pensioen nog verlaagd. Het systeem voor arbeidsrisico´s spant de kroon. Slechts 41,6% van de formeel werkenden is aangesloten. Aangezien de verzekeraars rechter en jury zijn bij het beoordelen van arbeidsongevallen en –ziektes, werkt het systeem niet. Bovendien is de Colombiaanse economie, net als die van de buurlanden, sterk afhankelijk van de internationale olieprijzen en van de dollarkoers. De sterke daling van de olieprijzen met meer dan 30% en de depreciatie van de Colombiaanse munt die 27% in waarde verloor t.o.v. de Amerikaanse dollar in 2015, hebben hun effect op de Colombiaanse handelsbalans en de openbare financiën dan ook niet gemist. De economische groei liep terug tot 3.5% in 2015 en de inflatie liep op tot 6,39% waardoor de koopkracht sterk daalde. En de vooruitzichten voor 2016 zijn nog slechter. Als antwoord hierop lijkt de Colombiaanse regering nog meer te willen inzetten op de economische motoren. Maar dan zonder oog te hebben voor de kritieke situatie van de overgrote meerderheid Colombianen, waarvan de landarbeiders en het betaald huishoudpersoneel bijzonder kwetsbare groepen zijn. Eind december 2015 werd een wet goedgekeurd om ‘Zones van Belang voor de Rurale, Sociale en Economische Ontwikkeling’ te creëren, om de uitbreiding van de agro-industrie nog een extra duwtje in de rug te geven. In 2015 hebben de Afrikaanse palm en het suikerriet opnieuw 70.000 hectaren meer ingepalmd, met rampzalige gevolgen voor het milieu. Daar bovenop komt nog de btw-verhoging van 16 naar 19% voor basisproducten. Met andere woorden, terwijl de vredesonderhandelingen vorderen, blijft de situatie voor de overgrote meerderheid Colombianen even uitzichtloos als voordien en zelfs nog meer omwille van de economische terugval en de nieuwe oplaaiing van het paramilitarisme. SINTRAIMAGRA, FENSUAGRO en ASOLABORALES zijn zich hier maar al te goed van bewust en hun werking en eisen zijn dan ook meer dan relevant.
JAARVERSLAG2015
33
Foto: Flickr/Agencia Prensa Rural
Belangrijkste verwezenlijkingen 2015 Landarbeidersfederatie FENSUAGRO en het intersyndicaal platform van vakbonden uit de agroindustrie breidden zich ook in 2015 weer uit, in zeer complexe gebieden met paramilitaire groepen. De strijd tegen onderaanneming kende vooruitgang door het afsluiten van twee cao´s met afspraken over het rechtstreeks aannemen van werknemers in plaats van onderaanneming. Verschillende Colombiaanse overheidsinstanties sloten in juni 2015 een memorandum af met de IAO over het verbeteren van leef- en arbeidsomstandigheden op het platteland, zonder inspraak van de vakbonden. FENSUAGRO ging in naam van het intersyndicaal platform de dialoog aan met die overheidsinstanties en met vakbondskoepel CUT om inspraak te krijgen. Alle cases die zijn voorgelegd op het Ethisch Tribunaal over de schending van rechten in de agro-industrie in 2014 in Colombia en daarna in 2015 in Peru op het regionaal Ethisch Tribunaal, werden geïnventariseerd om bewijsmateriaal te hebben voor de beleidsbeïnvloedende acties en om aanklachten voor de IAO te formuleren. Dat is een opdracht voor Vereniging van Arbeidsadvocaten ten dienste van de werknemers (ASOLABORALES ), in 2016. Nationale industrievakbond SINTRAIMAGRA die werknemers organiseert uit de voedingsketen, van landarbeiders tot huishoudpersoneel, heeft opnieuw belangrijke stappen gezet in het organiseren van het betaald huishoudpersoneel, het aanleren van hun rechten en het opeisen van die rechten. 117 betaalde huishoudwerksters hebben zich aangesloten bij de vakbond. De inbedding van het betaald huishoudpersoneel in de syndicale structuur van SINTRAIMAGRA, vakbondskoepel CUT en de Internationale Federatie van Betaald Huishoudpersoneel en de erkenning van hun problematiek kende vooruitgang door de deelname van de meest actieve leden aan militantenbijeenkomsten, congressen en internationale bijeenkomsten in Nicaragua, Bolivia en Colombia. Door vergaderingen te organiseren met verschillende overheidsinstanties kon SINTRAIMAGRA een akkoord sluiten met het Nationaal Instituut voor Professionele Vorming en met het Regionaal Comité voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk van Santander om de sector van het betaald huishoudpersoneel op te nemen in hun actieplan. De werking van SINTRAIMAGRA met het betaald huishoudpersoneel is bovendien een katalysator geweest voor de algemene werking van SINTRAIMAGRA. Bij aanvang van het project telde SINTRAIMAGRA 850 leden en eind 2015 waren dat er 2.000.
JAARVERSLAG2015
34
Na de oprichting van een Vereniging van Arbeidsadvocaten voor de verdedigen van werknemers in Peru en Bolivia in 2014, slaagde ASOLABORALES Colombia er in 2015 ook in Ecuador om een Vereniging op te richten. Door nieuwe allianties met universiteiten aan te gaan, kon ASOLABORALES een vormingsproces opzetten voor advocaten én vakbondsleiders. Dat leidde tot een uitbreiding van de Vereniging met 40%. Alle vier de verenigingen maken deel uit van de LatijnsAmerikaanse Vereniging van Arbeidsadvocaten die ook in 2015 weer nauw samenwerkte met de vakbondspartners uit de agro-industrie door middel van het regionaal Ethisch Tribunaal over de schending van arbeidsrechten in die sector. Samen promoten ze bij vakbonden, bij overheidsinstanties en de IAO hun voorstel van gemeenschappelijke arbeidswetgeving. Tot slot versterkten alle vier de verenigingen hun juridische bijstand aan vakbonden, in Colombia onder meer aan SINTRAIMAGRA en FENSUAGRO.
Belangrijkste uitdagingen Als er een vredesakkoord wordt afgesloten in 2016 tussen de Colombiaanse overheid en de rebellenbewegingen, dan wordt de grootste uitdaging voor de drie partners meewerken aan de heropbouw van een sociaal rechtvaardig Colombia met respect voor fundamentele rechten als syndicale vrijheid en sociale bescherming met reële toegang voor iedereen. Daarnaast is de uitdaging voor de drie partners het genereren van duurzaamheid in het laatste jaar van de programma. Hier zal specifieke aandacht aan besteed worden in de jaaractieplannen van 2016. Specifiek is een andere uitdaging voor FENSUAGRO de in 2015 gestarte collectieve onderhandelingen tot een goed einde brengen, en de vormings- en communicatiestrategie meer te richten op beleidsbeïnvloedende activiteiten en ook de juridische dienstverlening meer in te schakelen voor die beleidsbeïnvloedende activiteiten. Om het intersyndicaal platform te kunnen consolideren moet FENSUAGRO bovendien samen met de vakbonden werken aan meer éénheid, verantwoordelijkheidsgevoel onder de vakbonden en het betrekken van vrouwen bij het vakbondswerk. Het omzeilen van de veiligheidsproblematiek in de grote steden blijft voor SINTRAIMAGRA een uitdaging, net als het consolideren van de organisatie in de 5 steden. Nu de leden hun rechten beginnen op te eisen, vallen er regelmatig ontslagen, wat voor SINTRAIMAGRA niet evident is om met om te gaan. Het aantrekken van jonge vrouwen tot de organisatie, het vormen van leidsters in de verschillende steden en het vinden van meer ingang bij het ministerie van Arbeid om te kunnen meewerken aan de toepassing van conventie 189 van de IAO zijn andere uitdagingen. JAARVERSLAG2015
35
ASOLABORALES staat voor de opdracht om de Verenigingen in Ecuador, Bolivia en Peru te consolideren, de Latijns-Amerikaanse Vereniging van Arbeidsadvocaten verder te versterken, de juridische dienstverlening aan vakbonden in de vier landen verder uit te breiden, het voorstel voor gemeenschappelijke arbeidswetgeving verder aan de man te brengen en gevolg te geven aan de vonnissen van de Ethische Tribunalen.
Gender In Colombia bestaat er nog steeds een grote ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Ideologische, religieuze en culturele patronen verhinderen de toepassing van de bestaande wetgeving omtrent genderbeleid. SINTRAIMAGRA draagt door haar strijd voor de toepassing van C189 van de IAO en de opwaardering van de zorgeconomie bij tot de vooruitgang in de gelijkheid tussen man en vrouw in de Colombiaanse maatschappij. ASOLABORALES veranderde de interne genderbalans en bracht de discriminatie van vrouwen in de agro-industrie in kaart. FENSUAGRO en het intersyndicaal platform slaagden erin meer vrouwen in de leiding van de vakbonden op te nemen. FOS ondersteunde haar partners door middel van de gendergids en door het permanent meedenken over genderstrategieën.
Milieu In de agro-industrie wordt de impact van klimaatverandering het sterkst gevoeld en de agroindustrie heeft zelf ook een belangrijke impact op het milieu. In de sector vinden we dan ook de grootste interesse terug bij de partner om te werken aan een milieubeleid op bedrijfsniveau, om bij te dragen aan het Nationaal Ontwikkelingsplan door maatregelen voor te stellen om de impact van de agro-industrie op het milieu in te perken of om internationaal campagne te voeren tegen het gebruik van schadelijke pesticiden in de sector.
Geplande evaluatie FOS heeft in 2015 een regio-overschrijdende externe evaluatie laten doorgaan. Met de externe evaluatie wil FOS leren van de strategieën en beleidsbeïnvloedende activiteiten van haar partnerorganisaties en over haar huidige interventiestrategie en die indien nodig verbeteren. Drie leertrajecten zijn geïdentificeerd voor verdere uitwerking in 2016: consolideren van FOS beleid over beleidsbeïnvloeding, uitwerken van een capaciteitsversterkingsstrategie in functie van beleidsbeïnvloeding en aanpassingen van het monitoring- en evaluatiebeleid met meer nadruk van outcome mapping.
Foto: Flickr/Agencia Prensa Rural
JAARVERSLAG2015
36
Foto: Santiago Armas-Presidencia de la República
Context De sociale programma's, de energietransitie, de productieomschakeling, onderwijs en ontwikkeling en het staatsapparaat zelf van de burgerrevolutie van president Correa worden gefinancierd met oliegeld. Sinds september 2014 echter kelderde de prijs van het vat olie op de internationale markten, het belangrijkste exportproduct van Ecuador. Daardoor liep het land maar liefst 7.000 miljoen dollar aan inkomsten mis in 2015. De handelsbalans staat op een tekort op van 1.886 miljoen dollar, tijd om aan de alarmbel te trekken voor een gedollariseerde economie. Dat leidde tot een inkrimping van 2.200 miljoen dollar aan overheidsuitgaven en tot een recessie in het derde en vierde trimester van 2015 of een economische groei van slechts 0,4% tegen 3,8% in 2014. De inflatie daarentegen bedroeg 3,38% omwille van de appreciatie van de dollar. De openbare schuldenberg heeft bovendien zijn limiet bereikt want flirt met de 40% die toegelaten is volgens de grondwet van 2008, wetende dat de overheid de definitie van wat men als schuld moet meetellen eng interpreteert. Sinds het aantreden van de regering in 2007 zijn de schulden met 133% aangegroeid. De werkloosheidsgraad steeg van 3,8% in december 2014 naar 4,77% in december 2015 en de kwaliteit van de arbeid nam af. Daarnaast nam de regering maatregelen die de sociale protesten in 2015 hebben doen aanzwellen, met gewelddadige onderdrukking van de laatste grote mobilisaties van augustus 2015 en november 2015. De crisis heeft de regering er toe gebracht het land meer open te stellen voor het transnationaal kapitaal, in het bijzonder Chinees kapitaal. Dat vertaalt zich in de praktijk in meer en grotere investeringen in economische projecten die schadelijk zijn voor het milieu zoals grootschalige mijnbouw, petroleumontginning en de bouw van waterkrachtcentrales. Hierdoor namen de conflicten met de inheemse beweging toe want de meesten van die projecten ontplooien zich op inheems gebied.
JAARVERSLAG2015
37
De crisis en het vrijhandelsakkoord met de Europese Unie voerden ook de druk op om als land competitiever te zijn, maar dat wordt voornamelijk afgeschoven op de werknemers en werkneemsters die meer moeten werken voor relatief minder loon, door middel van een beleid van arbeidsflexibiliteit. De diepgaande hervorming van de grondwet met als voornaamste punt de onbeperkte herverkiezing van de president, die als eenvoudige wijzigingen werd doorgevoerd in 2015 zonder het volk te raadplegen, bevatte ook arbeidshervormingen. Die hebben heel wat controverse opgeworpen, waardoor ook de vakbonden protagonisten zijn geworden van het sociaal protest in de huidige politieke context. Al zij het op een gefragmenteerde manier. Het verslag van het Comité voor Syndicale Vrijheid dat de IAO uitbracht in november 2015, spreekt klare taal in verband met de klachten die werden neergelegd door de vakbonden over de doorgevoerde hervormingen. Die zijn in strijd met de Internationale Arbeidsconventies over het recht op syndicale vrijheid en collectieve onderhandeling in de publieke sector. De gewijzigde artikels houden in dat de arbeiders uit de openbare sector zouden ondergebracht worden onder de eerder goedgekeurde wet voor de openbare dienstverleners die onder meer het recht op syndicale vrijheid en op collectieve onderhandeling aan banden legt. Hierdoor zouden de syndicale organisaties in de publieke sector gedoemd zijn om te verdwijnen. De IAO vraagt om de wetgeving aan te passen aan de internationale arbeidsconventies. Maar ook in de privésector wordt het recht op syndicale vrijheid nog steeds geschonden. Hoewel het betaald huishoudpersoneel sinds 2010 recht heeft op hetzelfde minimumloon als de ander werknemers, is de arbeidswetgeving en de doorgevoerde hervormingen toch discriminerend voor de sector. Zo mag men de huishoudhulp telkens een contract voor maximaal een jaar geven, is de proefperiode 15 dagen in plaats van 90, hebben de huishoudhulpen maar recht op 1 rustdag per 15 dagen. In de agro-industrie zijn er flexibele contracten ingevoerd in 2015 die de werkgevers toelaten de werknemers enkel te betalen voor de gewerkte periode en hen vrijstelt van het betalen van sociale bijdragen. De wet op arbeidsgerechtigheid die ook aangenomen werd in 2015 is eveneens fel omstreden. Daardoor kunnen enerzijds de anderhalf miljoen huisvrouwen zich ook bij de sociale zekerheid aansluiten, zij het enkel voor pensioenen. Anderzijds doet de wet de verplichting voor de staat om 40% bij te dragen aan het pensioenfonds teniet. Op vlak van gezondheid zijn de repercussies van de crisis eveneens vanzelfsprekend. De overheid heeft gelden van het Instituut voor Sociale Zekerheid gebruikt om het overheidsbudget aan te vullen en heeft daarbij de duurzaamheid van de sociale zekerheid in gevaar gebracht. Een deel van het pensioenfonds werd dan weer gebruikt om de schuld van het Instituut voor Sociale Zekerheid ten aanzien van private dienstverleners te vereffenen. Uit een studie die DONUM liet uitvoeren, is gebleken dat veel van de overheidsmiddelen naar private dienstverleners gevloeid zijn, die via onderaaneming aangesteld werden om aan de vraag naar gezondheidsdiensten te voldoen. Hoewel de dekking van de sociale zekerheid op die manier werd uitgebreid, is de openbare infrastructuur niet uitgebreid en is de kwaliteit van de dienstverlening evenmin verbeterd. Ook is de monopolievorming in de farmaceutische industrie toegenomen. Er wordt bovendien gevreesd dat de clausule van het vrijhandelsakkoord met de Europese Unie over intellectuele eigendomsrechten de toegang tot medicatie nog kan bemoeilijken. Op vlak van seksuele en reproductieve rechten is de achteruitgang opvallend. Begin 2015 besloot de president een einde te maken aan het vooruitstrevende programma ter voorkoming van tienerzwangerschappen en voor seksuele en reproductieve rechten en dit te vervangen door het behoudsgezinde ‘Plan Familia’. Dat programma focust op het bevorderen van de familie als kern van de maatschappij en spoort de jongeren en vooral de vrouwen aan tot seksuele onthouding. Het is een strategie die niet langer aanslaat bij de moderne jongeren. De impact hiervan op de onderwijspolitiek en op de gezondheidsdiensten is bijzonder verontrustend. In het nieuwe programma wordt uitgegaan van het feit dat de families seksuele voorlichting geven en dat het onderwijs vooral werkt aan waarden als huwelijk, liefde, onthouding, familieband en moraal. Thema´s als abortus of seksuele diversiteit mogen niet behandeld worden. Jongeren onder de 18 jaar kunnen in de gezondheidsdiensten niet langer een voorschrift voor een voorbehoedsmiddel krijgen. Hun ouders moeten hen begeleiden.
JAARVERSLAG2015
38
Er is steeds minder bewegingsruimte voor de civiele maatschappij. Burgerparticipatie staat ingeschreven in de grondwet maar blijft beperkt tot het informeren van burgers en het creëren van overlegmechanismen waaraan alleen regeringsgezonde organisaties zetelen. Organisaties die het politieke project van de regeringspartij niet aanhangen, krijgen geen mogelijkheid om met de autoriteiten in dialoog te treden. Ze zoeken daarom hun heil in internationale allianties om de druk op te voeren of in sociaal protest. Sociale protesten worden echter onderdrukt en activisten dreigen vervolgd te worden voor verstoring van de veiligheid of als terroristen. Toch zien we dat in 2015 organisaties van de civiele maatschappij zich opnieuw openlijk beginnen uit te spreken. De autonome organisatie van het vijfde Congres voor Gezondheid en Leven met deelname van 60 organisaties, waaronder DONUM, toont aan dat het mogelijk is dat autonome organisaties zich organiseren en debatteren over een eigen beleidsagenda. 2016 wordt een pre-electoraal jaar met de op stapel staande presidentsverkiezingen in februari 2017, bezwaard door de economische crisis die zich nog zal verdiepen. De partners zullen hiermee rekening moeten houden bij het bepalen van hun strategieën voor beleidsbeïnvloeding.
Belangrijkste verwezenlijkingen 2015 Vrouwenbeweging Luna Creciente bleef investeren in het informeren van de achterban en het ruimere publiek over de achteruitgang op vlak van seksuele en reproductieve gezondheid, in bewustmaking van verschillende actoren omtrent de schending van de rechten van de vrouw, het formuleren van concrete wetsvoorstellen en nam actief deel aan protestmarsen en betogingen. De beweging slaagde erin 89 promotoren te vormen en 1800 rurale vrouwen te informeren via haar politieke vormingsprocessen en de specifieke vormingsprocessen over seksuele en reproductieve rechten ondanks het angstklimaat en het taboe in verband met seksualiteit dat het veranderde regeringsbeleid opnieuw versterkte. Gezondheidsplatform DONUM wist reacties uit te lokken van de overheid door het organiseren van debatten over spraakmakende studies die de achteruitgang op vlak van gezondheid en sociale zekerheid bewezen. DONUM en het burgerplatform voor het recht op gezondheid waren trekkers van het articulatieproces van 35 organisaties in het Platform voor Gezondheid en Leven dat op het Vijfde Congres voor Gezondheid en Leven resoluties aannam die zullen dienen voor het uitwerken van beleidsvoorstellen in 2016. Bananenvakbond ASTAC zette in op internationale allianties en aanklachten om de druk op de overheid op te voeren om de syndicale vrijheid in de bananensector te respecteren, een verbod uit te vaardigen op schadelijke pesticiden, rechtvaardige verloning te voorzien en de toegang tot
JAARVERSLAG2015
39
de sociale zekerheid te verzekeren. ASTAC informeerde de arbeiders en beleidsmakers over de situatie op de bananenplantages via conferenties en de pers. Het betaald huishoudpersoneel van ATRH behoort tot het regeringsgezinde kamp en heeft wel toegang tot dialoog. ATRH heeft daar ook gretig gebruik van gemaakt en afspraken gemaakt in verband met het verbeteren van arbeidsinspecties en de toegang tot sociale zekerheid. De afspraken moeten in 2016 nog in de praktijk gebracht worden. Alle bijdragen aan de dialoog werden geleverd met de steun van FOS en onder het toeziend oog van de IAO. Zowel ASTAC en ATRH konden de organisatie versterken door een betekenisvolle aangroei van het ledenaantal en vorming van leiders en leden.
Belangrijkste uitdagingen De partners moeten aan beleidsbeïnvloeding doen in een zeer restrictieve omgeving waar de bewegingsruimte van de civiele maatschappij en de vrijheid van meningsuiting steeds meer wordt ingeperkt en de toegang tot dialoog wordt geweigerd aan de organisaties die het overheidsbeleid niet steunen. De overheid slaagde erin tweedracht te zaaien in het maatschappelijke middenveld, resulterend in voor- en tegenstanders van het regeringsregime. De overheid richtte zelf ook regeringsgezinde sociale organisaties op die in de verschillende adviesraden zetelen. Bij de hervorming van het strafrecht werd voorzien om sociale organisaties, die de overheid tegenwerken, te vervolgen voor het destabiliseren van het land, bedreiging van de nationale veiligheid en zelfs voor terrorisme. Betogingen werden met geweld tegengehouden en activisten gevangen genomen. Hierdoor is een sfeer van angst ontstaan die invloed had op de werking van DONUM, vrouwenbeweging Luna Creciente en het platform voor vrouwenrechten en bananenarbeidersvakbond ASTAC. De organisaties kunnen immers gesitueerd worden binnen de kritische beweging ten aanzien van de regering Correa. Voor ASTAC, DONUM en Luna Creciente is de grootste uitdaging het hoofd boven water te houden in de restrictieve politieke context. ATRH daarentegen heeft vooral ingespeeld op de politieke conjunctuur en de politieke openheid en wil om de situatie van het huishoudpersoneel te verbeteren. In de toekomst zal het er ook op aankomen om proactief te handelen, bijvoorbeeld door het opvolgen van de beleidsontwikkelingen op andere domeinen en de gevolgen hiervan voor het huishoudpersoneel. In functie daarvan moet er verder geïnvesteerd worden in alliantievorming met andere sociale organisaties. Zowel ATRH als ASTAC hebben nood aan de vorming van nieuwe leiders en leidsters en aan het verbeteren van interne democratie. Hoewel het recht op syndicale vrijheid staat ingeschreven in de grondwet en in verschillende internationale arbeidsconventies die geratificeerd zijn door Ecuador, krijgen noch ASTAC noch ATRH toelating van het ministerie van Arbeid om een vakbond op te richten met werknemers die werken voor meer dan één werkgever. ATRH heeft dat probleem met de steun van FOS aangekaart bij het ministerie en ASTAC die een negatief antwoord krijgt op elke vraag tot dialoog, koos ervoor om nationaal en internationaal klacht neer te leggen.
Gender Door de inschrijving van de gelijkheid van man en vrouw in de grondwet in 2008, werden een aantal specifieke wetten en mechanismen afgeschaft ter bescherming van de vrouwen met nefaste gevolgen. De invloed van opus dei op het regeringsbeleid inzake seksuele en reproductieve rechten veroorzaakte een enorme achteruitgang die werd aangeklaagd door Luna Creciente en Fundación DONUM. ASTAC werkte aan het versterken van de vrouwelijke participatie in de vakbond en kon 120 vrouwelijke leden werven. ATRH streed verder voor het opwaarderen van de zorgeconomie en het huishoudelijk werk.
Milieu FOS Brussel ontwierp in 2015 een transversale milieustrategie die vanaf 2016 kan toegepast worden. De FOS-ploeg in de Andes bereidde zich alvast voor door vorming te volgen. DONUM en Luna Creciente zien milieu als een element dat mee bepalend is voor de volksgezondheid en linken het JAARVERSLAG2015
40
recht op gezondheid aan de rechten van de natuur, zoals ingeschreven in de Ecuadoraanse grondwet. Ze bespraken dit ook op het Vijfde Congres voor Gezondheid en Leven en in de vormingsprocessen. ATRH werkt nog niet rond milieu en ASTAC werkt er al jaren aan vanuit de invalshoek van het effect van schadelijke pesticiden op de gezondheid van de arbeiders.
Geplande evaluatie FOS heeft in 2015 een regio-overschrijdende externe evaluatie laten doorgaan. Met die externe evaluatie wil FOS leren van de strategieën en beleidsbeïnvloedende activiteiten van haar partnerorganisaties en over haar huidige interventiestrategie en die indien nodig verbeteren. Drie leertrajecten zijn geïdentificeerd voor verdere uitwerking in 2016: consolideren van FOS-beleid over beleidsbeïnvloeding, uitwerken van capaciteitsversterkingsstrategie in functie van beleidsbeïnvloeding en aanpassingen van het monitoring- en evaluatiebeleid met meer nadruk van outcome mapping.
