LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
Vakken:
PV Praktijk huishoudkunde/ gezinstechnieken
5/5 lt/w
PV Praktijk huishoudkunde/voeding
6/6 lt/w
TV Huishoudkunde/gezinstechnieken
6/6 lt/w
TV Huishoudkunde/voeding
2/2 lt/w
Specifiek gedeelte
Studierichting:
Verzorging-voeding
Studiegebied:
Personenzorg
Onderwijsvorm:
BSO
Graad:
tweede graad
Leerjaar:
eerste en tweede leerjaar
Leerplannummer:
2010/029 (vervangt 2007/032)
Nummer inspectie:
2010/35/1//D (vervangt: 2007 / 66 // 1 / O / SG / 1 / II / / D/)
Pedagogische begeleidingsdienst GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Emile Jacqmainlaan 20 1000 Brussel
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
INHOUD Visie............................................................................................................................................................ 3 Beginsituatie ............................................................................................................................................... 4 Algemene doelstellingen ............................................................................................................................ 5 Leerplandoelstellingen en leerinhouden .................................................................................................... 7 Pedagogisch-didactische wenken en timing ............................................................................................ 62 Minimale materiële vereisten ................................................................................................................... 70 Evaluatie .................................................................................................................................................. 73 Bibliografie ............................................................................................................................................... 74
2
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
3
VISIE Op het einde van de tweede graad van het beroepssecundair onderwijs, zijn de leerlingen van de studierichting ‘Verzorging-voeding’ in staat om zelfstandig een gewoon huishouden te runnen en mantelzorg te verlenen. Dit betekent dat de leerlingen op een vlotte manier voor volgende huishoudelijke taken kunnen zorgen: • de voeding; • de woon- en leefomgeving (inclusief het onderhoud van kleding); • het welzijn; • de omgang met en de onderlinge relaties tussen de gezinsleden en de sociale omgeving. Het leerplan is zo opgevat dat het leerlingen, binnen de context waarin zij elk leven, een vorming kan bieden op een aantal terreinen van het maatschappelijk leven. • Het wil hen ondersteunen om binnen een consumerende samenleving als een verantwoordelijk lid van deze samenleving een visie te ontwikkelen om verantwoord te consumeren; daarbij wordt o.m. aandacht geschonken aan criteria als duurzaamheid, burgerzin, respect voor diversiteit. • Het wil hen voorbereiden om een plaats in te nemen als professional in een beroepswereld waar zij de vaardigheden en de ingesteldheid voor hebben; meer bepaald houden wij daarom rekening met de gevraagde vereisten zoals die door de sector van de verzorging worden gevraagd. Het beroepsprofiel van de SERV van Verzorgende heeft hiervoor als leidraad gediend opdat leerlingen behoorlijk voorbereid worden op een derde graad BSO Verzorging. • Het wil leerlingen in volle persoonlijkheidsontwikkeling helpen hun identiteit op een leeftijd-, tijd- en cultuureigen manier te ontwikkelen en beleven. • Het heeft tot doel na te gaan hoe men op de juiste manier met zichzelf en anderen omgaat. In die zin wordt vooral aandacht besteed aan het handelen, aan het oefenen in het omgaan met elkaar. De nadruk wordt gelegd op het verwerven en vergroten van de sociale vaardigheden. Leerlingen die kozen voor de studierichting Verzorging-voeding zullen doelstellingen bereiken die dus te maken hebben met: • •
de zorg voor de mens in zijn leef- en woonsituatie, zijn gezondheid en zijn omgaan met zichzelf en anderen, de zorg voor gezonde voeding, met de focus op zelfzorg en zorg voor de directe omgeving, als voorbereiding op de beroepsgerichte zorg. De eigenlijke beroepszorg komt hier niet aan bod maar bereidt er wel op voor. De leerplanmakers keken er op toe dat een leerlijn kan uitgezet worden door de school/vakgroep naar de derde graad, studierichting Verzorging en Organisatiehulp.
Om deze doelstelling te bereiken, dienen we een zo groot mogelijke coördinatie en integratie van de technische en de praktische vakken na te streven. De relatie tussen deze vakken is er dan ook een van ondersteunende aard. De technische vakken worden functioneel gegeven, namelijk om het ‘hoe en waarom’ van een praktijkoefening te verklaren. Men werkt immers vanuit de praktijk naar de theorie. Specifiek gedeelte Verzorging-voeding
Leerjaar:
1
2
AV
Muzikale opvoeding
1
1
AV
Plastische opvoeding
2
2
PV
Praktijk huishoudkunde/voeding
6
6
PV
Praktijk huishoudkunde/gezinstechieken
5
5
TV
Huishoudkunde/gezinstechnieken
6
6
TV
Huishoudkunde/voeding
2
2
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
4
BEGINSITUATIE Tot het eerste leerjaar van de tweede graad worden toegelaten: • de regelmatige leerlingen die het tweede leerjaar van de eerste graad of het beroepsvoorbereidend leerjaar met vrucht hebben beëindigd of zij die houder zijn van een getuigschrift van de eerste graad van het secundair onderwijs, behaald via de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap; • de leerlingen die uiterlijk op 31 december volgend op de aanvang van het schooljaar de leeftijd van 16 jaar bereiken, onder de volgende voorwaarde: gunstig advies van de toelatingsklassenraad. Bij de leerlingen die het beroepenveld ‘Verzorging-voeding’ of de basisoptie ‘Sociale en technische vorming’ in de eerste graad gevolgd hebben, is er al een elementaire basiskennis i.v.m. huishoudkunde aanwezig. Daarnaast dienen we rekening te houden met leerlingen die een andere vooropleiding genoten hebben. Toch vertonen de leerlingen binnen deze heterogene groep een gemeenschappelijk kenmerk, namelijk een sterke gerichtheid naar en interesse voor praktijkgericht onderwijs.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
5
ALGEMENE DOELSTELLINGEN 1
Algemeen
De leerinhouden van dit leerplan beogen een volwaardige bijdrage tot de totale persoonlijkheidsontplooiing van de leerlingen. De drie componenten van de persoonlijkheidsvorming worden evenwichtig opgenomen en uitgewerkt, namelijk: - de psychomotorische component; - de dynamisch-affectieve component; - de cognitieve component. Zelfredzaamheid stimuleren, handelen, aanvoelen en denken worden afgestemd op het zelfstandig uitvoeren van het huishouden. Hiertoe streven we bij de leerlingen geleidelijk aan volgende algemene doelen na: • belangstelling opbrengen en bereidheid tonen om ‘huishoudelijke’ zorgsituaties aan te pakken, namelijk: - zelfzorg (het zorgen voor zichzelf, voor zijn eigen geluk en gezondheid), - zelfredzaamheid (het vermogen om te leven zonder professionele hulpverlening) en - mantelzorg (aanvullende, niet-beroepsmatige hulpverlening aan bejaarden, zieken en andere hulpbehoevenden); • bereidheid tonen en bekwaamheid bezitten om tijdens de zorgsituaties probleemoplossend te denken en te handelen; • voorrang verlenen aan preventieve en gezondheidsstimulerende keuzen; • aan de dag leggen van een gezonde nieuwsgierigheid zoals vakinformatie kunnen selecteren, ordenen en kritisch beoordelen en integreren; • leren omgaan met zichzelf en anderen om tot een evenwichtig functioneren te komen binnen zorgsituaties; • op een gemotiveerde wijze een studiekeuze voor de derde graad maken, met name Verzorging, Organisatiehulp …
2
Vakgebonden
De algemene doelen worden via volgende vakdoelstellingen nagestreefd, die systematisch en progressief in de opbouw van kennis, vaardigheden en attitudes worden omgezet: Kennis: • de behoefte aan elke voedingsstof motiveren; • door inzicht in de behoefte aan verschillende voedingsstoffen tot een gezondheidsbevorderende voeding komen; • inzien dat sociale vaardigheden fundamenteel zijn binnen de zorg voor het welzijn; • inzien dat ‘voedingsgewoonten’ een sociale en maatschappelijke dimensie hebben; • vakterminologie m.b.t. de zorgdomeinen welzijn, voeding, woon- en leefomgeving correct gebruiken; • begrippen in verband met grondstoffen en grondstofkeuze aanwenden in concrete situaties; • inzicht hebben in basistechnieken, bereidingen en praktische toepassingen; • eenvoudige informatie kunnen ordenen; • gebruiken en gewoonten m.b.t. het welzijn, de woon- en leefomgeving binnen de eigen cultuur herkennen en op hun waarde beoordelen. Vaardigheden: • • • • • •
veilig, hygiënisch, ergonomisch en planmatig werken; fouten voorkomen, opsporen en oplossingsvoorstellen kunnen formuleren; sociale vaardigheden toepassen; als consument verantwoord verbruiksartikelen kiezen, kopen, gebruiken en verbruiken; elementaire zorgtechnieken organiseren en verantwoord uitvoeren, rekening houdend met de gebruikte grondstoffen en hun afwerking; basistechnieken i.v.m. voedselbehandeling toepassen.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week) Attitudes: • • • • • • • • • • i
rationeel omspringen met tijd, geld, water, grondstoffen en energie; milieubewust handelen; kwaliteitsbewust handelen; kwaliteitszorg nastreven; informatie raadplegen en kritisch interpreteren; spontaan het materieel onderhouden; consequent de juiste werkwijze toepassen; verantwoordelijkheid tot systematische zorg en verzorging opnemen; op een creatieve wijze omspringen met diverse vormen en toestanden van materiaal, materieel; empathisch inspelen op menselijke factoren.
6
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
7
LEERPLANDOELSTELLINGEN EN LEERINHOUDEN Uitbreidingsdoelstellingen worden aangeduid met een U en zijn cursief gedrukt. Deze zijn niet verplicht, maar bedoeld voor de meer gevorderde klassen en/of leerlingen. Deze doelstellingen zijn gekoppeld aan uitbreidingsleerinhouden. 1
Zorg voor de voeding
PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1ste leerjaar: 6 lt/w, 2de leerjaar: 6 lt/w) TV Huishoudkunde/voeding (1ste leerjaar: 2 lt/w, 2de leerjaar: 2 lt/w) LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen 1
VEILIGHEID, HYGIËNE, ERGONOMIE, EN MILIEU IN DE KEUKEN Veiligheid
1 kunnen door eigen handelen hun veiligheidsgevoel verhogen. geven in opgegeven situaties het belang aan van veiligheidsvoorschriften. formuleren in opgegeven, herkenbare situaties voorstellen voor veiligheidsmaatregelen. geven in hun eigen handelen aan hoe zij ongevallen kunnen helpen voorkomen m.b.t. brand, verbranding en elektrocutie. kunnen het gebruikte keukenmaterieel in het Nederlands benoemen.
•
Onthaal in de keuken: hoe veilig handelen?
•
Veiligheidsvoorschriften
•
Veiligheidsmaatregelen: -
•
kunnen aangeven hoe dit in hun thuissituatie wordt benoemd. respecteren de vaste plaats van het materieel en de apparaten.
gebruiken het gepaste materieel of apparaat In functie van de bewerking.
•
voorkomen van: verwondingen en verbranding, brand, elektrocutie
Toepassing in de keuken: materieel: -
juiste benaming
-
gebruik
-
schikking (inventaris)
Toepassing in de keuken: apparatuur: -
soorten
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
8
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen -
gebruik
-
plaats
Hygiëne 2
• zijn ingesteld om de dagelijkse persoonlijke hygiëne toe te passen. zijn vertrouwd met de hygiëne in de keuken. kunnen voedsel hygiënisch behandelen. kunnen het materiaal en materieel hygiënisch opbergen.
Uitgangspunten van HACCP m.b.t.: -
de persoonlijke hygiëne
-
keukenhygiëne
-
voedselhygiëne
Ergonomie 3
kunnen het begrip ergonomie verduidelijken met voorbeelden. kunnen de principes m.b.t. ‘ergonomisch handelen’ in concrete situaties verwoorden. kunnen in opgegeven, concrete situaties verbetervoorstellen formuleren m.b.t. een ‘ergonomische manier’ van werken in de keuken.
4
kunnen de noodzaak verwoorden van milieubewust handelen en van het duurzaam omgaan met grondstoffen voor de gezondheid van iedereen en voor het voortbestaan van de aarde. kunnen in concrete situaties aangeven hoe het menselijk handelen een belasting kan zijn voor het milieu. kunnen in eigen handelen aangeven hoe zij verspilling van grondstoffen voorkomen. kunnen afval selectief sorteren in keukensituaties. zijn ingesteld om milieusparend te handelen.
•
Begrip
•
Principes
•
Toepassingen in de keuken: -
houding
-
werkhoogte
-
bijsturing
Milieu
•
Bronnen van afval
•
Milieubesparend handelen: -
•
zuinig omgaan met water, energie en verpakking
Afval sorteren -
soorten afval (huishoudelijk)
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
9
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen 2
BEGRIPPENKADER EN INFORMATIEMIDDELEN I.V.M. VOEDSELBEHANDELING Technieken bij het verdelen en verkleinen van voedingsmiddelen
5 kunnen de basisvaardigheden m.b.t. verdelen en verkleinen van voedingsmiddelen in opgegeven situaties kiezen en uitvoeren.
•
Hakken
•
Kloppen
•
Knippen
•
Persen
•
Pureren
•
Raspen
•
versnijden
Bereidingentechnieken (basis en afgeleiden)
6
kunnen de bereidingstechnieken in een opgegeven situatie kiezen en • uitvoeren. •
Koken: blancheren, pocheren … Stoven
•
Bakken in de pan, bakken in de oven, fruiten in de pan, roerbakken (= wokken)
•
Frituren
•
Garen in de magnetron
•
Gratineren
•
Paneren
•
Stomen onder druk
Bewaartechnieken 7
kunnen de houdbaarheid van voedingsmiddelen verlengen door
•
Koelen
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
10
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen gebruik van de gepaste bewaartechniek uitvoeren.
kunnen criteria aanwenden om recepten te beoordelen. kunnen een basiskookboek gebruiken.
kunnen de basisbereidingen herkennen in mondeling verwoorde recepten. kunnen inschatten of een mondeling verwoord recept bruikbaar is voor een opgegeven gelegenheid. (U)
kunnen een nieuw, eenvoudig recept aan de hand van een audiovisuele bron bereiden.
3
Diepvriezen
•
Specifieke technieken, o.m.: steriliseren, konfijten, drogen, in het zuur bewaren … (U)
Informatiebronnen
8
9
•
zijn er op gericht een verpakking te lezen en er de belangrijkste elementen uit te halen. kunnen bereidingswijzen op de verpakking volgen en interpreteren.
•
•
•
Schriftelijke bronnen: -
losse recepten
-
kookboeken
Auditieve bronnen: -
mond aan mond
-
radio
-
kooklessen
Audiovisuele bronnen: -
videorecepten
-
tv-programma’s
Etikettering •
Interpreteren m.b.t. milieu, gebruik van iconen, samenstelling, suggesties, houdbaarheid
TAFELZORG Tafeldekken
10
kunnen een verzorgde tafel voor een brood- en warme gezinsmaaltijd • dekken. • kunnen op een verantwoorde en hoffelijke manier de tafel op- en afdienen.
•
Benodigdheden Richtlijnen Op- en afdienen
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
11
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen kunnen op een efficiënte manier de eetruimte/keuken opruimen.
Opruimen
Tafelafwerking en -versiering
11 kunnen voor eenvoudige gelegenheden een tafel voor een brood- en warme maaltijd afwerken/versieren. 4
•
•
Benodigdheden
•
Richtlijnen
ZORGOEFENINGEN I.V.M. VOEDING Voedingsmiddelen
12 kunnen het begrip voedingsmiddel met eigen woorden uitleggen en er voorbeelden van geven.
