Het Verzekeringsblad 99e jaargang 9 april 2009 nr.
7
Kanttekeningen bij Bgfo-II Crisis-FAQ’s voor adviseur NN beloont kwaliteit
Marco Keim (AEGON):
‘Voorstander van een gedifferentieerde beloning’ www.vbnet.nl
E I W ! S R E D N A N OORDHOLLANDSCHE
VAN 1816
Daar gebeurt ’t! Postbus 1, 1724 ZG Oudkarspel T (0226) 33 18 16, F (0226) 33 18 26 E
[email protected], I www.nh1816.nl
Voorstander van gedifferentieerde beloning
COVER
Marco Keim keert zich tegen de stelling dat het intermediair een te kostbaar distributiekanaal aan het worden is. “Daarvan is geen sprake als de adviseurs op een fatsoenlijke wijze voor hun diensten beloond worden. Waar waarde gecreëerd wordt, is beloning vanzelfsprekend op zijn plaats.” Waarmee hij niet wil zeggen dat AEGON adviseurs voor zich wil winnen door de hoogste provisie te bieden. “Niet alleen wij, maar ook de intermediairs zelf, zijn gebaat bij duurzame relaties en die krijg je door het bieden van goede producten.”
NEE!
16 6 20 24 26
Rubrieken
INH O U D
Kanttekeningen bij Bgfo-II
De Federatie FIDIN, de OvFD en het Verbond van Verzekeraars hebben gereageerd op het wijzigingsvoorstel Bgfo-II, dat op 20 februari ter consultatie aan de markt was voorgelegd. FIDIN en de OvFD zijn blij met de voorgenomen verplichte nominale kostentransparantie voor aanbieders maar niet met het totaalverbod op bonusprovisie, iets waarin het Verbond zich juist uitstekend kan vinden. Andere issues: collectieve pensioenen, vrijstellingsregeling, dvd, balansregels, serviceproviders en tijd om alle veranderingen te verwerken.
Crisis-FAQ’s voor de (pensioen)adviseur
De kabinetsmaatregelen om tegen de economische crisis ten strijde te trekken, zijn genoegzaam bekend. In deze bijdrage de FAQ’s en de antwoorden voor de (pensioen)adviseur op thema’s als: de voor- en nadelen van de multi-opf, de solvabiliteit versus dekkingsgraad, verhoging van de pensioenleeftijd versus de tweede pijler en het oprekken van de hersteltermijn. Maar ook alternatieven voor werknemers met voldoende financiële middelen en de ambitie om zich niet door een kabinet in een bepaalde pensioenrichting te laten dwingen, komen aan bod.
Hoofdredactioneel
5
Nieuws
6
Onder meer: - Medio 2009 model geïnformeerde verlenging - ‘Laat zakelijke pensioenmarkt met rust’ - Differentiatie in beloning
Intermediair
Hypotheken
PFP
nummer 7 - 9 april 2009
20
Onder meer: - Multi-opf naar Raad van State - ASR-pensioenpropositie
Aansprakelijkheid
23
Walter Vermeer: - De klachtplicht uit art. 6:89 BW
ICT & Internet
28
Onder meer: - De weg naar geautomatiseerde fraudedetectie - Assu Pro gebruikersgroep
Column
32
Mike Potter: - Zeven redenen waarom overnames mislukken
Met name(n)
34
Feiten & Cijfers
36
Onder meer: - ASR trekt lessen uit het verleden - ING wil terug naar de basis
Zorg & Inkomen
38
Onder meer: - SZW voert Work Ability Index in
Verzekerend Buitenland
39
Typisch geval
40
Doemdenkers en kansrijke tijden
Vrouwen komen van Venus, mannen komen van Mars: een veelgebruikte uitdrukking over de verschillen in denkwijze tussen mannen en vrouwen. Maar ook het intermediair en de consument lijken zich momenteel op verschillende hemellichamen te bevinden. Uit een recent onderzoek van GfK onder consumenten en intermediairs blijkt de gemiddelde consument gewoon op dezelfde aarde te verblijven als vóór de kredietcrisis. Dit, terwijl het intermediair denkt op een kredietcrisiskomeet te vertoeven die een grote weerslag zal hebben op het gedrag van de consument.
19
Onder meer: - Kabinet laat woningmarkt links liggen - Hypotheekrentes versus Euribor
Elektronisch verzekeren: een update
Het fenomeen ‘elektronisch verzekeren’ betekent voor de branche een kentering. Maar hoever staat het eigenlijk met de regelgeving op dit terrein? Er wordt al lange tijd gesproken over een elektronische polis, over de mogelijkheid van elektronisch communiceren tussen verzekeraar en klant en over het bouwen van persoonlijke internetpagina’s voor de klant. De vraag rijst of dit wettelijk al allemaal mogelijk is en of de wetgever zich met gepaste snelheid op de elektronische snelweg heeft ingevoegd.
13
Onder meer: - Fusie NVA-NBVA: nu echt - Nieuw baasje voor bulldog
Albert Boes - Tekort ervaren schade-experts dreigt
Nieuw ingeschreven
43
Nieuws
44
Barbier
46
3
r t ee r rv aa se m Re r 31 ó vó
Een goede relatie met het intermediair maakt het speelveld van vermogensbeheer groter. 9 april: themanummer Vermogensopbouw
Gewijzigde data! Verschijnt: 7 mei Sluit: 27 april
Bij de keuze voor een hypotheek, spaarproduct of beleggingsverzekering geeft de intermediair vaak de doorslag. Juist omdat hij een brug te kan slaan tussen productinformatie en de behoefte van de klant. Succes in het speelveld van vermogensbeheer begint bij gezien worden door het intermediair. Deelname in het VB-themanummer Vermogensopbouw levert u het hoogste rendement op tegen een bescheiden investering. Bel of mail Emilie Kars voor de advertentiemogelijkheden. Telefoon: 0570 - 64 89 12. E-mail:
[email protected]. Reserveren kan tot uiterlijk 31 maart.
Het Verzekeringsblad bereikt direct de intermediair
Het Verzekeringsblad is een onderdeel van Kluwer
COLOFON
HOOFDREDACT ION EEL
Het Verzekeringsblad onafhankelijk verzekeringsmagazine sinds 1910 hoofdredactie Michiel Huisman ■ redactie Alex Klein (adjuncthoofdredacteur), Yvonne Neppelenbroek (eindredacteur), Erwin Loer, Rick de Ruiter (web). ■ secretariaat Elly Gravendeel (red. ass.). tel. 0570-647730, fax 0570-647815, Postbus 23, 7400 GA Deventer, e-mail
[email protected], internet www.vbnet.nl ■ vragen van abonnees worden gratis beantwoord ■ uitgave van Kluwer, Postbus 23, 7400 GA Deventer, tel. 0570-647111 ■ uitgever Stephanie Keij ■ marketing Claudia Simoons (adverteerders) ■ abonnementen en verzending Kluwer Afdeling Klantcontacten, Postbus 878, 7400 AW Deventer, tel. 0570-673444, fax 0570-691555 e-mail
[email protected] ■ abonnementsprijs 2009 € 108,00 incl. btw. Collectieve abonnementen meer dan 20 exemplaren 10% reductie. Annulering abonnement is mogelijk tot 3 maanden voor het begin nieuwe abonnementsperiode ■ losse nummers Losse nummers € 7,50 excl. btw; VB Gidsen € 12,25 excl. btw. ■ advertenties Kluwer, Postbus 23, 7400 GA Deventer. Advertentie acquisitie: Emilie Kars-van der Goes tel. 0570-648 912 fax 0570-619 179 e-mail
[email protected] Media order: Toos Schurink tel. 0570-648912 fax 0570-649819 e-mail
[email protected] sluitingsdatum: Dinsdag 9 dagen voor het verschijnen. Zet- en lithokosten worden doorberekend ■ ontwerp Boshoff & Dekker, Deventer vormgeving Mediabuilders, Zutphen druk Plantijn Casparie Den Haag ■ ISSN 0165-7909 ■
Kluwer BV legt-uw gegevens vast voor de uitvoering van de (abonnements-) overeenkomst. De gegevens kunnen door Kluwer, of zorgvuldig geselecteerde derden, worden gebruikt om u te informeren over relevante producten en diensten. Indien u hier bezwaar tegen heeft, kunt u contact met ons opnemen.
Veel geleerd Nu de branche door het oog van de cycloon van de woekerpolisaffaire is gegaan, de opgelopen averij stelselmatig wordt weggewerkt en een nieuwe koers kan worden uitgezet, komt het op stuurmanskunst aan om het schip ook door het huidige, economisch zware weer te loodsen. Dat betekent laveren om de klippen heen. Goede stuurmanskunst is een combinatie van vaardigheden, kennis en gedrag. En al die aspecten gaat u nodig hebben. Want... uw klant krijgt binnenkort het jaarlijkse overzicht (of heeft dit recentelijk gekregen) van zijn beleggingsverzekering. Een overzicht van zijn woekerpolis, om het maar eens in zijn perspectief te stellen. Het is niet moeilijk te voorspellen dat dat niet mee zal vallen. Onder invloed van dalende koersen zal de beurswaarde tegenvallen en zullen de kosten(opslagen) extra opvallen. De teneur die de extra mediaaandacht die woekerpolissen op grond van die jaarlijkse overzichten gaan krijgen, kunt u al raden. Hoe gaat u daarmee om? Heel erg proactief, hoop ik (en raad ik u ook aan)! In dat verband wil ik op deze plek nu eens niet het reilen en zeilen van onze branche becommentariëren, maar iedereen die klantcontact heeft een paar welgemeende tips geven. Maar eerst nog even dit: besef dat er 8,5 miljoen beleggingsverzekeringen in omloop zijn met een totaal premievolume van 67 miljard euro. Uw klanten hebben er dus één, net als de helft van alle andere Nederlandse huishoudens. De tips: – Maak uw beloning waar! Zoek proactief het contact met uw klant. – Onderdruk de neiging bij uw klant ‘die woekerpolis maar van de hand te doen’. De financiële gevolgen daarvan zijn nooit goed. Leg ook uit waarom dat is. Met andere woorden: – Wees deskundig. Verdiep u dus in alternatieven en de fiscale en verzekeringsrechtelijke mogelijkheden om te switchen (beleggingsverzekering, bankspaarrekening, beleggingsrekening, e.d.) waarbij nieuwe varianten geacht worden een voortzetting te zijn van voorgaande variant en niet als afkoop. – Bespreek de consequenties, voordelen en nadelen van mogelijke alternatieven en reken deze desgewenst door. – Wees u ervan bewust dat uw klanten veronderstellen (al dan niet terecht) dat u aan elk nieuw product dat u hen adviseert, fors verdient. Met andere woorden: maak een beloningsafspraak met uw klant en volg daarin de wens van uw klant. Zeker als uw advies geen voortzetting van het huidige, maar een nieuw contract inluidt. Wat zou het geweldig zijn als al die huishoudens in Nederland gaan zeggen: ‘Woekerpolisaffaire? Het was inderdaad niet best, maar ‘ze’ hebben er veel van geleerd. ’
Michiel Huisman
[email protected]
nummer 7 - 9 april 2009
5
NIEU WS
Reacties markt op consultatiedocument:
Kanttekeningen Bgfo-II De Federatie FIDIN, de OvFD en het Verbond van Verzekeraars hebben gereageerd op het wijzigingsvoorstel BgfoII, dat op 20 februari ter consultatie aan de markt was voorgelegd. Het ministerie van Financiën kan opnieuw aan de slag. In een eerste, gezamenlijke reactie gaven FIDIN en de OvFD vorige maand al aan blij te zijn met de voorgenomen verplichte nominale kostentransparantie voor aanbieders, maar niet met het verdergaande verbod op bonusprovisie. Zij hebben vervolgens ieder afzonderlijk gereageerd op het consultatiedocument, waarbij zij hun bezwaren nader hebben toegelicht. Opvallend is dat die bezwaren, hoewel anders geformuleerd, inhoudelijk nauwelijks van elkaar verschillen. Bijna twee weken na sluiting van de consultatiedatum heeft ook het Verbond van Verzekeraars gereageerd. Het laat zich raden dat die reactie inhoudelijk wel degelijk verschilt van die van de intermediairorganisaties.
Totaalverbod bonusprovisies Zowel FIDIN als de OvFD zijn fel tegen de invoering van art.149a, derde lid, Bgfo, dat een totaalverbod behelst op provisie op complexe producten, anders dan afsluit- en doorloopprovisie. Volgens de OvFD zouden daarmee een praktisch onwerkbare situatie en daarmee gepaard gaande enorme stijging van de administratieve lasten ontstaan. Beloning van administratieve werkzaamheden die het intermediair moet uitvoeren en die niets met bemiddelen te maken hebben, is daardoor niet meer mogelijk volgens FIDIN. De Federatie vindt dat het ministerie met dit verbod voorbijgaat aan de realiteit: “In de processen bij de verzekeraars, zeker bij collectieve pensioenen, worden helaas veel fouten gemaakt.” Het Verbond geeft in haar latere reactie aan het ministerie aan zich gebeten te voelen door dit argument van FIDIN: “Als het intermediair vindt dat een verzekeraar in de dienstverlening of op het niveau van het product inefficiënt functioneert, dan zou het intermediair in het belang van de consument op zoek moeten gaan naar een verzekeraar die wel aan de eisen van de consument en het intermediair voldoet.” Het Verbond is wél content met het totaalverbod op bonusprovisies. Volgens de verzekeraarskoepel worden hiermee onduidelijkheden en uitwijkroutes voorkomen, wordt elke prikkel weggenomen die niet in het belang van de consument is, en worden de handhavingslasten van de AFM in bedwang gehouden.
oenen. “Nu het intermediair daarop transparantie van beloning moet geven, moeten ook aanbieders transparant zijn in de kosten.” Omwille van het level playing field vraagt FIDIN het ministerie bovendien de momenten van transparantie gelijk te trekken. Ook bepleit zij in het verlengde hiervan een aanpassing van de Pensioenwet. “Als ook pensioenuitvoerders verregaande kostentransparantie moeten bieden, beschermt dat werknemers die meedoen aan een collectieve pensioenregeling.”
Vrijstellingsregeling Het Verbond heeft eind januari al gepleit voor een vrijstellingsregeling voor kleine, niet-geldelijke vergoedingen, een zogenoemde bagatelregeling, omdat “normale relatiemarketing mogelijk moet blijven.” De verzekeraarskoepel stelt voor op dit type vergoedingen een bovengrens met een tegenwaarde van honderd euro te hanteren. Dat bedrag zou dan ook de bodem in de inducementbepaling moeten zijn: alles onder deze grens hoeft niet te worden getoetst of transparant gemaakt. In haar reactie op het wijzigingsvoorstel Bgfo-II heeft zij dit pleidooi herhaald. Ook voor zorgplichtgerelateerde activiteiten, bijvoorbeeld op het gebied van kennisoverdracht (denk aan uitnodigingen voor seminars) en regulier accountmanagement waarbij de accountmanager werk verricht voor de verzekeraar, zou wat het Verbond betreft ruimte moeten blijven. Om ervoor te zorgen dat deze ruimte niet tot de door het Verbond zo gevreesde nieuwe uitwijkroutes leidt, is overigens een strakke regie nodig. Toezicht door de AFM op dit punt zal dus zonder meer leiden tot een toename van de handhavingskosten.
Dienstverleningsdocument Zowel de Federatie FIDIN als de OvFD willen een level playing field voor wat betreft het dienstverleningsdocument (dvd). FIDIN: “Ook de directe kanalen moeten een dvd aan de klant verstrekken. Daardoor krijgt de klant niet alleen zicht op de dienstverlening van de aanbieder, maar krijgt hij in de oriëntatiefase ook zicht op de kosten van de dienstverlening.”
NEE! NEE!
Collectieve pensioenen De OvFD vindt de voorgenomen uitbreiding van kostentransparantie tot collectieve pensioenen onwenselijk en juridisch onjuist: “De interpretatie van dit artikel moet beperkt blijven tot de particuliere markt.” Federatie FIDIN bepleit daarentegen juist de uitbreiding naar de kosten van collectieve pensi-
6
NEE!
NEE!
nummer 7 - 9 april 2009
NEE!
NEE!
NEE!
NIEU WS
Balansregels Volgens zowel FIDIN als de OvFD staan de balansregels met betrekking tot afsluit- en doorloopprovisie en het daarmee samenhangende terugboekrisico op gespannen voet met de inducementregels en dus in strijd met art. 149a Bgfo. Beide koepels bepleiten dan ook afschaffing van de balansregels.
Aparte status serviceproviders Wat van de OvFD (fusie van serviceproviderskoepel FKO met de VvHN) verwacht mocht worden, kwam ook, maar bleek tevens een punt van commentaar in de reactie van de Federatie FIDIN: de onduidelijke positie van serviceproviders in de huidige wet- en regelgeving. Serviceproviders worden nu gezien als bemiddelaars maar hebben geen rechtstreeks contact met de klant. “En dus zouden de balansregels niet op hen van toepassing moeten zijn”, aldus de OvFD, die de minister dringend verzoekt vanwege alle onduidelijkheid en onwerkbaarheid diens toezegging in het algemeen overleg van 6 november 2008 gestand te doen en de positie van serviceproviders nader in kaart te brengen. FIDIN bepleit een aparte wettelijke status voor serviceproviders, “zodat geen verwarring meer gaat ontstaan met het begrip ‘bemiddeling’” en wil daarover binnenkort in overleg met het ministerie treden. Aan de positie van serviceproviders in de distributiekolom gaat het Verbond op haar beurt volledig voorbij: “Als schapof distributievergoedingen niet meer zijn toegestaan, is dat een verbod op een ‘dubbele geldstroom’. Is dat verbod er, dan worden de rollen van het intermediair, de verzekeraar en de consument helder gepositioneerd.”
Tijd voor verwerking De intermediairkoepels besluiten hun reactie met een hartenkreet aan het ministerie om het intermediair nu eindelijk eens de tijd te gunnen voor de implementatie van alle nieuwe regels in de bedrijfsvoering. “De wettelijke maatregelen in combinatie met de huidige marktomstandigheden zijn een dodelijke cocktail voor het intermediair. Duizenden financiële dienstverleners dreigen failliet te gaan. (...) Op termijn zal dat leiden tot een verschraling van het adviesaanbod voor de consument en tot een stijging van de prijzen”, aldus de OvFD. En FIDIN: “Met deze voorstellen Bgfo-II is voorlopig de grens bereikt van het opnamevermogen van het intermediair. Er moet nu tijd komen voor implementatie. De inzet van Financiën vraagt om ingrijpende aanpassing van de businessmodellen en dat heeft tijd nodig. FIDIN wijst daarom op voorhand elk initiatief om alsnog nieuwe zaken toe te voegen aan het Bgfo, anders dan correctie op eerdere wijzigingen (-voorstellen), categorisch af. Dat betekent in elk geval geen verdere uitbreiding van het Bgfo tot andere dan complexe producten.” Een uitbreiding die het Verbond wel voor de hand vindt liggen, omdat het aan de consument niet goed uit te leggen is waarom bijvoorbeeld bonussen bij niet-complexe producten toegelaten worden. “Het is nu echter niet het geschikte moment voor een algehele verbreding”, aldus het Verbond, dat verder vindt dat er nu (per 1 juli 2009) wél een urgentie is om uitvaartverzekeringen en betalingsbeschermers onder het
Bgfo te brengen. Tweede Kamerlid Mei Li Vos (PvdA) heeft minister Bos inmiddels gevraagd of niet ook uitvaartpolissen onder het Bgfo moeten vallen. Net als FIDIN en de OvFD vraagt ook het Verbond om ruimte om het Bgfo te absorberen en te werken aan een cultuurverandering: “De realisatie van het Bgfo vergt een grote cultuuromslag bij zowel het intermediair als verzekeraars.” Het Verbond heeft verder aangekondigd uiterlijk begin 2010 een eigen onderzoek te zullen uitvoeren naar het effect van het Bgfo. Aanvullend op de discussie over Bgfo-II en vooruitlopend op de door Bos toegezegde brief over btw bepleit zij ten slotte nog dat er geen ongelijkheid moet zijn in de fiscale behandeling van de verschillende beloningsvormen.
Verdere procedure De consultatieperiode is inmiddels gesloten. De consultaties worden momenteel verwerkt, waarna een definitief wijzigingsvoorstel wordt opgesteld. Dat moet als advies nog langs de Raad van State en de Tweede Kamer, waarna het kabinet de wijzigingen definitief vaststelt en tot publicatie in het Staatsblad kan worden overgegaan. Het is de bedoeling dat de wijzigingen Bgfo-II op 1 juli 2009 in werking treden. ■ Erwin Loer
Hardere lijn DELA DELA heeft een heldere lijn gekozen in de aanpak van zogenoemde ‘cadeau-aanbieders’. De uitvaartverzekeraar accepteert geen aanvragen meer van assurantiekantoren die consumenten door middel van grote cadeaus – vaak tegen ongunstige, onheldere voorwaarden – verleiden tot de aankoop van een uitvaartverzekering. Het gaat dan bijvoorbeeld om Wii’s, navigatiesystemen, spelcomputers of wasdrogers. Volgens DELA overtreden de ‘cadeau-aanbieders’ met hun acties geen wetten en is de maatschappij niet per definitie tegen het belonen van nieuwe of loyale klanten, maar voelt zij zich toch niet goed bij dit soort (ingezonden mededeling) verkooppraktijken. De uitvaartverzekeraars zitten al langer in hun maag met onethisch handelende bemiddelaars. Tot nu toe waren Monuta, DELA en Yarden echter huiverig voor harde maatregelen en kozen ervoor eerst rond de tafel te gaan met betrokken partijen om te bezien of ze er in goed overleg uit konden komen. DELA is nu de eerste van de grote drie die een stap verder gaat en korter door de bocht naar beëindiging van de samenwerking met dit type intermediairs grijpt. ■
nummer 7 - 9 april 2009
Business Consultants
Commerciële conversies? Ons advies levert u geld op (Daar gaat ’t toch om!)
www.itds.nl
7
NIEU WS
Medio 2009 model van geïnformeerde verlenging:
Erg enthousiaste toezegging Volgens directeur Richard Weurding van het Verbond van Verzekeraars komen er medio dit jaar nieuwe en bindende afspraken voor een model van geïnformeerde verlenging (automatische verlenging mét kennisgeving) van schadeverzekeringen voor particulieren. Bovendien wil hij de contractduur voor dit type verzekeringen op één jaar standaardiseren. Weurding zet zichzelf, zijn organisatie én de markt behoorlijk vast met deze toezeggingop-datum. Lukt het hem niet binnen de gestelde termijn, dan zullen de rapen gaar zijn. Weurding deed zijn beloften in de uitzending van het VARAconsumentenprogramma Kassa over het stilzwijgend verlengen van verzekeringen, op 14 maart. Daar werden zijn toezeggingen, onder meer door politica Mei Li Vos (PvdA), van harte toegejuicht. Nog deze zomer een einde aan stilzwijgende verlenging! Het is echter maar de vraag hoe reëel deze toezegging van de Verbondsdirecteur is. Voor het zover is, moet namelijk nog een aantal barrières worden geslecht.
Administratieve problemen Het Verbond heeft een ruim mandaat van zijn leden waar het gaat om de beïnvloeding van de publieke opinie in het belang van de markt en de achterban, maar nu is een toezegging gedaan die concrete aanpassingen in de bedrijfsvoering van de Verbondsleden vergt. Een aantal van hen zal hierdoor flink en wellicht onaangenaam verrast zijn, want de gestelde termijn geeft maar weinig tijd voor de noodzakelijke aanpassingen. In 2006 al deed het Verbond een aanbeveling aan zijn leden om verzekerden tijdig te waarschuwen bij automatische verlenging, maar aan die aanbeveling werd toen nauwelijks gehoor gegeven omdat, aldus Weurding, “dat grote administratieve problemen gaf”. Er is weinig reden om te veronderstellen dat dat nu anders is, al meldde ASR eind vorige week dat zij later dit jaar met een pakketpolis zónder opzegtermijn komt, waar de 800.000 houders van het huidige ASR op kunnen overstappen. Onder de meeste internetlabels (waaronder ASR-dochter Ditzo) wordt al gewerkt met direct opzegbare schadeverzekeringen.
8
dachte doorvoering van de voornemens van Weurding zou er desalniettemin alle ruimte voor kunnen bieden. Hier moet nog goed over worden nagedacht en gesproken met de intermediairorganisaties en wellicht met het ministerie van Financiën en de AFM. Daarvoor zal tijd nodig zijn.
Onderlinge afspraken Ook de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) kan nog een spaak in het wiel steken. Weurding maakte dit voorbehoud zelf al tijdens zijn televisieoptreden in Kassa: “Je mag met verzekeraars onderling niet zomaar dit soort afspraken maken.” De NMa heeft de redactie van Kassa laten weten dat zij de voorgestelde maatregelen in beginsel beschouwt als een verbetering voor de positie van de consument, en daarom wat haar betreft niet al te veel beren op de weg ziet. Het gesprek van de NMa met het Verbond van Verzekeraars zal naar verwachting dus vooral gaan over de vorm waarin afspraken gegoten worden: ‘Is een bindende gedragscode hier wel de correcte optie?’
Geen ICT-probleem ICT lijkt het minste probleem van alle te zijn. De software die aanbieders en intermediairs ter beschikking staan, hebben hoegenaamd geen moeite met de aanpassingen die de door Weurding voorgestelde maatregelen vragen, ook niet op korte termijn. Dat leert een rondvraag langs verschillende systeemhuizen.
