Professie:
VOOR PROFESSIONAL ACCOUNTANTS IN BUSINESS: GEDRAGSCODE, OF CODE OF ETHICS?
Met de Verordening gedragscode
countants – ‘professional accountant in public practice’ – en de niet-controlerend accountants – ‘profes-
(VGC) heeft het NIVRA beoogd te
sional accountant in business’ – (PAIB) namelijk te verschuiven. Registeraccountants die zelfstandig
voldoen aan de standaard van de
als adviseur of toezichthouder werken, zouden worden aangemerkt als openbaar accountant. De gere-
IFAC om te komen tot wereldwijde
zen misverstanden zijn terug te voeren op het afwijken van de Nederlandse Verordening Gedragscode
harmonisatie van het niveau van
van de Code of Ethics. Om deze reden bespreken wij eerst de uitgangspunten van IFAC’s modelcode.
beroepsuitoefening door IFAC’s verplichtingen
accountants. De gedragscode
Het NIVRA is sinds de oprichting in 1977 lid van de IFAC waarvan de missie luidt: ‘The worldwide develop-
wijkt echter op een aantal punten
ment and enhancement of an accountancy profession with harmonized standards, able to provide services of consistently high quality in the public interest.’ Teneinde wereldwijd harmonisatie van het niveau van de beroepsuitoefening
af van de door de IFAC opgestelde Code of Ethics. Deze verschillen zorgen voor misverstanden over de terreinafbakening tussen de controlerende en de niet-controlerende accountants. Drs. H.A.L.M. van Horn RA RC: In juni 2005 publiceerde de International Federation of Accountants (IFAC) de Code of Ethics for Professional Accountants (CoE). Op basis van deze modelcode heeft de ledenvergadering van het Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants (NIVRA) op 14 december 2006 de Verordening gedragscode (VGC) aangenomen. De VGC vervangt de bestaande Verordening gedrags- en beroepsregels registeraccountants 1994. Voor registeraccountants die niet werkzaam zijn in een controlerende functie zullen meer specifieke beginselen van toepassing zijn op hun dagelijkse werkzaamheden dan de aloude toets aan ‘de eer van de stand’ uit de vorige verordening. Deze beginselen bespreken wij in dit artikel. Vervolgens becommentariëren wij een aantal definities uit de VGC omdat deze tot veel misverstanden hebben geleid. Met het ontwerp VGC leek de traditionele terreinafbakening tussen de controlerend ac-
32
MCA: april 2007, nummer 3
door accountants te realiseren en tegelijkertijd te borgen dat dit niveau van hoge kwaliteit is, heeft het NIVRA zich als lid van de IFAC verplicht tot het stellen van ethische normen voor zijn leden. Die verplichting geschiedt op basis van ‘Statement of Membership Obligations 4’. Deze omschrijft de doelstelling van IFAC’s Code of Ethics (CoE): ‘... establishes the fundamental principles of professional ethics for professional accountants and provides a conceptual framework and guidance for applying those principles.’ En geeft aan waartoe het NIVRA is verplicht: ‘Member bodies should not apply less stringent standards than those stated in the IFAC Code of Ethics.’ Leden van de IFAC kunnen alleen afwijken wanneer nationale regelingen gelden die stringenter zijn, hetzij op grond van een wettelijk vereiste.
Aanleiding Code of Ethics De affaire van Enron was de aanleiding voor de IFAC om het initiatief voor de CoE te nemen. Door een belangenverstrengeling van lucratieve adviesdiensten en controleopdrachten kwam de rol van de openbaar accountant wereldwijd ter discussie te staan. Met het failliet van één van de grootste accountantskantoren als gevolg. Met de CoE wil de IFAC de rol van de controleopdracht door de openbaar accountant centraal stellen, het controleproces aan normen binden en borgen dat de controlerend accountant voldoet aan de principes van onafhankelijkheid en integriteit. Hoewel minder zwaar geregeld, zijn overeenkomstige principes vastgesteld
‘Handelen in het algemeen belang is voor de RA een criterium zonder prioriteit’
Les Byerley: beeld
MCA: april 2007, nummer 3
33
voor niet-controlerend accountants. Voor de accountantsverklaring betekent de CoE dat deze niet alleen aan internationale controlestandaarden moet voldoen, maar ook aan internationaal vastgestelde ethische standaarden. Zeer opmerkelijk is dat de aloude referentie van het Nederlandse accountantsberoep, namelijk het maatschappelijk verkeer, ook in de CoE leidend is en wel voor alle categorieën accountants. De eerste zin van de inleiding van de fundamentele principes luidt als volgt: ‘A distinguishing mark of the accountancy profession is its acceptance of the res-
‘Voor de Nederlandse interne en overheidsaccountants gelden andere beroepsregels dan voor hun buitenlandse collega’s’
ponsibility to act in the public interest.’ Om dit publieke belang te kunnen behartigen dient de
business’ (PAIB). Voorts noteert de CoE dat, afhanke-
accountant kennis te nemen van en te handelen
lijk van de omstandigheden, PAPP’s ook in deel C
overeenkomstig de ethische principes van de CoE.