•
Begrip en indeling
•
Herkomst (plantaardig, dierlijk)
•
Voorkomen: onbewerkt, bewerkt, bereid (U)
kunnen de productgroepen benoemen en hun plaats binnen een actueel voedingsvoorlichtingsmodel verantwoord toelichten. kunnen opgegeven voedingsmiddelen indelen op basis van hun herkomst. kunnen het verschil tussen een onbewerkt voedingsmiddel en een bewerkt voedingsmiddel aangeven (U).
Voedingsstof
13 kunnen op etiketten van courante verpakkingen van voedingsmiddelen de voedingsstoffen aanduiden.
•
kunnen de voedingsstoffen indelen naar hun functie.
Indeling volgens de voedingswaarde: -
bouwstoffen: water, mineralen, eiwitten
-
brandstoffen: vetten, verteerbare koolhydraten
-
beschermende stoffen: vitaminen, mineralen, vezels
Voeding, beweging en gezondheid
14 kunnen in concrete situaties aangeven dat regelmatig bewegen en een evenwichtige, gevarieerde voeding bijdraagt tot gezondheid en
•
Factoren die de gezondheid m.b.t. voeding bepalen: -
variatie
-
gematigdheid i.f.v. beweging en activiteit
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
12
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen een goede fitheid.
-
evenwicht
zijn ingesteld om de voeding van andere culturen op basis van deze criteria te beoordelen. kunnen in opgegeven situaties aangeven waar een verkeerd
•
Voedingsfouten
voedingspatroon de gezondheid in het gedrang brengt. Hulpmiddelen m.b.t. het bepalen van gezonde voeding
15 kunnen aantonen dat een voedingsmodel een hulpmiddel is om een
•
Voedingsmodel
•
Voedingsmiddelentabel
gezonde voeding samen te stellen. kunnen de voedingsmiddelentabel gebruiken.
16
Voedingsmiddel: water Water • kunnen de noodzaak van een evenwichtige vochtbalans voor het goede functioneren van het lichaam aantonen. kunnen diverse soorten water, koffie, thee en bouillon, presenteren en aanbieden/schenken. kunnen verfrissende en dorstlessende dranken en gerechten maken (U). hebben oog voor mooie kleur en smaakcombinaties van aperitieven (U).
•
Situering in de actieve voedingsdriehoek: -
belang van vocht in de voeding (evenwicht tussen waterverlies en waterinname)
-
mogelijkheden voor wateropname: water, groentesoep, bouillon, koffie, thee
Gebruik van water in specifieke bereidingen (U:) -
alcoholvrije aperitieven
-
sorbets
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
13
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen kunnen eigen drinkgewoonten verwoorden en verantwoorden. kunnen kritisch omgaan met de reclame en het gamma dranken onder diverse vormen. kunnen de informatie op het etiket gebruiken om een aankoop te verantwoorden.
•
Eigen gedrag en consumentengedrag: -
eigen drinkgedrag
-
gamma dranken
-
aankoop
De soepen
17
• kunnen de basistechnieken i.v.m. het gebruiksklaar maken van groenten uitvoeren.
kunnen de basisbereiding van de verschillende soorten soepen maken.
kunnen het aanbod aan kant-en-klare soepen kritisch beoordelen op basis van criteria.
18
…
•
•
Basistechnieken: -
reinigen
-
wassen
-
snijden van groenten
-
blancheren en invriezen
Basisbereiding van: -
doorgestoken soep
-
niet-doorgestoken soep
Eigen gedrag en consumentengedrag: -
het aanbod kant-en-klare soepen in de verkooppunten
Voedingsmiddel: graanproducten en aardappelen Brood • kunnen het belang van broodproducten in de voeding verwoorden. kunnen aan de hand van de voedingsmiddelentabel aantonen dat de voedende waarde van de soorten brood kan verschillen. kunnen voor diverse gelegenheden en op een gevarieerde manier een broodmaaltijd bereiden.
•
Situering in de actieve voedingsdriehoek: -
belang van brood in de voeding
-
soorten brood
Bereiden van o.m.: -
ontbijt
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
14
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen kunnen een lunchpakket voorbereiden rekening houden met aspecten milieuvriendelijkheid, eetwarenhygiëne, versheid. kunnen uit het assortiment van brood een verantwoorde keuze maken. kunnen brood op de goede manier bewaren. kunnen aantonen hoe broodproducten uit andere culturen in hun cultuur is geïntegreerd. kunnen uit het assortiment van brood een verantwoorde keuze maken. kunnen een houding verwoorden en verantwoorden tegenover het gebruik van bake-off producten.
•
-
lunch/lunchpakket
-
picknick
-
oudbakken brood verwerken: croque’s, uitsmijter, wentelteefjes, broodpudding …
Eigen gedrag en consumentengedrag: -
brood in andere culturen (o.m. pizza, ongedesemd …)
-
het aanbod bake-off
Deegwaren
19 kunnen enkele veel gebruikte soorten deegwaren herkennen. kunnen het belang van deegwaren als energiebron toelichten.
hebben aandacht voor de kooktijd van de verschillende deegwaren.
•
Situering in de actieve voedingsdriehoek
•
Variëteiten:
•
•
kunnen een prijs/kwaliteitsvergelijking maken tussen het verschillend aanbod aan deegwaren op basis van de lectuur van de verpakking, prijs en smaak (U).
•
-
volkoren, geraffineerd
-
handelsvormen
Basistechnieken: -
koken (al dente)
-
zoete en hartige bereidingen
Bereidingen van o.m.: -
deegwaren met ham en kaassaus
-
deegwaren met tomatensaus
Eigen gedrag en consumentengedrag (U): -
vergelijking tussen het verschillend aanbod aan deegwaren (o.m. diepvries, gedroogd, kant en klaar)
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
15
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen Rijst
20 kunnen de voedende waarde afleiden uit de samenstelling.
•
Situering in de actieve voedingsdriehoek
kunnen soorten rijst kiezen in functie van de bereiding.
•
Soort i.f.v. de bereiding
•
Basistechniek: koken
•
Bereiden van o.m.:
kunnen eenvoudige rijstgerechten bereiden.
-
zoete gerechten: rijstpap ...
-
hartige gerechten: rijstkroketten, risotto …
Ontbijtgranen
21 kunnen de voedingsstoffen beoordelen op opgegeven ontbijtgranen op basis van de gegevens op de verpakking. kunnen een onderscheid maken tussen gesuikerde en ongesuikerde ontbijtgranen.
•
Situering in de actieve voedingsdriehoek
•
Eigen gedrag en consumentengedrag: -
marktaanbod
Andere graanproducten (U)
22 kunnen gerechten met opgegeven graanproducten bereiden. (U)
•
Bereiden van o.a. couscous, bulghur, tarweproducten …
Aardappelen
23
• kunnen bij het bereiden van aardappelen rekening houden met het behoud van de voedingswaarde. kunnen in functie van de bereiding de meest geschikte aardappelvariëteit kiezen. kunnen met eigen woorden het nut van bewaaraardappelen verklaren. • kunnen bij het schillen van aardappelen rekening houden met het behoud van de voedingswaarde. kunnen in functie van het gerecht een keuze maken uit de soort
Situering in de actieve voedingsdriehoek: -
belang van de aardappel in de voeding i.f.v. de energetische behoeften
-
variëteit i.f.v. de bereiding
-
voorzorgen voor behoud van mineralen en vitaminen
Basistechnieken: -
schillen
-
borstelen, wassen, spoelen
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
16
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen aardappel en met de basistechnieken en deze uitvoeren.
kunnen eenvoudige aardappelbereidingen zelfstandig maken.
•
•
24
-
koken
-
bakken
-
fruiten
Bereiden van o.m.: -
aardappelen in de pel
-
aardappelpuree
-
frieten
Eigen gedrag/waarden en consumentengedrag:
kunnen het aanbod van aardappelproducten kritisch bekijken op basis van criteria. kunnen het belang van bewaaraardappelen verwoorden. Voedingsmiddel: groenten en fruit Groenten kunnen de behoefte aan groenten motiveren. kunnen met eigen woorden het belang van bereide groenten in een gezond voedingspatroon verwoorden. kunnen een aantal groenten herkennen in functie van latere bereidingen. kunnen het verschil duidelijk maken tussen rauwkost en gekookte groenten i.v.m. voedingswaarde. kunnen het verschil in smaak tussen verse en gedroogde kruiden verwoorden. kunnen de culinaire waarde van kruiden aantonen.
•
• kunnen het verschil in voedingswaarde tussen rauwkost en bereide groenten aanduiden. kunnen enkele soorten rauwkost opnoemen en het gebruik ervan
aanbod aan aardappelproducten (verse, voorgebakken, diepvries, voorgeschilde, vlokken, in blik …)
Situering in de actieve voedingsdriehoek: -
belang van groenten in de voeding
-
mogelijkheden
-
tuinkruiden en specerijen
Basistechnieken: -
rauwkost
-
bereide groenten
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
17
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen aangeven. kunnen geschikte rauwkost als broodbeleg kiezen en verwerken. kunnen rauwkost en salades bereiden. kunnen eigen eetgewoonten m.b.t. groenten verwoorden en verantwoorden. kunnen in eigen eetgewoonten aangeven waar ze kruiden en specerijen kunnen gebruiken als vervanger van zout. kunnen groenten in een dagrantsoen verdelen. houden rekening met het marktaanbod bij het prijsbewust aankopen van groenten. kunnen hun houding motiveren tegenover bio-groenten en een vegetarische eetwijze.
•
kruidenomelet, kruidendrank
Eigen gedrag en consumentengedrag: -
eigen eetgedrag analyseren
-
aankoop en bewaren
-
bio-groenten
-
vegetarische eetwijze
Fruit
25 kunnen de behoefte aan fruit motiveren. kunnen de verschillende handelsvormen van veelgebruikt fruit vergelijken. kunnen voornaamste fruitsoorten herkennen. kunnen fruit op basis van prijs en kwaliteit kopen. kunnen i.f.v. het doel en het voorhanden zijnde fruit een aangepaste basistechniek uitvoeren.
kunnen fruitgerechten bereiden. kunnen gerechten voor dagelijkse menuplanning en diverse gelegenheden inventariseren. kunnen verschillende gerechten bereiden met fruit: hapjes, bijgerecht, hoofdgerecht, nagerecht, tussendoortje, met aangepaste technieken en correct gehanteerde middelen.
•
•
•
Situering in de actieve voedingsdriehoek: -
belang van fruit in de voeding
-
mogelijkheden
Basistechnieken, o.m.: -
schillen en pellen
-
persen
-
snijden
-
leeghalen en vullen
Bereiden van o.m.: -
vruchtensap
-
vruchtensla
-
appelmoes
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
18
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen kunnen fruit volgens de tafeletiquette eten.
26
-
appelbeignets
• Eigen gedrag en consumentengedrag: kunnen eigen eetgewoonten m.b.t. fruit verwoorden en verantwoorden. - aankoopgedrag kunnen aan de hand van informatie en documentatie omtrent - gammaproducten fruitgerechten, factoren die het gebruik ervan (door jongeren) bepalen/beïnvloeden, omschrijven. kunnen criteria aangeven voor de aankoop van fruit. kunnen enkele verpakte fruitsoorten en enkele gamma's van deze producten onderling vergelijken, onder meer m.b.t. hun verpakking, herkenbaarheid, versheid, houdbaarheid, informatiewaarde en prijs. Voedingsmiddel: melkproducten en calciumverrijkte sojaproducten Melk kunnen veel gebruikte melksoorten en diverse afgeleide producten benoemen, herkennen, herkomst aangeven en beoordelen op kwaliteitseisen. kunnen de samenstelling van de verschillende melksoorten opzoeken en vergelijken (U). kunnen in functie van het gebruik de meest geschikte melksoort kiezen. kunnen verwoorden dat melk snel overkookt en de technieken kennen om hierop in te spelen.
kunnen eenvoudige melkbereidingen zelfstandig maken.
•
•
•
Situering in de actieve voedingsdriehoek: -
belang
-
soort i.f.v. het gebruik
Basistechnieken: -
koken van melk
-
yoghurtcultuur
-
shaken
Bereiden van o.m.: -
yoghurt en afleidingen
-
milkshakes
-
puddingen
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
19
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen Gerechten met kaas
27 kunnen soorten kazen klasseren volgens het vetgehalte. kunnen in opgegeven situaties informatie op de verpakking aflezen en gebruiken. kunnen een variatie aan kaassoorten selecteren bij het samenstellen van een kaasplank. kunnen kazen op de juiste manier versnijden en interpreteren.
•
•
•
kunnen aantonen dat het aanbod van de verschillende kaassoorten tot ruime en gevarieerde gebruiksmogelijkheden leidt.
•
kunnen in het gamma kazen aantonen hoe kazen uit andere culturen in ons eetgedrag geïntegreerd zijn (U).
-
keuze i.f.v. het gebruik
-
soorten kaas
Basistechnieken: -
snijden (U)
-
gratineren
Bereiden van o.m.: -
kaasplank
-
gegratineerde schotel
Eigen gedrag en consumentengedrag: -
eigen eetgedrag
-
marktaanbod
-
cultureel bepaald aanbod (U)
Calciumverrijkte sojaproducten (U)
28 kunnen bij een opgegeven opdracht een keuze maken uit het marktaanbod aan calciumverrijkte sojaproducten (U). 29
Situering in de actieve voedingsdriehoek:
•
Marktaanbod
Voedingsmiddel: vlees, vis, eieren en vervangproducten Vlees kunnen vleeswaren situeren binnen de actieve voedingsdriehoek. kunnen aangeven dat de behoefte aan vlees afhankelijk is van de activiteitsgraad.
•
•
kunnen de gepaste basistechniek aanwenden naargelang de aard
Situering in de actieve voedingsdriehoek: hoeveelheid per persoon
Basistechnieken: -
braden
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
20
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen van het vleesstuk. kunnen verschillende vleesstukken op diverse manieren bereiden. kunnen zelfstandig een recept uitvoeren.
•
-
bakken
-
stoven
-
roosteren
-
barbecue
Eigen gedrag en consumentengedrag: -
kunnen aan de hand van verzamelde info en documentatie een beeld schetsen van het marktaanbod bij een zelfstandige slager en een grootwarenhuis wat betreft vers vlees en bereidingen.
gamma verse en bereide producten
kunnen uit het gamma vleesproducten een verantwoorde keuze maken i.f.v. criteria smaak, bereidingstijd en prijs. kunnen aan de hand van verzamelde info en documentatie over vleesproducten factoren aangeven die het gebruik ervan door jongeren beïnvloeden. Gevogelte
30 kunnen enkele soorten gevogelte opnoemen. kunnen verantwoorden dat gevogelte evenwaardig is aan vlees en veel variatie in het gebruik biedt.
kunnen de bereidingen voor huishoudelijk gebruik uitvoeren.
•
Soorten
•
Samenstelling en voedende waarde
•
Aankoop en bewaren
•
Basistechnieken o.m.:
•
-
versnijden
-
bouillon trekken
-
bakken/braden
Bereiden van o.m.: -
bakken/braden van gevogelte
-
waterzooi, kippenpasteitje
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
21
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen kunnen aan de hand van verzamelde info en documentatie over gevogelteproducten factoren aangeven die het gebruik ervan door jongeren beïnvloeden.
•
kunnen aan de hand van de analyse van het etiket van voorverpakt vlees de toepassing van de wet op 2003 interpreteren.(U)
Eigen gedrag en consumentengedrag -
eigen eetgedrag
-
argumenten pro en contra vlees- en gevogelteverbruik
-
marktaanbod/traceerbaarheid
Vis
31 kunnen vis aangeven als belangrijke bron van eiwitten en mineralen en onverzadigde vetzuren.
