Voorstel CONCEPT
AGP 18 Aan : Algemeen Bestuur Steller : N. Mertens
Datum : 26 juni 2013
Bijlage : 2
Onderzoeksrapport 'Strategisch huisvestingsbeleid kazernes Onderwerp : Brandweer Brabant-Noord’
Algemene toelichting Aanleiding Bij de regionalisering van de brandweer in Brabant-Noord per 1 januari 2011 is door het Algemeen Bestuur besloten de huisvesting van de uitrukposten voorlopig bij de gemeenten te laten en op een later moment met een voorstel te komen. Door wijziging van de wet vervalt per 1 januari 2014 het recht op BTW compensatie voor gemeenten voor uitgaven die gerelateerd zijn aan de taakuitvoering van de brandweer. Dit leidt er toe dat voor gemeenten met kazernes die na 1 januari 2005 in gebruik zijn genomen met terugwerkende kracht alsnog reeds gecompenseerde BTW moet worden terugbetaald. Voor zover dit huisvesting betreft hoeft dit niet als deze voor 1 januari 2014 aan de Veiligheidsregio Brabant-Noord wordt overgedragen. Gezien deze gewijzigde situatie heeft de Veiligheidsregio begin 2013 de opdracht aan B&A-groep gegeven om een onderzoek uit te voeren naar het huisvesting van kazernes Brandweer Brabant-Noord. Hieronder treft u kort de onderzoeksopdracht, de aanpak, de hoofdconclusies naar aanleiding van de rapportage ‘Strategisch huisvestingsbeleid kazernes Brandweer Brabant-Noord’ en de implicaties van de uitkomsten aan.
Onderzoeksopdracht 1.
Het onderzoek heeft in opdracht van de Veiligheidsregio plaatsgevonden en is opgenomen in de Programmabegroting 2013: “In samenspraak met gemeenten komen tot een strategisch huisvestingsplan dat onder meer antwoord geeft op de vraag of kazernes al dan niet worden overgedragen aan de regio.” Deze opdracht werd ingegeven door fiscale overwegingen, namelijk het feit dat voor kazernes die na 1 januari 2005 in gebruik zijn genomen en niet per 1 januari 2014 zijn overgedragen aan de Veiligheidsregio, een herzieningstermijn geldt voor de BTW. Voor deze kazernes geldt, met andere woorden, dat er een gedeelte van de gecompenseerde BTW alsnog door de gemeente moet worden terugbetaald aan de belastingdienst.
2.
Vanuit een integrale en toekomstgerichte gedachte is er voor gekozen deze vraag vanuit verschillende perspectieven te benaderen: fiscaal maar ook functioneel en strategisch. Daarmee is getracht om in het onderzoek een integraal afwegingskader aan te bieden waarin de gevolgen en risico’s voor het wel of niet overdragen van kazernes is meegenomen.
Aanpak onderzoek strategisch huisvestingsbeleid kazernes BBN Voor het advies van de B&A groep zijn burgemeesters, gemeentesecretarissen, hoofden financiën, ambtenaren openbare veiligheid van de gemeenten, contactambtenaren van de adoptiegemeenten en leidinggevenden van Brandweer Brabant-Noord geraadpleegd. De volgende stappen zijn doorlopen: • Kick-off meeting met de opdrachtgever • Opstellen discussiestuk • Interviews met ambtenaren BBN en bestuurders en ambtenaren gemeenten • Inventarisatie kazernes met betrekking tot de exploitatie • Twee sessies met, met name, financiële ambtenaren van de regiogemeenten • Sessies met het KMT en de Financiële commissie en de contactambtenaren
Pagina 1 van 4
Hoofdconclusies van en naar aanleiding van het onderzoeksrapport: Conclusies financiële problematiek en rekensystematiek 1.
De problematiek van herziening van de gecompenseerde BTW speelt bij 14 kazernes in 13 gemeenten. Er is sprake van een latente fiscale druk van € 1.1 tot € 1.8 mio (terugvordering van via het BTW compensatiefonds gecompenseerde of nog te compenseren BTW door de fiscus). Omdat deze fiscale afdracht de boekwaarde van de betreffende kazernes verhoogt, stijgen de jaarlijkse exploitatielasten voor deze kazernes voor de betrokken gemeenten met een bedrag van (ruwweg) minimaal € 2000 en maximaal € 26.000, zo heeft het onderzoek uitgewezen. De hoogte is afhankelijk van de ouderdom van de kazerne: tot 10 jaar na ingebruikneming geldt hoe nieuwer het gebouw, hoe hoger de fiscale druk.
2.
De thans door de gemeenten toegepaste rekensystematiek (gehanteerde rekenrente, afschrijvingstermijnen, financiering a fonds perdu, etc.) aangaande de kosten vanwege huisvesting is zeer uiteenlopend. Iedere gemeenten heeft gekozen voor een systematiek die (op dat moment) goed paste bij de gemeentelijke situatie. Dat leidt ertoe dat er bij overdracht van de kazernes aan de Veiligheidsregio een uniformering van de rekensystematiek plaats zal moeten vinden, die rechtstreeks van invloed is op de exploitatielast per gemeente. In concreto zullen deze lasten bij de ene gemeente hoger en bij de andere gemeente lager uitvallen.
3.
Binnen de gemeentelijke begroting is het gebruikelijk dat de kapitaallasten een cyclus doorlopen die geen gelijkmatig effect heeft in de exploitatielasten. Ter illustratie: Bijgaande grafiek laat zien dat bij een kazerne gebouwd in 1977 (kostprijs € 580.000), de kapitaallasten in de 1e jaar € 40.000 bedragen. Deze kapitaallasten dalen naar € 15.000 in 2016, waarbij in 2017, het jaar van vervanging (vervangingswaarde € 1.050.000), de kapitaallasten ineens met € 55.000 stijgen naar € 70.000. Overdracht van de kazernes aan de Veiligheidsregio op korte termijn leidt, doordat rekening gehouden moet worden met de vervanging van kazernes, tot een kostenstijging, maar ook tot een meer gelijkmatige exploitatielast (rode lijn). Daar staat tegenover dat bij behoud van de kazerne de exploitatielast voor de individuele gemeente op de lange termijn ineens substantieel (ogenschijnlijk) duurder wordt.
Concluderend kan worden gesteld dat door deze (begrotings)systematiek overdracht van kazernes zonder meer tot verhoging van de exploitatielasten zal leiden, maar dat op het moment van vervanging van een kazerne door een gemeente als niet tot overdracht wordt besloten, deze lasten ook door de betrokken gemeente gedragen zullen moeten worden.
Conclusies centrale vraagstelling en ontwikkelrichting 4.
Op basis van het onderzoek heeft B&A groep drie scenario’s ontwikkeld voor het huisvestingbeleid: Nul-scenario: huidig beleid voortzetten, gemeenten blijven eigenaar van de uitrukposten. Scenario 1: Kazernes die eigendom zijn van gemeenten worden aan BBN overgedragen. Scenario 2: Alleen de kazernes waar de BTW problematiek speelt worden aan BBN overgedragen.
5.
Voor de vergelijking van de drie scenario’s zijn een aantal uitgangspunten beschreven, die onder andere betrekking hebben op ‘schoon door de deur’ en de rekensystematiek. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek is het voor gemeenten nog niet mogelijk een integrale afweging van de drie scenario’s te maken. In de voorliggende besluitvorming over het rapport worden daarom de scenario’s losgelaten. Er is door de adoptiegroep geadviseerd om de toekomstige uitgaven voor de huisvesting van kazernes goed in kaart te brengen en de verbinding te maken tussen beleidsontwikkelingen en de huisvesting. Dit betekent financieel ook dat de voordelen worden opgenomen van bijvoorbeeld eventuele lagere kwaliteitseisen van kazernes. Het totaalbeeld dient het netto effect in 30 jaar zichtbaar te maken en inzicht te geven in de totale kosten en de kosten voor de individuele gemeenten ten opzichte van de huidige lasten.
6.
Daarvoor is het noodzakelijk dat een strategisch huisvestingsplan (voor de komende 30 jaren) op te stellen. De volgende twee lijnen vormen het uitgangspunt voor het Strategisch huisvestingsplan: I. Vanuit meer strategisch oogpunt kan de huisvesting van kazernes –onder verantwoordelijkheid en in eigendom van de Veiligheidsregio– worden gezien als een adequaat sturingsmiddel om, zeker op langere termijn, de organisatie van de veiligheid zo effectief en efficiënt mogelijk te realiseren. Deze stip op de horizon -direct invloed kunnen uitoefenen op de huisvesting- bepleit overdracht van kazernes (op termijn). II. De in het voorstel (volgende pagina) genoemde uitgangspunten onder punt 5 te hanteren als uitgangspunten voor het strategisch huisvestingsplan.
7.
Vooruitlopend op het strategisch huisvestingsplan worden gemeenten waarvoor de fiscale problematiek –terugvordering van via het BTW compensatiefonds gecompenseerde BTW– gaat spelen in 2014, in de gelegenheid gesteld om de kazernes voor zowel gemeenten als Brandweer Brabant-Noord budgettair neutraal over te dragen aan de Veiligheidsregio. Dit dient vóór 1 januari a.s. plaats te vinden. Op deze manier kunnen de betreffende gemeenten –ingebruikname kazernes ná 1 januari 2005– voorkomen dat zij met extra kosten worden geconfronteerd. Hiermee is geen sprake van een keuze voor scenario 2; elke gemeente heeft keuzevrijheid en een eigen verantwoordelijkheid om dit proces in gang te zetten.
Conclusie aanverwant onderwerp: verdeelsleutel gemeentelijke bijdragen 8.
Bij de regionalisering van de brandweer is besloten dat de verdeelsleutel van de gemeentelijke bijdragen aan de regionale brandweer op een later moment opnieuw te bezien. Later is besloten de huidige verdeelsleutel (een percentuele verdeling op basis van de huidige verhouding in de –historischebijdrage van de diverse gemeenten) te handhaven in afwachting van andere ontwikkelingen. Het vaststellen van een gemeentelijke bijdrage bij de mogelijke overdracht van de kazernes is een goede aanleiding om de verdeelsleutel van de gemeentelijke bijdragen aan de regionale brandweer opnieuw (integraal) te bezien.
Procesgang Processtap
Datum
Adoptiegroep
4 juni 2013
Financiële commissie (advies wordt ter vergadering uitgereikt)
6 juni 2013
Goedkeuring Dagelijks Bestuur
12 juni 2013
Vaststelling Algemeen Bestuur
26 juni 2013
Voorstel Het Algemeen Bestuur wordt voorgesteld als volgt te besluiten: Ten aanzien van de fiscale problematiek 1.
Gemeenten waarvoor de fiscale problematiek –terugvordering van via het BTW compensatiefonds gecompenseerde BTW– van toepassing is in de gelegenheid te stellen om de kazernes voor zowel gemeenten als Brandweer Brabant-Noord budget-neutraal over te dragen aan de Veiligheidsregio vóór 1 januari a.s. Dit betreffen kazernes die ná 1 januari 2005 in gebruik zijn genomen.
Ten aanzien van de centrale vraagstelling en ontwikkelrichting 2.
Een opdracht te verstrekken aan de Regionaal Commandant tot het opstellen van een Strategisch huisvestingsplan Brandweer Brabant-Noord (2014-2044) dat onder meer antwoord geeft op de vraag e waar welke kazernes in de toekomst kunnen worden gesitueerd. Het plan van aanpak hiervoor in de 2 helft van 2013 voor te leggen het Dagelijks Bestuur.
3.
Een bestuurlijke klankbordgroep in te stellen onder voorzitterschap van de burgemeester van Boxtel, die in afstemming met de Financiële Commissie de totstandkoming van het strategisch huisvestingsplan begeleidt.
4.
Als ontwikkelrichting (stip op de horizon) voor het Strategisch huisvestingsplan Brandweer BrabantNoord (2014-2044) vast te stellen dat de huisvesting van kazernes wordt gezien als een belangrijk sturingsmiddel om, zeker op langere termijn, de organisatie van de veiligheid zo effectief en efficiënt mogelijk te realiseren. Dit pleit voor overdracht van alle kazernes op termijn aan de Veiligheidsregio.
5.
In het strategisch huisvestingsplan de impact van de keuzes voor de financiële huishouding van individuele gemeenten en van de Veiligheidsregio c.q. Brandweer Brabant-Noord mee te laten nemen. Het totaalbeeld dient daarvoor in ieder geval het netto effect (voor- en nadelen) in 30 jaar zichtbaar te maken en inzicht te geven in de totale kosten en de kosten voor de individuele gemeenten ten opzichte van de huidige lasten.
6.
De volgende uitgangspunten bij deze vervolgopdracht te hanteren teneinde door deze helderheid op voorhand de financiële risico’s voor alle partijen zo transparant mogelijk te maken: a. Schoon door de deur, voor wat betreft o.m.: i. Achterstallig onderhoud ii. Renovatie (o.a. Megen, Oeffelt, Ravenstein) iii. Nieuwbouw (Oss, Haps, Cromvoirt) b. Dezelfde rekensystematiek, voor wat betreft o.m.: i. Afschrijvingstermijnen ii. Rekenrente iii. Onderhoudsreserve of -voorziening iv. Jaarlijkse storting in onderhoudsreserve of –voorziening en/of budget voor groot onderhoud
Ten aanzien van het aanverwante onderwerp, de verdeelsleutel gemeentelijke bijdragen
7. Ontwikkelen van een nieuwe verdeelsleutel (voor over 3 á 5 jaar) voor de doorberekening van de integrale kosten van BBN (dus inclusief de overgedragen kazernes).
Akkoord
Ja
Nee
Secretaris: drs. K.G. Tuitjer MCM CMC
Afwijkend besluit Paraaf: ……………
Bijlage(s) 1. 2.