Andere projecten Capaciteitsversterking van jongeren in het hoofdstedelijk gewest Quito in seksuele en reproductieve rechten – project ACPIC Ecuador Sinds mei 2014 werkt FOS samen met partnerorganisaties Mujeres por la Vida en Surkuna aan het versterken van jongerengroepen in marginale wijken van de hoofdstad Quito. De focus ligt hierbij bij het uitoefenen van hun seksuele en reproductieve rechten. In de buurten zijn tienerzwangerschappen, seksueel geweld, drugsgebruik en bendevorming schering en inslag. Jongeren weten nauwelijks waar ze terecht kunnen met hun problemen en de sterk verankerde religieuze en culturele patronen verhinderen hen vaak de stap te zetten. Het project bouwt verder op een project van de Belgische Technische Coöperatie met de gemeente Quito. Door middel van sensibiliseringscampagnes zoals Saber Pega Full (Weten slaat aan) en vormingsmateriaal werden jongeren beter gewapend om hun seksuele en voortplantingsrechten uit te oefenen. Mujeres por la Vida gebruikte het didactisch materiaal om 97 jongeren in 6 wijken op te leiden. Naast seksuele en reproductieve rechten kwamen ook communicatieve en artistieke technieken aan bod. Het is voor de jongeren immers allesbehalve evident om in het openbaar over seksualiteit en voortplanting te spreken. Via radio-uitzendingen in parken, fotografieworskhops, sociale media, muurschilderingen, dans, percussie en theater leerden ze het delicate onderwerp bespreekbaar maken. Mujeres por la Vida: “Dit project heeft onze verwachtingen overtroffen. We hebben groepen gevormd omtrent seksuele en voortplantingsrechten en de jongeren kunnen intussen toneel brengen en percussie-instrumenten bespelen, daarenboven zijn hun studieresultaten verbeterd en naar eigen zeggen is de band met hun familie sterker geworden. Daarom krijgen ze nu ook meer vertrouwen van hun ouders die hun kinderen aanmoedigen en ondersteunen om aan de vorming deel te nemen.” In februari 2015 gooide de regering van president Correa het beleid ten opzichte van seksuele en reproductieve rechten echter radicaal om, van een eerder progressief beleid gericht op preventie door seksuele voorlichting en sensibilisering van jongeren naar een ronduit conservatief beleid gericht op onthouding waarin seksuele voorlichting buiten het gezin uit den boze is. Daardoor moest Mujeres por la Vida haar strategieën aanpassen. FOS riep hiervoor de hulp in van Surkuna. Surkuna paste het vormingsmateriaal aan aan de nieuwe realiteit en ging aan de slag met 6 nieuwe groepen, waar tot eind december 2015 ook al 60 jongeren gevormd werden. In de wijken waar al het meeste succes geboekt werd, werd al gezorgd voor duurzaamheid door ongebruikte ruimtes om te vormen tot wijkcentra die onderhouden worden door de jongeren zelf. Zij kunnen daar vanaf hun 15 jaar deelnemen aan artistieke en culturele activiteiten. De centra worden bijna allemaal zelf beheerd en zijn een instrument geworden voor dialoog en debat om zo de jongeren te versterken. Zij worden op die manier gestimuleerd om actie te ondernemen vanuit hun eigen leefwereld en hun rechten op te eisen.
JAARVERSLAG2015
41
Herwaardering van anestrale kennis van inheemse vroedvrouwen als antwoord op moeder- en kindersterfte in de inheemse gemeenschappen in Ecuador (project met Nationale Loterij België). In het kader van de bijdrage van de Nationale Lotterij België aan de Millennium-doelstellingen 4 en 5 in verband met kindersterfte en moedersterfte, ondersteunde FOS in Ecuador een project met als doelstelling de herwaardering van ancestrale kennis van inheemse vroedvrouwen. Het biedt een antwoord op moeder- en kindersterfte in de inheemse gemeenschappen in Ecuador. Het project is relevant omdat in 2010, Ecuador in de Andesregio het land is met de hoogste moedersterfte na Bolivia. Voor de kindersterfte zijn de cijfers evenwel nog schrijnender: 20,7 per 1.000 geboortes tegenover een Latijns-Amerikaans gemiddelde van 17,3. Daarbovenop telt Ecuador de meest tienerzwangerschappen in Zuid-Amerika. De cijfers voor de inheemse bevolking wat betreft de moeder- en kindersterfte, liggen over het algemeen nog hoger. Dat is vooral te wijten aan de armoedige levensomstandigheden, lagere onderwijsgraad, minder gevarieerde voedingsgewoontes, gebrek aan drinkwater en beperkte verwerking van afvalwater. Het project werkt met de partner organisatie Union de Organizaciones de Campesinas e Indígenas de Cotocachi (UNORCAC) of Vereniging van Organisaties van Boerenvrouwen en Inheemsen van Cotocachi. Een workshop over rituelen rond zwangerschap en geboorte werd begin januari gehouden voor 20 vroedvrouwen. Het was gericht op het herwaarderen van de rituelen die gepaard gaan met de komst van een nieuw leven. Hiervoor werd een volle dag uitgewisseld met een YACHAQ, een wijze man die met muziek, verhalen, vuur en rituelen het belang van het respect voor de geboorte en de nood om de krachten in de natuur te aanroepen benadrukte. Belangrijk te melden is dat de inheemse vroedvrouwen nauw verbonden zijn met de natuur en de natuurkrachten aanroepen in hun gebeden voor alle activiteiten die te maken hebben met de levenscyclus. Drie andere workshops over het stellen van diagnoses werden ook georganiseerd. Hiervoor wordt in Ecuador gewerkt met magische elementen, maar ook met bijvoorbeeld een ei, ofwel met een Guinees biggetje. Dat diertje heeft in de inheemse overlevering de mogelijkheid om de ziekte van de behandelde persoon over te nemen. Verder wordt telkens aangegeven met welke kruiden, drankjes en behandelingen de ziektes aangepakt worden. De workshops worden gegeven door een oudere inheemse vrouw die in de streek erkend wordt als een wijze. Gemiddeld nemen een 30-tal vroedvrouwen deel. Tot nu toe volgen een 5-tal jonge vrouwen die de opleiding eveneens. Uitwisseling: In de maand april werd een 3-daagse uitwisseling georganiseerd met de groep vroedvrouwen uit Cotacachi en het Centrum van eerstelijnsgezondheidszorgen van de OMICSE, een inheemse organisatie in de provincie Cotopaxi. Zij wisselden ook uit met de inheemse vrouwen en genezers over het beheer van het eigen centrum. Het ging hierbij over het centrum dat de UNORCAC wil uitbouwen in Cotacachi. Zij ontvingen uitleg over aanpak van gendergeweld in de inheemse gemeenschappen, eveneens een problematiek in beide organisaties. Verder onderzoek over de rol en het belang van de inheemse vroedvrouwen waarbij het soort activiteiten dat de inheemse vroedvrouwen uitvoeren, centraal staat: hoeveel bevallingen zijn gebeurd de laatste jaren, welke verwikkelingen, hoe opgevolgd of opgelost, of de moeder of het kind is gestorven werd uitgevoerd. De resultaten van het onderzoek naar de rol en functie van de inheemse vroedvrouwen in de algemene gezondheid van de gemeenschappen en specifiek in het voorkomen van moeder- en kindersterfte zal voorgelegd worden aan de autoriteiten van het ministerie van Gezondheid , zowel lokaal als via een forum in de universiteit Andina Simon Bolivar.
JAARVERSLAG2015
42
Foto: Flickr/cliff hellis
Context 2015 was het laatste volledige beleidsjaar voor president Ollanta Humala en zijn regering, die met hun extreem lage populariteit (gemiddeld 12%) en zonder parlementaire meerderheid vooral hun best deden om de talrijke schandalen en economische terugval (3,26% groei in 2015) te overleven. Daarvoor werden sociale hulpprogramma’s ingezet en werd vermeden dat er nieuwe vijanden kwamen door verregaande hervormingen op het vlak van arbeidsrechten en gezondheid uit te werken. De tweede helft van het jaar stond al volledig in het teken van de verkiezingscampagne. Op 10 april 2016 trekken de Peruanen naar de stembus om een nieuwe president en parlement te kiezen. De favoriete is Keiko Fujimori, dochter van de voormalige dictator Alberto Fujimori die nog altijd in de cel zit, en de belangrijkste uitdager Julio Guzman, een tot voor kort totaal onbekende economist en technocraat. Beide rechtse kandidaten beloven zeker geen grote hervormingen inzake arbeid en gezondheid. Deze thema´s zijn trouwens nagenoeg afwezig in de verkiezingscampagne, want ze spreken weinig kiezers aan. Zoals we reeds in ons vorig jaarverslag aangaven, kwam er in december 2014 en januari 2015 een massale protestgolf van jongeren en vakbonden op gang tegen een wet die de arbeidsrechten van jongeren tussen 18 en 24 jaar sterk inperkte, waardoor het parlement eind januari deze wet moest intrekken. Dat leidde echter niet tot de afschaffing van andere speciale arbeidsregimes, waaronder die voor de agro-industrie en huishoudwerk. De vakbondskoepel CGTP probeerde de massale protestgolf in januari te vervolledigen met een nationale stakingsdag op 9 juli, waaraan FENTAGRO en FENTTRAHOP actief deelnamen, maar die kende slechts een gematigd succes, wegens het zware overwicht van de informele sector. De CGTP consulteerde in diverse fora al haar leden over een nieuwe Algemene Arbeidswet, waarbij JAARVERSLAG2015
43
FOS de deelname van huishoudwerksters en agro-arbeiders steunde. Dit proces is nog niet afgerond. Het congres van de CGTP werd uitgesteld van november 2015 tot november 2016. Wegens haar afkalvende macht slaagde de regering er niet meer in om nieuwe pakketten van “noodmaatregelen” door het parlement te loodsen. Die moeten investeringen lokken en de groei stimuleren via lagere belastingen, minder strenge milieuwetten en overheidscontrole, minder controle op veiligheid en gezondheid op het werk. Maar de vorige jaren doorgevoerde flexibilisering van de arbeidswetgeving werd evenmin teruggeschroefd. De agro-export bleef ook in 2015 fors stijgen met 13%, dankzij de toekenning van nieuwe gronden en andere gunsten door de regering aan de werkgevers, met groeiende winsten voor de agroindustrie. Die pleit echter voor “rechtszekerheid” en de verlenging van het discriminerende arbeidsregime tot na 2021. Dat regime perkt de rechten in van de naar schatting 820.000 arbeiders in de sector. Er viel geen enkele verbetering te melden vorig jaar, maar enkel aanhoudende antisyndicale repressie vanwege de werkgevers. In de sector huishoudwerk ontbrak vorig jaar nog steeds de politieke wil van de regering om de IAO-conventie 189 te ratificeren of het speciale arbeidsregime te herzien. Dat ondanks de werkgroep die het ministerie van Arbeid in leven hield over de eisen voor een minimumloon, een arbeidscontract op papier, een register van werkgevers en arbeidsinspectie, allemaal eisen van de huishoudwerksters die de regering van tafel veegde. Na de benoeming van de nieuwe minister van Gezondheidszorg Aníbal Velásquez in november 2014, namen de spanningen binnen de sector af wegens het beleid van dialoog van de minister met alle personeel en met de civiele maatschappij, het aanhoren en oplossen van concrete klachten en problemen ook verder in 2015, zonder daarom de algemene visie van de regering op gezondheid bij te sturen. Een duidelijk voorbeeld is het Nationaal Akkoord in Gezondheid, een initiatief dat er kwam op voorstel van Foro Salud in mei 2014, binnen het akkoord dat een einde maakte aan de langdurige doktersstaking. Dat akkoord dat intensief mee onderhandeld werd door Foro Salud met de regering, partijen, werkgevers en werknemers, erkent voor het eerst duidelijk het recht op gezondheid voor alle Peruanen met een universele, integrale en solidaire focus en verankert de inspraak en participatie van de civiele maatschappij in verschillende organen en niveaus. Een andere belangrijke overwinning van Foro Salud was de publicatie in augustus 2015 van het uitvoeringsbesluit van de Wet op de Rechten van de Patiënten, waar Foro Salud al jarenlang op aandrong in de Nationale Gezondheidsraad en met protestacties. Dat besluit laat een nauwgezette controle op de naleving van deze wet toe. Net als bij de arbeidsrechten, slaagde de regering er wegens haar tanende machtspositie evenmin in om nieuwe publiek-private partnerschappen door het parlement te loodsen, wegens de schandalen en het protest van de patiënten tegen de slechte dienstverlening in vroeger geprivatiseerde ziekenhuizen. Er waren ook nauwelijks stakingen van personeel uit de sector dankzij de uitvoering van de akkoorden na vorige stakingen. Foto: Flickr/cliff hellis
JAARVERSLAG2015
44
Enkele negatieve evoluties waren de besparing op de begroting van gezondheid voor 2016, maar veel minder dan aanvankelijk gepland dankzij het protest van Foro Salud, de nieuwe wet die de sociale bijdragen van de 13° en 14° maand voor de sociale zekerheid inperkt, en de ondertekening door de Peruaanse regering van het vrijhandelsakkoord TPP, dat de patenten van de farmaceutische industrie versterkt ten nadele van de toegang tot betaalbare geneesmiddelen. Op het vlak van seksueel-reproductieve rechten was in 2015 vooral de grootscheepse campagne voor het recht op abortus in geval van verkrachting van belang, die de publieke opinie in progressieve richting wist bij te sturen. Het wetsvoorstel werd helaas door twee parlementscommissies met conservatieve meerderheid naar de prullenmand verwezen, nadat Promsex en andere feministische organisaties het voorstel met een petitie op de agenda van het parlement wisten te plaatsen. In de regio’s waar ons project loopt (Piura en Arequipa) sprongen vooral de meerdere en succesvolle campagnes voor de preventie van tienerzwangerschappen in de kijker. Vooral dankzij de ludieke en media-acties en de goede samenwerking met de lokale overheden en het personeel uit de sector. Promsex werd in de tweede helft van het jaar het slachtoffer van een hetze door enkele ultraconservatieve parlementsleden en journalisten, die een grondige financiële controle eisten door het bevoegde regeringsorgaan (APCI) dat toeziet op ngo’s. De controle bracht geen enkele fout aan het licht en belette Promsex niet om de strijd voor de seksuele en reproductieve rechten met nog meer overtuiging te voeren, waarmee ze een premie van de Franse ambassade won.
Belangrijkste verwezenlijkingen 2015 Bij FENTAGRO, nationale vakbondsfederatie van de agro-industrie, bleef de klemtoon liggen op de interne organisatieversterking, met regelmatige bijeenkomsten van de diverse bestuursorganen en het aansluiten van nieuwe vakbonden in Piura. Vorming, juridische bijstand, onderhandelingen met de bedrijfsleiding en radioprogramma’s bleven hun vruchten afwerpen. FENTTRAHOP, nationale federatie van huishoudwerksters, slaagde erin de aangesloten vakbonden verder uit te breiden van 4 tot 8 en in alle vakbonden samen meer dan 200 nieuwe leden te werven. FENTTRAHOP liet binnen de vakbondskoepel CGTP, de media en bij de IAO zijn protest weerklinken tegen het discriminerende arbeidsregime voor de sector. FENTAGRO en FENTTRAHOP namen deel aan internationale bijeenkomsten met andere FOSpartners uit dezelfde sector van de Andeslanden, waar ze hun ervaringen uitwisselden en gemeenschappelijke eisen en acties afspraken. Foro Salud, de brede koepel van organisaties binnen de gezondheidssector, hield in november 2015 een geslaagde zevende Nationale Gezondheidsconferentie, met talrijke deelname van diverse (inter)nationale actoren van de overheid en civiele maatschappij. Ook in het afsluiten van een Nationaal Akkoord over Gezondheid, binnen de Nationale Gezondheidsraad, in diverse andere overlegorganen en media wierp Foro Salud zich meer dan ooit op als erkende spreekbuis voor de kritische burgers bij de overheid. Maar ze bleef ook intensief vorming geven aan en opkomen voor gemarginaliseerde groepen zoals bejaarden, personen met een beperking, HIV-patiënten, transseksuelen en bewoners arme volkswijken. Promsex, feministische ngo die opkomt voor seksuele en reproductieve rechten, bleef met zijn vorming in Piura en Arequipa heel wat adolescenten en medisch personeel bereiken. Naast de preventie van tienerzwangerschappen zette ze in 2015 ook het recht op abortus bij verkrachting op de politieke agenda door middel van geslaagde beleidsbeïnvloedingscampagnes. Ook al kwam er geen wettelijke verbetering, slaagde ze er wel in de opinies van overheden, media en breed publiek in positieve zin te veranderen. De FOS-verantwoordelijke in Peru en zijn administratieve assistente bleven een intensieve begeleiding en coaching van alle 4 partners verzorgen, met klemtoon op de twee zwakkere vakbondsfeJAARVERSLAG2015
45
deraties. Ze zetten ook de bewustmaking van de partners verder rond sociale bescherming, via een laagdrempelige folder over Peru en het dossier van de 11.11.11.-campagne in België. Veel tijd en energie ging uit naar het organiseren van het Ethisch Andes Tribunaal eind april 2015 in Lima met de tal van partners. Daar presenteerden arbeiders uit de agro-industrie van Peru, Bolivia, Ecuador, Colombia en Chili, maar uit de Peruaanse bouw, textiel en huishoudwerk, ernstige schendingen van arbeidsrechten. Met de hulp advocaten weren die in een aanklacht werden gegoten en mondden ze uit in een ethisch vonnis van de internationale rechters, dat ook tijdens de CGTPmars van 1 mei werd voorgelezen. Naast FOS en DGD steunde ook de Nationale Loterij het initiatief.
Belangrijkste uitdagingen 2015 was duidelijk een pre-electoraal jaar in Peru, met het oog op de presidents- en parlementsverkiezingen van 10 april 2016. Met een president en regering die laagterecords scoorden in de opiniepeilingen en hun parlementaire meerderheid verloren. Dat kwam omdat velen overliepen naar de oppositie. Daarenboven was er een economische groei die opnieuw op een magere 3,26% bleef hangen en was er geen politieke en financiële ruimte voor grootscheepse hervormingen inzake arbeidsrechten en gezondheidszorg. De strijd en beleidsbeïnvloedende acties die FENTAGRO voerde voor de afschaffing van het discriminerende arbeidsregime wierpen hun vruchten dus nog niet af. In de sector huishoudwerk ontbrak nog steeds de politieke wil van de regering om de IAO-conventie 189 te ratificeren of het speciale arbeidsregime te herzien. Dat ondanks de werkgroep die het ministerie van Arbeid in leven hield over de eisen voor een minimumloon, een arbeidscontract op papier, een register van werkgevers en arbeidsinspectie, allemaal eisen van de huishoudwerksters die de regering van tafel veegde. Ook de hervormingen naar een universeel, integraal en solidair gezondheidssysteem en meer aandacht voor seksueel-productieve rechten bleven uit. Hoewel het ministerie van Gezondheid wel meer openheid toonde voor dialoog en participatie, hoewel Foro Salud en Promsex geslaagde campagnes voerden, wijzigde het beleid echter niet. Promsex kreeg ook een wraakcampagne van conservatieve kringen over zich heen. Om het hoofd te bieden aan de uitdagingen is het belangrijk dat de 4 partners zich blijven opwerpen als de legitieme en erkende spreekbuis van hun achterban met een groeiend ledenaantal of gevormde aanhangers. Daarom blijft de interne organisatieversterking, vooral via vorming en juridische bijstand, een belangrijk proces. Vooral bij de twee zwakkere vakbondsfederaties blijft dat een grote uitdaging.
Gender Inzake gender was er in 2015 een transversale en grondige opvolging van de resultaten en hinderpalen door de FOS-vertegenwoordiger bij de 4 partners. Bij de federatie van huishoudwerksters FENTTRAHOP, die voor 100% uit vrouwen bestaat, en de feministische ngo Promsex is al een zeer sterk genderbewustzijn aanwezig en hoefde FOS relatief weinig inspanningen te leveren.
JAARVERSLAG2015
46
Foto: Flickr/Alex Proimos
Ook bij Foro Salud was er onder het lopende bestuur een veel grotere aanwezigheid van vrouwen in de leiding en grotere aandacht voor gender, die zich vertaalde in diverse publieke verklaringen rond thema’s als seksueel-reproductieve rechten, tevens een prominent thema op hun Nationale Gezondheidsconferentie. Bij FENTAGRO ligt het thema moeilijker, omdat de sowieso al lage syndicalisatiegraad in de agroindustrie nog veel lager ligt bij vrouwen, die vaak tijdelijk en informeel werken en wegens hun dubbele dagtaak nog meer lijden onder anti-syndicale repressie door de bedrijven.
Milieu 2015 was een overgangsjaar in de milieustrategie van FOS Peru. Nadat sommige FOS-partners in december 2014 actief deelnamen aan de klimaattop COP20 in Lima en we in 2014 een grondige milieu-enquête afnamen bij alle partners, stelde FOS Brussel met de input uit alle landen een transversale milieustrategie op. Tijdens het Algemeen Beraad van FOS in oktober 2015 werd die met inspraak van allen afgerond. Hiermee kunnen we met alle partners hun milieuplannen in 2016 bespreken en vooral tijdens het volgende programma 2017-2021.
Geplande evaluatie FOS heeft in 2015 een regio-overschrijdende externe evaluatie laten doorgaan. Met de externe evaluatie wil FOS leren van de strategieën en beleidsbeïnvloedende activiteiten van haar partnerorganisaties en over haar huidige interventiestrategie en die indien nodig verbeteren. Drie leertrajecten zijn geïdentificeerd voor verdere uitwerking in 2016: consolideren van FOS beleid over beleidsbeïnvloeding, uitwerken van capaciteitsversterkingstrategie in functie van beleidsbeïnvloeding en aanpassingen van het Monitoring en Evaluatiebeleid met meer nadruk van outcome mapping.
JAARVERSLAG2015
47
Mozambique
Type activiteiten
Actiezo-
Coörditi
Landen
OVERZICHT VAN DE ACTIVITEITEN IN ZUIDELIJK AFRIKA
Strategische lijnen
Zimbabwe
Zuid-Afrika
Regionaal coördinatiekantoor Johannesburg
- Nationaal - Maputo - Manica -
Namibië
- Nationaal - Windhoek
- Nationaal - Harare
- Nationaal - Provincie WestKaap - Johannesburg
Strategische en operationele planning Organisatieversterking (participatie, beheer enz.) Syndicalisatie Vormingen met leiders en leden Onderzoek inzake recht op sociale bescherming Juridische assistentie Sociale dialoog en collectief overleg Sociale controle op gezondheidszorg Politieke beleidsbeïnvloeding Sensibiliseringscampagnes CapaciteitsopCapaciteitsop- Capaciteitsop bouw van vakbon- bouw van vakbouw van vakden, boerenorgani- bonden bonden saties en gezond- - Onderzoek en Vorming van vakbeleidswerk over bondsfederaties heidsorganisaties Vorming nationale minimumlonen Onderzoek en vakbondsfederabeleidswerk over ties arbeidsflexibiliseTerugdringen van ring, minimumlovoedselonzekernen heid Duurzame energie
JAARVERSLAG2015
Capaciteitsopbouw van vakbonden, gezondheidsorganisaties en sociale bewegingen Onderzoek en beleidswerk over arbeidsflexibilisering, minimumlonen, nieuwe organisatievormen, gender, toegang tot en sociale determinanten van gezondheid
48
Partners Doelgroepen Budget Donoren
Mozambique
SOCIALE BESCHERMING IN ZUIDELIJK AFRIKA Namibië Zimbabwe
UCAMA, SINTAF, UNAC, IESE
LaRRI, NDAWU (via LaRRI)
Algemeen: werknemers in precaire werkomstandigheden, mensen met beperkte toegang tot kwalitatieve gezondheidsdiensten Specifiek: landarbeiders en kleinschalige boeren; vakbonden; middenveld; overheid
€ 406.322,96
DGD, NVSM, Provincie Limburg, Herk de stad, Petroleumsector Sociaal Fonds, 11.11.11 DGD-BFVZ, Fonds voor Vorming in de Scheikundige Nijverheid (Covalent)
JAARVERSLAG2015
Zuid-Afrika
ZCTU, LEDRIZ, ANSA, GAPWUZ, ALRN
ILRIG, CWAO, SADSAWU, WFP, PHMS, CSAAWU (via ILRIG)
Algemeen: werknemers in precaire werkomstandigheden Specifiek: landarbeiders en kleinschalige boeren; huishoudwerkers; vakbonden; middenveld; overheid
Algemeen: werknemers in precaire werkomstandigheden, mensen met beperkte toegang tot kwalitatieve gezondheidsdiensten Specifiek: landarbeiders en kleinschalige boeren; huishoudwerkers; vakbonden; middenveld; overheid
Algemeen: werknemers in precaire werkomstandigheden, mensen met beperkte toegang tot kwalitatieve gezondheidsdiensten Specifiek: landarbeiders en kleinschalige boeren; huishoudwerkers; basisbewegingen; gezondheidsactivisten; vakbonden; middenveld; overheid
€ 37.579,49
€ 222.204,42
€ 519.308,47
DGD, Destelbergen, 11.11.11
DGD, FNV Mondiaal
DGD, NVSM, Provincie Limburg, Bond Moyson West - Vlaanderen, 11.11.11
49
Context 2015 was een woelig en moeilijk jaar voor de inwoners van Mozambique. Op politiek vlak voerde oppositiepartij RENAMO de druk op tegen regeringspartij FRELIMO door de verkiezingsresultaten uit 2014 niet te aanvaarden voor 6 provincies en daar op een gewelddadige manier aanvallen te plegen. Als resultaat waren er tegen januari 2016 al 11.000 mensen gevlucht naar Malawi, naast veel interne vluchtelingen naar de grote steden. Het land had ook te lijden onder weersfenomeen El Niño, met grote droogte in het Zuiden en verwoestende overstromingen in het Noorden. Ook economisch was het een moeilijk jaar, met het ineenstorten van de wereldmarkten en de olie- en gasprijzen. Hoewel er nog steeds mooie groeicijfers konden worden genoteerd (7%), steeg de inflatie tot 12,8% en werd het gros van de bevolking armer. Volgens onderzoek van de VN was de ongelijkheid in het land nog nooit zo groot, zowel op het vlak van inkomens als toegang tot voorzieningen. De regering lanceerde in april 2015 een socio-economisch 5-jarenplan, dat echter veel te weinig inzet op de bestrijding van armoede. In de landbouwsector is er wel aandacht voor de kleine boeren. Dit zal waarschijnlijk teniet gedaan worden door de sterke inzet op grote landbouw- en bosbedrijven waarvoor grond wordt onteigend maar die geen waardige jobs creëren voor de lokale bevolking. Door de toename van tijdelijke, occasionele en precaire werknemers, zien de vakbonden hun ledenaantallen slinken. De stagnatie van de minimumlonen en de hoge inflatie maken het voor de overige werknemers moeilijk om hun lidgelden te betalen.
