Visie buitengebied Uitgeest
5 april 2012
2
Inhoudsopgave Inleiding
4
Structuurvisie Uitgeest 2020
4
Woningbouwlocaties structuurvisie
4
Stand van zaken woningbouw
5
Vervolgvraag
5
Toekomstvisie Uitgeest 2020
5
Leeswijzer
7
Intermezzo stappen structuurvisie
8
Hoofdstuk 1
Visie economische positie buitengebied Uitgeest
9
De motor van Uitgeest
9
Economische potentie buitengebied
9
Ontwikkelingslocatie aansluiting van de A8 op de A9
10
Agrarische ondernemingen buitengebied
11
Zuidoever van het Uitgeestermeer
11
Hoofdstuk 2
Visie zuidoever meer
12
Uitgeest watersportdorp
12
Historische structuren
12
Functies en potenties binnen het zuidoevergebied
12
Huidige beleving
13
Speerpunten van beleid
14
1 Samenvoegen functies
14
2 Visie op de oeverzijde
14
3 Visie op de landzijde
16
Samenwerken een must Hoofdstuk 3
18
Visie wonen
19
Kansen in het buitengebied voor woningbouw
19
Assum, nabij de Tolweg
19
De Limmerkoog buiten de begrenzing van uw amendement
19
De nieuwe 20 KE-contour
20
Hoofdstuk 4
Visie agrarisch gebruik buitengebied
21
Functies buitengebied algemeen
21
Ontwikkelingen buitengebied Uitgeest
21
Functieverbreding
22
Schaalvergroting
22
Mening LTO-Noord
22
Samenvatting Visie buitengebied Uitgeest
25
3
Inleiding Structuurvisie Uitgeest 2020 De gemeente Uitgeest heeft een beleidsvisie waarin de (ruimtelijke) doelen voor de bebouwde kom en het buitengebied voor de periode tot 2020 zijn benoemd. Dat is de Structuurvisie Uitgeest 2020. De Structuurvisie Uitgeest 2020 stoelt op een aantal principes: -
Het voorzieningenniveau voor de Uitgeester bevolking moet in elk geval op het huidige niveau blijven;
-
Uitgeest moet zelfstandig blijven;
-
De Castricummerpolder en het ijsbaanterrein mogen niet bebouwd worden.
Om dit te bereiken moet Uitgeest vanaf 2020 een structureel inwonersaantal hebben van 14.000 inwoners. In 2020 moeten er daarom 500 woningen gerealiseerd zijn. Door de woningen genereert de gemeente extra inkomsten en blijven de voorzieningen betaalbaar, hetgeen het uitgangspunt is van de structuurvisie. Voor Uitgeest is de Structuurvisie Uitgeest 2020 meer dan alleen een opsomming van een aantal doelen. Het bereiken van die doelen, met name de woningbouwopgave, is een voorwaarde om zelfstandig te blijven.
Woningbouwlocaties structuurvisie In de Structuurvisie Uitgeest 2020 is een aantal locaties benoemd waar de woningbouwopgave kan worden gerealiseerd. Die locaties zijn: -
De Limmerkoog;
-
diverse inbreidingslocaties binnen het dorp;
-
De ‘RKZ’-locatie, tussen Uitgeest en Heemskerk. De voorwaarde voor woningbouw op deze plek is dat hier de nieuwbouw van het RKZ gerealiseerd zou worden, dat momenteel in Beverwijk is gehuisvest.
N.B. De genoemde 500 te bouwen woningen komen bovenop de bestaande opgave van de Waldijk en het HMS-terrein.
Limmerkoog.
4
Assum.
Stand van zaken woningbouw De structuurvisie is vastgesteld door de raad en daarbij is het amendement aangenomen volgens welke de Limmerkoog slechts beperkt bebouwd kan worden, namelijk tot aan de ‘Kassen van Baars’. Het is intussen steeds minder waarschijnlijk geworden dat de nieuwbouw van het RKZ gerealiseerd zal worden op de beoogde plek. Omdat daarmee niet aan de voorwaarde wordt voldaan voor woningbouw, is de locatie thans buiten beeld als woningbouwlocatie, hetgeen gevolgen heeft voor het aantal woningen dat gebouwd kan worden. Door het amendement en de afgenomen waarschijnlijkheid van de komst van het RKZ, kan geconcludeerd worden dat er te weinig ruimte voorhanden is om de benodigde 500 extra woningen te bouwen.
