vision
nr. 15 - januari 2014
>> Samen werken aan duurzame gezondheid Preventieve gezondheidszorg neemt onze levensstijl en omgeving onder de loep
>> Interactie met de leefomgeving is cruciaal om ziekten te voorkomen en gezond te blijven >> Fit-4-life 65+: zet de smartphone senioren aan tot meer bewegen? >> Slimme beeldverwerking voorkomt ongevallen bij bejaarden >> Biobank: goud waard voor gezondheidszorg van morgen >> Hoe gezond bent u vandaag? >> Toepassingen en risico’s van nanodeeltjes onder de loep >> Nieuw webplatform voorspelt luchtkwaliteit in hotspotgebieden >> In de kijker >> KMO vindt vito!
VITO VISION 15 - januari 2014
2
In memoriam
Op 7 januari 2014 overleed em. prof. dr. Rudi Baron Verheyen. Samen met de Raad van bestuur loodste voorzitter em. prof. dr. Rudi Baron Verheyen VITO door een rijkgevulde periode van negen jaren. Zijn beleid werd gekenmerkt door zijn kennis, inzet en gedrevenheid op het vlak van milieugerelateerd onderzoek, dat verder dan de klassieke grenzen ging en verschillende disciplines integreerde. Bij zijn afscheid als voorzitter van de Raad van bestuur van VITO in 2009 maakte prof. Verheyen volgende balans op van de evolutie van VITO gedurende de voorbije negen jaren: “VITO is altijd al een onderzoekscentrum geweest dat kwaliteit torenhoog in het vaandel draagt. Maar vandaag durf ik te zeggen dat VITO als onderzoekscentrum ook met beide voeten in de maatschappij staat. Onze onderzoekers kijken verder dan de muren van hun onderzoekslab, ze hebben oog voor de noden van industrie en beleid, en werken met een proactieve ingesteldheid en innovatieve blik aan het oplossen van maatschappelijke problemen. VITO is een sterk vraaggestuurde en klantgerichte organisatie geworden: de vragen van de klanten – bedrijven, sectoren, beleidsmakers – sturen ons onderzoek aan. VITO’s onderzoek staat ten dienste van de maatschappij, en duurzame ontwikkeling is onze leidraad geworden. Dat principe zit verankerd in de VITO-missie en vormt de baseline van onze programma’s, denk maar aan duurzame chemie, energie en materialen. Ik vertrek met een gerust hart, ja. Er staat een sterk VITO op de rails.” De inzet en gedrevenheid van prof. Verheyen met zijn kennis, ervaring en diplomatieke aanpak waren hiervoor van bijzonder grote waarde. De directie en medewerkers van VITO bieden de familie hun oprechte deelneming aan.
Interview met directeur Roger Dijkmans en unitmanager Rudi Torfs
Interactie met de leefomgeving is cruciaal om ziekten te voorkomen en gezond te blijven
D
Gezond ouder worden is voor Europa een prioriteit. Het thema is zelfs opgenomen in de Europese 2020-strategie. Die moet Europa helpen om de economische crisis te overwinnen, de problemen van ons groeimodel aan te pakken en de voorwaarden te scheppen voor een ander soort groei: slimmer, duurzamer en socialer. Waarom is het zo belangrijk om hierbij te focussen op duurzame gezondheid? Roger Dijkmans: “De Europese bevolking wordt steeds ouder. Die demografische ontwikkeling zal een enorme invloed hebben op de gezondheidszorg en de kosten die hiermee gepaard gaan. Onze maatschappij zal moeten kiezen voor een meer preventieve en gepersonaliseerde manier om onze gezondheid zo lang mogelijk op peil te houden tegen redelijke kosten.” Rudi Torfs: “Cruciaal is de complexe relatie tussen de omgeving en onze gezondheid. De gezondheidszorg van de voorbije twintig jaar hield vooral in dat het leefmilieu onze gezondheid niet mag schaden. Maar dat model biedt geen antwoord op nieuwe uitdagingen, zoals gezond ouder worden. Als we het aantal gezonde levensjaren tegen 2020 willen verhogen, dan moeten we ook ruimer durven kijken. Omgeving en levensstijl brengen namelijk niet alleen risico’s mee, maar kunnen ook een positieve impact hebben op onze gezondheid. Denk maar aan gezonde voedingsgewoonten of joggen in het bos. Het is belangrijk dat totaalplaatje in kaart te brengen.” Die evolutie heeft VITO ertoe aangezet om meer te focussen op het onderzoeksdomein van de preventieve gezondheid. Wat houdt dat precies in? Rudi Torfs: “Preventieve gezondheid gaat over het maken van gezonde keuzes, op basis van inzicht in hoe onze omgeving en levensstijl onze gezondheid beïnvloeden. Preventieve gezondheidszorg gaat ook over
vroegtijdig diagnoses stellen, zodat we de effecten of ziektebeelden sneller en beter kunnen opsporen en behandelen. Door die kennis op de juiste manier te communiceren maken we de bevolking weerbaar tegen de risico’s van omgevingsfactoren.” Roger Dijkmans: “VITO wil haar onderzoekservaring in de relatie tussen mens en omgeving valoriseren door instrumenten te ontwikkelen die individuele omgevings- en levensstijlinvloeden veel duidelijker in beeld brengen. Daardoor kunnen we veel efficiënter aan gezondheidspreventie doen. Het geheel van omgevingsinvloeden die een mens tijdens zijn leven opstapelt, noemen we het ‘exposoom’. Om het exposoom zo goed mogelijk in kaart te brengen werken we aan meetsystemen die – naast de klassieke fysiologische parameters zoals hartritme en bloeddruk – ook omgevingsfactoren (luchtkwaliteit, geluidssterkte …) dicht bij het individu meten. VITO zal die omgevingssensoren doorgaans niet zelf ontwikkelen, maar zich toeleggen op kennissystemen om uit de sensoren relevante omgevings- en gezondheidsinformatie te halen. De expertise die we in ons referentielabo hebben aan wetenschappelijke validatiemethoden van meettoestellen zal daarbij van pas komen. Dat onderzoek doen we samen met kennispartners en bedrijven op het vlak van sensorontwikkeling.”
3 VITO VISION 15 - januari 2014
e aandacht voor de relatie tussen leefomgeving en gezondheid is de laatste jaren sterk toegenomen. Zeker in Europa, waar de vergrijzing de betaalbaarheid van de gezondheidszorg in vraag stelt. VITO zet daarom sterk in op de ontwikkeling van innovatieve instrumenten om die relatie in kaart te brengen. VITO-directeur Roger Dijkmans en unitmanager Duurzame Gezondheid Rudi Torfs: “De hamvraag is: hoe kunnen we onze gezondheid verbeteren door meer gericht in te grijpen op leefomgeving en levensstijl?”
VITO VISION 15 - januari 2014
4
Een voorbeeld van een onderzoeksproject dat past in de preventieve gezondheidszorg, is Fit-4-Life 65+. Hiervoor vroeg men senioren in een woonzorgcentrum om twaalf weken lang continu hun hartslag en bewegingspatroon te registreren met een hartslagmeter en een smartphone. Wat was de bedoeling van dat project? Rudi Torfs: “Als hoofddoelstelling wou men onderzoeken of ‘meer bewegen’ daadwerkelijk helpt om langer fit en gezond te blijven. Tegelijk was het meer dan alleen een meetexperiment. Fit-4-Life 65+ groeide uit tot een sociaal experiment: wordt de technologie wel door de oudere generatie gedragen en aanvaard? Het project gaf ons een idee van hoe we mobiele metingen kunnen gebruiken om uitspraken te doen over gezondheid en de factoren die hierop een impact hebben. Zo wordt het onderzoeksproject ook interessant op het vlak van transitie. Mobiele meettoestellen geven ons immers informatie over ons lichaam, waardoor de geneesheer sneller en meer gericht een diagnose kan stellen bij gezondheidsproblemen. In de toekomst moet iedereen zijn eigen gezondheid en de omgevingsinvloeden hiermee kunnen opvolgen.” Hoe moeten we het moleculairbiologische onderzoek van VITO plaatsen in die doelstelling? Roger Dijkmans: “De opvolging van omgevingsinvloeden op gezondheid kan ook door evoluties van kenmerken en samenstelling van stoffen in het lichaam zelf op te volgen. Dat onderzoek doen we samen met onze academische partners. In het Centrum voor Proteomics – een gezamenlijk initiatief van VITO en
de Universiteit Antwerpen – ontwikkelen we nieuwe methoden om het proteoom in kaart te brengen en dat voor een preventieve gezondheidszorg in te zetten. Het proteoom is het geheel van proteïnen dat bij een mens voorkomt en dat door omgevingsinvloeden (exposoom) kan veranderen. Samen met de Universiteit Hasselt onderzoeken we interacties van nanodeeltjes met ons lichaam. Zulke deeltjes worden steeds vaker gebruikt, in gebruiksproducten zoals zonnebrandolie, of als drager voor gerichte toediening van medicatie in het lichaam. Er is nog maar weinig geweten over het opnamemechanisme in de cel en de mogelijke positieve of negatieve gevolgen daarvan.” Ook die kennis kan dus een grote bijdrage leveren aan de preventieve gezondheidszorg. Geldt dat ook voor de humane biobank die VITO als partner in Vlaamse biomonitoringcampagnes mee opbouwt? Rudi Torfs: “Absoluut. In een geharmoniseerde humane biobank worden monsters van menselijk bloed, serum, plasma, urine en haar bewaard voor mogelijke toekomstige analyses. Biobanken zijn van onschatbare waarde bij het ontwikkelen van nieuwe inzichten in de rol van genetische factoren, omgeving en levensstijl bij tal van aandoeningen. Met de jaren zal die biobank van de gezonde Vlaming uitgroeien tot een referentie waarin omgevingsinvloeden uit het verleden en op jonge leeftijd gekoppeld kunnen worden aan ziektebeelden later in het leven. Biobanken kunnen dus de basis vormen voor innovaties op het gebied van preventieve gezondheidszorg op maat van de mens en zijn omgeving.” Meer info:
[email protected]
Exposoomonderzoek
Fit-4-life 65+: zet de smartphone senioren aan tot meer bewegen?
