KU Leuven Het belang van leidersfiguren binnen een sportteam
VOLLEYBAL Katrien Fransen I.s.m. de Vlaamse Trainersschool M.m.v. Prof. Bert De Cuyper, Prof. Filip Boen, Prof. Norbert Vanbeselaere, Prof. Gert Vande Broek
2012
Het belang van leidersfiguren binnen een sportteam Beste coach, Beste speler, Enkele maanden geleden nam u deel aan een studie die kadert binnen mijn doctoraatsproject, rond leidersfiguren binnen sportteams, waarvoor nogmaals hartelijk dank. Verder gaf u ook aan dat u graag op de hoogte gebracht werd van de resultaten van dit onderzoek. In dit document komen wij daar graag aan tegemoet. De enthousiaste en massale medewerking van talrijke spelers en coaches uit de verschillende teamsporten in Vlaanderen maakte het mogelijk dit document op te stellen. Het bevat de eerste resultaten van onze leiderschapsstudie, die toepasbaar zijn op een breed publiek. Naast de algemene resultaten voor alle teamsporten, brengen we u ook graag op de hoogte van de specifieke resultaten binnen volleybal. Bovendien vindt u naast de objectieve resultaten steeds een aanvulling door sportpsycholoog Bert De Cuyper die vanuit zijn ervaring deze resultaten verder verduidelijkt en interpreteert naar het veld toe. Verder geven ook enkele topcoaches binnen volleybal hun visie op de vertaling van deze resultaten naar het veld. Wanneer u deze informatie verder wil verspreiden en/of wil publiceren, mag ik u dan vragen eerst met mij contact op te nemen? Alvast hartelijk dank! Hopelijk kunnen deze resultaten u en uw team helpen om de leidersfiguren binnen uw team te identificeren, hun leiderschapskwaliteiten te verbeteren en zo ook de prestatie van uw team te optimaliseren. Alvast veel succes! Sportieve groeten, Dra. Katrien Fransen Prof. Bert De Cuyper Prof. Filip Boen Prof. Norbert Vanbeselaere Prof. Gert Vande Broek
Aspirant FWO Onderzoeksgroep Fysieke Activiteit, Sport & Gezondheid Departement Bewegingswetenschappen KU Leuven
[email protected]
Het belang van leidersfiguren binnen een sportteam
INHOUDSTAFEL A. Korte samenvatting van de resultaten………………………………………………………………………………1 B. Algemene resultaten binnen alle teamsporten
1. Inleiding………………………………………………………………………………………………………..…………..2 2. Deelnemers……………………………………………………………………………………………….……..……….2 3. Leiderschapsrollen……………………………………………………………………………………………….……4 4. Eigenschappen van de verschillende leiders…………………………………………………….………..5 5. De belangrijkste leiderschapsrol………………………………………………………………………………..8 6. Functie van de kapitein………………………………………………………………………………………………9 7. Conclusie………………………………………………………………………………………………………………….11 C. Resultaten specifiek binnen volleybal
1. Deelnemers…………………………………………………………………………………………………………..…12 2. Leiderschapsrollen in volleybalteams……………….……………………………………………………..13 3. De belangrijkste leider in volleybalteams…………………………………………………………………14 4. Functie van de kapitein ……………………………………………………………………………………………14 5. Vertaling naar het veld door Brecht Van Kerckhove en Julien Van De Vyver…………….16 D. De oorzaken van teamvertrouwen in volleybalteams.……………………………………………….…..18
1. Deelnemers……………………….………………………………………………………………………….…….….18 2. Resultaten……………………….………………………………………………………………………………………20 3. Conclusies……………………….……………………………………………………………….………………………21 4. Vertaling naar het veld door Brecht Van Kerckhove en Julien Van De Vyver…………….22 E. Over de auteurs………………….…………………………………………………………………………………….…….23
Het belang van leidersfiguren binnen een sportteam
A.
Korte samenvatting van de resultaten
Wanneer het woord “leiderschap” valt in een sportcontext, wordt dit vaak onbewust in verband gebracht met leiderschap van de coach. Wat dikwijls onderschat wordt, is het belang van leidersfiguren binnen het team; spelers die zowel op als naast het veld de leiding nemen. Gezien deze spelers een cruciale bijdrage kunnen leveren om een team optimaal te laten presteren, gaan we binnen deze studie dieper in op deze leiders. Wat zijn de verschillende leiderschapsrollen die spelers op zich kunnen nemen binnen een team? Wat zijn hun belangrijkste kenmerken? En welke rol speelt de kapitein hierin? Leiderschap binnen een sportteam kent verschillende aspecten. Om dit te kunnen vatten, stellen we 4 verschillende leiderschapsrollen voor die spelers op zich kunnen nemen: - De taakleider neemt de leiding op het veld, stuurt de andere spelers bij en geeft hen tactische aanwijzingen. - De motivationele leider moedigt de andere spelers op het veld aan om tot het uiterste te gaan. - De sociale leider zorgt voor een optimale sfeer binnen het team naast het veld. - De externe leider verzorgt de communicatie met clubbestuur, media, en sponsors. De resultaten van deze studie tonen aan dat er in de meeste teams sprake is van verdeeld leiderschap; er is geen speler die deze 4 rollen combineert, maar verschillende spelers binnen eenzelfde team nemen elk de leiding op één of meerdere vlakken. De eigenschappen die kenmerkend zijn voor deze verschillende leiders wijzen uit dat zowel de taakleider als de motivationele leider als belangrijkste leiders gezien worden voor een optimale teamprestatie. Verder werd in deze studie ook dieper ingegaan op de rol van de kapitein. In bijna de helft van de teams werd geen enkele van deze leiderschapsrollen toegewezen aan de kapitein. In vele teams wordt de kapitein dus niet aanzien als de belangrijkste leider, noch op het veld, noch naast het veld. Andere spelers binnen het team, nemen hier de leiding op elk van deze 4 vlakken. Deze bevinding geldt binnen alle teamsporten en op alle niveaus. Ook op het hoogste niveau zijn het dus meestal andere spelers dan de kapitein, die de leiding nemen op en naast het veld. Deze resultaten roepen de vraag op welk belang gehecht wordt aan leiderschapskwaliteiten bij de selectie van de kapitein, en welke verantwoordelijkheden en verwachtingen vanuit de spelersgroep hiermee samengaan. Een volgende studie binnen mijn doctoraat zal dit aspect in meer detail onderzoeken. De resultaten van dit onderzoek benadrukken dat we niet enkel mogen focussen op de kapitein, wanneer we kijken naar leiders binnen het team. Bepalen wie de andere spelers zijn die als leider aanzien worden door hun teamgenoten, hen aanspreken op hun verantwoordelijkheid binnen het team en hen hierin begeleiden, zijn zaken die ervoor zorgen dat deze leiders hun verantwoordelijkheden nog beter zullen vervullen. Het opleiden van goede leiders binnen een team kan cruciaal zijn voor het goed functioneren van het team en is bijgevolg noodzakelijk voor een optimale teamprestatie.
