Voedingsadvies na een buismaagoperatie
2
Inhoudsopgave Functie slokdarm en maag..................................................... 5 Voedingsproblemen............................................................... 6 Kleine maag............................................................................ 7 Gewichtsverlies....................................................................... 8 Passageklachten..................................................................... 12 Oprispingen............................................................................ 14 Slijmvorming........................................................................... 15 Dumping.................................................................................. 16 Diarree.................................................................................... 19 Obstipatie (moeilijke stoelgang).............................................. 20 Praktische adviezen en suggesties........................................... 21
3
Inleiding Deze richtlijn is gemaakt om u zo goed mogelijk te informeren over de voeding na een buismaagoperatie. Deze operatie kan problemen met eten met zich meebrengen. De voedingsproblemen verschillen van persoon tot persoon. Niet iedereen krijgt dezelfde klachten. Het kan voorkomen dat de dingen bij u anders verlopen dan in deze richtlijn staat beschreven. In deze richtlijn komen mogelijke voedingsproblemen aan bod. Verder staan adviezen beschreven hoe u hier het beste mee om kan gaan en bij wie u hiervoor terecht kan. Kijk steeds naar wat in uw situatie van belang is. Deze richtlijn is ook gericht op klachten en/of voedingsproblemen te verminderen of te voorkomen. Tevens is de brochure gericht op het behouden van een goede voedingstoestand, in de periode NA een buismaagoperatie. Hierbij zijn de algemene richtlijnen voor een goede voeding buiten beschouwing gelaten. Wanneer er geen sprake meer is van voedingsproblemen en een stabiel gewicht is bereikt, kunt u via de site van het voedingscentrum en/of het KWF algemene richtlijnen terugvinden over de schijf van 5/spelregels goede voeding. De volgende onderwerpen komen aan bod • Functie slokdarm en maag • Voedingsproblemen • Kleine maag • Gewichtsverlies • Passageklachten • Oprispingen • Slijmvorming • Dumping • Diarree • Praktische adviezen en suggesties
4
Functie slokdarm en maag De slokdarm heeft als enige functie het doorgeslikte voedsel naar de maag te transporteren. Vertering en opname van enige betekenis vindt in de slokdarm niet plaats. De maag is een belangrijk orgaan, niet zozeer vanwege de vertering van voedsel maar vooral als opslagruimte van voedsel. In de maag wordt het voedsel gemalen, vermengd met maagsap en daarna langzaam afgegeven aan de dunne darm. Bij een buismaagoperatie wordt van de maag een buis gemaakt die wordt opgetrokken om een nieuwe slokdarm te vormen. De resterende maag is dan ook een stuk kleiner dan voorheen. Hierdoor is de opslagcapaciteit van de maag vanzelfsprekend ook kleiner.
5
Voedingsproblemen Het niet goed kunnen eten, kan veel gevolgen hebben. Een buismaagoperatie brengt een verandering in de spijsvertering met zich mee. Dit kan leiden tot voedingsproblemen. Het spijsverteringskanaal past zich na de operatie aan de nieuwe situatie aan. Dit kan echter enige tijd duren. Het is daarom de moeite waard om producten die vlak na de operatie last geven, na een paar weken opnieuw te proberen. Meestal kan men een aantal producten na verloop van tijd weer verdragen. Sommige patiënten zijn in staat om hun eetgewoonten aan te passen en weten zelf op den duur het beste wat goed en minder goed gaat. Anderen houden blijvende voedingsproblemen. Na de operatie hebben sommige patiënten na ontslag uit het ziekenhuis nog enige tijd (‘s nachts) sondevoeding nodig. Sondevoeding is een vloeibare, complete voeding die energie, eiwitten, vitamines, mineralen en sporenelementen levert. In overleg met de diëtist en de chirurg wordt de sondevoeding afgebouwd of zonodig gewijzigd in samenstelling. Hoelang u na ontslag sondevoeding nodig heeft verschilt per persoon Hieronder worden de meest voorkomende voedingsproblemen beschreven met bijbehorende adviezen. Het kan voorkomen dat deze adviezen terugkomen bij verschillende voedingsproblemen. Ook kan het voorkomen dat de adviezen elkaar tegenspreken. Ga dan voor uzelf na van welk probleem u de meeste hinder ondervindt en houd u aan de betreffende adviezen.
6
Kleine maag Bij een buismaagoperatie wordt van de maag een buis gemaakt die wordt opgetrokken om een nieuwe slokdarm te vormen. De resterende maag is dan ook een stuk kleiner dan voorheen. De inhoud van een buismaag is ongeveer 1/3 van de oude maag. Dit komt overeen met de inhoud van een soepkop (250-300 ml). Als gevolg hiervan kunt u na een kleine maaltijd al het gevoel hebben verzadigd te zijn. Hierdoor is het moeilijk om aan voldoende voedingsstoffen te komen. Voedingsadvies bij snelle verzadiging • Eet overdag en ‘s avonds elke 2 uur iets en verdeel de voeding over minstens zes tot negen kleine maaltijden. • Gebruik liever zo weinig mogelijk soep, bouillon, koffie of thee, deze geven snel een vol gevoel maar leveren geen of nauwelijks voedingsstoffen.
