Vlaanderen vanaf de Kust 202.015 Oostende-Kaai
4
Oostende-Kaai, 27 maart 1955: de vrijwel nieuwe 202.015 van Latour (op 18 januari 1955 afgeleverd aan de NMBS) heeft zonet haar bestemming bereikt, aan kop van de directe trein 809 Aarlen – Oostende (via Jemelle, Namen en Brussel). Deze loc, die op 3 februari 1955 toegewezen werd aan de stelplaats van Latour, werd achtereenvolgens overgeplaatst naar Ronet (op 25 april 1955) en naar Schaarbeek (op 29 september 1956). Zij werd daarna verbouwd tot type 204 en kreeg op 7 mei 1957 het nummer 204.005. Na een zwaar ongeval werd deze loc op 1 januari 1982 afgevoerd.
Oostende 123.026
De 123.026 komt in augustus 1956 aan in Oostende, aan kop van een directe trein uit Liège-Guillemins. De trein is samengesteld uit zes K-rijtuigen (waaronder twee ‘K2’-rijtuigen aan kop). Let op de talrijke gesloten goederenwagens nabij het wegcentrum. Het stukgoedverkeer per spoor was toen nog een belangrijke activiteit.
5
De autoslaaptreinen Oostende
Op 30 juni 1956 werd in België de eerste autoslaaptrein ingelegd. Vanaf die datum tot en met 2 september 1956 reed een eerste dergelijke relatie twee keer per week in de beide richtingen tussen Oostende-Kaai en München, via Brussel-Zuid, Schaarbeek, Aken en FrankfurtSüdbahnhof (treinen 82 en 83). Deze treinen waren samengesteld uit internationale zit- en ligrijtuigen, een slaaprijtuig van de ‘Wagons-Lits’ en tien verbouwde gesloten wagens op twee assen voor het vervoer van de auto’s van de passagiers (vijf wagens van en naar Oostende, en vijf wagens van en naar Schaarbeek). In de beginperiode werden de auto’s immers vervoerd in verbouwde goederenwagens type 2000 A1 van de NMBS, die uitgerust waren met rolluiken op de kopwanden, geleiderails voor de auto’s, opklapbare overgangen tussen de wagens, enz. Het laden van de auto’s aan boord van een autoslaaptrein Oostende-Kaai – München wordt hier in augustus 1958 in Oostende geïllustreerd. Van hieruit werd deze relatie vooral benut door Britse automobilisten, daar deze treinen de aansluiting verzekerden met de ‘maalboten’ vanuit Dover. De laadhelling in Oostende bevond zich op het uiteinde van het perron van spoor 10 (kant ‘stationsgebouw’) en… bestond nog steeds in 2013!
❶ De autoslaaptreinen werden in de beginperiode beschouwd als kwaliteitstreinen van een hoog niveau, waarbij een hostess van de NMBS de reizigers moest helpen bij het vervullen van de nodige formaliteiten… Let op de geleiderails voor de auto’s op de bodem van de aangepaste wagen. Oostende-Kaai; augustus 1958. ❷ en ❸ Met een glimlach moest de hostess van de NMBS de reizigers helpen bij het vervullen van de administratieve formaliteiten die nodig waren voor het inladen van hun personenwagen. Een andere functionaris, die eveneens telkens aanwezig was, zorgde voor een minder aangename ontmoeting. Dit was immers een… douanier! Teken des tijds: 55 jaar later zijn de autoslaaptreinen (en de charmante hostesses) verdwenen, maar de douaniers… zijn op sommige plaatsen nog steeds present! Oostende-Kaai; augustus 1958. ❹ Een detailopname die als het ware een synthese vormt van de beginperiode van de autoslaaptreinen in België: het slaaprijtuig 3912 van de CIWL, gekoppeld met een autotransportwagen van de eerste generatie, staat in augustus 1958 in het station van Oostende-Kaai klaar om naar München te vertrekken. De 3912, in 1949 gebouwd door AMN (Ateliers Métallurgiques de Nivelles), behoorde tot het park van de ‘Wagons-Lits’rijtuigen die normaal gebruikt werden op de noordelijke tak van de Nord-Express (naar Zweden). Dit rijtuig wordt trouwens nog steeds ingezet. Het behoort nu immers tot het park van de VSOE (Venice Simplon-Orient-Express)!