nuttige handreikingen kunnen aantreffen voor de uitvoering van hun praktijkwerkzaamheden. Expli-
Fundamentele principes
ciet wordt vermeld dat voor PAIB’s uitsluitend de fundamentele principes van deel A gelden, aange-
Wat die ethische principes zijn, wordt in de CoE uitgelegd in deel A dat betrekking heeft op alle ‘professional accountants’: ~ integrity; ~ objectivity; ~ professional competence and due care; ~ confidentiality; ~ professional behavior.
vuld met deel C voor wat betreft een toelichting op de toepassing van de fundamentele principes in specifieke situaties. Deel B kunnen de PAIB’s overslaan. Na deel C wordt de CoE afgesloten met een overzicht van de definities van de begrippen die in de code worden gebruikt.
VGC: afwijkende indeling Van de accountant wordt gevraagd: ~ bedreigingen van de toepasbaarheid van de principes te identificeren; ~ de mogelijke invloed van deze bedreigingen te evalueren; ~ en bij een bedreiging van enige betekenis passende maatregelen te nemen om de bedreiging te elimineren c.q. te reduceren tot een zodanig niveau dat er geen sprake is van strijdigheid met de fundamentele principes. In dit laatste geval vereist de VGC bovendien dat de registeraccountant betekenisvolle bedreigingen, de naar aanleiding daarvan getroffen waarborgen en zijn conclusie, vastlegt.
Structuur Code of Ethics Deel B van de CoE illustreert hoe de fundamentele principes van deel A moeten worden toegepast in de specifieke situatie van de openbaar accountant: de ‘professional accountant in public practice’ (PAPP). In deel C gebeurt dit voor de niet-openbaar accountant: in de terminologie van de CoE de ‘professional accountant in
34
MCA: april 2007, nummer 3
De indeling van de door het NIVRA ingevoerde Verordening gedragscode wijkt af van IFAC’s modelcode: ~ de VGC begint met het vermelden van de definities; ~ deel A betreft de gedragscode voor iedere registeraccountant; ~ deel B1 betreft de gedragscode voor de openbaar accountant; ~ deel B2 betreft de gedragscode voor de intern accountant of de overheidsaccountant; ~ deel C betreft de gedragscode voor de accountant in business; ~ deel D bevat nadere voorschriften. Deze afwijkende indeling heeft betekenis zoals uit het commentaar in het tweede deel van dit artikel zal blijken.
De fundamentele beginselen van deel A De fundamentele beginselen van de gedragscode die elke registeraccountant in acht moet nemen staan vermeld in deel A van de VGC en komen overeen met die van de CoE.
~ Integriteit: de registeraccountant treedt in zijn beroepsmatige en zakelijke betrekkingen eerlijk en oprecht op. ~ Objectiviteit: de registeraccountant laat niet toe dat zijn professioneel of zakelijk oordeel wordt aangetast door een vooroordeel, belangentegenstelling of ongepaste beïnvloeding door een derde. ~ Deskundigheid en zorgvuldigheid: de registeraccountant
van een gezamenlijke praktijk met registeraccountants die assuranceopdrachten verrichten. Anders dan in de thans vervallen Verordening gedrags- en beroepsregels registeraccountants 1994 waarin het begrip controle werd gehanteerd, gebruikt de VGC het Engelse begrip ‘assurance’.
