15
P E E R M E D I AT I O N voor de sfeer en veiligheid in de school Door Annette de Koning-Meeús
C
Conflicten zijn van alle leeftijden en alle culturen: ook op scholen vinden we er vele voorbeelden van. Deze conflicten kunnen ontstaan doordat de ene persoon of groep iets anders wil dan de andere, en men allebei niets toe wil geven. Er is sprake van 'tegengestelde' belangen. Vaak komt men daar zelf wel uit. Maar soms lukt het mensen niet om tot een oplossing van een conflict te komen. Dan krijgt men steeds minder respect voor wat de ander wil en gaan emoties een rol spelen. Een oplossing lijkt dan ver te zoeken. En toch ligt die oplossing vaak dichtbij. Als partijen die een conflict hebben een beetje afstand nemen van hun standpunt en proberen de zaak een beetje meer vanuit het 'perspectief' van de ander te zien, dan kan het best zijn dat ze allebei dezelfde
In de praktijk gebeurt dit echter zelden. De reden daarvoor is dat mensen die geëmotioneerd zijn, helemaal niet gemotiveerd zijn om zich in anderen in te leven. Ze zijn gewoon boos op de ander of verdrietig. Een wanneer iemand geëmotioneerd is, ziet hij of zij maar
Betekent dit dat er geen conflicten meer mogen zijn? Deze vraag kan met een volmondig “nee” worden beantwoord. Conflicten kunnen worden beschouwd als weliswaar pijnlijke, maar vooral kansrijke momenten in de levensloop van ieder mens. Conflicten horen erbij en hebben een natuurlijke functie in de persoonlijke groei en ontwikkeling.
Wat is nu een conflict? een klein deel van de informatie die beschikbaar is. Dit maakt dat ze dan soms dingen doen waar ze later misschien spijt van zouden kunnen krijgen, terwijl ze dat op dat moment ook eigenlijk wel weten. De taak van een mediator is dan om mensen te bewegen om weer met elkaar in
Van een conflict is sprake wanneer tussen tenminste twee partijen de opvattingen, belangen, doelen en/of rollen onverenigbaar zijn of lijken. Het wordt echt een conflict wanneer een van de partijen zich dat bewust wordt en het gedrag omzet in actie dat gevolgen heeft voor de ander.
>>
Redax september 2006
'redelijke' oplossing zien.
gesprek te komen. Wat de mediator kan doen, is partijen helpen hun emoties even te 'parkeren'. Maar vooral ook partijen zoveel vertrouwen in een oplossing te laten krijgen, dat ze hun emoties ook werkelijk een beetje kwijtraken.
16
ten). Het zal duidelijk zijn dat dit niet gunstig is voor het leerklimaat in de klas en het gevoel van veiligheid dat leerlingen ervaren. Dit leidt in het gunstigste geval tot: ● onrust; ● concentratieverlies bij kinderen; ● verslechterende leerprestaties. In het ongunstige geval leidt dit tot: ● spijbelen; ● ziekteverzuim; ● geweld; ● discriminatie; ● criminaliteit of erger.
Conflicten tussen verschillende geledingen in de school In toenemende mate brengen ouders hun ongenoegen over het functioneren van de school (directie, leraar, bestuur) of over de manier van omgaan tussen leerlingen onderling
>>
Ook in het onderwijs komen conflicten voor In het onderwijs draait het om de leerlingen. In het onderwijs komt een aantal soorten conflicten voor. Een paar voorbeelden:
Redax september 2006
Ideeën over goed onderwijs en opvoedingsidealen zijn nauw verweven met wat mensen willen dat er op 'hun' school gebeurt. Stroken de wensen van ouders met de doelen van de school? Streven collega's hetzelfde na? Schept de schoolleiding de juiste randvoorwaarden voor het realiseren van de doelen van de docenten/leraren, ouders en leerlingen? Hebben leerlingen dezelfde ideeën over het te behalen resultaat aangaande hun gezamenlijke werkstukken? Met andere woorden: in het onderwijs zien we conflicten ontstaan die te maken kunnen hebben met taakconflicten. Dit zijn de conflicten die gaan over de wijze waarop teamgenoten het werk uitvoeren, de beschikbare middelen verdelen en inzetten, doelen stellen etc. Verschillen van mening, irritaties en onderlinge strijd hierover scharen we onder dezelfde noemer. Toch blijken taakconflicten, en met name meningsverschillen over taakinhoudelijke zaken, positief door te werken op de prestaties die individuele personen en groepen leveren, zolang sociaal-emotionele kwesties erbuiten blijven.