Vervolgvraag Na deze conclusie moet de vervolgvraag gesteld worden waar de woningen die benodigd zijn om zelfstandig te blijven, gebouwd kunnen worden. -
Niet in de Castricummerpolder. Daarvan heeft de gemeenteraad immers al uitdrukkelijk aangegeven dat er geen woningbouw mag komen.
-
Niet op het terrein van de ijsbaan.
-
Niet in de Limmerkoog, buiten de begrenzing van het amendement van de gemeenteraad.
-
Op 4 april 2012 werd wereldkundig dat het RKZ ervan afziet zich ‘in de nabije toekomst’ te vestigen op de beoogde locatie in de omgeving van Assum. Wij houden nochtans vast aan deze locatie als woningbouwlocatie.
Op de voormalige RKZ-locatie en de Limmerkoog komen wij terug in hoofdstuk 4. Toekomstvisie Uitgeest 2020 De in 2009 vastgestelde Toekomstvisie Uitgeest 2020 had als motto: ‘Inbreiden waar mogelijk, uitbreiden waar nodig.’ De visie ging uit van de volgende woningbouwprojecten en aantallen woningen:
5
Projecten tot 2014
Realisatie
De Florijn
12
Gerealiseerd
HMS
140
Oktober 2012
Hogeweg 122 (Overeem)
12
Uitgesteld
Waardenburg
12
Gerealiseerd
Sternstraat 2a
1
Gerealiseerd
Sportpark
14
2013
Totaal
191
Projecten na 2014
Realisatie
Langebuurt/Meerpad
40
2015
Langebuurt 43
3
2015
Langebuurt 45
1
2015
Langebuurt 56
3
2015
Achter Hogeweg 131
3
2015
Westergeest 62b
5
2015
Westergeest 65
2
2015
Galvanoterrein
25
2017
Prinses Irenelaan naast 63
7
2015
Achtererven De Kleis
36
2015
Totaal
125
Projecten
Realisatie
(in voorbereiding) Tuincentrum de
30
2017
Volkstuinencomplex
32
2017
Totaal
62
Kassenterrein van Baars
50
Totaal
50
Uitbreidingslocatie Assum
100
Berk/bibliotheek
2017
2018
(voormalig RKZ-terrein) Totaal
100
Uitbreidingslocatie
163
Limmerkoog
2019 (deels mogelijk eerder, volgens commissie GGZ)
Totaal
163
Totaal na 2014
500
6
Leeswijzer De raad heeft het college verzocht om een visie te geven op het buitengebied. In dit document geven wij u die visie. Een losse visie voor het buitengebied is echter niet te geven. Beleidsterreinen zijn met elkaar verweven. Dat geldt voor woningbouw, zoals hierboven al beargumenteerd is, maar ook voor andere beleidsvelden, zoals economie en recreatie en toerisme. Vandaar dat de Visie buitengebied Uitgeest meer bevat dan louter een beperkte blik op de groene buitenkant van Uitgeest. Achtereenvolgens komen in dit document aan de orde: -
de economische positie van Uitgeest, in relatie tot het buitengebied;
-
het gebied van de zuidoever van het meer;
-
het beleidsveld wonen;
-
het agrarisch gebruik van het buitengebied (hoe omgaan met functievermenging en schaalvergroting).
7
Stappen in het proces van totstandkoming van de Structuurvisie Uitgeest 2020
Allereerst is er een startnotitie vastgesteld op 29 januari 2009
Daarna is er een visiedocument vastgesteld, de Toekomstvisie Uitgeest 2020, op 7 oktober 2009
Vervolgens is er, vanwege verplichtingen op grond van de Wet ruimtelijke ordening, een document vastgesteld met dezelfde strekking als de toekomstvisie, namelijk de Structuurvisie Uitgeest 2020. De structuurvisie is vastgesteld op 28 januari 2010.