1
Het belang van leidersfiguren binnen een sportteam
B.
Algemene resultaten binnen alle teamsporten
1. Inleiding Wanneer we over leiderschap spreken in een sportcontext, wordt dit meestal gerelateerd met de coach van een team. De coach heeft ongetwijfeld een belangrijke impact op de prestaties van zijn team, maar ook spelers binnen het team kunnen een belangrijke leiderschapsfunctie op zich nemen en hierdoor cruciaal worden om het team beter te laten functioneren. In deze studie richten we ons niet enkel tot de kapitein van het team, maar ook de leiderschapscapaciteiten van andere spelers binnen het team worden hier in detail onderzocht. Hierbij wordt de focus gelegd op de verschillende leiderschapsrollen die deze spelers op zich kunnen nemen en hun meest kenmerkende eigenschappen. In dit hoofdstuk bespreken we de resultaten over alle teamsporten heen. In het volgende hoofdstuk krijgt u eveneens de resultaten specifiek voor volleybal te zien.
2. Deelnemers In totaliteit vulden 4451 personen onze vragenlijst in; 3193 onder hen waren spelers, 1258 waren coach binnen hun sport. Dit grote aantal zorgt voor betrouwbare resultaten; de resultaten weerspiegelen niet de mening van enkele spelers of coaches, maar geven de situatie weer in zeer veel teams. Verder is dit een groep met een zeer grote variëteit wat betreft sport, niveau, leeftijd, zowel damesals herenteams, enz. Deze grote variëteit zorgt er ook voor dat we de resultaten kunnen terugkoppelen naar al deze verschillende groepen; zowel voor dames- als herenteams, gaande van het hoogste niveau tot recreatief niveau tot jeugdteams. Aansluitend worden ook de verschillen en gelijkenissen tussen deze groepen toegelicht. In onderstaande grafieken kan u de gedetailleerde verdeling van de deelnemers terugvinden wat betreft de beoefende sport, dames- of herenteam en het niveau waarop deze sport beoefend wordt.
2
Het belang van leidersfiguren binnen een sportteam Fig. 1 Het totaal aantal deelnemers per sport
Basketbal (1959)
Volleybal (1287)
Voetbal (589) Handbal (116) Waterpolo (99) Rugby (84)
Ijshockey (72)
Korfbal Hockey (118) (127)
Fig. 2 De verdeling tussen dames- en herenteams
Damesteams (1631)
Herenteams (2820)
Fig 3. De verdeling van de deelnemers per niveau Recreatief Jeugdteams (279) Regionaal niveau (144) niveau (311)
Hoogste niveau (267)
Nationaal & Landelijk niveau (1104) Provinciaal niveau (2346)
3
Het belang van leidersfiguren binnen een sportteam
3. Leiderschapsrollen Binnen dit onderzoek maken we een onderscheid tussen vier verschillende leiderschapsrollen die een speler op zich kan nemen. We lichten de verschillende leiderschapsrollen hierbij kort toe.
1. Taakleider “Een taakleider neemt de leiding op het veld; deze persoon helpt ons team te focussen op onze doelstellingen en helpt bij het nemen van tactische beslissingen. Verder geeft deze taakleider zijn teamgenoten raad tijdens de wedstrijd en stuurt ze bij waar nodig.”
2. Motivationele leider op het veld “De motivationele leider is de grote motivator op het terrein; deze persoon kan zijn teamgenoten aanmoedigen om tot het uiterste te gaan; ook spelers die er even onderdoor zitten, spreekt deze leider terug moed in. Kortom, alle emoties op het veld leidt deze leider in goede banen om zo als team optimaal te presteren.”
3. Sociale leider naast het veld “Deze persoon heeft een leidende rol naast het veld; deze leider zorgt ervoor dat er een goede verstandhouding en een goede sfeer heerst binnen ons team, bv. in de kleedkamer, in de cafetaria of bij sociale teamactiviteiten. Verder helpt deze leider om conflicten tussen teamgenoten naast het veld op te lossen, hij biedt een luisterend oor en wordt vertrouwd door zijn teamgenoten.”
4. Externe leider “Deze persoon vormt de link tussen ons team en mensen daarbuiten; deze leider vertegenwoordigt de belangen van ons team tegenover het bestuur. Als er zaken geregeld moeten worden met media of sponsors, leidt deze persoon dat in goede banen. Ook bij clubacties voor sponsoring is dit de persoon die de richtlijnen vanuit het bestuur naar de ploeg communiceert.”
Merk hierbij op dat het mogelijk is dat één speler binnen het team deze vier leiderschapsrollen op zich neemt; dat hij zowel een leider is op het veld als een leider naast het veld. Anderzijds is het eveneens mogelijk dat er binnen een team vier verschillende leiders zijn, die elk de leiding nemen op één van deze gebieden. De resultaten wezen uit dat ongeveer 45% van de leiders de leiding nemen op slechts één vlak. De andere leiders combineren verschillende leiderschapsrollen binnen het team. Anderzijds heeft slechts 2% van de teams een leider die de vier verschillende rollen tegelijk combineert, wat aangeeft dat in de meeste teams het leiderschap verdeeld wordt over verschillende spelers. Verder bestaat de mogelijkheid dat één of meerdere van deze leiderschapsrollen niet voorkomen in een team; bv. wanneer er geen enkele speler is die duidelijk de leiding neemt op dat vlak. De resultaten wezen echter uit dat in het merendeel van de teams de rollen van taakleider, motivationele leider en sociale leider wel werden ingevuld. De helft van de spelers en coaches gaven echter aan dat er geen speler was binnen hun team die de rol van “externe leider” vervulde. Binnen jeugdteams ontbrak deze functie zelfs in 75% van de teams. Ook deze resultaten zijn zeer gelijkend voor de verschillende sporten en de verschillende niveaus.