Uitvoeringsafspraken
Ruimte voor uitspanning
‘Last’ maar allesbehalve ‘least’ is daar het intermediair. De Federatie FIDIN ondersteunt de visie van het Verbond om verzekeringen voortaan geïnformeerd te verlengen – omdat zowel automatische verlenging als aflopende contracten in strijd zijn met het consumentenbelang – maar wil wel duidelijke uitvoeringsafspraken met verzekeraars. Wie informeert de consument, hoe wordt dit gedaan en wie gaat de kosten van alle extra administratieve handelingen betalen? “Het mag nooit zo zijn dat de verzekeraar, buiten de uitdrukkelijke toestemming van de intermediair, rechtstreeks communiceert met de klant van de intermediair. Laat staan dat hij de klant van het intermediair direct een ‘passende’ aanbieding zou doen voor een soortgelijk product”, aldus FIDIN, dat ook graag financieel onderbouwd wil zien hoe de kosten van administratieve handelingen in verhouding worden gebracht met de baten voor de klant.
Een ander obstakel is van morele aard. Door de jaarlijkse opzegmogelijkheid krijgen de cowboys in de markt (vrij naar Bob Veldhuis, intermediairs die bovenal verkopers zijn en zich eigenlijk geen adviseur mogen noemen) volop kansen voor uitspannen: de verzekerde ertoe bewegen zijn lopende overeenkomst te beëindigen en een nieuwe verzekering bij een andere verzekeraar te sluiten. Niet in het belang van de verzekerde maar uitsluitend om een stukje afsluitprovisie te kunnen opstrijken. Een perverse prikkel, verwerpelijk en vaak onrechtmatig, maar een al te overhaaste en ondoor-
Meer moeite heeft FIDIN met het voornemen om de contractduur van alle particuliere schadeverzekeringen op één jaar te stellen. Zij vindt dit “prima voor verzekeringen die de consument zelf heeft gesloten via het internet en waarvoor hij na een jaar weer op zoek wil gaan naar de laagste premie. Maar bij dekkingen die door de adviseur zorgvuldig zijn geselecteerd en samengesteld, veelal in een voordelig pakket, moeten meerjarige contracten het uitgangspunt kunnen vormen, te meer daar deze een doorgaans lagere premie ken-
nummer 7 - 9 april 2009
NIEU WS
nen. De adviseur is immers door de klant aangesteld om af te wegen wat voor hem het beste is. Daar is de adviseur prima toe in staat en daar gaan verzekeraars verder niet over.” Intermediairs zelf maken zich vooralsnog niet zo’n zorgen om de voorgenomen maatregelen. “Eerst maar eens zien wat er concreet uit komt”, was de meest gehoorde reactie onder de intermediairs die wij om een reactie vroegen. De neergaande economie en de omgang met de huidige wet- en regelgeving vragen nu zoveel aandacht van het intermediair dat voorgenomen maatregelen, vóór deze concreter zijn en de consequenties in kaart zijn gebracht, niet direct op warme belangstelling hoeven te rekenen.
Zwaard van Damocles Samengevat: het voornemen is goed, er zijn geen onoverkomelijke bezwaren, maar een bindende gedragscode nog deze zomer (vooropgesteld dat die eind september wel zo’n beetje in de herfst overgaat) is een beetje optimistisch. Aan het Verbond en zijn directeur de schone taak om het tegendeel te bewijzen. Daar zit druk op, want de toezegging van Weurding staat zeker in de agenda’s van Kassa, andere consumentenpodia en politici, en hangt daarmee als een publicitair zwaard van Damocles boven de markt. Het niet-halen van de genoemde – okay, niet op een exacte datum gestelde – deadline zal opnieuw het beeld bevestigen van een markt die niet wil veranderen en verbeteren en opnieuw leiden tot Kamervragen en negatieve media. Alles waar we nu juist vanaf willen. ■ Erwin Loer
Europeesche wijzigt product De Caravan- en Kampeerautoverzekering van Europeesche is aangepast. Zo wordt de premie voor nieuwe en gebruikte caravans en kampeerauto’s voortaan berekend over de aankoopwaarde van de caravan of kampeerauto. Voor gebruikte kampeerauto’s geldt voortaan een driejarige aankoopgarantie waarbij bij verlies of total loss de aankoopwaarde wordt vergoed. Nieuwe opties op deze polis zijn de no-claimbeschermer en de schadeverzekering inzittenden. De premie voor stacaravans is door Europeesche verlaagd. ■
Consumentenindex voor schadeverzekeraars HIGHvalue merkadvies in Amsterdam heeft een nieuwe index ontwikkeld; De HIGHvalue Financial Trust Index schadeverzekeraars. De index wordt vanaf deze maand iedere drie maanden gepubliceerd. De index laat zien hoe de ontwikkeling van het vertrouwen van de consument in negen schadeverzekeraars is. De factoren waarop wordt gemeten zijn: integriteit, transparantie, degelijkheid, gezondheid, zekerheid, betrouwbaarheid, klantgerichtheid en openheid. De meting wordt uitgevoerd Highvalue Financial Trust onder 1000 respondenten. Het Index Schadeververzekeraars, merkadviesbureau meet sinds per 03/09 november 2008 al hoe NederInterpolis 124 landse consumenten denken AEGON 96 over banken. Ohra
104
Uit de eerste meting blijkt Delta Lloyd 78 dat het vertrouwen in schaCentraal Beheer 118 deverzekeraars nog relatief Allianz 82 hoog is, ondanks de financiële Fortis ASR 81 crisis. Meer dan de helft van Avéro/Achmea 107 de consumenten beschouwt Nationale-Nederlanden 109 schadeverzekeraars als degeSchadeverzekeraars NL 100 lijk en iets minder dan de helft als gezond. Interpolis komt van de negen maatschappijen met een indexscore van 124 als winnaar uit de bus. Opvallend is dat Avéro Achmea op een vierde plaats staat. Als intermediairverzekeraar weet Avéro dus vertrouwen te wekken bij de consument die zij niet rechtstreeks benadert. Een compliment voor haar intermediaire relaties. Op het gebied van transparantie (27% van de respondenten), openheid (26%) en klantgerichtheid (27%) scoren de verzekeraars opvallend laag. Op het gebied van degelijkheid (55%) en gezondheid (46%) scoren de verzekeraars nog relatief goed. Op het gebied van integerheid, klantgerichtheid en openheid scoren ze weer aanmerkelijk lager. Op het gebied van integriteit scoort Nationale-Nederlanden het hoogst met 47%. Het laagst scoren Allianz en Delta Lloyd. ■
(ingezonden mededeling)
Aon biedt professionals aan Het Interim Risk & Insurance Management team van Aon Global Risk Consulting biedt bedrijven die te maken krijgen met uitval van hun risk- of insurance manager of tijdelijk extra capaciteit nodig hebben, een oplossing. Professionals binnen het AON-team kunnen een functie geheel of gedeeltelijk tijdelijk overnemen, waarmee de continuïteit van organisaties beter is gewaarborgd. De inzetbaarheid richt zich niet alleen op het tijdelijk overnemen van de functie of afdeling, maar ook op het verbeteren van een aantal belangrijke processen. De interimmedewerker kan bijvoorbeeld ook advies geven over hoe de verzekerings- en of risicomanagementfunctie voor de toekomst op betere manier kan worden ingericht. ■
nummer 7 - 9 april 2009
9
NIEU WS
Pensioendesk vindt uitbreiding Bgfo-II ongewenst:
‘Laat zakelijke pensioenmarkt met rust’ Pensioendesk heeft gereageerd op het consultatiedocument Bgfo. De serviceprovider snijdt in haar reactie meer-
extra vergoeding mag worden gegeven, en aan een adviseur die proactief de werkgever adviseert over aanpassingen in voorwaarden, de regeling of zelfs de uitvoerder, níet.
dere punten aan die ook in het artikel ‘Kanttekeningen bij Bgfo-II’ op pagina 6 van dit VB worden besproken. Een specifiek, additioneel punt dat Pensioendesk heeft teruggekoppeld naar het ministerie is dat zij er grote moeite mee heeft dat art. 149a van het Bgfo – onaangekondigd – is uitgebreid naar de zakelijke (pensioen)markt. “De zakelijke markt (waarin pensioenadvies wordt gegeven aan de werkgever) is een markt die niet te vergelijken is met de markt waarin consumenten worden geadviseerd”, meent Pensioendesk. “Een gemiddelde werkgever is gericht op kosten en resultaten en handelt zakelijk. Bij beslissingen over de belangrijke arbeidsvoorwaarde pensioen wordt in de regel ook de accountant betrokken. Consumenten moeten het stellen zonder zulke ondersteuning. Regels ter bescherming van het belang van de werkgever hoeven dan ook niet zo stringent te zijn als regels die de consument beschermen.”
Geen ernstige marktimperfectie Door de uitbreiding komen de mogelijkheden voor serviceproviders onder druk te staan om het intermediair ondersteuning op de zakelijke pensioenmarkt te bieden en daar een verdienmodel aan te ontlenen. Pensioendesk zelf bijvoorbeeld heeft in een joint venture de Pensioennavigator ontwikkeld, die pensioenadviseurs ondersteunt in hun advisering van werkgevers en dga’s. Voor de diensten van Pensioendesk werd een maandelijkse vergoeding gevraagd van de aangesloten kantoren, maar ook van verzekeraars. De bijdrage van verzekeraars is op basis van art. 149a van het Bgfo per 1 januari 2009 stopgezet: “Tot die datum betrof de vergoeding van de verzekeraars een (klein) percentage van de premie afkomstig van onze kantoren. Het percentage was identiek per verzekeraar en niet gestaffeld. Hoewel dit systeem onmogelijk perverse prikkels kon geven aan de aangesloten kantoren, maakte art. 149a van het Bgfo handhaving ervan onmogelijk.” De serviceprovider vraagt het ministerie van Financiën dan ook welke beweegredenen het heeft om art. 149a van het Bgfo uit te breiden naar de zakelijke pensioenmarkt: “Daar is geen sprake van een ernstige marktimperfectie.”
Bescherming consument Volgens Pensioendesk heeft de toepassing van art. 149a van het Bgfo op de pensioenmarkt nog een eigenaardige consequentie. “Reeds overeengekomen vergoedingen (omzetgerelateerd) over adviezen van vóór 31 december 2007 mogen nog wel, maar vergoedingen van een aanbieder aan een serviceprovider over een nieuw advies mogen niet. Dit betekent voor de pensioenverlengingenmarkt dat aan een ‘adviseur’ die stilzwijgend het pensioencontract laat verlengen, wél een
10
Aanvankelijk had het ministerie een eenvoudige en heldere doelstelling: bescherming van de consument. Het lijkt erop dat die doelstelling nu is verschoven en uitgebreid, waardoor het ministerie zich wil bezighouden met de organisatie van adviezen. Dat is niet bevorderlijk voor goede advisering. Onzes inziens kan het ministerie beter enige afstand bewaren en zich houden aan zijn oorspronkelijke eenvoudige doelstelling: bescherming van de consument door perverse prikkels te verbieden en kwaliteit aan te moedigen.”
Brief op Vbnet.nl De complete reactie van Pensioendesk aan het ministerie van Financiën is na te lezen op vbnet.nl/bgfo.html.
Alternatief voor advocaat ARAG Rechtsbijstand heeft een uitzending van Tros Radar aangegrepen om de rechtsbijstandverzekering en de achterliggende dienstverlening nog eens scherp als “betaalbaar en betrouwbaar alternatief” neer te zetten. In het bewuste programma werd de advocatuur in Nederland tegen het licht gehouden. Volgens het consumentenprogramma is die intransparant, zowel in prijs als in kwaliteit, en ontbreekt onafhankelijk toezicht. ARAG: “Dekking en premie van de rechtsbijstandverzekering zijn helder. Bij klachten kan men zich onder meer wenden tot het Kifid en er is sprake van overheidstoezicht door diverse instanties.” Volgens Tros Radar is in de Nederlandse advocatuur sprake van een diffuus aanbod (bij welke advocaat moet ik zijn, waar moet ik op letten bij mijn keuze, hoeveel gaat het kosten), weinig extern toezicht op de branche, het ontbreken of niet-werken van een klachtenprocedure en een geschillencommissie waarbij slechts 25 procent van de advocaten is aangesloten. ARAG: “Rechtsbijstandverzekeraars bieden dekking voor bijna alle kosten van een juridisch geschil voor een vast bedrag per jaar, zodat men precies weet waar men aan toe is. Voor de polisvoorwaarden gelden wettelijke eisen, aansluiting bij het Kifid is verplicht en er is sprake van overheidstoezicht door de AFM en DNB. Als een klant met ons van mening verschilt, kan hij bovendien een beroep doen op de geschillenregeling in de polis en krijgt hij op onze kosten het oordeel van een onafhankelijke advocaat.” ■
nummer 7 - 9 april 2009
NIEU WS
Geen optreden bij koppelverkoop Consultatie Wft-wijzigingen “Tot op heden hebben meldingen over koppelverkoop door banken geen aanleiding gegeven voor de NMa om op basis van de Mededingingswet op te treden, omdat het bestaan van een economische machtspositie in die gevallen zeer onwaarschijnlijk was. (...) Als een klant niet bij dezelfde aanbieder zowel een hypotheek als een verzekering wil afnemen, kan hij hierover onderhandelen, of besluiten naar een andere aanbieder te gaan.” Dit heeft minister Van der Hoeven mede namens collega Bos van Financiën geantwoord op Kamervragen van Ton Elias en Frans Weekers (VVD) over misbruik van de economische positie (koppelverkoop) van banken. Volgens Elias en Weekers, op hun beurt ingefluisterd door de Federatie FIDIN, zijn er frequent meldingen over banken die bij het verlenen van krediet of het verstrekken van een hypotheek eisen dat ook het verzekeringspakket bij de bank wordt ondergebracht en/of het rentepercentage daarvan afhankelijk stellen. De Federatie FIDIN meent dat consumenten en haar leden veel schade lijden door koppelverkoop van banken, gebaseerd op klachten die zij van haar leden heeft ontvangen. ■
Het ministerie van Financien heeft afgelopen vrijdag een consultatiedocument gepubliceerd, dat uiteindelijk moet resulteren in de voor 1 januari 2010 geplande Wijzigingswet Wft 1. Het document bevat volgens het ministerie zowel beknopte inhoudelijke wijzigingen als technische, niet-inhoudelijke wijzigingen. Marktpartijen hebben drie weken (tot 24 april) de tijd om op het document te reageren. Deels parallel lopend aan dit wetsvoorstel zal een tweede traject worden gestart: Wijzigingswet Wft 2, dat op 1 januari 2011 in werking moet treden. Een consultatiedocument binnen dit traject zal begin oktober 2009 ter consultatie aan de markt worden voorgelegd. ■
Inspiratiesessies adviseurs Rob Goedhart en Jelle Bartels houden 29 mei, 5 en 12 juni drie inspiratiesessies voor financieel adviseurs die bezig zijn met een nieuw bedrijfsmodel. Goedhart is in de branche het voormalige gezicht van de Consumentenbond maar in dit verband vooral voormalig assurantieadviseur die in de jaren negentig positieve en negatieve ervaringen heeft opgedaan met feeonly-adviezen. Bartels is life planner. De sessies vinden plaats op Goedharts’ Vergaderboot De Vrijheid te Etten-Leur. ■
Meer aandacht voor uw klanten zorgt voor meer rendement op uw portefeuille. Maar waar haalt u die tijd vandaan als u zelf polissen controleert, premies incasseert en schades regelt?
VIP-behandeling voor uw klant€n BAE-Groep en EAG Assuradeuren geven u extra armslag om uw klanten te verwennen. Wij zijn een serviceprovider en volmachtbedrijf ván en vóór tussenpersonen. Met kijk op zaken en kennis van uw praktijk. Door bijvoorbeeld uw administratie anders in te richten ontstaan nieuwe mogelijkheden om uw klanten als VIP te behandelen. Belangstelling? Op onze website vindt u meer informatie. U kunt ons natuurlijk ook bellen voor een persoonlijk gesprek. BAE-Groep en EAG Assuradeuren Minder sores, meer r€ndement
BAE-GROEP • Postbus 6140 • 5600 HC Eindhoven • Telefoon: 040 - 255 08 55 • www.baegroep.nl
nummer 7 - 9 april 2009
11
NIEU WS
Differentiatie in beloning De wet- en regelgeving biedt er bar weinig ruimte voor, maar toch zijn steeds meer partijen bezig de mogelijkheden van gedifferentieerde provisiebetaling te verkennen. Voor aanbieders heeft de ene intermediair richting aanbieder én consument nu eenmaal meer waarde dan de andere. Zij willen hun beloning daarop kunnen afstemmen. Onder meer AEGON vindt de praktijkvertaling daarvan nog lastig, Nationale-Nederlanden is er inmiddels toe overgegaan. In het interview in dit VB (pag. 16) geeft ook CEO Marco Keim van AEGON aan om deze reden voorstander van gedifferentieerde beloning te zijn, “los van de omzet die een relatie binnen brengt. Feit is dat we duizenden telefoontjes van intermediairklanten te verwerken krijgen met vragen op allerlei gebied, waarvan je ook kan zeggen dat deze vragen bij de adviseur thuis horen. In die zin kosten sommige adviseurs ons meer geld dan andere. Het is dan ook volslagen redelijk dat je een adviseur die meer werk van je afneemt dan dat hij je kost, betere voorwaarden kunt bieden. Maar laat ik ook eerlijk zijn: hoe we dit in de praktijk moeten vertalen, is en blijft lastig.”
Kritisch maar coulant En dat is de huidige stand van zaken bij veel aanbieders. Ze willen in principe graag differentiëren maar hoe ze dat moeten inrichten, is voorlopig nog de volgende vraag. Wellicht wordt in dit verband ook gewacht op de Leidraad provisiebetaling en beloningstransparantie voor financiële dienstverleners, die in januari al is aangekondigd maar er nog steeds niet is. De hamvraag is toch hoe de toezicht-
Segment-provisieregeling Nationale-Nederlanden is voor zover wij weten op dit moment de enige aanbieder die inmiddels een praktijkvertaling heeft gemaakt. De verzekeringsmaatschappij kondigde vorige week een segment-provisieregeling op haar levenproducten aan. Bovenop de onlangs verhoogde standaard provisieregeling wil Nationale-Nederlanden gesegmenteerd gaan belonen, waarbij niet wordt gekeken naar de omzet voor Nationale-Nederlanden maar naar de bedrijfsvoering, de expertise en de omvang van het kantoor. Om hun kwaliteit te bewijzen, hebben intermediairs dan te maken met een aantal minimale eisen, aldus de verzekeraar. Op dit moment worden de kwaliteitsnormen hiervoor vastgesteld, die per 1 januari 2010 moeten worden ingevoerd. Nationale-Nederlanden: “Zo kunnen wij de kwaliteit belonen van de adviseur als onmisbaar vakman, van het kantoor als professioneel adviescentrum. Dat is essentieel voor de ontwikkeling van de professionele adviseur en van de branche als geheel.” ■
Derdengelden veilig
Gedeeld recht op labelnaam
Bij geen enkel notariskantoor is reden om te twijfelen aan de veiligheid van derdengelden. Dit concludeert het Bureau Financieel Toezicht (BFT) na een inventarisatieronde bij alle notariskantoren. In het kader van de kredietcrisis worden soms vraagtekens gezet bij de veiligheid van derdengelden. Het bewaken van de derdengeldrekeningen heeft tot nu toe echter geen noemenswaardige gevaren gelopen, aldus de BFT. De BFT is een zelfstandig bestuursorgaan dat in1999 is opgericht door het ministerie van Justitie om toezicht te houden op de boekhouding van notarissen.
Marco Keim van AEGON (zie ook pag. 16) sluit niet uit dat AEGON onder eigen naam “‘platte’ levenproducten als overlijdensrisicopolissen en direct ingaande en uitgestelde lijfrenten online gaat aanbieden.” De Federatie FIDIN heeft verbolgen gereageerd op deze uitspraak van Keim in AssurantieMagazine eind februari. FIDIN zou de verkoop van AEGON-producten langs andere weg dan het intermediaire kanaal betreuren doch respecteren, maar veroordeelt dit initiatief ten stelligste als dit onder de merknaam AEGON zou gebeuren. Volgens de brancheorganisatie heeft het intermediair deze merknaam mede helpen grootmaken en zou het daarmee in moreel opzicht een gedeeld recht op de eigennaam hebben. In de beleving van de Federatie FIDIN gaat de verzekeraar onder die naam nu juist de concurrentie met het intermediair aan. Enkele jaren geleden lag Marco Keim al onder vuur van toen nog de NVA solo, toen hij aangekondigde dat ‘zijn’ Zwitserleven onder die naam direct writing wilde gaan toepassen. ■
De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) en de BFT treden hard op tegen notarissen die onrechtmatig gebruikmaken van derdengelden. Bij constatering van overtredingen wordt direct een procedure gestart bij de tuchtrechter. In 2008 zijn er in totaal 20 tuchtklachten ingediend tegen notarissen. In 2007 waren dat er 16. ■
12
houder met deze voor de markt nieuwe beloningsvormen zal omgaan. Kritisch maar coulant, mogen we verwachten. De markt en de consument kunnen hiervan in beginsel alleen maar beter worden. Wie voor dezelfde dienst meer wil betalen aan de een dan aan de ander, zal daarna wel wat hebben uit te leggen. Van die uitleg zal vervolgens het oordeel van de AFM afhangen, zo blijkt uit bespiegelingen in de wandelgangen. Of dit de letterlijke werkwijze van de toezichthouder zal zijn, is dus nog even afwachten, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat dit ver bezijden de praktijk straks zal zijn. Vanuit wiens perspectief ook, er is immers niets mis met provisiedifferentiatie op deze gronden, anders dan dat het aan de klant iets lastiger is om uit te leggen waarom de ene intermediair voor zijn advisering bij hetzelfde product fractioneel meer verdient dan de andere.
nummer 7 - 9 april 2009
INT ERM ED IA IR
Kind van de rekening? Vorige maand zijn de Federatie FIDIN en de OvFD begonnen met een massale oproep aan het intermediair (5500 rechtstreeks aangeschrevenen) om bezwaar aan te teke-
Twee rekeningen In de tweede helft van dit jaar volgt de kostenheffing 2009. Financiële dienstverleners ontvangen dit jaar dus twee kostenheffingen van de AFM.
nen tegen de kostenheffingen 2008 van de AFM, die ten opzichte van 2007 met minimaal 33 tot soms 107 pro-
vergelijkbare gronden en met succes de toezichtskosten aangevochten bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
cent zijn gestegen. Met de gebundelde bezwaren willen de intermediaire koepels vervolgens naar het College van Beroep voor het bedrijfsleven stappen. Ook in de Tweede Kamer zijn inmiddels vragen gesteld over de AFM-rekening. Elly Blanksma-Van den Heuvel en Frans de Nerée tot Babberich (CDA) hebben minister Bos van Financiën gevraagd wat hij vindt van de kostenstijgingen en wat hij van plan is daaraan te gaan doen. Bos had op 5 december 2008 al aan de Kamer toegezegd om de gehele bekostigingssystematiek van het toezicht onder de loep te nemen, onderzoek waarin FIDIN en de AFM een adviserende rol zullen hebben. Ten aanzien van de onderhavige rekening echter hoeft daarvan niets verwacht te worden. Volgens de AFM zijn er in hoofdzaak drie oorzaken voor de stijgingen in de kostenheffingen: 1. De kosten van de vergunningverlening zijn bij aanvang van het toezicht in 2006 te laag ingeschat: “Er was nog geen ervaring met de doelgroep financiële dienstverleners en er is naar beste weten een schatting van de activiteiten en de kosten gemaakt.” 2. Het doorlopend toezicht moest in 2007 worden geïntensiveerd omdat “het niveau van naleving van de Wft door financiële dienstverleners ernstig tekortschoot.” 3. In 2007 was sprake van een fors aantal wanbetalers. Een toelichting waarmee de intermediairkoepels geen genoegen nemen. FIDIN en de OvFD vermoeden dat veel meer kosten voor rekening van het intermediair komen dan billijk is. Zij vinden dat stijgingen niet in strijd mogen zijn met rechtvaardige en evenwichtige kostenverdeling en dat er inzicht moet zijn in de kosten en de toerekening ervan.
