^^o-
OVEH
VOOESCHOTTEN OP HYPOTHEEK
HET BUITENLAND.
(XIKT
I^" DKX
IIAXDKI..)
TE AIMSTKUDAM. HIJ GETiPtOEDEES
DIEDEÏJICHS.
18G4. •'^A^y5
OVEE
YOORSCHOTTEN OP HYPOTHEEK IN HET'BUITENLAND.
J-e allen tijde en in alle landen heeft men de kapitalen aan twee gelijktijdig werkende invloeden onderworpen gezien: de verlaging van den rente-standaard, wanneer zij in overvloed voorhandc-n zijn; de neiging om in het buitenland een voordecliger geldbelegging te zoeken. Deze dubbele eigenschap ligt in den aard zelve der kapitalen; en die prikkel om, met het uitzigt op betere plaatsing, naar vreemde gewesten overgebragt te worden, is zoo sterk, zoo veel vermogend, dat soms de voorzigtigheid aan het winstbejag werd opgeofferd. Doch op weinig uitzonderingen na, is het nog niemand in de gedachte gekomen, pogingen te doen zijn geld in het buitenland op hypotheek te plaatsen. De reden hiervan is zeer eenvoudig: op zich zelve reeds had zulk eene geldbelegging, zelfs in zijn eigen land, weinig aanlokkelijks voor den kapitalist. Behalve de over het algemeen niet hooge rente werd de kapiialist — zoo als trouwens niet anders kon — teruggehouden door het ongerief en de moeijelijkheden aan een voorschot op hypotheek verbonden, zelfs in de landen waar de wetgeving op dat stuk het volmaaktste is: vertraging of onregelmatigheid in de rentebetaling; onnaauwkeurigheid in de terugbetaling van het kapitaal; mogelijkheid van een langdurig proces, zeer kostbaar zelfs al is de uitslag gunstig. Al deze omstandigheden te zamcn genomen, deden den kapitalist aarzelen zijn geld aan het grondkrediet toe te vertrouwen, en de landbouw, deze eerste en onmisbare grondslag van elken hechten rijkdom, zoowel staats- als partikulier vermogen, is bij de meeste nation in een betreurenswaarden toestand van achterlijkheid gebleven. Hoe zou men dan kunnen besluiten geld te schieten op hypotheek in het buitenland? Daargelaten de bezwaren, waarvan wij zoo even gewaagden, moesten de afstand, de ontstentenis van naauwkeurige inlichtingen betreffende de buitenlandsche wetgeving, de onzekerheid van allen waarborg, den kapitalist een schrik inboezemen, die niet was weg te nemen, en liever dan zijn geld in het buitenland op hypotheek *
3
Ic plaatsen, bewaarde liij ziinc bijna doode kapitalen, of veitrouwde hij ze, ondanks zijnen op goede gronden bernstenden afkeer, aan operatiën met onzekere kansen. Zulk een toestand was alzoo nadeelig voor iedereen en voor alles: voor den kapitalist, voor den grondeigenaar, voor de geregelde en soliede ontwikkeling van alle welvaart, zoo van den Staat als van de burgers. Maar, aan den vooruitgang van onzen tijd, aan de gemakkelijkheid van de betrekkingen en het verkeer, en vooral aan de maatregelen waarover wij in deze bladen zullen spreken, heeft men het te danken, dat deze staat van zaken ten eenenmale is veranderd, en wij thans kunnen zeggen en verzekeren: 1". dat men voortaan geld op goede en voortreffelijke voorwaarden op hypotheek kan plaatsen; 3°. dat deze plaatsing in het buitenland kan geschieden, en 3°. inzonderheid in het keizerrijk Oostenrijk.
Wij zullen aautoonen dat de hypotheek-leeningen, in dezen Staat aangegaan, beter dan overal elders de algemeene voordeelen genieten, welke men voor deze soort van financiële operatiën verlangt, en dat zij er daarenboven een bijzonderen waarborg vinden , die nergens bestaat. Zij zullen verkrijgen : a. ren voldoende rente; h. een volkomene zekerheid door de wetgeving; c. den waarborg der geregelde rentebetaling en der aflossing van het kapitaal. Onzes bedunkens vindt men in deze drie voorwaarden alles vereenigd, wat men met billijkheid van een hypothecaire geldbelegging kan eischen. In de eerste plaats zeggen wij, dat de rente van het kapitaal voldoende zal zijn. Immers, volgens dé bestaande wetgeving in Oostenrijk , bedraagt het maximum van het cijfer der rente in burgerlijke zaken 5 pCt., en waarschijnlijk zal binnen korten tijd de wet aldaar gewijzigd worden in dien zin, dat de koers van het geld geheel wordt vrijgelaten. Aangezien de vraag naar kapitalen in Oostenrijk zeer groot en het geld er betrekkelijk schaarsch is, behoeft het geen betoog, dat de kapitalist aldaar zich nog lang in zulk een toestand zal bevinden, dat hij minstens 5 pCt. en misschien meer kan maken, zonder het verwijt op zich te laden, dat hij al te veel voor het gebruik van zijn geld Terlangt, en terwijl hij tevens den grondeigenaren een dienst bewijst. •\Yii kunnen het alzoo voor zeker houden, dat de opbrengst van het
3
in Oostenrijk geleende kapitaal, in alle omstandigheden, het cijfer van 5 pCt. zal bereiken. • De tweede vraag is deze: Is de geldbelegging, wanneer zij zoo voordeelig zal zijn, ook soliede? De oostenrijksche wetgeving op de hypotheken zal een afdoend antwoord hierop geven. Het is van algemeene bekendheid, dat de oostenrijksche hypotheekwetten de volmaaktsten der wereld zijn; zij staan in niets hoegenaamd achter bij die van de continentale landen, waar het hypotheekwezen het best georganiseerd is, niet bij Frankrijk of België, zelfs niet bij de Nederlanden. Behalve de groote beginselen van openbaarheid en verpligte inschrijving, die dit onderwerp beheerschen, verschaft de oostenrijksche hypotheek-wetgeving, een der eenvoudigste en meest rationele die er bestaan, aan den geldschieter, voor de handhaving zijner rcgten, eene wijze van executie zoo summier en bespoedigend, dat men, zonder vrees van te dwalen, gerustelijk kan verklaren, dat