4
Het belang van leidersfiguren binnen een sportteam
4. Eigenschappen van de verschillende leiders In deze sectie gaan we kijken welke eigenschappen kenmerkend zijn voor de verschillende leiderschapsrollen. Verder gaan we ook na welke eigenschappen bepalend zijn of deze leider ook als een goede leider gezien wordt door zijn teamgenoten. Zowel spelers als coaches gaven de 4 leiders van hun team (taak/motivationele/sociale/externe leider) een score op 30 verschillende eigenschappen. Deze score gaf weer in welke mate de leider deze eigenschap vertoonde tegenover de andere spelers in zijn team. Zowel persoonseigenschappen (bv. leeftijd, ervaring), spelgerichte eigenschappen (bv. speeltijd, basisspeler) als gedragingen (bv. tactische communicatie, aanmoediging) maakten deel uit van deze eigenschappen. Hierbij vind u een overzicht van welke eigenschappen karakteristiek zijn voor de verschillende leiders, d.w.z. waarop deze leider het beste scoort in vergelijking met de andere leiders. Dit wil niet zeggen dat al deze eigenschappen noodzakelijk zijn om een bepaalde leider te zijn binnen een team. Wel geeft dit aan dat deze leiders, gemiddeld gezien, een grotere kans hebben deze eigenschap te vertonen. De eigenschappen die gevolgd worden door een ‘(*)’ zijn het meest bepalend voor de kwaliteit van de leider. Leiders die beter scoorden op deze eigenschappen werden ook gezien als betere leiders.
1. Taakleider Op volgende eigenschappen scoorde de taakleider het hoogst in vergelijking met de andere leiders:
-
… blijft het meeste communiceren met zijn/haar teamgenoten wanneer het team slecht speelt (*) … straalt het meeste zelfvertrouwen uit op het veld (*) Wanneer de ploeg achter staat en niemand gelooft nog in winst, is dit dé persoon die een kanteling teweeg kan brengen en de wedstrijd kan laten keren (*) … blijft het meeste communiceren met zijn/haar teamgenoten wanneer deze persoon zelf slecht speelt (*) … geeft zijn/haar teamgenoten het meeste tactische aanwijzingen tijdens de wedstrijd (*) … is de beste speler binnen het team … durft zijn/haar teamgenoten het meeste bijsturen wanneer ze iets verkeerd uitvoeren … heeft het meest aantal jaren ervaring binnen zijn sport … heeft vroeger op het hoogste niveau gespeeld … heeft de langste speeltijd tijdens de wedstrijd … mag het vaakst starten als basisspeler tijdens de wedstrijd Negatieve emoties tijdens de wedstrijd kunnen bij deze leider het sterkst worden afgeleid uit zijn/haar gezicht of houding
5
Het belang van leidersfiguren binnen een sportteam 2. Motivationele leider op het veld Op volgende items scoorde de motivationele leider het hoogst in vergelijking met de andere leiders: -
-
… moedigt zijn teamgenoten het sterkst aan tijdens de wedstrijd (*) Wanneer deze leider tijdens de wedstrijd duidelijk toont dat hij/zij erin gelooft dat het team de wedstrijd kan winnen, dan zullen de teamgenoten het meest geneigd zijn ook in winst te geloven (*) … is het meest optimistisch ingesteld (*) … blijft het meest enthousiast wanneer het team slecht speelt (*) … straalt het meeste geloof uit dat het team de wedstrijd zal winnen, als het team achter staat (*) … doet zijn/haar uiterste best voor het team op het veld (*) … blijft het meest enthousiast wanneer deze persoon zelf slecht speelt (*) … reageert het meest enthousiast wanneer het team scoort … straalt het meeste geloof uit dat het team de wedstrijd zal winnen, als het team aan de leiding staat. … roept het luidst mee wanneer er gesupporterd wordt voor het team … vertoont het meeste inzet op het veld … laat het minst snel de schouders hangen wanneer deze persoon zelf slecht speelt Positieve emoties tijdens de wedstrijd kunnen bij deze leider het sterkst worden afgeleid uit zijn/haar gezicht of houding … laat het minst snel de schouders hangen wanneer het team slecht speelt
3. Sociale leider naast het veld Op volgende items scoorde de sociale leider het hoogst in vergelijking met de andere leiders: -
… ligt het beste in de groep (*) … doet, samen met de externe leider, zijn uiterste best voor het team naast het veld (*)
4. Externe leider Op volgende items scoorde de externe leider het hoogst in vergelijking met de andere leiders: -
… doet, samen met de sociale leider, zijn uiterste best voor het team naast het veld (*) … is de oudste persoon binnen het team … speelt reeds het langst in dit team
6
Het belang van leidersfiguren binnen een sportteam
Commentaar (Bert De Cuyper) Gezien de verschillende eigenschappen die als gewenst worden gezien voor de verschillende leiderschapsrollen, is het niet verwonderlijk dat het zelden voorkomt dat één speler alle rollen opneemt. De verschillende rollen bevatten kenmerken die buiten de controle vallen van de coach, zoals – “de beste speler” of “op hoogste niveau gespeeld” als het om de taakleider gaat. Hetzelfde geldt ook voor de andere rollen: “meest optimistisch” (motivationele leider); “ligt het best in de groep” (sociale leider); “de oudste” (externe leider) zijn alle kenmerken waar de coach geen invloed op heeft. Maar anderzijds zijn er ook differentiërende kenmerken die wel door de coach kunnen gestuurd worden. Dit is zeker het geval voor de twee belangrijkste leiderschapsrollen. Enthousiasme tonen als het slecht gaat, ook dan activerende verbale lichaamstaal laten zien en horen, zijn gedragingen die door de coach in het licht gesteld en versterkt kunnen worden. Wellicht met het meeste kans op succes bij de van nature optimistische persoonlijkheden. Deze spelers kunnen bij voorkeur gecoacht worden om naar hun teamgenoten gedrag te vertonen die van hen een geschikte motivationele leider maakt. Ook de “beste speler” met de” meeste ervaring” op het “hoogste niveau” is nog geen ideale taakleider. Effectief communiceren en zelfvertrouwen uitstralen zijn niet zelden werkpunten, ook voor de meest getalenteerde spelers, die bijvoorbeeld vloekend en in zichzelf gekeerd reageren als het minder loopt, of een trieste lichaamstaal vertonen. Om deze spelers om te vormen tot ideale taakleiders kan de coach best tijd en ruimte nemen om hen te leren tactische aanwijzingen te geven in plaats van te sakkeren, of om hen te confronteren ( op training) met hun belabberde lichaamstaal. Dat de rol van externe leider in een veel kleiner percentage van de teams wordt ingevuld (in vergelijking met de taak en motivationele rol), kan deels begrepen worden vanuit de heterogeniteit van de zeer brede steekproef. Communicatie met media en sponsors zijn wellicht niet of zelden aan de orde in jeugdploegen en in teams die op provinciaal niveau spelen. Anderzijds lijkt het ook plausibel dat het op de hoogste niveaus de coach is die de rol van externe leider vervult. Of dat deze rol in de relatie met het bestuur ‘collectief’ wordt opgenomen, of door een aantal spelers in een spelersvertegenwoordiging.
