Voedingsadvies bij ondervoeding Energie- en eiwitrijk dieet Revalidatiecentrum Breda
Ondervoeding Adviezen voor een energie- en eiwitverrijkt dieet. Inleiding Ondervoeding is een veel voorkomend probleem bij mensen in revalidatiecentra. Ruim 1 op de 3 mensen is ondervoed of loopt het risico om ondervoed te raken. Ondervoeding is een toestand van het lichaam, wanneer er (in korte tijd) onbedoeld veel gewicht is verloren. Dit kan komen doordat het eet- en drinkpatroon verstoord is geraakt. Geen trek, smaakveranderingen, misselijkheid, benauwdheid, nuchter blijven voor onderzoeken, er zijn allerlei redenen om minder te eten en te drinken. Daarbij komt dat, net als bij zware inspanning en topsport, het lichaam bij revalidatie meer voedingsstoffen en energie verbruikt dan normaal. Wie revalideert, moet dus extra goed letten op zijn eten en drinken om ondervoeding te voorkomen. Onbedoeld gewichtsverlies is zowel verlies van vet- als spiermassa (eiwit) in het lichaam. Het gevolg is dat het herstel van ziekte minder snel gaat en de lichamelijke conditie achteruit gaat. Dit zijn ongunstige factoren met het oog op het revalidatieproces. Ondervoeding moet daarom zo snel mogelijk behandeld worden. Screening op ondervoeding Uit onderzoeken en gesprekken is gebleken dat u door uw ziekte of revalidatie onbedoeld bent afgevallen en/of de afgelopen periode minder hebt gegeten dan gebruikelijk. U bent daardoor ondervoed of u loopt het risico om ondervoed te raken. Vanzelfsprekend streven we altijd al naar een voeding met alle benodigde voedingsstoffen (koolhydraten, vetten, eiwitten en vitaminen en mineralen). Momenteel is echter tijdelijk een energie- en eiwitverrijkt dieet nodig om de gevolgen van uw ondervoeding te beperken of voorkomen dat u ondervoed raakt. De tips (zie hoofdstuk ‘energie- en eiwitrijke voeding’) later in deze brochure kunnen u helpen om uw (risico op) ondervoeding aan te pakken.
Wat is de basis van gezonde voeding? In onderstaande lijst staan de hoeveelheden vermeld die u per dag nodig heeft. De genoemde hoeveelheden zijn gemiddelde waarden. De hoeveelheid die u nodig heeft, hangt af van een aantal factoren zoals; geslacht, activiteiten, stress en de mate van uw gezondheid. Het kan zijn dat u onderstaande hoeveelheden wel haalt, maar dat ze voor u toch niet voldoende energie en/of voedingsstoffen leveren. Basisvoeding
19 – 50 jaar
51 – 70 jaar
70 jaar en ouder
Brood *
6 – 7 sneetjes
5 – 6 sneetjes
4 – 5 sneetjes
Aardappelen, rijst,
200 – 250 gram
150 – 200 gram
100 – 200 gram
pasta,
(= 4-5
(= 3-4
(= 2-4
peulvruchten
aardappelen of
aardappelen of
aardappelen of
opscheplepels
opscheplepels
opscheplepels
rijst / pasta)
rijst / pasta)
rijst / pasta)
200 gram
200 gram
150 gram
(=4
(=4
(=3
opscheplepels)
opscheplepels)
opscheplepels)
fruit **
2 stuks
2 stuks
2 stuks
melk en
450 ml
500-550 ml
650 ml
kaas
1,5 plak
1,5 plak
1 plak
vlees(waren), vis,
100 – 125 gram
100 – 125 gram
100 – 125 gram
halvarine,
5 gram per
5 gram per
5 gram per
margarine, bak-
sneetje
sneetje
sneetje
en
(=30 – 35 gram)
(=25 – 30 gram)
(=20 – 25 gram)
1.5 – 2.0 liter
1.5 – 2.0 liter
1.5 – 2.0 liter
groente
melkproducten
kip, ei of vleesvervangers
braadproducten drinken (vocht)
* U kunt één sneetje brood ook eens vervangen door 2 beschuiten of 2 crackers. Twee sneden brood kunt u ook eens vervangen door een flink schaaltje pap (bijv. brinta, havermout, griesmeel) of 1 grote beker Goedemorgen Drinkontbijt. Echter brood heeft altijd de voorkeur. ** In plaats van fruit kunt u ook vruchtensap of vruchtenmoes nemen.