Rapport 'Strategisch huisvestingsbeleid kazernes Brandweer Brabant-Noord Notitie Belastingaspecten brandweerkazernes (Deloitte)
AGP 18 ABVRBN 20130626 Bijlage 1
Strategisch Huisvestingsbeleid Kazernes Brandweer Brabant Noord
Den Haag, 12 juni 2013
Colofon Auteurs:
Gerard Nieuwe Weme Yermo Wever
B&A B.V. Prinses Margrietplantsoen 87 Postbus 829 2501 CV Den Haag t 070 - 3029500 f 070 - 3029501 e-mail:
[email protected] http: www.bagroep.nl
© Copyright B&A B.V. 2013. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. B&A is gevestigd in Den Haag, Arnhem en Amsterdam. 12-6-2013 16:14:00
Inhoudsopgave 1
Inleiding
5
2
Gevolgde werkwijze
6
2.1
Inleiding
6
2.2
Fase 1: Kick-off meeting
6
2.3
Fase 2: Opstellen discussiestuk
6
2.4
Fase 3: Interviews
6
2.5
Fase 4. Inventarisatie kazernes
7
2.6
Fase 5. Sessies met ambtenaren van de regiogemeenten
8
2.7
Fase 6. Opstellen conceptnota strategisch huisvestingsbeleid
8
3
Resultaten interviewronde
9
3.1
Inleiding
3.2
Uitkomsten interviews m.b.t. continuïteit, flexibiliteit en slagvaardigheid
10
3.3
Uitkomsten ten aanzien van de grond
11
3.4
Financiële aspecten
12
3.5
Personeel en organisatie
13
3.6
Materieel
13
3.7
Onderhoud als operationeel aspect
14
3.8
Samenvatting
14
Overzicht kazernes
16
4
9
4.1
Inleiding
16
4.2
Kort overzicht per kazerne
17
4.3
Samenvatting
25
5
Scenario’s voor huisvestingsbeleid
28
5.1
Scenario’s en uitgangspunten
28
5.2
Scenario 0: huidige eigendomsverhoudingen blijven gehandhaafd
29
5.3
Scenario 1: Alle kazernes gaan over naar de VR
31
5.4
Scenario 2: Gedifferentieerde overdracht
32
5.5
Voorkeursscenario
32
5.6
Verrekensystematiek
33
6
Aanbeveling
36
Inhoudsopgave 3
1 Inleiding Van oudsher werd de brandweerfunctie in Nederland uitgevoerd door gemeenten en zijn brandweerkazernes daarom in de regel gemeentelijk eigendom. In 2011 is de brandweer BBN geregionaliseerd en is de eigendomsverhouding niet meer zo vanzelfsprekend. De vraag doet zich voor of kazernes niet, evenals eerder is gebeurd met betrekking tot personeel en materieel, zouden moeten worden overgedragen aan de Veiligheidsregio. Huisvesting is immers een integraal onderdeel en verlengstuk van de wijze waarop de brandweer opereert. Per 1 januari 2014 doet zich een bijzondere situatie voor ten aanzien van de brandweerhuisvesting. Na invoering van de Wet veiligheidsregio’s bestaat geen recht meer op BTW compensatie voor gemeenten voor onder meer uitgaven die gerelateerd zijn aan de taakuitvoering door de brandweer. In een aantal gevallen zullen gemeenten met terugwerkende kracht alsnog reeds gecompenseerde BTW moeten terugbetalen. Voor zover dit de huisvesting betreft, hoeft dit niet als de huisvesting wordt overgedragen aan de veiligheidsregio vóór 1-1-2014. Begin februari 2013 heeft de Veiligheidsregio Brabant Noord aan de B&A-groep opdracht gegeven om een strategisch huisvestingsplan te ontwikkelen. Centraal in dit plan staat de vraag of het zinvol is dat gemeenten hun brandweerkazernes overdragen aan de Brandweer. Deze vraag kan vanuit verschillende perspectieven worden benaderd, fiscaal maar ook functioneel en strategisch. Dit concept huisvestingsbeleid is opgesteld in de maanden maart, april en mei 2013. Het is tot stand gekomen dankzij de bereidwillige medewerking van bestuurders en ambtenaren van gemeenten in de regio en functionarissen van de Brandweer Brabant Noord, waarvoor dank. In het volgende hoofdstuk wordt de gevolgde werkwijze behandeld. In hoofdstuk 3 volgen de resultaten van de eerste fase van het project en wordt de visie van gemeenten (bestuurlijk en ambtelijk) en de brandweer gegeven ten aanzien van het huisvestingsbeleid van BBN. In het daarop volgende hoofdstuk volgt een uitgebreid – financieel- overzicht van alle uitrukposten/kazernes in de regio. In hoofdstuk 5 volgen een aantal scenario’s. De uitgangspunten waaraan de scenario’s voldoen zijn vastgesteld in een tweetal plenaire discussiemeetings. In hoofdstuk 6 wordt een voorkeursscenario gekozen. Deze nota wordt afgesloten met een vervolgplanning.
Inleiding 5
2 Gevolgde werkwijze 2.1
Inleiding
De volgende stappen zijn doorlopen: • • • • • •
Kick-off meeting met de opdrachtgever Opstellen discussiestuk Interviews met ambtenaren BBN en bestuurders en ambtenaren gemeenten Inventarisatie kazernes met betrekking tot de exploitatie Twee sessies met, met name financiële ambtenaren van de regiogemeenten Sessies met het KMT en de Financiële commissie
2.2
Fase 1: Kick-off meeting
In de kick-off meeting is het plan van aanpak met de opdrachtgever besproken, evenals onderzoeksvragen en de beoogde resultaten van het project. Daarnaast zijn de benodigde stukken aan B&A beschikbaar gesteld en zijn afspraken gemaakt over de te benaderen respondenten. Tot slot is er een planning afgesproken.
2.3
Fase 2: Opstellen discussiestuk
In eerste instantie is een discussiestuk opgesteld. BBN is niet de eerste veiligheidsregio die een strategisch huisvestingsplan opstelt. In andere regio’s is dit reeds gebeurd. Overigens met verschillende uitkomsten. In sommige gevallen is besloten de huisvesting in handen van gemeenten te laten, in andere gevallen is aanbevolen de huisvesting te verkopen aan de veiligheidsregio, andere toegepaste mogelijkheden zijn lease, huur, bruikleen. Aan de hand van reeds ontwikkelde huisvestingsplannen en aan de hand van ervaringen van B&A met strategische huisvestingsplannen in andere sectoren (gemeentelijk accommodatiebeleid, politie, huisvestingsbeleid onderwijs, decentralisatie onderwijshuisvesting) heeft B&A een discussiestuk opgesteld. Het ging uitdrukkelijk om een concept bedoeld als leidraad voor de gesprekken met bestuurders en ambtenaren. Het ging erom alle alternatieven en voor- en nadelen op een rij te krijgen, zodat er keuzes kunnen worden gemaakt voor de korte en lange termijn. Het discussiestuk is besproken met de interne begeleidingscommissie en is vervolgens toegestuurd aan alle respondenten ter voorbereiding van het interview.
2.4
Fase 3: Interviews
In fase 3 zijn gesprekken gevoerd met functionarissen van BBN en bestuurders en ambtenaren van de gemeenten in de Veiligheidsregio Brbant-Noord. Het gaat om de volgende functionarissen: Commandant Brandweer Brabant Noord Controller BBN Burgemeesters geselecteerde gemeenten Ambtenaren Vastgoed van een selectie van gemeenten Een selectie van beheerders en gebruikers van kazernes
Gevolgde werkwijze 6
Aan de respondenten is van te voren het discussiestuk toegestuurd. In de gesprekken is gesondeerd wat de visie is van de respondenten op het huisvestingsbeleid van de brandweer, welke mogelijkheden men ziet, welke breekpunten en welke risico’s. De gespreksverslagen zijn ter verificatie aan de respondenten aangeboden.
2.5
Fase 4. Inventarisatie kazernes
In fase 4 heeft een inventarisatie plaatsgevonden van alle relevante aspecten van kazernes in de regio. Startpunt van de inventarisatie was een overzicht van de situatie van het onderhoud en eventuele functionele tekortkomingen dat door BBN is opgesteld. Deze inventarisatie is vervolgens uitgebreid aan de hand van een vragenlijst die door de 20 gemeenten is ingevuld. In de inventarisatie zijn de volgende gegevens verzameld. 1. Bouwjaar 2. Achterstallig onderhoud voor rekening van de eigenaar/gemeente 3. Gewenste renovatie/nieuwbouw voor rekening van de eigenaar/gemeente 4. Bouwkundige problemen voor rekening van de eigenaar/gemeente 5. Kosten 1 t/m 4 voor rekening van de eigenaar/gemeente 6. Kosten 1 t/m 4 voor rekening van de Brandweer 7. Kosten aanpassen functionaliteit voor rekening van de eigenaar/gemeente 8. Kosten verbonden aan Risico Inventarisatie en –evaluatie voor rekening van eigenaar/gemeente 9. Aanschafprijs grond (indien beschikbaar) 10. Aanschafprijs pand (in sommige gevallen zijn 9 en 10 niet meer te onderscheiden) 11. Kosten renovaties 12. Bedragen uit 9, 10 en 11 die niet zijn geactiveerd maar in een keer door gemeente zijn genomen (a fonds perdu) 13. Boekwaarde van opstallen 14. Boekwaarde van grond 15. Boekwaarden van renovaties/verbouw 16. Totale boekwaarde (som 13, 14 en 15) 17. WOZ waarde opstallen (1-1-2012) 18. WOZ waarde grond (1-1-2012) 19. Marktwaarde kazerne / verzekerde waarde 20. Datum ingebruikname kazerne 21. Hoogte aan nieuwbouw/renovatie verbonden BTW na 1-1-2014, saldo per 1-12014 (dit is het bedrag dat gemeenten na 1-1-2014 aan de Belastingdienst zijn verschuldigd indien kazernes niet zijn overgedragen) 22. Onderhoudskosten in gemeentelijke begroting 2013 23. Gehanteerde afschrijvingstermijn opstallen 24. Gehanteerde afschrijvingstermijn grond 25. Gehanteerde afschrijvingstermijn renovatie 26. Kapitaallasten opstallen 27. Kapitaallasten grond 28. Kapitaallasten renovaties verbouwingen 29. Totale kapitaallasten
Gevolgde werkwijze 7
2.6
Fase 5. Sessies met ambtenaren van de regiogemeenten
Het is belangrijk dat alle stakeholders gehoord worden in het opstellen van een huisvestingsbeleid. Daarom is er voor gekozen het proces af te ronden met een tweetal sessies met een vertegenwoordiging van de gemeenten. Hierin zijn de standpunten van de gemeenten nogmaals opgetekend en zijn de belangrijkste uitgangspunten en besluiten die in het huisvestingsbeleid zijn opgenomen, gezamenlijk besproken. De doelstelling van de ambtelijke sessies was het verkrijgen van consensus ten aanzien van de te hanteren uitgangspunten van het huisvestingsbeleid.
2.7
Fase 6. Opstellen conceptnota strategisch huisvestingsbeleid
Op basis van de voorgaande stappen heeft B&A het eindrapport, ic. het strategisch huisvestingsbeleid opgesteld. Het plan bestaat uit de volgende hoofdstukken. 1. Inleiding 2. Methode 3. Resultaten gesprekken/beleidsuitgangspunten 4. Overzicht kazernes (gedetailleerd overzicht in bijlage) 5. Scenario’s (5) 6. Voorkeurs scenario 7. Vervolgtraject
Gevolgde werkwijze 8
3 Resultaten interviewronde 3.1
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt een weerslag gegeven van de interviews die door B&A zijn afgenomen onder functionarissen van BBN en bestuurders en ambtenaren van gemeenten. De selectie van te interviewen personen is gemaakt door BBN en was er op gericht zoveel mogelijk verschillende visies vanuit verschillende perspectieven boven tafel te krijgen. Met de volgende functionarissen is een gesprek gevoerd: Naam Dhr. J. Fraanje, gemeentesecretaris, dhr R. Hart, contactambtenaar, Boxtel Mw. C. Angevaren, districtcommandant district 1, Brandweer Brabant-Noord Dhr. H. Hellegers, Burgemeester, Uden Dhr. J. Smarius, gemeentesecretaris Uden Dhr J. v.d Broek (fin.) en dhr. J. Marcic (gem. secretaris), Boekel Dhr. J. Mekel, contactambtenaar, mw. Ch. Snijders-Koenen, dhr. W. v.d. Camp, Oss Mw. A. Hellings, teamleider financiën & control, BBN Dhr. P. Verlaan, commandant Brandweer Brabant-Noord Dhr. K. Tuitjer, Secretaris Veiligheidsregio, Teamleider Veiligheidsbureau Dhr. R. Staal, hoofd Beheer en Huisvesting, BBN Mw. I. Woestenberg, gem. secretaris, Den Bosch Dhr. R. Hart, contactambtenaar Boxtel Dhr. H. van Brummen, burgemeester Boxtel Dhr. P. Bos, (bgm), J. Marcic, (gem. secr.), R. Freijters, (AOV-er), Boekel Mw. I. Eerden, AOV-er, Boxtel Mw. M. Snellen (hfd RO), dhr. F. Koesen (tl vastgoed/economie), Boxtel Mw. K. van Esch (hfd bestuurszaken, Aart Jooren (contact ambt.), Den Bosch Mw. Haasjes (bgm) en dhr. R. Bransz (gem. secr.) en dhr A. v. Slooten (coord), Grave Er is gesproken over de volgende aspecten van het huisvestingsbeleid: Continuïteit, flexibiliteit en slagvaardigheid Gemeenten zijn en blijven opdrachtgever van de Brandweer Brabant-Noord. Samen worden op basis van landelijke eisen prijs en kwaliteit van producten en diensten te leveren door BBN opgesteld. Deze dienen op een zo efficiënt en effectief mogelijke wijze geleverd te worden. Hiervoor dient BBN flexibel, slagvaardig en duurzaam te worden ingericht. Zeggenschap over het grond Indien de gemeente er voor kiest om het eigendom van de kazerne over te dragen aan BBN (verkoop), wordt BBN eigenaar van de kazerne en de grond waarop deze is gebouwd. Gevolg hiervan is dat BBN volledig beschikkingsbevoegd wordt om te beschikken over de grond. BBN kan in zoverre in volle omvang beslissen over wat er met de brandweerkazernes en de grond gebeurt. De gemeente heeft als eigenaar privaatrechtelijk geen grip meer op de locatie. Bij eventuele herontwikkeling van het
Resultaten interviewronde 9
gebied dan wel de locatie zal de gemeente in overleg moeten treden met BBN omdat BBN eigenaar is van de locatie. Financien Bij verkoop verdwijnt de onroerende zaak als wel de reservering voor het groot onderhoud van de balans van de gemeente. Daar staat tegenover dat de koopsom in één keer in de gemeentelijke kas wordt gestort. De bedongen prijs is uiteraard van invloed op een eventueel boekverlies dan wel boekwinst. Deze resultaten dienen op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording verwerkt te worden in de staat van Baten en Lasten. Andersom geldt voor BBN dat op het moment van overdracht van de kazernes deze ook conform het BBV in haar boeken zal moeten verwerken. Daarnaast zal BBN nieuw te ontwikkelen kazernes zelf moeten financieren. Personeel en organisatie Het is de bedoeling om het vrijwilligerskarakter van Brandweer Brabant Noord te behouden en zo veel mogelijk te blijven organiseren op lokaal niveau. Mogelijke effecten van sluiting van kazernes op het vrijwilligerkarakter dienen te worden meegenomen. Daarnaast zijn de gemeenten op dit moment verantwoordelijk voor de huisvesting van de brandweer. Allerlei zaken aangaande de huisvesting (ontwikkeling, financiering, onderhoud) worden door gemeenteambtenaren geregeld. In het geval de kazernes toekomen aan BBN dan dienen deze werkzaamheden door BBN te worden uitgevoerd. De organisatie dient hiertoe toegerust te zijn en over het benodigde personeel te beschikken. Materieel De al dan niet over te nemen kazernes dienen kwantitatief en kwalitatief plaats te bieden aan het benodigde materieel (en personeel). Per kazerne dient inzicht te bestaan in de functionaliteit van de kazerne en de mate waarin die functionaliteit voldoet aan de behoefte van BBN. Door de regionalisatie zijn de taken binnen BBN op een bepaalde wijze georganiseerd. Het gaat om de benodigde huisvestingscapaciteit voor kantoorruimte en de uitrukfunctie. Aspecten die daarbij van belang zijn, zijn bijvoorbeeld de beschikbare bouwonderdelen (uitruk/garage, verblijfsruimte personeel, kantoren, was-/werkplaatsen, bergruimten). Onderhoud Indien de kazerne wordt overgedragen aan BBN zal de gemeente niet meer geconfronteerd worden met kosten ten aanzien van de kazerne. Dit is met name het groot onderhoud. BBN draagt als eigenaar de volledige verantwoordelijkheid voor het onderhoud en eventuele aanpassingen in de functionaliteit van de kazerne.