Belangrijkste verwezenlijkingen 2015 Landarbeidersvakbond SINTAF zette in 2015 verder in op bedrijfsbezoeken gericht op het organiseren, informeren, vormen en betrekken van werknemers via ledenwerving en oprichting van bedrijfsen vrouwencomités. In zes bedrijven werd een comité voor gezondheid en hygiëne opgericht, met als doel om een CAO gezondheid af te sluiten, wat in één van de bedrijven gelukt is. Deze CAO houdt in dat alle werknemers toegang krijgen tot een artsenpost en dat het bedrijf beschermingsmiddelen ter beschikking stelt. Er zijn veel drempels tot de sociale zekerheidsuitkeringen. Daarom organiseerde SINTAF bijeenkomsten samen met enkele ambtenaren van de sociale zekerheid om vragen van landarbeiders te beantwoorden. SINTAF voerde overdraagbaar lidmaatschap in, zodat werknemers na (tijdelijke) tewerkstelling in de landbouwsector aangesloten kunnen blijven. Eind 2015 gingen 3 vertegenwoordigers van SINTAF naar Mutare in het oosten van Zimbabwe in het kader van een uitwisseling met evenknie GAPWUZ over vakbondswerk in gemeenschappen als orgaJAARVERSLAG2015
50
nisatiestrategie rond gezondheid. Tijdens het lerende netwerk rond veiligheid en gezondheid op het werk, pleitte SINTAF voor een (regionale) campagne rond IAO-resolutie 184 over veiligheid en gezondheid van landarbeiders. Sociaaleconomisch onderzoeksinstituut IESE voerde in 2015 onderzoek uit in de theesector in de provincie Zambezia en verwerkte de gegevens die in 2014 verzameld werden over de houtbouw in de provincie Niassa. De eerste resultaten werden in december voorgesteld aan SINTAF. Het onderzoek wijst op een aantal structurele problemen met betrekking tot arbeid in rurale gebieden: mensen verkiezen tijdelijk werk door de extreem lage lonen, hoge productiviteitseisen, lage sociale bescherming en combineren dit met allerhande andere overlevingsstrategieën. De overheid en de bedrijven schieten tekort om mensen echt uit armoede te helpen via arbeid. Provinciale boerenunie UCAMA werkte verder aan de uitbouw van een gezondheidsmodel op het niveau van de rurale gemeenschappen. Tien gezondheidsactivistes kregen voortgezette vorming over preventieve gezondheid, onder meer voeding, huishoudelijk geweld, HIV/aids en mobilisatie. Om de acties van de activisten te versterken werden ook lokale leiders uitgenodigd op de vormingen. Zo kregen de activistes een draagvlak in de gemeenschappen en kunnen ze uitgroeien tot rolmodellen. De activistes organiseerden 60 bijeenkomsten in hun gemeenschappen en zetten sterk in op een-op-een ondersteuning bij vrouwen thuis. Geïnspireerd door de uitwisselingen in het lerende netwerk over veiligheid en gezondheid op het werk, startte UCAMA met een vorming over veiligheid op het werk voor haar leden.
Belangrijkste uitdagingen Het toenemende politieke geweld, de groeiende inmenging van de overheid in activiteiten van het middenveld en de tientallen pogingen tot intimidatie van critici, zorgen ervoor dat het middenveld zo goed als monddood is. Zo werd professor Castel-Branco, de directeur van partner IESE, aangeklaagd omwille van een kritische facebook-post over voormalig president Guebuza. Voor vakbond SINTAF en boerenunie UCAMA is het dus moeilijk om openlijk het regeringsbeleid te bekritiseren om verandering te bekomen. Het toenemende geweld en overstromingen in het Noorden van het land, zorgden ook opnieuw voor vertraging in het veldwerk voor het IESE-onderzoek. Het blijkt niet evident om een gebruiksvriendelijke vertaling te maken van resultaten van wetenschappelijk onderzoek voor een doelpubliek van vakbondsmensen. FOS zal hier extra aandacht voor hebben in 2016 zodat vakbond SINTAF maximaal gebruik kan maken van de inzichten die worden aangebracht door onderzoeksinstituut IESE.
Gender SINTAF en UCAMA namen deel aan de activiteiten van het lerende netwerk over gender, waarbij de aandacht specifiek ging naar het gebruik van specifieke structuren of activiteiten voor vrouwen. De vrouwencomités van SINTAF op het niveau van de bedrijven, provincies en nationaal zorgen ervoor dat meer vrouwen zich kandidaat stellen voor leiderschapsposities en dat ze de nodige ondersteuning krijgen om dit leiderschap waar te maken. Thema’s als moederschapsbescherming en gezondheid zijn goede toegangspoorten om vrouwen te bereiken. SINTAF heeft de doelstelling van minstens 1 op 3 vrouwen bereikt op nationaal en provinciaal niveau, maar op het niveau van de bedrijven is slechts 1 op 10 hoofddélégué vrouw. Volgens hun genderbeleid moet ook hier minstens 1 op 3 vrouw zijn. Bij UCAMA is er ook een beweging die vrouwen stimuleert om leiderschapsposities op te nemen, onder meer door de versterking van de activisten en door de organisatie van bijeenkomsten specifiek gericht op vrouwen. Dit moet er in 2016 toe leiden dat in de provinciale structuren meer vrouwen verkozen worden. JAARVERSLAG2015
51
Milieu Er zijn geen jobs op een dode planeet: FOS en zijn partners erkennen het belang van milieu en identificeerden linken met de waardig werkagenda tijdens de FOS-partnervergadering. Onze partners in Mozambique zijn zich over het algemeen zeer bewust van de problemen en de impact op de levensomstandigheden gelinkt aan de klimaatsverandering. Zeker nu er in de regio een verslechtering is van de voedselzekerheid door mislukte oogsten en aanhoudende droogte en overstromingen. In Mozambique ondersteunde FOS een zonnepanelenproject bij SINTAF en UCAMA. Voor SINTAF was dit gericht op het duurzaam elektrificeren van klaslokalen om avondonderwijs voor landarbeiders mogelijk te maken, om zo hun geletterdheid te verbeteren en hun link met de vakbond te versterken. Voor UCAMA lag de focus op duurzaam irrigeren via pompen op zonneenergie. Dit kaderde binnen UCAMA’s project rond natuurlijk en duurzaam landbeheer. Daarnaast is het gericht op de ondersteuning van het gezondheidsproject door de nadruk op gezonde voeding als preventiestrategie. Ook liet FOS in 2015 zijn duurzame energieprogramma evalueren om nieuwe strategieën te identificeren in het licht van hernieuwbare energie in het kader van waardig werk.
Geplande evaluatie FOS heeft in 2015 een regio-overschrijdende externe evaluatie georganiseerd. Met de externe evaluatie wil FOS leren van de strategieën en beleidsbeïnvloedende activiteiten van haar partnerorganisaties en over haar huidige interventiestrategie om die indien nodig te verbeteren. Drie leertrajecten zijn geïdentificeerd voor verdere uitwerking in 2016: consolideren van het FOS-beleid over beleidsbeïnvloeding, uitwerken van capaciteitsversterkingsstrategie in functie van beleidsbeïnvloeding en aanpassingen van het monitoring- en evaluatiebeleid met meer nadruk op outcome mapping.
JAARVERSLAG2015
52
Context Op 21 maart 2015 werd een nieuwe regering gevormd, die een voortzetting is van de vorige regering, aangezien de verkiezingen in november 2014 geen verrassingen met zich meebrachten. Een positief signaal is de ruime aanwezigheid van vrouwen in de regering: de eerste minister en de vicepremier zijn vrouwen. In het parlement heeft een vrijwillig quotasysteem geleid tot de verkiezing van 41% vrouwen. Het nationale gendercoördinatiemechanisme zal ertoe leiden dat alle budgetten een gendertoets moeten ondergaan. Desondanks blijft Namibië wereldwijd steken op de 87e plaats van de genderranglijst van 149 landen. Namibië kon blijven genieten van een sterke economische groei, maar tegelijkertijd blijft de ongelijkheid stijgen. Recent kwamen in heel het land groepen jongeren op straat om hun recht op land op te eisen en om het veel te trage proces van landherverdeling aan te klagen. De regering deed mooie beloften en zou 500.000 stukken grond uitreiken. Maar tegen eind 2015 waren er nog maar 25.000 stukken land herverdeeld. Een andere strategie van de overheid om iets aan de ongelijkheid te doen, is de aangekondigde solidariteitstaks. Hoe deze precies geïnd en besteed zal worden is tot hiertoe niet duidelijk. Het onderzoek van partner LaRRI naar een minimuminkomen voor een menswaardig leven toont aan dat de meerderheid van de gezinnen in Namibië ver onder dat minimuminkomen leeft: een leefbaar inkomen voor een gezin van 6.9 personen bedraagt 9597,28 Namibische dollar per maand terwijl de gezinnen in het onderzoek gemiddeld slechts 4694 Namibische dollar verdienden. De arbeidersbeweging in Namibië blijft gepolariseerd, met 3 nationale federaties en 40 centrales.
Belangrijkste verwezenlijkingen 2015 Onderzoeks- en vormingsinstelling LaRRI verhoogde zijn ondersteuning aan de huishoudwerkersvakbond NDAWU. Dit resulteerde in toegenomen capaciteit van de vakbond op verschillende niveaus. Zo ondersteunde LARRI in 2015 de voorbereiding en de realisatie van een congres van NDAWU. Hiervoor werd ook steun gezocht bij de federatie NUNW, de internationale federatie IDWF, Zuid-Afrikaanse evenknie SADSAWU en de investeringspoot van de 5 grootste centrales Nam-mic. JAARVERSLAG2015
53
Op deze manier werd een nieuwe leidersploeg geïnstalleerd, die verder in het FOS-programma ondersteuning kreeg om te groeien, onder meer vanuit het regionale leiderschapsprogramma van de Zuid-Afrikaanse ngo Women on Farms Project en van LaRRI. Naast leiderschapsvorming, richtte NDAWU zich in 2015 voornamelijk op ledenwerving en juridische dienstverlening aan huishoudwerkers. LaRRI lanceerde de resultaten van hun onderzoek naar het minimuminkomen voor een menswaardig leven en publiceerde hiervoor een brochure die werd verspreid onder vakbonden, de media en de overheid. De resultaten van het onderzoek voedde het nationaal debat rond een nationale minimumloon. De bedoeling is om het onderzoek op regelmatige basis te hernieuwen om de evolutie in het minimuminkomen te kunnen opvolgen.
Belangrijkste uitdagingen De ongelijkheden in het land blijven groeien en de druk onderaan wordt nog verhoogd door de grote droogte ten gevolge van El Niño, die de overheid heeft aangezet tot het rantsoeneren van water in de steden. Het maatschappelijk middenveld wordt verder verzwakt doordat veel donoren terugtrekken uit het land dat nu een middeninkomensstatus heeft.
Gender Om de emancipatie van vrouwen te versterken heeft NDAWU, hierbij ondersteund door LaRRI, vrouwelijke rolmodellen gepromoot. Sterke, invloedrijke vrouwen werden geïdentificeerd in hun gemeenschappen en werden naar voren geschoven. Dit had een positieve invloed op het zelfvertrouwen van de huishoudarbeidsters. In de voorbereiding van het congres was ook veel ruimte voor leiderschapsopbouw en formuleren van eigen voorstellen door vrouwen, wat ertoe geleid heeft dat deze vrouwen op het congres hun punten gedeeld hebben en zich kandidaat hebben gesteld voor leiderschapsposities. Vanuit Women on Farms Project werd een vorming in Namibië georganiseerd voor NDAWU, gericht op het ontwikkelen van leiderschapscapaciteiten bij vrouwen op alle niveaus van de vakbond. Een rechtstreeks gevolg hiervan is dat de vrouwelijke penningmeester van NDAWU verkozen is in het nationaal uitvoerend comité van de federatie NUNW.
Milieu Onze partners in Namibië zijn zich over het algemeen zeer bewust van de problemen en de impact op de levensomstandigheden gelinkt aan de klimaatsveranderingen, zeker nu ten gevolge van de aanhoudende droogte of overstromingen die in de regio leidden tot mislukte oogsten en een verslechtering van de voedselzekerheid.
Geplande evaluatie FOS heeft in 2015 een regio-overschrijdende externe evaluatie georganiseerd. Met de externe evaluatie wil FOS leren van de strategieën en beleidsbeïnvloedende activiteiten van haar partnerorganisaties en over haar huidige interventiestrategie en die indien nodig verbeteren. Drie leertrajecten zijn geïdentificeerd voor verdere uitwerking in 2016: consolideren van het FOS-beleid over beleidsbeïnvloeding, uitwerken van capaciteitsversterkingsstrategie in functie van beleidsbeïnvloeding en aanpassingen van het monitoring- en evaluatiebeleid met meer nadruk van outcome mapping.
JAARVERSLAG2015
54
Context Op politiek vlak zorgden interne strijd en onenigheid tussen fracties binnen de regeringspartij ZANUPF voor aangehouden spanningen in Zimbabwe. Naast de bestaande, sterk versplinterde oppositie, hebben ontslagen ZANU-PF boegbeelden o.l.v. ex-vicepresident Mujuru een eigen partij opgericht om Mugabe uit te dagen tijdens de presidentsverkiezingen in 2018. Hier en daar hebben individuen zich ook proberen verzetten tegen het beleid, zoals de activist Itai Dzamara, die na zijn ‘Occupy-actie’ in Harare ontvoerd is en niet meer werd teruggezien.
Ook economisch staat Zimbabwe er niet goed voor: hoge externe schuld, de-industrialisering en informalisering teisteren het land. Volgens onderzoek uit 2014 werkt inmiddels 94.5% van de Zimbabwanen in de informele sector. De enorme werkloosheid heeft ook effecten op het vakbondslandschap: landarbeidersvakbond GAPWUZ verloor in 2015 4.689 leden. Dat leidt tot zware financiele problemen bij de vakbondscentrales en vakbondskoepel ZCTU. Daarbovenop vormt ZANU-PF intussen eigen parallelle vakbondsstructuren om te concurreren met ZCTU.
In juli 2015 zorgde een uitspraak van het hooggerechtshof voor heel wat opschudding: het werd mogelijk voor werkgevers om werknemers zonder reden, op korte termijn en zonder vergoeding te ontslaan. ZCTU schat dat in de weken volgend op de uitspraak zo’n 25.000 mensen ontslagen werden. Dankzij de sterke respons van ZCTU werd de uitspraak teniet gedaan en moeten werkgevers nu weer een minimale ontslagvergoeding aan hun werknemers uitbetalen.
Zuidelijk Afrika is zeer zwaar getroffen door extreme weersomstandigheden. In verschillende delen van Zimbabwe heeft de droogte ervoor gezorgd dat de oogsten mislukt zijn. De voedselprijzen zijn sterk gestegen, soms tot 15%, wat armoede en voedselonzekerheid voor miljoenen mensen verder verergert. De regering riep de droogte in Zimbabwe uit tot een humanitaire crisis en het land was verplicht om basisvoedsel te importeren uit het buitenland.
JAARVERSLAG2015
55
Belangrijkste verwezenlijkingen 2015 Vakbondskoepel ZCTU werd geconfronteerd met een heftige crisissituatie door de uitspraak van het hooggerechtshof en de daaropvolgende ontslaggolf. ZCTU heeft snel en gecoördineerd gereageerd op de crisissituatie, met ondersteuning van onderzoeks- en vormingsinstituut LEDRIZ. In samenwerking met andere middenveldorganisaties heeft ZCTU verschillende lobbystrategieën in het werk gesteld om de uitspraak ongedaan te maken. Via een amendement op de arbeidswet is een halt toegeroepen aan de ontslaggolf. In oktober gaf de regering aan open te staan voor tripartiet overleg over de herziening van de arbeidswet.
Op basis van een grondige analyse van de landbouwsector door LEDRIZ, is landarbeidersvakbond GAPWUZ erin geslaagd om een clausule specifiek rond tijdelijke arbeid te laten goedkeuren door de Nationale Arbeidsraad. Deze clausule definieert tijdelijke arbeid duidelijk en biedt een kader om landarbeiders die werken met een contract van bepaalde duur na maximaal 11 maanden permanent te maken. Dit moet bijdragen aan het terugdringen van de sterke flexibilisering in de landbouwsector.
2015 was een transitiejaar voor het onderzoeksnetwerk ALRN, ter voorbereiding van de verankering van het secretariaat bij ALREI, het onderzoeks- en vormingsinstituut van ITUC-Africa. Er werd in 2015 vooral werk gemaakt van verdere verspreiding van de onderzoeksresultaten over arbeidsflexibilisering naar de vakbonden.
GAPWUZ richtte in een pilootproject 6 gezondheidscomités op in enkele houtbedrijven en voorzag de comités van vorming. De comités bestaan uit werknemers, vrouwen, mannen en jongeren, van het bedrijf en een personeelslid van de bedrijfskliniek. De gezondheidscomités zijn verantwoordelijk zowel voor problemen rond gezondheid en veiligheid op het werk als voor gezondheidsproblemen die de gemeenschap treffen. Zo werd door één van de comités een probleem rond toegang tot water in de gemeenschap opgenomen. Om de capaciteiten van GAPWUZ rond gezondheid en gezondheidscomités te versterken, linkte FOS hen met een nieuwe strategische partner Community Working Group on Health (CWGH).
Tijdens een regionale FOS uitwisseling rond gezondheid werd er specifiek gefocust op veiligheid en gezondheid op het werk in de landbouwsector. Landarbeidersvakbonden GAPWUZ en SINTAF deelden hun werk rond Conventie 184 over veiligheid en gezondheid van landarbeiders. Alle deelnemers, waaronder ook UCAMA, WFP en PHM-SA, deelden praktische ervaringen, zoals vormingsen onderzoeksmethoden, strategieën voor lobby en voor het organiseren van gemeenschappen rond gezondheidsthema’s. GAPWUZ werd geïnspireerd door de ervaringen van de Zuid-Afrikaanse ngo Women on Farms Project en People Health Movement Zuid-Afrika met toezichtcomités van lokale klinieken en zal ook trachten om de vertegenwoordiging van landarbeiders in dit soort comités te versterken, samen met CWGH.
Belangrijkste uitdagingen De onstabiele politieke context en de krimpende ruimte voor een kritisch middenveld, maakt het moeilijk voor onze partners om hun werk te doen in Zimbabwe. Bovendien hebben ook heel wat donoren beslist om Zimbabwe te JAARVERSLAG2015
56
verlaten of hun activiteiten terug te schroeven. De informele sector, gekenmerkt door de afwezigheid van sociale bescherming, blijft intussen verder groeien omdat steeds meer formele bedrijven de deuren sluiten. Ook de voedselonzekerheid is toegenomen ten gevolge van de droogte, wat de migratie van rurale gebieden naar de stad heeft doen toenemen. De groeiende groep armen in de stad op zoek naar werk zet de werkomstandigheden en lonen nog meer onder druk.
Gender ZCTU bood ondersteuning aan GAPWUZ in de implementatie van haar genderbeleid. Het regionale Lerende Netwerk over Gender (GLN) van FOS boog zich in 2015 over de creatie en het nut van 'vrouwenruimtes’: specifieke structuren gericht op vrouwen waar enerzijds specifieke vrouwenproblemen ter sprake kunnen worden gebracht, naast sociaaleconomische thema’s, maar die anderzijds ook een veilige leeromgeving bieden die leiderschap stimuleert en vrouwen binnen vakbondsstructuren versterkt. De creatie van dergelijke “vrouwenruimtes” had een positief effect op het aantal vrouwelijke leiders en de rollen die zij opnemen. GAPWUZ heeft meer structuren specifiek voor vrouwen opgericht. Dankzij deze structuren werden in 2015 meer vrouwen gerekruteerd door de vakbond. In het hoogste vakbondsorgaan heeft GAPWUZ ook extra plaatsen voor vrouwen gecreëerd om hen actiever bij de hoogste besluitvorming te betrekken.
De regionale denktank ANSA organiseerde vorming voor het vrouwencomité van de regionale vakbondskoepel SATUCC en begeleidde hen in het formuleren van een genderbeleid, dat zou moeten worden aangenomen in het SATUCC congres in 2017. Hiermee zullen de aangesloten vakbonden gestimuleerd worden om verder werk te maken van een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in alle vakbondsstructuren.
Milieu Onze partners in Zimbabwe zijn zich over het algemeen zeer bewust van de problemen en de impact op de levensomstandigheden gelinkt aan de klimaatsveranderingen, zeker nu ten gevolge van de extreme weersomstandigheden die in de regio leidden tot mislukte oogsten en een verslechtering van de voedselzekerheid. De focus ligt tot hiertoe voornamelijk op sensibilisering van de achterban. LEDRIZ nam in 2015 deel aan de COP21 en ondersteunde ZCTU bij het formuleren van een beleid voor de vakbond rond klimaatverandering.
Geplande evaluatie FOS heeft in 2015 een regio-overschrijdende externe evaluatie georganiseerd. Met de externe evaluatie wil FOS leren van de strategieën en beleidsbeïnvloedende activiteiten van haar partnerorganisaties en over haar huidige interventiestrategie en die indien nodig verbeteren. Drie leertrajecten zijn geïdentificeerd voor verdere uitwerking in 2016: consolideren van het FOS-beleid over beleidsbeïnvloeding, uitwerken van capaciteitsversterkingsstrategie in functie van beleidsbeïnvloeding en aanpassingen van het monitoring- en evaluatiebeleid met meer nadruk van outcome mapping.
JAARVERSLAG2015
57
Context Zuid-Afrika was in 2015 het toneel van politieke, economische en sociale instabiliteit. Op politiek vlak is regeringspartij ANC betrokken in allerhande corruptieschandalen, die nog eens worden versterkt door slecht functionerende staatsinstellingen, falende dienstverlening rond basisdiensten als water, elektriciteit, woningen, gezondheid, onderwijs en waardig werk. De economische crisis wordt bovendien nog verscherpt door de extreme droogte die het land teisterde en oogsten liet mislukken. Dit alles draagt bij tot een grote verdieping van de ongelijkheid. Deze toestanden worden niet enkel aangeklaagd door de politieke tegenstanders, maar ook gemeenschappen kwamen in toenemende mate in opstand.
In 2015 trokken onder meer de studenten in heel het land de straat op, voor dekolonisering van de universiteiten (#RhodesMustFall), tegen de verhoging van de inschrijvingsgelden (#FeesMustFall) en tegen de uitbesteding van de jobs van het poets- en veiligheidspersoneel op de universiteiten. De protesten van studenten en gemeenschappen in 2015 kunnen beschouwd worden als deel van de opkomst van een nieuwe beweging die zich aan het vormen is en die voornamelijk bestaat uit jongeren, vrouwen, arme mensen die werkloos of in precaire jobs tewerkgesteld zijn en vaak in sloppenwijken wonen. De traditionele vakbonden in Zuid-Afrika zijn voornamelijk bezig geweest met interne strijd en onenigheid, wat leidde tot de uitzetting uit de belangrijkste vakbondsfederatie COSATU van de metaalwerkersvakbond NUMSA, hun grootste centrale.
Op het vlak van gezondheid faalt het gezondheidssysteem, zeker inzake preventie en promotie en het bieden van kwalitatieve zorg; de ongelijkheid in gezondheid neemt toe, onder andere verscherpt door de problemen met sociale determinanten van gezondheid zoals huisvesting, voedsel en water, en de participatie van gemeenschappen in het gezondheidsbeleid is ondermaats en wordt zelfs verder afgebouwd.
JAARVERSLAG2015
58
Toch nog een positieve noot: op 1 april 2015 kwam een belangrijke wet in voege die arbeidsmarktflexibiliteit moet beperken: werknemers die worden tewerkgesteld via een tussenpersoon of agentschap, op halftijdse of op tijdelijke contractbasis, moeten een voltijds contract van onbepaalde duur krijgen na 3 maanden ononderbroken tewerkstelling in hetzelfde bedrijf.
Belangrijkste verwezenlijkingen 2015 Onderzoeks- en vormingsinstituut ILRIG heft sterk ingezet op het versterken van de capaciteiten van de opkomende nieuwe beweging, onder meer door aangepaste vormings- en ondersteuningsmethodes te gebruiken. ILRIG voorziet in vorming, begeleiding en technische ondersteuning van vakbonden die openstaan voor het gebruiken van nieuwe manieren van organiseren, zoals landarbeidersvakbond CSAAWU en arbeidersvakbond voor de industriële sector GIWUSA; nieuwe initiatieven van mensen in precaire jobs die zichzelf organiseren, zoals afvalophalers, thuiswerkers en landarbeiders; gemeenschapsorganisaties die trachten werkenden en werklozen te verenigen.