7
Gewichtverlies en voedingsadviezen Door voedingsproblemen, spanningen, vermoeidheid en pijn kan de eetlust afnemen. Eten kan meer tijd kosten dan voorheen. Wanneer u minder eet en drinkt dan het lichaam nodig heeft, valt u af. Na een operatie is er juist een verhoogde behoefte aan energie om te herstellen. Gewichtsverlies is vrijwel niet te voorkomen. Ongeveer tien procent gewichtsverlies na een buismaagoperatie is normaal in de eerste weken tot maanden na de operatie. Vaak wordt na drie tot vier maanden een stabiel gewicht bereikt. Gewichtsverlies kan een slap en futloos gevoel geven. Uw conditie lijdt eronder, uw weerstand wordt minder en herstel na de operatie kan langer duren. Weegt u zich één keer per week op een vast tijdstip van de dag, dan kunt u goed bijhouden of uw gewicht stijgt of daalt. Als u meer dan 3 kg per maand afvalt, raden wij u aan contact met diëtist op te nemen. Bij gewichtsafname kunt u samen met de diëtist bekijken hoe uw voeding aangepast kan worden. Na een operatie is er ook een verhoogde behoefte aan eiwit in de voeding. Eiwitten zijn bouwstoffen voor het lichaam. Het lichaam heeft eiwit nodig voor de opbouw van lichaamsweefsel zoals spieren, organen en bloed. Tijdens ziekte en herstel is eiwit erg belangrijk voor groei van nieuw weefsel en voor het behouden of weer opbouwen van uw spierkracht. Welke producten bevatten eiwitten? • Melk en melkproducten: (karne)melk, chocolademelk, (drink) yoghurt, vla, pap, kwark, milkshake, roomijs en kaas • Vlees en vleeswaren, vis, kip/gevogelte, ei en eierproducten • Soja producten, zoals tempeh en tahoe • Peulvruchten, zoals bruine bonen, witte bonen en capucijners • Pinda’s en noten • In beperkte mate in brood, groenten, aardappelen en graanpro dukten
8
Verhoog de hoeveelheid energie en eiwit in de voeding. Dit kunt u op de volgende manieren doen • Verdeel de voeding over de hele dag. • Gebruik regelmatig kleine maaltijden, bijvoorbeeld elke twee uur, door iets extra’s te gebruiken bij de koffie/thee (een koekje, gebak of juist iets hartigs zoals blokje kaas, toastje met vis). • Kies voedingsmiddelen die veel energie bevatten, dat wil zeggen veel vet en/of suiker. • Pas op voor producten die wel een vol gevoel geven, maar geen of weinig calorieën leveren zoals bouillon, koffie, thee, fruit en rauwkost. Beperk het gebruik van deze producten. • Kies volvette producten zoals volle melk, chocolademelk en volle yoghurt. • Besmeer brood dik met dieetmargarine en gebruik een ruime portie hartig beleg • Energie-en eiwitrijke belegsoorten kunnen zijn: kaas met stroop, pindakaas met banaan, omelet met ham/kaas/spek, salades (huzaren-, eier-, krab- en dergelijke), haring, paling, paté, worst soorten, salami, volvette smeerkaas en zachte Franse kaassoorten. • Voeg suiker toe aan bijvoorbeeld pap. • Gebruik producten die veel calorieën bevatten zoals vruchtensappen, drinkyoghurt of chocolademelk. • Voeg dieetmargarine of room toe aan aardappelpuree, groenten en pap. • Verwerk ongeklopte slagroom, crème fraîche of zure room in pap, vla, yoghurt, vruchtenmoes, soep, sauzen en koffie. Ongeklopte room geeft minder snel een vol gevoel. • Wissel koude en warme, zoete en hartige gerechten af. • Kies vettere vlees en vissoorten zoals saucijzen, schouderkarbonade, worst, doorregen runderlappen, speklappen, paling, haring of makreel met een vette jus of saus erbij. • Neem de tijd voor de maaltijden en ga er rustig voor zitten.
