Informatie mbt stof Anatomie voetverzorging uit Bakens & Zadkine eindtermen
Voetverzorging
Focus bekken
Beenderen onderste extremiteiten
http://www.memorizer.net/nl/menselijk_lichaam/skelet/0
Oefening locatie beenderen in menselijk lichaam
extreem = uiterste
Onderste Extremiteiten = onderste ledenmaten
• Bekkengordel (pelvis) • Benen • Voeten
Onderste ledenmaten
os = bot
- Oorsprong- en aanhechtingsplaats voor spieren
- Steun geven aan het lichaam en organen
- Beschermen organen buikholte
Functie bekkengordel
-> spreek: kok-siks;
- Startbeen (os coccygis)
van het Griekse woord voor koekoek vanwege vorm van koekoeksnavel
-> ‘sacre dieu’
- Heiligbeen (os sacrum)
- 2 Heupbeenderen (1 os coxa, 2 ossa coxae)
Wordt gevormd door
De bekkengordel
A B C D E F G
G Darmbeen Heiligbeen Gewrichtsholte van dijbeen (kogelgewricht) Schaambeen = pubis schaamvoeg (van kraakbeen, tussen 2 schaambeenderen) Zitbeen = os ischii Startbeen = os coccyx
(os pubis)
Plaats waar de 3 beenstukken samenkomen: gewrichtskom van het heupgewricht = heupkom
(os ischii)
= een vergroeiing van oorspronkelijk 3 beenstukken - Darmbeen (os ilium) - Zitbeen - Schaambeen
Het heupbeen
Het heupbeen
B: Darmbeen D: Schaambeen E: Zitbeen
Skelet van het bekken, vooraanzicht 1=heiligbeen, 2=darmbeen, 3=zitbeen, 4=schaambeen (4a=corpus, 4b=ramus superior (richting hoofd), 4c=ramus inferior (aan staartzijde), 4d=tuberculum pubicum), 5=symfyse (schaambeensvoeg), 6=heupkom, 7=foramen obturatum, 8=staartbeen, rode stippellijn= linea terminalis
op plaats waar de 3 beenstukken (darm-, zit-, schaambeen) samenkomen
heupkom
heupkom
HEUPKOM = heupgewricht
kraakbeen; verbind de 2 heupbeenderen aan de voorkant
1 schaamvoeg (symphysis pubica): kraakbeenvergroeiing uit vezelig
2 heilgbeen- darmbeengewrichten (articulatio sacro-iliacale): bijna onbewegelijk strafgewricht tussen darmbeen (#2) en heiligbeen (#1)
Verbindingen in de bekkengordel
KAN JE IN DE ZIJ VOELEN!!!
-> Van dorens ontspringen verschillende spieren en pezen
– Waaronder achterste-onderste darmbeendoorn (spina iliaca posterior inferior)
(spina iliaca posterior superior)
– Darmbeenkam eindigt in achterste-bovenste darmbeendoorn
• Aan achterkant
(spina iliaca anterior inferior)
– Hieronder, vlak boven heupkom voor-onderste darmbeendoorn
–
– Darmbeenkam eindigt aan de voorkant in de voor-bovenste darmbeendoorn (spina iliaca anterior superior)
• Met darmbeenvleugel (ala ossi ilii) = de bovenste, vleugelvormige delen v.h.darmbeen • Langs de bovenrand van de darmbeenvleugel: darmbeenkam (crista iliaca) = rand van vleugel • Aan voorkant
Darmbeen
VOORAANZICHT
zitbeenknobbel
Darmbeendoorn voor onderste
Darmbeendoorn voor bovenste
darmbeenvleugel darmbeenkam darmbeendoorn
Darmbeendoorn achter onderste
zitbeenknobbel
heupbeendoorn
Darmbeendoorn voor onderste
Darmbeendoorn voor bovenste
Darmbeendoorn achter bovenste
(#3)
- zitbeen aan onderkant bekkengordel - aan onderkant zitbeen: zitbeenknobbel (tuber ischiadicum) - aan zitbeenknobbel aantal bovenbeenspieren bevestigd
heupkom
Zitbeen
heupkom
(os sacrum)
& Startbeen (os coccygis )
Startbeen = stuitje • bestaat uit 3 – 4 vergroeide wervels • Kan boven bilspleet gevoeld worden • Functie: Aanhechtingspunt voor pezen en spieren van bekkenbodem (-> continentie = blaasontleding; defecatie = ontlasting), bekken, bil en heupgewricht • Functie: schokdemper bij neerzitten
‘Heilig’: veel zenuwen voor onderste benen; bij beschadiging verlamming
Heiligbeen • grootste bot van de wervelkolom • driehoekig van vorm • een versmelting van 3 of 5 (soms 6) vergroeide wervels • loopt uit in het staartbeen via licht bewegelijke gewricht (kraakbeenverbinding)
Heiligbeen
HEILIGBEEN STARTBEEN
‘Heilig’: uitgang van veel zenuwen voor onderste benen; bij beschadiging verlamming
Let op zenuwen die bij heiligbeen uittreden!
