Voorschriften voor gebruik van LPG flessen in voertuigen. Een fabrikant of invoerder is verantwoordelijk voor zijn producten en moet de gebruiker optimaal beschermen en informeren. In de eerste plaats moeten dus ook de verkopers optimaal geïnformeerd zijn, want zij zullen als eersten verantwoordelijk gesteld worden in geval van discussie. Wij willen daarom een zo duidelijk mogelijke omschrijving geven van de reglementen die van toepassingen zijn op het gebruik van LPG gastanken / flessen in voertuigen Voor de constructie van LPG damp tanken (4 gaten flessen = verticale tank) welke in voertuigen worden ingebouwd met de bedoeling deze te bevoorraden in een LPG station voor wagens, is dezelfde regelgeving van kracht als deze voor auto LPG tanken. De gebruiksomstandigheden zijn immers dezelfde. De reglementering hiervoor van toepassing in de meeste landen van Europa, werd opgesteld door de UNO en is gekend onder reglement R67. In België werd dit opgenomen in een KB, dd 31.07.95 voor het gebruik van lpg in auto’s Het vullen op zich, van deze tanken (flessen) in een LPG station voor auto’s, wordt geregeld door het VLAREM. Dit eist dat alle tanken die in een LPG station gevuld worden, vervaardigd zijn volgens het constructie reglement van LPG auto tanken, nl R67.01. Deze zienswijze wordt in de meeste andere (west Europese) landen gevolgd. In sommige landen blijft het vullen – ondanks deze zeer strenge eisen - toch totaal verboden. Ter verduidelijking nog volgende bijkomende informaties: Voor de fabricatie van gasflessen bestaan verschillende (Europese) keuringsnormen. Een eerste en eenvoudigste norm is deze, geldig voor fabricatie van flessen voor “huishoudelijk gebruik”, gekend als de “één kraan” flessen. Deze flessen mogen nooit in een LPG station voor auto’s gevuld worden. Een tweede Europese norm is deze die toegepast wordt voor tanken ( = 4 gaten flessen) voor heftrucks of andere machines waarbij de LPG als voeding gebruikt wordt. Een derde Europese norm is deze die toegepast wordt voor tanken (flessen) wanneer deze gebruikt worden om gas te transporteren over de openbare weg. Geen van bovengenoemde normen zijn van toepassing wanneer de gasflessen “constructief” een onderdeel uitmaken van een voertuig dat op de openbare weg komt en waarbij het de bedoeling is deze te vullen in een LPG station voor wagens. Dan wordt, voor België, het Vlarem van toepassing en moeten deze tanken het reglement R67.01 volgen zoals hierboven uitgelegd. Wat informatie hoe de lpg markt en bijhorende regelgeving groeide: In België is Prakto nog de enige overgebleven fabrikant van deze producten. Hun fabricatie van gastanken startte zowat 50 jaar geleden met volgende evolutie: - begin jaren 1960: propaan tanken voor huisverwarming - in 1970: auto LPG tanken (als eerste met 5 gaten ventielplaat en gasdichte doos) - in 1976: gasflessen voor heftrucks ( ook als eerste met 5 gaten ventielplaat). Het vullen van deze flessen in een LPG station was verboden. De flessen werden opgehaald en teruggebracht door een gespecialiseerde firma. (Cargas) In 1983 werd op vraag van Prakto, door het Ministerie van Arbeid en Tewerkstelling, een afwijking verleend om in LPG stations ook “damp” tanken voor caravans / motorhomes te mogen vullen. De afwijking werd gegeven onder strikte voorwaarden: de tanken moesten - volgens dezelfde regelgeving van de auto tanken gefabriceerd worden - voorzien zijn van steunvoeten en hun inhoud beperkt blijven tot 60 L - dezelfde ventielen als een LPG tank dragen, nl o een inhoudsmeter, o een dubbelwerkend vulventiel o een controlekraantje om het 80% niveau aan te duiden o een veerveiligheid (destijds op 17.2 bar) o een afname kraan Enkele jaren later werd, door de evolutie van de techniek en uit veiligheidsoverweging, eerst toegestaan en later verplicht, om “het vulventiel + 80% controle kraantje” te vervangen door één automatisch werkend vulventiel met 80% stop.
