BIJLAGENUMMER Agendapunt Onderwerp Ter advisering aan de commissie Ter besluitvorming in de gemeenteraadsvergadering van Portefeuillehouder begrotingspost
Aanbiedingsbrief bij de begroting 2013 Middelen/Burger en Bestuur/Grondgebiedzaken 1 november 2012 B. Nootebos
Voorgesteld besluit: 1. De begroting 2013, inclusief de meerjarenbegroting 2014-2016, van de gemeente Stede Broec vast te stellen.
Aan de raad, Bijgaand treft u de begroting 2013 aan. Algemeen: De begroting 2013 is een beleidsarme begroting. Dit is een gevolg van de begrotingssystematiek zoals we die sinds 2011 hanteren in Stede Broec, waarbij de primitieve begroting niet meer bevat dan: budgetten voor structureel beleid; nieuw beleid, voorzover dit een gevolg is van nieuwe wetgeving; eventuele vervangingsinvesteringen. Discussie over overig nieuw beleid (overige noodzakelijkheden, prioriteiten en wensen) gebeurt bij de Focusnota. Dan zijn ook de financiële gevolgen van de Septembercirculaire voor het begrotingsjaar bekend. Bij de Focusnota worden ook de actuele financiële inzichten betrokken en de financiële kaders voor het begrotingsjaar vastgesteld. SMART begroten: Vanuit de raad is naar aanleiding van het rekenkameronderzoek “Bestaat bestaand beleid?” de behoefte aangegeven om de begroting “SMART” te formuleren. SMART staat voor Specifiek; Meetbaar; Acceptabel; Realistisch; Tijdgebonden. In februari 2012 is in alle commissies een presentatie verzorgd over een andere opzet van de begrotingsprogramma’s waarin met name aandacht werd besteed aan de kaderstellende en controlerende rol van de raad en de noodzakelijkheid van SMART begroten. In overleg met de 3 commissies is besloten om voor elke commissie samen met een werkgroep uit de betreffende commissie 1 pilotprogramma uit te werken. Elke werkgroep bestond uit 6 afgevaardigden per commissie zodat elke fractie vertegenwoordigd was. In het voorjaar en de zomer van 2012 is er met de 3 werkgroepen en griffier gewerkt aan het ontwikkelen van een nieuwe opzet en invulling van 3 begrotingsprogramma’s. In overleg is er voor de onderstaande programma’s gekozen: Commissie GGZ: programma 12 – riolering en openbaar groen Commissie B&B: programma 23 – sport, cultuur en recreatie Commissie Mid: programma 31 – financiering en algemene dekkingsmiddelen.
1
Op 24 september 2012 is de laatste bijeenkomst met de werkgroepen en griffier geweest. De programma’s 12, 23 en 31 die nu in gewijzigde vorm zijn opgenomen in de programmabegroting 2013 hebben de instemming van de werkgroepen en griffier, maar betreffen heel nadrukkelijk groeimodellen. In de commissievergaderingen van oktober zal de mening van de voltallige commissies worden gevraagd t.a.v. de nieuwe programma’s. Op basis van de pilot hopen wij tot een goede dialoog te komen met uw raad op basis waarvan wij de pilot kunnen afronden en de begroting 2014 in zijn geheel SMART te kunnen formuleren waardoor u uw kaderstellende en controlerende rol goed kunt vervullen. Kaders voor de begroting 2013: De kaders voor het opmaken door het college van de begroting 2013 zijn door de raad vastgelegd in paragraaf 6.3 van de Perspectievennota 2012-2013, welke is behandeld en vastgesteld door de gemeenteraad op 7 juni 2012. Financiële startpositie: In deze Perspectievennota 2012-2013 zijn als basis voor de begroting 2013 structurele budgetten 2012 gehanteerd, zoals deze tot en met de raad van mei 2012 zijn vastgesteld. Op deze budgetten is vooralsnog geen inflatiecorrectie toegepast. Als gevolg van deze systematiek is de post onvoorzien structureel in de begroting 2013 gelijk aan de post onvoorzien structureel na de raad van mei 2012: € 141.281. (Onvoorzien structureel is het saldo van structurele inkomsten minus structurele uitgaven).
Nieuw beleid, voorzover dit een gevolg is van nieuwe wetgeving: In de begroting 2013 zijn geen nieuwe structurele budgetten opgenomen als gevolg van nieuwe wetgeving. Budgetten voor vervangingsinvesteringen: In de begroting voor een nieuw dienstjaar is in de praktijk veelal sprake van nieuwe financiële ruimte als gevolg van vrijval van kapitaallasten: als gevolg van jaarlijkse afschrijvingen neemt het saldo van investeringen ieder jaar af en daarmee ook de rente die -ten laste van de begroting- aan die investering wordt toegerekend. Daarnaast kan sprake zijn van investeringen die geheel zijn afgeschreven, maar die nog wel gebruikt worden. Hiervoor worden in de begroting helemaal geen kapitaallasten meer geraamd. De vrijval van kapitaallasten in de begroting 2013 bedraagt € 105.083. Indien mogelijk wordt de financiële ruimte van deze vrijval (deels) aangewend ter dekking van de nieuwe kapitaallasten van vervanging van investeringen (bestaand beleid). In de begroting 2013 zijn in dit kader drie nieuwe structurele budgetten opgenomen: Kapitaallasten van vervanging van een klepelmaaier € 7.870 Kapitaallasten van vervanging van het GPS-Smartstation € 5.741 Kapitaallasten van vervanging van C2000 € 6.231 Totaal € 19.842 Loonontwikkeling: Op basis van bestaande rechten worden medewerkers van Stede Broec bij goed functioneren jaarlijks bevorderd naar de volgende periodiek: de volgende salarisstap binnen de `grenzen van de functierang’. Voor het begrotingsjaar 2013 moet voor dit onderdeel van de salarissen structureel € 50.000 worden bijgeraamd.
2
Post onvoorzien in de begroting 2013: Financiële startpositie Structurele gevolgen van integrale bijstelling begroting 2013 (Voorjaarsrapportage) Vrijval kapitaallasten 2013 Nieuwe kapitaallasten van vervangingsinvesteringen Periodieken op basis van rechtspositie Post onvoorzien structureel 2013
€
141.281
-/- € € -/- € -/- € €
165.813 105.083 19.842 50.000 10.709
Hierbij past de opmerking dat dit budget is gebaseerd op raadsbesluiten tot en met de raad van mei 2012. Raadsbesluiten met structurele gevolgen na de raad van mei 2012 beïnvloeden dit budget. Structurele gevolgen voor de post onvoorzien welke zijn voorgekomen na de raad van mei 2012 worden meegenomen in de Focusnota. Er is (nog) geen budget voor onvoorzien incidenteel 2013, maar structurele middelen mogen -indien gewenst- ook incidenteel worden ingezet. Verdere procedure: Begroting 2013: De begroting 2013 is geagendeerd voor de Commissie GGZ op 15 oktober 2012, de Commissie B&B op 16 oktober 2012 en de Commissie Middelen op 23 oktober 2012. Behandeling en vaststelling door de gemeenteraad is geagendeerd voor de raadsvergadering van 1 november 2012. Focusnota 2012-2013: In de Focusnota 2012-2013 worden de financiële gevolgen van de Septembercirculaire 2012 –ook in meerjarenperspectief- uitgewerkt. Op dat moment zal duidelijk zijn welke financiële middelen beschikbaar zijn voor de Focusnota 2012-2013. De Focusnota is geagendeerd voor de Commissies in november 2012. Behandeling en vaststelling door de gemeenteraad is geagendeerd voor de raadsvergadering van 10 december 2012. Financiële heroriëntatie: De Financiële Heroriëntatie is (nog) niet meegenomen in de begroting 2013. Besluitvorming inzake de Financiële Heroriëntatie is gepland op 4 oktober 2012, terwijl de begroting 2013 op 5 oktober 2012 dient te worden verzonden naar de commissies GGZ en B&B. Naast maatregelen inzake een noodzakelijke bezuiniging van € 839.000 zijn in deze Financiële Heroriëntatie aanvullende maatregelen opgenomen ten behoeve van de vorming van een financiële buffer. De door de raad op 4 oktober 2012 vastgestelde buffer zal de financiële basis zijn voor de Focusnota 2012-2013. Stede Broec, 2 oktober 2012. Burgemeester en wethouders van Stede Broec De secretaris,
De burgemeester,
3
Onderwerp: Vaststellen van de begroting 2013
De raad der gemeente Stede Broec; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 oktober 2012; Gelet op de artikelen 191 en 192 van de Gemeentewet en op het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten 2004; B e s l u i t: vast te stellen: De begroting 2013, inclusief de meerjarenbegroting 2014-2016, van de gemeente Stede Broec.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Stede Broec, gehouden op 1 november 2012. De raadsgriffier,
De voorzitter,
4
Kerngegevens Dit hoofdstuk geeft de ontwikkeling weer van een aantal kerngegevens van de gemeente per 1 januari van het jaar. De kerngegevens zijn opgedeeld in de categorieën sociale-, fysieke- en financiële structuur. 1-1-2011 werkelijk
1-1-2012 werkelijk
1-1-2013 raming
21.410
21.468
21.500
1.173 3.690 7.083 6.257 3.207
1.144 3.681 7.030 6.153 3.460
1.140 3.660 6.920 6.120 3.660
5.073
5.022
4.695
2.399 2.674
2.316 2.624
2.162 2.533
136
156
177
118 10 5 2 1
130 15 8 2 1
165 n.v.t. 8 2 2
1.376
1.440
1.490
327 104 64 112 769
384 94 100 82 780
425 100 100 85 780
8.989
9.051
9.127
8.651 37 301
8.713 37 301
8.789 37 301
1.642
1.642
1.642
Sociale structuur Aantal inwoners Waarvan: - 0 t/m 4 jaar - 5 t/m 17 jaar - 18 t/m 44 jaar - 45 t/m 64 jaar - 65 jaar en ouder
Aantal leerlingen Waarvan: - leerlingen basisonderwijs - leerlingen voortgezet onderwijs
Aantal uitkeringsgerechtigden Waarvan: - WWB - WIJ - IOAW - IOAZ - Besluit bijstandverlening zelfstandigen
Aantal aanvragen sociale regelingen Waarvan: - periodieke en bijzondere bijstand - ondersteuning o.g.v. andere regelingen - langdurigheidstoeslag - SoCu-fonds - Wet Maatschappelijke Ondersteuning
Fysieke structuur Aantal woonruimten Waarvan: Woningen Recreatiewoningen Wooneenheden Capaciteit bijzondere woongebouwen
Oppervlakte gemeente (in hectare) Financiële structuur lasten baten Saldo voor resultaatbestemming mutatie reserves
791.573
41.476.518 43.847.086 2.370.569 -/- 390.161
1.980.408
37.824.263 37.605.792 -/- 218.471 229.180
belastingopbrengsten rioolrechten algemene uitkering
2.374.565 1.296.065 19.106.251
2.396.047 1.337.862 19.115.815
2.620.054 1.317.102 18.665.384
reserves voorzieningen
22.265.490 1.672.050
23.401.239 1.056.852
17.699.952 1.058.380
Saldo na resultaatbestemming
44.633.567 42.258.318 -/- 2.375.250 3.166.822
10.709
Kerngegevens 2013, pagina 1
Programmaplan 2013
Programmaplan 2013, pagina 1
Programma: Portefeuillehouder: Sector:
11 Wegen, waterwegen & verkeersveiligheid Wethouder Zwaan Grondgebiedzaken
Producten: 111 112 113 114 115
Wegen Waterwegen Bruggen Verkeersmaatregelen Openbare verlichting
Algemene beleidsdoelen: Het bevorderen van de leefbaarheid en verkeersveiligheid door het beheer van de openbare ruimte en het nemen van verkeersmaatregelen. Specifieke beleidsdoelen: Bevorderen leefbaarheid Doelmatig beheer en onderhoud aan alle verhardingen, waterwegen, bruggen, openbare verlichting, en straatmeubilair Uitvoeren van reinigingswerkzaamheden in de openbare ruimte. Het veilig begaanbaar houden van de wegen bij winterse omstandigheden. Bevorderen verkeersveiligheid Reguleren van deelname en afwikkeling van het verkeer. Het nemen van maatregelen ter bevordering van de verkeersveiligheid. Beleidskaders: Autonoom beleid. Maatschappelijke effecten: wat willen we bereiken in het begrotingsjaar / de raadsperiode? Bevorderen leefbaarheid Afhandeling van klachten en meldingen binnen (gemiddeld) tien werkdagen. Wanneer dit niet mogelijk is in ieder geval binnen deze termijn een terugkoppeling aan melder geven. Bevorderen verkeersveilgheid Op peil houden van huidige verkeersveiligheid. Wat gaan we daarvoor in het begrotingsjaar doen? Bevorderen leefbaarheid Groot onderhoud Voor de uitvoering van het groot onderhoud wordt de gemeente verdeeld in vier wijken, zodat in een cyclus van vier jaar in de hele gemeente groot onderhoud wordt uitgevoerd. In 2013 is Grootebroek Noord / Lutjebroek de wijk waar groot onderhoud aan de openbare ruimte wordt uitgevoerd. Op basis van uitgevoerde inspecties en aan de hand van binnengekomen meldingen wordt het gewenste onderhoud binnen de wijk bepaald. Daarna worden op basis van budgetten en prioriteiten de uiteindelijke onderhoudsmaatregelen bepaald. Het groot onderhoud aan de diverse beheersobjecten wordt zoveel mogelijk gecombineerd uitgevoerd.
Programmaplan 2013, pagina 2
Bruggen Op basis van de inspectieresultaten wordt er planmatig kleinonderhoud aan de bruggen uitgevoerd. De noodzaak voor het groot onderhoud / renovatie van de bruggen wordt de komende periode inzichtelijk gemaakt. Waterwegen Het door de raad in februari 2005 vastgestelde gewijzigde Baggerplan voorziet erin dat over een periode van 10 jaar het onderhoud van de watergangen gestructureerd wordt aangepakt waarbij samenwerking met het Hoogheemraadschap voorop staat. Voor de uitvoering van het Baggerplan wordt jaarlijks € 95.700 in een reserve “Baggeren” gestort. Voor 2013 wordt het baggeren gecombineerd met de maatregel „uitvoeren totaalaanpak water‟ uit het waterplan uitgevoerd. Waterplan September 2011 is het „Waterplan Stede Broec‟ door de gemeenteraad vastgesteld. Dit samen met het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier opgestelde plan heeft als doel het maken van een integraal plan, waarin alle thema‟s die met water te maken hebben, worden uitgewerkt en goed op elkaar worden afgestemd. Het waterplan geeft aan hoe de gemeente Stede Broec en het Hoogheemraadschap in de komende jaren willen omgaan met het water in Stede Broec. In het waterplan is een actieprogramma met maatregelen opgenomen voor de planperiode. Vanaf 2013 wordt jaarlijks in het kader van de begrotingsdiscussie bepaald welke maatregelen er het betreffende begrotingsjaar uitgevoerd worden. Bevorderen verkeersveiligheid Verkeersveiligheid Met de beschikbare middelen beheren en onderhouden van de verkeersmaatregelen. Verkeersplan In 2009 is het verkeersplan Stede Broec 2009-2015 vastgesteld. Ondermeer dit begrotingsjaar wordt uitvoering gegeven aan dit plan. Verder wordt jaarlijks in het kader van de begrotingsdiscussie bepaald welke maatregelen er het betreffende begrotingsjaar uitgevoerd worden.
Programmaplan 2013, pagina 3
Wat mag het kosten? Lasten
Werkelijk 2011
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
111 112 113 114 115
wegen waterwegen bruggen verkeersmaatregelen openbare verlichting
1.071.793 228.342 218.689 152.902 328.314
1.286.002 226.873 216.333 148.810 314.954
1.094.213 232.794 222.253 159.260 323.173
1.094.213 232.794 222.253 159.260 323.173
1.094.213 232.794 222.253 159.260 323.173
1.094.213 232.794 222.253 159.260 323.173
11
Bestaand beleid
2.000.040
2.192.972
2.031.693
2.031.693
2.031.693
2.031.693
886.582
-
-
-
-
-
2.886.622
2.192.972
2.031.693
2.031.693
2.031.693
2.031.693
Baten 111 wegen 112 waterwegen 113 bruggen 114 verkeersmaatregelen 115 openbare verlichting
26.322 387.836 119 1.398 26.877
25.214 1.051 19.067
25.715 1.070 19.588
25.715 1.070 19.588
25.715 1.070 19.588
25.715 1.070 19.588
11
Totaal baten
442.552
45.332
46.373
46.373
46.373
46.373
Baten incidenteel
269.439
-
-
-
-
-
Totaal lasten Totaal baten
2.886.622 711.991
2.192.972 45.332
2.031.693 46.373
2.031.693 46.373
2.031.693 46.373
2.031.693 46.373
Saldo
2.174.631
2.147.640
1.985.320
1.985.320
1.985.320
1.985.320
236.278 394.850
-
236.278 -
236.278 -
236.278 -
236.278 -
Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel
1.022.750
-
-
-
-
-
Netto saldo
1.783.009
2.147.640
2.221.598
2.221.598
2.221.598
2.221.598
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel Totaal lasten
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel
Beslag van dit programma op de algemene middelen in 2013 wordt geraamd op € 2.221.598.
Programmaplan 2013, pagina 4
Programma 12:
Riolering & openbaar groen Portefeuillehouder P.B. Zwaan Visie Riolering Alle gemeenten hebben een wettelijke zorgplicht voor de inzameling van afvalwater. In Stede Broec is hiervoor een Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) opgesteld. Uitgangspunten in het GRP zijn in ieder geval een gescheiden stelsel voor afvalwater en regenwater en drukriolering in het buitengebied. Openbaar groen Stede Broec is een groene gemeente. Het openbaar groen wordt in overleg met de inwoners ingericht en onderhouden. Het onderhoud van het openbaar groen is wijkgericht, planmatig en duurzaam. Voor de uitvoering van het groot onderhoud is Stede Broec verdeeld in vier wijken, zodat in een cyclus van vier jaar in de hele gemeente groot onderhoud wordt uitgevoerd. Welke externe ontwikkelingen spelen er? Bewoners worden steeds mondiger en willen zelf medeverantwoordelijk zijn voor hun leefomgeving. Duurzaam beheer van de openbare buitenruimte wordt door de samenleving steeds belangrijker gevonden. De wettelijke eisen op het gebied van chemische onkruidbestrijding worden steeds strenger. De recente bezuinigingen hebben geleid tot een lagere kwaliteit van het openbaar groen.
Wat willen we bereiken? Riolering & openbaar groen
Verantwoorde afvoer afvalwater
Groene woonomgeving
Goed functionerend rioolstelsel
Duurzaam groenbeheer i.o.m. inwoners
Kostendekkende rioolheffing
Groen onderhoud door bewoners
Programmaplan 2013, pagina 5
Wat zijn de gemeentelijke keuzes? Verantwoorde afvoer afvalwater Er zijn een groot aantal wettelijke regels met betrekking tot afvoer van afvalwater. Binnen deze wettelijke regels is er een zeer beperkte eigen beleidskeuze. Groene woonomgeving De inrichting van de groene woonomgeving is een geheel autonome taak van gemeenten. Met betrekking tot het onderhoud zijn wettelijke regels van kracht voor bijvoorbeeld chemische onkruidbestrijding en de bediening van machines Wat zijn de risico’s? De risico’s zijn integraal genoemd in de risicoparagraaf die onderdeel uitmaakt van deze begroting. Wat gaan we er voor doen? Beleidsdoel Riolering & openbaar groen Afgeleid beleidsdoel Wat gaan we er voor doen Verantwoorde afvoer afvalwater Goed functionerend In het 2e kwartaal van 2013 wordt een nieuwe GRP inclusief rioolstelsel kostendekkingsplan vastgesteld Afhandeling van acute klachten gebeurt binnen 2 werkdagen Kostendekkende De tarieven voor rioolheffing worden in december vastgesteld op rioolheffing basis van volledige kostendekkendheid De reserve riolering is toereikend voor toekomstige investeringen Groene woonomgeving Duurzaam In 2013 is Grootebroek Noord / Lutjebroek de wijk waar groot groenbeheer i.o.m. onderhoud aan de openbare ruimte wordt uitgevoerd. Op basis inwoners van inspectieresultaten en in overleg met de inwoners wordt het gewenste onderhoud aan de groenvoorziening binnen de wijk bepaald. Daarna worden binnen de beschikbare middelen en de prioriteiten de uiteindelijke onderhoudsmaatregelen bepaald. De afhandeling van klachten gebeurt binnen 10 werkdagen Groen onderhoud door bewoners
Kleine stukken snippergroen worden ter adoptie of verkoop aangeboden In het kader van de financiële heroriëntatie 2012 wordt in 2013 onderzocht welke stukken groen in aanmerking komen om te worden onderhouden door omwonenden, vrijwilligerspool, bedrijven en instellingen etc.
Programmaplan 2013, pagina 6
Prestatie indicatoren Beleidsdoel Afgeleid beleidsdoel
Riolering & openbaar groen Prestatie Rekening indicatoren 2011 Verantwoorde afvoer afvalwater Goed functionerend Aantal klachten 226* rioolstelsel Gemiddelde 2,1 dgn* afhandelingsduur klachten Kostendekkende De omvang van de 2.890.651 rioolheffing Reserve riolering blijft positief Tarief rioolrecht 140,16
Groene woonomgeving Duurzaam Aantal klachten groenbeheer i.o.m. inwoners Gemiddelde afhandelingsduur klachten Groen onderhoud Oppervlakte door bewoners groenonderhoud door bewoners (alleen adoptie)
Begroting 2012
Begroting 2013
225*
225*
2 dgn*
2 dgn*
1.705.864
1.251.804
145,08
Invloed raad laag middel
hoog
Wordt in hoog december 2012 vastgesteld
585
585
585
laag
3
3
3
middel
60.780 m2
60.780 m2
60.780 m2
middel
* Betreft het totaal aan klachten geregistreerd onder de hoofdgroep reiniging. Riolering is hiervan een onderdeel net als gladheidbestrijding en straatvegen.
Wat zijn de voor dit programma relevante documenten:
Collegeprogramma 2010-2014 Verordening rioolrecht Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP)
Programmaplan 2013, pagina 7
Wat mag het kosten? Rekening 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
158.000
627.000
189.000
189.000
189.000
189.000
1.211.000
1.199.000
1.330.000
1.330.000
1.330.000
1.330.000
9.000
0
0
0
0
0
23.000
0
0
0
0
0
1.342.000
1.167.000
1.672.000
1.861.000
1.861.000
1.861.000
-1.408.000
-1.777.000
-1.823.000
-1.823.000
-1.823.000
-1.823.000
1.335.000
1.216.000
1.368.000
1.557.000
1.557.000
1.557.000
Kapitaallasten Apparaatskosten Nieuw beleid struct Nieuw beleid inc Lasten bestaand beleid Baten Saldo programma
Lasten
Werkelijk 2011
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
121 Riolering 122 Openbaar groen
968.305 1.527.262
1.515.411 1.478.030
1.127.178 1.581.213
1.127.178 1.581.213
1.127.178 1.581.213
1.127.178 1.581.213
12
2.495.567
2.993.441
2.708.391
2.708.391
2.708.391
2.708.391
8.651 22.866
-
-
-
-
-
Totaal lasten
2.527.084
2.993.441
2.708.391
2.708.391
2.708.391
2.708.391
Baten 121 Riolering 122 Openbaar groen
1.343.693 6.617
1.273.062 5.848
1.317.612 6.646
1.317.612 6.646
1.317.612 6.646
1.317.612 6.646
12
Totaal baten
1.350.310
1.278.910
1.324.258
1.324.258
1.324.258
1.324.258
Baten incidenteel
-
-
-
-
-
-
Totaal lasten Totaal baten
2.527.084 1.350.310
2.993.441 1.278.910
2.708.391 1.324.258
2.708.391 1.324.258
2.708.391 1.324.258
2.708.391 1.324.258
Saldo
1.176.774
1.714.531
1.384.133
1.384.133
1.384.133
1.384.133
215.668 -
-
482.384 -
482.384 -
482.384 -
482.384 -
1.280 56.000
498.560 -
498.560 -
498.560 -
498.560 -
498.560 -
1.335.162
1.215.971
1.367.957
1.367.957
1.367.957
1.367.957
Bestaand beleid
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel Netto saldo
Beslag van dit programma op de algemene middelen in 2013 wordt geraamd op € 1.367.957. Het bestaande beleidsuitgangspunt dat de kosten verband houdend met de riolering in zijn geheel worden verhaald op de vervuiler blijft gehandhaafd. Dat geldt ook voor de kosten verbonden aan de uitvoering van het gemeentelijke rioleringsplan. Als het gaat om de aanleg van gemeentelijke riolering in openbaar gebied zal geen bijdrage van de eigenaren van percelen in rekening worden gebracht. Daarbij geldt dus het solidariteitsprincipe als uitgangspunt. Uiteraard zal de riolering op eigen terrein wel door de eigenaar moeten worden betaald.
Programmaplan 2013, pagina 8
Programmaplan 2013, pagina 9
Programma: Portefeuillehouder: Sector:
13 Bouwgrondexploitatie Wethouder Nootebos Grondgebiedzaken
Producten: 131 Onderhanden werk 132 Gronden nog niet in exploitatie genomen Algemeen beleidsdoel: Ter uitvoering van het ruimtelijke beleid verwerven, beheren, bouw- en woonrijp maken en uitgeven van gronden voor woningbouw, bedrijven en overige voorzieningen. Specifieke Beleidsdoelen: De voor woningbouw, bedrijven en overige voorzieningen (bijvoorbeeld centrumvoorzieningen) bestemde gronden bouw- en woonrijp maken en uitgeven. Dit betekent dat gronden die in produktie genomen gaan worden zodanig worden bewerkt dat deze grond geschikt wordt voor bebouwing. Bewerkingen ten behoeve van het bouwrijp maken kunnen zijn: sloop van opstallen, dempen van sloten, egalisatie van grond, aansluiting op het rioolstelsel, aanleg van bestrating, verlichting, brandkranen en dergelijke. In de periode tussen verwerving en exploitatie worden de gronden/objecten zo rendabel mogelijk beheerd, vaak door middel van tijdelijke verhuur of in gebruik geven. Het beheer van landerijen is in handen gegeven van een rentmeesterskantoor. Beleidskaders: Wet ruimtelijke ordening (met name het onderdeel Grondexploitatie) en Nota Grondbeleid. Maatschappelijke effecten: wat willen we bereiken in het begrotingsjaar /de raadsperiode? Mede als gevolg van de economische crisis zijn de inspanningen nu vooral gericht op de voortgang van de bouwactiviteiten in plan Oosterweed. Met de bouw van de appartementen langs de laagwatersloot is in september een start gemaakt. Hierna kan een start worden gemaakt met het uitwerken van het “pareltje” van het plan, de boulevard. De eerste woningen in de 3e fase zijn inmiddels gebouwd en gerelateerd aan de verkoop wordt dit verder ontwikkeld. De uitwerking van de plannen gebeuren binnen de kaders zoals die door de gemeenteraad zijn vastgesteld. De gemeente heeft alle gronden in het plangebied Oosterweed in eigendom en verzorgt daarom de grondexploitatie volledig zelfstandig. Een tweede project met actieve grondpolitiek betreft de doorontwikkeling van het centrumgebied en vooraluitbreiding van winkelcentrum Streekhof. Ten behoeve van de verdere doorontwikkeling van het centrumgebied worden nog regelmatig gronden en opstallen in het centrumgebied aangekocht. Na vaststelling van de Structuurvisie voor het centrumgebied in oktober 2011, waarbij door de raad de kaders voor de verdere doorontwikkeling van het centrumgebied zijn bepaald, zijn gesprekken gestart met een ontwikkelcombinatie voor het realiseren van een vierde fase van Het Streekhof. Uitgangspunt bij die gesprekken is dat de grondopbrengst voor de gemeente ten minste kostendekkend moet zijn.
Programmaplan 2013, pagina 10
Wat gaan we daarvoor in het begrotingsjaar doen? Samen met de partners wordt fase2 van plan Oosterweed verder afgerond. De gemeente heeft in Oosterweed totaal 48 bouwkavels uit te geven. Medio 2012 zijn nog 8 kavels beschikbaar. Op een aantal van deze kavels is inmiddels “vrijblijvend” een optie genomen. Met de ontwikkelaars en de kopers van de vrije kavels zijn sluitende afspraken gemaakt over levering van kavels en betaling van koopsommen waardoor negatieve effecten op de grondexploitatie vanwege renteverliezen beperkt blijven. In vervolg op o.a. het rapport van BRO “Centrumvisie & versterking winkelcentrum Het Streekhof” van 20 januari 2009 heeft medio 2010 een beeldvormende vergadering plaatsgevonden met commissie- en raadsleden. Nadien is voortvarend gewerkt aan een herziening van deze visie in de vorm van een Structuurvisie voor het centrumgebied. Deze structuurvisie is in oktober 2011 door de gemeenteraad vastgesteld. Het streven is om na vaststelling van de structuurvisie te komen tot een bestemmingsplan voor dit gebied en om de uitvoering van de eerste bouwstroom in fase 4 mogelijk te maken. Deze fase 4 wordt gerealiseerd op gronden die al eigendom zijn van de gemeente, wat de exploitatie ten goede komt. Voor de strip ten oosten van het toekomstig sociaal-cultureel centrum Het Postkantoor zullen 3 bouwkavels uitgegeven gaan worden. Hier wordt de mogelijkheid geboden om naast wonen ook een maatschappelijke invulling te realiseren. Voor de lokaties Molen Ceres, De Zwaan en Princensluis worden stedenbouwkundige plannen uitgewerkt en beschikbaar gehouden om deze plannen, afhankelijk van de marktomstandigheden, in ontwikkeling te brengen. Met name voor Molen Ceres dient in het huidige jaar (lees 2013), als gevolg van de definitieve besluitvorming, procedureel geregeld te worden om in 2014 tot uitvoering over te gaan. Het stedenbouwkundige plan voor Princensluis dient nader uitgewerkt te worden en ter besluitvorming voorgelegd te worden aan de gemeenteraad. In 2012 is door de gemeente voorts nog de lokatie Op/maat aangekocht. Voorafgaand aan deze aankoop heeft overleg plaats gevonden met De Woonschakel over mogelijke realisering van appartementen op deze locatie. Doel van deze gesprekken was ook omzicht te hebben op dekking van de kosten van aankoop. Bij behandeling van het voorstel tot aankoop in de gemeenteraad is door de raad in meerderheid de wens uitgesproken ook andere vormen van (private) invulling te onderzoeken.
Programmaplan 2013, pagina 11
Wat mag het kosten? Lasten
Werkelijk 2011
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
131 Onderhanden werk 132 Gronden nog niet in exploitatie genomen
2.116.846 10.063
2.051.495 9.853
1.821.992 10.588
1.821.992 10.588
1.821.992 10.588
1.821.992 10.588
13
2.126.909
2.061.348
1.832.580
1.832.580
1.832.580
1.832.580
-
-
-
-
-
-
Totaal lasten
2.126.909
2.061.348
1.832.580
1.832.580
1.832.580
1.832.580
Baten 131 Onderhanden werk 132 Gronden nog niet in exploitatie genomen
4.056.275 365.371
1.952.070 36.771
1.697.875 51.000
1.697.875 51.000
1.697.875 51.000
1.697.875 51.000
13
Totaal baten
4.421.646
1.988.841
1.748.875
1.748.875
1.748.875
1.748.875
Baten incidenteel
-
-
-
-
-
-
Totaal lasten Totaal baten
2.126.909 4.421.646
2.061.348 1.988.841
1.832.580 1.748.875
1.832.580 1.748.875
1.832.580 1.748.875
1.832.580 1.748.875
Saldo
2.294.737-
72.507
83.705
83.705
83.705
83.705
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel
257.115 2.000.000
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
72.507
83.705
83.705
83.705
83.705
Bestaand beleid
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel
Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel Netto saldo
37.622-
Beslag van dit programma op de algemene middelen in 2013 wordt geraamd op € 83.705.