Vocht is heel belangrijk Per dag heeft uw lichaam minimaal 1,5 liter vocht nodig om de nieren goed te laten functioneren, alle afvalstoffen te verwijderen uit het lichaam en uitdroging te voorkomen. Als u het drinken over de gehele dag verdeelt en steeds bij elk drinkmoment twee glazen neemt, komt u gemakkelijk aan de gewenste hoeveelheid. Echter vocht is niet alleen drinken, ook vloeibare voedingmiddelen (denk eens aan vla, yoghurt, appelmoes, soep enz) worden hiertoe gerekend. Gewicht Uw gewicht(verloop) is doorgaans een goede graadmeter om te kijken of u voldoende eet en drinkt. Als u afvalt, kan dat een teken zijn dat uw lichaam meer energie en voedingsstoffen nodig heeft. Bij Revant wordt door de diëtist gewogen, maar ook thuis kunt u door één keer per week te wegen, uw gewichtsverloop in de gaten houden. Houdt er wel rekening mee dat uw gewicht kan vertekenen als u vocht vasthoudt. In dat geval is uw gewicht geen betrouwbare graadmeter. Energie- en eiwitrijke voeding Eiwitten zijn de bouwstenen voor het lichaam en spelen een belangrijke rol bij bijvoorbeeld de spieropbouw en bij wondgenezing. Voorbeelden van eiwitrijke producten zijn: zuivelproducten (vooral naturel kwark), vlees(waren), vis, kaas, eieren, peulvruchten, pinda’s en noten. Onderstaande tips kunnen u helpen om uw voedingstoestand en gewicht op peil te houden. U valt minder snel of helemaal niet meer af en u bouwt zo uw conditie, spierkracht en weerstand weer op.
Tips voor broodmaaltijden met extra energie en eiwit • Besmeer het brood royaal met (dieet)margarine. Neem geen (dieet)halvarine, want dit levert u minder energie. • Gebruik bij voorkeur ruim vleeswaren (2-3 plakjes per snee) met meer energie of (smeer)kaas 48+, salades of pindakaas. Neem ter afwisseling eens een gebakken ei, omelet, kroket, slaatje, saté of gehaktballetjes in satésaus. Zoete belegsoorten bevatten minder energie en eiwit en zijn in uw situatie daarom minder geschikt. • Als u problemen hebt met brood, probeer dan eens; luxe broodjes, tosti, croissant, krentenbrood, Goedemorgen drinkontbijt of een schaaltje pap, vla of pudding met suiker of siroop • Kies de volle melk(producten) zoals; volle melk, volle yoghurt, volle kwark, volle chocolademelk, vla, pap of pudding. Deze bevatten veel energie én eiwit. Tips voor warme maaltijden met extra energie en eiwit • Bij verminderde eetlust is het gebruik van salade of soep als voorgerecht af te raden, omdat dit voor een erg vullend gevoel zorgt en weinig voedingswaarde biedt. • Het kan zijn dat de geur van warm vlees u tegenstaat. Probeer daarom eens koud vlees (bijvoorbeeld rosbief, fricandeau, rollade, ham of kip), vis of een eigerecht. Vermijd luchtjes van etensbereiding. • Jus bevat over het algemeen veel energie, evenals (room)sauzen, gebruik hier dus gerust wat extra van. • Wissel wat vaker gekookte aardappelen af met gebakken aardappelen en bak in vloeibare botersoorten. U kunt ook eens een beetje extra boter door de gekookte aardappelen doen. • Rauwkost kan snel een vol gevoel geven en levert bijna geen energie. Kook de groente liever en maak ze op smaak met een beetje vloeibare boter of een (room)sausje. • Eenpansgerechten (bijvoorbeeld stamppot, macaroni, bami, koude schotel of een maaltijdsoep zoals erwtensoep) kunnen een warme maaltijd van vlees, aardappelen en groente prima vervangen. • U kunt thuis voor een aantal dagen tegelijk koken en de maaltijden invriezen, als koken u tegenstaat. • Gebruik voor het nagerecht volle melkproducten (volle yoghurt, volle vla, volle kwark, roomijs etc.) en vermeng dit bijvoorbeeld eens met; ongeklopte room, slagroom, jam, honing, cruesli, cornflakes, fruit of een biscuitje. Tips voor energie- en eiwitrijke dranken: • Kies volle melk(producten) • Koffie met suiker en (slag)room of volle koffiemelk • Thee met suiker en evt. een scheutje melk • Vruchtensap en gewone frisdranken
Tips voor energie- en eiwitrijke tussendoortjes U kunt als aanvulling op de hoofdmaaltijden, verschillende soorten energie- en eiwitrijke tussendoortjes (zoet en hartig) gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan volle zuivel(producten), sneetje krentenbrood / krentenbol of eierkoek met dieetmargarine, handje nootjes, stukje worst of kaas uit het vuistje, toastje met salades, paté of 48+ kaas, slaatje, mueslireep of candybar. Verminderde eetlust/smaak Misselijkheid kan voor een verminderde eetlust zorgen. Ouder worden of bijwerkingen van medicijnen kunnen de smaak en daarmee de ook eetlust beïnvloeden. De smaak kan vervlakken of u neemt smaken juist extremer waar. Het kan gebeuren dat voor uw gevoel alles hetzelfde smaakt. Een droge mond kan ook de smaak beïnvloeden. Speeksel heeft namelijk een belangrijke functie bij het proeven; de smaakstoffen in de voeding lossen op in het speeksel, zodat de smaakpapillen op de tong ze kunnen waarnemen. Tot slot is ruiken heel belangrijk voor het ervaren van voeding – zonder geur lijkt al het eten hetzelfde te smaken. Onderstaande tips kunnen u helpen met deze problemen om te gaan. Tips bij misselijkheid • Pas de etenstijden aan de misselijkheid aan. • Bij ochtendmisselijkheid iets eten of drinken voor het opstaan, bijvoorbeeld thee met een beschuitje op bed gebruiken. • Niet meteen na het eten gaan liggen, het voedsel kan dan weer omhoog komen. Het hoofdeinde van het bed kan ook hoger gemaakt worden om dit te voorkomen. • Royaal vochtgebruik maakt minder misselijk, verdeel de hoeveelheid over de dag en neem kleine slokjes. • Probeer regelmatig per dag kleine hoeveelheden te eten. Bijvoorbeeld iedere 2-3 uur zodat u niet misselijk wordt van de honger. • Vermijd zo nodig etensgeuren, aangezien deze soms de misselijkheid erger kunnen maken. • Eet minder vetrijke producten, deze worden bij misselijkheid vaak slecht verdragen. Neem liever wat meer dan u gewend bent van de magere producten.