Bezwaar en machtiging De brancheorganisaties hebben voor hun standpunten naar eigen zeggen eerder geen gehoor gekregen bij ministerie of toezichthouder (de NVA: “Wie houdt eigenlijk toezicht op de toezichthouder?”) en hebben daarom tot hun actie besloten. Wat verwachten de koepels nu van de aangeschreven intermediairs? De AFM is twee weken geleden begonnen met het versturen van de rekeningen en trekt daar in totaal twaalf weken voor uit. Binnen zes weken na dagtekening kunnen intermediairs bezwaar aantekenen en door de koepels aangezochte juristen machtigen namens hen te handelen. Vervolgens bundelen FIDIN en OvFD de bezwaren en starten de juristen namens de deelnemende intermediairs een procedure bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Hun boodschap: er worden kosten aan het intermediair toegerekend die daar niet thuishoren. Vorig jaar heeft een viertal beleggingsinstellingen op
Negatieve publiciteit De gang naar het College verdient natuurlijk geen schoonheidsprijs. Die zouden de brancheorganisaties hebben gekregen als zij in overleg met het ministerie en de AFM een hardere vuist hadden kunnen maken voor de belangen en de portemonnee van het intermediair maar dat is blijkbaar een gepasseerd station. Wat niet onderschat mag worden, is dat deze actie wel een groot, publicitair gevaar met zich meebrengt, al zijn scherpe reacties in de consumentenmedia en vanuit de politiek vooralsnog uitgebleven. Bij mensen die geen behoefte aan nuancering voelen (lees: het gros van de Nederlanders), blijft gemakkelijk het beeld hangen dat intermediairs het toezicht op hun doen en laten frustreren en saboteren, en eigenlijk helemaal niet willen. Dat is niet waar – het overgrote deel van het intermediair wil echt wel betalen voor kwaliteitstoezicht, maar de rekening moet kloppen – maar stel zo’n beeld maar eens bij als dat er eenmaal is. Hierin schuilt een nieuwe tik voor het imago van het intermediair, eentje die gelukkig nog niet uitgedeeld is. De Federatie FIDIN heeft inmiddels, ná haar oproep, overleg gehad met de AFM. Ten aanzien van de in te zetten procedure heeft de toezichthouder daarbij aangegeven de collectieve aanpak van de brancheorganisaties als efficiënt en kostenbesparend te beschouwen: “Losse procedures voeren de kosten alleen maar verder op.” ■ Erwin Loer
Taxatheek in dienstenpakket VKG De Van Kampen Groep (VKG) heeft haar dienstverlening uitgebreid met de TaxatieService van de Taxatheek. Aangesloten intermediairs kunnen via het extranet van VKG gebruikmaken van de TaxatieService. ■
Serviceabonnement D & O Wie samenwerkt met Bureau D & O of van plan is dat te doen, kan zich nu abonneren op het Serviceabonnement Kennis & Praktijk. Deze service voorziet de intermediair van kennis, hulp en producten bij de invoering van wetgeving op het kantoor, op drie serviceniveaus met bijbehorende prijsstelling. ■
nummer 7 - 9 april 2009
13
I N T ER M ED I A IR
‘No cure, no pay’-garantie ProFinT biedt haar deelnemers een ‘No cure, no pay’-garantie aan. Deelnemers kunnen daarmee zonder nettokosten één jaar lang gebruikmaken van de dienstverlening van de serviceprovider in hypotheken en levensverzekeringen. Volgens directeur Marc Jochem aarzelen intermediairs door de onzekerheid in de hypothekenwereld om zich bij voorbaat te committeren aan de maandelijkse bijdrage en is daarom de garantieregeling bedacht. “Iedere deelnemer krijgt in ruil voor zijn maandbijdrage van 295 euro (excl. btw) iedere maand 70 euro teruggestort voor de adviessoftware en het gebruik van HDN en 50 euro voor het ProFinT-toolpakket. Zijn netto-investering is dus 175 euro per maand. In de eerste twaalf maanden van de aanstelling wordt bekeken hoeveel hypotheekaanvragen hij doet. Zijn er dit minder dan twaalf (gemiddeld één per maand), dan betaalt ProFinT voor elk daarvan 175 euro excl. btw aan de intermediair terug. Dus als er slechts negen aanvragen zijn ingediend in het eerste jaar, dan krijgt de intermediair 525 euro excl. btw terug”, aldus Jochem over de werking van de ‘No cure, no pay’-garantie. ■
Volmachtdiploma’s overrulen ‘gewone’ diploma’s Diplomahouders Wft Volmacht Schade en Wft Volmacht Leven zijn ook gekwalificeerd voor respectievelijk de diploma’s Wft Schade en Wft Leven. Dat zijn het ministerie van Financiën en het CDFD overeengekomen, nadat het CDFD had vastgesteld dat de toetstermen van Wft Volmacht Schade en Wft Volmacht Leven die van respectievelijk Wft Schade en Wft Leven meer dan volledig afdekken. Volgens het CDFD liggen de deskundigheidseisen van de volmachtdiploma’s op een beduidend hoger niveau dan die van de ‘gewone’ diploma’s en zou het daarom onlogisch en onredelijk zijn de volmachtdiplomahouders te verplichten ook te voldoen aan de deskundigheidseisen van de ‘gewone’ diploma’s. Brancheorganisaties (waaronder het Verbond van Verzekeraars, NBVA, NVA en NVGA) pleitten eerder al voor een upgrade van de status van volmachtdiploma’s. Op een volmachtdiploma komt vanaf nu te staan dat de gediplomeerde daarmee ook voldoet aan het ‘gewone’ diploma. De regeling is ook van toepassing op reeds ( na 1 juni 2008) afgegeven volmachtdiploma’s en geldt tevens voor het Wft Permanente Educatie-programma. ■
Interesse voor banksparen Er komt bij het intermediair steeds meer aandacht voor bankspaarproducten. Dat meent althans algemeen directeur Arno Dolders van intermediairverzekeraar Legal & General, die zelf (nog) geen fiscaal gefaciliteerde bankspaarproducten voert. “Fiscaal gefaciliteerde bankspaarproducten zijn volwaardige producten en de geldstroom die via deze producten loopt, is inmiddels aanzienlijk. Consumenten mogen van een financieel adviseur verwachten dat deze een advies baseert op alle voor de consument relevante mogelijkheden, en banksparen kan daar één van zijn.” Dolders ziet zeker ook toekomst voor banksparen via het intermediair omdat de adviesbeloning meer en meer wordt losgekoppeld van het product. ■
Introductie AFAB Academy AFAB heeft de AFAB Academy geïntroduceerd bij haar intermediairs. Met deze introductie is het in december gepresenteerde bedieningsconcept nu volledig ingevuld. De AFAB Academy start met Wft-PE-modules (samen met StudieCentrum Financiële Branche) en opleidingen voor het gebruik van de AFAB Advies Software & Nationale Hypotheekbond. In de loop van dit jaar wordt het opleidingenaanbod verder uitgebreid. ■
Onderzoek banksparen MoneyView publiceerde eind 2008 het rapport Research Special Banksparen. In dit rapport worden alle in Nederland gangbare fiscaal gefaciliteerde bankspaarproducten geanalyseerd en vergeleken met de gangbare levensverzekeringen. Wezenlijk verschillende producten volgens het onderzoeksbureau, waarbij niet kan worden gesteld dat het ene product voor de consument beter is dan het andere product. Het rapport maakt duidelijk dat de specifieke omstandigheden van de individuele consument bepalend zijn voor het antwoord op de vraag of de consument er goed aan doet een fiscaal gefaciliteerd bankspaarproduct of een levensverzekering af te sluiten. ■
14
Olivier Rupke (SCFB) en Wim Witteveen (AFAB)
nummer 7 - 9 april 2009
INT ERM ED IA IR
Nieuw baasje voor bulldog: Lancyr blijft bestaan De aandeelhouder van FDC Financieel Planners & Adviseurs heeft per 1 april franchiseorganisatie en verzekeringsvolmachtbedrijf Lancyr overgenomen van Delta Lloyd. De continuïteit van de Lancyrformule is daardoor gewaarborgd. Dat was de vraag, nadat Delta Lloyd in januari te kennen had gegeven van Lancyr af te willen. Het aantal franchisenemers groeide onvoldoende, tot 40 in 2007 en 44 in 2008, terwijl de verzekeraar op 150 vestigingen in 2010 had gerekend. Daarnaast wilde Delta Lloyd zich nadrukkelijker focussen op de drie merken Delta Lloyd, OHRA en ABN AMRO Verzekeringen. Er werd gezocht naar een koper voor Lancyr en als dat voor 1 april niet zou zijn gelukt, had de verzekeraar de franchisecontracten beëindigd, met inachtneming van de contractuele opzegtermijn van een jaar. Er waren in eerste instantie twintig gegadigden voor de overname van Lancyr. Daaruit heeft Delta Lloyd drie kandidaten gefilterd, die hun visie en plannen op 18 februari hebben gepresenteerd aan Delta Lloyd, Lancyr en het bestuur van de franchisenemers. FDC had het beste plan en toekomstverwachtingen en is daarom unaniem als beste optie uit die pitch verkozen. Daarna zijn de onderhandelingen tussen Delta Lloyd en FDC gestart, met het nu bereikte overnameakkoord tot gevolg. De overname zal volgens Delta Lloyd en FDC een beperkt verlies van arbeidsplaatsen in de
Lancyr-organisatie tot gevolg hebben, die zoveel mogelijk zal worden opgevangen door natuurlijk verloop. De franchisenemers van Lancyr zijn blij met de overname door FDC. Volgens Robert Jan Calon, directeur van Lancyr Calon uit Goes en voorzitter van het bestuur van franchisenemers, vullen FDC en Lancyr elkaar prima aan. “Lancyr is sterk in particuliere schade en FDC in leven, hypotheken en financiële planning. Bovendien heeft de Lancyr-formule schaal nodig, voldoende kantoren die voor productie en winst zorgen. Het concept is qua ICT en marketing gebouwd op deelname van 150 kantoren en het volume en de winstgevendheid van de huidige 44 kantoren was gewoon onvoldoende om dat hele apparaat te kunnen draaien. Door de overname door FDC kan het inmiddels gevestigde merk Lancyr blijven voortbestaan.” De franchisenemers hebben ook de mogelijkheid onderzocht om onder eigen beheer verder te gaan met de formule-Lancyr, maar om organisatorische redenen en vanuit het hierboven beschreven schaalmotief is al vroeg besloten om dat niet te doen. “Het is ons vak niet”, aldus Calon, “en om nu, in de onzekere markt, zelf fors te gaan investeren in de backofficeorganisatie, leek ons niet verstandig. FDC is een gezonde, ambitieuze partij, die de adem heeft om die investering wel te doen.” Calon is tot slot ook blij met de keuze voor FDC omdat het bestuur van franchisenemers nu rechtstreeks aan tafel zit met de aandeelhouder. “De getrapte directie van Delta Lloyd was toch altijd op afstand. FDC heeft bovendien de traditie om franchisenemers een volwaardige rol te geven in de overleggen.” ■
Fusie NVA-NBVA: nu echt NBVA en NVA gaan de mogelijkheden van een ‘echte’ fusie nader onderzoeken. De beide brancheorganisaties trekken al sinds vorig jaar onder de noemer Federatie FIDIN gezamenlijk op in de belangenbehartiging, maar het is de beide organisaties nu duidelijk geworden dat zij wat een deel van de leden betreft een behoorlijke stap verder mogen gaan. Tijdens een kennismakingbijeenkomst van de Federatie FIDIN eind maart, waarvoor leden waren uitgenodigd die zitting hebben in commissies, sectoren, secties, kenniskamers, ledenraad of regiobesturen, bleken de 65 aanwezigen bijzonder positief te staan tegenover een op korte termijn te starten onderzoek naar de mogelijkheid van een fusie van de beide verenigingen. Over de voors en tegens van een fusie tussen de beide brancheorganisaties is de voorbije jaren al ontzettend veel gepraat en geschreven. De fusie is – door derden vooral – zelfs al meerdere malen aangekondigd. Altijd waren er meer voor- dan tegenstanders en meestal kregen de vermeende cultuurverschillen tussen NBVA en NVA er de schuld van dat het er uiteindelijk toch niet van kwam. Nu lijken de kaarten anders geschud.
Door de innige samenwerking in de collectieve belangenbehartiging binnen de Federatie FIDIN zijn besturen en operationele organisaties al flink nader tot elkaar gekomen en bestaat tegen een volledige fusie kennelijk geen weerstand meer. De snelheid waarmee NVA en NBVA naar aanleiding van de eerdergenoemde ledenbijeenkomst een persbericht de wereld instuurden, getuigt daar ook van. Dat persbericht en het daarin aangekondigde onderzoek laten eerst en bovenal zien dat de brancheorganisaties nu de achterbannen willen warm maken voor het idee. Het zijn immers de leden die beslissen. Bedenk daarbij dat juist een groot deel van die achterbannen al jaren vindt – of altijd al gevonden heeft – dat beide partijen moeten samengaan en je kunt weinig anders dan concluderen dat fusie nu nog slechts een kwestie van tijd is. De lidmaatschapsvereisten van beide organisaties vormen wellicht nog de grootste drempel. De NBVA staat uitsluitend volstrekt ongebonden adviseurs toe, waar de NVA onder voorwaarden ook gebonden adviseurs (met vrijheid van advies) tot haar leden rekent. Maar nu de partijen van zodanig goede wil blijken te zijn, zal ook daar wel een mouw aan gepast kunnen worden. ■
nummer 7 - 9 april 2009
15
I N T ER V I EW
“Ik vind dat het Nederlandse verzekeringsbedrijf meer credits verdient dan het nu krijgt”, zegt Marco Keim, die naast CEO van AEGON Nederland ook penningmeester is van het Verbond van Verzekeraars. “We hebben nu te maken met de heftigste crisis in ruim zeventig jaar en toch kunnen verzekeraars tot op dit moment aan hun verplichtingen blijven voldoen. We moeten oppassen dat een negatief sentiment niet leidt tot een ook voor de klant vaak onvoordelige impuls om polissen af te kopen.”
Marco Keim (directievoorzitter AEGON Nederland):
Marco Keim (46, getrouwd, twee dochters) studeerde Bedrijfseconomie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en Rechtsgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Na gewerkt te hebben bij Coopers & Lybrand, Fokker en NS Reizigers, maakte hij in 1999 zijn entree in de verzekeringsbedrijfstak als directielid bij Zwitserleven. Van deze maatschappij werd hij 2002 directievoorzitter. Hij was nauw betrokken bij de ‘omgekeerde integratie’ na de overname van Zwitserleven door SNS Reaal (het pensioenbedrijf werd onder Zwitserleven-vlag gevestigd in Amstelveen). Op 1 juni maakte hij de overstap als directievoorzitter naar AEGON Nederland als opvolger van Johan van der Werf. Zijn hobby’s zijn “mijn gezin, sport, koken en dan lekker eten en drinken.”
16
nummer 7 - 9 april 2009
Foto’s: Peter Strelitski
‘Voorstander van een gedifferentieerde beloning’
INT ERVIEW
Als je ziet welke grote stappen AEGON de afgelopen jaren gemaakt heeft, krijg je de indruk dat Marco Keim als nieuwe CEO van AEGON Nederland in een ‘opgemaakt bed’ terecht kwam. “Voor een deel is dat inderdaad het geval, maar er valt ook nog heel wat werk te verrichten. Het in elkaar schuiven van backoffices, stafafdelingen en het opdelen van de organisatie in goed functionerende service centers is heel succesvol geweest. Ook kwam ik terecht bij een maatschappij die vanuit klantoogpunt gezien over uitstekende producten beschikt.” Waar zit dan de ‘maar’? “Wat nog ontbreekt is, dat de technische kwaliteit van onze dienstverlening zich nog niet vertaald heeft in een substantiële groei. Daar ligt nu de uitdaging. Ik heb gemerkt dat het bedrijf door de reorganisatieslag wat naar binnen gekeerd is. De afdelingen hebben zich toegelegd op het verder verbeteren van de basisprocessen en van onze producten en ik moet zeggen dat ze daar erg goed in geslaagd zijn. De laatste klanttevredenheidsmeting laat duidelijk deze opgaande lijn zien. Waar het aan heeft ontbroken, is het zetten van de volgende stap. En die is, het aan je relaties voldoende duidelijk maken dat zowel de basis dienstverlening als de producten tot de betere markt behoren. Ook moeten wij, door een dialoog aan te gaan, beter in gesprek raken met het intermediair. Uiteindelijk blijft in onze business de relatie erg belangrijk. Ik heb sterk het gevoel dat het intermediair onvoldoende weet wat wij precies te bieden hebben en dat ligt natuurlijk aan onszelf. Daar kunnen we nog een grote inhaalslag maken.”
Beeldvorming AEGON heeft veel gedaan om het eerder bestaande imago om te vormen. Het VB heeft meermalen geconstateerd dat er binnen de cultuur van de maatschappij daadwerkelijk veel ten goede is veranderd. “Het probleem is”, reageert Keim, “dat een bepaalde beeldvorming lang blijft hangen” en hij bekent openhartig dat bij zichzelf ook te hebben ervaren. “Ik trof een heel ander bedrijf aan dan ik verwachtte. Nu ben ik toch een relatieve insider, maar ik had er geen idee van dat AEGON zo voorop liep op het gebied van echt op de klant gerichte producten.” Hij heeft daar ook een verklaring voor: “Deze maatschappij is met Koersplan als eerste geraakt. Nog ver voor de beleggingsverzekeringenaffaire. De opstand van consumentenorganisaties heeft bij onze beleidsmakers de ogen geopend en dat heeft ertoe geleid dat men al in een vroeg stadium met heel andere ogen is gaan kijken naar de producten.” Kennelijk is dat toch onvoldoende gecommuniceerd. “Het heeft ook weinig zin om zoiets rond te bazuinen. Vertellen dat je oprecht bent, werpt geen vruchten af. Je kunt je reputatie niet verbeteren door zelf te gaan vertellen hoe goed je bent. Dat moet je laten zeggen door anderen en dat kan alleen als je hun vertrouwen wint door goede producten te bieden. Die hebben we in huis en ik beschouw het als een belangrijke opdracht om de markt daarvan te overtuigen. Daarvoor is nodig, dat we de relatie met het intermediair verder verbeteren en hun bij wijze van spreken in een-op-een gesprekken ons assortiment laten zien. Daarbij zullen we onze bedrijfsstrategie over het voetlicht brengen.” En die luidt? “Dat we open, transparant en relevant willen zijn.”
AEX-verzekeraar En dat in een tijd waarin AEGON als enige Nederlandse in de AEX genoteerde verzekeraar doorlopend onderwerp van gesprek is bij beursanalisten. “Daar hebben we inderdaad last van”, beaamt Marco Keim, die zich goed kan voorstellen dat ook adviseurs lastige vragen moeten beantwoorden. “Consumenten hebben de neiging om de beurskoers te zien als reflectie op de solvabiliteit van de verzekeraar. Daarom krijgt het intermediair soms de vraag voorgelegd of het nog wel ‘veilig’ is om langjarige contracten met ons te sluiten. In dat verband is het goed om te weten dat AEGON Nederland ook 2008 heeft afgesloten met een nettowinst van 94 miljoen euro. We hebben een heel gezonde balans. Mijn voorgangers zijn twee jaar geleden al begonnen met die op orde te brengen. Je komt daarop geen aandelen meer tegen en ook hebben we onze renterisico’s volledig afgedekt. Wel hebben we nog een aandelenexposure gerelateerd aan garanties die wij aan klanten hebben gegeven. Ja, het is wrang dat die perceptie zo leeft, maar een blik op de aanwezige solvabiliteitsmarge maakt duidelijk dat AEGON Nederland een financieel gezond bedrijf is.”
Duurzame relaties “Op pensioengebied zijn we marktleider. Dat hebben we voornamelijk te danken aan het institutionele (groot zakelijke) segment. In de mkb-pensioenmarkt hebben we een marktaandeel van zeven procent. Dat moet in 2012 gegroeid zijn tot twintig procent.” Daar heeft AEGON wel het professionele intermediair bij nodig. “Uiteraard en ook hier geldt dat we de juiste producten op de plank hebben liggen. Ik durf zonder meer te stellen dat we oplossingen bieden die anderen niet hebben. We zullen er nog voor moeten zorgen dat het intermediair dat kan ontdekken. Met name in het mkbsegment zullen flexibele standaardoplossingen met relatief lage kosten steeds belangrijker worden.” Keim keert zich tegen de stelling dat het intermediair een te kostbaar distributiekanaal aan het worden is. “Daarvan is geen sprake als de adviseurs op een fatsoenlijke wijze voor hun diensten beloond worden. Waar waarde gecreëerd wordt, is beloning vanzelfsprekend op zijn plaats.” Waarmee hij niet wil zeggen dat AEGON adviseurs voor zich wil winnen door de hoogste provisie te bieden. “Niet alleen wij, maar ook het intermediair zelf, zijn gebaat bij duurzame relaties en die krijg je door het bieden van goede producten en natuurlijk een goed advies. Vergeet daarbij niet dat meer excessieve beloningen de kosten van de intermediaire keten alleen maar opdrijven. Dat kunnen we ons in de concurrentiestrijd met andere distributiekanalen echt niet meer permitteren. Daar komt bij dat ik onvoorwaardelijk geloof in de toegevoegde waarde van het intermediair. Producten als deze zijn te complex voor de gemiddelde ondernemer.”
Focus op mkb Keim ziet dus groeimogelijkheden in het mkb-segment. “We richten daar de komende tijd sterk de focus op. In dit kwartaal introduceren we een mkb-product dat zowel voor het intermediair als voor de werkgever veel flexibiliteit biedt en – dat klinkt misschien raar – toch zodanig gestandaardiseerd is, dat de kosten laag gehouden kunnen worden. Met flexibel
nummer 7 - 9 april 2009
17
I N T ER V I EW
we hen de tools aan, waarmee ze kunnen uitrekenen wat het betekent als ze voor een bepaalde beloningsvorm kiezen.” Een weg terug is er niet meer, al begrijpt hij de weerstand tegen de nieuwe regelgeving. “Op een gegeven moment gebiedt de realiteit dat je je gevoel van verzet moet staken en de pijn maar moet pakken. Ook ik had liever een zachtere landing gezien. Dat heb ik trouwens al jarenlang gepropageerd. Maar dan hadden we met zijn allen – en dat geldt zowel voor aanbieders als voor het intermediair – de bakens iets sneller moeten verzetten. Het is natuurlijk niet zo, dat de strakkere regelgeving ineens uit de lucht is komen vallen. Consumentenorganisaties en politieke partijen hebben al langer aangedrongen op meer transparantie en op minder omzetgestuurde beloningsvormen.” Dat de huidige ontwikkelingen ‘de dood in de pot’ van het intermediair betekenen, ontkent Keim met klem. “De adviseur blijft een belangrijke rol spelen en de consument blijft bereid een goed advies te honoreren.”
doel ik op de combinatiemogelijkheden van verschillende dekkingen. De deelnemers aan deze beschikbarepremieregeling kunnen individueel zelf in overleg met de adviseur de mate van zekerheid bepalen. Kortom, het gaat om één product met daarin alle varianten. Qua organisatie spelen wij hierop in door een dedicated buitendienst op mkb-pensioen in te zetten. Binnen hebben we een businessline mkb ontwikkeld die de hele keten omvat, van marketing en frontoffice tot en met de backoffice.”
Begrip voor situatie intermediair Dat het intermediair meer aan zijn hoofd heeft dan het verstrekken van advies, begrijpt Keim helemaal. “De adviseurs staan nu dubbel onder druk. Ze hebben niet alleen te maken met de gevolgen van de recessie, maar ook met de nieuwe regelgeving. In heel korte tijd maakt hun bedrijfsvoering een volledige transitie door. Al merk ik wel”, nuanceert hij, “dat de echte ondernemende intermediairs daar al oplossingen voor hebben gevonden. Maar ook wij zijn graag bereid de helpende hand toe te steken. We doen dat op dit moment bijvoorbeeld in de vorm van workshops, waarin we de deelnemers laten zien hoe hun bedrijfsvoering eruit ziet bij alternatieve financieringsvormen van het kantoor. Ook reiken
18
Dat betekent overigens niet dat AEGON exclusief via het intermediair zaken doet. “Je moet luisteren naar de wensen van al je klanten. Het is onmiskenbaar dat klanten kiezen voor kanalen en dan kun je als maatschappij geen kanalen uitsluiten. Zeker niet wanneer blijkt dat nu al de helft van de schadeverzekeringen via het directe kanaal worden afgesloten. Daarom zullen we als multichannelaanbieder AEGON Bank als directe aanbieder verder ontwikkelen en zullen we op internet een grotere rol gaan spelen. Met producten die aan zo’n kanaal zijn aangepast, want het is duidelijk dat elk distributiekanaal specifieke productkenmerken vraagt.” Dat klinkt verdacht sterk als ‘dual conditioning’. “Dat bedoel ik zeker niet in de traditionele betekenis. Ik heb het over kanaalspecifieke condities en daar kan ook het intermediair over beschikken. Wanneer adviseurs bijvoorbeeld tot de conclusie komen dat voor persoonlijk advies de marges bij bepaalde schadeproducten te krap worden, dan kunnen ze aansluiten op ons internetaanbod, zeg maar via een weblink. Zij hebben dan de beschikking over dezelfde producten met dezelfde condities.”
Gedifferentieerde beloning Wat Keim betreft, valt het met de starheid van de beloningsregels wel mee. “Het signaal dat het Bgfo afgeeft, is dat bonussen verboden zijn. Maar dat neemt niet weg dat wij de waarde die een adviseur creëert naar behoren mogen belonen. In de praktijk blijkt dat de ene relatie meer waarde creëert dan een andere. Op zich is het natuurlijk billijk dat die daarvoor een hogere vergoeding ontvangt. Ik ben dus voorstander van een gedifferentieerde beloning en dat staat los van de omzet die een relatie binnenbrengt. Feit is dat we duizenden telefoontjes van intermediairklanten te verwerken krijgen met vragen op allerlei gebied, waarvan je ook kan zeggen dat deze vragen bij de adviseur thuis horen. In die zin kosten sommige adviseurs ons meer geld dan andere. Het is dan ook volslagen redelijk dat je een adviseur die meer werk van je afneemt dan dat hij je kost, betere voorwaarden kunt bieden. Maar laat ik ook eerlijk zijn: hoe we dit in de praktijk moeten vertalen, is en blijft lastig.” ■ Jan Aikens
nummer 7 - 9 april 2009
HYPOT H EKEN
Kabinet laat woningmarkt links liggen De Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) is ‘zwaar teleurgesteld’ over het gebrek aan steun vanuit het kabinet voor de Nederlandse woningmarkt. Dat liet de vereniging weten na de presentatie van het crisispakket waarmee Den Haag de ontspoorde economie weer op de rails wil krijgen.
van hypotheken voor consumenten. De branchevereniging van Register Vastgoed Taxateurs (RVT) stelt dat deze ideeën apart van elkaar allemaal even zinnig zijn, maar oplossingen gericht op deelgebieden zijn volgens de organisatie niet meer voldoende.