- Soms, heel zelden ontwikkelt zich de start nog
- Ooit, in het verleden tijdens de ontwikkeling tot de huidige mens was startbeen begin van een echte start
- Heeft hedendaags geen startfunctie meer
Startbeen (os coccygis )
Endeldarm & anus
startbeen
Heiligbeen
schaam been
blaas
NA ZWANGERSCHAP: BEKKENBODEMOEFENINGEN!!!
baarmoeder
Belangrijk voor continentie en defecatie
Startbeen: Aanhechtingspunt voor pezen en spieren van bekkenbodem
Vrouw
De gewrichten van de bekkengordel spelen dus niet alleen een rol ten aanzien van de statistiek van de romp in stand of bij de dynamiek tijdens het gaan, maar hebben ook duidelijk een functie bij de partus.
Deze verschillen hebben te maken met de zwangerschap en vooral de geboorte, omdat de foetus met het in verhouding grote hoofd in eerste instantie boven de bekkeningang is gelegen en deze moet passeren teneinde het bekken te bereiken om vervolgens dit te verlaten via de bekkenuitgang.
Het mannelijk bekken is smaller en hoger, het vrouwelijk bekken is breder en staat meer naar boven open .
Man
schaambeen
Test jezelf! Welke delen herken je?
Lijst met alle spieren van de mens: http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_spieren_van_de_mens
Focus op bekken
Gewrichten onderste extremiteiten
• Zona orbicularis • Band van Poupart
femorale)
• Darmbeen – dijbeenband (lig. Ilio – femorale) • Schaambeen – dijbeenband (lig. pubis –
(lig. ischii – femorale)
Banden / ligamenten • Zitbeen – dijbeenband
Beenderen • Heupbeenkom (acetabulum) • Dijbeenkop (caput femoris)
Heupgewricht / articulatio coxae
• Kogelgewricht • Gewrichtskom + dijbeenhoofd • Gewrichtskom vergroot door kraakbeenrand (labrum articulare) aan zijkant kom • Gewricht omgeven door gewrichtskapsel
Heupgewricht
Het betreft hier een zogenaamd kogelgewricht, waardoor het bovenbeen ten opzichte van het bekken in nagenoeg alle richtingen kan bewegen. Hierdoor is het mogelijk het bovenbeen ten opzichte van het bekken naar voren te bewegen, dit wordt buigen (flexie) van het heupgewricht genoemd. Het naar achteren bewegen wordt het strekken (extensie) genoemd. Het bovenbeen van het bekken afvoeren (naar buiten bewegen) wordt abductie en het bovenbeen ten opzichte van het bekken aanvoeren (naar binnen bewegen) wordt adductie genoemd. Tenslotte kan het bovenbeen naar binnen (endorotatie) en naar buiten (exorotatie) worden gedraaid.
Heupgewricht
kraakbeenrand
heup
dijbeenhals
dijbeenkop
(teruggetrokken)
Gewrichtskapsel
kraakbeenrand
heupkom
Ronde dijbeenband
dijbeenkop
Gewrichtskapsel: van heupbeen rondom gewrichtkom hecht aan onderste deel van dijbeenhals Hecht aan voorkant bij tussendraaierslijn + achterkant bij tussendraaierskam
Bij volwassenen is het naar binnen draaien evenals het naar buiten draaien van het bovenbeen beperkt tot 30°. Jonge kinderen kunnen het bovenbeen 50° naar binnen en naar buiten draaien.
Hierdoor is het buigen beperkt tot 100°, het strekken tot 20°, het afvoeren tot 40° en het aanvoeren tot 30°.
De bewegingen van het heupgewricht worden in feite alleen beperkt door het gewrichtskapsel.
• -
Net als bijna alle gewrichten heeft de heup een soort jasje, het gewrichtskapsel. Het gewricht is omgeven door gewrichtskapsel. Het gewrichtskapsel wordt verstevigd door banden. Dit kapsel is aan de binnenzijde bekleed met slijmvlies. Het slijmvlies zorgt voor aanmaak van gewrichtsvloeistof en voeding van het kraakbeen.
Gewrichtskapsel
Een dwarsdoorsnede van het heupgewricht. Duidelijk zichtbaar is, dat de heupkom een groot gedeelte van de kop omvat. Over de kop en de kom ligt een klein laagje kraakbeen. De spieren zijn rood gekleurd.
