MORGENDIENST zondag 13 september 2015, 16e zondag na Pinksteren Startdienst, thema ‘Vluchtelingen’ Grote Kerk, Wildervank voorganger: ds. Marien Grashoff
VOORBEREIDING Ter inleiding + thema is ‘Vluchtelingen’, want het houdt iedereen danig bezig + we gaan niet: – het probleem oplossen – onze mening uitdragen – politieke standpunten bespreken + we gaan wel: – luisteren naar de bijbel – met hart en ziel en verstand – samen ons geloof handen en voeten geven + er zijn drie groepen: – rond de Schriftlezingen en de uitleg (in Concordia) – rond de liederen (in de kerkzaal) – rond de gebeden (in Concordia) + de kinderen mogen mooie tekeningen maken; die sturen we op naar de nieuwe vluchtelingen in Ter Apel; wij krijgen daar weer een foto van
Welkom & mededelingen DIENST VAN VOORBEREIDING Intochtslied : ‘Vrede voor jou’ (Aan Jou dit lied 111 = melodie: Lied 865) Groet Gebed voor de wereld > door Janet Woortman > gezongen responsie: Kyrie (Taizé) De Tien Woorden1 Wij geloven met hart en ziel dat de Heer onze God is, de enige. Hij heeft ons bevrijd – geen andere goden zullen wij dienen, geen enkel beeld van de Levende zullen wij maken. Wij geloven, dat wij naar zijn beeld en gelijkenis geschapen zijn – dat wij in Gods Naam zullen leven. Wij geloven, dat de dag van de Heer heilig is – dat allen eerbied waardig zijn die ons voorgaan naar het land van Gods belofte. Wij geloven, 1
Dienstboek I, de Tien Woorden als geloofsbelijdenis, p844.
-1-
dat enkel liefde de dood overwint – dat wij elkaar trouw mogen zijn, zoals God zich met ons verbonden heeft. Wij geloven, dat een waarachtig getuigenis jegens onze naaste en de eerbiediging van zijn bezit God welgevallig is. Dat geloven en belijden wij, voor God en elkaar. Amen. Glorialied : ‘Groot is uw trouw, o Heer’ (Evangelische Liedbundel 170) Gevlucht uit Irak > Gesprek met mijn buurman René, als Assyrisch christen in 1997, 14 jaar oud, gevlucht naar Nederland vanuit Noord-Irak (het dorp Al-Kosj, waar nog het graf is van de profeet Nahum). Ook zijn vrouw Aseel komt uit hetzelfde dorp. Hun dochter Merna werd vorig jaar in Nederland geboren. Vragen: 1. Hoe is het om christen te zijn in Irak – of in Syrië? En hoe is het nu als AssyrischApostolisch christen in Nederland? 2. Hoe was het voor jou om te moeten vluchten? Waarom vluchten mensen? 3. Wat kunnen wij doen voor vluchtelingen? Wat moeten we juist niet doen? Lied : ‘Wij bidden om vrede’ (Aan Jou dit lied 121; melodie ‘Away in a manger’) DIENST VAN HET WOORD Ruimte voor de kinderen > kinderen laten de tekeningen zien die ze gemaakt hebben voor de vluchtelingen in Ter Apel Lezingen uit het Oude Testament : Exodus 22,20-23, Deuteronomium 15,7-8, Jeremia 29,72 Zingen : ‘Om de mensen. godverlaten’ (Zingenderwijs 114 = melodie: Lied 801) Lezing uit het Nieuwe Testament : Matteüs 25,34-403 Zingen : ‘Toen ik naar mijn naaste zocht’ (Evangelische Liedbundel 402) Uitleg [samengevat de uitleg rabbijn Evers, in Trouw (8 september 2015) p22:] rabbijn mr. drs. R. Evers, rabbijn van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap Frans Timmermans, vice-voorzitter van de Europese Commissie, zei het terecht: "De migrantencrisis is een moment van waarheid in de Europese geschiedenis". Het is een enorme morele uitdaging. Trouw sprak zaterdag van een exodus uit Boedapest van 'bijbelse proporties'. Het vluchtelingenprobleem is zo oud als de Bijbel: "Een vreemdeling zult u niet onderdrukken, noch hem benauwen want u bent vreemdelingen geweest in het land Egypte" (Exodus 22 vers 21). In de joodse traditie wordt 'onderdrukken' uitgelegd als 'pijnigen met woorden' terwijl 'benauwen' als 'financieel onheus bejegenen' opgevat wordt. Direct daarna (Ex. 22 vers 23) wordt de Hemelse straf besproken: "Mijn toorn zal ontbranden en Ik zal u met het zwaard 2 3