9
Lukt het desondanks niet om op gewicht te blijven dan kan de diëtist u aanraden specifieke energierijke voedingsmiddelen te gaan gebruiken. Voor al deze producten geldt dat uw diëtist u kan aangeven welke voor u geschikt zijn en waar u ze kunt krijgen. Zij kan u ook een overzicht verstrekken van alle merken en soorten. De kosten worden in principe vergoed via de ziektekostenverzekeraar aangezien het hier een medische indicatie betreft. De diëtist kan een aanvraag voor vergoeding indienen bij uw zorgverzekeraar. Voorbeelden van energierijke voedingsmiddelen zijn • Voedingssuiker (Fantomalt): een speciale suiker die net zoveel energie levert als gewone suiker, maar niet zo zoet smaakt. Daardoor kunt u er meer van gebruiken. Deze voedingssuiker is ook verkrijgbaar via de drogist. • Energierijke en eiwitrijke drinkvoeding: dit is een volledige, kant- en klare drinkvoeding, meestal gebruikt als aanvulling op wat u eet en drinkt. Deze is verkrijgbaar in diverse zoete smaken op basis van melk, yoghurt of vruchtensap. Daarnaast zijn er ook hartige dranken verkrijgbaar zoals soep. De diëtist kan in overleg met u bepalen welke dieetvoeding voor u het meest geschikt is en de benodigde hoeveelheid vaststellen. U krijgt op die manier toch alle voedingsstoffen en energie die u nodig heeft. • Aanvullende energierijke bijvoeding: dit is speciale bijvoeding in poedervorm, die te verwerken is tot een heldere drank of te mengen is met vloeibare gerechten als yoghurt, vruchtensap en dergelijke. Aangezien u na de buismaagoperatie gedurende enkele dagen en soms langere tijd niet op de gewone wijze mag eten, wordt gestart met sondevoeding. Sondevoeding kan de normale dagelijkse voeding geheel vervangen maar u kunt sondevoeding ook als aanvulling naast uw gewone voeding gebruiken om gewichtsverlies te voorkomen.
10
Voldoende lichaamsbeweging Een goede voeding alleen kan het lichaam niet herstellen. Ook voldoende lichaamsbeweging is daarbij belangrijk. Niet bewegen zorgt ervoor dat de spieren in het lichaam in omvang afnemen. Om uw spiermassa zoveel mogelijk te behouden of te laten toenemen is het wenselijk elke dag te bewegen zodra de wonden genezen zijn en u dit fysiek/lichamelijk weer kunt. Voor meer informatie over specifieke training en revalidatie kunt u contact opnemen met uw huisarts of de stichting voor patiënten met kanker aan het spijsverteringskanaal (www.spks.nl)
11
Passageklachten Passageklachten wil zeggen dat het voedsel niet wil zakken en/of blijft steken in de keel of achter het borstbeen. Na een buismaagoperatie waarbij een halsnaad is gemaakt kunnen er passageproblemen ontstaan omdat de verbinding tussen de buismaag en het restant van de slokdarm nauw wordt door vorming van littekenweefsel. Deze klachten kunnen worden verholpen door de vernauwing tijdens een endoscopisch onderzoek op te rekken met een opblaasbare ballon. Vaak krijgt u voor dit onderzoek een roesje. Voedingsadviezen bij passageklachten/slikklachten • Zorg dat u tijdens en vlak na het eten rechtop zit, zodat het voedsel beter kan zakken. • Neem de tijd voor het gebruik van de maaltijden. Eet langzaam en kauw goed. • Maak frequent gebruik van kleine maaltijden. Dit wil zeggen dat u naast de hoofdmaaltijden ook tussenmaaltijden moet gebruiken. Gebruik ongeveer 6 tot 9 kleine maaltijden per dag. • Snijd voedsel heel fijn. Dit om te voorkomen dat delen van voedingsmiddelen kunnen blijven steken zoals: - Harde korsten en hard gebakken vlees (zoals bij de barbecue). - Harde brokjes (zoals harde stukjes fruit, niet gare (nieuwe)aardappelen en grotere stukjes groente) - Zuurtjes, dropjes, nootjes en toffees; - Plakkerige voedingsmiddelen (zoals wit brood en niet gare pannenkoeken); - Stukjes bot in diverse vleessoorten - Visgraten. • Gebruik brood zonder korst met smeerbaar beleg. • Indien brood problemen geeft, bijvoorbeeld doordat het een bal wordt, kunt u het vervangen door beschuit of crackers. • De warme maaltijd kunt u fijn maken met de blender of staafmixer.
12
• • •
Gebruik vloeibare voeding zoals pap, vla of een drinkontbijt. Ook kan kant en klare baby-of peutervoeding overwogen worden. Kies voor pastagerechten met een saus. Neem eens vis, kip of ei in plaats van runder-of varkensvlees. Gemalen of vloeibare voeding bevat minder calorieën. Om dit aan te vullen kunt u gebruik maken van diverse producten. Vraag de diëtist hierbij om advies.