Zona orbicularis (= ringband van Weber), gevormd door kapsel Vergelijkbaar met ‘knoopsgat’ rond dijbeenhals, met dijbeenkop als ‘knoop’
kraakbeen rand
Gewrichts kapsel ligament
- ter versterking
- bindweefselband
andere ligamenten in het lichaam: waarmee organen en ingewanden zijn bevestigd en met elkaar zijn verbonden
-een stevige, taaie band, in de regel van fibreus weefsel, waarmee beenderen zijn verbonden
Definitie ligament: = stevige verbinding tussen twee lichaamselementen
Gewrichtsband = ligament
& bepalen van bewegingsuitslagen
Ter versterking van heupgewrichten
gevormd door kapsel ; vergelijkbaar met ‘knoopsgat’ rond dijbeenhals, met dijbeenkop als ‘knoop’; functie: handhaven van lage luchtdruk binnen de kapsel waardoor de skeletdelen binnen de kapsel worden bijeengehouden
- Ringband van Weber / zona orbicularis
Loopt van schaambeen naar dijbeen
- Schaambeen-dijbeenband (lig. pubofemorale)
Loopt van zitbeen naar dijbeen
- Zijbeen-dijbeenband (lig. ischiofemorale)
Het sterkste band in het lichaam; loopt van darmbeen naar dijbeen
Buiten de kapsel (extracapsulair) - Darmbeen-dijbeenband (lig. Iliofemorale)
van dwaarse heupskomband naar dijbeenhoofd; ter versterking gewricht
- Ronde dijbeenband (lig.capitis femoris)
van voor naar achteren lopend, ter vergroting van heupkom aan onderkant Loopt van darmbeen naar dijbeen
Binnen de kapsel (intracapsulair) - Dwaars heupkomband (lig.transversum acetabuli)
Gewrichtsbanden
Ronde dijbeenband (lig.capitis femoris)
Dwaars heupkomband (lig.transversum acetabuli)
Intracapsulaire gewrichtsbanden
Ronde dijbeenband (lig.capitis femoris)
Dwaars heupkomband (lig.transversum acetabuli)
lig. iliofemorale
Darmbeen - dijbeenband
lig. pubofemorale
Zijbeen - dijbeenband lig. ischiofemorale
Schaambeen- dijbeenband
Extracapsulaire gewrichtsbanden
Darmbeen - dijbeenband lig. iliofemorale
Zijbeen - dijbeenband lig. ischiofemorale
Schaambeen- dijbeenband lig. pubofemorale
- Verbinding tussen voorste bovenste darmbeendoorn met schaambeen - ter stabilisatie buikwand - Onder liesband door lopen zenuwen, bloedvaten en spieren naar bovenbeen
Liesband (Band van Poupart)
Lijst met alle spieren van de mens: http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_spieren_van_de_mens
Focus op bekken
Spieren onderste extremiteiten
m. = musculus, de spier (E: muscle; NL: spier)
o = oorsprong van spier a = aanhechting van spier w = werking spier b = bijzonderheden
Afkortingen
Heupspieren
b: lende-heupbeenspier bestaat uit 2 delen, functie van de 2 spieren zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden; zij zijn deels metelkaar vergroeid; is de krachtigste heffer van het bovenbeen
w: voorwaartsheffen, naar buiten draaien (darmbeenspier), naar binnen draaien (grote lendenspier) van het heupgewricht
a: kleine draaier van het dijbeen
o: Grote lendespier: 12e borstwervel en 1e t/m 4e / 5e lendenwervel Darmbeenspier: darmbeenvleugel (* zie wikipedia) en voorste onderste darmbeendoorn
• Grote lendespier (m. psoas major) • Darmbeenspier (m.iliacus)
Lende – Heupbeenspier (m. iliopsoas)
o: Grote lendespier
o: achterkant darmbeenvleugel, heiligbeen en lendepeesblad a: achterkant dijbeen onder de grote draaier w: bovenste deel: afvoeren dijbeen onderste deel: aanvoeren dijbeen; Hele spier: -strekt been in heupgewricht (zoals bij recht opstaan) en draait het been naar buiten - Excentrische contractie: bij traplopen; bij opstaan uit zithouding
Grote bilspier (m.gluteus maximus)
musculus stapedius = kleinste lichaamsspier, zit vast aan het stijgbeugeltje in het binnenoor
Kauwspier = tweede grootste lichaamsspier (#2)
Grote bilspier = grootste lichaamsspier (#1)
o: achtervlak van darmbeenvleugel onder grote bilspier a: grote draaier van het dijbeen w: Afvoeren, voorwaarts en achterwaarts hebben; naar binnen en buiten draaien van het dijbeen in het heupgewricht
Middelste bilspier (m.gluteus medius)
o: achtervlak van darmbeenvleugel onder grote bilspier a: grote draaier van het dijbeen w: zoals middelste bilspier
Kleine bilspier (m.gluteus minimus)