2 HERINNERINGEN AAN EDEN De oude volken kenden de wereld van voor de vloed
V
olgens de overleveringen van de Iroquoi-indianen uit Noord-Amerika was er in het begin een paradijselijk eiland, dat zweefde in de lucht. Daarop leefden de eerste man en vrouw – de ‘vrouw uit de lucht’ en de ‘man uit de lucht’. Ze leefden in blijdschap en rust; niemand stierf er en niemand had verdriet. In het midden van het eiland was een boom die licht gaf, omdat de zon nog niet geschapen was. Deze mythe van de Iroquoi (die ook wel Irokezen worden genoemd)1 roept onmiddelijk herinneringen op aan Adam en Eva, de eerste man en vrouw uit het bijbelboek Genesis. Zij leefden in een paradijselijke tuin met daarin de ‘boom des levens’. Is het mogelijk dat deze indianenstam het over dezelfde geschiedenis heeft? Het lijkt er wel op, want er zijn meer overeenkomsten. Volgens de mythe werd de ‘vrouw uit de lucht’ zwanger, terwijl dat niet de bedoeling was. Toen ze dit aan haar man vertelde, werd hij woedend. Hij rukte de lichtgevende boom aan stukken, waardoor er een groot gat ontstond in het midden van het eiland. De vrouw was nieuwsgierig en gluurde in het gat – in de verte zag ze het water dat de aarde bedekte. Haar man gaf haar een duwtje, waardoor zij uit de hemel viel en op aarde terechtkwam. Een letterlijke ‘zondeval’. Op de aarde schiep de vrouw de sterren, de maan en de
58
De wereldwijde vloed
zon. Vervolgens baarde ze twee zonen: Sapling – hij werd vriendelijk en aardig, en Flint – hij was ruw en kil. Toen de zonen groter geworden waren, begonnen ze de aarde te vullen met dieren en planten die zij schiepen. Sapling schiep goede en handige dingen, maar Flint schiep alleen slechte dingen. Flint werd jaloers op Sapling en uiteindelijk brak er een gevecht uit, waarbij Sapling zijn broer Flint overwon – iets wat sterke herinnering oproept aan hoe Kaïn zijn broer Abel doodde. Flint was echter geen mens, maar een god, en kon daarom niet sterven. Hij moest voor straf zijn leven doorbrengen op de rug van een schildpad… In sommige versies van de Iroquoimythe begint Sapling vervolgens de eerste ‘sterfelijke’ mensen te scheppen. Hij begon met een mannelijk wezen en blies in zijn mond, waardoor de mens tot leven kwam, en zei tot hem: ‘Jij beheert alles wat geschapen is.’ De eerste man keek rond en zag dat er een tuin was met mooie vruchten en hij hoorde de vogels fluiten. Vervolgens schiep Sapling een vrouwelijk wezen, en zei tegen de man dat hij met haar moest trouwen en goed voor haar moest zorgen. Hij gaf hun vervolgens nog één belangrijke waarschuwing: ze moesten goed op het fruit passen. Bovendien waren slechts enkele bomen voor hen bestemd – ze mochten niet aan de bomen komen die niet voor hen bedoeld waren. Ten slotte vermelden de Iroquoi nog een interessant gegeven: toen de man en vrouw ’s nachts sliepen, kwam Sapling
2. Herinneringen aan Eden
59
naar hen toe en haalde een rib uit de man en de vrouw en verwisselde deze; hij plaatste de mannelijke rib in de vrouw en de vrouwelijke rib in de man. Hierdoor werden ze werkelijk één. Toen de man en vrouw wakker waren geworden, vertelde Sapling hun dat zij een belangrijk echtpaar waren: hun nageslacht zou de hele wereld bevolken. 2.1 Terugkerende concepten in scheppingsmythen
We zagen in het vorige hoofdstuk hoe de geschiedenis van de wereldwijde vloed bij praktisch alle volken bekend is. Het is niet meer dan logisch dat diezelfde volken dan ook herinneringen moeten hebben aan de wereld van voor de vloed (de zogenaamde ‘antediluviale wereld’ – ante betekent ‘voor’ en diluvium betekent ‘zondvloed’). De mythe van de Iroquoi is een sprekend voorbeeld van zo’n vervaagde mythe over de hof van Eden Mythen die op het eer– het paradijs waar Adam ste gezicht volslagen en Eva leefden, in peronzinnig lijken, blijken fectie harmonie met hun opeens begrijpelijk als Schepper. Het verhaal we ze plaatsen in het rammelt aan alle kanlicht van Genesis. ten, maar kent een sterke echo van allerlei zaken die te vinden zijn in Genesis. Als we aannemen dat mythen in veel gevallen geen verzinsels zijn, maar aangedikte of gemythologiseerde beschrijvingen van werkelijke gebeurtenissen, dan vallen veel zaken op hun plek. Mythen van talloze volken die op het eerste gezicht volslagen onzinnig lijken, blijken opeens begrijpelijk als we ze plaatsen in het licht van Genesis.