in geen andere wetgeving zoo iets wordt aangetroffen. In weinige regels willen wij de hoofdbepalingen der oostenrijksche wet zamenvatten: Elk contract, waarbij het hypotheekregt in aanmerking komt, moet in officiële registers ingeschreven worden, zoodat men te allen tijde kan nagaan hoeveel het passief van elk onroerend goed is, en zich van den toestand daarvan kan vergewissen. Zelfs worden de vorderingen, welke ten laste van een eigendom kunnen gedaan worden en nog niet als wettig erkend zijn, voorloopig higeschreven (jprenotatié), ter voorkoming van elke dwaling van de zijde der geldschieters. De hypothecaire schuldeischers worden voldaan naar de rangorde waarin zij in de hypotheekregisters zijn ingeschreven of volgens hunne prioriteit, en hierbij wordt zonder eenige uitzondering gehandeld. Zoo is b. v. iemand, die voor zijne schuldvordering eene eerste inschrijving heeft, verzekerd, dat niemand boven hem den voorrang krijgt, aangezien hij vóór alle andere schuldeischers moet. betaald worden. Ook worden de verbindtenissen, aangegaan op een fideï-commis, in officiële registers geboekt öp de bovenvermelde wijze, en door de erfgenamen moeten zij erkend worden (art. 640 van het Burgerlijk Wetboek). Indien de hypothecaire schuldenaar ten achteren is, hetzij in de rentebetaling, hetzij in de kapitaalsaflossing door de voldoening der jaarlijksche termijnen van schulddelging, dan verleent de wet aan zijnen hypothecairen schuldeischer de grootste gemakkelijkheid om tot executie over te gaan. In dit geval kan de schuldeischer beslag leggen op het verhypothekeerde goed en zich door de opbrengst be-
4
taling vcrschafTcn; zelfs kau hij verzoeken of eisclien dat dit goed verkocht worde en zich uit de opbrengst van dm verkoop ten volle laten voldoen, want gewoonlijk wordt bij die soo)'t van leening de bepaling gemaakt, dat een enkele vertraging in de betaling der aan den schuldenaar toegestane aflossingstermijnen, aan deü schuldeischer het regt geeft onmiddellijk de 'teruggave van de gein ele schuld te vorderen, en mitsdien al de andere bepalingen krachteloos maakt. Door de nieuwe wetten van 21 Mei 1855, 8 en 18 Julij 1859 en 19 September 1860 is de wijze van procederen in zake van executie zoo bespoedigd, dat deze binnen het kortst mogelijke tijdsbestek bewerkstelligd, eu de schuldeischer bijgevolg zonder eenig uitstel betaald kan worden. Wanneer echter het verhypothekeerde goed een fideï-commis is, mag het niet verkocht worden; het in beslag nemen der opbrengsten evenwel is niet verboden, en daartoe wordt overgegaan, en de zekerheid voor den geldschieter is te grooter, daar de regtbank waakt, en ' krachtens de wet moet waken, dat de rentebetaling en de jaarlijksche aflossing geregeld geschieden. Het Burgerlijk Wetboek bepaalt (art. 638), dat de afdoening eener schuld op een fideï-commis moet geschieden binnen twintig jaren, namelijk jaarlijks 5 pCt.; bij afwijking kan mem echter ook dertig en veertig jaren toestaan. Krachtens de wet van 9 Augustus 1854 (art. 244) moet de wijze van aflossing eener schuld op een fideï-commis in het leeningscontract naauwkeurig bepaald, en het bedrag van eiken aflossingstermijn stipt aan«•ecreven worden. De curator of beheerder van een fideï-commis, alsmede de regtbank binnen wier regtsgebied het goed is gelegen, zijn verpligt te waken (art. 247 der genoemde wet) dat de afdoening geregeld geschiede. Elk jaar moet de curator verslag indienen van den staat der schuld van het fideï-comniis en van de gedane betalingen (art. 248). Bij het bestaan van eenige onregelmatigheid, welke ook, moet hij dadelijk aan de regtbank hiervan kennis geven (art. 349). De regtbank moet het verslag onderzoeken en, zoo noodig, de verbetering en aanvulling er van gelasten (art. 259). Is de schuldenaar ten achteren in de betaling der rente en de afdoening der termijnen van aflossing, dan moet de regtbank hem onmiddellijk zijne verpligting herinneren (art. 253), en wordt aan hare waarschuwingen geen gevolg gegeven, dan moet zij uit eigen heiceging, zonder de aanvrage van den scMldeisclicr af ie ïcacMen, geladen, dat op legale wijze op de inkomsten heslag worde gelegd (art. 254). Evenzoo zijn de eventuele latere bezitters van het aoed gemagtigd naauwkeurig voor de aflossing te waken, en
o
dit is in hun eigen belang, daar hij die een ander in het bezit van een fideï-coiumis opvolgt (art. 640 van het Burgerlijk Wetboek), moet erkennen en betalen de scluilden daarop aangegaan door zijnen voorganger, en van de inkomsten verstoken is zoo lang niet alle schuldeischers van dat fideï-commis ten volle betaald zijn. Te regt mag men dus beweren , dat de zoogenaamde "fideï-commissaire" goederen allezins geschikt zijn voor leeningen bij annniteiteu aflosbaar, en aan de geldschieters een zekerheid aanbieden, te grooter, daar de regtbank, de beheerder en de latere bezitter hetzelfde belang als de schuldenaar er bij hebben dat de aflossing stipt geschiede. Wij meenen hier nog te moeten bijvoegen dat in Hongarije, krach• tens de wetten van 1.5 December 1855 en van 4 Augustus 185'^ de hypotheekregisters en de boeken voor de waarde van den grondeigendom op dezelfde wijze als in de andere provinciën van Oostenrijk zijn ingerigt, en de daarin gedane inschrijvingen dezelfde zekerheid opleveren; voorts dat door de wetten van 29 November 1852 en 29 Mei 1853 het oude zoogenaamde "activiteitsregt" is afgeschaft, en alles wat met de onroerende goederen van den adel in