3.2
Uitkomsten interviews m.b.t. continuïteit, flexibiliteit en slagvaardigheid
Bestuurders Sommige bestuurders zijn content met de huidige situatie, met name die in de eigen gemeente. Zij zien het als een strategisch voordeel dat de huisvesting in handen van de gemeenten blijft. Op die manier wordt de relatie met de –vrijwillige- brandweer gehandhaafd en wordt voorkomen dat BBN een eiland wordt. Andere bestuurders hebben meer oog voor het primaat van de brandweer in dezen en erkennen dat er knelpunten zijn voor wat onderhoud en functionaliteit betreft en vinden dat huisvesting,
Resultaten interviewronde 10
evenals personeel en materieel een zaak van de regionale brandweer zou moeten zijn. Overdracht van kazernes is een logische stap. Uiteraard moet de veiligheid van burgers door de brandweer volgens alle gesproken bestuurders worden gewaarborgd. Gemeenteambtenaren Gemeenteambtenaren Ambtenaren waarderen de brandweerhuisvesting in de eigen gemeente als goed. In een enkele gemeente zou sprake zijn van achterstanden in onderhoud. Er is, naast de BTW-problematiek geen directe aanleiding om kazernes over te dragen. Desondanks wordt erkend dat de huisvesting van de brandweer geen core-business is voor de gemeenten. Sowieso worstelt een aantal gemeenten met zijn vastgoedportefeuille. Vermits er een goede berekening wordt gemaakt van de financiële voordelen van overdracht en onomstotelijk vastgesteld kan worden dat de ene gemeente niet betaalt voor de tekortkomingen van de andere gemeente, is overdracht zeker bespreekbaar. Daarnaast moet de veiligheid van de inwoners te allen tijde worden gewaarborgd. Een enkele ambtenaar blijft echter wijzen op het belang van de relatie tussen de kazerne die eigendom is van de gemeente en de lokale samenleving. BBN Respondenten van BBN nemen een aantal knelpunten waar ten aanzien van de huidige eigendomsverhouding. Op dit moment kan niet worden gesproken over een eenduidig huisvestingsbeleid van BBN. BBN heeft te maken met kazernes met uiteenlopende functionaliteiten, staten van onderhoud en geografische voor- en nadelen. Op de keper beschouwd zou op de helft van de 40 kazernes wel het een en ander zijn aan te merken. Bovendien handelt iedere gemeente weer anders ten aanzien van de brandweerhuisvesting. Voor sommige is het beste niet goed genoeg, in andere gemeenten moet de brandweer het doen met ondermaatse voorzieningen. Ook de financieringswijze is zeer verschillend. Voor de meeste respondenten van BBN ligt het voor de hand dat de huisvesting aan BBN wordt overgedragen. BBN zou daarmee gemeenten een zorg uit handen nemen en bovendien de kosten, van met name nieuwbouwprojecten beter in de hand kunnen houden. Voor wat betreft het aantal kazernes en hun locatie de komende tien jaar is uitgegaan van het dekkingsplan 2012 waarin is aangetoond dat de bestaande 40 kazernes noodzakelijk zijn om aan de wettelijke opkomsttijd van 18 minuten te voldoen. Een enkele respondent van BBN is voorstander van overdracht op langere termijn omdat de voordelen van het apart zaken doen met 20 gemeenten op dit moment nog zouden opwegen tegen de nadelen die zouden kunnen ontstaan na overdracht. Het gevaar zou kunnen zijn dat na overdracht de middelen die gemeenten bereid zijn om bij te dragen aan de regionale huisvesting minder zouden zijn dan de middelen die zij thans voor hun eigen kazerne bereid zijn bij te dragen.
3.3
Uitkomsten ten aanzien van de grond
Bestuurders Bestuurders hebben geen uitgesproken mening over het eigendom van de grond. Deze geldt eigenlijk alleen als de kazerne op ‘dure’ grond staat en er plannen zouden zijn de kazerne te verplaatsen, op zo’n moment zou de gemeente de grond in eigendom willen houden. Daarnaast is geopperd om de constructie toe te passen van de onderwijshuisvesting waarin de gemeente altijd eigenaar blijft van de grond, danwel dat de gemeente het recht heeft op eerste koop.
Resultaten interviewronde 11
Gemeenteambtenaren Ambtenaren volgen hun bestuurders in dit aspect. Men is er vooral voor beducht dat de brandweer op langere termijn zou kunnen speculeren met de grond. Hierover zouden afspraken moeten worden gemaakt, bijvoorbeeld dat de grond eerst aan de gemeente wordt aangeboden, of dat de gemeente een deel van de winst mag opstrijken. Niet alle ambtenaren zijn hier bang voor. Zij verwachten dat de kazernes voor langere tijd als zodanig zullen functioneren en wijzen bovendien op bestaande maatregelen die speculatie tegengaan zoals het bestemmingsplan. BBN Het bezit van de grond is voor BBN in het algemeen geen issue. Men kan zich voorstellen dat gemeenten de grond in eigen hand willen houden.
3.4
Financiële aspecten
Bestuurders Bestuurders willen vooral inzicht in de financiële situatie voor en na overdracht voordat een keuze wordt gemaakt over de prijs die voor de kazernes wordt betaald. Uitgangspunt is dat de situatie min of meer gelijk moet blijven. Kosten moeten vergelijkbaar zijn met de huidige kosten. Er mag geen sprake zijn van lastenverzwaring.
Gemeenteambtenaren Ambtenaren zijn vooral van mening dat dit aspect eerst goed uitgezocht moet worden. De verschillen tussen de situatie nu en de situatie met overgedragen kazernes mogen niet te groot zijn. Daarvoor moeten alle financiële aspecten in kaart worden gebracht. Niet alleen de waarde van de kazernes maar ook het achterstallig onderhoud en de functionele situatie. Overdracht op basis van boekwaarde lijkt het meest voor de hand te liggen maar daar zouden ook nadelen aan kunnen kleven. Zo is het maar de vraag of de Belastingdienst akkoord gaat met verkoop op basis van boekwaarde als de marktwaarde veel hoger mocht zijn. Het is dan denkbaar dat de Belastingdienst overdrachtsbelasting gaat heffen over het verschil. Dit gevaar zou volgens Deloitte die hierover BBN adviseert, overigens niet bestaan. In de bijlagen is een notitie van Deloitte over dit onderwerp opgenomen. Voor wat het groot onderhoud betreft spreken de meeste gemeenten over het principe ‘ schoon door de deur’. Dat betekent dat het onderhoud en de functionaliteit van alle kazernes gelijk moeten zijn bij overdracht of dat gemeenten daarvoor in ieder geval de middelen moeten toezeggen. Op deze wijze moet worden voorkomen dat gemeenten die het altijd goed gedaan hebben moeten meebetalen aan huisvesting in gemeenten die ‘nalatig’ zijn geweest. BBN Bij BBN is men ook van mening dat het totale ‘kostenverhaal’ eerst inzichtelijk moet worden gemaakt. Het gaat dan om drie kostencategorieën: Rente en afschrijving, Groot onderhoud Herbouw Deze moeten voor de toekomst inzichtelijk worden gemaakt. De bedragen zullen in de loop van de tijd uitmiddelen maar in de overdracht is het belangrijk dat de kazernes
Resultaten interviewronde 12
geen achterstallig onderhoud kennen en aan de functionele eisen van de brandweer voldoen of er moeten afspraken zijn gemaakt ten aanzien van de financiële compensatie. Dat is op dit moment niet het geval. Er wordt daarnaast op gewezen dat investeringen die vóór 2014 worden uitgevoerd/aanbesteed nog onder de BTWcompensatie vallen. Klein onderhoud kwam overigens altijd al voor rekening van BBN en deze kostencategorie is dus niet relevant in deze discussie. De situatie zou in hun ogen zelfs zo kunnen zijn dat de brandweer moet overwegen om bepaalde kazernes niet over te nemen. Tot slot is het belangrijk voor de respondenten van BBN dat kosten/verliezen in één keer worden genomen en niet naar de toekomst worden doorgeschoven.
3.5
Personeel en organisatie
Bestuurders Een aantal bestuurders wijst op de negatieve gevolgen die overdracht zou kunnen hebben op het animo van vrijwilligers. Zij zien de kazerne als van hun, het is hun thuis. Bestuurders wijzen er ook op dat huisvesting niet de core-business is van de brandweer. Ander bestuurders denken dat de binding tussen vrijwilligers met de lokale samenleving ook op anderen manieren kan worden bewerkstelligd. Sterker nog, misschien wordt de band sterker omdat de huisvesting dan eigendom is van hun brandweerkorps en ze niet voor elk wissewasje naar de gemeente hoeven. Zij wijzen er ook op dat de brandweer in haar organisatiewijze efficiënt moet zijn. De brandweer moet zelf kunnen bepalen waar de manschappen zijn gehuisvest en dat kan beter als de brandweer ook de zeggenschap heeft over de kazernes. Gemeenteambtenaren Sommige ambtenaren zijn, in navolging van de ontwikkeling bij andere gemeenschappelijke regelingen, bang dat de brandweer de huisvesting niet efficiënt zal kunnen beheren. Men is bang voor grotere overhead. Het beheer van de kazernes kost gemeenten nu nagenoeg geen capaciteit. Ook wordt wederom gewezen op mogelijke daling van het aantal vrijwilligers als kazernes worden overgedragen. Anderen vinden overdracht ook met het oog op personeel en organisatie een logische stap. De brandweerorganisatie zal zich voordurend aanpassen en daarbij hoort ook dat de brandweer zelf over de huisvesting moet gaan, zeker op lange termijn. BBN In het algemeen zijn de respondenten van BBN niet bang voor terugloop van het aantal vrijwilligers. BBN’ers brengen wel in om niet alleen te kijken naar de kazernes maar ook naar de kantoorfuncties. Die zou je aan de ene kant willen concentreren (per district of per functie), aan de andere kant zitten bij het vaste personeel ook vrijwilligers waarvoor het belangrijk is dat men dicht bij de kazerne zit. Hier zal goed naar moeten worden gekeken.
3.6
Materieel
Bestuurders Volgens de bestuurders voldoen de eigen kazernes aan de materiële eisen. Mochten de kazernes worden overgedragen dan gaan de gemeenten hier niet langer over en dan is het een item voor de brandweer. Sommige bestuurders wijzen op het feit dat hun kazerne is gebouwd voor een bepaalde capaciteit aan materieel en dat de Brandweer
Resultaten interviewronde 13
die capaciteit weghaalt. Het stoort ze dat de materiële capaciteit om operationele redenen in hun gemeente is verminderd. Een deel van de kazerne staat leeg en dat zien de inwoners ook. Ambtenaren Ambtenaren zijn ervan overtuigd dat de materiële functionaliteit van hun kazerne op orde is. Sommigen zouden willen dat daar meer gebruik van de kazernes zou worden gemaakt door de brandweer, net zoals voornoemde bestuurders stoort het ze dat de capaciteit van hun kazernes niet maximaal wordt aangewend. In de nabije toekomst verwacht men overigens weinig veranderingen. BBN BBN maakt melding van een mogelijke overcapaciteit in materieel ten gevolge de regionalisering en een efficiëntere inzet gebaseerd op een risicoanalyse. Het zal op termijn niet mogelijk en ook niet nodig zijn om maximaal gebruik te maken van de materiële capaciteit. Met andere woorden: als de Brandweer de kazernes overneemt dan wordt voor een gedeelte overbodige ruimtecapaciteit overgenomen.
3.7
Onderhoud als operationeel aspect
Bestuurders Dit was geen punt van bevraging. Ambtenaren Ambtenaren vinden hun kazerne qua onderhoud op orde. De onderhoudskosten zijn klein. In het algemeen wordt gerekend op enkele duizenden euro’s per jaar. Veel wordt door de manschappen zelf gedaan. Er wordt gewezen op gemeenten die hun onderhoud niet op orde hebben. BBN Respondenten van BBN hebben een andere opvatting over de staat van het onderhoud van de kazernes. Men heeft met een nulmeting hieromtrent uitgevoerd. Er is in sommige gemeenten sprake van ernstig achterstallig onderhoud. Gemeenten gaan ook verschillend om met deze post. Sommigen hebben een meerjaren onderhoudsplan(MOP), andere gemeenten handelen naar bevind van zaken. De daadwerkelijke onderhoudskosten zouden veel hoger kunnen liggen dan welke de gemeenten aangeven.
3.8
Samenvatting
Samenvattend kunnen uit de interviews de volgende uitgangspunten en gedachtelijnen ten aanzien van de overdracht van kazernes worden opgetekend. In het strategisch huisvestingsbeleid zal ook de kantoorfunctie moeten worden meegenomen. In verschillende kazernes is kantoorfunctie aanwezig, op bepaalde plekken wordt kantoorruimte gehuurd of ter beschikking gesteld. In het strategisch huisvestingsbeleid dient de veiligheid van burgers te zijn gegarandeerd. Met andere woorden: kazernes dienen zodanig te zijn gesitueerd dat aan de wettelijke opkomsttijd van 18 minuten wordt voldaan. Overdracht van huisvesting past bij de regionalisering van de brandweerfunctie. Wanneer BBN eigenaar zou zijn van de brandweerkazernes dan kan, meer dan thans het geval een flexibel en slagvaardig huisvestingsbeleid worden uitgevoerd.
Resultaten interviewronde 14
BBN is beter in staat om kosteneffectief in de behoefte aan kwalitatieve en kwantitatieve kazernecapaciteit te voldoen. BBN is beter in staat om meer specifieke zorg te besteden aan adequaat onderhoud, evenals de functionaliteit van de brandweerkazernes. In het geval van nieuwbouw is BBN is beter in staat om kazernes te ontwikkelen die voldoen aan de lokale functionele eisen (voorkomen overcapaciteit). Grond is geen groot issue bij overdracht. Gemeenten willen wel voorkomen dat de brandweer met grondposities speculeert. Voor gemeenten is het belangrijk dat de huisvestingslasten na overdracht niet hoger worden Voor gemeenten is het belangrijk dat alle gemeenten ervoor zorgen dat achterstallig onderhoud wordt aangepakt vóór de overdracht of dat er afspraken over financiele compensatie worden gemaakt. Gemeenten willen niet opdraaien voor elkaars nalatigheid in dezen. Met andere woorden: de kazernes moeten bij overdracht ‘schoon door de deur’. De meest geringe financiële consequenties zijn te verwachten als de kazernes tegen boekwaarde worden overgedragen. Deze wijze van prijsbepaling moet wel eerst met de Belastingdienst worden besproken. Voorkomen moet worden dat de Belastingdienst overdrachtsbelasting in rekening brengt Voor de berekening van de kosten ‘vóór’ en ‘ná’ overdracht zijn de volgende posten het meest belangrijk: o Rente en afschrijving o Groot onderhoud o Nieuwbouw/renovatie
De volgende bezwaren zijn genoemd die pleiten tegen overdracht van kazernes: De relatie vrijwillige brandweer – gemeenten wordt verbroken. De binding van vrijwilligers loopt in de toekomst niet meer via de gemeentelijke huisvesting. Gemeenten en BBN moeten samen er voor zorgen dat de binding tussen vrijwilligers en hun uitrukgebied blijft bestaan Huisvesting is op dit moment geen core-business van de brandweer. De vraag is of de brandweer deze taak effectief en efficiënt kan vervullen, en tegen welke inspanningen, c.q. kosten.