Leraren zijn vaak met hart en ziel met hun vak verbonden en kunnen zich daarin ook heel kwetsbaar voelen. Kritiek op hun manier van doen, bijvoorbeeld van teamgenoten, ouders, leerlingen, de directie, kan aan hun eigenwaarde raken en daarmee heftige emoties oproepen. Hier gaat het dus om sociaal-emotionele conflicten; deze conflicten gaan over de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Verschillen van mening, irritaties en onderlinge strijd gaan dan over normen en waarden, omgangsvormen en botsende persoonlijkheden. Sociaal-emotionele conflicten raken iemands identiteit, kortom iemands zelfbeeld. En zoals we in de inleiding zagen, kunnen mensen die emotioneel zijn, niet helder en gestructureerd nadenken, ze worden wantrouwend en dat maakt dat zij niet in staat zijn de mogelijke positieve gevolgen van taakinhoudelijke conflicten en meningsverschillen te zien.
De genoemde taakgebonden conflicten en de sociaalemotionele conflicten doen zich ook in het onderwijs voor in o.a. de volgende situaties: Conflicten tussen leerlingen Kleuters kunnen elkaar al in de haren vliegen om een pop of een autootje. Op basisscholen kunnen leerlingen bijzonder gebukt gaan onder ruzies met een klasgenoot (of erger nog: met een groep klasgeno-
17
naar voren bij klachtencommissies of via juridische procedures als in een kort geding. Zo zijn er in het jaar 2005 door ouders ruim 2.500 schadeclaims tegen een school ingediend; de helft ervan is gehonoreerd. Dit betreft een stijging met 10% ten opzichte van het jaar daarvoor; het gaat daarbij om onder andere: tegenvallende leerprestaties, ongelukjes tijdens schooltijden en misbruik van leerlingen door leraren. Alhoewel dit gezien moet worden in het licht van een breder maatschappelijk verschijnsel, namelijk dat mensen geen genoegen meer nemen met een dienstverlening die als onvoldoende wordt ervaren, waarbij men (steeds sneller en vaker) de toevlucht neemt tot de juridische weg om een geschil te beslechten, geeft de minister van OCW aan dat een vorm van bemiddeling of mediation en een goede en
onafhankelijke klachtenregeling een en ander moet kunnen voorkomen. Met andere woorden: in ieder geval moet voorkomen worden dat ouders en scholen via de rechter hun conflicten uitvechten. Mediation kan daarbij een waardevol instrument zijn om al in een vroegtijdig stadium van een conflictsituatie tot een oplossing te komen. Binnen scholen zijn het vaak vertrouwenspersonen, die als eerste geconfronteerd worden met klachten en conflicten. Een wellicht voor de hand liggende optie zou kunnen zijn om in ieder geval in- en externe vertrouwenspersonen toe te rusten met mediationvaardigheden, met als resultaat dat conflicten in een eerder stadium gesignaleerd worden en voorkomen wordt dat conflicten escaleren, waardoor de gang naar een klachtencommissie of de rechter niet plaatsvindt.
In het jaar 2005 zijn er door ouders ruim 2.500 schadeclaims tegen een school ingediend.