verband staat aan de algemeene regelen en voorschriften onderworpen is, zoodat alles wat wij hierboven hebben aangevoerd ook geldt voor de onroerende goederen, die in Hongarije liggen. Eindelijk zij nog opgemerkt, dai:, volgens de oostenrijksche wetgeving, de goederen onder den last van fideï-commis niet kunnen verpand worden voor meer dan een derde hunner waarde; daarin ligt nog een grond van zeherheid te meer voor den geldschieter. * ' Soms hebben wij twijfel of bekommering hooren opperen over de wijze waarop in . Oostenrijk, en inzonderheid in Hongarije, het eigendomsregt gevestigd wordt; naar het scheen geloofde men, dat het moeijelijlc zou wezen in die landen het eigendomsregt te bewijzen, dat dienaangaande eene groote onzekerheid bestond en een behoorlijke waarborg ontbrak. Die twijfel en die bnkoumieiing ontspruiten uit de niet genoegzame bekendheid met de oostenrijksche wetgeving; zij toch neemt ze ontegenzeggelijk weg. Zie hier een beknopte mededeeling van den inhoud der bedoelde wetten: "De openbare registers (lauds-of stads-staten, gründrpgisters,_registratieboekea, in Hongarije), zijn bestemd om eeu authentiek overzigt te geven van denaard en de uitgestrektheid der onroerende goederen (huizen en landerijen), die daar zijn ingeschreven, van de eigendomsregten en van al de lasten (pnndregten, servituten, leenheevlijke regten, fideï-commis enz.), die er op drukken. "Men gaat uit van het beginsel, dat een werlcelijh regt (eigendomsregt, pandregt, regt van opvolging) op een ovroerend goud niet kan verhregen worden dan door inschrijving in die reg'mlers (.\Lemeen Burg. Wetboek, §§ 431, 451, 453, 481, 684, 819, 1500), en we.lcrkeerig c'al de in de~e hoeken ingeschreven regien zoo lang bestaan als zij niet geroyeerd zijn (Ib. §§ 444, 469, 1369, 1508).
/ 6
Er is meer: de oostenrijksche wetgeving biedt een voordeel aan, dat, voor zooveel ons bekend is, in geen andere wetgeving is te vinden. In België, Nederland en andere landen moet de kapitalist, 'alvorens hij fondsen voorschiet, zich verzekeren van het eigendomsregt der geld-
" ü e aflevering van onroerende goederen gescliiedt door overschrijving. Deze overschrijving kan alleen geschieden, wanneer V>. degeen die afstand doet als eigenaar ingeschreven is; 2°. degeen aan wien de afstand gedaan wordt, verklaart, dat hij de zaak wil overnemen; 3o. laatstgenoemde de bewijzen levert, dat hij eigenaar is geworden en de magtiging overlegt van den verkooper om den eigendom op zijnen naam te laten overschrijven. Heeft hij alleen het hewijs van eigendom en weigert de verkooper bedoelde magtiging, dan kan de kooper zijne regten voorloopig laten inschrijven, waardoor hij tegen derden gewaarborgd is." (§ 438 van het oostenrijksche wetboek.) Het bewijs van eigendom geeft slechts een persoonlijk regt; om dit ineen zakelijk vegt te doen veranderen, moet genoemd stuk in de openbare registers worden overgeschreven. Dit is te eenenmale duidelijk en neemt alle dubbelzinnigheid weg. ledere onpartiidige, ieder die te goeder trouw is, kan nu geen bedenkingen meer opperen. " Wij zullen nu het doel en de bestemming der verschillende officiële registers doen kennen. Zij dienen om de regten der eigenaren op de onroerende goederen, alsmede de schulden en lasten welke deze drukten, te vestigen. Zij zijn bestemd om het onroerend krediet van lederen eigenaar, den toestand van eiken eigendom en den overslag der belastingen te bepalen. Deze registers zijn: a. het grootboek; h. het boek der documenten; o. het schuldenboek; d. het boek der afdoeningen ; e. het urbariutu of boek der grondlasten. Grootboek. - Dit boek bevat: een uitvoerige beschrijving van het goed, van de plaats waar het gelegen is en van zijne gesteldheid; de aanwijzing van het eigendomsreo-t en den nanm van den eigenaar; de geschatte waarde van het onroerend goed; de grondlasten en de schulden waarmede het bezwaard is; de cessiën en overdragten van hypotheek; de betalingen en afkoopen van schulden en lasten; alles met vermelding der vonnissen of voorloopige ordonnantiën , waarbij de inschrijving is toegestaan. BaeJc der documenlen. - Al de documenten, huwelijkseontracten, testamenten, vonflissen enz., die bewijzen van eigendom of mede-eigendom zijn, alsmede de waardering van het gehvpothekeerde goed, bevinden zich in dit boek. Schuldenhoek. - In dit register moeten gebragt worden de aanvragen tot insehnjvmg eener schuld met al de bijlagen, alsmede de magtiging der regtbank, alles woordelijk. Boek der afdoenwgen. - Dit bevat de kwitanticn enz., letterlijk afgeschreven. Vrharium. - in dit boek vindt men een uitvoerig overzigt van alle grondlasten, waarmede het goed is bezwaard, welk overzigt onderteekend is door den eigenaar van het goed. Deze zoo juiste, zoo kategorische wetgeving n,
bij keizerlijk bevelschrilt van 15
opaemers op het onroerend goed, dat ter verliypothekering aangeboden wordt, en bij het daartoe vereischte onderzoek moet hij met het nazien der stukken minstens tien of twintig jaren teruggaan , in welk' tijdvak de eigendom kan verjaard zijn, en van elk stuk de geldigheid verifiëren, zoowel wat den vorm als wat den inhoud betreft. In Oostenrijk en Hongarije is dit niet het geval. In die landen blijkt de eigendom uit de insclirijving in de openbare grondregisters, gedaan door de overheid zelve. Bijgevolg heeft de kapitalist niet meer dan één stoffelijk feit te constateren, namelijk: of het ter verhypothekering aangeboden onroerend goed ten name van den geldopnemer in de openbare registers is ingeschreven. . De zekerheid, welke men de toettige kan noemen, is derhalve zoo groot als gewenscht kan worden; die, welke de werkelijke kan heeten,