Volgens de NVM is juist de woningmarkt zwaar getroffen door de crisis en kan via deze markt, met een doortastende ondersteuning, een belangrijke bijdrage worden geleverd aan het herstel van de economie. Als maatregelen nog langer uitblijven, dan vrezen de makelaars dat de komende jaren zowel de doorstroming op de woningmarkt als de nieuwbouw verder stokken.
De RVT pleit voor een ‘masterplan’ waarin de meeste, zo niet alle drempels worden weggenomen om de vaart er weer in te krijgen. “Daar is politieke moed voor nodig en het inzicht dat electoraal gewin nu even niet de hoogste prioriteit zou moeten hebben”, aldus de RVT, die ook stelt dat dit masterplan voor de woningmarkt marktpartijen nieuwe moed zal geven om de angst van zich af te schudden en zich te wapenen tegen kwade tijden die nog komen gaan.
Register Vastgoed Taxateurs Het kabinet kreeg tijdens de beraadslagingen vele adviezen aangereikt. Die heeft zij, zo nu blijkt, (vooralsnog) naast zich neergelegd. Ter sprake kwamen een verhoging van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG), de belastingvrije verhuispremie en het fiscaal aantrekkelijker maken van woningonderhoud. Ook is de overheid opgeroepen om de banken aan te spreken op hun restrictieve leenbeleid ten aanzien
Meer WW-betalingen in de woonlastenbeschermer Cardif heeft in de eerste tweeënhalve maand van dit jaar aanzienlijk meer schadebetalingen als gevolg van werkloosheid gedaan dan vorig jaar. Een werkloosheidsdekking is opgenomen in Cardif’s woonlastenbeschermer, de Hypotheek Opvang Polis. Vanaf 1 januari tot en met half maart van dit jaar keerde de verzekeringsmaatschappij daarop al meer dan 4550 keer uit. Dat is een stijging van 78 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Cardif verwacht ook in de loop van dit jaar significant meer WW-betalingen te blijven doen dan vorig jaar. ■
Combi Reaal Spaarhypotheek met Victorie Hypotheken Het is nu mogelijk de Reaal SpaarHypotheekverzekering te combineren met de Reaal Victorie Hypotheken van arrangementspartner UCB Hypotheken. Dit betekent dat de Reaal SpaarHypotheek nu beschikbaar is voor alle vijf de hypotheekarrangementen van Reaal. De Reaal SpaarHypotheek, die eind vorig jaar geïntroduceerd werd, was tot nu toe beschikbaar voor vier Reaal Hypotheekarrangementen: Combi BudgetPlus Hypotheken, CombiVoordeel Hypotheken, Alkmaar Hypotheken en Holland Woningfinanciering. ■
Eigenwoningforfait Een totaalplan voor de woningmarkt mag binnen het crisispakket dan ontbreken, wél is besloten om het eigenwoningforfait voor huizen met een waarde van meer dan één miljoen euro, vanaf 2011 geleidelijk in te voeren. Maar volgens de NVM zal deze maatregel niets opleveren zonder een integrale aanpak van de woningmarkt. ■
Hypotheekrentes versus Euribor Veel mensen verbazen zich over het feit dat de rentetarieven voor hypotheken geen gelijke tred houden met officiële rentetarieven van de Europese Centrale Bank en Euribor. Laatstgenoemde tarieven zijn in de afgelopen periode in rap tempo omlaag gegaan. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) geeft hiervoor als verklaring dat de ECB- en Euribor-tarieven zijn gebaseerd op korte looptijden. “Om zeker te zijn dat ze ook over langere tijd over het geld kunnen beschikken, moeten banken bovenop de tarieven premies betalen (de zogenoemde risico-opslag). Deze premies lopen op tot 1,5 à 2 procent en hoger. Het geeft aan welke risicopremie de markt op dit moment vraagt voor het financieren van banken. Omdat deze liquiditeitspremies in het verleden zeer gering waren, is een goede vergelijking met de tijd van voor de kredietcrisis moeilijk te maken.
Hoge spaarrentes Dit is overigens ook een verklaring voor de relatief hoge spaarrentes. De bank moet het geld voor lange tijd aantrekken omdat zij ook aan de huizenbezitter het hypotheekgeld voor in principe dertig jaar beschikbaar stelt. De Nederlandsche Bank vraagt dit ook van banken en ziet toe op deze afstemming”, aldus de NVB. Bij een aantal banken is de variabele hypotheekrente in de afgelopen maanden wel gedaald, bij sommige met meer dan één procentpunt. ■
nummer 7 - 9 april 2009
19
PF P
Crisis-FAQ’s voor de (pensioen)adviseur De kabinetsmaatregelen om tegen de economische crisis ten strijde te trekken, zijn genoegzaam bekend. Maar hoe vertel ik het mijn klanten? In deze bijdrage de FAQ’s en de antwoorden. Gaat de AOW-leeftijd nu wel of niet omhoog? Het kabinet wil de AOW-leeftijd naar 67 jaar opkrikken. Dat besluit is in het kabinet genomen. De vakcentrale FNV (‘tante Agnes’) is van de noodzaak daarvan echter niet overtuigd. Aanvankelijk leefde onder politici en de sociale partners de gedachte dat de FNV zonder gezichtsverlies op dit dossier uit de strijd moest komen en daarom reikte het kabinet de FNV de mogelijkheid aan om uiterlijk in oktober in de SER unaniem tot een alternatief voor de leeftijdsverhoging in de AOW te komen. Langzamerhand echter vat de stelling post dat deze handreiking een blok aan het been van het kabinet wordt.
Wat betekent dat voor pensioen in de tweede pijler? Verhoging van de AOW-leeftijd heeft rechtstreeks gevolgen voor pensioen in de tweede pijler. Als pensioen en AOW op elkaar moeten blijven aansluiten (en dat is wenselijk), dan ligt het voor de hand om de pensioeningangsdatum gelijk te stellen met de AOW-gerechtigde leeftijd. Probleem voor het kabinet is echter dat niet de ministers, maar de sociale partners daarover gaan. Langer doorwerken, dus een latere pensioenleeftijd is pensioentechnisch echter allang mogelijk. De bandbreedte daarbij is 65-70 jaar. De pensioenopbouw kan in die periode voortgezet of ‘bevroren’ worden.
Kunnen werknemers toch eerder met pensioen? Eerder met pensioen kan nog steeds via de weg van de zogenoemde actuariële korting. Dat geldt echter alleen voor het tweedepijlerpensioen. Als het kabinetsbesluit tot verhoging van de AOW-leeftijd doorgaat, daagt er aan de horizon van pensioenland een pracht van een AOW-gat voor hen die eerder dan de leeftijd van 67 met werken willen stoppen.
Maar willen werknemers dan nog steeds eerder stoppen met werken? Het antwoord op deze vraag wordt sterk individueel bepaald. Er zijn wel tendensen merkbaar. De 45+-generatie is in meer-
derheid nog altijd van mening dat ‘eerder stoppen met werken’ een aanlokkelijk alternatief is. Jongeren daarentegen zijn al gewend aan het idee van langer doorwerken, als ze überhaupt al met dit issue bezig zijn. Daar komt bij dat de jongeren heel anders tegen werk, arbeidsovereenkomsten en loondienstverhoudingen aankijken. De lossere verhoudingen die zij voorstaan, pleiten voor een veel flexibeler pensioenstelsel dat er op termijn dan ook onherroepelijk zal komen.
Hoe erg is een te lage dekkingsgraad? Een te lage dekkingsgraad van pensioenfondsen is met name erg voor het consumentenvertrouwen in de pensioensector. De dekkingsgraad zegt iets over het vermogen van het pensioenfonds om aan zijn verplichtingen jegens gepensioneerden te kunnen voldoen. Indien een pensioenfonds onder de dekkingsgraad komt of dreigt te komen, dient volgens DNB een herstelplan gemaakt en uitgevoerd te worden met een termijn van drie (volgens kabinetsbesluit nu vijf) jaar. Maatregelen die een pensioenfonds kan nemen, zijn legio, zoals premieverhoging, aanspraakverlaging, andere assetallocaties en zo meer. De lezer voelt natuurlijk wel aan dat in de polder van de sociale partners een aantal van die maatregelen niet in het belang van de werknemer, noch in dat van de sponsor (dat is de werkgever) zijn of slechts in het belang van één van beide. Bijvoorbeeld: premieverhoging en aanspraakverlaging. Een potentiële bron van onenigheid dus.
Wie is er de dupe? Afhankelijk van de maatregelen die een pensioenfonds neemt, zal of de werknemer, of de werkgever of allebei de dupe zijn. De werkgever in veel gevallen wanneer premieverhoging leidt tot (explosieve of onverwachte) stijging van loonkosten. In crisistijd geen aantrekkelijk vooruitzicht. De werknemer, indien zijn aanspraken worden tijdelijk of duurzaam worden uitgehold (verlaging van aanspraken, geen indexaties, leeftijdsverhoging). Uiteindelijk echter is de economie en dus de samenleving de dupe. En dat zet rechtmatig vraagtekens bij de houdbaarheid op langere termijn van ons pensioenstelsel.
20
nummer 7 - 9 april 2009
P FP
Helpt oprekken van de hersteltermijn nu echt? Het oprekken van de hersteltermijn van drie naar vijf jaar helpt natuurlijk niet. Het probleem is er niet minder groot door. Echter, een langere hersteltermijn biedt twee voor pensioenfondsen aanlokkelijke perspectieven. Allereerst: het probleem lost zich misschien vanzelf op doordat de economie aantrekt en de activa van de fondsen weer ‘vanzelf’ een gezonder beeld vormen. Ten tweede: maatregelen die tegen het zere been van werknemers zijn, kunnen uitgesmeerd over een langere duur wellicht minder erg lijken.
Kan dat bij een rechtstreeks verzekerde regeling ook? Nee. Dit kan allemaal niet bij een pensioenregeling die rechtstreeks bij een levensverzekeringsmaatschappij is ondergebracht. Bij verzekeraars is een pensioenaanspraak een pensioenaanspraak. Gedurende de contractstermijn zijn de aanspraken en de hoogte van de premies die hiertegenover staan, gegarandeerd. Om deze garanties af te mogen geven, voldoen zij aan strenge eisen van de toezichthouder. Zodanig zelfs dat deze garanties een fors beslag leggen op het eigen vermogen. De verzekeraars berekenen voor deze garanties een premie waardoor de pensioentechnische premie doorgaans ook hoger is dan bij pensioenfondsen. Tegenover die hogere premie staat dus veel meer zekerheid.
Hoe zit dat dan met solvabiliteit versus dekkingsgraad? Honderd procent solvabiliteit bij verzekeraars betekent dat de wettelijke minimum buffer voor onvoorziene omstandigheden nog precies voorhanden is bovenop (en dat is be-
langrijk!) de technische voorziening die de aangegane verplichtingen afdekken. Een honderd procent dekkingsgraad van pensioenfondsen betekent dat de beschikbare middelen exact voldoende zijn om aan de nominale verplichtingen te voldoen, en er dus in het geheel geen buffer meer voorhanden is.
Waarom geeft het kabinet gehoor aan een multi-opf? Het kabinet komt met de mogelijkheid van een multi-opf tegemoet aan het verzoek van, vooral kleinere, ondernemingspensioenfondsen om samen te mogen gaan teneinde gezamenlijk de veeleisende uitvoering van pensioen conform de Pensioenwet ter hand te nemen in plaats van ieder voor zich.
Voor wie biedt dat voordelen? Voor de ondernemingspensioenfondsen zelf. Met name voor de kleintjes die zelfstandig niet kunnen overleven. Met een multi-opf zouden schaalvoordelen behaald en efficiency bevorderd worden.
Zijn er ook nadelen? Met een multi-opf zijn de nadelen, zoals die hiervoor geschetst zijn ten aanzien van de dekkingsgraad van pensioenfondsen, niet ondervangen. Verzekeren bij een verzekeraar is voor fondsen én voor werkgevers een aantrekkelijk alternatief dat voor werknemers ook nog eens betere bescherming biedt. ■ Michiel Huisman
Welke alternatieven zijn er voor pensioen? Binnen en buiten het pensioenstelsel zijn er alternatieven die voor steeds meer werkgevers een noodzakelijk alternatief vormen uit oogpunt van loonkostenbeheersing en die voor werknemers met voldoende financiële middelen en de ambitie om zich niet door een kabinet in een bepaalde pensioenrichting te laten dwingen, aantrekkelijk zijn.
Levensloopregeling De levensloopregeling kent nog geen echte doorbraak. Weliswaar kennen veel werkgevers (bij CAO geregeld) een werkgeversbijdrage aan levensloop toe, maar tot nu geeft een meerderheid van de werknemers er de voorkeur aan deze bijdrage als extra salaris direct via het loonstrookje te ontvangen in plaats van opzij te zetten in een levensloopregeling. Daar gaat naar alle waarschijnlijkheid verandering in komen. Deelname aan de levensloopregeling is namelijk een uitstekende manier om geheel of gedeeltelijk een AOWoverbrugging te financieren. Ook andere ‘pensioengaten’ kunnen daarmee gerepareerd worden. Denk bijvoorbeeld aan het tijdelijk achterwege blijven van indexaties. Een issue dat in deze crisistijd (opeens) actueel is geworden.
Doorwerkbonus vergeten pensioencomponent In alle turbulentie rondom pensioen, zouden we het bijna vergeten: de doorwerkbonus in het Belastingplan 2009 en
het wetsvoorstel flexibele AOW. Beide maatregelen werpen een ander licht op de vorige week aangekondigde kabinetsmaatregelen waarbij langer doorwerken min of meer een verplichting wordt. In het Belastingplan 2009 is een ‘doorwerkbonus’ opgenomen. Het gaat om een heffingskorting waar oudere werknemers aanspraak op kunnen maken bij hun aangifte inkomstenbelasting. De heffingskorting is te vergelijken met de bestaande arbeidskorting voor ouderen en geldt voor belastingbetalers van 62 jaar en ouder die besluiten door te werken. De bonus is een percentage van het bedrag aan inkomsten uit tegenwoordige arbeid met een ondergrens van € 8860 en een bovengrens van € 54.776. De hoogte van de bonus is afhankelijk van de leeftijd van de werknemer. Omdat de doorwerkbonus direct van toepassing is in het jaar waarin wordt doorgewerkt, is de financiële prikkel om door te werken direct merkbaar.
Flexibele AOW: vergeten pensioencomponent Een andere stimulans tot doorwerken is het wetsvoorstel voor keuzemogelijkheid tot uitstel AOW. Beoogde ingangsdatum is 2010. Het wetsvoorstel geeft bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd een keuzemogelijkheid om de AOW geheel of gedeeltelijk, tot maximaal de 70-jarige leeftijd, uit te stellen. Uitstel leidt tot een actuariële verhoging van de AOW. Die verhoging geldt ook voor de partnertoeslag.
nummer 7 - 9 april 2009
21
PF P
DL partner in PensioenCoöperatie Multi-opf naar Raad van State Delta Lloyd Corporate Clients is een samenwerking aangegaan met de PensioenCoöperatie. Het platform stelt pensioenfondsen in staat om kennis met elkaar te delen en gebruik te maken van hun producten en diensten. Via het partnership met Delta Lloyd haalt de PensioenCoöperatie een grote kennisbron binnen die haar in staat stelt om ook kleinere ondernemingspensioenfondsen te ondersteunen om grip te houden op de pensioenuitvoering. ■
Als het aan het kabinet ligt, wordt de multi-opf een feit. Op verzoek van minister Donner heeft het kabinet een wetsvoorstel voor advies naar de Raad van State gestuurd. Het kabinet komt met de mogelijkheid van een multi-opf tegemoet aan het verzoek van – vooral kleinere – ondernemingspensioenfondsen om samen te mogen gaan teneinde gezamenlijk de uitvoering van pensioen conform de Pensioenwet ter hand te nemen in plaats van ieder voor zich. Zo zouden schaalvoordelen behaald worden en efficiency worden bevorderd. Het – in vele ogen betere – alternatief voor ondernemingspensioenfondsen is overdracht van verzekering en uitvoering van de pensioenregeling aan pensioenverzekeraars. Dit alternatief heeft in ieder geval als voordeel dat ondernemingspensioenfondsen met het verzekeren van hun regeling ook het actuele issue van de dekkingsgraad hebben beslecht. ■
Gratis Erasmus-polis Henk Otten, directeur Delta Lloyd Levensverzekering, en Leo Dooper, directeur PensioenCoöperatie
Introductie Financiële Planning De Eureko Academy Life & Pensions introduceert op 27 april de opleidingsmodule ‘Introductie Financiële Planning’. Voor de opleidingsmodule is, in samenwerking met Bright Alley Learning Solutions, een serious game ontwikkeld. Via deze game maken cursisten kennis met de wereld van de financiele dienstverlening in het algemeen en financiële planning in het bijzonder. De module wordt afgesloten met een test. Het eerste exemplaar van de demo zal worden uitgereikt aan Theodor Kockelkoren, lid van het bestuur van de Autoriteit Financiële Markten. ■
ASR pensioenpropositie ASR Verzekeringen introduceert een kostentransparante pensioenpropositie. De producten zijn voor adviseurs beschikbaar binnen de nieuwe online offertemodule op Cockpit Transactie. Men kan kiezen uit uitkeringsovereenkomsten en een premieovereenkomst. Binnen het Premiepensioen kan een keuze gemaakt worden tussen garantie, beleggen of een combinatie van beide. Deelnemers kunnen op individueel niveau switchen van beleggen naar garantie. De verzekeraar biedt verder de mogelijkheid om duurzaam en maatschappelijk verantwoord te beleggen. Tot slot kunnen ook het ANW-Hiaat en WIAExcedent Pensioen mee worden verzekerd. De offertemodule maakt, naast de productkenmerken, ook de kosten die de klant aan zijn adviseur betaalt inzichtelijk. De module wordt later dit jaar direct gekoppeld aan het administratiesysteem waardoor er volledige ketenintegratie tot stand komt. ■
22
Erasmus Verzekeringen geeft tot 1 juli 2009 bij een Garantie Plan tegen periodieke premiebetaling een Bonus Polis cadeau. Dit gratis product is een ‘losse’ box 3-koopsompolis bij leven naast het gesloten Garantie Plan. Hierdoor kan de gegarandeerde bonus oplopen tot circa 2000 euro. Het Erasmus Garantie Plan is een traditionele levensverzekering waarbij de uitkering is gegarandeerd en de klant bij de premievariant een extra bedrag op de einddatum tegemoet kan zien door winstdeling op basis van het u-rendement. Het product is overigens crisisproof gebleken. De omzet over de eerste maanden van dit jaar nam met 65 procent toe ten opzichte van vorig jaar. ■
Insuranceworks rekenmodule Insuranceworks heeft haar webbased pensioen berekeningssoftware uitgebreid met de rekenmodule ‘ingegaan’. Met deze module kan, op basis van actuariële grondslagen, de stand van de reserve en het waardeverloop van een ingegane pensioen- of stamrechtuitkering worden bepaald. Zo kan een hoog-/laagconstructie binnen de toegestane bandbreedte worden berekend en AOW-variabilisering bij een pensioenleeftijd gelegen vóór 65 jaar. Ook biedt de software de mogelijkheid om in één berekening zowel de fiscale als de commerciële waarde vast te stellen. Verder kan iedere berekening als dossier binnen het extranet worden opgeslagen en worden de uitgangspunten en het rekenresultaat in een helder rapport weergegeven met de mogelijkheid om een chronologisch overzicht van het waardeverloop toe te voegen. ■
nummer 7 - 9 april 2009
AANSPRAK ELIJ KH EID
De klachtplicht uit artikel 6:89 BW
Niet klagen maar (dan ook) dragen Met regelmaat wordt u en daarmee ook uw beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar geconfronteerd met aansprakelijkstellingen die betrekking hebben op vermeende, verkeerde adviezen die in het verleden zijn gegeven. Zo zien wij nogal eens dat klanten (naar achteraf blijkt) al lange tijd ontevreden zijn geweest over een gekozen product. Vaak komen ze dan – al dan niet terecht – tot de conclusie dat een ander product dan het in het verleden door de adviseur geadviseerde product beter had aangesloten bij de persoonlijke wensen. Vervolgens wordt de assurantieadviseur aansprakelijk gesteld. De inhoudelijke behandeling van dergelijke claims kan op praktische, maar ook op juridische (bewijs)problemen stuiten. De destijds betrokken adviseur is soms niet meer in dienst, dossiers zijn overgedragen aan opvolgende intermediairs, of soms schiet – bij gebrek aan een deugdelijke papertrail, zoals nu vereist op grond van de Wft – gewoonweg het geheugen tekort om te reconstrueren hoe het advies precies tot stand is gekomen. Juist bij tussenpersonen die ervan overtuigd zijn bij de toenmalige stand van kennis en wetenschap een juist advies te hebben gegeven, kan dit alles voor veel onrust zorgen. De ontwikkeling van de jurisprudentie sinds 2007 laat zien dat de wet, in het bijzonder art. 6:89 BW, een goede mogelijkheid biedt om tegen een dergelijke late aansprakelijkstelling verweer te voeren. Voor die tijd werd er aan genoemd artikel vrij weinig aandacht besteed. Kennelijk ging men ervan uit dat de verjaringstermijn van vijf jaar uit art. 3:310 BW de enige termijn was waar rekening mee moest worden gehouden. De tekst van het ten onrechte genegeerde art. 6:89 BW luidt als volgt: ‘De schuldeiser kan op een gebrek in de prestatie geen beroep meer doen indien hij niet binnen bekwame tijd nadat hij het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijze had moeten ontdekken, bij de schuldenaar terzake heeft geprotesteerd.’ Uit de jurisprudentie blijkt dat de rechter bij de toepassing van dit artikel de achterliggende gedachte van het artikel voorop stelt: een schuldenaar moet erop kunnen vertrouwen dat de schuldeiser met bekwame spoed onderzoekt of de prestatie aan de verbintenis beantwoordt en dat hij, indien dit niet het geval blijkt te zijn, dit eveneens met spoed aan de schuldenaar mededeelt. Zo wordt dus de schuldenaar beschermd tegen late en moeilijk te betwisten klachten. Wat de in art. 6:89 BW genoemde norm ‘bekwame tijd’ betreft, blijkt uit de rechtspraak dat die afhankelijk is van alle om-
door Walter Vermeer, schadejurist Nassau verzekeringen
standigheden van het geval onder afweging van alle betrokken belangen. In ieder geval dient de klant te onderzoeken met de voortvarendheid die gelet op de omstandigheden in redelijkheid van hem kan worden gevergd. Het gevolg van het niet tijdig protesteren, is steeds dat de schuldeiser alle rechten en bevoegdheden verliest, die hem op grond van de gebrekkigheid ten dienste stonden. Hierbij kan worden gedacht aan het verlies van de mogelijkheid om een vordering tot schadevergoeding op grond van een toerekenbare tekortkoming (wanprestatie), maar ook op grond van onrechtmatige daad, in te stellen. Om het bovenstaande concreet te maken: er zijn gevallen waarbij een klant u pas jaren na uw hypotheekadvies aansprakelijk stelt, omdat hij met zijn hypotheek geen risico had willen lopen en derhalve geen beleggingshypotheek had willen afsluiten. In reactie hierop kan gesteld worden dat de klant uit de hypotheekbescheiden en de eerste ontvangen periodieke overzichten het beleggingskarakter van het product had kunnen en moeten afleiden. Hij heeft zijn klachtplicht dus geschonden en kan u niet meer aansprakelijk houden. Zoals gezegd, betreft dit alles een relatief recente ontwikkeling in de jurisprudentie. Het ligt voor de hand dat in de rechtspraktijk als gevolg hiervan waarschijnlijk vaker een beroep zal worden gedaan op art. 6:89 BW, zodat uit de jurisprudentie een beter beeld zal ontstaan in welke gevallen de klager wel en in welke gevallen de klager niet te laat is met het doen van een beroep op een vermeend gebrek in uw advies. Wel is het voor u alvast een geruststellende gedachte dat een rechter kritisch zal kijken of u door het niet tijdig instellen van een klacht in uw belangen bent geschaad en hier ook consequenties aan zal verbinden indien dit daadwerkelijk het geval is. ■
nummer 7 - 9 april 2009
23
JU R I SP R U D EN TIE
Elektronisch verzekeren: een update In de verzekeringsbranche wordt vaak gesproken over elektronisch verzekeren. Afscheid wordt genomen van de papieren wereld, terwijl de voorbereidingen worden getroffen voor een elektronische wereld. Een wereld waarin papier geen rol meer speelt. Het fenomeen ‘elektronisch verzekeren’ betekent voor de branche een kentering. De spelers op het verzekeringsveld – verzekeraar, intermediair en klant – zullen opnieuw hun positie moeten bepalen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat er verzekeraars zijn die alleen via internet verzekeringen aanbieden en duidelijk het verschil willen maken met de ‘oude’ wereld van papier. Hoever staat het eigenlijk met de regelgeving op dit terrein? Er wordt al een lange tijd gesproken over een elektronische polis, over de mogelijkheid van elektronische communiceren tussen verzekeraar en klant en over het bouwen van persoonlijke internetpagina’s voor de klant. De vraag rijst of dit ook al allemaal wettelijk mogelijk is en of de wetgever zich met gepaste snelheid op de elektronische snelweg heeft ingevoegd.