Resultaten interviewronde 15
4 Overzicht kazernes 4.1
Inleiding
In hoofdstuk 3 zijn de strategische, functionele en financiële aspecten van de eigendomsverhoudingen aangaande de brandweerkazernes in Brabant Noord behandeld. Een belangrijke voorwaarde voor overdracht die met name door bestuurders en ambtenaren is genoemd is de conditie dat na overdracht de huisvestingslasten voor gemeenten niet ingrijpend moeten wijzigen. In dit hoofdstuk beschouwen we de financiële consequenties van overdracht. In de bijlage is in een spreadsheet een overzicht opgenomen van alle kazernes in de Veiligheidsregio Brabant Noord, situatie medio 2013. In dit overzicht zijn niet de gehuurde en de ter beschikking gestelde kantoorlocaties meegenomen. In dit overzicht zijn onder meer de volgende kenmerken opgenomen: 1. Bouwjaar 2. Achterstallig onderhoud voor rekening van de eigenaar/gemeente 3. Gewenste renovatie/nieuwbouw voor rekening van de eigenaar/gemeente 4. Bouwkundige problemen voor rekening van de eigenaar/gemeente 5. Kosten 1 t/m 4 voor rekening van de eigenaar/gemeente 6. Kosten 1 t/m 4 voor rekening van de Brandweer 7. Kosten aanpassen functionaliteit voor rekening van de eigenaar/gemeente 8. Kosten verbonden aan Risico Inventarisatie en –evaluatie voor rekening van eigenaar/gemeente 9. Aanschafprijs grond (indien beschikbaar) 10. Aanschafprijs pand (in sommige gevallen zijn 9 en 10 niet meer te onderscheiden) 11. Kosten renovaties 12. Bedragen uit 9, 10 en 11 die niet zijn geactiveerd maar in een keer door gemeente zijn genomen (a fonds perdu) 13. Boekwaarde van opstallen 14. Boekwaarde van grond 15. Boekwaarden van renovaties/verbouw 16. Totale boekwaarde (som 13, 14 en 15) 17. WOZ waarde opstallen (1-1-2012) 18. WOZ waarde grond (1-1-2012) 19. Marktwaarde kazerne / verzekerde waarde 20. Datum ingebruikname kazerne 21. Hoogte aan nieuwbouw/renovatie verbonden BTW na 1-1-2014, saldo per 1-12014 (dit is het bedrag dat gemeenten na 1-1-2014 aan de Belastingdienst zijn verschuldigd indien kazernes niet zijn overgedragen) 22. Onderhoudskosten in gemeentelijke begroting 2013 23. Gehanteerde afschrijvingstermijn opstallen 24. Gehanteerde afschrijvingstermijn grond 25. Gehanteerde afschrijvingstermijn renovatie 26. Kapitaallasten opstallen 27. Kapitaallasten grond 28. Kapitaallasten renovaties verbouwingen 29. Totale kapitaallasten
Overzicht kazernes 16
Na analyse van alle aangeleverde stukken blijkt dat de totale WOZ waarde twee tot drie keer hoger is dan de boekwaarde. In de bijeenkomst met de contactambtenaren is daarop geconcludeerd dat het verstandig is om, vanwege de hoogte van de toekomstige kosten, bij overdracht uit te gaan van de boekwaarde. De boekwaarde is gebaseerd op de opgave van gemeenten en is inclusief de grond. In het geval dat gemeenten de kazerne (gedeeltelijk) uit de eigen reserves hebben betaald (a fonds perdu) heeft B&A een fictieve boekwaarde berekend gebaseerd op een afschrijvingstermijn van 40 jaar. De BTW problematiek geldt voor alle kazernes die ná 1 januari 2004 nieuw of herbouwd in gebruik zijn genomen. Het nog uitstaande BTW bedrag is getotaliseerd. Omdat we kijken naar huidige kosten ten opzichte van toekomstige kosten zijn de huidige kapitaallasten in beeld gebracht. Voor die kazernes die a fond perdu zijn gefinancierd en voor de kazernes waar dit jaar nieuw of herbouw plaatsvindt zijn de kosten fictief aangepast op basis van 40 jaar afschrijving en 4 % rekenrente rente. Hierna presenteren we in een kort overzicht de belangrijkste gegevens per kazerne.
4.2
Kort overzicht per kazerne
District 1 Gemeente Kazerne 1 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden
Haaren Haaren 1-4-2012 € 291.454 € 1.861.503 € 109.945 Nieuwe kazerne, BTW problematiek
Gemeente Haaren Kazerne 2 Helvoirt Bouwjaar 2012 Potentieel bedrag herziening BTW € 96.130 Totale boekwaarde € 626.626 Totale kapitaallasten € 52.579 Bijzonderheden Nieuwe kazerne, BTW problematiek; boekwaarde en kapitaallasten aangepast Gemeente Kazerne 3 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden
Heusden Drunen 1977 Geen € 31.936 € 8.837 Geen
Overzicht kazernes 17
Gemeente Kazerne 4 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden
Heusden Heusden Onbekend Geen € 89.025 € 12.104 Geen
Gemeente Kazerne 5 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten
Heusden Vlijmen 2003
Bijzonderheden
Geen
Geen € 1.135.359 € 86.812
Gemeente ’s-Hertogenbosch ’s-Hertogenbosch Kazerne 6 Bouwjaar 1997 Potentieel bedrag herziening BTW Geen Totale boekwaarde € 4.369.898 Totale kapitaallasten € 367.697 Bijzonderheden Boekwaarde en kapitaallasten zijn berekend, met een rekenrente van 4% en een looptijd van 40 jaar. Gemeente ’s-Hertogenbosch Rosmalen Kazerne 7 Bouwjaar 1981, in 2013 ingrijpend gerenoveerd Potentieel bedrag herziening BTW € 210.000 Totale boekwaarde € 1.000.000 Totale kapitaallasten € 65.000 Bijzonderheden Gerenoveerde kazerne wordt in 2013 opgeleverd, boekwaarde en kapitaallasten berekend op basis van nieuwwaarde 2013. Mogelijkheid bestaat dat BTW in één keer in 2013 wordt afgeschreven. Gemeente Kazerne 8 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden
Vught Vught Voor 2004 geen € 1.368.252 € 126.459 Duo gebouw, 60% brandweerpost
Overzicht kazernes 18
Gemeente Kazerne 9 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde(ex BTW) Totale kapitaallasten Bijzonderheden
Vught Cromvoirt Niet bekend, nieuwbouw in 2013 € 126.000 € 600.000 € 39.000 BTW, boekwaarde en kapitaallasten berekend op nieuwbouw € 600.000
District 2 Gemeente Kazerne 10 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden Gemeente Kazerne 11 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden Gemeente Kazerne 12 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden
Boxtel Boxtel 2002 Geen € 531.322 € 68.132 Geen Boxtel Liempde Niet bekend Geen € 50.731 € 5.142 Geen Schijndel Schijndel 1990 € 16.414 € 736.543 € 68.625 BTW betreft renovatie in 2006
Gemeente Sint Michielsgestel Kazerne 13 Berlicum Bouwjaar 2001 Potentieel bedrag herziening BTW Geen Totale boekwaarde € 1.328.242 Totale kapitaallasten € 65.884 Bijzonderheden Gedeeltelijk a fonds perdu gefinancierd, Boekwaarde en kapitaallasten zijn aangepast!
Overzicht kazernes 19
Gemeente Kazerne 14 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden
Sint Michielsgestel Sint Michielsgestel 2011 € 328.551 € 2.360.041 € 165.269 Nieuwe kazerne BTW problematiek
Gemeente Sint Oedenrode Kazerne 15 Sint Oedenrode Bouwjaar 1992 Potentieel bedrag herziening BTW € 24.978 Totale boekwaarde € 448.185 Totale kapitaallasten € 37.855 Bijzonderheden Deels a fond perdu gefinancierd in 1992; boekwaarde en kapitaallaten zijn aangepast. BTW betreft enkel renovatie uit 2011.
District 3 Gemeente Kazerne 16 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden Gemeente Kazerne 17 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden Gemeente Kazerne 18 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden
Bernheze Heesch ?? Geen € 137.642 € 18.811 Geen Bernheze Nistelrode 2010 € 120.755 € 1.357.321 € 100.995 Nieuwe kazerne BTW problematiek Bernheze Heeswijk Dinther Niet bekend Geen € 352.116 € 29.684
Overzicht kazernes 20
Gemeente Kazerne 19 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden Gemeente Kazerne 20 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden Gemeente Kazerne 21 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden Gemeente Kazerne 22 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden Gemeente Kazerne 23 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden
Maasdonk Maasdonk 2004 € 16.953 € 633.410 € 53.125 Laatste jaar BTW Oss Berghem 1980 geen € 21.133 € 3.412 Getallen voorlopig geschat Oss Lith Onbekend geen € 12.935 € 2.361 Getallen voorlopig geschat Oss Ravenstein 1976 geen € 30.727 € 4.489 Getallen voorlopig geschat Oss Megen 1960 geen € 12.935 € 2.361 Getallen voorlopig geschat
Overzicht kazernes 21
Gemeente Oss Oss Kazerne 24 Bouwjaar 1970 (in 2013 of later renovatie) Potentieel bedrag herziening BTW € 298.200 Totale boekwaarde € 1.644.140 Totale kapitaallasten € 128.560 Bijzonderheden Getallen voorlopig geschat. Achterstallig onderhoud renovatie nodig, € 1.420.000, voldoet niet aan eis schoon door de deur. Ook hiervoor BTW meegenomen en boekwaarde en kapitaallasten aangepast. Huidige boekwaarde 211.205 + 12.935 meegeteld en huidige kapitaallasten 33.899 + 2361 meegeteld. Gemeente Kazerne 25 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden
Oss Oss Noord nvt nvt nvt € 9.801 Gehuurd pand (kosten 675 per maand inclusief BTW)
District 4 Gemeente Kazerne 26 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden
Gemeente Kazerne 27 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden
Boekel Boekel 2003 Geen € 890.500 € 55.720 Kapitaallasten aangepast aan 4% en 40 jaar. Landerd Schaijk 1998 Geen € 850.369 € 68.030 A fonds perdu gefinancierd, boekwaarde en kapitaallasten berekend door B&A
Overzicht kazernes 22
Gemeente Kazerne 28 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden
Landerd Zeeland 2002 neen € 104.950 € 9.263 Een geheel met gemeentewerf, verdeling brandweer/werf is 50/50, bedragen zijn aangepast
Gemeente Uden Uden Kazerne 29 Bouwjaar 1984 Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden Boekwaarde betreft aanschaf en renovatie voor 2004; Gemeente Kazerne 30 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden Gemeente Kazerne 31 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden
Geen € 203.783 € 16.712
Veghel Erp Niet bekend Geen € 132.962 € 10.257 Geen Veghel Veghel Niet bekend Geen € 227.045 € 21.873 Geen
District 5 Gemeente Kazerne 32 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden
Boxmeer Boxmeer 2005 € 23.799 € 1.012.696 € 75.890 BTW problematiek voor 1 jaar nog uitstaand
Overzicht kazernes 23
Gemeente Kazerne 33 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden
Boxmeer Oefelt 1958 Geen € 0,00 € 0,00 Totaal afgeschreven
Gemeente Boxmeer Vierlingsbeek Kazerne 34 Bouwjaar 1998 Potentieel bedrag herziening BTW Geen Totale boekwaarde € 249.470 Totale kapitaallasten € 19.912 Bijzonderheden Kazerne is waarschijnlijk a fonds perdu gefinancierd, boekwaarde is berekend en aangepast Gemeente Kazerne 35 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden
Cuijk Cuijk 2002 Neen € 1.383.092 € 97.753 Geen
Gemeente Cuijk Haps Kazerne 36 Bouwjaar 2013 Potentieel bedrag herziening BTW € 126.000 Totale boekwaarde(ex BTW) € 600.000 Totale kapitaallasten € 39.000 Bijzonderheden BTW, boekwaarde en kapitaallasten berekend op nieuwbouw € 600.000 Gemeente Kazerne 37 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden
Grave Grave 2009 € 145.000 € 1.504.613 € 92.702 Nieuwe kazerne, BTW problematiek, deels a fonds perdu
Overzicht kazernes 24
Gemeente Kazerne 38 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden
Gemeente Kazerne 39 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden Gemeente Kazerne 40 Bouwjaar Potentieel bedrag herziening BTW Totale boekwaarde Totale kapitaallasten Bijzonderheden
4.3
Mill en Sint Hubert Mill 2005 € 14.239 € 998.725 € 75.395 BTW-problematiek, In Mill wordt door de gemeenten van het district 5 kantoorruimte ter beschikking gesteld in het gemeentehuis. Dit is nog niet verrekend in de lasten. Sint Anthonis Sint Anthonis 1999 Geen € 195.700 € 16.621 Geen Sint Anthonis Wanroij 1991 Geen € 108.097 € 11.720 Geen
Samenvatting •
In de Veiligheidsregio Brabant Noord bevinden zich 40 kazernes in 20 gemeenten. Twee kazernes zijn gehuurd (Haps en Oss Noord). Voor de kazerne Haps is overeengekomen dat dit jaar nieuwbouw plaats vindt met oplevering en ingebruikneming vóór 1-1-2014 en dit is meegenomen in het overzicht. Voor de kazerne Oss Noord wordt rekening gehouden dat er nog moet worden gehuurd in 2014 en verder. Er zou dus sprake zijn van overdracht van 39 kazernes.
•
Voor een deel van de kazernes is de boekwaarde van de grondprijs niet meer te achterhalen.
•
De totale boekwaarde van alle kazernes bedraagt eind 2012 € 28.868.623,- . Dit bedrag is gebaseerd op de opgave van gemeenten en is inclusief de grond (daar waar dit is opgegeven door de gemeenten). Indien de kosten van de grond niet expliciet zijn benoemd, dan wordt de waarde € 0,- ingevuld. In het geval dat gemeenten de kazerne (gedeeltelijk) uit de eigen reserves heeft
Overzicht kazernes 25
betaald (a fonds perdu) heeft B&A een fictieve boekwaarde berekend, gebaseerd op een afschrijvingstermijn van 40 jaar. De kapitaallasten zijn daarmee ook aangepast. Dit geldt voor zes kazernes in de gemeenten Den Bosch, St. Michelsgestel, St. Oedenrode, Landerd, Boxmeer en Grave. •
Noodzakelijke renovaties/nieuwbouw is nodig voor de volgende posten: o Cromvoirt (overeenkomst voor verbouw dit jaar, kosten circa € 600.000 exclusief BTW) o Rosmalen (€ 1.000.000 toegezegd door de gemeente ’sHertogenbosch in 2013) o Oss (uitgaande van verbouw dit jaar à € 1.420.000) o Haps (overeenkomst voor nieuwbouw dit jaar, kosten circa € 600.000)
•
De problematiek van herziening van de eerder gecompenseerde BTW speelt mogelijk bij 14 kazernes in 13 gemeenten. De totale potentiële bedrag herziening BTW is € 1.838.473,- . In dit bedrag zijn inbegrepen de potentiële bedragen voor reeds geëffectueerde nieuwbouw en renovatie als wel de potentiële bedragen voor nog uit te voeren nieuwbouw en renovatie in 2013. Dit is ingeschat op € 760.200,-. Het minimale bedrag dat daarmee voor BTW herziening in aanmerking komt is ruim één miljoen euro. Dit betekent dat indien kazernes niet per 1-1-2014 zijn overgedragen gemeenten, gemeenten dit bedrag mogelijk verschuldigd zijn aan de Belastingdienst.