December 1855 voor HoDgarije van toepassing verklaard. Door dit bevelschrift geraakte Hongarije in liet bezit van al de bepalingen van het oostenrijksche Burgerl. Wetboek, welke op het grondbezit betrekking hebben, en als hoogst opmerkelijk feit verdient 'vermelding, dat de hongaarsche landdag, zoo naijverig op zijne prerogatieven, zoo absoluut in zijne al of niet gegronde eischen en aanspraken, slechts ééne, EENE EKKELB, uitzondering beeft gemaakt ter gunste van alles wat sedert 1850 in Hongarije is verrigt, en wel ter gunste juist van dit bevelschrift, waarbij het_ oostenrijksche grondbezit- en hypotbeekstelsel in Hongarije is ingevoerd. Het vermaarde decreet van 20 October 1860 laat aan den hongaarschen landdag de beslissing over in alles wat de burgerlijke wetgeving, het binnenlandsch bestuur, de re-terlijke organisatie enz. betreft. Dien ten gevolge werd de waardigheid vany«&,rc^l•iae (zooveel als "kanselier"' in Frankrijk) hersteld (Januarij 1861) in den persoon van graaf G. Apponyi. Als zoodanig riep dezs reeds op het einde van Januarij de judel-cunal-Confe>-enzeii bijeen, een soort van vaste commissie van gedelegeerden van'den landdag, voor de aangelegenheden van het burgerlijk regt en de inrigting van het regtswezen, en zamengesteld uit de zeven-mannen en de uitstekeudste leden der regterlijke magt. Deze «conferentie" heeft voorgesteld, voor geldig en constitutionneel te verklaren alle bepalingen betreffende het houden der grondregisters en het hypothekenstelscl en de daartoe betrekkelijke voorschriften en bepalingen, zoo ala zij bestaan in het oostenrijksche regt en bij de wet van 9 Augustus 1855 ingevoerd zijn. Den 21 Junij 1861 werd dit voorstel door den landdag (de twee kamers) aan• genomen. Het oostenrijksch stelsel van grondbezit en hypotheek is alzoo van kracht in Hongarije en daar toegelaten, hetzij men zich plaatse op het uitsluitend standpunt der Hongaren, hetzij men alleen datgene als regelmatig en wettig aanneme wat van de re-oring dos koniugs van Hongarije uitgaat. Wij bepalen Herbij ons be'.nopt overzigt; het vernietigt ten eenenmale alle vrees, alle onzekerheid die nog mogt kunnen bestaan over het geregelde, authentieke en openbare stelsel, dat alleen dienen kan en dient tot het verkrijgen van grondbezit in de landen van den oostenrijkschcn Staat. Wij twijfelen of er een beter aan te wijzen is, onverschillig waar.
8
is niet minder groot; wij bedoelen de zekerheid, welke voor den geldschieter moet voortvloeijen uit het stelsel, dat in Oostenrijk bij het waarderen der grondeigendommen toegepast M'ordt. Daar als elders heeft men vooreerst den weg van expertise, dien de partijen vrijelijk kunnen kiezen. Wijders zijn verscheidene wijzen in gebruik, om de waarde van een domein te constateren. Vier daarvan zullen wij opnoemen: 1°. de kadastrale inkomst gekapitaliseerd naar den 25^^*'=" penning; 2°. de werkelijke inkomst gekapitaliseerd naar den 20^'™ penning; 3°. de grondbelasting gekapitaliseerd naar den honderdsten penning; (deze wijze wordt door de regering on de nationale bank te Weenen gebruikt); 4°. de waarde van den grond, te bepalen per joch (een oostenrijksche vlaktemaat, gelijk staande met 57 vierk. roeden of 5700 nederl. ellen). Men ziet dus, het ontbreekt niet aan middelen om de waarde van het hypothecaire pand naar eisch te constateren. De buitenlandsche kapitalist zal er minstens evenveel zekerheid vinden als in zijn eigen land. Bovendien moet men niet onopgemerkt laten den rijkdom en de over het algemeen zoo groote vruchtbaarheid van den bodem der oostenrijksche landen, gelegen in het hart van Europa, welke de schoonste waterwegen van het vasteland te hunner beschikking hebben en in hunnen schoot steenkolen en erts in overvloed bevatten, en met het oog daarop zal men tot de overtuiging geraken, dat zij door den drang der omstandigheden geroepen zijn tot een voortreffelijke ontwikkeling van landbouw en nijverheid; het is een kwestie van tijd en niets meer: in dezen onmisbaren vooruitgang zal de kapitalist de waarde van zijn onderpand aanmerkelijk zien vermeerderen '. 1 In Oostenrijk worden de landerijen telken jare, nnar men berekent, 5 pCt. meer waard. Hierdoor wordt het opgehelderd waarom de grondeigenaren daar kunnen contracten sluiten op voorwaarden die overal elders nadeelig zouden schijnen, maar in Oostenrijk gunstig zijn, aangezien het bedrag der gesloten leeningen dienen moet tot verbetering der gronden; eene verbetering die, blijkens de ondervinding gedurende meer dan tien jaren opgedaan, in weinig jaren de opbrengst dier gronden verdubbelen moet. Voorbeeld. — A. neemt op eigendommen, die 100,000 fl. opbrengen en op twee millioeu Ü. geschat zijn, eene som van 500,000 ü. op, aflosbaar in veertig jaren, telkens 30,000 fl., met inbegrip der B pCt. rente en amortisatie. Deze som van 500,000 fl., met oordeel gebruikt tot nuttige werken en tot het aanschaffen van meer exploitatiematerieel, zal in weinig jaren de opbrengst der eigendommen verdubbelen, ten gevolge waarvan ook de waarde verdubbelt, afgescheiden van de hoogere waarde die de gronden natuurlijk elk jaar erlangen. Die eigendommen, th.ins slechts twee millioen fl. waard, moeten op de^e v\ijze in minder dan twintig jaren nog eens zooveel waard,zijn.