De onderwerpen van deel C
houdt zijn deskundigheid en vaardigheid op het
Om de toepassing van de fundamentele beginselen
niveau dat is vereist om aan een cliënt of werkge-
uit deel A door PAIB’s in de praktijk te illustreren, vermelden wij hier de onderwerpen uit deel C.
ver adequate professionele diensten te kunnen verlenen. De registeraccountant handelt bij het verlenen van een professionele dienst zorgvuldig en in overeenstemming met de van toepassing zijnde vaktechnische en overige beroepsvoorschriften. ~ Geheimhouding: de registeraccountant eerbiedigt het vertrouwelijk karakter van informatie die hij in het kader van zijn beroepsmatig en zakelijk handelen heeft verkregen. Hij maakt deze informatie zonder specifieke machtiging daartoe niet aan een derde bekend, tenzij wettelijk of beroepshalve een recht of plicht daartoe bestaat. Het is de registeraccountant niet toegestaan vertrouwelijke informatie die hij bij zijn beroepsmatig of zakelijk handelen heeft verkregen, te gebruiken om zichzelf of een derde te bevoordelen. ~ Professioneel gedrag: de registeraccountant houdt zich aan de voor hem relevante wet- en regelgeving en onthoudt zich van handelen dat het accountantsberoep in diskrediet brengt. Met deze laatste zinsnede is de betekenis van het aloude ‘eer van de stand’ in stand gebleven!
Gedragscode accountant in business In deel C van de VGC staat vermeld hoe de fundamentele beginselen uit deel A, en die gelden voor elke registeraccountant, door de ‘accountant in business’ moeten worden toegepast in specifieke situaties van de door hem uitgevoerde werkzaamheden. Allereerst wordt een niet-limitatieve lijst gegeven van functies waarin een registeraccountant wordt getypeerd als zijnde een accountant in business en waarop deel C van de VGC van toepassing is. Analoog aan IFAC’s Code of Ethics dient naar onze mening à contrario te worden geredeneerd en dienen registeraccountants als accountant in business te worden geklasseerd wanneer zij geen assuranceopdrachten verrichten, hetzij geen deel uitmaken
~ Ethische cultuur: van de accountant in business wordt verwacht dat hij in zijn werkomgeving een op ethische principes gebaseerde cultuur bevordert, waarin het belang wordt benadrukt dat de leidinggevenden hechten aan ethisch gedrag. ~ Bedreigingen: bij iedere beroepsmatige en zakelijke relatie is de accountant in business zich bewust van enige situatie die kan leiden tot een bedreiging van een of meer van de fundamentele beginselen. ~ Waarborgen: waarborgen voor deze bedreigingen dient de accountant in business te zoeken in: • waarborgen van de beroepsorganisatie, de wetgever of enige andere regelgever; • waarborgen in de werkomgeving. ~ Juridisch gevolg: als de accountant in business meent dat onethisch gedrag of handelen van anderen binnen de organisatie waarbij of ten behoeve waarvan hij werkzaam is, zal voortduren, overweegt de accountant in business juridisch advies in te winnen. In extreme situaties zal hij tot de conclusie komen dat hij de contractuele relatie moet beëindigen. ~ Potentiële conflicten: de accountant in business houdt zich aan de fundamentele beginselen van de VGC. Daarnaast houdt hij zich aan de legitieme en ethische doelstellingen van de organisatie waarvoor hij werkt en aan de bij die doelstellingen behorende regels en procedures. Echter, wanneer hij hierbij in conflict komt met de fundamentele beginselen van zijn beroepsregels, dient hij zich af te vragen welke maatregelen hij dient te treffen. ~ Getrouwe informatie: de accountant in business stelt informatie op een eerlijke en waarheidsgetrouwe wijze op in overeenstemming met de relevante voorschriften zodat de informatie in haar context wordt begrepen. ~ Vakbekwaamheid: het fundamentele beginsel van professionele deskundigheid en zorgvuldigheid vereist van de accountant in business dat hij al-
MCA: april 2007, nummer 3
35
leen taken van enige betekenis op zich neemt voor de uitvoering waarvan hij over voldoende opleiding en ervaring beschikt of kan verkrijgen. Het is
ving die is overgenomen van de Nederlandse Corporate governance code, maar die geen materiële betekenis heeft.
de accountant in business niet toegestaan de organisatie waarbij of ten behoeve waarvan hij werkzaam is, bewust te misleiden over de aard en het
Nog meer afwijkingen
belang van zijn deskundigheid en ervaring. Indien vereist, vraagt hij om advies en ondersteu-
af van de modelcode van de IFAC. Allereerst de naamgeving. IFAC’s titel is ‘Code of Ethics’, terwijl
ning van een ter zake deskundige.
