Bijlage 9 Toekenningscriteria voedselpakket 2014 Voorstel voor de Algemene Ledenvergadering van 30 november 2013 Inleiding In de afgelopen periode heeft het bestuurslid Klanten en Vrijwilligers zich samen met een werkgroep van voedselbankvertegenwoordigers gebogen over de thans geldende toekenningscriteria en de normbedragen. In deze notitie worden eerst een aantal wijzigingen voorgesteld, waarna een voorstel wordt gedaan voor de vanaf 1 januari 2014 geldende toekenningscriteria en normbedragen. Voorgestelde wijzigingen Voorgesteld wordt ten opzichte van het huidige formulier de volgende posten op te nemen: Inkomstenkant a. Leefgeld zoals dat door bewindvoerders ter beschikking wordt gesteld, incl. reserveringen voor incidentele uitgaven. Geadviseerd wordt gericht naar deze incidentele reserveringen te vragen. Het levert de mensen die belast zijn met de intake extra werk op en bewindvoerders willen nog wel eens terughoudend zijn met deze informatievraag b. Kinderopvangtoeslag. Dit Is een inkomensafhankelijke toeslag bedoeld voor specifieke uitgaven. Alleen meetellen als hier aan de uitgavenkant ook melding van wordt gemaakt. c. Woonkostentoeslag. Dit is een gemeentelijk verlengstuk van de huurtoeslag; kan aangevraagd worden als bijzondere bijstand. d. Kindgebonden budget. Het niet meenemen van dit inkomenselement kan volgens het bestuur leiden tot situaties van ongelijke behandeling. In de bijlage wordt dit nader toegelicht. e. Opbrengst onderverhuur. Dit komt op zich nog niet veel voor en is ook lastig te controleren. Met het huidige financiële kabinetsbeleid is de verwachting dat deze vorm van inkomen vaker zal gaan voorkomen. Waar dit gegeven bekend is, is het redelijk hiermee rekening te houden. De gemeente doet dit bij de beoordeling van een bijstandsuitkering ook, verzwijgen wordt als fraude gezien.
1
Uitgavenkant f.
Vaste kosten voor de eigen woning. Naast de hypotheek ook de andere vaste kosten meetellen. g. Aflossing schulden. Belangrijk is te constateren dat er sprake moet zijn van verkleining van de schulden. Verhogen van schulden en daardoor ook de aflossingen moet worden vermeden. h. Kinderopvang. Zie de opmerking bij kinderopvangtoeslag aan de inkomenskant. i. Verzekeringen. Premies voor verzekeringen met een kapitaalop-bouw blijven buiten beschouwing. Normbedragen Met regelmaat wordt aangedrongen op verhoging/indexering van de maximale bedragen die we voor leefgeld hanteren. Vastgesteld moet echter worden dat het aantal cliënten blijft toenemen en het voedselaanbod niet meegroeit. Dat leidt tot minder gevulde pakketten en het ontstaan van wachtlijsten. Het bestuur stelt daarom voor om per 1 januari 2014 de huidige normbedragen te handhaven en volgend jaar de vinger aan de pols te houden of ze tussentijds aangepast kunnen worden. Daarnaast stelt het bestuur voor om de werkgroep te vragen een voorstel voor de Algemene Ledenvergadering te maken met een vaste methode waarmee onze normbedragen in de toekomst kunnen worden bepaald.
Toepassing van het bovenstaande leidt tot het volgende voorstel:
Voorstel toekenningscriteria ingaande 1 januari 2014 1. Inleiding /algemeen De Algemene Ledenvergadering van Voedselbanken Nederland heeft op 30 november 2013 besloten, dat het volgende landelijk geldende voorschrift met ingang van 1 januari 2014 van kracht wordt. In dit voorschrift is de berekening van het leefgeld opgenomen voor de beoordeling of een aanvrager in aanmerking komt voor een voedselpakket. Zowel bij de inkomsten als bij de uitgaven geldt dat bedragen die betrekking hebben op een kortere of langere periode worden omgerekend tot een bedrag per maand. o o o o
Wekelijkse bedragen x 4,3333 4- wekelijkse bedragen x 1,0833 Kwartaalbedragen /3 Jaarbedragen /12.