Programmaplan 2013, pagina 12
Programma: Portefeuillehouder: Sector:
16 Bouwen, wonen, milieu & handhaving Wethouder Nootebos/wethouder Zwaan Grondgebiedzaken
Producten: 161 Afvalinzameling 162 Milieubeheer 163 Woningbouw Algemene beleidsdoelen: Het bevorderen van een goede afvalinzameling tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten. Het bevorderen van een goed woon-, werk- en leefmilieu. Het bevorderen van optimale kwaliteit van de bebouwing. Specifieke beleidsdoelen: Afvalinzameling Duurzaam afvalbeleid. Afvalscheiding aan de bron en matiging van kostenstijging. Inzamelpercentages in overeenstemming met landelijke doelstellingen. Milieubeheer In het jaar 2013 komen tot een klimaatvisie 2013-2016 en aan de hand hiervan een klimaatuitvoeringsprogramma vaststellen. Het implementeren van de vastgestelde regionale bodemkwaliteitskaart, bodemfunctieklassenkaart en bodembeheernota. Voor 1 juli 2013 de bodemkwaliteitskaart in regionaal verband aanvullen met de stoffen barium, cobalt, molybdeen en PCB‟s conform het nieuwe analysepakket. Uitvoering van milieutaken op adequaat niveau houden. Blijven voldoen aan de kwaliteitscriteria inzake professionalisering milieuhandhaving. Terugdringen van aantal milieuovertredingen. Uitgaande dat één Regionaal Uitvoeringsdienst (RUD) is opgericht per 1 januari 2013, de basistaken milieu overdragen aan de RUD en voor de overige milieutaken de invulling c.q. werkverdeling opnieuw in ogenschouw nemen. In het jaar 2013 komen tot een visie “Hoe gaan wij om met asbest in onze gemeente?”. Eén en ander ingegeven door de notitie “Asbestsanering in Stede Broec” die in juni 2012 is behandeld in de raadscommissie GGZ. Woningbouw De bouw- en woningtechnische kwaliteit alsmede de beeldkwaliteit van de gebouwde omgeving bewaken en handhaven. Blijven inspelen op de veranderingsbehoefte als gevolg van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO). Deelname in de regionaal kwaliteitskring vergunningen.
Programmaplan 2013, pagina 13
Beleidskaders: Wettelijke zorgplicht inzameling huishoudelijk afval, Gemeenschappelijke Regeling Centraal Afvalverwijderingsbedrijf West-Friesland raadsbesluit 4 december 2003, Regionale Afvalstoffenverordening, Verordening Afvalstoffenheffing 2002, landelijk programma Gescheiden inzamelen van Huishoudelijk Afval (GIHA), Landelijk Afval Beheerplan (LAP), Stimuleringsprogramma Afvalscheiding en Preventie van huishoudelijk afval (STAP), De Wet Milieubeheer, de Provinciale Milieuverordening, het werkprogramma van de Milieudienst Westfriesland, de APV, de Wet bodembescherming, Besluit Bodemkwaliteit, de Wet Geluidhinder en andere milieuwetgeving, het uitvoeringsprogramma VROM en Bouwen; Bouwstoffenbesluit; Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), Woningwet, Bouwbesluit, Bouwverordening, Welstandsnota Stede Broec, Wet op de Ruimtelijke Ordening, Regionale kwaliteitskring vergunningen, Afvalbeleidsplan CAW; Maatschappelijke effecten: wat willen we bereiken in het begrotingsjaar? Afvalinzameling Doelstellingen afvalscheiding halen. Duurzaam afvalbeleid. Milieubeheer Adequaat niveau van uitvoering alle milieutaken. 100% voldoen aan de kwaliteitscriteria inzake professionalisering milieuhandhaving. Minder milieuovertredingen. Woningbouw 100% van de verguningverlening binnen de gestelde termijnen. Optimale kwaliteit nastreven en de regionale kwaliteitskring vergunningen versterken. WABO-processen blijven optimaliseren. Wat gaan we daarvoor in het begrotingsjaar doen? Afvalinzameling Duurzaam afvalbeleid. De zeven CAW-gemeenten (Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec) hebben samen met energie- en afvalnutsbedrijf HVC een afvalbeleidsplan opgesteld. Dit beleidsplan voorziet in een gezamenlijke duurzame aanpak van afval waarbij service, milieurendement en kostenefficiency centraal staan. De hoofddoelstelling in het afvalbeleidsplan is om met een milieuverantwoord afvalbeheer een bijdrage te leveren aan een duurzame leefomgeving. Door meer afvalstromen brongescheiden (bij de huishoudens) in te zamelen, wordt de milieudruk verminderd. Hierdoor komen meer huishoudelijke afvalstromen beschikbaar voor hoogwaardig hergebruik en zijn er minder primaire grondstoffen nodig. Op 16 april jl. is het Afvalbeleidsplan CAW gemeenten (ABP) door het CAW bestuur ongewijzigd vastgesteld. In het afvalbeleidsplan is per afvalstroom een analyse gemaakt van de huidige situatie en worden maatregelen voorgesteld om de ambities voor 2016 te realiseren. Gedurende de planperiode worden de maatregelen verder uitgewerkt in meerdere uitvoeringsplannen die door HVC en de CAW gemeenten tot uitvoering worden gebracht.
Programmaplan 2013, pagina 14
Doelstellingen afvalscheiding halen Overleg met HVC inzameling over doelstellingen afvalscheiding en de daarbij te gebruiken middelen en regelmatig voorlichting hierover. Een en ander conform het vastgestelde afvalbeleidsplan. Milieubeheer Klimaatbeleid Verder uitvoering geven aan de ingezette weg qua klimaatbeleid. Adequaat niveau van uitvoering milieutaken Het uitvoeren van de geplande milieuactiviteiten verwoord in het uitvoeringsprogramma Vrom en Bouwen en Integrale Handhaving. 100% voldoen aan de kwaliteitscriteria inzake professionalisering milieuhandhaving Het opstellen en uitvoeren van het uitvoeringsprogramma VROM en Bouwen en het Integraal Handhavingprogramma 2013. Minder milieuovertredingen De handhavingstrategie voortzetten. Woningbouw 100% van de vergunningverlening binnen de gestelde termijnen Met behulp van het registratiepakket de termijnen bewaken. Optimale kwaliteit nastreven en de regionale kwaliteitskring vergunningen versterken De kwaliteit van de vergunningverlening optimaliseren en nagaan waar onze sterke en verbeterpunten liggen. Uitvoering geven aan het regionale werkplan van de kwaliteitskring vergunningen. 100% Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)-proof De burgers en bedrijven informeren en begeleiden bij het aanvragen van een omgevingsvergunning. Duidelijke en werkbare afspraken maken tussen de verschillende discipline die belast zijn met de uitvoering en dit regelmatig evalueren.
Programmaplan 2013, pagina 15
Wat mag het kosten? Lasten
Werkelijk 2011
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
161 Afvalinzameling 162 Milieubeheer 163 Economische zaken
2.403.608 813.784 113.174
2.292.978 661.984 100.761
2.341.177 741.369 112.048
2.341.177 741.369 112.048
2.341.177 741.369 112.048
2.341.177 741.369 112.048
16
3.330.566
3.055.723
3.194.594
3.194.594
3.194.594
3.194.594
136.095
-
-
-
-
-
Totaal lasten
3.466.661
3.055.723
3.194.594
3.194.594
3.194.594
3.194.594
Baten 161 Afvalinzameling 162 Milieubeheer 163 Economische zaken
2.377.277 2.194 27.858
2.311.941 23.567
2.344.002 7.459 29.415
2.344.002 7.459 29.415
2.344.002 7.459 29.415
2.344.002 7.459 29.415
16
Totaal baten
2.407.329
2.335.508
2.380.876
2.380.876
2.380.876
2.380.876
Baten incidenteel
116.739
-
-
-
-
-
3.466.661 2.524.068
3.055.723 2.335.508
3.194.594 2.380.876
3.194.594 2.380.876
3.194.594 2.380.876
3.194.594 2.380.876
Saldo
942.593
720.215
813.718
813.718
813.718
813.718
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel
20.000 347.357
29.000 -
29.000 -
29.000 -
29.000 -
29.000 -
Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel
64.600 382.183
10.000 -
10.000 -
10.000 -
10.000 -
10.000 -
Netto saldo
863.167
739.215
832.718
832.718
832.718
832.718
Bestaand beleid
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel
Totaal lasten Totaal baten
Beslag van dit product op de algemene middelen in 2013 wordt geraamd op € 832.718.
Programmaplan 2013, pagina 16
Kengetallen: Raming 2013
Raming 2012
Werkelijk 2011
Prestaties: Totaal ingezameld afval (ton) per inwoner Totaal gescheiden ingezameld afval (ton) per inwoners
612
625
602
390
385
366
110 95
110 100
282 144
Aantal omgevingsvergunningen: activiteit bouwen activiteit strijdig gebruik activiteit sloop activiteit brandveilig gebruik activiteit milieu activiteit monument activiteit reclame
75 40 10 4 1 2 5
90 35 20 8 1 2 5
-
Woningen gerealiseerd/toegevoegd Woningen gesloopt/onttrokken
90 21
125 5
85 5
Milieucontroles Milieuovertredingen
Raming 2013
Raming 2012
Werkelijk 2011
Verhoudingsgetallen: Totaal gescheiden ingezameld in % Aantal overtredingen per controle
62 1,0
63 1,1
61 1,2
Tarief afvalstoffenheffing Meerpersoonshuishoudens Eénpersoonshuishoudens
nnb nnb
€ 283,20 € 204,00
€ 279,96 € 200,04
Inrichtingen met melding Inrichtingen met vergunning
253 7
280 7
260 7
Kwantitatieve gegevens:
Programmaplan 2013, pagina 17
Programma: Portefeuillehouder: Sector:
17 Ruimtelijke ordening, volkshuisvesting & economische zaken Wethouder Nootebos/ wethouder Zwaan Grondgebiedzaken
Producten: 171 172 173 174
Ruimtelijke Ordening Economische Zaken Stadsvernieuwing Volkshuisvesting
Algemene beleidsdoelen: Het bevorderen van de ruimtelijke kwaliteit door middel van het op- en vaststellen van ruimtelijkeplannen. De structuurvisie voor het hele grondgebied van de gemeente kijkt op hoofdlijnen zo ver mogelijk vooruit en geeft in samenhang met alle beleidsvelden de ontwikkelingsrichting aan. Dit beleidsdocument vereist een groot draagvlak bij bewoners, belanghebbende organisaties/verenigingen en ondernemers. Door het actueel houden van de bestemmingsplannen worden ruimtelijke kaders gegeven om het gebruik en inrichting van de grond en de bebouwing duurzaam in stand te houden en waarnodig te verbeteren. Het zo optimaal mogelijk benutten van de schaarse grond. Bewaken van het huidige vitale Landelijke Gebied en zorg dragen dat het huidige agrarische gebruik voortgezet kan worden, evt. aangevuld met een al dan niet agrarische nevenfunctie.Zorg dragen voor een strikte scheiding tussen wonen en het stedelijke gebied en agrarische functie in het Landelijk gebied.Het bevorderen van de werkgeledenheid in regionaal perspectief en het zo mogelijk terugdringen van arbeidsforensisme. Het versterken van de voor de streek kenmerkende dorpslinten door tijdig dreigende verloedering te stoppen en maatregelen te treffen door middel van vernieuwbouw en/of herinrichting van de openbare ruimte. Tijdig plannen maken voor verouderende woongebieden in overleg met de betrokkenen ten einde verval te voorkomen en zonodig overgaan tot herstel met handhaving van de stedenbouwkundige structuur. Naast de aandacht voor de huisvestingsbehoefte van de gezinnen bijzondere aandacht besteden aan nieuwe woonvormen voor jong en oud, onvolledige gezinnen, aangepaste woningen voor mensen met beperkingen en woon-werk-woningen. Een en ander in overeenstemming met de in de regio gemaakte afspraken (VVRE). Specifieke beleidsdoelen: Ruimtelijke ordening Opstellen van een Toekomstvisie voor het hele grondgebied van de gemeente. Herziening (actualisering) en digitalisering van bestemmingsplannen ouder dan 10 jaar (voldoen aan wetgeving vóór juli 2013). Stadsvernieuwing Nader uitwerken en uitvoeren van de ISV-3 notitie (Wet Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing) vindt plaats in de periode 2010-2014 onder andere door middel van door de provincie hiervoor gereserveerde gelden. Op initiatief van De Woonschakel Westfriesland wordt in Bovenkarspel-Zuid een aantal blokken woningen gesloopt en teruggebouwd in andere vorm en aantallen. Volkshuisvesting Ontwikkelen van woningbouwplannen in samenwerking met marktpartijen waaronder De Woonschakel Westfriesland.
Programmaplan 2013, pagina 18
Economische zaken Instandhouden weekmarkt. Ondersteunend bij het vestigen van nieuwe dan wel het verplaatsen en/of uitbreiden van bestaande bedrijven en/of winkels, al dan niet in samenwerking met Ontwikkelingsbedrijf Noord Holland Noord. Regelmatige contacten en overleg met ondernemers. De laatste hand leggen aan het actualiseren van het bestemmingsplan “Centrale Zone”. Uitvoering geven aan het gestelde Beeldkwalitietsfonds voor ondernemers gelegen in de Centrale Zone. Op regionale schaal afstemmen van de vraag en aanbod van bedrijventerreinen, dit om leegstand en overaanbod te voorkomen. Op regionale schaal afstemmen van de vraag en aanbod van bedrijventerreinen, dit om leegstand en overaanbod te voorkomen. Beleidskaders: Wet Ruimtelijke Ordening, Nota Ruimte, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland-Noord, Bestemmingsplannen en structuurvisies, Beleidsnota huisvesting buitenlandse werknemers, Planschadeverordening, Beleidsnotitie Milieutoetsen bij bestemmingsplanprocedures, Woningwet, Bouwbesluit, Bouwverordening, Welstandsnota Stede Broec, Huisvestingswet en Huursubsidiewet, Marktverordening, Marktgeldverordening, deelname aan het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord, Regionale detailhandelsvisie. Maatschappelijke effecten: Wat willen we bereiken in het begrotingsjaar / de raadsperiode? Ruimtelijke ordening Het herzien/actualiseren/vaststellen van de bestemmingsplannen “Centrale Zone” en “Stede Broec Zuid”. Het vaststellen van de beheersverordening voor “Stede Broec Noord”. Het digitaliseren en actualiseren van bestemmingsplannen. Het vaststellen van het bestemmingsplan “Centrum”. Het vaststellen van de toekomstvisie Stede Broec 2030. Het vaststellen van een Regionale Structuurvisie/Gebiedsagenda West Friesland. Stadsvernieuwing Realisatie sociale woningbouw (met name jongeren- en ouderenhuisvesting) in bestaand stedelijk gebied onder andere met inzet van ISV-gelden. Volkshuisvesting Het maken van integrale prestatieafspraken met de Woonschakel Westfriesland. Economische zaken Werkgelegenheid binnen onze gemeente cq. in de regio handhaven en waar mogelijk bevorderen. In VVRE-verband (portefeuillehoudersoverleg Volkshuisvesting, Verkeer en Vervoer, Ruimtelijke ordening en Economische zaken) op regionaal niveau samenwerken met betrekking tot verkeer en vervoer, ruimtelijke ordening en economie. Duurzaam beheer bedrijventerrein Centrale Zone.
Programmaplan 2013, pagina 19
Wat gaan we daarvoor in het begrotingsjaar doen? Ruimtelijke ordening Herziening bestemmingsplan Meerdere bestemmingsplannen worden geactualiseerd en herzien, te weten “Centrale Zone” en “Stede Broec Zuid”. Tevens zijn een aantal „kleinere‟ bestemmingsplannen in de maak. Volgend op de structuurvisie Centrum een aanzet geven tot het bestemmingsplan Centrum. Voor Stede Broec Noord wordt de hand gelegd aan een beheersverordening. Dit is in dit gebied mogelijk daar er geen ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien. De toekomstvisie Stede Broec 2030 wordt in samenspraak met de inwoners en belanghebbende organisaties/verenigingen opgesteld. Digitalisering van bestemmingsplannen Digitalisering is een proces wat gelijkertijd met de herziening van bestemmingsplannen wordt opgepakt. De digitalisering loopt conform planning wat betekent dat wij voldoen aan de wettelijke termijn van 1 juli 2013. Gemeentelijk monumentenbeleid Sinds 2010 zijn er 23 gemeentelijke monumenten aangewezen. Na deze derde etappe bestaat de gemeentelijke monumentenlijst uit 28 panden. Er volgt geen nieuwe beschrijvingsronde. Alleen bij individuele gevallen zal er incidenteel advies worden gevraagd aan de erfgoedcommissie om een pand aan te wijzen als gemeentelijk monument. Inpassingsplan N23 Westfrisiaweg Onder leiding van de provincie i.c. het daartoe ingestelde projectbureau wordt vanuit de gemeente deelgenomen aan het overleg over inpassing in het landschap en in het daartoe op te stellen provinciale inpassingsplan voor opwaardering van het tracé van de N23 Westfrisiaweg. Stadsvernieuwing Wet Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) De in 2010 vastgestelde ISV-3 notitie wordt uitgevoerd in de periode 2010-2014. Bestaand Stedelijk Gebied Samen met marktpartijen, waaronder de Woonschakel Westfriesland, worden woningbouwplannen ontwikkeld die moeten leiden tot specifieke aandacht voor ouderen- en jongerenhuisvesting, betaalbare huurwoningen en starterswoningen in de koopsector. Volkshuisvesting Prestatieafspraken Voor meerdere jaren zijn prestatieafspraken vastgelegd tussen De Woonschakel Westfriesland en de gemeente. De afspraken die gemaakt worden zijn o.a. huisvesten van bepaalde doelgroepen, kwaliteit van woningbezit, betrekken huurders bij beheer, financiële continuïteit van de corporatie, wonen en zorg, etc. Jaarlijks vindt er met de directie van de Woonschakel een mondelinge evaluatie plaats van de uitvoering. Economische zaken Werkgelegenheid Het subsidiëren van instanties en deelnemen aan overleggingen. Mede als gevolg hiervan wordt getracht de werkgelegenheid te verbeteren. Ter stimulering van de werkgelegenheid wordt gewerkt aan een modern en vitaal bedrijventerrein en wordt een start gemaakt met de uitbreiding van WC Streekhof. Daarnaast wordt éénmaal per jaar een periodiek overleg belegd tussen de gemeente en ondernemers in Stede Broec. Om geen overaanbod van bedrijventerreinen te krijgen in de regio wordt regionaal afgestemd wat de behoefte is aan nieuwe terreinen. Met behulp van de monitor bedrijventerreinen wordt inzicht verkregen in deze gegevens en wordt gestuurd op de programmering in VVRE verband.
Programmaplan 2013, pagina 20
VVRE Op regionaal niveau samenwerken met betrekking tot verkeer en vervoer, ruimtelijke ordening en economie. Meerdere keren per jaar vinden er zowel ambtelijke als bestuurlijke bijeenkomsten plaats. Een van de speerpunten is het opstellen van een regionale structuurvisie en een regionale economische visie. Winkelcentrum Streekhof Voor het WC Streekhof wordt gewerkt aan het bestemmingsplan Centrum om uiteindelijk te komen tot de vaststelling hiervan door de gemeenteraad. Centrale Zone Als gevolg van de revitalisering van bedrijventerrein Centrale Zone is in 2012 een vorm van duurzaam beheer opgestart. Er is een werkgroep in het leven geroepen welke bestaat uit vertegenwoordigers vanuit de ondernemers, gemeente en politie. De werkgroep ziet toe op een duurzaam beheer van het bedrijventerrein en zet zonodig in overleg acties uit daar waar nodig. In 2013 zal deze werkgroep verder handen en voeten worden gegeven. Door de ingezette revitalisering door de gemeente en de verkregen subsidie vanuit de provincie Noord-Holland zijn in 2012 enkele mooie doelen bereikt. Enkele leegstaande perceleen zijn opnieuw ingevuld, er is een start gemaakt met het inrichtingsplan. In 2013 wordt aan met name het inrichtingsplan verder uitvoering gegeven. Gebiedsontwikeling Krabbersplaat/Broekerhaven Volgen van de ontwikkelingen Markermeer – IJmeer en het onderhouden van de gelegde contacten tijdens de eerste verkennende bijeenkomst in 2011. Daar waar mogelijk wegen bewandelen om deze gebiedsontwikkeling op de kaart te zetten voor provincie/Rijk. Wat mag het kosten? Lasten 171 172 173 174
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
366.920 150.111 27.361 29.983
396.042 172.011 28.309 29.278
436.354 178.272 32.302 32.439
436.354 178.272 32.302 32.439
436.354 178.272 32.302 32.439
436.354 178.272 32.302 32.439
574.375
625.640
679.367
679.367
679.367
679.367
65.758
-
-
-
-
-
Totaal lasten
640.133
625.640
679.367
679.367
679.367
679.367
Baten 171 Ruimtelijke ordening 172 Woningbouw 173 Stadsvernieuwing 174 Volkshuisvesting
25.860 287.025 -
10.506 278.780 -
767 316.804 -
767 316.804 -
767 316.804 -
767 316.804 -
17
Totaal baten
312.885
289.286
317.571
317.571
317.571
317.571
Baten incidenteel
50.294
-
-
-
-
-
Totaal lasten Totaal baten
640.133 363.179
625.640 289.286
679.367 317.571
679.367 317.571
679.367 317.571
679.367 317.571
Saldo
276.954
336.354
361.796
361.796
361.796
361.796
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel
39.238 412.418
25.000 -
25.000 -
25.000 -
25.000 -
25.000 -
Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel
400.000
-
-
-
-
-
Netto saldo
328.610
361.354
386.796
386.796
386.796
386.796
17
Ruimtelijke ordening Woningbouw Stadsvernieuwing Volkshuisvesting
Werkelijk 2011
Bestaand beleid
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel
Beslag van dit programma op de algemene middelen in 2013 wordt geraamd op € 386.796.
Programmaplan 2013, pagina 21
Kengetallen: Raming 2013
Raming 2012
Werkelijk 2011
Prestaties: Aantal geldende bestemmingsplannen
25
50
46
Aantal ontheffingen/afwijkingen
10
10 1
37 -
1.900 4.400
2.000 4.500
1.926 4.401
€ 400
€ 400
€ 549
67 33
67 33
67 33
25
50
46
Aantal bedrijfsvestigingen per 1-1 Aantal werkzame personen (>15 uur) Verhoudingsgetallen: Kosten stedenbouwkundige per bestemmingsplan % koopwoningen % huurwoningen
Kwantitatieve gegevens: Aantal bestemmingsplannen digitaal Aantal goedgekeurde agrarische bouwblokken Aantal tijdelijke ontheffingen/ Afwijkingen Aantal woonruimten
3
2
3
3 9.127
5 9.000
3 8.989
Bijdrage per inwoner Ontwikkelingsbedrijf
€ 1,85
€ 2,04
€ 2,00
*) Medio 2010 zijn binnen het handelsregister gegevens specifieker vastgelegd en uitgesplitst. De toename vanaf 2010 is hier mede een gevolg van.
Programmaplan 2013, pagina 22
Programma: Portefeuillehouder: Sector:
21 Burgerzaken Burgemeester Publiekszaken
Producten: 211 Burgerzaken Algemene beleidsdoelen: Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA), burgerlijke stand, reisdocumenten, verklaringen omtrent gedrag (VOG), rijbewijzen, verkiezingen en referenda, naturalisatie en nationaliteitsrecht, Centraal Registratie en Inlichtingen Bureau (CRIB) en begraafplaatsadministratie. Specifieke beleidsdoelen: Dienstverlening Dienstverlening staat centraal binnen het taakveld Burgerzaken. Het taakveld werkt aan een zo optimaal mogelijke dienstverlening door het zo goed mogelijk leveren van hoogwaardige produkten op basis van klantvriendelijkheid, zorgvuldigheid, service en tijdigheid. Kwaliteitssysteem Burgerzaken Westfriesland (regionale kwaliteitszorg) Meeparticiperen in het regionale kwaliteitsoverleg. Beleidskaders: Uitvoering van wettelijke verplichtingen en gedeeltelijk autonoom beleid (dienstverlening en burgerlijke stand). Maatschappelijke effecten: Wat willen we bereiken in het begrotingsjaar/de raadsperiode? Een klantgerichte houding voor alle klanten. Doelstelling is een efficiënt aanbod van producten en een betrouwbaar basissysteem. Deze doelstelling is in de volgende subdoelstellingen verdeeld. GBA Het actueel houden van de gemeentelijke basisadminstratie en de bewaking van de kwaliteit. Voldoen aan de normering gesteld door het ministerie van binnenlandse zaken (BPR). Verdere invoering van de basisregistratie personen in combinatie met de modernisering GBA. Burgerlijke stand Vanaf september 2012 is de locatie Het Postkantoor de trouwlocatie van de gemeente. De eerste huwelijken hebben daar inmiddels plaatsgevonden. VOG Het elektronisch aanvragen van een Verklaring omtrent Gedrag is in ontwikkeling. Mensen hoeven dan niet meer naar het gemeentehuis. Het leges van de elektronische VOG wordt lager. Het ministerie wil zo het gebruik van de VOG stimuleren. Digitale dienstverlening Actueel houden van de website. Verbeteren digitale formulieren. Kwaliteitssysteem Burgerzaken Westfriesland (regionale kwaliteitszorg) In regionaal verband acties ondernemen ter verhoging van de kwaliteit. De doelstellingen zijn opgenomen in een regionaal werkplan.
Programmaplan 2013, pagina 23
Wat gaan we daarvoor in het begrotingsjaar doen? Actueel houden van de GBA en bewaking kwaliteit van de gegevens De vierde cyclus GBA-audit loopt af op 1 juli 2013. De bedoeling is dat de wet Basisregistratie Personen (BRP) dan ingaat, maar zeker is dat nog niet. Als de wet BRP ingaat wordt de audit uitgevoerd in de vorm van een zelfevaluatie instrument. Het reglement, de verordening en beheerregeling moet BRP proof gemaakt worden. Gebruik van een beveiligingshandboek en controleprogramma‟s blijft hetzelfde. Burgerlijke stand Vooruitlopend op de nog in te voeren landelijke wetgeving is gemeente Stede Broec al gestart met het afschaffen van het overleggen van documenten met de aangifte van huwelijk of geregistreerd partnerschap. Het digitaal doen van aangiften is landelijk in ontwikkeling. De ervaring tot op heden is positief, wat betekent dat processen efficiënter worden doorlopen. Digitale dienstverlening De digitale producten en diensten van Burgerzaken worden actueel gehouden op de website. Door digitale formulieren te optimaliseren sluit de dienstverlening beter aan op de wensen van onze gebruikers. Dit onderdeel maakt deel uit van het project “naar een betere dienstverlening in 2015”. Voor een beschrijving hiervan verwijzen wij u naar de bedrijfsvoeringsparagraaf. Kwaliteitssysteem Burgerzaken Westfriesland (regionale kwaliteitszorg) In regionaal verband acties ondernemen om de kwaliteit te verhogen. Beoordelen en uitwerken van standaardbrieven voor de regio. Wat mag het kosten? Lasten
Werkelijk 2011
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
211 Burgerzaken
641.858
680.733
733.432
733.432
733.432
733.432
21
641.858
680.733
733.432
733.432
733.432
733.432
1.993
-
-
-
-
-
Totaal lasten
643.851
680.733
733.432
733.432
733.432
733.432
Baten 211 Burgerzaken
261.373
357.484
351.155
351.155
351.155
351.155
21
Totaal baten
261.373
357.484
351.155
351.155
351.155
351.155
Baten incidenteel
-
-
-
-
-
-
Totaal lasten Totaal baten
643.851 261.373
680.733 357.484
733.432 351.155
733.432 351.155
733.432 351.155
733.432 351.155
Saldo
382.478
323.249
382.277
382.277
382.277
382.277
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel
-
-
-
-
-
-
Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel
-
-
-
-
-
-
382.478
323.249
382.277
382.277
382.277
382.277
Bestaand beleid
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel
Netto saldo
Beslag van dit programma op de algemene middelen in 2013 wordt geraamd op € 382.277.
Programmaplan 2013, pagina 24
Kengetallen: Raming 2013
Raming 2012
Werkelijk 2011
Prestaties: Aantal huwelijken en partnerregistraties Aantal reisdocumenten en rijbewijzen Naturalisatie en optie Kwantitatieve gegevens: Aantal inwoners per 1 januari
90 6.200
90 6.500
79 6.625
20
15
20
21.500
21.470
21.468
Programmaplan 2013, pagina 25
Programma: Portefeuillehouder: Sector:
22 Onderwijs & jeugdbeleid Wethouder Groot Publiekszaken
Producten: 221 222 223 224 225
Onderwijs Algemeen Basisonderwijs Speciaal Onderwijs Voortgezet Onderwijs Lokaal Jeugdbeleid
Algemene beleidsdoelen: Het scheppen van de juiste voorwaarden die de jeugd stimuleren optimaal van het onderwijsaanbod gebruik te maken en de kwaliteit van het onderwijsaanbod te verbeteren. Daarnaast bevorderen we de samenhang in het lokaal preventief jeugdbeleid en het lokaal onderwijsbeleid. Maatschappelijke effecten: wat willen we bereiken in het begrotingsjaar? Lokaal onderwijsachterstandenbeleid en Wet OKE In het kader van het Onderwijsachterstandenbeleid is het een verplichting om binnen het onderwijsveld een lokale educatieve agenda (LEA) op te stellen. Met schoolbesturen basisonderwijs, GGD, bibliotheek, kinderopvang (BSO, kinderdagverblijf en peuterzpeelzalen) en zorginstellingen wordt nadere invulling gegeven aan deze LEA, m.n. op het gebied van preventie op (onderwijs)achterstand. Het accent ligt daarbij op taalontwikkeling in de voor- en vroegschoolse educatie (VVE) en de doorgaande lijn naar de basisscholen. De kinderopvang, die als eerste aan ontwikkelingsachterstand kan werken, verbetert in toenemende mate de kwaliteit van de leidsters in samenwerking met de lokale partners. Onderwijsbegeleiding Onderwijsbegeleiding dient om het onderwijs te versterken en komt ten goede aan de zorgstructuur in het basisonderwijs. Met de omliggende gemeenten, partners in het samenwerkingsverband Weer Samen Naar School (WSNS) “De Streek”, is besproken welke financiële middelen voor onderwijsbegeleiding beschikbaar gesteld worden. De schoolbesturen kopen zelf ook onderwijsbegeleiding in bij het Samenwerkingsverband met behulp van rijksmiddelen. In 2014 zal de fusie van de drie samenwerkingsverbanden in Westfriesland een feit zijn. Dan ook wordt een gezamenlijke subsidie-aanvraag ingediend, waarbij er naar gestreefd wordt de zorgstructuur, waar we nu zo trots op zijn, intact te laten. Leerplichtaangelegenheden Binnen SED zijn er in 2012 een aantal doelstellingen gerealiseerd en in praktijk gebracht voor een betere samenwerking: voorbeelden hiervan zijn formele mandatering, beëdigd zijn in de drie SED gemeenten en onderlinge vervanging van werkzaamheden. De SED samenwerking zal verder versterkt worden door het opstellen van een gezamenlijk jaarverslag. Op grond van de leerplichtwet zijn gemeenten verplicht om een jaarverslag te maken. In deze wet staat dat door burgemeester en wethouders verslag wordt gedaan aan de gemeenteraad over het gevoerde leerplichtbeleid. Lokaal Jeugdbeleid De Kadernotitie aanpak Jeugd, Alcohol en Drugs 2012 - 2015 zal in 2013 nader ingevuld worden. De kadernotitie is het resultaat van afspraken uit de samenwerkingsovereenkomst met de Minister van Veiligheid en Justitie over het voortzetten van de aanpak van het alcoholprobleem in heel Noord-Holland Noord. De kadernotitie laat een voortzetting zien van het project jeugd, alcohol en drugs zoals dat gestart is in 2007 en beslaat de periode 2012-2015.