Elektronische polis Het wetsvoorstel dat het mogelijk moet maken dat een elektronische polis wordt verstrekt, is op dit moment in de Eerste Kamer aangekomen. Voorgesteld is dat het mogelijk wordt om digitaal een polis te verstrekken, mits deze polis is voorzien van een gekwalificeerde elektronische handtekening. Recent zijn echter in de Eerste Kamer kritische vragen gesteld omtrent de elektronische polis. Men vraagt zich af of de elektronische polis wel zoveel voordeel voor de branche oplevert en of dit niet leidt tot een verzwakking van de positie van de klant. Kortom: de minister zal de leden van de Eerste Kamer moeten overtuigen van het nut en de noodzaak van de elektronische polis.
De voorgestelde aanvulling is gemotiveerd door erop te wijzen dat als de verzekeraar deze bevoegdheid heeft, het gerechtvaardigd is die bevoegdheid wederkerig te maken zodat ook de verzekeringnemer dit mag (het ‘wederkerigheidsprincipe’). Met de wijziging wordt hiervoor een wettelijke basis gecreëerd. Het lijkt inderdaad een logische en welkome vervolgstap om de informatie-uitwisseling tussen de verzekeraar en de polishouder aan te passen aan de eisen van deze tijd, zodat ook aan de verzekeraar langs elektronische weg mededelingen kunnen worden gedaan. Welke voorwaarden hieraan zullen worden verbonden, is overigens nog niet duidelijk. De voorwaarden zullen worden vastgesteld als het wetsvoorstel is aangenomen.
De minister heeft nu reeds aangegeven dat zal
We weten al wel – sinds 8 februari 2008 – welke voorwaarden gelden voor het elektronisch doen van mededelingen door de verzekeraar aan de verzekeringnemer. Dit is uitgewerkt in het Besluit van 8 februari 2008 houdende regels inzake de verzending van mededelingen langs elektronische weg in het kader van een verzekeringsovereenkomst (het ‘Besluit’). De volgende voorwaarden gelden.
worden bezien of de eis van ontvangstbevestiging
Voorwaarden
Elektronische mededelingen Verzorgd door: mr. S.Y.Th. Meyer, advocaat bij Nauta Dutilh N.V.
In de wet is vastgelegd dat de verzekeraar de mededelingen naar aanleiding van de verzekeringsovereenkomst schriftelijk moet doen (art. 7:933 BW). De mogelijkheid is echter geschapen
bij elektronische mededelingen moet worden gehandhaafd of niet. 24
dat de verzekeraar mededelingen langs elektronische weg mag doen (art. 7:933, tweede lid, BW). Gedurende de behandeling van het wetsvoorstel over de elektronische polis is voorgesteld dat ook langs elektronische weg mededelingen aan de verzekeraar kunnen worden gedaan. Hiertoe is een gewijzigde tekst voor art. 7:933, tweede lid, BW voorgesteld.
De eerste voorwaarde is dat de mededelingen moeten kunnen worden opgeslagen op een duurzame drager. Een duurzame drager is een hulpmiddel dat de mogelijkheid biedt
nummer 7 - 9 april 2009
J URISPRUDEN T IE
om de mededeling op te slaan, zodat deze op een later tijdstip kan worden geraadpleegd en ongewijzigd kan worden gereproduceerd. De tweede voorwaarde is dat de geadresseerde van de mededeling – dit is niet alleen de verzekeringnemer, maar kan ook de tot uitkering gerechtigde, de benadeelde of de pandhouder zijn – uitdrukkelijk met het elektronisch toezenden van mededelingen heeft ingestemd. Het verzoek tot instemming moet nadrukkelijk onder de aandacht worden gebracht van de verzekeringnemer. In de Toelichting op het Besluit wordt expliciet genoemd dat een bepaling in de algemene voorwaarden waarin wordt ingestemd met elektronische verzending, niet voldoet. Van een uitdrukkelijke toestemming is wel sprake als een hokje achter een daartoe strekkende verklaring op de verzekeringsovereenkomst of op een afzonderlijk formulier is aangevinkt. Toestemming van de tot uitkering gerechtigde, de benadeelde of de pandhouder moet separaat worden verkregen. Daarnaast geldt dat een gegeven toestemming altijd kan worden herroepen door de verzekeringnemer. Dan is schriftelijke communicatie weer de norm. In het Besluit is een apart voorschrift gegeven met betrekking tot de vraag op welk moment de mededeling de verzekeringnemer wordt geacht te hebben bereikt. Dit is het moment waarop de verzekeringnemer de ontvangst heeft bevestigd aan de verzekeraar. Door te kiezen voor deze regel wordt de discussie gesloten dat wanneer een bericht op de server van de geadresseerde terecht is gekomen, het bericht de verzekeringnemer heeft bereikt of niet. Dat is dus niet het geval; de mededeling moet worden bevestigd door de verzekeringnemer. Aangegeven is dat een automatische ontvangstbevestiging volstaat en dat het niet van belang is of de verzekeringnemer de mededeling ook daadwerkelijk heeft geopend, laat staan gelezen. Of de eis van de ontvangstbevestiging in toekomst zal worden gehandhaafd, is echter maar zeer de vraag. Bij de behandeling van het wetsvoorstel inzake de elektronische polis is met betrekking tot de elektronische polis de eis van ontvangstbevestiging komen te vervallen. In dit kader is aangegeven dat wanneer het wetsvoorstel inzake de elektronische polis in werking zal treden, het Besluit zal worden herzien. Door de minister is nu reeds aangegeven dat zal worden bezien of de eis van ontvangstbevestiging bij elektronische mededelingen moet worden gehandhaafd of niet.
pagina’s is om de verzekeringnemer op een eenvoudige wijze inzicht te geven in de relevante informatie met betrekking tot de polis. De vraag rijst of door het plaatsen van een mededeling op een dergelijke pagina de mededeling moet worden geacht te zijn ontvangen door de verzekeringnemer. In de Toelichting is deze vraag expliciet ontkennend beantwoord.
‘Het op een website publiceren van mededelingen waartoe de verzekeringnemer door in te loggen toegang kan krijgen, is onvoldoende om aan te nemen dat dergelijke verklaringen door de geadresseerde zijn ontvangen.’ Waarom dit niet volstaat, wordt uitgebreid gemotiveerd. Het eerste bezwaar is dat de mededeling niet geplaatst is op een systeem waarvoor de geadresseerde de verantwoordelijkheid draagt. Daarnaast geldt dat de verzekeringnemer niet verplicht kan worden te bekijken of er nog mededelingen voor hem zijn. De verplichting van de verzekeraar om de mededelingen de geadresseerde te doen bereiken, mag niet naar de geadresseerde worden verplaatst. Bovendien geldt dat met plaatsing van de mededeling op de website, de verzekeraar nog wijzigingen kan aanbrengen in de informatie. Een dergelijke persoonlijke pagina is dus vooral een vorm van extra service; mededelingen zullen in ieder geval ook rechtstreeks moeten worden verstrekt.
Het elektronisch opzeggen door de klant Hoewel de mogelijkheid om elektronisch mededelingen te doen aan de verzekeraar in het voorgestelde art. 7:933, tweede lid, BW is neergelegd, is het toch door de Tweede Kamer wenselijk geacht om twee leden aan art. 7:940 BW toe te voegen zodat het expliciet duidelijk is dat de verzekeringnemer de overeenkomst elektronisch mag opzeggen. Uit de parlementaire stukken blijkt dat dit behoort voort te vloeien uit het wederkerigheidsprincipe. Ik vraag mij af wat de meerwaarde van deze wijziging van art. 7:940 BW is. De elektronische opzegmogelijkheid van de verzekeringnemer zal immers een wettelijke basis krijgen, indien het voorstel voor aanvulling van art. 7:933, tweede lid, BW wordt aangenomen. Waarom dit nog expliciet in art. 7:940 BW moet worden opgenomen, is mij niet duidelijk nu het wederkerigheidsprincipe ook tot uitdrukking is gekomen in art. 7:933, tweede lid, BW.
Contouren zichtbaar De persoonlijke internetpagina Veel verzekeraars hebben op hun websites een persoonlijke internetpagina voor de polishouder geïntroduceerd of zijn daarmee bezig. De bedoeling van deze persoonlijke internet-
Het verkeer op de elektronische snelweg raast door, maar nog niet alles is in kannen en kruiken. Het wetgevingsproces volgt met gepaste snelheid. Het wetsvoorstel voor de elektronische polis is inmiddels bij de Eerste Kamer aangeland. Het lijkt erop dat handelen met gepaste snelheid verstandig is. Immers, internetverzekeren staat nog altijd in de kinderschoenen, de eerste lessen worden nu pas geleerd. Daarnaast wijzigen de elektronische mogelijkheden nog altijd. Dit betekent dat bestaande regelgeving mogelijk weer moet worden aangepast, waardoor uitgedachte bedrijfsprocessen opnieuw moeten worden gewijzigd. Hoewel dit mogelijk hoofdbrekens bezorgt in praktijk, zijn de contouren van de elektronische wereld voldoende zichtbaar om door te gaan met het verder bouwen aan een elektronische verzekeringswereld. ■
nummer 7 - 9 april 2009
25
MA R K TO N D ER ZO E K
Over doemdenkers en kansrijke tijden Vrouwen komen van Venus, mannen komen van Mars: een veelgebruikte uitdrukking om de verschillende manieren van denken van mannen en vrouwen een naam te geven. Maar ook het intermediair en de consument lijken zich momenteel op verschillende hemellichamen te bevinden. Uit een recent onderzoek van GfK onder zowel consumenten als intermediairs, blijkt de gemiddelde consument gewoon op dezelfde aarde te verblijven als vóór de kredietcrisis. Dit, terwijl het intermediair denkt op een kredietcrisiskomeet te vertoeven die een grote weerslag zal hebben op het gedrag van de consument.
Al maanden wordt het nieuws gedomineerd door items over de kredietcrisis. Het zijn onzekere tijden, zowel voor consumenten als voor bedrijven. Met name de financiële instellingen krijgen rake klappen, maar voor het intermediair is dat niet anders. Om de verwachtingen van het intermediair in kaart te brengen, heeft GfK enkele vragen met betrekking tot dit onderwerp voorgelegd aan het GfK Intermediair panel. Parallel aan dit onderzoek is het consumentenpanel een paar vragen voorgelegd om zo de vergelijking te kunnen maken tussen verwachtingen van het intermediair en die van de consument. Het lijkt erop dat het intermediaire kanaal niet goed in staat is de mogelijke reacties van consumenten op de kredietcrisis in te schatten. Er zijn zeer grote verschillen tussen wat het intermediair denkt dat de klanten gaan doen en wat consumenten zelf aangeven te gaan doen.
Veranderingen in spaargedrag Bij sparen loopt het beeld al meteen uiteen. Van het intermediair verwacht 70 procent dat consumenten nu meer gaan
sparen, 6 procent verwacht dat consumenten minder gaan sparen. De verhouding blijkt echter omgekeerd: bijna een kwart van de consumenten verwacht juist minder te gaan sparen en slechts 15 procent geeft aan meer te gaan sparen.
Veranderingen in verzekeringsgedrag Op het gebied van verzekeringen verwacht het intermediair grote bewegingen. Aan de ene kant verwacht het intermediair veel extra omzet op het gebied van rechtsbijstand als gevolg van de kredietcrisis, aan de andere kant verwacht bijna de helft van de intermediairs dat consumenten over de gehele linie minder verzekeringen gaan sluiten om kosten te besparen. De consument is echter veel passiever. Positief is te noemen dat slechts enkelen overwegen om daadwerkelijk minder verzekeringen te gaan sluiten. Aan de andere kant is er echter ook weinig extra omzet te verwachten als direct gevolg van de kredietcrisis; ongeveer 1 procent verwacht extra verzekeringen te gaan sluiten.
Verwachtingen intermediair en consument mijlenver uiteen Het intermediair kijkt derhalve wat zwartgalliger tegen de onwikkelingen als gevolg van de kredietcrisis aan dan de consument zelf. Mogelijke oorzaak van dit verschil is gelegen in het feit dat ruim 70 procent van alle intermediairs aangeeft vragen van haar klanten te krijgen over de kredietcrisis. Deze vragen kunnen uitmonden in de observatie vanuit het intermediair dat de consument zich bezighoudt met de kredietcrisis en dat hier een gedragsverandering uit zal voortkomen. Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt echter dat de consument vooralsnog wel veel praat over de kredietcrisis, maar er nog geen grote veranderingen in het gedrag op het gebied van financiële dienstverlening zijn waar te nemen. Eric Landwaart (l.) en Michel van der List
26
nummer 7 - 9 april 2009
M ARK CO-ASSURA TONDER ZNOTEK IE
BASIS: Alle intermediairs (in %) Dat zij meer verzekeringen gaan sluiten op het gebied van arbeidsongeschiktheid
1
Dat zij extra verzekeringen gaan sluiten op het gebied van rechtsbijstand
1
Intermediair
16
Consument 33
Dat zij andere extra verzekeringen gaan sluiten om de risico’s ivm de kredietcrisis op te vangen
Binnen financieel onderzoek bij GfK zijn er twee ingangen die GfK kiest bij het uitvoeren van onderzoek: continu onderzoek (zoals het bekende TOF onderzoek) en maatwerkonderzoek. Bij dit laatste type onderzoek kunnen specifieke onderzoeksvragen worden beantwoord met een gericht onderzoek, bijvoorbeeld gebaseerd op kennis die in het TOF onderzoek is opgedaan over bezit van financiële producten of financieel beslissingsgedrag van consumenten.
17 1 47
Dat zij minder verzekeringen gaan sluiten om kosten te besparen
5 0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
GfK is al meer dan 25 jaar actief op de financiële markt. Een team van onderzoekers die zich louter bezig houden met onderzoek op de financiële branche is bij alle onderzoeken betrokken.
50
Info:
[email protected],
[email protected]
Figuur 1. Kredietcrisis: verwachte invloed op financiële producten
Kanaalkeuze
Kansen
Ook op het gebied van kanaalkeuze bestaat er een opvallend verschil tussen de verwachtingen van het intermediair en het gedrag van de consument. Ruim twee derde van de consumenten verwacht geen effect van de crisis op de manier waarop producten gesloten worden. Als zij wel zouden switchen van kanaal, verwacht echter een meerderheid juist te kiezen voor het directe kanaal. Een kleine groep van 6 procent zou nu eerder kiezen voor een intermediair.
Samenvattend is de voornaamste conclusie dat de verwachte effecten in de ogen van de consument en het intermediair flink uiteenlopen. Voor een deel kan dit komen doordat de consument helemaal niet nadenkt over mogelijke effecten en oplossingen.
Voor het intermediair is dit een tegenvallend resultaat. Van de ondervraagde intermediairs verwacht namelijk 54 procent dat consumenten nu eerder voor een intermediair zullen kiezen. De ratio hierachter houdt ook steek: juist in deze onzekere tijden is een gedegen financieel advies geen overbodige luxe. De consument blijkt hier echter anders over te denken en slaat het intermediair – vermoedelijk als besparing – eerder over.
Vanuit het perspectief van het intermediair zijn er wel degelijk interessante tegenstrategieën voor consumenten om de risico’s van de kredietcrisis op te vangen. De consument zal hierover wel goed moeten worden geïnformeerd door het intermediair. De consument zal niet snel zelf komen met maatregelen, en hiervoor zeker niet vanzelfsprekend het intermediaire kanaal opzoeken. Voldoende missiewerk is derhalve een vereiste. ■
Intermediair
BASIS: Alle intermediairs (in %)
Consument
24
3
22
0%
10%
4
20%
54
18
6
30%
Joris van Dongen, Eric Landwaart en Michel van der List
68
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Ik verwacht dat zij meer zelf gaan doen, bijvoorbeeld via internet Ik verwacht dat zij meer advies gaan zoeken bij banken Ik verwacht dat zij meer advies gaan zoeken bij tussenpersonen Geen invloed
Figuur 2. Verwachte invloed op manier aanschaf financiële producten
Negatieve invloed Hoewel de financiële instellingen in de hoek zitten waar de klappen vallen, blijkt uit de antwoorden van de consument dat ze niet gaan bezuinigen op verzekeringen. Bovendien verwacht het merendeel dat de crisis niet van invloed is op de manier waarop zij hun verzekeringen afsluiten. Het intermediair lijkt dus voorlopig enigszins buiten schot te blijven. Toch zijn twee op de drie intermediairs somber over de toekomst en verwachten zij een negatieve invloed op hun financiële positie.
nummer 7 - 9 april 2009
27
I C T & I N T ER N E T
Menselijke factor blijft van belang
De weg naar geautomatiseerde fraudedetectie Fraudebestrijding staat hoog op de agenda bij schadeverzekeraars. Voor 2008 is geschat dat er bijna een miljard euro aan frauduleuze claims zijn ingediend. Juist in tijden van financiële crisis heeft het opsporen van fraude daarom een nog hogere prioriteit. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Michiel Bouwman, directeur operations bij het Naardense adviesbureau ITDS: “Zelfs na het automatiseren van fraudedetectie blijft het afhankelijk van de wijze waarop fraudedetectie binnen de verzekeraar is georganiseerd.” Het grote probleem zit in de kleine dingen. Dat een in de as gelegde loods met kostbare bedrijfswagens door justitie wordt onderzocht, mag duidelijk zijn. Maar wat te denken van het schadegeval waarbij 250 dvd’s worden geclaimd in plaats van 50? Juist bij ogenschijnlijk onschuldige schades wordt veel gefraudeerd. Helaas wordt het als een soort volkssport gezien om met verzekeringen te frauderen. Om fraudegevallen op te sporen, moeten zowel bij schademeldingen als bij nieuwe polissen gegevens en inzichten vanuit verschillende invalshoeken worden gecombineerd. Dat vraagt nogal wat van een verzekeraar.
Voldoende ruimte voor verbetering Gebaseerd op hun praktijkervaringen hebben Michiel Bouwman, Klaas Rijpsma en Folkert-Jan Duynstee bij ITDS een plan van aanpak voor fraudedetectie ontwikkeld. Hiermee kunnen relatief snel resultaten worden geboekt. ITDS richt zich daarbij op twee belangrijke speerpunten: 1. Het verbeteren van het huidige fraudedetectieproces. Het gaat hierbij om een analyse van de niet of slechts beperkt geautomatiseerde fraudedetectie om vast te kunnen stellen wat de huidige status is. Vanuit hier wordt beoordeeld welke verdere activiteiten ondernomen moeten worden om fraudedetectie te optimaliseren. 2. Het succesvol implementeren van automatische fraudedetectie. Dit is zeker geen kwestie van alleen een stapeltje beslisregels invoeren in de computer om schadegevallen te beoordelen. In dit artikel geven wij aan wat er allemaal komt kijken bij de implementatie van automatische fraudedetectie.
Eenduidige werkwijze De wijze waarop vermoedens van fraude worden behandeld, verschilt per verzekeraar. Bij de ene verzekeraar zie je dat zoveel mogelijk de autonomie wordt gelegd bij de behande-
28
Door (v.l.n.r.) Folkert-Jan Duynstee, Klaas Rijpsma en Michiel Bouwman, ITDS
laars zelf. Bij andere verzekeraars gaat bij het vermoeden van fraude het hele dossier direct naar een speciale fraude-unit. Er is voor allebei iets te zeggen. Hoe kan een behandelaar immers een gevoel voor fraude krijgen als hij of zij er zelf niet induikt? Aan de andere kant houdt het centraal afhandelen van fraudegevallen in dat je specialistische kennis bundelt en ontwikkelt en het er niet ‘bij’ gedaan wordt. “Als fraudecoördinator beschik je bovendien over meer mogelijkheden, zoals een administratieve screening om te beoordelen of een claim meer dan gemiddeld verdacht is,” aldus Wim Boshuizen, fraudecoördinator Schade bij ASR Verzekeringen. Rekening houdend met deze verschillen richt ITDS zich allereerst op het fraudebewustzijn en de cultuur ten aanzien van fraude binnen de organisatie, en dan vooral bij de medewerkers die belast zijn met de operationele werkzaamheden. Wat is de visie op fraude en hoe kan die visie het beste ingebed worden in de organisatie? Welke producten krijgen extra aandacht? Welke risicogroepen? Kortom, het moet voor iedereen eenduidig zijn waarop moet worden gelet bij het behandelen van schademeldingen of nieuwe polissen. Dit moet uitmonden in concrete operationele richtlijnen, waarin de ervaringen van experts zijn verwerkt. Met die gegevens kan het beleid worden bepaald of aangepast om fraudedetectie op een structureel hoger niveau te krijgen.
Stapsgewijs automatiseren Dan de automatisering. De implementatie van een fraudedetectiesysteem berust vanuit technisch oogpunt meestal op de installatie van een module met een zogenoemde rule-engine. Vanuit verschillende interne en externe bronnen wordt informatie met elkaar gecombineerd en getoetst aan regels. Heeft iemand rijontzegging verzwegen? Of blijkt dat iemand eerder
nummer 7 - 9 april 2009
ICT & INT ERN ET
Regelgeving als stok achter de deur Het Centrum Bestrijding Verzekeringsfraude (CBV) is een van de resultaten van het Deltaplan Fraude van het Verbond van Verzekeraars en momenteel actief met haar niveaumeting fraudebeheersing onder schadeverzekeraars. Het hoogste niveau dat verzekeraars kunnen bereiken in de CBV-niveaumeting is het realtime online kunnen uitvoeren van de fraudedetectie. Uit een rondgang bij schadeverzekeraars, eind vorig jaar, bleek echter dat geautomatiseerde realtime fraudedetectie zeker niet is geïmplementeerd bij alle verzekeringsmaatschappijen. Daarnaast is er beweging in het markttoezicht. Zo heeft DNB meer aandacht voor het toezicht op fraudebeheersing bij verzekeraars. een poging tot fraude heeft ondernomen bij een andere verzekeraar? Zo ja, dan resulteert dit in een bepaalde score. Verdeeld over verschillende rubrieken komt er een totaalscore uit. Deze totaalscore is een maat voor de fraudepotentie van het schadegeval of de polisaanvraag. ASR Verzekeringen was in 2006 de eerste grote verzekeraar die een realtime fraudedetectie in productie nam, waaraan relevante interne en externe bronnen gekoppeld zijn. Klaas Rijpsma, projectmanager, geeft aan dat bij de implementatie een aantal belangrijke lessen worden geleerd. “Op technisch vlak is het belangrijk om een scherp beeld te hebben van de vereiste IT-architectuur; er moeten veel koppelingen met interne en externe systemen worden gelegd. Je moet bij het begin al een beeld hebben van het toekomstige beheer. Daarnaast moet tijdens het proces het bedenken en het testen van de regels zoveel mogelijk gefaseerd verlopen.” Folkert-Jan Duynstee, testmanager, die bij verschillende testtrajecten op het gebied van automatische fraudedetectie betrokken is geweest, vult aan: “We adviseren maatschappijen een iteratieve aanpak en beslist geen watervalmethode. Het werkend krijgen van de koppelingen, het stapsgewijs testen en met name het specificeren van de regels moet in stappen plaatsvinden. Het luistert allemaal nogal nauw.” Wim Boshuizen bevestigt dit: “Het fraudedetectiesysteem dient stap voor stap opgebouwd te worden en ook continu te worden gefinetuned.” Voordeel van een stapsgewijze aanpak is dat toekomstige gebruikers spelenderwijs met het systeem in aanraking komen.
Veranderingsproces Het veranderingsproces van een handmatige naar een geautomatiseerde fraudedetectie is geen kleine stap. Automatiseren betekent immers standaardiseren. Klaas Rijpsma daarover: “Onderdeel van onze filosofie is dat we ook kijken naar wat er gebeurt na implementatie van het systeem en dan voornamelijk bij de medewerkers. De kennis en het fraudegevoel van acceptanten, schadebehandelaars, fraudecoördinatoren mag niet verloren gaan. Automatisering betekent dat informatie boven water komt die normaliter te veel tijd kost om op te vragen. Een grote valkuil daarentegen is dat straks te veel wordt afgegaan op de uitkomsten van het systeem. Wij adviseren een beheer- en onderhoudsmodel om regels te blijven ontwikkelen, het proces op orde te houden en het kennisniveau op een steeds hoger peil te krijgen.” Wim
Boshuizen beaamt dat ondanks de automatisering het ‘Fingerspitzengefühl’ van schadebehandelaars belangrijk blijft.
Al is de besparing maar 1% Rijpsma en Duynstee concluderen: “Onze allereerste insteek is altijd de menselijke factor. We kijken hoe dit tot uiting komt in het beleid, de processen, kennis en informatievoorziening. De ervaring met dergelijke trajecten heeft ons geleerd dat een adviserende partij dient te beschikken over bovenomschreven kennis en ervaring om tot succesvolle implementatie te komen. Je kunt immers ook geen huis bouwen zonder fatsoenlijke fundering. Zoals altijd gaan de kosten voor de baten uit, maar stel dat je al één procent extra kunt besparen op je schadelast door een verbeterde fraudedetectie, dan is de rekensom snel gemaakt.” ■
Van repressief naar preventief Van oudsher was de focus vanuit fraudebestrijding gericht op schadebehandeling. Maar fraude kan veel eerder worden voorkomen. Bij acceptatie dient het fraudebewustzijn al hoog te zijn. Op die manier houd je de verzekeringsportefeuille zoveel mogelijk schoon van fraudegevoelige zaken. “Fraudebeheersing begint bij de inrichting van het proces en product”, aldus Wim Boshuizen. “Bijvoorbeeld een nieuwwaardevergoeding voor een caravan die al tien jaar oud is, kan voor een kwaadwillende uitnodigend zijn. Ook schadevergoeding in natura draagt bij aan fraudepreventie. Als verzekeraars moeten we van repressief naar preventief.” (advertentie)
Een eigen abonnement op Het Verzekeringsblad met 50% korting? Ga naar www.vbnet.nl/inschrijven en u betaalt het eerste jaar € 54,- i.p.v. € 108,-
Het Verzekeringsblad VBnet.nl | VB Selectie | VB Gidsen VB Branchedag | VB Barometer
nummer 7 - 9 april 2009
29
Niet weer “vippen” in een box
De financiële wereld verandert snel en dus ook de spelregels. Netwerken in een vipbox bij een sportwedstrijd is uit, netwerken in een zakelijke context is in.