2
2. Inkomsten Definitie inkomsten: de regelmatig, periodiek terugkerende inkomstenstroom. Hieronder valt niet incidenteel, niet vrij besteedbaar inkomen en inkomsten die een specifiek doel hebben zoals langdurigheidstoeslag, uitkeringen in het kader van Bijzondere Bijstand en kleine inkomsten uit hobby. Uitgangspunten. Per woning is slechts één pakket mogelijk, het normbedrag voor toelating en de grootte van het voedselpakket worden alleen bepaald door het aantal inwonende gezinsleden. Voor inwonenden met een eigen inkomen gelden aparte regels, zie onder. Onder inkomsten worden o.a. verstaan: Netto loon uit arbeid /uitkering e.d. van aanvrager. Netto loon uit arbeid /uitkering e.d. van partner of inwonende volwassene waarmee een gezamenlijke huishouding wordt gevoerd. Leefgeld incl. reserveringen ingeval van budgetbeheer, schuldsanering. Alimentatie, zowel kinder- als partneralimentatie. Huurtoeslag is een tegemoetkoming van de overheid in de huurkosten. Zorgtoeslag is een bijdrage van de overheid in de kosten zorgverzekering. Kinderopvangtoeslag is een bijdrage van de overheid in de kosten voor kinderopvang , alleen mee te rekenen ingeval er uitgaven voor kinderopvang zijn. Woonkostentoeslag is een vorm van bijzondere bijstand betaald door de gemeente. Kindgebonden Budget is een inkomensafhankelijke tegemoetkoming van de overheid in de kosten van kinderen tot 18 jaar. Opbrengst uit onderverhuur kamer of deel van de eigen woning. ( voorlopige ) Teruggaaf inkomstenbelasting. Bij 1-malige betaling naar maandbedrag om te rekenen. Kostgeld/bijdrage verdienende inwonende kinderen, ouder,broer,zus,meerderjarige pleeg- of stiefkinderen. o Van inwonende kinderen met eigen inkomen uit arbeid of uitkering mag een bijdrage aan het gezinsinkomen worden verwacht ( kostgeld ). Hiervoor wordt standaard een bedrag groot € 200,-- gerekend, ongeacht of dit ook daadwerkelijk wordt betaald. Dit geldt ook voor inwonende verdienende ouder, broer /zus,meerderjarige stief- of pleegkinderen. Ook van deze personen mag een bijdrage worden verwacht. De hoogte van de bijdrage zal worden bepaald door de beoordelaar maar zal minimaal o € 200,-- per persoon per maand bedragen. De volgende inkomsten worden niet meegerekend: Vakantietoeslag Kinderbijslag en studiefinanciering inwonende kinderen. Dit zijn doeluitkeringen ten behoeve van kinderen, dus ook geen specifieke kosten kinderen meetellen.