>>
Redax september 2006
Annette de Koning-Meeús: ‘sociaal-emotionele conflicten raken iemands identiteit en zelfbeeld’.
18
>>
bijvoorbeeld een leraar en een leerling, maar ook bij een conflict tussen één leerling enerzijds en een groep leerlingen anderzijds. Een voorbeeld: een leraar eist dat een leerling zijn werk af heeft aan het einde van de les; de leerling geeft toe, om 'van het gezeur' af te zijn en straf te voorkomen. Het addertje onder het gras is echter dat de meest machtige vervolgens steeds hogere eisen zal gaan stellen. Op de lange duur is deze strategie dan ook niet erg winstgevend. Vandaar dat de wederkerigheid veruit de boventoon voert.
Conflicten tussen leerlingen en docenten
Redax september 2006
Een docent heeft per definitie een machtspositie ten opzichte van een leerling. Bij spieken kan hij een onvoldoende geven. Bij vervelend gedrag in de klas, kan hij een leerling eruit sturen of laten schorsen. Voor het niet maken van het huiswerk kan hij strafwerk geven. Leerlingen als groep, al dan niet aangevoerd door een leider, hebben ook macht. Zij kunnen het docenten behoorlijk lastig maken. Met andere woorden: Conflicten kunnen heel gemakkelijk ontstaan. Oplossen is een kunst. Al deze conflictsituaties hebben gemeen dat het gedrag dat partijen ten toon spreiden gelijk is. Bij conflicten zien we actie en reactie; de ene persoon doet of zegt iets en de andere persoon reageert. Wat we daarbij zien is dat wederkerigheid en complementariteit optreden. In conflictsituaties hebben mensen een fundamentele neiging tot wederkerigheid; ze hebben sterk de neiging de conflicthanteringstrategie van hun tegenpartij te spiegelen. Dit is een belangrijke constatering omdat het betekent dat de eerste actie van een conflictpartij in belangrijke mate het verloop van een conflictinteractie bepaalt. Begint iemand vijandig, dan is de kans groot dat vijandigheid over en weer de rest van het conflictproces bepaalt. Deze wederkerigheid voert meestal de boventoon. Echter: een tweede gedragsneiging is eveneens van belang, namelijk om complementair op andermans strategie te reageren. Men doet precies het tegenovergestelde van wat de ander zojuist deed. In sommige conflictsituaties strekt deze strategie tot eigen voordeel. Met name wanneer de ene partij aanzienlijk machtiger is dan de andere zien we dit ontstaan. Hieraan valt dus te denken wanneer zich conflictsituaties voordoen tussen
Waarom escaleren conflicten? De bron/oorzaak van een conflict, datgene wat ondergronds vaak al langere tijd als irritatie of gevoel van verschil sluimert, mondt uit in een conflict doordat er zich een 'aanleiding', een concrete gebeurtenis voordoet, die als katalysator werkt. We kunnen vaak moeilijk omgaan met verschillen in ideeën en denkbeelden, zeker als we daarbij het gevoel krijgen dat we worden 'afgekeurd' door de ander, die zich dan op zijn/ haar beurt ook weer afgekeurd/niet erkend voelt.
over de manier waarop die behaald zijn. Voorbeeld: groepen leerlingen die tegenover elkaar staan en die zich bewust moeten worden van de gevolgen van hun eigen handelen (gedrag!) en leren daarvoor zelf verantwoordelijkheid te dragen. 3. Belangrijkste is dat conflicten zich afspelen in een coöperatief klimaat, waar men elkaars standpunt wil waarderen en respecteren en waar er basaal vertrouwen is dat ieder zich achter een gezamenlijk belang schaart in plaats van achter het eigen belang. Ook dit is niet eenvoudig. Een coöperatief klimaat wordt bevorderd wanneer men de nadruk legt op lange termijn- consequenties van gedrag en met name op het feit dat men ook in de toekomst met elkaar door één deur moet kunnen. Appelleren op medeverantwoordelijkheid en saamhorigheid. 4. Wanneer partijen de tijd krijgen hun conflict te beslechten, waardoor snelle beslissingen waar men uiteindelijk niet achterstaat vermeden kunnen worden, heeft dit een positief effect op de uiteindelijke overeenkomst. Dit betekent bijvoorbeeld dat in gevallen van Peermediation leerlingen letterlijk tijd en ruimte moeten krijgen om mediation te starten, zodat de druk van de ketel af gaat.