Daarbij werd de functie van de inhoudsmeter geaccentueerd als bijkomende controle op de vullingsgraad. Immers, ondanks de beste kwaliteitszorg blijft het 80% vulventiel het zwakste onderdeel van de tank (fles). Een juist werkende inhoudsmeter was dus van groot belang. Voor autotanken verplichte men zelfs een elektrische zender / ontvanger op de inhoudsmeter, om deze controle voor de bestuurder eenvoudiger, maar ook doeltreffender te maken. Het vullen gebeurt immers van buitenaf en de tank zit dikwijls weggestopt onderin de bagageruimte. De maker van de wet wist immers, dat men nooit de moeite zou doen om het maximale vulniveau te verifiëren als dit niet zeer eenvoudig ging. Wij willen er hier op wijzen dat de controle van het vulniveau nog meer noodzakelijk is bij een damptank dan bij een vloeistof tank. Bij te hoog vulniveau kan immers vloeistof doorheen de drukregelaar komen en dit is zeer gevaarlijk. Ondertussen werd de afwijking, destijds verleend door het “Ministerie van Arbeid en Tewerkstelling” overgenomen door Vlarem en zelfs uitgebreid (weglating van “horizontaal”). De “Federale Overheid van Infrastructuur”, vroeger enkel bevoegd voor reglementering aangaande LPG gebruik en plaatsing, kreeg nu ook bevoegdheid over de constructies ervan. Dit Ministerie nam het bovengenoemde Internationaal Reglement R67.01 als norm voor het gebruik van LPG in voertuigen op de openbare weg. In dit reglement R67.01 wordt, voor de constructie van tanken, onder meer bepaald dat: - het gebruik van aluminium als constructie materiaal uitdrukkelijk verboden is - ze een druk moeten weerstaan van minimaal 67.5 bar bij 20 % volume toename alvorens te barsten - een met gas gevulde tank (fles) moet een vuurtest ondergaan zonder te ontploffen en zonder te vervormen. De gasfles moet leeg branden via zijn veerveiligheid ! - alle onderdelen een homologatie nummer (R67.01 xxx) moeten dragen. - de veerveiligheid een openingsdruk heeft van 27 bar. Uit ondervinding weten we dat deze proeven niet eenvoudig zijn en dus zeer duur. Wellicht worden ze daarom door sommige andere constructeurs / invoerders niet toegepast. Bijlage enkele foto’s.
Barsttest op een fles: volumetoename 33.8%( > 20%) barst 110 bar ( > 67.5 bar)
Vuurtest: op een nieuw type LPG tank Prakto DK8 samen met TNO NL en Apragaz Brussel op 22.07.2008
2
Vergelijking van de verschillende flessen op de Belgische markt op basis de wetgeving. Campingfles - gefabriceerd volgens Europese norm - campingfles 6 kg butaan - één kraan fles - gecombineerde kraan + veerveiligheid (4m³ ) - ventielen LPG tank ontbreken - vullen in lpg station > NEEN - gevaarlijk
Huisfles - gefabriceerd volgens Europese norm - huishoudfles 13 kg butaan – één kraan fles - gecombineerde kraan + veiligheid (4 m³ ) - ventielen LPG tank ontbreken - vullen in LPG station > NEEN – gevaarlijk
Oude Prakto flessen: - gekeurd door Belgische keuring dienst volgens regels op dat ogenblik van toepassing - hebben alle ventielen van LPG tank - veerveiligheid 17.2 bar – 22 m³ - vuller moet met automatische 80% stop zijn - hebben juiste inhoudsmeter: 0 > 80 % - let op herkeurdatum ( max 10 jaar) - vullen in LPG station: JA Van Leer (B) flessen (constructeur verdwenen in ’97) - gekeurd door Apragaz (B) volgens regels op dat ogenblik van toepassing - geen juiste inhoudsmeter (van 0>50%) - hebben een bijkomend 80% controle ventiel - veerveiligheid 17.2 bar – 22 m³ - let op herkeur stempel (max 10 jaar) - wettelijk vullen in LPG station: JA.