K
unnen een hartslagmeter en een smartphone 65-plussers helpen om hun gezondheid op peil te houden? Dat zochten VITO, BioRICS en Soprimat uit in het proefproject Fit-4-Life 65+. Patrick De Boever van VITO: “Zulke innovatieve oplossingen zijn nodig om de kosten in de verzorgingssector te drukken en de zelfredzaamheid van ouderen te behouden.” Fit4-Life 65+ past in de strategie van VITO om slimme en draagbare producten en diensten te ontwikkelen die de impact van de omgeving en levensstijl op onze gezondheid in kaart brengen.
Conditieparameters
Patrick De Boever van VITO: “Twintig bewoners van het woonzorgcentrum Gravenkasteel (Sint-Amands) kregen elk twaalf weken een hartslagmeter en een smartphone, die continu hun hartslag en bewegingspatroon registreerden. De meetgegevens werden automatisch via het internet doorgestuurd naar de server van BioRICS in Heverlee, waar ze geanalyseerd werden en vertaald naar conditieparameters. De kinesitherapeuten van het woonzorgcentrum ontvingen vervolgens wekelijks een gedetailleerd overzicht van de fysieke toestand van hun bewoners. Die informatie deelden ze ook met hen.” Bij aanvang en op het einde van het experiment brachten de onderzoekers van VITO de gezondheidstoestand van iedere deelnemer in kaart. Hiervoor maakten ze gebruik van baanbrekende technieken, die voor het eerst in een woonzorgcentrum worden toegepast. Patrick De Boever: “Op basis van een foto van het netvlies keken we naar de gezondheid van de kleinste bloedvaten van het hart- en bloedvatenstelsel. Een andere test mat ontstekingsreacties in de longen via de uitgeademde lucht. We evalueerden ook de fitheid en conditie van de bewoners via de erkende
seniorenfitnesstest. Tot slot brachten we de aandacht, de visuele herkenning en het geheugen van de bewoners in kaart. Ze moesten daarvoor puzzels oplossen op een interactief meetsysteem. Een groep van twintig bewoners diende als controlegroep.”
Geen gezondheidswinst aangetoond in kleine testgroep
Technisch verliep het project zoals gepland: de deelnemers droegen de toestellen consequent bij zich en 95 procent van de metingen werd via de smartphone automatisch op een server verzameld. Het gebruik van de toestellen stimuleerde de bewoners om meer te bewegen. Dat leidde tot een significante stijging van het activiteitenpatroon tijdens die twaalf weken. De conditieparameters die werden afgeleid uit de gegevens die mobiel en continu werden verzameld, kwamen goed overeen met de resultaten van de seniorenfitnesstest. Die test is omslachtiger en vraagt meer tijd van kinesitherapeuten, waardoor hij slechts af en toe kan worden afgenomen. Ilse Bosmans van Soprimat begeleidde de testfase. “Ondanks de gemiddelde leeftijd van 85 jaar waren de deelnemers heel geïnteresseerd. Zodra ze overtuigd waren, deden ze enthousiast mee. Tussen sommige deelnemers ontstond zelfs een competitiesfeer. Toen het nieuwe eraf was, vielen het aantal deelnemers en het activiteitenniveau wel wat terug.” Griet De Witte van woonzorgcentrum Gravenkasteel: “Het is bij een groep ouderen altijd opnieuw zoeken naar manieren om hen te blijven motiveren om meer te bewegen. Draagbare technologie die helpt om activiteit en gezondheid in kaart te brengen, kan hier zeker
VITO VISION 15 - januari 2014
In de wetenschappelijke literatuur werd al aangetoond dat beweging de fysieke en mentale gezondheid van senioren ten goede komt. Het proefproject Fit-4-Life 65+, een samenwerking van VITO, BioRICS (een spin-off van de KU Leuven en specialist in performantiemonitoring) en Soprimat (beheerder van woonzorgcentra), monitorde het bewegingspatroon en de gezondheidseffecten daarvan bij 65-plussers.
5
voorspellen. Vandaag weten we dat gezondheid complexer in elkaar zit en dat ‘goede genen’ niet voldoende zijn om lang gezond te blijven. Waar en hoe we leven, wat we eten en drinken, welke lucht we inademen enzovoort: allerlei omgevingsfactoren beïnvloeden onze gezondheid.”
VITO VISION 15 - januari 2014
6
bij helpen. Maar zodra het effect van nieuwe technologie weg is, heb je echt iemand nodig die de bewoners blijft stimuleren.” Op het einde van het experiment kon uiteindelijk geen gezondheidswinst worden aangetoond. Patrick De Boever: “De studieperiode was waarschijnlijk te kort en de doelgroep ook minder geschikt om verbetering te verwachten. We zijn tevreden met het feit dat een dergelijke innovatieve technologie succesvol geïntroduceerd kon worden bij hoogbejaarden. Om te onderzoeken of de methode ook een reële gezondheidswinst kan opleveren, zou de test kunnen worden uitgebreid naar een jongere doelgroep in een thuissituatie.”
Het exposoomonderzoek staat nog in zijn kinderschoenen. De technologische uitdaging ligt vooral in het combineren van verschillende types informatie: gegevens over gezondheid, omgevingsdata (lucht- en waterkwaliteit, voedsel …) én alle informatie die te maken heeft met gedrag en levenswijze, zoals beweging en eetgewoonten. Roel Smolders: “Het draait allemaal om de weerbare mens. De kennis over de blootstelling en over het verband met gedrag en gezondheid geeft inzicht in hoe we op termijn kunnen voorkomen dat mensen effectief ziek worden. Het exposoomonderzoek zal dus heel relevante info opleveren om gerichte preventiemaatregelen en adequate sensibiliseringscampagnes te ontwerpen.”
Exposoomonderzoek bij VITO
Het project Fit-4-Life 65+ past in het exposoomonderzoek van VITO. Dat is gericht op het ontrafelen van het exposoom: het geheel aan omgevingsfactoren waaraan iemand tijdens zijn leven wordt blootgesteld. Roel Smolders van VITO licht toe: “Welk risico loopt iemand om een bepaalde aandoening te krijgen? Wie heeft meer of minder kans om astma te ontwikkelen? Na het bedwingen van de meeste infectieziekten dacht men lange tijd dat onze gezondheid uitsluitend door onze genen bepaald werd. Zo zou de ontcijfering van ons genoom de sleutel zijn om het risico op ziekten te
Het project Fit-4-Life 65+ was één van de demonstratieprojecten binnen het speerpuntdomein LIFETECH SENSING, dat gesteund wordt door VITO, Flanders Smart Hub en de provincie Vlaams-Brabant. Meer info:
[email protected]
etal
Xetal: nieuwe spin-off van VITO
Slimme beeldverwerking voorkomt ongevallen bij bejaarden V
ITO ontwikkelt visuele detectie- en interpretatiesystemen gebaseerd op lageresolutiebeeldvorming. Dat onderzoek trok in 2011 de aandacht van de gezondheidssector. In het kader van preventieve gezondheidszorg groeide het idee om visuele observatiesystemen in te zetten in de ouderenzorg om valincidenten te helpen voorkomen. Dat resulteerde begin 2013 in de oprichting van een spin-off van VITO, Xetal nv. “Beeldsensoren die helpen bij het detecteren van abnormale bewegingspatronen, zorgen dat verzorgers op het juiste moment op de juiste plaats zijn”, aldus Johan Stessens van VITO.
De gezondheidssector wil zulke ongevallen voorkomen door mogelijk gevaarlijke situaties op voorhand te detecteren. Momenteel worden infrarood-bewegingsdetectoren gebruikt die ontwikkeld zijn voor bewakingstoepassingen. Die detecteren beweging in een kamer die leeg hoort te zijn. Om ongevallen bij bejaarden te detecteren is echter informatie over hun activiteit vereist om de situatie goed in te schatten, zoals verandering in tred of houding. Sensoren die op het lichaam gedragen worden, zeggen al iets meer. Toch stuiten die vaak op praktische problemen: het alarm wordt niet geactiveerd na de val of de patiënt vergeet de sensor te dragen. Zogenoemde bedmatten (bewegingssensoren onder de matras) zijn dan weer minder betrouwbaar omdat ze kunnen breken, vuil worden of verschuiven.
Visuele detectiesystemen
Een innovatieve oplossing komt uit onverwachte hoek: de afdeling Aardobservatie van VITO. Johan Stessens van VITO: “Met aardobservatie kunnen we niet alleen de veranderende leefomgeving in kaart brengen; we doen ook onderzoek naar
visuele detectie- en interpretatiesystemen voor observatie van mensen. De systemen zijn gebaseerd op lageresolutiebeeldvorming: niemand kan worden herkend, wat de privacy van de personen waarborgt. Bovendien wordt een aantal technische beperkingen van hogeresolutiecamera’s daarmee opgelost.” Die nieuwe invalshoek wekte de interesse van de gezondheidssector. Het idee om visuele observatiesystemen in te zetten om valincidenten te helpen voorkomen, bleek zelfs genoeg potentieel te hebben voor de oprichting van een VITO-spin-off: Xetal nv. Francesco Pessolano, CEO van Xetal: “Door de combinatie van bestaande detectiesystemen, bijvoorbeeld op basis van infraroodsensoren, met de nieuwe technologie hopen we de mobiliteit van ouderen te verbeteren door alarmerende situaties sneller en juister te detecteren. Zo kunnen zorgverleners op het juiste moment inspringen of assisteren. We hebben al een commercieel systeem beschikbaar met de naam MoCa, kort voor Mobility Care. Dat systeem werkt op basis van standaarddetectiesystemen met lageresolutiebeeldvormingsalgoritmen ontwikkeld door VITO. Lageresolutiecamera’s geven de contouren echter duidelijker weer dan infraroodsensoren. Een sensorsysteem gebaseerd op de combinatie van de twee testen we momenteel in de praktijk in het onderzoeksproject ‘Little Sister’ (zie kader). De focus van onze activiteiten ligt op de gezondheidszorg, maar we krijgen ook vragen voor andere toepassingen in officemanagement (smart buildings) en veiligheid.”