Inhoud verschillende documenten Startnotitie In de startnotitie is de opdracht gegeven om een visie voor de komende 10 jaar voor Uitgeest te maken. De startnotitie bevat nog geen beleidsdoelen, maar wel de uitgangspunten van waaruit er een visie opgesteld moet worden: Het voorzieningenniveau voor de Uitgeester bevolking moet in elk geval op het huidige niveau blijven; Uitgeest moet zelfstandig blijven; De Castricummerpolder en het ijsbaanterrein mogen niet bebouwd worden; De ijsbaan moet gehandhaafd blijven. Toekomstvisie De toekomstvisie Uitgeest bevat de gehele visie op het Uitgeester grondgebied tot 2020. In dit beleidsdocument zijn ook aantallen wooneenheden genoemd. Alles wat in de toekomstvisie staat, is gemeentelijk beleid. Dus ook de aantallen woningen die er in genoemd zijn. Op zich zou dit genoeg zijn als beleidsdocument voor Uitgeest, ware het niet dat er ook een wettelijke verplichting op gemeenten rust om een zogenaamde structuurvisie vast te stellen. Structuurvisie Een structuurvisie is verplicht op grond van de Wet ruimtelijke ordening. Om van de toekomstvisie een structuurvisie te maken, is er een extra hoofdstuk toegevoegd dat de uitvoerbaarheid van de toekomstvisie aangeeft. Een tweede reden om een structuurvisie vast te stellen was dat de gemeente voorkeursrechten had gelegd op enkele percelen grond. Deze voorkeursrechten konden alleen worden gehandhaafd als er voor februari 2010 een structuurvisie zou zijn vastgesteld. De Structuurvisie Uitgeest 2020 staat gezien het voortraject niet alleen. Ook de toekomstvisie maakt er onderdeel van uit. De inhoud van beide documenten is nagenoeg gelijk. Het verschil is dat de toekomstvisie wel de aantallen voor woningbouw bevat en de structuurvisie niet. De structuurvisie is vooral voorwaardenscheppend bedoeld. De gemeente is wel gebonden aan de inhoud van de toekomstvisie. Het waterplan is overigens niet meegenomen in de structuurvisie. In het raadsbesluit zijn de volgende randvoorwaarden gesteld: het bouwen van wooneenheden in het gebied dat begrensd wordt door de Geesterweg, de kassen van Baars en de Uitgeesterweg met inachtneming van de maximale bouwhoogte in verband met de aanwezige molenbiotoop van molen de Dog; het beperkt bouwen in het gebied dat begrensd wordt door Assum, de Tolweg, de gemeentegrens en de spoorlijn Uitgeest-Beverwijk onder de volgende voorwaarden: o de huidige bestemming van dit gebied wordt slechts gewijzigd bij definitieve vestiging van het Rode Kruis Ziekenhuis in dit gebied; o het bouwen van wooneenheden wordt beperkt tot woningen, die het omliggende groene gebied geen geweld aandoen; o het ontwikkelen van een ecologische verbindingszone in het gebied. Het niet volgen van de vastgestelde Structuurvisie Uitgeest 2020 kan een onbetrouwbare indruk wekken bij overheidsinstanties.
8
Hoofdstuk 1
Visie economische positie buitengebied Uitgeest
De motor van Uitgeest Een gemeenschap kan niet zonder motor om die gemeenschap draaiende te houden. Wat Uitgeest een uitstekende leefgemeenschap maakt is o.a. het goede voorzieningenpeil voor haar inwoners, de gunstige positie in de Randstad en de grote gemeenschapszin van de inwoners. Maar dat is niet voldoende om op te draaien. Er is ook een economische motor nodig. Uitgeest heeft een goed geoutilleerd bedrijventerrein (dat echter vol is) en enkele grootschalige recreatieve ondernemingen.
De afgelopen jaren is er een landelijke omslag geweest. De vanzelfsprekendheid dat de economie groeit, is weg. Uitgeest is er bij gebaat de kansen die er nog liggen, daadwerkelijk te pakken. Het alternatief is niets doen, stilstand. En stilstand is vanzelfsprekend een achteruitgang. Willen wij dat? Door niets te doen, zal Uitgeest minder aantrekkelijk worden als leefgemeenschap.