•
Situering in de actieve voedingsdriehoek -
verband tussen kleur van het spierweefsel en het vetgehalte
-
versheidkenmerken
-
soort i.f.v. de bereidingen
kunnen de noodzaak van vis in een weekmenu verantwoorden. kunnen door observatie op basis van versheidkenmerken de versheid van de vis verantwoorden. kunnen enkele vette en magere vissoorten opnoemen. •
kunnen een vissoort kiezen in functie van een opgegeven gerecht, basistechniek en bereiding.
•
•
Basistechnieken o.m.: -
reinigen, wassen, verdelen
-
pocheren
-
paneren en bakken
-
roosteren
-
wokken
Bereiden van o.m.: -
magere vissoorten
-
vette vissoorten
-
visschotels (met verse vis, gerookte vis, visconserven)
Eigen gedrag en consumentengedrag: -
eigen eetgedrag
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
22
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen kunnen enkele verpakte vissoorten onderling vergelijken, onder meer wat betreft verpakking, herkenbaarheid, versheid, houdbaarheid, informatiewaarde en prijs.
-
argumenten pro en contra visverbruik
-
marktaanbod
Gerechten met schaal- en schelpdieren
32
• kunnen het belang van versheid van schaal- en schelpproducten voor de gezondheid illustreren. kunnen het onderscheid van schelp- en schaaldieren maken i.v.m. cholesterolgehalte en allergieën. •
kunnen schaal- en schelpdieren bereiden.
•
Situering in de actieve voedingsdriehoek: -
mossel, garnalen/scampi
-
versheidskenmerken
Basistechnieken: -
reinigen
-
koken
-
pellen
Bereiden van eenvoudige schaal- en schelpdieren
Eigerechten
33
kunnen de delen van een kippenei benoemen. • kunnen aantonen dat eigerechten een goedkope bron van eiwitten zijn. kunnen verse eieren en hun kwaliteitsklassen herkennen en identificeren. kunnen rekening houden met bewaaromstandigheden en duurtijd van de bewaring van eieren. kunnen een variatie van eigerechten bereiden. • kunnen de basistechnieken toepassen bij de bereidingen. kunnen eierverpakkingen onderling vergelijken, wat betreft herkenbare kwaliteitsklassen, versheid, houdbaarheid, informatiewaarde en prijs.
•
Situering in de actieve voedingsdriehoek: -
delen van een ei
-
versheid
Bereiden van o.m.: -
zacht en hard gekookte eieren (verwerken in gerechten)
Eigen gedrag en consumentengedrag: -
eigen eetgedrag
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
23
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen
• kunnen aantonen welke vervangproducten als alternatief kunnen dienen voor vleesproducten (U).
34
aankoop en bewaren
-
marktaanbod/traceerbaarheid
Vervangproducten (U); keuze uit: -
peulvruchten
-
sojaproducten
Voedingsmiddel: smeer- en bereidingsvet Olie kunnen uitleggen waarom de oliën en de vetten zich bovenaan de actieve voedingsdriehoek bevinden. kunnen de oliën indelen volgens dierlijke/plantaardige afkomst en volgens hittebestendigheid. kunnen oliën kiezen i.f.v. het gebruik. kunnen het marktaanbod van vetstoffen kritisch beoordelen .
35
-
kunnen de afkomst van de vetstoffen aangeven en het effect voor de gezondheid afleiden. kunnen door middel van de voedingsmiddelentabel de samenstelling van de verschillende vetstoffen benoemen en de gevolgen voor de gezondheid bespreken. kunnen bij de bereidingen de keuze van de vetstoffen bepalen.
•
•
Situering in de actieve voedingsdriehoek: -
indeling volgens afkomst (pitten, zaden, vruchten) en hittebestendigheid
-
keuze i.f.v. het gebruik
Bereidingen: -
fruiten
-
wokken
-
koude bereidingen (o.m. dipsausen, vinaigrette)
Zachte margarine/ minarine/ boter/ halfvolle boter •
Bereidingen; o.m.: -
roerdeeg
-
boterkoekjes
-
…
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
24
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen 36
Voedingsmiddel: restgroep Suiker kunnen in opgegeven situaties verschillende handelsvormen van suiker herkennen. kunnen uit de samenstelling de voedende waarde afleiden. kunnen verantwoorden dat suiker beperkt moet gebruikt worden.
kunnen lekkere, originele en verzorgde versnaperingen bereiden.
•
Soort i.f.v. de bereiding
•
Basistechnieken:
•
-
oplossen
-
karameliseren
-
kneden; vormen
Bereiden van o.m.: -
marsepein/speculaas
-
gebak
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week) 2 Zorg voor woon- en leefomgeving en Zorg voor welzijn
25
PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e leerjaar 5 lt/w , 2e leerjaar 5 lt/w) Zorg voor de woon- en leefomgeving (4 – 4) Zorg voor welzijn (1 – 1) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e leerjaar 6 lt/w, 2e leerjaar 6 lt/w) Zorg voor de woon- en leefomgeving (2 – 2) Zorg voor welzijn (4 – 4)
2.1
Zorg voor woon- en leefomgeving
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen 1
ALGEMENE BEGRIPPEN I.V.M. WOON- EN LEEFOMGEVING Wonen
37 kunnen in concrete situaties aangeven waarom ‘wonen’ een fundamenteel recht van iedere mens is. kunnen woonvormen bespreken i.f.v. de zorg.
•
Begrip
•
Woonmogelijkheden: -
kunnen de ruimtes in de woning indelen in elementaire en supplementaire ruimtes i.f.v. het gebruik. kunnen woonmogelijkheden kiezen in functie van gezinssituaties, financiële draagkracht en lifestyle.
•
soorten woonvormen m.b.t. veiligheid, persoonlijk comfort, zorgcomfort …
Indeling ruimtes: -
elementaire ruimtes
-
huishoudtechnische ruimtes
-
woon- en leefruimtes
-
sanitair
-
verkeersruimtes
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
26
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen 2
supplementaire ruimtes
V.G.V.M. EN WERKORGANISATIE TOEGEPAST IN DE WOON- EN LEEFOMGEVING Veiligheid
38
39
• Veilig handelen kunnen in een opgegeven woon- en leefomgeving risicofactoren inventariseren, knelpunten aangeven en veiligheidsmaatregelen voorstellen. kunnen in voorbeeldsituaties het belang aangeven van voorschriften in functie van veiligheid, gezondheid, milieu en ergonomie. kunnen bij het uitvoeren van opdrachten aangeven waar zij rekening houden met voorschriften in functie van veiligheid, gezondheid, milieu en ergonomie. Gezondheid kunnen met voorbeelden aangeven dat algemene en persoonlijke hygiëne noodzakelijk zijn voor de gezondheid van zichzelf en van anderen. kunnen in opgegeven situaties aangeven waar wordt rekening gehouden met principes van ergonomie.
•
Hygiënisch handelen
•
Ergonomisch handelen
Milieu 40
41
zijn ingesteld om bij het gebruik, verbruik en restverwerking rekening • te houden met principes van duurzaamheid en milieubesparend handelen. kunnen afval selectief sorteren. kunnen de principes van een goede werkorganisatie toepassen bij het onderhouden en verwerken van materialen.
Milieusparend handelen: -
keuze van grondstoffen en verpakking
-
omgaan met rest en afval
Werkorganisatie
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
27
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen 3
KWALITEITSBEWUST HANDELEN IN DE WOON- EN LEEFOMGEVING Kwaliteit in zorgsituaties
42 kunnen in concrete situaties het verschil aantonen tussen producten proceskwaliteit.
•
Productkwaliteit
•
Proceskwaliteit
kunnen elementen van integrale kwaliteit in opgegeven zorgsituaties • aantonen.
Integrale kwaliteit: -
aandacht voor de 5 M's: mens, milieu, materiaal, middelen, methode
Kwaliteit en budgetbeheer
43
kunnen hun keuze voor grondstoffen en producten verantwoorden in • functie van criteria gezondheid, tijdbesteding en budget. •
Verhouding prijs-kwaliteit Keuze tussen niet-bewerkte en bewerkte grondstoffen in functie van kwaliteit en budget
Kwaliteitsvol handelen in zorgsituaties
44 kunnen in opgeheven situaties aantonen hoe kwaliteitsvol handelen ondersteund wordt door gebruik van een OVUR-stappenplan. kunnen een grondstof of een apparaat via een stappenplan onderhouden.
zijn gericht op het reflecteren over en het zelf evalueren van het bekomen product en het doorlopen proces.
•
Systematisch handelen in zorgsituaties: een stappenplan (OVUR): -
oriëntering op de zorgvraag
-
voorbereiding
-
uitvoering
-
reflecteren/evalueren
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
28
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen 4
ANALYSE EN GEBRUIK VAN HULPMIDDELEN IN ZORGSITUATIES Producten Water
45 kunnen in concrete situaties het verschil tussen hard en zacht water bepalen.
•
kunnen oplossingen voorstellen m.b.t. de gevolgen van hard water in • concrete situaties. kunnen in concrete opdrachten huishoudelijke toestellen ontkalken door gebruik te maken van richtlijnen op de etiketten en toestelinformatie.
Indeling volgens hardheid Mogelijke oplossingen m.b.t. hardheid van water
•
Ontkalken van een huishoudelijk toestel
•
Energiebesparend en milieubewust handelen
Wasmiddelen
46 kunnen opgegeven wasmiddelen indelen volgens uitzicht en aard. kunnen wasmiddelen gebruiken in functie van het textiel en de vuilheidgraad.
•
Soorten volgens uitzicht
•
Soorten volgens de aard van de was
•
Lezen van de verpakking: dosering en gebruik
Specifieke middelen voor reiniging en onderhoud
47 kunnen van opgegeven reinigings- en onderhoudsmiddelen de etiketten van de verpakking lezen en interpreteren bij het oplossen van een concrete zorgsituatie. kunnen opgegeven reinigings- en onderhoudsmiddelen m.b.t. concrete situaties/materialen onderscheiden.
kunnen in functie van de aard van de vlek het juiste ontvlekkingsmiddel correct gebruiken en het veilig opbergen.
•
Middelen en producten: -
reinigingsmiddelen
-
onderhoudsmiddelen
-
gecombineerde middelen
-
desinfecteermiddelen
-
ontvlekkingsmiddelen
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
29
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen kunnen in functie van het gebruikte product het meest geschikte oplosmiddel correct gebruiken en veilig opbergen.
-
oplosmiddelen
kunnen in een opgegeven opdracht specifieke afwerkingproducten gebruiken en veilig opbergen.
-
afwerkingproduct
nemen veiligheidsmaatregelen in acht bij het gebruik en het opslaan van schoonmaak- en desinfecteermiddelen. nemen milieuoverwegingen in acht bij de keuze en het gebruik van reinigings- en onderhoudsmiddelen en producten.
•
Veiligheids- en milieuaspecten
Materieel
48
Onderhoudsmaterieel kunnen in functie van de opdracht het juiste onderhoudsmaterieel bepalen. kunnen bij het uitvoeren van een opdracht het onderhoudsmaterieel correct en veilig gebruiken.
•
Soorten i.f.v. de onderhoudsopdracht o.m.: -
borstel, vloerwisser, emmer …
-
sponzen en zemen
-
schuurmateriaal en materieel
-
synthetische doeken
Apparaten
49 kunnen in functie van de te reinigen ondergrond de gepaste vloerreinigers gebruiken. zijn gericht op veilig en ergonomisch gebruik van reinigingsapparatuur.
•
Reinigingsapparatuur: -
stofzuiger, stoomreiniger, andere vloerreinigers
-
soorten i.f.v. het gebruik
-
veiligheid
-
ergonomie
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
30
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen zijn gericht op het veilig, ergonomisch en milieubewust gebruik van wasapparatuur. kunnen criteria aangeven waarop men zich kan baseren om een aankoop van een was- of strijkapparatuur aan te schaffen (U).
5
•
Apparaten m.b.t. wassen en strijken: -
de wasmachine (o.m. gebruik en criteria bij aankoop)
-
de droogtrommel
-
het strijkmaterieel
-
de naaimachine (U)
ZORGOEFENINGEN I.V.M. MATERIALEN, TECHNIEKEN EN HULPMIDDELEN Glas 50
kunnen de soorten glas met hun voornaamste eigenschappen in functie van het gebruik onderscheiden. kunnen het belang van selectief sorteren van glas verwoorden.
kunnen in concrete situaties de vaat reinigen zowel manueel als machinaal.
kunnen op basis van geformuleerde criteria aangepaste, milieuvriendelijke producten kiezen bij het onderhoud van glas. kunnen glazen voorwerpen onderhouden. kunnen verschillende glassoorten sorteren en duurzaam omgaan met verpakkingsmaterialen. kunnen versieringen met en op glas uitvoeren (U).
•
Herkomst
•
Soorten
•
Eigenschappen i.f.v. gebruik
•
Milieuraadgevingen
•
Reinigen
•
Onderhoud van de vaat (manueel en machinaal)
•
Grondig onderhoud van ramen, spiegels, siervoorwerpen in glas
•
Glasafval sorteren
•
Decoratieve werkvormen (o.m. schilderen op glas) (U)
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
31
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen Hout
51 kunnen houtsoorten die in de woning gebruikt worden, herkennen kunnen de voornaamste eigenschappen van hout aantonen.
kunnen aantonen waarom het nodig is om bedekt en onbedekt hout op de juiste manier en met de juiste producten grondig te reinigen. kunnen onbedekt en bedekt hout met gebruik van de juiste onderhoudsproducten en middelen onderhouden. kunnen de techniek van het boenen uitvoeren in concrete situaties. kunnen houtbewerkingtechnieken op een veilige manier uitvoeren met aangepast materieel.
•
Herkomst
•
Soorten
•
Eigenschappen i.f.v. gebruik
•
Onderhoud van o.a.: -
houten speelgoed
-
bedekt hout (o.m. meubels, deuren, vensters)
•
Meubels boenen
•
Decoratieve werkvormen o.a.: schuren, figuurzagen, zagen, verbinden, kleven, beitsen, verven, vernissen
Natuursteen
52 kunnen veelgebruikte natuurstenen herkennen en hun gebruik in en rond de woning verantwoorden.
kunnen natuursteen onderhouden met de juiste onderhoudsproducten.
•
Herkomst (U)
•
Eigenschappen i.f.v. gebruik
•
Onderhoud
•
Onderhoud van o.m., marmer, graniet, leisteen …
Metalen
53 kunnen in de klas- en schoolomgeving de gebruikte metalen onderscheiden i.f.v. hun voornaamste eigenschappen in functie tot het gebruik.
•
Herkomst
•
Soorten:
•
-
niet edele
-
edele
-
zeldzame
Eigenschappen i.f.v. gebruik
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
32
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen kunnen in functie van het te onderhouden materiaal het aangepaste onderhoudsproduct bepalen en gebruiken.
•
Onderhoud van metalen, metaalbedekkingen en legeringen (o.m. kookpotten en bakpannen, bakplaten en bakvormen, bestek, opdienschotels, wasbakken en kranen)
•
Onderhoud van edele metalen (U)
•
Decoratieve werkvormen
Papier
54 kunnen enkele veelgebruikte papiersoorten in functie van hun eigenschappen en gebruik kennen. kunnen het belang van selectief sorteren verantwoorden i.f.v. het duurzaam omgaan met de natuurlijke grondstoffen.
kunnen decoratieve werkvormen gebruiken voor zowel functionele als versierende producten.