De ondersteuning van ILRIG aan CSAAWU heeft hen geholpen in het vergroten van de controle van de leden over de vakbond door de oprichting van regiocomités die worden bijgewoond door zowel permanente landarbeiders die op de boerderijen wonen en werken als seizoens- en werkloze arbeiders. Het ledenaantal van CSAAWU is significant gestegen, van 1500 leden in 2013 tot 2500 in 2015. Ook huishoudwerkersvakbond SADSAWU heeft zich toegelegd op nieuwe manieren van organiseren en heeft in 2015 vijf nieuwe afdelingen opgericht met elk minstens 50 leden. Door middel van een sms-campagne zijn ze erin geslaagd om heel wat passieve leden opnieuw te betrekken bij de vakbondsactiviteiten. SADSAWU heeft ook, samen met vakbonden uit de buurlanden, gewerkt aan het organiseren van buitenlandse huishoudwerkers die in Zuid-Afrika tewerkgesteld zijn. Verder blijft SADSAWU inzetten op ledenvorming, wat bijdraagt aan meer zelfvertrouwen en wat het contact met en vertrouwen in de vakbond vergroot. SADSAWU heeft daarnaast campagne gevoerd rond de discriminatie van huishoudwerkers inzake arbeidsongevallen: zij zijn uitgesloten uit de nieuwe wetgeving hierrond. Adviesbureau voor tijdelijke arbeiders CWAO zag dat de traditionele vakbonden niet inspeelden op de nieuwe arbeidswetgeving rond flexibele werknemers in precaire jobs en startte in 2015 met een nationale campagne rond de nieuwe rechten. In totaal behandelde CWAO 273 juridische zaken die 6829 werknemers aanbelangden. 2489 mensen die via een tussenpersoon tewerkgesteld waren, werden na deze tussenkomst voltijdse werknemer, met een contract van onbepaalde duur, maar vaak treden werkgevers dit nog met de voeten. Naast het juridische parcours, heeft CWAO ingezet op het creëren van een platform voor precaire werknemers uit verschillende sectoren. Via deze weg kunnen ze solidariteit opbouwen en zich organiseren door ervaringsuitwisseling over strategieën op de werkvloer. Women on Farms Project (WFP) heeft haar gezondheidsactiviteiten uitgebreid naar 15 nieuwe boerderijen in 2015. Binnen het vormingsprogramma rond gezondheid en empowerment organiseerde WFP 6 workshops in 2015 voor 255 deelneemsters. De thema’s waren HIV/aids, alcohol- en drugsmisbruik, recht op gezondheid, geweld tegen vrouwen, gezonde voeding en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. 55 landarbeidsters kregen ook training in EHBO waarvan 85% slaagde voor het examen. Daarnaast organiseerde WFP een activistenforum voor 36 landbouwarbeidsters, wat leidde tot meer eigen initiatieven rond het opeisen JAARVERSLAG2015
59
van het recht op gezondheid bij de lokale gezondheidscentra en op de boerderijen. Zo werden 3 activistes verkozen om de belangen van landarbeiders te verdedigen in het toezichtcomité van twee lokale gezondheidscentra. WFP organiseerde ook een protestactie voor betere dienstverlening en via actieonderzoek naar de beschikbaarheid van toiletten in de wijngaarden eisten ze meer inspectie hieromtrent. People’s Health Movement South Africa (PHM-SA) heeft in 2015, naast lobbywerk, ingezet op het versterken van de capaciteiten van gezondheidsactivisten en lokale gemeenschappen rond het recht op gezondheid. PHM-SA heeft 4 open bijeenkomsten georganiseerd voor gezondheidsactivisten, 3 vormingen voor gezondheidscomités en 6 consultaties van gezondheidscomités rond participatie in gezondheidsbeleid- en dienstverlening. Een nieuwe provinciale wetgeving, die het onmogelijk zou maken voor lokale gemeenschappen om een zeg te hebben in de lokale gezondheidsdienstverlening, heeft heel wat protest uitgelokt. Samen met de huidige gezondheidscomités, organiseerde PHM-SA vormingen rond de nieuwe wet, werd een commentaar hierop geschreven en een protestmars georganiseerd. Ook op het witboek rond de National Health Insurance (NHI) dat werd uitgebracht eind 2015 heeft PHM-SA een reactie geschreven. Het lobbywerk hierrond wordt verder opgevolgd in 2016.
Belangrijkste uitdagingen Landarbeidstersvakbond Sikhula Sonke is er in 2015 niet in geslaagd om uit de negatieve spiraal van interne machtsstrijd en ledenverlies te geraken waarin ze verzeild waren, mede door de uiteenlopende verwachtingen van leden en donororganisaties. Ze raakten hun erkenning als vakbond kwijt en slaagden er niet in om een realistisch groeipad te formuleren. FOS heeft dan ook de moeilijke beslissing moeten nemen om het partnerschap met SiSo stop te zetten in 2015. Uit deze ervaring leerden we dat organisaties voor en door zwakke doelgroepen nog meer aandacht en ondersteuning nodig hebben op vlak van financieel en projectbeheer en dat er meer belang gehecht moet worden aan afstemming tussen donoren.
Gender Het FOS regionale Lerende Netwerk over Gender (GLN) boog zich in 2015 over de creatie en het nut van ‘vrouwenruimtes’: specifieke structuren gericht op vrouwen (comités, vergaderingen, vormingen) waar enerzijds specifieke vrouwenproblemen ter sprake kunnen worden gebracht, naast sociaaleconomische thema’s. Maar die anderzijds ook een veilige leeromgeving bieden die leiderschap stimuleert en vrouwen binnen vakbondsstructuren versterkt. De creatie van dergelijke vrouwenruimtes had een positief effect op het aantal vrouwelijke leiders en de rollen die zij opnemen. ILRIG bood onder meer ondersteuning aan CSAAWU d.m.v. politieke en feministische vormingen. CSAAWU-vrouwen richtten vervolgens een eigen vrouwencomité op binnen de vakbond en in het hoogste orgaan van de vakbond zetelen intussen 50% vrouwen en 50% mannen. De vrouwengroepen helpen ook om het zelfvertrouwen van vrouwen te versterken, wat bleek uit het feit dat CSAAWU-vrouwen zelf een openbare ‘speak out’ georganiseerd hebben om de problemen van landarbeidersvrouwen aan te kaarten. Ze bereikten hiermee 1700 mensen.
Verschillende FOS-partners, waaronder voor Zuid-Afrika CSAAWU en SADSAWU, namen ook deel aan een regionale workshop, georganiseerd door WFP en gericht op het trainen en empoweren van vrouwelijke leiJAARVERSLAG2015
60
ders van landarbeiders- en huishoudwerkersvakbonden. Dit jaar richtte het programma zich vooral op politieke vorming om de kennis van de vrouwelijke leiders op dit vlak te versterken en om hun zelfvertrouwen om rond politieke thema’s het woord te voeren te verhogen.
Milieu Onze partners in Zuid-Afrika zijn zich over het algemeen zeer bewust van de problemen en de impact op de levensomstandigheden gelinkt aan de klimaatsveranderingen, zeker nu ten gevolge van de extreme weersomstandigheden die in de regio leidden tot mislukte oogsten en een verslechtering van de voedselzekerheid.
Onder de Zuid-Afrikaanse partners, nam PHM-SA deel aan een klimaatmars en een festival rond duurzame energie en legt een duidelijke link tussen gezondheid en klimaat in haar analyses.
Geplande evaluatie FOS heeft in 2015 een regio-overschrijdende externe evaluatie georganiseerd. Met de externe evaluatie wil FOS leren van de strategieën en beleidsbeïnvloedende activiteiten van haar partnerorganisaties en over haar huidige interventiestrategie en die indien nodig verbeteren. Drie leertrajecten zijn geïdentificeerd voor verdere uitwerking in 2016: consolideren van het FOS-beleid over beleidsbeïnvloeding, uitwerken van capaciteitsversterkingsstrategie in functie van beleidsbeïnvloeding en aanpassingen van het monitoring- en evaluatiebeleid met meer nadruk van outcome mapping.
JAARVERSLAG2015
61
OVERZICHT VAN DE ACTIVITEITEN IN GHANA Land Coördinatie Actiezones Type actie
Strategische lijn
Ghana Vanuit Brussel - Wassa Saah in het Amenfi East District in de Westelijke regio - Akim Bontoduase in het Ofoasi/ Ayirebi District in de Oostelijke regio - Jema-Nante in Kintampo South District in de Brong Ahafo regio - Drinkwater en sanitaire voorzieningen: boren en mechanisatie van waterputten, constructie van publieke toiletten, vormingen in beheer (water, publieke toiletten, afval) sensibilisering en gemeenschapsontwikkeling Toegang tot water en sanitaire voorzieningen met zonne-energie, bijdrage tot betere gezondheid, gemeenschapsontwikkeling
DRINKWATER & SANITAIRE VOORZIENING Partners Community Livelihood Support Organisation (COLISO) Doelgroepen Landelijke bevolking van Akim Bontoduase in de Oostelijke regio, de bevolking in Wassa Saah in de Westelijke regio, en de gemeenschap in JemaNante in de Brong Ahafo regio Sleutelelementen Watervoorziening via gemechaniseerde waterputten, installatie van waterleidingen voor de distributie met zonne-energie, constructie en beheer van publieke toiletten, opleiding waterbeheer, opleiding in sanitaire verbeteringen, afvalinzameling en -verwerking Budget € 137.788 Donoren Vlaamse Overheid, departement Leefmilieu, Natuur en Energie, AC Antwerpen-Waasland met fondsen van Deme4life, Stad Antwerpen, TMVWWater link, Ghana Council en Fuji Oil Gent.
JAARVERSLAG2015
62
Foto: Flickr/Stig Nygaard
Context In 2015 kende Ghana politieke stabiliteit. Met de presidentiële en parlementaire verkiezingen van november 2016 in het vooruitzicht vonden er reeds een aantal pre-electorale activiteiten plaats in 2015. Voor de eerste keer in de geschiedenis van het land werd een vrouw aangesteld als de nieuwe electorale verantwoordelijke. De vorige verantwoordelijke ging op pensioen na een ambtstermijn van 23 jaar en hield toezicht over zes nationale en lokale verkiezingen. De laatste verkiezingen van 2012 eindigden in het Hooggerechtshof toen de leidende oppositiepartij de resultaten aanvocht. Wat resulteerde in een 8-maanden durende legale strijd die in het voordeel van de regeringspartij werd beslecht. Eén van de belangrijkste bezorgdheden die toen naar boven kwamen was de legitimiteit van het kiezersregister. Bij de uitspraak formuleerde het Hooggerechtshof dan ook de aanbeveling het kiezersregister en het electorale proces te herzien. Sommige oppositiepartijen claimen dat het register aangedikt werd in het voordeel van de regeringspartij. Eind 2015 gaven ze een aantal foto’s en namen vrij van burgers uit buurlanden zoals Togo wiens identiteit ook terug te vinden was in het Ghanese kiezersregister. Ze drongen daarom aan op een nieuw register. De nieuwe voorzitster van de electorale commissie heeft een comité van vijf leden opgericht om input van de partijen en het volk te verzamelen. Hun aanbeveling was om het register ‘op te kuisen’ in plaats van een nieuw te maken. Ironisch genoeg houdt de electorale commissie haar been stijf over de implementatie van de aanbevelingen die door haar eigen comité werden geformuleerd. Dit creëert enige politieke spanning in het land. Een aantal maatschappelijke middenveldorganisaties hebben reeds betogingen georganiseerd om de hervorming door te voeren. De maanden in aanloop naar de verkiezingen in november zullen dan ook heel beladen zijn. In 2015 brak er een groot corruptieschandaal uit binnen het departement van Justitie. Een undercover onderzoeksjournalist legde bloot dat meer dan 32 rechters, zowel uit de hoger- als lage gerechtshoven van het land, financiële en andere materiële schenkingen kregen om het recht te
JAARVERSLAG2015
63
verdraaien en de uitspraak te beïnvloeden in het voordeel van degenen die smeergeld betaalden. Sommige rechters werden vastgelegd op videobeelden terwijl ze de geld ontvingen, anderen terwijl ze de voorwaarden voor de betaling van het smeergeld bespraken. Er werd een meer dan 3 uur durende film gemaakt van de videobeelden die publiekelijk werd vertoond in Accra en andere grote steden. De enorme publieke verontwaardiging over het corruptieschandaal heeft geleid tot het ontslag van 12 rechters uit het laaggerechtshof en 9 uit het hooggerechtshof. Het departement Justitie heeft een serieuze deuk in zijn imago gekregen, het zal jaren duren om het vertrouwen te herstellen en de nodige hervormingen door te voeren. Een andere belangrijke kwestie in 2015 was de energiecrisis die het land voor vele dagen onderdompelde in duisternis. Bedrijven en thuisgebruikers kregen slechts 7 uren toegang tot elektriciteit in een periode van 48 uur. Soms was er geen elektriciteit beschikbaar gedurende drie dagen. Ten gevolge van deze crisis, die reeds in 2013 startte maar een hoogtepunt kende in 2015, moesten vele bedrijven sluiten met massaal verlies van banen tot gevolg. In 2015 heeft de jongerenwerkeloosheid zijn hoogste niveau bereikt. Dit heeft geleid tot de oprichting van verenigingen zoals de ‘Unemployed Graduates Association of Ghana (UGAG)’ met leden van over het hele land. De energiecrisis en ander politieke beleid van de regering hebben de economische en sociale omstandigheden in het land nadelig beïnvloed. De inflatie bedroeg meer dan 18% en de lokale munt had te kampen met een hoge devaluatie tegenover de belangrijkste buitenlandse valuta. Economische en sociale commentatoren spraken van een economische crisis. Om de situatie te redden zocht de regering economische hulp bij het IMF. De hulpmaatregelen omvatten een lening van US$ 900 miljoen en een bevriezing van de overheidstewerkstelling en sociale interventieprogramma’s. Dit heeft de sociale diensten in het land getroffen. De veelgeprezen ‘National Health Insurance-scheme’, de ziekteverzekering, heeft een grote achterstand en het ‘School Feeding Program’, dat bedoeld is om één warme maaltijd te voorzien in kansarme scholen, heeft hieronder geleden bij de implementatie. Er was een tekort aan medicijnen in de ziekenhuizen en voornamelijk in de lokale gezondheidsdiensten (Community-based Health Planning and Services CHIPS) in de rurale gebieden. Het is de vraag of de huidige regering nog significante verbeteringen kan doorvoeren in de komende maanden en zo opnieuw verkozen kan worden. Op 7 november zullen we het antwoord kennen.
Belangrijkste verwezenlijkingen 2015 Er werden in 2015 twee aparte projecten voor water en sanitaire voorzienig met financiële steun van de Vlaamse Gemeenschap via het Vlaams Partnerschap Water voor Ontwikkeling uitgevoerd. Beide projecten werden uitgevoerd door de lokale partner organisatie, Community Livelihood Support Organisation -COLISO. Het eerste project ging over ‘Drinkwatervoorziening en verbetering van de Hygiene en sanitaire voorzieningen voor vier plattelandsgemeenschappen in Ghana’ . De tweede en derde fase van het project werden in 2015 uitgevoerd. De uitvoering van fase twee ging over de installatie van een drinkwatersysteem in de Wassa Saah- gemeenschap in de Westelijke regio. Fase 3 ging over het bouwen van twee publieke sanitaire voorzieningen in Jema-Nante in de Brong Ahafo-regio. Naast de financiering van VPWvO krijgt dit project ook ondersteuning van Stad Antwerpen, TMVW-
JAARVERSLAG2015
64
Water link, en Fuji Oil. De koepel van de Ghanese disapora-verenigingen Ghana Council is hierbij ook betrokken. Wassa Saah: De lokale partnerorganisatie startte met het mobiliseren en organiseren van de Wasa Saahgemeenschap. Dit om hun betrokkenheid, hun participatie aan en ook hun eigenaarschap van het project te vergroten. Het dorpshoofd, zijn leiders en de lokale autoriteiten namen actief deel in de uitvoering. De officiële start van het project vond plaats op 25 januari 2015 met een grote ceremoniële bijeenkomst georganiseerd op het dorpsplein samen met de District Chief Executive en de Districtsraad, de lokale chiefs , gemeenschapsleiders en lokale inwoners. Een watersysteem is geïnstalleerd en operationeel gemaakt via het mechaniseren van twee waterputten met Grundfos ondergrondse elektrische pompen en aangesloten op twee verschillende waterreservoirs in de gemeenschap. Zes publieke waterstandplaatsen met elk drie kranen werden geïnstalleerd op strategische plaatsen in de gemeenschap. De mensen genieten nu van proper en veilig drinkwater.
inhuldiging vond plaats op 15 april.
Jema Nante: Het project in Jema-Nante betrof het bouwen van twee publieke sanitaire voorzieningen. Hier organiseerde Coliso de dorpsleiders en de lokale autoriteiten een grote bijeenkomst op 28 juli 2015. Daarna startte het project met het graven van de funderingen van de twee gebouwen en het maken van bakstenen. De lokale overheid steunt het project met zand en stenen voor het bouwwerk. De participatie van de lokale bevolking was zeer hoog doordat toegang tot propere toiletten één van de hoogste noden in de gemeenschap was. Twee toiletten zijn afgewerkt en in gebruik genomen. Elke toilet- faciliteit heeft 12 wc’s. De officiële
Project 2: Het tweede project in 2015 was de opstart van de voorziening voor drinkwater en sanitaire faciliteiten in drie gemeenschappen via het toepassen van duurzame energie. Dit project krijgt financiering van het bedrijf DEME via AC-Antwerpen. Doorheen het jaar werd de gemeenschap van Akim Bontoduase voorzien van een drinkwatersysteem. Er werden twee elektrische waterpompen geïnstalleerd. Eén pomp werkt met elektriciteit via het nationale systeem, de andere pomp werkt met een zonne-energiesysteem geïnstalleerd door het project. COLISO mobiliseert hier ook de lokale gemeenschappen en de traditionele lokale autoriteiten. De officiële inhuldiging van het watersysteem te Akim Bontoduase vond plaats op 22 juli 2015. Er werd een grote ceremoniële bijeenkomst georganiseerd op het dorpsplein samen met de District Chief Executive van de Districtsraad, de lokale chiefs, gemeenschapsleiders en lokale inwoners om deze gelegenheid te vieren. De gezondheidsambtenaren van de Akyemansa District Gezondheidsdienst waren ook aanwezig om de leden van de gemeenschap te sensibiliseren over gezondheids- en hygiënethema’s. In elk van de drie gemeenschappen werd een comité voor waterbeheer of sanitair beheer opgericht voor het beheer van de installatie. Het comité werd opgericht in overeen-
JAARVERSLAG2015
65
stemming met de bestaande regelgeving. De richtlijn bepaalt dat het comité moet bestaan uit elf leden, verkozen uit het Unit Comité binnen de gemeenschap. De comités hebben het mandaat gekregen voor een periode van twee jaar, waarna een nieuw comité zal worden verkozen. Maandelijkse controles en supervisie zullen worden uitgevoerd door de Community Water en sanitatie Development Agency van de drie districtautoriteiten om een efficiënt beheer van de installatie te verzekeren. Er werd voorgesteld om een systeemmanager en een aantal stafmedewerkers zoals adviseurs, veiligheidsbeambte, in dienst te nemen om de operationele activiteiten van de installaties te controleren en te reguleren. Hun kleine commissies zullen betaald worden vanuit de gegenereerde middelen. De beslissing om extra medewerkers in dienst te nemen zal genomen worden door de bestuursleden en de District Assembly nadat de installatie voor een bepaalde periode succesvol heeft gewerkt.
Belangrijkste uitdagingen Drie van de watervoorzieningspompen zijn afhankelijk van de elektriciteitsvoorziening van het publieke distributienet. De maandelijkse rekening betekent een belangrijke kost voor de systemen. De elektriciteitsvoorziening is echter niet altijd betrouwbaar. Daarom heeft FOS gekozen om in de toekomst te werken met pompen die kunnen werken via zone-energie. De lokale partnerorganisatie installeerde een zonne-energiesysteem voor één van de pompen in Akim Bontoduase. De kostprijs was zeer hoog en het werkt amper. Ofwel genereren de gemonteerde zonne-energiepanelen niet genoeg energie, is er een probleem met de kwaliteit van de gebruikte materialen of gebeurd er een fout tijdens de installatie. Er werd besloten om beroep te doen op een Belgische ingenieur voor toekomstige installaties en ook de volgende aankopen van de materialen in België te doen.
Gender De voorziening van water dichtbij de woonplaatsen helpt de lokale vrouwen om meer tijd te investeren in andere activiteiten. Bij het bouwen van de toiletten in Jema-Nante werd er rekening gehouden met de wensen van de vrouwen. Zo zijn de ingangen van de vrouwensectie apart gehouden en extra beveiligd. De inning van de gebruikersbijdragen bij de waterkranen en de toiletten zijn in handen van oudere vrouwen om voor hen een inkomen te verschaffen. Vrouwen maken ook 50% uit van de leden van de beheerscomités van de faciliteiten.
JAARVERSLAG2015
66
OVERZICHT VAN DE ACTIVITEITEN IN PALESTINA Land Coördinatie
Palestina Geen landenkantoor of lokaal steunpunt Rechtstreekse partneropvolging vanuit Brussel Westelijke Jordaanoever Strategische en operationele planning Organisatieversterking (participatie, beheer enz.) Syndicalisering Vormingen met leiders en leden Onderzoek naar recht op sociale bescherming Juridische assistentie Sociale dialoog en collectief overleg Politieke beleidsbeïnvloeding Sensibiliseringscampagnes Democratisering vakbonden Organisatieversterking vakbonden Betrekken van werkende vrouwen in syndicaal werk
Actiezones Type activiteiten
Strategische lijnen
Partners
WAARDIG WERK IN PALESTINA De petrochemische sector – PUPW - binnen de PGFTU
Doelgroep
Palestijnse arbeiders die werken in Palestina en in Israël, en hun vertegenwoordigers in arbeiderscomités en vakbonden. Binnen de doelgroep wordt specifieke aandacht gegeven aan vorming en syndicalisatie van vrouwen
Budget Donoren
€ 82.892 DGD, Algemene Centrale (AC)
JAARVERSLAG2015
67
Foto: Flickr/Filippo Minelli
Context In oktober 2015 kwam het Israëlisch-Palestijns conflict weer aan de oppervlakte. Extreme, bloederige repressie van Israëlische veiligheidsdiensten was het antwoord op aanslagen van individuen op Israëlische burgers. Het was de sterkste escalatie sinds de Gaza-oorlog in 2014. De Palestijnse staat heeft te weinig macht om een eigen economisch beleid te voeren, waardoor afhankelijkheid van buitenlandse donoren een structureel probleem blijft. De financiële schaarste legt een zware druk op de uitbouw van sociale bescherming en voorzieningen. Voor Palestijnse werknemers in de kolonies is het verkrijgen van een werkvergunning een omslachtige procedure en afhankelijk van quota's. Ook de werkloosheid is de laatste jaren fors toegenomen. De moeilijke economische omstandigheden zetten de arbeidsrechten zwaar onder druk, en de Palestijnse arbeidswetgeving staat nog in de kinderschoenen. Schendingen van de arbeidersrechten door Palestijnse werkgevers zijn: lage lonen, ontslag zonder vergoeding, discriminatie van vrouwen, gebrek aan veiligheid en gezondheid op de werkvloer en het niet betalen van de wettelijke lonen en verzekeringen. De ruimte voor economische bedrijvigheid en werkgelegenheid voor de Palestijnen is door de verreikende beperkingen van Israël ernstig aan banden gelegd. De slechte economische situatie, armoede en werkloosheid, en het gebrek aan alternatieven zetten Palestijnse werknemers aan om werk te zoeken in Israël of in de nederzettingen, die de feitelijke oorzaak zijn van hun penibele toestand. Deze tendens toont aan dat ook de Palestijnse vakbonden zich steeds meer zullen moeten richten tot die werknemers die in Israël en de illegale kolonies onder precaire arbeidsomstandigheden tewerkgesteld zijn.
Belangrijkste verwezenlijkingen 2015 In 2015 werd er hard gewerkt op de interne versterking van de vakbond. Op het niveau van de bestuursleden werden er vormingen en vergaderingen voorzien om de administratieve, organisatorische, trainings- en onderhandelingscapaciteiten te verhogen.