Op de eerste rij bij de uitreiking van De Gouden Schilden Dat kan! Op 11 juni 2009 in het Elicium in Amsterdam. - Best practices die u energie geven en inspireren - Waardevolle contacten tijdens de avond - De mening van de Nederlandse consument centraal
Een tafel reserveren? Neem contact op met Emilie Kars van Kluwer (0570) 64 89 12 of met Heidi Balkema van For All Finance (06) 419 00 857. Zij informeren u ook graag over de andere sponsormogelijkheden. U steunt dan ook het goede doel, een initiatief van Stichting Ondernemersklankbord onder de vlag van de Raad voor Microfinanciering.
www.verzekeringsawards.nl
De Nederlandse Verzekeringsawards zijn een initiatief van Kluwer en For All Finance.
ICT & INT ERN ET
GoedkoperePolis.nl
CCS klanten-FAQ
De nieuwe website GoedkoperePolis.nl, een initiatief van Sjacko de Jonge van Henk Mulderij Financieel Advieskantoor uit Hoogeveen, is gericht op de doelgroep voor wie persoonlijk advies niet op de eerste plaats komt. De schadeproducten worden ondergebracht bij een aantal maatschappijen waarmee op premieniveau scherpe afspraken zijn gemaakt. Dit zijn onder andere Unigarant, Klaverblad, Delta Lloyd en DAS Rechtsbijstand. Voor een uitgebreid persoonlijk advies kan de klant nog steeds terecht bij Henk Mulderij Financieel Advieskantoor. “Maar aan de toegevoegde waarde van het persoonlijk advies hangt logischerwijs een ander prijskaartje dan aan de dienstverlening via internet”, aldus De Jonge. ■
CCS heeft voor de gebruikers van het Level-7 softwarepakket een FAQ kennisbank beschikbaar gesteld. Via het klantportaal van CCS kunnen klanten de FAQ direct benaderen. CCS wil met de FAQ alle beschikbare kennis en knowhow op een centrale plaats bewaren zodat haar relaties – zonder tussenkomst van een medewerker en zonder wachttijd – 24 uur per dag het antwoord op hun vraag kunnen vinden. Het systeemhuis verwacht dat uiteindelijk veertig procent van alle helpdeskvragen door de FAQ afgehandeld kan gaan worden. Om de database te vullen, heeft CCS 15.000 klantgesprekken geclassificeerd, en is er per gesprek bepaald of deze informatie geschikt was om op te nemen in de database. Uiteindelijk heeft dit geleid tot het opnemen van 1250 kennisitems die regelmatig terugkomen. ■
Assu Pro gebruikersgroep
Henk Mulderij en Sjacko de Jonge
Mondial Assistance op digitaal paspoort van ABZ Het Mondial Assistance Extranet is nu ook toegankelijk met het digitaal paspoort van ABZ. Het ABZ Digitaal Paspoort zorgt ervoor dat geautoriseerde personen toegang hebben tot extranetten en webdiensten van diverse aangesloten partijen. Hierdoor heeft het intermediair met één aanmeldingsprocedure toegang tot de verschillende extranetten die hij gebruikt en hoeft hij niet voor elke toepassing een nieuwe aanmeldingsverificatie op te starten. ■
DenK module Autotaalglas De online Schademeldingstool van DenK Internet Services is uitgebreid met het onderdeel ‘autoruitschade’. Daarmee kan een gedupeerde verzekerde via de website van zijn adviseur de autoruitschade rechtstreeks melden bij Autotaalglas. De adviseur ontvangt automatisch een kopie van de melding. De Schademeldingstool maakt standaard deel uit van alle DenK Internet-totaalconcepten, maar kan op verzoek ook ‘uitgezet’ worden of los van de totaalconcepten afgenomen worden. ■
A.I. Automatisering zoekt gebruikers van het assurantieprogramma Assu Pro die willen deelnemen in een nieuw op te zetten gebruikersgroep. Het systeemhuis wil uiteindelijk komen tot de oprichting van een zelfstandige stichting die mee gaat denken over nieuwe ontwikkelingen in de verschillende onderdelen van het assurantieprogramma. Leden van de gebruikersgroep krijgen als eerste de nieuwste updates te zien om deze te onderwerpen aan een praktijktest. Aanmelden voor de gebruikersgroep kan via
[email protected]. Op dit moment is A.I. Automatisering bezig met de ontwikkeling van een module die het mogelijk maakt om vanuit Assu Pro polisbladen af te drukken. Deze module komt naar verwachting per 1 december beschikbaar. ■
Universal Leven door HDN gecertificeerd Hypotheken Data Netwerk heeft de Quinity midoffice-applicatie voor Universal Leven gecertificeerd voor het HDN berichtenverkeer. De online applicatie, gebaseerd op de Quinity Insurance Solution, zorgt ervoor dat hypotheekaanvragen volgens het HDN-protocol naar de geldverstrekker worden verstuurd. ■ v.l.n.r.: Onno Harmens (HDN), Björn Peijnenburg (Projectmanager Quinity), Peter Bartels (manager operations UL)
nummer 7 - 9 april 2009
31
COLUMN
Zeven redenen waarom overnames mislukken Van overnames leidt 70 procent niet tot waardevermeerdering van een onderneming, maar juist tot waardevermindering. Dit blijkt uit onderzoek over de hele wereld. Toch blijven ondernemingen zoeken naar overnamekandidaten, naar groei en versterking door het opkopen van concurrenten en collega’s. Bij veel ondernemers is dit bekend, maar toch blijven zij naarstig op zoek naar prooien. In de assurantiebemiddeling lijkt het alsof overname van portefeuilles van collega’s en concurrenten de enige manier van groeien is. Hoe kun je vooraf bepalen of een overname om de juiste redenen gebeurt? Leer deze wijze les, juist assurantieadviseurs. In de Business Strategy Review van najaar 2008 las ik een interessant artikel gebaseerd op een onderzoek van Freek Vermeulen van de London Business School. Hij deed onderzoek naar overnames. Hij constateert een aantal wetmatigheden waardoor overnames niet het resultaat opleveren dat was gedacht. Deze waarschuwingssignalen zijn van groot belang voor ondernemende assurantieadviseurs die van plan zijn om hun bedrijf te vergroten door overnames.
Invloed van financiers Van oudsher zijn verzekeraars de financiers bij uitstek van de overnames door assurantieadviseurs. Rond de eeuwwisseling waren verzekeraars zelf actief op overnamepad en faciliteerden zij assurantieondernemers die portefeuilles wilden kopen door het aanbieden van ruimhartige leningen. Nu is het belang van de verzekeraar een heel ander belang dan dat van de adviseur. En de achtergronden voor overnames door de één of de ander verschillen daardoor enorm. De werkwijze van een assurantieadviseur wijkt geheel af van die van een verzekeraar en de belangen zijn niet gelijk, zo niet tegenstrijdig. Daarom kan een verzekeraar nooit een goed beeld krijgen en geven van de situatie voor de intermediair bij het overnemen van een portefeuille. De resultaten hebben wij in onze branche gezien en veel verzekeraars zijn daarom ook spoorslags op de ingeslagen weg teruggekeerd. De kantoren die op grote schaal – geëntameerd door verzekeraars – portefeuilles overnamen, zitten daardoor nu vaak nog op de blaren of hebben zelfs opgehouden te bestaan. Als overnames worden geïnitieerd door de investeerders is de kans op mislukking, en niet alleen in onze branche, zeer groot.
32
Door: Mike Potter, registermakelaar-taxateur assurantieportefeuilles
alles, maar zeker voor het doen van overnames. Niet voor niets zijn er fusie- en overnameadviseurs die hun kennis beschikbaar stellen. Ga je zonder kennis en zonder ervaring aan een overname beginnen dan loop je een enorm risico. Het is zoals de chirurg die zonder ervaring toch gaat snijden. Het risico en daarmee de kans op mislukking is dan erg groot. Dat geldt net zo goed voor kopers als voor verkopers. Wordt er een slechte deal gesloten, dan zijn beide slachtoffer. Voor overnames geldt hetzelfde als voor chirurgische ingrepen: ervaring is van essentieel belang.
Overname versus organische groei In verzekeringsland lijkt het wel alsof groeien alleen mogelijk is door het overnemen van portefeuilles. Weinig assurantieadviseurs zien kans hun bestaande portefeuilles daadwerkelijk uit te breiden vanuit eigen kracht. De eenzijdige gerichtheid op overnames is daarmee gevaarlijk groot. Het is zo dat succes een zaak groot maakt, maar deze redenering kun je niet zomaar omkeren. Groter is niet per definitie succesvoller. Kijk maar naar het aantal assurantiekantoren in de markt dat juist door snelle groei door overnames in de problemen is gekomen. Het gaat er niet om de grootste te zijn. Wees de beste! De beste maakt immers de meeste winst, niet de grootste.
Gebrek aan ervaring
Jagende ondernemer
Voor alles is een eerste keer. Maar die eerste keer moet je de vaardigheden nog onder de knie krijgen. Dat geldt voor
Ik kom assurantieadviseurs tegen die grote delen van hun tijd besteden aan het overnemen van kantoren. Zij jagen
nummer 7 - 9 april 2009
COL U M N
op overnameprooien. Het geeft hen een kick om te scoren, hun prooien te zoeken, op te jagen en te overmeesteren. Het gaat niet meer om de kwaliteit, maar om de kwantiteit en de bevrediging. Ondernemers die op deze manier te werk gaan, zijn gevaarlijk bezig. Zij verliezen het zicht op hun eigen onderneming. Wat telt is de stijgende omzet, het stijgende aanzien, het imago. En daardoor gaat de onderneming van een jagende ondernemer vaak ten onder aan de groei die niet past bij de cultuur of de omvang van het bedrijf. En meestal ook niet bij de capaciteiten van de ondernemer.
Integratie Volledige integratie van een overgenomen bedrijf leidt niet tot waardevermeerdering. Evenmin als het volledig autonoom laten voortbestaan daarvan. De beide bedrijven zullen gemengd moeten worden tot een nieuwe entiteit. De overnemende partij kan nooit zijn wil volledig opleggen zonder brokken te maken. Culturen, en daarmee klanten en medewerkers, verschillen immers. Het volledig autonoom laten van een overgenomen bedrijf leidt niet tot de gewenste synergie of kostenbesparing. Er zal dus na overname een geheel nieuwe onderneming opgebouwd moeten worden met een nieuwe organisatie, een nieuwe structuur en een nieuwe cultuur. Dat kost veel tijd en daarmee veel geld. Het is een illusie te denken dat een overgenomen partij zich zonder meer zal schikken naar de eisen van de overnemer.
Wie wordt de baas? Zodra de discussie tijdens de overnamebesprekingen gaat over de bezetting van directieposten, wordt de deal om verkeerde redenen gesloten. Dan is het niet meer het bedrijfsbelang, maar het persoonlijk belang van de leidinggevenden waar de deal op wordt gebaseerd. Groei door overname is niet bedoeld ter meerdere glorie van de betrokken directieleden maar om de waarde van de gecombineerde bedrijven te vergroten.
steeds onder de drie en daarmee zit er in de meeste portefeuilles nog een enorme groeicapaciteit bij de bestaande klanten. 4. Als je groeien wilt door te kopen, koop dan alleen die portefeuilles die echt toegevoegde waarde hebben. Dat zijn meestal de portefeuilles van je buurman of van je grootste concurrent. 5. Koop alleen portefeuilles die (veel) kleiner zijn dan je eigen portefeuille. Die zijn makkelijker te integreren en daarmee blijft de cultuur binnen je eigen organisatie in stand. Koop je een portefeuille net zo groot of groter zelfs dan je huidige, gebruik dan de kwaliteiten van de overgenomen partij om je organisatie te versterken. 6. Blijft de verkopende ondernemer aan de nieuwe onderneming verbonden – iets wat ik altijd afraad – wees dan bereid een deel van de macht in te leveren. Anders is het vragen om ellende met de overgenomen directeur/eigenaar. Die gaat immers van baas naar knecht en zal dit nooit accepteren. 7. Vraag je gedurende het hele overnameproces af of je de deal doet op de juiste gronden. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Je kunt beter spijt hebben van een zaak die je niet gedaan hebt dan van een zaak die je wel gedaan hebt. De investering kun je maar één keer doen. Iedere ondernemer moet natuurlijk zijn eigen beleidsbeslissingen nemen. Maar met informatie vooraf, begeleiding van het traject, ervaring uit het verleden en vooral toetsen aan je eigen doelen zet je de juiste stappen. ■
Plotseling gevonden synergie Wil een deal niet zo erg vlotten, dan wordt nog wel eens de troef van de plotseling gevonden synergie gespeeld. Vooral de directeur van de overnemende partij kan, met in het achterhoofd zijn eigen toekomstige positie, op zoek gaan of laten gaan naar meer voordelen dan er werkelijk zijn aan een overname. Door het vinden van extra synergie is een hogere overnamesom gelegitimeerd en kan de deal alsnog worden doorgedrukt.
Leren Wat kunnen we hiervan leren? Laten we de zaak omdraaien en de positieve punten op een rij trachten te krijgen. 1. Neem je eigen beslissingen. Het is jouw bedrijf en jij bent verantwoordelijk. Wat voor een ander geldt, gaat niet altijd ook voor jou op. 2. Laat je adviseren. Door een collega die eerder bewezen succesvol portefeuilles heeft overgenomen of door een makelaar in assurantieportefeuilles. 3. Ga na of het kopen alleen zaligmakend is. Vaak is autonome groei heel goed mogelijk en veel voordeliger dan kopen. De gemiddelde polisdichtheid in de markt ligt nog
nummer 7 - 9 april 2009
33
MET N A ME( N )
Bestuurswisseling CZ Mike Leers (links) – sinds 1993 voorzitter van de raad van bestuur van zorgverzekeraar CZ – legt volgend jaar zijn functie neer door gebruik te maken van de regeling voor vervroegde uittreding. Wim van der Meeren (53) (rechts) – lid van de raad van bestuur van het Tilburgse St. Elisabeth Ziekenhuis en vicevoorzitter van de vereniging van ziekenhuizen – is voorgedragen als zijn opvolger. Leers wordt per 1 september adviseur van de raad van commissarissen van CZ. Hij trad in 1975 in dienst bij de zorgverzekeraar.
Frits van Bruggen verlaat NN Frits van Bruggen (boven) – directeur Corporate Pensioen van Nationale-Nederlanden heeft besloten om vanaf 1 juni zijn carrière buiten Nationale-Nederlanden voort te zetten. Van Bruggen is sinds 1984 werkzaam voor ING en trad in 2004 toe tot het directieteam van NN. Hij vervulde toen de functie van directeur Marketing en Sales. In datzelfde directieteam werd hij in 2007 verantwoordelijk voor het Collectief Pensioenbedrijf resp. Corporate Pensioen. Van Bruggen wordt opgevolgd door David Knibbe (midden), die momenteel de functie van directeur Intermediair Leven en Pensioen vervult. Knibbe wordt daarmee verantwoordelijk voor het gehele pensioenbedrijf van NN. Erik Muetstege (onder) – directeur bancair wordt verantwoordelijk voor het onderdeel Leven Particulier.
Vertrek Vromen bij SRK Rob Vromen – vertrekt per 15 april als algemeen directeur bij SRK Rechtsbijstand. Vromen was afkomstig van ING/Nationale-Nederlanden. Hij werd in 2006 benoemd tot algemeen directeur nadat hij deze functie al ruim een jaar op interimbasis (na het vertrek van Van Voorst Vader) had vervuld. Het is nog niet bekend wie Vromen gaat opvolgen.
Terugtreden Zwart bij Van Lanschot Peter Zwart – heeft in goed overleg met de bank besloten om in januari 2010 (na afloop van de vierjaars benoemingsperiode) terug te treden als lid van de raad van bestuur van Van Lanschot. Zwart is sinds 1985 in dienst bij Van Lanschot. In 1998 trad hij toe tot de raad van bestuur. Hij blijft daarnaast wel een aantal nevenfuncties namens Van Lanschot uitoefenen.
Nieuw voorzitter AG & AI Rajish Sagoenie AAG – is tot voorzitter van het Actuarieel Genootschap en Actuarieel Instituut gekozen op het jaarcongres van het Actuarieel Genootschap. Daarmee volgt hij Marco Vet AAG op. Sagoenie is executive director bij Aon Consulting Actuarial Services. In deze functie is hij eindverantwoordelijk voor het leveren van consultingen certificeringsdiensten aan multinationals en pensioenfondsen.
Terugkeer Van Hees en Steunenberg Minder dan een jaar na hun vertrek uit de dagelijkse leiding van For All Finance zijn de oprichters Patrick van Hees en Jan Willem Steunenberg terug in de directie. David Jongeleen – was sinds hun vertrek commercieel verantwoordelijk en gaat de komende tijd zijn werkzaamheden overdragen en verlaat daarna het bedrijf. Van Hees en Steunenberg traden een jaar geleden terug om op afstand een ondersteunende en adviserende rol te spelen. De economisch andere tijden is voor de heren reden terug te keren naar het bedrijf. Steunenberg gaat de commercie aansturen en van Hees houdt zich bezig met het adviseren van directies van opdrachtgevers van For All Finance. Naast deze beide heren bestaat de directie verder uit Harry Wichers (directeur Operations) en Ruud Dekker (directeur Marketing & Communications). (v.l.n.r. Dekker, van Hees, Wichers en Steunenberg)
Voorzitter voor ABAB Groep John Verhagen – is als voorzitter toegetreden tot de hoofddirectie van de ABAB Groep. Hij volgt Herman Haarhuis op die onlangs met prepensioen is gegaan. Samen met Hans Scholten geeft Verhagen nu leiding aan ABAB Groep en haar dochtermaatschappijen. ABAB is een adviesorganisatie gespecialiseerd in vele branches in het midden- en kleinbedrijf, de agrarische sector en non-profit organisaties.
Vertrek de Jong bij Aegon Henk de Jong – vertrekt als voorzitter van de verkooporganisatie Aegon Intermediair. Hij wordt op interimbasis vervangen door Paul Smit. De Jong wil geen reden voor zijn vertrek geven. Smit was eerder hoofd marketing van Hooge Huys, werkte voor Bureau D&O en verrichtte een aantal interimopdrachten in de verzekeringsbranche.
Nieuwe directeur Consumentenbond Bart Combée – is in dienst getreden als de nieuwe algemeen directeur van de Consumentenbond. Hij is de opvolger van Felix Cohen. Combée is de afgelopen jaren werkzaam geweest in diverse directiefuncties bij profit- en non-profitorganisaties.
34
Benoemingen bij FFP Roel Wijmenga – is benoemd tot voorzitter van de Stichting Certificering FFP (SC FFP). Wijmenga is vanaf februari 2009 chief financial officer in de hoofddirectie van ASR. (foto) Peter Janus – is benoemd tot secretaris. Hij is ffp’er en momenteel werkzaam als directeur Structurering Nederland bij MeesPierson. In die functie is hij verantwoordelijk voor vermogensstructurering. Eerder bekleedde hij diverse functies binnen het Fortis-concern.
nummer 7 - 9 april 2009
M ET NAM E( N )
Benoemingen Fortis
Uitbreiding bij StercK
Reinier van Dam – is in dienst getreden als head of global brokerage bij Fortis Brokerage, Clearing and Custody. Eerder was hij director of relationship management. Martijn Schuijt volgt hem in deze functie op. Eerder was Schuijt werkzaam als head of relationship management Professional Traders & Energy. Zowel Van Dam als Schuijt treden toe tot het Management Team Continental Europe.
Wijziging management Hypoport Stater Christian Fein – managing director van Hypoport Stater heeft besloten om het bedrijf te verlaten. Hij heeft samen met Leon van Dooren gewerkt aan het invulling geven aan de opzet van de nieuwe organisatie. Nu vindt hij dat zijn kracht meer ligt in het opzetten en vormgeven en dat het tijd is voor een nieuwe uitdaging. Hij wordt opgevolgd door Cindy de Putter – (foto). Zij zal medeverantwoordelijk worden voor het dagelijkse management, waarbij haar focus zal liggen op strategie, sales, financiën en legal.
Benoeming bij Generali Ruud van Gerwen – is onlangs aan de slag gegaan als accountmanager Inkomen en Verzuim. Hij is binnen het intermediaire kanaal verantwoordelijk voor de verkoop van inkomens- en verzuimoplossingen in de provincie Zuid-Holland. Hij volgt Wim Sitskoorn op die eerder al is benoemd tot manager sales Pensioen & Inkomen. Van Gerwen werkte eerder bij Nationale-Nederlanden.
Benoeming bij De Noordhollandsche Sander Bruins – is in dienst getreden bij De Noordhollandsche van 1816 en hij wordt verantwoordelijk voor diverse ICT-projecten. Op termijn zal Bruins de algehele ICT-managementfunctie bij De Noordhollandsche op zich nemen. Bruins was eerder actief voor Nissan Europe, Sony Benelux en Logica.
Marco Janssen (boven)– gaat aan het werk als senior formule manager bij StercK. Hij was eerder werkzaam als intermediair. Hij wordt verantwoordelijk voor de regio Zeeland en West-Brabant. Berry van Vark (onder links) – is in dienst getreden als formule manager. Van Vark neemt de regio Midden- en Oost-Brabant voor zijn rekening. Jonathan Joosten (onder rechts) – begint eveneens als formule manager en zal met name zorgdragen voor een overgang van de DIN-kantoren naar de bedieningsconcepten Excellent en Top. Hij is actief in de regio groot Amsterdam en Midden-Nederland.
Office Manager voor Hypotrust Chantal Odor – is benoemd tot office manager bij Hypotrust. Haar eerste uitdaging was de verhuizing van de bedrijfsactiviteiten van Amersfoort naar Capelle aan den IJssel.
Uitbreiding Syntrus Achmea Vastgoed Rob Vester – treedt in dienst bij Syntrus Achmea Vastgoed als directeur Ontwikkelingsbedrijf. Hij volgt Paul van Kreel op die onlangs afscheid nam. Vester werkte eerder bij Dura Vermeer. Zijn focus in de nieuwe functie zal liggen op gebiedsontwikkeling.
RaetsMarine Kors van Bruinisse – treedt in dienst bij RaetsMarine als claims executive Marine. Hij gaat zich naast schadebehandeling bezighouden met de opleiding van marineschadebehandelaars. Van Bruinisse is afkomstig van Fortis Corporate Insurance waar hij werkzaam was als manager Claims.
In memoriam Oud-Verbondsvoorzitter overleden
Benoeming bij Aia Software Christoffel Klimbie – is benoemd in de functie van sales director UK. Klimbie is sinds 2001 werkzaam bij Aia Software in verschillende functies. In eerste instantie hield Klimbie zich bezig met grote Nederlandse accounts zoals Achmea, IND en Arbeidsinspectie. De laatste jaren heeft hij als businesspartner manager gewerkt aan het uitbreiden van het internationale partnernetwerk.
The Brown Paper Company Marcel van der Schaaff – is toegetreden als partner bij The Brown Paper Company. Hij was reeds sinds 2006 verantwoordelijk voor de business development. Eerder was hij werkzaam bij Lloyds TSB en KPMG.
Sam Jonker – van 1993 tot 2000 voorzitter van het Verbond van Verzekeraars, is op 78-jarige leeftijd overleden. Jonker was gedurende zijn werkzame leven verder onder meer actief als vicevoorzitter van de raad van bestuur van Nationale-Nederlanden, lid van de raad van bestuur van ING Groep, lid van de SER en lid van het dagelijks bestuur van VNO-NCW.
Bert Richaers Bert Richaers – is plotseling op 62-jarige leeftijd overleden. Hij was tot 1 januari 2004 directievoorzitter van Nationale-Nederlanden en ging vervolgens vervroegd met pensioen. Richaers begon zijn carrière in 1984 bij Amfas dat later opging in NN, werd daar twee jaar later directeur van de buitendienst. Na enkele jaren van voorzitterschap van NN Schade en Zorg werd hij directievoorzitter van NN en tevens lid van het bestuur van ING Nederland. In 2004 werd hij opgevolgd door Ludo Wijngaarden.