•
De BTW problematiek speelt bij de volgende 13 gemeenten: o Haaren (2 kazernes nieuwbouw beide in 2012) o Den Bosch (mogelijk bij kazerne Rosmalen renovatie 2013) o Vught (Aanname nieuwbouw/renovatie Cromvoirt in 2013) o Schijndel (renovatie in 2006) o Sint Michielsgestel (Nieuwbouw in 2011) o St. Oedenrode (renovatie in 2011) o Bernheze (nieuwbouw in 2010) o Maasdonk (nieuwbouw in 2004) o Oss (uitgaande van renovatie kazerne Oss in 2013) o Boxmeer (nieuwbouw in 2005) o Grave (nieuwbouw in 2009) o Mill en St Hubert (nieuwbouw in 2005) o Cuijk (Haps, nieuwbouw gepland in 2013)
•
Gemeenten gaan verschillend om met de kosten voor grootonderhoud. Sommige maken planning op basis van een zogenoemd Meerjaren OnderhoudsPlan (MOP). Andere maken jaarlijks de benodigde bedragen vrij. Een aantal gemeenten heeft een onderhoudsfonds voor de kazerne. Enkele gemeenten hanteren een onderhoudsfonds voor alle gemeentelijke gebouwen, inclusief de kazernes. Het is dus moeilijk om op deze basis een bedrag voor groot onderhoud te bepalen. Vooralsnog gaan we rekenen met een bedrag per vierkante meter zoals dat algemeen in gebruik is in den lande.
•
De begroting voor het groot onderhoud en de storting in de voorziening van het groot onderhoud van de gezamenlijke 20 gemeenten zijn respectievelijk €
Overzicht kazernes 26
281.686 en € 246.724. Dit is totaal € 528.410 euro. Hierbij dient opgemerkt te worden dat een aantal gemeenten deze bedragen nog niet heeft opgegeven. •
Gemeenten hanteren verschillende afschrijvingstermijnen en (reken) rentes. De meest voorkomende afschrijvingstermijn is 40 jaar met een rekenrente van 4%. Sommige gemeenten hanteren verschillende afschrijvingstermijnen voor het gebouw, de inrichting en installaties en de renovaties. Ook met betrekking tot de grond worden verschillende principes gehanteerd. Sommige gemeenten gebruiken een afschrijvingstermijn van 50 jaar, andere gemeenten schrijven in het geheel niet af op de grond.
•
De gemeenten zijn in 2012 in totaal € 2.234.913,- kwijt aan Kapitaallasten (rente en afschrijving). Binnen de gemeentelijke begroting is het gebruikelijk dat de kapitaallasten een cyclus doorlopen die geen gelijkmatig effect heeft in de exploitatielasten. Bij nieuwbouw worden kapitaallasten in één keer substantieel hoger (factor 10 en meer). Door deze (begrotings)systematiek zal de overdracht van kazernes (voor die kazernes die grotendeels zijn afgeschreven) zonder meer tot verhoging van de exploitatielasten zal leiden, maar dat op het moment van vervanging van een kazerne door een gemeente als niet tot overdracht wordt besloten, deze lasten ook door de betrokken gemeente gedragen zullen moeten worden.
•
In geval de kazerne in een gebouw met meer functies is ondergebracht, is voor de berekening het percentage dat gebruikt wordt door BBN toegepast op de boekwaarde en de kapitaallasten.
•
Een samenvattend financieel overzicht als wel de specifieke opgaven per kazerne worden gegeven in de bijlagen.
Overzicht kazernes 27
5 Scenario’s voor huisvestingsbeleid 5.1
Scenario’s en uitgangspunten
In dit hoofdstuk worden drie scenario’s voor huisvestingsbeleid gepresenteerd. Het gaat om de volgende:
Nul-scenario: huidig beleid wordt voortgezet, gemeenten blijven eigenaar van de uitrukposten. Scenario 1: Kazernes die eigendom zijn van gemeenten worden aan BBN overgedragen. Scenario 2: Alleen de kazernes waar de BTW problematiek speelt worden aan BBN overgedragen.
Ten einde een geldige vergelijking van de drie scenario’s mogelijk te maken worden de volgende uitgangspunten toegepast. De uitgangspunten zijn mede bepaald door de financiële ambtenaren van de betrokken gemeenten. Uitgangspunten vergelijking scenario’s: scenario’s: Alle gemeenten worden gelijk behandeld. De brandweerzorg is gegarandeerd, in de gehele regio wordt aan de minimale eisen voldaan. Het scenario moet voor 31-12-2013 zijn gerealiseerd. De komende 10 jaar (tot en met 2023) blijven uitrukposten nodig op de huidige 40 locaties. ‘Schoon door de deur’; per 31-12-2013 is geen sprake van achterstallig onderhoud of er zijn harde afspraken gemaakt ten aanzien van een financiële compensatie. Kosten verbonden aan ‘schoon door de deur’ worden vóór 31-12-2013 uitgegeven Voor alle scenario’s worden de kosten voor het jaar 2014 met elkaar vergeleken, op basis hiervan is het mogelijk de financiële consequenties voor de komende 15 jaar in beeld te brengen. Voor de financiële vergelijking van scenario’s worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: o Totale kosten: Kapitaallasten Onderhoudskosten Geen kosten personeel (wordt verondersteld in elk scenario gelijk te zijn) o Bouwkosten nieuwe basiskazerne: € 600.000 exclusief BTW en € 726.000.- inclusief BTW o Rekenrente 4% o Afschrijving in 40 jaar Bij overdracht wordt uitgegaan van boekwaarde. “Om niet” of niet ingevuld betekent een boekwaarde 0. Indien een kazerne uit de gemeentelijke reserves is gefinancierd, wordt een fictieve boekwaarde berekend op basis van de aanschafprijs en het bouwjaar. Kapitaallasten van deze kazernes zijn berekend op basis van 40 jaar afschrijving (=0,025) en 4 % rente (=0,04) Overdracht vindt plaats inclusief grond
Scenario’s voor huisvestingsbeleid 28
Bij vervallen van bestemming brandweerkazerne heeft betreffende gemeente eerste recht op koop tegen de dan geldende boekwaarde. Betaling van de gecompenseerde BTW is de verantwoordelijkheid van gemeenten. In de berekeningen is uitgegaan van rente van 4% en een looptijd van 10 jaar Voor grootonderhoud in de toekomst wordt uitgegaan van een normpercentage per vierkante meter vloeroppervlak. Op grond van historische gegevens wordt er van uitgegaan dat in de komende 30 jaar 10 kazernes worden herbouwd/ingrijpend gerenoveerd. Op basis van een kostenberekening van BBN wordt uitgegaan van een investeringsbedrag van € 600.000 ex BTW per kazerne. Het uitgangspunt is dat er geen overdrachtbelasting verschuldigd is met deze overdracht van kazernes (Zie bijlage Belastingadviseur Deloitte). De kosten van overdracht zijn daarom ook pm opgenomen. De risico’s voor mogelijke nodige stopzetting van leningen door gemeenten (omdat hun kazernes overgaan en zij hiervoor boekwaarde vergoed krijgen), zijn pm voor gemeenten.
5.2
Scenario 0: huidige eigendomsverhoudingen blijven gehandhaafd
In het 0 scenario blijven de eigendomsverhoudingen zoals die nu zijn. De 39 kazernes blijven eigendom van de gemeenten en één kazerne wordt gehuurd. Kostenpost 1. Rente en afschrijving bestaande kazernes 2. Rente en afschrijving nieuwe kazernes 3. Grootonderhoud 4. Terugdraaien BTW voordeel Totaal
Investering € €
Jaarlijkse lasten € 2.234.913 7.260.000 € 471.900 € 528.410 1.838.473 € 257.386 € 3.429.609
De jaarlijkse rente en afschrijving is gelijk aan de huidige situatie. Voor de 10 te herbouwen kazernes is uitgegaan van een standaardbedrag van € 600.000 ex BTW. Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat de laatste kazernes die door gemeenten zijn gebouwd, bijvoorbeeld Sint Michielsgestel, voor een veelvoud van dit bedrag zijn gebouwd. Het jaarlijkse grootonderhoud is een schatting gebaseerd op de –verwachte- uitgaven in 2013. De 13 BTW nadeel gemeenten moeten gezamenlijk jaarlijks € 257.386 betalen aan hieraan verbonden kosten rente en afschrijving. Dit zijn nieuwe kosten. In dit scenario worden geen financiële en inhoudelijke voordelen behaald: BBN zal geen flexibel en slagvaardig huisvestingsbeleid kunnen uitvoeren. De verschillen in onderhoud en functionaliteit blijven bestaan. De vrijwilligers kan niet een eenduidige standaard aan voorzieningen worden geboden. Gemeentelijke verschillen blijven bestaan. Het is natuurlijk ook mogelijk dat gemeenten er voor kiezen om gezamenlijk een meer flexibel en slagvaardig beleid te ontwikkelen. BBN kan niet adequaat het onderhoud waarborgen evenals de functionaliteit van de brandweerkazernes. Met andere woorden, de verschillen die er bestaan tussen kazernes kunnen in de toekomst groter worden. Gemeenten kunnen uiteraard ook
Scenario’s voor huisvestingsbeleid 29
zelf besluiten de kazernes qua onderhoud en functionaliteit regionaal meer op één lijn te krijgen. Gemeenten ontwikkelen nieuwe kazernes/renovaties. Hoewel we in de berekeningen hierboven zijn uitgegaan van een standaard bedrag van € 600.000 ex BTW voor een uitrukpost met twee deuren blijft de mogelijkheid aanwezig dat gemeenten overcapaciteit realiseren ten faveure van hun eigen vrijwilligers.
Scenario’s voor huisvestingsbeleid 30
5.3
Scenario 1: Alle kazernes gaan over naar de VR
In scenario 1 gaan alle 39 kazernes in gemeentelijk eigendom voor 31-12-2013 over naar BBN. De kazernes gaan over tegen boekwaarde. Om deze transactie te bekostigen zal BBN de benodigde financiering aantrekken. Voor het bepalen van de afschrijvingssystematiek is door een gemeentelijke werkgroep gekeken wat de beste oplossing is. Voor deze berekening zijn we uitgegaan van kosten die gelijk zijn aan de huidige kapitaallasten. Kostenpost 1. Rente en afschrijving bestaande kazernes ( 2. Rente en afschrijving nieuwe kazernes 3. Grootonderhoud 4. Terugdraaien BTW voordeel Totaal
Investering € 28.868.623 € 7.260.000
Jaarlijkse lasten
€ €
€2.234.913 471.900 528.410 0 €3.235.223
We zien dat de jaarlijkse rente en afschrijvinglasten daarmee gelijk zijn aan scenario 0. De huidige kapitaallasten zijn daarmee als uitgangspunt in de berekening meegenomen. In dit scenario hoeft geen rekening te worden gehouden met het terugdraaien van het BTW voordeel. Alleen de BTW nadeelgemeenten zijn in dit scenario goedkoper uit. Uiteindelijk zijn de verschillen in kosten tussen dit scenario en het vorige scenario dus terug te herleiden tot het BTW verschil. Aan dit scenario zijn de volgende voordelen verbonden: Wanneer BBN eigenaar zou zijn van de brandweerkazernes dan kan, meer dan thans het geval een flexibel en slagvaardig huisvestingsbeleid worden uitgevoerd. Dat betekent dat de brandweerfunctie meer gelijkwaardig kan worden ingevuld in iedere gemeente. Met andere woorden de spuitgasten zijn in elke gemeente verzekerd van goed geoutilleerde voorzieningen. Overdracht van huisvesting past in de visie van veel respondenten bij de regionalisering van de brandweerfunctie. Personeel en materieel zijn al de verantwoordelijkheid van de Veiligheidsregio. De huisvesting is een integraal onderdeel van het strategisch beleid van BBN. De brandweer is beter in staat om adequaat onderhoud te waarborgen evenals de functionaliteit van de brandweerkazernes. De kosten van nieuwbouw en renovatie kunnen door BBN beter worden beheerst dan door individuele gemeenten. De brandweer is beter in staat om kazernes te ontwikkelen die voldoen aan de functionele eisen (voorkomen overcapaciteit). Door uit te gaan van het regionaal dekkingsplan heeft BBN de mogelijkheid om efficiënter en effectiever de capaciteit aan materieel en daarmee samenhangend huisvesting te plannen. Dit voordeel wordt op langere termijn, als nieuwe vormen van organisatie, repressie en preventie worden toegepast, omvangrijker.
Scenario’s voor huisvestingsbeleid 31
5.4
Scenario 2: Gedifferentieerde overdracht
In dit scenario worden alleen de tien kazernes waar de BTW problematiek speelt voor 31-12-2013 overgedragen aan BBN. De overige kazernes blijven in eigendom van de gemeente. Dit scenario is qua financiële consequenties gelijk aan scenario 1. Aan dit scenario kleven in grote lijnen dezelfde bezwaren als aan scenario 0. In dit scenario verkrijgt BBN het eigendom van slechts 14 kazernes. Het is dan slechts beperkt mogelijk om een eenduidig strategisch huisvestingsbeleid te voeren. De efficiency voordelen kunnen maar gedeeltelijk worden bereikt en verschillen in onderhoudsniveau en functionaliteit zullen blijven voorbestaan.
5.5
Voorkeursscenario
Op basis van de resultaten van hoofdstuk 2 en 3 krijgt scenario 1 van de onderzoekers de voorkeur. Ook in de bijeenkomst met de ambtenaren van de 20 gemeenten werd dit scenario als te verkiezen scenario bestempeld. Dit scenario heeft de volgende voordelen:
Meer dan nu het geval is kan een flexibel en slagvaardig huisvestingsbeleid worden uitgevoerd. Dat betekent dat de brandweerfunctie meer gelijkwaardig kan worden ingevuld in iedere gemeente. Met andere woorden de spuitgasten zijn in elke gemeente verzekerd van dezelfde goed geoutilleerde voorzieningen. Overdracht van huisvesting past bij de regionalisering van de brandweerfunctie, zo vinden het merendeel van de respondenten. Personeel en materieel zijn al de verantwoordelijkheid van de Veiligheidsregio. De huisvesting wordt een integraal onderdeel van het strategisch beleid van BBN. De brandweer zal beter in staat worden gesteld om adequaat onderhoud te waarborgen evenals de functionaliteit van de brandweerkazernes. De kosten van nieuwbouw en renovatie kunnen door BBN uniformer worden beheerst dan door individuele gemeenten. De brandweer is beter in staat om kazernes te ontwikkelen die voldoen aan de functionele eisen (voorkomen overcapaciteit). Door uit te gaan van het regionaal dekkingsplan heeft BBN de mogelijkheid om efficiënter en effectiever de capaciteit aan materieel en daarmee integrale bedrijfsvoering te realiseren. Dit voordeel wordt op langere termijn, als nieuwe vormen van organisatie, repressie en preventie worden toegepast, omvangrijker.
In de laatste bijeenkomst met de financiële vertegenwoordigers van de deelnemende gemeenten is specifiek gekeken naar de financiële consequenties. Alles overwegende is er slechts een lichte voorkeur voor scenario 1 op basis van louter financiële overwegingen. Echter op basis van inhoudelijke strategische overweging zijn de onderzoekers, ondersteund door het merendeel van de respondenten en de ambtenaren van de 20 gemeenten voorstander van scenario 1. De uiteindelijke keuze blijft echter onderhevig aan de besluitvorming per gemeente.