Technologie voor een binnenhuisradar
“Meerdere beeldsensoren worden in de te monitoren ruimte geplaatst en gekoppeld aan een datanetwerk. De gecapteerde beelden geven de positie en activiteiten van de aanwezige personen weer, zoals een radar dat doet voor de vliegtuigen in het luchtruim. Ze worden via interpretatiealgoritmen vergeleken met vooraf bepaalde ‘mogelijk gevaarlijke’ situaties. Gebeurt er iets onverwachts of mogelijk gevaarlijks, dan gaat er een alarm af.” Door de combinatie van infraroodsensoren en lageresolutiecamera’s kan ook ’s nachts worden gemonitord. Het systeem kan een alternatief bieden voor de combinatie van draagbare sensoren, bedmatten en hogeresolutiecamera’s. Meer info: www.iminds.be en www.xetal.co
Little Sister
Little Sister is een ICON-project met steun van de Vlaamse overheid in het kader van Flanders’ Care. ICON staat voor Interdisciplinair Coöperatief Onderzoek. Hierbij zoeken industriële partners en onderzoeksinstellingen samen innovatieve oplossingen voor specifieke problemen. Little Sister wil budgetvriendelijke oplossingen ontwikkelen om gevaarlijke situaties waarbij ouderen kunnen vallen, vooraf te detecteren.
7 VITO VISION 15 - januari 2014
Oudere mensen vallen vaak en als dat gebeurt, zijn de gevolgen vaak ernstiger dan bij jonge mensen. Ongeveer één op de drie thuiswonende ouderen valt eenmaal per jaar, een derde van hen zelfs meerdere keren per jaar. Onder bewoners van een woonzorgcentrum zijn de valpercentages nog hoger: 50 tot 70 procent van de ouderen valt minstens één keer per jaar. Ook personen die net een operatie hebben ondergaan, hebben meer kans om te vallen.
Humaan archief van de toekomst
Biobank: goud waard voor gezondheidszorg van morgen
V VITO VISION 15 - januari 2014
8
ITO werkt al ruim tien jaar aan de uitbouw van een humane biobank. Daarin worden monsters van menselijk bloed, urine, haar en ademlucht bewaard, om er in de toekomst analyses op uit te voeren. Elly Den Hond van VITO: “De focus in de gezondheidszorg ligt steeds meer op preventie. In dat perspectief heeft de biobank als biologisch archief van de blootstelling van vandaag en in het verleden een onschatbare waarde.”
Humane biomonitoring betekent zoveel als ‘meten in de mens’. Door het meten van biomerkers, meetbare stoffen of eigenschappen in stalen van gezonde donoren, wordt onderzocht of iemand is blootgesteld aan milieuvervuilende stoffen en wat de gezondheidseffecten daarvan zijn. De metingen worden gewoonlijk aangevuld met informatie over gezondheid en leefgewoonten. Om die te verzamelen moeten de deelnemers een vragenlijst invullen of wordt een beroep gedaan op informatie uit databanken. Het Steunpunt Milieu en Gezondheid volgt sinds 2002, in opdracht van de Vlaamse overheid, de aanwezigheid van milieuvervuilende stoffen op bij baby’s, jongeren en volwassenen via humane biomonitoring. Op die manier brengt het onderzoeksconsortium, een samenwerking van VITO, het Provinciaal Instituut voor Hygiëne (PIH) en de vijf Vlaamse universiteiten, de blootstelling van de Vlaming aan schadelijke stoffen in kaart, alsook de algemene gezondheid van de bevolking.
Stalen voor morgen
Het Steunpunt is intussen aan zijn derde campagne toe. Bij elke campagne worden systematisch dubbelstalen genomen en opzijgezet voor latere analyses. Alle monsters worden op een kwaliteitsvolle en uniforme manier verzameld, geregistreerd, bewaard en beheerd in de biobank. Karen Van Campenhout van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE): “Onze meetprogramma’s zijn al heel uitgebreid. Maar door de snelle technologische en industriële ontwikkelingen komen we met steeds meer en ook nieuwe lichaamsvreemde stoffen in aanraking. Zo worden er regelmatig nieuwe insecticiden of onkruidbestrijders ontwikkeld. In de toekomst zullen dus nieuwe vragen opduiken vanuit het beleid of het onderzoek. We hebben daarom aan VITO gevraagd om een humane biobank aan te leggen. De biologische stalen in die biobank kunnen later nog worden benut voor het beantwoorden van specifieke beleidsvragen.” Elly Den Hond van VITO: “Dankzij de biobank kunnen we in de toekomst op een eenvoudige manier bijkomende metingen uitvoeren op een deel van de populatie waarover al veel informatie beschikbaar is. Dat spaart veel kosten uit en werkt bovendien veel efficiënter. Zo moeten er geen nieuwe rekrutering en staalname gebeuren. Bovendien kunnen we gebruikmaken van de enquêtes en metingen die al in de databank zitten. De toepassingen zijn legio. Als we bijvoorbeeld
Thallium
Karen Van Campenhout: “We zien in de biobank een handig beleidsinstrument. Zo gaven we onlangs nog de opdracht aan VITO om oude stalen opnieuw te onderzoeken op de aanwezigheid van thallium. De laatste biomonitoringcampagne wees namelijk uit dat rond de industriegebieden van Genk en Menen hogere
concentraties van dat zware metaal aanwezig zijn dan bij de gemiddelde Vlaming. We weten nog niet of het metaal in de aangetroffen concentraties schadelijk is voor de gezondheid. Maar we gaan alvast na hoeveel thallium er tien jaar geleden in het bloed zat.” “Ook om trends op langere termijn te evalueren is de biobank goud waard. Als voor een bepaalde stof de norm wordt verlaagd, kunnen we nagaan of die stof op termijn afneemt in het lichaam van de Vlamingen. Als dat niet het geval is, kunnen we bijkomende maatregelen treffen.”
Gezondheidsstudie 3xG presenteert eerste resultaten VITO neemt deel aan nog andere biomonitoringcampagnes; ook uit die projecten wordt geput om de biobank uit te bouwen. Een voorbeeld is 3xG, de pilootstudie van de gezondheidsopvolging die de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en verrijkte Splijtstoffen (NIRAS) laat uitvoeren, in samenspraak met de lokale partnerschappen STORA (Dessel) en MONA (Mol). De studie past in het geïntegreerde project van oppervlakteberging van categorie A-afval in Dessel (het cAt-project). Sinds het najaar van 2009 loopt in Dessel, Mol en Retie een grootschalige gezondheidsopvolging: het 3xG-project. Hierin peilt een onderzoeksconsortium van onderzoekscentra naar de impact van polluenten (zoals
bestrijdingsmiddelen, zware metalen, stoffen in consumptiegoederen …) en levensstijl op de gezondheid. 3xG staat voor ‘Gezondheid - Gemeenten - Geboorten’, een studie die de (milieu)gezondheid van inwoners uit Dessel, Mol en Retie van bij de geboorte wil opvolgen en dat voor een lange periode. Eerste geboortecohorte Voor die studie werden in de drie gemeenten urine- en bloedstalen van zwangere vrouwen en hun baby’s onderzocht. Baby’s zijn de gevoeligste schakel in de generatieketen. Door hen van bij de geboorte op te volgen en dat langdurig vol te houden, vergaart de studie unieke informatie over de ontwikkeling van de gezondheid van de hele bevolking. Daarbij kan
later worden geverifieerd of en hoe omgeving en levensstijl een impact hebben op de ontwikkeling van bijvoorbeeld hart- en vaatziekten, zwaarlijvigheid, astma en allergie. Momenteel nemen al 240 moeders en hun baby’s deel aan de studie. Evelyn Hooft van NIRAS: “We hebben de urine- en bloedstalen van de eerste 150 deelnemers geanalyseerd en vergeleken met de gemiddelde Vlaamse waarden en gezondheidsnormen. De gemeten milieublootstelling verschilt enigszins van het Vlaamse gemiddelde: soms werden er hogere waarden gemeten, soms lagere. Sluitende conclusies zijn er nog niet, maar we kunnen wel al met zekerheid zeggen dat omgevingsfactoren en levensstijl een impact hebben op moeders en hun baby’s. Dit proefproject bewijst ook dat zo’n omvangrijk onderzoek over meerdere jaren wel degelijk haalbaar is. Nog tot 2014 blijven we deelnemers rekruteren om nog uitgebreidere en krachtigere analyses van de gegevens mogelijk te maken.” Meer info:
[email protected] Meer info over de resultaten van de 3xG-studie vindt u op www.niras-cat.be/downloads/ CAT-krant_DEC13_LR.pdf.
9 VITO VISION 15 - januari 2014
een nieuwe milieuvervuilende stof ontdekken die mogelijk een invloed heeft op onze gezondheid, dan kunnen we oude stalen opnieuw onderzoeken met nieuwe technologie en volgens de recentste kennis.”
Biomerkers en meettechnieken
VITO VISION 15 - januari 2014
10
De biobank biedt ook een oplossing voor een ander probleem. Als een nieuwe stof op de markt wordt gebracht, hinkt het inzicht in de toxicokinetiek vaak nog achterop, net als de ontwikkeling van betrouwbare meetmethoden. Ook voor polluenten die onlangs in ons milieu werden geïdentificeerd, zijn vaak nog geen biomerkers beschikbaar. Elly Den Hond: “Gelukkig slagen we er dankzij de snelle technologische evoluties in om nieuwe biomerkers te ontwikkelen. Ook de analyse- en meettechnieken zullen in de toekomst verder ontwikkelen, denk maar aan het domein van de genexpressie. Met die technieken zal uit dezelfde stalen heel wat nieuwe informatie kunnen worden gehaald.”
