Voedingsadviezen na een buismaagoperatie
Albert Schweitzer ziekenhuis april 2015 pavo 1125
Inleiding De diëtiste is bij u langs geweest om met u te bespreken waar u met uw eten en drinken rekening mee moet houden nu u geopereerd bent aan uw slokdarm. Bij de operatie is een deel van zowel uw slokdarm als maag verwijderd. Met het overblijvende deel van uw maag is een nieuwe verbinding gemaakt tussen het halsgedeelte van uw slokdarm en uw darmen. Deze verbinding wordt een buismaag genoemd.
De slokdarm zorgt ervoor dat het voedsel van de mond naar de maag gaat. Een operatie aan de slokdarm heeft dan ook ingrijpende gevolgen voor het eten en drinken. In deze folder geven we u adviezen om problemen met het eten en drinken zo klein mogelijk voor u te maken.
Voeding na uw operatie Sondevoeding Na de operatie mag u de eerste zeven dagen niets eten en drinken. U krijgt in deze periode wel sondevoeding. Sondevoeding is een vloeibare voeding die alle energie, eiwitten, vitamines, mineralen en spoorelementen bevat die uw lichaam nodig heeft. Zodra uw arts dat goed vindt, mag u beginnen met de vloeibare voeding langzaam uit te breiden naar vaste voeding.
Het kost tijd om te wennen aan de buismaag. Ten slotte is daarmee uw maag-darmkanaal veranderd. Door te beginnen met sondevoeding, kunt u rustig aan leren: hoe groot de porties zijn die u per keer kunt eten ervaren hoe het eten door de buismaag gaat hoe u uw voeding goed kunt verdelen over de dag hoe u kunt omgaan met minder eetlust en een sneller verzadigd of vol gevoel.
1 van 7
In overleg met de diëtist en de chirurg wordt de sondevoeding afgebouwd of zo nodig gewijzigd in samenstelling. Na de operatie hebben de meeste patiënten na ontslag uit het ziekenhuis nog enige tijd (’s nachts) sondevoeding nodig. Hoe lang deze aanvullende sondevoeding thuis nodig is, verschilt per persoon. Soms is nog twee weken sondevoeding nodig, een enkele keer zes maanden. Bijna iedereen met een buismaag heeft zes maanden na de operatie geen aanvullende sondevoeding meer nodig. Veel kleine maaltijden Door de operatie is de inhoud van uw maag een stuk kleiner geworden: ongeveer een derde van uw oude maag. Dit komt overeen met de inhoud van een soepkom (250 - 300 ml). Daardoor kunt u minder eten per keer/maaltijd dan u gewend bent. U kunt snel een vol gevoel krijgen en soms verdwijnt het hongergevoel helemaal. Hier kunt u vooral de eerste zes maanden na uw operatie last van hebben. Een jaar na de operatie heeft de helft van de mensen met een buismaag weer hun hongergevoel terug. Hoewel u sneller een vol gevoel kunt hebben of helemaal geen trek, is het wel belangrijk dat u toch elke 1½ - 2 uur iets eet of drinkt. Als u zes tot negen kleine maaltijden goed verspreid over de dag gebruikt, krijgt u voldoende voedingsstoffen binnen. De voedingsstoffen zijn belangrijk voor u om goed van uw operatie te kunnen herstellen. In principe mag u alles eten en drinken. Eet rustig en kauw goed Hierdoor is de kans op verslikken en/of het niet willen zakken van het voedsel het kleinst en kan de voeding zo goed mogelijk verteerd worden.
2 van 7
Slikklachten of pijnlijke slokdarm Moeilijk slikken De eerste zes weken na uw operatie kan uw keel (nog) gevoelig zijn. Daardoor kan slikken voor u moeilijk zijn. Voedingsadviezen bij slikproblemen Gebruik (tijdelijk) gemalen of vloeibare voeding. Laat warme gerechten afkoelen tot kamertemperatuur en gebruik geen erg koude producten. Gebruik geen zure, scherp gekruide of extreem zoete of zoute producten. Gebruik zachte producten (zoals zacht fruit, gekookte groente, puree, pasta, brood zonder korst, cake). Heeft u bij het doorslikken van uw eten en drinken pijn die erger wordt? Of kunt u uw eten niet goed meer doorslikken (‘passeren’)? Dan is er misschien littekenweefsel rond de halsnaad ontstaan en is de doorgang van de buismaag te klein geworden is. De halsnaad is de plek waar het deel van uw slokdarm is weggehaald. Bespreek deze ‘passageklachten’ dan met uw chirurg.
Dumping Door de operatie kan de sluitspier van uw maag niet meer aanwezig zijn of niet goed meer werken. Dan komen het eten en drinken sneller en in grotere hoeveelheden dan normaal in de dunne darm terecht. Dit wordt dumping genoemd. U kunt dan last krijgen van misselijkheid, buikpijn, darmkrampen, braken, diarree, hartkloppingen, zweten, neiging tot flauwvallen en beven/trillen. De klachten zullen vanzelf minder worden, maar kunnen wel enkele uren aanhouden. Het kan helpen om even te gaan liggen.