JAARVERSLAG2015
68
Door vormingsseminaries te organiseren voor vakbondsleden in gezondheid en veiligheid op het werk en in arbeidskwesties, kunnen er nu 5 leden optreden als gezondheid- en veiligheidsinspecteurs. 4 van hen zitten nu in de PGFTU’s Departement van Gezondheid en Veiligheid. Ook de organisatorische en juridische capaciteiten van de PUPW veldwerkers werden verder ontwikkeld. PUPW ontwierp een vragenlijst om meer gerichte en gedetailleerde informatie over de werknemers in de werkplaatsen te verzamelen en bouwde een efficiëntere databank op, met daarin bijgewerkte informatie over het aantal werknemers, percentage vrouwen, lidmaatschap, werkcondities, werkplaatsen en veiligheidsmaatregelen. Dit hielp de veldwerkers om meer gesystematiseerd informatie te verzamelen. De veldwerkers van PUPW brachten zo’n 464 bezoeken in bedrijven, waarbij ze pamfletten en andere publicaties uitdeelden. Tijdens deze bezoeken werden 2445 werknemers waarvan 642 vrouwen rechtstreeks bereikt. Daarnaast vormden de veldwerkers een direct aanspreekpunt bij concrete problemen. Het aantal leden werd verhoogd en een groter aantal van werksites en werkers werd bereikt, onder andere door het gebruik van een nieuwe tactiek: ze bezochten ook leden buiten de werkplaats wanneer het niet mogelijk was om hen binnen de werkplaats te rekruteren en door werknemers collectief aan te werven i.p.v. individueel, bv. in twee fabrieken in Nablus werden alle werknemers aangeworven als leden. De veldwerkers verspreidden 6000 exemplaren van de nieuwsbrief. In totaal zijn er nu 1595 leden, waarvan gemiddeld 20% vrouwen zijn. Met een totaal van 70 activiteiten werden 1623 werknemers, waarvan 601 vrouwen bereikt. Er werden nieuwe comités opgericht: twee in Jenin, één met 18 werknemers en één met 4 werknemers, en twee in Nablus, één met 7 werknemers en één met 5 werknemers. Via training en vorming over het wettelijk minimumloon, het belang van veiligheid en gezondheid op het werk, en sociale bescherming werden werknemers zich meer bewust van hun rechten. Daarnaast kregen ze ook juridische advies, bv. in Nablus waren er 46 cases van werknemers, waarvan 9 opgelost werden, 24 cases wachten op het proces in de rechtbank en 13 cases nog opgevolgd moeten worden en in Ramallah werden drie cases opgelost en werd er één naar de rechtbank gebracht. De werknemers werden aangemoedigd om disputen met de werkgever te melden zodat deze opgevolgd en opgelost konden worden. De meeste van deze geschillen (71%) konden direct afgehandeld worden tussen werknemer en werkgever zonder enige juridische tussenkomst. Er werden meer inspanningen gedaan om de relaties tussen de vakbond, afdelingen en de leden verbeteren door meer overleg en vergaderingen. Er werd ook moeite gedaan om de zichtbaarheid van de vakbond te verhogen door jassen, kaarten, zakken te laten drukken. PUPW/PGFTU onderhield de relatie met het departement arbeidsinspectie van het Ministerie van Arbeid, hun belangrijkste gesprekspartner binnen de Palestijnse Autoriteit. PUPW maakte gebruik van gezamenlijke bedrijfsbezoeken met het departement arbeidsinspectie om gemakkelijker toegang te krijgen tot de bedrijven. PUPW wil in de toekomst deze structurele manier van samenwerken blijven onderhouden. Er werd verder ingezet op campagnes en lobbywerk. PUPW grijpt ook kansen aan om samen te werken met PGFTU en andere organisaties van de civiele maatschappij op vlak van beleidsbeïnvloedingscampagnes op vlak van arbeids- en andere rechten.
Belangrijkste uitdagingen De Palestijnse staat heeft te weinig macht om een eigen economisch beleid te voeren, waardoor afhankelijkheid van buitenlandse donoren een structureel probleem blijft. De financiële schaarste legt een zware druk op de uitbouw van sociale bescherming en voorzieningen. Voor Palestijnse werknemers in de kolonies is het verkrijgen van een werkvergunning een omslachtige procedure en afhankelijk van quota's. JAARVERSLAG2015
69
De instabiliteit van de economie en de arbeidsmarkt maakt dat veel fabrieken sluiten, er een hoog percentage van werkloosheid en armoede is, de werknemers sneller van één sector naar een andere veranderen, ze verplicht worden om te werken in zeer erbarmelijke omstandigheden en dat de werknemers aarzelen om toe te treden bij de vakbond. Dit alles maakt ledenweving bijzonder moeilijk. De werking rond gender blijft ook moeilijk. De werkplaatsen met enkel vrouwen kunnen niet bezocht worden Foto:Flickr/Tal King door een mannelijke veldwerker. Verder weigeren vrouwen om naar de rechtbank te gaan om hun disputen met de werkgevers op te lossen. Er zijn ook geen gespecialiseerde arbeidsrechtbanken in Palestina. Gevallen van geschillen opvolgen vraagt tijd, wat maakt dat werkers hun vertrouwen in de vakbond verliezen. PUPW/PGTU heeft geen toegang tot werkplaatsen in Israël of in Israëlische nederzettingen en juridische beperkingen maken dat Palestijnse werkers niet in de Israëlische rechtbanken een proces kunnen aanspannen. De projectcoördinator, overleed in augustus 2015 plots aan een hartaanval.. Een nieuwe coördinator werd in december aangesteld.
Gender PUPW schonk grondige aandacht aan een grotere deelname van vrouwen aan in alle activiteiten en de participatie van vrouwen in de administratieve comité en op managementniveau. Er werd meer informatie vergaard omtrent vrouwenkwesties door het inzetten van vrouwelijke veldwerkers. Tijdens vergaderingen werd er ook meer geconcentreerd op en gediscussieerd over genderkwesties en er werd een nieuwsbrief gepubliceerd waarin vrouwenkwesties besproken werden.
Milieu In 2015 heeft FOS een handleiding voor de transversale implementatie van het thema milieu in haar programma afgewerkt. FOS schreef hierin haar visie op klimaat en milieu uit in relatie tot sociale bescherming. FOS bevroeg de partnerorganisaties naar hun visie op klimaat en milieu, hun huidige activiteiten en wat ze in de toekomst graag zouden doen en wat de mogelijke steun van FOS zou kunnen zijn. De resultaten van dit onderzoek zijn ondertussen verwerkt in deze concrete handleiding. PUPW heeft milieu niet opgenomen in de belangrijkste doelstellingen, maar focust met haar activiteiten op veiligheid en gezondheid op het werk – waar milieu deel van uitmaakt.
Geplande evaluatie FOS heeft in 2015 een regio-overschrijdende externe evaluatie laten doorgaan. Met de externe evaluatie wil FOS leren van de strategieën en beleidsbeïnvloedende activiteiten van haar partnerorganisaties en over haar huidige interventiestrategie en die indien nodig verbeteren. De bespreking van de resultaten van de externe evaluatie is voorzien in 2016.
JAARVERSLAG2015
70
Ondersteuning door sectorfondsen ____________________________________________________________ FONDS VOOR BESTAANSZEKERHEID VAN DE PETROLEUMSECTOR (Petroleumfonds)
CIPCA Project: versterking voedselveiligheid met gebruik van alternatieve energie door de boeren- en inheemse organisaties in en nabij San Ignacio de Velasco Investeringen: 3 toonexemplaren van elektrische omheiningen op zonne-energie werden geïnstalleerd in San Rafaelito, San José de la Embocada, en Santa Clara de la Estrella. Verder werden nog aangekocht: 1 watertank in Chirimoya, zonnelampen en zonnebatterijen voor Chirimoyas en Tierra Hermosa. De herstelling van en koeling voor de fruitdroogafdeling van de vrouwenorganisatie Bartolina Sisa van San Martín werd gerealiseerd. Vormingen: 4 vormingsmodules werden georganiseerd met als thema´s de versterking van het ondernemerschap, bedrijfsbeheer en administratie, transformatie en commercialisering, en sociale controle. Meer vrouwen en jongeren van de lokale afdelingen van de Bartolinas Sisa. In totaal namen 261 vrouwen, 83 mannen, en 48 jongeren deel. Uitwisseling: vrouwenorganisaties van het project namen deel aan verschillende fora (IV Feria Agroecológica Intercultural del Distrito 7, I Feria Integral de Palmarito de la Frontera, I Feria de la Fruta Silvestre, XI Feria Nacional de la Piña Guaraya, Feria de la Mujer y la III Feria y Foro de Desarrollo Productivo Agroecológico). Dit liet alliantievorming met organisaties als Bartolina Sisa, MINGA, CSUTC-SM, Movimiento Sin Tierra, alsook lokale autoriteiten toe. Een beleidsvoorstel over rurale economische ontwikkeling werd uitgewerkt door de vrouwenorganisaties van de regio en voorgelegd aan de gemeente San Ignacio de Velasco. Beleidswerk: een samenwerkingsovereenkomst werd ondertekend tussen CIPCA en het overheidsprogramma Programa Amazonia Sin Fuego, toebehorende tot het Ministerie van leefmilieu en water, dat duurzame projecten ondersteund en stimuleert. Een systematisering van de ervaringen binnen het project werd ontwikkeld; ‘Desarrollo Rural en Acción: Sistematización de experiencias en Guarayos y Velasco’. Dit moet de ervaringen van het project bundelen en verspreiden. Alternativa Project: sociale bescherming en duurzame rurale ontwikkeling voor de koffieboeren in en rondom Caranavi (het energieluik is een onderdeel van het project, onderstaande resultaten hebben alleen betrekking op het energieproject) Investeringen: tot eind 2015 werden 200 ecologische houtkachels vervaardigd voor evenveel families in de regio, door de daarvoor opgeleide gezondheidssecretarissen. Een jaarlijkse samenwerkingsovereenkomst met de Duitse coöperatie GIZ kwam tot stand, waarbij kosten en investeringen gedeeld worden. De gezondheidssecretarissen kregen onder meer vormingen van experten van GIZ.
JAARVERSLAG2015
71
Vormingen: de gezondheidssecretarissen kregen vormingen (bijscholing) over de bouw en herstelling van de ecologische houtkachels, (daarnaast kregen ze ook vormingen over traditionele geneeskunde, gezondheid). Vervolgens gaven ze zelf vormingen over de houtkachels aan de geïnteresseerde families. Uitwisseling: een uitwisseling tussen beide energieprojecten werd georganiseerd in juni 2015. De technische coördinator en verantwoordelijke van het Alternativaproject, en een lid van het vrouwencomité van koffiefederatie FECAFEB, reisden naar San Ignacio de Velasco om ervaringen uit te wisselen over hun respectievelijke energieprojecten. Op basis hiervan werd een voorstel gedaan om tijdens 2016 in Caranavi ook zonnedrogers te installeren. Dit voorstel werd echter nog niet gevalideerd door de koffiecoöperatieven, het succes van de ecologische houtkachels is bijzonder groot en zal dit jaar sowieso een verlengstuk krijgen (GIZ stopt midden dit jaar met zijn activiteiten in Caranavi). Beleidswerk: FECAFEB, met ondersteuning van de NGO Alternativa, slaagde erin een akkoord te bekomen met de gemeente Caranavi, het lokaal ziekenhuis en de lokale ombudsman over hun actieve deelname aan de gezondheidscampagnes. Deze 3 actoren namen de gezondheidsproblematiek van de afgelegen koffieboeren in het verleden niet op, en dit akkoord is dan ook een heuse stap vooruit richting verduurzaming van de gezondheidswerking in de regio. -> de erkenning die FECAFEB en vooral Alternativa genieten met de gemeente Caranavi heeft veel te maken met het overweldigende succes van de ecologische houtkachels. Evaluatie energieprojecten Bolivia Het gebruik van alternatieve energie in de gezondheidsprojecten met de koffieboeren van FECAFEB en met CIPCA werd geëvalueerd door een externe evaluator. Uit de evaluatie bleek dat de energiebesparende houtkachels voor de koffieboeren een groot succes zijn bij de lokale bevolking. De doelgroep evalueerde de houtkachels bijzonder positief omwille van de gezondheidseffecten, het dalende verbruik van LPG en de verkorte tijdsduur die vrouwen stoppen in het sprokkelen van hout. De energiebesparing blijft relatief laag en schommelt rond de 10%. Daarnaast werd de ‘teach-the-teachermethodiek’ waarbij men gezondheidssecretarissen opleidt in de bouw van ovens, heel positief geëvalueerd. Ook bij CIPCA bleek de culturele aanvaarding van de nieuwe technologieën groot. De voornaamste moeilijkheid bij deze projecten is het gebrek aan technische capaciteit van de partner inzake onderhoud en herstelling van de technologieën. Omdat dit meteen ook de duurzaamheid in gevaar brengt, werd er gekozen om in 2016 vooral in te zetten op de technische vorming van de lokale bevolking.
Activiteiten en resultaten 2015 Investeringen ‐ Aankoop van 26 zonnepanelen (13 gefinancierd vanuit het energiefonds en 13 ondersteund door de fabriek El Angel). ‐ Installatie, plaatsing en onderhoud van 19 zonnepanelen bij de families van suikerrietkappers in de omringende gemeenschappen van de suikerfabriek El Angel. De installatie gebeurt op vrijwillige basis door de leden van de vakbond STEIA in samenwerking en met steun van de begunstigde families. Vorming Organisatie van 7 opleidingssessies van een halve dag met in totaal 77 deelnemers (waarvan 17 vrouwen) over elektriciteit en onderhoud van de zonnepanelen. De begunstigde families zijn hierdoor instaat zelfstandig de panelen te onderhouden en kleine reparaties uit te voeren. JAARVERSLAG2015
72
-
Organisatie van 2 vormingssessies over het themaklimaatverandering, milieu en collectieve onderhandelingen gericht op vakbondsleiders van de 5 vakbondsorganisaties in de suikersector in El Salvador (gemiddeld 30 deelnemers) en 1 vormingssessie op gemeenschapsniveau met ongeveer 100 deelnemers over gevolgen voor het lokale leefmilieu van de productie in de suikerfabriek El Angel.
Ontwikkelingsperspectieven Exploratiestudie naar de leefomstandigheden van de rietkappers en hun families en de mogelijkheden voor sociaaleconomische ondersteuning vanuit de recent opgerichte vakbond van rietkappers SITRACAÑA. Uitwisseling en bewustwording Forum voor FOS partners en andere genodigde actoren (90 deelnemers) over klimaatsverandering en milieu. Doel: vergroting van bewustwording en het stimuleren van lokale initiatieven van sociale organisaties rond milieubescherming en toepassing van schone energie. Binationaal forum over de integratie van milieu en klimaat als sociale determinant van gezondheid in de werking van de partners. Resultaten tot op heden: Op sociaal vlak In totaal 217 families (meer dan 1000 begunstigden) hebben toegang gekregen tot elektriciteit op basis van zonnepanelen. De toegang tot elektriciteit betekent een belangrijke verbetering van hun levensomstandigheden. Het stelt hen in staat op een betaalmare manier hun huis te verlichten, verbetert de studiemogelijkheden van kinderen, en biedt hen de mogelijkheid om eenvoudige elektrische apparaten te gebruiken (radio, mobiele telefoon, kleine ventilatoren). Meer dan 100 jongeren binnen de gemeenschappen Petacones, Colonia obrera, El castillo II y III, Suchinango, Las Champas, Joyas del Norte, Cantón Guadalupe, El Olimpo, Mapilapa, Suchinango, La Periquera, El Paisnal, Mecafe en La lava, hebben een korte cursus gevolgd en zijn in staat de zonnepanelen te onderhouden. De sociale organisatie in de buurtgemeenschappen is versterkt, evenals de organisatie van de rietkappers, hetgeen heeft geresulteerd in de oprichting van de vakbond SITRACAÑA in 2014, met zo´n 750 leden. Op vlak van gezondheid De meer dan 1000 begunstigden van de zonnepanelen hebben toegang tot schone elektriciteit, die de traditionele kaarsverlichting vervangt, die schadelijk is voor ogen en luchtwegen. Partners van FOS die werken rond toegang tot gezondheid (ACCPS en AMSATI in El Salvador en ALCISAOH in Honduras) zijn zich meer bewust geworden van klimaat- en milieufactoren als determinanten van gezondheid, en hebben deze factoren opgenomen in hun preventieve beleidsbeïnvloeding rond kwalitatieve gezondheidszorg. Op vlak van duurzaamheid voor het milieu Het gebruik van de zonnepanelen betekent een stimulans voor het gebruik van schone energiebronnen. Het succesvolle project heeft diverse andere ngo´s (CESTA, UNES) in het land gestimuleerd om ook te experimenteren met schone energie. Ook heeft het project als voorbeeld gediend bij lessen over schone energie op de Nationale Universiteit en de universiteit Don Bosco.
JAARVERSLAG2015
73
Door de vorming binnen de gemeenschappen, de vakbonden en de directie binnen de suikerfabriek el El Angel, is er meer aandacht voor milieuaspecten binnen de suikersector en worden er voorstellen ontwikkeld door de vakbond STEIA, om dit thema op te nemen binnen de collectieve onderhandelingen.
Voornaamste verwezenlijkingen in 2015 Provinciale boerenunie UCAMA ging verder op de weg die in 2014 was ingezet door opnieuw één irrigatie-installatie aan te schaffen en te plaatsen bij een lokale boerenvereniging. Dit jaar werd de vereniging Tama Uripo-Heroi Mozambique uitgekozen, in de district Chimoio, met 22 aangesloten boeren en hun gezinnen. Het irrigatiesysteem leidt tot meerdere verbeteringen, onder meer tijdswinst doordat niet meer manueel moet worden geïrrigeerd, financiële winst doordat niet meer gewerkt moet worden met petroleumpompen en doordat grotere gebieden konden worden geïrrigeerd. Dankzij de productieverhoging konden de gezinsinkomens worden verhoogd, wat rechtstreeks leidde tot financiële ruimte voor o.a. het betalen van schoolmateriaal, betaling voor een hospitaalbezoek, én gezondheidswinsten dankzij de diversificatie van gewassen die leidde tot een gezondere voedselinname van de gezinnen. Dit laatste element werd nog eens versterkt door de actie van de gezondheidsactivistes van UCAMA, die werken rond preventie en mobilisatie rond gezondheid, onder meer door voorlichting over gezonde voeding. Landarbeidersvakbond SINTAF werkte in de eerste jaarhelft 2015 verder aan de uitrusting van de klaslokalen in Niassa waarvoor in 2014 reeds zonnepaneleninstallaties waren aangekocht. In 2015 vonden 48 lessen plaats in deze lokalen. In het tweede jaarhelft werden nieuwe bedrijven geïdentificeerd voor het project, voornamelijk door het betrekken van de gemeenschappen rond de bedrijven waar een geëlektrificeerd klaslokaal zou worden geïnstalleerd. Uiteindelijk werden 4 bedrijven geselecteerd in de provincies Maputo en Gaza. Naast zonnepanelen werd ook geïnvesteerd in de materialen om de klaslokalen aan te kleden. Er wordt steeds gestreefd naar ruimte en materialen voor 46 personen. Hoewel bedrijfsleiders initieel twijfels hadden bij het project, uiten deze nu hun appreciatie voor de resultaten: er is een stijging van 30% van de werknemers met een minimale geletterdheid. De aanwezigheid van de klaslokalen blijkt ook positief te zijn voor de bekendheid van SINTAF bij de rurale gemeenschappen, die traditioneel weinig kennis hebben van actoren in het sociaal overleg. Uitdagingen UCAMA en SINTAF ondervinden veel problemen inzake de beveiliging van de zonnepaneleninstallaties. De zonnepaneleninstallatie voor irrigatie bij UCAMA bevindt zich immers op de gemeenschappelijke grond van de vereniging en niet meteen bij de woonplaats van de leden. Een antwoord op deze uitdaging werd gezocht in het aanduiden van een veiligheidscomité die de veiligheid opvolgt en het aanstellen van een veiligheidswacht vanuit de middelen van de vereniging. Bij de kosten-batenanalyse bij de leden van de vereniging was immers gebleken dat het irrigatiesysteem goed bijdraagt aan een verbetering van hun leven. UCAMA blijft zich garant stellen voor de toezicht op het systeem en de ondersteuning van de vereniging. SINTAF investeert in sterke armaturen en maakt afspraken met de bedrijven voor wat betreft de beveiliging van de installaties. Door het betrekken van de lokale gemeenschappen, wordt ook de sociale controle verbeterd.
JAARVERSLAG2015
74
Vooruitblik op 2016 UCAMA zal opnieuw een vereniging selecteren voor de plaatsing van een irrigatie-installatie. SINTAF heeft in de provincies Zambezia, Maputo en Gaza bedrijven geïdentificeerd waar gemeenschappen zich positief hebben uitgelaten over de beschikbaarheid van klaslokalen. De eerste gesprekken hierover met de bedrijven zijn begin 2016 gestart. Men voorziet een installatie tegen mei-juni 2016.
SOCIAAL FONDS VOOR VOEDSELNIJVERHEID (VIA FONDS-HORVAL)
Confederatie van Landarbeiders van Bolivia CNTAC-B - CIPCA Door de oprichting van de Nationale Confederatie van Landarbeiders (CNTACB) in oktober 2014 behaalden we reeds de vooropgestelde doelstelling voor 2016; een intersyndicaal platform dat de Boliviaanse landarbeiders verdedigt. De uitdaging voor 2015 was dan ook de consolidering van de nieuwe Confederatie. De Confederatie zette met de steun van Boliviaanse NGO CIPCA in 2015 enorme stappen vooruit in het bekomen van zijn juridische persoonlijkheid en in zijn relatie met de Boliviaanse vakbondskoepel COB, essentieel voor de consolidering. De organisatie positioneerde zich alsook op internationaal niveau door de deelname van enkele afgevaardigden aan 2 belangrijke internationale evenementen; het Ethisch Tribunaal over de schending van de rechten van voornamelijk vrouwen in de agro-industrie, dat doorging in Peru, en de derde regionale bijeenkomst van de vakbonden uit de agro-industrie in Ecuador. CIPCA en de landarbeiders werkten op deze bijeenkomst aan sociale bescherming en de impact van klimaatverandering op de leef- en arbeidsomstandigheden in de sector, en namen het voortouw in het proces van regionale eenmaking in de sector. De Federatie van Huishoudpersoneel in Bolivia FENATRAHOB De Federatie van Huishoudpersoneel in Bolivia, FENATRAHOB, heeft meer leden aangetrokken en het nieuwe registratie- en beheersysteem verfijnd en operationeel gemaakt. De Federatie heeft ook sterk ingezet op toegang tot nieuwe technologieën voor de lidvakbonden en op de uitbreiding van de juridische dienstverlening. Daarnaast gaf FENATRAHOB verdere opvolging aan de toepassing van C189 van de IAO over waardig huishoudwerk, waarbij de balans van de toepassing door de Boliviaanse overheid werd opgemaakt in een verslag dat aan de IAO werd bezorgd, waarbij 690 leden vorming kregen over het in 2014 bekomen arbeidscontract en loonboekje, en waarbij beleidsprocessen werden verdergezet in verband met de sluiting van private interimkantoren die vaak aan mensenhandel doen, en de toegang van huishoudpersoneel tot een gezondheidsverzekering. FENATRAHOB organiseerde een internationaal event over sociale bescherming in La Paz met deelname van huishoudvakbonden uit 9 Latijns-Amerikaanse landen om politieke druk te creëren en de publieke opinie te sensibiliseren. Hoewel er concrete voorstellen op tafel liggen voor de gezondheidsverzekering, kwam het in 2015 niet tot een akkoord. Op lokaal vlak daarentegen, boekten heel wat lidvakbonden van FENATRAHOB belangrijke resultaten in hun onderhandelingen met lokale actoren zoals de gemeentes en lokale afdelingen van vakbondskoepel COB. Dit leidde onder meer tot financiele en infrastructurele steun. Dit is de vrucht van de vormingsprocessen getrokken door FENATRAHOB.
JAARVERSLAG2015
75
De Federatie van Koffie-exporterende Boeren van Bolivia, FECAFEB De Federatie van Koffie-exporterende Boeren van Bolivia, FECAFEB, met ondersteuning van de NGO Alternativa, slaagde erin een akkoord te bekomen met de gemeente Caranavi, het lokaal ziekenhuis en de lokale ombudsman over hun actieve deelname aan de gezondheidscampagnes. Deze 3 actoren namen de gezondheidsproblematiek van de afgelegen koffieboeren in het verleden niet op, en dit akkoord is dan ook een heuse stap vooruit richting verduurzaming van de gezondheidswerking in de regio. Een forum werd georganiseerd over arbeidsomstandigheden en sociale bescherming door Alternativa, CIOEC en Soluciones Prácticas, met deelname van het bestuur van FECAFEB, en afgevaardigden van het Ministerie van Gezondheid en Arbeid. FECAFEB hield bovendien zijn congres, en voor het eerst in zijn geschiedenis bestaat het bestuur nu uit 3 mannelijke en 3 vrouwelijke leden. 3 vrouwen uit het vrouwencomité werden verkozen dankzij de structurele deelname van de gezondheidssecretarissen en het vrouwencomité aan de activiteiten van FECAFEB. Jammer genoeg bleek dat de vrouwelijke bestuursleden nog steeds het onderspit moeten delven voor hun mannelijke collega´s in het bestuur van de organisatie. De gezondheidssecretarissen boden verder technische assistentie bij de bouw van ecologische houtkachels. Steeds meer mensen zetten de stap en uit een externe evaluatie is gebleken dat de culturele aanvaarding van de kachels bijzonder groot is. Het gedetailleerde verslag voor HORVAL werd reeds aan FOS Brussel bezorgd. Daarin vindt men gedetailleerde informatie over activiteiten, resultaten en ontwikkelingen bij iedere partner.