Ethische code
Bij het aanleggen van de biobank schenkt VITO veel aandacht aan transparante communicatie en het recht op informatie. Elly Den Hond: “Iedere deelnemer krijgt bij de start van de studie een informatiebrochure; die wordt ook mondeling toegelicht. Op elk moment kunnen de deelnemers extra info opvragen over de stand van het onderzoek en de analyses op hun stalen. Men kan ook op elk moment uit het onderzoek stappen. Op het einde van de studie krijgt iedereen een overzicht van de metingen en kunnen ze persoonlijke resultaten opvragen. Voor elke nieuwe analyse wordt een nieuw dossier ingediend bij de ethische commissie, die het naleven van de ethische code en de wetgeving over het omgaan met biologisch materiaal bewaakt. Ook van die nieuwe metingen worden deelnemers telkens via de website van de studie op de hoogte gebracht.” Meer info:
[email protected]
Medische innovatie in Vlaanderen De Vlaamse overheid richtte in 2009 het Centrum voor Medische Innovatie (CMI) op, een uniek samenwerkingsverband tussen de Vlaamse universiteiten, universitaire ziekenhuizen en industriële partners uit de biotechnologie en de gezondheidszorg. Daarmee wil de overheid het translationele biomedische onderzoek in Vlaanderen ondersteunen en promoten. Translationeel onderzoek slaat een brug tussen fundamenteel en klinisch onderzoek. Het zorgt voor de snelle vertaling van kennis en vernieuwende technologie naar diagnoses en behandelingen ten voordele van de patiënt. Directeur Karen Degroote: “Humaan biologisch materiaal is essentieel in innovatief translationeel onderzoek. Vanuit interacademische harmonisatie-werkgroepen zijn een kwaliteitshandboek, een ethischlegaal kader en IT-noden gedefinieerd om het biobankmateriaal en de bijbehorende gegevens volgens Europese kwaliteitsnormen te beheren. We investeren ook in de nodige ondersteunende infrastructuur, zoals computernetwerken en koelkasten. Door de uitbouw van de Vlaamse Biobank als fundamenteel element in translationeel onderzoek willen we de samenwerking tussen wetenschappers, artsen en de industriële sector stimuleren.” Het CMI heeft tien focusdomeinen aangeduid waarin translationeel onderzoek verder ondersteund en uitgewerkt zal worden. In het Vlaamse Biobankproject van het CMI ligt de focus momenteel vooral op het delen van informatie uit zogenoemde disease-based biobanks, klinische biobanken die materiaal van patiënten verzamelen. Wat kan VITO daarbij betekenen? Roger Dijkmans van VITO: “VITO heeft zich geëngageerd om het Vlaamse Biobankproject van het CMI te ondersteunen vanuit haar expertise in biobanken van de gezonde mens in relatie tot zijn omgeving. Ook heeft VITO aangeboden om bij te dragen aan Europese projecten rond population-based biobanks waaraan het CMI wil deelnemen.” Karen Degroote: “Wij zien VITO als een partner in ons innovatieverhaal. Om onze internationale toppositie in de medische wereld te behouden is een multidisciplinaire samenwerking erg belangrijk. Artsen, industrie en academische en onafhankelijke onderzoeksorganisaties werken samen aan de gezondheidszorg van morgen.”
Monitoring dicht bij het individu
Hoe gezond bent u vandaag?
V
Een mooi voorbeeld van zo’n draagbaar meettoestel is de micro-aethalometer. Die meet de roetcomponent in fijn stof en geeft zo een beeld van de verkeerspollutie. Jan Theunis van VITO: “Dat toestel, gecombineerd met een gps, gaven we mee aan stadswachters in Antwerpen, zonder veel verdere uitleg. We vroegen hen enkel om op geregelde tijdstippen hun meetdata door te sturen. In een ander experiment vroegen we de deelnemers om meerdere keren een bepaald parcours te fietsen met het meettoestel. Uit de data die de sensoren opleveren, kunnen we ‘blootstellingstrajecten’ afleiden.” Een belangrijk deel van dat onderzoek spitst zich toe op de verwerking van de data achteraf. Jan Theunis: “We werken hiervoor dataverwerkingsketens uit, algoritmes die de ruwe gegevens valideren, uitmiddelen en aggregeren. De laatste jaren richten we ons onderzoek ook op het segment van goedkopere sensoren, die massaal kunnen worden toegepast. De validatie van de metingen en de dataprocessing achteraf zijn dan nog belangrijker.”
Participatieve experimenten
Het recente Europese onderzoeksproject EveryAware, waaraan VITO deelneemt, ontwikkelt meettoestellen en smartphone-applicaties waarmee mensen zelf luchtkwaliteit en geluid kunnen opmeten en beoordelen in hun leefomgeving. Met die toestelletjes worden in verschillende Europese steden participatieve experimenten met vrijwilligers opgezet. VITO zet haar knowhow in voor de ontwikkeling van de meettoestellen
voor luchtkwaliteit die in het onderzoeksproject gebruikt worden. Jan Theunis: “We ontwikkelden een SensorBox, een draagbare combinatie van commercieel beschikbare gassensoren voor luchtvervuilende stoffen zoals stikstofdioxide (NO2), koolstofmonoxide (CO), vluchtige organische componenten (VOC) … De SensorBox werd uitgerust met een gps-systeem. Nu onderzoeken we welke van de sensoren die op de markt zijn, de beste resultaten opleveren. Sommige sensoren zijn immers niet specifiek genoeg om een bepaalde stof te meten. Ook storende factoren zoals ozongehalte, temperatuur en relatieve vochtigheid moeten mee in rekening worden gebracht. Met een smartphone-applicatie kan de gebruiker van de SensorBox bovendien informatie over zijn omgeving meegeven die relevant is voor de interpretatie van de testresultaten. Bijvoorbeeld als hij aan een rood licht staat te wachten naast een bus met draaiende motor.” Via het Europese Multi Sensor Platform (MSP) werkt VITO samen met andere Europese partners aan geminiaturiseerde sensoren die in smartphones kunnen worden ingebouwd en die de luchtkwaliteit binnen én buiten kunnen meten. VITO stapt ook mee in het project Physical Activity through Sustainable Transport Approaches (PASTA). Dat Europese project loopt vier jaar en is gericht op de systematische promotie en facilitering van actieve mobiliteit (zoals fietsen en wandelen, al dan niet in combinatie met openbaar vervoer) als innovatieve manier om fysieke activiteit te
11 VITO VISION 15 - januari 2014
ITO heeft al jaren ervaring met luchtkwaliteitsmonitoring op basis van vaste meettoestellen. Die expertise is vandaag bijzonder relevant in het licht van een heel nieuwe ontwikkeling in het preventieve gezondheidsonderzoek: die van individuele monitoring. Jan Theunis van VITO: “We stellen individuele blootstellingsprofielen op via draagbare meettoestellen die continu en in real time meten in welke mate iemand wordt blootgesteld aan luchtpolluenten.”
integreren in het dagelijkse leven. In dat project zullen onder meer sensoren en apps gebruikt worden die op een objectieve manier fysieke activiteit, inspanningsniveau en energieverbruik in kaart zullen brengen. Daarnaast zullen ook de mogelijke gezondheidseffecten geëvalueerd worden.
Nieuwe sensoren in de markt zetten
VITO VISION 15 - januari 2014
12
Individuele monitoring via draagbare toestellen zit in de lift. Momenteel zijn er al heel wat draagbare sensoren op de markt, gaande van typische hartslagmeters voor sporters tot apps die men kan downloaden op een smartphone. Er bestaan sensoren die de concentratie aan een bepaalde stof in (uitgeademde) lucht meten, die fysiologische lichaamsparameters registreren zoals hartslag, zweet, temperatuur, ademhalingsfrequentie … of een idee geven van het individuele bewegingspatroon van de drager door het aantal stappen te tellen of de versnelling te meten. VITO werkt samen met ontwikkelaars van sensoren om volwaardige individuele meettoestellen in de markt te zetten. Rudi Torfs van VITO: “In de zoektocht naar adequate sensoren voor gezondheids- of omgevingsmonitoring zijn we voortdurend op zoek naar bedrijven die nieuwe sensoren ontwikkelen om samen met hen toepassingen te bouwen.”
“We leggen ook contacten met potentiële eindgebruikers om onderzoeksprojecten op te zetten voor het testen, valideren en verder ontwikkelen van zulke meettoestellen en apps. Onze expertise in het domein van het exposoomonderzoek en de gezondheidsmonitoring helpt als schakel tussen eindgebruikers, ontwikkelaars en industriële partners. We werken hiervoor samen met onder meer imec en ESA, belangrijke spelers bij het ontwikkelen van de sensoren van de volgende generatie. Die sensoren zullen op een eenvoudige en betrouwbare manier gezondheidsgegevens verzamelen. Zo vergelijken we samen met imec de robuustheid en betrouwbaarheid van verschillende sensoren in diverse onderzoeksprojecten”, aldus Patrick De Boever van VITO. Roel Smolders van VITO: “Zodra de technologie op punt staat, zijn de mogelijkheden enorm. Zo zal iedereen continu zijn blootstelling kunnen opvolgen en indien nodig zijn activiteitenpatroon bijsturen. De smartphone wordt zo een middel om aan eerstelijnsgeneeskunde en op termijn zelfs aan gezondheidspreventie te doen. De gegevensgeschiedenis in het draagbare toestel kan de artsen van de toekomst helpen om een betere diagnose te stellen en preventief op te treden.” Meer info:
[email protected]
EA SB-kalibratie boven op VMMmeetstation
EA SB-meetzakje en bijbehorende smartphone-applicatie EA SB-gassensoren EA SB controller board
EveryAware SensorBox 09/01/2014 © 2013, VITO NV
1
Nanotechnologie
Toepassingen en risico’s van nanodeeltjes onder de loep
V
ia vele kanalen verspreidt nanotechnologie zich steeds sneller in onze maatschappij: van medische toepassingen en cosmetica tot verpakkingen die voedingsmiddelen langer houdbaar maken. Maar hoe gedragen nanodeeltjes zich in de leefomgeving en in ons lichaam? Daarover is veel minder geweten. VITO investeert in dat vrij nieuwe onderzoeksdomein.
Nanotechnologie omvat het maken en gebruiken van zeer kleine deeltjes, grofweg kleiner dan 100 nanometer. Om een idee te geven: een menselijk haar is 80 000 nanometer in doorsnee en dus gigantisch vergeleken met een nanodeeltje. Niet alleen hun grootte is bijzonder; nanodeeltjes vertonen ook specifieke mechanische, optische, elektrische en magnetische eigenschappen, vergeleken met hun bulkmateriaal. Daardoor kunnen nanomaterialen in tal van toepassingen worden gebruikt, zoals in coatings voor kleding en in medicijnen. Nanodeeltjes zijn er altijd al geweest. Dranken zoals melk en thee bijvoorbeeld bevatten natuurlijke componenten op nanoschaal. Sinds enkele decennia worden nanodeeltjes echter door de mens gericht geproduceerd. We spreken ook van engineered nanodeeltjes. VITO doet onderzoek om nieuwe, verbeterde toepassingen van nanodeeltjes te ontwikkelen én om meer inzicht te krijgen in hun impact op mens en omgeving.