Economische potentie buitengebied De kansen in het buitengebied liggen op verschillende locaties. Om een locatie kansrijk te maken dient in onze optiek aan drie voorwaarden te worden voldaan. 1. Er moet sprake zijn van een ‘knooppunt’ (een samenvoeging) van functies. Hiermee wordt bedoeld dat er meerdere functies op een locatie moeten worden uitgeoefend. 2. Die functies moeten elkaar versterken. 3. Er moet aangetoond worden dat een initiatief financieel haalbaar en gezond is. Dit kan bijvoorbeeld door het aanleveren van een bedrijfsplan dat getoetst is door een deskundig en gerenommeerd adviesbureau.
Wij willen ons proactief opstellen als het gaat om de ontwikkeling van Uitgeest. De structuurvisie geeft (als het gaat om uitbreiding van recreatieve ondernemingen aan de zuidoever van het meer) als visie dat als kwantitatieve uitbreiding kwalitatieve vergroting tot gevolg heeft, hier positief naar gekeken wordt. (De betekenis van dit citaat uit de structuurvisie is: als iets beter wordt doordat het groeit, kijk er dan positief naar).
In het huidige economische licht heeft de inhoud van het begrip kwaliteit een verruiming ondergaan. Niet alleen waar het gaat om het Uitgeestermeer, maar ook wat betreft de gemeente als geheel. Onder kwaliteit verstaan wij nu ook behoud van het Uitgeester karakter, behoud van de Uitgeester zelfstandigheid. Om die kwaliteit te behouden zullen er kansen moeten worden benut. Wij zien diverse kansrijke locaties en mogelijkheden. Die worden hieronder beschreven.
9
Ontwikkelingslocatie aansluiting van de A8 op de A9 Het is onze overtuiging dat de aansluiting van de A8 op de A9 er komt. Het tijdstip waarop dat gebeurt laat zich op dit moment niet voorspellen en is nog onduidelijk. Het niet realiseren van de aansluiting zal tot gevolg hebben dat de economische groei in de regio zal stagneren. De provincie is zich daarvan bewust en is daarom bereid om een grotere financiële bijdrage te leveren. Dit wordt overigens ook verwacht van de omliggende steden en dorpen. Inmiddels is door de betrokken partijen besloten dat er een studie komt naar de knelpunten en oplossingen rond de A7, A8, A9 en A10. De verbinding A8-A9 wordt hierin onderzocht als een van de mogelijke oplossingen voor zowel het regionale als het rijkswegennet. In het eerste kwartaal van 2012 (zo is de planning van de provincie) komt er hiervoor een plan van aanpak.
Waar de aansluiting van de A8 op de A9 komt zal een gebied ontstaan met meerdere functies, van recreatie tot bedrijven, van leisure tot industrie. Industrie op deze plek gaat ons veel te ver, maar bedrijven met een hoogwaardige uitstraling en een publiekstrekkende functie juichen wij hier toe. Te denken valt aan bijvoorbeeld leisurefuncties, een hotel of hoogwaardige detailhandel of een combinatie daarvan. Dergelijke functies leveren werkgelegenheid op voor de gemeente en maken de gemeente als woonplek aantrekkelijker. Vestiging van een factory outlet centrum in de IJmond is overigens een van de aanbevelingen in de rapportage Economische effectmeting toerisme en recreatie IJmond (dec. 2011)*.
De locatie voldoet aan de drie voorwaarden die hierboven genoemd staan onder Economische potentie buitengebied. De landschappelijke waarde van het gebied is niet hoog. Vanuit Krommenie is de verstedelijking sterk opgerukt en een ongeschonden horizon is al vele jaren niet meer aanwezig. Wanneer ook het verkeersknooppunt gerealiseerd zal zijn, is er hoegenaamd geen enkele landschappelijke belevingswaarde meer aanwezig.
Overigens wordt nog opgemerkt dat de beslissing voor de aanleg van de aansluiting bij het rijk en de provincie ligt. Uitgeest heeft hier nagenoeg geen invloed op. Wanneer de aansluiting er komt, zal dit wel financiële consequenties kunnen hebben voor Uitgeest. Ook uit dat oogpunt is het verstandig om al in te zetten op ontwikkeling van de locatie.