PEERM
Wanneer escaleren conflicten?
Conflicten escaleren sneller wanneer er machtsverschillen tussen partijen bestaan en wanneer emoties in het spel zijn. Hoe kunnen we dat voorkomen?
1. Door de machtsbalans tussen partijen te herstellen; dit is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Soms betekent dit dat de mediator minder moet meeleunen met de meermachtige maar de minder-machtige wat moet steunen. Is dit niet mogelijk of wenselijk dan moet men de meer-machtige in het conflict stimuleren zijn hersens goed en grondig te gebruiken en te proberen zo goed mogelijk een afgewogen oordeel te vellen. Voorbeeld: ouders hebben een probleem met de leraar hoe die tegenvallende resultaten van hun kind te berde brengt en de 'toekomst voorspelt'; de leraar moet zich bewust zijn van twee zaken: zijn kennisvoorsprong en hoe ouders emotioneel (kunnen) reageren op zo'n boodschap. 2. De achterban van partijen moet hen aanzetten tot procesverantwoording; dat wil zeggen dat zij verantwoording moeten afleggen, niet zozeer over de uitkomsten die behaald zijn, maar
Alhoewel mediation op meerdere niveaus en bij diverse soorten conflictsituaties in het onderwijs inzetbaar is, wil ik me nu vooral richten op de conflicten van leerlingen onderling en de bijdrage die Peermediation daaraan kan leveren.
Bronnen van conflicten tussen leerlingen op school Veel docenten hebben het gevoel dat ze steeds vaker worden geconfronteerd met conflicten tussen leerlingen onderling en tussen leerlingen en docenten. Inherent aan samenleven en samenwerken is het ontstaan van wrijvingen, meningsverschillen en ruzies. Zo lijken de huidige veranderingen in het onderwijs een opeenstapeling van spanningverwekkende situaties met zich mee te brengen. Oorzaken van het ontstaan van conflicten tussen leerlingen zijn van velerlei aard: de wijze waarop pubers en volwassenen tegenwoordig met elkaar omgaan, maar ook andere maatschappelijke ontwikkelingen spelen een rol. Zo zien we een ver-
19
harding en een steeds groter wordende kloof ontstaan tussen allochtone en autochtone leerlingen of tussen allochtone leerlingen van verschillende achtergrond. Maar ook tussen groepen autochtone leerlingen komen conflicten voor. Het is onmogelijk groepen zo samen te stellen dat zich geen conflicten zullen voordoen. Selectie van groepsleden op basis van bijvoorbeeld religieuze of etnische kenmerken is ethisch niet verantwoord. Een meer voor de hand liggende strategie lijkt om te accepteren dat binnen elke groep van tijd tot tijd sociaal-emotionele conflicten de kop opsteken en dat er dan iets aan gedaan moet worden om te voorkomen dat de groepsprestaties er te veel onder gaan leiden. Verder ervaren leerlingen een voortdurend toenemende druk waaronder zij moeten presteren. Slechte of tegenvallende resultaten hangen als een zwaard van Damocles boven hun hoofd. Ook in sociaal opzicht moeten zij “scoren”; de populaire jongen of het populaire meisje zijn, niet buiten de groep vallen. Als ze, in cognitief dan wel sociaal opzicht, geen goede 'resultaten' boeken, lopen zij de kans dat ze niet de studie kunnen volgen die ze graag zouden willen doen. Dit kan spanningen opleveren met als gevolg faalangst of gevoelens van schaamte, woede of agressie. Jonge, opgroeiende mensen hebben nog
onvoldoende geleerd hoe ze met dergelijke emoties om kunnen gaan. Soms leiden ruzies tot breuken in vriendschappen en relaties die in deze leeftijdsfase zo belangrijk zijn. In dit soort gemoedstoestanden ontstaan gemakkelijk conflicten die energie vreten, terwijl ze die energie juist nodig hebben om hun hoofd bij de studie te houden. In dergelijke situaties kunnen vooral leeftijdgenoten ('peers') helpen die vicieuze cirkel te doorbreken. Omdat zij in dezelfde situatie zitten herkennen zij de gevoelens waar hun medeleerlingen mee te maken hebben. De schoolgrootte lijkt overigens geen grote rol te spelen; conflicten steken de kop op in een zeer grote scholengemeenschap waar niemand meer echt overzicht heeft. Maar ook op een kleine school, waar men elkaar dicht op de huid zit, kunnen conflicten ontstaan.