Karakterisering van nano-bio-interacties
Het onderzoek van VITO focust op drie domeinen. Inge Nelissen van VITO: “Ten eerste willen we de
fysische en chemische karakteristieken van nanodeeltjes blootleggen en manipuleren in functie van hun biologische identiteit: hoe reageren nanodeeltjes met biomoleculen uit de omgeving waarin ze terechtkomen? Ten tweede onderzoeken we de interactie van zulke deeltjes met levende cellen: hoe worden ze in de lichaamscellen opgenomen, hoe worden ze in de cel getransporteerd, en hoe interageren ze met de celorganellen?" "Tot slot willen we de impact van nanodeeltjes op een normale biologische respons ontrafelen. In de toekomst willen we op basis van die gegevens ook het gedrag en de biologische impact van nanodeeltjes modelleren, maar zover zijn we nog niet.” En het kan nog complexer, want de nieuwe generatie nanodeeltjes bestaat uit meerdere materialen, zogenoemde hybride nanodeeltjes. Ook die wil VITO onderzoeken. Hiervoor gaat VITO de komende vier jaar samenwerken met het Ierse University College Dublin (UCD) in het onderzoeksproject FutureNanoNeeds van het Zevende Kaderprogramma van de EU.
Lokalisatie van polystyreen-nanodeeltjes (groen, links) en lysosomen (rood, midden) in het cytosol van longepitheelcellen, gevisualiseerd met behulp van confocale fluorescentiemicroscopie. De combinatie van een transmissiebeeld en fluorescentiebeeld toont de co-lokalisatie tussen nanodeeltjes en lysosomen (geel, rechts). Schaal: 5 µm.
VITO VISION 15 - januari 2014
13
Multidisciplinaire onderzoeksinfrastructuur
VITO VISION 15 - januari 2014
14
Voor haar onderzoek naar nano-bio-interacties combineert VITO verschillende expertises in materiaalkarakterisering, chemische analyse en celbiologische en moleculaire studies. “Om de biologische respons van nanodeeltjes te kunnen voorspellen is een juiste karakterisering van groot belang”, zegt Inge Nelissen. “Het effect op celbiologisch niveau verschilt immers niet alleen naargelang de grootte van de deeltjes, maar ook naargelang hun vorm, hun lading, de eiwitten die zich aan de deeltjes binden in celkweekmedium enzovoort.”
of kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden in de ontwikkeling van geneesmiddelen tegen luchtwegaandoeningen”, zegt Inge Nelissen. “Ook zullen we er nanodeeltjes kunnen laten interageren met in-vitrocelkweken en hun biologische impact evalueren aan de hand van gekende biomerkers.” VITO is vandaag al uitstekend uitgerust om nanodeeltjes te karakteriseren. Maar VITO streeft ook naar een harmonisering van het Europese onderzoek naar nanosafety. Daarom participeert VITO in het onderzoeksinfrastructuurprogramma QualityNano, dat gefinancierd wordt door het Zevende Kaderprogramma van de EU. In dat project worden nieuwe methoden en nanomaterialen ontwikkeld, die als referentie voor het Europese onderzoek kunnen dienen.
Fluorescentiemicroscopie
VITO beschikt voor dergelijke multidisciplinaire studies over een uitgebreide infrastructuur met onder meer goed uitgeruste in-vitrocelkweeklaboratoria en het hoogtechnologische Center for Proteomics. Met de installatie van een nieuwe nano-aerosoltestkamer zet VITO bovendien ook in op de karakterisering van nanoblootstelling via de ademhalingsroute. “In de nanotestkamer zullen we de transformatie van nanodeeltjes in de lucht perfect kunnen opvolgen. Zulke nano-aerosolen kunnen onder meer voorkomen in werkplaatsen, laboratoria of onze alledaagse omgeving,
Al die kennis wordt ook toegepast in een doctoraatsonderzoek waarvoor VITO en de Universiteit Hasselt samenwerken. “Bedoeling van het doctoraat is om de biologische respons van nanodeeltjes in kaart te brengen”, zegt professor Marcel Ameloot van de Universiteit Hasselt. “Welke routes volgen nanodeeltjes in een menselijke cel en waar komen ze uiteindelijk terecht? Die vragen willen we beantwoorden met fluorescentiemicroscopie en het gebruik van zeer korte laserpulsen. Hiervoor werken we met fluorescent gemerkte polystyreendeeltjes, met nanodiamanten en bariumtitanaatdeeltjes. Voor nanodiamanten en bariumtitanaatdeeltjes is geen bijkomend label vereist omdat ze zelf een bepaald signaal uitzenden na aanstralen met de gepaste golflengte en energie.” “Uiteindelijk moet het ook mogelijk zijn om de vorm van de engineered deeltjes zodanig te manipuleren dat we potentieel nadelige effecten op celbiologisch niveau kunnen wegnemen (safety by design)”, zegt professor Ameloot. “Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat cellen nanodeeltjes kunnen uitscheiden na opname. Toekomstmuziek, maar door samen te werken met VITO kunnen we hiervoor alvast de eerste stappen zetten.” Meer info:
[email protected]
LIFE+-project ATMOSYS met succes afgerond
Nieuw webplatform voorspelt luchtkwaliteit in hotspotgebieden
E
Iedereen kent de beelden van de grote Chinese metropolen: de smog hangt er als een dikke, grijze deken over de stad. Maar luchtvervuiling is niet altijd zo zichtbaar. Vaak bevat de lucht te veel fijn stof of stikstofdioxide en merk je daar niets van. Nochtans kunnen die polluenten longaandoeningen of hart- en vaatziekten veroorzaken. Daarom volgt de VMM de luchtkwaliteit in Vlaanderen nauwgezet op. Ze doet dat in meer dan zestig automatische meetstations verspreid over heel Vlaanderen. Worden er kritieke waarden overschreden? Dan stuurt de VMM meteen een waarschuwing uit.
én stedelijk niveau nauwkeurig in kaart te brengen. We kunnen zelfs voor individuele locaties een voorspelling maken.”
In Vlaanderen wordt de lucht intensief gemonitord. Dat is ook nodig, gezien onze bevolkingsdichtheid, het drukke verkeer en de sterke industrialisering. Maar de klassieke meetstations hebben ook beperkingen. Zo kan luchtkwaliteit sterk verschillen van gemeente tot gemeente en zelfs van straat tot straat. Bovendien is het onmogelijk om met meetstations alleen de luchtkwaliteit in erg vervuilde gebieden – de zogenoemde hotspots – te voorspellen.
Om luchtkwaliteitsmodellen te valideren zijn reële meetgegevens nodig. Daartoe gebruikte VITO niet alleen de gegevens van de meetstations, maar voerde de VMM ook bijkomende metingen uit in steden en langs snelwegen. De snelwegcampagne focuste op de concentraties van fijn stof en zwarte koolstof in de lucht. Vooral die laatste is een goede indicator voor de roetuitstoot door het verkeer. “Dankzij die meetcampagnes beschikken we nu over heel nauwkeurige modellen; de resolutie van de luchtkwaliteitskaarten die ze opleveren, ligt gevoelig hoger”, zegt Stijn Janssen. “Natuurlijk spelen er altijd onzekerheden mee, zoals windsterkte in de straat of andere weersomstandigheden. Maar zelfs met die onzekerheden is de correlatie tussen onze modellen en de meetgegevens erg groot. Voor fijn stof, stikstofdioxide, ozon en zwarte koolstof kunnen we nu jaargemiddelde-kaarten maken tot op enkele meters nauwkeurig.”
Voorspellingsmodellen koppelen
3D-simulatie
Daarom hebben de VMM, IRCEL en VITO samen het ATMOSYS-project opgezet. Het doel: een geavanceerd systeem ontwikkelen om de luchtkwaliteit te analyseren, voorspellen en plannen én een internetplatform dat de resultaten ontsluit. Stijn Janssen van VITO: “Je kunt nu eenmaal niet op elke plek in Vlaanderen of overal in de stad metingen uitvoeren. Luchtkwaliteitsmodellen kunnen de luchtkwaliteit gebiedsdekkend in kaart brengen en de vervuilingsgraad voor de komende dagen voorspellen. Door het slim koppelen van twee bestaande luchtkwaliteitsmodellen zijn we er nu in geslaagd de luchtkwaliteit op regionaal
Met ATMOSYS gaat VITO een stap verder dan een tweedimensionale weergave van de luchtkwaliteit. Voor de toekomstige Leuvense stadswijk Vaartkom werd de luchtkwaliteit in drie dimensies in kaart gebracht. “De bedoeling van die modellering op microschaal is de impact van ruimtelijke ordening op de luchtkwaliteit te bepalen. Slimme ruimtelijke ingrepen kunnen polluenten immers wegleiden van kritieke locaties zoals voetpaden of scholen. Met de 3D-simulatie konden we een aantal scenario’s voor de stadswijk evalueren zoals groenbuffers, geluidsschermen langs de ringweg, andere snelheidsbeperkingen enzovoort.”
15 VITO VISION 15 - januari 2014
ind 2013 werd het Europese LIFE+-project ATMOSYS afgerond, een samenwerking van VITO, de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en de Intergewestelijke Cel voor het Leefmilieu (IRCEL). Het resultaat: een nieuwe webtoepassing die helpt om de luchtkwaliteit in kaart te brengen, te voorspellen en te verbeteren in Vlaamse hotspotgebieden, en straks ook in andere Europese steden. En verbeterde luchtkwaliteit leidt tot gezondere mensen.