60
De wereldwijde vloed
Zo zien we in de oorsprongsverhalen van volken van alle werelddelen de volgende concepten terugkeren: • De mensheid begon met een goddelijk geschapen eerste man en vrouw. • De allereerste man of vrouw werd geschapen vanuit de bouwstenen van de aarde (aarde, stof, modder of klei) en de schepper blies het leven in met zijn adem (zie Genesis 2:7).2 • De allereerste man en vrouw woonden in een paradijs of omsloten tuin (zie Genesis 2:8).3 • De allereerste man en vrouw stonden in verbinding met één of twee bomen of werden geschapen uit die bomen (zie Genesis 2:9).4 • Er was sprake van een slang of draak bij de boom of bomen (zie Genesis 3:1,15).5 • De allereerste man en vrouw verloren de hemelse status en werden uit het paradijs verbannen (zie Genesis 3:22-24).6 In dit hoofdstuk zullen we stilstaan bij een aantal opvallende ‘herinneringen aan Eden’. 2.2 De scheppingsdagen
Om te beginnen menen veel volken dat er ooit een goddelijke schepping was. Veel volken in de oudheid geloofden dat deze schepping relatief recent had plaatsgevonden en dat de aarde slechts enkele duizenden jaren oud was.7 Wat het echter des te interessanter maakt, is dat veel volksmythen overeenkomsten bevatten met het verslag in Genesis, waarin God de aarde schept in zes dagen, en op de zevende dag zijn scheppingswerk staakt. Soms is dit concept verwaterd tot zes of zeven ‘scheppingsfasen’. Het scheppingsverhaal uit het oude Soemer en Babylonië, de ‘Enûma Elish’, beschrijft een schepping door zes opvolgende ‘generaties van goden’, gevolgd door goddelijke rust. De schep-
2. Herinneringen aan Eden
61
pingen van de goden lopen ruwweg parallel aan de schepping volgens Genesis; de Enûma Elish begint met de schepping van het licht en eindigt met de schepping van de mensheid.8 Volgens een Etruskische mythe schiep de scheppingsgodheid de aarde in zes perioden van 1000 jaar. Volgens de mythe werden in de eerste periode de hemel en aarde geschapen; in de tweede periode het firmament; in de derde periode de zeeën; in de vierde de zon, maan en sterren; in de vijfde de dieren en in de zesde de mens.9 Dit lijkt sterk op wat de Perzische Avesta (onderdeel van de godsdienstige literatuur van de Meden en Perzen, red.) zegt; namelijk dat Ormazd de aarde schiep ‘door zijn woord’ in zes perioden van 1000 jaar. De volgorde is hier wel enigszins afwijkend: de hemel en sterren werden in de eerste periode geschapen; het water en de wolken in de tweede periode, in de derde periode de aarde en de bergen, in de vierde periode de bomen en planten, in de vijfde periode de dieren en in de zesde periode de mens. 10 2.3 De boom des levens
Van de scheppingsweek gaan we naar het paradijs, de hof van Eden genoemd, waar volgens de Bijbel de eerste man en vrouw geplaatst werden. We zullen hierna inzoomen op de personen en gebeurtenissen in de hof, maar eerst staan we stil bij de bomen. Hoewel er in de hof van Eden talloze bomen stonden, worden er in de Bijbel twee expliciet genoemd: de boom des levens en de boom van kennis van goed en kwaad. De boom des levens staat symbool voor het leven in contact met de Schepper. De mens mocht vrijuit van de boom eten, enkel van de boom van kennis mochten zij niet eten. Satan kwam in de vorm van de slang bij de bomen en zette Eva aan om te eten van de enige boom die hun verboden was. De boom des levens is in vele culturen op aarde terug te vinden. 11 We gaan allereerst naar Mesopotamië, waar we de boom des levens vinden op een zegel uit het oude Assyrië. Het zegel
62
De wereldwijde vloed
toont de boom met aan weerszijden een man en een vrouw, terwijl ze hun hand uitstrekken naar het fruit. Achter de vrouw is een slang zichtbaar. 12 Een soortgelijk concept zien we bij de oude Soemeriërs, die meenden dat de boom des levens in het land van Dilmun (het paradijs) zou hebben gestaan.