Waarom mediation en Peermediation in het onderwijs zo belangrijk is. Het ministerie van onderwijs adviseert scholen omgangs- en schoolregels te formuleren die de veiligheid van leerlingen en docenten waarborgt. Scholen moeten gaan werken aan een veiligheidsplan. Conflicten kunnen daardoor echter niet worden voorkomen. Scholen kunnen echter wel zorgen dat ze conflicten beheersbaar houden en oplossen. Het is belangrijk dat conflicten in een zo vroeg mogelijk stadium worden herkend zodat verdere escalatie ervan niet plaatsvindt. Waar mogelijk moeten conflicten worden 'opgeruimd'. Peermediation kan bijdragen aan een tijdige signalering en aanpak van conflictsituaties.
In het kader van onder andere het veiligheidsplan gaat minister Donner deze zomer een besluit nemen over het voeren van deze herstelgesprekken. Ook dit kan heel goed geplaatst worden binnen het traject van Peermediation.
EDIATION
Peermediation is een manier om conflicten op te lossen tussen leerlingen met behulp van een medeleerling, de peermediator. Uitgangspunt hierbij is dat de ruziënde partijen zélf actief werken aan het vinden van een oplossing voor hun probleem. De peermediator treedt op als onafhankelijke derde. Peermediation draait om wederkerigheid en respect. De peermediator heeft een luisterend oor voor beide partijen, blijft neutraal en garandeert vertrouwelijkheid. De leerlingen moeten zich voor bemiddeling hebben uitgesproken en tijdens de mediation een gedragscode in acht nemen: de ander laten uitspreken zonder hem daarbij in de rede te vallen, niet schelden of dreigen. De nadruk bij de bemiddeling ligt op het gemeenschappelijk belang van een oplossing en niet op de (strijdende) standpunten. De oplossing dient er een te zijn die door beide partijen geaccepteerd en echt aanvaard kan
>>
Redax september 2006
Bovendien, zo leert de ervaring, draagt Peermediation er niet alleen toe bij dat de veiligheid op school toeneemt, maar draagt het ook bij aan de zelfredzaamheid van leerlingen om hun problemen op een positieve manier op te lossen; ze leren dat een conflict een kans kan zijn om een ander te leren begrijpen. Daarnaast draagt het bij aan de sociale cohesie van een groep. Wanneer situaties uit de hand lopen en (preventieve) Peermediation geen oplossing kan bieden omdat leerlingen toch in de fout gaan, dan kan via herstelbemiddeling en het pad van confrontatie opnieuw worden gewerkt aan 'anders omgaan met de gevolgen van conflicten'.
Hoe gaat Peermediation in zijn werk?
20
20
>>
worden. De peermediators begeleiden, zij dragen dus zelf geen oplossingen aan. Sóms geven ze wel ideeën, maar de keuze en aanvaarding ligt uiteindelijk bij de partijen zelf. Hierdoor zijn deze medeverantwoordelijk gemaakt en is de bereidheid zich aan de gemaakte afspraken te houden, vergroot.