9 Nu zal men misschien eene bedenking willen maken, welke wij gaarne willen voorkomen. Men zal zeggen: Hoe kan men aanraden hypothecaire voorschotten te doen in Oostenrijk? een Rijk, welks politieke toestand zoo diep geschokt is, en die den een of anderen dag door de omwentelingen en regeringloosheid kan onderstboven gekeerd worden? Wie daar zijne kapitalen brengt, begaat de grootste onvoorzigtigheid, stelt ze dwaselijk in gevaar. Dit is de bedenking; wij verzwakken ze niet, maar geven er een dubbel antwoord op. In de eerste plaats: De toestand der oostenrijksche monarchie is geenszins zoo netelig, zoo gevaarlijk als eenigen, hetzij uit belang of als pessimisten, dien voorstellen. Dagelijks wordt die toestand beter. De revolutionnaire beweging roert slechts de oppervlakte aan, en bepaalt zich tot die klasse van menschen, welke men overal en altoos op den bodem van allo omwentelingen vindt. In Oostenrijk is de massa der bevolking gunstig gezind voor de keizerlijke regering en zelfs aan deze ver, knocht; de regering harerzijds is voor de bevolking liberaal, streeft naar haren vooruitgang, beschermt haar. En indien de volken werkelijk vijandig waren aan den keizer,en zijn stamhuis, dan zou de botsing reeds sinds lang zijn uitgebarsten; want om daartoe te geraken, heeft men niets ontzien, noch in het buitenland, noch van den kant der oproerstokers in het land zelf. De bevolkingen zijn kalm gebleven en -de gisting bedaart, daar zij zich zelve doodt. Maar in de tweede plaats: Voor een oogenblik toegegeven dat, hoe onmogelijk ook, de zwartste voorspellingen verwezenlijkt worden, dat de oostenrijksche monarchie ten onder gaat als groote vastelands-mogendheid, dat verbrokkeling komt, dat b. v. Hongarije onafhankelijk wordt; maar zelfs wanneer dit mogt gebeuren, blijven wij standvastig in ons geloof, dat de regten van particulieren niet in gevaar zullen gebragt worden, eu voor de hypothecaire voorschotten, door buitenlandsche kapitalisten gedaan, volstrekt geen reden tot ongerustheid bestaat. Om hiervan overtuigd te zijn, heeft men slechts een oogenblik na te denken over den aard der hongaarsche beweging, over de behoeften zoowel als over de belangen van het magyaarsche ras, over den vooruitgang der beschaving zoowel als over de strekking van onzen tijd. In waarheid, zou het niet in Hongarije, als elders, voor een nieuw, nationaal bewind, de eerste behoefte, de meest gebiedende noodzakelijkheid wezen, zijn credict te vestigen, zich als geregeld bewind te doen erkennen, van binnen nog meer dan naar buiten? De eerbied
10 voor particuliere overeenkomsten, voor verkregen regten, is de eerste en de grondvoorwaarde van elke regering die wil bestaan en zich handhaven , vooral van eene nieuwe regering. Het geruststellen van alle belangen is en moet zijn hare eerste zorg. De dag, waarop de regering zou ophouden de regten van particulieren , de regten der buitculandsche sehuldeischcrs te beschermen of ze maar zou verontrusten, zou zij haar eigen crediet in de hartader aantasten , zou zij een zelfmoord begaan. Stellen wij dus die ingebeelde gevaren ter zijde, en laat ons voortgaan met onze toelichting. Wij hebben zoo even aangetoond, dat het hypothecair voorschot in Oostenrijk gedaan, zijne legale zekerheid vindt in 's lands wetten, en zijne reële zekerheid in de wijze waarop die leening wordt gesloten, in den rijkdoin en de toekomst,van het grondbezit. Deze dubbele soliditeit, hoe magtig ook, is niet voldoende geacht, en opdat de door ons aanbevolen opera tien zullen kunnen geschieden met een zekerheid en gemakkelijkheid zoo als zij nergens zijn te vinden, is men er op bedacht geweest nog een derde element van kracht er aan toe te voegen, een waarborg die de twee andere kroont en in zich opneemt. Wij bedoelen het beginsel der assurantie toegepast op de hypothecaire schuldvorderingen. Eeh middel moest worden gevonden en aangewend, dat den geldschieter verschaft: l». een genoegzame rente, althans gelijk aan die, welke goede openbare fondsen opleveren en die alle zekerheid aanbiedt, welke men zou kunnen verlangen; %°. è.Q:geregelde rentebetaling; 3°. de stipte, spoedige en gemakkelijhe aflossing van zijn kapitaal. Dit middel moest leiden tot de oplossing van een steods lang behandeld vraagstuk: de zekerheid der plaatsing van gelden op hypoLheck in overeenstemming brengen met de gemakkelijkheid van de geldbelegging in roerend goed; met andere woorden : maken dat de kapitalen op hypotheek geplaatst, de soliditeit behouden welke aan het grond-onderpand eigen is, de voordeelen erlangen welke aan de openbare fondsen verbonden zijn, en daarbij niet meer stuiten op de hinderpalen, moeijelijkheden en vertragingen van alle soort,