7
Het belang van leidersfiguren binnen een sportteam
5. De belangrijkste leiderschapsrol ‘Als je maar één leider zou mogen kiezen, wie van deze personen zie jij als de belangrijkste leider van jullie team?’. Deze vraag werd voorgelegd aan alle spelers en coaches. Hun antwoorden staan samengevat in onderstaande figuur. Fig. 4 De belangrijkste leider
Motivationele leider (32%) Taakleider Sociale leider
(42%) Externe leider
(18%)
(8%)
Zoals de eigenschappen van taak- en motivationele leider reeds lieten uitschijnen, worden deze twee leiders als de belangrijkste leiders gezien binnen het team. Ook wanneer de spelers meerdere leiderschaprollen tegelijk op zich nemen, wordt hun taak- en motivationele functie als belangrijkste ervaren. Deze bevindingen zijn zeer gelijkend voor de verschillende sporten. De volgorde blijft behouden; in alle sporten wordt de taakleider als de belangrijkste leider gezien. Ook op alle niveaus blijven deze bevindingen gelijk; van het hoogste niveau tot het recreatieve niveau tot bij jeugdteams wordt de taakleider als de belangrijkste leider gezien. Zowel coaches als spelers hebben hier heel gelijkende percepties over; beiden zien ze de taakleider als de belangrijkste leider. Deze resultaten blijken dus zeer stabiel te zijn, zowel over sporten als over niveaus heen.
8
Het belang van leidersfiguren binnen een sportteam
6. Functie van de kapitein Gezien leiderschap binnen een team vaak geassocieerd wordt met de functie van kapitein, leek het ons interessant te onderzoeken welke van deze 4 leiderschapsrollen vervuld worden door de kapitein van het team. De volgende grafiek geeft weer hoeveel verschillende leiderschapsrollen de kapitein op zich neemt. Fig. 5 Het aantal leiderschapsrollen dat vervuld wordt door de kapitein 1 rol (37%) 0 rollen (44%)
2 rollen (15%)
4 rollen (1%)
3 rollen (4%)
Deze resultaten zijn opvallend. In slechts 1% van de teams vervult de kapitein de 4 leiderschapsrollen en neemt hij/zij zowel op als naast het veld de leiding. Daar tegenover staat dat in bijna de helft van de teams de kapitein niet als de belangrijkste leider gezien wordt, noch op het veld, noch naast het veld! In deze teams zijn het andere spelers binnen het team die de leiding op de verschillende vlakken op zich nemen. Deze bevinding blijft gelijk voor de verschillende teamsporten. In al deze sporten nemen hoofdzakelijk andere spelers dan de kapitein de leiding op de verschillende vlakken. Ook is er geen verschil op te merken tussen dames- en herenteams. Verder blijven deze resultaten ook gelijk voor de verschillende niveaus. Zelfs op het hoogste niveau wordt de kapitein vaak niet gezien als de belangrijkste leider op en naast het veld; ook hier nemen vooral andere spelers binnen het team de leiding op zich. Anderzijds neemt de kapitein in meer dan de helft van de teams wel minstens één leiderschapsrol op zich. Volgende grafiek duidt aan welke rol meestal door de kapitein wordt ingenomen. Fig 6. Het soort leiderschapsrol dat de kapitein op zich neemt 100 80 Percentage van teams waarin de 60 kapitein deze leiderschapsrol op 40 zich neemt 20
32%
25% 16%
10%
0 Taakleider
Motivationele leider
Sociale leider
Externe leider
9
Het belang van leidersfiguren binnen een sportteam Bovenstaande grafiek geeft weer dat, als de kapitein een leiderschapsrol op zich neemt, hij/zij in de meeste teams een taakleider of motivationele leider zal zijn, eerder dan een sociale of externe leider. De voornaamste rol van de kapitein situeert zich dus op het veld, eerder dan naast het veld. Belangrijk om hierbij op te merken is dat, zoals eerder al aangegeven, de balken relatief laag zijn, m.a.w. er zijn meer teams waarin deze leiderschapsrollen niet door de kapitein, maar door andere spelers binnen het team vervuld worden. Deze resultaten roepen de vraag op welk belang gehecht wordt aan leiderschapskwaliteiten bij de selectie van de kapitein. Binnen dit onderzoek blijkt dat de kapitein vaak de persoon is die het langst in het team speelt. Mogelijks speelt deze anciënniteit dus een belangrijkere rol dan leidinggevende capaciteiten bij de selectie van een kapitein. Uiteraard kunnen ook andere elementen gebruikt worden bij de selectie van een kapitein: het verzekeren van continuïteit binnen een wisselende spelerskern (bv. clubspeler), politieke druk (dochter/zoon van een bestuurslid of sponsor) of het reguleren van de groepsdynamiek (bv. objectief criterium zoals ‘oudste speler’ om conflicten te vermijden in teams met verschillende topspelers). Om hier meer duidelijkheid rond te scheppen, zal een vervolgstudie binnen mijn doctoraat dieper ingaan op de criteria die gebruikt worden om de kapitein te selecteren en daarnaast ook de verwachtingen en verantwoordelijkheden te onderzoeken die hiermee samengaan.