Rob Mol Rob Mol – is op 64-jarige leeftijd overleden. Hij was de grote man achter de campagne ‘Even Apeldoorn bellen’ en achter de ‘Achmea Kennisquiz’. Mol was in functie bij Achmea als directeur Communicatie.
nummer 7 - 9 april 2009
35
F EI T EN EN C IJFE RS
ASR trekt lessen uit het verleden ASR Verzekeringen publiceert voor het eerst in dit millennium een eigen jaarverslag, nadat het in 2000 werd geïntegreerd in Fortis. De directie stelt met nadruk dat de Nederlandse overheid slechts voor een beperkte periode enig aandeelhouder blijft. Hoewel geen concreet tijdpad is aangegeven, zal ASR Verzekeringen binnen een periode van twee tot vijf jaar weer ‘geprivatiseerd’ zijn, al dan niet als onderdeel van een bestaande partij. In de tussentijd stemt de maatschappij haar strategie af aan de hand van de lessen uit het verleden. Drie gebeurtenissen geven “duidelijke richting voor de toekomst”, aldus ASR. De woekerpolisaffaire heeft geleerd dat producten moeten voldoen aan de normen van ‘morgen’ en dat proactief doen wat goed is voor de klant een hogere waardering geeft. De crisis heeft aangetoond dat continuïteit niet vanzelfsprekend is en nooit in gevaar mag komen. Concreet betekent dit dat geen risico’s genomen mogen worden die bedreigend zijn voor de belangen van de klant en dat de beloning van het management niet gekoppeld kan zijn aan de korte termijn. Tot slot trekt ASR de les uit de neergang van Fortis dat financiële instellingen vooral een ‘nutsfunctie’ dienen te hebben, waarbij het klantvertrouwen de hoogste prioriteit heeft.
Daarnaast dwingen de financiële resultaten van het afgelopen jaar om de strategie ook uit kostenoogpunt te herzien. Hoewel de bruto premie-inkomsten met 10% tot € 5,8 miljard stegen, daalde het nettoresultaat van plus € 890 mln naar min € 640 mln. Belangrijkste reden was uiteraard de daling van de beleggingswaarden (€ 615 mln). Maar ook werd de daling sterk beïnvloed door dotaties aan garantievoorzieningen (€ 186 mln) en de compensatie van voor beleggingsverzekeringen (€ 248 mln). Als antwoord hierop wil ASR tot juli 2010 een kostenbesparingsprogramma doorvoeren die € 100 mln moet opleveren. Dit houdt onder meer in het samenvoegen van de backoffices van ASR Verzekeringen en De Amersfoortse en de samenvoeging van de stafafdelingen. Verder wordt gesneden in het aantal arbeidsplaatsen, waarbij de directie gedwongen ontslagen niet uitsluit. ■ mln euro’s
2008
2007
Totaal bruto premie
5.758
5.217
-640
890
Nettoresultaat Operationele kosten
591
561
Kosten-premieratio (netto)
14,7%
15,1%
Totaal bruto technische voorziening
29.413
30.678
Totaal vermogen (inclusief herwaardering vastgoed)
1.757
3.487
Bufferkapitaal
233%
283%
ING wil terug naar de basis Vertrouwen van klanten verdienen en behouden. De kredietcrisis heeft eens temeer aangetoond dat dit een absolute voorwaarde is voor elke financiële instelling, con-
waarde van de activa verdampte. Dat gold zowel voor de beleggingen in aandelen als in onroerende zaken. Ook de daling van de meeste valuta ten opzichte van de euro speelde ING parten.
stateert ING in haar jaarverslag 2008. De les die de groep daaruit trekt: “Aangezien de toegenomen complexiteit van de financiële dienstverlening een belangrijke oorzaak is geweest van de crisis, is een terugkeer naar de basis onvermijdelijk.” ING gaat daarom onder meer nog meer aan de verwachtingen van de klanten beantwoorden. Die verwachtingen zijn, aldus de bankverzekeraar “dat wij een duidelijk overzicht kunnen geven van hun financiële situatie, snel en efficiënt antwoord geven op hun vragen, open en transparant zijn over onze producten en diensten, en dat wij hen objectief en professioneel kunnen adviseren. Naast de noodzaak om het voor de klant gemakkelijker te maken, heeft de crisis gezorgd voor een verschuiving in de vraag naar producten die vermogensbescherming bieden en de risico’s verminderen. We zullen onze productportefeuille dan ook herzien.” Het totale nettoresultaat van de groep daalde van plus € 9241 mln in 1997 naar min € 729 mln in 2008. Grootste boosdoeners waren de instortende financiële markten, waardoor de
36
Verzekeringsbedrijf Europa De lagere beleggingsopbrengsten waren vooral van invloed op het levensverzekeringsresultaat, dat in 2008 met € 1066 mln naar € 346 ml. Die daling deed zich vooral voor in de Benelux. De onderliggende winst voor belastingen van het schadebedrijf daalde met 28,7% naar € 305 miljoen, vooral door een daling van de beleggingsopbrengsten met € 120 mln naar € 193 mln. Het onderliggende premie-inkomen nam met 0,6% af naar € 10.194 mln, omdat zowel de levens- als de schadeverzekeringspremies in het verslechterende economische klimaat marginaal daalden. Opvallend hierbij is, dat de levenpremies in Nederland gelijk bleven (€ 5 miljard). Dit was vooral te danken aan het feit dat ING de tarieven van direct ingaande lijfrentes frequenter aanpaste aan het actuele renteklimaat. De bedrijfslasten daalden in Nederland met 6%, exclusief een eenmalige vrijval van een personeelsvoorziening van € 89 mln. De onderliggende resultaten in Nederland daalden weliswaar, maar toch werd nog winst behaald, € 242 mln voor belastingen. ■
nummer 7 - 9 april 2009
FEIT EN EN CIJFERS
Allianz ook in 2008 winstgevend Allianz Nederland heeft het boekjaar 2008 met winst
x mln euro
2008
2007
kunnen afsluiten. Uiteraard kon het resultaat van 2007
Premie-inkomen totaal
1.284
1.326
bij lange na niet geëvenaard worden, maar het netto-
Premie-inkomen schade
913
927
Premie-inkomen leven
371
399
resultaat was toch positief. Dit brengt de optimistisch
Operationeel resultaat totaal
99
175
gestemde directie tot de uitspraak erop te vertrouwen
Operationeel resultaat schade
73
119
“dat wij onze marktpositie in Nederland verder zullen
Operationeel resultaat leven
20
53
verstevigen.”
Inkomsten uit vermogensbeheer
15,4
18,2
Solvabiliteitsmarge schade
220%
264%
Solvabiliteitsmarge leven
179%
220%
Bij Schade gaat de combined ratio weer gevaarlijk de 100% naderen. Dit is een gevolg van de hogere schadelast in combinatie met de forse marktdruk op de hoogte van de premies. Met andere woorden: in het schadebedrijf is nog altijd sprake van een sterke prijsconcurrentie. Toch vindt Allianz Nederland een combined ratio van 98% “gegeven de moeilijke marktomstandigheden” een acceptabel cijfer. De directie gaat ervan uit dat de premies van brand- en autoverzekeringen in 2009 weer zullen stijgen. Ook Allianz ontkwam niet aan de algemene neerwaartse lijn in het levenbedrijf. Alle commotie rond de beleggingsverzekeringen en de kredietcrisis eiste ook een omzettol bij Allianz Nederland. Het premie-inkomen daalde met 7% naar € 371 mln, verdeeld over € 96 mln eenmalige premie en € 275 mln doorlopende premie. De daling van het operationele resultaat houdt verband met, zoals de directie het
formuleert, “een eenmalige voorziening in verband met de kostendiscussie-beleggingspolissen.” De maatschappij zag groei in de marktsegmenten Pensioenen en Banksparen. Ook bij Allianz kromp de ‘unit linked’-markt, al kon de maatschappij daarin wel haar marktaandeel behouden. Zoals bekend vormt ook vermogensbeheer een belangrijk onderdeel van de maatschappij. Het wekt geen verbazing dat de instroom in de beleggingsfondsen achterbleef bij de verwachtingen. De totale omzet nam met 13% af tot € 34,4 mln. Het operationele resultaat liep terug met 24% tot € 8,7 mln. Allianz richt de focus in 2009 extra op de mkb-markt voor schade en inkomensverzekeringen en pensioenen. Ook voor het levenbedrijf ziet de maatschappij kansen door een verdere uitrol van het bancaire concept Allianz Plus. ■
Operationele winst Achmea Hypotheekbank stijgt Achmea Hypotheekbank, de geldverstrekker van onder meer Woonfonds Hypotheken en Avéro Achmea, behaalde in 2008 een netto winst van € 38 mln. De winst uit operationele activiteiten bedroeg € 48 mln, een verbetering ten opzichte van het voorgaande jaar, toen de operationele winst bleef steken op € 7 mln. De toename is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan een verbetering van de rentemarge. De bank legde zich met succes toe op een strak kostenmanagement, Achmea Hypotheekbank had weinig last van de dalende markt voor nieuwe hypotheken. In zijn geheel was er in Nederland een afname van ruim 15%. De maatschappij wist de productie van 2007 nagenoeg geheel te handhaven. Dit is voor een belangrijk deel te danken aan direct writer FBTO, die in samenwerking met de Vereniging Eigen Huis nieuwe modulaire hypotheken introduceerde.
Voor de financiering maakt Achmea Hypotheekbank in hoge mate gebruik van de internationale kapitaalmarkt. Door de kredietcrisis werd het gedurende het verslagjaar in toenemende mate bemoeilijkt om middelen op de openbare kapitaalmarkt aan te trekken. In 2008 heeft zij een securitisatietransactie van € 0,5 miljard uitgevoerd, een trekking gedaan op het ‘covered bond’-programma van € 0,3 miljard en € 0,4 miljard aan spaargeld ontvangen, dat door Achmea Retail Bank is aangetrokken. In het lopende boekjaar bestaat de intentie om twee securitisatietransacties uit te voeren. Ondanks het verslechterende economische klimaat is de bijzondere waardevermindering op vorderingen nagenoeg op hetzelfde niveau gebleven als in 2007, namelijk € 6 miljoen. ■
Achmea had weinig last van de kredietcrisis, omdat het verre bleef van de subprime hypotheken. Haar kredieten hebben uitsluitend in Nederland gelegen in voor eigen bewoning bestemde woonhuizen.
nummer 7 - 9 april 2009
37
Z O R G & I N KOME N
Sturing door bonus
SZW voert Work Ability Index in
Zilveren Kruis Achmea wordt door haar verzekerden steeds vaker ingezet voor zorgbemiddeling. Werd er vorig jaar in het eerste kwartaal 6047 keer bemiddeld, in de eerste drie maanden van dit jaar is dat al 8556 keer. De stijging is het gevolg van de nieuwe beloningsregeling die de verzekeraar in januari invoerde, waarbij verzekerden worden beloond als ze de verzekeraar bellen voor advies. De beloning bestaat uit een vergoeding van het verplichte eigen risico à 155 euro en geldt voorlopig voor negen behandelingen. ■
Tijdens een bijeenkomst op het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is vorige week het bestuurlijke startsein gegeven voor de introductie van de Work Ability Index (WAI) in Nederland. De WAI is een instrument dat inzicht geeft in het arbeidsvermogen van mensen en uitzicht biedt op duurzame inzetbaarheid. In het vorige VB is een uitgebreid artikel verschenen die de werking en mogelijkheden van de WAI voor de verzekeringsbranche uitvoerig beschrijft.
Uitvaartvergelijker DAK De Uitvaart Faciliteit van DAK is uitgebreid met de producten van De Facultatieve Verzekeringen en Reaal. Met Klaverblad en Monuta worden de deelnamegesprekken op korte termijn afgerond. DAK-leden kunnen nu de uitvaartproducten van zeven verzekeraars vergelijken en offreren op hun eigen briefpapier. Polissen kunnen ook direct op de extranetten van een aantal verzekeraars worden ingevoerd. De Uitvaart Faciliteit is ontwikkeld naar analogie van de ORV Faciliteit, waarmee dagelijks circa 75 vergelijkingen worden gemaakt. ■
Reaal Verzuimdag Een groep van twaalf volmachtkantoren heeft deze maand deelgenomen aan de Reaal-bijeenkomst ‘Verzuim in Volmacht’. Stefan Duran, Directeur Pensioen en Inkomen van Reaal Verzekeringen, opende de bijeenkomst. Hij gaf aan dat Verzuim een interessante markt is voor volmachtkantoren waar kansen liggen om zich te onderscheiden. Janthony Wielink, directeur Enkwest Opleidingen, vertelde daarna over het heden en de toekomst voor Verzuimvolmachten. Aan het einde van de bijeenkomst konden de volmachtkantoren onderling van gedachten te wisselen over de toekomst van het volmachtbedrijf en de verzuimvolmacht in het bijzonder. In mei organiseert Reaal een tweede sessie over dit onderwerp. ■
Secretaris-generaal De Leeuw van het ministerie van SZW gaf tijdens de bijeenkomst aan dat ook zijn ministerie de Work Ability Index (WAI) zal gaan invoeren. Daarbij zei hij dat het tevens belangrijk is om, juist in tijden van crisis, duurzame inzetbaarheid en daarmee ook de WAI hoog op de politieke agenda te krijgen. Ook de gemeenschappelijke Universitair Medisch Centra (UMC’s) gaven tijdens de landelijk WAI kickoff aan de index als een mogelijk instrument te zien in de grootscheepse vernieuwing van hun personeelsbeleid. ■
Deeltijd WW Bedrijven in zwaar weer kunnen sinds 1 april hun werknemers tot maximaal de helft minder laten werken. Voor de niet-gewerkte uren ontvangt de werknemer een WW-uitkering. Deze ‘deeltijd WW’ vervangt de bijzondere regeling voor werktijdverkorting, die op 21 maart 2009 is afgelopen. Met de deeltijd WW krijgt de werkgever de mogelijkheid om zijn werknemers te behouden voor het bedrijf als er onvoldoende werk is. Voorwaarde is dat het bedrijf voldoende gezond is om de crisis te overleven, ondanks een tekort aan orders en omzet. De regeling geldt voor een periode van maximaal drie maanden. Hierna kan een bedrijf deze periode ten hoogste twee keer verlengen voor een periode van zes maanden. Een aanvraag kan tot 1 januari 2010 ingediend worden. ■
Wel of niet klantgericht? Zorgverzekeraars Nederland uit kritiek op de uitkomsten van een onderzoek dat bureau Highvalue heeft gehouden naar de klantgerichtheid en het vertrouwen van consumenten in zorgverzekeraars. Eén van de conclusies van dit onderzoek is dat de klantgerichtheid van de zorgverzekeringssector met een score van 29 procent laag is. De brancheorganisatie stelt dat deze uitkomst haaks staat op de jaarlijkse onderzoeken naar de dienstverlening van zorgverzekeraars door het Nederlands Instituut voor onderzoek in de Gezondheidszorg (NIVEL), de Consumentbond en Market Response. Gemiddeld genomen krijgen de zorgverzekeraars in deze onderzoeken een waardering van 7 of hoger van meer dan 90 procent van de verzekerden. De resultaten van het NIVEL-onderzoek zijn te vinden op Kiesbeter.nl, een initiatief van het ministerie van VWS om de prestaties van zorgverzekeraars en zorgaanbieders transparant te maken. ■
38
nummer 7 - 9 april 2009
VERZEK EREND B UIT EN L A N D
BELGIË Aanbrengen van klanten is geen bemiddelen De Belgische Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA) stelt zich op het standpunt dat klantenaanbrengers zoals autodealers, begrafenisondernemers en vastgoedmakelaars geen verzekeringbemiddelingsactiviteiten uitvoeren. Voorwaarde is, dat zij zich beperken tot het doorgeven van de identiteit van potentiële klanten aan verzekeraars of bemiddelaars resp. dat zij potentiële klanten doorverwijzen naar een bemiddelaar of verzekeraar. De CBFA vindt dat bij het doorspelen van een potentiële klant ook persoons- en objectgebonden informatie mag worden doorgegeven. Zolang die informatie maar geen verzekeringstechnische aspecten ter identificatie en beoordeling van de verzekeringsbehoefte van de klant bevat. Informeren over merk of model van de te verzekeren auto of over de ligging of kenmerken van een te verzekeren opstal mag. Ook overhandigen van documentatiemateriaal is toegestaan, mits deze geen gepersonaliseerde informatie bevat en/of doorverwijst naar een bemiddelaar of verzekeraar. (De Verzekeringswereld)
Slecht resultaat: geen winstuitkering De ook in ons land actieve Belgische bank- en verzekeringsgroep Argenta zag vorig jaar zijn bestand toenemen met 100.000 nieuwe klanten. De nettowinst nam echter met ongeveer de helft af. De in 2008 behaalde nettowinst kwam uit op 48 miljoen euro. Argenta Spaarbank realiseerde een nettowinst van 83 miljoen, maar Argenta Assuranties zag de nettowinst dalen met 70 procent. Door de winstdaling en de blijvende onzekerheid over de gevolgen van de financiële crisis blijven winstuitkeringen aan polishouders achterwege. (De Tijd)
de top-10. Dit wijst op een belangrijke verschuiving van de risicoperceptie. In het door CSFI in samenwerking met PricewaterhouseCoopers in 39 landen uitgevoerde onderzoek scoren macroeconomische trends en hun impact op de verzekeringsindustrie het hoogst. De ruim 400 respondenten verwachten dat een lagere omzet de winstgevendheid en het kapitaal van verzekeraars onder druk zullen zetten. Ook de bezorgdheid over de kwaliteit van het riskmanagement en de blootstelling aan complexe instrumenten zoals credit default swaps steeg opvallend. Slechts vier procent van de verzekeraars gaf aan goed voorbereid te zijn om met risico’s om te gaan. (De verzekeringswereld)
Lloyd’s verwacht hogere premies Volgens Lloyd’s gaan de premies dit jaar omhoog. Dit is enerzijds het gevolg van hogere uitkeringen voor stormschaden, vliegtuigrampen en aansprakelijkheid van bankdirecteuren en anderzijds vanwege de afgenomen beleggingsopbrengsten. Volgens Lloyd’s gaat het hierbij om de eerste significante premiestijging sinds 2004. (Insurance Daily)
Sinds 1 januari van vorig jaar kunnen 17-jarigen in nagenoeg heel Duitsland in het bezit komen van een rijbewijs. Daarbij gaat het om het zogenoemde ‘Begleitetes Fahren mit 17’. Hiervoor geldt als voorwaarde dat de jonge chauffeur wordt bijgestaan door een begeleider van ten minste 30 jaar, die al langer dan vijf jaar een rijbewijs heeft en minder dan drie verkeersstrafpunten heeft. Volgens het ministerie van Verkeer hebben al 230.000 jongeren van deze mogelijkheid gebruikgemaakt. Onderzoek wijst uit dat de 17-jarigen aanzienlijk minder ongevallen veroorzaken dan andere chauffeurs. (Versicherungswirtschaft)
FRANKRIJK Fiscale paradijzen erg in trek
Bijna de helft van de Britse bevolking heeft geen enkele reserve. Slechts een derde denkt voldoende middelen te hebben om zijn hypotheek te kunnen aflossen, maar bijna de helft (49%) bezit minder dan 1000 Britse pond. Uit onderzoek van AXA blijkt dat de Britten zich goed bewust zijn van de kosten die hen te wachten staan. Daarbij denkt 62 procent aan begrafeniskosten, 42 procent aan de opleiding van hun kinderen en 40 procent aan de zorg voor hun ouders. Bijna driekwart (72%) van de bevolking spaart minder dan 100 pond per maand, waarvan de helft zelfs helemaal niets opzij legt voor later. (Health Insurance)
Franse banken hebben zo’n 370 miljard euro gestald in fiscale paradijzen. Deze onthulling werd gedaan door het weekblad Marianne. Volgens het blad was dit bedrag de laatste vijf jaar toegenomen met 300 procent. De Franse schatkist loopt hierdoor jaarlijks 20 miljard mis. De favoriete fiscale paradijzen van de banken zijn Luxemburg, de Kaaimaneilanden, Singapore en Hongkong. (La Tribune)
DUITSLAND Dekking stadsarchief ontoereikend Uit het nieuwste ‘banana skins’-onderzoek van het Centre for the Study of Financial Innovation (CSFI) blijkt dat verzekeraars zich vooral het hoofd breken over hun beleggingsuitkomsten. Twee jaar geleden lag de focus vooral op operationele risico’s en de overregulering. Toen haalden marktrisico’s nauwelijks
Begeleid rijden is veiliger
Financiële reserves schieten tekort
VERENIGD KONINKRIJK Slecht voorbereid op risico’s
wordt geschat op 400 miljoen euro. Het gebouw, de inrichting daarvan en de inhoud was echter voor niet meer dan 60 miljoen verzekerd. Het Keuls Verkeersbedrijf, dat aansprakelijk wordt gehouden voor het ontstaan van de schade, heeft bij Lloyd’s een aansprakelijkheidsdekking van 30 miljoen euro. (Versicherungswirtschaft)
Het instorten van het stadsarchief van Keulen en twee aanpalende woonhuizen valt voor verzekeraars relatief goedkoop uit. De waarde van het archief, waarin zich naast handgeschreven stukken van Konrad Adenauer, het complete archief van Heinrich Böll en commentaren van Albertus Magnus ook een veelvoud van middeleeuwse geschriften bevond,
Fransen blijven thuis Meer dan de helft van de Fransen ziet zijn vakantieplannen gedwarsboomd door de lage koopkracht. Uit onderzoek blijkt dat 51 procent denkt dit jaar thuis te moeten blijven. Dat is aanzienlijk meer dan de 40 procent die hun vakantie in en rond hun eigen huis doorbrengen. Hetzelfde onderzoek toont aan dat 11 procent van de Fransen heeft besloten om 15 procent minder te besteden aan hun vakantie. Andere onderzoekers denken dat de vakantie zodanig is ingeburgerd dat men daar niet snel van zal afzien. Wel zal men korter, minder ver of goedkoper op vakantie gaan. (La Tribune)
nummer 7 - 9 april 2009
39
TY P I SC H GEVA L
Tekort ervaren schade-experts dreigt
In de afgelopen jaren is het aantal ervaren schade-experts in de branche ‘Scheepvaart en techniek’ met ongeveer de helft teruggelopen. Ook in andere schade-expertisebranches zijn soortgelijke ontwikkelingen merkbaar. Deze ontwikkeling kan de kwaliteit van schade-afhandelingen van verzekeraars negatief beïnvloeden. Door verzekeraars zijn volgens ing. B(ruce) E. Verweij inmiddels initiatieven genomen om daarvoor een oplossing te
Dit hing samen met ingrijpende veranderingen die internationaal in de financiële sectoren plaatsvonden, kort voor de aanslag op het WTC in New York. De afname van de beleggingsrendementen op de geïnde verzekeringspremies en de toename van geclaimde schadebedragen bracht met zich mee dat verzekeraars internationaal mogelijkheden zochten om hun financiële resultaten tóch veilig te stellen. De belangrijkste waren: verhogingen van verzekeringspremies en beperking van verzekeringscondities. Verder wentelden Nederlandse verzekeraars een deel van hun financiële problemen af op... schadeexperts.
vinden. Verweij is directeur van het Amsterdamse Expertise- en Taxatiebureau Verweij & Hoebee, tevens voorzitter van de branche ‘Scheepvaart en techniek’ van het Nederlands Instituut van Register Experts (NIVRE). Daarbij zijn zo’n 1500 schade-experts aangesloten in een tiental verschillende branches. Opmerkelijk is dat conjunctuurveranderingen, zoals nu door de kredietcrisis, bij het optreden van cascoschaden in de scheepvaartsector en bij landmaterialen een minder grote rol spelen dan in veel andere bedrijfstakken. Verweij: “In tijden van hoogconjunctuur merken we dat schaden vooral voortkomen uit menselijke fouten, omdat de personeels- en bemanningstrainingen niet altijd zijn afgestemd op nieuwe technische ontwikkelingen in schepen en landmateriaal. In tijden van laagconjunctuur valt op dat veel schaden voortkomen uit materiaalgebrek, mogelijk als gevolg van minder onderhoud, dat men langer doorvaart met oudere schepen en wacht met het investeren in nieuwe machines. Die ontwikkelingen houden elkaar aardig in evenwicht.”
door Ing. Albert J. Boes rr
40
Juist in de periode van hoogconjunctuur tussen omstreeks 2000 en 2005 is de Nederlandse schade-expertisesector door een diep dal gegaan.
‘Tenderen’ “Vanaf omstreeks het jaar 2000 zijn onafhankelijke schade-expertisebureaus geconfronteerd met ‘tenderprocedures’ om schade-expertisecontracten af te sluiten met verzekeraars. Daarbij stond voorop dat de opdrachten gingen naar de laagste aanbieders”, herinnert Verweij zich. “Op zich was dat commercieel wel verdedigbaar, ware het niet dat ‘randvoorwaarden’ die voor schadeexpertisebureaus essentieel waren en zijn, niet meespeelden. Dat betreft met name de kwaliteit van de uitgevoerde expertises, waarbij de factor tijd (dus geld) een belangrijke rol speelt én de mogelijkheid om aspirant-experts op de leiden. Ook na een voltooide hbo-opleiding en werkervaring in andere sectoren, kost het ongeveer vijf jaar om als een voldoende gekwalificeerde schade-expert aangemerkt te kunnen worden. Dit vergt aanzienlijke investeringen in personeel voor schade-expertisebureaus!” Een belangrijke rol bij de training van aankomende schade-experts, onder begeleiding van een ‘senior-collega’, was dat ze min of meer zelfstandig het vak konden leren door ‘eenvoudige’ schade-expertises uit te voeren. Dat houdt in grote lijnen in: het ter plaatse bepalen van de schade-oorzaak en de kosten die het herstel zullen bedragen.Verweij: “Eén van de ‘oplossingen’ van verzekeraars om hun financiële problemen
nummer 7 - 9 april 2009
T YPISCH GEVA L
op te lossen, was de invoering van hogere eigen risico’s bij het afsluiten van verzekeringen. Zo is het nu tamelijk gebruikelijk om bijvoorbeeld voor werkmaterieel eigen risico’s van minstens 5000 euro op te nemen. In de zeecascosector loopt dit eigen risico al snel op tot 75.000 euro en meer. Het gevolg was dat veel schaden onder dit eigen risico bleven, waardoor ze niet meer werden geclaimd. Daardoor viel de belangrijkste mogelijkheid weg om aankomende schade-experts met dergelijke relatief kleine schaden zelfstandig ervaring op te laten doen. De meeste schade-expertisebureaus hebben dan ook jarenlang geen aspirant-experts aangenomen omdat de honoreringen van verzekeraars niet toelieten om hen te laten ‘meelopen’. Het salarisniveau van aspirant schade-experts ligt in onze branche namelijk tamelijk hoog. Veelal hebben zij al een flinke loopbaan in de zeevaart achter de rug, waardoor ze ook een aardig salaris verdienen. Bij de overstap naar de schade-expertisesector zijn ze uiteraard niet bereid om een grote stap terug te doen.”