waarmede gewoonlijk het geven
van voorschot op hypotheek vergezeld gaat. Deze maatregel is in praktijk- gcbragt door de oprigting van eene hypothcek-verzekering-maatschappij, de Findohona , tot stand gekomen m 1859 te Weenen (naar welke stad zij is genoemd), met magtiging van
11 de regering, en werkende met een kapitaal van tien miUioen florijnen. Artikel 5 barer statuten maakt ons met haar doel bekend: Be Maatschappj
is gemagtigd,
op Mar eigen risico en tegen betaling
eener vaste premie, op zich te nemen: V. de verzekering der geregelde aflossing mn de door liypotheeh gewaarhorgde schddoorderingen; r.de
verzeke-
ring der geregelde reidehetaVmj van de door liypotUeh gewaarhorgde kapitalen, alsmede de geregelde voldoening der rente, annuïteiten en afiossingstermijnen, allen door hypotheek gewaarborgd. Eenige ophelderingen zullen ons denkbeeld voor den lezer duidelijker maken, en het onderwerp is van zoo veel gewigt, dat wij het niet nutteloos achten terug te komen op enkele punten, welke wij slechts hebben aangestipt met het voornemen ze later breeder te behandelen. Algemeen wordt het erkend, dat de beste hypotheek niet altoos den waarborg geeft voor de geregelde rentebetaling of de geregelde aflossing van het kapitaal; dat wil zeggen: dat, ondanks den werkelijken waarborg, dien een hypothecaire schuldeischer bezit, hij de volstrekte zekerheid mist, dat op de vervaldagen, hetzij die bij de wet aangewezen of bij overeenkomst bepaald zijn, de rente of het kapitaal hem zal betaald worden. Geschieden deze betalingen niet, wat blijft dan den geldschieter te doen? Hij moet den kostbaren weg inslaan van de gedwongen onteigening, de onvermijdelijke voorschotten van fondsen doen, en zich voor het oogcnblik van een deel zijner inkomsten beroofd zien, om v_aak eerst na langdurige en onaangename pogingen zijn doel te bereiken. ' In deze weinige woorden is zeer flaauw de toestand geschetst, waarin de geldschieter zich tegenwoordig bevindt. Zoodra die toestand ophoudt, zoodra de zekerheid de vrees en de regelmatigheid de onzekerheid vervangt, zal men de kapitalen zien gehoorzamen aan hunne natuurlijke wet en onmiddellijk zullen zij terugkeeren tot de hypotheek, dat i s : tot den grond, den landbouw, die voedster, dien beschermer der Staten, om ons van historische uitdrukkingen te bedienen. Waarom hebben de kapitalen zich meer of minder van den grond, van den landbouw verwijderd? Waarom hebben zij zich bij voorkeur tot andere waarden gewend? Niet omdat de opbrengst van deze grooter i s , maar omdat de opbrengst stipter, geregelder op bepaalde dagen en uren betaald wordt, zoo als bij openbare fondsen het geval is. Aan de^e regelmatigheid, zijne eerste behoefte en zijne vbornaamste zorg, heeft de kapitalist-rentenier soms de zekerheid ten offer gebragt: de geschiedenis der laatstverloopen zestig jaren bewijst het. Op den dao- wanneer de bezitter van kapitalen, die leeft van de rente welke deze
12 afwerpen, de zekere, geregelde betaling van die rente gevonden zal hebben, zal hij ophonden er naar te zoeken soms ten nkdcele van de zekerheid en met voorbi'jzieniug van de regelen der voorzigtigheid. De grondrente moet de regelmatigheid krijgen van de administratie ecner goed gevestigde openbare schuld; om daartoe te geraken, zie, dit moet het verlangen, bijna zouden wij zeggen, het regt van den hypothecairen schuldeischer zijn. En op bedoelden dag zal ook eeti groote verandering, een om zoo te zeggen radicale vervorming gcbragt zijn in den overslag en de verdeeling der kapitalen. Welnu, de Vindohona verschaft die verandering, die vervorming. De daar gevestigde hjfpotheek-verzekering maakt een einde aan alle belemmeringen, neemt alle ongerief, weg, maakt de positie van den kapitalist gemakkelijk, want zij stelt hem reeds vooraf