❶
❷
❸
❹
9
VT 08 (Duitsland) Gent-Sint-Pieters
18
Op 1 juli 1957 heeft een dieselmotorstel type VT 08 van de DB (een ‘Eierkopf’) van de TEE-relatie ‘Saphir’ Dortmund – Oostende zonet het station van Gent-Sint-Pieters bediend en vertrekt nu richting Oostende. Nog vóór de invoering van het TEE-netwerk op 2 juni 1957 werden met dergelijke dieselmotorstellen vanaf 23 mei 1954 de exprestreinen 75 en 74 ‘Saphir’ Dortmund – Oostende (en terug) verzekerd, via Aken, Luik en Brussel, evenals de exprestreinen 168 en 185 ‘ParisRuhr’ tussen Dortmund en Paris-Nord (en terug), via Aken, Luik, Namen en Charleroi. Tijdens de zomer van 1957 werd dit materieel op de TEE-relatie ‘Saphir’ vervangen door de nieuwe dieselmotorstellen type VT 11.5 van de DB.
552.05 Moerbeke-Waas
De ‘Brossel’-motorwagen 552.05 van Sint-Niklaas staat op 16 september 1959 in het station van Moerbeke-Waas. Dit knoopstation bevond zich destijds op lijn 77 Sint-Gillis Waas – Zelzate en was eveneens de oorsprong van lijn 57 Moerbeke – Aalst-Noord (via Lokeren en Dendermonde). Het stationsgebouw bevond zich tussen de beide lijnen, net zoals de stations van Pepinster, Landen (vóór 1966) en Waimes. De 552.05 werd op 28 september 1962 overgeplaatst van Sint-Niklaas naar Merelbeke en werd op 10 oktober 1963 afgevoerd.
19
7.029 Berchem (Antwerpen)
De 7.029 rijdt op 1 juni 1955 het station van Berchem (Antwerpen) binnen, aan kop van een trein op lijn 27, met bestemming Antwerpen-Centraal. De loc ruikt ongetwijfeld haar ‘stal’, daar zij op dat ogenblik tot de stelplaats van Berchem behoorde (sinds 28 augustus 1948). Zij werd afgevoerd op 3 september 1959. Achter de loc zien we een pakwagen van het binnenverkeer (met een lengte van 14 meter), aan kop van een vrijwel homogene stam Lrijtuigen. Het laatste rijtuig is een ‘K1’.
38.140 Antwerpen-Centraal
603 ‒ 902 Antwerpen-Centraal
22
5 april 1959, 14u55: het is bijzonder rustig onder de glazen kap van de ‘spoorwegkathedraal’ (Antwerpen-Centraal)… Eén enkel ‘Benelux’-motorstel staat klaar om haar rit naar Amsterdam CS te vervolgen, terwijl we rechts een mooie samenstelling kunnen bewonderen, met twee motorwagens type 603 (de latere reeks 43) aan weerszijden van een twee-assige bijwagen van het type 732. Alle voertuigen van deze trein hadden een tweetonige groene livrei.
Antwerpen-Centraal, 1 juni 1955: de 38.140 staat hier aan kop van een ‘omnibus’ naar Aarschot. De 38.140 bevindt zich op het uiteinde van spoor 8, langsheen de muur van de bekende zoo… Deze locomotief werd op 9 december 1920 afgeleverd aan de Belgische Staatsspoorwegen. Zij behoorde in juli 1946 tot de stelplaats van Jemelle en werd vervolgens overgeplaatst naar Kortrijk (in augustus 1952), Dendermonde (februari 1953) en Aarschot (januari 1956), waar zij in de loop van diezelfde maand afgevoerd werd.
23
40.011-64.036 Landen
Een alledaags beeld in het station van Landen, met op de voorgrond de 40.011 (stelplaats Statte), aan kop van een omnibus naar Statte (via lijn 127). Deze trein is samengesteld uit een X-rijtuig (een voormalige Duitse drie-asser), twee S-rijtuigen (voormalige Duitse rijtuigen op draaistellen) en een GCI-pakwagen. De 40.011 (ex 4011) was na de bevrijding achtereenvolgens ondergebracht in de stelplaatsen van Baulers (vanaf 23 maart 1945), Statte (23 juni 1951) en Kortrijk (2 augustus 1958), en werd afgevoerd op 31 januari 1964. Rechts op de afbeelding is de 64.036 (stelplaats Tamines) zonet aangekomen met een omnibus uit Tamines (via Gembloux en lijn 147). Na de bevrijding behoorde deze loc tot de stelplaats van Ath (vanaf 3 augustus 1946) en werd vervolgens overgeplaatst naar Tamines (op 9 december 1946), Dendermonde (11 juni 1959) en Merelbeke (11 oktober 1963). Deze loc werd op haar beurt afgevoerd op 27 augustus 1964.