•
Herkomst
•
Soorten
•
Eigenschappen i.f.v. gebruik
•
Milieuraadgevingen
•
Decoratieve werkvormen (o.a. vouwen, knippen, inpakken, schilderen, sjabloneren, tamponeren, embossing, origami
Plastiek
55 kunnen in opgegeven voorwerpen plastiek herkennen en de specifieke eigenschappen aangeven in functie van gebruik. kunnen het belang van selectief sorteren verantwoorden.
kunnen plastieken voorwerpen onderhouden met aangepaste producten en krasvrij maken.
•
Herkomst
•
Soorten
•
Eigenschappen i.f.v. gebruik
•
Milieuraadgevingen
•
Onderhoud van o.m. speelgoed, tuinmeubelen, keukenmaterieel, raambekleding
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
33
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen Katoen
56 kunnen het verband verklaren verwoorden tussen eigenschappen, gebruik en onderhoud. kunnen in opgegeven stoffen katoen herkennen aan het symbool en het etiket. kunnen aangeven waarom veredelingsprocessen worden toegepast op katoen. kunnen wit en gekleurd katoen wassen, opvouwen en strijken. kunnen opgegeven etiketten interpreteren i.f.v. het reinigen van de stof. kunnen was-, droog- en strijkapparatuur veilig, ergonomisch en energiebewust gebruiken volgens de gebruiksaanwijzing.
kunnen technieken op katoen toepassen met decoratieve doeleinden.
•
Herkomst
•
Eigenschappen i.f.v. gebruik
•
Etikettering
•
Veredelen
•
Reinigen:
•
-
wassen van wit en gekleurd katoen met de wasmachine
-
opvouwen van spons, interlock …
-
kastklaar maken van wit en gekleurd katoen: onder- en bovenkleding
-
diensten voor kastklaar maken van tafellinnen en bedlinnen (U)
Decoratieve werkvormen o.a.: sjabloneren, appliceren, haken, knopen, vlechten, verven, borduren, doorstoppen
Linnen – Halflinnen (U) 57
kunnen het verband verklaren verwoorden tussen eigenschappen, gebruik en onderhoud (U). kunnen in opgegeven stoffen linnen en halflinnen herkennen aan de hand van het symbool en het etiket (U). kunnen aangeven waarom veredelingsprocessen worden toegepast op linnen en halflinnen (U). kunnen linnen en halflinnen op de juiste manier onderhoude.(U).
•
Herkomst
•
Eigenschappen i.f.v. gebruik
•
Etikettering
•
Veredelen
•
Linnen en halflinnen wassen (o.m. handdoeken, tafelkleedjes, bovenkledij)
•
Linnen en halflinnen kastklaar maken
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
34
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen Wol/gemengde vezels
58 kunnen in opgegeven stoffen wol en gemengde wol herkennen aan de hand van het symbool, het etiket en de eigenschappen. kunnen verantwoorden waarom er veredelingsprocessen op wol worden toegepast.
kunnen een onderscheid maken tussen zuivere wol, gemengde wol en synthetische wol i.f.v. het gebruikscomfort. kunnen wol of gemengde wol reinigen rekening houdend met de specifieke eigenschappen. kunnen verschillende technieken uitvoeren met wol.
•
Herkomst
•
Eigenschappen i.f.v. gebruik
•
Etikettering
•
Symbool
•
Veredelen
•
Onderhouden:
•
-
handwas
-
machinewas
Decoratieve werkvormen, o.a.: -
breien
-
vervilten - werken met vilt
Zijde - kunstzijde (U) 59
kunnen in opgegeven stoffen zijde en kunstzijde kunnen herkennen aan het etiket (U). kunnen de eigenschappen van zijde/kunstzijde herkennen in functie van het gebruik (U). kunnen zijde en kunstzijde met de juiste techniek en wasmiddelen onderhouden (U).
•
Herkomst
•
Eigenschappen i.f.v. gebruik
•
Bewerkingen
•
Reinigen: -
wassen
-
strijken
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
35
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen Synthetische vezels
60 kunnen aan de hand van het etiket de soorten synthetische vezels benoemen.
kunnen synthetische stoffen van andere onderscheiden en de gevolgen ervan voor het gebruik verwoorden. kunnen op een professionele manier synthetische stoffen onderhouden. kunnen producten op een veilige manier gebruiken.
•
Soorten
•
Algemene eigenschappen
•
Etikettering
•
Reinigen: wassen, vouwen, kastklaar maken
•
Afwerkingen: waterdicht maken, chemisch reinigen
Parket – laminaat
61 kunnen parket en laminaat onderscheiden. kunnen parket en laminaat doeltreffend reinigen met geschikte producten.
•
Eigenschappen i.f.v. gebruik
•
Onderhouden van parket- en laminaatvloeren
Kurk (U)
62 enkele doeltreffende eigenschappen van kurk verwoorden en het gebruik afleiden (U). kunnen materiaal in kurk reinigen en verwerken (U).
•
Herkomst
•
Eigenschappen i.f.v. gebruik
•
Reinigen (onderhouden van kurk o.m.: vloeren, tafelsets, tafelbeschermer …)
•
Beschermen
•
Decoratieve werkvormen (o.m. stempels en kransen maken)
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
36
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen Keramiek
63 kunnen de soorten keramiek herkennen met hun voornaamste eigenschappen i.f.v. gebruik. kunnen richtlijnen geven voor de aankoop van een servies.
kunnen op de juiste manier keramiek reinigen en/of onderhouden met aangepaste producten.
•
Herkomst
•
Soorten
•
Eigenschappen i.f.v. gebruik
•
Reinigen:
kunnen verschillende technieken op keramiek uitvoeren en keramiek • bewerken tot een sfeervol werkstuk.
6
-
onderhoud van keukenbenodigdheden vervaardigd uit aardewerk, keramiek, porselein
-
onderhoud van vloeren
-
onderhoud van sanitair
Decoratieve werkvormen: -
keramiek beschilderen
-
boetseren
ZORG VOOR BLOEMEN EN PLANTEN Kamerplanten
64 kunnen kamerplanten, snijbloemen en kruiden verzorgen.
•
Soorten
•
Aankoop i.f.v. standplaats
•
Verzorgingsfactoren: water, licht, meststof
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
37
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen 65
kunnen trendgericht decoratieve werkjes maken.
•
Verzorgen
•
Drogen (U)
Kruiden
66 kunnen de voornaamste kruiden herkennen.
7
Snijbloemen • Schikken
•
Zaaien
•
Uitplanten
•
Verzorgen
•
Oogsten
•
Drogen (U)
DE ZORG VOOR DE WONING IN ZIJN GEHEEL Plannen en uitvoeren
67 kunnen de grondige onderhoudsbeurt in een jaarplanner onderbrengen. kunnen een onderhoudsbeurt in een stappenplan omzetten. kunnen het verschil aangeven tussen de verschillende onderhoudsbeurten. kunnen een eenvoudige en een grondige onderhoudsbeurt uitvoeren.
•
Jaarplanner en stappenplan
•
Eenvoudige onderhoudsbeurt van de verschillende woonruimten
•
Grondige onderhoudsbeurt van de verschillende woonruimten
Verlichting
68 kunnen de eisen gesteld aan verlichting, verwarming, verluchting, isolatie en afvalverwijdering weergeven en verantwoorden. kunnen een budget- en energiebewuste keuze maken i.v.m. verlichting, verwarming, verluchting, isolatie.
•
Begrip: -
natuurlijk licht
-
kunstlicht:
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
38
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen •
Soorten i.f.v. gebruik
•
Veiligheid gesteld aan een goede verlichting
Verwarming
69 kunnen het belang van een efficiënte verwarming verwoorden.
•
Begrip
•
Soorten volgens energiebron
•
Veiligheid gesteld aan een efficiënte verwarming
Verluchting
70 kunnen soorten verluchting aanduiden met hun voor- en nadelen. kunnen de noodzaak van spontaan en regelmatig verluchten met eigen woorden uitleggen.
•
Begrip
•
Soorten i.f.v. gebruik
•
Veiligheid gesteld aan een optimale verluchting
Isolatie
71
kunnen in een concrete situatie voorstellen voor een betere isolering • formuleren. • •
Soorten i.f.v. gebruik Eisen van een degelijke isolatie
Afvalverwijdering
72
73
Begrip
kunnen sfeervolle decoraties maken voor de seizoen- en jaargebonden feesten.
•
Begrip
•
Mogelijkheden: selectief afval sorteren in verschillende ruimten
Woonruimten decoreren
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
39
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen Tafelversiering kunnen eenvoudige tafelversieringen maken. 8
•
Thematisch: seizoen in huis brengen
VEILIGHEID EN PREVENTIE
74
kunnen de begrippen veiligheid en preventie verklaren.
De begrippen veiligheid en preventie Ongevallenpreventie
kunnen in opgegeven concrete situaties aangeven waar de veiligheid in gevaar is. kunnen voorstellen voor preventie formuleren.
•
kunnen in een opgegeven situatie de ernst van een brand inschatten • en hierop reageren met de gepaste middelen.
Veiligheid in en rondom de woning: -
keuken
-
badkamer
-
toilet
-
berging/kelder
-
garage/tuin
-
slaapkamer
-
woonkamer
-
sport-, speel-, ontspanningsruimte
Brandpreventie: -
in huis
-
in de tuin (o.m. barbecue)
-
gebruik van een brandwerend deken
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
40
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen 9
CONSUMEREN EN BUDGETTEREN Inkomsten
75
kunnen in opgegeven situaties voorbeelden geven van verschillende • soorten inkomsten. •
Vaste Toevallige
Budgetteren
76 kunnen in opgegeven situaties uitgaven binnen een leefsituatie rangschikken van levensnoodzakelijke tot onvoorziene omstandigheden. kunnen het belang van een kasboek verantwoorden.
•
Begrip
•
Noodzaak van evenwichtig huishoudbudget
•
Betaalmiddelen
Consument
77 kunnen aangeven welke rechten en plichten ze hebben als consument. kunnen tegenover reclameboodschappen een bewuste consumentenhouding aannemen.
•
Rechten
•
Plichten
•
Reclame
•
Bescherming
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week) 2.2
41
Zorg voor welzijn
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen 10
GEZONDHEID EN GEZONDHEIDSZORG Gezondheid
78 kunnen het begrip gezondheid met eigen woorden omschrijven. kunnen in opgegeven situaties aantonen dat de gezondheid bepaald wordt door een samengaan van biologische factoren, gedragsfactoren, milieufactoren en factoren gelegen in de maatschappelijke omgeving. zijn bereid te reflecteren over de factoren die invloed hebben op hun gezondheid.
•
Begripsomschrijving
•
Factoren die de gezondheid beïnvloeden: -
biologische factoren
-
gedragsfactoren (leefstijl, leefwijze, (on)gezonde gewoonten)
-
milieufactoren: fysieke omgeving (milieu-, luchtvervuiling, geluidshinder, woningkwaliteit, klimaat)
-
maatschappelijke omgeving (sociale contacten, relaties, (on)veilig voelen, werkloosheid, discriminatie)
Lichamelijke zorg
79 kunnen in concrete situaties het belang aantonen van lichamelijke zorg voor de eigen gezondheid en die van anderen. kunnen aangeven waar je zowel inwendig als uitwendig lichamelijke zorg kan uitvoeren. zijn bereid hun eigen gedrag m.b.t. lichamelijke zorg in vraag te stellen.
•
Begripsomschrijving
•
Belang van de lichamelijke zorg voor de eigen gezondheid en die van anderen
•
Inwendige en uitwendige lichamelijke zorg
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
42
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen Geestelijke zorg
80 kunnen opgegeven situaties analyseren m.b.t. de begrippen draagkracht en draaglast van de persoon. kunnen in voorbeelden verantwoorden welke zorgaspecten kunnen bijdragen tot het verhogen of herstellen van het welbevinden van de persoon.
•
Begripsomschrijving: verhouding draagkracht-draaglast
•
Aspecten die bijdragen tot geestelijke zorg, o.m.: rust, slaap, ontspanning, veiligheid, goede sociale contacten …
Gezondheidszorg
81 kunnen het begrip gezondheidszorg illustreren door er zorgvormen en zorgdiensten uit de eigen regio van aan te geven. kunnen een onderscheid maken tussen preventieve zorg en curatieve zorg. kunnen het verband uitdrukken tussen zelfzorg en gezondheid. kunnen motieven aangeven waarom de zelfzorg bij zichzelf en anderen kan verantwoord worden. kunnen in concrete situaties het onderscheid aangeven tussen mantelzorg en professionele zorg.
•
Begripsomschrijving
•
Preventieve zorg tegenover curatieve zorg
•
Soorten zorg: -
zelfzorg
-
mantelzorg
-
professionele zorg
Beroepen in de zorgsector
82 kunnen binnen een opgegeven setting beroepen benoemen die binnen de gezondheids- en welzijnszorg actief zijn. kunnen het verschil in opleiding en werkgelegenheid aangeven tussen verzorgende en zorgkundige.
•
Onderscheid verzorgende/zorgkundige (U)
•
Andere beroepen (U)
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
43
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen 11
ALGEMENE WELZIJN Lichaamshouding
83 kunnen het belang verwoorden van een goede houding bij het uitvoeren van huishoudelijke taken en bij rustsituaties. kunnen in opgegeven situaties voor zichzelf een goede rugsparende houding aannemen. kunnen het verband verwoorden tussen een verkeerde lichaamshouding en lichamelijke klachten. kunnen hun verantwoordelijkheid als burger aangeven bij de aanpak van EHBO. reageren binnen deze verantwoordelijkheid correct. kunnen bij de besproken ongevallen bij zichzelf de nodige zorg toedienen.
•
Ergonomische houdingen bij staan, liggen, zitten en bij huishoudelijke taken;
•
Rugsparend werken
•
EHBO bij huishoudelijke activiteiten: -
ontwrichtingen en breuken
-
bloeduitstorting
-
verstuikingen
-
brandwonden, schaafwonden, snijwonden
Rust en slaap
84 kunnen met voorbeelden het begrip rust omschrijven. kunnen een verband leggen tussen de behoefte aan rust en slaap i.f.v. leeftijd, activiteitsgraad en fysieke en geestelijke toestand. kunnen in opgegeven situaties slaapbevorderende en slaapremmende factoren herkennen en er oplossingen bij voorstellen. reflecteren over hun eigen slaapritueel en dat van anderen. kunnen veilige, gezonde en comfortabele slaapkamer inrichten, aangepast aan de verschillende leeftijdsgroepen.
•
Begripsomschrijving
•
Behoefte aan rust en slaap
•
Slaapbevorderende factoren
•
Het slaapritueel voorbereiden bij baby’s, kinderen, adolescenten, volwassenen, bejaarden
•
Inrichting van de slaapkamer
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
44
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen kunnen voorbeelden opgeven van de gevolgen van onvoldoende slaap en een verstoorde nachtrust op de algemene gezondheidstoestand.
•
Slaapmoeilijkheden/stoornissen als gevolg van: -
ziekte/pijn
-
geneesmiddelengebruik en -misbruik
-
vermoeidheid
-
leefgewoonten (o.m. eetgewoonten, dagindeling, stress, …)
Bioritme
85 kunnen met eigen woorden het begrip bioritme omschrijven. kunnen voorbeelden geven van factoren die het biologisch ritme van de mens verstoren. kunnen i.f.v. hun zelf ervaren bioritme een studeer- en werkschema voorstellen.