Internetplatform
VITO VISION 15 - januari 2014
16
Ook het toegankelijk maken van informatie over luchtkwaliteit was een belangrijke doelstelling van ATMOSYS. “Om de resultaten van de luchtkwaliteitsmodellen toegankelijker te maken ontwikkelden we een internetplatform”, zegt Stijn Janssen. “Dat platform op www.atmosys.eu werd eind 2013 gelanceerd, en daarmee is het ATMOSYS-project nu officieel afgerond. Vooral experts en beleidsmakers kunnen de toepassing gebruiken om bijvoorbeeld trends van een heel jaar te analyseren. Het systeem werd gevalideerd volgens de richtlijnen van het Forum for Air Quality Modelling in Europe (FAIRMODE), dat gecoördineerd wordt door het Joint Research Centre van de Europese Commissie in Italië. Zo willen we de eindgebruiker garanderen dat hij betrouwbare gegevens raadpleegt. Voorlopig passen we ATMOSYS enkel toe in België, maar het systeem kan later gebruikt worden voor hotspots in heel Europa.”
Eén van de eindgebruikers van de luchtkwaliteitsmodellen van ATMOSYS is alvast IRCEL, dat bevoegd is voor de communicatie over alle luchtkwaliteitsgegevens op Belgisch niveau. “Dankzij de meerdaagse voorspellingen van ATMOSYS hebben we nu een bijkomende tool om snel en gericht in te grijpen als bijvoorbeeld de drempelwaarde voor fijn stof wordt overschreden”, zegt administratief directeur Frans Fierens. “IRCEL staat ook in voor de structurering en rapportering van de luchtkwaliteitsgegevens naar de Europese Commissie en het Europees Milieuagentschap. Via ATMOSYS konden we die rapportering verder automatiseren volgens de nieuwe verplichte EU-standaarden. Uiteraard is ATMOSYS niet het einde van het verhaal. We zullen onze modellen verfijnen en optimaliseren, waarbij ook de resolutie van de kaarten nog zal verbeteren.” Meer info:
[email protected] – www.atmosys.eu
Jaargemiddelde NO2 (stikstofdioxide)-concentraties over België voor het jaar 2012 (in µg/m³)
In de kijker
Sinds 1 september 2013 versterkt Walter Eevers het directiecomité van VITO als directeur Valorisatie en strategische samenwerking. Met zijn opleiding in de scheikunde, doctoraat in de polymeerchemie en MBA is Walter perfect geplaatst om de positie van VITO in functie van de industrie te verbeteren. Walter bouwde meer dan twintig jaar ervaring op in verschillende R&Dfuncties. Zo werkte hij bij Nitto Europe, een Japanse producent van industriële kleefbanden, waar hij de laatste tien jaar general manager Technomarketing was. Walter focuste daarbij steeds op de drie pijlers van een succesvol innovatiebeleid: technologische vernieuwing, nieuwe markten en het zoeken naar nieuwe toepassingen. Met die visie op innovatie en “de blik steeds op de buitenwereld gericht” wil Walter al op korte termijn binnen VITO een nieuw valorisatiemodel opzetten. “Onze onderzoeksunits moeten nog meer vertrekken vanuit de industriële en maatschappelijke noden”, vindt hij. “Op basis daarvan moeten we een intern ontwikkelingstraject opzetten met aandacht voor intellectuele eigendom en patenten. Het zien, creëren en benutten van synergieën tussen de verschillende VITOdomeinen is daarbij cruciaal. Het gaat immers om VITO in haar totaliteit, niet om unit x of y.” Al in 2014 wil Walter met VITO twee nieuwe bedrijven ondersteunen die gebruikmaken van een VITOtechnologie. Die industriële en maatschappelijke commercialisering van VITO – via start-ups én samenwerking met marktleiders – vormt volgens Walter de corebusiness van VITO. Bovendien gaat die hand in hand met de versterking van het economische en maatschappelijke weefsel in Vlaanderen. Meer info:
[email protected]
VITO breidt samenwerking met China uit
Tijdens een economische missie onder leiding van Vlaams minister-president Kris Peeters tekende VITO in het Chinese Tianjin op 9 september 2013 een samenwerkingsovereenkomst met de Tianjin Academy of Environmental Sciences (TAES). TAES is net zoals VITO een onderzoeksorganisatie, die vooral focust op milieuonderzoek. Om de samenwerking met Vlaanderen te ondersteunen wordt het FlandersTianjin Environmental Joint Research Institute (FTEJRI) opgericht. Binnen dat kader zullen VITO en TAES samen onderzoeksprojecten uitvoeren. Daarnaast moet FTEJRI fungeren als aanspreekpunt voor contacten tussen cleantechbedrijven in Vlaanderen en Tianjin. VITO is in China al meer dan tien jaar actief in milieuonderzoek. In 2011 werd de joint venture Libovito opgericht, die gespecialiseerde diensten op het vlak van milieutechnische modellering levert aan lokale autoriteiten. VITO speelt ook een coördinerende rol in twee door de EU gefinancierde projecten. AirINFORM werd in 2012 gelanceerd door VITO en Libovito en verstrekt informatie over luchtkwaliteit in steden. In 2013 lanceerde VITO samen met de Chinese Academy for Environmental Planning (CAEP) het project METALert, dat werkt aan een noodreactiesysteem bij vervuiling met zware metalen. Haar coördinerende rol in die twee projecten maakt VITO tot één van de leidende Europese spelers op het vlak van milieutechnische modellering in China. Meer info:
[email protected] [email protected]
EPHECT neemt gezondheidsrisico’s van huishoudproducten onder de loep
Op 18 september 2013 werden de resultaten bekendgemaakt van het EU-project EPHECT, kort voor Emissions, Exposure Patterns and Health Effects of Consumer Products. EPHECT onderzocht de gezondheidsrisico’s van huishoudelijke producten zoals luchtverfrissers, schoonmaakmiddelen en persoonlijke verzorgingsproducten. Ruim 4 000 inwoners van vijftien Europese lidstaten lieten hun gebruiksgewoonten van die producten optekenen. Alle risico’s werden in kaart gebracht. EPHECT ontwikkelde voor verschillende productsoorten testscenario’s waarmee de uitstoot van bepaalde stoffen accuraat kan worden gemeten. Ook de vorming van secundaire stoffen die reageren met
17 VITO VISION 15 - januari 2014
Walter Eevers, nieuwe directeur Valorisatie en strategische samenwerking
In de kijker
VITO VISION 15 - januari 2014
18
ozon, werd onderzocht. Het onderzoek identificeerde zes stoffen die schadelijk kunnen zijn voor de huid en luchtwegen, waaronder formaldehyde en benzeen. Het belangrijkste resultaat van het onderzoek is een algemeen protocol voor het testen van de uitstoot van schadelijke stoffen bij huishoudelijke producten. De studie formuleerde ook twee belangrijke conclusies voor beleidsmakers. Ten eerste moeten de procedures en richtlijnen rond schadelijke stoffen in huishoudelijke producten vereenvoudigd en geharmoniseerd worden. Ten tweede mag de verantwoordelijkheid voor het verminderen van gezondheidsrisico’s niet bij de consument liggen, maar bij de producenten en beleidsmakers die de bron controleren. Meer info: www.ephect.be -
[email protected] [email protected]
Turkse delegatie bezoekt VITO-labo’s
PlasmaLine® gooit hoge ogen op K-show
Van 16 tot en met 23 oktober 2013 nam het Atmosferisch Plasmateam van VITO in Düsseldorf voor de derde maal deel aan de International Trade Fair No. 1 for Plastics and Rubber Worldwide, beter bekend als de K-show. Ook deze keer deelde VITO een stand met haar commerciële partners AFS GmbH en Softal GmbH. Beide bedrijven verdelen als licentiehouders de atmosferische-plasma-apparatuur PlasmaLine®, die door VITO werd ontwikkeld en gepatenteerd. Met de PlasmaLine® heeft VITO een uniek toestel dat adhesieproblemen voor diverse toepassingen kan verhelpen, vooral waar vlam- of coronabehandelingen tekortschieten. Atmosferisch plasma wordt steeds bekender bij het professionele publiek. Vooral de toenemende vraag naar en het gebruik van composieten (lichtgewichtstructuren, gelamineerde folies …) en verpakkingsmaterialen zorgen voor meer belangstelling en dus meer contractonderzoek. Meer info:
[email protected]
Plasmagroep op jubileumeditie van Eurofinish
VITO en het departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) verwelkomden op 3 oktober 2013 een delegatie uit Turkije. Onder de gasten waren professoren van de vooraanstaande Turkse universiteit van Dumlupinar. De delegatie kreeg een rondleiding in de labo’s van VITO die zich focussen op het recycleren van secundaire grondstoffen en keramische poedervorming. Ook nam de delegatie een kijkje in het thermotechnisch labo, het home-lab, het ‘smart energy grid’lab en het batterijlabo. Daarnaast werden mogelijke pistes voor samenwerkingen bekeken. Het bezoek van de Turkse delegatie paste in een Da Vinciproject, dat Europese uitwisselingen en samenwerkingen tussen onderzoeksinstellingen promoot.
In Flanders Expo vond op 23 en 24 oktober 2013 de tiende editie plaats van Eurofinish, de tweejaarlijkse vakbeurs voor oppervlaktebehandeling. De plasmagroep van VITO zette er zijn activiteiten rond dat thema in de spotlights. Vooral het aanbrengen van slijtvaste coatings, het herstellen van componenten met lasercladden en het activeren van oppervlakken van composietmaterialen met atmosferische plasmatechnologie konden op veel belangstelling rekenen. VITO was ook van de partij op het innovatieseminarie en netwerkevent rond functioneel textiel dat 2BFUNTEX en Enterprise Europe Network Flanders op de eerste beursdag organiseerden. Zestig deelnemers uit zeventien landen brainstormden over nieuwe toepassingen en mogelijkheden voor Europese samenwerkingen. De plasmagroep ontdekte opportuniteiten voor adhesieverbetering van functionele inkten en biofilms op textielsubstraten. Ook voor de immobilisatie/applicatie van chemicaliën en microcapsules aan functioneel textiel leverde de beurs nieuwe kansen op.