In Cuba steunt HORVAL sinds 2014 de boerderijen van de vakbondskoepel CTC. In totaal wordt in 8 provincies de syndicale boerderij geholpen bij het verhogen en diversifiëren van hun landbouw- en veeteeltproductie. Er wordt gemikt op een stijging van 30% van de productie op 3 jaar tijd. Uitbreiden van het landbouwareaal is niet mogelijk. De stijging moet daarom aan de hand van een hogere efficiëntie bereikt worden. Hiervoor wordt onder andere in irrigatiesystemen, tractors, ploegen, transportmiddelen en werktuigen geïnvesteerd. Voor het verbreden van het aanbod wordt in de boerderij van Havana een artisanale groenten- en vleesverwerkingseenheid gebouwd en uitgerust. Ook de hygiene van het slachten en de voedselbewaring worden via de geschikte uitrusting aanzienlijk verbeterd. Het doel van de boerderijen is de voedselzekerheid verhogen. Het personeel van de vakbondskoepel, hun familie en het netwerk van hotels en residenties van de CTC krijgen een gevarieerd en goedkoop aanbod van ecologisch geteelde voeding gepresenteerd. Gezamenlijk komt de productie van de 8 boerderijen 4.400 werknemers en 26.000 familieleden ten goede. In een eerste fase worden voornamelijk de boerderijen van de 2 dichtstbevolkte steden, Havana en Santiago de Cuba, ondersteund. In de boerderij van Havana steeg in 2015 de landbouwproductie met 10 en de vleesproductie met 15%. In Santiago de Cuba bedroegen de stijgingen respectievelijke 8 en 12%. De toenamen betekenden bovendien een fikse verhoging van de lonen van de arbeiders op beide boerderijen. In alle boerderijen werden de arbeiders met nieuwe arbeidskledij en beschermingsmiddelen uitgerust. Naast de boerderijen van CTC steunt HORVAL 2 vakbonden gekoppeld aan de voedselproductie en –verwerking: SNTA (suikerrietsector) en SNTIAP (voedingsnijverheid). Beide vakbonden worden ondersteund bij hun syndicale vorming. Dit JAARVERSLAG2015
76
gebeurt hoofdzakelijk door het ter beschikking stellen van didactische materialen en uitrusting, het drukken van cursusmaterialen voor de vormingen en het propagandamateriaal voor de preventie- en sensibiliseringscampagnes. Ten slotte worden jaarlijks een 5-tal leslokalen vernieuwd en uitgerust. In 2015 werden 32 provinciale coördinatoren bijgeschoold en ontvingen 49.500 vakbondsleiders vorming op gebied van vakbondswerking, loonsystemen, cao, arbeidsrechtspraak en veiligheid en gezondheid op het werk. In 2016 zetten we de syndicale vorming verder in andere bedrijven. Einde 2015begin 2016 werden een aantal reglementen betreffende de loonsystemen en het financiële beheer van de staatsbedrijven gewijzigd. Dit proces van permanente aanpassingen in het kader van de verbetering van het sociaaleconomische model van Cuba, in 2011 opgestart, zorgt voor een aanhoudende inspanning van de vakbonden om haar leden hierover in te lichten en bij te scholen.
COVALENT – FONDS VOOR VORMING IN DE SCHEIKUNDIGE NIJVERHEID Voornaamste verwezenlijkingen Boerenunie UNAC breidde zijn acties uit van twee districten in 2014 naar drie districten in de provincie Gaza in 2015: Chicualacuala, Guija en Mabalane. Tegen het einde van het jaar telde UNAC Gaza 1138 leden bij 34 lokale verenigingen. Het merendeel van de leden zijn vrouwen (69%), maar slechts 29% van de verenigingen hebben een vrouwelijke voorzitter. Tijdens 2015 werden veel inspanningen geleverd om de duurzaamheid van de aangesloten boerenverenigingen te verhogen. Spaargroepen (voor en door vrouwelijke boeren) ondersteunen de financiële duurzaamheid. Leiderschapsvorming (inclusief leiderschap voor vrouwen) en vormingen rond organiseren van een vereniging versterken de structurele duurzaamheid. Een 6-daagse uitwisseling met UCAMA in de provincie Manica liet toe om nieuwe inzichten en kennis op te doen m.b.t. spaargroepen en gezonde voeding. Ter ondersteuning van de uitbouw van een provinciale unie werden verscheidene lokale facilitators aangesteld, met elk een duidelijke opdracht, zoals vorming over duurzame landbouw en gezonde voeding voor kwetsbare groepen. Door gebruik van de gemeenschapsradio, voornamelijk met boodschappen rond duurzame landbouwtechnieken, bereikt UNAC een ruimere groep dan louter haar leden. De provinciale leiders en technici brachten bezoeken aan de verenigingen in de districten Chicualacuala en Mabalane om de realiteit op het terrein goed in te schatten. Vaak gehoorde klachten betroffen de gevolgen van het uitblijven van de regen: sterfte van vee, te laag waterniveau in de rivier voor irrigatie, stijgende voedselonzekerheid. Tenslotte startte UNAC Gaza in Chokwe met de bouw van een provinciaal kantoor ingezet. Landarbeidersvakbond SINTAF breidde zijn acties uit tot twee nieuwe districten, waar in vier bedrijven een werknemerscomité werd opgericht. Zes délégués werden gevormd over de vakbond als organisatie, de arbeidswetgeving en collectieve onderhandeling. De leden van de werknemerscomités werkten aan cao-eisenbundels op om voor te leggen aan de werkgever. In één bananenbedrijf werd een CAO afgesloten, met meerdere verbeteringen voor de werknemers, o.a. loonsverhoging voor seizoenarbeiders, verplicht gebruik van beschermingskledij, een kantine voor de lunchpauzes.
JAARVERSLAG2015
77
Uitdagingen Omdat UNAC zich als nationale boerenbond vaak erg kritisch opstelt tegen zaken als landroof, ondervindt de organisatie vaak tegenwind vanwege de Mozambikaanse overheid. Daarom richt UNAC zich in Gaza, waar nauwelijks sprake is van landroof, vooral op dienstverlening aan lokale boeren, wat op grote appreciatie kan rekenen van de lokale overheden. Veel landbouwbedrijven in Mozambique zijn tegenwoordig in handen van buitenlanders die de Portugese taal niet beheersen en niet op de hoogte zijn van de nationale arbeidswetgeving. Dit zorgt voor SINTAF voor grote drempels bij de onderhandeling van cao’s. Vooruitblik op 2016 De provinciale structuur van UNAC zal in 2016 officieel worden opgericht en in Chicualacuala wordt de districtsvereniging geofficialiseerd. Daarnaast wordt de dienstverlening verder uitgebouwd rond de spaargroepen, voorlichting over gezonde voeding en duurzame landbouwtechnieken en blijft UNAC inzetten op lokale radio-uitzendingen. SINTAF zet de cao-onderhandelingen verder in 3 bedrijven, richt vrouwencomités op in de bedrijven met een werknemerscomité en breidt zijn activiteiten uit naar de 2 overblijvende districten. Covalent voorzag vanaf 2015 bijkomende middelen voor ILRIG en SINTAF binnen het programma sociale bescherming in regio zuidelijk Afrika, medegefinancierd wordt door DGD. ILRIG en SINTAF versterken de capaciteiten van bevolkingsgroepen in precaire levensomstandigheden zodat deze beter in staat zijn om hun toegang tot waardig werk en gezondheid te verzekeren.
JAARVERSLAG2015
78
FOS IN VLAANDEREN
JAARVERSLAG2015
79
Totaal Budget Budget Educatie Donoren Budget Beleidsbeïnvloeding Donoren
FOS in Vlaanderen 499.983,49 euro 344.123,47 euro DGD, NVSM, Provincie West-Vlaanderen, 11.11.11 155.860,02 euro DGD, 11.11.11
De sensibiliseringscampagne die FOS traditioneel elk voorjaar organiseert, ging voor het eerst over sociale bescherming. Samen met 11.11.11, de vakbonden, mutualiteiten en andere ngo’s zette FOS zich in om de Belgische bevolking te sensibiliseren. De campagne werd in verschillende werkgroepen voorbereid, waarin FOS een actieve rol opnam. Tot slot werd de campagne van 2014 uitvoerig geëvalueerd, waaruit FOS heel wat opstak. Binnen de partnerschappen die FOS heeft met verschillende organisaties van de socialistische beweging, viel in 2015 op dat verschillende partners hun Zuidpartners bezochten. Het ondersteunen van politieke acties en solidariteitsmaaltijden was in 2015 ook een gegeven. Wat onze publicaties betreft, is het aantal abonnees, zowel op FOSFOR als op onze elektronische nieuwsbrief, gestegen. Door die publicaties blijven we in contact met onze storters en sympathisanten en kunnen we hen blijvend warm maken. Zij vormen een belangrijk doelpubliek, maar niet het grootste. Het ruimere doelpubliek zijn alle leden van de socialistische beweging. Daarom proberen we te communiceren via de kanalen die hen reeds bereiken, namelijk de ledenbladen en websites van de organisaties waarbij ze zijn aangesloten. In 2015 hebben we extra aandacht geschonken aan de digitalisering van communicatie. Zo publiceerden we meer artikels via online kanalen, zowel van de sociale beweging als daarbuiten, en werd een sociale mediastrategie ontwikkeld. Naast educatief werk, nam FOS ook formeel het beleidsbeïnvloedend werk op, ook binnen ons DGD-programma. Door middel van allianties en netwerken bracht FOS sociale bescherming meer aan bod in het beleid. Verder konden we via de netwerken strijden voor sociale bescherming, met de steun van de socialistische beweging kunnen rekenen. Op de volgende bladzijden kan je uitgebreid lezen wat FOS in Vlaanderen heeft gerealiseerd in 2015.
JAARVERSLAG2015
80
SOCIALE BESCHERMING VOOR IEDEREEN
In 2015 ging de gemeenschappelijke campagne Sociale Bescherming voor Iedereen! van start. Samen met 11.11.11, de vakbonden, mutualiteiten en andere ngo’s zet FOS zich twee jaar in om de Belgische bevolking te sensibiliseren rond sociale bescherming. De campagne werd in verschillende werkgroepen voorbereid, waarin FOS een actieve rol opnam. Het eerste jaar werd er voornamelijk gefocust op het socialiseren van de term ‘sociale bescherming’. Aan de hand van een gemeenschappelijk campagnedossier werd de discussie inhoudelijk gevoed. Op een meer laagdrempelig niveau werd er gekozen voor het actiemodel “Supporter mee”. Deelnemers werden opgeroepen om een ‘supporterfoto’ te nemen en die up te loaden op de gemeenschappelijke website www.socialebescherming.be. Doelstelling was om zo veel mogelijk foto’s te verzamelen, om zo aan Belgische politici te tonen dat er een basis is voor sociale bescherming. Bijhorend bij het actiemodel werd er een supporterscafé ontwikkeld als gemeenschappelijke campagnestand. FOS trok naar verschillende Noord-Zuid evenementen samen met 11.11.11 en Wereldsolidariteit. De gemeenschappelijkheid van de campagne werd niet alleen uitgedragen door een gemeenschappelijke stand maar ook door het samen organiseren van evenementen. Zo werd er in Leuven samen een debat georganiseerd op het Wereldfeest, op Manifiesta werd er samen een paneldebat gemodereerd, in Roeselare een solidariteitspicknick en in Brugge werd On!-rust georganiseerd. Als afsluiter van campagnejaar 1, werd er in het federaal parlement een hoorzitting door alle campagnepartners georganiseerd. Tijdens de hoorzitting namen onder andere Dirk Vandermaelen (parlementslid sp.a) en Chris Vandenbossche (provinciaal secretaris Bond Moyson West-Vlaanderen) het woord. Zelf koos FOS als case voor het verhaal van de suikerrietkappers in El Salvador. De kappers werken vaak zonder contract of onder dagcontract, krijgen geen beschermkledij en werken voor lage lonen. Door het gebrek aan sociale bescherming zijn de werknemers erg kwetsbaar. Hun case werd extra zichtbaar gemaakt aan de hand van een aantal materialen. FOS liet een documentaire maken in El Salvador die in een 20-tal minuten het regionaal verhaal van de suikerrietkap brengt. Daarnaast werkte FOS een fototentoonstelling uit die het verhaal van de suikerrietkappers brengt in een tiental beelden. Tenslotte werkte FOS een interactieve vorming uit Bitterzoet, dit is geen fictie!. Naast de suikerrietcase geeft de vorming meer informatie over de inhoud van sociale bescherming. Maar daar stopt het niet. De aftrap JAARVERSLAG2015
81
van de campagne werd gegeven met een startdag in GC de Markten (Brussel). Tine Soens (sp.a parlementslid), Koen De Tavernier (11.11.11), Chibebe Wellington (ITUC) en Jef Maes (ABVV) waren enkele van de aanwezige kopstukken. Nadien verwelkomde FOS Iris Munguía uit Honduras (federatie van vakbonden uit de agro-industrie van Honduras)en Noé Nerio uit El Salvador (algemeen secretaris suikerrietvakbond El Salvador). Tijdens de Tournée Sociale getuigden ze in verschillende gemeenten1 over hun strijd voor sociale bescherming. Daarnaast brachten ze ook een bezoek aan de haven van Antwerpen en het Laboratorium voor Tropische Plantenteelt van de KU Leuven. Naast de grotere activiteiten koos FOS er opnieuw voor om een wedstrijd in de loketten van de mutualiteit en vakbond te organiseren. De oude vertrouwde formule werd van onder het stof gehaald met als vernieuwing de aanwezigheid van twee personeelsleden en enkele vrijwilligers die op 1 dag aanwezig waren in de loketten. Op die manier konden bezoekers worden aangesproken om deel te nemen en kregen ze meer informatie over de campagne. Parallel met de uitvoering van de campagne liep een externe evaluatie van de Recht op Waardig Huishoudwerk-campagne door ‘Context, international cooperation’. De evaluatie maakte duidelijk dat er heel wat bijsturingen/aanpassingen gewenst zijn. In 2016 zal FOS die bijsturingen/ aanpassingen doorvoeren binnen het bestaande logisch kader. Vanaf 2017 wordt ook het logisch kader zelf aangepast in functie van de resultaten van de evaluatie en van de resultaten van de besprekingen ervan met de socialistische beweging.
1
Halle, Oostende, Herentals, Gent, Aalst, Lommel en Kapellen.
JAARVERSLAG2015
82
In de kaders hieronder geven we een overzicht van de partnerschappen tussen de socialistische beweging en de FOS-partners in het Zuiden. Links wordt toegelicht met welke Zuidpartner er een partnerschapsband bestaat, en rechts welke activiteiten of acties hierrond in 2015 werden georganiseerd in Vlaanderen. Partnerschap tussen FOS en Algemene Centrale – ABVV – Gewest Antwerpen – Waasland Zuidpartner(s)
Acties / activiteiten in 2015
Colombia: FENSUAGRO (Federación Nacional Sindical Unitaria Agropecuaria Nationale Eenheidsvakbondsfederatie van de Landbouw) SINTRAIMAGRA (Sindicato Nacional de trabajadores de la industria de productos grasos y alimenticios Nationale Vakbond van Arbeiders in de industrie van vetrijke en voedingsproducten) ASOLABORALES (Asociación de Abogados Laboralistas de Trabajadores - Vereniging van Arbeidsadvocaten)
Bijeenkomsten en infomomenten Briefschrijfacties tegen bedreigingen van partnerorganisaties in Colombia en vrijlating Hubert Ballesteros Reis naar Ghana ivm monitoring Voorbereiden, voeden en promotie van Stop The Killings
Partnerschap tussen FOS en Algemene Centrale – ABVV Zuidpartner(s)
Acties / activiteiten in 2015
PALESTINA PALESTINA PGFTU (Palestinian General Verschillende overlegmomenten in kader van gemeenFederation of Trade Unions – schappelijk Noord-werk rond Palestina Palestijnse Algemene Federatie afstemming binnen de beweging over acties, ondertekevan Vakbonden) nen van lobbybrieven etc. CUBA CUBA SNTC (Sindicato Nacional de Bijeenkomsten en infomomenten met Cubawerkgroep Trabajadores de la 1 mei reis naar Cuba Construcción Nationale Vakbond van de Bouw) EL SALVADOR EL SALVADOR STEIA (Sindicato de Bezoek van Noe van STEIA aan de AC in het kader van Trabajadores de Empresa de steun van het Petroleumfonds Ingenio el Ángel – Vakbond van Werknemers van het Suikerbedrijf El Angel)
JAARVERSLAG2015
83
Partnerschap tussen FOS en De VoorZorg provincie Antwerpen Zuidpartner(s)
Acties / activiteiten in 2015
Gezondheidspartners in Peru: ForoSalud (Asociación Foro de la Sociedad Civil en Salud Vereniging Forum van de Civiele Maatschappij rond Gezondheid) PROMSEX (Centro de Promoción y Defensa de los Derechos Sexuales y Productivos - Centrum voor de Promotie en de Verdediging van de Seksuele en Reproductieve Rechten)
Infomomenten/verslaggeving kerngroep Communicatie: publicaties over partnerschap en aankondigingen van activiteiten op de website, op intranet, in het personeelsblad en in S-magazine Deelname aan voorbereidende vergaderingen en organisatie van Café Solidarité in Herentals Voorbereiding fondsenwervende actie 2016
Partnerschap tussen FOS en Bond Moyson Oost-Vlaanderen Zuidpartner(s)
Acties / activiteiten in 2015
Gezondheidspartners in Bolivia: CIPCA (Centrum voor het Onderzoek en de Promotie van de Landbouwsector) Alternativa (een Boliviaanse ngo die al sinds vele jaren een institutionele relatie met de federatie van kleine koffieboeren, FECAFEB, onderhoudt)
Infomomenten/verslaggeving kerngroep Communicatie: publicaties over partnerschap en aankondigingen van activiteiten op de website, op intranet, in het personeelsblad en in S-magazine Deelname aan voorbereidende vergaderingen en organisatie van Café Solidarité in Aalst Fondsenwervende actie gericht naar het personeel
Partnerschap tussen FOS en De Voorzorg Limburg Zuidpartner
Acties / activiteiten in 2015
UCAMA (União Provincial dos Camponeses de Manica - Boerenbond van de Provincie Manica) uit Mozambique
JAARVERSLAG2015
Interactieve stand op de Ladies Night van Viva-SVV Campagnepresentatie tijdens vergaderingen met verantwoordelijken van de socio-culturele organisaties van DeVoorzorg Voorbereidende werkgroep Lommel Organisatie van Café Solidarité in Lommel Aanwezig op 1 mei met interactieve campagnestand in Tessenderlo Solidariteitsmaaltijd UCAMA Vergadering met verantwoordelijken partnerschap De Voorzorg Limburg over vooruitgang UCAMA
84
Partnerschap tussen FOS en het Nationaal Verbond der Socialistische Mutualiteiten (NVSM) Zuidpartner(s)
Acties / activiteiten in 2015
Gezondheidspartners in Bolivia, Het organiseren van de nationale solidariteitsmaaltijd van Nicaragua, Cuba, Zuid-Afrika en FOS tijdens de campagne-periode Mozambique Bezoek viceminister gezondheid van Cuba Bijeenkomst en infomoment
Partnerschap tussen FOS en P&V
Zuidpartner(s)
Acties / activiteiten in 2015
Gezondheidspartners in Nicaragua (PROSALUD) en Honduras (ALCISAOH
Bijeenkomst en infomoment
Partnerschap tussen FOS en Commissie Internationale Solidariteit Zuidpartner(s) PERU: FENTAGRO (Federación Nacional de Trabajadores de Agroindustria y Afines - ) ECUADOR ASTAC (Asociación Sindical de Trabajadoras y trabajadores Agrícola Clementina – Syndicale Vereniging van Landbouwarbeiders Clementina) NICARAGUA CST – ZF (Confederación Sindical de Trabajadores/as de la Zona franca Vakbondsconfederatie van Arbeiders van de Vrijhandelszone) CUBA SNTI – RIL (Sindicato Nacional de Trabajadores de la Industria Rama de la Industria Ligera Nationale Vakbond van de Industrie – tak van de Lichte Industrie)
JAARVERSLAG2015
Acties / activiteiten in 2015
Tweemaandelijkse vergadering van de CIS (Commissie Internationale Samenwerking) Halfjaarlijkse info over partnerwerkingen op de vergaderingen van de CIS 1 mei Kortrijk: aanwezigheid met FOS-campagne – interactieve campagnestand 1 mei Brugge: aanwezigheid met FOS-campagne – interactieve campagnestand Voorbereiding + interactieve bijeenkomsten Nicaraguareis (filmvoorstelling Carla’s song, Nicaragua-avond, evaluatievergadering) FOS-campagnepresentatie op CIS-vergaderingen Voorbereiding en deelname internationale Vormingsweken Voorbereiding en deelname aan Bistro Solidarité te Oostende Aanwezigheid op congressen en events met FOS-stand Informatievergadering met provinciaal secretaris over de projecten met de regioverantwoordelijken van Cuba, Centraal-Amerika en Andes. Mee organiseren van solidariteitspicknick (Roeselare) Mee organiseren van On-rust (Brugge) Nicaraguareis Aanmaken van Nicaraguabrochure Meehelpen op stand Feest in ’t Park Sociale Film actie – film Workers Bistro Solidarité Vorming voor loketmedewerkers (lokettenactie) Lokettenactie on tour – Brugge
85
Partnerschap tussen FOS en Federatie van Socialistische Mutualiteiten van Brabant (FSMB) Zuidpartner(s)
Acties / activiteiten in 2015
Gezonheidspartners uit Ecuador: DONUM LUNA CRECIENTE (Rijzende Maan)
Bijeenkomsten en infomomenten FSMB organiseerde op eigen initiatief een geldinzamelactie voor hun partners in Ecuador. Activiteiten in het kader van de campagne: Tournée Sociale in Halle, FSMB bemande een stand op 1 meiviering in Brussel. Nieuwsbrieven van partnerorganisaties voor FSMB Lokettenactie on tour – Tienen
Partnerschap tussen FOS en Bond Moyson West-Vlaanderen Zuidpartner
Acties / activiteiten in 2015
WFP (Women on Farms Project – Project van Vrouwen op de Boerderijen) uit Zuid-Afrika
Solidariteitsmaaltijd ten voordele van Women on Farms Project in Kortrijk Solidariteitsontbijt in Brugge Vorming Recht op Waardig Huishoudwerk (verschillende groepen) Zuid-Afrikaanse ‘eerlijke wijnbar’ op tal van evenementen Voorbereidende vergaderingen Zuid-Afrika uitwisseling 2016 Zuid-Afrikaanse vertelavonden in talrijke gemeenten Interactieve stands op activiteiten (Dag van de Zorg enz.) Bistro Solidarité Voorstellen campagnematerialen op vergadering met educatieve medewerkers en personeelsleden Lokettenactie on tour – Brugge 1 mei Kortrijk: aanwezigheid met FOS-campagne – interactieve campagnestand 1 mei Brugge: aanwezigheid met FOS-campagne – interactieve campagnestand 1 mei Laarne – Rekkem: aanwezigheid met FOScampagne – interactieve campagnestand Mee organiseren van solidariteitspicknick (Roeselare) Mee organiseren van On-rust (Brugge)
Partnerschap tussen FOS en HORVAL (Centrale Voeding Horeca Diensten ABVV) Zuidpartners CUBA – partner: CTC Fincas (Central de Trabajadores de Cuba Centrale van Arbeiders van Cuba) SNTIAP/SNTA (Sindicato Nacional de Trabajadores de la Industria Alimentaria y la Pesca / Sindicato Nacional de
JAARVERSLAG2015
Acties / activiteiten in 2015 Bijeenkomsten en infomomenten Stand op Manifiesta september 2015 Reis naar Centraal-Amerika juli 2015 Bezoek van Noe van STEIA aan HORVAL Stand Manifiesta met actie voor FESTAGRO in Honduras
86
Trabajadores Azucareros Nationale Vakbond van Arbeiders in de Voedselverwerkendeen Visindustrie / Nationale Vakbond van de Arbeiders in de Suikerindustrie BOLIVIA: FECAFEB (Federación de Caficultores Exportadores de Bolivia - Federatie van Exporterende Koffieboeren van Bolivia CIPCA (Centro para la Investigación y Promoción del Campesinado - Centrum voor het Onderzoek en de Promotie van de Plattelandsbevolking) FENATRAHOB (Federación Nacional de Trabajadores del Hogar - Nationale Federatie van Huishoudwerkers)
JAARVERSLAG2015
87
Regelmatig met onze thema’s en standpunten naar buiten komen, is een must. Zo blijft ons doelpubliek op de hoogte van wat we doen en van de problemen waar onze partners in het Zuiden dagelijks mee geconfronteerd worden. We hebben onze eigen kanalen waarmee we nieuws over onder andere onze acties, campagnes, partners en standpunten verspreiden. Ons tijdschrift FOSFOR, onze e-nieuwsbrief, onze website en sociale media zijn bedoeld voor onze sympathisanten en storters. Zo blijven we met hen in contact en kunnen we hen blijvend warm maken. Zij vormen een belangrijk doelpubliek, maar niet het grootste. Het ruimere doelpubliek zijn alle leden van de socialistische beweging. Daarom proberen we te communiceren via de kanalen die deze mensen reeds bereiken. Namelijk de ledenbladen en websites van de organisaties waarbij ze zijn aangesloten. Hier hebben we in 2015 opnieuw op ingezet, waarbij vooral digitale communicatie extra aandacht kreeg. Ook via de kanalen van de Noord-Zuidbeweging probeerden we een groter publiek te bereiken. Eigen publicaties In 2015 telde ons kwartaalblad FOSFOR gemiddeld 5761 abonnees. Daarnaast delen we FOSFOR ook steeds uit op informatieve stands en wordt het campagnenummer breed verspreid. We besteden blijvend aandacht aan de kwaliteit van ons blad. Het is ons gezicht naar de buitenwereld toe, onze communicatie naar onze eigen vaste achterban. We zorgen voor een goede mix van interviews, standpunten en nieuws uit het Zuiden door de bril van onze partners en nieuws van bij ons. Door het bevestigen van hun interesse in ons tijdschrift, tonen mensen hun betrokkenheid. Nieuwigheid was de vernieuwing van twee rubrieken. De stelling werd vervangen in de #FOSstelling, de rubriek wordt immers ook online verspreid en er wordt opgeroepen tot interactie. De rubriek ‘uit het dagboek van’ werd opengetrokken tot ‘de motivatie van’, waarbij FOS-sympathisanten hun liefde voor sociale strijd uit de doeken doen. In 2015 verhoogde opnieuw het aantal abonnees op onze elektronische nieuwsbrief. We sloten het jaar af met 9185 nieuwsbriefabonnees. Heel wat mensen kwamen dit jaar in contact met FOS en de campagne en gaven aan dat ze op de hoogte wensten te blijven. De abonnees krijgen updates over relevante NoordZuidthema’s en worden via dat kanaal ook opgeroepen om deel te nemen aan acties. Informatie is een belangrijke component van vorming en educatie. We willen dus ook in de toekomst in de elektronische nieuwsbrief blijven investeren. Na een externe evaluatie van onze online communicatie eind 2014, waarbij ook de nieuwsbrief geëvalueerd werd, verstuurden we in 2015 regelmatiger nieuwsbrieven (twee-wekelijks in plaats van maandelijks, met uitzondering van vakantieperiodes). De vormgeving van de nieuwsbrief werd eveneens aangepast en een proces van volledig websitevernieuwing werd opgestart. In 2015 zette FOS sterk in op sociale media. Na de evaluatie van onze online communicatie werd een sociale mediastrategie uitgewerkt voor Facebook, Twitter en Instagram. Hiermee wil FOS een sterkere verbinding krijgen met haar doelgroep en aan educatief werk doen door interactie aan te moedigen. Het succes van de nieuwe strategie liet zich reeds voelen in een significante stijging van het bereik van FOS op de verschillende sociale media. De sociale mediakanalen van FOS promoten we zo veel mogelijk in onze externe communicaties, bijvoorbeeld in online artikels of in artikels in de ledenbladen van de socialistische beweging. JAARVERSLAG2015
88
Ledenbladen In 2015 verschenen 69 gedrukte artikels of advertenties in de tijdschriften van de socialistische beweging en de Noord-Zuidbeweging of in enkele andere media. Daarmee bereikten we naar schatting 102.059 lezers. We baseerden ons voor deze berekening op de abonneeaantallen van de tijdschriften in kwestie, en rekenen dat 10% van de lezers de bijdragen van FOS gezien en gelezen hebben. Daarnaast publiceren we ook steeds meer artikels of aankondigingen via de online kanalen zoals websites en nieuwsbrieven van de socialistische en de Noord-Zuidbeweging. FOS zorgde voor 183 online artikels of aankondigingen op andere websites en in nieuwsbrieven. We proberen zoveel mogelijk artikels en aankondigingen van FOS te laten opnemen in de online en offline communicatie van de socialistische beweging en de Noord-Zuidbeweging. Op die manier vergroten we ons bereik. Bladen van grote organisaties, zoals bijvoorbeeld S-magazine van de Socialistische Mutualiteiten, verschijnen op honderdduizenden exemplaren. Door in die bladen bijdragen van FOS te publiceren, bereiken we steeds meer leden, brengen we hen op de hoogte en maken we hen meer bereid tot actie. De komende jaren gaan we op dit elan verder en zullen we hier verder op inzetten door gerichte afspraken te maken met de verschillende organisaties. Op het web De website geeft een actueel beeld van onze acties en activiteiten in Zuid en Noord. De items van de nieuwsbrief zijn meestal gelinkt naar artikels op onze eigen website. Ook ons kwartaalblad FOSFOR is er te vinden. De meest recente informatie over de campagne staat op de campagnepagina en ook de activiteitenkalender is steeds up to date. Eén keer per jaar worden alle teksten op de website geactualiseerd. Na een evaluatie van onze digitale communicatie 2014 werden een aantal kleine aanpassingen gedaan aan de vormgeving van onze website. Daarnaast werd een proces opgestart van websitevernieuwing. Om ons onlinebereik te vermenigvuldigen plaatsen we relevante artikels ook op de website www.11.be en op www.dewereldmorgen.be. Dat vermenigvuldigt ons online bereik aanzienlijk. De beheerders van de websites zetten onze artikels ook regelmatig in de kijker, waardoor we nog meer mensen bereiken. Verder zet FOS meer in op opinie. Niet alleen in de eigen nieuwsbrief worden opiniestukken gepubliceerd ook via externe online kanalen. Zo verschenen opiniestukken van FOS-medewerkers op de website van MO*-magazine, op knack.be, op De Wereld Morgen en op de blog van ABVV-metaal. Op die manier wil FOS haar maatschappelijke relevantie en haar expertise op vlak van haar kernthema’s onderstrepen. Publicatie FOSFOR
Cijfers Telde in 2015 5761 abonnees. Verschijnt 4 keer per jaar.