•
Begripsomschrijving
•
Belang van het bioritme voor een optimaal functioneren;
•
Oorzaken van ontregeling (o.m. ploegenwerk, winter- en zomeruur)
Sport en spel
86 kunnen het verband uitdrukken tussen een zittend en te weinig actief leefpatroon en beschavingsziektes.
kunnen voor- en nadelen van individuele, groeps- en competitiesport herkennen en kritisch beoordelen.
•
•
Lichamelijke invloed van sport en spel, o.m. m.b.t.: -
de ademhaling
-
de bloedsomloop
-
de conditie en soepelheid
-
de weerstand
-
de spierkracht
Sociale aspecten van sport en spel: -
individuele sporten tegenover groepssporten
-
competitiesport tegenover sport om de ontspanning
-
sprotrages …
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
45
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen kunnen met eigen woorden de voor- en nadelen van tv- en computergebruik omschrijven. kunnen verbanden leggen tussen muziekkeuze, leeftijd en sociale achtergrond. zijn ingesteld om de muziekkeuze van anderen te respecteren. kunnen voorbeelden van creatieve ontspanningsvormen. kunnen opzoeken waar in hun omgeving vormen van creatieve ontspanningsvormen beoefend worden of leermogelijkheden bestaan. kunnen eenvoudige ontspanningsmogelijkheden uitwerken, voorstellen en in groep beleven. leren omgaan met win- en verliessituaties.
•
Invloed van audiovisuele ontspanningsvormen, o.m.: -
invloed van de multimedia
-
invloed van muziek en lectuur
-
invloed van creatieve ontspanningsvormen (o.m. ontwikkeling van de persoonlijkheid, sociaal, esthetisch)
Uitwerken van ontspanningsmogelijkheden -
een gezelschapsspel uitleggen voor en spelen in groep;
-
een wandeltocht organiseren;
-
een picknick organiseren;
-
een buitenspelactiviteit organiseren (U).
EHBO
87 kunnen de huisapotheek optimaliseren. kunnen een reisapotheek samenstellen.
88
•
kunnen een bijsluiter lezen en correct interpreteren.
•
Samenstellen van de huisapotheek
•
Inhoud controleren: ontsmettingsmiddelen, verbanden, materieel; inhoud optimaliseren: lijst opstellen
•
Onderhoud: reinigen van het kastje
Geneesmiddelengebruik •
Ordenen van geneesmiddelen
•
Bijsluiters lezen
•
Verwijderen van vervallen geneesmiddelen
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
46
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen 89
12
kunnen in concrete situaties verbanden aanbrengen.
Aanbrengen van verbanden •
Materieel
•
Technieken
•
Toepassingen: -
snelverband
-
pleisterverband
-
doekverband
-
zwachtelverband
ALGEMENE PERSOONLIJKE LICHAAMSVERZORGING De huid
90 kunnen de delen van de huid aanduiden en benoemen. kunnen in concrete situaties de functies van de huid omschrijven. kunnen de verschillende huidtypes herkennen. kunnen het eigen huidtype reinigen en verzorgen met aangepaste producten. kunnen een onderbouwde keuze maken uit het aanbod producten. kunnen op een onderbouwde manier producten aankopen, rekening houdend met prijs/kwaliteit. kunnen op een verantwoorde manier producten gebruiken, hygiënisch opbergen en bewaren.
•
Bouw van de huid
•
Functies van de huid
•
Huidtypes
•
Huidreiniging:
•
-
soorten baden
-
soorten producten
Huidverzorging: -
voeden
-
deodorants
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
47
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen kunnen de gunstige en de gevaarlijke invloeden van de zon op het lichaam omschrijven. kunnen het verband uitdrukken tussen de toename van huidkanker en onverantwoord zonnebaden. kunnen in opgegeven concrete situaties de principes van verantwoord en gezond zonnebaden aanduiden. kunnen een geschikte beschermingsfactor kiezen en gebruiken in functie van het eigen huidtype. kunnen in functie van het eigen huidtype een zonneschema lezen van de bijsluiter.
•
-
gunstige invloed van de zon op het lichaam
-
gevaren: brandwonden, huidveroudering, verhoogd risico op huidkanker
-
veilig zonnebaden
-
verzorging en bescherming voor, tijdens en na het zonnebaden
-
duurtijd: kinderen – volwassenen
Gelaatsverzorging
91
• kunnen hun eigen gelaat reinigen, verzorgen en opmaken. • • kunnen de oorzaken van acné aangeven. kunnen het verband uitdrukken tussen aangepaste gelaatsverzorging en het voorkomen van acné. 92
Zonnebaden:
kunnen het verband uitdrukken tussen een aangepaste opmaak en een goed voorkomen in alle omstandigheden. kunnen in voorbeelden aangeven door welke criteria men zich kan laten leiden bij het zich opmaken.
•
Reinigen: -
doel van reinigen en verzorgen
-
producten, materieel
Eenvoudige gelaatsverzorging: producten, materieel Acné: -
begripsomschrijving
-
extra verzorging
Opmaken: - eenvoudige maquillage: producten, materieel. -
i.f.v. de gelegenheid, budget, persoonlijkheid, trends …
Mondhygiëne
93 kunnen de delen van de tand op een schema aanduiden. kunnen aangeven waar op een tand mogelijk tandbederf kan ontstaan. kunnen de functies van tandbederf omschrijven.
•
Het gebit: -
bouw van de tand
-
functies van de tanden
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
48
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen kunnen de oorzaken van tandbederf omschrijven. kunnen het verband uitdrukken tussen het voorkomen van tandbederf en gezonde voeding. kunnen dagelijkse tandverzorging en regelmatig tandartsbezoek aangeven als preventieve acties tegen tandbederf. kunnen aangeven hoe de overheid regelmatig tandartsbezoek stimuleert. kunnen een verantwoorde keuze maken i.v.m. de soorten tandenborstels, tandpasta’s, hulpmiddelen.
kunnen hun tandenborstel en toiletzakje onderhouden met kalkoplossende middelen.
•
Oorzaken van tandbederf
•
Tandbederf voorkomen:
•
-
belang van gezonde voeding
-
tandverzorging
-
raadpleging van de tandarts
Mondverzorging: -
tanden poetsen: tandenborstel (manueel/elektrisch), tandpasta
-
tandzijde en flossen;
-
mondspoelingen
•
Gevolgen van slechte mondverzorging
•
Onderhoud van tandenborstel en toiletzakje
Handverzorging
94 kunnen het belang van geregeld reinigen en verzorgen van de handen aangeven. kunnen het verband aantonen van een verzorgd voorkomen en een discrete hand- en nagelverzorging. kunnen hand- en nagelverzorging toepassen met aangepaste producten en geschikt materieel. kunnen het verband aantonen tussen hygiëne en voedsel.
•
Belang van hand- en nagelhygiëne
•
Belang van hand en nagelverzorging
•
Reinigen: producten, materieel
•
Verzorgen: producten, materieel
•
Hygiëne (wassen, drogen)
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
49
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen Voetverzorging
95 kunnen het belang van geregeld reinigen en verzorgen van de voeten aangeven. kunnen het verband aantonen van een verzorgd voorkomen en een discrete voet- en nagelverzorging. kunnen het verband uitdrukken tussen enerzijds niet-aangepaste voetverzorging en verkeerd schoeisel en anderzijds lichamelijke klachten.
kunnen eenvoudige voet- en nagelverzorging toepassen met specifieke producten en materieel.
•
Belang van: -
voet- en nagelhygiëne
-
belang van voet- en nagelverzorging
•
Voorkomen van voetkwalen
•
Keuze van schoeisel in functie van: -
de persoon (juiste maat)
-
de gelegenheid
-
het seizoen
•
Reinigen: producten, materieel
•
Verzorgen:
•
-
courante producten (voetcrème, voettalk)
-
specifieke producten (voor schimmel, kloven, zweetvoeten)
-
keuze van schoeisel
Materieel
Haarverzorging
96 kunnen de delen van het haar aanduiden en benoemen. kunnen de verschillende haartypes herkennen. kunnen het belang verwoorden van het geregeld reinigen en verzorgen van de haren.
•
Bouw, types
•
Belang van haarverzorging
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
50
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen kunnen een verantwoorde keuze maken uit producten en materieel. kunnen producten en materieel veilig gebruiken. kunnen de producten en het materieel hygiënisch opbergen en bewaren.
kunnen de functie van beharing omschrijven.
•
Wassen: reinigingsproducten
•
Verzorgen: verzorgingsproducten
•
Drogen: materieel;
•
Opmaken: producten (o.m. lak, gel …)
•
Onderhoud van kam en borstel
•
Voorkomen van haarkwalen:
•
-
schilfers
-
hoofdluizen
Ontharen van benen en oksels: -
waarom?
-
producten: voor- en nadelen
-
apparaten: voor- en nadelen
Zintuigen De ogen
97 kunnen de delen van het oog benoemen bij het verklaren van het begrip beeldvorming. kunnen in opgegeven situaties voorstellen formuleren voor beschermingsmiddelen voor de ogen.
kunnen in concrete situaties aantonen wanneer de verlichting niet optimaal is.
•
Bouw van het oog
•
Beeldvorming
•
Beschermingsmaatregelen:
•
-
veiligheidsbril
-
zonnebril
Belang van goede verlichting
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
51
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen kunnen de gevolgen van bijziendheid en verziendheid voor de persoon uitleggen.
kunnen het verband uitdrukken tussen goed kunnen zien en een aangepaste verlichting. kunnen eenvoudige oogzorg bij zichzelf toepassen. kunnen op een juiste manier brillen en lenzen onderhouden.
•
•
Oogafwijkingen: -
bijziendheid
-
verziendheid
Oogzorg -
oogbad
-
een vuiltje verwijderen
-
onderhoud van bril, zonnebril, lenzen
De oren
98 kunnen de delen van het oor aanduiden op een schema en de benaming gebruiken bij het verklaren van de geluidsvorming. kunnen de begrippen geluidssterkte en geluidsoverlast met eigen woorden omschrijving i.f.v. het eigen luistergedrag. kunnen het verband aantonen tussen enerzijds een aangepaste geluidssterkte en extrabescherming en anderzijds het voorkomen van gehoorafwijkingen.
kunnen een correcte oorreiniging toepassen ter voorkoming van oorstoppen.
•
Bouw van het oor
•
Geluidsvorming
•
Geluidssterkte
•
Extra bescherming: -
oordoppen
-
oorkleppen
•
Oorstoppen
•
Oorreiniging
De neus
99 kunnen de delen van de neus aanduiden op een schema. kunnen de juiste techniek van het snuiten toepassen. kunnen eenvoudige neuszorg toepassen.
•
Bouw van de neus
•
Neushygiëne: -
snuiten: de juiste methode aanleren
-
niezen
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
52
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen kunnen oorzaken en symptomen van een verkoudheid aangeven. kunnen het verband aantonen tussen algemene hygiëne en het voorkomen van besmetting. kunnen eenvoudige middeltjes zoals inhaleren, gebruik van spray toepassen.
•
Verkoudheid: -
symptomen en oorzaken
-
algemene hygiëne en wellevendheid
-
eucalyptusdampen inhaleren
-
neusspoelingen met fysiologisch mater
Het spijsverteringsstelsel
100
kunnen de rol van een goed functionerend spijsverteringsstelsel voor • de gezondheid formuleren. • kunnen op een schema de organen aanduiden die een rol spelen bij • de spijsvertering. kunnen de belangrijkste symptomen van veel voorkomende spijsverteringsstoornissen met eigen woorden uitleggen. kunnen gerechten aanpassen bij de aanpak van een spijsverteringsstoornis of bij darm- en maagklachten.
•
Rol organen Werking Stoornissen: -
obstipatie, diarree
-
maag- en darmklachten
-
aanpak
Het uitscheidingsstelsel
101 kunnen de rol van een goed functionerend uitscheidingsstelsel voor de gezondheid en het welbevinden formuleren.
kunnen het verband aangeven tussen een goede persoonlijke hygiëne en het voorkomen van problemen met de urinewegen.
•
Rol
•
Organen
• •
Werking Problemen met urinewegen
•
Persoonlijke hygiëne
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
53
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen 13
IK EN DE ANDEREN Wie ben ik?
102 zijn bereid om over eigen gedrag na te denken. zijn bereid te reflecteren over de invloeden van anderen, typische leeftijdsverschijnselen, het eigen zelfbeeld. zijn bereid anderen te aanvaarden. kunnen een gepaste houding aannemen tegenover pestgedrag van anderen/de groep. kunnen voorbeelden geven van beïnvloeding door anderen. zijn bereid te communiceren over houding en het gedrag van zichzelf en van anderen.
•
Ik binnen mijn gezinsvorm
•
Soorten gezinsvormen in deze tijd
•
Mijn rol binnen het gezin (o.m. verhouding van de gezinsleden t.o.v. elkaar, taken van de gezinsleden, verwachtingen …)
•
Omgaan met zichzelf (zelfkennis, zelfbeeld …)
Omgaan met zichzelf
103 kunnen zichzelf identificeren aan de hand van objectieve identificatiegegevens.
•
Zichzelf identificeren
•
Subjectieve aspecten als zelfwaardering, zelfpresentatie
104
kunnen hun zelfbeeld omschrijven als het antwoord op de vraag ‘Wie Zelfbeeld ben ik?’ • Zelfbeeld als het antwoord op de vraag: ‘Wie ben ik?’ kunnen zich omschrijven wat de verschillende soorten zelfbeeld • Soorten zelfbeeld: het sociale zelfbeeld, het emotionele betreft. zelfbeeld, het cognitieve zelfbeeld, het fysieke zelfbeeld, het kunnen in opgegeven situaties voorbeelden aangeven van uitingen materiële zelfbeeld van een positief zelfbeeld.
105
kunnen persoonlijkheid omschrijven als het unieke en vrij stabiele geheel van gedragskenmerken waardoor we ons onderscheiden van anderen. kunnen in concrete situaties het onderscheid aangeven tussen temperament en karakter.
Persoonlijkheid •
Onderscheid tussen persoonlijkheid, karakter en temperament
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
54
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen 106
kunnen in concrete situaties gedrag verklaren als een reactie op een bepaalde prikkel. kunnen voorbeelden geven van waarneembaar en nietwaarneembaar gedrag. kunnen een concrete situatie analyseren wat betreft de persoonlijke factoren en de situationele factoren.
107
kunnen hun mening zeggen zonder de relatie met anderen te verbreken.
108
kunnen in concrete situaties het belang van anderen voor onze eigen ontwikkeling beschrijven. kunnen in concrete situaties de rol van betekenisvolle anderen als referentiekader voor ons eigen handelen aangeven en daarbij voorbeelden geven van negatieve en van positieve beïnvloeding. zijn ingesteld om anderen te aanvaarden met hun mogelijkheden en met hun beperkingen. zijn vaardig in het tonen van respect voor anderen. kunnen in een concrete situatie de rol en houding van de verschillende actoren bij pestgedrag aanwijzen. zijn ingesteld om zichzelf te blijven tegen de druk van anderen bij pestgedrag.
109
kunnen in concrete situaties de omgangsvaardigheden bewust toepassen.
Menselijk gedrag •
Gedrag als een reactie op een prikkel
•
Uiterlijk waarneembaar tegenover uiterlijk nietwaarneembaar gedrag
•
Factoren die het gedrag bepalen: -
persoonlijke factoren;
-
situationele factoren.
Omgaan met anderen •
Belang van de anderen voor de eigen ontwikkeling; (o.m. Wilde van Aveyron)
•
Betekenisvolle anderen als referentiegroep
•
Omgaan met positieve en negatieve invloeden van anderen (leeftijdsgenoten, ouderen, gezagsfiguren …)
•
Jezelf blijven
•
Aanvaarden van anderen
•
Respect voor anderen
•
Omgaan met vormen van pestgedrag
Omgangsvaardigheden •
Jezelf voorstellen
•
Groeten van leeftijdsgenoten, ouderen, gezagsfiguren
•
Afscheid nemen
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
55
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen Lichaamstaal
110 kunnen in opgegeven concrete situaties de lichaamstaal bespreken. zijn bereid te reflecteren op eigen lichaamstaal (U).