Meer info:
[email protected]
Meer info:
[email protected]
Met het nieuwe gebouw wil VITO het oude bedrijventerrein een duurzame toekomst geven. Het gebouw zal de functies van kantoorruimte, labo en ontmoetingsplaats combineren. Ook zal het aandacht hebben voor natuur, openheid, het nieuwe werken en flexibel ruimtegebruik. Het project moet bovendien een voorbeeld worden van duurzaam bouwen. Op de Balmatt-site zal VITO haar onderzoek naar aardwarmte of geothermie in de praktijk brengen. De site zal warmte van enkele kilometers onder de grond gebruiken voor de productie van warm water voor huishoudelijk en industrieel gebruik. Later kunnen ook bedrijven of woningen in de omgeving worden aangesloten op dat ‘warmtenet’. Met de restwarmte kan elektriciteit geproduceerd worden.
Werkt u aan een innovatief idee rond milieu- of afvalbeheer, maar hebt u een duwtje in de rug nodig? Bij het Resource innovation Network for European Waste (ReNEW) kunt u een industriële-kennischeque aanvragen ter waarde van 50 procent van uw R&D-behoeften, met een maximum van 5 000 euro per cheque. ReNEW is een Interreg IVB-project dat streeft naar innovatieve en duurzame oplossingen voor het afvalprobleem en tegelijk de lokale economie wil stimuleren. Duurzaam omgaan met grondstoffen en waardevolle materialen uit afval recupereren staan hierbij centraal. Met de kennischeque kunt u bij diverse onderzoekscentra terecht voor analyses, toegang tot apparatuur, veldtests, advies over afval- en materialenbeheer … Naast VITO werken ook centra in Wallonië, Engeland, Ierland en Duitsland mee aan het project. Het totale budget van ReNEW bedraagt vijf miljoen euro. Of en hoe u in aanmerking komt voor een industriëlekennischeque, leest u op www.renew-network.eu/ industrial-support.
VITO stelt plannen Balmatt-site voor
Op 27 oktober 2013 nodigde VITO de buurtbewoners van de Balmatt-site in Mol-Donk uit voor een infodag over het nieuwe hoofdgebouw. Daar plant VITO in 2017 haar intrek te nemen. Het nieuwe gebouw komt op de vroegere terreinen van betonfabriek JM Balmatt Industries, die decennialang asbesthoudende producten op de markt bracht. De fabriek werd in 1998 gesloten; VITO kocht de zwaar vervuilde gronden in 2007. Momenteel wordt de site door de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) gesaneerd en bouwrijp gemaakt.
Dag van de Wetenschap 2013
©UA
Meer info:
[email protected]
Meer info:
[email protected]
De vierde Dag van de Wetenschap op 27 november 2013 was opnieuw een schot in de roos. Op Campus Drie Eiken van de Universiteit Antwerpen kwamen meer dan 500 geïnteresseerden over de vloer. Onderzoekers lieten hen onder meer kennismaken met medische productontwikkeling en erfelijke factoren. Ook VITO tekende present en zoomde in op haar onderzoek naar proteïnen en nanofiltering. Het Centrum voor Proteomics demonstreerde dat eiwitten de sleutelmoleculen zijn van alle leven. Jong en oud konden zelf met kleuren uittesten hoe een chromatografische scheiding werkt. Een postersessie focuste op de toepassingen van die technologie, zoals in kankeronderzoek. VITO toonde het brede publiek ook de mogelijkheden van filtratie met nanofilters. In een demo-opstelling werd de hele dag gekleurd water weer gezuiverd. Grote foto’s lieten zien waarvoor nanofilters vandaag al worden gebruikt, bijvoorbeeld bij het ontzouten van zeewater. Meer info:
[email protected] [email protected]
EnergyVille coacht slimme energiesteden
Gent, Antwerpen, Mechelen, Leuven, Oostende, Hasselt en Genk herbevestigden eind 2013 hun
19 VITO VISION 15 - januari 2014
Ontdek de kennischeques van ReNEW!
In de kijker
engagement als ‘slimme energiesteden’ in het Vlaamse netwerk Smart Energy Cities. Ook Kortrijk is nu toegetreden tot het netwerk. Het samenwerkingsverband EnergyVille, opgericht door VITO, de KU Leuven en imec, gaf de aanzet voor dat initiatief. Het netwerk past in het Europese project Strategies Towards Energy Performance and Urban Planning (STEP UP). Het doel: concrete ervaringen uitwisselen rond slimme energiesteden.
VITO VISION 15 - januari 2014
20
Met de Vlaamse centrumsteden start EnergyVille binnen het netwerk een concreet coachingtraject, dat in 2014 wordt afgerond. Zo wordt in Gent een project opgestart rond groene stadsdistributie. Een stadsdistributiesysteem bundelt goederenstromen om zo de overlast en milieu-impact van vrachtvervoer in de binnenstad te beperken. In Antwerpen en Kortrijk ligt de focus op de energievraag in de stad en de mogelijkheden voor hernieuwbare energie. Mechelen krijgt ondersteuning bij de opmaak van zijn energie- en klimaatplan. Hasselt en Genk worden gecoacht rond marktmodellen voor warmtenetten. Met Oostende bekijkt EnergyVille tot slot de plannen voor toekomstige stadsontwikkeling. Meer info:
[email protected] www.stepupsmartcities.eu
VITO versterkt Indiase banden
Tijdens de Belgische zakenmissie in India van 22 tot 29 november 2013 zette VITO haar handtekening onder drie intentieverklaringen met Indiase ondernemingen. De samenwerking met Praj richt zich op de ontwikkeling en valorisatie van door VITO gepatenteerde membraantechnologie en processen voor bioraffinaderijen. Daarbij wil men minder energie verbruiken en efficiënter gaan werken. Samen met Indian Oil doet VITO onderzoek naar de omzetting van CO2 in waardevolle moleculen, op basis van bio-elektrochemie. De membranen en elektroden in die processen worden door de Vlaamse industrie geleverd. Daarnaast sloot VITO een overeenkomst met de Tamil Nadu Water Investment
Company om nauw samen te werken op het vlak van waterzuivering met zero discharge. Ook hierbij wordt Vlaamse membraantechnologie ingezet. De samenwerking met een groeiland als India is erg belangrijk voor VITO. Groeilanden bieden immers opportuniteiten voor onderzoek rond de transitie naar een duurzame samenleving. VITO wil in India een bruggenhoofd opzetten om diensten aan te bieden die inspelen op lokale behoeften. Zo krijgen Vlaamse cleantechbedrijven vaste voet aan de grond in de snelgroeiende Indiase industrie. Meer info:
[email protected] [email protected] –
[email protected]
Watershare® bundelt knowhow in watersector
Op 5 november 2013 was VITO in Amsterdam te gast op de eerste Annual Watershare® Members Meeting. Het kennisnetwerk Watershare®, waarvan ook VITO deel uitmaakt, werd in 2012 opgericht. Het brengt Europese kennisinstellingen samen die zich buigen over waterproblemen. Doel van het initiatief: kennis, ervaringen en experttools delen om praktijkproblemen van klanten in de watersector sneller en beter op te lossen. Dankzij Watershare® krijgt VITO een completer beeld van de verschillende tools om eigen onderzoeksvragen en die van Belgische klanten nog beter te beantwoorden. Meer info:
[email protected]
Brons voor VITO!
Een onderzoek van ResearchRanking.org bevestigde onlangs dat VITO een toonaangevende speler is binnen de Europese onderzoekswereld. In de ranking van
Meer info: www.researchranking.org
Biorizon: The Way to Aromatics
TNO, de Green Chemistry Campus en VITO hebben op 3 december 2013 ‘Biorizon: The Way to Aromatics’ gelanceerd. Met een startkapitaal van 2,5 miljoen euro zal Biorizon innovatieve technologieën onderzoeken om aromaten uit agroreststromen te ontwikkelen. Daarmee speelt het vroegere Shared Research Center Biobased Aromatics in op het groeiende tekort aan aromaten uit de petrochemische industrie. Bovendien wil het daarmee de chemische industrie vergroenen. Biorizon zal initieel focussen op de technologische ontwikkeling van biogebaseerde aromaten voor hoogwaardige materialen, chemicaliën en coatings. Op termijn kunnen deelnemende bedrijven labexperimenten, demoproeven van technologieën en een uitgebreide kennis en patentportfolio van innovatieve procesroutes en nieuwe producten verwachten. Meer info: www.biorizon.eu –
[email protected]
VITO breidt databank globale vegetatiemonitoring uit met federale steun
Philippe Courard, staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, en Dirk Fransaer, afgevaardigd bestuurder van VITO, ondertekenden op 16 december 2013 een samenwerkingsovereenkomst. Daarmee krijgt VITO de opdracht om het globale archief van satellietbeelden van de wereldvegetatie uit te breiden tot 2018. VITO startte in 1998 met de opbouw van een databank van globale vegetatiemonitoring, die sindsdien elke dag aangevuld wordt met nieuwe satellietbeelden. Die databank is een unieke bron van informatie en één van de enige referentiepunten bij de studie van de verandering van de vegetatie op aarde en de impact ervan op onze samenleving. Met de ondertekening van dat
contract, ter waarde van 13,6 miljoen euro, kan VITO beelden van de Belgische minisatelliet PROBA-V verwerken, archiveren en ter beschikking stellen van de eindgebruikers. VITO ontwikkelde hiervoor het volledige PROBA-V-grondsegment, met onder meer een unieke interface: de Product Distribution Facility. Meer info:
[email protected] www.vito-eodata.be
VITO ontvangt Koning op groepsstand FWO-event
Op 17 december 2013 vierde het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek (FWO) zijn 85ste verjaardag met een groots wetenschapsevenement in het ICC in Gent. Meer dan duizend onderzoekers en beleidsmakers konden er luisteren naar boeiende toespraken van onder meer Robert-Jan Smits, directeur-generaal van DG Research, minister Ingrid Lieten en het FWO-bestuur. Keynote speaker was kersvers Nobelprijswinnaar professor François Englert. Nadien hadden de deelnemers een ruime keuze uit thematische sessies. Else Swinnen van VITO gaf een lezing in de sessie ‘Tijd om warm te lopen voor het klimaat’. Vijf stellingen over klimaat en duurzaamheid vormden daarbij het uitgangspunt. VITO toonde met de andere Vlaamse strategische onderzoekscentra (imec, iMinds en VIB) enkele gezamenlijke projecten op het vlak van energie, hyperspectrale camera’s en mobiele monitoring. Ook het project Neuro-Electronics Flanders (NERF), een initiatief van imec, KU Leuven en VIB, werd op de stand voorgesteld. Z.M. Koning Filip was eregast op het event en liet zich op onze groepsstand uitgebreid informeren over de projecten. Meer info: www.kennismakers.be
[email protected]
21 VITO VISION 15 - januari 2014
Belgische onderzoeksorganisaties behaalde VITO een mooie derde plaats. In vergelijking met het jaar voordien is VITO zelfs nog twee plaatsen gestegen. De basis voor de European Research Ranking is de Europese CORDIS-database. Die wordt gebruikt om onder meer de participatie, netwerking en diversiteit van onderzoeksorganisaties in kaart te brengen. De eerste en tweede plaats waren voor de KU Leuven en UGent.