Commentaar (Bert De Cuyper) De resultaten met betrekking tot de functie van teamkapitein zijn toch wel verrassend. De associatie tussen de functie van kapitein en de rol als leider blijkt zwak te zijn. Zoals aangegeven door de onderzoekster, kan best verwezen worden naar de selectiecriteria voor de functie van kapitein. Andere criteria dan leiderschapsvaardigheden kunnen gehanteerd worden om een positief doel te dienen. Zo kan de keuze voor de speler met het langste clubverleden gezien worden als een strategie om de band met de trouwe clubsupporter te bewaren. Maar objectieve criteria zoals leeftijd kunnen ook aangehouden worden om probleemsituaties te voorkomen. Het lijkt bijvoorbeeld verstandig om in een team met twee toppers die beiden over de gewenste leiderschapsvaardigheden beschikken, een derde als kapitein aan te duiden op grond van een objectief controleerbaar criterium. Deze keuze is wellicht transparant voor het hele team, en kan desgewenst zonder problemen door de coach gecommuniceerd en gemotiveerd worden. Wat niet het geval is als één van de twee (of drie) toppers geselecteerd wordt, met voorspelbare spanningen en ongewenste teamdynamiek als gevolg. Wellicht heeft zo een ‘negatieve’ keuze vaak als gevolg dat de functie van kapitein een ‘ceremoniële’ zaak wordt.
10
Het belang van leidersfiguren binnen een sportteam
7. Conclusie Hoewel de focus vaak gelegd wordt op het leiderschap van de coach, geven de resultaten van deze studie aan dat ook de spelers binnen een team een belangrijke leiderschapsrol op zich kunnen nemen. Deze rol kan zich op het veld situeren, bv. in het nemen van tactische beslissingen, het bijsturen en het motiveren van de andere spelers. Maar ook naast het veld nemen bepaalde spelers de leiding; ze zorgen voor een goede sfeer binnen het team en vertegenwoordigen het team naar bestuur, media of sponsors. In de meeste teams blijkt het leiderschap verdeeld te zijn; er is niet één persoon die de verschillende leiderschapsrollen vervult, maar meerdere spelers binnen een team nemen de leiding op één of meerdere vlakken. Opvallend hierbij is dat in de meeste teams vooral andere spelers dan de kapitein gezien worden als de belangrijkste leider, zowel op als naast het veld. Deze resultaten roepen de vraag op welk belang gehecht wordt aan leiderschapskwaliteiten bij de selectie van de kapitein, en welke verantwoordelijkheden en verwachtingen vanuit de spelersgroep hiermee samengaan. Een volgende studie binnen mijn doctoraat zal dit aspect in meer detail onderzoeken. Als we kijken naar de eigenschappen van de verschillende leiders, zien we dat zowel de taakleider als de motivationele leider de leiding nemen in zaken als communicatie op het veld en enthousiasme. Verder kunnen ze een kanteling teweeg brengen wanneer het team achter staat en zorgen ze ervoor dat hun teamgenoten hun schouders niet laten hangen maar steeds in winst blijven geloven. Coaches en spelers zien de taakleider en de motivationele leider dus als de belangrijkste leiders voor het optimaal functioneren van hun team. De resultaten van dit onderzoek benadrukken dat we niet enkel mogen focussen op de kapitein, wanneer we kijken naar leiders binnen het team. Bepalen wie de andere spelers zijn die als leider aanzien worden door hun teamgenoten, hen aanspreken op hun verantwoordelijkheid binnen het team en hen hierin begeleiden, zijn zaken die ervoor zorgen dat deze leiders hun verantwoordelijkheden nog beter zullen vervullen. Het opleiden van goede leiders binnen een team kan cruciaal zijn voor het goed functioneren van het team en is bijgevolg noodzakelijk voor een optimale teamprestatie. Toch mogen we niet te snel conclusies trekken uit deze resultaten. Het zou immers kunnen zijn dat de kapitein andere functies heeft binnen het team, naast diegenen die hier werden besproken. Ook bestaat de mogelijkheid dat deze kapitein wel degelijk leidinggevende capaciteiten heeft, maar niet als dé beste leider gezien wordt. Toch blijft het opvallend dat de kapitein in bijna de helft van de teams, ondanks zijn status van kapitein, op niet één van deze vlakken als dé beste leider wordt aanzien. Voorlopig is het echter giswerk naar de juiste oorzaken. Een vervolgstudie binnen mijn doctoraat zal hierover meer duidelijkheid brengen. Hopelijk zal u hier met evenveel enthousiasme aan deelnemen!
11
Het belang van leidersfiguren in volleybalteams
C.
Resultaten specifiek binnen volleybal
1. Deelnemers – volleybal In totaliteit namen 1287 personen, actief in de volleybalwereld, deel aan onze studie. In onderstaande grafieken kan u de gedetailleerde verdeling van de deelnemers terugvinden wat betreft de verdeling speler/coach, dames- of herenteam en het volleybalniveau. Fig. 7 Het totaal aantal deelnemers binnen volleybal
Spelers (919) Coaches (368)
Fig. 8 De verdeling tussen dames- en herenteams
Herenteams (521) Damesteams (766)
12
Het belang van leidersfiguren in volleybalteams Fig 9. De verdeling van de deelnemers per niveau
Jeugdteams Recreatief (73) niveau (55)
Hoogste niveau (43) Nationaal & Landelijk niveau (263)
Regionaal niveau (169)
Provinciaal niveau (684)
2. Leiderschapsrollen in volleybalteams Binnen dit onderzoek maken we een onderscheid tussen vier verschillende soorten leiders; taakleider, motivationele leider, sociale leider en externe leider. Deze rollen werden reeds in detail toegelicht in het eerste deel. De resultaten, specifiek binnen volleybal, wezen uit dat ongeveer 44% van de leiders de leiding neemt op slechts één vlak. De andere leiders combineren verschillende leiderschapsrollen binnen het team. Anderzijds heeft slechts 2% van de teams een leider die de vier verschillende rollen tegelijk combineert, wat aangeeft dat in de meeste teams het leiderschap verdeeld wordt over verschillende spelers. Verder bestaat de mogelijkheid dat één of meerdere van deze leiderschapsrollen niet voorkomen in een team; bv. wanneer er geen enkele speler is die duidelijk de leiding neemt op dat vlak. De resultaten wezen echter uit dat in het merendeel van de teams de rollen van taakleider, motivationele leider en sociale leider werden ingevuld. In 41% van de teams was er echter geen externe leider. Deze laatste bevinding verschilde binnen volleybal tussen jeugd- en seniorenteams. In jeugdteams was er slechts in 22% van de teams een externe leider, daar waar deze functie in seniorenteams in 61% van de teams werd ingevuld.