Teruggang Uit tellingen van de branche ‘Scheepvaart en techniek’ is gebleken dat in 1995 nog 125 gekwalificeerde schade-experts werkzaam waren, tegen 69 in 2008! Deze zijn werkzaam bij een 25-tal schade-expertisebureaus. Daarvan behoort het al meer dan tachtig jaar bestaande Verweij en Hoebee, met vijftien medewerkers in dienst, tot de drie grootste in Nederland. Bij de met deze branche verwante ‘Goederen en Transport’, waar ongeveer evenveel schade-experts werkzaam zijn, gaat het volgens Verweij om ongeveer dezelfde ontwikkeling. Schade-experts in de branche ‘Scheepvaart en techniek’ zijn meest voormalige tweede en eerste scheepswerktuigkundigen en hts’ers uit de scheepsbouw. Bij hun collega’s van de branche ‘Goederen en Transport’ gaat het vooral om eerste en tweede stuurlieden. Na 2005 heeft zich een kentering voorgedaan, waardoor de situatie in de branche ‘Scheepvaart en techniek’ is verbeterd. Verweij. “Door de afname van het aantal schade-experts, ervoeren verzekeraars problemen om schaden op een voldoende kwalitatief niveau af te wikkelen. Een goed afgewikkelde schade is nu eenmaal hét visitekaartje voor een verzekeraar! Er is nu een goed overleg tot stand gekomen tussen een aantal grote verzekeraars en schade-expertisebureaus, waardoor de continuïteit van onze bureaus voor de komende jaren beter is gewaarborgd. Daarom moet nu een flinke inhaalslag worden gemaakt in verschillende schadeexpertisebranches om een aanzienlijk groter aantal aspirant schade-experts aan te gaan nemen dan er nu werkzaam is. In de komende vijf jaar zal zo’n tien procent van de gekwalificeerde experts met pensioen gaan. Nog afgezien van de gewenste groei van onze sector, moet dit verloop ook opgevangen worden!”
Opleidingen Van aspirant schade-experts wordt een flinke inzet geëist om zich bij te scholen. Evenals voor andere schade-expertisebranches, met ‘Brand’ en ‘Motorvoertuigen’ als grootste, zijn daarvoor door het NIVRE eisen vastgesteld. Voor de branche ‘Scheepvaart en Techniek’ zijn dat onder andere de NibeSVVopleidingen: inleiding verzekeringsbedrijf, transportverzeke-
ringen, onderzoek, sociale vaardigheden en rapportages. Na vijf jaar ervaring opgedaan te hebben en het behalen van de vereiste diploma’s, volgt de inschrijving bij het NIVRE in het ‘Register Experts’. De experts mogen dan ‘re’ achter hun naam zetten, wat aangeeft dat ze als voldoende gekwalificeerd te beoordelen zijn. Zij zijn niet alleen werkzaam bij onafhankelijke schade-expertisebureaus, maar ook bij onderlinge verzekerings-maatschappijen. Hoewel verzekeraars feitelijk bepalen of een schade wél of niet onder een verzekerings-dekking valt, wordt met name in de branche ‘Scheepvaart en techniek’ van schade-experts verwacht dat zij bij schade-afwikkeling geen valse verwachtingen opwekken bij verzekerden en op basis van een correcte vaststelling van de oorzaak zover als mogelijk openheid verschaffen. Het kan daarbij gaan om bijvoorbeeld het aspect ‘eigen gebrek’ dat in zeecascopolissen vaak is meeverzekerd. Dit in tegenstelling tot binnenvaartcascopolissen. Voorbeelden in dat verband vormen schaden die veroorzaakt zijn door metaalmoeheid. Voor dergelijke schaden die veroorzaakt kunnen zijn door een ‘eigen gebrek’, schakelen schade-experts in samenwerking met verzekeraars met enige regelmaat ‘geassumeerden’ in, zoals gespecialiseerde laboratoria. “Een karakteristiek van ons werk is dat wij zo snel mogelijk actie moeten ondernemen na een schademelding”, stelt Verweij. “Daarom hanteren we een roulatieschema voor onze experts, waarbij ze om de zes weken een week ‘consignatiedienst’ draaien. Dat houdt in dat ze na een schademelding na 18.00 uur of in het weekend direct actie moeten ondernemen. Hiervoor krijgen ze dan weer extra vrije dagen. Een andere karakteristiek van ons werk is dat er vaak een vertrouwensband bestaat tussen schadebehandelaars van verzekeraars en schade-experts. Het kan daarbij om zeer gecompliceerde schadebehandelingen gaan, zoals bijvoorbeeld samenhangend met de gigantische brand op een vriestrawler in 2007. De schade bedroeg zo’n 40 miljoen euro. Die trawler wordt nu herbouwd in Vlissingen. Hoe dan ook: na 25 jaar in deze branche werkzaam te zijn, is schade-expertisewerk voor mij nog steeds een boeiend en veelzijdig vak!” ■
nummer 7 - 9 april 2009
41
De wereld verandert. Een wereld te winnen.
De nieuwe wereld van de hypotheekadviseur Congres De HypotheekAdviseur - 9 juni 2009 - NBC Nieuwegein
MELD JE NU AAN!
WWW.C ONGRES DEHYP O GRATIS T THEEKAD OEGANG VISEUR .N VOOR SE L H-LEDEN
De wereld staat op z’n kop door de kredietcrisis. Maar de kansen voor hypotheekadviseurs zijn misschien nog nooit zo groot
geweest. Congres De HypotheekAdviseur 2009 biedt u de kennis en inspiratie om succesvol te zijn. Juist in deze tijd.
Sprekers o.a.: Marc Lammers Oud bondscoach Hockeydames
Mr. Arthur Docters van Leeuwen Sinds november 2008 commissaris bij Aegon namens de overheid.
Congres De HypotheekAdviseur 2009 wordt georganiseerd door vakblad De HypotheekAdviseur i.s.m. Stichting Erkenningsregeling Hypotheekadviseurs en Dukers & Baelemans.
NIEUWE ASSURANT IEK ANTO REN
Nieuw ingeschreven assurantiekantoren Bij het Handelsregister zijn recentelijk de volgende assurantiebemiddelingsbedrijven nieuw ingeschreven. Een nieuwe inschrijving kan ook het gevolg zijn van onder meer de wijziging van de rechtspersoon, de structuur, of van het adres van het bedrijf.
1315 GE - Almere
7553 AE - Hengelo ov
3818 WE
1214 CC
7326 AS 6811 EV 9401 GE 6095 NB 9251 MP
5232 AC 7981 AD 3313 ES 9206 AT 8166 KR 6162 AM 6165 EJ 6127 BB 2585 AV 9726 AC 9711 SG 2025 DN 3848 DS 1963 AW
3222 AG 7255 CD
Lavida Verzekeringen B.V., Marktmeesterstraat 6-C, 036-7115070 - Amersfoort Equent Financiële Diensten, Bilderdijklaan 6 - Apeldoorn PeeJee Financieel Advies, Kloversdonk 207, 055-8431818 - Arnhem Penates B.V. i.o., Rijnstraat 7 - Assen Unicorn Advies, Vaart Zuidzijde 19-B - Baexem Axuda Insurance B.V. i.o., Rijksweg 10 - Burgum Noorder Staete Assurantiën vestiging Burgum, Florynwei 1-L, 0511-460240 - Den Bosch TaBo B.V., Bruistensingel 134, 073-6408530 - Diever Transit Groep B.V. i.o., Hoofdstraat 57-A, 0521-591661 - Dordrecht Kiyak Verzekeringen, Haringvlietstraat 2, 078-8430028 - Drachten Arci Verzekeringen B.V., De Giek 18, 0512-582010 - Emst J.J.G. van het Erve, Nijbroekerweg 21 - Geleen Offermans Joosten Maatschap, Rijksweg Noord 100, 046-4235353 - Geleen RUMEPI Holding B.V., Guido Gezellelaan 1 - Grevenbricht Erik Bessems Verzekeringen en Hypotheken, Nieuwstraat 10 - ‘s Gravenhage Assurantiekantoor Hassefras B.V., Javastraat 96, 070-3645578 - Groningen Assumair Assurantiën B.V., Stationsweg 3c, 050-5262555 - Groningen Rumaro B.V. i.o., Damsterdiep 29a - Haarlem Kok & Peijnenborg Financiële Services, Rijksstraatweg 260 - Harderwijk TOP Financials & Consultancy B.V., Krommekamp 157 - Heemskerk Roggeveen Assurantie-Adviespraktijk, Prof. Ten Doeschatestr 233, 0251-254334 - Hellevoetsluis Smit Financiële Diensten B.V., Smitsweg 31-33, 0181-313066 - Hengelo gld Financieel Advies De Graafschap, Schoolstraat 6
8261 BR 2224 RZ
8911 AM 8923 CL 8226BG 5397 AT
3143 BB 6225 NB
6524 CL 2343 BP 4841 JH 6042 HP 4708 KS 3208 KE
4001 XC 3527 AS 3904 WL 5428 GE 7671 AR 6003 DE 4261 AD
Lamenz Assurantiën en Hypotheken, Lansinkesweg 4 - Hilversum INMO Advies B.V. , Tulpstraat 61, 035-7720541 - Kampen Withaar Assurantiebedrijf, Nieuwe Markt 18, 038-3316868 - Katwijk Koekenberg van Vuuren Assuradeuren B.V. i.o., De Bolder 1, 071-4090000 - Leeuwarden VerzekerDesk B.V. io, Zuiderplein 19, 058-2990990 - Leeuwarden Profivius Advies, Krijn van den Helmstraat 9 - Lelystad E.P. Guicherit, Oostzeestraat 63 - Lith Quivoir Financiele Adviezen, Mr. van Coothstraat 13-A, 0412-481373 - Maassluis MSK Verzekeringen & Hypotheken, Haven 17, 010-5900400 - Maastricht WijnandsTilli Assurantiën & Makelaardij, Molenweg 49, 043-3610969 - Nijmegen Hollanders en Gana Assurantiën, Groesbeekseweg 23, 024-3233532 - Oegstgeest D. A. Bloemendaal, Groenhoevelaan 23, 071-5153344 - Prinsenbeek Corneel B.V., Hessseling 33, 076-5422647 - Roermond Yachting Support Roermond, Bernhardlaan 17, 0475-422916 - Roosendaal Van Dommele Financieel Advies, Thorbeckelaan 154, 0165-545205 - Spijkenisse Financieel Samenwerkings Centrum B.V. i.o., Ohmweg 1, 0181-627117 - Tiel C.S. Financieel Beheer, Kijkuit 44 - Utrecht Yilmaz Assurantiebemiddeling, Rooseveltlaan 524 - Veenendaal Assurantiekantoor Saidi, Rembrandtpark 58-3 - Venhorst Fimaas advies, Statenweg 65, 0492-325299 - Vriezenveen Jager Assurantiën B.V., Oosteinde 15, 0546-569294 - Weert Zuidstaete, Copernicusstraat 11-B/ 13B, 0495-584899 - Wijk en Aalburg Sluiter Assurantiën, Maasdijk 22
nummer 7 - 9 april 2009
43
NIEU WS
Nieuwe volmachten
Eerste Voorzie-contract
Allianz Inkomensverzekeringen heeft haar eerste AOVvolmacht verleend aan Raadhoven (foto). Het bedrijf is zowel assuradeur als backofficeorganisatie voor advieskantoren in het medische segment en het vrije beroep.
Gera Janssen van Matthijsse Assurantiën uit Velp ondertekende onlangs het eerste Voorzie contract met Avéro Achmea. Voorzie is het intermediaire ondernemersprogramma van de intermediairverzekeraar. Dit programma leert het intermediair onder meer op een andere manier naar groei te kijken door meer gericht te zijn op totaalrelaties. ■
Reaal Verzekeringen verleende onlangs een volmacht aan GHW Assuradeuren. Het volmachtbedrijf heeft vestigingen in Nijmegen en Oss. Zij zijn in de zakelijke markt voornamelijk actief in bouw, transport en metaal. Anker Rechtsbijstand en Intrasurance hebben een rechtsbijstandvolmacht gesloten. Intrasurance is hiermee de tweede partij (naast volmachtbedrijf Hanze Assuradeuren) waarmee Anker Rechtsbijstand een volmacht voor rechtsbijstand afsluit. In het kader van de nieuwe samenwerking zal een MKB Light rechtsbijstandproduct worden ontwikkeld. De Amersfoortse Verzekeringen heeft een volmacht verzuimverzekeringen verleend aan Wuthrich te Utrecht. ■
Voor: Gera Janssen (Matthijsse Assurantiën) en Jack Hommel (Avéro Achmea); achter: Marco Pesch en Erik During (Avéro)
SNS campagne ‘Rustig wonen’ SNS Bank profileert zich via de nieuwe themacampagne ‘Rustig wonen’. Centraal daarin staat de behoefte van huizenbezitters aan financiële rust en zekerheid en de SNS Plafondrente Hypotheek. De campagne loopt tot eind juni 2009. ■ V.l.n.r: J.Ph. Jaspers (Raadgevers Kuijkhoven), I.J. Davidse - G. Mackaaij M. Bakker (Allianz), T. Jalink (Raadhoven)
E-diploma’s De Goudse Gratis rookmelders Nieuwe klanten die deze maand een Unigarant Inboedelverzekering afsluiten, ontvangen een gratis Ajax Chubbrookmelder. Bestaande klanten met een inboedelverzekering krijgen 30 euro korting op de aanschaf van een brandpreventiepakket. Dit pakket bestaat uit een schuimblusser, een rookmelder en een blusdeken. Na aanschaf ontvangen zij ook vijf procent korting op de inboedelverzekering. Verzekerden krijgen sinds 1 februari al preventiekorting op de premie als zij preventiemaatregelen namen. In totaal bedraagt deze korting maximaal twintig procent. ■
De Goudse medewerkers Jenny de Graaff, Ria Amatkasmin en Maret Vollebregt hebben als eersten het diploma gekregen voor het onderdeel ‘advisering dga’ van de e-studie Verzuim en Inkomen van Kluwer. De eerste module waarvoor examen kon worden gedaan, was die van de dga/zelfstandige. De verzekeraar is nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van de opleiding. Hierdoor kan het met de Goudse samenwerkend intermediair de opleiding met korting volgen. ■
Unicef bij uitvaartpolis Jan Dijkerman van Huis & Hypotheek Apeldoorn lanceerde vorige week uitvaartadvieswijzer.nl. Dit is een site waar de consument zonder advies direct een Monuta uitvaartpolis kan sluiten. Voor iedere gesloten polis maakt het kantoor vijftig euro over naar Unicef. ■
44
V.l.n.r. Jenny de Graaff, Ruud de Leede, Ria Amatkasmin, Valentina Visser en Maret Vollebregt
nummer 7 - 9 april 2009
NIEU WS
Scheiden beter regelen
Uitbreiding GeldXpert
Financieel gezien hebben vrouwen het na een scheiding een stuk moeilijker dan mannen. Vooral gescheiden moeders, bij wie de kinderen blijven wonen, worden extra hard geraakt. Zij verdienen weinig omdat ze veelal parttime werken en krijgen bovendien vaak geen kinderalimentatie. Slechts de helft van de gescheiden ouders maakt afspraken over kinderalimentatie. Partneralimentatie komt nog minder voor, slechts 10 procent van de gescheiden stellen regelt dat. Dit blijkt uit het onderzoek ‘De financiële gevolgen van scheiden’ van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). Het Nibud maakt zich met name zorgen om moeders die niet getrouwd waren of geen geregistreerd partnerschap hadden. Als niet-gehuwden uit elkaar gaan, zijn zij niet wettelijk verplicht een ouderschapsplan te maken of elkaar financieel te onderhouden. Dit gebeurt dan ook weinig, terwijl dit volgens het Nibud wel vaker nodig zou zijn. Nibud geeft de brochure ‘GeldWijzer Alimentatie & Co-ouderschap’ uit, waarin alles over de geldzaken na een scheiding wordt uitgelegd. ■
In Burgum is een nieuw GeldXpert-kantoor geopend aan de Elingslaan 2B. Het kantoor wordt geleid door Jappie Braaksma en Heine Kooistra. ■
TaxiVoordeelPolis
Rijvaardigheidstest voor beroepschauffeurs
Diks verzekeringen in IJsselstein voert de nieuwe Voogd & Voogd TaxiVoordeelPolis. Taxibedrijven kunnen de premie voor een taxi online berekenen en de verzekering direct online aanvragen via de website van Diks verzekeringen. De taxipolis geldt voor heel Nederland, inclusief de grote steden. ■
Avéro Achmea organiseert in samenwerking met Team Swanborn rijopleidingen uit Lelystad praktijkgerichte cursussen voor beroepschauffeurs. Het opleidingsprogramma is gericht op de Richtlijn Vakbekwaamheid Beroepschauffeurs die sinds september 2008 gefaseerd wordt ingevoerd. Onderdeel van de richtlijn is een wettelijk verplichte nascholingscursus voor beroepschauffeurs. Onlangs vond de eerste rijvaardigheidstest plaats bij Dick Vijn Transport in Zwaansdijk. ■
Online sluiten en muteren voor Volvo Ocean Race Door het online sluiten en muteren van particuliere schadeverzekeringen van Delta Lloyd via DDD/Meetingpoint kunnen intermediairs zeemijlen verdienen in de virtuele zeilrace Meetingpoint St. Petersburg. Ook het goed beantwoorden van een wekelijkse quizvraag levert extra zeemijlen op. De zes deelnemers die als eerste over de virtuele finish varen, mogen de finish van de echte Volvo Ocean Race in St. Petersburg op 26-28 juni meemaken. Niet-spelers kunnen de virtuele race volgen via meetingpointstpetersburg.nl: gebruikersnaam: MeetingpointStPetersburg, bootnaam: MP, wachtwoord:
[email protected]. ■
Studenten welkom bij DELA DELA en studentenuitzendbureau Studentalent hebben hun samenwerking geïntensiveerd. Sinds vorig jaar levert Studentalent hbo- en wo-studenten voor verschillende functies bij DELA. De uitvaartverzekeraar heeft op basis van deze ervaring besloten de komende jaren meer studenten te gaan inzetten. De tijdelijke medewerkers vangen piekmomenten bij de klantenservice van DELA op en worden ingezet als medewerkers telesales. ■
nummer 7 - 9 april 2009
45
SAT I R E
Alle Fratsen Mijden! Laatst een enquête gehouden onder mijn klanten. “Staat u ook onder toezicht?” Het onderzoek is minder representatief geworden dan ik van plan was. De reacties werden soms zo fel, dat ik ernstig voor klantenverlies ging vrezen. Sommige stoelzitters beschouwden het als een impertinente vraag. “Ik mag dan wel grijs en kalend zijn, maar ik ben nog bij mijn volle verstand.” Een jongere man barstte in tranen uit en liet niets heel van onze minister van Jeugd en Gezin die persoonlijk Jeugdzorg op zijn dak had gestuurd. Een vetkuif bekende spontaan wel in de bak gezeten te hebben omdat hij dat Rolexje niet kon laten lopen, maar verder niet ter beschikking van de regering is gesteld. “Ikzelf niet”, gaf een keurig-in-snit-heer antwoord, “maar wel mijn huis, omdat dat op de monumentenlijst staat.”
aan ons toezicht is verbonden. Het leek ons niet sympathiek om de toezichthouder te laten gissen naar onze concrete bezwaren. Hele volksstammen lijden al genoeg onder het opennormengeweld. Dus hebben wij voor onze voogd een leidraad samengesteld onder de titel ‘Alle Fratsen Mijden!’.
Om de gemoederen te sussen, vertelde ik open, eerlijk en transparant dat ik wel onder toezicht gesteld ben. Zonder dat ik daarom gevraagd heb, is mij een voogd toegewezen die mijn gedrag nauwlettend in de gaten houdt. Jammer genoeg is die voogd minder open en transparant: ik ken zijn naam niet eens en heb er geen idee van hoe hij eruit ziet. Soms schuift er een gleufhoed aan de barbierbar en dan denk ik ‘jij zou best mijn voogd kunnen zijn’. Zeker als die, zijn kopje koffie halfvol achterlatend, weer snel het pand verlaat. Zo moeten restauranthouders die op een ster azen, zich ook voelen, denk ik dan. Met dat verschil, dat zij denken beter te kunnen worden van zo’n mystery guest. Ik weet in elk geval zeker dat ik er alleen maar slechter van word. Dat wijst alleen al de jaarlijkse factuur uit, die mijn voogd mij toestuurt. Het bedrag wordt elke keer zoveel hoger dat zelfs een bananenrepubliekinflatie daar niet tegenop kan. Als ik mijn uurloon projecteer op het bedrag dat Heer Toezichthouder mij in rekening brengt, dan moet hij minstens twee keer per dag in mijn winkel te vinden zijn.
Neem de haarwaterhandleiding. Die heeft de fabrikant met veel zorg in tien talen samengesteld. De barbiers doen daar nog een schepje bovenop door de bijsluiter geduldig uit te leggen. Toch vond de toezichthouder het nodig een eigen folder over datzelfde haarwater samen te stellen. Je ziet zo dat daar een duur tekstbureau voor is ingehuurd, alsmede een kostbare grafisch ontwerper. Ze waren zo trots op die folder, dat ze er een hele lijn van gemaakt hebben: ‘Laat je niet kaal knippen’, ‘Een permanent zit maar even’, ‘Met een thuiskapper ben je goedkoper uit’, en ga zo maar door.
Mijn collega’s kampen met hetzelfde probleem, bleek tijdens een belrondje. Daarom hebben we met elkaar afgesproken de declaraties te retourneren met het vriendelijke verzoek niet méér dan de kostprijs in rekening te brengen die
Uiteraard gaat het om een vrijblijvende aanbeveling, waaraan geen rechten ontleend kunnen worden. De toezichthouder kan het taakprofiel overnemen of in de prullenmand gooien. Dat behoort tot des voogds eigen verantwoordelijkheid. Als maar duidelijk is, dat we alleen voor ons toezicht willen betalen en niet voor fratsen en andere hobby’s die ze er op de verzakkende gracht op na houden.
En het kon nog gekker. Toezichtmans heeft zelfs een website om de klanten toe te spreken: “Je begrijpt dat je barbier niet voor niets onder toezicht is gesteld. Een brave burger overkomt dat niet. Kijk dus twee keer uit, voordat je je hoofd aan het agressieve instrumentarium van een barbier toevertrouwt. Hebt u vragen, stel ze gerust. We hebben een heel peloton klaar zitten om die te beantwoorden. En voor u is het gratis. De kosten verhalen we op de barbier. En zo hoort het ook: de vervuiler betaalt.” ■
BARBIER 46
nummer 7 - 9 april 2009
HVbZc `jccZclZ
YZidZ`dbhiVVc###
@dhiZcgZYjXi^Z DboZikZg]d\^c\ @lVa^iZ^ihWdg\^c\
Fhe\[ii_ed[b[[dedW\^Wda[b_`a[ _dj[hc[Z_W_hipe[a[d[[dX[jhekmXWh[ [dahWY^j_][iWc[dm[ha_d]ifWhjd[h" mWWhc[[p[iWc[dZ[je[aecij_d akdd[d$7<78_iZ_[fWhjd[h :[WXiebkj[dkcc[h'_di[hl_Y[ fhel_Z_d]"c[jdkWbc[[hZWd*$&&& WWd][ibej[d_dj[hc[Z_W_hi$IWc[d
Cj\Z]ZZa
H
Haj^ijcjhcZaZcZZckdjY^\VVc 7Za%.%%",%,%,%%ZckgVV\ cVVgdchH:mXZaaZciEV``Zi
:mXZaaZciEV``Zi
C%!"
Gj^begdYjXiVhhdgi^bZciVggVc\ZbZciZc
H
ÈLVZgYZkdaÉÒcVcX^
aZegdYjXiZc
H
m[ha[dWWd[[d][pedZX[Zh_`\[d[[d
6;676XVYZbn"L[iE:kddg'
H
ij[haamWb_jWj_[\_cW]elWdedp[XhWdY^[1
@lVa^iVi^ZkZaZVYh
H
m[p_`dj[dibejj[de]ij[[Zijhejief
Egd[Zhh^dcZaZVYk^Zhhd[ilVgZL[iegdd[
H
edilWa$Kah_`]jX_`ediZ[a[kp[
CVi^dcVaZ=nedi]ZZ`WdcY
H
k_jjm[[iWc[dm[ha_d]ifWaa[jj[d0
6XXZei^dcKddglVVgYZcHXVc
H
L[i6jY^iHZgk^XZ
H
AVcYZa^_`ZbVg`Zi^c\XVbeV\cZh
H
^[jJefFWaa[j[d;nY[bb[djFWaa[j$ 7WdkZ[a[kp[
DcoZeV``ZiiZco^_c kZg`g^_\WVVgW^_
BZZg^c[dgbVi^Zk^cYijde lll#6;67#ca