13
Oprispingen/reflux Normaliter komt het voedsel na het doorslikken in de slokdarm terecht. Op het eind daarvan, net voor de maag, zit een klepje. Deze opent zich even om wat voedsel door te laten naar de maag en sluit zich meteen weer. Dit is nodig om te vermijden dat een deel van de maaginhoud weer terug in de slokdarm komt, ook wel reflux genoemd. Bij een buismaagoperatie wordt dit klepje weggenomen. Voedsel en/of verteringssappen zoals maagzuur en gal gaan zo makkelijker de verkeerde kant op. Een pijnlijk, branderig gevoel kan het gevolg zijn. Dit heet zuurbranden. Als voedsel (al dan niet met verteringssappen) helemaal in de mond terecht komt heet dit een oprisping. Dit geeft een vieze smaak en onprettig gevoel. Voedingsadviezen bij oprispingen • Zorg dat u tijdens en vlak na het eten rechtop zit, zodat het voedsel beter kan zakken. • Maak frequent gebruik van kleine maaltijden. Dit wil zeggen dat u naast de hoofdmaaltijden ook tussenmaaltijden moet gebruiken. Gebruik ongeveer 6 tot 9 kleine maaltijden per dag. • Gebruik binnen 3 uur voor het slapen gaan geen maaltijden meer, zodat het eten volledig verteerd is. Het advies is om de eerste maanden na uw operatie het hoofdeinde van het bed te verhogen. Gebruik een extra kussen in de rug of zet uw hoofdsteun eventueel omhoog. • Vermijd het gebruik van vetrijke voedingsmiddelen, koolzuurhoudende dranken, alcohol, koffie, chocolade, pepermunt, sinaasappel, appel en druivensap. Deze kunnen klachten geven zoals extra gasvorming of zijn juist erg prikkelend in de slokdarm. Wanneer u regelmatig last heeft van reflux/oprispingen is het wenselijk dit met uw chirurg te bespreken. Zonodig zal dan gestart worden met medicijnen die de aanmaak van maagzuur remmen.
14
Slijmvorming Als het eten niet goed wil zakken, kan er een slijmprop ontstaan die omhoog komt en zich niet laat wegslikken. De slijmvorming ontstaat als de buismaag vol zit en doorstroming naar de darmen niet vlot genoeg verloopt. Ter voorkoming van slijmvorming is het raadzaam minder voedsel (of minder snel) per maaltijd eten in te nemen.
15
Dumpingklachten Door de buismaagoperatie is de zenuw die de maag aanstuurt (= nervus vagus) beschadigd. Hierdoor kan de werking van de sluitspier (= pylorus) afwezig of verstoord zijn. Het eten en drinken kunnen sneller en in grotere hoeveelheden dan normaal in de dunne darm terecht komen. Dit wordt dumping genoemd. Uw lichaam kan op dumping reageren met verschillende klachten. Klachten • Misselijkheid • Buikpijn • Darmkrampen • Braken • Diarree
• • • • •
Hartkloppingen Zweten Neiging tot flauwvallen Beven/trillen Sterk hongergevoel
Vroege dumping De klachten van een vroege dumping treden tien tot twintig minuten na de maaltijd op. De sterk geconcentreerde vaste en vooral vloeibare voeding, die in grote hoeveelheden in de dunne darm wordt ‘gedumpt’, trekt in de darm veel vocht aan. Dit vocht komt niet uit de darm, maar wordt aan de bloedbaan onttrokken en voegt zich bij de voedselbrij in de dunne darm. Hierdoor ontstaat een nog voller gevoel, darmkrampen en diarree. Omdat er minder vocht in de bloedbaan circuleert, geeft dit een daling van de bloeddruk. Het hart probeert vervolgens met minder druk het bloed toch rond te pompen, waardoor de pols sneller wordt en hartkloppingen, duizeligheid, zwaktegevoel en sufheid kunnen optreden. De klachten worden na verloop van tijd, soms enkele uren, door aanpassing van het lichaam, vanzelf minder heftig, maar kunnen soms enkele uren aanhouden. Om deze klachten tegen te gaan kan het prettig zijn even te gaan liggen.
16
Voedingsadviezen bij vroege dumping • Gebruik 6-9 kleine maaltijden per dag • Eet op regelmatige tijden • Drink weinig tijdens de maaltijden, anders spoelt het voedsel te snel naar de dunne darm. Meestal geeft 1 klein glas of kopje drinken bij het eten geen klachten • Vermijd suiker (alle soorten) en suikerrijke producten zoals honing, jam, snoep en limonade. Chocolade, ijs, sinaasappelsap en appelmoes worden soms ook slecht verdragen. • Beperk alleen het gebruik van producten met melksuiker (lactose), zoals melk, pap en vla, indien u er klachten van krijgt, zoals bijvoorbeeld een opgezette buik, misselijkheid, winderigheid en oprispingen. Vaak wordt een kleine hoeveelheid van deze producten (maximaal 1/4 liter) tijdens de maaltijden wel verdragen. Probeer dit voorzichtig uit. Nederlandse kaas bevat geen lactose en kan gewoon gebruikt worden. Ook zure melkproducten als yoghurt, karnemelk en kwark geven meestal geen problemen. In plaats van gewone melk kan lactosevrije melk gedronken worden. Overleg dit met de diëtist. • Gebruik een voeding met voldoende voedingsvezel. Een vezelrijke voeding blijft langer in het restant van de maag en heeft een gunstig effect op de darmwerking. Voedingsvezels zijn de onverteerbare deeltjes in plantaardige voedingsmiddelen. Voedingsvezelrijke producten zijn bijvoorbeeld bruin- of volkorenbrood, groente en fruit. U kunt volkorenbrood ook roosteren, als u vers volkorenbrood slecht verdraagt. • Gebruik gerechten en dranken niet te heet of te koud, dit kan darmkrampen veroorzaken. • Ga even liggen na het gebruik van een maaltijd als u merkt dat u zich dan beter voelt.