de VGC het over een ‘Gedragscode’ heeft. Onder ver-
~ Financiële belangen: de accountant in business kan financiële belangen hebben of kan weten dat een gezinslid of naaste verwant van hem financiële
Anders dan genoemd, wijkt de VGC op meer punten
wijzing naar het Van Dale Groot woordenboek der Nederlandse taal dient deze laatste term te worden geïnterpreteerd als: ‘de verzameling voorschriften
belangen heeft die onder bepaalde omstandigheden kunnen leiden tot een bedreiging van de fun-
met betrekking tot het gedrag op een bepaald gebied’. De term ethiek voegt aan die betekenis toe de
damentele beginselen. ~ Oneigenlijk gebruik: het is de accountant in business niet toegestaan om informatie te manipuleren of
overweging of dat gedrag goed of kwaad is. Dat de toetsing van de moraliteit van het gedrag van de accountant in de VGC wat minder zwaar is
vertrouwelijke informatie te gebruiken voor zijn persoonlijk gewin. ~ Giften ontvangen: een de accountant in business aan-
aangezet dan in de CoE, blijkt ook uit de toets voor het handelen van de accountant. Dat is in IFAC’s CoE: ‘the responsibility to act in the public interest’.
geboden gift kan leiden tot een bedreiging van de fundamentele beginselen. Indien hem, een gezinslid of naaste verwant een gift wordt aangebo-
Dit begrip sluit goed aan op de traditioneel Nederlandse toets: de verwachtingen van het maatschap-
den, beoordeelt hij de daardoor ontstane situatie zorgvuldig. ~ Giften aanbieden: de accountant in business kan in een situatie komen te verkeren waarin van hem wordt verwacht of waarin druk op hem wordt uitgeoefend om een gift aan te bieden met als doel het oordeel van een andere persoon of organisatie op een oneigenlijke wijze te beïnvloeden, om een beslissingsproces te beïnvloeden of om vertrouwelijke gegevens te verkrijgen.
pelijk verkeer. Om onduidelijke redenen is in de VGC een ander toetsend en meer abstract begrip ingevoerd: de verantwoordelijkheid van de registeraccountant om te handelen in het algemeen belang. Binnen de kring van het algemeen belang lijkt er geen prioriteit te bestaan voor het publieke belang ten opzichte van andere bij de verantwoording belanghebbenden. In elk voorkomend geval zal de Raad van Tucht aan het criterium inhoud moeten geven.
Officiële uitzonderingen
Domein Professional Accountants in Business
Met de vaststelling van de Verordening Gedragscode beoogde het NIVRA zijn verplichting na te komen om als lid van de IFAC de CoE in zijn regelgeving over te nemen. Er is echter een aantal verschillen te noemen. De VGC zelf noemt twee uitzonderingen: ~ anders dan IFAC’s Code of Ethics worden de interne en overheidsaccountants niet ingedeeld in deel C, maar in deel B. Vanuit een oogmerk van harmonisatie van internationale regelgeving is dit merkwaardig. Het leidt ertoe dat er voor de Nederlandse interne en overheidsaccountants andere beroepsregels gelden dan voor hun buitenlandse collega’s; ~ visueel wijkt de VGC af van de CoE doordat normen zijn vetgedrukt en de toelichting bij die normen en de voorbeelden niet. Dit is een vormge-
Voor de categorisering van PAIB’s in de VGC is het noodzakelijk dit begrip nader uit te werken. Een meerderheid van de registeraccountants is werkzaam in het financieel of algemeen management van organisaties: profit, non profit en not for profit. Of, zijn als zelfstandige op dit terrein werkzaam. IFAC definieert allen als ‘Professional Accountants in Business’. De CoE geeft hiervan de volgende definitie: ‘A professional accountant employed or engaged in an executive or non-executive capacity in such areas as commerce, industry, service, the public sector, education, the not for profit sector, regulatory bodies or professional bodies, or a professional accountant contracted by such entities.’ De definitie van een ‘accountant in business’ van de VGC wijkt hier van af: ‘de registeraccountant, niet zijnde een in-
36
MCA: april 2007, nummer 3
tern accountant of overheidsaccountant, die in dienstbetrekking is of wordt ingehuurd voor een uitvoerende of bestuurlijke functie op het gebied van de handel, industrie, dienstverlening, de publieke sector, het onderwijs, de not for profit, regelgevende instanties of professionele instituten of de registeraccountant, die door de hiervoor genoemde entiteiten voor genoemde functies wordt gecontracteerd.’ Het van de IFAC afwijkende verschil in definitie heeft betrekking op de intern accountant en op de overheidsaccountant. Anders dan in de CoE worden beiden in de VGC niet in deel C, maar in deel B ondergebracht. Naar verluidt op verzoek van de betreffende categorieën registeraccountants. Overigens betreft dit verschil niet de overheidsaccountants die in het (financieel) management van de overheid werkzaam zijn, maar uitsluitend: ‘de registeraccountant die werkzaam is bij of verbonden is aan een accountantsaf-
VERGELIJKING DEFINITIES ‘ASSURANCE’ IN DE VGC MET DIE VAN IFAC’S MODELCODE.