e-nieuwsbrief
Telde eind 2015 9185 abonnees. Verschijnt 20 keer per jaar. Bij belangrijke activiteiten wordt een extra nieuwsbrief verstuurd. 28407 bezoeken in 2015
Website
JAARVERSLAG2015
Nieuw in 2015 We maakten een speciaal nummer We vernieuwde twee rubrieken: de crossmediale #FOSstelling en ‘het dagboek van’ werd vervangen door de rubriek ‘de motivatie van’ Stijging aantal abonnees met 17% We vernieuwde de nieuwsbrief qua vormgeving en hanteerden een vernieuwde timing. De nieuwsbrief wordt op vaste dagen en tijdstippen verstuurd en dat twee keer per maand, met uitzondering de van vakantieperiodes.
Een voortdurende actualisering van de inhoud. Een inhoudelijke verbetering van de inhoud, o.a. 89
Sociale media
Eind 2015 telde de Facebookpagina 1524 fans, op Twitter had FOS 223 volgers, op Instagram had FOS 72 volgers Publicaties in Er zijn 69 artikels en ledenbladen advertenties gepubliceerd in tal van ledenbladen en op websites van de socialistische en de Noord-Zuidbeweging. Hiermee bereikten we naar schatting 102.059 lezers.
door enkele nieuwe pagina’s in te voegen Voorbereiden van een volledige vernieuwing van de website In 2015 ontwikkelde FOS een sociale mediastrategie, gericht op Facebook, Twitter en Instagram De activiteit van FOS nam op sociale media toe Het aantal mensen dat FOS bereikte via sociale media steeg opmerkelijk FOS zette in op structurele samenwerking met een aantal magazines (Vizine – Viva-SVV, Zap – Joetz, Vakbond In Beweging – ABVV Antwerpen, M@g Metal – ABVV Metaal, S-magazine – S-plus) FOS zette in op digitale verspreiding van artikels via de kanalen van de socialistische beweging en de Noord-Zuid beweging FOS zette in op meer opinie om online te verspreiden via verschillende mediakanalen (knack.be, MO*, De Wereld Morgen)
Verder publiceerde FOS 183 online artikels of aankondigingen op andere websites en in nieuwsbrieven
JAARVERSLAG2015
90
Als bewegings-ngo maakt FOS deel uit van verschillende netwerken en coalities, zowel binnen de socialistische beweging als binnen de Noord-Zuidbeweging. We nemen gezamenlijke standpunten in, voeren samen actie en zetten bepaalde punten hoger op de politieke agenda. Binnen de Noord-Zuidbeweging spelen we een actieve rol in de ngofederatie en in 11.11.11. dat is de koepel van de Vlaamse NoordZuidbeweging. In 2015 bleef FOS actief aanwezig in het bestuur van de koepel alsook in verschillende adviesorganen en werkgroepen, bijvoorbeeld in het Ledenoverleg beleid van 11.11.11. Daarnaast was FOS een van de campagnepartners van de gemeenschappelijke campagne Sociale bescherming voor iedereen. Door een actieve rol op te nemen in de werkgroepen heeft FOS mee invloed gehad op hoe de campagne tot stand kwam en uitgewerkt werd. Onze eigen vrijwilligers in de verschillende provincies namen bovendien in 2014 ook actief deel aan het vrijwilligersforum van 11.11.11. In de verschillende provincies maken we ook deel uit van het Provinciaal Noord-Zuidoverleg en nemen we deel aan provinciale infoavonden of –beurzen van 11.11.11. Deze coalitie is een samenwerking tussen verschillende ngo’s en kadert binnen de Millenniumdoelstellingen. FOS ondersteunt de coalitie financieel en schakelt zich ook in het beleidswerk van de coalitie in. In 2015, het jaar waarin de nieuwe ‘2030 Agenda for Sustainable Development’ werd goedgekeurd op de Algemene Vergadering van de VN, werkte FOS actief mee aan de vergaderingen van het platform, zowel van de politieke als van de educatieve werkgroep. In de politieke werkgroep werd een dossier uitgewerkt, gericht aan de Belgische beleidsmakers, met de titel ‘Pistes voor de uitvoering van de SDGs’. FOS gaf feedback op de teksten, ook via het platform BeGender. FOS schreef artikels over de nieuwe ontwikkelingsagenda en verspreidde het dossier. Er werden verschillende activiteiten georganiseerd waaraan FOS actief deelnam. FOS is een lid van MO*, het mondiale nieuwsmedium van Vlaanderen. FOS reflecteert mee en brengt thema’s aan in het jaarlijkse MO*-forum. Verder schreef FOS in 2015 verschillende opiniebijdragen voor de online redactie van MO* en werd FOS voor specifieke artikels en papers geconsulteerd. We vinden het heel belangrijk om te kunnen bijdragen tot een ruimere berichtgeving over de wereld en zijn problemen. DeWereldMorgen is de alternatieve nieuwssite van Vlaanderen. Zij houden de vinger aan de pols van de sociale bewegingen uit het middenveld. FOS maakt deel uit van die groep. We wonen de partnerbijeenkomsten bij om input te leveren over de evaluatie en planning. Het merendeel van de artikels die FOS op de eigen website plaatst, komen ook op www.dewereldmorgen.be te staan. De redactie van De Wereld Morgen selecteert af en toe een artikel van FOS voor in de dagelijkse nieuwsbrief. Dit verhoogt het bereik van onze artikels aanzienlijk. Binnen de socialistische beweging, vormen ABVV-vrouwen, VIVA-SVV, Zij-kant en FOS het samenwerkingsverband ‘Ladies in Red’. De leden zijn organisaties binnen de socialistische beweging die opkomen voor de rechten van vrouwen. In 2015 deden we samen mee aan de internationale vrouwendag op 8 maart, daarbij liepen de rode dames samen mee en speechte Annuschka Vandewalle (FOS) over waarom vrouwen het grootste slachtoffer zijn van een gebrek aan sociale bescherming. Tijdens de nationale vrouwendag op 11 november deelden de ladies klavertjes vier uit waarmee deelnemers aan elkaar een boodschap van geluk konden schrijven.
JAARVERSLAG2015
91
Om druk te kunnen uitoefenen op het beleid, telt de redenering ‘samen sterk’. Daarom werken organisaties zo vaak samen. Op die manier kunnen we niet alleen onze kennis en expertise delen, maar beschikken we ook over een grotere hefboom om het beleid te beïnvloeden. Aangezien onze thematische expertise in het Zuiden ligt bij het recht op waardig werk, gezondheid en sociale bescherming, zijn ook dit onze beleidsbeïnvloedingsthema’s in het Noorden. We nemen deel aan verschillende thematische netwerken waar deze thema’s hoog op de agenda staan. Daarnaast zijn we ook actief in enkele netwerken die een specifieke regionale focus hebben, zoals het Midden-Oostenoverleg. Het thema sociale bescherming nam in 2015 een centrale plaats in het beleidswerk van FOS in, omdat FOS een van de actieve partners was in de Belgische campagne “sociale bescherming voor iedereen”. Ook op het Europese en internationale niveau werd belangrijk werk verricht, voornamelijk in samenwerking met SOLIDAR. Om een relevante bijdrage te kunnen leveren aan de verschillende netwerken en coalities, is de beleidscel van FOS ook voortdurend bezig met het opbouwen van eigen kennis en expertise. Onder andere het bijwonen van seminaries en conferenties, uitwisseling met Zuidpartners, studiewerk en schrijven van artikels en standpunten, nemen een belangrijke ruimte in het takenpakket van de beleidsmedewerkers in. In wat volgt geven we een beknopt overzicht van de bijdrage die FOS in 2015 leverde aan het beleidsbeïnvloedend werk van verschillende netwerken.
Campagnecoalitie
Campagnecoalitie “Sociale Bescherming voor iedereen” In 2015 en 2016 voeren vakbonden, mutualiteiten en ngo’s, onder leiding van 11.11.11 campagne voor sociale bescherming voor iedereen!. Gezien sociale bescherming een kernthema is voor FOS, beslisten we om een zeer actieve rol op te nemen in de politieke werkgroep van deze campagne. In 2015 leverde FOS voor bijna alle politieke acties van de politieke werkgroep inhoudelijke input en/of feedback. We geven een beknopt overzicht (niet exhaustief): We schreven mee aan het politieke dossier, dat gedurende de hele campagne de basis zal vormen voor de gezamenlijke visie van de coalitie. Een belangrijke eis van de coalitie is dat universele sociale bescherming een van de centrale doelstellingen van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking wordt. Om beleidsmakers hiervan te overtuigen, organiseerde de werkgroep een parlementaire lunch in de Commissie Buitenlandse Betrekkingen. FOS werkte mee aan de voorbereiding van dit evenement, en een beleidsmedewerker van FOS nam er het woord. Later brachten enkele leden van de politieke werkgroep een bezoek aan het kabinet van minister Decroo, om de politieke eisen van de campagne toe te lichten en te pleiten voor een duidelijke Belgische strategie inzake sociale bescherming in de Belgische Ontwikkelingssamenwerking. Een beleidsmedewerker van FOS bereidde het gesprek mee voor en nam er aan deel. Vanuit de politieke werkgroep werd een briefingpaper opgesteld voor minister Peeters, die deelnam aan de IAO-conferentie in Genève. FOS gaf inhoudelijke input voor deze paper, en wees op het belang van sociale bescherming voor informele arbeiders. In het najaar van 2015 startte een kleine werkgroep aan een 2de politiek dossier binnen de campagne SB, specifiek over sociale bescherming en het recht op gezondheid, mede op aansturen van FOS. FOS was erg actief in de redactieraad en leverde de teksten voor enkele cases en hoofdstukken. Het dossier zal gelanceerd worden in 2016.
JAARVERSLAG2015
92
Foto: Tineke D'haese
Om het eerste campagnejaar af te sluiten, organiseerde de politieke werkgroep een symbolisch afsluitmoment in het parlement, met als hoofdspreker IAO-directeur Guy Ryder. Er werd een campagnemanifest opgesteld en ondertekend door tal van organisaties. FOS werkte mee aan het manifest, de voorbereiding van het afsluitmoment en nam deel. Daarnaast vroeg FOS vroeg aan alle socialistische organisaties om het politieke manifest mee te ondertekenen. Het was vanzelfsprekend dat het ABVV en de Socialistische Mutualiteiten als campagnepartners mee ondertekenden. Daarnaast ondertekenden echter ook tal van socioculturele organisaties, nl. ABVV Jongeren, Linx+,S-plus, VFG, VIVA-SVV en Zij-kant. Los van de activiteiten van de politieke werkgroep, nam de beleidscel van FOS nog andere belangrijke initiatieven gelinkt aan de campagne “sociale bescherming voor iedereen”. Enkele voorbeelden: FOS stelde voor aan de redactie van het politiek tijdschrift Sampol, om een volledig nummer te wijden aan het thema “sociale bescherming voor iedereen”. Sampol ging op dit voorstel in en organiseerde een redactievergadering met de beleidsmedewerkers van FOS. Zij coördineerden de bijdragen van andere socialistische organisaties, van 11.11.11, RIZIV, … en schreven ook zelf een artikel. Op deze manier kreeg de campagnecoalitie een grote zichtbaarheid in een tijdschrift dat zich situeert binnen de socialistische beweging. De beleidsmedewerkers schreven artikels over sociale bescherming voor de eigen FOScommunicatie (FOSFOR, website etc.), en voor verschillende tijdschriften van de socialistische beweging. De beleidsmedewerkers van FOS maakten ook nog een inhoudelijke presentatie met materiaal van alle campagnepartners, voor de infocyclus van BTC. Uit naam van de gemeenschappelijke campagne gaf FOS de vorming aan verschillende groepen. In 2016 wordt dit verdergezet.
SOLIDAR
SOLIDAR is een Europees netwerk van ngo’s die werken aan sociale rechtvaardigheid in Europa en wereldwijd. SOLIDAR brengt de bekommernissen van haar leden over
JAARVERSLAG2015
93
naar de EU en internationale instellingen zoals de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). Voor FOS een belangrijke reden om actief samen te werken met SOLIDAR. In 2015 werd de samenwerking met SOLIDAR een stuk intenser. Naast doorlopende samenwerking met regelmatige input voor de communicatie van SOLIDAR (nieuwsbrieven etc) en actieve deelname aan de vergaderingen van het International Cooperation Forum, was er intense samenwerking rond het thema sociale bescherming. FOS nam in juni 2015 deel aan een lobbymissie – door Solidar gecoördineerd - op de jaarlijkse conferentie van de IAO in Genève. Met als focus ‘toegang tot universele sociale bescherming’ en oa de situatie van de suikerrietkappers in El Salvador als concrete case, bepleitte de delegatie bij verschillende lobbymeetings met vakbonden, IAO-functionarissen, overheden, internationale netwerken.. het belang van een formele erkenning van suikerrietkappersvakbond Sitracaña, een FOSpartner uit El Salvador. Dit had uiteindelijk als belangrijk resultaat dat de minister van werk van El Salvador de vakbond aan het eind van de conferentie officieel heeft erkend. Ook organiseerde FOS in de marge van de IAO-conferentie een seminarie en fototentoonstelling over sociale bescherming, met onze Zuidpartner Sitracaña als een van de hoofdsprekers. Verschillende ngo's, vakbonden, Zuidpartners namen hieraan deel. SOLIDAR startte in 2015 met de redactie van landenrapporten over Europese ontwikkelingshulp bestemd voor programma’s of projecten voor sociale bescherming. FOS werkte zeer actief mee aan de input voor en de redactie van het country report over Zuid-Afrika. Deze social protection monitor reports zullen in 2016 gepubliceerd worden en zullen gebruikt worden voor een lobbytraject naar DG DEVCO (Europese Directoraat-Generaal voor Internationale Samenwerking en Ontwikkeling). In het najaar vonden de “Social Protection Days” plaats in het Europees Parlement. FOS en Solidarité Socialiste zorgden voor een link met de Belgische campagne “sociale bescherming voor iedereen”, en brachten SOLIDAR en 11.11.11 met elkaar in contact. Voor een rondetafeldebat waaraan zowel Europarlementairen als Zuidpartners deelnamen, werden campagnedossiers verspreid aan alle aanwezigen. Na het debat werden campagnefoto’s genomen (met de pleisters). Op die manier brachten we de Belgische campagne ook naar het Europese toneel. Samen organiseerden we in het kader van de “Social Protection Days” ook nog een lunchconferentie in het Informatiepunt van DG DEVCO.
JAARVERSLAG2015
94
BE-CAUSE HEALTH (Belgian Platform for International Health) Be-cause health is een pluralistisch platform, dat openstaat voor institutionele en individuele leden, die zich inzetten voor het recht op gezondheid voor iedereen. FOS is lid van de AV en van de werkgroepen “sociale determinanten van gezondheid”, “seksuele en reproductieve rechten en gezondheid” en “sociale bescherming”. FOS is al enkele jaren lid van de werkgroep “sociale determinanten van gezondheid” van het platform Be-cause Health. Vanaf september 2015 nam FOS het voorzitterschap van deze werkgroep waar. Dit betekent een grotere inzet: de werkgroepvergaderingen samenroepen, voorzitten, activiteiten coördineren, verslaggeving naar de AV van BCH, opmaken van een jaarplanning etc. Met dit voorzitterschap toont FOS haar verhoogd engagement in BCH. De werkgroep “sociale determinanten van gezondheid” van BCH en de werkgroep Noord-Zuid van het Actieplatform Gezondheid en Solidariteit organiseerden in 2014 samen een reeks workshops over de link tussen vrijhandel en de sociale determinanten van gezondheid. In 2015 werden deze workshops gevolgd door een reeks van 3 policy briefs over het thema. FOS schreef, vanuit haar expertise als ngo die zowel rond het thema waardig werk als het thema gezondheid werkt, 1 policy brief met de titel: “Vrijhandelsakkoorden en waardig werk. Van schone schijn tot echte verbeteringen in waardige en gezonde werkomstandigheden.” FOS leverde ook feedback op de andere policy briefs, en zorgde voor de vertaling naar het Nederlands van de 3 policy briefs. Dezelfde werkgroepen maakten samen een sensibiliserende animatievideo over vrijhandel en gezondheid. FOS gaf inhoudelijke input, feedback op het scenario alsook een financiële bijdrage. BCH organiseerde nav de herziening van de strategienota gezondheid enkele focusgroepen. FOS nam hieraan deel. Via de werkgroep “sociale bescherming” van BCH leverde FOS ook enige feedback op de nota over “financiering van de gezondheid met het oog op een universele toegang tot gezondheidszorg"
Actieplatform Gezondheid en Solidariteit
Het actieplatform is een initiatief van de twee grote vakbonden en mutualiteiten, verschillende verenigingen en netwerken, ngo’s en academici. De krachten worden er gebundeld om te waarschuwen voor de gevolgen van de neoliberale politiek op sociaal en gezondheidsvlak. FOS is lid van de AV en neemt actief deel aan de vergaderingen en activiteiten van de werkgroep Noord-Zuid, die in de praktijk samenwerkt met de werkgroep “sociale determinanten van gezondheid” van Be-cause Health. Hierboven werden de activiteiten die beide werkgroepen samen in 2015 organiseerden, reeds omschreven. In september 2015 organiseerde het AGS een workshop over de linken tussen vrijhandel en gezondheid. FOS werkte hieraan mee door organisatorische steun te bieden (op activiteit zelf) en een financiële bijdrage te leveren. FOS verspreidde ook enkele artikels en persberichten van het actieplatform.
MASMUT - Belgisch Platform Microziektenverzekering en Mutualiteiten
Het platform verenigt Belgische actoren werkzaam op toegankelijkheid van gezondheidszorg in ontwikkelingslanden en bouwt op hun specifieke en complementaire ervaring en expertise. MASMUT heeft als doel de relevantie en de doeltreffendheid van microziekteverzekering en mutualiteiten in het Zuiden te versterken. FOS is lid van MASMUT en bleef in 2015 de Algemene Vergadering opvolgen. MASMUT heeft ook een eigen programma lopen in Centraal-Afrika, waarbij FOS niet betrokken is, wegens niet actief in deze landen. Solidarité Socialiste is wel partner in dit programma. JAARVERSLAG2015
95
BeGender BeGender is een nieuw platform, dat actoren uit het maatschappelijk middenveld die een zekere expertise of ervaring hebben op het gebied van gender en ontwikkeling samenbrengt. BeGender voedt de Adviesraad Gender en Ontwikkeling. FOS werd lid van BeGender, dat in 2015 werd opgestart. FOS gaf om te beginnen feedback op de actieplannen van het netwerk. Daarnaast namen we actief deel aan de AV van het platform, alsook aan de vergaderingen van de werkgroep Gender en Geweld. We namen deel aan de Wereldvrouwenmars, waar onze Algemeen Secretaris een speech deed over sociale bescherming en vrouwen. BeGender werkte in 2015 ook mee aan het dossier “pistes voor de uitvoering van de SDG's door België”. Het platform gaf specifieke input voor de doelstelling rond gender, en bekeek het volledige dossier door een genderbril. FOS gaf via BeGender feedback op de tekst.
Belgische Coalitie Waardig Werk
De Campagne Waardig Werk zette twee jaar lang (2008-2010) de strijd voor waardig werk in het Zuiden in de kijker. De coalitie wou aantonen hoe mensen in Azië, Afrika en Latijns-Amerika zich organiseren om dag na dag de moedige en soms gevaarlijke strijd voor een waardige job aan te gaan. Er was ook aandacht voor de linken tussen de werknemers en organisaties hier en in het Zuiden. De Coalitie Waardig Werk is voortgevloeid uit de campagne Waardig Werk en is samengesteld uit de ngo-koepels 11.11.11 en CNCD, de vakbonden ABVV, ACLVB en ACV, en de ngo’s FOS en Wereldsolidariteit. In 2015 stuurde de coalitie verschillende lobbybrieven naar beleidsmakers, over de ratificatie van handels- en investeringsakkoorden (oa EU- Colombia/ Peru) en gebrekkige garanties voor waardig werk.