Het proces kent daardoor alleen winnaars, beide betrokken partijen gaan er op vooruit. Andere voordelen van mediation zijn: ● mediation kan snel, informeel en efficiënt plaatsvinden, vrijwel meteen in de situatie waar het conflict is ontstaan, namelijk de school. De peermediators zijn voorhanden en kunnen snel en adequaat reageren; ● dit informele karakter draagt bij tot creatieve oplossingen, leerlingen raken eraan gewend mee te denken aan mogelijke oplossingen voor hun conflicten; ● mediation zorgt ervoor dat de relatie tussen partijen niet beschadigd wordt.
betrokkenen moeten goed op de hoogte worden gesteld van de 'ins en outs' van mediation. Als de (centrale) directie besluit Peermediation als methodiek te introduceren, moeten zij het een plaats geven binnen de schoolorganisatie, bij de omgangsen schoolregels. De infrastructuur moet ruimte bieden aan deze nieuwe methodiek: er moet een coördinator aangewezen worden, een lokaal worden ingericht, peermediators moeten worden geselecteerd en er moet een rooster komen waarop is aangegeven wanneer welke mediator beschikbaar is. Peermediators mogen noch door medeleerlingen noch door ouders of docenten worden aangesproken op wat er tijdens een Peermediation is gebeurd. Dat is de verantwoordelijkheid van de directie. Ook voor leerlingen moet duidelijk zijn welke conflicten wel en welke niet met behulp van mediation worden aangepakt. Zo behoren problemen in de thuissituatie van leerlingen, en problemen die we in het Voortgezet Onderwijs vaak zien - zoals bijvoorbeeld gebruik van drugs, wapens of openlijke gewelddelicten, tot het terrein van de schoolleiding en zijn dat geen zaken waarbij Peer)mediation ingezet kan worden.
Redax september 2006
Ook uit andere ervaringen blijkt dat Peermediators na een leertraject ook moeilijkere conflicten aankunnen en snel en adequaat kunnen optreden naar ruziënde leerlingen. Zij zijn nog niet zo vastgeroest in allerlei vooroordelen en sluiten veel dichter aan bij de belevingswereld van hun leeftijdgenoten. Opvallend is dat juist de beste bemiddelaars zelf heel goed weten wat ruzie maken inhoudt en welke gevoelens hiermee gepaard gaan. Zij luisteren mede daarom zo goed naar elkaar, omdat zij elkaars taal verstaan, meer dan van de 'professionele' volwassenen.
PEERM
Ad Steijn: “Voor sommige vertrouwensleerlingen geldt dat ze hun grenzen moeten weten vast te stellen en bij thuisproblematiek niet zomaar aanbieden om te helpen. Elk gesprek wordt dan ook nabesproken met de coördinator en regelmatig komen de bemiddelaars bij elkaar om zo van elkaar te kunnen leren (intervisie). Zij leren op deze manier ook naar zichzelf te kijken en groeien als persoon in het kunnen oplossen van allerlei sociale problemen.”* * Uit een interview van Annette de Koning-
In het onderwijs is het de gewoonte dat een mediation door twee mediators/leerlingen gedaan wordt. Mediation, waaronder Peermediation, vindt sinds een aantal jaren in Nederland dan ook een steeds bredere toepassing. Het is wél belangrijk dat er voldoende draagvlak bestaat binnen de school voor de invoering van een traject van Peermediation. Een van de hulpmiddelen daarbij is dat binnen een schoolorganisatie docenten, onderwijsondersteunend personeel, ouders en leerlingen geïnformeerd worden over het waarom en hoe. Alle
kunnen zijn. Vaak zijn dit leerlingen die opvallen omdat ze graag willen helpen en die een betrouwbare indruk maken, maar ook kunnen het de 'donderstenen' zijn die weten hoe het voelt om te pesten en gepest te worden. Vaak zijn het ook leerlingen die al behoorlijk wat hebben meegemaakt en die weten hoe fijn het is vertrouwelijk te kunnen praten en te ervaren hoe het is als iemand echt naar je luistert. De werving van vertrouwensleerlingen kan gebeuren door de mentor omdat deze aandacht hieraan besteedt en leerlingen persoonlijk polst, door de coördinator, maar ook door de vertrouwensleerlingen zelf.”