deling behorende tot de overheid of daarmee gelijk te stellen dienst.’ Hiertoe worden ook registeraccountants gerekend die bij de Belastingdienst controles verrichten
IFAC’S CODE OF ETHICS: ASSURANCE ENGAGEMENT An engagement in which a professional accountant in public practice expresses a conclusion designed to enhance the degree of confidence of the intended users other than the responsible party about the outcome of the evaluation or measurement of a subject matter against criteria.
op door belastingplichtigen ingeleverde aangiften, hetzij hier leiding aan geven. Wat als een accountantsafdeling moet worden aangemerkt, komt hier-
NIVRA’S GEDRAGSCODE: ASSURANCEOPDRACHT De opdracht, waarbij de openbaar accountant, de intern accountant of de overheidsaccountant een conclusie formuleert die is bedoeld om het vertrouwen van de beoogde gebruikers, niet zijnde de verantwoordelijke partij, in de uitkomst van de evaluatie van of de toetsing van het object van onderzoek ten opzichte van de criteria, te versterken. De uitkomst van de evaluatie of de toetsing van het object van onderzoek is de informatie die het gevolg is van de toepassing van omschreven criteria. Bij de door een intern accountant of de overheidsaccountant uitgevoerde assuranceopdracht zal de verantwoordelijke partij doorgaans eveneens de beoogde gebruiker zijn. Onder een assuranceopdracht is begrepen de opdracht tot het uitvoeren van een vrijwillige of wettelijke controle, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i en j, van de Wet toezicht accountantsorganisaties.
Les Byerley: beeld
na aan de orde. In een eerder ontwerp van de VGC werd de PAIB die als adviseur, consultant of interimmanager werkzaam is, en anders dan in de CoE, getypeerd als openbaar accountant. Dit met het argument dat de PAIB die als adviseur werkzaam is, in concurrentie treedt met accountants die in dienst zijn van een accountantskantoor en die ook als adviseur optreden. Deze laatstgenoemden vallen onder deel B van de VGC omdat zij een gezamenlijke praktijk vormen met openbaar accountants. Na protest van de PAIB’s van het NIVRA blijven registeraccountants die werkzaam zijn als adviseur, consultant, interimmanager, commissaris, toezichthouder, c.q. zich bezighouden met overige dienstverlening op het gebied van het (financieel) management anders dan het verrichten van assuranceopdrachten, ingedeeld in deel C van de VGC. Deze regel leidt uitzondering wanneer de genoemde functies worden uitgevoerd in een gezamenlijke accountantspraktijk met registeraccountants die assuranceopdrachten verrichten.