•
Begripsomschrijving
•
Soorten lichaamstaal (o.m. embleemgebaren, omgaan met spanning
•
Non-verbaal gedrag dat kan wijzen op o.m. spanning, blijheid, vraag om hulp, twijfel, genegenheid, vriendschap, …
•
Gendergebonden gebaren
•
Gebaren die wijzen op nabijheid/afstand:
kunnen tederheid en warmte herkennen in zorgsituaties. kunnen de noodzaak aan tederheid illustreren. kunnen aangeven welke gevoelens zij makkelijk uiten en/of • formuleren. kunnen aangeven dat het uiten van gevoelens persoonsgebonden én situatiegebonden is.
-
van zichzelf
-
van anderen
Omgaan met tederheid binnen zorgsituaties
Sociale vaardigheden
111 kunnen een het communicatieproces met eigen woorden uitleggen. kunnen met voorbeelden de voor- en nadelen aantonen van éénzijdige en tweezijdige communicatie. kunnen voorbeelden binnen de zorg aangeven van éénzijdige en va, tweezijdige communicatie. kunnen in opgegeven situaties het belang aangeven van de indruk die je op iemand maakt. kunnen aantonen dat de eerste indruk over iemand een rol speelt in de verdere houding over en communicatie met een ander. zijn zich bewust van het hebben van mogelijke vooroordelen. kunnen hun eigen gedrag m.b.t. vooroordelen corrigeren.
•
Het communicatieproces
•
Soorten communicatie: -
éénzijdig/tweezijdig
-
verbaal/non-verbaal
•
Communicatievaardigheid
•
Communicatiestoornissen
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
56
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen Luisteren
112 kunnen in opgegeven situaties het belang aangeven van een goede luisterhouding. kunnen in concrete situaties de elementen binnenkant en buitenkant van de communicatie aangeven. kunnen in opgegeven situaties de gevolgen van een foutieve luisterhouding voor de interactie tussen mensen. zijn bereid na te denken over hun eigen luisterhouding. kunnen luistervaardigheden in concrete situaties toepassen.
•
Belang van luisteren voor de communicatie
•
Beschrijving van de gevolgen van een foutieve luisterhouding
•
Luistervaardigheden o.m. actief luisteren.
Assertiviteit
113 kunnen assertiviteit omschrijven als een opkomen voor jezelf zonder de relatie met de ander te verbreken. kunnen in opgegeven situaties het onderscheid aangeven tussen assertief en agressief gedrag.
•
De begrippen assertief gedrag en agressief gedrag.
•
Oefeningen op assertiviteit
Op bezoek gaan
114 kunnen gepast handelen bij een bezoek in diverse omstandigheden. kunnen gepast reageren op een uitnodiging waarop men wil/kan ingaan en een op een uitnodiging waarop men niet kan/wil ingaan.
•
Gelegenheden
•
Ingaan op of afwijzen van een uitnodiging:
kunnen een passend geschenk uitkiezen en aanbieden in functie van • de persoon, de gelegenheid en het budget.
-
schriftelijk
-
telefonisch
-
elektronisch
Geschenken -
wat aan wie aanbieden?
-
geven van het geschenk
-
ontvangen (ruilen)
-
bedanken.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
57
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen Bezoek ontvangen
115
kunnen uitnodigingen opmaken voor diverse gelegenheden, verschillende soorten doelgroepen en via verschillende media.
kunnen gepast handelen bij het ontvangen van bezoek.
14
•
Gelegenheden
•
Uitnodigingen:
•
-
schriftelijk
-
telefonisch
-
elektronisch
Algemene omgangsvormen: -
genodigde/onverwachte gast
-
begroeten
-
voorstellen
-
afscheid nemen
VOORTPLANTING EN SEKSUALITEIT Cellen en weefsels
116 kunnen de rol van lichaamscellen verwoorden. kunnen schematisch weergeven hoe cellen zich splitsen. kunnen de hoofdbestanddelen van een cel opnoemen.
•
• 117
De cellen -
bouwstenen van het lichaam
-
levensduur en splitsing
-
anatomie van de cel
De weefsels
De geslachtsorganen • kunnen de ontwikkeling en de structuur van de inwendige en de uitwendige vrouwelijke en mannelijke geslachtsorganen schematisch • situeren.
Vrouwelijke geslachtsorganen (inwendig, uitwendig) Mannelijke geslachtsorganen (inwendig, uitwendig)
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
58
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen 118
kunnen de werking van hormonen tijdens de seksuele ontwikkeling, de zwangerschap en bij borstvoeding met eigen woorden uitleggen.
Werking van de hormonen • Omschrijving en functies van klieren en hormonen Bevruchting
119 kunnen de bevruchting met eigen woorden omschrijven en op een schema de kernbegrippen situeren.
•
Kernbegrippen -
innesteling
-
moederkoek/vruchtvliezen
-
navelstreng
Verloop van de zwangerschap
120 kunnen het verloop van de zwangerschap in grote lijnen weergeven. kunnen in opgegeven concrete situaties het belang inzien van een goede voorbereiding en nazorg. kunnen het belang verwoorden van een aangepaste begeleiding en een gezonde levenswijze tijdens de zwangerschap. kunnen het verband leggen tussen de maatregelen van de overheid en de bescherming van de vrucht/pasgeboren en de moeder.
•
Ontwikkeling van de vrucht
•
Gynaecologisch onderzoek (functie/doel)
•
Lichaamshygiëne van de zwangere vrouw -
prenatale oefeningen
-
verhouding arbeid/rust/ontspanning
-
kleding
•
Sociale tegemoetkomingen
•
De geboortepremie
•
Zwangerschapsverlof
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
59
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen De bevalling
121 kunnen het verloop van de bevalling schematisch weergeven. kunnen in opgegeven concrete situaties de voor- en nadelen van thuisbevalling en ziekenhuisbevalling onderscheiden. kunnen de nazorg aan de baby situeren.
•
Het verloop: -
ontsluitingsfase
-
geboorte
-
nageboorte
•
Thuisbevalling versus bevalling in het ziekenhuis
•
Epiduraal/keizersnede
•
Herstel na de bevalling
•
De APGAR-score
•
Miskraam
De baby
122 kunnen de voornaamste kenmerken van de pasgeborene omschrijven
kunnen in concrete situaties vaardigheden omschrijven om met baby’s om te gaan. kunnen het verband aantonen tussen een juiste verzorging en de gezondheid en ontwikkeling van de baby.
•
•
De voornaamste kenmerken van de pasgeborene: -
algemeen uitzicht (hoofd, lengte, gewicht, huis, navel, reflexen …)
-
premature baby’s
Omgang met de baby: -
vasthouden van de baby
-
liggen en toedekken
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
60
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen kunnen de stappen in het geven van een babybad in een demonstratie ervan herkennen (U). kunnen het inentingsschema respecteren (U).
•
Verzorging (U): -
het babybad
-
verluieren
-
melkvoeding bereiden
-
de babyuitzet
-
preventieve gezondheidszorg (inentingen)
Voorbehoedmiddelen
123 kunnen de menstruatiecyclus beschrijven. kunnen het gebruik van voorbehoedmiddelen in deze tijd verantwoorden. kunnen in opgegeven situaties de noodzaak verwoorden van het gebruik van het gepaste voorbehoedmiddel.
kunnen een genuanceerd standpunt verwoorden m.b.t. het gebruik van voorbehoedmiddelen ook in hun contacten met anderen.
•
De menstruatiecyclus
•
Verantwoord gebruik van voorbehoedmiddelen
•
Soorten:
•
-
barrière middelen
-
hormonale middelen
-
chirurgische middelen
Eigen houding in seksuele contacten met anderen
Seksueel overdraagbare aandoeningen
124 kunnen het begrip SOA omschrijven. kunnen aangeven hoe ze in hun eigen leven preventief kunnen handelen om SOA te vermijden.
•
Het begrip SOA
•
Soorten
•
Preventieve maatregelen
Sociale voorzieningen
125 kunnen aangeven hoe de besproken voorzieningen bijdragen tot zowel preventie als zorg voor alle leeftijdscategorieën.
•
Het ziekenfonds
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
61
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Decr. nr. De leerlingen kunnen in opgegeven concrete probleemsituaties aangeven welk soort voorziening kan aangesproken worden.
•
Het OCMW
•
Opvangcentra
•
Centra voor levens- en gezinsvragen
•
Teleonthaal
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
62
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN TIMING 1
Algemene pedagogisch-didactische wenken en timing
1.1 1.1.1
VOET Wat en waarom? 1
Vakoverschrijdende eindtermen (VOET) zijn minimumdoelen die, in tegenstelling tot de vakgebonden eindtermen, niet specifiek behoren tot een vakgebied, maar door meerdere vakken en/of vakoverschrijdende onderwijsprojecten worden nagestreefd. De VOET geven scholen de opdracht om jongeren te vormen tot de actieve burgers van morgen! Zij moeten jongeren in staat stellen om die sleutelcompetenties te verwerven die een zinvolle bijdrage leveren aan het uitbouwen van een persoonlijk leven en aan de opbouw van de samenleving. Het ordeningskader van de VOET bestaat uit een samenhangend geheel dat deels globaal en deels per graad geformuleerd wordt. Globaal: •
een gemeenschappelijke stam met 27 sleutelvaardigheden Deze gemeenschappelijke stam is een opsomming van vrij algemeen geformuleerde eindtermen, los van elke context. Ze zijn toepasbaar in alle opvoedings- en onderwijsactiviteiten van de school. Ze kunnen, afhankelijk van de keuze van de school, in samenhang met alle andere vakgebonden of vakoverschrijdende eindtermen worden toegepast;
•
zeven maatschappelijk relevante toepassingsgebieden of contexten:
lichamelijke gezondheid en veiligheid, mentale gezondheid, sociorelationele ontwikkeling, omgeving en duurzame ontwikkeling, politiek-juridische samenleving, socio-economische samenleving, socioculturele samenleving. Per graad: •
leren leren,
•
ICT in de eerste graad,
• technisch-technologische vorming in de tweede en derde graad ASO. Een zaak van het hele team De VOET vormen een belangrijk onderdeel van de basisvorming van de leerlingen in het secundair onderwijs. Om een brede en harmonische basisvorming te waarborgen moeten de eindtermen van de gemeenschappelijke stam, contexten, leren leren, ICT en technisch-technologische vorming in hun samenhang behandeld worden. Het is de taak van het team om - vanuit een visie en een planning vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen te combineren tot zinvolle gehelen voor de leerlingen. Door de globale formulering krijgen scholen meer autonomie bij het werken aan de vakoverschrijdende eindtermen, waardoor de school meer mogelijkheden krijgt om het eigen pedagogisch project vorm te geven. Het team zal keuzes en afspraken moeten maken over de VOET. De globale formulering over de graden heen betekent niet dat alle eindtermen in alle graden moeten aan bod komen, dit zou een onbedoelde verzwaring van de inspanningsverplichting tot gevolg hebben. Bij het 1
In de eerste graad B-stroom spreekt men over vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen (VOOD). Aangezien zowel VOET als VOOD na te streven zijn, beperken we ons in de tekst tot de term VOET, waarbij we zowel naar het begrip vakoverschrijdende eindtermen als vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen verwijzen.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding 63 PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week) maken van de keuzes wordt verwacht dat elke graad in elke school een redelijke inspanning doet ten opzichte van het geheel van de VOET, rekening houdend met wat in de andere graden aan bod komt. Doordat de VOET niet louter graadgebonden zijn, krijgt de school/scholengemeenschap de mogelijkheid om een leerlijn over de graden heen uit te werken. 1.2 Het open leercentrum en de ICT-integratie Het gebruik van het open leercentrum (OLC) en de ICT-integratie past in de totale visie van de school op leren en op het werken aan de leervaardigheden van de leerlingen. De inzet en het gebruik van ICT en van het OLC zijn geen doel op zich maar een middel om het onderwijsleerproces te ondersteunen. Door de snelle evolutie van de informatietechnologie volgen nieuwe ontwikkelingen in de maatschappij elkaar in hoog tempo op. Kennis en inzichten worden voortdurend verruimd. Er komt een enorme hoeveelheid informatie op ons af. De school zal de leerlingen moeten leren hier zinvol en veilig mee om te gaan. Zelfstandig kunnen werken, in staat zijn eigen initiatieven te ontplooien en over het vermogen beschikken om nieuwe ideeën en oplossingen in samenwerking met anderen te ontwikkelen, zijn essentieel. Voor het onderwijs betekent dit een ingrijpende verschuiving: minder aandacht voor de passieve kennisoverdracht en meer aandacht voor de actieve kennisconstructie binnen de unieke ontwikkeling van elke leerling. Die benadering nodigt leraren en leerlingen uit om voortdurend met elkaar in dialoog te treden, omdat je de ander nodig hebt om te kunnen leren. Het traditionele beeld van onderwijs zal steeds meer verdwijnen en veranderen in een dynamische leeromgeving waar leerlingen in eigen tempo en in wisselende groepen onderwijs zullen volgen. Dergelijke leerprocessen worden bevorderd door gebruik te maken van het OLC en van ICT-integratie als onderdeel van deze rijke gedifferentieerde leeromgeving. Het open leercentrum als krachtige leeromgeving Een open leercentrum (OLC) is een ruimte waar leerlingen, individueel of in groep, zelfstandig, op hun eigen tempo en op hun eigen niveau kunnen leren, werken en oefenen. Om een krachtige leeromgeving te zijn, is een open leercentrum •
uitgerust met voldoende didactische hulpmiddelen,
•
ter beschikking van leerlingen op lesmomenten en daarbuiten,
• uitgerust in functie van leeractiviteiten met pedagogische ondersteuning. In ideale omstandigheden zou de ganse school een open leercentrum kunnen zijn. In werkelijkheid kan in een school echter niet op elke plaats en op elk moment een dergelijke leeromgeving gewaarborgd worden. Daarom kiezen scholen ervoor om een aparte ruimte als OLC in te richten om zo de leemtes in te vullen. Voor de meeste leeractiviteiten volstaat een klaslokaal of informaticalokaal. Wanneer is het echter nuttig om over een OLC te beschikken? •
Bij een gedifferentieerde aanpak waarbij verschillende leerlingen bezig zijn met verschillende leeractiviteiten, kan het klaslokaal op vlak van zowel ruimte als middelen niet meer als enige leeromgeving voldoen. Dit is zeker het geval bij begeleid zelfstandig leren, vakoverschrijdend leren, projectmatig werken ... Vermits leerlingen bij deze leeractiviteiten een zekere vrijheid krijgen in het plannen, organiseren en realiseren van het leren, is de beschikbaarheid van extra ruimte en middelen soms noodzakelijk.