Programmaplan 2013, pagina 26
Er is sprake is van zorgelijk alcoholgebruik op jonge leeftijd, een toenemend aantal harddrugsincidenten en toenemende criminalisering en verharding in de hennepteelt. Met de komst van de nieuwe Drank- en Horecawet komt er een prominentere rol van de gemeente waar uitvoering aan gegeven moeten worden. Wat gaan we daarvoor in het begrotingsjaar doen? Onderwijsbeleid Met partners in het werkveld (schoolbesturen, kinderopvang, GGD, Bibliotheek, Welzijn etc.) wordt regelmatig overleg gevoerd om passende oplossingen voor concrete vraagstellingen te kunnen vinden en draagvlak te creëren voor het beleid. In 2013 is de focus gericht op de gevolgen van krimp en op de verbetering van de kwaliteit van het aanbod. Lokaal Jeugdbeleid Het lokaal jeugdbeleid voorziet in beleid dat de ontwikkeling van de diverse doelgroepen stimuleert met behulp van sport, cultuur en ontmoeting - en zodoende een preventieve werking uitoefent op gezondheids – of sociale problemen bij de jeugd. Centrum voor Jeugd en Gezin Stede Broec Het Centrum voor Jeugd en Gezin voldoet ruimschoots aan haar taak om de diverse partijen bij elkaar te brengen die nodig zijn als er problemen ontstaan bij de ontwikkeling van een kind in een gezin. De methodiek Triple P wordt toegepast. Het CJG is laagdrempelig. De samenwerking tussen het lokale welzijnsveld en de jeugdgezondheidszorg zet zich voort in 2013. Vanwege de Transitie Jeugdzorg zullen het CJG en de JGZ meer taken moeten gaan uitoefenen in het lokale werkveld, dat is een reden om een verzoek in te dienen om het budget te mogen verhogen. Wat mag het kosten? Lasten 221 222 223 224 225
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
804.816 536.124 143.014 470.858 409.163
790.641 564.717 161.570 483.255 425.582
774.921 575.289 161.689 491.521 437.482
774.921 575.289 161.689 491.521 437.482
774.921 575.289 161.689 491.521 437.482
774.921 575.289 161.689 491.521 437.482
2.363.975
2.425.765
2.440.903
2.440.903
2.440.903
2.440.903
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel
2.436.036
-
-
-
-
-
Totaal lasten
4.800.011
2.425.765
2.440.903
2.440.903
2.440.903
2.440.903
Baten 221 Onderwijs Algemeen 222 Basisonderwijs 223 Speciaal Onderwijs 224 Voorgezet Onderwijs 225 Lokaal Jeugdbeleid
120.929 48.527 336 19.733 47.886
65.234 63.085 1.750 50.303
60.045 58.867 1.785 51.350
60.045 58.867 1.785 51.350
60.045 58.867 1.785 51.350
60.045 58.867 1.785 51.350
22
Totaal baten
237.411
180.372
172.047
172.047
172.047
172.047
Baten incidenteel
148.198
-
-
-
-
-
Totaal lasten Totaal baten
4.800.011 385.609
2.425.765 180.372
2.440.903 172.047
2.440.903 172.047
2.440.903 172.047
2.440.903 172.047
Saldo
4.414.402
2.245.393
2.268.856
2.268.856
2.268.856
2.268.856
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel
3.439 1.751.812
-
-
-
-
-
Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel
107.670 2.328.707
123.984 -
123.984 -
123.984 -
123.984 -
123.984 -
Netto saldo
3.733.276
2.121.409
2.144.872
2.144.872
2.144.872
2.144.872
22
Onderwijs Algemeen Basisonderwijs Speciaal Onderwijs Voorgezet Onderwijs Lokaal Jeugdbeleid
Werkelijk 2011
Bestaand beleid
Beslag van dit product op de algemene middelen in 2013 wordt geraamd op € 2.144.872.
Programmaplan 2013, pagina 27
Kengetallen: Raming 2013
Raming 2012
Werkelijk 2011
Kwantitatieve gegevens: Aantal leerlingen waarvan: - primair onderwijs - voortgezet onderwijs
4.695
4.892
4.940
2.162 2.533
2.298 2.594
2.316 2.624
De werkelijke cijfers zijn pas bekend per 1 oktober 2012.
Programmaplan 2013, pagina 28
Programma 23:
Sport, cultuur & recreatie Portefeuillehouder L. Groot Portefeuillehouder P.B. Zwaan Visie Algemeen We willen een bloeiend en zelfstandig verenigingsleven waarbij de rol van de gemeente het faciliteren van voorzieningen is. Sport We willen gezonde, betrokken en actieve inwoners en sterke verenigingen. Sport is in onze visie belangrijk voor een gezonde en sociale samenleving. Cultuur Culturele activiteiten dragen bij aan ontmoeten en een prettige en inspirerende leefomgeving. We willen dat de inwoners actief mee kunnen doen aan culturele activiteiten. Cultuureducatie draagt bij aan de ontwikkeling van onze inwoners. Recreatie We zijn een groene en waterrijke gemeente waar het voor inwoners en toeristen aangenaam recreëren is. Welke externe ontwikkelingen spelen er? De gevolgen van de voorgenomen decentralisaties zijn door de landelijke verkiezingen en bijbehorende kabinetswisseling onduidelijk. Duidelijkheid wordt pas verwacht na vaststelling van deze begroting. Het gaat om decentralisatie van de volgende taken: o AWBZ begeleiding: De functie ‘begeleiding’ in de AWBZ wordt geschrapt en wordt overgebracht naar de Wmo. o Jeugdzorg: Stelselherziening waarbij gemeenten verantwoordelijk worden voor alle ondersteuning en hulp aan jeugdigen en hun opvoeders. Er vindt een verschuiving plaats van cultuurparticipatie naar cultuureducatie. De provinciale subsidie cultuurparticipatie vervalt per 1 januari 2013 en in samenwerking met de provincie Noord-Holland wordt onderzocht wat rijksregeling “cultuureducatie met kwaliteit” kan betekenen voor onze regio.
Programmaplan 2013, pagina 29
Wat willen we bereiken? Sport, cultuur & recreatie
Gezonde inwoners
Inwoners participeren
zelfredzaamheid
Goede basis sportvoorzieningen
Goede culturele voorzieningen
Financieel zelfstandige verenigingen
Goede speelplaatsen
Sport- en culturele voorzieningen goed bereikbaar
De gemeente faciliteert
Voldoende mogelijkheden cultuureducatie
Wat zijn de gemeentelijke keuzes? Op het gebied van sport, cultuur en recreatie zijn gemeenten volledig autonoom. De beleidskeuzes die gemaakt worden ten aanzien van het faciliteren van sportverenigingen of cultuurinstellingen door subsidies of accommodaties is een politieke afweging. Wat zijn de risico’s? De risico’s zijn integraal genoemd in de risicoparagraaf die onderdeel uitmaakt van deze begroting.
Programmaplan 2013, pagina 30
Wat gaan we er voor doen? Beleidsdoel Afgeleid beleidsdoel Gezonde inwoners Goede basis sportvoorzieningen
Goede speelplaatsen
Sport, cultuur & recreatie Wat gaan we er voor doen Verenigingen faciliteren in accommodaties In 2013 is de nieuwe huisvesting van reddingsbrigade De Streek en kanovereniging Poseidon gerealiseerd Uitvoeren van de regeling Sociaal Cultureel fonds voor minder draagkrachtigen In het kader van de financiële heroriëntatie 2012 wordt in 2013 onderzocht hoe accommodaties multifunctioneel kunnen worden gebruikt (bijvoorbeeld een omnivereniging) en of de huidige (huur)vergoedingen toereikend zijn In 2011 is gestart met het nieuwe, meerjarige sportbevorderingsproject GALM voor senioren van 60 tot 75 jaar De uitvoering van de Speeltuinnennota is afgerond In de 4-jaarlijkse cyclus van groot onderhoud aan de openbare ruimte per wijk worden in overleg met de bewoners de wensen geïnventariseerd m.b.t. speelplaatsen
Inwoners participeren Goede culturele Verenigingen faciliteren in accommodaties voorzieningen In 2013 zal de Cultuurnota worden vastgesteld Sport- en culturele voorzieningen goed bereikbaar Voldoende mogelijkheden cultuureducatie Zelfredzaamheid Financieel zelfstandige verenigingen
Uitvoeren van de regeling Sociaal Cultureel fonds voor minder draagkrachtigen Faciliteren van regionale projecten Faciliteren van bibliotheekwerk Faciliteren van cultuuredeucatie voor het basisonderwijs
Uitvoeren van de regeling Sociaal Cultureel fonds voor minder draagkrachtigen Voeren van relatiegesprekken (incidentele) subsidies verstrekken
De gemeente faciliteert
Faciliteren van verenigingen in accommodaties en zorgen voor betaalbare huurtarieven
Programmaplan 2013, pagina 31
Prestatie indicatoren Beleidsdoel
Sport, cultuur & recreatie
Afgeleid beleidsdoel
Prestatie indicatoren
Rekening 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Invloed raad
Het oordeel van onze burgers is hoger dan 7 Aantal voorzieningen in Stede Broec Landelijk gemiddeld aantal voorzieningen in vergelijkbare gemeenten (benchmark) Het oordeel van onze burgers is hoger dan 7
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
middel
(nog) niet bekend (nog) niet bekend
(nog) niet bekend (nog) niet bekend
(nog) niet bekend (nog) niet bekend
hoog
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
middel
Inwoners participeren Goede culturele Het oordeel van onze Niet voorzieningen burgers is hoger bekend dan 7
Niet bekend
Niet bekend
middel
Gezonde inwoners Goede basis sportvoorzieningen
Goede speelplaatsen
geen
Sport- en culturele voorzieningen goed bereikbaar
Minimaal 25% van onze inwoners doet aan sport.
Niet bekend
Niet bekend
Niet bekend
middel
Voldoende mogelijkheden cultuureducatie Zelfredzaamheid Financieel zelfstandige verenigingen
Minimaal 25% van onze inwoners is lid van de bibliotheek
(nog) niet bekend
(nog) niet bekend
(nog) niet bekend
middel
≥ 90%
≥ 90%
middel
Niet bekend
Niet bekend
middel
De gemeente faciliteert
90% van de ≥ 90% gesubsidieerde verenigingen heeft een sluitende begroting en rekening Het oordeel van onze Niet burgers is hoger bekend dan 7
Wat zijn de voor dit programma relevante documenten:
Subsidieverordening Stede Broec Legesverordening inclusief tarieventabel Programmaplan 2013, pagina 32
Wat mag het kosten? Rekening 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Kapitaallasten
528.000
407.000
437.000
437.000
437.000
437.000
Apparaatskosten
872.000
846.000
939.000
939.000
939.000
939.000
0
0
0
0
0
0
456.000
0
0
0
0
0
4.275.000
3.683.000
3.601.000
3.601.000
3.601.000
3.601.000
-2.488.000
-1.859.000
-1.920.000
-1.920.000
-1.920.000
-1.920.000
3.643.000
3.077.000
3.057.000
3.057.000
3.057.000
3.057.000
Nieuw beleid struct Nieuw beleid inc Lasten bestaand beleid Baten Saldo programma
Lasten 231 232 233 234 235 236 237 238
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
742.098 532.643 68.663 211.875 1.142.750 564.930 666.231 1.278.705
740.472 536.729 74.830 213.798 911.660 535.242 630.533 1.292.860
728.906 544.599 79.765 211.243 930.586 495.820 670.295 1.316.151
728.906 544.599 79.765 211.243 930.586 495.820 670.295 1.316.151
728.906 544.599 79.765 211.243 930.586 495.820 670.295 1.316.151
728.906 544.599 79.765 211.243 930.586 495.820 670.295 1.316.151
5.207.895
4.936.124
4.977.366
4.977.366
4.977.366
4.977.366
456.331
-
-
-
-
-
Totaal lasten
5.664.226
4.936.124
4.977.366
4.977.366
4.977.366
4.977.366
Baten 231 Bibliotheek 232 Kunstbeoefening & Culturele Vorming 233 Vormings- en ontwikkelingswerk 234 Sportbeoefening 235 Overdekte Sportaccommodaties 236 Openlucht Sportaccommodaties 237 Zwembad de Kloet 238 Recreatievoorzieningen & Natuurbescherming
187.213 17.852 13.200 246.552 83.231 193.959 1.016.261
192.932 12.859 239.690 96.433 210.260 1.078.496
196.790 13.115 259.735 104.355 206.970 1.110.326
196.790 13.115 259.735 104.355 206.970 1.110.326
196.790 13.115 259.735 104.355 206.970 1.110.326
196.790 13.115 259.735 104.355 206.970 1.110.326
23
Totaal baten
1.758.268
1.830.670
1.891.291
1.891.291
1.891.291
1.891.291
Baten incidenteel
348.453
-
-
-
-
-
Totaal lasten Totaal baten
5.664.226 2.106.721
4.936.124 1.830.670
4.977.366 1.891.291
4.977.366 1.891.291
4.977.366 1.891.291
4.977.366 1.891.291
Saldo
3.557.505
3.105.454
3.086.075
3.086.075
3.086.075
3.086.075
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel
601 466.000
-
-
-
-
-
Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel
56.346 325.007
28.471 -
28.471 -
28.471 -
28.471 -
28.471 -
3.642.753
3.076.983
3.057.604
3.057.604
3.057.604
3.057.604
23
Bibliotheek Kunstbeoefening & Culturele Vorming Vormings- en ontwikkelingswerk Sportbeoefening Overdekte Sportaccommodaties Openlucht Sportaccommodaties Zwembad de Kloet Recreatievoorzieningen & Natuurbescherming
Werkelijk 2011
Bestaand beleid
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel
Netto saldo
Beslag van dit product op de algemene middelen in 2013 wordt geraamd op € 3.057.604.
Programmaplan 2013, pagina 33
Programmaplan 2013, pagina 34
Programma: Portefeuillehouder: Sector:
24 Maatschappelijke begeleiding & zorg Wethouder Groot Publiekszaken
Producten: 241 Maatschappelijke Begeleiding 242 Peuterspeelzalen & kinderopvang 243 Gezondheidszorg Algemene beleidsdoelen: Bevorderen en in stand houden van een infrastructuur gericht op algemene en bijzondere maatschappelijke begeleiding, advisering en indicatiestelling. Deze infrastructuur is gericht op continuïteit en samenhang binnen de collectieve preventie en de afstemming met de curatieve gezondheidszorg. Voor de kinderopvang is het doel de bevordering van de ontwikkeling van het kind. Meer betrekken van de bewoners van Stede Broec bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid waarvoor de gemeente verantwoordelijk is. Specifieke beleidsdoelen: Voorzien in de vraag naar algemene en bijzondere maatschappelijke begeleiding en advies. Voorzien in continuïteit en samenhang van lokale en regionale activiteiten gericht op collectieve preventie en de afstemming tussen preventie en curatie. Voorkomen van omstandigheden die een gevaar voor de volksgezondheid vormen. Voorzien in de vraag naar peuterspeelzaalwerk. Beleidskaders: Autonoom beleid. Maatschappelijke effecten: wat willen we bereiken in het begrotingsjaar / de raadsperiode? Wat gaan we daarvoor in het begrotingsjaar doen? Subsidiëren van instellingen en organisaties die diensten verlenen op het terrein van peuterspeelzaalwerk, algemene en bijzondere begeleiding en advisering, indicatiestelling, collectieve preventie en curatieve gezondheidszorg. Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo) De Wmo moet alle burgers in staat stellen volwaardig deel te nemen aan de samenleving. De Wmo biedt ondersteuning aan burgers die deze volwaardige participatie niet volledig zelfstandig kunnen realiseren. Deze ondersteuning is in de eerste plaats gericht op de samenleving zelf, de civil society. Waar de civil society hierin niet voldoende kan voorzien biedt de Wmo individuele voorzieningen om participatie mogelijk te maken. De Wmo biedt kansen voor de burger om op adequate wijze in een ondersteunings- en zorgbehoefte te kunnen voorzien.
Programmaplan 2013, pagina 35
Stichting Welzijn Stede Broec. Sinds 1 januari 2009 is de Stichting Welzijn Stede Broec operationeel in de gemeente Stede Broec. De volgende taken zijn hierbij ondergebracht: Algemeen maatschappelijk werk Ouderenwerk Wonen Plus Mantelzorg coach Jongerenwerk Schoolmaatschappelijk Werk Coordinatie CJG Deze lokale stichting levert door middel van haar activiteiten een bijdrage aan het ontwikkelen en onderhouden van een vitale sociale- en culturele infrastructuur in Stede Broec. De stichting bevordert de kwaliteit en ontwikkelingsmogelijkheden van de gehele samenleving in Stede Broec. Daarnaast worden in dat kader activiteiten ontwikkeld ten behoeve van groepen en personen die door een complex van factoren de aansluiting met de lokale samenleving dreigen te verliezen dan wel verloren hebben. De stichting is een belangrijke partner is in de verdere ontwikkeling het Centrum voor Jeugd en Gezin in de gemeente. Voor het jaar 2012 zal de eerder ingeslagen koers voortgezet worden. In de voorgaande jaren is duidelijk geworden dat het samenvoegen van de welzijnstaken op lokaal niveau een grote meerwaarde heeft gehad. De welzijnsdisciplines kunnen hun verdere expertise uitbouwen. Zo zal er de komende jaren gekeken worden naar het opzetten van een dag van de Mantelzorg, lotgenotencontactgroepen opgestart worden, gekeken worden naar de mogelijkheid voor eenzaamheidspreventie en gekeken worden wat de mogelijkheden zijn voor buddy- en maatjesprojecten. De functie extramurale begeleiding gaat over van de AWBZ naar de Wmo. Dit is inclusief het bijbehorende vervoer. Gemeenten worden vanaf 1 januari 2013 verantwoordelijk voor de nieuwe aanvragers, voor cliënten van wie de indicatie afloopt in 2013 en voor cliënten waarbij de situatie veranderd en daarom een nieuwe indicatie nodig hebben. Vanaf 2014 worden gemeenten verantwoordelijk voor alle cliënten die op dit moment al extramurale begeleiding ontvangen in de AWBZ. Deze toevoeging in de Wmo heeft tijd en mankracht nodig in de loop van 2012 wordt duidelijk wat de consequenties hiervan zijn. Daarnaast zullen er op de locatie van de bibliotheek extra werkplekken voor de medewerkers van de Stichting Welzijn worden gerealiseerd. Lokaal Gezondheidsbeleid Vanaf 2012 begint een nieuwe van een zgn. 4-jarenplan Lokaal Gezondheidsbeleid; een verplichting/subsidievoorwaarde opgelegd door het Rijk. In deze nota wordt vastgelegd welke inspanningen de gemeente zal doen op het gebied van het gezondheidsbeleid in onze gemeente die vooral gericht zijn op preventie (= wettelijk vastgelegde taak van de gemeente). Op basis van verzamelde onderzoeksgegevens, de opgedane ervaringen met lopende activiteiten en door het Rijk aan te geven speerpunten wordt het lokale beleid geformuleerd en vervolgens door de raad vastgesteld.
Programmaplan 2013, pagina 36
Wat mag het kosten? Werkelijk 2011
Raming 2012
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
241 Maatschappelijke begeleiding 242 Kinderopvang 243 Gezondheidszorg
759.201 347.217 1.093.374
753.961 282.135 857.789
768.922 347.532 857.088
768.922 347.532 857.088
768.922 347.532 857.088
768.922 347.532 857.088
24
2.199.792
1.893.885
1.973.543
1.973.543
1.973.543
1.973.543
43.773
-
-
-
-
-
2.243.565
1.893.885
1.973.543
1.973.543
1.973.543
1.973.543
Baten 241 Maatschappelijke begeleiding 242 Kinderopvang 243 Gezondheidszorg
21.487 117.860 758.260
116.096 519.615
124.415 535.387
124.415 535.387
124.415 535.387
124.415 535.387
24
Totaal baten
897.607
635.711
659.802
659.802
659.802
659.802
Baten incidenteel
-
-
-
-
-
-
Totaal lasten Totaal baten
2.243.565 897.607
1.893.885 635.711
1.973.543 659.802
1.973.543 659.802
1.973.543 659.802
1.973.543 659.802
Saldo
1.345.958
1.258.174
1.313.741
1.313.741
1.313.741
1.313.741
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel
20.000
-
-
-
-
-
Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel
66.356
-
-
-
-
-
1.299.602
1.258.174
1.313.741
1.313.741
1.313.741
1.313.741
Lasten
Bestaand beleid
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel Totaal lasten
Netto saldo
Raming 2013
Beslag van dit product op de algemene middelen in 2013 wordt geraamd op € 1.313.741.
Programmaplan 2013, pagina 37
Programma: Portefeuillehouder: Sector:
26 Sociale zaken Wethouder Groot Publiekszaken
Producten: 261 262 263 264
Bijstandsverlening & Inkomensvoorziening Vreemdelingenbeleid Arbeidsmarktbeleid Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo)
Algemene beleidsdoelen: Het algemene beleidsdoel van Sociale zaken is een correcte uitvoering van de landelijke wetgeving en het gemeentelijk beleid waardoor de inwoners van Stede Broec krijgen waar ze recht op hebben. Het rechtmatig en doelmatig afhandelen van ingekomen aanvragen staat centraal. De volgende aanvragen worden behandeld: financiële bijstand bijzondere bijstand inburgering en huisvesting van vreemdelingen scholing en arbeidsintegratie kinderopvang vervoersvoorzieningen, rolstoelen en woonvoorzieningen t.b.v. gehandicapten huishoudelijke hulp ondersteunende begeleiding Specifieke beleidsdoelen: Juiste uitvoering geven aan wet- en regelgeving In het begrotingsjaar 2013 krijgt de gemeente Stede Broec naar verwachting nieuwe wet- en regelgeving te verwerken. Een regeling Werken naar Vermogen In het regeerakkoord wordt aangekondigd dat er één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt komt die door gemeenten moet worden uitgevoerd. Deze regeling gaat de regeling „Wet Werken naar Vermogen‟ (WWNV) heten. Een deel van de Wajong en de WSW blijven in stand. De één regeling van het kabinet bestaat uit de WWB/WIJ en de nieuwe instroom van arbeidsgehandicapten die niet een dermate grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben dat ze in de aangescherpte Wajong of in de WSW voor indicatie beschut werk vallen. Het kabinet had het voornemen om per 1 januari 2013 de één regeling in te laten gaan. De WWNV is controversieel verklaard. De verwachting is dat er wetgeving komt die een integrale benadering van de gehele onderkant. Inzake de maatschappelijke participatie van het kind van de bijstandsgerechtigde moet er een nieuwe verordening komen waarin is opgenomen welke financiële ondersteuning mogelijk is. Eind 2012 zal de verordening maatschappelijke ondersteuning worden vastgesteld. Beleid ontwikkelen ten aanzien van de verplichtingen die bijstandsgerechtigden kunnen worden opgelegd maatschappelijk nuttige werkzaamheden te verrichten. Minimabeleid mag nog uitsluitend gelden voor mensen die een inkomen hebben tot 110% van de voor hen van toepassing zijnde bijstandsnorm. De gewijzigde Wet werk en bijstand biedt meer mogelijkheden om het geven van toestemming door de belanghebbende voor het afleggen van een huisbezoek af te dwingen. Hiervoor moet beleid worden vastgesteld en werkprocessen moeten worden aangepast.
Programmaplan 2013, pagina 38
Wet sociale werkvoorziening In het kader van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) is er, vanuit het solidariteitsprincipe voor gekozen de gemeentelijke budgetten rechtstreeks over te maken aan Op/maat. De gemeenten wisselen op jaarbasis budget uit om het huidige aantal plaatsen bij Op/maat te continueren. Hierdoor worden kleine verschillen, zowel positieve als negatieve, tussen de individuele gemeenten geëlimineerd. Het doel is dat de Westfriese gemeenten m.b.t. de Wsw gezamenlijk blijven optrekken. In de visie die is neergelegd in het beleidsplan 2010-2013 Gemeenschappelijke Regeling Op/maat is onder meer gesteld dat de gemeenten een verantwoordelijkheid hebben in het toewijzen van werk aan Op/maat en daarnaast een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben in het actief houden van mensen die in afwachting zijn van plaatsing bij Op/maat (wachtlijst). De samenwerking tussen de Westfriese gemeenten en Op/maat is en blijft van belang aangezien, op grond van de Gemeenschappelijke Regeling, alle bevoegdheden van de raden zijn overgedragen aan diezelfde Gemeenschappelijke Regeling. In het begrotingsjaar 2013 zal kritisch gekeken worden naar de toekomstige rol van Op/Maat n.a.v. nieuwe wetgeving en teruglopende budgetten voor re-integratie. De budgetten worden gehalveerd en nopen tot het maken van heldere keuzes. In 2012 is onder leiding van een extern bureau een onderzoek gestart naar een westfries werkorganisatie. Alle zeven gemeenten en Op/Maat zijn betrokken bij dit traject. Besluitvorming is voorzien in het voorjaar van 2013. Het laten meedoen van burgers in het kader van de Wmo Het doel van de Wmo is: 'meedoen'. Burgers in staat stellen om, op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, te kunnen participeren in de samenleving door: een huishouden te voeren zich te verplaatsen in en om de woning zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. De Kanteling van de Wmo Voor het begrotingsjaar 2013 is de uitvoering van de Wmo volgens de Kanteling een specifiek beleidsdoel. Het voeren van de kantelingsgesprekken bij de burgers aan huis om een integraal beeld te krijgen van de klant is voor 2013 een speerpunt. Belangrijke uitgangspunten van de Kanteling zijn de eigen verantwoordelijkheid van burgers en het in de wet opgenomen compensatiebeginsel. De Wmo legt een sterke nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van mensen bij het oplossen van problemen, eventueel met hulp van hun sociale netwerk. Pas wanneer zij daar niet toe in staat zijn kan een beroep gedaan worden op voorzieningen: van algemeen via collectief naar individueel (de zgn. verantwoordelijkheidsladder). Niet langer wordt gedacht in termen van claims en te verstrekken voorzieningen (aanbodgestuurd). De gemeente wordt geacht mensen te compenseren die als gevolg van leeftijd of beperkingen belemmeringen ondervinden bij mobiliteit in en om het huis, bij het voeren van hun huishouden of hun maatschappelijke participatie (vraaggestuurd) . Hoe de gemeente dit doet is niet voorgeschreven. Dit kan per situatie verschillen. Dit is dus een belangrijk onderscheid ten opzichte van de Wet voorzieningen gehandicapten en de AWBZ. Niet langer wordt in de wet bepaald welke voorziening of dienst een gemeente moet leveren. Dit kan op tal van manieren, te beginnen bij het aanspreken van mensen op de eigen mogelijkheden dan wel te verwijzen naar algemene voorzieningen. Wanneer deze niet adequaat blijken te zijn kan de gemeente zorgdragen voor een collectief of individueel ondersteuningsaanbod. Het resultaat is hierbij leidend. Het huisvesten en inburgeren van vreemdelingen Het in het kader van de door het Ministerie van Justitie opgelegde taakstelling huisvesten van verblijfsgerechtigden. De maatschappelijke begeleiding van de verblijfsgerechtigden uit laten voeren door (vrijwilligers van) Vluchtelingenwerk. Het oproepen van potentiële inburgeringsplichtigen om gegevens te verstrekken, waarmee kan worden vastgesteld of reeds aan de inburgeringsplicht is voldaan. Het verstrekken van informatie en advies en het beoordelen wie via de gemeente een aanbod voor een inburgeringsvoorziening krijgt. De inburgeringsplicht kenbaar maken in een beschikking of in een kennisgeving (handhaving) en de examentermijn vaststellen. Eventueel beoordelen of het al dan niet opleggen van een bestuurlijke boete moet worden afgewogen. De inburgeringsplicht vloeit voort uit de Wet inburgering en geldt voor nieuwkomers, maar ook voor reeds eerder naar Nederland gekomen migranten met een taalachterstand (oudkomers).
Programmaplan 2013, pagina 39
Beleidskaders: Alle producten van dit programma zijn mede afhankelijk van rijksbeleid. De bijstandsnormen, aantal toe te laten vreemdelingen, veranderingen binnen de zorgverlening en de hoogte van de budgetten worden door het Rijk aangegeven. Naast de wettelijke kaders zijn voor de uitvoering diverse verordeningen en beleidsplannen van kracht. Maatschappelijke effecten: Wat willen we bereiken in het begrotingsjaar/ de raadsperiode? Iedereen doet mee Iedereen doet mee. Dat wil zeggen, dat zoveel mogelijk Stede Broecers aan het werk zijn, dan wel op weg naar werk zijn door stages, vrijwilligerswerk of werkervaringsplaatsen. Zo kan maatschappelijk isolement voorkomen of beëindigd worden. Voor de groep die (nog) een te grote afstand tot de reguliere arbeidsmarkt heeft, is maatschappelijke participatie het (voorlopige) doel. Wie tijdelijk een uitkering heeft, krijgt daarbij de verplichtingen opgelegd zich maximaal in te zetten ten behoeve van de reïntegratie. De gemeente investeert in het wegnemen van mogelijke belemmeringen. In het nabije verleden is door ons steeds ingezet op het terugdringen van het aantal bijstandsklanten. Gezien de wereldwijde economische situatie en de grote onzekerheid in de ontwikkelingen daarvan, is het verstandiger niet te spreken van het terugdringen van het aantal klanten, maar van het streven naar een zo klein mogelijke populatie bijstandsklanten. Na een jarenlange daling is de populatie bijstandsklanten in 2010 gelijk gebleven en in 2011 en 2012 is er vooralsnog sprake van een lichte toename. In het licht van de onzekere economische ontwikkeling achten wij het niet verantwoord, uitspraken te doen over de mate van af- dan wel toename. Ten aanzien van de resultaten, hebben we de ambitie betere uitstroomresultaten te behalen dan gemeenten van vergelijkbare grootte. Een eventueel op te richten werkorganisatie kan een bijdrage leveren aan een uitstroom van klanten naar (betaald) werk. Sociale activering Sociale activering ligt in het verlengde van ons streven dat iedereen mee doet, ook diegenen die om diverse redenen nooit in staat zullen zijn tot het verrichten van arbeid. Voor hen zal onze aandacht en inspanning een ander accent hebben. Zo willen wij er zorg voor dragen dat zo weinig mogelijk klanten in een sociaal isolement verkeren en zij die dat wel doen door middel van onder meer sociale activering zo goed als mogelijk te laten deelnemen aan de maatschappij en te behoeden voor verder persoonlijk verval. Onder meer door er voor te zorgen dat klanten in contact worden gebracht met hulpverlenende instanties. In ieder geval is het streven er op gericht zoveel mogelijk klanten, die geen arbeidsperspectief hebben, in staat stellen te participeren in de samenleving. Stimuleren gebruik regelingen Het streven naar optimaal gebruik van diverse regelingen maakt onderdeel uit van het armoede beleid. Het stelt burgers in staat om zo goed als mogelijk te kunnen participeren in de samenleving. Hiertoe zullen potentiële klanten die mogelijk in aanmerking komen voor voorzieningen proactief benaderd worden. Handhaven Ook in 2013 moet er voldoende aandacht worden besteed aan het voorkomen en opsporen van diverse vormen van fraude. De toegenomen mogelijkheden om gegevens vanuit meerdere bronnen te kunnen raadplegen zullen benut worden. Ten aanzien van doelmatigheid streven we ernaar zoveel mogelijk bijstandsgerechtigden die kunnen werken, daadwerkelijk aan het werk te krijgen. Het laten meedoen van burgers in het kader van de Wmo Ervoor zorgen dat burgers zo lang en zo zelfstandig mogelijk kunnen blijven deelnemen aan de samenleving. Op het gebied van alle maatschappelijke effecten staat het welzijn van de klant centraal, namelijk kunnen voorzien in de noodzakelijke kosten van het bestaan, zo goed als mogelijk deelnemen in de maatschappij, zoveel als mogelijk aanspraak kunnen maken op diverse regelingen. Door optimale en effectieve benutting van capaciteit en de middelen op de afdeling kan dit worden bereikt.
Programmaplan 2013, pagina 40
Het huisvesten en inburgeren van vreemdelingen Ervoor zorgen dat wordt voldaan aan de opgelegde taakstelling. Aan de uitkeringsgerechtigde inburgeringsplichtige nieuwkomers- en oudkomers een inburgeringsvoorziening aanbieden. Wat gaan we daarvoor in het begrotingsjaar doen? Iedereen doet mee In grote lijn voortzetten van de huidige visie en de werkwijze op het gebied van de activering van klanten. Voornoemde visie en werkwijze kenmerken zich door het werken met korte lijnen (zowel intern als extern), het denken in mogelijkheden, het direct kunnen aanbieden van werk (Loon Boven Uitkering) via Re-integratie bedrijven, en in het bijzonder Op/maat, ten einde mensen niet of een zo kort mogelijke periode afhankelijk te laten zijn van een uitkering. Daarnaast worden de heronderzoeken recht- en doelmatigheid voortgezet. Deze regelmatige en structurele contactmomenten met de klant dragen bij aan het inzicht welke middelen moeten worden ingezet ten aanzien van re-integratie dan wel maatschappelijke activering. Deelname aan sociale leven en sociale activering Ook hiervoor geldt dat de huidige werkwijze kan worden voortgezet. Aan de basis hiervan staat regelmatig contact met de klant door het houden van heronderzoeksgesprekken en daarnaast het zorg dragen voor een goede vastlegging van diverse kenmerken van het klantenbestand, waardoor een goede analyse van het bestand mogelijk is. Problematiek bij klanten tijdig onderkennen en door middel van voortzetting van de huidige intensieve contacten en de korte lijnen met hulpverlenende instanties adequate hulp te kunnen bieden. Voortzetten periodiek overleg, waarin sociale zaken, politie, woningstichting en diverse hulpverlenende instanties in participeren. Stimuleren gebruik regelingen Zoveel mogelijk de mensen voorlichten en proactief informeren met betrekking tot regelingen waar men gebruik van kan maken. Klanten informeren tijdens bijvoorbeeld intake- en heronderzoeksgesprekken, door middel van internet, middenstander en specifieke brieven. Voornoemde werkwijze is een voortzetting van de huidige werkwijze. Schuldhulpverlening Per 1 juli 2012 zijn gemeenten verantwoordelijk geworden voor de integrale hulpverlening. Begin 2013 zal een beleidsplan schuldhulpverlening worden opgesteld. In westfries samenwerkingsverband wordt nagegaan of een samenwerking tot de mogelijkheden behoort, inclusief de vraag of dit binnen een werkorganisatie kan worden opgenomen. Ingezet zal worden op het behouden van een lokaal loket binnen de gemeente. Handhaven De handhaving is tweeledig. Allereerst behelst handhaving het voorkomen en opsporen van diverse vormen van fraude en daarnaast het afdwingen van de arbeidsverplichting die gelden op grond van de Wet werk en bijstand. De samenwerking met reïntegratiebedrijven en Op/maat met als doel niet willende bijstandsgerechtigden te activeren door middel van handhavingstrajecten zullen worden voortgezet. Het laten meedoen van burgers in het kader van de Wmo Bijdragen aan het bevorderen en behouden van de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie van burgers. Het huisvesten en inburgeren van vreemdelingen In grote lijn voortzetten van de huidige werkwijze. Communicatie en informatie Het is en blijft belangrijk om goede voorlichting te geven en informatie te verstrekken over de diverse (veranderde) wet- en regelgeving in combinatie met gemeentelijk beleid. Dit is een speerpunt om preventief te werken betreffende fraude en schulden en om ervoor te zorgen dat het gebruik van regelingen wordt bevorderd voor de bestemde doelgroep.