Franse flessen (niet meer te koop in België) - gekeurd door Apragaz (B) volgens regels op dat ogenblik van toepassing - geen juiste inhoudsmeter (van 0>50%) - hebben een bijkomend 80% controle ventiel - veerveiligheid 17.2 bar – 22 m³ - let op herkeur stempel (max 10 jaar) - wettelijk vullen in LPG station: JA. 3
De alu flessen - volgens Europees ADR reglement gekeurd - uitdrukkelijk verboden onder de R67.01 wetgeving - hebben niet de 4 voorgeschreven ventielen - gecombineerde kraan + veiligheid; (4m³) - geen inhoudsmeter - Gebruiksticker zegt:“Flashen - auch entleerte nicht in Kellern, Garagen oder Durchgängen aufbewahren“ - >> Verboden in garage > wel in voertuigen? - wettelijk vullen in LPG station: NEEN > verboden De rode flessen (Polen) – twee of driedelige flessen - keuring: TÜV (D) volgens EN of volgens R67.01 - onjuiste inhoudsmeter (van 0>50%) - hebben geen controlemiddel voor 80% niveau - ventielen zijn niet gemonteerd door de fabrikant (verplicht door R67.01); kwaliteit en juiste werking is dus niet gewaarborgd door fabrikant - wettelijk vullen in LPG station: NEEN De Groene LPG Fles Prakto - heeft alle wettelijke testen van R67.01 ondergaan: barst + vuurproef - nuttige inhoud 21 L LPG - heeft alle noodzakelijke onderdelen - veerveiligheid 27 bar – 26 m³ - heeft juist werkende inhoudsmeter (van 0>80%) - wettelijk vullen in LPG station: JA De zwarte JerryGasCan Prakto - heeft alle wettelijke testen van R67.01 ondergaan: barst + vuurproef, - nuttige inhoud 28 L LPG - heeft alle noodzakelijke onderdelen - heeft juist werkende inhoudsmeter (van 0>80%) - veerveiligheid op 27 bar – 27 m³ - wettelijk vullen in LPG station: JA.
De gele LPG Fles Prakto - heeft alle wettelijke testen van R67.01 ondergaan: barst + vuurproef - nuttige vulinhoud: 21 L LPG - biedt de meeste veilige oplossing: heeft 100% alle onderdelen volgens R67.01: ook elektrische kraan + zender op inhoudsmeter - uitdrukkelijk verplicht in Frankrijk - heeft juist werkende inhoudsmeter (van 0>80%) - wettelijk vullen in LPG station: JA 4
Opmerking aangaande de veerveiligheden: Zie de evolutie na van de veerveiligheden, hierboven beschreven, die op de flessen werden gemonteerd. Gedurende de loop der jaren wijzigt men de eisen voor de veerveiligheid in die zin, dat de openingsdruk hoger en het afblaasdebiet groter wordt. Praktisch betekend dit dat de veerveiligheid - door drukverhoging (17.2>27 bar) later zal open gaan. dus niet meer openen bij een uitzonderlijke verhoging van omgevingstemperatuur, bij vb.: in de zomer bij zeer warm weer of in de winter wanneer de tank wordt gevuld in buitenkoude en daarna wordt gestald in een warme garage. - door debietverhoging (22 m³>26m³) meer gas zal laten ontsnappen in geval van brand. Het uitstromende gas zal branden maar de fles op zich zal niet ontploffen. Concludeer zelf het eventuele gevaar bij gebruik van een aluminium fles in geval van brand: - door het lager smeltpunt van aluminium ten overstaan van staal ( +/- 660 >< 1500 °C), zal de aluminium fles zeer vlug haar sterkte verliezen. - Daarenboven is het afblaasdebiet van de veerveiligheid zeer klein ( slechts 4 tov 26 m³) Meer uitleg hoeft men niet te geven om het gevaar aan te tonen. Verdere randopmerkingen Veel gehoorde opmerkingen als: “de overheid moet dit maar controleren”, kennen we. In België wordt immers alles toegelaten tot de dag dat er wat gebeurd en dan gaat men – dikwijls overdreven – reageren: - de Rechtbanken komen boven met “optimale bescherming van de gebruiker” en wettelijke voorschriften, waarbij de hulp ingeroepen wordt van deskundigen. - de verzekeringsmaatschappijen gaan wetten en reglementen uitpluizen om niet te moeten betalen. De verkopers / installateurs worden veelal de slachtoffers. Dikwijls is het gevolg ook, dat bonafide firma’s mee slachtoffer worden van diegenen die de regels nooit hebben opgevolgd (en die soms al terug uit de sector zijn verdwenen). Wij menen dat er ook een informatieve taak bij gespecialiseerde tijdschriften kan liggen door hun lezers juist en volledig in te lichten over de wettelijke bepalingen. Verder moeten de caravan / motorhome verkooppunten ook voldoende de reglementering kennen, toepassen en aan hun cliënteel meedelen. Een promotie naar “doe het zelf” toe, om deze tanken / flessen zelf te plaatsen, wordt best niet aangemoedigd. Het gaat in tegen de doelstelling van de wetgeving, die veiligheid in deze materie prioritair stelt en alles wenst te laten uitvoeren door gespecialiseerde firma’s met goedgekeurd materiaal. (homologatie R67.01 waar mogelijk)
Informatieve tekst opgesteld door Prakto, vatbaar voor opmerkingen en/of aanvullingen. Maart 2009 (rev februari)
5