•
Het leren van leerlingen beperkt zich niet tot de eigenlijke lestijden. Voor sommige opdrachten moeten zij beschikken over aangepaste leermiddelen buiten de eigenlijke lestijden. Niet iedereen heeft daar thuis de mogelijkheden voor. In functie van gelijke onderwijskansen, lijkt het zinvol dat een school ook momenten buiten de lessen voorziet waarop leerlingen van een OLC gebruik kunnen maken. Om hieraan te voldoen, beschikt een OLC minimaal over volgende materiële mogelijkheden: •
ruim lokaal met een uitnodigende inrichting die een flexibele opstelling toelaat (bijv. eilandjes om in groep te werken);
•
ICT: computers met internetverbinding, printmogelijkheid, oortjes, microfoons …
•
digitaal leerplatform waar alle leerlingen toegang toe hebben;
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding 64 PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week) • materiaal waarvan de vakgroepen beslissen dat het moet aanwezig zijn om de leerlingen zelfstandig te laten werken/leren (software, papieren dragers …) en dat bewaard wordt in een openkastsysteem; • kranten en tijdschriften (digitaal of op papier). In het ideale geval is er nog een bijkomende ruimte beschikbaar (liefst ook met ICT-mogelijkheden) die zowel kan gebruikt worden als ‘stille’ ruimte of juist omgekeerd om bijvoorbeeld leerlingen presentaties te laten oefenen (de grote ruimte is in dat geval de stille ruimte) of voor groepswerk (discussiemogelijkheid). Op organisatorisch vlak is het van belang dat met het volgende rekening wordt gehouden: •
het OLC wordt bij voorkeur gebruikt voor werkvormen en activiteiten die niet in het vaklokaal kunnen gerealiseerd worden;
•
het is belangrijk dat bij een leeractiviteit begeleiding voorzien wordt. Deze begeleiding kan zowel gebeuren door de actieve aanwezigheid van een leraar als ook ‘van op afstand’ door middel van gerichte opdrachten, stappenplannen, studietips …;
•
het OLC is toegankelijk buiten de lesuren (bijv. tijdens de middagpauze, een bepaalde periode voor en/of na de lesuren). Voor het welslagen is het aan te bevelen dat een OLC-beheerder aangesteld wordt. Deze beheerder zorgt o.a. voor inchecken, bewaren van orde, beheer van het materiaal en praktische organisatie en wordt bijgestaan door een ICT-coördinator voor de technische aspecten. Door het specifieke karakter van het OLC is deze ruimte bij uitstek geschikt voor de realisatie van de ICTintegratie binnen de vakken maar deze integratie mag zich niet enkel tot het OLC beperken. ICT-integratie als middel voor kwaliteitsverbetering Onder ICT-integratie verstaan we het gebruik van informatie- en communicatietechnologie ter ondersteuning van het leren. ICT-integratie kan op volgende manieren gebeuren: •
Zelfstandig oefenen in een leeromgeving Nadat leerlingen nieuwe leerinhouden verworven hebben, is het van belang dat ze voldoende mogelijkheden krijgen om te oefenen bijvoorbeeld d.m.v. specifieke pakketten. De meerwaarde van deze vorm van ICT-integratie kan bestaan uit: variatie in oefenvormen, differentiatie op het vlak van tempo en niveau, geïndividualiseerde feedback, mogelijkheden tot zelfevaluatie.
•
Zelfstandig leren in een leeromgeving Een mogelijke toepassing is nieuwe leerinhouden verwerven en verwerken, waarbij de leerkracht optreedt als coach van het leerproces (bijvoorbeeld in het open leercentrum). Een elektronische leeromgeving (ELO) biedt hiertoe een krachtige ondersteuning.
•
Creatief vormgeven Leerlingen worden uitgedaagd om creatief om te gaan met beelden, woorden en geluid. De leerlingen kunnen gebruik maken van de mogelijkheden die o.a. allerlei tekst-, beeld- en tekenprogramma’s bieden.
•
Opzoeken, verwerken en bewaren van informatie Voor het opzoeken van informatie kunnen leerlingen gebruik maken van o.a. cd-roms, een ELO en het internet. Verwerken van informatie houdt in dat de leerlingen kritisch uitmaken wat interessant is in het kader van hun opdracht en deze informatie gebruiken om hun opdracht uit te voeren. De leerlingen kunnen de relevante informatie ordenen, weergeven en bewaren in een aangepaste vorm.
•
Voorstellen van informatie aan anderen Leerlingen kunnen informatie aan anderen meedelen of tonen met behulp van ICTondersteuning met tekst, beeld en/of geluid onder de vorm van bijvoorbeeld een presentatie, een website, een folder …
•
Veilig, verantwoord en doelmatig communiceren Communiceren van informatie betekent dat leerlingen informatie kunnen opvragen of verstrekken aan derden. Dit kan via e-mail, internetfora, ELO, chat, blog …
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding 65 PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week) • Adequaat kiezen, reflecteren en bijsturen De leerlingen ontwikkelen competenties om bij elk probleem verantwoorde keuzes te maken uit een scala van programma’s, applicaties of instrumenten, al dan niet elektronisch. Daarom is het belangrijk dat zij ontdekken dat er meerdere valabele middelen zijn om hun opdracht uit te voeren. Door te reflecteren over de gebruikte middelen en door de bekomen resultaten te vergelijken, maken de leerlingen kennis met de verschillende eigenschappen en voor- en nadelen van de aangewende middelen (programma’s, applicaties …). Op basis hiervan kunnen ze hun keuzes bijsturen.
2
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
2.1
Uitgangspunten
2.1.1
De opbouw
De wijze waarop de leerinhouden en leerplandoelstellingen worden aangebracht in deze 2e graad BSO is een centraal gegeven binnen dit leerplan. 2.1.2 •
Leraren behouden hun ambtsbevoegdheden in functie van de vakbenamingen zoals vermeld in de goedgekeurde lessentabel.
Wat de leraren binnen het hen aangewezen pakket uren realiseren met de leerlingen wordt niet bepaald door vakonderdelen, want die staan als dusdanig niet vermeld in dit leerplan, maar wel door: -
de manier waarop de vakgroep/school de doelstellingen uit dit leerplan clustert tot zinvolle gehelen;
-
de manier waarop de vakgroep/school de doelstellingen spreidt over de 2 jaren van de 2e graad;
-
de visie die de vakgroep/school heeft over het onderwijzen door de leraren en het leren van de leerlingen; i.f.v. deze ontwikkelde visie (i.f.v. de aard van de leerlingen die de school aantrekt of wenst aan te trekken) zullen inhouden eerder theoretisch dan wel praktisch en geïntegreerd worden gegeven.
De leerplancommissie gaat er vanuit dat een geïntegreerde aanpak aangewezen is omwille van: -
de aard van de inhouden;
-
de doe-ingesteldheid van de doelgroep;
-
de leerstijl van deze leerlingen.
•
Dit leerplan biedt door zijn opbouw alle mogelijkheden om een geïntegreerde aanpak mogelijk te maken.
•
De vakgroep werkt de clustering over de 2 jaren van de graad uit in een gezamenlijke graadplanning.
•
Na de clustering en bepaling van de onderwijs-leervisie zal de vakgroep een vraag formuleren naar het schoolbeleid om aangepaste lokalen (theorie versus praktijklokalen) opdat de visie optimaal kan gerealiseerd worden.
2.1.3
Pedagogische aanpak
De doelgroepleerlingen vragen een specifieke pedagogische aanpak. •
Leerlinggericht werken i.p.v. leerstofgericht werken in herkenbare en leeftijdseigen situaties. De leerlingen moeten ‘positieve ervaringen’ kunnen opdoen opdat zij tot leren komen.
•
Stapsgewijs leren zorgen. Nieuwe technieken en vaardigheden worden geleidelijk aangeleerd o.m. via demonstratie en geleide oefeningen. Daarnaast kunnen leermomenten ingeschakeld worden waarop leerlingen
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding 66 PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week) aangesproken worden op hun probleemoplossend vermogen. Deze leermomenten gaan uit van het aanbieden van herkenbare probleemsituaties die zij, individueel of in groep, stapsgewijs zelfstandig oplossen. Vormen van Begeleid Zelfgestuurd Leren zijn ook in praktijkmomenten mogelijk. • De realisering van dit leerplan vereist een afstemming van de leerinhouden in zinvolle eenheden. De opsplitsing in cognitieve inhouden bij een leraar en anderzijds de praktisch-technische doelen bij een andere leraar, zijn dus uitgesloten. Bovendien is het noodzakelijk dat de weekopdrachten van de leraren uit blokken van meer uren bestaan. Verkaveling in afzonderlijke uren maakt een verantwoorde uitwerking van dit leerplan onmogelijk. •
In de jaar/graadplanning plannen de leraren van de vakgroep de leerinhouden verdeeld over 2 x 28 lesweken. Het is geenszins de bedoeling om de volgorde van de leerinhouden zoals aangegeven in dit leerplan op een identieke manier in de planning op te nemen. De leerinhouden uit dit leerplan worden door de betrokken leraren tot een samenhangend geheel in elkaar gepast.
•
Op geregelde tijdstippen en zeker bij het begin van het schooljaar, worden vakgroepvergaderingen georganiseerd. Tijdens deze vergaderingen kunnen o.m. volgende items aan bod komen: -
het opmaken van de jaar/graadplannen;
-
vastleggen van de prioriteiten bij het concretiseren van het leerplan;
-
organiseren van de binnenklas/graaddifferentiatie;
-
gebruikmaken van een uniforme vakterminologie;
-
vastleggen van een taalbeleid i.f.v. de leerlingkenmerken;
-
bepalen van de inhoud en de structuur van de leerlingencursus;
-
maken van afspraken m.b.t. de mapindeling;
-
integreren van de attitudinale doelstellingen;
-
organiseren van remediëring bij leerachterstanden;
-
bepalen van evaluatiecriteria en hun onderlinge verhouding;
-
inrichten en gebruiken van vaklokalen;
-
deelnemen aan vakoverschrijdende projecten, wedstrijden …
De gemaakte afspraken worden vastgelegd in een bondig verslag en door alle betrokkenen opgevolgd. 2.2
Opbouw van doelstellingen en leerinhouden
2.2.1
Zorg voor de voeding • In het eerste leerjaar worden eenvoudige gerechten en naar het einde van het schooljaar maaltijden op basis van elementaire basistechnieken bereid met producten die voor een voedingstof representatief zijn. De begrippen ‘veiligheid, hygiëne, ergonomie en milieu in de keuken’, en werkorganisatie worden geïntroduceerd en geïmplementeerd in praktijkoefeningen.
•
Daarnaast gaat de aandacht uit naar het algemeen begrippenkader en de instrumenten die in functie van het gebruik van gezonde voeding gehanteerd kunnen worden. In het tweede leerjaar ligt de klemtoon op de bereiding van eenvoudige feestmaaltijden en streekgerechten op basis van gekende en nieuwe basistechnieken met zowel inheemse als uitheemse voedingsmiddelen. Kwaliteitszorg op basis van product- en procesevaluatie zijn constant in de zorgoefeningen aanwezig. De voedingsstoffen en de voedingsmiddelen worden geanalyseerd enerzijds in functie van de praktijkoefeningen en anderzijds om een meer fundamenteel inzicht in gezondheid en gezonde voeding te verwerven.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding 67 PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week) 2.2.2 Zorg voor de woon- en leefomgeving • In het eerste leerjaar brengen we een algemeen begrippenkader aan en gaan we in op de analyse van veelvoorkomende en –gebruikte materialen en hulpmiddelen.
•
Het geheel wordt in zorgoefeningen uitgewerkt en/of toegepast. Deze zorgoefeningen zijn zowel op het onderhoud in ruime betekenis als op decoratie gericht. In het tweede leerjaar adviseren wij de aspecten budgetteren, huren/kopen/verbouwen, met aandacht voor sociale premies. Minder frequent gebruikte en delicate materialen en hulpmiddelen worden naast algemene elementen uit de woon- en leefomgeving geanalyseerd. Deze zorgelementen worden eveneens in praktische zorgoefeningen omgezet.
2.2.3
Zorg voor het welzijn • In het eerste leerjaar adviseert de leerplancommissie het algemeen begrippenkader aan te brengen m.b.t. gezondheid en gezondheidszorg. De persoonlijke zorg – vanwaar de transfer naar zorg voor anderen wordt gemaakt – komt uitgebreid aan bod. Daarbij zijn de oefeningen enerzijds gericht op persoonlijke zorg en hygiëne, anderzijds op het concretiseren van sociale vaardigheden zoals tafeletiquette, gedrag tijdens uitstappen en bezoeken. •
In het tweede leerjaar adviseert de commissie dieper in te gaan op zelfkennis en communicatie. Ook de algemene en de specifieke hygiëne en gezondheid worden behandeld, steeds met aandacht voor de beschikbare sociale voorzieningen.
Het is aanbevolen om doorheen het schooljaar één of meer doorlopende werkstukken te voorzien die van leerling tot leerling kunnen verschillen. De bedoeling daarvan is o.m. de onderwijstijd maximaal te benutten. Zo kunnen de leerlingen tijdens ‘dode’ lesmomenten aan het doorlopend werkstuk verder werken ongeacht de zorgsituatie waaraan de rest van de klas werkt. 2.3
Rol van de leraar De voorbeeldfunctie van de leraar is een belangrijke didactische ondersteuning. Hij zal nauwkeurigheid nastreven, zin voor veiligheid en hygiëne tonen, een verzorgde taal gebruiken en correct optreden. De leraar is als het ware de vakman die zijn kennis en vaardigheden in optimale omstandigheden wil doorgeven aan de leerlingen. Wanneer hij vanuit een positieve houding met hen samenwerkt, zal zijn voorbeeldgedrag nog sterker op hen inwerken. Het werk van de leerlingen (individueel of in groep) vereist voldoende aandacht. Niet enkel het bekomen resultaat is belangrijk maar ook de inzet, het doorzettingsvermogen, de zin voor detail en samenwerking. De leraar zal zich bijgevolg niet vastpinnen op deelaspecten, maar een evaluatie uitvoeren die betrekking heeft op ‘het globale’. Afhankelijk van de situatie dienen fouten individueel of klassikaal besproken te worden, bij voorkeur onder de vorm van positieve feedback. Remediëringsopdrachten maken integraal deel uit van de opleiding en vorming.