Programmaplan 2013, pagina 41
Wat mag het kosten? Lasten 261 262 263 264
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
3.355.837 286.875 2.583.663 3.111.799
3.672.723 201.623 2.851.976 2.996.298
3.754.370 206.914 2.581.445 3.278.281
3.754.370 206.914 2.581.445 3.278.281
3.754.370 206.914 2.581.445 3.278.281
3.754.370 206.914 2.581.445 3.278.281
9.338.174
9.722.620
9.821.011
9.821.011
9.821.011
9.821.011
24.747
-
-
-
-
-
Totaal lasten
9.362.921
9.722.620
9.821.011
9.821.011
9.821.011
9.821.011
Baten 261 Bijstandsverlening & Inkomensvoorziening 262 Vreemdelingenbeleid 263 Arbeidsmarktbeleid 264 Wet maatschappelijke ondersteuning
2.890.776 2.052 2.364.110 248.097
3.148.041 941 2.635.152 246.903
2.704.312 960 2.335.522 261.450
2.704.312 960 2.335.522 261.450
2.704.312 960 2.335.522 261.450
2.704.312 960 2.335.522 261.450
26
Totaal baten
5.505.035
6.031.037
5.302.244
5.302.244
5.302.244
5.302.244
Baten incidenteel
48.961
-
-
-
-
-
Totaal lasten Totaal baten
9.362.921 5.553.996
9.722.620 6.031.037
9.821.011 5.302.244
9.821.011 5.302.244
9.821.011 5.302.244
9.821.011 5.302.244
Saldo
3.808.925
3.691.583
4.518.767
4.518.767
4.518.767
4.518.767
-
-
88.097 -
88.097 -
88.097 -
88.097 -
186.609 25.000
46.932 -
477.359 -
477.359 -
477.359 -
477.359 -
3.597.316
3.644.651
4.129.505
4.129.505
4.129.505
4.129.505
26
Bijstandsverlening & Inkomensvoorziening Vreemdelingenbeleid Arbeidsmarktbeleid Wet maatschappelijke ondersteuning
Werkelijk 2011
Bestaand beleid
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel Netto saldo
Beslag van dit programma op de algemene middelen in 2013 wordt geraamd op € 4.129.505. Kengetallen: Raming 2013
Raming 2012
Werkelijk 2011
Prestaties: Aantal aanvragen WWB Aantal aanvragen Wmo Aantal aanvragen WI (Wet Inburgering)
425 780
300 800
384 780
10
25
22
Aantal cliënten (excl. Wmo)
177
165
158
Programmaplan 2013, pagina 42
Programma 31:
Financiering & algemene dekkingmiddelen Portefeuillehouder B.S. Nootebos Visie De financiën zijn op orde met adequate reserves. Om een financieel gezonde gemeente te blijven is het van belang een sluitende (meerjaren)begroting te hebben en efficiënte, effectieve en risicomijdende financiering toe te passen. De steeds groter wordende afhankelijkheid van de rijksoverheid voor wat betreft de financiële middelen en de snel veranderende wet- en regelgeving vormen daarbij een complicerende factor. Burgers worden niet zwaarder belast dan voor de gemeentelijke financiële huishouding noodzakelijk is. Welke externe ontwikkelingen spelen er? De financiële gevolgen van de voorgenomen decentralisaties zijn door de landelijke verkiezingen en bijbehorende kabinetswisseling onduidelijk. Duidelijkheid wordt pas verwacht na vaststelling van deze begroting. Het gaat om decentralisatie van de volgende taken: o Wet Werken naar Vermogen: samenvoeging in één wet van de huidige WWB, WIJ, WSW en de Wajong. o AWBZ begeleiding: De functie ‘begeleiding’ in de AWBZ wordt geschrapt en wordt overgebracht naar de Wmo. o Jeugdzorg: Stelselherziening waarbij gemeenten verantwoordelijk worden voor alle ondersteuning en hulp aan jeugdigen en hun opvoeders. De rijksbezuinigingen en het effect daarvan op de uitkering uit het gemeentefonds. Ook hier wordt pas duidelijkheid verwacht na vaststelling van deze begroting. Invoering van de Wet houdbare overheidsfinanciën (HOF).
Programmaplan 2013, pagina 43
Wat willen we bereiken? Financiering & algemene dekkingsmiddelen
Financieel gezonde gemeente
Verantwoorde belastingdruk
Sluitende (meerjaren) begroting en jaarrekening
Kostendekkende leges- en retributieheffing
Adequate reserves
OZB niet hoger dan totale begroting vraagt
Risicomijdende financiering
Kwijtscheldingsmogelijkheid minima
Gedegen en transparante boekhouding
Wat zijn de gemeentelijke keuzes? Financieel gezonde gemeente Er zijn een groot aantal wettelijke regels met betrekking tot de begroting, jaarrekening en boekhouding. Binnen deze wettelijke regels is er een beperkte eigen beleidskeuze. De omvang van de adequate reserves is afhankelijk gesteld van de mogelijke risico’s die in de risicoparagraaf worden voorzien. Hiervoor gelden geen landelijke, wettelijke normen. Verantwoorde belastingdruk Leges- en retributieheffing is een autonome bevoegdheid. De enige wettelijke beperking die geldt is dat er niet meer dan 100% kostendekking mag worden bereikt. Aan de OZB zijn landelijke macronormen gesteld waarbinnen alle gemeenten gezamenlijk kunnen heffen. Voor kwijtschelding is een wettelijke bandbreedte met een onder- en bovengrens bepaald. Gemeenten zijn vrij om keuzes binnen deze bandbreedte te maken. Wat zijn de risico’s? De risico’s zijn integraal genoemd in de risicoparagraaf die onderdeel uitmaakt van deze begroting. Programmaplan 2013, pagina 44
Wat gaan we er voor doen? Beleidsdoel Financiering & algemene dekkingsmiddelen Afgeleid beleidsdoel Wat gaan we er voor doen Financieel gezonde gemeente Sluitende De begroting is meerjarig, structureel sluitend (meerjaren)begroting De jaarrekening vertoont geen tekort en jaarrekening Adequate reserves 2 keer per jaar, bij de perspectievennota en bij de focusnota, rapporteren we de feitelijke en gewenste omvang van de reserves en voorzieningen De nota reserves en voorzieningen is altijd actueel Risicomijdende financiering
Aantrekken van financieringmiddelen tegen het laagst aangeboden percentage binnen de kaders van het treasurystatuut Uitzetten van middelen tegen het hoogst aangeboden percentage binnen de kaders van het treasurystatuut Gedegen en We zorgen er voor dat jaarlijks een rechtmatigheidsverklaring door transparante de accountant wordt afgegeven boekhouding Over de opvolging van de aanbevelingen van de accountant wordt minstens 1 keer per jaar gerapporteerd Verantwoorde belastingdruk Kostendekkende De tarieven voor afvalstoffenheffing, rioolheffing en leges worden leges- en in december vastgesteld op basis van volledige kostendekkendheid retributieheffing De opbrengst hondenbelasting wordt aangewend voor maatregelen die de overlast van honden beperken OZB niet hoger dan De tarieven voor OZB worden in december, na de vaststelling van totale begroting de focusnota, vastgesteld vraagt De kwaliteit van de van de jaarlijkse taxaties is zo hoog, dat het aantal toegewezen bezwaren -uitgedrukt in een percentage van het aantal aanslagen- lager is dan 3,5% Kwijtscheldingsmogelijkheid minima
De landelijk maximaal toegestane kwijtscheldingsnorm wordt toegepast Er wordt samengewerkt met Hoogheemraadschap zodat één kwijtscheldingsverzoek volstaat
Programmaplan 2013, pagina 45
Prestatie indicatoren Beleidsdoel
Financiering & algemene dekkingsmiddelen
Afgeleid beleidsdoel
Prestatie indicatoren Financieel gezonde gemeente Sluitende Repressief toezicht (meerjaren)begroting van provinciale en jaarrekening toezichthouder Adequate reserves De omvang van de Algemene Reserve blijft boven de vastgestelde ondergrens van € 4.000.000 Verantwoorde belastingdruk OZB niet hoger dan Gemiddeld totale begroting aanslagbedrag vraagt woningen Gemiddeld aanslagbedrag niet-woningen KwijtscheldingsAantal mogelijkheid minima kwijtscheldingen OZB Aantal kwijtscheldingen Rioolrecht Aantal kwijtscheldingen Afvalstoffenheffing
Rekening 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Invloed raad
ja
ja
ja
hoog
6.529.444 6.382.328 6.372.328
hoog
200
222
hoog
779
860
hoog
6
6
345
390
hoog
345
390
hoog
6
hoog
Wat zijn de voor dit programma relevante documenten:
Treasurystatuut Stede Broec Verordening rioolrecht Verordening afvalstoffenrecht Verordening onroerende zaakbelasting Verordening hondenbelasting Legesverordening inclusief tarieventabel Kwijtscheldingsbeleid Nota reserves en voorzieningen Activanota
Programmaplan 2013, pagina 46
Wat mag het kosten?
Kapitaallasten Apparaatskosten
Rekening 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
12.000
10.000
0
0
0
0
268.000
245.000
273.000
273.000
273.000
273.000
0
8.000
0
0
0
0
207.000
0
0
0
0
0
4.481.000
4.777.000
4.953.000
4.953.000
4.953.000
4.953.000
Nieuw beleid struct Nieuw beleid inc Lasten bestaand beleid Baten
-26.971.000 -22.613.000 -23.778.000 -23.778.000 -23.778.000 -23.778.000
Saldo programma
-22.003.000 -17.573.000 -18.552.000 -18.552.000 -18.552.000 -18.552.000
Lasten
Werkelijk 2011
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
311 321 322 323
Treasury Belastingen Uitkeringen Gemeentefonds Overige Middelen
3.270.371 382.295 3.952 1.943
3.923.630 365.608 4.296 127.464
3.605.847 394.257 4.816 13.117
3.605.847 394.257 4.816 13.117
3.605.847 394.257 4.816 13.117
3.605.847 394.257 4.816 13.117
31
Bestaand beleid
3.658.561
4.420.998
4.018.037
4.018.037
4.018.037
4.018.037
207.092
7.760 -
-
-
-
-
3.865.653
4.428.758
4.018.037
4.018.037
4.018.037
4.018.037
Baten 311 Treasury 321 Belastingen 322 Uitkeringen Gemeentefonds 323 Overige Middelen
1.830.065 2.406.511 18.871.832 -
1.569.644 2.369.684 18.665.384 -
1.477.621 2.627.674 18.665.384 -
1.477.621 2.627.674 18.665.384 -
1.477.621 2.627.674 18.665.384 -
1.477.621 2.627.674 18.665.384 -
31
Totaal baten
23.108.408
22.604.712
22.770.679
22.770.679
22.770.679
22.770.679
Baten incidenteel
2.175.680
-
-
-
-
-
Totaal lasten Totaal baten
3.865.653 25.284.088
4.428.758 22.604.712
4.018.037 22.770.679
4.018.037 22.770.679
4.018.037 22.770.679
4.018.037 22.770.679
Saldo
21.418.435-
18.175.954-
18.752.642-
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel Totaal lasten
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel Netto saldo
18.752.642-
18.752.642-
18.752.642-
851.673 250.014
611.008 -
1.207.910 -
1.207.910 -
1.207.910 -
1.207.910 -
1.686.375
7.900 -
1.007.900 -
1.007.900 -
1.007.900 -
1.007.900 -
18.552.632-
18.552.632-
18.552.632-
22.003.123-
17.572.846-
18.552.632-
Beslag van dit programma op de algemene middelen in 2013 wordt geraamd op -/- € 18.552.632.
Programmaplan 2013, pagina 47
Programmaplan 2013, pagina 48
Programma: Portefeuillehouder: Sector:
36 Communicatie, representatie & burgerparticipatie Burgemeester Middelen
Producten: 361 Communicatie 362 Representatie 363 Burgerparticipatie Algemene beleidsdoelen: De gemeente Stede Broec communiceert op veel manieren met haar omgeving, zowel intern als extern. Hierbij heeft zij een open, betrouwbaar en transparante houding richting de bewoners en ondernemers, maar ook naar andere (maatschappelijke) partners. De meningen van de inwoners en ondernemers op wat de gemeente besluit en doet zijn voor het bestuur van groot belang. De communicatie is gericht op de hoogte houden van gemeentelijk beleid, besluitvorming en relevante actuele ontwikkelingen, waardoor de betrokkenheid, draagvlak en - in voorkomende gevallen actieve deelname (participatie) worden vergroot. Specifieke beleidsdoelstellingen: Communicatie is gericht op het (interactief) informeren van alle direct en indirect betrokkenen, waarbij rekening wordt gehouden de diverse doelgroepen en met de keuze van hoe en wanneer er wordt gecommuniceerd en met welke boodschap. Bij projecten met een groot te verwachten impact wordt in een vroegtijdig stadium gedegen communicatieadvies gegeven, waarbij de nieuwe media een volwaardige rol spelen. Hiernaast heeft de gemeente belangrijke rol rondom de crisiscommunicatie bij calamiteiten. Alle vormen van communicatie voldoen aan de huisstijl van de gemeente Stede Broec. Hierbij zal het accent steeds meer liggen op de digitale vormen van communicatie, zoals de website, digitale nieuwsbrief en social media. Hoewel de „oude social media‟, zoals De Middenstander deel blijft uitmaken van de middelenmix die de communicatieafdeling ter beschikking staat.
Maatschappelijke en economische effecten: wat willen we bereiken in het begrotingsjaar/de raadsperiode? Bekendmaking van besluiten conform de wettelijk gestelde termijn. Informeren van de burger over het beleid binnen de gemeente Stede Broec. Betrekken van burgers en ondernemers bij hun eigen gemeente en directe omgeving. En de ondersteuning van de burgerparticipatie. Het bevorderen van de economische bedrijvigheid en vestigingsklimaat in de gemeente Stede Broec. Het bevorderen van de recreatieve en toeristische aantrekkelijkheid van Stede Broec. Wat gaan we daarvoor in het begrotingsjaar doen? Het redactioneel up-to-date houden van de gemeentelijke website. Uitbouwen van de nieuwe communicatiemogelijkheden via sociale media, zoals twitter en facebook. et aanpassen van de gemeentelijke website aan de eisen die door de overheid op het gebied van dienstverlening worden gesteld. Het wekelijks uitbrengen van digitale nieuwsbrieven. Wekelijkse publicatie van besluitvorming en nieuws in “De Middenstander”. Bekendmakingenmodule online. Inzet online meldingsmogelijkheid Verbeterjebuurt.nl. Samenstellen gemeentelijke publicaties zoals de gemeentegids, begrotingskrant, het burgerjaarverslag, themakranten en verspreiden hiervan.
Programmaplan 2013, pagina 49
Organiseren van contacten met burgers. Opstellen en vaststellen communicatiebeleidsplan. Opstellen en vaststellen communicatiestrategie 2014. Burgerparticipatie In 2011 is het project Burgerparticipatie in de wijken met de betrokkenen geëvalueerd Vanaf 2012 wordt een andere manier van burgerparticipatie toegepast: participatie op maat. Vooraf wordt ingeschat op welke manier de bewoners bij nieuwe projecten c.q. onderwerpen worden betrokken, o.a. via een digitaal burgerpanel. Bij elk project/onderwerp wordt aangegeven of het in aanmerking komt voor participatie van de burgers, welk doel daarmee wordt geoogd, welk middel daarvoor wordt ingezet en op welk moment. Het instrument daarvoor is de participatieladder in opklimmende mate van invloed Communicatie SED In het kader van de SED samenwerking wordt de communicatienota in 2013 geactualiseerd. Daarin is o.a. gewaarborgd dat externe maar ook de interne doelgroepen gelijktijdig en eenduidig worden geïnformeerd. Daarnaast wordt regionaal samengewerkt in bijvoorbeeld de rampenbestrijding. De communicatieafdelingen van SED werken nauw samen. Hierdoor delen we kennis en maken we gebruik van elkaars capaciteiten. Crisiscommunicatie In de rampenbestrijding heeft de afdeling communicatie een belangrijke rol. Zij participeert regelmatig in regionaal en SED overleg en trainingen rondom crisisiscommunicatie. Communicatie heeft een adviserende en ondersteunende rol tijdens een crisis of calamiteit. Beleidskaders: Autonoom beleid. Projectgelden.
Programmaplan 2013, pagina 50
Wat mag het kosten? Lasten
Werkelijk 2011
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
361 Voorlichting 362 Representatie 363 Burgerparticipatie
358.928 117.686 -
407.610 124.705 -
404.578 127.304 28.228
404.578 127.304 28.228
404.578 127.304 28.228
404.578 127.304 28.228
36 Bestaand beleid
476.614
532.315
560.109
560.109
560.109
560.109
4.015
-
-
-
-
-
480.629
532.315
560.109
560.109
560.109
560.109
Baten 361 Voorlichting 362 Representatie 363 Burgerparticipatie
-
-
-
-
-
-
36
Totaal baten
-
-
-
-
-
-
Baten incidenteel
-
-
-
-
-
-
Totaal lasten Totaal baten
480.629 -
532.315 -
560.109 -
560.109 -
560.109 -
560.109 -
Saldo
480.629
532.315
560.109
560.109
560.109
560.109
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel
293.500
-
-
-
-
-
25.000 82.500
25.000 -
25.000 -
25.000 -
25.000 -
25.000 -
666.629
507.315
535.109
535.109
535.109
535.109
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel Totaal lasten
Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel Netto saldo
Beslag van dit programma op de algemene middelen in 2013 wordt geraamd op € 535.109.
Programmaplan 2013, pagina 51
Programma: Portefeuillehouder: Sector:
37 Bestuurlijke zaken Burgemeester Middelen
Producten: 371 372 373 374
Bestuursorganen Bestuursondersteuning Klachten Bestuurlijke Samenwerking
Algemene beleidsdoelen: De bestuursorganen zorgen voor het democratisch besturen van de gemeente Stede Broec. De ambtelijke organisatie zorgt hierbij voor bestuursondersteuning. Specifieke beleidsdoelen: In maart 2010 hebben gemeenteraadsverkiezingen plaatsgevonden. Dit heeft geleid tot een veranderde samenstelling van het college. De richting van het bestuurlijk handelen is vastgelegd in het collegeprogramma 2010-2014. In dit collegeprogramma zijn op allerlei beleidsterreinen beleidsdoelen vastgelegd. Maatschappelijke effecten: wat willen we bereiken in het begrotingsjaar /de raadsperiode? Het in stand houden van een sterke en slagvaardige volksvertegenwoordiging. Duidelijkheid bieden met betrekking tot de bestuurlijke verhoudingen in Westfriesland. In de externe klachtenregeling is bepaald dat de gemeente beschikt over een externe klachtencommissie, waar burgers een klacht kunnen indienen. Dit heeft tot doel om de onafhankelijkheid en de integriteit van de dienstverlening aan de burger te waarborgen. De Stede Broecse dienstverlening voorbereiden op de toekomst. Wat gaan we daarvoor in het begrotingsjaar doen? In 2013 zal het college verder werken aan de uitvoering van het collegeprogramma 20102014. Zoals bekend is door de colleges van Stede Broec, Enkhuizen en Drechterland een samenwerkingsverband onder de werknaam SED opgezet. Het is van belang op korte termijn duidelijkheid te krijgen over de vorm en de inhoud van de toekomstige intergemeentelijke samenwerking en over de gewenste invoeringsdatum. Op 10 oktober 2012 wordt u geïnformeerd over de resultaten van een onderzoek naar het samenwerkingspotentieel van diverse typen gemeentelijke taakvelden, de gemeentelijke samenwerkingsmodellen en de eerste contouren van een plan van aanpak. Het is de bedoeling hieromtrent nadere keuzes te maken in december 2012 en een definitief besluit tot intergemeentelijke SED-samenwerking in juni 2013. Ook zijn door de raad initiatieven genomen: Het dualisme verder vorm te geven. In de raad van 6 september 2012 is een aantal verordeningen aangenomen dat daartoe mede kan bijdragen. Ook wordt de griffie binnenkort definitief uitgebreid met een griffiemedewerker in een 50% dienstverband. Het uitvoeren van een nog op te stellen verbeterprogramma voor raads- en commissieleden (cursussen en trainingen). Gevolg te geven aan een aantal aanbevelingen tot verbetering van de onderlinge verhoudingen. Het SMART formuleren van een aantal begrotingsposten in 2013 (pilot).
Programmaplan 2013, pagina 52
Beleidskaders: Collegeprogramma 2010-2014. Wat mag het kosten? Werkelijk 2011
Lasten
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
371 372 373 374
Bestuursorganen Bestuursondersteuning Klachten Bestuurlijke samenwerking
1.092.289 850.071 -
914.579 1.000.317 -
955.130 806.849 -
955.130 806.849 -
955.130 806.849 -
955.130 806.849 -
37
Bestaand beleid
1.942.360
1.914.896
1.761.979
1.761.979
1.761.979
1.761.979
63.919
-
-
-
-
-
2.006.279
1.914.896
1.761.979
1.761.979
1.761.979
1.761.979
Baten 371 Bestuursorganen 372 Bestuursondersteuning 373 Klachten 374 Bestuurlijke samenwerking
2.042 399.964 -
2.292 728.485 -
2.335 614.030 -
2.335 614.030 -
2.335 614.030 -
2.335 614.030 -
37
Totaal baten
402.006
730.777
616.365
616.365
616.365
616.365
Baten incidenteel
-
-
-
-
-
-
Totaal lasten Totaal baten
2.006.279 402.006
1.914.896 730.777
1.761.979 616.365
1.761.979 616.365
1.761.979 616.365
1.761.979 616.365
Saldo
1.604.273
1.184.119
1.145.614
1.145.614
1.145.614
1.145.614
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel
106.000
-
-
-
-
-
Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel
131.000
-
-
-
-
-
1.579.273
1.184.119
1.145.614
1.145.614
1.145.614
1.145.614
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel Totaal lasten
Netto saldo
Beslag van dit programma op de algemene middelen in 2013 wordt geraamd op € 1.145.614. Kengetallen: Raming 2013 Verhoudingsgetallen: Raadsvergoeding per raadszetel
Raming 2012
Werkelijk 2011
€ 9.623
€ 9.250
-
2,80
2,70
2,60
Kwantitatieve gegevens: Aantal wethouders (in fte)
Onderstaand overzicht inclusief de toelichting geeft een weer hoe de huidige commissiestructuur is opgezet. Tevens geeft dit inzicht in de werkelijke kweekvijverfunctie van de commissies.
Commissie Burger en Bestuur Grondgebiedzaken Middelen
aantal leden 12 12 12 36
waarvan raadsleden 3 4 8 15
waarvan burgerleden 9 8 4 21
De 21 plaatsen die bezet worden door burgerleden worden ingevuld door 18 individuen.
Programmaplan 2013, pagina 53
Programma: Portefeuillehouder: Sector:
38 Openbare orde & veiligheid Burgemeester Middelen
Producten: 381 Brandweer 382 Overige Beschermende Maatregelen Algemene beleidsdoelen: Handhaven van de openbare orde waardoor een veilige woonomgeving wordt gecreëerd. Specifieke beleidsdoelen: Handhaven van de openbare orde in de gemeente Stede Broec en bewaken van de veiligheid van burgers en bedrijven in deze regio. Handhaven van een goed geoefend vrijwillige brandweerkorps. Taken uitvoeren op het kwaliteitsniveau zoals beschreven in de regionale zorgnorm. Overleg met organisaties die kunnen bijdragen aan handhaving van de veiligheid. Maatschappelijke effecten: wat willen we bereiken in het begrotingsjaar /de raadsperiode? Het beoogt maatschappelijk effect is als volgt: het verhogen van de veiligheidsbeleving van de burger het verhogen van het besef van eigen verantwoordelijkheid bij veiligheid het stimuleren van het vertrouwen in de gemeente als facilitator van veiligheid Daarnaast beoogt de gemeente met beleid op het gebied van veiligheid om de leefomgeving voor de burgers zo plezierig mogelijk te maken. Wat gaan we daarvoor in het begrotingsjaar doen? Regionaliseren brandweer Artikel 26 1e lid van de Wet Veiligheidsregio‟s (Wvr) bepaalt dat elk college van Burgemeester en Wethouders kan besluiten tot het hebben van een gemeentelijke brandweer, die uitsluitend de navolgende taken uitvoert: het voorkomen, beperken en bestrijden van brand; het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand. Het handhaven van de gemeentelijke brandweer vereist een expliciet besluit van het college. Zonder expliciet besluit gaan de taken over naar de door het bestuur van veiligheidsregio ingestelde regionale brandweer. Ons college heeft er toe besloten de taken niet over te laten gaan naar de veiligheidsregio. In de Tweede Kamer is een motie aangenomen waarin wordt gepleit voor een volledige regionalisering van de brandweer. De minister van Veiligheid en Justitie heeft daarmee opdracht gekregen om de motie tot uitvoer te brengen. En deze uitvoer heeft de Tweede Kamer begin 2012 geaccordeerd en daarmee ligt het wetsvoorstel op dit moment bij de Eerste Kamer. Met het oog op de verplichte regionalisering is de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord begonnen met het opstellen van een projectplan voor een Regionale Brandweer Noord-Holland Noord. Als een paal boven water staat dat alle partijen de spreekwoordelijke „koninklijke weg‟ willen bewandelen om te komen tot een regionale brandweer. Kwaliteit gaat boven snelheid. Op 29 juni 2012 is het algemeen bestuur akkoord gegaan met het projectplan en dit betekent dat er nu tot en met 31 december 2012 aan de ontwerpfase gewerkt gaat worden. De resultaten van de ontwerpfase worden daarna aan het bestuur ter besluitvorming voorgelegd.
Programmaplan 2013, pagina 54
Het algemeen bestuur wordt op dat moment op basis van een geactualiseerd projectplan ook gevraagd een besluit te nemen over de daadwerkelijke uitvoering van de daarop volgende fase. De uiteindelijke besluitvorming omtrent regionalisering is aan het college van burgemeester en wethouders. Nationale politie Op basis van de nieuwe Politiewet ontstaan er in Nederland één politiekorps dat bestaat uit grotere politieregio‟s. De huidige politieregio‟s Kennemerland, Noord-Holland-Noord en ZaanstreekWaterland gaan op in de nieuw te vormen regionale eenheid Noord-West Nederland. De beoogd regioburgemeester, Bert Schneiders, heeft in de laatste bestuursconferentie de stand van zaken omtrent de wet geschetst. De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel behandeld en aangenomen. Per 1 januari 2013 is er dus een Nationale Politie. De minister heeft de Eerste Kamer toegezegd een aantal aanpassingen van de wet voor te bereiden, die onder anderen omvatten dat de regioburgemeester niet meer automatisch de burgemeester van de grootste gemeente in de regio is, maar door de minister wordt benoemd op voordracht van de burgemeesters uit de regio. Hoe dit precies vorm wordt gegeven is nog niet bekend. Voor Stede Broec betekent dit dat het basisteam de Koggen, waar zij op dit moment onder valt, iets gaat veranderen. Zo gaat de gemeente Koggenland naar een ander basisteam en zal de gemeente Hoorn worden toegevoegd. Keurmerk Veilig Ondernemen – winkelcentrum Streekhof Begin 2006 werden naar aanleiding van de overlast van een groep hangjongeren in winkelcentrum Streekhof (met name tijdens de koopavonden en op de zaterdag) afspraken gemaakt om dit probleem aan te pakken. Er was namelijk sprake van een daling van het aantal klanten en het gevoel van onveiligheid in en rond het winkelcentrum nam aanzienlijk toe. Eén van de afspraken om de problematiek aan te pakken was het instellen van een werkgroep die zich met de (on)veiligheid in het winkelcentrum Streekhof zou gaan bezighouden. Het resultaat van dit initiatief heeft geleid tot een publiek privaat samenwerkingsverband tussen: Ondernemers (Winkeliersvereniging Streekhof), Gemeente Stede Broec, Overkoepelende Belangenvereniging Streekhof (eigenaren), Politie, Brandweer, Hoofdbedrijfschap Detailhandel en BOP beveiliging. In 2007 is de eerste ster KVO behaald, in 2009 de tweede ster en in 2011 de derde ster. Het samenwerkingsverband, wat met de ster wordt aangeduid, heeft een doorlooptijd van twee jaar. Dit betekent dat in 2013 de vierde ster kan worden behaald. De betrokken partijen gaan ervoor met elkaar! Beleidskaders: Algemene Plaatselijke Verordening Wet op de Veiligheidsregio‟s Integraal Veiligheidsplan 2009-2014 Politiewet 1993/2011
Programmaplan 2013, pagina 55
Wat mag het kosten? Lasten
Werkelijk 2011
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
381 Brandweer 382 Overige Beschermende Maatregelen
777.104 55.305
884.792 60.383
903.428 73.174
903.428 73.174
903.428 73.174
903.428 73.174
38
832.409
945.175
976.603
976.603
976.603
976.603
4.293 21.762
-
-
-
-
-
858.464
945.175
976.603
976.603
976.603
976.603
Baten 381 Brandweer 382 Overige Beschermende Maatregelen
23.226 -
23.787 -
24.256 -
24.256 -
24.256 -
24.256 -
38
Totaal baten
23.226
23.787
24.256
24.256
24.256
24.256
Baten incidenteel
-
-
-
-
-
-
Totaal lasten Totaal baten
858.464 23.226
945.175 23.787
976.603 24.256
976.603 24.256
976.603 24.256
976.603 24.256
Saldo
835.238
921.388
952.347
952.347
952.347
952.347
14.938
-
-
-
-
-
1.128 -
1.128 -
1.128 -
1.128 -
1.128 -
1.128 -
849.048
920.260
951.219
951.219
951.219
951.219
Bestaand beleid
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel Totaal lasten
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel Netto saldo
Beslag van dit programma op de algemene middelen in 2013 wordt geraamd op € 951.219. Kengetallen: Kwantitatieve gegevens: Aanvragen openbare orde (APV) Aanvragen openbare orde (bijzondere wetten) Aantallen alarmeringen brandweer Bijdrage per inwoner Veiligheidsregio
raming 2013
raming 2012
werkelijk 2011
150 50 150
135 45 129
168 58 190
€10,94
€ 10,98
€11,56
Programmaplan 2013, pagina 56
Paragrafen 2013
Paragrafen 2013, pagina 1
Paragraaf Lokale heffingen Artikel 10 Besluit Begroting en Verantwoording De paragraaf betreffende de lokale heffingen bevat ten minste: a. de geraamde inkomsten; b. het beleid ten aanzien van de lokale heffingen; c. een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen; d. een aanduiding van de lokale lastendruk; e. een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid. Het totale pakket van gemeentelijke belastingen en heffingen bestaat uit een achttal verschillende belastingen/heffingen. Voor de hoogte van de tarieven gelden -in deze primitieve begroting- de volgende uitgangspunten: De tarieven van de onroerende zaakbelasting zullen door de gemeenteraad zodanig worden vastgesteld dat in combinatie met de waardestijging geen opbrengststijging wordt gerealiseerd (met uitzondering van inflatiecorectie). De hoogte van de rioolheffing wordt vastgesteld op basis van een kostendekkend tarief. De tarieven voor de afvalstoffenheffing zijn gebaseerd op de tarieven die de NV Huisvuilcentrale bij ons in rekening brengt, vermeerderd met de kosten voor heffing en inning. De tarieven voor de hondenbelasting blijven op basis van de primitieve begroting gelijk, maar kunnen op basis van de Focusnota worden aangepast. De overige tarieven en leges blijven op basis van de primitieve begroting gelijk, maar kunnen op basis van de Focusnota worden aangepast. De primitieve begroting is opgesteld op basis van de Perspectievennota. In deze Perspectievennota zijn geen kaders vastgelegd voor de tarieven voor gemeentelijke heffingen. Deze zullen in december 2012 worden voorgelegd aan uw raad en eventuele financiële consequenties zullen worden verwerkt in een begrotingswijziging. Onroerende zaakbelasting Onder de naam „onroerende zaakbelasting‟ wordt belasting geheven van eigenaren van woningen en niet-woningen en gebruikers van niet-woningen (bedrijfspanden, overige gebouwen en bouwgrond). De WOZ–waarde wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld. De in deze primitieve begroting opgenomen voorlopig geraamde opbrengst is € 2.528.400. Deze opbrengst is gebaseerd op 2012 waarbij een eventuele verhoging/inflatiecorrectie niet is meegenomen. Rioolheffing De rioolheffing wordt geheven van de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. Uitgangspunt blijft de kostendekkendheid. Bij de Begroting 2013 wordt uitgegaan van de uitgangspunten van het GRP (Gemeentelijk RioleringsPlan) en volledige kostendekking. Omdat de rioolheffing uitgaat van volledige kostendekking en er wordt gewerkt met een vereveningsfonds, heeft de hoogte van het tarief rioolheffing geen financiële consequenties voor de Begroting 2013. Afvalstoffenheffing Iedere woning binnen de gemeente wordt aangeslagen voor deze belasting. Bij het opleggen van deze heffing is het niet van belang of er daadwerkelijk huishoudelijk afval wordt aangeboden. Het tarief van de afvalstoffenheffing is voor meerpersoonshuishoudens hoger dan voor eenpersoonshuishoudens. Afhankelijk van het door de huisvuilcentrale in rekening gebrachte tarief zal de opbrengst bepaald worden. Er wordt hierbij uitgegaan van volledige kostendekking. Hondenbelasting Uitgangspunt bij hondenbelasting is altijd geweest dat de baten worden aangewend ter bestrijding van de overlast van honden. Iedere houder van een hond ontvangt een aanslag hondenbelasting. Jaarlijks vindt er een controle plaats. De hoogte van de aanslag hondenbelasting is afhankelijk van het aantal honden dat de belastingplichtige heeft. Er wordt hierbij uitgegaan van volledige kostendekking.