Scenario’s voor huisvestingsbeleid 32
5.6
Verrekensystematiek
De kosten van de huidige kazernes (kapitaallasten, onderhoud, reserveringen, etc.) drukken nog direct op de gemeentelijke begrotingen. Als de kazernes overgaan naar BBN op 31-12-2013 dan zullen ze voor het jaar 2014 in de begroting van BBN worden opgenomen. Voor de afrekensystematiek zijn de volgende mogelijkheden; 1. Op basis van huidige kosten (historische kosten) 2. Op basis van het aantal kazernes 3. Op basis van het aantal deuren 4. Op basis van het aantal inwoners 5. Op basis van een nieuwe verdeelsleutel voor heel BBN, die recht doet aan een eerlijke verdeling van de lasten over de gemeenten
1
Methode
Voordelen
Nadeel
Huidige/Historische
-Lijkt op huidige
-Gemeente met oudere
kosten
systematiek
kazernes in voordeel
-geen veranderingen bij
-Nieuwbouw zou dan door
gemeenten
betreffende gemeente moeten -gemeenten met grote
worden gedekt. 2
Aantal Kazernes
-Makkelijk te berekenen
3
Aantal deuren
-redelijk makkelijk te
-onduidelijk hoe wagenpark
berekenen
wordt verdeeld
-Makkelijk te berekenen
- doet geen recht aan de
kazernes in het voordeel
4
Aantal inwoners
structuurkenmerken per gemeenten 5
Nieuwe verdeelsleutel
-Sluit eerst meer aan op
-geeft tijd om voor alle zaken
(start met historische
gemeentelijke begrotingen
een nieuwe systematiek te
kosten en groei in een
-mogelijk om toe te groeien
ontwikkelen.
paar jaar toe naar deze
naar nieuwe systematiek
nieuwe verdeelsleutel)
De onderzoekers (ondersteund door de ambtenaren en een groot aantal respondenten van de interviews) bevelen aan om op termijn toe te werken naar een nieuwe verrekensystematiek. We kunnen ons indenken dat er voor de invoering hiervan een 3 tot 5 jaar overgangsperiode nodig is om geleidelijk naar de nieuwe situatie toe te groeien. Personele kosten Het is de inschatting dat ongeveer 1,5 fte nodig zal zijn om een goede beheer en ontwikkel functie voor huisvesting en onderhoud neer te zetten. Dit is ongeveer 150.000 euro. De mogelijke personele kosten bij de BBN voor huisvesting zal onderdeel uitmaken van het totale strategisch huisvestingsplan.
Scenario’s voor huisvestingsbeleid 33
5.7
Naar een principe besluit
In drie bijeenkomsten met een speciale werkgroep is het principebesluit en het proces er naar toe besproken. Het spanningsveld daarin is; dat je op 31-12-2013 in ieder geval voor de BTW kazernes een oplossing moet hebben gevonden dat je in principe voor alle kazernes een gelijk besluit wilt nemen: dus of alles over of niets over dat in veel gemeenten een zorgvuldig besluitvormingstraject tijd vergt en men graag alle financiële consequenties in beeld wil hebben voor definitief een besluit te kunnen nemen. dat er nog geen planning ligt voor nieuwbouw (in relatie tot meerjarig onderhoud), dus een strategisch huisvestingsplan dat men in principe dan toe wil werken naar een eerlijke verdeelsleutel voor alle facetten van de brandweerzorg en dit vergt ook tijd. Om de toekomstige uitgaven voor de huisvesting van kazernes goed in kaart te brengen en de verbinding te maken tussen beleidsontwikkelingen en de huisvesting, is het noodzakelijk dat een strategisch huisvestingsplan (voor de komende 30 jaren) wordt opgesteld. Hierbij zal ook aandacht moeten worden besteed aan de impact van keuzes voor de (financiële huishouding van) individuele gemeenten. Een dergelijk plan maakt het gemeenten mogelijk om tot een afgewogen besluit te komen ten aanzien van de overdracht van kazernes. Bij het strategisch huisvestingsplan worden ook de voordelen meegenomen. Dit kan zijn; -minder kazernes, -op strategischer plaatsen en minder luxe kazernes! Het gaat hierbij om het netto effect in 30 jaar inzichtelijk te maken waarbij de totale kosten en de kosten voor de individuele gemeenten ten opzichte van de huidige lasten uitgewerkt zijn. Het principebesluit zou daarom moeten bestaan uit 1.
Gemeenten waarvoor de fiscale problematiek –terugvordering van via het BTW compensatiefonds gecompenseerde BTW– van toepassing is in de gelegenheid te stellen om de kazernes voor zowel gemeenten als Brandweer Brabant-Noord budget-neutraal over te dragen aan de Veiligheidsregio vóór 1 januari a.s. Dit betreffen kazernes die ná 1 januari 2005 in gebruik zijn genomen.
2.
Een opdracht te verstrekken aan de Regionaal Commandant tot het opstellen van een Strategisch huisvestingsplan Brandweer Brabant-Noord (2014-2044) dat onder meer antwoord geeft op de vraag waar welke kazernes in de toekomst kunnen worden gesitueerd. Het plan van aanpak hiervoor in de 2e helft van 2013 voor te leggen het Dagelijks Bestuur.
3.
Als ontwikkelrichting (stip op de horizon) voor het Strategisch huisvestingsplan Brandweer Brabant-Noord (2014-2044) vast te stellen dat de huisvesting van kazernes wordt gezien als een belangrijk sturingsmiddel om, zeker op langere termijn, de organisatie van de veiligheid zo effectief en efficiënt mogelijk te realiseren. Dit pleit voor overdracht van alle kazernes op termijn aan de Veiligheidsregio.
4.
In het strategisch huisvestingsplan de impact van de keuzes voor de financiële huishouding van individuele gemeenten en van de Veiligheidsregio c.q . Brandweer Brabant-Noord mee te laten nemen. Het totaalbeeld dient daarvoor in ieder geval het netto effect (voor- en nadelen) in 30 jaar zichtbaar te maken en inzicht te geven in de totale kosten en de kosten voor de individuele gemeenten ten opzichte van de huidige lasten.
Scenario’s voor huisvestingsbeleid 34
5.
De volgende uitgangspunten bij deze vervolgopdracht te hanteren teneinde door deze helderheid op voorhand de financiële risico’s voor alle partijen zo transparant mogelijk te maken: a. Schoon door de deur, voor wat betreft o.m.: i. Achterstallig onderhoud ii. Renovatie (o.a. Megen, Oeffelt, Ravenstein) iii. Nieuwbouw (Oss, Haps, Cromvoirt) b. Dezelfde rekensystematiek, voor wat betreft o.m.: i. Afschrijvingstermijnen ii. Rekenrente iii. Onderhoudsreserve of -voorziening iv. Jaarlijkse storting in onderhoudsreserve of –voorziening en/of budget voor groot onderhoud
6.
Ontwikkelen van een nieuwe verdeelsleutel (voor over 3 á 5 jaar) voor de doorberekening van de integrale kosten van BBN (dus inclusief de overgedragen kazernes).
Scenario’s voor huisvestingsbeleid 35
6 Aanbeveling Op basis van het voorliggende rapport adviseren wij de BBN en de 20 gemeenten in Brabant Noord om; • Op korte termijn voor zomer 2013 een principebesluit te nemen in het AB • Omtrent de intentie om overgaan tot het in principe overdragen van 39 kazernes van de 20 gemeenten naar de BBN • Om de overdracht van BTW Kazernes voor 31-12-2013 te realiseren op basis van huidige lasten • Om het gemeenten mogelijk te maken om tot een afgewogen besluit te komen ten aanzien van de overdracht van kazernes op basis van de implicaties voor de individuele gemeente • Dat op basis van dit strategisch huisvestingsbeleid een strategisch huisvestingsplan wordt gemaakt waarin nieuwbouw in relatie tot onderhoud per kazerne wordt behandeld. • Om vervolgens een besluit te nemen over een nieuwe verdeelsystematiek die nu zo spoedig mogelijk moet worden ontwikkeld. Voor de implementatie van de nieuwe verdeelsleutel een overgangsperiode van 3 tot 5 jaar te nemen.
Bijlagen Bijlage 1. Notitie BTW aspecten brandweerkazernes (Deloitte) Bijlage 2. Overzicht vragenlijsten kazernes Bijlage 3. Bundel van ingevulde en aangepaste vragenlijsten per kazerne Bijlage 4. Bundel van interviewverslagen
Aanbeveling 36
Deloitte Belastingadviseurs B.V. Indirect Tax Flight Forum 1 5657 DA Eindhoven Postbus 376 5600 AJ Eindhoven Nederland Tel: 088 288 2888 Fax: 088 288 9838 www.deloitte.nl
Veiligheidsregio Brabant-Noord T.a.v. mevrouw A.L.C. Hellings Postbus 218 5201 AE ’S-HERTOGENBOSCH
Datum
Behandeld door
Ons kenmerk
31 mei 2013
drs. G.W.H. Peters
3113187010/dl002/svh
Onderwerp
Uw kenmerk
Notitie btw-aspecten brandweerkazernes Geachte mevrouw Hellings, Conform afspraak ontvangt u hierbij onze notitie waarin we ingaan op de btw-aspecten en eventuele overdrachtsbelastingaspecten die samenhangen met de potentiële overdracht van brandweerkazernes aan de Veiligheidsregio Brabant-Noord (hierna: de veiligheidsregio). We schetsen eerst beknopt de relevante wet- en regelgeving. Vervolgens gaan we in op de brandweerkazernes die vanuit btw-perspectief de aandacht verdienen. We maken daarbij onderscheid tussen: -
kazernes die in 2005 of recenter in gebruik zijn genomen en waarvoor na 31 december 2013 dus nog een herzieningstermijn voor de btw loopt (onderdeel 2); kazernes die in 2005 of recenter zijn verbouwd / gerenoveerd (onderdeel 3); kazernes die op het punt staan te worden verbouwd / gerenoveerd of waarvoor nieuwbouwplannen bestaan (onderdeel 4).
Tot slot gaan we in op enkele specifieke aandachtspunten, zoals het gebruik van beperkte rechten (zoals het recht van opstal) of de situatie waarin de brandweerkazerne samen met een andere functie (zoals een gemeentewerf) is gehuisvest. We baseren ons in deze notitie op de diverse gegevens die wij vanuit de veiligheidsregio en via de B&A Groep hebben ontvangen.
Op alle opdrachten verricht door Deloitte zijn de ‘Algemene Voorwaarden Dienstverlening Deloitte Nederland, november 2010’ gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer 24362837 van toepassing. Deloitte Belastingadviseurs B.V. is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel te Rotterdam onder nummer 24362840.
Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited
Veiligheidsregio Brabant-Noord Pagina 2 31 mei 2013 1. Relevante wet- en regelgeving Btw-compensatiefonds / transparantiemethode Gemeenten kunnen btw die aan hen in rekening wordt gebracht (voorbelasting), en die betrekking heeft op overheidstaken of niet-ondernemerstaken, in beginsel compenseren uit het btw-compensatiefonds (hierna: BCF). Als gemeenten bepaalde taken uitbesteden aan een derde, zoals een gemeenschappelijke regeling, kan de voorbelasting die aan die derde in rekening wordt gebracht onder voorwaarden worden ‘doorgeschoven’ naar de gemeente, zodat de gemeente die btw kan compenseren uit het BCF (transparantiemethode). Brandweertaken Van oudsher hadden gemeenten op het gebied van de lokale brandweerzorg een wettelijke taak. Daarom konden gemeenten de btw op kosten met betrekking tot de brandweertaken compenseren uit het BCF. Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio’s in werking getreden. Daaruit blijkt dat gemeenten de lokale brandweerzorg en het lokale brandweerpersoneel aan de veiligheidsregio kunnen overdragen. Gemeenten kunnen echter ook een eigen korps in stand houden ten behoeve van de lokale brandweerzorg. Er lag dus nog een wettelijke taak bij de gemeente op het gebied van de brandweertaken. Gemeenten konden daarom nog steeds btw compenseren die betrekking had op de brandweertaken. De veiligheidsregio kon de transparantiemethode toepassen. Met de inwerkingtreding van de gewijzigde Wet veiligheidsregio’s per 1 januari 2013 is de wettelijke mogelijkheid voor gemeenten vervallen om een deel van de brandweertaken in gemeentelijk verband uit te voeren. In beginsel kan de gemeente daarom vanaf die datum geen btw meer compenseren op de brandweertaken en kan de veiligheidsregio de transparantiemethode niet langer toepassen. Er is echter een overgangsregeling getroffen tot 1 januari 2014 om de opheffing van de gemeentelijke brandweer te formaliseren. Dit betekent dat de wettelijke taak ten aanzien van de brandweer tot 1 januari 2014 formeel deels bij de gemeenten blijft. In zijn brief van 1 mei 2012 geeft de staatssecretaris van Financiën aan dat het huidige btw-regime voor de brandweertaken (recht op compensatie uit het BCF voor gemeenten / toepassen transparantiemethode) om die reden tot 1 januari 2014 kan worden voortgezet. Herziening van btw die is gecompenseerd uit het BCF De wet op het btw-compensatiefonds kent een herzieningsregeling voor onroerende zaken en voor roerende zaken. Onroerende zaken worden na het jaar van ingebruikneming nog negen jaar gevolgd en roerende zaken nog vier jaar. Vinden er binnen de herzieningstermijn wijzigingen plaats, dan moet mogelijk een deel van de gecompenseerde btw op de aanschaf/investering worden herzien (= terugbetalen aan de Belastingdienst). Een wijziging kan zijn het ‘anders’ gebruiken van een goed maar ook het leveren van een goed aan een derde. Herziening blijft achterwege als in de gewijzigde situatie óók recht op compensatie zou hebben bestaan.
Veiligheidsregio Brabant-Noord Pagina 3 31 mei 2013 De wijzigingen op het gebied van de brandweertaken kunnen gevolgen hebben voor de herziening. Onder de volgende voorwaarden is door de staatssecretaris goedgekeurd dat herziening bij de overdracht van een brandweerkazerne door gemeenten aan veiligheidsregio’s achterwege kan blijven:
Het gebouw dat wordt overgedragen is als brandweerkazerne in gebruik en blijft ook na de overdracht als brandweerkazerne in gebruik; De gemeente draagt de brandweerkazerne vóór 1 januari 2014 aan de veiligheidsregio over; Op het moment van de overdracht van de brandweerkazerne bestaan geen plannen om de kazerne aan een derde te verkopen.
Als een gemeente besluit een brandweerkazerne, waarvoor per 1 januari 2014 nog een herzieningstermijn loopt (dat wil zeggen: ingebruikneming brandweerkazerne op of na 1 januari 2005), niet vóór 1 januari 2014 over te dragen aan de veiligheidsregio, wordt deze gemeente in beginsel geconfronteerd met herziening.1 Op diensten wordt bij wijzigingen na het jaar van ingebruikname niet herzien. Verbouwing / renovatie (levering of dienst?) In beginsel kwalificeert een renovatie/verbouwing vanuit btw-perspectief als een dienst. Op diensten zijn de herzieningsregels na het jaar van ingebruikname niet van toepassing (zie hiervoor). Als de renovatie/verbouwing echter dusdanig is dat daardoor ‘in wezen nieuwbouw’ ontstaat, is er vanuit btw-perspectief geen sprake van een dienst maar van een (op)levering. In dat geval zijn de herzieningsregels wél van toepassing. Om te kunnen spreken van ‘in wezen nieuwbouw’ wordt in de praktijk veelal gelet op wijzigingen in de functie van een gebouw en uiterlijke wijzigingen. Daarnaast kunnen ook de met de verbouwing/renovatie gemoeide kosten (zowel in absolute zin als in relatie tot de waarde van het gebouw) een rol spelen. In de praktijk ervaren wij dat de laatste tijd steeds minder snel wordt geoordeeld dat sprake is van ‘in wezen nieuwbouw’. Overdrachtsbelasting Het verkrijgen van een onroerende zaak (of een beperkt recht waaraan een onroerende zaak is onderworpen), is in beginsel belast met 6% overdrachtsbelasting.