3
Persoonsgebonden budget wordt geacht te worden besteed aan bijzondere kosten, die dus ook niet als kosten mogen worden opgevoerd. Neveninkomsten van kinderen zoals krantenwijk, bijbaantje e.d.. Uitkeringen in het kader van Bijzondere Bijstand. Deze van de gemeente ontvangen uitkeringen hebben bijna altijd een incidenteel karakter en worden ontvangen voor een bepaald doel. 3. Uitgaven Bij de uitgaven worden alleen de kosten meegenomen die betrekking hebben op de personen van wie inkomen is meegeteld. Kosten die vanuit de kinderbijslag en persoonsgebonden budget worden voldaan, worden dus niet meegeteld. De meest voorkomende zaken die bijna alle uitgaven afdekken zijn: Huur. Vaste kosten eigen woning w.o. rente en aflossing hypotheek, verzekering en belastingen en premie kapitaalpolis verbonden aan de eigen woning. Energie en water, omrekenen naar maandbedragen. Premie zorgverzekering incl. eigen bijdrage/eigen risico . Overige verzekeringen. Premie inboedel-, WA-, begrafenisverzekering. Telefoon/Internet/televisie. De werkelijke kosten tot maximaal € 60,-- per maand. Gemeentelijke belastingen. Er kan sprake zijn van vermindering/ kwijtschelding. Aflossing schulden. Het is van belang dat er een zo compleet mogelijk overzicht wordt gemaakt van alle lopende schulden en de termijn waarop deze schulden zullen worden afgelost. Er moeten ook daadwerkelijk maandelijkse aflossingen zijn gedaan met het doel om schulden te verkleinen ( aantonen via bankafschriften ) Schulden aan familieleden worden niet meegenomen. Kosten kinderopvang mits noodzakelijk. Overige uitgaven dienen altijd nauwkeurig gespecificeerd te worden. De volgende uitgaven worden niet meegerekend: Autokosten. Deze zijn alleen aanvaardbaar als een auto om medische redenen of voor werk nodig is. Het bezit van een auto op zich is geen reden om een aanvraag af te wijzen. Er zal in gevallen, waarbij autokosten ( enkel gebruikskosten) wel worden meegerekend, ook rekening moeten worden gehouden met ontvangen autokostenvergoedingen. De beoordelaar maakt een zorgvuldige afweging. Kosten voor huisdieren. Deze kosten komen niet in aanmerking als uitgaven, tenzij het, aantoonbaar, om een hulp- of blindengeleidehond gaat. Premie voor spaar-, pensioen-, overlijdensrisicoverzekering (met spaarelement en voor zover niet verbonden aan de eigen woning).
4
4. Hardheidsclausule Het is onmogelijk om alle situaties te vangen in regeltjes. Indien het toepassen van de hiervoor vermelde regels in zeer bijzondere gevallen tot ongewenste situaties leidt, kan de beoordelaar van de voedselbank onderbouwd van deze regels afwijken. 5. Ingangsdatum Deze toekenningscriteria gaan gelden per 1 januari 2014 voor nieuwe aanvragen en heraanvragen. Het gehele bestand hoeft dus niet in één keer per 1 januari 2014 te worden herzien. 6. Normbedragen ingaande 1 januari 2014 Maandelijks leefgeld is minder dan: € 180,- voor één volwassenen, plus € 60,- voor elke extra volwassene (personen van 18 jaar of ouder), plus € 50,= per kind (jonger dan 18 jaar). 15 november 2013 Bijlage: Toelichting op Kindgebonden Budget
5
Bijlage Toelichting op Kindgebonden Budget Bij de vaststelling van de toekenningscriteria 2012 werd besloten om het Kindgebonden Budget niet als inkomen mee te rekenen. Het bestuur stelt echter voor om dit voor 2014 om de volgende redenen aan te passen. Het Kindgebonden Budget is inkomensafhankelijk en moet daarom gezien worden als inkomenssteun. Huishoudens met een hoger inkomen en hogere lasten èn huishoudens die niet over het Kindgebonden Budget kunnen beschikken, omdat het in een schuldhulpregeling is ingebracht, worden benadeeld t.o.v. andere huishoudens, die volgens de huidige berekeningen het zelfde leefgeld overhouden. Volgens de plannen in het regeerakkoord vindt er een vereenvoudiging c.q. herijking plaats van de verschillende kindregelingen. Daarbij zullen andere inkomensbronnen, die in de huidige norm wel worden meegerekend, wellicht worden verlaagd, terwijl het KGB wordt verhoogd. Door geen onderscheid te maken en alle inkomensbronnen mee te tellen, worden onze criteria robuuster tegen wetswijzigingen en kan ons niet verweten worden aan inkomenspolitiek te doen.
6