Er worden nog altijd twee varianten uitgewerkt, te weten: 1. de Heemskerkvariant (kosten 160 miljoen euro) 2. de Golfbaanvariant
(kosten 190 miljoen euro)
De Heemskerkvariant heeft in de regio algemeen de voorkeur omdat de kosten 30 miljoen euro lager liggen. Bij deze variant komt het knooppunt veel dichter bij Uitgeester grondgebied te liggen dan bij de tweede variant. Dat is dus gunstig voor het eventuele ontwikkelen van dit gebied. Een tweede verschil met de Golfbaanvariant is dat in het geval van de Heemskerkvariant het laatste deel van de verbindingsweg A8-A9 binnen de gemeentegrenzen van Uitgeest valt.
* Economische effectmeting toerisme en recreatie IJmond, ZKA Consultants & Planners, december 2011, p.2. Zie als bijlage bij deze visie.
10
De twee varianten voor de aansluiting van de A8 op de A9.
Agrarische ondernemingen buitengebied Agrarische ondernemingen of voormalige agrarische ondernemingen in het buitengebied hebben vaak locaties die op grote afstand liggen van woningen (of andere agrarische bedrijven). Dit maakt ze bij uitstek geschikt voor functies die binnen de bebouwde kom voor (enige) overlast zouden kunnen zorgen. Te denken valt bijvoorbeeld aan lichte vormen van kampeerrecreatie of zorg- of dienstverlening met een publieksaantrekkende functie (bijvoorbeeld zorgboerderijen). De drie voorwaarden die hierboven geformuleerd zijn, hoeven voor dit soort initiatieven niet op te gaan. Wel is belangrijk dat geen strijd ontstaat met milieuregels e.d., waardoor andere bestaande bedrijven beperkt worden in de bedrijfsvoering. Zie ook hoofdstuk 4.
Zuidoever van het Uitgeestermeer In het volgende hoofdstuk gaan we hier nader op in. Voor onze visie op de overige thema’s van dit beleidsgebied, voor zover die in dit document niet genoemd worden, verwijzen wij u naar de Structuurvisie Uitgeest 2020.
11
Hoofdstuk 2
Visie zuidoever meer
Zuidoever e.o. van het Uitgeestermeer.
Uitgeest watersportdorp Uitgeest heeft een enorme economische potentie door de aanwezigheid van het Uitgeestermeer. Er is nergens in Noord-Holland een watersportgebied van een dergelijke omvang dat zoveel faciliteiten heeft en op zo’n korte afstand ligt van de Randstad. Het Uitgeestermeer kan een toeristische trekpleister van grote allure worden. Op onze website profileren wij ons als een watersportdorp. Regelmatig bereiken ons vragen en verzoeken over vergroting van de recreatieve functies. Een recente studie als Economische effectmeting toerisme en recreatie IJmond bepleit nadrukkelijk uitbreiding van de verblijfstoeristische mogelijkheden in de regio.
Historische structuren Over het meer allereerst het volgende. Het Uitgeestermeer heeft zijn contouren deels te danken aan de drooglegging van omliggende polders. Op diverse plekken liggen dijkresten van verschillende hoogte en afmeting, die een kijk geven op de historie van de totstandkoming van het meer. Deze dijkresten zijn de getuigen van de Noord-Hollandse historie en ondernemersgeest. Mocht ergens een aanpassing in de ruimtelijke ordening worden voorzien, dan dient eerst beoordeeld worden of de aanwezige cultuurhistorische waarden niet geschaad worden.
Functies en potenties binnen het zuidoevergebied De huidige functies zijn recreatief van aard: actieve recreatie op en aan het water, actieve recreatie op de fiets en als wandelaar (hoewel dit relatief gezien t.o.v. de waterrecreatie gering is), beleving van de cultuurhistorie en natuurbeleving. Het meer en de omgeving vormen een recreatieknooppunt. Deze constatering doet het Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer (RAUM). Het RAUM ziet als potentie van het meergebied dat er verschillende functies zijn, waar verschillende recreatieve ervaringen kunnen worden op-
12
gedaan. Dit zorgt ervoor dat bezoekers langer aan het recreatiegebied gebonden kunnen worden. Wij delen de opvatting van het RAUM t.a.v. het meergebied. Het meer heeft een (boven)regionale functie. Om die positie vast te kunnen houden, is het van het grootste belang om de huidige functies, die ook de kwaliteiten zijn, goed en verstandig te benutten.