17
Late dumping De klachten van een late dumping doen zich voor 1 tot 2 uur na een maaltijd. Dit wordt veroorzaakt door een te grote productie van een het hormoon: insuline. Het bloedsuikergehalte en de insulineproductie zijn niet goed op elkaar afgestemd. Na het eten van een maaltijd vindt er in de darmen een omzetting plaats van suikers in glucose. De glucose komt via de darmen in het bloed terecht. Het bloed brengt de glucose naar de cellen in het lichaam. Daar dient de glucose al brandstof. Om glucose naar de cellen van het lichaam te laten gaan is insuline nodig. Bij late dumping is er sprake van teveel insuline, waardoor teveel glucose naar de cellen gaat en te weinig achterblijft in het bloed. Men noemt dit verschijnsel hypoglycaemie. Klachten die kunnen ontstaan zijn: beven, zweten, duizeligheid, neiging tot flauwvallen, hartkloppingen en geeuwhonger. Voedingsadviezen bij late dumping • Eet op regelmatige tijden en gebruik kleine maaltijden. • Drink niet meer dan één kop/glas/beker tijdens de maaltijd. • Vermijd suiker (alle soorten) en beperk suikerrijke producten zoals honing, jam, snoep, limonade en vruchtensappen. • Gebruik een voeding met voldoende voedingsvezel. Een vezelrijke voeding blijft langer in het restant van de maag en vertraagt de opname van glucose in het bloed. Rijk aan voedingsvezel zijn bijvoorbeeld bruin- of volkorenbrood, groente en fruit. U kunt volkorenbrood ook roosteren, als u vers volkorenbrood slecht verdraagt. • Neem bij klachten van hypoglycaemie (=lage bloedsuiker), zoals bovengenoemd, enkele suikerklontjes of een paar tabletten druivensuiker of een groot glas limonade. Bij onverwacht optreden van de klachten is het aan te raden altijd iets suikerrijks bij u te hebben zoals een rol snoep of druivensuiker.
18
Diarree Na een buismaagoperatie passeert de voeding sneller het spijsverteringskanaal. Daarbij komt, dat door een operatie de uitscheiding van spijsverteringssappen zoals gal onregelmatig is. Hierdoor kan het eten minder goed met spijsverteringssappen worden vermengd en daardoor slechter worden verteerd. Door die slechte vertering kan diarree ontstaan. Onder diarree wordt verstaan; frequente dunne waterige ontlasting gedurende een aantal dagen. Voedingsadviezen bij diarree • Drink voldoende, minstens 2 liter vocht op een dag. • Door de voeding in kleine porties over de dag te verdelen wordt de spijsvertering minder belast en daardoor verloopt deze beter. • Voedingsvezels uit brood, groente en fruit houden het vocht vast waardoor de ontlasting dikker wordt. • Het is niet goed om vetarm te gaan eten. De diarree wordt hierdoor niet minder terwijl het gewichtsverlies groter wordt.
19
Obstipatie (moeilijke stoelgang) Hoewel een buismaagoperatie niet zo zeer tot obstipatie kan leiden, kan het bijkomende leefpatroon hier wel toe leiden. Onder obstipatie wordt verstaan; minder dan 3 maal per week ontlasting. Door het nuttigen van vloeibare voeding krijgt u minder voedingsvezels binnen. Als u te weinig drinkt, droogt het lichaam uit, waardoor de ontlasting ook harder wordt. Minder lichaamsbeweging, bijvoorbeeld door vermoeidheid, kan ook obstipatie veroorzaken. Sommige pijnstillers hebben obstipatie als bijwerking. In dat geval wordt vaak een laxeermiddel door de arts voorgeschreven. Voedingsadviezen bij obstipatie Gebruik per dag anderhalf tot twee liter vocht. Gebruik verder voedingsmiddelen die veel voedingsvezels bevatten zoals: • pap • volkoren ontbijtproducten • volkorenbrood • drinkontbijt • peulvruchtensoep (erwtensoep, bruine bonensoep) • groente • aardappelen • fruit met schil • vruchtenmoes, geraspt fruit, vruchtensappen met vruchtvlees • vruchtendrank met extra vezels • abrikozen-en pruimenmoes Vitamines/mineralen/spoorelementen Onderzoek bij mensen met een buismaag heeft laten zien dat het moeilijk is om met gewone voeding dagelijks alle vitamines/mineralen/spoorelementen voldoende binnen te krijgen. Wanneer u geen gebruik maakt van sondevoeding of drinkvoeding raden wij aan om gebruik te maken van een (oplosbaar) multivitaminen en mineralen preparaat om tekorten te voorkomen. De diëtist kan u adviseren welk preparaat u het beste kunt gebruiken. 20