schadeloos. De Vindobona wendt zich tot de kapitalisten en zegt hun: tegen betaling eener premie van assurantie, die de geldopnemer zal voldoen, geeft de Maatschappij aan den geldschieter diens rente en kapitaal terug, zoodra de schuldenaar in gebreke of achterlijk blijft zijne verpligtingen na te komen. De premie ontheft den schuldeischer van alle onaangenaamheden, zoovNel'van zedelijken als van stoffelijken aard, en brengt ze over op de Maatschappij; zij stelt haar schadeloos voor de geldvoorschotten, welke zij verpligt kan zijn te doen namens den kapitalist; zij dient tot dekking der proceskosten en van het nadeel, dat de vertraging in de liquidatie na zich sleept: een nadeel, dat de geldschieter niet lijdt. Wat volgt nu uit het vobi'afgaande? Dat de zekerheid der geregelde rentebetaling de eerste uitwerking is der assurantie. In de tweede plaats heeft do schuldeischer niet meer te vreezen dat hij zijn kapitaal niet afgelost zal krijgen. Alleen de Maatschappij moet zich hicimede belasten en al de gevolgen er van dragen. Alles is den schuldeischer gewaarborgd: rente en kapitaal, kalmte des gemoeds, een verzekerd en geregeld inkomen, een onvergankelijk kapitaal ; in plaats van cén onderpand heeft hij twee; in plaats van een eenvoudigen werkelijken waarborg, bestaande in één onroerend goed, heeft de kapitalist, als tweeden v/aaiborg, het maatschappelijk kapitaal en de kas der Maatschappij , die borg blijven voor het nakomen der verpligtingen door de schuldenaren aangegaan. Zoo is de instelling der Vindohona. Even eenvoudig in haar doel als vruchtbaar in resultaten en veelzijdig in hare werking, kan zij in twee woorden omschreven worden: zij handhaaft de hypotheekschuld met haar onderpand; zij bevestigt en verdubbelt ze door hare eigene
13 magt; zij verschaft regelmatigheid en stiptheid iu de betalingen: twee eigenschappen, waardoor een goed georganiseerde openbare schuld zich onderscheidt. De schuldeischer zal niet meer behoeven te zorgen, dat het onderpand of de persoon des schuldeischers zich in zijne nabijheid bevinden; weinig kan hem dit onderpand schelen, sedert het oogenblik dat de Maatschappij
voor hem waakt,
en alzoo alleen zich heeft te bekommeren
om den schuldenaar en diens goed. Nu blijft ons nog over den weg en het middel aan te wijzen, welke wij den kapitalisten aanraden te gebruiken om leeningen in het buitenland te sluiten.
De hypotheekbanken zijn deze weg; de pandbrieven,
welke zij uitgeven, zijn dit middel. Die instellingen bestaan reeds: de eene is gevestigd te Brussel, onder den naam van Banqtie hypothecaire helge; de andere te Amsterdam, onder den naam van Nederlandsche Ili/potheelcbank. Deze banken staan in regtstreeksche en naauwc betrekking met de verzekering-maatschappij
Findohoim ,
en al de door haar
toegestane
leeningen worden door de Vindobom gewaarborgd. Hieruit vloeit alzoo voort dat de leeningen, door de eene of andere bank gesloten, een viervoudigen, zelfs vijtvoudigen waarborg aanbieden, waarover wij hieronder zullen spreken. Deze banken werken door middel van pandbrieven (grondobligaticu), welke zij den kapitalist geven in ruil voor het geld, dat hij haar brengt. Laat ons beknopt ophelderen, hoe dit stelsel is iugerigt, en welke voordeelen er aan verbonden zijn: Eenerzij ds leenen die banken geld op goede en soliqde hypotheek, en onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de geleende sommen bij jaarlijksche termijnen afgelost worden,
Die leeningen geschieden in den
sgewonen vorm, en de minuut (het oorspronkelijke) van k t contract blijft ten kantore der banken. Van een anderen kant geven de banken, voor eene waarde in juiste evenredigheid met het bedrag der door haar gedane leeningen, brieven uit van 100, 500 en 1000 francs of guldens.
pand-
Deze pandbrie-
ven, op naam of aan toonder, dragen een rente van 4of é j pCt., naar gelang van het aantal jaren waarvoor zij zijn uitgegeven. betaalbaar telken halfjare,
De rente is
ter plaatse waar de bank gevestigd is of
ten kantore van hare voornaamste agenten.
De rente gaat in daags
na het storten der fondsen in handen der agenten. . Nuttige vergelijkingen zijn te maken tusschen de geldbelegging in pandbrieven en andere tot dus verre gebruikelijke wijzen van geldplaatsing.