13
Het belang van leidersfiguren in volleybalteams
3. De belangrijkste leider in volleybalteams ‘Als je maar één leider zou mogen kiezen, wie van deze personen zie jij als de belangrijkste leider van jullie team?’. Deze vraag werd voorgelegd aan alle spelers en coaches. Hun antwoorden staan samengevat in onderstaande figuur. Fig. 10 De belangrijkste leider in volleybalteams
Motivationele leider (36%) Taakleider
Sociale leider
(40%) Externe leider
(17%)
(8%)
In volleybalteams worden de taakleider en de motivationele leider als belangrijkste leiders gezien.
4. Functie van de kapitein binnen volleybal De resultaten binnen volleybal zijn zeer gelijkend aan de resultaten binnen de andere teamsporten. De volgende grafiek geeft weer hoeveel verschillende leiderschapsrollen de kapitein op zich neemt binnen volleybalteams. Fig. 11 Het aantal leiderschapsrollen dat vervuld wordt door de kapitein
1 rol (36%) 0 rollen (42%) 2 rollen (17%)
4 rollen (1%)
3 rollen (4%)
14
Het belang van leidersfiguren in volleybalteams In slechts 1% van de teams vervult de kapitein de 4 leiderschapsrollen en neemt hij/zij zowel op als naast het veld duidelijk de leiding. Daar tegenover staat dat in bijna de helft van de teams de kapitein niet als de belangrijkste leider gezien wordt, noch op het veld, noch naast het veld! In deze teams zijn het andere spelers binnen het team die de leiding op de verschillende vlakken op zich nemen. Deze bevindingen blijven gelijk voor zowel dames- als herenteams, en eveneens voor de verschillende niveaus. Zelfs op het hoogste niveau blijkt de kapitein vaak niet de belangrijkste leider op en naast het veld; ook hier nemen vooral andere spelers binnen het team de leiding op zich. Anderzijds neemt de kapitein in meer dan de helft van de teams wel minstens één leiderschapsrol op zich. Volgende grafiek duidt aan welke rol meestal door de kapitein wordt ingenomen. Fig 12. Het soort leiderschapsrol dat de kapitein op zich neemt 100 80 Percentage van teams waarin de 60 kapitein deze leiderschapsrol op 40 zich neemt 20
33% 25% 16%
11%
0 Taakleider
Motivationele leider
Sociale leider
Externe leider
Bovenstaande grafiek geeft weer dat, als de kapitein een leiderschapsrol op zich neemt, hij/zij in de meeste volleybalteams een taakleider of motivationele leider zal zijn, eerder dan een sociale of externe leider. De voornaamste rol van de kapitein situeert zich dus op het veld, eerder dan naast het veld. Belangrijk om hierbij op te merken is, zoals eerder al aangegeven, dat ook in volleybal de balken relatief laag zijn, m.a.w. er zijn meer teams waarin deze leiderschapsrollen niet door de kapitein, maar door andere spelers binnen het team vervuld worden.
15
Het belang van leidersfiguren in volleybalteams
Vertaling naar het veld door topcoach Brecht Van Kerckhove -
Headcoach Noliko Maaseik (2012-2013) Assistent-trainer Noliko Maaseik (2008-2012) Trainer Beachvolleybalteam Mouha-Gielen Assistent-trainer bij Nationale damesteam (2009-2010) Voordien nog trainer Rapid Denderhoutem, Brabantse selectie, universitaire ploeg KU Leuven, dames Lennik
In mijn team vind ik het belangrijk dat elke speler zowel taakgerichte als motiverend gerichte taken kan uitvoeren op het veld. Uiteraard zal de ene van nature uit dat makkelijker doen dan de andere, maar ik verwacht dat elke speler daar zijn bijdrage in levert. Zo kan, als het bij 1 speler die dag wat minder gaat, een andere inspringen en wat meer verantwoordelijkheid nemen. Volleybal bestaat uit verschillende aspecten en op die manier kan je als trainer de taken wat verdelen; bv. libero stuurt tactisch bij in receptie-opdrachten, middenspeler in blok-acties. En zo geldt dat ook op motiverend vlak. Want uit ervaring merk ik dat een speler makkelijker reageert op een speler waar hij een goede band mee heeft. En die is dus voor elke speler misschien anders. Beide taken zijn volgens mij ook te trainen en bijgevolg verwacht ik dat elke speler die taken deels kan uitvoeren. Het is voor mij niet noodzakelijk dat mijn kapitein uitblinkt in één van deze twee leiderseigenschappen. In tegenstelling tot wat de resultaten aangeven, ligt de taak van een kapitein voor mij dus wel meer naast het veld dan op het veld. Een sociale leider is meer karakter gebonden in mijn ogen en bijgevolg ook minder te trainen. Daar verlang ik wel dat mijn kapitein deze eigenschap bezit. En met sociale eigenschap bedoel ik niet dat mijn kapitein verantwoordelijk is voor de sfeer in de groep, maar wel dat hij door elke speler wordt geaccepteerd en gerespecteerd, hij is als het ware hun vertrouwenspersoon. Als coach kom je namelijk niet in de kleedkamer of sta je niet mee op het veld, maar het is wel uiterst belangrijk dat je als coach weet wat er in je groep leeft en beweegt. Je hoeft als coach niet in detail te weten wat elke speler doet en laat, maar als zijn gedrag invloed heeft op het team, dan moet je wel op de hoogte te zijn. En daar verwacht ik dus van mijn kapitein dat hij die speler bijstuurt en/of meedeelt aan de trainer. Een kapitein is voor mij in de 1ste plaats een link tussen de spelers en de trainer. Een goede sfeer in de kleedkamer houden, is mijn inziens geen taak voor de kapitein. Het verwondert me dan ook niet dat veel trainers de oudste speler kiezen of degene die al het langst in het team speelt omdat zij de club al goed kennen en zeker ook weten wat kan en niet kan op topniveau. Op het hoogste niveau is het uiteraard niet de taak van de spelers om externe leiderstaken te gaan vervullen. Die liggen meer bij de trainer of teammanager.