Praktische adviezen en suggesties Gemalen en vloeibaar eten Slikproblemen of vermoeidheid kunnen redenen zijn om vloeibare en gemalen voeding te gebruiken. In principe kan alles gemalen worden, hoewel het niet altijd nodig is om de gehele maaltijd te malen. Vaak is het voldoende om bijvoorbeeld alleen het vlees of vezelige groenten te malen. Maal het eten pas na de bereiding, dan blijft de smaak beter behouden. Afhankelijk van uw klachten, kunt u het fijn of grof malen. Hoe langer u iets maalt met een keukenmachine of staafmixer, hoe fijner het wordt. Is gepureerd eten nog te dik en compact dan kunt u dit verdunnen tot het vloeibaar wordt. Een elektrische keukenhulp is handig en tijdbesparend als u voor langere tijd eten moet malen of vloeibaar moet maken. Staafmixers malen het eten uitstekend fijn. Staafmixers kunnen goed kleine porties malen, nemen weinig ruimte in beslag en zijn goedkoper dan keukenmachines. Een keukenmachine kan meestal alles: kloppen, mengen, fijn malen, kneden, snijden, raspen hakken en soms ook persen. Er zijn kleine keukenmachines verkrijgbaar speciaal voor kleine porties. Met een roer-of maaltijdzeef kan eten met de hand gemalen worden. Niet alles gaat gemakkelijk door een roerzeef, het is wel een goedkope oplossing. Gemalen en vloeibare maaltijden zien er al snel hetzelfde uit. Voedingmiddelen zijn moeilijker te herkennen. Zeker als uw smaak is verminderd of ontbreekt, is afwisseling nog belangrijker om de maaltijden aantrekkelijker te maken. Geef kleur aan de maaltijden. Vis en aardappelen zien er met tomaten-of paprikasaus en groene groenten aantrekkelijker uit. Meng eens groene kruiden (dille, bieslook, peterselie, selderie) door de aardappelpuree.
21
Overige adviezen en suggesties • Wissel van etenstemperatuur, bijvoorbeeld warme pap gevolgd door een beker koude yoghurt. • Wissel hartig en zoet af, bijvoorbeeld een korstloze boterham met ragout en een schaaltje vla toe. • Gebruik kruiden en specerijen als u nog smaak heeft en uw keel dit verdraagt. • Maal de maaltijdonderdelen apart en schep ze afzonderlijk op het bord; hierdoor kunt u de smaak van de verschillende onderdelen beter proeven. Bovendien ziet een bord eten er weer eens anders uit. Warme maaltijden De meeste mensen zijn gewend één keer per dag een warme maaltijd gebruiken. Als u uitsluitend vloeibare voeding gebruikt is een warme maaltijd een welkome afwisseling. Probeer daarom meerdere keren per dag een warme maaltijd of maaltijdsoep te gebruiken. Hieronder volgt een overzicht van alle onderdelen van de warme maaltijden met tips en maaltijdsuggesties. Soep Het gemakkelijke van soep is dat het al vloeibaar is. Is de vulling toch nog te grof, zeef dan de soep, maal de vulling en voeg die weer toe. Soep kan een warme maaltijd niet vervangen. Het is minder voedzaam omdat het veel water bevat. Dit geldt nog meer voor bouillon. Bouillon Bouillon bevat slechts zout en smaakstoffen uit groente en vlees. De vulling maakt de soep voedzaam. Hoe meer (gemalen) vulling, des te voedzamer is de soep. Gebruik bij een slechte eetlust geen soep vooraf. Soep geeft snel een vol gevoel en levert bijna geen energie (ook al is deze van vers vlees getrokken). Het kan dan ten koste gaan van de rest van de maaltijd. Indien u toch graag een kopje soep gebruikt, doe dit dan ruim voor de maaltijden.
22
Mixvoeding Dit is een vloeibaar alles in één maaltijd, een soort maaltijdsoep. Apart koken is niet nodig, het moet nog wel worden gemalen. Mixvoeding wordt in 5 stappen bereid: 1. Kook of bereid alle onderdelen op de gebruikelijke wijze. 2. Maal de droogste maaltijdonderdelen zoals vlees, vis of kip met een beetje jus, saus of bouillon. 3. Doe de groente erbij. 4. Stamp de aardappels voordat u ze bij het mengsel doet. Niet te lang fijn malen, want dan worden de aardappelen lijmerig. 5. Voeg tenslotte vocht toe: bouillon, jus, melk, room of groentenat tot het de gewenste dikte heeft. In principe kunt u alle combinaties die u gewend bent, op deze manier bereiden.
Vlees, vis, kip, ei en vegetarische producten Bereidingstips • Bak het vlees niet te hard of kook het. • Voeg bij het malen van vlees vocht toe, anders is het te droog. • Fijn gemalen vlees wordt compact/ stijf, zodat het alleen weg te krijgen is met veel jus of saus. Enkele suggesties • Vettere vleessoorten zijn zachter (worst, half om half gehakt, rollade). • Alle vissoorten zijn geschikt, gestoofd of zacht gebakken. • Varieer met ei zoals roerei of omelet. • Ragout of kroket. • Franse kaas, roomkaas of geraspte kaas door de groente of puree. • Vegetarische producten( tahoe, tempé).