14 1°. De geldbelegging in grondbezit brengt zekere voordeelen aan,uit het oogpunt van het openbaar aanzien dat men er door erlangt en der uitoefening van de politieke regtcn; maar zij levert in onze dagen slechts een opbrengst, afwisselende naar gelang van den toestand en de ligging der goederen, van 1^ tot 3 pCt., en veroorzaakt daarenboven last en ongemak, benevens administratiekosten, wier vermijding de eigenaar als een geluk behoort aan te merken. Dit nu is een der uitstekende voordeelen van de geldbelegging in pandbrieven, die, wat soliditeit betreft, als "verhandelbare akkerbowijzen" kunnen beschouwd worden en een onveranderlijke rente van 4 | pCt. opleveren, betaalbaar op een vasten dag, zonder kosten. 2°. De gewone geldplaatsingen op hypotheek bieden geen enkel voordeel aan, dat niet de pandbrieven op vollediger wijze verzekeren, terwijl deze daarenboven, in andere opzigten, het ongerief niet hebben dat aan de geldbelegging op hypotheek onafscheidelijk verbonden is. Immers, wij hebben het reeds gezegd, de beste hypotheek geeft niet altoos aan den geldschieter de zekerheid der geregelde rentebetaling en volkomene schuldaflossing op den vervaltijd, en geraakt men tot die aflossing, dan geschiedt dit vaak eerst na langdurige en kostbare regtsgedingen. Dit is geenszins het geval met de pand-obligatién die meer waarborgen aanbieden, vermits, afgescheiden van de onroerende goederen die haar tot onderpand dienen, de geldschieter een tweeden waarborg heeft in het kapitaal der banken, dat borg staat voor de betaling der rente, alsmede voor de aflossing van de obligatiën op haren vervaltijd. Overigens nemen deze banken, voor de leeningen welke zij geven, het stelsel van aflossing bij annuïteiten aanj dusdoende worden de sommen die men nog schuldig is van jaar tot jaar minder, terwijl het onderpand hetzelfde blijft, zoodat de terugbetalingen zekerder worden; bijgevolg bestaat er ook, meer zekerheid wat betreft de voldoening der rente en de aflossing der pandbrieven welke als tegenwaarde dier leeningen zijn uitgegeven. 3°. Het plaatsen van geld in openbare fondsen is aan vele ongunstige kansen blootgesteld, vooral in hagchelijke omstandigheden, zoo als die welke de beste denkers duchten; terwijl zij bij den koers, dien zij thans bereikt hebben, bijna niet meer als voordeelige speeulatièu aan de markt zijn te brengen. Overigens is het een algemeene regel: in tijden van crisis zijn de openbare fondsen aan noodlottige waardevermindering onderhevig; in tijden van voorspoed zijn zij aan conversién der openbare schuld bkotgesteld. Hierin ligt de reden, waarom de pandbrieven, in alle landen waar zij bekend zijn, gemakkelijk a 3^ en 4 pCt. geplaatst kun-
15 nen worden, als in diezelfde landen de openbare fondsen eene rente van 4 | en 4 | pCt. opleveren. Wanneer die pandbrieven genoegzaam bekend en naar waarde geschat zullen zijn, zullen de banken ze tot 4 pCt. kunnen uitgeven, en dit zal blijkbaar de waarde verhoogen van die, welke op lange termijnen a 4 | pCt. zijn uitgegeven Men inag dit niet zonder grond verwachten ,' omdat een gelijk resultaat is verkregen door de hypotheekbanken in Duitschland en onlangs door de Maatschappij voor het grondcrediet in Frankrijk, wier 4 pCts. pandbrieven aanvankelijk tegen den koers van 90 verhandeld werden en achtereenvolgens tot 102 stegen. Uit de vergelijking, welke ivij gemaakt hebben tusschen de drie meest gewone wijzen van geldbelegging en de nieuwe, door ons voorgestelde wijze, blijkt, dat de pandbrieven ver boven de andere waarden in degelijkheid verheven zijn. Dit is geen theorie, maar een feit, in den jongsten tijd door de ondervinding onwederlegbaar bewezen. Immers in tijden van crisis kan de betrekkelijke soliditeit der waarden het best geconstateerd worden. Toen nu in 1848 de staatsberoeringen en omwentelingen al de ter beurze verhandelde waarden minstens 50 pCt. in waarde hadden doen verliezen, hielden de pandbrieven, in alle streken van Duitschland, met een merkwaardige vastheid, zich hier op 83, daar op 93, elders zelfs op 96 staande. Het kapitaal der pandbrieven wordt ten volle, zonder eenigen aftrek, op den vervaldag terugbetaald. Feitelijk hebben alzoo de pandbrieven denzelfden hypotheek-waarborg als de leencontracten, wier gedeeltelijke tegenwaarde zij zijn. De nemers der pandbrieven hebben niet een bijzondere hypotheek op een aangewezen onroerend goed, maar zijn gewaarborgd door al de gehypothekeerde goederen te zamen, hetgeen ze te soiiedcr maakt. Het op zich zelf staande onderpand is door het gemeenschappelijke onderpand vervangen. De pandbrief zal met den tijd een der meest gezochte waarden worden. Om daartoe te geraken, is niets anders noodig dan dat de kapitalisten goed de voordeden begrijpen, aan deze wijze van geldplaatsing Verbonden, en dat zij vooral overtuigd worden van de veelvuldige waarborgen, waarmede de hypotheekbanken haar omringen. Tot deze waarborgen behooren, om maar enkele te noemen: . 1°. al de eigendommen te zamen, die als hypotheken zijn aangenomen ; 2°. het maatschappelijk kapitaal der banken; 3°. de wederverzekering, door middel waarvan die banken zich altoos door eene andere maatschappij laten waarborgen de afdoening ten
16 ToUe van liet kapitaal en de geregelde betaling der rente en der annuïteiten van de gedane leeningen; 4°. de controle, door eene commissie van toezigt over al de verrigtingen der Maatschappij uitgeoefend. De voordeden, welke de paudbrieven aanbieden, zijn deze: 1°. zekerheid der plaatsing; 2°. aanzienlijk inkomen van grondeigendom; S°. geregelde rentebetaling onder liet bereik van den geldschieter; 4°. gemakkelijkheid van verhandelen en bevoegdheid tot vernieuwing zonder kosten; 5°. zekerheid van aflossing op den vervaltijd. In waarheid kan alzoo verklaard worden, dat geen andere waarde meer zekerheid aanbiedt dan de pandbrieven der hypotheekbanken, waarvan wij spreken. Wij eindigen hier onze beschouwingen, en onderwerpen ze vol vertrouwen aan alle onpartijdige personen. Wij gelooven, dat zij volkomen regtvaardigen ons 'beweren, te weten : dat voor de kapitalen eene voordeelige plaatsing te vinden is op hypotheek in het buitenland; dat inzonderheid deze plaatsing, bewerkstelligd in Oostenrijk, door tusschenkpmst der hypotheekbanken en met den waarborg der Findobona, een soliditeit heeft tegen alles bestand en bij geen andere te vergelijken; en eindelijk, dat de pandbrieven, door die' banken uitgegeven, waarden zijn, waaraan geen der vereischten, gemakkelijkheid en zekerheid, ontbreekt.
a£DEUKT BIJ C. A. SPIiS §• ZOON.
(•J- O i . l K I
BI I
A. ' l P l ^
&
/AH>\.