Paragrafen 2013, pagina 2
Leges Onder de naam „leges‟ worden een aantal verschillende rechten geheven voor door de gemeente verstrekte diensten. Hieronder vallen onder andere de leges voor een paspoort, rijbewijs of bouwvergunning. Marktgelden Onder de naam „marktgeld‟ wordt een recht geheven voor het innemen van een standplaats op de wekelijkse markt in Stede Broec. Het tarief voor marktgeld wordt berekend per strekkende meter standplaats. Op dit tarief wordt een korting van tien procent verleend als er per kwartaal vooruit wordt betaald. De geraamde opbrengst 2013 is € 17.180. Begraafrechten Op grond van de Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingrechten worden rechten geheven voor door de gemeente verrichte diensten. De totale opbrengst 2013 wordt op basis van de primitieve begroting voor begraafrechten € 6.646. Kwijtschelding Als een belastingplichtige niet of over te weinig financiële middelen beschikt om de belastingaanslag te voldoen kan onder bepaalde voorwaarden aan deze belastingplichtige kwijtschelding worden verleend. Inwoners met een uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand krijgen ambtshalve kwijtschelding van de gemeentelijke heffingen. Kwijtschelding kan alleen worden verleend indien het een aanslag betreft voor afvalstoffenheffing, rioolrecht en OZB. Er is één loket voor de kwijtschelding van de gemeentelijke en regionale heffingen. Inwoners van de gemeente Stede Broec kunnen bij de gemeente niet alleen kwijtschelding aanvragen voor de door de gemeente opgelegde heffingen, maar ook voor de heffingen opgelegd door het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (verontreinigingsheffing en waterschapslasten). Belastingcapaciteit De belastingcapaciteit geeft het bedrag aan dat de gemeente aan OZB kan heffen indien het landelijk gemiddelde tarief als richtsnoer wordt gebruikt. Het landelijk gemiddelde tarief is het bedrag dat geldt voor de berekening van de factor „belastingcapaciteit‟ in de berekening van de algemene uitkering. Voor de rechten is dit de ruimte tussen de wettelijk toegestane 100% dekking en de door de gemeente toegepaste dekking. In de paragraaf „Weerstandsvermogen‟ wordt hier nader op ingegaan. Lastendruk Aangezien de tarieven bij het opstellen van deze begroting nog niet bekend zijn is het nog niet mogelijk om een inschatting van de lastendruk per inwoner te maken.
Paragrafen 2013, pagina 3
Paragraaf Weerstandsvermogen Artikel 11 Besluit Begroting en Verantwoording 1. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: a. de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de provincie onderscheidenlijk gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken; b. alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. 2. a. b. c.
De paragraaf betreffende het weerstandsvermogen bevat ten minste: een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; een inventarisatie van de risico's; het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's.
Inventarisatie van de weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit de volgende „vrij aanwendbare middelen‟: 1. De vrij aanwendbare reserves 2. De onbenutte belastingcapaciteit 3. De post onvoorzien 4. De stille reserves Deze onderdelen worden hieronder verder uitgewerkt. De vrij aanwendbare reserves Algemene reserves Reserves kunnen worden gedefinieerd als onderdelen van het eigen vermogen, die vrij te besteden zijn. Tot de algemene reserves worden gerekend de reserves die van de gemeenteraad (nog) geen bestemming hebben gekregen. Het saldo van de algemene reserve per 1 januari 2013 wordt geraamd op
€
6.372.328
Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves zijn -evenals de algemene reserves- onderdeel van het eigen vermogen. Bestemmingsreserves zijn echter niet geheel vrij te besteden, daar de raad aan deze reserves een bepaalde bestemming heeft gegeven. De raad is bevoegd deze bestemming te wijzigen. Bij bepaling van de weerstandscapaciteit is van belang te weten van welke bestemmingsreserves de bestemming vrijelijk kan worden gewijzigd, zodat deze kunnen worden ingezet ter dekking van onverwachte tegenvallers. Anders gezegd: kan de raad afzien van het met de bestemmingsreserves beoogde doel zonder dat daar kosten uit volgen. Dit deel van de bestemmingsreserves wordt per 1 januari 2013 geraamd op € 3.304.648 Onbenutte belastingcapaciteit Bij onbenutte belastingcapaciteit wordt berekend welk bedrag de gemeente nog aan belastingen kan heffen, of anders gezegd: kan de gemeente nog baten verkrijgen door belastingverhoging. In Stede Broec worden hondenbelasting en Onroerende Zaak Belasting (OZB) geheven. Het beleid in Stede Broec inzake hondenbelasting is dat deze maximaal kostendekkend mag zijn, met andere woorden: de opbrengsten worden geheel besteed aan maatregelen ter bestrijding van hondenoverlast. Bij de hondenbelasting is dus geen sprake van onbenutte belastingcapaciteit. Inzake de OZB kan worden aangegeven dat de opbrengststijging en tarieven per 1 januari 2008 niet meer wettelijk zijn gemaximeerd. Bij bepaling van de onbenutte belastingcapaciteit OZB is dan van belang te bepalen welke tarieven maatschappelijk/politiek nog aanvaardbaar worden geacht. Het is moeilijk om aan te geven welke tarieven nog maatschappelijk/politiek aanvaardbaar zijn. Daarom gaan we uit van normtarieven “artikel-12 gemeenten”: het landelijk gemiddelde + 20%. Op basis van dit normtarief is sprake van een onbenutte belastingcapaciteit OZB van € 337.000.
Paragrafen 2013, pagina 4
De overige heffingen (rioolheffing en afvalstoffenheffing) zijn retributies: heffingen waar een direct aanwijsbare tegenprestatie van de gemeente tegenover staat. Retributies mogen maximaal kostendekkend zijn. In Stede Broec worden genoemde heffingen al kostendekkend geheven, zodat hier geen ruimte is om nog baten te verkrijgen. De post onvoorzien In de primitieve begroting 2013 is een post onvoorzien structureel van € 10.709 opgenomen. De post onvoorzien is bedoeld om onvoorziene uitgaven en/of nieuw beleid te kunnen dekken. De stille reserves Stille reserves ontstaan wanneer activa (bezittingen) op de balans lager gewaardeerd zijn dan de geldende vrije verkoopwaarde voor deze activa. De gemeente Stede Broec heeft vele activa op de balans staan. De gemeente Stede Broec stelt echter niet de vrije verkoopwaarde vast van deze activa waardoor de omvang van de stille reserves niet duidelijk is. Omvang en beoordeling van de weerstandscapaciteit Weerstandscapaciteit Onbenutte belastingcapaciteit OZB Onvoorzien 2012 Weerstandscapaciteit exploitatie
€ € €
377.000 10.709 387.709
Vrij aanwendbare reserves
€
9.676.976
Totaal weerstandsvermogen
€
10.064.685
De weerstandscapaciteit komt neer op € 468 per inwoner (€ 10.064.685 / 21.500 inwoners). Gelet op de hierna genoemde risico‟s concluderen wij dat het financieel weerstandsvermogen van voldoende omvang is om eventuele financiële tegenvallers op te vangen. Inventarisatie van de risico’s De weerstandscapaciteit dient onder andere om risico‟s af te dekken waarvoor geen voorziening is getroffen of waarvoor geen verzekering is afgesloten. Deze risico‟s zijn namelijk –gelet op daarmee samenhangende onzekerheden- (nog) niet te kwantificeren of te verzekeren. Hierna volgt een inventarisatie van de risico‟s welke bij het opmaken van de begroting 2013 bekend zijn. Afschrijvingstermijnen schoolgebouwen In het verleden zijn afschrijvingstermijnen van schoolgebouwen gebaseerd op de vergoedingssystematiek van het Rijk en voor de meeste schoolgebouwen vastgesteld op 60 jaar. Sinds 1 januari 1997 is de zorg voor onderwijshuisvesting een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Vasthouden aan deze lange afschrijvingstermijnen brengt het risico met zich mee dat er nieuwe gebouwen moeten worden gerealiseerd, terwijl de oude gebouwen nog niet zijn afgeschreven. In 2009 is besloten deze termijnen te verkorten tot een (oorspronkelijke) looptijd van 50 jaar. Bodemverontreiniging Zesstedenweg 211-213 Dit pand is door de gemeente verkocht onder voorwaarde van een schoongrondverklaring. Na onderzoek is een lichte vorm van bodemverontreiniging geconstateerd. In 1995 is het pand overgedragen aan de koper onder de bepaling dat de gemeente op eerste verzoek zorg draagt voor schoning van de grond en op elk gewenst tijdstip een schoongrondverklaring afgeeft. Bodemverontreiniging en -sanering algemeen Het bevoegd gezag bij zwaardere vormen van bodemverontreiniging is de provincie. Er is destijds vastgesteld dat bij eventuele saneringen de gemeente per sanering € 2,27 per inwoner + 7,5% van de meerkosten moet bijdragen. Op dit moment zijn er geen locaties bekend waarvan te verwachten is dat deze op korte termijn moeten worden aangepakt. In toenemende mate wordt de gemeente geconfronteerd met asbestverontreinigde grond c.q. bagger. Verwijdering hiervan is een kostbare aangelegenheid, omdat de grond c.q. bagger meestal moet worden afgevoerd naar speciaal daarvoor ingerichte depots.
Paragrafen 2013, pagina 5
Bodemverontreiniging Broekerhavenweg 214 Vanaf 2000 zijn alle provincies gestart met het realiseren van een landsdekkend beeld van alle historische bodemverontreinigingen in Nederland. Een historische bodemverontreiniging is een vervuiling van de bodem die enige tijd geleden is ontstaan. In Stede Broec zijn veel locaties onderzocht, waaronder Broekerhavenweg 214 in Bovenkarspel. Aanleiding hiervoor is een benzinelekkage in 1975 van het toenmalige tankstation, waarbij destijds maatregelen zijn genomen om brand en calamiteiten te voorkomen. In 1987 (twaalf jaar na de benzinelekkage) is de Wet Bodembescherming van kracht geworden. Deze Wet heeft onder andere als doel de bodem in Nederland te beschermen tegen nieuwe verontreinigingen, maar ook om op termijn ernstige en urgente bodemverontreinigingen te saneren. Uit de bodemonderzoeken op de locatie van het tankstation is naar voren gekomen dat er een ernstige grondwaterverontreiniging is aangetroffen op de percelen Broekerhavenweg 206 t/m 216 en een ernstige bodemverontreiniging op de percelen Broekerhavenweg 212 en 214. Op 13 juli 2010 heeft een informatiebijeenkomst plaatsgevonden voor de bewoners en eigenaren van de verontreinigde percelen. In augustus 2010 zijn binnenluchtmetingen uitgevoerd. Informatiebijeenkomst met bewoners heeft plaatsgevonden. Tevens heeft een individueel gesprek plaatsgevonden met een gedupeerde. Met betrokken partijen worden mogelijke oplossingen onderzocht (zonder de garantie op een oplossing). Aankopen inzake centrumontwikkelingen Om adequaat te kunnen inspelen op mogelijke (ruimtelijke) ontwikkelingen rondom het centrum (gemeentehuis en winkelcentrum) is het college actief bij verwerving van onroerend goed in dit gebied. Deze aankopen worden verantwoord in de administratie van het grondbedrijf. De gevolgen van toekomstige aankopen zullen wellicht een zodanige stijging van de gemiddelde vierkante meterprijs tot gevolg hebben, dat investeringen niet meer geheel kunnen worden gecompenseerd door opbrengsten. Om die reden heeft de raad bij de behandeling van de begroting 2010 in november 2009 een voorziening ingesteld. De geplande uitbreiding van het winkelcentrum met ongeveer 4.900 m² gebeurt op eigen grond en heeft daardoor wellicht een gunstig gevolg voor de totaalexploitatie. Het parkeren gaat boven de begane grond plaatsvinden. Er is een principeakkoord bereikt over de grondprijs en de uitbreiding van winkelcentrum Streekhof. Met Albert Heijn dient nog verdere uitwerking plaats te vinden. De definitieve overeenkomst zal rond november 2012 worden ondertekend. Voorbereidingen met betrekking tot het bestemmingsplan en de stedenbouwkundige invulling van het plan zijn inmiddels gestart. Op het moment dat deze onderdelen definitief zijn kan binnen afzienbare tijd gestart worden met de uitbreiding. Bundeling uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten Met ingang van 1 januari 2010 is de Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten in werking getreden. Met de Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten worden gemeentelijke middelen voor de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004) voor zover dat betrekking heeft op algemene bijstand aan startende ondernemers, en de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) gebundeld met het WWB-inkomensdeel. Met de invoering van deze gebundelde uitkering krijgen gemeenten één budget voor de bekostiging van uitkeringen op grond van de WWB, de IOAW, de IOAZ, het Bbz 2004 en de WWIK. Als gevolg van de wet worden de genoemde uitkeringen niet alleen gebundeld, maar wordt ook de financieringssystematiek van de IOAW, de IOAZ, het Bbz 2004 en de WWIK gewijzigd. De IOAW, de IOAZ en het Bbz 2004 kenden tot 1 januari 2010 een financieringssystematiek van 75% declaratie en 25% budget; de WWIK een financieringssystematiek van 100% declaratie. Het gecombineerde declaratie- en budgetsysteem voor deze uitkeringskosten is vervangen door een systeem van volledige budgetfinanciering, zoals dat al van toepassing was voor het WWBinkomensdeel. De opbouw van het budget gaat op basis van historische aantallen, de zogenaamde T -/- 2 systematiek.
Paragrafen 2013, pagina 6
Aangezien het aantal cliënten in de afgelopen jaren is afgenomen, mag er vanuit worden gegaan dat het budget in de komende jaren ook nog zal dalen. De huidige economische crisis kan echter leiden tot een forse toename van het aantal klanten. Op dat moment lopen we een financieel risico dat het budget niet toereikend is als gevolg van een open-einderegeling; gemeenten mogen uitkeringen niet weigeren „omdat het budget op is‟. Voor verrekening van jaarlijkse exploitatieresultaten is een voorziening WWB ingesteld, hiermee kunnen eventuele tekorten worden opgevangen die binnen de zogenaamde “bandbreedte” vallen. Mochten er onvoorziene tekorten zijn die hoger zijn dan de bandbreedte dan kan de gemeente hiervoor een extra aanvraag indienen bij het Ministerie. Wet participatiebudget Met het participatiebudget worden de gemeentelijke middelen voor reïntegratie (WWB-werkdeel), inburgering en volwasseneneducatie gebundeld in één specifieke uitkering voor gemeenten. Gemeenten kunnen met het participatiebudget reïntegratievoorzieningen, inburgeringsvoorzieningen, educatie-opleidingen en combinaties van deze voorzieningen financieren voor een brede doelgroep van iedereen van 18 jaar en ouder. Behalve voor iedereen van 18 jaar en ouder kan het participatiebudget ook worden ingezet voor 16- en 17-jarigen die zijn ontheven van de kwalificatieplicht of die al aan de kwalificatieplicht hebben voldaan. Daarnaast is het participatiebudget ook inzetbaar voor jongeren van 16 of 17 jaar voor wie schooluitval dreigt, maar die door een leer-werktraject alsnog een startkwalificatie kunnen behalen. De huidige economische crisis kan leiden tot een forse toename van het aantal klanten, waardoor het budget onder druk kan komen te staan. In 2009 heeft er een aanpassing plaatsgevonden in het participatiebudget. Het participatiebudget kent een zogenaamde „meeneemregeling‟: maximaal 60% van het toegekende participatiebudget mocht -voor zover dit niet is uitgegeven- worden meegenomen naar het volgend jaar. Tijdens Prinsjesdag 2009 is besloten de meeneemregeling aan te passen. De meeneemregeling is van 60% verlaagd naar 25%. Het meerdere moest worden terugbetaald aan het Rijk. Het participatiebudget kan financiële gevolgen hebben voor de gemeente. De financieringssystematiek van het participatiebudget is onderhevig aan financiële risico‟s, omdat sprake is van een open-einderegeling: gemeenten mogen reïntegratie- en inburgeringstrajecten niet weigeren „omdat het budget op is‟. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Voor de financiering van de Wmo worden middelen aan het gemeentefonds toegevoegd, maar deze middelen zijn gebaseerd op voorgaande jaren en daarom is hier sprake van eventuele financiële risico‟s als gevolg van een open-einderegeling; gemeenten mogen uitkeringen niet weigeren „omdat het budget op is‟. Voor verrekening van jaarlijkse exploitatieresultaten is een egalisatiereserve Wmo ingesteld. Het aantal burgers dat een beroep doet op de Wmo zal ook de komende tijd stijgen. De budgetten die door het Rijk beschikbaar worden gesteld zullen daarmee geen gelijke tred houden. Om ook in de toekomst de Wmo betaalbaar te houden zullen alle lopende toekenningen hulp bij het huishouden tussentijds worden herbeoordeeld. De verwachting is dat hierdoor de Wmo uitgaven in 2013 nauwelijks zullen stijgen. De invoering van eigen bijdrage en het goedkoper aanbesteden van hulpmiddelen dragen ook bij hieraan. Risico arbeidsongeschiktheid wethouders Voor een eventueel geval van arbeidsongeschiktheid van een wethouder is gemeente Stede Broec niet verzekerd. Dit vormt een risico voor de gemeente. Wet werken naar vermogen De Wet naar vermogen is controversieel verklaard. Onduidelijk is of er wetgeving komt de voor de „onderkant‟ van de arbeidsmarkt. De verwachting is dat er nieuwe wetgeving komt met als doel dat meer burgers te laten participeren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Nieuwe wetgeving zal tot beleidswijzigingen leiden en mogelijk tot een andere uitvoeringsorganisatie. De mogelijkheid van samenwerking tussen de westfriese gemeenten en Op/Maat wordt onderzocht. Eén verzamelwet die de WWB/WIJ, WSW vervangt. De WSW blijft alleen toegankelijk voor mensen die alleen in een beschutte werkomgeving kunnen werken. Dit betreft ongeveer een derde deel van de WSW populatie.
Paragrafen 2013, pagina 7
Hierbij een garantieregeling voor bestaande WSW geïndiceerden met het doel om het aantal beschutte arbeidsplaatsen terug te brengen van 90.000 naar 30.000. Het extern plaatsen van twee derde deel van de WSW populatie. Samenvoeging van de participatiebudgetten van WWB/WIJ en WSW tot één integraal participatiebudget waarbij een aanzienlijke bezuiniging wordt doorgevoerd op de participatiebudgetten, de educatieve middelen en de WSW middelen. Als gevolg hiervan ontstaat bij de gemeenschappelijke regeling een aanzienlijk financieel risico wil zij de huidige taken in de huidige vorm blijven uitvoeren. Gesproken wordt over een tekort op niveau van WF7 van € 2.600.000. Dit betekent voor de gemeente Stede Broec een structureel beslag op algemene middelen van circa € 260.000. Met de te verwachten nieuwe wetgeving ontstaan de volgende risico‟s: Aanzienlijke budgettaire gevolgen door het terugdringen van de rijksbijdrage voor de WSW, terugdringen van het re-integratiebudget en het terugdringen van het educatieve budget. (Begroot tekort Op/Maat € 2.600.000 en een aandeel van SB van ca 10%.) Toename van het werkzoekenden bestand omdat minder geld meer beschikbaar is voor re-integratie van mensen zonder beperking. Opstartkosten van een werkorganisatie indien wordt besloten tot één integrale werkorganisatieWwestfriesland.
Salarissen Het huidige systeem van waardering van functies in Stede Broec is al sinds decennia in gebruik. Al enige tijd wordt onderkend dat deze systematiek van waardering niet meer voldoet aan de huidige tijd. Enige jaren geleden is door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten de ontwikkeling van een nieuw systeem van functiewaardering aangekondigd, welke als basis kan worden gebruikt door alle Nederlandse gemeenten. Gelet op dit gegeven heeft het college destijds besloten niet zelf een nieuw systeem te ontwikkelen, maar te wachten op het product van de VNG. Dit is inmiddels gereed. In de praktijk blijkt de implementatie van een nieuw functiewaarderingssysteem een toename van de salarissen tot gevolg te hebben: lager gewaardeerde functies vallen onder een garantieregeling; hoger gewaardeerde functies leiden tot hogere salarissen. Indien het nieuwe functiewaarderingssysteem hogere salarislasten tot gevolg heeft zal het college een voorstel tot dekking daarvan voorleggen aan de gemeenteraad. Beleid inzake risicomanagement en weerstandscapaciteit De gemeente heeft zich tegen de meest voorkomende risico‟s verzekerd: gemeentelijke gebouwen zijn verzekerd tegen brand- en glasschade, bestuurders en medewerkers zijn verzekerd tegen molest en aansprakelijkheid en de (financiële) processen zijn verzekerd tegen gevolgen van fraude. In een enkel geval is gekozen voor eigen fondsvorming ter dekking van schade (stormschade). Voor mogelijke risico‟s waartegen we ons niet kunnen (of willen) verzekeren worden over het algemeen reserves of voorzieningen gevormd. Het college is van mening dat op deze wijze op praktische en verantwoorde wijze vorm wordt gegeven aan het risicomanagement binnen de bedrijfsvoering van de gemeente Stede Broec.
Paragrafen 2013, pagina 8
Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen Artikel 12 Besluit Begroting en Verantwoording 1. De paragraaf betreffende het onderhoud van kapitaalgoederen bevat ten minste de volgende kapitaalgoederen: a. wegen; b. riolering; c. water; d. groen; e. gebouwen. 2. Van de kapitaalgoederen, bedoeld in het eerste lid, wordt aangegeven: a. het beleidskader; b. de uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties; c. de vertaling van de financiële consequenties in de begroting. Algemeen Ten behoeve van het groot onderhoud aan kapitaalgoederen is de gemeente Stede Broec onderverdeeld in vier wijken. Ieder jaar is een van deze vier wijken aan de beurt voor onderhoud aan wegen (inclusief heroverweging van verkeersmaatregelen), voet- en fietspaden, parkeerterreinen, straatmeubilair en grootschalig onderhoud aan het openbaar groen snoeien, aanleg natuurvriendelijke oevers e.d.). Het uit te voeren groot onderhoud wordt aan de hand van inspecties, klachten en meldingen, en de beschikbare middelen bepaald. Er zijn voor de onderdelen wegen, openbaar groen, bruggen, straatmeubilair en speelgelegenheden en riolering geen beheersplannen aanwezig. Ten aanzien van de verschillende onderdelen de volgende stand van zaken Wegen In 2013 wordt groot onderhoud uitgevoerd aan bestratingen en voetpaden (trottoirs) in de onderhoudswijk Grootebroek Noord / Lutjebroek. Openbaar groen In 2013 wordt groot onderhoud uitgevoerd aan het openbaar groen in de onderhoudswijk Grootebroek Noord / Lutjebroek. Bruggen Op basis van de inspectieresultaten wordt planmatig onderhoud aan de bruggen uitgevoerd. Straatmeubilair en speelgelegenheden Dit jaar wordt in de onderhoudswijk Grootebroek Noord / Lutjebroek nadrukkelijker gekeken naar nut en noodzaak, en staat van onderhoud van het straatmeubilair. Speciale aandacht daarbij hebben de paaltjes. De speelgelegenheden worden twee keer per jaar gecontroleerd. Riolering In 2011 is gestart met de werkzaamheden om te komen tot een nieuw Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) – met bijbehorend kostendekkingsplan - voor de periode 2013-2020. De verwachting is dat deze in het tweede kwartaal van 2013 wordt vastgesteld en vanaf dan in uitvoering wordt gebracht. Gebouwen Voor het Meerjaren onderhoud gebouwen (MJO) is het uitgangspunt dat door middel van een jaarlijkse dotatie in een onderhoudsfonds een egalisatie in de kosten voor het groot onderhoud van de gebouwen plaats vindt. Bij het berekenen van de jaarlijkse dotatie aan de onderhoudsvoorziening wordt gewerkt met 10-jaar gemiddelden en jaarlijkse inspecties van uit te voeren werkzaamheden. Gekozen is om de kwaliteit van het onderhoud te handhaven op de vastgestelde klasse 3. De gevolgen van uitgevoerde inspecties en het actualiseren van de gebouwen zijn nog niet verwerkt in de jaarlijkse dotatie.
Paragrafen 2013, pagina 9
Paragraaf Financiering Artikel 13 Besluit Begroting en Verantwoording De paragraaf betreffende de financiering bevat in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille. In Stede Broec zijn de beleidsvoornemens betreffende risicobeheer van de financieringsportefeuille ondergebracht in het treasurybeleid: het aantrekken van benodigde financieringsmiddelen en het (tijdelijk) uitzetten van (tijdelijk) overtollige middelen en de beheersing van risico‟s daarbij. Het Rijk heeft regels gesteld aan hoe gemeenten hun geld en kapitaal beheren. Die regels staan in de Wet fido (financiering decentrale overheden). Deze wet vormt het kader voor het gemeentelijk treasurybeleid. Binnen dit kader heeft de gemeenteraad het treasurybeleid van de gemeente Stede Broec vastgelegd in het treasurystatuut: doelstellingen, richtlijnen, procedures, bevoegdheden en verantwoordelijkheden op het gebied van treasury. Financiering Door middel van een liquiditeitsplanning wordt de financieringsbehoefte van de gemeente gedurende het begrotingsjaar geraamd: op basis van te verwachten uitgaven en inkomsten wordt een schatting gemaakt van het verwachte verloop van het liquiditeitssaldo. Uit de voorlopige liquiditeitsplanning 2012 blijkt vooralsnog geen financieringstekort, zodat in de loop van het jaar –naar verwachting- geen financiering hoeft te worden aangetrokken. De financieringsportefeuille bestaat uit: opgenomen langlopende leningen eigen vermogen welk als financieringsmiddel is ingezet (reserves) in beheer gekregen waarborgsommen Opgenomen langlopende leningen Het onderstaande overzicht is een raming van het verloop van de vaste financiering in 2013. Uit de voorlopige liquiditeitsplanning 2013 blijkt vooralsnog geen financieringstekort, zodat in de loop van het jaar –naar verwachting- geen financiering hoeft te worden aangetrokken. Stand per 1 januari 2013 nieuwe leningen reguliere aflossingen Verwachte stand 31 december 2013
€ € € €
67.388.950 3.037.529 64.351.421
Uitgezette leningen De gemeente verstrekt langlopende leningen aan lokale– en regionale instellingen en verenigingen. Basis voor verstrekking is het treasurystatuut. Daarnaast heeft de gemeente leningen uitstaan bij de woningcorporatie De Woonschakel Westfriesland. Bij verzelfstandiging van de corporatie in 1993 is de financiering één op één doorgegeven. Verder verstrekte de gemeente tot en met 2008 hypothecaire geldleningen aan het ambtelijk personeel. Met ingang van 2009 is dit niet meer toegestaan en worden geen nieuwe leningen verstrekt. Het onderstaande overzicht is een raming van het verloop van de langlopende uitgezette leningen in 2013. Stand per 1 januari 2013 Nieuwe leningen Reguliere aflossingen Extra of vervroegde aflossing Stand per 31 december 2013
€ € €
44.935.650 1.139.447 p.m. 43.796.203
Paragrafen 2013, pagina 10
Risicobeheer Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft voor de gemeente de maximale toegestane omvang van de kortlopende schuld (met een looptijd korter dan 1 jaar) aan. Wettelijk moet worden overgegaan tot omzetting naar langlopende schulden zodra de limiet meer dan twee achtereenvolgende kwartalen wordt overschreden. Het doel van deze limiet is het renterisico op korte financiering te beperken. Fluctuaties in korte rente kunnen namelijk een relatief grote invloed hebben op rentelasten. De kasgeldlimiet wordt uitgedrukt in een percentage van het begrotingstotaal (8,5%) en bedraagt voor de gemeente Stede Broec voor 2013 afgerond € 3.264.000. Bij het financieringsbeleid in 2013 wordt rekening gehouden met deze limiet. Renterisiconorm De norm voor het renterisico stelt een grens aan financiering op lange termijn (met een oorspronkelijke looptijd van één jaar of langer). Het doel is om overmatige renterisico‟s op de vaste schuld te vermijden. Door zorg te dragen voor een gelijkmatige opbouw van de leningportefeuille spreidt de gemeente het renterisico op vaste schuld. De norm wordt berekend door het begrotingstotaal te vermenigvuldigen met een door het Rijk vastgesteld percentage (20%). Het totaal van renteherzieningen en de aflossingen in een begrotingsjaar mag deze norm niet overschrijden. In cijfers betekent dit voor 2013 het volgende: De renterisiconorm bedraagt 20% van het begrotingstotaal: 20% van € 38,0 miljoen
€
7.591.000
Het totaal van renteherzieningen in 2013
€
0
Reguliere aflossingen 2013
€
3.522.000
Ruimte binnen de renterisiconorm
€
4.069.000
Kasgeldbeheer De gemeente is vrij in zijn keuze voor de bank waarbij leningen worden opgenomen, met in acht name van de bepalingen uit de Wet fido en het treasurystatuut. Bij een tijdelijk liquiditeitsoverschot worden diverse geldnemers benaderd. Bij de keuze van geldnemers vindt een afweging plaats van rendement en risico, waarbij de nadruk ligt op het vermijden van risico.