Tips bij smaakverandering • Probeer veel verschillende producten uit. Neem van alles eerst een hapje of een slok om te kijken of het wel of niet smaakt. • Breng zoveel mogelijk afwisseling in het eten aan. Varieer met zoete, zure, zoute en bittere producten. Bij smaakverlies kunt u met extra toevoeging van suiker en kruiden het verlies aan smaak wat compenseren. • Let op de temperatuur. De temperatuur is van invloed op de smaak en de geur van een product. Koude gerechten hebben een minder sterke smaak dan warme gerechten. Gekoelde dranken smaken minder zoet dan ongekoelde dranken. • Zorg voor goede mondhygiëne. Het is nu extra belangrijk om uw mond goed te verzorgen. Als u voldoende drinkt, uw mond regelmatig spoelt en er een goede mondhygiëne op na houdt, verbetert de smaak (tijdelijk) en voorkomt u klachten. Een goede mondhygiëne betekent niet alleen twee keer per dag tandenpoetsen. U moet ook de ruimte tussen de tanden goed schoonhouden. Hiervoor kunt u tandenstokers of flosdraad gebruiken. • Pas de warme maaltijd aan. Vaak staat de warme maaltijd tegen. Vervang deze maaltijd dan door een extra broodmaaltijd of een salade. Etensgeuren kunnen de afkeer nog groter maken. Blijf uit de keuken als er gekookt wordt of gebruik een magnetron. Wanneer u smaken sterker proeft, bevallen bittere producten u misschien niet goed: zoals witlof, andijvie, spruitjes en vlees. Gebakken vlees kunt u vervangen door koud vlees, vleeswaren, vis, omelet, kaas, cottage cheese, ragout, kip, tempé, tahoe en peulvruchten. Deze producten hebben een minder sterke geur. • Stop niet met eten. Probeer in elk geval iets te eten, zelfs als niets smaakt. Door te stoppen met eten ontstaan andere vervelende klachten, zoals misselijkheid en ongewenst gewichtsverlies. • Voorkom weerzin tegen eten. Als bepaalde voedingsmiddelen echt tegenstaan, neem ze dan niet. Vaak verergeren ze de misselijkheid en verminderen ze de eetlust. Als het u ondanks voorgaande adviezen niet lukt om voldoende energie en eiwit te gebruiken, dan kunt u gebruik maken van aanvullende dieetvoeding. Samen met de diëtist kunt u uitzoeken welk product voor u het meest geschikt is. Uitzonderingen Bovenstaande tips en adviezen gelden niet voor revalidanten die een vochtbeperking hebben of een speciaal dieet volgen. Uiteraard moet u zich dan aan uw eigen dieetrichtlijnen houden.
Tot slot Mocht uw (risico op) ondervoeding, uw gewicht en/of uw wonden tijdens de revalidatie weer verbeteren, dan heeft uw lichaam geen extra voedingsstoffen meer nodig. Bovenstaande energie- en eiwitrijke adviezen zijn dan niet meer nodig. Voor u gelden dan weer de ‘adviezen goede voeding’; welke bestaan uit de hoeveelheden van de basisvoeding (zie hoofdstuk ‘basis van gezonde voeding’), en een matig gebruik van suikerrijke en vetrijke producten. Gebruik energieverrijkte voeding niet langer dan noodzakelijk Hebt u na het lezen van deze brochure nog vragen dan kunt u altijd terecht bij de diëtist.
Revalidatiecentrum Breda Ondervoeding polikliniek 2012
versie 1.1