Restanten voor discussie Echter, in de thans vastgestelde versie van de VGC zijn nog wel twee restanten van het eerdere ontwerp overgebleven waarover in de beroepsgroep nog
MCA: april 2007, nummer 3
37
stevig wordt gediscussieerd en waarvoor een commissie is ingesteld om met voorstellen te komen aan het bestuur van het NIVRA. Het betreft de navolgende twee definities die in de VGC staan vermeld: ‘aan assurance verwante opdrachten: de opdracht tot het samenstellen van financiële informatie en de opdracht tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot financiële informatie, zoals bedoeld in de Nadere voorschriften controle- en overige standaarden;’ en: ‘overige opdrachten: de door een registeraccountant voor een cliënt bedrijfsmatig uitgevoerde professionele diensten, bestaande uit andere dan assuranceopdrachten of aan assurance verwante opdrachten, voor zover geen sprake is van opdrachten als interimmanager bedoeld in artikel C-300.1, onderdeel b.’ Anders dan in de CoE van de IFAC worden deze twee soorten opdrachten in de VGC geïntroduceerd en toegerekend aan het domein van het accountantskantoor waarop deel B van toepassing is. Alhoewel het geen ‘assurance’-opdrachten betreft. (Overigens hanteert de VGC een andere en ruimere definitie voor assuranceopdrachten dan IFAC’s CoE. Ter vergelijking hebben wij ze beide in het kader op pagina 37 geplaatst.) De Nederlandse redactie van voornoemde twee soorten opdrachten leidt tot misverstanden. Conform de CoE moet daarom worden aanbevolen beide definities te laten vervallen en het te laten bij de definitie van een professionele dienst. Deze kan worden verricht door elke registeraccountant waarop de VGC van toepassing is: ‘professionele dienst: de door een registeraccountant verrichte diensten waarvoor accountantsdeskundigheid en aanverwante kennis is vereist, waaronder die op het terrein van financiële verslaggeving, controle, belastingen, administratieve organisatie en bedrijfseconomie.’
Meer interpretatieproblemen Anders dan IFAC’s Code of Ethics definieert de VGC meerdere samenwerkingsvormen van accountants. Door hun ruime formulering van andere dan assuranceactiviteiten kunnen deze verschillende vormen aanleiding geven tot verwarring omtrent de indeling van registeraccountants als PAIB in deel C, hetzij als openbaar accountant in deel B. De verwarring wordt versterkt doordat de definities, ook anders dan in de CoE, vooraan in de VGC zijn geplaatst waardoor wordt gesuggereerd dat zij bepalend zijn voor de klassering van een registeraccountant als openbaar accountant bij het uitvoeren van niet-assuranceopdrachten. Het betreft de definities van een:
38
MCA: april 2007, nummer 3
~ accountantsafdeling; ~ accountantspraktijk; ~ accountantskantoor; ~ accountantsorganisatie. De CoE kent alleen de ‘firm’ als organisatievorm vorm voor accountants die assuranceopdrachten uitvoeren en die vorm komt in de CoE uitsluitend voor in deel B, zijnde het deel dat expliciet niet van toepassing is verklaard op PAIB’s. En dit is een internationale, glasheldere normering. In de VGC wordt een accountantsafdeling als volgt gedefinieerd: ‘de organisatorische eenheid, die behoort tot een onderneming, een instelling of overheid en de daarmee gelijk te stellen dienst, waarbij één of meer registeraccountants werkzaam zijn die: ~ binnen die onderneming, instelling of overheid en daarmee gelijk te stellen dienst verbijzonderde toetsende activiteiten verrichten, waaronder begrepen het onderzoek naar en de evaluatie en bewaking van de toereikendheid en effectiviteit van de administratieve organisatie en interne beheersing; of ~ binnen die onderneming, instelling of overheid en daarmee gelijk te stellen dienst dan wel bij derden verbijzonderde toetsende activiteiten verrichten ter zake van een door die onderneming, instelling of de overheid en de daarmee gelijk te stellen dienst, dan wel genoemde derden af te leggen financiële verantwoording en daarover verslag uitbrengt aan de onderneming, instelling, overheid en de daarmee gelijk te stellen dienst waartoe de accountantsafdeling behoort.’ Het moet duidelijk zijn dat registeraccountants die dergelijke werkzaamheden uitvoeren alleen dan worden ingedeeld in deel B van de VGC wanneer zij dat doen in een functie als intern accountant. Worden de genoemde werkzaamheden uitgevoerd door registeraccountants werkzaam op een controllersafdeling, als onderdeel van een andere al dan niet financiële stafafdeling, of als onderdeel van een Financial Shared Service Center binnen een groter organisatorisch geheel, dan is op hen deel C van de VGC van toepassing. In de VGC wordt een accountantspraktijk gedefinieerd als: ‘het accountantskantoor en de accountantsorganisatie’. Een accountantsorganisatie wordt gedefinieerd als: ‘de onderneming of instelling die bedrijfsmatig wettelijke controles verricht, ...’. Over deze definitie kunnen geen misverstanden ontstaan: het is evident een organisatie waar assuranceopdrachten worden verricht en derhalve moeten de aldaar werkzame registeraccountants worden ingedeeld in deel B
‘De betekenis van het aloude “eer van de stand” is in stand gebleven’
van de VGC. Dit ligt echter anders bij de definitie van de VGC voor een accountantskantoor: ‘ hieronder wordt verstaan: ~ de organisatorische eenheid waarbinnen één of meer registeraccountants voor een cliënt bedrijfsmatig professionele diensten verrichten, bestaande uit assuranceopdrachten of aan assurance verwante opdrachten en eventueel overige opdrachten, die niet beschikt over een vergunning als bedoeld in artikel 5 van de Wet toezicht accountantsorganisaties; of ~ de accountantsorganisatie ter zake van uitgevoerde professio-
de internationale harmonisatie van regelgeving voor het accountantsberoep en het beoogde herstel van het publieke vertrouwen als gevolg van de schade die het beroep heeft opgelopen na de Enron-affaire en het teloorgaan van Andersen als een van de
nele diensten bestaande uit assuranceopdrachten of aan assurance verwante opdrachten en eventueel overige opdrachten,
grootste accountantskantoren ter wereld. De integriteit van de controlefunctie was ter discussie
die niet onder de werkingssfeer van de Wet toezicht accountantsorganisaties vallen.’