Paragrafen 2013, pagina 11
Paragraaf Bedrijfsvoering Artikel 14 Besluit Begroting en Verantwoording De paragraaf betreffende de bedrijfsvoering geeft tenminste inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering. Wat is bedrijfsvoering en welke eisen stellen we aan de bedrijfsvoering? Bedrijfsvoering bestaat traditioneel uit de onderdelen personeel, informatisering, automatisering, communicatie, organisatie, financieel beheer en huisvesting. De traditionele bedrijfsvoering was veelal intern gericht. Aan gemeenten worden andere eisen gesteld waardoor de bedrijfsvoering meer extern gericht moet zijn. Zo verwacht de inwoner terecht, dat de gemeente rechtmatig handelt, dat de gelden doelmatig en doeltreffend besteed worden en dat de gemeente betrouwbaar, transparant en responsief is. Die eisen vragen een bepaalde cultuur, organisatiestructuur, niveau van automatisering en communicatie. Doel van de bedrijfsvoering De kwaliteit van onze bedrijfsvoering bepaalt in belangrijke mate het welslagen van de programma‟s zoals die in het eerste deel van de begroting staan. Doel van de bedrijfsvoering is te ondersteunen zodat die programma‟s uitgevoerd kunnen worden. Begrippen die met betrekking tot de bedrijfsvoering een rol spelen zijn: Rechtmatigheid: een gemeente handelt rechtmatig als zij handelt volgens de geldende weten regelgeving; Betrouwbaarheid: de gemeente heeft haar zaken voor elkaar en voert de (wettelijke) regels voorspelbaar uit en handhaaft de regels; Transparantie: een transparante overheid biedt inzicht in de uitvoering van de programma‟s en de ondersteunende processen; Doelmatigheid: met zo min mogelijk middelen voortbrengen van een vooraf bepaalde uitkomst of met bepaalde middelen een kwalitatief en/of kwantitatief zo goed mogelijke uitkomst realiseren; Doeltreffendheid: de effecten bereiken die beoogd waren. De ontwikkeling van de bedrijfsvoering Naar een betere dienstverlening in 2015 Het college heeft met het bepalen van de missie en visie van de Stede Broecse dienstverlening richting bepaald voor doelen en verbeterambities. Ze geeft daarbij tegelijk de kaders mee, waarbinnen de organisaties deze ambities kan oppakken. De medewerkers in de organisatie werken mee aan de richting en inrichting door vanuit hun ervaringen uit de dagelijkse praktijk verbeterideeën aan te reiken. Het samenspel tussen bestuur, management en medewerkers leidt tot een gedragen dienstverleningsconcept dat de basis vormt voor het succesvol realiseren van de gestelde verbeterdoelen. Met het dienstverleningsconcept als kapstok wil Stede Broec invulling geven aan de door het rijk opgelegde verplichtingen om de dienstverlening verder te verbeteren door te groeien naar een digitale gemeente, een zogenaamde „e-gemeente‟. Gemeenten moeten in 2015 verplicht 23 NUPbouwstenen geïmplementeerd hebben om invulling te geven aan dienstverlenings- en bedrijfsvoeringsambities van het rijk en de VNG. Gelukkig zijn er belangrijke overeenkomsten tussen de landelijk beoogde verbeteringen en de eigen lokale ambities, dus worden meerdere doelen gediend. In 2011 is gestart met het opzetten van een dienstverleningsconcept met als doel de dienstverlening en de daaraan gekoppelde bedrijfsvoering verder te verbeteren. Gekozen is voor een aanpak waarbij het bestuur, het management en de medewerkers op de werkvloer intensief zijn betrokken. In de periode 2012-2015 zal invoering van het dienstverleningsconcept worden gerealiseerd. Hierover zal in het najaar van 2012 nog verdere besluitvorming plaats vinden in college en raad.
Paragrafen 2013, pagina 12
Ontwikkelen informatiebeleid Het verbeteren van de dienstverlening staat hoog op de agenda. Hoe we dit gaan doen is vastgelegd in het Dienstverleningsconcept. Om een goede dienstverlening te kunnen leveren moet het informatiebeleid van de gemeente op orde zijn. Juiste gegevens leiden niet automatisch tot goede dienstverlening aan onze burgers en effectieve samenwerking intern en met derden. Pas als we onze informatiebehoefte en de daarbij behorende informatiestromen goed kunnen beheren en sturen, zijn we in staat om daadwerkelijk onze prestaties te verbeteren. Om hierbij een leidraad te hebben, is een Informatiebeleidsplan opgeleverd. In dit plan, dat aansluit bij het Dienstverleningsconcept, vindt de afstemming plaats tussen organisatie, informatie en ICT. Bovendien wordt in dit plan het werken onder architectuur vormgegeven en wordt een projectenkalender opgenomen. Overheden draaien in extreme mate om het vergaren en verspreiden van informatie (zie kader). Vergaren: We vragen burgers en bedrijven om informatie, zoals adres, woonplaats en huisnummer. We krijgen informatie over inkomen, woonsituatie, wegversmallingen, etc. vanuit andere gemeenten of overheden. Verspreiden: We geven informatie af, bijvoorbeeld in de vorm van een paspoort of rijbewijs. We vermelden informatie, bijvoorbeeld de aankondigingen.) Een gemeente kent meer dan 170 producten. Al die producten leiden tot informatiestromen (intern en naar derden). Om effectief te kunnen werken en onze burgers goed van dienst te zijn, zorgen gemeenten ervoor dat de juiste informatie, op de juiste plaats op het juiste moment komt. Pas als we onze informatiestromen goed kunnen beheren en sturen, zijn we in staat om daadwerkelijk onze prestaties te verbeteren. De burger krijgt snel de juiste informatie (zowel telefonisch, aan de balie als via de website), medewerkers beschikken over de juiste informatie (zoals statusmelding van een aanvraag) en bovendien kunnen zij beschikken over informatie van andere producten (“U komt voor uw paspoort, maar ik zie hier dat uw aanvraag voor het buurtfeest akkoord is”). In 2013 zal het informatiebeleidsplan verder ontwikkeld en aangepast worden. Hierdoor wordt het een “levend” document en zal het de uitvoering van het Dienstverleningsconcept ondersteunen. Regionale samenwerkingsverbanden Binnen de regio West-Friesland bestaat een groot aantal samenwerkingsverbanden. In de bedrijfsvoeringsparagraaf worden de samenwerkingsverbanden toegelicht waar ontwikkelingen in plaats vinden, die hun weerslag gaan vinden op de bedrijfsvoering van de gemeente. Regionale samenwerking in Westfriesland In 2011 hebben de raden van de Westfriese gemeenten vijf basis principes voor de regionale samenwerking Westfriese gemeenten vastgesteld: 1. Alle zeven gemeenten zijn eigenaren van de regio West-Friesland; 2. Samenwerken is niet vrijblijvend, maar gaat over bindende en afdwingbare afspraken: afspraak is afspraak; 3. Het maatschappelijk doel van een samenwerkingsverband moet SMART worden geformuleerd; 4. De samenwerking is transparant. We brengen in kaart met wie we samenwerken, gedurende welke tijd en we stellen samenwerkingsverbanden open voor andere partners; 5. We leggen jaarlijks verantwoording af over de staat van onze samenwerking, naar elkaar, maar ook intern naar de eigen colleges en raden. Uitwerking van deze principes vindt momenteel plaats in het Pact van de Regio, waarover nog besluitvorming moet plaats vinden. In dit pact is ook afgesproken om jaarlijks de Staat van de Regio uit te voeren, om duidelijkheid te krijgen over de resultaten van de samenwerking. Het eerste onderzoek vindt eind 2012, begin 2013 plaats. In mei 2013 worden de conclusies en aanbevelingen gepresenteerd.
Paragrafen 2013, pagina 13
In het Pact worden verschillende lopende projecten genoemd waarin provincie en de regio samenwerken dan wel die aansluiten op provinciaal beleid. Bij deze projecten wordt ook vastgelegd hoe de onderwerpen worden uitgewerkt en wat het resultaat moet zijn. Verschillende van deze onderwerpen kunnen invloed hebben op onze bedrijfsvoering. Bijvoorbeeld de overgang van jeugdzorg van provincie naar de gemeenten. Onderdeel van het Pact is ook een overzicht van “winkeldochters”. Op 14 februari 2012 hebben de provincie en de regio afgesproken om een lijst van winkeldochters op te stellen. Een winkeldochter is een zaak die al jaren loopt en waarin geen besluiten lijken te worden genomen, de transparantie te wensen overlaat en/of geen duidelijke dossiereigenaar is, terwijl het maatschappelijk en lokaal en/of regionaal wel belangrijk is. Dit kunnen dossiers zijn tussen gemeente en provincie, maar ook regionale dossiers. De lijst is een momentopname. Daarom is afgesproken om jaarlijks de winkeldochters te op te schonen. De lijst met winkeldochters vormt een van de agendapunten in het jaarlijks overleg tussen de provincie en de regio. Samenwerking SED-gemeenten Strategisch De SED-gemeenten Stede Broec, Enkhuizen en Drechterland vormen samen met Hoorn, Koggenland, Medemblik en Opmeer het oostelijk gedeelte van West-Friesland. Binnen deze regio bestaat een groot aantal samenwerkingsverbanden. Enkele regelingen, zoals GGD en Veiligheidsregio, overstijgen deze schaal. Door als de drie SED-gemeenten een gelijkluidende opstelling in deze samenwerkingsverbanden in te nemen worden de belangen van onze gemeenten beter gehoord en krijgen deze meer gewicht in de besluitvorming van de besturen van de samenwerkingsverbanden. Op deze wijze kan de samenwerking tussen onze gemeenten bijdragen aan de samenwerking in West-Friesland. Operationeel Met zijn drieën leveren we diensten aan ruim 60.000 inwoners. Gezamenlijk zijn wij beter in staat om de nieuwe ontwikkelingen die op de gemeenten afkomen aan te kunnen. U kunt hierbij denken aan de decentralisatie van de jeugdzorg, de AWBZ en het Nationaal Uitvoeringsprogramma (iNUP). Een samenwerking op operationeel niveau moet leiden tot: vermindering van de kwetsbaarheid; verhogen van de kwaliteit van de dienstverlening; verhoging van de efficiency; meer specialistische kennis in eigen huis; financiële voordelen door gezamenlijk inkoop. Stede Broec, Enkhuizen en Drechterland hebben in 2011 vorm en uitvoering gegeven aan de samenwerkingsagenda 2011 tussen de drie gemeenten. Op verschillende terreinen zijn initiatieven nader onderzocht uitgewerkt en nader vorm gegeven. Dit heeft ook een aantal successen opgeleverd. De SED brandweer is inmiddels een feit, Vanaf medio 2011 geven de leerplicht ambtenaren gezamenlijk uitvoering aan de bestuursopdracht waarmee bereikt wordt dat er één gezamenlijk leerplichtbureau zal zijn dat binnen het SED-gebied verantwoordelijk is voor de uitvoering van de leerplichtwet, wordt de interne controle op de verstrekken in het kader van de WWB onderling uitgevoerd, is een gezamenlijke banenpool burgerzaken ingericht en is een gezamenlijke bezwarencommissie voor personeelszaken tot stand gekomen. Wel is in 2011 gebleken dat duidelijke samenwerkingsstrategie noodzakelijk is voor het slagen van de samenwerking. Het jaar 2012 wordt gebruikt om te komen tot een visie op de wijze waarop de gestelde doelen kunnen worden behaald en belangrijker welke structuur hiervoor benodigd is. In het jaar 2013 zal besluitvorming plaats vinden. DeSom In DeSom verband wordt samen gewerkt om te komen tot een shared service center op het gebied van ICT. Onderzoek heeft reeds plaats gevonden. Deelnemende gemeenten waren Drechterland, Enkhuizen, Stede Broec, Opmeer en Medemblik. Ons college staat positief tegenover de samenwerking. Als de besluitvorming binnen de 5 partners positief is, kan in 2013 een start worden gemaakt met het oprichten van SSC DeSom. Onderdeel van de besluitvorming is het voorleggen aan de raad van een gemeenschappelijke regeling voor het onderbrengen van de ondersteunende diensten op het gebied van de ICT infrastructuur.
Paragrafen 2013, pagina 14
Communicatie Meningen van inwoners en reacties op wat de gemeente besluit en doet, worden steeds belangrijker voor het gemeentebestuur. Communicatie is daarbij gericht op het versterken van het vertrouwen van de inwoners in de gemeente en het bestuur, door communicatieboodschappen en – processen helder en eenduidig te maken. Het internet speelt een grote rol bij onze communicatie. In 2012 is verder vorm gegeven aan de website, er zijn nog enige e-formulieren online gekomen. Er is na overleg met diverse gremia en de vormgever een traject gestart om de website in een geheel nieuwe vormgeving te maken. Voor het einde van 2012 zal de nieuwe site online komen. Inmiddels heeft sociale media, zoals twitter en facebook een plek in de organisatie gekregen. Communicatie verzorgt tweets (twitter-berichten) vanuit de gemeente Stede Broec. Er is ook een facebook pagina. In 2013 doet communicatie voorstellen voor een vervanger voor ons intranet. Om in te springen op de snel veranderende omgeving, de mate van openheid van het gemeentebestuur en de wensen vanuit de doelgroep zal door Communicatie per afzonderlijk project proactief worden geadviseerd over de mogelijke communicatie. Hierdoor leveren wij het maatwerk dat in deze gevallen vereist is. Communicatie SED In het kader van de SED samenwerking wordt de communicatienota in 2013 geactualiseerd. Daarin is o.a. gewaarborgd dat externe maar ook de interne doelgroepen gelijktijdig en eenduidig worden geïnformeerd. Daarnaast wordt regionaal samengewerkt in bijvoorbeeld de rampenbestrijding. De communicatieafdelingen van SED werken nauw samen en maken gebruik van dezelfde webapplicatie. Hierdoor besparen we niet alleen maar kunnen nu ook aan kennisdelen en uitwisselen van teksten doen. Burgerparticipatie In 2012 heeft de gemeenteraad in de vergadering van 3 mei de notitie Burgerparticipatie op maat; een nieuwe aanpak vastgesteld. Burgerparticipatie wordt gekoppeld aan concrete projecten. Dit gebeurt door bij de start van een project een keus te maken voor de toe te passen vorm van burgerparticipatie. Hierdoor is Burgerparticipatie onderdeel is van het totale besluitvormingsproces. Begin 2013 zullen de opgedane ervaringen met deze manier van burgerparticipatie worden geëvalueerd. Personeel en Organisatie Organisatieontwikkelingen In de perspectievennota van 2011 wordt een groot aantal ontwikkelingen beschreven die moeten leiden tot een nieuwe werkwijze, een betere sturing en planning en meer integraal beleid. De perspectievennota leidt ertoe dat de komende periode op het gebied van het personeelsbeleid prioriteit gegeven aan het aanpassen van het systeem van functionerings- en beoordelingsgesprekken, aan het opstellen van een opleidingsplan en het invoeren van een nieuw Fuwa-systeem (functiewaardering). Ook wordt het flexibel belonen geëvalueerd en verbeterd. Op basis van de perspectievennota is in het voorjaar van 2012 een besturings- en managementconcept vastgesteld waardoor meer houvast en spelregels gegeven worden voor de wijze van werken binnen de organisatie van de gemeente Stede Broec. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn duidelijk geworden. Een nieuwe basis is hiermee gelegd maar zal nog tijd en inspanningen vragen voordat het dagelijkse praktijk zal zijn. Dit geldt ook voor de afdelingsplannen die opgesteld zijn en waardoor duidelijk moet worden welke resultaten een afdeling zal leveren en welke middelen daarvoor nodig zijn. Ook wordt er gewerkt aan het dienstverleningsconcept waarmee de dienstverlening afgestemd wordt op een goede uitvoering van het gemeentelijk takenpakket in 2015. Ontwikkelingen in de eigen organisatie ter verbetering van de bedrijfsvoering staan onder druk van toenemende samenwerkingsvormen met andere organisaties. Zo is daar de samenwerking tussen de SED-gemeenten, DeSom, de RUD, de regionalisering van de brandweer en de samenwerking in verband met de Wet werken naar Vermogen. Deze ontwikkelingen vragen naar verwachting in toenemende mate extra tijd en inspanningen van de organisatie naast de uitvoering van dagelijkse werkzaamheden en interne ontwikkelingen.
Paragrafen 2013, pagina 15
Arbo en SED Vanuit SED is besloten voor 2013 samen de aanbesteding voor de Arbozorg te voeren. De huidige bedrijfsarts van de gemeente Enkhuizen wordt hierin meegenomen. Deze samenwerking zal betekenen dat we breder kunnen insteken op re-integratie van langdurig zieken, tevens hebben we hierdoor een bredere inzetbaarheid van het spreekuur van de bedrijfsarts en uiteindelijk zal deze samenwerking ook kosten besparend zijn. Rekenkamercommissie en SED Sinds 2011 delen de gemeenten Stede Broec, Enkhuizen en Drechterland een gemeentelijke rekenkamercommissie. Bij het instellen van de rekenkamercommissie is een “personele unie” aangegaan, in die zin dat dezelfde personen in de respectievelijke gemeenten als voorzitter c.q. leden van de commissie worden benoemd en de kosten van de gemeenschappelijke ondersteuning van de commissie worden gedeeld. Huisvesting In 2013 wordt gekeken welke mogelijkheden er zijn op het gebied van huisvesting aan de hand van de verder ontwikkelingen van een SED-samenwerkingsmodel. Bestuurlijke planning en control In 2013 zullen de activiteiten van de controller voornamelijk gericht zijn op: Uitbouwen van het rechtmatigheidbeheer waarbij de nadruk zal komen te liggen op het beheer door de beleidsafdelingen. Ontwikkeling van managementinformatie gericht enerzijds op het budgetbeheer en daarnaast de operationele bedrijfsvoering. Opzetten van managementinformatie met als doel de operationele beheersing van de organisatie verder te verbeteren. De planning en controlcyclus zal in 2013 nog worden aangevuld met een concernplan waarin met name de strategische keuzes die door het DT worden gemaakt worden toegelicht. Doelmatigheid Op grond van de verordening krachtens artikel 213a van de Gemeentewet dient het college jaarlijks voor 1 december aan te geven welke organisatieonderdelen en programma‟s van de programmabegroting worden onderzocht op het aspect doelmatigheid. Het college heeft bepaald dat de doelmatigheidscontrole ten aanzien van de programma‟s op het moment van opstellen van de jaarrekening wordt uitgevoerd. De toetsing op de doelmatigheid bij de gemeente Stede Broec gebeurde in het verleden veelal door incidenteel de stofkam door de begroting te halen. Hierbij vindt per programma een beoordeling plaats of de uitgaven voor de gemeente nog nuttig, noodzakelijk of wenselijk zijn. Dit is voornamelijk een ambtelijk initiatief. Op dit moment wordt steeds vaker de discussie gevoerd over het nut en noodzaak. In het kader van de bezuinigingen heeft de gemeente Stede Broec al bij het tot stand komen van de begroting 2011 de discussie gevoerd over het nut en de noodzaak, de doelmatigheid van bestaand beleid. Hierbij moesten fundamentele keuzes gemaakt worden over waar gaan we mee door en waar willen we mee stoppen. Een losstaand onderzoek in het kader van de doelmatigheid biedt tot op dit moment nog geen toegevoegde waarde. Door de overzichtelijkheid van de gemeente en het waarneembare effect binnen de maatschappij heeft een onderzoek gericht op doelmatigheid op dit moment niet de hoogste prioriteit. Interne controle Het zelfcontrolerende vermogen van de organisatie zal belangrijk moeten toenemen. Voornamelijk vanuit de afdelingen zelf. Nog steeds valt de organisatie teveel terug op de achterafcontrole waardoor een zekere kwetsbaarheid ontstaat. De tijd die de organisatie krijgt om te reageren als onjuistheden worden geconstateerd wordt hierdoor beperkt. Daarnaast moet de accountant bij zijn controle kunnen vaststellen dat de interne controle met voldoende frequentie is uitgevoerd en op papier is vastgelegd. Het management heeft een lijst van zaken vastgesteld waarin staat wat, door wie en op welke termijn geregeld moet zijn.
Paragrafen 2013, pagina 16
Paragraaf verbonden partijen Artikel 15 Besluit Begroting en Verantwoording De paragraaf betreffende de verbonden partijen bevat ten minste: a. de visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting; b. de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen. Een verbonden partij is een rechtspersoon waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt in dit verband verstaan: een zetel in het bestuur van een deelneming of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld of garanties heeft verstrekt die ze kwijt is, in het geval van een faillissement en/of als de financiële problemen bij de verbonden partijen verhaald kunnen worden op de gemeente. De gemeente Stede Broec heeft ultimo 2011 bestuurlijke en financiële belangen in de volgende deelnemingen, gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen: Afzonderlijke, rechtspersoonlijkheid bezittende gemeenschappelijke regelingen (GR) Dit betreft de volgende regelingen Veiligheidsregio Noord-Holland Noord (inclusief de Regionale Ambulancedienst NHN) Op/maat (voorheen Dienst Sociale Werkvoorziening Westfriesland) Samenwerkingsorgaan Westfriesland in liquidatie (SOW in liquidatie) RSW (Recreatieschap Westfriesland) GGD Hollands Noorden Archiefdienst Westfriese gemeenten Gemeenschappelijke regeling Ondersteuning Bestuurlijke Samenwerking Visie De uitvoering van de taken en gemeentelijke bijdrage worden jaarlijks aan de hand van de begrotingen beoordeeld. Wijzigingen in de loop van het jaar worden door middel van begrotingswijzigingen in het algemeen bestuur van de betreffende gemeenschappelijke regeling vastgesteld. De afrekeningen vinden plaats op basis van de jaarrekeningen. Beleidsvoornemens Veiligheidsregio Noord-Holland Noord In de regio Noord-Holland Noord is in de afgelopen jaren een forse slag gemaakt om te komen tot een geïntegreerde veiligheidsregio. Per 1 oktober 2010 is de Wet Veiligheidsregio‟s in werking getreden. De Wet veiligheidsregio‟s beoogt een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige organisatie van de brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening en crisisbeheersing onder één regionale bestuurlijke regie. De Eerste kamer heeft onlangs ingestemd met de wetswijziging aangaande regionalisering van de brandweer die behelst dat de mogelijkheid voor de colleges van burgemeester en wethouders om een gemeentelijke brandweer te handhaven zal vervallen in de toekomst. Het wijzigingsvoorstel van de Wet veiligheidsregio‟s zal resulteren in een generieke verplichting voor gemeenten om alle brandweergerelateerde taken bij gemeenschappelijke regeling over te dragen aan het bestuur van de veiligheidsregio. Het bestuur van de veiligheidsregio‟s dient vervolgens zorg te dragen voor één regionale brandweerorganisatie. De gemeente loopt hierdoor het risico dat de kosten van de brandweer omhoog gaan omdat dezelfde mensen worden doorbelast inclusief een overhead vanuit de VR. De ontwikkelingen zullen nauwlettend worden gevolgd. Bij het bestuur van de Veiligheidsregio ligt een opdracht om vanaf 2012 een bezuiniging te realiseren tot 10%. Ook hierop wordt nauwlettend toegezien.
Paragrafen 2013, pagina 17
Op/maat Op/maat is een gemeenschappelijke regeling, maar is de afgelopen jaren financieel geheel „zelfbedruipend‟, zodat er geen bijdrage van de deelnemende gemeenten nodig is geweest. Echter, de bezuinigingen vanuit de rijksoverheid raken ook de WSW instellingen. Hoewel de Wet Werken Naar Vermogen inmiddels van de baan is, worden verdere bezuinigingen niet uitgesloten. Recreatieschap Westfriesland De gemeente Stede Broec treedt sinds 1 januari 2005 op als centrumgemeente voor de gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Westfriesland. GGD Hollands Noorden De GGD Westfriesland is samen met de GGD Kop van Noord-Holland en de GGD Noord-Kennemerland gefuseerd tot de GGD Hollands Noorden. Een gemeenschappelijke regeling waaraan alle gemeenten in Noord-Holland Noord deelnemen. Ook de GGD Hollands Noorden heeft een bezuinigingsopdracht opgelegd gekregen. Archiefdienst Westfriese gemeenten Als openbaar lichaam is de gemeente Hoorn aangewezen voor de gemeenschappelijke regeling Archiefdienst Westfriese gemeenten. Gemeenschappelijke regeling Ondersteuning Bestuurlijke Samenwerking De gemeenschappelijke regeling Ondersteuning Bestuurlijke Samenwerking is (onder andere) aangewezen als rechtsopvolger van het SOW in liquidatie. De gemeente Hoorn treedt op als centrumgemeente voor deze gemeenschappelijke regeling. Deze GR heeft tot taak om voor de zeven West-Friese gemeenten op een aantal werkterreinen portefeuillehoudersoverleggen te organiseren, te faciliteren en te coördineren. Het gaat om de overleggen MaDiVo (Maatschappelijke Dienstverlening en Volksgezondheid), ABZ (Algemeen Bestuurlijke Zaken), Leerlingenvervoer en VVRE (Volkshuisvesting, Verkeer, Ruimtelijke ordening en Economie). Overige deelnemingen, stichtingen en verenigingen: De overige verbonden partijen zijn: Haltbureau Noord-Holland Noord N.V. Gasbedrijf Kop Noord-Holland Noord HVC/Holland Collect N.V. Bank Nederlandse Gemeenten Visie De missie van Halt Noord-Holland Noord is het voorkomen dat jongeren een criminele carrière starten. Daartoe onderneemt zij preventieve (financiering deelnemende gemeenten) en repressieve (financiering Ministerie van Justitie) activiteiten. De deelneming in het Gasbedrijf Kop Nederland was ter bevordering van de mogelijkheden van de inwoners gebruik te kunnen maken van de voorzieningen die het gasbedrijf aanbood. Voor de uitvoering van de gemeentelijke taken zoals betalingen en de daarbij noodzakelijke financieringen is en wordt gebruik gemaakt van de diensten van de NV Bank Nederlandse Gemeenten. Daarbij is via aandelen een belang in de NV verworven. Beleidsvoornemens De gemeenschappelijke regeling Halt West-Friesland is per 1 oktober 2006 opgeheven. Daarvoor in de plaats is een privaatrechtelijke overeenkomst gesloten tussen de gemeenten in Noord-Holland Noord voor wat betreft de uitvoering van taken van het Haltbureau Noord-Holland Noord. Het Gasbedrijf Kop N-H-N bestaat nog steeds als N.V., waarin de gemeenten als aandeelhouder een belang hebben. De uitvoering van de distributie van gas is overgegaan naar het NUON. Bij deze overdracht is de NV Gasbedrijf Kop N-H-N aandeelhouder geworden in de NUON. Het bestuurlijke en financiële belang is op deze manier niet zo groot meer.
Paragrafen 2013, pagina 18
Paragraaf Grondbeleid Artikel 16 Besluit Begroting en Verantwoording De paragraaf betreffende het grondbeleid bevat ten minste: a. een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma's die zijn opgenomen in de begroting; b. een aanduiding van de wijze waarop de provincie onderscheidenlijk gemeente het grondbeleid uitvoert; c. een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie; d. een onderbouwing van de geraamde winstneming; e. de beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico's van de grondzaken. Het grondbeleid in zijn algemeenheid heeft een grote invloed op en samenhang met het realiseren van allerlei beleidsvelden, zoals op de eerste plaats ruimtelijke ordening en volkshuisvesting, maar daarnaast ook economische zaken, sport en recreatie. Daarnaast heeft het grondbeleid een belangrijke financiële impact. Het gaat in het grondbeleid om grote belangen en grondbeleid neemt in de algemene financiële positie van de gemeente een belangrijke positie in. Het algemene grondbeleid van de gemeente Stede Broec is opgenomen in de Nota Grondbeleid, die door de gemeenteraad is vastgesteld op 9 september 2010. In de Nota Grondbeleid komen de volgende uitgangspunten aan de orde: In welke gevallen een actief of passief grondbeleid wordt gevoerd; Aan welke voorwaarden samenwerking met private partijen moet voldoen; De financiële positie van het grondbeleid binnen de gemeentelijke financiële huishouding; De wijze waarop het Grondbedrijf in de gemeentelijke organisatie is ingebed; Risico‟s binnen het grondbeleid. Concrete activiteiten De gemeente heeft nog een aantal percelen grond in eigendom die geruime tijd geleden zijn aangekocht als compensatiegronden. Deze gronden worden via een rentmeester verhuurd. In 2012 is fase 1 van plan Oosterweed afgerond en kan het groen gaan groeien. Fase 2 is grotendeels gerealiseerd. Met de appartementen langs de laagwatersloot wordt september 2012 een start gemaakt. De eerste woningen in de 3e fase zijn gebouwd en gerelateerd aan de verkoop wordt dit verder ontwikkeld. Alle gronden in het plangebied Oosterweed zijn eigendom van de gemeente en in dit gebied wordt derhalve een actief grondbeleid gevoerd. Dit betekent dat de gemeente de grondprijzen bepaalt en de uitgifte verzorgt. De gemeente heeft in Oosterweed totaal 48 bouwkavels uit te geven. Medio 2012 zijn nog 8 kavels beschikbaar. Op een aantal van deze kavels is inmiddels “vrijblijvend” een optie genomen. De hoofdlijnen van de doorontwikkeling van het centrumgebied zijn vastgelegd in de Structuurvisie Centrum Stede Broec. Na vaststelling van deze structuurvisie door de gemeenteraad in oktober 2011 is een start gemaakt met uitwerking van de van de voorgestane ontwikkeling in een bestemmingsplan. Dit bestemmingsplan zal naar verwachting in 2013 onherroepelijk worden. De eerste prioriteit na vaststelling van de structuurvisie is gericht op het ontwikkelen van de 4e fase van Het Streekhof. Deze uitbreiding zal worden gerealiseerd op gronden die eigendom zijn van de gemeente. Vanwege contractuele verplichtingen, die zijn aangegaan bij eerdere uitbreidingen van Het Streekhof, zijn voor deze vierde fase gesprekken gestart met een ontwikkelaar die ook eerdere uitbreidingen heeft gerealiseerd. Deze langdurige gesprekken hebben uiteindelijke geleid tot overeenstemming op hoofdlijnen over met name de grondprijs. Het streven is eind 2012 een definitieve realisatie-overeenkomst met de betrokken partners te ondertekenen, waarna in 2013 de plannen verder zullen worden uitgewerkt.
Paragrafen 2013, pagina 19
Voor de strip ten oosten van het voormalige postkantoor zijn plannen ontwikkeld voor uitgifte van drie bouwkavels. Voor de lokaties Molen Ceres, De Zwaan en Princensluis worden stedenbouwkundige plannen uitgewerkt en beschikbaar gehouden om deze plannen, afhankelijk van de marktomstandigheden, in ontwikkeling te brengen. Met name voor Molen Ceres dient in het huidige jaar (lees 2013) als gevolg van de definitieve besluitvorming, procedureel geregeld te worden om in 2014 tot uitvoering over te gaan. Het stedenbouwkundige plan voor Princensluis dient nader uitgewerkt te worden en ter besluitvorming voorgelegd te worden aan de gemeenteraad. Financiële positie De reserve grondbedrijf is in de loop der jaren ontstaan door storting van batige grondexploitaties. Deze reserve is onderdeel van de algemene reserve. De omvang van dit deel van de algemene reserve per 1 januari 2013 wordt geraamd op € 1.042.696.
Paragrafen 2013, pagina 20
Overzicht van baten en lasten 2013
Overzicht baten en lasten 2013, pagina 1
Toelichting op de aanmerkelijke verschillen van de Begroting 2013 t.o.v. de Begroting 2012 en de Jaarrekening 2011 In deze analyse worden de verschillen tussen de Begroting 2012 en de Begroting 2011 verklaard, en de verschillen tussen de Begroting 2012 en de Jaarrekening 2010. Verschillen Begroting 2013 en Begroting 2012: In de Begroting 2013 zijn de budgetten voor bestaand beleid opgenomen (per 3 mei 2012) en is uitgegaan van een inflatiecorrectie van 0%. Dit betekent dat de verschillen tussen de begroting 2013 en 2012 worden veroorzaakt door het nieuw beleid. Omdat het nieuw beleid apart wordt toegelicht in het programmaplan wordt hier volstaan met deze algemene toelichting en wordt er verder per programma alleen nog een toelichting verstrekt op de verschillen tussen Jaarrekening 2011 en Begroting 2013. Verschillen Begroting 2013 en Jaarrekening 2011: Hierbij worden vergeleken de verschillen tussen raming bestaand beleid 2013 en de kolom werkelijk 2011 bestaand beleid + nieuw beleid structureel 2011. Het nieuw beleid structureel 2011 zit in de kolom Raming 2013 namelijk opgenomen onder bestaand beleid.
Overzicht baten en lasten 2013, pagina 2
Programma 11 Wegen, waterwegen en verkeersveiligheid
Lasten
Werkelijk 2011
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
111 112 113 114 115
wegen waterwegen bruggen verkeersmaatregelen openbare verlichting
1.071.793 228.342 218.689 152.902 328.314
1.286.002 226.873 216.333 148.810 314.954
1.094.213 232.794 222.253 159.260 323.173
1.094.213 232.794 222.253 159.260 323.173
1.094.213 232.794 222.253 159.260 323.173
1.094.213 232.794 222.253 159.260 323.173
11
Bestaand beleid
2.000.040
2.192.972
2.031.693
2.031.693
2.031.693
2.031.693
886.582
-
-
-
-
-
2.886.622
2.192.972
2.031.693
2.031.693
2.031.693
2.031.693
Baten 111 wegen 112 waterwegen 113 bruggen 114 verkeersmaatregelen 115 openbare verlichting
26.322 387.836 119 1.398 26.877
25.214 1.051 19.067
25.715 1.070 19.588
25.715 1.070 19.588
25.715 1.070 19.588
25.715 1.070 19.588
11
Totaal baten
442.552
45.332
46.373
46.373
46.373
46.373
Baten incidenteel
269.439
-
-
-
-
-
Totaal lasten Totaal baten
2.886.622 711.991
2.192.972 45.332
2.031.693 46.373
2.031.693 46.373
2.031.693 46.373
2.031.693 46.373
Saldo
2.174.631
2.147.640
1.985.320
1.985.320
1.985.320
1.985.320
236.278 394.850
-
236.278 -
236.278 -
236.278 -
236.278 -
Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel
1.022.750
-
-
-
-
-
Netto saldo
1.783.009
2.147.640
2.221.598
2.221.598
2.221.598
2.221.598
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel Totaal lasten
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel
Hogere lasten € 31.653 = € 2.031.693 -/- (€ 2.000.040 + € 0) = bestaand beleid 2013 -/- (bestaand beleid werkelijk 2011 + structureel nieuw beleid 2011) Door de realisatie van Oosterweed is er een uitbreiding van het aantal wegen, hierdoor stijgen ook de lasten met betrekking tot de wegen. Lagere baten € 396.179 = € 46.373 -/- € 442.552 = totaal baten 2013 -/- totaal baten 2011 In de jaarrekening 2011 is vanwege wet- en regelgeving de voorziening baggerplan vrijgevallen, waardoor er een incidentele bate ontstaat in de jaarrekening van 2011. Hiervan is bij de bestemming van het jaarresultaat een reserve Baggeren gevormd.