1
Let op: hetzelfde geldt voor investeringsgoederen (zoals een brandweerauto) die op of na 1 januari 2010 in gebruik zijn genomen. Als deze goederen vóór 1 januari 2014 worden overgedragen aan de veiligheidsregio blijft herziening in onze optiek achterwege.
Veiligheidsregio Brabant-Noord Pagina 4 31 mei 2013 Verkrijgingen door publiekrechtelijke lichamen zoals een gemeente of een gemeenschappelijke regeling zoals de veiligheidsregio zijn in beginsel vrijgesteld van overdrachtsbelasting. Dat is anders als de verkrijging gepaard gaat met (1) een levering of dienst die op grond van de Wet op de omzetbelasting is belast met btw én (2) de verkrijger die btw niet (of niet nagenoeg geheel) in aftrek kan brengen én (3) de levering/dienst tegen een ‘te lage waarde’ (lager dan de waarde in het economisch verkeer) plaatsvindt. Deze uitzondering op de vrijstelling wordt de strafheffing overdrachtsbelasting genoemd. In theorie kan de veiligheidsregio worden geconfronteerd met de strafheffing overdrachtsbelasting. Dat is het geval als een gemeente een brandweerkazerne overdraagt vóórdat die in gebruik is genomen (die levering is van rechtswege belast met btw) én de overeengekomen vergoeding lager is dan de waarde in het economisch verkeer. Als een brandweerkazerne reeds door een gemeente in gebruik is genomen, kan de strafheffing overdrachtsbelasting ons inziens niet meer aan de orde zijn. Er is dan namelijk sprake van een overdracht in de hoedanigheid van ‘overheid’, waardoor van een btw-belaste levering geen sprake kan zijn. 2 2. Brandweerkazernes waarvoor nog een herzieningstermijn loopt (ingebruikneming 2005 of recenter) We spitsen ons in dit onderdeel toe op de brandweerkazernes waar volgens onze informatie na 31 december 2013 nog een herzieningstermijn loopt. Dit betreffen de relatief nieuwe brandweerkazernes, met een datum van eerste ingebruikname op of na 1 januari 2005. Voor deze kazernes moet rekening worden gehouden met herziening als wordt besloten niet vóór 1 januari 2014 over te dragen aan de veiligheidsregio. We merken hierbij op dat het gaat om een bedrag aan potentiële herziening. Als een gemeente bijvoorbeeld besluit de brandweerkazerne niet over te dragen, maar voor andere compensatiegerechtigde doeleinden te gaan gebruiken (denk aan huisvesting van de gemeentewerf) blijft herziening achterwege. NB: bij herziening wegens gewijzigd gebruik moet gedurende de resterende herzieningstermijn jaarlijks worden terugbetaald aan de Belastingdienst (steeds 1/10 van de gecompenseerde btw). Hiervan is bijvoorbeeld sprake als de gemeente besluit de kazerne niet over te dragen aan de veiligheidsregio, maar ter beschikking te gaan stellen (verhuur). Bij herziening wegens levering moet in één keer worden terugbetaald aan de Belastingdienst, voor de gehele resterende herzieningstermijn. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als de gemeente besluit de kazerne op of na 1 januari 2014 over te dragen aan de veiligheidsregio. We baseren ons in de onderstaande cijferoverzichten op gegevens uit het door de B&A Groep opgestelde Excel-overzicht per brandweerkazerne, waarvoor de door de gemeenten ingevulde vragenlijsten zijn gebruikt.
We gaan er hierbij vanuit dat het volledige gebouw als ‘overheid’ is geëtiketteerd. Daarvan is normaal gesproken sprake als het volledige gebouw als brandweerkazerne fungeert. 2
Veiligheidsregio Brabant-Noord Pagina 5 31 mei 2013 Brandweerkazerne Haaren (gemeente Haaren) Datum van eerste ingebruikneming
1 april 2012
Investering exclusief btw
€ 1.917.458
Gecompenseerde btw met betrekking tot aanschaf/investering
€ 364.317
Resterende herzieningstermijn op 1 januari 2014
96 maanden (8 jaar)
Potentieel bedrag aan herzienings-btw
€ 291.453 (8/10 * € 364.317)
Brandweerkazerne Helvoirt (gemeente Haaren) Datum van eerste ingebruikneming
23 juni 2012
Investering exclusief btw
€ 632.429
Gecompenseerde btw met betrekking tot aanschaf/investering
€ 120.162
Resterende herzieningstermijn op 1 januari 2014
96 maanden (8 jaar)
Potentieel bedrag aan herzienings-btw
€ 96.129 (8/10 * € 120.162)
Brandweerkazerne Sint Michielsgestel (gemeente Sint Michielsgestel) Datum van eerste ingebruikneming
24 september 2011
Investering exclusief btw
€ 389. 232 (grond) + € 2.470.311 (opstal)
Gecompenseerde btw met betrekking tot aanschaf/investering
€ 469.359 3
Resterende herzieningstermijn op 1 januari 2014
84 maanden (7 jaar)
Potentieel bedrag aan herzienings-btw
€ 328.551 (7/10 * € 469.359)
NB: In de door de gemeente ingevulde vragenlijst wordt als ‘gecompenseerde btw’ een bedrag van € 328.551 opgevoerd. Uit de gehanteerde formule (=2470311*0,19*70%) maken wij op dat hier reeds de potentieel te herziene btw is aangegeven. 3
Veiligheidsregio Brabant-Noord Pagina 6 31 mei 2013 Brandweerkazerne Nistelrode (gemeente Bernheze) Datum van eerste ingebruikneming
Medio 2009
Investering exclusief btw
€ 177.870 (grond) + € 1.305.663 (opstal)
Gecompenseerde btw met betrekking tot aanschaf/investering
€ 241.509,70
Resterende herzieningstermijn op 1 januari 2014
60 maanden (5 jaar)
Potentieel bedrag aan herzienings-btw
€ 120.754,85 (5/10 * € 241.509)
Overige aandachtspunten
Het gebouw vormt één geheel met de gemeentewerf (inclusief cursusruimte). De gemeente wenst de optie te laten onderzoeken dat de veiligheidsregio het gehele gebouw overneemt en het deel gemeentewerf (met cursusruimte) terug verhuurt aan de gemeente. Vanuit btwperspectief is deze optie af te raden. (zie verder: onderdeel 5 van deze notitie). Conform opgave van de B&A Groep gaan wij uit van een ingebruikneming medio 2009. Uit de bestanden van de B&A Groep en informatie vanaf het internet lijkt de ingebruikneming mogelijk in 2010 te liggen. In dat geval bedraagt de resterende herzieningstermijn 72 maanden (6 jaar) en de potentiële herziening: € 144.905.
Brandweerkazerne Grave (gemeente Grave) Datum van eerste ingebruikneming
Medio 2009
Investering exclusief btw
€ 136.000 (grond) + € 1.540.221 (opstal)
Gecompenseerde btw met betrekking tot aanschaf/investering
€ 290.000
Resterende herzieningstermijn op 1 januari 2014
60 maanden (5 jaar)
Potentieel bedrag aan herzienings-btw
€ 145.000 (5/10 * € 290.000)
Veiligheidsregio Brabant-Noord Pagina 7 31 mei 2013 Brandweerkazerne Mill (gemeente Mill en Sint Hubert) Datum van eerste ingebruikneming
1 april 2005
Investering exclusief btw
€ 1.264.252
Gecompenseerde btw met betrekking tot aanschaf/investering
€ 142.390 4
Resterende herzieningstermijn op 1 januari 2014
12 maanden (1 jaar)
Potentieel bedrag aan herzienings-btw
€ 14.239 (1/10 * € 142.390)
Brandweerkazerne Boxmeer (gemeente Boxmeer) Datum van eerste ingebruikneming
Medio 2005
Investering inclusief btw
€ 1.642.256
Gecompenseerde btw met betrekking tot aanschaf/investering
€ 237.990 5
Resterende herzieningstermijn op 1 januari 2014
12 maanden (1 jaar)
Potentieel bedrag aan herzienings-btw
€ 23.799 (1/10 * € 237.990)
NB: In de door de gemeente ingevulde vragenlijst wordt als ‘gecompenseerde btw’ een bedrag van € 14.239 opgevoerd. Uit de gehanteerde formule (=142390*0,1) maken wij op dat hier reeds de potentieel te herziene btw is aangegeven. 4
NB: In de door de gemeente ingevulde vragenlijst wordt als ‘gecompenseerde btw’ een bedrag van € 23.799 opgevoerd. Uit de gehanteerde formule (=237990*0,1) maken wij op dat hier reeds de potentieel te herziene btw is aangegeven. 5
Veiligheidsregio Brabant-Noord Pagina 8 31 mei 2013 3. Brandweerkazernes die in 2005 of recenter zijn verbouwd / gerenoveerd In dit onderdeel gaan we in op de brandweerkazernes die in 2005 of recenter zijn verbouwd / gerenoveerd. Bij deze brandweerkazernes is het de vraag of er sprake was van ‘in wezen nieuwbouw’ (zie uitleg in onderdeel 1) en wat de bijbehorende btw-gevolgen (kunnen) zijn. Brandweerkazerne Schijndel (gemeente Schijndel) De brandweerkazerne in Schijndel dateert uit 1990 en is in 2006 verbouwd/gerenoveerd. Uit de ontvangen overzichten maken wij op dat hier een bedrag van ca. € 441.000 (excl. btw) mee was gemoeid. Er is ca. € 82.071 aan voorbelasting gecompenseerd uit het BCF.6 Hoewel wij over onvoldoende informatie beschikken om deze beoordeling te kunnen maken, gaan wij er vooralsnog vanuit dat in het geval van de renovatie/verbouwing van de kazerne in Schijndel geen sprake was van ‘in wezen nieuwbouw’. In dat geval zijn de herzieningsregels niet van toepassing. De btw die in 2006 door de gemeente is gecompenseerd hoeft daardoor niet (deels) te worden terugbetaald aan de Belastingdienst. NB: mocht er tóch sprake zijn geweest van ‘in wezen nieuwbouw’ (wij achten die kans klein), dan zijn de herzieningsregels in beginsel wél van toepassing. Per 1 januari 2014 resteert er dan nog een herzieningsperiode van twee jaar. De potentiële herziening bedraagt dan ca. € 16.414 (2/10 * € 82.071). Brandweerkazerne Sint-Oedenrode (gemeente Sint-Oedenrode) De brandweerkazerne in Sint-Oedenrode dateert uit 1992. In 2011 heeft er een verbouwing/renovatie plaatsgevonden waarbij er een beperkte uitbreiding heeft plaatsgevonden op de eerste verdieping, ten behoeve van een instructielokaal (ca. 25 m2). Volgens onze informatie betreft deze aanbouw het meest ingrijpende deel van de verbouwing/renovatie. Uit de ontvangen overzichten maken wij op dat met de verbouwing/renovatie ca. € 189.939 (excl. btw) was gemoeid. Er is in dat kader door de gemeente Sint-Oedenrode € 35.683,50 aan voorbelasting gecompenseerd uit het BCF. Wij gaan er gelet op de hiervoor genoemde informatie vanuit dat in het geval van de renovatie/verbouwing van de kazerne in Sint-Oedenrode geen sprake was van ‘in wezen nieuwbouw’. In dat geval zijn de herzieningsregels niet van toepassing. De btw die in 2011 door de gemeente is gecompenseerd hoeft daardoor niet (deels) te worden terugbetaald aan de Belastingdienst.
NB: In de door de gemeente ingevulde vragenlijst wordt als ‘gecompenseerde btw’ een bedrag van € 16.414 opgevoerd. Uit de gehanteerde formule (=82071*20%) maken wij op dat hier reeds de potentieel te herziene btw is aangegeven. 6
Veiligheidsregio Brabant-Noord Pagina 9 31 mei 2013 NB: mocht er tóch sprake zijn geweest van ‘in wezen nieuwbouw’ (wij achten die kans klein), dan zijn de herzieningsregels in beginsel wél van toepassing. Per 1 januari 2014 resteert er dan nog een herzieningsperiode van zeven jaar. De potentiële herziening bedraagt dan € 24.978,45 (7/10 * € 35.683,50). Brandweerkazerne Heeswijk-Dinther (gemeente Bernheze) De brandweerkazerne in Heeswijk-Dinther dateert uit 1965 en is in 2005 grootschalig verbouwd/gerenoveerd. Uit de ontvangen overzichten maken wij op dat met de verbouwing/renovatie ca. € 439.827 (excl. btw) was gemoeid. Er zou door de gemeente Bernheze in dat kader in het geheel geen voorbelasting zijn gecompenseerd uit het BCF.7 Volgens onze informatie is er sprake geweest van een grootschalige verbouwing/renovatie waarbij een groot deel van het gebouw is gesloopt en opnieuw opgebouwd. Van de buitenkant zou niets meer te zien zijn van het ‘oude’ gebouw uit 1965. Wij betwijfelen of er in 2005 sprake is geweest van ‘in wezen nieuwbouw’. Argumenten vóór ‘in wezen nieuwbouw’ zijn de uiterlijke wijzigingen en de (zowel in absolute als in relatieve zin) substantiële kosten. Een argument tegen ‘in wezen nieuwbouw’ is het niet wijzigen van de functie van het gebouw. Omdat er – kennelijk – geen voorbelasting is gecompenseerd uit het BCF, is het niet relevant of er sprake is geweest van ‘in wezen nieuwbouw’. Er is daardoor geen grondslag voor herziening. Brandweerkazerne Heesch (gemeente Bernheze) De brandweerkazerne in Heeswijk-Dinther dateert uit 1965 en is in 2005 verbouwd/gerenoveerd. Uit de ontvangen overzichten maken wij op dat met de verbouwing/renovatie ca. € 241.169 (excl. btw) was gemoeid. Er zou door de gemeente Bernheze in dat kader in het geheel geen voorbelasting zijn gecompenseerd uit het BCF.8 Hoewel wij over onvoldoende informatie beschikken om deze beoordeling te kunnen maken, gaan wij er vooralsnog vanuit dat in het geval van de renovatie/verbouwing van de kazerne in Heesch geen sprake was van ‘in wezen nieuwbouw’.
7
Dit komt ons onwaarschijnlijk voor en zou nader kunnen worden uitgezocht. Als er inderdaad geen btw is gecompenseerd heeft de gemeente zichzelf waarschijnlijk te kort gedaan. Omdat het jaar 2005 inmiddels is verjaard, kan hierop niet meer worden teruggekomen. 8
Dit komt ons onwaarschijnlijk voor en zou nader kunnen worden uitgezocht. Als er inderdaad geen btw is gecompenseerd heeft de gemeente zichzelf waarschijnlijk te kort gedaan. Omdat het jaar 2005 inmiddels is verjaard, kan hierop niet meer worden teruggekomen.