KMO vindt vito!
VITO ondersteunt primeurs in de watersector
VITO VISION 15 - januari 2014
22
I
n juni 2013 lanceerden Vlakwa, de provincie WestVlaanderen en VITO een oproep aan ondernemers om demonstratie- en disseminatieprojecten in te dienen over ‘Concepten voor een efficiënt waterbeheer’. In zo’n project demonstreren technologiebedrijven duurzame technieken, materialen, concepten en systemen aan één of meerdere technologiegebruikers. Op die manier kan men innovatieve oplossingen voor waterproblemen sneller op de markt brengen. De Vlaamse cleantechindustrie krijgt zo een stevige duw in de rug. Drie consortia van bedrijven zullen één jaar lang binnen zo’n demonstratie- en disseminatieproject samenwerken en hun innovatie demonstreren.
Zuivering van restwater in de landbouw
Een eerste consortium zal een innovatief zuiveringssysteem uittesten dat restwater van spuittoestellen in de landbouw behandelt: de Fyt-O-Cleaner. Restwater is het water dat overblijft na het spoelen en reinigen van spuittoestellen. De technologie wordt momenteel in Frankrijk getest op water dat allerlei contaminanten bevat en kent
nu al toepassingen voor wasserijen (behandeling van detergenten) en ziekenhuizen (behandeling van antibiotica). Het systeem biedt ook potentieel voor de verwerking van restwater van spuittoestellen in de Vlaamse land- en tuinbouw, maar werd nog niet in Vlaanderen uitgetest. Delvano, de enige Belgische constructeur van zelfrijdende spuitmachines, wil de Fyt-O-Cleaner nu als eerste Vlaamse bedrijf integreren op zijn spuittoestellen. Binnen het project Modul-H2O zal de Fyt-O-Cleaner worden uitgetest op restwater van drie Vlaamse bedrijven: aardappelteler en -verwerker Family Frites, loonsproeibedrijf Corneel Decorte en landbouwbedrijf Ignace Vercruyssen. Naast Delvano zijn nog twee andere spelers betrokken: Eco Cleaning Systems bvba (ECS), dat een ruime kennis heeft over industriële waterbehandeling, en Belchim Crop Protection, ontwikkelaar en distributeur van gewasbeschermingsmiddelen. VITO en Inagro zullen als kennisorganisaties Modul-H2O van nabij opvolgen. Samen stelden de betrokken partijen de innovatieve technologie als primeur voor op de Agribex-beurs in december 2013.
Het consortium Delvano, ECS, Family Frites en Belchim Crop Protection stelde zijn primeur voor aan de pers en het grote publiek op de Agribex-beurs.
Een tweede consortium zal een beslissingsondersteunend instrument voor water- en energiebeheer uittesten. De keuze van het optimale systeem voor een duurzame waterhuishouding binnen een bouwproject is niet altijd evident. Zo moet men een evenwicht zoeken tussen maximaal gebruik van afstromend regenwater, infiltratie voor aanvulling van de grondwatertafel, vasthouden en bufferen van water (onder meer via groendaken), afvoer van overtollig regenwater, zuivering en hergebruik van afvalwater. Er zijn al heel wat richtlijnen en instrumenten, maar vaak ontbreken een degelijke evaluatie en (financiële) optimalisatie van het integrale watersysteem. Ook kan het watersysteem van een gebouw of een site een bijdrage leveren tot duurzame energie en warmtehuishouding. Denk maar aan de thermische voordelen van groendaken en de mogelijkheden om warmte te recupereren uit afvalwater of zelfs regenwater. In het project BIDWEB wordt een innovatief beslissingsondersteunend evaluatiesysteem als softwaretool toegepast op een aantal concrete voorbeeldprojecten. Projectpartners zijn Hydroscan (onafhankelijk adviesbureau voor duurzaam en integraal waterbeheer), Ingenium (ingenieursbureau voor energieprojecten en technische uitrusting in gebouwen), Re-vive (projectontwikkelaar van brownfields) en de stad Gent. VITO neemt de rol van kennisorganisatie op.
Boost voor membraantoepassingen
Een derde consortium zal innovatieve (groene) chemicaliën uittesten bij de drinkwaterproductie-eenheid van de Intercommunale Waterleidingsmaatschappij van Veurne Ambacht (IWVA). Het project werd als primeur aan het publiek voorgesteld op de drinkwaterproductie-eenheid ‘Torreele’ in Wulpen. Sinds 2002 integreert de IWVA het gebruik van effluent van een afvalwaterzuivering in haar drinkwaterproductie. Na het passeren van membranen wordt het water in de duinen van de waterwinning SintAndré in Koksijde aangevuld. Daar wordt het na één à twee maanden weer opgepompt. Een beperkte nazuivering maakt het water geschikt als drinkwater. Het consortium zal de werking demonstreren van vernieuwende groene producten die moeten voorkomen dat de membranen verstoppen. Die kunnen verstopt raken door microben (biofouling) en/of kalk (scaling). Een economisch, ecologisch en technisch haalbare oplossing voor die verstoppingen kan de toepassing van membranen op wereldniveau een sterke boost geven. Om biofouling te vermijden zal het zuivere en stabiele chloordioxide Diox Forte gebruikt worden. Het product wordt vandaag al door het West-Vlaamse bedrijf Agro Logic en zusterbedrijf Aqua Ecologic in diverse sectoren vermarkt voor waterdesinfectie. Om scaling te voorkomen worden de vernieuwende fosfaatvrije antiscaling-producten van Aquatreat uitgetest. VITO en de UGent zijn als kennisorganisaties bij het project betrokken.
Green Business Congress 2013
Op 23 oktober 2013 vond het vijfde Green Business Congress plaats bij het VBO-FEB in Brussel, met als thema ‘Mission Zero’. Voor VITO gaf Carine Van Hove, vanuit VITO-kmo en Flanders Cleantech Association (FCA), een voordracht over green business models. Die nieuwe verdienmodellen laten toe om economische groei te ontkoppelen van verdere druk op milieu en grondstoffen. Voorbeelden zijn water as a service, chemical leasing en energiediensten of ESCO’s. Aan de basis van die kapitaallichte green business models liggen innovatieve technologieën. Daarbij gaf Carine Van Hove ook concrete voorbeelden van Vlaamse cleantechbedrijven. Voor meer informatie, kijk op www.vito.be/kmo of contacteer onze regionale accountmanagers:
REGIO OOST-VLAANDEREN, WEST-VLAANDEREN: Karen Vanderstraeten
[email protected] Tel. + 32 499 54 67 78 REGIO ANTWERPEN, VLAAMS-BRABANT, LIMBURG: Michel Lievens
[email protected] Tel. + 32 478 48 53 96
23 VITO VISION 15 - januari 2014
Softwaretool voor duurzaam bouwen
VITO organiseert / neemt deel • VITO-proevertjes - Laat u inspireren door het VITO-onderzoek – Infonamiddag voor de Vlaamse overheid – 31 januari 2014 – Brussel • Hoeveel is jouw cleantechbusiness waard? – 10 februari 2014 – via FCA, Berchem • Internationale visibiliteit voor uw cleantechbedrijf – registratie voor 14 februari 2014 via FCA, Berchem • Symbiose-workshop afval- en nevenstromen – 18 februari 2014 – Greenville, Houthalen-Helchteren • VLAKWA-thema-avonden (data in februari, maart en april) zie www.vlakwa.be/evenementen • Afvalstoffen en andere materialen: hoe neem ik een monster volgens het CMA? – 19 februari 2014 – Mechelen
VITO VISION 15 - januari 2014
24
• 5e Vlaams-Nederlandse Natuursteendag – 15-16 mei 2014 – Brussel • Europees cleantechforum in Stockholm – 19-21 mei 2014 – Vlaamse cleantechbedrijven nemen deel via FCA, Berchem
i-SUP 2014 – 1-3 september 2014 – Antwerpen – www.i-SUP2014.org
4e editie Duurzaamheidscongres rond drie centrale thema’s: materialen, chemie en energie -> focus op groei en hoe kan de industrie die realiseren? Internationale topsprekers, CEO-summit, rondetafelgesprekken, VITO-innovatiedorp, netwerking 500 deelnemers onder wie industriële partners, beleidsmakers, investeerders, pers … www.i-SUP2014.org
Zie ook www.vito.be/evenementen
MEER INFO Kristine Verheyden Communicatieverantwoordelijke Tel. + 32 14 33 55 53
Verantwoordelijke uitgever: Dirk Fransaer, Boeretang 200, 2400 MOL Redactie: www.pantarein.be
[email protected]
Lay-out/druk: Drukkerij De Bie
Wenst u de nieuwsbrief voortaan elektronisch te ontvangen, gelieve ons uw e-mailadres door te geven via www.vito.be/nieuwsbrief.
Deze nieuwsbrief werd gedrukt op milieuvriendelijk papier. ©2014 VITO NV – Alle rechten voorbehouden VITO betracht uiterste zorgvuldigheid bij het maken, samenstellen en verspreiden van de informatie in deze publicatie. Toch kan VITO niet garanderen dat deze informatie geheel juist, volledig en actueel is en dat de informatie geen inbreuk maakt op de intellectuele eigendomsrechten van derden. VITO heeft steeds het recht om de informatie zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. VITO aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor enige directe, indirecte of gevolgschade die ontstaat door gebruikmaking van, het vertrouwen op of handelingen verricht naar aanleiding van deze informatie.