Overzicht baten en lasten 2013, pagina 3
Programma 12 Riolering en openbaar groen
Lasten
Werkelijk 2011
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
121 Riolering 122 Openbaar groen
968.305 1.527.262
1.515.411 1.478.030
1.127.178 1.581.213
1.127.178 1.581.213
1.127.178 1.581.213
1.127.178 1.581.213
12
2.495.567
2.993.441
2.708.391
2.708.391
2.708.391
2.708.391
8.651 22.866
-
-
-
-
-
Totaal lasten
2.527.084
2.993.441
2.708.391
2.708.391
2.708.391
2.708.391
Baten 121 Riolering 122 Openbaar groen
1.343.693 6.617
1.273.062 5.848
1.317.612 6.646
1.317.612 6.646
1.317.612 6.646
1.317.612 6.646
12
Totaal baten
1.350.310
1.278.910
1.324.258
1.324.258
1.324.258
1.324.258
Baten incidenteel
-
-
-
-
-
-
Totaal lasten Totaal baten
2.527.084 1.350.310
2.993.441 1.278.910
2.708.391 1.324.258
2.708.391 1.324.258
2.708.391 1.324.258
2.708.391 1.324.258
Saldo
1.176.774
1.714.531
1.384.133
1.384.133
1.384.133
1.384.133
215.668 -
-
482.384 -
482.384 -
482.384 -
482.384 -
1.280 56.000
498.560 -
498.560 -
498.560 -
498.560 -
498.560 -
1.335.162
1.215.971
1.367.957
1.367.957
1.367.957
1.367.957
Bestaand beleid
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel Netto saldo
Hogere lasten € 204.173 = € 2.708.391 -/- (€ 2.495.567 + € 8.651) = bestaand beleid 2013 -/- (bestaand beleid werkelijk 2011 + structureel nieuw beleid 2011) De reguliere onderhoudskosten riolering in 2011 waren werkelijk lager. In de raming 2013 wordt rekening gehouden met volledige kapitaallasten voor investeringen. Er zijn een aantal kredieten die nog moeten worden benut. De werkelijke kapitaallasten 2011 waren lager omdat het totale investeringsbedrag nog niet was uitgegeven én als een investering in de loop van het jaar wordt gedaan wordt ook nog geen hele “jaartermijn” afgeschreven. Door de realisatie van de wijk Oosterweed stijgen de lasten van het onderhoud openbaar groen. Lagere baten € 26.052 = € 1.324.258 -/- € 1.350.310 = totaal baten 2013 -/- totaal baten 2011 Door de areaaluitbreiding is de raming van de inkomsten m.b.t. riolering te laag. Dit wordt gecorrigeerd in de najaarsrapportage van 2012.
Overzicht baten en lasten 2013, pagina 4
Programma 13 Bouwgrondexploitatie
Lasten
Werkelijk 2011
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
131 Onderhanden werk 132 Gronden nog niet in exploitatie genomen
2.116.846 10.063
2.051.495 9.853
1.821.992 10.588
1.821.992 10.588
1.821.992 10.588
1.821.992 10.588
13
2.126.909
2.061.348
1.832.580
1.832.580
1.832.580
1.832.580
-
-
-
-
-
-
Totaal lasten
2.126.909
2.061.348
1.832.580
1.832.580
1.832.580
1.832.580
Baten 131 Onderhanden werk 132 Gronden nog niet in exploitatie genomen
4.056.275 365.371
1.952.070 36.771
1.697.875 51.000
1.697.875 51.000
1.697.875 51.000
1.697.875 51.000
13
Totaal baten
4.421.646
1.988.841
1.748.875
1.748.875
1.748.875
1.748.875
Baten incidenteel
-
-
-
-
-
-
Totaal lasten Totaal baten
2.126.909 4.421.646
2.061.348 1.988.841
1.832.580 1.748.875
1.832.580 1.748.875
1.832.580 1.748.875
1.832.580 1.748.875
Saldo
2.294.737-
72.507
83.705
83.705
83.705
83.705
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel
257.115 2.000.000
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
72.507
83.705
83.705
83.705
83.705
Bestaand beleid
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel
Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel Netto saldo
37.622-
Programma 13 betreft grotendeels het grondbedrijf welke voor de begroting in principe budgettair neutraal is: verschillen tussen uitgaven en inkomsten worden jaarlijks verrekend met de balans en/of de reserve grondbedrijf. Een saldo van lasten op dit programma heeft vooral betrekking op doorberekende kosten en huuropbrengsten welke niet worden verrekend met de balans of de reserve grondbedrijf. Lagere lasten € 294.329 = € 1.832.580 -/- (€ 2.126.909 + € 0) = bestaand beleid 2013 -/- (bestaand beleid werkelijk 2011 + structureel nieuw beleid 2011) Lagere baten € 378.034 = € 1.748.875 -/- € 2.126.909 = totaal baten 2013 -/- totaal baten 2011
Overzicht baten en lasten 2013, pagina 5
Programma 16 Milieu en economische zaken
Lasten
Werkelijk 2011
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
161 Afvalinzameling 162 Milieubeheer 163 Economische zaken
2.403.608 813.784 113.174
2.292.978 661.984 100.761
2.341.177 741.369 112.048
2.341.177 741.369 112.048
2.341.177 741.369 112.048
2.341.177 741.369 112.048
16
3.330.566
3.055.723
3.194.594
3.194.594
3.194.594
3.194.594
136.095
-
-
-
-
-
Totaal lasten
3.466.661
3.055.723
3.194.594
3.194.594
3.194.594
3.194.594
Baten 161 Afvalinzameling 162 Milieubeheer 163 Economische zaken
2.377.277 2.194 27.858
2.311.941 23.567
2.344.002 7.459 29.415
2.344.002 7.459 29.415
2.344.002 7.459 29.415
2.344.002 7.459 29.415
16
Totaal baten
2.407.329
2.335.508
2.380.876
2.380.876
2.380.876
2.380.876
Baten incidenteel
116.739
-
-
-
-
-
3.466.661 2.524.068
3.055.723 2.335.508
3.194.594 2.380.876
3.194.594 2.380.876
3.194.594 2.380.876
3.194.594 2.380.876
Saldo
942.593
720.215
813.718
813.718
813.718
813.718
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel
20.000 347.357
29.000 -
29.000 -
29.000 -
29.000 -
29.000 -
Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel
64.600 382.183
10.000 -
10.000 -
10.000 -
10.000 -
10.000 -
Netto saldo
863.167
739.215
832.718
832.718
832.718
832.718
Bestaand beleid
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel
Totaal lasten Totaal baten
Lagere lasten € 135.972 = € 3.194.594 -/- (€ 3.330.566 + € 0) = bestaand beleid 2013 -/- (bestaand beleid werkelijk 2011 + structureel nieuw beleid 2011) In 2011 waren de doorbelaste kosten hoger dan geraamd. De raming wordt gecorrigeerd in de najaarsrapportage van 2012. Lagere baten € 26.453 = € 2.380.876 -/- € 2.407.329 = totaal baten 2013 -/- totaal baten 2011
Overzicht baten en lasten 2013, pagina 6
Programma 17 Ruimtelijke ordening, woningbouw en stadsontwikkeling
Lasten 171 172 173 174
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
366.920 150.111 27.361 29.983
396.042 172.011 28.309 29.278
436.354 178.272 32.302 32.439
436.354 178.272 32.302 32.439
436.354 178.272 32.302 32.439
436.354 178.272 32.302 32.439
574.375
625.640
679.367
679.367
679.367
679.367
65.758
-
-
-
-
-
Totaal lasten
640.133
625.640
679.367
679.367
679.367
679.367
Baten 171 Ruimtelijke ordening 172 Woningbouw 173 Stadsvernieuwing 174 Volkshuisvesting
25.860 287.025 -
10.506 278.780 -
767 316.804 -
767 316.804 -
767 316.804 -
767 316.804 -
17
Totaal baten
312.885
289.286
317.571
317.571
317.571
317.571
Baten incidenteel
50.294
-
-
-
-
-
Totaal lasten Totaal baten
640.133 363.179
625.640 289.286
679.367 317.571
679.367 317.571
679.367 317.571
679.367 317.571
Saldo
276.954
336.354
361.796
361.796
361.796
361.796
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel
39.238 412.418
25.000 -
25.000 -
25.000 -
25.000 -
25.000 -
Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel
400.000
-
-
-
-
-
Netto saldo
328.610
361.354
386.796
386.796
386.796
386.796
17
Ruimtelijke ordening Woningbouw Stadsvernieuwing Volkshuisvesting
Werkelijk 2011
Bestaand beleid
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel
Hogere lasten € 104.992 = € 679.367 -/- (€ 574.375 + € 0) = bestaand beleid 2013 -/- (bestaand beleid werkelijk 2011 + structureel nieuw beleid 2011) In 2011 waren de lasten met betrekking tot het omgevingsfonds lager dan begroot. Dit is verrekend met de reserve omgevingsfonds. Ook waren de doorbelaste kosten op dit programma in 2011 lager dan begroot. Door een afname van onderzoeken en afname van uitbesteding aan derden in 2011 waren de werkelijke kosten in 2011 lager. Hogere baten € 4.686 = € 317.571 -/- € 312.885 = totaal baten 2013 -/- totaal baten 2011
Overzicht baten en lasten 2013, pagina 7
Programma 21 Burgerzaken
Lasten
Werkelijk 2011
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
211 Burgerzaken
641.858
680.733
733.432
733.432
733.432
733.432
21
641.858
680.733
733.432
733.432
733.432
733.432
1.993
-
-
-
-
-
Totaal lasten
643.851
680.733
733.432
733.432
733.432
733.432
Baten 211 Burgerzaken
261.373
357.484
351.155
351.155
351.155
351.155
21
261.373
357.484
351.155
351.155
351.155
351.155
Bestaand beleid
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel
Totaal baten
Baten incidenteel
-
-
-
-
-
-
Totaal lasten Totaal baten
643.851 261.373
680.733 357.484
733.432 351.155
733.432 351.155
733.432 351.155
733.432 351.155
Saldo
382.478
323.249
382.277
382.277
382.277
382.277
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel
-
-
-
-
-
-
Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel
-
-
-
-
-
-
382.478
323.249
382.277
382.277
382.277
382.277
Netto saldo
Hogere lasten € 91.574 = € 733.432 -/- (€ 641.858 + € 0) = bestaand beleid 2013 -/- (bestaand beleid werkelijk 2011 + structureel nieuw beleid 2011) In 2011 waren de doorberekende apparaatskosten lager dan begroot. Hogere baten € 89.782 = € 351.155 -/- € 261.373 = totaal baten 2013 -/- totaal baten 2011 In 2011 zijn er minder leges ontvangen voor reisdocumenten.
Overzicht baten en lasten 2013, pagina 8
Programma 22 Onderwijs en jeugdbeleid
Lasten 221 222 223 224 225
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
804.816 536.124 143.014 470.858 409.163
790.641 564.717 161.570 483.255 425.582
774.921 575.289 161.689 491.521 437.482
774.921 575.289 161.689 491.521 437.482
774.921 575.289 161.689 491.521 437.482
774.921 575.289 161.689 491.521 437.482
2.363.975
2.425.765
2.440.903
2.440.903
2.440.903
2.440.903
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel
2.436.036
-
-
-
-
-
Totaal lasten
4.800.011
2.425.765
2.440.903
2.440.903
2.440.903
2.440.903
Baten 221 Onderwijs Algemeen 222 Basisonderwijs 223 Speciaal Onderwijs 224 Voorgezet Onderwijs 225 Lokaal Jeugdbeleid
120.929 48.527 336 19.733 47.886
65.234 63.085 1.750 50.303
60.045 58.867 1.785 51.350
60.045 58.867 1.785 51.350
60.045 58.867 1.785 51.350
60.045 58.867 1.785 51.350
22
Totaal baten
237.411
180.372
172.047
172.047
172.047
172.047
Baten incidenteel
148.198
-
-
-
-
-
Totaal lasten Totaal baten
4.800.011 385.609
2.425.765 180.372
2.440.903 172.047
2.440.903 172.047
2.440.903 172.047
2.440.903 172.047
Saldo
4.414.402
2.245.393
2.268.856
2.268.856
2.268.856
2.268.856
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel
3.439 1.751.812
-
-
-
-
-
Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel
107.670 2.328.707
123.984 -
123.984 -
123.984 -
123.984 -
123.984 -
Netto saldo
3.733.276
2.121.409
2.144.872
2.144.872
2.144.872
2.144.872
22
Onderwijs Algemeen Basisonderwijs Speciaal Onderwijs Voorgezet Onderwijs Lokaal Jeugdbeleid
Werkelijk 2011
Bestaand beleid
Hogere lasten € 76.928 = € 2.440.903 -/- (€ 2.363.975 + € 0) = bestaand beleid 2013 -/- (bestaand beleid werkelijk 2011 + structureel nieuw beleid 2011) In 2011 zijn de kosten van schoolbusvervoer lager dan geraamd. Ook waren er lagere afschrijvingskosten voor ’t Palet doordat de investering nog niet was afgerond. Lagere baten € 65.364 = € 172.047 -/- € 237.411 = totaal baten 2013 -/- totaal baten 2011 De –in 2010- vooruitontvangen subsidie inzake verbetering binnenklimaat primair onderwijs ad € 65.215 is vanaf de balans overgeheveld naar de exploitatie.
Overzicht baten en lasten 2013, pagina 9
Programma 23 Sport, cultuur en recreatie
Lasten 231 232 233 234 235 236 237 238
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
742.098 532.643 68.663 211.875 1.142.750 564.930 666.231 1.278.705
740.472 536.729 74.830 213.798 911.660 535.242 630.533 1.292.860
728.906 544.599 79.765 211.243 930.586 495.820 670.295 1.316.151
728.906 544.599 79.765 211.243 930.586 495.820 670.295 1.316.151
728.906 544.599 79.765 211.243 930.586 495.820 670.295 1.316.151
728.906 544.599 79.765 211.243 930.586 495.820 670.295 1.316.151
5.207.895
4.936.124
4.977.366
4.977.366
4.977.366
4.977.366
456.331
-
-
-
-
-
Totaal lasten
5.664.226
4.936.124
4.977.366
4.977.366
4.977.366
4.977.366
Baten 231 Bibliotheek 232 Kunstbeoefening & Culturele Vorming 233 Vormings- en ontwikkelingswerk 234 Sportbeoefening 235 Overdekte Sportaccommodaties 236 Openlucht Sportaccommodaties 237 Zwembad de Kloet 238 Recreatievoorzieningen & Natuurbescherming
187.213 17.852 13.200 246.552 83.231 193.959 1.016.261
192.932 12.859 239.690 96.433 210.260 1.078.496
196.790 13.115 259.735 104.355 206.970 1.110.326
196.790 13.115 259.735 104.355 206.970 1.110.326
196.790 13.115 259.735 104.355 206.970 1.110.326
196.790 13.115 259.735 104.355 206.970 1.110.326
23
Totaal baten
1.758.268
1.830.670
1.891.291
1.891.291
1.891.291
1.891.291
Baten incidenteel
348.453
-
-
-
-
-
Totaal lasten Totaal baten
5.664.226 2.106.721
4.936.124 1.830.670
4.977.366 1.891.291
4.977.366 1.891.291
4.977.366 1.891.291
4.977.366 1.891.291
Saldo
3.557.505
3.105.454
3.086.075
3.086.075
3.086.075
3.086.075
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel
601 466.000
-
-
-
-
-
Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel
56.346 325.007
28.471 -
28.471 -
28.471 -
28.471 -
28.471 -
3.642.753
3.076.983
3.057.604
3.057.604
3.057.604
3.057.604
23
Bibliotheek Kunstbeoefening & Culturele Vorming Vormings- en ontwikkelingswerk Sportbeoefening Overdekte Sportaccommodaties Openlucht Sportaccommodaties Zwembad de Kloet Recreatievoorzieningen & Natuurbescherming
Werkelijk 2011
Bestaand beleid
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel
Netto saldo
Lagere lasten € 230.529 = € 4.977.366 -/- (€ 5.207.895 + € 0) = bestaand beleid 2013 -/- (bestaand beleid werkelijk 2011 + structureel nieuw beleid 2011) Doordat het postkantoor nog niet gerealiseerd was in 2011 was het budget voor de exploitatielasten in 2011 niet volledig besteed. Bij het MJO gebouwen wordt gekeken naar een praktische uitvoerbaarheid (werk met werk maken) en is in 2011 zoals bij het project frisse scholen gepland en verantwoord onderhoud tot twee a drie jaar in de toekomst meegenomen. Daarnaast is bij daken die volgens de MJO-planning binnen een redelijke termijn aan vervanging toe waren dakisolatie toegepast. Ook hier is in 2011 de vervanging naar voren geschoven in de planning omdat de besteding van de subsidie binnenklimaat voor september 2011 rond moest zijn (Collegebesluit 15-12-2009). Omdat “werk met werk” gemaakt is, zijn meer onderhouds-activiteiten uitgevoerd dan die door DHV in de prognose zijn opgenomen en waren de lasten in 2011 hoger dan de lasten welke in 2013 worden geraamd. Hogere baten € 133.023 = € 1.891.291 -/- € 1.758.268 = totaal baten 2013 -/- totaal baten 2011 In 2011 is er een niet-geraamde bijdrage ontvangen van Grootslag Beheer B.V. voor aanleg van recreatieve voorzieningen in het buitengebied. In 2011 zijn deze werkzaamheden nog niet uitgevoerd. Het bedrag is via het jaarresultaat in 2011 wederom bestemd voor hetzelfde doel.
Overzicht baten en lasten 2013, pagina 10
Programma 24 Maatschappelijke begeleiding en zorg
Werkelijk 2011
Raming 2012
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
241 Maatschappelijke begeleiding 242 Kinderopvang 243 Gezondheidszorg
759.201 347.217 1.093.374
753.961 282.135 857.789
768.922 347.532 857.088
768.922 347.532 857.088
768.922 347.532 857.088
768.922 347.532 857.088
24
2.199.792
1.893.885
1.973.543
1.973.543
1.973.543
1.973.543
43.773
-
-
-
-
-
2.243.565
1.893.885
1.973.543
1.973.543
1.973.543
1.973.543
Baten 241 Maatschappelijke begeleiding 242 Kinderopvang 243 Gezondheidszorg
21.487 117.860 758.260
116.096 519.615
124.415 535.387
124.415 535.387
124.415 535.387
124.415 535.387
24
Totaal baten
897.607
635.711
659.802
659.802
659.802
659.802
Baten incidenteel
-
-
-
-
-
-
Totaal lasten Totaal baten
2.243.565 897.607
1.893.885 635.711
1.973.543 659.802
1.973.543 659.802
1.973.543 659.802
1.973.543 659.802
Saldo
1.345.958
1.258.174
1.313.741
1.313.741
1.313.741
1.313.741
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel
20.000
-
-
-
-
-
Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel
66.356
-
-
-
-
-
1.299.602
1.258.174
1.313.741
1.313.741
1.313.741
1.313.741
Lasten
Bestaand beleid
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel Totaal lasten
Netto saldo
Raming 2013
Lagere lasten € 226.249 = € 1.973.543 -/- (€ 2.199.792 + € 0) = bestaand beleid 2013 -/- (bestaand beleid werkelijk 2011 + structureel nieuw beleid 2011) Voor 2011 zijn in het kader van de Brede Doeluitkering Centrum Jeugd en Gezin (BDU CJG) gelden ontvangen, welke in dienstjaar 2011 binnen de kaders van deze regeling moeten worden besteed of worden terug betaald. In 2011 is daarom € 166.997 boven de raming uitgegeven aan schoolmaatschappelijk werk en jeugdgezondheidszorg. Lagere baten € 237.805 = € 659.802 -/- € 897.607 = totaal baten 2013 -/- totaal baten 2011 Vooruitontvangen bedragen in het kader van de Brede Doeluitkering Centrum Jeugd en Gezin (BDU CJG) ad € 160.934 zijn in 2011 in de exploitatie ingezet ter dekking van uitgaven in dit kader (zie ook overschrijding lasten). In 2013 worden er geen gelden van het Rijk ontvangen met betrekking tot Maatschappelijke begeleiding.
Overzicht baten en lasten 2013, pagina 11
Programma 26 Sociale zaken
Lasten 261 262 263 264
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
3.355.837 286.875 2.583.663 3.111.799
3.672.723 201.623 2.851.976 2.996.298
3.754.370 206.914 2.581.445 3.278.281
3.754.370 206.914 2.581.445 3.278.281
3.754.370 206.914 2.581.445 3.278.281
3.754.370 206.914 2.581.445 3.278.281
9.338.174
9.722.620
9.821.011
9.821.011
9.821.011
9.821.011
24.747
-
-
-
-
-
Totaal lasten
9.362.921
9.722.620
9.821.011
9.821.011
9.821.011
9.821.011
Baten 261 Bijstandsverlening & Inkomensvoorziening 262 Vreemdelingenbeleid 263 Arbeidsmarktbeleid 264 Wet maatschappelijke ondersteuning
2.890.776 2.052 2.364.110 248.097
3.148.041 941 2.635.152 246.903
2.704.312 960 2.335.522 261.450
2.704.312 960 2.335.522 261.450
2.704.312 960 2.335.522 261.450
2.704.312 960 2.335.522 261.450
26
Totaal baten
5.505.035
6.031.037
5.302.244
5.302.244
5.302.244
5.302.244
Baten incidenteel
48.961
-
-
-
-
-
Totaal lasten Totaal baten
9.362.921 5.553.996
9.722.620 6.031.037
9.821.011 5.302.244
9.821.011 5.302.244
9.821.011 5.302.244
9.821.011 5.302.244
Saldo
3.808.925
3.691.583
4.518.767
4.518.767
4.518.767
4.518.767
-
-
88.097 -
88.097 -
88.097 -
88.097 -
186.609 25.000
46.932 -
477.359 -
477.359 -
477.359 -
477.359 -
3.597.316
3.644.651
4.129.505
4.129.505
4.129.505
4.129.505
26
Bijstandsverlening & Inkomensvoorziening Vreemdelingenbeleid Arbeidsmarktbeleid Wet maatschappelijke ondersteuning
Werkelijk 2011
Bestaand beleid
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel Netto saldo
Hogere lasten € 482.837 = € 9.821.011 -/- (€ 9.338.174 + € 0) = bestaand beleid 2013 -/- (bestaand beleid werkelijk 2011 + structureel nieuw beleid 2011) Door een stijging van het aantal cliënten in de bijstand stijgen de lasten die hiermee samenhangen. Lagere baten € 280.046 = € 5.302.244 -/- € 5.505.035 = totaal baten 2013 -/- totaal baten 2011 De uitkeringen van het Rijk zijn gedaald ten opzichte van 2011.
Overzicht baten en lasten 2013, pagina 12
Programma 31 Financiering en algemene dekkingsmiddelen
Lasten
Werkelijk 2011
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
311 321 322 323
Treasury Belastingen Uitkeringen Gemeentefonds Overige Middelen
3.270.371 382.295 3.952 1.943
3.923.630 365.608 4.296 127.464
3.605.847 394.257 4.816 135.530
3.605.847 394.257 4.816 135.530
3.605.847 394.257 4.816 135.530
3.605.847 394.257 4.816 135.530
31
Bestaand beleid
3.658.561
4.420.998
4.140.450
4.140.450
4.140.450
4.140.450
207.092
7.760 -
-
-
-
-
3.865.653
4.428.758
4.140.450
4.140.450
4.140.450
4.140.450
Baten 311 Treasury 321 Belastingen 322 Uitkeringen Gemeentefonds 323 Overige Middelen
1.830.065 2.406.511 18.871.832 -
1.569.644 2.369.684 18.665.384 -
1.477.621 2.627.674 18.665.384 -
1.477.621 2.627.674 18.665.384 -
1.477.621 2.627.674 18.665.384 -
1.477.621 2.627.674 18.665.384 -
31
Totaal baten
23.108.408
22.604.712
22.770.679
22.770.679
22.770.679
22.770.679
Baten incidenteel
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel Totaal lasten
2.175.680
-
-
-
-
-
Totaal lasten Totaal baten
3.865.653 25.284.088
4.428.758 22.604.712
4.140.450 22.770.679
4.140.450 22.770.679
4.140.450 22.770.679
4.140.450 22.770.679
Saldo
21.418.435-
18.175.954-
18.630.229-
18.630.229-
18.630.229-
18.630.229-
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel Netto saldo
851.673 250.014
611.008 -
1.085.417 -
1.085.417 -
1.085.417 -
1.085.417 -
1.686.375
7.900 -
1.007.900 -
1.007.900 -
1.007.900 -
1.007.900 -
18.552.712-
18.552.712-
18.552.712-
22.003.123-
17.572.846-
18.552.712-
Hogere lasten € 481.889 = € 4.140.450 -/- (€ 3.658.561 + € 0) = bestaand beleid 2013 -/- (bestaand beleid werkelijk 2011 + structureel nieuw beleid 2011) In 2011 is de betaalde rente lager dan begroot. Dit komt door de ontvangst van NUON gelden waardoor er een positief banksaldo ontstond. Lagere baten € 337.729 = € 22.770.679 -/- € 23.108.408 = totaal baten 2013 -/- totaal baten 2011 De algemene uitkering daalt waardoor de inkomsten op dit programma lager zijn in 2013.
Overzicht baten en lasten 2013, pagina 13
Programma 36 Voorlichting
Werkelijk 2011
Lasten
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
361 Voorlichting 362 Representatie 363 Burgerparticipatie
358.928 117.686 -
407.610 124.705 -
404.578 127.304 28.228
404.578 127.304 28.228
404.578 127.304 28.228
404.578 127.304 28.228
36 Bestaand beleid
476.614
532.315
560.109
560.109
560.109
560.109
4.015
-
-
-
-
-
480.629
532.315
560.109
560.109
560.109
560.109
Baten 361 Voorlichting 362 Representatie 363 Burgerparticipatie
-
-
-
-
-
-
36
Totaal baten
-
-
-
-
-
-
Baten incidenteel
-
-
-
-
-
-
Totaal lasten Totaal baten
480.629 -
532.315 -
560.109 -
560.109 -
560.109 -
560.109 -
Saldo
480.629
532.315
560.109
560.109
560.109
560.109
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel
293.500
-
-
-
-
-
25.000 82.500
25.000 -
25.000 -
25.000 -
25.000 -
25.000 -
666.629
507.315
535.109
535.109
535.109
535.109
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel Totaal lasten
Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel Netto saldo
Hogere lasten € 83.495 = € 560.109 -/- (€ 476.614 + € 0) = bestaand beleid 2013 -/- (bestaand beleid werkelijk 2011 + structureel nieuw beleid 2011) In de begroting 2012 is via de focusnota een budget opgenomen voor burgerparticipatie, ook zijn de doorbelaste kosten op dit programma in 2011 lager dan begroot. Lagere baten € 0
= € 0 -/- € 0 = totaal baten 2013 -/- totaal baten 2011
Overzicht baten en lasten 2013, pagina 14
Programma 37 Bestuurlijke zaken
Lasten
Werkelijk 2011
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
371 372 373 374
Bestuursorganen Bestuursondersteuning Klachten Bestuurlijke samenwerking
1.092.289 850.071 -
914.579 1.000.317 -
955.130 806.849 -
955.130 806.849 -
955.130 806.849 -
955.130 806.849 -
37
Bestaand beleid
1.942.360
1.914.896
1.761.979
1.761.979
1.761.979
1.761.979
63.919
-
-
-
-
-
2.006.279
1.914.896
1.761.979
1.761.979
1.761.979
1.761.979
Baten 371 Bestuursorganen 372 Bestuursondersteuning 373 Klachten 374 Bestuurlijke samenwerking
2.042 399.964 -
2.292 728.485 -
2.335 614.030 -
2.335 614.030 -
2.335 614.030 -
2.335 614.030 -
37
402.006
730.777
616.365
616.365
616.365
616.365
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel Totaal lasten
Totaal baten
Baten incidenteel
-
-
-
-
-
-
Totaal lasten Totaal baten
2.006.279 402.006
1.914.896 730.777
1.761.979 616.365
1.761.979 616.365
1.761.979 616.365
1.761.979 616.365
Saldo
1.604.273
1.184.119
1.145.614
1.145.614
1.145.614
1.145.614
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel
106.000
-
-
-
-
-
Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel
131.000
-
-
-
-
-
1.579.273
1.184.119
1.145.614
1.145.614
1.145.614
1.145.614
Netto saldo
Lagere lasten € 180.381 = € 1.761.979 -/- (€ 1.942.360 + € 0) = bestaand beleid 2013 -/- (bestaand beleid werkelijk 2011 + structureel nieuw beleid 2011) Door een overheveling van de salarissen naar de reguliere salarispost zijn de lasten op dit programma in de begroting 2013 lager dan werkelijk in 2011. Hogere baten € 214.359 = € 616.365 -/- € 402.006 = totaal baten 2013 -/- totaal baten 2011 In de eindejaarsrapportage 2011 is incidenteel € 198.000 afgeraamd op rente-inkomsten. Deze baten zijn in 2012 en 2013 volgens de structurele raming opgenomen.