Veiligheidsregio Brabant-Noord Pagina 10 31 mei 2013 Omdat er – kennelijk – geen voorbelasting is gecompenseerd uit het BCF, is het niet relevant of er sprake is geweest van ‘in wezen nieuwbouw’. Er is daardoor geen grondslag voor herziening. 4. Brandweerkazernes die op het punt staan te worden verbouwd/gerenoveerd of waarvoor nieuwbouwplannen bestaan Er zijn een aantal locaties waarvoor op dit moment nieuwbouwplannen bestaan of waar wordt nagedacht over een verbouwing/renovatie van de huidige brandweerkazerne. In dit onderdeel gaan we hier nader op in en beschrijven we de mogelijkheden voor fiscale optimalisatie. Brandweerkazerne Rosmalen (gemeente ’s-Hertogenbosch) De brandweerkazerne in Rosmalen dateert uit 1981 en zal in 2013 ingrijpend worden verbouwd/gerenoveerd. De verwachting is dat de hiermee gemoeide kosten ca. €1.000.000 (excl. btw) zullen bedragen. Het is de vraag of de verbouwing/renovatie zal leiden tot ‘in wezen nieuwbouw’. Onze Deloitte collega’s van kantoor Den Haag hebben deze situatie reeds nader beoordeeld en schatten in dat er geen sprake zal zijn van ‘in wezen nieuwbouw’. Wij zijn dezelfde mening toegedaan en sluiten ons dus bij dat oordeel aan, maar merken daarbij (evenals onze collega’s) op dat alleen de Belastingdienst hierover volledige zekerheid kan geven. Er vanuit gaande dat de brandweerkazerne na de verbouwing/renovatie nog in 2013 weer in gebruik wordt genomen, kan de gemeente ’s-Hertogenbosch de volledige btw op deze investering compenseren uit het BCF. Deze btw hoeft niet te worden herzien. Vanuit btwperspectief is er daarom geen noodzaak de brandweerkazerne over te dragen aan de veiligheidsregio. NB: mocht er tóch sprake zijn van ‘in wezen nieuwbouw’ (wij achten die kans klein), dan zijn de herzieningsregels in beginsel wél van toepassing. Per 1 januari 2014 resteert er dan nog een herzieningsperiode van negen jaar. De potentiële herziening bedraagt dan ca. € 189.000 (9/10 * ca. € 210.000). Het is in dat scenario wel aan te raden de brandweerkazerne voor 1 januari 2014 over te dragen aan de veiligheidsregio. Let op: het is van groot belang dat de verbouwing/renovatie nog in 2013 wordt afgerond (en gefactureerd). Als de verbouwing/renovatie na 31 december 2013 wordt afgerond (en de brandweerkazerne dus ná die datum opnieuw in gebruik wordt genomen), heeft dat consequenties voor het recht op compensatie bij de gemeente ’s-Hertogenbosch. In het slechtste geval kan hierdoor de volledige compensatie vervallen (ook voor termijnen die reeds in 2013 zijn gefactureerd).9
9
Er vanuit gaande dat sprake is van één verbouwingsdienst. De wet sluit voor het bepalen van het recht op bijdrage uit het BCF aan bij het moment van ingebruikneming van een goed of dienst. Als op dat
Veiligheidsregio Brabant-Noord Pagina 11 31 mei 2013 Het is wat ons betreft meer redelijk om enkel de termijnen die na 31 december 2013 worden gefactureerd uit te sluiten van compensatie, maar hiervoor is een praktische opstelling van de Belastingdienst noodzakelijk. Brandweerkazerne Cromvoirt (gemeente Vught) Er zijn plannen om de huidige brandweerkazerne in Cromvoirt te vervangen voor nieuwbouw. Op dit moment bestaat hierover nog geen duidelijkheid. Optimaal scenario (realisatie en ingebruikneming in 2013 haalbaar) Vanuit btw-perspectief is het optimaal om de nieuwe kazerne nog in 2013 te realiseren, in gebruik te nemen én over te dragen aan de veiligheidsregio. In dat geval kan de gemeente Vught de btw op de investering volledig compenseren uit het BCF en hoeft er niet te worden herzien. Ingeval de brandweerkazerne in dit scenario niet voor 1 januari 2014 wordt overgedragen, bedraagt de potentiële herziening ca. € 126.000 (uitgaande van een investering van ca. € 600.000 excl. btw). Alternatief scenario (realisatie en ingebruikneming in 2013 niet haalbaar) Mocht het hiervoor geschetste optimale scenario (in tijd) niet haalbaar zijn, dan is er een alternatief scenario denkbaar dat vanuit fiscaal perspectief (macro bezien) interessant is. In dit scenario gaan wij er vanuit dat de gemeente Vught de kazerne realiseert en vervolgens voor een substantieel lager bedrag overdraagt aan de veiligheidsregio, dan het bedrag van de investering in de nieuwbouw (stel voor 10% van de investeringskosten). Wellicht past dit scenario binnen de kaders van het ‘schoon door de deur principe’. Wij gaan er vanuit dat dit gevolgen heeft voor de hoogte van de (jaarlijkse) bijdrage van de gemeente aan de veiligheidsregio. Of dit scenario vanuit andere dan fiscale overwegingen reëel is, hebben wij vooralsnog niet onderzocht. De gemeente Vught dient de nieuwe brandweerkazerne in dit scenario vóór ingebruikneming over te dragen aan de veiligheidsregio. De gemeente treedt dan op als btw-ondernemer en verricht een van rechtswege btw-belaste levering, zodat over de overeengekomen vergoeding btw moet worden berekend en afgedragen aan de Belastingdienst. De gemeente Vught heeft vanwege deze btw-belaste levering volledig recht op aftrek van voorbelasting ter zake van de investering. In deze situatie wordt de veiligheidsregio geconfronteerd met een strafheffing overdrachtsbelasting over de waarde in het economisch verkeer van de brandweerkazerne.
moment blijkt dat er geen recht op een bijdrage bestaat, is er in beginsel in het geheel geen recht compensatie.
Veiligheidsregio Brabant-Noord Pagina 12 31 mei 2013 Cijfervoorbeeld (cijfers ontleend aan gegevens B&A Groep): Investering gemeente
€ 600.000 + € 126.000 btw
Recht op aftrek van voorbelasting gemeente
-/- € 126.000
Netto kosten gemeente
€ 600.000
Levering aan veiligheidsregio (stel: 10% van de investering excl. btw)
€ 60.000 + € 12.600 btw
Recht op aftrek van voorbelasting veiligheidsregio
0
Strafheffing overdrachtsbelasting veiligheidsregio
€ 43.560 (6% van € 726.000)
Netto kosten veiligheidsregio
€ 116.160 (€ 60.000 + € 12.600 + € 43.560)
Totale fiscale last (btw + overdrachtsbelasting)
€ 56.160 (€ 12.600 + € 43.560)
Verschil met btw op investering (= macro fiscaal voordeel)
€ 69.840 (€ 126.000 -/- € 56.160)
Let op: dit is een scenario dat dient te worden afgestemd met de Belastingdienst. De Belastingdienst bestrijdt dergelijke structuren bij schoolgebouwen. De stelling is daar dat er sprake is van misbruik van recht (in strijdt met doel en strekking van de wet wordt er een fiscaal voordeel behaald). Wij zien echter goede argumenten de structuur in de onderhavige situatie te verdedigen. Brandweerkazerne Oss – hoofdpost (gemeente Oss) De huidige brandweerkazerne in Oss voldoet niet aan de eisen van het ‘schoon door de deur principe’. Er wordt nagedacht over een grootschalige renovatie/verbouwing van de huidige kazerne maar het is ook niet uit te sluiten dat er nieuwbouw plaatsvindt. Vervangende nieuwbouw In het geval van vervangende nieuwbouw is de situatie vanuit fiscaal perspectief gelijk aan die in Cromvoirt (zie hiervoor). Ingeval de brandweerkazerne in dit scenario niet voor 1 januari 2014 wordt overgedragen, bedraagt de potentiële herziening ca. € 298.200 (uitgaande van een investering van ca. € 1.420.000 excl. btw). Renovatie/verbouwing In het geval van een grootschalige renovatie/verbouwing is er fiscaal gezien sprake van een andere situatie. In beginsel kwalificeert een renovatie/verbouwing vanuit btw-perspectief als een dienst. Op diensten zijn de herzieningsregels niet van toepassing. In de optimale situatie laat de
Veiligheidsregio Brabant-Noord Pagina 13 31 mei 2013 gemeente Oss de renovatie/verbouwing vóór 1 januari 2014 plaatsvinden.10 Alle btw die in het kader van de renovatie/verbouwing aan de gemeente Oss in rekening wordt gebracht, kan in dat geval worden gecompenseerd uit het BCF. Deze btw hoeft niet te worden herzien. Vanuit btwperspectief is er daarom geen noodzaak de brandweerkazerne over te dragen aan de veiligheidsregio. Let op: als de renovatie/verbouwing dusdanig is dat daardoor ‘in wezen nieuwbouw’ ontstaat, is er vanuit btw-perspectief geen sprake van een dienst maar van een (op)levering. In dat geval zijn de herzieningsregels wél van toepassing. Wij gaan er vooralsnog vanuit dat in het geval van een grootschalige renovatie/verbouwing van de kazerne in Oss geen sprake is van ‘in wezen nieuwbouw’. Als de plannen voor een verbouwing/renovatie meer concreet worden is het raadzaam dit nader te beoordelen. Mocht de verbouwing/renovatie kwalificeren als ‘in wezen nieuwbouw’ (wij achten die kans klein), dan resteert er per 1 januari 2014 nog een herzieningsperiode van negen jaar. De potentiële herziening bedraagt dan ca. € 268.380 (9/10 * ca. € 298.200). Het is in dat scenario wel aan te raden de brandweerkazerne voor 1 januari 2014 over te dragen aan de veiligheidsregio. Brandweerkazerne Haps (gemeente Cuijk) De huidige brandweerkazerne voldoet niet aan de eisen. In dat licht is bekeken of de huidige locatie kan worden verbouwd/gerenoveerd, of dat er vervangende nieuwbouw moet worden gerealiseerd. Uiteindelijk is besloten dat er vervangende nieuwbouw wordt gerealiseerd. Het is de bedoeling dat de nieuwbouw nog in 2013 wordt opgeleverd én in gebruik genomen. In de voorgenomen situatie wordt er optimalisatie bereikt als de brandweerkazerne nog in 2013 (nadat deze in gebruik is genomen) wordt overgedragen aan de veiligheidsregio. De gemeente Cuijk hoeft de btw, die ter zake van de investering kan worden gecompenseerd, dan niet te herzien. Ingeval de brandweerkazerne in dit scenario niet voor 1 januari 2014 wordt overgedragen, bedraagt de potentiële herziening ca. € 126.000 (uitgaande van een investering van ca. € 600.000 excl. btw). Let op: als het niet mogelijk blijkt te zijn de brandweerkazerne reeds in 2013 in gebruik te nemen, vervalt voor de gemeente Cuijk in beginsel volledig de mogelijkheid om de btw te compenseren uit het BCF. Vanuit fiscaal perspectief kan in dat geval optimalisatie worden bereikt door het ‘alternatieve scenario’, zoals we dat hebben geschetst voor de brandweerkazerne
10
Als de verbouwing/renovatie op of na 1 januari 2014 wordt afgerond, heeft dat mogelijk verstrekkende gevolgen voor het recht op compensatie uit het BCF. We verwijzen naar onze opmerkingen hierover bij de brandweerkazerne van Rosmalen.
Veiligheidsregio Brabant-Noord Pagina 14 31 mei 2013 in Cromvoirt, toe te passen. Het heeft evenwel sterk de voorkeur de brandweerkazerne in 2013 in gebruik te nemen en vervolgens over te dragen aan de veiligheidsregio. Tot slot Graag benadrukken we hier nogmaals dat we de hierboven besproken scenario’s vanuit fiscaal perspectief hebben benaderd. Wij sluiten niet uit dat bepaalde scenario’s vanuit andere dan fiscale overwegingen niet de voorkeur genieten. Mocht daar behoefte aan zijn dan kunnen wij in voorkomende gevallen uiteraard nader adviseren. 5. Overige aandachtspunten In dit onderdeel gaan we nader in op een aantal (potentiële) aandachtspunten. Gebruik brandweerkazerne voor andere doeleinden In de praktijk zien we voorbeelden van gebouwen die naast de functie van brandweerkazerne andere functies huisvesten (bijvoorbeeld gemeentewerf, stalling voor ambulances). Voorbeelden hiervan zijn de brandweerkazernes in Zeeland, Vught en Nistelrode. Afhankelijk van de vraag wat voor andere functie er is gehuisvest, heeft de betreffende gemeente in het verleden mogelijk btw gecompenseerd uit het BCF (of in aftrek gebracht op de btwaangifte). Om die reden kan het overdragen van het gehele gebouw (zowel brandweerkazerne als andere functies) – ook als dat voor 1 januari 2014 gebeurt – gevolgen hebben voor de herziening van btw. Voorbeeld kazerne Nistelrode De kazerne in Nistelrode (gemeente Bernheze) dateert uit 2010 en huisvest naast de brandweerkazerne ook een gemeentewerf en cursusruimte. Als het volledige gebouw wordt overgedragen aan de veiligheidsregio en de veiligheidsregio vervolgens de gemeentewerf en cursusruimte (terug) verhuurt aan de gemeente, wordt de gemeente Bernheze geconfronteerd met herziening van gecompenseerde btw voor het deel gemeentewerf / cursusruimte. Er wordt in zoverre immers niet voldaan aan de voorwaarden waaronder bij de overdracht van een brandweerkazerne herziening achterwege kan blijven (zie onderdeel 1). Deze handelwijze is daarom niet aan te raden. Het verdient de voorkeur het gebouw te splitsen in appartementsrechten (appartementsrecht brandweerkazerne en appartementsrecht gemeentewerf/cursusruimte) en enkel het appartementsrecht brandweerkazerne over te dragen. De gemeente Bernheze blijft het appartementsrecht gemeentewerf / cursusruimte gebruiken voor dezelfde activiteiten als waarvoor initieel compensatie uit het BCF (eventueel mengpercentage) is verkregen. Herziening blijft achterwege. Beperkte rechten (recht van opstal / recht van erfpacht) Er zijn alternatieven voor de juridische levering van brandweerkazernes. Specifiek begrijpen wij dat wordt nagedacht over het vestigen van beperkte rechten (bijvoorbeeld het recht van opstal of
Veiligheidsregio Brabant-Noord Pagina 15 31 mei 2013 recht van erfpacht). In die situaties blijft het bloot eigendom van de ondergrond van een brandweerkazerne bij de gemeente berusten. De veiligheidsregio wordt volledig eigenaar van de opstal (de brandweerkazerne). Voor de btw en overdrachtsbelasting gelden er specifieke (complexe) regels met betrekking tot beperkte rechten. Er vanuit gaande dat in alle gevallen de volledige eigendom van de opstal (de brandweerkazerne) overgaat op de veiligheidsregio, zien wij vanuit fiscaal perspectief echter geen belemmeringen om te werken met een beperkt recht. Omdat het echter een situatie betreft die afwijkt van de situatie zoals die is verwoord in de goedkeuring van de staatssecretaris (zie pagina 2 en 3), sluiten wij niet uit dat hierover discussie ontstaat met de Belastingdienst. Desgewenst kunnen wij de fiscaaltechnische uitwerking in voorkomende gevallen in beeld brengen en daarover in overleg treden met de Belastingdienst. 6. Tot slot Wij gaan er vanuit u hiermee van dienst te zijn. Mocht er behoefte zijn aan een nadere uitwerking c.q. verdere vervolgacties, dan horen wij dat graag. Voor vragen en/of opmerkingen kunt u contact opnemen met Hans Willemsen op telefoonnummer: 088 – 288 4763. Met vriendelijke groet, Deloitte Belastingadviseurs B.V. Indirect Tax
H.E. Willemsen
drs. G.W.H. Peters
C.c. B&A Groep, t.a.v. de heren Y. Wever en G. Nieuwe Weme