Meeús en José Raves van Edux Onderwijsadviseurs met mevrouw Ad Steijn en leerlingen van het Vader Rijn College in Utrecht op 16 november 2004.
Voorwaarde voor succes Voorwaarde voor het slagen van Peermediation is dat de leerlingen het vertrouwen krijgen van de school en de medeleerlingen om te kunnen en mogen fungeren als mediator. Ad Steijn: “In de brugklassen vallen vaak al leerlingen op die geschikt zouden
Het resultaat van Peermediation
Kenneth Cloke onderscheidt 5 gradaties van oplossingen: 1. het vechten stopt; ruziegedrag en uitingen die het conflict aanwakkeren stopt. Er ontstaat een situatie waarin partijen met elkaar afspraken maken over hoe met elkaar om te gaan; 2. het actuele conflict wordt opgelost; partijen bereiken overeenstemming over het oplossen van de conflictsituatie; 3. onderliggende motieven die geleid hebben tot het conflict worden besproken en uitgewerkt; 4. vergeven, loslaten: partijen erkennen de, onbedoelde/onbewuste, effecten van het eigen gedrag op de ander. Men kan in het verleden opgedane kwetsingen loslaten; 5. verzoening: dit is mogelijk wanneer de relatie van partijen echt hersteld is. Meestal kost dit wel enige tijd. Verder is in Amerika onderzoek verricht naar de effecten van 'Conflict Resolution Education pograms', waartoe Peermediation behoort.
21
Tricia S. Jones heeft hierover gepubliceerd en zij komt tot de conclusie dat Peermediation programma's bijdragen aan: ● constructief, sociaal gedrag; ● blijvend effect ook over langere tijd; ● afname van 'eigen' conflictgedrag; ● grotere bereidheid anderen in conflictsituaties te helpen; ● afname van agressiviteit; ● toename in uitzetten eigen perspectief; ● toename in conflictcompetentie. Tricia S. Jones concludeert dat, alhoewel er nog veel gedaan moet worden, research duidelijk heeft aangetoond dat de effecten van Conflict Resolution Education programs, waaronder Peermediation, indrukwekkend zijn. Daar waar Peermediation wordt ingezet blijkt dat de sociale en emotionele competentie van mediators toeneemt, dat het klimaat in de klas en de school als geheel verbetert. Er zijn aanwjzingen dat Peermediation ook bijdraagt aan de preventie van pestgedrag, maar daarvoor is verder research nodig. Verder is overduidelijk dat, daar waar Peermediation is ingebed in het hele schoolklimaat, de resultaten het meest indrukwekkend zijn. Tot slot geeft zij aan: “Het aanleren van vaardigheden op het gebied van conflicthantering en sociaal- emotionele competenties is cruciaal in de opvoeding en ontwikkeling van onze kinderen, zowel thuis als op school”.
gen en past daarbij soms ook de terminologie aan. Alle scholen delen de ervaring dat waar met Peermediation wordt gewerkt het klimaat verdraagzamer en opener wordt.