Overzicht baten en lasten 2013, pagina 15
Programma 38 Openbare orde en veiligheid
Lasten
Werkelijk 2011
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
381 Brandweer 382 Overige Beschermende Maatregelen
777.104 55.305
884.792 60.383
903.428 73.174
903.428 73.174
903.428 73.174
903.428 73.174
38
832.409
945.175
976.603
976.603
976.603
976.603
4.293 21.762
-
-
-
-
-
858.464
945.175
976.603
976.603
976.603
976.603
Baten 381 Brandweer 382 Overige Beschermende Maatregelen
23.226 -
23.787 -
24.256 -
24.256 -
24.256 -
24.256 -
38
23.226
23.787
24.256
24.256
24.256
24.256
Bestaand beleid
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel Totaal lasten
Totaal baten
Baten incidenteel
-
-
-
-
-
-
Totaal lasten Totaal baten
858.464 23.226
945.175 23.787
976.603 24.256
976.603 24.256
976.603 24.256
976.603 24.256
Saldo
835.238
921.388
952.347
952.347
952.347
952.347
14.938
-
-
-
-
-
1.128 -
1.128 -
1.128 -
1.128 -
1.128 -
1.128 -
849.048
920.260
951.219
951.219
951.219
951.219
Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel Netto saldo
Hogere lasten € 139.901 = € 976.603 -/- (€ 832.409 + € 4.293) = bestaand beleid 2013 -/- (bestaand beleid werkelijk 2011 + structureel nieuw beleid 2011) Door een nog niet ingevulde vacature in 2011 zijn de salariskosten in 2011 lager dan in de begroting 2013. De doorbelaste kosten op dit programma zijn in 2011 lager dan begroot. In 2012 is er bijgeraamd voor de opleidingskosten van de brandweer, waardoor ook de begroting 2013 hoger is dan de werkelijke uitgaven 2011. Hogere baten € 1.030 = € 24.256 -/- € 23.226 = totaal baten 2013 -/- totaal baten 2011
Overzicht baten en lasten 2013, pagina 16
Kostenplaatsen Lasten
Werkelijk 2011
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
501 502 503 504 505 506 507
Salarissen Gemeentehuis Exploitatie werkplaats en materieel Automatisering Faciliteiten Personeelsondersteuning Financiele ondersteuning
5.137.424 257.220 282.270 845.031 1.144.178 607.352 1.264.774
4.843.010 291.229 263.305 919.205 1.086.058 544.448 1.246.739
5.690.667 246.915 273.315 957.474 1.164.192 611.163 1.391.312
5.690.667 246.915 273.315 957.474 1.164.192 611.163 1.391.312
5.690.667 246.915 273.315 957.474 1.164.192 611.163 1.391.312
5.690.667 246.915 273.315 957.474 1.164.192 611.163 1.391.312
50
Bestaand beleid
9.538.249
9.193.994
10.335.038
10.335.038
10.335.038
10.335.038
480.707
18.500 -
-
-
-
-
10.018.956
9.212.494
10.335.038
10.335.038
10.335.038
10.335.038
Baten 501 Salarissen 502 Gemeentehuis 503 Exploitatie werkplaats en materieel 504 Automatisering 505 Faciliteiten 506 Personeelsondersteuning 507 Financiele ondersteuning
5.263.599 226.730 262.448 866.428 1.197.143 581.352 1.264.774
4.843.010 263.104 276.805 846.706 1.086.058 544.448 1.246.738
5.690.667 218.790 253.493 879.974 1.164.192 611.163 1.391.312
5.690.667 218.790 253.493 879.974 1.164.192 611.163 1.391.312
5.690.667 218.790 253.493 879.974 1.164.192 611.163 1.391.312
5.690.667 218.790 253.493 879.974 1.164.192 611.163 1.391.312
50
Totaal baten
9.662.474
9.106.869
10.209.590
10.209.590
10.209.590
10.209.590
Baten incidenteel
14.255
-
-
-
-
-
10.018.956 9.676.729
9.212.494 9.106.869
10.335.038 10.209.590
10.335.038 10.209.590
10.335.038 10.209.590
10.335.038 10.209.590
-
-
-
-
-
-
342.227
105.625
125.447
125.447
125.447
125.447
96.500
-
-
-
-
-
69.289 369.440
105.625 -
125.447 -
125.447 -
125.447 -
125.447 -
-
-
-
-
-
-
Nieuw beleid structureel Nieuw beleid incidenteel Totaal lasten
Totaal lasten Totaal baten Nieuw beleid incidenteel Saldo Storting in de reserves Storting in de reserves incidenteel Onttrekking aan de reserves Onttrekking aan de reserves incidenteel Netto saldo
Hogere lasten € 796.789 = € 10.335.038 -/- (€ 9.538.249 + € 0) = bestaand beleid 2013 -/- (bestaand beleid werkelijk 2011 + structureel nieuw beleid 2011)
Hogere baten € 547.116 = € 10.209.590-/- € 9.662.474 = totaal baten 2013 -/- totaal baten 2011
Overzicht baten en lasten 2013, pagina 17
Recapitulatiestaat per programma in vergelijking met Begroting 2011 en Jaarrekening 2010 2011
PROG RA MMA 'S
2012 LASTEN
2013
Programma 11 Wegen, waterwegen en verkeersveiligheid
2.886.622
2.192.972
2.031.693
Programma 12 Riolering en openbaar groen
2.527.084
2.993.441
2.708.391
Programma 13 Bouwgrondexploitatie
2.126.909
2.061.348
1.832.580
Programma 16 Milieu en economische zaken
3.466.661
3.055.723
3.194.594
Programma 17 Ruimtelijke ordening, woningbouw en stadsontwikkeling
640.133
625.640
679.367
Programma 21 Burgerzaken
643.851
680.733
733.432
Programma 22 Onderwijs en jeugdbeleid
4.800.011
2.425.765
2.440.903
Programma 23 Sport, cultuur en recreatie
5.664.226
4.936.124
4.977.366
Programma 24 Maatschappelijke begeleiding en zorg
2.243.565
1.893.885
1.973.543
Programma 26 Sociale zaken
9.362.921
9.722.620
9.821.011
Programma 31 Financiering en algemene dekkingsmiddelen
3.865.653
4.428.758
4.017.955
Programma 36 Voorlichting Programma 37 Bestuurlijke zaken Programma 38 Openbare orde en veiligheid Kostenplaatsen Totaal lasten
480.629
532.315
560.109
2.006.279
1.914.896
1.761.979
858.464
945.175
976.603
10.018.956
9.212.494
10.335.038
51.591.964
47.621.889
48.044.562
BATEN Programma 11 Wegen, waterwegen en verkeersveiligheid
711.991
45.332
46.373
Programma 12 Riolering en openbaar groen
1.350.310
1.278.910
1.324.258
Programma 13 Bouwgrondexploitatie
4.421.646
1.988.841
1.748.875
Programma 16 Milieu en economische zaken
2.524.068
2.335.508
2.380.876
Programma 17 Ruimtelijke ordening, woningbouw en stadsontwikkeling
363.179
289.286
317.571
Programma 21 Burgerzaken
261.373
357.484
351.155
Programma 22 Onderwijs en jeugdbeleid
385.609
180.372
172.047
Programma 23 Sport, cultuur en recreatie
2.106.721
1.830.670
1.891.291
897.607
635.711
659.802
5.553.996
6.031.037
5.302.244
25.284.088
22.604.712
22.770.679
Programma 24 Maatschappelijke begeleiding en zorg Programma 26 Sociale zaken Programma 31 Financiering en algemene dekkingsmiddelen Programma 36 Voorlichting Programma 37 Bestuurlijke zaken Programma 38 Openbare orde en veiligheid Kostenplaatsen Totaal baten Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Resultaat na bestemming
0
0
0
402.006
730.777
616.365
23.226
23.787
24.256
9.676.729
9.106.869
10.209.590
53.962.549
47.439.297
47.815.382
2.370.585
-182.592
-229.180
-390.161
182.592
229.180
1.980.424
0
0
Overzicht baten en lasten 2013, pagina 18
Overzicht van de geraamde algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
Onroerende zaakbelasting (gebruik niet-woningen)
€
245.048
Onroerende zaakbelasting (eigendom niet-woningen)
€
333.452
Onroerende zaakbelasting (eigendom woningen)
€
1.949.900
Algemene uitkering
€ 18.665.384
Dividend BNG
€
27.500
Dividend GKNH
€
127.499
Saldo financieringsfunctie
€
2.217.329
Saldo BTW compensatiefonds
€
Verhuur gemeente-eigendommen
€
1.014.755
Opbrengst markt- en standplaatsen
€
17.180
Onvoorzien 2013
€
10.709
Totaal
-
€ 24.608.756
Resultaat Geraamd resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Geraamd resultaat na bestemming
-/-
229.180 229.180 -
Het geraamd resultaat voor bestemming is inclusief de post onvoorzien van € 10.709.
Overzicht geraamde incidentele baten en lasten
Er zijn geen incidentele lasten of baten geraamd in deze begroting 2013.
Overzicht baten en lasten 2013, pagina 19
Berekening EMU-saldo Volgens artikel 19 d van het Besluit Begroting en Verantwoording moet in de toelichting op het overzicht van baten en lasten de berekening van het aandeel van de gemeente in het EMU-saldo worden opgenomen. De berekening over het vorig begrotingsjaar, het geraamde bedrag over het begrotingsjaar en de berekening van het geraamde bedrag over het jaar volgende op het begrotingsjaar. Het EMU-saldo is in 1992 door de EMU ingevoerd om vergelijkingen tussen de verschillende eurolanden te kunnen maken. In het verleden hanteerde elke staat zijn eigen berekening voor het financieringssaldo, vergelijken kon hierdoor niet. Volgens de regels van de EMU, mag het vorderingentekort niet groter zijn dan 3% van het bruto binnenlands product (het Verdrag van Maastricht). Hiermee wil men de economische sterkte van de eurolanden behouden. Omschrijving Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) Afschrijvingen ten laste van de exploitatie Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voorzover niet op exploitie verantwoord Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen Lasten i.v.m. transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten Verkoop van effecten: a. Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) b. Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie?
Berekend EMU-saldo
2012
2013
2014
-/- 183
-/- 182
-/- 182
2.679
1.926
1.926
370
370
370
160
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
nee
nee
nee
-
-
-
-/- 3.026
2.114 2.114 Bedragen x € 1.000
Overzicht baten en lasten 2013, pagina 20
Financiële positie 2013
Financiële positie 2013, pagina 1
Uitgangspunten voor de samenstelling van de begroting De begroting 2013 wordt opgesteld conform de structurele budgetten voor bestaand beleid aangevuld met nieuwe wettelijke verplichtingen, vervangingsinvesteringen en de verdere verwerking van de bezuinigingstaakstelling 2012. Basis voor de financiële positie 2012 is de financiële stand van zaken na de raad van mei 2012. De stand van de post onvoorzien structureel na de raad van mei 2012 bedraagt € 141.281. Na de raad van mei 2012 zijn door de raad besluiten genomen die van invloed zijn op de structurele ruimte van 2013. De structurele gevolgen hiervan € 215.813 negatief. Daarnaast is berekend wat de toename van de structurele financiële ruimte in 2013 is als gevolg van de vrijval van kapitaallasten: van investeringen die in 2012 geheel zijn afgeschreven worden in 2013 geen structurele kapitaallasten meer geraamd. Deze financiële ruimte van € 105.083 valt vrij in de begroting 2013 en kan o.a. worden benut voor dekking van kapitaallasten van vervangingsinvesteringen. Op deze wijze kunnen in het algemeen vervangingsinvesteringen uit de vrijval van kapitaallasten worden gedekt en behoeft daarvoor geen andere structurele ruimte te worden gevonden. Het voorgaande leidt tot de volgende financiële startpositie voor de begroting 2013: Structurele ruimte na de raad van mei 2012 € 141.281 Structurele gevolgen van integrale bijstelling begroting 2013 -/€ 215.813 Structurele gevolgen van de vrijval van kapitaallasten € 105.083 Startpositie begroting 2013 € 30.551 Vervangingsinvesteringen Vervangen klepelmaaier: Investering € 53.000 met afschrijvingstermijn van 10 jaar. De kapitaallasten van deze investering bedragen structureel € 7.870. Vervangen GPS-smartstation: Investering € 30.000 met afschrijvingstermijn van 7 jaar. De kapitaallasten van deze investering bedragen structureel € 5.741. Vervangen C2000: Investering € 25.000 met afschrijvingstermijn van 5 jaar. De kapitaallasten van deze investering bedragen structureel € 6.231. De nieuwe structurele kapitaallasten van deze vervangingsinvesteringen bedragen in totaal € 19.842. Nieuw beleid Op het moment van opstelling van de primitieve begroting waren en nog geen nieuwe wettelijke verplichtingen bekend die in 2013 leiden tot verplichte uitgaven. Startpositie begroting 2013 Structurele lasten vervangingsinvesteringen Structurele lasten nieuwe wettelijke verplichtingen Budget onvoorzien structureel in de primitieve begroting 2013
-/-/-
€ 30.551 € 19.842 € 0 € 10.709
Inflatiepercentage In de begroting 2013 is geen inflatiepercentage verwerkt.
Financiële positie 2013, pagina 2
Rentebeleid De rente voor de primitieve begroting 2013 is uniform bepaald op 4,85%. Het betreft hier: rente over het geraamde financieringstekort (inclusief nieuwe investeringen) en rentetoerekening over voorfinanciering voor het onderdeel bouwgrondexploitatie. Renteherziening uitgezette leningen wooncorporatie De Woonschakel conform marktrente. Belastingen en tarieven Onroerende zaak belasting (OZB) Tarieven voor gemeentelijke heffingen (belastingen en retributies) worden aan de leden van de raad en de Commissie Middelen voorgelegd in december 2012. Hondenbelasting De gemeenteraad hanteert het uitgangspunt dat de gehele opbrengst van de hondenbelasting wordt aangewend ter bestrijding van de overlast die wordt veroorzaakt door honden en er daardoor sprake dient te zijn van 100% kostendekking. Uitgangspunt hierbij is dat de vervuiler betaalt. Voor de begroting 2013 zijn de opbrengsten van de hondenbelasting en de kosten van bestrijding van overlast budgettair neutraal. Overige tarieven Rioolrechten en afvalstoffenheffing worden kostendekkend geheven. De tarieven voor deze heffingen worden aan de leden van de raad en de Commissie Middelen voorgelegd in december 2012. Overzicht geraamde incidentele baten en lasten en nieuw beleid Incidenteel
Structureel
Investering
Afschrijvingstermijn
Rente percentage
Vervanging klepelmaaier Vervanging GPSsmartstation
€ 7.870
€ 53.000
10 jaar
4,85%
€ 5.741
€ 30.000
7 jaar
4,85%
Vervanging C-2000
€ 6.231
€ 25.000
5 jaar
4,85%
Lasten:
Verbijzondering ramingen bestaand beleid – nieuw beleid In de onderdelen Programmaplan en Overzicht van baten en lasten vindt u de verbijzondering van bestaand en nieuw beleid. In het hiervoor gepresenteerde schema vindt u een overzicht van het nieuw beleid wat in de begroting is opgenomen.
Financiële positie 2013, pagina 3
Jaarlijks terugkerende arbeidskosten (arbeidsgerelateerde verplichtingen) In de begroting zijn ramingen opgenomen voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Hiervoor mag niet langer een voorziening getroffen worden. Wel moet hierover informatie in de begroting worden opgenomen. Onder de hier bedoelde verplichting worden de aanspraken verstaan op toekomstige uitkeringen door het huidige dan wel het voormalig personeel. In onze gemeente gaat het om de volgende bedragen. FPU regeling Er is een FPU regeling voor gemeenteambtenaren van kracht, op grond waarvan de gemeente een deel van de FPU-kosten voor haar rekening neemt. Hiervoor is in de begroting € 142.136 opgenomen. De werkelijke lasten hangen af van het daadwerkelijk gebruik. Wachtgeld gewezen wethouders Wethouders hebben geen garantie dat zij na 4 jaar hun zetel kunnen behouden. Hierdoor bestaat de mogelijkheid van wachtgeldverplichting. Voor uit te betalen wachtgelden is een reserve beschikbaar. De verplichtingen worden opgenomen in de begroting op het moment dat tot werkelijke uitbetaling wordt overgegaan. Momenteel zijn er wachtgeldverplichtingen aan twee gewezen wethouders en een deeltijd wachtgeld i.v.m. vermindering uren wethouderschap. Voor 2013 is een bedrag van € 98.756 opgenomen in de begroting. Pensioenen wethouders Aan tien gewezen wethouders en drie nabestaanden van gewezen wethouders wordt een pensioenuitkering betaald. Daarnaast bouwen de huidige wethouders pensioenrechten op. Hiervoor is een voorziening getroffen. Opgenomen in de begroting 2013 een bedrag van € 89.462. Cafetariamodel Aan de hand van het cafetariamodel kunnen er verlofuren aangekocht dan wel verkocht worden. Het bedrag hangt af van het aantal mensen dat hier gebruik van gaat maken. Als indicatie de gegevens van 2012: 346 verkochte uren ad € 7.316 en 765 aangekochte uren ad € 16.690. Jubilea Bij 12½ jaar, 25 jaar en 40 jaar overheidsdienst wordt een gratificatie uitbetaald. Hier komen negen personen voor in aanmerking. In de begroting is dan ook een bedrag opgenomen van € 11.550. Levensloopregeling Door het personeel kan een bedrag gestort worden in de levensloopregeling. Bij ons maken hier zeven personen gebruik van. Het bedrag wat per jaar in de levensloop gestort wordt is ± € 6.000.
Financiële positie 2013, pagina 4
Investeringen Materiële vaste activa Materiële vaste activa zijn stoffelijke activa c.q. bezittingen die gedurende een langere periode in het productie- of dienstenproces worden ingeschakeld, zoals gronden, gebouwen, machines en terreinen. Over grond wordt niet afgeschreven: grond slijt niet en daalt dus ook niet in waarde. Eventuele kosten van sloop van gebouwen dienen te worden verdisconteerd in de boekwaarde van die gebouwen. In het onderstaande overzicht wordt het geraamde verloop van de materiële vaste activa met economisch nut weergegeven. Boekwaarde 01-01-2013
Investeringen
Afschrijvingen
Overige verminderingen
Boekwaarde 31-12-2013
2.560.000
-
4.167
-
2.555.833
91.517
-
827
-
90.690
32.597.010
-
1.189.145
-
31.407.865
Vervoermiddelen
659.365
-
90.823
-
568.542
Apparatuur en installaties
412.997
108.000
89.561
-
431.436
Grond-, weg- en waterbouwwerken
4.268.829
-
178.391
-
4.090.438
Overige
1.413.331
-
307.095
-
1.106.236
42.003.049
108.000
1.860.009
-
40.251.040
Gronden en terreinen Woonruimten Bedrijfsgebouwen
Totaal
De investeringen in de rubriek Apparatuur en installaties betreft de verwachte vervangingsinvesteringen voor 2013.
Het geraamde verloop van de materiële vaste activa met maatschappelijk nut wordt in onderstaand overzicht weergegeven. Boekwaarde 01-01-2013
Investeringen
Afschrijvingen
Overige verminderingen
Boekwaarde 31-12-2013
Grond-, weg- en waterbouwwerken
4.638.760
-
283.386
-
4.355.374
Totaal
4.638.760
-
283.386
-
4.355.374
Financiële positie 2013, pagina 5
Financiële vaste activa Onder de financiële vaste activa vallen de verstrekte langlopende leningen en de deelnemingen in (overheids)bedrijven door middel van aandelen. Daarnaast zijn hier de bijdragen in activa van derden onder opgenomen. De verminderingen bestaan uit de aflossingen overeenkomstig de aflossingsschema’s. Boekwaarde 01-01-2013
Investeringen
115.682
-
-
-
115.682
21.512.043
-
1.089.447
-
20.422.596
Overige leningen Bijdragen in activa van derden
23.307.925
-
50.000
-
23.257.925
113.181
-
14.400
Totaal
45.048.831
-
1.153.847
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen Leningen aan woningbouwcorporaties
Afschrijvingen/ Overige aflossingen verminderingen
Boekwaarde 31-12-2013
98.781
-
43.894.984
Financiering Opgenomen leningen
Onderhandse leningen: - binnenlandse banken - overige binnenlandse sectoren Bijzondere langlopende verplichtingen Waarborgsommen
Totaal
Boekwaarde 01-01-2013
Vermeerderingen
Aflossingen
Boekwaarde 31-12-2013
67.388.950
-
3.037.529
64.351.421
-
-
-
-
7.133.609
-
522.268
6.611.341
908
-
-
908
74.523.467
-
3.559.797
70.963.670
De geraamde rentelast voor het jaar 2013 met betrekking tot de vaste schulden bedraagt € 2.951.404.
Financiële positie 2013, pagina 6
Stand en verloop van de reserves Reserves vormen het hoofdbestanddeel van het eigen vermogen van de gemeente. 01-01-2013
Vermeerderingen
Verminderingen
31-12-2013
Algemene reserve
6.372.328
10.000
-
6.382.328
Totaal
6.372.328
10.000
-
6.382.328
Algemene reserve, deze reserve heeft een bufferfunctie. Batige jaarresultaten, de nettoopbrengst van verkoop van stukjes gemeentegrond en batige resultaten van grondexploitaties worden in deze reserve gestort. Nadelige jaarresultaten, stortingen in voorzieningen en dekking van incidentele uitgaven kunnen worden onttrokken aan deze reserve. 01-01-2013
Vermeerderingen
Verminderingen
31-12-2013
1.705.864
-
454.060
1.251.804
Afvalinzameling
196.573
-
-
196.573
WMO
753.949
88.097
101.932
704.114
Planschade
120.221
-
-
120.221
Omgevingsfonds
153.376
-
-
153.376
18.375
-
-
18.375
251.969
-
-
251.969
1.361.092
-
400.427
960.665
27.760
-
-
27.760
438.395
-
7.900
430.495
37.228
29.000
10.000
56.228
Wachtgelden
198.757
-
-
198.757
N23 Westfrisiaweg
744.351
1.472.000
-
2.216.351
Frictiekosten
662.608
1.205.386
1.000.000
867.994
Baggerplan
387.000
-
-
387.000
7.057.518
2.794.483
1.949.319
7.902.682
Bestemmingsreserves: Riolering
Monumentenbeleid Kunst- en cultuurfonds BUIG Stormschade Risicopremie gemeentegarantie Duurzaamheidsfonds
Totaal
De geraamde mutaties in de reserves: Riolering, egalisatiereserve t.b.v. exploitatieresultaten en incidentele baten en lasten inzake riolering: Geraamd exploitatieresultaat product riolering € 454.060 storting Afvalinzameling, egalisatiereserve t.b.v. exploitatieresultaten inzake afvalinzameling.
Financiële positie 2013, pagina 7
Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning), egalisatiereserve t.b.v. exploitatieresultaten en incidentele baten en lasten inzake de Wmo. Geraamd exploitatieresultaat Wmo € 13.835 onttrekking Planschade, ter dekking van gehonoreerde planschades en advieskosten daarvan. Omgevingsfonds, bij de begroting 2008 is vastgesteld dat de gemeente en De Woonschakel een bijdrage leveren waarvan investeringen in de openbare ruimte rondom huurwoningen worden voldaan. Monumentenbeleid, egalisatiereserve t.b.v. exploitatie resultaten inzake monumentenbeleid Kunst- en Cultuurfonds, bij omvangrijke werken wordt een nader te bepalen bijdrage aan deze reserve geraamd. Aanschaf en plaatsing van kunstwerken en kunstobjecten en kosten van culturele projecten en manifestaties worden uit deze reserve gedekt. BUIG (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorziening aan Gemeenten), buffer voor overschotten en tekorten van het inkomensdeel van de jaarlijkse uitkering BUIG. Stormschade, ten laste van de exploitatie een jaarlijkse 'fictieve premie' voor stormschade + winstuitkeringen inzake verzekeringen worden in deze reserve gestort. Stormschades aan nietverzekerde eigendommen worden aan deze reserve onttrokken. Risicopremie gemeentegarantie, berekende premies bij gemeentegaranties worden –indien van toepassing- in deze reserve gestort. Onttrekkingen worden gedaan bij aanspraken op basis van gemeentegarantie. Geraamde bijdrage premie WSW € 7.900 onttrekking Duurzaamheidsfonds, onttrekkingen worden gedaan bij het vervullen van een voorbeeldfunctie op het gebied van duurzaamheid en milieu. Hierbij kan gedacht worden aan roetfilters voor het wagenpark. Geraamde storting € 29.000 storting Geraamde onttrekking duurzaamheid postkantoor € 10.000 onttrekking Wachtgeldverplichtingen, bij de jaarrekening 2008 is de voorziening wachtgeldverplichtingen vrijgevallen en bij de bestemming van het jaarresultaat 2008 is deze reserve gevormd. N23 Westfrisiaweg, deze reserve wordt opgebouwd ter dekking van de lasten voor de N23. Frictiekosten, deze reserve wordt ingezet ter dekking van incidentele tegenvallers in de bezuinigingsoperatie tot en met 2014. Geraamd saldo € 205.386 storting Baggerplan, deze reserve wordt ingezet ter dekking van de kosten van de maatregelen uit het baggerplan.
Financiële positie 2013, pagina 8
Reserves ter dekking van kapitaallasten 01-01-2013
Vermeerderingen
Verminderingen
31-12-2013
179.503
-
77.500
102.003
1.006.258
-
43.750
962.508
308.158
-
13.398
294.760
84.372
-
28.125
56.247
Scoutinggebouw Legionellabestrijding gymzalen
201.124
-
11.173
189.951
57.943
-
6.438
51.505
Noodlokaal Molenwiek Boogschuttersvereniging Drukregelaars ademluchttoestellen Brandweer/ buitendienst
110.974
-
12.330
98.644
102.781
-
2.875
99.906
10.363
-
1.128
9.235
713.583
-
-
713.583
Glijbaan de Kloet Energiezuinige toepassingen atletiekbaan
102.663
-
14.833
87.830
20.700
-
575
20.125
Uitbreiding ’t Palet Nieuwbouw de Streek/ Poseidon
1.229.184
-
43.333
1.185.851
142.500
-
3.750
138.750
Totaal
4.270.106
-
259.208
4.010.898
Reserves ter dekking van kapitaallasten: Automatisering Praktijkschool Martinuscollege Klimaatbeheersing
Automatiseringsplan, jaarlijkse dekking van de kapitaallasten inzake het automatiseringsplan 2008 (vergunningenadministratie, registratiesysteem wet bodembeheer, basisregistraties, gemeentelijke bevolkingsadministratie en actualisering bestaande programmatuur. Geraamde bijdrage in kapitaallasten € 77.500 onttrekking Praktijkschool, jaarlijkse dekking van een deel van de kapitaallasten inzake de Praktijkschool Geraamde bijdrage in kapitaallasten € 43.750 onttrekking Martinuscollege, jaarlijkse dekking van een deel van de kapitaallasten inzake het Martinuscollege Geraamde bijdrage in kapitaallasten € 13.398 onttrekking Klimaatbeheersing, jaarlijkse dekking van een deel van de kapitaallasten inzake de klimaatbeheersing van het gemeentehuis Geraamde bijdrage in kapitaallasten € 28.125 onttrekking Scoutinggebouw, jaarlijkse dekking van een deel van de kapitaallasten inzake het scoutinggebouw Geraamde bijdrage in kapitaallasten € 11.173
onttrekking
Legionellabestrijding gymzalen, jaarlijkse dekking van een deel van de kapitaallasten inzake de legionellabestrijding in de gymzalen De Horn, Oostersluis, De Helt en De Woud Geraamde bijdrage in kapitaallasten € 6.438 onttrekking Noodlokaal Molenwiek, jaarlijkse dekking van een deel van de kapitaallasten inzake het noodlokaal van de Molenwiek Geraamde bijdrage in kapitaallasten € 12.330 onttrekking
Financiële positie 2013, pagina 9
Boogschuttersvereniging, jaarlijkse dekking van een deel van de kapitaallasten inzake het nieuwe gebouw voor de boogschuttersvereniging Geraamde bijdrage in kapitaallasten € 2.875 onttrekking Drukregelaars ademluchttoestellen en bodyguards, in de aanbiedingsbrief bij de begroting 2008 was een incidenteel budget beschikbaar, deze is gestort in deze reserve. Jaarlijkse dekking van de kapitaallasten inzake de vervanging drukregelaars ademtoestellen en het aanbrengen van bodyguards Geraamde bijdrage in kapitaallasten € 1.128 onttrekking Brandweer/buitendienst, vanuit plan industrieweg is een reserve gevormd ter dekking van de kapitaallasten van de brandweerkazerne/de werf van de buiendienst. Glijbaan zwembad de Kloet, in de aanbiedingsbrief bij de begroting 2009 is een incidenteel budget beschikbaar gesteld ten laste van de incidentele ruimte 2008, dit budget is gestort in deze reserve. Jaarlijkse dekking van de kapitaallasten inzake de realisatie van een glijbaan in/om zwembad de Kloet. Geraamde bijdrage in kapitaallasten € 14.833 onttrekking Energiezuinige toepassingen atletiekbaan, jaarlijkse dekking van de kapitaallasten van de energiezuinige toepassingen bij de nieuwbouw atletiekbaan Raadhuislaan. Geraamde bijdrage in kapitaallasten € 575 onttrekking Uitbreiding ’t Palet, jaarlijkse dekking van de kapitaallasten van de uitbreiding van ’t Palet op de locaties Princenhof en Verlengde Raadhuislaan. Geraamde bijdrage in kapitaallasten € 43.333 onttrekking Nieuwbouw De Streek/ Poseidon, jaarlijkse dekking van de kapitaallasten van de bouw van een gezamenlijke accommodatie voor reddingsbrigade De Streek en Kanovereniging Poseidon. Geraamde bijdrage in kapitaallasten € 3.750 onttrekking Stand en verloop van de voorzieningen 01-01-2013
Vermeerderingen
Verminderingen
31-12-2013
Pensioenen wethouders
908.199
-
-
893.416
Onderhoud gebouwen
150.181
274.500
250.006
174.675
1.058.380
274.500
250.006
1.068.091
Totaal
De geraamde mutaties in de voorzieningen: Pensioenen wethouders, jaarlijks wordt een bedrag –op basis van actuariële berekeninggestort. Pensioenuitkeringen aan (ex)-wethouders of eenmalige afkoop van pensioenverplichting worden uit deze voorziening voldaan. Onderhoud gebouwen, de voorziening dekt de kosten van het groot onderhoud van de gebouwen op basis van het meerjarenonderhoudsplan. Geraamde bijdrage € 274.500 storting
Financiële positie 2013, pagina 10
Meerjarenraming 2014-2016 In de meerjarenraming voor 2014 tot en met 2016 zijn de volgende aannames gehanteerd: inwoneraantal gelijkblijvend aan 2012; woonruimtes gelijkblijvend aan 2012; basis: structurele budgetten zoals opgenomen in de Begroting 2012 (geen nieuw beleid); geen toepassing van inflatiecorrectie: voor de Begroting 2013 is –ten opzichte van de ramingen 2012- geen inflatiecorrectie toegepast; vrijval van kapitaallasten (bij de Focusnota wordt deze ruimte ingezet voor dekking van vervanging van vervangingsinvesteringen); de afname van de algemene uitkering als gevolg van bezuinigingsmaatregelen van het Rijk wordt geheel gecompenseerd door bezuinigingsmaatregelen binnen de begroting. Gelet op bovenstaande uitgangspunten zou de post onvoorzien zich gedurende deze jaren als volgt ontwikkelen: Budget onvoorzien 2013
€
10.709
Budget onvoorzien 2014
€
10.709
Budget onvoorzien 2015
€
10.709
Budget onvoorzien 2016
€
10.709
De financiële situatie bij gemeenten blijft voor de komende jaren hoogst onzeker. Ook de gemeenten zullen een bijdrage moeten leveren in aangekondigde rijksbezuinigingen. In 2012 is een bezuinigingsoperatie opgestart waarvan de financiële gevolgen zijn verwerkt in deze begroting. Verdere bezuinigingen –via nadere besluitvorming- worden verwerkt via begrotingswijzigingen. Het meerjarenperspectief zoals hier geschetst moet daarom met de nodige reserve worden bezien.
Meerjarenraming 2013-2016, pagina 1
Meerjarenraming per programma
2013
PROG RA MMA 'S
2014
2015
2016
LASTEN
Programma 11 Wegen, waterwegen en verkeersveiligheid
2.031.693
2.031.693
2.031.693
2.031.693
Programma 12 Riolering en openbaar groen
2.708.391
2.708.391
2.708.391
2.708.391
Programma 13 Bouwgrondexploitatie
1.832.580
1.832.580
1.832.580
1.832.580
Programma 16 Milieu en economische zaken
3.194.594
3.194.594
3.194.594
3.194.594
679.367
679.367
679.367
679.367
Programma 17 Ruimtelijke ordening, woningbouw en stadsontwikkeling Programma 21 Burgerzaken
733.432
733.432
733.432
733.432
Programma 22 Onderwijs en jeugdbeleid
2.440.903
2.440.903
2.440.903
2.440.903
Programma 23 Sport, cultuur en recreatie
4.977.366
4.977.366
4.977.366
4.977.366
Programma 24 Maatschappelijke begeleiding en zorg
1.973.543
1.973.543
1.973.543
1.973.543
Programma 26 Sociale zaken
9.821.011
9.821.011
9.821.011
9.821.011
Programma 31 Financiering en algemene dekkingsmiddelen
4.017.955
4.017.955
4.017.955
4.017.955
560.109
560.109
560.109
560.109
1.761.979
1.761.979
1.761.979
1.761.979
976.603
976.603
976.603
976.603
10.335.038
10.335.038
10.335.038
10.335.038
48.044.562
48.044.562
48.044.562
48.044.562
46.373
46.373
46.373
46.373
Programma 12 Riolering en openbaar groen
1.324.258
1.324.258
1.324.258
1.324.258
Programma 13 Bouwgrondexploitatie
1.748.875
1.748.875
1.748.875
1.748.875
Programma 16 Milieu en economische zaken
2.380.876
2.380.876
2.380.876
2.380.876
Programma 17 Ruimtelijke ordening, woningbouw en stadsontwikkeling
317.571
317.571
317.571
317.571
Programma 21 Burgerzaken
351.155
351.155
351.155
351.155
Programma 22 Onderwijs en jeugdbeleid
172.047
172.047
172.047
172.047
Programma 23 Sport, cultuur en recreatie
1.891.291
1.891.291
1.891.291
1.891.291
Programma 36 Voorlichting Programma 37 Bestuurlijke zaken Programma 38 Openbare orde en veiligheid Kostenplaatsen Totaal lasten
BATEN Programma 11 Wegen, waterwegen en verkeersveiligheid
Programma 24 Maatschappelijke begeleiding en zorg Programma 26 Sociale zaken Programma 31 Financiering en algemene dekkingsmiddelen Programma 36 Voorlichting Programma 37 Bestuurlijke zaken Programma 38 Openbare orde en veiligheid Kostenplaatsen Totaal baten Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Resultaat na bestemming
659.802
659.802
659.802
659.802
5.302.244
5.302.244
5.302.244
5.302.244
22.770.679
22.770.679
22.770.679
22.770.679
0
0
0
0
616.365
616.365
616.365
616.365
24.256
24.256
24.256
24.256
10.209.590
10.209.590
10.209.590
10.209.590
47.815.382
47.815.382
47.815.382
47.815.382
-229.180
-229.180
-229.180
-229.180
229.180
229.180
229.180
229.180
0
0
0
0
Het budget onvoorzien 2013 van € 10.709 is in dit overzicht verwerkt in programma 31. Hetzelfde geldt voor de jaren 2014 t/m 2016.
Meerjarenraming 2013-2016, pagina 2