2.4
Didactische werkvormen Het is van fundamenteel belang om vanuit de praktijk naar de theorie te werken. De praktijk is hoofdzakelijk gericht op het zich eigen maken van basistechnieken en het trainen ervan. Telkens wordt de nadruk gelegd op de verschillende werkwijzen, het gebruik van het juiste materiaal en materieel. Het onderhoud van het materieel, de apparatuur en de omgeving wordt systematisch aangepakt en via gedifferentieerde opdrachten herhaald en ingeoefend. De moeilijkheidsgraad van de zorgsituaties en de oefeningen wordt geleidelijk en stelselmatig verhoogd. In functie van de zorgsituatie wisselen volgende didactische werkvormen elkaar af: brainstorming; -
uitleg geven;
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week) demonstratie; -
proefondervindelijke studie;
-
vergelijkende studie;
-
observatie;
-
kringgesprek;
-
eenvoudige gevalsstudie;
-
rollenspel;
-
pedagogisch-didactische uitstappen;
-
individuele en groepsopdrachten;
-
projectwerk;
-
thematisch werk;
-
…
68
Pedagogisch-didactische uitstappen dienen wat de organisatie betreft telkens grondig voorbereid te worden. De doelstellingen en de opdrachten moeten steeds duidelijk wisselen, zo niet gaat het effect verloren en biedt deze werkvorm geen meerwaarde. Dergelijke uitstappen lenen zich tenslotte uitstekend tot het oefenen van een aantal sociale vaardigheden. De leraar dient constant uit de vele soorten werkvormen de meest relevante keuze te maken. Hierbij kan hij zich door een aantal factoren laten leiden: de aard van de doelstellingen; -
het beoogde leerproces;
-
de vertrouwdheid van de leerlingen met een bepaalde werkvorm;
-
de bekwaamheid van de leraar m.b.t. een bepaalde werkvorm;
-
de materiële voorwaarden;
-
de financiële middelen;
-
de organisatorische voorwaarden;
-
…
De werkvormen kunnen op een continuüm geplaatst worden van sterk leraargestuurd naar sterk leerlinggestuurd. Beide accenten kunnen doorheen het schooljaar in eenzelfde klas aan bod komen. In het eerste geval gaat het om breed uitgewerkte opdrachten waarbij de leraar eveneens kansen biedt tot zelfwerkzaamheid van de leerlingen. Aan het andere uiterste liggen activiteiten waarbij de leerlingen verregaand zelf plannen, uitvoeren en evalueren. Omdat we een zo groot mogelijke zelfstandigheid bij de leerlingen beogen, verdient het laatste echter onze voorkeur. Met het oog op het leggen van verbanden, het formuleren van besluiten, het duiden van inzichten … worden deze werkvormen steeds door individuele of klassikale besprekingen gevolgd. 2.5
Media Het gebruik van media is noodzakelijk ter ondersteuning van het onderwijsleerproces. We denken hierbij o.m. aan: didactische wandplaten en posters; -
video’s;
-
afbeeldingen en foto’s;
-
cd-roms;
-
transparanten (o.m. met schema’s uit de vakliteratuur);
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week) multimedia; -
69
…
Een passende keuze en een goed gebruik van media maakt deel uit van de professionaliteit van leraren; de onderwijskwaliteit kan ermee vergroot worden. Ook bij de keuze van de media zal met een aantal factoren rekening worden gehouden: de aangepastheid aan de doelstellingen; -
de relevantie voor de leerinhoud;
-
de flexibiliteit bij voorbereiding en gebruik;
-
de organisatorische voorwaarden;
-
…
Media worden niet zonder meer ingeschakeld in het onderwijsleerproces, maar wel met het oog op de mogelijkheid tot verwerkingsactiviteiten van de leerlingen. 2.6
Handelsactiviteiten Huishoudelijke routinetaken zoals wassen, strijken, koken … dienen veelvuldig te worden ingeoefend opdat de leerlingen voldoende vaardigheid en tempo zouden verwerven. Het geniet hierbij de voorkeur dat de leerlingen een beroep doen op of gebruikmaken van persoonlijk materiaal, materieel … Indien echter zou blijken dat de mogelijkheden van de leerlingen te gering zijn (zowel financieel als materieel), kan via handelsactiviteiten worden gewerkt (cf. SO 78 “Zorgvuldig bestuur in het SO”).
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
70
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN2 1
Zorg voor de voeding
•
Basismaterieel per keukenblok
•
- snelkookpan - kookpannen (1 stel van 3 maten) - braadpan - sauspan - garde - mixer (revolvermodel) - spatel - broodmes - vleesmes - bestek (vork, mes, lepel) - deeglepel - pollepel - snijplank - keukenwekker - digitale weegschaal - bloemzeef - puntzeef - vergiet - vuurvaste schotels - rasp - maatbeker - deegkommen - onderlegger - nootmuskaatrasp - plat penseel - deegrol - platte borden - diepe borden - blikopener - schaar Basismaterieel per leerling -
•
1 1 1
Basismaterieel per klas -
2
aardappelmesje dunschiller roerlepel
1 1 1 2 2 1 2 1 1 6 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 2 2 1 1 1 6 6 1 1
olie-, azijn- en mosterdstel snij-, schaaf- en haktoestel koelkast pepermolen
1 1 1 4
Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: Codex ARAB AREI Vlarem Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: de uitrusting en inrichting van de lokalen; de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel. Zij schrijven voor dat: duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden; de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week) - peper- en zoutvat 4 - gevogelteschaar 1 - fonduetoestel 1 - wok 1 - frituurketel 4 - krokettoestel 1 - frietsnijder 2 - koffiezetapparaat 1 - elektrisch mes 1 - keukenrobot 1 - slacentrifuge 2 - wafelijzers 2 - opdienschotels 4 - microgolfoven 1 - bergkasten: o eetgerief 1 o voorraad 2 - bakovens: o gas 2 o elektrisch 2 - kookplaat: o gas 2 o elektrisch 4 - taartvorm 2 - cakevorm 2 - springvorm 1 - spuitzak met hulzen 1 - kurkentrekker 1 - appelboor 1 - branddeken 1 - tafelkleed 3 - servetten 12 - molton 2
2
Zorg voor de woon- en leefomgeving -
wasautomaat centrifuge droogkast strijkrol mouwplank stoomstrijkijzer (per leerling) ergonomische strijkplank met stoel sprenkelbus droogrek wasknijpers wasmanden kleerborstel bergkast stofzuiger met onderdelen boenborstel handborstel schoenborstel tapijtborstel schuurborstel veegborstel zwabber vloerwisser ragebol stofdoeken
1 1 1 1 6 1 1 6 2 60 2 2 2 1 4 4 8 4 2 2 2 2 1 6
71
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week) - dweilen 6 - poetsdoeken 6 - vaatdoeken 6 - spons: o natuurlijk 4 o kunstmatig 4 - zeemvel: o natuurlijk 4 o kunstmatig 4 - emmers 6 - plastiek bekkens 6 - verfkwast (verschillende diktes) 12 - verniskwast 6 - plamuurmes 1 - verfrol 2 - handschuurmachine 1 - figuurzaag 1 - houtzaag 1 - schuurblokjes 4 - schroevendraaiers 6 - naaimachines (per 2 leerlingen) 1 - kartelschaar 2 - schaar (per leerling) 1 - meetlat (per leerling) 1 - pen voor embossing (per leerling) 1 - graveerstiften 4 - lijmpistool 2 - hobbymes 4 - holpijptang 2 - leerschaar 2 - universele tang 2 - houten hamer 1 - harkje 2 - plantenstokje 2 - plantenschopje 2 - snoeischaar 2 - plantengieter 2
3
Zorg voor het welzijn -
4
babypop babybed babybedlinnen babybad spiegel groot spiegel klein mini-apotheek rekverband (diverse breedtes) per ll.
1 1 1 set 1 1 6 1 1
Algemeen
Het is aangewezen dat in de lokalen de leraar kan beschikken over: - computer, met internetaansluiting 1 - overheadprojector 1 - videorecorder/dvd-speler + scherm 1 Noot: de aantallen zijn richtinggevend.
72
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
73
EVALUATIE Met dit vak worden zowel inzichten als vaardigheden en attitudes beoogd. De school stelt zijn schooleigen evaluatiebeleid op rekening houdend met onderwijskundige aspecten (o.m. context van de school, de input van leerlingen) en aspecten die te maken hebben met een schooleigen visie op leren door leerlingen van een BSO die competenties moeten verwerven binnen een zorgcontext. Rekening houdend met deze beide aspecten zal de school vragen moeten beantwoorden als: -
hoe lezen wij de leerplandoelstellingen?
-
hoe zal deze lezing vertaald worden in ons didactisch handelen?
-
hoe integreren wij de inhouden tot zinvolle cognitieve en praktisch-technische gehelen?
-
hoe verhoudt zich het cognitieve en het praktisch-technische in het oordelen over de leerlingen, het nemen van beslissingen op basis van deze oordelen en het rapporteren van de beslissing? (o.m. verschillen vakonderdelen TV en PV of in een eenheid met een procentuele verdeling van TV en PV?)
Naast het beantwoorden van deze vragen zal de vakgroep/school nagaan of en hoe een onderscheid moet gemaakt wordt tussen de evaluatie van het leerproces en de evaluatie van het eindproduct. Bij de procesevaluatie wordt doorlopend gepeild naar de verwerking van het leerproces, met de bedoeling dit proces zo nodig bij te sturen, zodat elke leerling op de meest effectieve manier kan leren. Het toetsen van de vaardigheden en attitudes is een procesmatig gebeuren, dat via observatie van het veranderingsproces van leerlingen kan beoordeeld worden, zowel tijdens de lessen als de stages en praktijk. Hierbij zal zowel aandacht gaan naar de individuele evaluatie (van bijv. een logboek met zelfevaluatie, een spreekbeurt, een eindwerk) als naar het functioneren in groep (als deelnemer aan een vergadering. De klemtoon ligt hierbij duidelijk op het optimaal functioneren van de leerling. Het verloop van het proces wordt, vooraf, door de leraar uitgetekend. Zij/hij bepaalt •
welke de verschillende stappen zijn;
•
welke fouten op elk moment ontoelaatbaar zijn;
•
welke fouten kunnen gemaakt worden.
Afhankelijk van het resultaat van feedbackmomenten (kleine toetsen, gesprekken, volgsystemen …) wordt het proces verder gezet of zo nodig bijgestuurd. Om de leerling te motiveren, gebeurt dit in een constructieve, positieve sfeer. Productevaluatie gebeurt op het einde van het leerproces (bijvoorbeeld na een hoofdstuk, een opdrachtenreeks, een project, een trimester). Hierbij wordt nagegaan in hoeverre de leerling de basisdoelstellingen bereikt heeft. Iedere evaluatie gebeurt in 3 stappen. •
Registreren (veelvuldig afnemen van proeven, oefeningen, opdrachten, kleine toetsen …).
•
Interpreteren (de gegevens toetsten aan de criteria of normen die de vakwerkgroep vooraf duidelijk heeft bepaald).
•
Rapporteren (de leerling en de ouders krijgen op een duidelijke wijze een beeld van de vorderingen van de leerling door geregelde momenten van feedback voor de leerling en door een schriftelijke rapportering door middel van agenda, rapport ...).
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week)
BIBLIOGRAFIE 1
Boeken
Ons kookboek, KVLV Leuven, 1999. Ons bakboek, KVLV Leuven, 1990. Belgische voedingsmiddelentabel, Nubel Brussel, 1999. Aardappel … begraven schat, Vlam Brussel, SD. gezond aan tafel, Christelijke mutualiteit, 2001. Koud kunstje, KVLV Leuven, SD. Streekgerechten in de kijker, KVLV Leuven, SD. Licht … en zo lekker, Colruyt, SD. Smakelijk 1 2 3, Colruyt, SD. Lekker en snel, Colruyt, SD. Lekker soep, Colruyt, SD. Zoete lekkernijen, Colruyt, SD. Lekker wokken, Colruyt, SD. Stoof- en sudderpotjes, Colruyt, SD. Lekker pasta, Colruyt, SD. Zomerkeuken, Colruyt, SD. Lekker Zuiders, Colruyt, SD. Lekker Belgisch, Colruyt, SD. Toffe dingen in kleurig golfkarton met kinderen, KVLV Leuven, SD. Techniekencursus met de naaimachine, KVLV Leuven, SD. Koken en knutselen met rijst en deegwaren voor kinderen, KVLV Leuven, SD. Meer met papier, KVLV Leuven, SD. Geurige zeepcreaties/Oosterse en Westerse inpakkunst, KVLV Leuven, SD. Sfeer maken met theelichtjes, KVLV Leuven, SD. Creatieve vaardigheden 3 in &, KVLV Leuven, SD. Bloemen geschikt voor elk seizoen, KVLV Leuven, SD. Met natuur als buur, KVLV Leuven,1989. Het textiel ABC, Etitex Brussel, 2001. Rugpijn vóór zijn, Christelijke mutualiteit, 2002. Eerst water, de rest komt later, Christelijke mutualiteit, SD. Geneesmiddelen juist gebruiken, Christelijke mutualiteit, 1998. Jongeren hoeven niet alles te slikken!, Christelijke mutualiteit, 1997. Praktijkboek eerste hulp, Rode Kruis Vlaanderen, 2003. BAEKELANDT, S., Kookblaadjes Uitgeverij, De Boeck, 2004. BELMANS, F., Ik,Jan en alleman Omgangskunde 2e graad, 1e leerjaar, Wolters-Plantyn, 2004. BELMANS, F., Ik,Jan en alleman Omgangskunde 2e graad, 2e leerjaar, Wolters-Plantyn, 2004. DE WOUTERS, M., De regels van het spel; etiquette en omgangsvormen, Lannoo, 1999.
74
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week) FANTON, P., Zorg voor leef- en woonsituatie, Wolters-Planteyn, 2004. GOOVAERTS, H., Omgangskunde 1, ik en mezelf, Acco, Leuven, 2003. GOOVAERTS, H., Omgangskunde 2, de anderen en ik, Acco, Leuven, 2003. GOOVAERTS, H., Omganskunde 3, mijn omgeving en ik, Acco, Leuven, 2003. GOOVAERTS, H., Zorg voor voeding 1, Acco, Leuven, 2002. GOOVAERTS, H., Zorg voor voeding 2, Acco, Leuven, 2002. HUYBRECHTS, L., Huishoudkunde 1, Uitgeverij De Boeck, 2005. HUYBRECHTS, L., Praktische gids voor het huishouden, Uitgeverij De Boeck, 2006. KIMPEN, S., Gezond eten, gemakkelijker dan je denkt, Standaard uitgeverij, 2006. MARTAZ, L., Van cake tot shake, Standaard uitgeverij, 2001. MEUS, M.J.,Voeding BSO 2e graad 1e leerjaar, Wolters-Plantyn, 2003. SCHILDERMANS, A., Voeding BSO 2e graad 2e leerjaar, Wolters Plantyn, 2003. SCHLOTJES-BELLE, H., Stof genoeg in de kraamtijd. Richtlijnen voor schoonmaakwerkzaamheden, textiel en maaltijdverzorging, Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn, Utrecht, 2002. SCHOLLAERT, A. Leren huishouden, Acco Leuven, 2002. VAN BLOMMENSTEIN, I., Kook ook, Het Nederlands Zuivelbureau, Antwerpen,2002. VAN DIJCK, Naslagwerk huishoudkunde voeding, WoltersPlantyn, 2006. VAN EDEN, J.G., Receptenleer, HB uitgevers, 1997.
2
Periodiek publicaties
Nutrinews, Nutrition Information Center, Leuvenseplein 4 1000 Brussel GVO folders, Christelijke mutualiteit GVO folders, Liberale mutualiteit GVO folders, Onafhankelijke ziekenfondsen GVO folders, Socialistische mutualiteit Testaankoop, Hollandstraat 13 1060 Brussel Test gezondheid, Hollandstraat 13 1060 Brussel De eetbrief, Biblio Kalmthout Feeling, Sanoma magazines Belgium Goed gevoel, Persgroep Publishing Libelle, Sanoma magazines Belgium Nest, Roularta Media Group TIP, Uitg. Mij. J., Blokxstraat 7 2000 Antwerpen
3
Softwarepakketten
Weet wat je eet, KU Leuven Maaltijdwijzer, Socialistische mutualiteit Eetmeter 99, Voedingscentrum Den Haag Eetflop, Socialistische mutualiteit Veilig en gezond de klok rond, Beeldtaal
75
BSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Verzorging-voeding PV Praktijk huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 5 lestijden/week, 2e lj: 5 lestijden/week) PV Praktijk huishoudkunde/voeding (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/gezinstechnieken (1e lj: 6 lestijden/week, 2e lj: 6 lestijden/week) TV Huishoudkunde/voeding (1e lj: 2 lestijden/week, 2e lj: 2 lestijden/week) Drugflop, Socialistische mutualiteit Omo, Lever Sexplorer, Socialistische mutualiteit (W)eet je alles?, VIG Brussel Niet roken, mijn vrijheid, VIG Brussel
4
Nuttige adressen
IPB, Jezusstraat 16 bus 23, Antwerpen
5
Websites
http://www.colruyt.be/ http://www.delhaize.be/ http://www.vig.be/ http://www.test-aankoop.be/ http://www.nubel.com/ http://www.kvlv.be/ http://www.mja.be/ http://www.solo.be/ http://www.kokkieblanda.nl/
76