Jus en saus Alle soorten jus en saus zijn geschikt om te gebruiken. De dikte kunt u naar smaak aanpassen.
23
Groente Bereidingsadvies • Kook groente goed gaar. • Voeg een klontje dieetmargarine of een groentesaus toe. • Gratineer de groente met geraspte kaas of vermeng met uitgebakken spek of blokjes gekookte ham. • Bind waterige groente met allesbinder, maïzena of saus uit een pakje. • Snijd vezelige groenten als maïs, champignons, asperges en bleekselderij goed fijn of maal ze en eet deze met veel saus. • Rauwkost is vaak hard en daardoor minder geschikt. Enkele suggesties: - Zachte groentesoorten zijn gegaarde: andijvie, bloemkool, broccoli, koolsoorten, sperziebonen, spinazie, witlof en worteltjes. Aardappelen, pasta, peulvruchten Aardappels kunnen geprakt worden en met extra veel jus, dieetmargarine of room smeuïg gemaakt worden. Neem in plaats van gewone aardappelen eens, aardappelpuree of stamppot. Daarnaast kunt u ook afwisselen met rijst of pastagerechten, dit eet vaak makkelijker. Macaroni of andere deegwaren zijn vaak glad en minder droog waardoor ze gemakkelijk naar binnenglijden. Deegwaren zijn minder geschikt om fijn te malen omdat ze ‘lijmerig’ worden. Bonen en andere peulvruchten kunnen goed worden gemalen. Broodmaaltijden Als brood eten lastig is, kunt u om te beginnen de korstjes verwijderen of zachtere broodsoorten kiezen. Is het brood te droog dan kan het helpen om wat smeuïger beleg te kiezen (zoals jam, smeerkaas of salades). Als u brood helemaal niet weg kunt krijgen dan kunt u overgaan op vloeibare voeding.
24
Bereidingstips • Breng variatie aan in de broodsoorten: witbrood, bruin brood, knäckebröd, krentenbrood, suikerbrood, krentenbol, beschuit, cracker, ontbijtkoek, croissant of broodjes. • Week het brood (dit kan ook met beleg) in melk. • Maak eens broodpap: brood weken in warme melk, kaneel, suiker en boter toevoegen. U kunt dit geheel ook malen. • Bak eens wentelteefjes: brood weken in een mengsel van melk en geklutst ei en vervolgens in de koekenpan bakken met een klontje boter en bestrooien met suiker en kaneel. Enkele suggesties • Zachte broodvarianten: bolletjes, croissant, cake, biscuits, donut. • Doop beschuit eventueel in de bouillon. • Doop koekjes in de koffie of thee. • Verkruimel crackers.
Broodbeleg Enkele suggesties voor zacht broodbeleg: • Volvette smeerkaas, zachte roomkaas, jonge kaas, paté, smeerworst,cornedbeef, zult, filet américain. • Zalm-, huzaren-, ham-, prei-, kip-, kerrie-en eisalade. • Pindakaas, chocopasta, honing, stroop, groente-en sandwichspread. • (zacht) Fruit of fruitmoes. • (vette) Vis, makreel, paling, vis uit blik, zacht gebakken vis. • Smeuïg roerei of omelet. • Ragout. Papmaaltijden Als alternatief voor brood kunt u ook kiezen voor pap, vla, kwark en/of yoghurt. Bereidingstips • Week muesli of andere ontbijtproducten in melk of yoghurt.
25
Enkele suggesties • Pap van grove graansoorten (havermout, gort, rijst). • Gladde pap van maïzena, rijstebloem, custard of bloem. • Griesmeel en instant graanmengsels. • Kant en klare pap en pudding. • Vla, volle (vruchten) yoghurt en kwark in verschillende smaken, eventueel met vruchtenmoes. • Drinkontbijt.
Tussendoortjes Tussendoortjes zijn net zo belangrijk als de hoofdmaaltijden. Vaker (zes of zeven keer) op een dag iets gebruiken, maakt dat u voldoende voedingsstoffen binnen krijgt. Zeker als u vloeibare voeding gebruikt is dit belangrijk, want deze is minder voedzaam. Tussendoortjes zijn ook belangrijk als u bij de hoofdmaaltijden minder eet dan u gewend bent. Naast de onderstaande suggesties, kunt u natuurlijk ook voedingsmiddelen die bij de warme en broodmaaltijd worden genoemd, als tussendoortje gebruiken. Zoete tussendoortjes • Cake. • Gebak: zachte varianten zijn taart van zacht deeg, kwarkgebak, soesje, roombroodje moorkop. • Koek: zachte varianten zijn mergpijpje, ontbijtkoek, eierkoek, bis cuits, lange vingers, gevulde koek. Koekjes kunt u zachter maken door ze in een drank te dopen. • Snoep: zachte varianten zijn schuimpjes, tumtum, spekjes, zoenen, yoghurtgums, marsepein, chocolade en bonbons met zachte vulling, koek met zachte vulling. • Schaaltje vla, pap, yoghurt, kwark enzovoort met eventueel wat vruchten of cornflakes. • Milkshake, yoghurtdrank of roomijs. • Plakje ontbijtkoek, krentenbol besmeerd met dieetmargarine.