537 Landen
Een semi-directe trein Knokke/Blankenberge – Brussel-Zuid – Liège-Guillemins, met aan kop het tweewagenstel 537 (een ‘type 1955’ met smalle deuren), rijdt op 14 juli 1957 het station van Landen binnen. Rechts zien we de sporen A en B van lijn 21 Landen – Hasselt, aan weerszijden van een centraal perron. De beide sporen zijn reeds uitgerust met een bovenleiding, ook al werd de enkelsporige lijn 21 pas op 28 mei 1960 geëlektrificeerd. In die tijd bevond het stationsgebouw zich binnen de vertakking van de lijnen 21 en 36, tot de indienststelling – op 28 mei 1967 – van een nieuwe vertakking met onderdoorgang, ten oosten van het station, waardoor de treinen van lijn 21 onder de beide sporen van lijn 36 konden passeren.
31
Brussel en omgeving 1.007 Tienen
34
Doortocht in volle snelheid van de ‘Ostende-Wien Express’ in Tienen, op 5 juni 1955. Deze internationale trein wordt getrokken door de 1.007, die sinds 16 november 1946 in de stelplaats van Herbesthal verbleef en die vervolgens overgeplaatst werd naar Schaarbeek (op 11 oktober 1955) en naar Doornik (op 29 november 1956). Zij werd afgevoerd op 27 september 1962.
Brussel-Zuid 7.019
De 7.019 komt aan in Brussel-Zuid, aan kop van een stam L-rijtuigen. Deze loc verbleef sinds 20 juli 1945 in de stelplaats van Doornik en werd op 29 juli 1957 overgeplaatst naar de tractiewerkplaats van Merelbeke. Op 12 oktober 1961 werd deze stomer geschrapt uit de geschriften.
35
7.074 Ruisbroek
48
De 7.074 passeert op 9 juli 1955 met vier M1-rijtuigen over de Zenne, op lijn 96 tussen Vorst-Zuid en Ruisbroek. Het spoor links op de voorgrond was een privéaansluiting voor de bediening van verschillende fabrieken. Rechts van dit spoor ligt de ‘siding-line’ 96A, die het (gebanaliseerde) derde spoor vormde tussen Vorst-Zuid en Halle. Na de Tweede Wereldoorlog verbleef de 7.074 – toen nog met het nummer 774 – in de stelplaats van Brussel-Zuid (vanaf 24 november 1945) en werd – inmiddels met het nummer 7.074 – op 26 mei 1959 overgeplaatst naar Berchem (Antwerpen) en op 1 augustus 1961 naar Antwerpen-Dam, waar zij op 20 maart 1962 geschrapt werd uit de geschriften.
Lot 1.019
De 1.019, komende van Halle, raast in volle vaart door het station van Lot, met een trein die gedeeltelijk samengesteld is uit internationale I1-rijtuigen van de NMBS. Na de Tweede Wereldoorlog behoorde deze locomotief – toen nog met het nummer 119 – tot het effectief van de tractiewerkplaats van Oostende (sinds 25 mei 1945) en werd vervolgens overgeplaatst naar Schaarbeek (op 21 juni 1954), Brussel-Zuid (14 november 1956) en Doornik (26 mei 1959). Zij werd op 27 september 1962 geschrapt uit de geschriften. Op de plaats van het stationsgebouw (links op de afbeelding) liggen momenteel de beide sporen van lijn 96N Brussel-Zuid – Halle, die gebruikt worden door alle hogesnelheidstreinen tussen België en Frankrijk.
49
122.042 Brussel-Noord
Zeldzaam: een kleurenfoto van Belgische treinen uit de jaren 1950… De 122.042, aan kop van een directe trein Liège-Guillemins – Oostende, rijdt op 19 oktober 1955 het station van Brussel-Noord binnen. De locomotief, geschilderd in een tweetonige groene livrei, heeft blijkbaar een grondige poetsbeurt gekregen (in vergelijking met het uitwendig aspect van haar rijtuigen…).