Tot slot Conflicten zullen altijd blijven, maar conflicten kunnen ook de lucht zuiveren, als men er voor openstaat en ze weet te hanteren. Conflicten kunnen leerzaam zijn en bijdragen aan een goede sociale en emotionele ontwikkeling van leerlingen en het probleemoplossend vermogen van de school. Door de inzet van Peermediation worden leerlingen bewuster, het appelleert aan hun autonomie en het
draagt bij aan hun empowerment. Zo leren ze dat conflictbeheersing een vaardigheid is die geleerd kan worden en dat ze een eigen verantwoordelijkheid hebben om conflicten op te lossen. Het geeft zelfvertrouwen om te weten in staat te zijn om onderling conflicten op te lossen. Dat is ook in situaties buiten de school relevant. Zo geven oud-leerlingen aan bij hun sollicitaties baat te hebben bij de sociale competenties en vaardigheden die ze geleerd hebben rondom conflictbemiddeling. Annette de Koning-Meeús is psycholoog, NMI mediator en onderwijsadviseur Voortgezet Onderwijs bij Edux Onderwijsadviseurs.
Geraadpleegde Literatuur: A.F.M. Brenninkmeijer (eindredactie), H.J. Bonenkamp, J. van Bruggen en P. Walters 2003. Handboek Mediation, Den Haag, Sdu uitgevers. Carsten de Dreu. Bang voor conflict? De psychologie van conflicten in organisaties, Assen, Van Gorcum B.V., 2005. Carla van Eldik-Thieme en Stijn Hogenhuis. Reader training leerlingbemiddeling ten behoeve van de cursus Peermediation van het NIP, 2002.
EDIATION Ervaringen met Peermediation in Nederland Peermediation wordt, in navolging van Engeland en Amerika, in Nederland steeds breder ingezet en toegepast. Steeds meer publicaties daaromtrent beschrijven ervaringen die aansluiten bij de onderzoeksbevindingen van o.a. Jones. Zo is Peermediation inmiddels met succes ingevoerd in Groningen op een aantal scholen, waaronder het Werkman College, het Rohling College, afdeling Mondriaan, en het Noorderpoort College. Tevens is een (Peer)Mediationtraject succesvol geïmplementeerd op het Aloysius College in Den Haag en is vorig jaar gestart met het project “De rol van de Leerlingmentor” op het VCL in Den Haag. Elke school zoekt binnen het concept naar de meest passende uitwerkin-
S. Homminga, H. Prein, en T. Westerduin. Mediation Algemeen, cursusmap ten behoeve van de opleiding tot mediator, NIP Diensten centrum B.V., 2003. Barbara Povvo. Kinderen en hun rol als bemiddelaar, Hilversum, Kwintessens Uitgevers, 2003. S. Homminga, Deirdre Homminga en Hugo Prein Mediation in praktijk: beroepsvaardigheden en interventietechnieken, Amsterdam: Boom, 2004. José van Loo en Marjolein Thiebout. Mediation in het Onderwijs, Alphen aan den Rijn, Kluwer, 2005. G.R.A. Apol, W.A. Belksma, L.J. Reijerkerk en J.C. van der Hoek (redactie). Praktijkgids Mediation, Alphen aan den Rijn: Kluwer, 2005. Michiel Hulsbergen. Mediation in het voortgezet onderwijs, werkboek voor scholieren, Utrecht: Normans Trainingen, 2005. Mooij, T. Pesten in het onderwijs, Nijmegen, Instituut voor Toegepaste Sociale Wetenschappen, 1992. Leerlinggeweld in het voortgezet onderwijs: sociale binding van scholieren, Nijmegen, Instituut voor Toegepaste Sociale Wetenschappen, 1994. Schadeclaims in het onderwijs (13 april 2006). Ministerie Onderwijs Cultuur en Wetenschap, In: regelgeving, Voorlichting, Jurisprudentie (13 april), SDU Uitgevers Tricia S. Jones. Conflict Resolution Education: The Field, the Findings and the Future, Conflict Resolution Quarterly, vol. no. 1-2 (2004), Wiley Periodicals, Inc., and the Association foor Conflict resolution Schoolveiligheidsplan. Het Schoolveiligheidsplan, Algemene Onderwijsbond AOB, 2004.