Gelezen uit resp. Bijbel in gewone taal, Nieuwe bijbelvertaling, Naardense bijbel. Gelezen uit Bijbel in gewone taal
-2-
doden." Maar er zijn natuurlijk grenzen. Allereerst eist de bijbelse naastenliefde niet, dat hulpbehoevenden voor eeuwig hier blijven. Wanneer de oorlogsdreiging of hongersnood in het land van herkomst geweken is, kan de vluchteling terug (uitzonderingen daargelaten). We mogen ook grenzen stellen. Allereerst morele. Toen de Joden vijf eeuwen voor de burgerlijke jaartelling in ballingschap weggevoerd werden naar Babylonië, kregen zij van de profeet Jeremia in naam van God een welgemeende opdracht mee: "Bevorder de welvaart van de stad van jullie ballingschap". Dit betekent: predik geen opruiende taal tegen het gastland en werk mee aan de opbouw van je nieuwe omgeving (29 vers 7). Verder mag de overheid een grens stellen aan de toevloed van vreemdelingen, die veelal een beroep doen op de sociale voorzieningen. Het gastland moet dit kunnen dragen. Vanuit bijbels perspectief gelden hier de twee volgende regels: financieel zelfbehoud gaat voor het verzorgen van anderen maar het lijfsbehoud van anderen gaat altijd voor onze eigen financiën. Onder de huidige omstandigheden betekent dit dat vluchtelingen die voor hun leven moeten vrezen, moeten worden toegelaten. Voor 'economische vluchtelingen' gelden andere maatstaven. Laten wij de bijbeltekst analyseren (Deut. 15 vers 7): "Wanneer er onder u een arme mocht zijn, een van uw broeders, in een van uw woonplaatsen, in uw land". De Bijbel geeft hier wat overbodig aandoende details, die de Talmoed als volgt uitwerkt: 'onder u' betekent dat zelfbehoud voorgaat (n.b. dit geldt alleen voor het eigen bestaansminimum); 'een van uw broeders' impliceert dat de eigen familie weer voorgaat boven anderen; 'in een van uw woonplaatsen' geeft buren en stadsgenoten aan waarna eigen landgenoten volgen. Komen buitenlanders pas op de laatste plaats? Steunt de Bijbel het beginsel van 'eigen volk eerst'? Nee, want de prioriteitenlijst geldt alleen bij gelijke behoeften. Wanneer de één geen dak boven zijn hoofd heeft en de ander alleen zijn dure vakantie naar Barbados zou moeten opgeven, gaat de dakloze weer voor. Is een evenredige verdeling van vluchtelingen over West-Europese landen verantwoord? Ik denk van wel. Reeds in bijbelse tijden werd armenzorg over alle draagkrachtige burgers omgeslagen. Nu Europa een eenheid lijkt, is evenredige verdeling niet uit den boze. Mogen allochtonen 'hard' worden aangepakt ? Nee, want dat is onmenselijk. Maar antecedentenonderzoek is zeker niet verkeerd: "Als iemand u eten vraagt, mag u niet onderzoeken of hij een bedrieger is. Geef hem direct eten. Misschien lijdt hij echt honger. Vraagt iemand echter kleding dan mag men wel onderzoeken of hij geen bedrieger is omdat hij niet in acuut levensgevaar verkeert" (Talmoed). De vluchtelingenproblematiek is uiteindelijk de vraag naar onze gastvrijheid en offervaardigheid naar redelijkheid en billijkheid. [lijn naar Evangelie:] In wat wij noemen ‘de rede over de laatste dingen’ zegt Jezus de woorden die wij lazen. Wanneer het er werkelijk op aan komt, gaat het dus om schijnbaar gewone dingen: eten, drinken, onderdak, kleding, zorg. Ofwel: bed, bad, brood. Wanneer wij het durven om mensen niet als nummers of abstracties te zien, maar ze in de ogen te kijken en bij de hand te nemen, dan wordt de wereld ietsjes meer zoals die uiteindelijk moet zijn. Gewoon barmhartig zijn. Strikt genomen heeft Jezus het niet over zomaar iedereen. Waar oudere vertalingen het hebben over ‘de kleinen’, lazen we nu uit de Bijbel in gewone taal ‘medegelovigen’. Dat staat -3-