3 van 7
Tips om dumpingklachten te voorkomen: Gebruik zes à negen kleine maaltijden goed verspreid over de dag. Drink hooguit één glas of kopje bij uw maaltijden, anders spoelt het voedsel te snel naar de dunne darm. Neem uw voor- en nagerechten een uur voor of na uw maaltijd. Snel opneembare suikers Dumpingklachten kunnen ook ontstaan als u te veel 'snel opneembare' suikers heeft gebruikt, zoals 'gewone' suiker en vruchtensuiker. Wees daarom matig met limonade, vruchtendranken/sappen, frisdranken, snoep en koek en de hoeveelheid suiker in uw koffie en thee. Suiker wordt ook verwerkt in voedingsmiddelen als cake, ontbijtkoek, gebak, koekjes en zoet beleg. Gebruik daarom niet te veel van deze producten. Melk(producten) Ook in melk zit snel opneembare suiker (lactose). Als u veel melk drinkt of in uw eten verwerkt, kan ook dat dumpingklachten veroorzaken. We raden u aan om dagelijks maximaal twee tot drie melkproducten te gebruiken (in totaal 300 - 450 ml). Gebruikt u meer melk(producten) en heeft u klachten? Verminder dan de hoeveelheid melkproducten tot de aanbevolen hoeveelheden. Blijft u klachten houden? Probeert u dan eens (deels) zure melkproducten, zoals karnemelk en yoghurt. Meestal worden die beter verdragen, omdat ze minder lactose bevatten. Verdraagt u helemaal geen melkproducten meer, overleg dan met uw diëtist in het ziekenhuis. Zij kan u adviseren over een lactosebeperking.
4 van 7
Ondervoeding voorkomen Ondervoeding is een tekort voor het lichaam aan eiwitten, energie of andere voedingsstoffen, zoals vitamines en mineralen. Ondervoeding kan ontstaan na een ziekte of operatie door te weinig te eten. Het kan ook ontstaan doordat het lichaam meer voedingsstoffen nodig heeft dan anders om goed te kunnen herstellen van een ziekte of operatie. Misschien vindt u enkele kilo’s afvallen wel prettig. Toch is het beter om de eerste maanden na uw operatie niet af te vallen. Verlies van lichaamsgewicht tijdens de herstelfase betekent namelijk niet alleen verlies van vet. Vooral lichaamsweefsel zoals spieren worden minder. Daarnaast werken organen minder goed. Hierdoor geneest de wond slechter en kunnen er infecties optreden. U herstelt minder snel en kunt zich minder goed voelen. Daarom is het belangrijk dat uw gewicht in de periode van herstel stabiel blijft. Als u toch afvalt, kunt u proberen uw voeding energierijker te maken. Energie is de brandstof voor uw lichaam. Tips om uw voeding energierijker te maken: Smeer dik boter of margarine op brood en broodvervangers. Beleg elke boterham ruim met volvette kaas of niet te magere vleeswaren. Kies voor volle melk en volle melkproducten. Voeg geen water toe bij de bereiding van jus of saus en gebruik een ruime portie. Voeg eventueel (ongeklopte) slagroom toe aan koffie, pap, vla, yoghurt, soep e.d. Gebruik tussendoor een hartige of zoete snack zoals een kroket, zalmsalade, haring, gebakje, plak cake en plak ontbijtkoek met boter of margarine. Voeg suiker of honing toe aan koffie, thee, pap, yoghurt e.d.
5 van 7
Kies voor energierijke dranken. Beperk het gebruik van energiearme dranken zoals (mineraal)water, bouillon, thee en koffie zonder suiker/melk en light frisdrank.
Na uw operatie is het ook belangrijk om ruim eiwitten te gebruiken. Eiwitten zijn de bouwstoffen voor lichaamscellen. Deze zijn nodig voor de opbouw, het onderhoud en het herstel van lichaamsweefsel, zoals spieren en organen. Dierlijke producten zoals vlees, vis, kip, gevogelte, melk, karnemelk, yoghurt, vla, pap, kwark, (smeer)kaas en ei zijn rijk aan eiwitten. Maar ook tahoe, tempé, vegetarische vleesvervangingen en peulvruchten (zoals witte en bruine bonen) bevatten veel eiwitten. Tips om uw voeding eitwitrijker te maken: Beleg brood royaal met hartig beleg. Probeer tussendoor eens een handje vol nootjes, een toastje met hartig beleg of een stukje kaas of worst uit het vuistje te nemen. Als u melk niet lekker vindt, probeer dan eens chocolademelk of yoghurtdrank. Neem vla, pudding, yoghurt of kwark (een uur na de warme maaltijd) als nagerecht en liever geen fruit. Als warm vlees u tegen staat, probeer dan eens koude vleeswaren bij de warme maaltijd zoals rollade, fricandeau en ham. Een andere mogelijkheid is een koude salade van bijvoorbeeld vlees, aardappelen of pasta en groente maken en dit in plaats van de warme maaltijd eten. Voeg eens geraspte kaas toe aan bijvoorbeeld groenten, aardappelen, soep of pastagerechten.
6 van 7
Drinkvoeding Drinkvoeding is een vloeibare, aanvullende of complete voeding. Soms is het na een buismaagoperatie moeilijk om met alleen ‘gewone’ voedingsmiddelen uw gewicht op peil te houden of alle noodzakelijke voedingsstoffen binnen te krijgen. Dan kan het nodig zijn uw voeding aan te (blijven) vullen met een drinkvoeding. Ook als u na uw operatie weer meer kunt gaan doen en meer lichamelijke inspanningen heeft, kan het moeilijk zijn om voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen. Daarom kan het nodig zijn uw voeding aan te (blijven) vullen met drinkvoeding. Uw diëtist kan u helpen met de keuze van drinkvoeding (welke soort en hoeveel) die u dagelijks nodig heeft voor een volwaardige voeding. Een deel van de mensen met een buismaag gebruikt een jaar na de operatie nog steeds aanvullende drinkvoeding.
Tot slot Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Belt u dan gerust naar de afdeling Diëtetiek, tel. (078) 654 28 49. We beantwoorden graag uw vragen.
7 van 7