16
Het belang van leidersfiguren in volleybalteams
Vertaling naar het veld door topcoach Julien Van De Vyver -
2005-2012; elk jaar deelname aan EK jeugd/junioren als coach 2007: EYOF jeugd in Belgrado: Goud 2009: EK jeugd in Rotterdam: Goud 2009: EYOF jeugd in Finland: Brons 2009: WK jeugd in Thailand: Brons 2010: Olympisch jeugdkampioen in Singapore Opleiden van jonge talenten tot topspelers/speelsters binnen een project in samenwerking met andere coaches. 2009-…: Assistent-trainer Kieldrecht (in deze periode 3 x landskampioen en 2x bekerkampioen)
Je hebt enerzijds de kapitein die voor mij rationeel moet zijn en de zaken goed kunnen inschatten. Verder moet deze kapitein goed kunnen communiceren naar de coach en naar zijn/haar team toe. De kapitein moet ook uitstraling hebben en het respect van de ploeg genieten. Belangrijke kwaliteiten van de kapitein zijn eveneens dat zij/hij de groep moet kunnen sturen, de rust in de groep bewaren en mensen in een bepaalde richting doen denken. Daarnaast heb je iemand die extrovert is op het veld en tijdens het spel de groep moet kunnen sturen. De groep agressief, alert, strijdvaardig en gecontroleerd houden zonder dat zijn/haar eigen spel daaronder leidt. Verder heb je leiders nodig per onderdeel: de libero in zijn domein, de setter zijn domein, de middenspeler in zijn domein, enz. Je hebt ook iemand nodig die in moeilijke momenten de bal kan en durft opeisen; diegene die het beslissende punt kan maken onder stress en druk. Daarnaast heb je ook iemand nodig die de anderen durft en kan pushen tot een beter niveau. Iedereen moet dat van elkaar aanvaarden. Dit gedrag is aan te leren. Er zijn dus vele specifieke vormen van leiderschap, elk van deze belangrijk om tot een optimale teamprestatie te komen.
17
De oorzaken van teamvertrouwen in volleybalteams
D.
De oorzaken van teamvertrouwen in volleybalteams
In dit hoofdstuk presenteren we de resultaten van een eerdere studie binnen mijn doctoraat die de oorzaken van teamvertrouwen bij spelers en coaches onderzocht, dit specifiek binnen volleybal. Teamvertrouwen; het vertrouwen van spelers dat ze met hun team een bepaald doel kunnen bereiken, blijkt uit voorgaand onderzoek een cruciale factor te zijn voor een optimale teamprestatie. Hoogstwaarschijnlijk hebt u dit zelf op een volleybalveld reeds meegemaakt; spelers die in winst blijven geloven en zo een haast onmogelijke achterstand nog recht zetten, of anderzijds spelers die alle vertrouwen in hun team verliezen, hun hoofd laten hangen en zo hun “geloof in verlies” bevestigd zien in de uitslag van de wedstrijd. Gezien de belangrijke link met prestatie onderzochten we in deze studie welke factoren dit teamvertrouwen veroorzaken. Wat maakt dat spelers rotsvast geloven dat ze de wedstrijd gaan winnen en wat zorgt ervoor dat ze alle vertrouwen verliezen en hun hoofd laten hangen?
1. Deelnemers In totaliteit namen 2365 personen, actief in de volleybalwereld, deel aan onze studie. In onderstaande grafieken kan u de gedetailleerde verdeling van de deelnemers terugvinden wat betreft de verdeling speler/coach, dames- of herenteam en het volleybalniveau. Fig. 13 Het totaal aantal spelers, coaches en personen die beide functies combineren
Coaches (603) Spelers (1083)
Speler & Coach (679)
Fig. 14 De verdeling tussen dames- en herenteams
Herenteams (983)
Damesteams (1382)
18
De oorzaken van teamvertrouwen in volleybalteams
Fig 15. Het niveau van de deelnemende spelers en coaches uit herenteams Jeugd (103)
Liga A (77)
Gewestelijk (56)
Liga B (60) 1ste nationale (73)
3de provinciale (110)
1ste landelijke (122)
2de provinciale (225)
2de landelijke (145) 1ste provinciale (147)
Fig 16. Het niveau van de deelnemende spelers en coaches uit damesteams Ereklasse (101)
Jeugd (229)
Gewestelijk (120)
1ste nationale (49) 1ste landelijke (119)
2ste landelijke (122)
4de provinciale (91)
3de
1ste provinciale (221)
provinciale (236) 2de provinciale (233)
19
De oorzaken van teamvertrouwen in volleybalteams
2. Resultaten In deze studie onderzochten we wat de belangrijkste indicatoren waren van teamvertrouwen. Wat maakt dat spelers blijven geloven in winst en anderzijds wat maakt dat ze ervan overtuigd zijn dat ze de wedstrijd gaan verliezen. Daartoe vroegen we eerst aan 33 expertcoaches wat volgens hen de mogelijke oorzaken zijn van dit teamvertrouwen. Op basis van hun antwoorden werd een lijst samengesteld met 40 mogelijke oorzaken van dit teamvertrouwen. Vervolgens werd de grote groep van 2365 coaches en spelers gevraagd deze 40 mogelijke oorzaken een score te geven tussen -3 en +3, die weergaf in welke mate dit gedrag of deze situatie een effectieve voorspeller was van het vertrouwen dat hun team de wedstrijd zou winnen of verliezen. Dit gebeurde op volgende manier: Als dit gedrag of deze situatie zich stelt… … ben ik er vast van overtuigd dat we deze wedstrijd gaan winnen. (= score 3) … heeft dit geen invloed op mijn geloof in winst of verlies. (= score 0) … ben ik er vast van overtuigd dat we deze wedstrijd gaan verliezen. (= score -3)
De analyses resulteerden in volgende top 5 van belangrijkste oorzaken van dit teamvertrouwen. 1. Het team komt heel enthousiast samen na een gewonnen punt (bv. intensiteit, snelheid bijeen komen, geluid yell). 2. Leidersfiguren op het veld geloven erin dat de wedstrijd zal gewonnen worden en stralen dit ook uit. 3. Er wordt enthousiast gesupporterd tussen de rally’s, zowel door bankspelers als door spelers op het veld. 4. De spelers communiceren veel tussen de rally’s in (bv. elkaar aanmoedigen). 5. De vorige wedstrijd tegen dezelfde tegenstander werd gewonnen
Anderzijds zijn er ook factoren die dit teamvertrouwen negatief kunnen beïnvloeden. Hieronder vindt u de top 5 van belangrijkste oorzaken van gebrek aan teamvertrouwen. 1. Bij een fout van een ploegmaat reageert een speler kwaad en gefrustreerd. 2. Eén of meer spelers vertonen moedeloze lichaamstaal na een verloren punt bv. ‘nee’-schudden, naar de grond kijken, gebogen houding. 3. Een speler durft geen moeilijke opties meer nemen (bv. geen lange afstandpas door setter, te eenvoudige opslag) 4. Bij een fout van een ploegmaat negeert een speler deze i.p.v. hem/haar een schouderklopje te geven. 5. Eén of meerdere spelers maken fouten tegen afspraken (bv. ballen in andere zones verdedigen).