122.021 - 122.003 - 602.02 Brussel-Noord
68
In 1955 werden door de ‘Ateliers Métallurgiques de Nivelles’ zes enkelvoudige motorwagens van het type 602 gebouwd, met de nummers 602.01 tot 602.06 (later vernummerd in 4231 tot 4235 en vervolgens in 4331 tot 4335). Zij waren uitgerust met een dieselmotor van het merk Carels en met een hydraulische overbrenging van SEM (Gent). Deze speciaal ingerichte motorwagens werden vanaf mei 1955 ingezet op de nieuwe rechtstreekse treinverbinding tussen de Air Terminal van Sabena in Brussel-Centraal en de nationale luchthaven (toen nog in Melsbroek). Zij behoorden aanvankelijk tot de ‘autorail’-stelplaats van BrusselZuid, maar werden in 1957 overgeplaatst naar de werkplaats van Schaarbeek. In het vooruitzicht van de Wereldtentoonstelling van 1958 verhuisde de nationale luchthaven naar een nieuw gebouw in Zaventem, dat vanaf juni 1958 met Brussel-Centraal verbonden werd via een (kortere) spoorlijn, die eveneens bediend werd met de motorwagens van het type 602. Vanaf 1971 vormden deze motorwagens de reeks 42. Zij werden op 1 april van datzelfde jaar overgeplaatst naar Gouvy, na de elektrificatie van lijn 36C tussen Zaventem (dorp) en Brussel-Nationaal-Luchthaven. De 602.02 bevindt zich op 19 oktober 1955 in het gezelschap van de 122.021 en de 122.003 op één van de kopsporen van Brussel-Noord (kant ‘Schaarbeek’).
69
In de vier hoeken van Wallonië 16.027 Bergen
Bergen, 29 mei 1950: de 16.027 staat aan kop van een heterogeen rijtuigstel met voormalige Duitse rijtuigen van verschillende types, die na de Eerste Wereldoorlog afgestaan werden aan de Belgische Staat (‘Wapenstilstand’rijtuigen), of die na de Tweede Wereldoorlog overgenomen werden door de NMBS (zogenaamde ‘oorlogsbuit’). De tenderlocomotief 16.027 (afgeleverd in 1907) was sinds 4 januari 1947 ondergebracht in de stelplaats van Saint-Ghislain en werd op 7 mei 1963 overgeplaatst naar Bergen, en vervolgens op 8 november 1963 naar Ath. Op 4 september 1964 werd zij geschrapt uit de geschriften.
40.009 Bergen
Aankomst van de 40.009 in het zijstation van Bergen, op 20 september 1957. Deze loc rijdt aan kop van een trein uit Doornik en Saint-Ghislain, samengesteld uit twee permanent gekoppelde rijtuigen van Duitse oorsprong. De locomotief maakte deel uit van een reeks van 70 ‘gemengde’ locomotieven met een asindeling 4-6-0, die in 1919 door de Belgische Staat overgenomen werd van de ROD (Railway Operating Division) van het Britse leger. De 4009 was in Braine-le-Comte sinds 6 augustus 1942. Zij werd in 1946 vernummerd in 40.009 en werd vervolgens overgeplaatst naar Doornik (op 6 oktober 1951) en naar Kortrijk (5 oktober 1959). Zij werd afgevoerd op 21 oktober 1963.
Saint-Ghislain 16.016
84
De 16.016, aan kop van een trein met drie K-rijtuigen en komende van lijn 78 Doornik – Saint-Ghislain-Hornu (zoals dit station toen genoemd werd), rijdt op 4 oktober 1958 het station van Saint-Ghislain-Hornu binnen. Links zien we één van de bundels van het vormingsstation, dat in die periode nog zeer actief was. Aan de horizon ontwaren we meerdere steenkoolbergen van de koolmijnen in de Borinage, waarvan sommige nog in werking waren op het einde van de jaren 1950. De 16.016 verbleef van 6 januari 1945 tot haar afvoering op 27 juli 1961 in de stelplaats van Saint-Ghislain.