26
Hartige tussendoortjes • Toastje of een stuk zacht brood met paté, smeerkaas, worst, Franse kaas, roomkaas, slaatje, tartaar, filet américain, haring, paling. • Slaatje, saté met pindasaus. • Snacks: bijvoorbeeld kaassoufflé, kroket, gehaktbal, frikadel, hotdog, saté. • Stukje (room)kaas, eventueel gerold in een plakje zachte vleeswaar, worst of ham. • Zoutjes: een zachte variant is kroepoek. • Gebakken vis: bijvoorbeeld lekkerbekje, schol, stukjes kibbeling met saus. Fruit Zacht fruit is vaak makkelijk weg te slikken, Zachte fruitsoorten zijn: aardbei, banaan, framboos, kiwi, mango, meloen, nectarine, peer, perzik en pruim. Fruit uit blik is meestal zachter dan vers fruit. Gebruik ook de siroop, deze is namelijk rijk aan calorieën. Mandarijntjes en kersen uit blik zijn ook zacht fruit. Fruit kan prima worden gemalen, geraspt of geperst. Ook kunt u gebruik maken van een sapcentrifuge. Dranken Probeer ongeveer anderhalf tot twee liter per dag te drinken. Drink bij voorkeur dranken die energie leveren zoals volle melk, vruchtensap, thee of koffie met suiker en koffieroom. Er is een grote variatie aan vruchtensappen en melkproducten. Probeer uit welke u het beste bevalt. Andere mogelijkheden zijn groentesappen, limonade, frisdranken, en sportdranken. Thee en koffie zonder suiker en melk, bouillon en frisdrank light geven een vol gevoel, maar leveren geen energie. U wordt geadviseerd het gebruik van alcohol te matigen of te stoppen.
27
Gerechten op voorraad De bereiding van maaltijden is vrij bewerkelijk. Misschien heeft u niet altijd de tijd en energie om lang in de keuken te staan. Daarom is het handig om grotere porties te bereiden. De extra porties van de warme maaltijden, maaltijdsoepen, vruchtenmoes, en milkshakes kunnen in de koelkast worden bewaard of worden ingevroren. Opwarmen gaat eenvoudig in de magnetron, maar ook in een pannetje. Vloeibare gerechten kunt u direct in een pan doen. Vastere voeding kunt u beter ‘au bain Marie’ (in een pannetje boven heet water) verwarmen. Makkelijk te bereiden maaltijden en producten Uw maaltijden zijn sneller klaar met producten uit blik of pot en producten uit de diepvries. De voedingswaarde is praktisch gelijk aan die van verse producten. Al is het vitamine C gehalte uit groente uit blik of pot iets lager. U kunt dat compenseren door extra fruit- of vruchtensappen te nemen. Er zijn steeds meer kant en klaar producten die ook prima een (tussen)maaltijd kunnen vervangen. Enkele suggesties • Gebruik voeding uit blik, pot of diepvries, zoals groente, ragout, sauzen, vlees, vis. • Maaltijdsoep uit blik zoals bonen-of erwtensoep kunt u eventueel zeven en de vulling fijn malen. • Warme maaltijd uit de koeling van de supermarkt. • Potjes baby-en peuterfruit en kleutermaaltijden. Deze maaltijden zijn zonder zout en andere smaakmakers bereid, die kunt u zelf naar smaak toevoegen. • De maaltijden kunnen worden verdund met room, melk of eventueel bouillon. • Aardappelpuree uit een pakje. • Kaasfondue uit een pakje met stukjes brood en gekookte groente.
28
• • • • •
Kant en klare salades (huzaren, zalm) eventueel fijn malen en smeuïg maken met extra mayonaise of slasaus. Kant en klare griesmeel-, rijstebloem-en havermoutpap. Drinkvoeding. Milkshakes, kant en klaar te koop bij de snackbar, supermarkt of zelf te bereiden. Drinkontbijt.
Kant en klare maaltijden Als u helemaal geen tijd of energie heeft, kunt u altijd nog kiezen voor kant en klare maaltijden. Enkele suggesties • Bij de supermarkt is tegenwoordig een gevarieerd aanbod aan kant en klare maaltijden te verkrijgen. Deze hoeft u slechts op te warmen in de magnetron. • Tafeltje dekje (maaltijden die aan huis worden bezorgd). Meer informatie hierover kunt u krijgen via de thuiszorg. • Sommige cateringbedrijven leveren aangepaste maaltijden. • Bezorg-of afhaalmaaltijden.
29
30
31
Meer informatie Bij vragen en/of onduidelijkheden kunt u contact opnemen met de afdeling diëtetiek: maandag tot en met vrijdag 8.30 uur -12.00 uur en 13.00 - 15.00 uur
Adres en telefoonnummer Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Weg door Jonkerbos 100 6532 SZ Nijmegen
32
G695 / 09-12
Afdeling diëtetiek (A34) Telefoon (024) 365 85 59