er inderdaad. Maar zoals in Deuteronomium 15,7 de kring steeds wijder wordt – familie, stadsgenoot, vreemdeling – zo kan dat ook hier. Wie zien wij aan als ‘kleinen’? De kinderen (van de rekening)? De vluchteling? De arme? De werkloze? Zowel barmhartigheid als nuchterheid blijven geboden. We worden geroepen onze naaste lief te hebben als onszelf. Maar dat betekent dan dus ook, dat wij onszelf niet moeten verwaarlozen. Want als we dat doen, kunnen wij anderen ook niet meer helpen. Geloven doen we met hart en ziel en verstand. Alle gaven zijn van belang. Zaken rationeel wegredeneren is niet goed, maar je op sleeptouw laten nemen door je emotie helpt ook niet. Barmhartigheid en nuchterheid, daar komen we het verst mee. [verhaal ‘Verhuizen uit Bangdat’, door Ria Beekman:] Veel mensen leven in de stad Bangdat. Ze zijn Bangdat hun eigen veiligheid in het geding is, dat ‘we’ overspoeld zullen worden door vreemdelingen die onze cultuur zullen infecteren. We zijn Bangdat we geen baan meer zullen vinden, er niet genoeg huizen zijn of genoeg voedsel. We zijn Bangdat het toch allemaal geen zin heeft en we willen ons hoofd liever wegdraaien. Bangdat is een afschuwelijke stad, een stad waar angst regeert en waar mensen van vlees en bloed worden gedevalueerd naar kille cijfers en foto’s in de krant. In Bangdat leren we meebuigen met populisme en goedkope politieke retoriek die er op gericht is om de ene mens waardevoller te doen zijn dan de andere mens. De ene mens die beschermt moet worden door een muur, terwijl de andere mens zijn leven waagt om óver die zelfde muur heen te komen. Bangdat is een horrorstad waar ik niet wil wonen. Ik wil wonen in een stad die armen en verdrukten liefheeft en opneemt in haar midden. Die tranen afwist en brood geeft aan hongerigen, naakten kleedt én daklozen een nieuw thuis geeft. Zelfs als dat in het eigen huis is. Het dictatoriale Bangdat begint af te brokkelen en ik juich het toe. Ik zeg het de profeet Jesaja na “Trek weg uit die stad!” en echo de woorden van de engel die in de Openbaring van Johannes uitroept: “Ga weg uit die stad, mijn volk, zodat je geen deel hebt aan haar zonden en ontkomt aan de plagen die haar zullen treffen. Want haar zonden reiken tot aan de hemel en God zal haar onrecht vergelden”. Ja, Bangdat is Babel. De God die ik dien is een God van recht. Daarom wil ik niet langer wonen in de stad Bangdat. En ik hoop dat ook u/jij uit haar midden zult wegtrekken. Niet om domme dingen te doen, maar om verstandige dingen te doen die horen bij mensen die liefhebben. Ik hoop en bid, dat mocht de situatie zich hier in Wildervank/Veendam voordoen, wij de vluchtelingen hier van harte welkom zullen heten......... Want wie een vluchteling de hand heeft gedrukt ontdekt al snel dat die andere hand van hetzelfde materiaal is gemaakt als de eigen hand. Cijfers worden mensen, gezichten krijgen namen en verhalen worden mensenlevens.
-4-
[gedicht door Gré Lenting:] De weg is lang waarlangs mijn voeten gaan Ik ben op reis en weet niet waar ik aan zal komen Mijn hoop en moed heb ik allang verloren Van huis en haard kan ik alleen nog dromen. De trein die stopt, de bus wil niet vertrekken Kinderen huilen, het gaat door merg en been Mij dorst mij dorst, zo Jezus heeft geroepen, Maar als ìk sterf, sterf ik voor mij alleen. Dan ben ik naamloos, één van de velen Want ik ben maar een vluchteling Dus ga ik voort en zal niet wijken op deze overlevingswandeling. Mijn tocht is nu nog niet volbracht Mijn hoofd zal ik niet laten zakken en mijn gescheurde rugzak hang ik nog lang niet aan de wilgentakken. Heb jij wat water om mijn dorst te lessen -5-
Heb jij een plek waar ik naar toe kan gaan Kun je me veiligheid en vrede bieden Als basis van een nieuw bestaan Jij bent mijn hoop, mijn pelgrimslied Waar ik op bouw om door te gaan Want wat jij doet voor iedere naaste, Zegt Jezus "dat heb je voor mij gedaan". Amen. Zingen : ‘Kijk eens om je heen’ (Alles wordt nieuw II,28) DIENST VAN HET ANTWOORD Collecte Gebeden Onze Vader Slotlied : ‘Ga met God en hij zal met je zijn’ (Lied 416) Zegen
-6-