komen te staan door de belangenverstrengeling met lucratieve adviesdiensten en de accountantskantoren zagen zich genoodzaakt hun adviesafdeling af
Registeraccountants die met elkaar in kantoorverband samenwerken, zich niet als openbaar accoun-
te stoten. Met de nieuwe VGC heeft het NIVRA een grijs gebied gecreëerd tussen de controlefunctie en
tant bekendmaken, zich niet als accountantskantoor bekendmaken en geen assuranceopdrachten verrichten, maar zich uitsluitend bezighouden met
de adviesfunctie van de openbaar accountant. L’his-
administratieve en financiële dienstverlening, kunnen niet als een accountantskantoor worden aangemerkt in termen van de VGC en moeten daar-
registeraccountant in het publieke domein.
om worden ingedeeld in deel C: werkend als accountant in business. Als voorbeelden kunnen worden genoemd: Financial Shared Service Centers
VGC is hij aan meer en expliciete regels gebonden dan uitsluitend de toets aan de eer van de stand. De hiervoor besproken fundamentele beginselen zijn
die voor derden administraties en de boekhouding voeren en voor hen jaarrekeningen samenstellen en adviesbureaus op het gebied van finance en treasury, administratieve organisatie, management accounting en control hetzij corporate governance. De definitie van accountantskantoor heeft dus uitsluitend betrekking op kantoren waar registeraccountants werken die een zogenoemde gemengde praktijk uitoefenen, derhalve assuranceopdrachten uitvoeren, doch niet uitsluitend.
het gereedschap om in moeilijke situaties de rug recht te houden en een ethische cultuur in zijn organisatie te bevorderen. En dit verhoogt het vertrouwen dat de registeraccountant verdient als Professional Accountant in Business.
toire se repete: het aloude collisiegevaar doemt weer op. En dit is slecht voor het vertrouwen in de Maar voor de Professional Accountant in Business is er goed nieuws. Met de introductie van de
Drs. H.A.L.M. van Horn RA RC is Nederlands vertegenwoordiger in het Professional Accountants in Business Committee van de International Federation of Accountants. Literatuur
L’histoire se repete In dit artikel hebben wij besproken welke fundamentele beginselen van toepassing zijn op de werkzaamheden van de ‘Professional Accountant in Business’. Dit naar aanleiding van de implementatie van de Verordening gedragscode door het NIVRA in december 2006. Hiertoe was het NIVRA verplicht als lid van de IFAC. Echter, het NIVRA is bij de vertaling van IFAC’s Code of Ethics bij een aantal voor het beroep belangrijke definities afgeweken van de redactie van de internationale modelcode. Dit leidt niet tot de beoog-
~ Horn, H.A.L.M. van (2007), Professional Accountants in Business, Management Control & Accounting (MCA), nr. 2, maart 2007, pp. 51-57. ~ IFAC Board (2006), Statements of Membership Obligations 1-7, International Federation of Accountants, New York, NY. ~ International Federation of Accountants (June 2005), Code of Ethics for Professional Accountants, New York, NY. ~ Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants (14 december 2006), Verordening gedragscode, Amsterdam.
MCA: april 2007, nummer 3
39