20
De oorzaken van teamvertrouwen in volleybalteams
3. Conclusies Opmerkelijk hierbij is dat zowel coaches als spelers dezelfde factoren aangaven als belangrijkste voorspellers van dit teamvertrouwen. Verder werd geen verschil gevonden in deze percepties tussen de verschillende niveaus en tussen dames- en herenteams. Zelfs de leeftijd en het aantal jaren ervaring hadden geen invloed. Dit maakt dat deze bevindingen gelden voor de meeste volleybalteams. Daarnaast kunnen we concluderen dat de belangrijkste oorzaken steeds het gedrag van de spelers weergeven. Binnen de 40 items zaten ook heel wat items gaande over de prestatie van het team, bv. ‘Het team staat aan de leiding/staat achter bij de technische time-out van 16ptn’ of ‘Binnen eenzelfde rotatie verliest het team 3 of meer punten op rij door fouten in receptie’. De resultaten wezen uit dat coaches en spelers gedragsfactoren echter als belangrijkere voorspeller voor het teamvertrouwen zien dan de teamprestatie. Voorgaande bevindingen bieden mogelijkheden om het teamvertrouwen van de spelers te beïnvloeden en te verhogen, om zo de prestatie van uw team te optimaliseren. Om dit te bereiken suggereren deze resultaten dat enthousiasme en communicatie de belangrijkste factoren zijn. Zeker wanneer het team aan het verliezen is, wordt communicatie des te belangrijker om een kanteling teweeg te brengen. Daarnaast komt ook hier weer het belang van leidersfiguren naar voor. Aansluitend op de voorgaande studie rond leiderschap blijkt ook hier dat een goede leider, die zijn teamvertrouwen op het veld duidelijk laat blijken, een belangrijke factor is voor een optimale teamprestatie.
Indien u meer gedetailleerde informatie wenst over deze studie naar oorzaken van teamvertrouwen binnen volleybal, verwijs ik u graag door naar het reeds gepubliceerde artikel: “Yes, we can!”: Perceptions of collective efficacy sources in volleyball. http://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/02640414.2011.653579
21
De oorzaken van teamvertrouwen in volleybalteams
Vertaling naar het veld door topcoach Brecht Van Kerckhove Meerdere studies tonen aan dat zelfs een “gemaakt” gedrag het gevoel of ‘state of mind’ kan veranderen. Als je coach vertrouwen uitstraalt zal je team dat ook makkelijker oppikken. En dat geldt dus voor alle prominente figuren in het team. Het is dus heel belangrijk dat zij een positieve en vertrouwensvolle uitstraling hebben. Het is bijgevolg belangrijk te weten als coach welke spelers die impact hebben op anderen, anders kan het een omgekeerd effect hebben. In die optiek is het ook belangrijk te coachen met positieve opdrachten in tegenstelling tot; “je mag NIET”… in het net slaan of missen. Als trainer is het meestal niet zo moeilijk om de kantelmomenten van winst naar verlies aan te voelen of te zien omslaan, maar wel om de juiste reactie te geven om het toch terug in winstkansen om te draaien. Daar is het heel belangrijk je spelers te kennen en ook te weten wat hun triggerpunten zijn. Op de eerste plaats blijft sport ook sport en daar geldt meestal de wet van de sterkste en/of slimste. Daarmee bedoel ik dat je nog zo positief en vol vertrouwen kan zijn; als je tegenstander beter is, dan zal je het verlies moment heel moeilijk kunnen omdraaien.
Vertaling naar het veld door topcoach Julien Van De Vyver Teamvertrouwen start bij een sterk leidersfiguur op het veld. Iemand die het team kan laten geloven dat winnen kan. De coach heeft hier een belangrijk aandeel, maar de natuurlijke leider van de ploeg ook. Vertrouwen in een team ontstaat wanneer de rol en de verantwoordelijkheden van en voor iedereen duidelijk zijn. Vertouwen komt er ook wanneer iedereen zich fysiek en mentaal goed voelt. Een andere factor is veel balcontrole en spelcontrole te hebben. Dan weet iedereen dat je na een foutje kan terugvallen op een standaard die stabiliteit garandeert. Je moet je ploeg ook in een bepaalde flow krijgen. Zij moeten geloven dat wanneer je team op die manier speelt het eigen niveau maximaal is en dat zo de tegenstrever mentaal onder druk gezet wordt. Ik geloof sterk in agressief extrovert spel gekoppeld aan rationaliteit en spelcontrole. Fysieke uitstraling en communicatie zijn belangrijke parameters.
22
De oorzaken van teamvertrouwen in volleybalteams
E.
Over de auteurs
Katrien Fransen -
-
-
Doctoraatsproject binnen de onderzoekslijn ‘Sportpsychologie en Coaching’ aan de KU Leuven (2010 - 2014) o “Predicting performance in team sports with dynamic measures of collective efficacy: The moderating role of team identification and leadership” Docent praktijk en theorie volleybal – KU Leuven Coach universitair volleybalteam KU Leuven (2009 - …) Assistent-coach Nationaal jeugdteam & Nationaal junioren team volleybal (2010 - 2011) Academische diploma’s o Master Lichamelijke Opvoeding en Bewegingswetenschappen – Afstudeerrichting Sportpsychologie en Coaching o Licentiaat Fysica o Geaggregeerde voor het hoger secundair onderwijs Trainer A volleybal
Bert De Cuyper -
-
-
Docent sportpsychologie aan het Departement Bewegingswetenschappen van de KU Leuven. Behaalde een doctoraat in het domein van de persoonlijkheidspsychologie Auteur van verschillende boeken over communicatie- en emotiemanagement, op de eerste plaats bedoeld voor trainers en coaches van prestatiesporters. Recent verscheen bij Lannoocampus "De Psychologie van de Topsporter". Praktiserend sportpsycholoog. Wat teamsporten betreft, zijn er de professionele ervaringen in basketbal, korfbal en vooral in volleybal, met een samenwerking met de coaches van Zellik, Zonhoven, Roeselare, Maaseik en de Nationale Herenploeg. Voorzitter van de Vlaamse vereniging voor Sportpsychologie (VVSP) Lid van het Bloso Expertenplatform Sportpsychologie.
23