Schone Kleren Campagne
Het platform van de Schone Kleren Campagne bestaat uit vakbonden en Noord-Zuid-, socio-culturele organisaties, jeugd- en consumentenorganisaties en ijvert voor betere arbeidsomstandigheden in de kledingindustrie. De campagne richt zich op consumenten, producenten, bedrijven en politici. FOS neemt actief deel aan dit platform. IN 2015 In 2015 kon FOS op vraag van MO* kon FOS input leveren voor een MO*-paper over het werk van onze partners in de maquilasector in Centraal- Amerika en de problematische arbeidsomstandigheden in de textielsector wereldwijd. Er werd een persbericht en artikel over de actie aan de Benettonwinkel verspreid via de verschillende FOS-kanalen (website, nieuwsbrief, facebook.. ) Daarnaast werd het persbericht nav een actie in het kader van de verjaardag van Rana Plaza verspreid. Dit berciht richtte zich tot minister Peeters. Eind augustus was er een actie aan de Primark in Gent. Foss nam hier actief aan deel, en promootte de actie ook via de verschillende kanalen.
JAARVERSLAG2015
96
Belgische werkgroep ’12 by 12’
De Campagne ’12 by 12’ is een internationale campagne van het Internationaal Vakverbond, dat 175 miljoen werknemers vertegenwoordigt in 156 landen en gebieden, en dat beschikt over 315 nationale filialen. 12 by 12 is een campagne die oproept voor de rechten en bescherming van het huishoudpersoneel. Het doel van de 12 by 12 campagne was om tegen eind 2012 twaalf landen Conventie 189 voor waardig huishoudwerk te doen ratificeren.
In 2015 gaf FOS input voor en zorgde mee voor de verspreiding van een persbericht over de ratificatie van conventie 189 door België
Overleggroep Midden-Oosten van 11.11.11
FOS maakt ook deel uit van de Midden-Oosten-overleggroep van 11.11.11. Samen met andere ngo’s, vakbonden en middenveldorganisaties die rond Palestina en in het Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA) werken, organiseren we activiteiten in Vlaanderen. Door onze acties informeren we een breed publiek en vragen we de aandacht van politici voor het conflict in Palestina en in de MENA. In 2015 bracht de groep rond de 'Made in illegality campagne' – waar ook FOS deel van uitmaakt – een rapport uit over de economische relaties van België met de Israëlische nederzettingen. FOS zorgde voor de lay-out van het rapport. Dit rapport werd verspreid via de FOS-website, met een papieren versie voor stands etc. Daarnaast werd het rapport digitaal verspreid naar geïnteresseerd binnen de socialistische beweging (sp.a, ABVV). Ook ondertekende en verspreidde FOS verschillende persberichten d—van het MOO. Zo was er het persbericht over geweld tegen burgers in Palestina; over de erkenning van Palestina en de Vrije Tribune over 1 jaar Gaza-oorlog. Op het 'Festival van de gelijkheid' nam FOS deel aan het Gaza-debat. Input voor het debat kwam deels uit de rapporten en documenten van het MOO.
OIDHACO (Internationaal Bureau voor de mensenrechten – Actie Colombia) OIDHACO werd opgericht in 1995. Het is een netwerk van meer dan 30 organisaties in Europa. Vanuit het hoofdkantoor in Brussel worden initiatieven van de Colombiaanse civiele maatschappij begeleid. OIDHACO wil een volledige eerbiediging van de mensenrechten en het internationaal humanitair recht en pleit voor een, op onderhandelingen gebaseerde, oplossing voor het gewapend conflict. OIDHACO heeft een speciale consultatieve status bij de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties sinds 2012. In 2015 organiseerde FOS samen met OIDHACO een activiteit in het Europees Parlement over het vrijhandelsakkoord EU-Colombia. Daarnaast zorgde FOS voor input voor, verspreiding en ondertekening van een solidariteitsbrief geschreven door Europese en Colombiaanse organisaties, waarin de bezorgdheid werd geuit over bedreigingen en aanslagen op activisten in Colombia. Deze brief werd ook verspreid naar de leden van de coalitie waardig werk.
Stop the Killings
Stop the Killings is een platform dat bestaat uit 73 Belgische organisaties waaronder vakbonden, solidariteitsbewegingen en ngo’s. Het richt de aandacht op de schending van de mensenrechten en repressie van sociale actoren in het Zuiden, meer specifiek in Colombia, Guatemala en de Filippijnen. Daarvoor organiseert het jaarlijks een mensenrechtencampagne.
JAARVERSLAG2015
97
In 2015 nam FOS opnieuw actief deel aan de campagne Stop The Killings. In de eerste plaats door samen met AC een dossier/ case in te dienen over mensenrechtenschendingen in Colombia. De campagne werd afgesloten met de uitreiking van een Human Rights award op dag van de mensenrechten in december. FOS leverde daarnaast ook een logistieke en bijdrage aan de organisatie van dat event (manifestatie en uitreiking van de award).
ZEN – Zimbabwe Europe Network Het Zimbabwe Europe Network (ZEN) werd in oktober 2008 gelanceerd. ZEN is een netwerk van Europese vakbonden en maatschappelijke organisaties, ngo’s en diasporagroepen, die actief zijn rond of in Zimbabwe. Het netwerk heeft tot doel de eisen, standpunten en wensen van Zimbabwaanse civiele maatschappij bekend te maken binnen de EU. ZEN informeert en beïnvloedt de EU en haar lidstaten om steun te verkrijgen voor een postcrisis transformatie en herstelproces dat geleid wordt door Zimbabwanen. Eind 2015 plande FOS samen met ZEN en Linx + Vlaams Brabant een filmavond over Zimbabwe, met een inhoudelijk luik over het huidige politieke klimaat en de rol van vakbonden in Zimbabwe. Wellington Chibebe van ITUC werd hiervoor gevraagd als gastspreker. Uiteindelijk werd de activiteit wegens terreurdreiging uitgesteld naar voorjaar 2016. CIFCA – Kopenhagen-initiatief voor Centraal-Amerika en Mexico CIFCA ontstond in 1991 om het EU-beleid t.a.v. Centraal-Amerika op te volgen en te beïnvloeden. De algemene doelstelling van CIFCA is om het Europese beleid met betrekking tot Centraal-Amerika en Mexico op zodanig te beïnvloeden en om te vormen, dat de mensenrechten gerespecteerd, beschermd en gewaarborgd worden door politieke dialoog, ontwikkelingssamenwerking, handel en investeringen te bevorderen. In 2015 kon FOS tijdens het Foro de la sociedad civil (in het kader van de top EU-CELAC) inhoudelijke input geven tijdens de conferentie zelf, alsook in de politieke eindverklaring.
JAARVERSLAG2015
98
Financieel verslag
JAARVERSLAG2015
99
FINANCIËLE INFO FOS 2015 ____________________________________________________________ Financiële info FOS 2015
FOS geeft jullie graag de financiële info voor het jaar 2015.
PASSIVA
ACTIVA Vaste Activa
471.026
Eigen Vermogen
1.304.853
Vlottende Activa
1.954.134
Schulden en voorzieningen
1.120.307
Totaal van de activa
2.425.160
Totaal van de passiva
2.425.160
OPBRENGSTEN 2015
KOSTEN 2015 Huisvestingskosten
22.719
Diversen
Computermaterialen
20.591
Gemeenschappelijke Actie
117.687
Giften
105.084
O&H burelen Werkingskosten Personeelskosten Afschrijvingen / waardeverminderingen Belastingen Financiële kosten Uitzonderlijke kosten
9.794 70.109 809.893
Andere bedrijfsopbrengsten
111.760
Financiële opbrengsten
5.354.530 13.616 148
801 15.391 116
Subsidies voor FOS werking N &Z
4.562.054
Totaal
5.623.228
Saldo van het boekjaar
Subsidies
33.872
Totaal
5.624.937
1.709
FOS sluit het boekjaar 2015 af met een positief resultaat van 1.709 euro. FOS heeft een gemiddeld jaarinkomen van 5,6 miljoen euro. Gemiddeld 78,23% van de middelen gaan naar het Zuiden. Hiermee steunen we partnerorganisaties op basis van gemaakte afspraken en plannen. We besteden 9% van de middelen aan noordwerking. Zo'n 0,01% besteden we aan fondsenwerving. Gemiddeld 12,76% van onze middelen worden gespendeerd aan algemeen beheer.
JAARVERSLAG2015
100
Uitgaven ____________________________________________________________
Grafiek uitgaven
Fondsenwerving; 0%
Algemeen beheer; 13%
Noorden; 9%
Zuiden; 78%
JAARVERSLAG2015
101
Wie steunt FOS? ____________________________________________________________ Om toegang te krijgen tot subsidies (EU, DGD) voor projecten in Noord en Zuid, moet FOS zelf instaan voor een deel van de middelen. FOS kon in 2015 rekenen op steun van : Particulieren Provinciebestuur van :
Limburg West-Vlaanderen
Stads-en Gemeentebesturen :
Schoten Herk De Stad Kapellen Destelbergen Antwerpen
Diverse organisaties en bedrijven :
11.11.11 P&V Multipharma Deme Voedingssector Sociaal Fonds Petroleumsector Sociaal Fonds Chemiesector Sociaal Fonds FNV Nationale Loterij Vrienden van Cuba
Socialistische beweging :
NVSM SP.A Algemene Centrale Algemene Centrale Antwerpen ABVV West-Vlaanderen Werkerswelzijn Brugge Bond Moyson West-Vlaanderen Bond Moyson Oost-Vlaanderen De Voorzorg Limburg De Voorzorg Antwerpen FSMB
Voor de financiering van de projecten en partnerwerking in Noord en Zuid, kon FOS rekenen op steun van : Federale Overheid, Directie-Generaal voor Ontwikkelingssamenwerking - DGD Vlaamse Overheid
JAARVERSLAG2015
102
JAARVERSLAG2015
103
Uitgaven per regio ____________________________________________________________ Voor elke 100 euro die naar het Zuiden gaat, gaat : naar Afrika : naar Midden-Oosten :
32,00 € 2,00 €
naar Centraal-Amerika & Cuba :
36,00 €
naar Zuid-Amerika :
30,00 €
Verslag 2015 De rekeningen van FOS boekjaar 2015 werden nagezien door Ernst & Young. De jaarrekening en het revisoraal verslag werden neergelegd op de algemene vergadering van 14 juni 2016 en kunnen geraadpleegd worden op de website van FOS www.fos-socsol.be. De jaarrekening werd ook neergelegd bij de Nationale Bank van België, waar alle cijfers vrijblijvend kunnen opgevraagd worden.
JAARVERSLAG2015
104
JAARVERSLAG2015
105
Wie doet wat bij FOS? ____________________________________________________________ ALGEMENE VERGADERING Per december 2015 : 33 leden
RAAD VAN BESTUUR Voorzitter : Alain André (De Haan) Erevoorzitter : Dirk Van der Maelen (Geraardsbergen) Algemeen Secretaris : Annuschka Vandewalle (Oostende) Leden : Frieda Ardies (Muizen), Eric De Broyer (Oostende), Mil Kooyman (Gent), Marnic Speltdoorn (Brakel), Rik Thys (Brugge), Koen Van Brabandt (Zwijnaarde), Dirk Van de Poel (Antwerpen), Anne Van Swieten (Kontich), Patrick Verertbruggen (Ternat)
KANTOOR TE BRUSSEL Algemeen Secretaris : Dienst Beweging & Beleid : Dienst Zuidcoördinatie : Dienst Interne Zaken :
Annuschka Vandewalle Stiene Billen, Dries Merre, Caroline Bal, Ali Selvi, Karolien Debel, Liesbet Vangeel Kwaku Acheampong, Anke Leflere, Lien Bauwens (verlof zonder wedde), Ann Verbeke Petra Decraemer, Rosa Trejo
REGIONALE KANTOREN Centraal Amerika Nicaragua : Frank Lensink, Stijn Roovers, Ivania Garcia, Roger Cruz, Meyling Medina Garcia Honduras : Dina Rosales El Salvador : Angel Dagoberto Cuellar, Luis Orellana Cuba Yves Van Gijsel Zuid-Amerika Ecuador : Jo Vervecken, Diana Montalvo Peru : Felix De Witte Bolivia : David Verstockt, Susana Terrazas Lazarte Zuidelijk Afrika Zuid-Afrika : Françoise Vermeersch, Lien Bauwens, Anna Ushamba, Odney Matsi, Gladys Manokore
JAARVERSLAG2015
106
Afkortingen Latijns-Amerika AAS ACCPS ALAMES ALCISAOH AMSATI AMUN APAH ASOLABORALES ASONOG ASOTFLORPI ASTAC ATC ATRH BBP BNP BID BTC Cao CENESEX CGTP CIPCA CNMSN CNP SIDA CNTACB COB CONAIH CONFRETAYD COSICP CST-ZF CTA-ES
Asociacion Azucarera de El Salvador Suikervereniging van El Salvador Alianza Ciudadana Contra la Privatizacion de la Salud Burgeralliantie tegen de Privatisering van de Gezondheid Asociación Latino-Americana de Medicina Social Latijns-Amerikaanse vereniging voor sociale gezondheidszorg Alianza ciudadana para la Salud en Occidente Honduras Burgeralliantie voor de Gezondheid in West-Honduras Asociación Agropecuaria Mujeres Produciendo en la Tierra Vereniging van Vrouwen in de Landbouwproductie Asociación Mutualista de Nicaragua Mutualiteit van Nicaragua Asociación de Productores de Azúcar de Honduras Vereniging van Suikerproducenten van Honduras Asociación de Abogados Laboralistas de Trabajadores Vereniging van Arbeidsadvocaten Asociación de Organismos no-gobernementales Vereniging van niet-gouvernementele organisaties Asociación de Trabajadores Florícolas de la Provincia de Pichincha Vereniging van Arbeiders in de Bloemenindustrie in de provincie Pichincha Asociacion Sindical de Trabajadores Agricola Clementina Syndicale Vereniging van Landbouwarbeiders Clementina Asociación de Trabajadores de Campo Vereniging van Landarbeiders Asociación de Trabajadoras Remuneradas del Hogar Vereniging van Betaald Huishoudpersoneel Bruto Binnenlandsproduct Bruto Nationaal Product Banco Interamericano de Desarrollo Interamerikaanse Ontwikkelingsbank Belgisch Agentschap voor Ontwikkelingssamenwerking Collectieve arbeidsovereenkomst Centro Nacional de Eduacción Sexual Nationaal Centrum voor Seksuele Opvoeding Confederación Nacional de Trabajadores del Perú Nationale Federatie van Werknemers in Peru Centro de Investigación y Promoción para el Campesinado Centrum voor het Onderzoek en de Promotie van de Landbouwsector Comité Nacional de Mujeres Sindicalistas de Nicaragua Nationaal Comité voor Syndicale vrouwen van Nicaragua Centro Nacional de Prevención de SIDA Nationaal Centrum voor Preventie van Aids Confederación Nacional de Trabajadores Asalariados del Campo de Bolivia Nationale Confederatie van Landarbeiders van Bolivia Central Obrera Boliviana Centrale voor Arbeiders van Bolivia Comite Nacional Intersindical de Honduras Nationaal Intersyndicaal Comité van Honduras Confederación de Trabajadores de Azúcar y Derivados Federatie van Arbeiders in de Suikerindustrie en Afgeleiden Coordinadora Sindical de Trabajadores/as por Cuenta Propia de El Salvador Syndicale Coördinatie van Arbeiders voor Eigen Rekening in El Salvador Confederación Sindical de Trabajadores de la Zona Franca Vakbondsconfederatie van Arbeiders van de Vrijhandelszone Coordinadora Sindical de Trabajadores/as del Azúcar de El Salvador
JAARVERSLAG2015
107
CTC CUT FARC FENACLE
FECAFEB FENATRAHOB FENSUAGRO FENTAGRO FENTTRAHOP FETSALUD FMC FMLN FNT Foro Salud HORVAL IAO IHSS LGTB LIEGSA IMF MAS MEC MINCEX MOSAFC MINSA MST NAVINIC OPS PIM PROMSEX
Coördinatie van Suikervakbonden van El Salvador Central de Trabajadores de Cuba Centrale van Arbeiders van Cuba Central Unitaria de Trabajadores Eenheidscentrale van de arbeiders Fuerzas Armadas Revolucionarias de Colombia Revolutionaire strijdkrachten van Colombia Federación Nacional de Trabajadores Agroindustriales, Campesinos e Indígenas libres del Ecuador Nationale Federatie van Arbeiders in de Agro-industrie, Boeren en Inheemse Volkeren van Ecuador Federación de Caficultores Exportadores de Bolivia Federatie van Kleine Koffieboeren Federación Nacional de Trabajadoras Asalariadas del Hogar de Bolivia Nationale Federatie van Huishoudwerksters van Bolivia Federación Nacional Sindical Unitaria Agropecuaria Nationale Eenheidsvakbondsfederatie van de Landbouw Federación Nacional de Trabajadores de Agroindustria y Afines Nationale Federatie van Arbeiders in de Agro-industrie en gelijkaardigen Federación Nacional de Trabajadoras y Trabajadores del Hogar del Perú Nationale Federatie van Huishoudwerk(st)ers in Peru Federación de Trabajadores de Salud Federatie voor gezondheidswerkers Federación de Mujeres Cubanas Federatie van Cubaanse Vrouwen Frente Farabundo Marti para la Liberación Nacional Frente Nacional de Trabajadores Nationaal Werknemersfront Asociación Foro de la Sociedad Civil en Salud Vereniging Forum van de Civiele Maatschappij rond Gezondheid Centrale Horeca Voeding Internationale Arbeidsorganisatie Instituto Hondureño de Seguridad Social Hondurees Instituut voor de Sociale Zekerheid Lesbian, Gay, Bisexual, Transgender Líneas Estratégicas de la Gestión en Salud Strategische werklijnen voor het Beheer van de Gezondheidszorg Internationaal Monetair Fonds Movimiento al Socialismo Beweging voor Socialisme Ministerio de Economia y Planificación Ministerie van Economie en Planning Ministerio del Comercio Exterior Ministerie van Buitenlandse Handel Modelo de Salud Familiar y Comunitario Model voor gezondheid van de familie en van de gemeenschap Ministerio de Salud Ministerie van Gezondheid Movimiento Sin Tierra Beweging van landloze boeren Consorcio Naviero Nicaraguense Organización Panamericana de Salud Panamerikaanse gezondheidsorganisatie Plataforma de Incidencia por empleo digno en la Maquila Platform voor lobbywerk voor waardig werk in de Maquila Centro de Promoción y Defensa de los Derechos Sexuales y Productivos Centrum voor de Promotie en de Verdediging van de Seksuele en
JAARVERSLAG2015
108
PROSALUD PTCPH RSMH SINTRAIMAGRA
SISTIAMASH
SNTA SNTC SNTIAP SNTI RIL STEIA SVG TBC UCAMA
Reproductieve Rechten Asociación en Pro de la Salud Vereniging ter bevordering van de Gezondheid Plataforma de Trabajadores por Cuenta Propia de Honduras Platform voor Arbeiders voor Eigen Rekening in Honduras Red de Sindicatos de la Maquila de Honduras Netwerk van Vakbonden van de Maquila in Honduras Sindicato Nacional de trabajadores de la industria de productos grasos y alimenticios Nationale Vakbond van Arbeiders in de industrie van vetrijke en voedingsproducten Sindicato de Trabajadores de la industria de Azucar, Mieles, Alcoholes y Similares Vakbond van de Arbeiders in de Suiker-, Honing-, Alcohol- en Gelijkaardige Industrieën van Honduras Sindicato nacional de Trabajadores Azucareros Nationale Vakbond van de Arbeiders in de Suikerindustrie Sindicato nacional de los Trabajadores de la Construcción Nationale Vakbond van de Bouw Sindicato Nacional de Trabajadores de la Industria Alimentaria y la Pesca Nationale Vakbond van Arbeiders in de Voedselverwerkende- en Visindustrie Sindicato Nacional de Trabajadores de la Industria – Rama de la Industria Ligera Nationale Vakbond van de Industrie – tak van de Lichte Industrie Sindicato de Trabajadores de Empresa Ingenio el Ángel Vakbond van de Werknemers van de Ingenio el Ángel Sociale Verkoop van Geneesmiddelen Tuberculose União Provincial dos Camponeses de Manica Boerenbond van de Provincie Manica
Afkortingen Zuidelijk Afrika ABVV AC AGS ALRN ANC ANSA ARV CA CCMA CHW CSAAWU COMUTRA COSATU CWAO DA EU FNV FRELIMO GAPWUZ GLN
Algemeen Belgisch Vakverbond Algemene Centrale (ABVV) Africa Groups of Sweden African Labour Research Network African National Congress Alternative to Neo-liberalism in Southern Africa Anti retroviale behandeling voor AIDS patiënten Contextual Analysis Commission for Conciliation, Mediation and Arbitration Community Health Workers Commercial Stevedoring Agricultural Allied Workers Union (SA) Comité Nacional da Mulher Trabalhadora Congress of South African Trade Unions Casual Workers Advice Office (SA) Democratic Alliance European Union Federatie Nederlandse Vakbeweging Frente de Libertaçao de Moçambique General Agricultural and Plantation Workers Union of Zimbabwe Gender Learning Network
JAARVERSLAG2015
109
HLN JCA IDWF IESE ILO ILRIG ITUC LARRI LEDRIZ LOKA NDAWU NEC NUNW NUMSA OLN OTM PCM PHM-SA RENAMO SADC SADSAWU SAMWU SATUCC SINTAF SISO SWAPO UCAMA UNAC WFP ZANU-PF ZCTU
Health Learning Network Joint Context Analysis (gemeenschappelijke contextanalyse, GCA) International Domestic Workers Federation Instituut voor Sociaal-Economisch Onderzoek International Labour Organisation International Labour Resource and Information Group (SA) International Trade Union Congress Labour Resource and Research Institute Labour and Economic Development Research Institute of Zimbabwe Logisch Kader Namibia Domestic and Allied Workers Union National Economic Council National Union of Namibian Workers National Union of Metalworkers of South Africa Organizing Learning Network Organizaçao dos trabalhadores Moçambicanas = organisatie van Mozambikaanse arbeiders Project Cycle Management People’s Health Movement –South Africa Resistencia Nacional Moçambicana Southern African Development Community South African Domestic Service and Allied Workers Union South African Municipal Workers Union Southern African Trade Union Co-ordination Council Sindicato Nacional dos Trabalhadores Agro-Pecuarios e Florestais (OTM) Sikhula Sonke South West Africa People’s Organisation União Provincial dos Camponeses de Manica Uniao Nacional dos Camponeses Women on Farm Project Zimbabwe African National Union – Patriotic Front Zimbabwe Congress of Trade Unions
Afkortingen Palestina ABVV AWRAD cao CDA FGTB ACCG FPCCIA IAO/ILO ISVI-ABVV Solsoc PA PGFTU PUPW
Algemeen Belgisch Vakverbond Arab World for Research and Development Collectieve arbeidsovereenkomst Civil Defense Authority Algemene Centrale ABVV Namur Federatie van Palestijnse Kamers van Handel, Industrie en Landbouw Internationale Arbeidsorganisatie Internationaal Syndicaal Vormingsinstituut Solidarité Socialiste Palestijnse Autoriteit Palestinian General Federation of trade Unions Public Union of Petrochemical Workers
JAARVERSLAG2015
110
Afkortingen Noord ABVV AC ACOD AGS BBL BBTK BCH BM CCC CETA CIS CNCD CWW DGD DIS DVZ EC EP EVV FSMB G3W HIVA HORVAL IAO ILO IMF IVV JOETZ MIC MOO NGO NVSM OIDHACO ORCA PCM PEP SB SKC sp.a S-Plus STK TTIP VFG VIVA-SVV VVC vzw WB WW ZEN Zij-kant
Algemeen Belgisch Vakverbond Algemene Centrale-ABVV Algemene Centrale der Openbare Diensten Actieplatform Gezondheid en Solidariteit Bond Beter Leefmilieu Bond der Bedienden, Technici en Kaders van België Be-cause Health Bond Moyson (bestaat in Oost- en in West-Vlaanderen) Clean Clothes Campaign Comprehensive Trade and Economic Agreement Commissie voor Internationale Solidariteit Centre National de Coopération au Développement Coalitie Waardig Werk Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire Hulp Dag voor Internationale Solidariteit De Voorzorg; federatie van Socialistische Mutualiteit (bestaat in de Provincie Antwerpen en in de Provincie Limburg) Europese Commissie Europees Parlement Europees Vakverbond Federatie van Socialistische Mutualiteiten van Brabant Geneeskunde Derde Wereld Hoger Instituut Voor de Arbeid Centrale Voeding-Horeca-Diensten ABVV Internationale ArbeidsOrganisatie International Labour Organization Internationaal Monetair Fonds Internationaal VakVerbond Jongerenorganisatie van NVSM, vroeger MJA Middle Income Countries Midden-Oosten Overleg Niet Gouvernementele Organisatie Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten Oficina Internacional de los Derechos Humanos - Acción Colombia Organisatie voor Clandestiene Arbeidsmigranten Project Cycle Managment Plataforma Europa Perú Sociale Bescherming – Campagne SB verwijst naar coalitie van deelnemende organisaties aan de campagne Schone Kleren Campagne Socialistische Partij Anders Socio culturele vereniging van senioren gelinkt aan het NVSM Stop The Killings Transatlantic Trade and Investment Partnership Vlaamse Federatie voor Gehandicapten, gelinkt aan NVSM Socialistische Vooruitziende Vrouwen, gelinkt aan NVSM Vrienden Van Cuba vereniging zonder winstoogmerk Wereldbank Waardig Werk Zimbabwe Europe Network Vrouwenorganisatie van de sp.a
JAARVERSLAG2015
111
JAARVERSLAG2015
112