85
601.05 Erquelinnes
101.011 Marchienne-au-Pont
94
Een ‘semi-direct’ Brussel-Zuid – Charleroi-Sud komt op 10 juli 1959 aan in Marchienne-au-Pont. Deze trein was samengesteld uit nieuwe ‘M2’-rijtuigen (de eerste rijtuigen van dit type werden in 1958 afgeleverd aan de NMBS) en werd getrokken door de 101.011.
De motorwagen 601.05 van Haine-Saint-Pierre bedient op 15 september 1959 het grensstation van Erquelinnes. Deze motorwagen verzekerde toen een ‘omnibus’ op lijn 108 Haine-Saint-Pierre – Erquelinnes, via Binche en Fauroeulx. De reizigersdienst op deze lijn werd afgeschaft op 4 november 1962. De afgebeelde motorwagen behoorde tot het type 601 uit 1933, bestaande uit 14 voertuigen die gebouwd werden door La Brugeoise, Nicaise & Delcuve in La Louvière. Dit waren trouwens de eerste motorwagens die in België gebouwd werden voor de NMBS. De 601.05 werd afgevoerd op 28 februari 1962.
95
15.011 Walcourt
Op deze foto, in 1953 genomen in het station van Walcourt, hebben de reizigers de afgebeelde trein uit Charleroi-Sud verlaten. De 15.011 van de stelplaats Walcourt wacht geduldig op het openzetten van het rangeersein om zich naar de andere kant van de GCIrijtuigen te verplaatsen, voor de terugrit naar Charleroi. Na de bevrijding was deze loc afwisselend ondergebracht in de stelplaatsen van Mariembourg (vanaf 17 november 1945 en 23 oktober 1956) en Walcourt (vanaf 6 september 1947 en 2 juni 1957), waar zij op 24 september 1958 geschrapt werd uit de geschriften.
15.026 Cerfontaine
108
De 15.026, aan kop van drie houten GCI-rijtuigen, komt aan in Cerfontaine. Dit was één van de weinige stations in België waar het stationsgebouw boven de sporen werd gebouwd (samen met Verviers-Central en Etterbeek). Het afgebeelde station lag op het oorspronkelijk tracé van lijn 132 (Charleroi – Mariembourg). Later werd deze lijn omgeleid tussen Walcourt en Neuville-Sud, wegens de aanleg van het stuwdamcomplex van de Eau d'Heure.
109
12.002 Lille (Frankrijk)
154
Er gaat een fantastische sfeer uit van deze prachtige opname, met twee stoomlocomotieven in het station van Lille tijdens de jaren 1950. Links zien we de 242 TA 115 van de SNCF en rechts de 12.002 van de NMBS (stelplaats Schaarbeek), die klaarstaat om een exprestrein richting Brussel te verzekeren, via Doornik en Ath. Na de Tweede Wereldoorlog verbleef de 1202 in Brussel-Zuid (vanaf 26 augustus 1944) en werd op 19 januari 1945 overgeplaatst naar Schaarbeek. Zij kreeg op 1 januari 1946 het nummer 12.002 en werd op 27 september 1962 afgevoerd.
1.026 Aulnoye (Frankrijk)
Een internationale trein Brussel – Parijs is zonet aangekomen in Aulnoye (F) en werd vanaf Brussel-Zuid getrokken door de 1.026. Deze loc zal hier afgelost worden door een stoomlocomotief van de SNCF. De locomotieven van het type 1 mochten immers niet verder rijden dan Aulnoye, omdat hun asdruk te hoog was voor het Franse spoorwegnet. De twee hoofdsporen in dit station waren nog niet geëlektrificeerd en het internationale reizigersverkeer tussen België en Frankrijk werd toen nog volledig met stoom- en dieselmaterieel verzekerd. Let op de gele band boven de ramen van het eerste rijtuig, meer bepaald een K1 eerste klasse met 9 afdelingen van de NMBS. Deze foto werd dus na december 1954 genomen. In tweede positie herkennen we een ‘DEV’-rijtuig, gevolgd door een ‘Rapide Nord’, beide van de SNCF. De 1.026, die sinds 17 januari 1948 tot de tractiewerkplaats van Brussel-Zuid behoorde, werd op 30 juni 1959 overgeplaatst naar Doornik en op 27 september 1962 geschrapt uit de geschriften.
155