De boom des levens op een Assyrisch zegel, met achter de vrouw de slang.
De boom des levens verwaterde in Mesopotamië tot een losstaand, religieus symbool. De boom werd sterk geassocieerd met goddelijkheid. Vaak werd er bovendien een adelaar boven de boom afgebeeld – een symbool voor onsterfelijkheid, kracht en moed. In sommige gevallen, zoals in de Assyrische godsdienst, werd de koning van het land naast de boom afgebeeld met het hoofd van een adelaar. Daarmee werd gesuggereerd dat de koning in verbinding stond met de boom in het paradijs en dat hij deel had aan de goddelijke onsterfelijkheid. Ook in het oude China is de boom des levens te vinden; daar werd hij regelmatig afgebeeld met een vogel aan de top en een slang of draak erin. In Sanxingdui in Sechuan, China, hebben archeologen een uit 1200 voor Christus daterend heiligdom teruggevonden met daarin grote bronzen bomen. Eén van de meest opmerkelijke bomen in het heiligdom is 3,8 meter hoog, met takken vol fruit en vogels, en een draak die om de stam ge-
2. Herinneringen aan Eden
63
kruld zit. 13 De oude Chinezen geloofden daarnaast dat bepaalde boomvruchten (vooral perziken) onsterfelijkheid zouden bewerken.
De Assyrische weergave van de boom des levens, op een reliëf dat zichtbaar was achter de troon van koning Assurnasirpal.
De Egyptenaren waren ook bekend met de boom des levens. Volgens de Egyptische mythologie is het eerste mensenpaar, Isis en Osiris, ontstaan uit deze boom. 14 De Egyptenaren zagen de boom als de plek waar le-
De Grieken beeldden de boom des levens af als een appelboom in een paradijs, met een om de stam gekrulde slang.
64
De wereldwijde vloed
ven en dood elkaar raken – een duidelijke verwijzing naar de boom des levens, die tot leven leidde, en de boom van kennis, die leidde tot de dood. Bij de Grieken zien we de boom des levens afgebeeld in een paradijs, dat zij de ‘Hof van de Hesperiden’ noemden. De boom werd afgebeeld als een appelboom met De Griekse weergave van de boom des levens. een om de stam gekrulde slang, terwijl mensen van haar vruchten eten. In het uiterste noorden van Europa noemde men de boom des levens ‘Yggdrasil’, vaak afgebeeld met een slang of draak aan de wortel. De Noordse mythologie beschrijft zelfs hoe het eerste mensenpaar werd geschapen uit twee bomen (we komen hier later op terug). Onder Centraal-Aziatische stammen kent men de Khanboom die de moeder van alles zou zijn, en de aarde en hemel verbond. 15 In het boeddhisme werd de boom des levens de ‘Bodhiboom van Leven en Kennis’ genoemd, en hij bevond zich in het paradijs, Nirwana. 16 Boeddha zou, zoals we overigens in meer religies zien, de
Weergave van het paradijs en de boom des levens in een boeddhistisch heiligdom.
De rest van dit hoofdstuk maakt geen deel uit van dit leesfragment.