Hieronder wordt een visie gegeven op het Zuidoevergebied. Toetsing aan landelijke en provinciale wetten en regelgeving dient nog plaats te vinden.
De zuidoever en de Lagendijk.
Huidige beleving Als we het gebied bekijken valt allereerst op dat de zuidoever er niet uitziet als een eenheid, er is geen structuur te ontwaren. Het lijkt alsof de aanwezige recreatiefuncties willekeurig zijn ontstaan of neergezet. Vanaf de Lagendijk naar het oosten gaand, passeert een fietser of wandelaar schijnbaar een bedrijventerrein, een open vlakte en een parkeerterrein. Uiteraard is dit een gechargeerde weergave van de werkelijkheid, maar het is een feit dat het Uitgeestermeer nauwelijks waarneembaar is.
De Lagendijk, locatie Zaadnoordijk. Bedrijfsmatige uitstraling.
13
Vanaf de Lagendijk landelijke uitstraling en geen beleving van recreatie of van het Uitgeestermeer.
Polder van Berouw.
Lagendijk, nabij toegang jachthaven Zwaansmeerpolder.
Aan de westoever staand, in het oeverpark, is het zicht op de zuidoever eveneens ongestructureerd. Dichte bebouwing op de ‘Zaadnoordijk’-locatie, en lege ruimte tussen de ‘Zaadnoordijk’-locatie en het Erfgoedpark De Hoop. En daarna op weer wat afstand de bomen bij het kampeerterrein en de jachthaven Zwaansmeerpolder. De visuele beleving van de zuidoever is verre van optimaal.
Speerpunten beleid Door in te zetten op drie hieronder uitgewerkte speerpunten beogen wij tegelijkertijd de potentie van de zuidoever uit te bouwen en de zwakke punten te versterken:
1. Samenvoegen functies Hierboven is het al genoemd: het meergebied is een knooppunt van recreatieve functies. Meerdere functies samen trekken ons inziens meer publiek aan dan slechts een of twee functies. Ook zorgt het ervoor dat bezoekers langer aan het Uitgeestermeer en Uitgeest gebonden worden. Wij vinden het belangrijk dat dit knooppunt versterkt wordt. Dat kan door meerdere aan recreatie gekoppelde functies toe te staan. Horeca, recreatiewoningen en actieve recreatie passen hier goed. Ook andere functies, zolang ze maar recreatiegerelateerd zijn, zijn hier voor te stellen.
2. Visie op de oeverzijde Ten aanzien van de oever spelen verschillende zaken en onderwerpen. Hieronder gaan wij daar nader op in.
14
Algemeen: visuele verbetering en meer functies Ingezet zou moeten worden op een visuele verbetering, waardoor de beleving van het gebied verbetert. In eerste instantie denken wij dat de visuele verbetering tot stand kan komen door meer samenhang te creëren tussen de ruimtelijke elementen aan de zuidoever. Dat betekent het aanleggen van schakels tussen die elementen. Uiteraard moeten dat wel schakels zijn die een functionele betekenis hebben: ze moeten gericht zijn op watergerelateerde recreatie.
Wij denken dat de visuele samenhang en eenheid er kan komen door de dichtheid van functies en bebouwing van west naar oost af te laten lopen. Anders gezegd: de bebouwing en de functies zouden naar het oosten toe moeten afnemen.
Glijdende schaal van afnemende bebouwing en dichtheid.
Tussen Erfgoedpark en de ‘Zaadnoordijk’-locatie Op de locatie tussen het Erfgoedpark en de ‘Zaadnoordijk’-locatie is er wat ons betreft ruimte voor een uitbreiding van ligplaatsen. Deze locatie zou de verbindende schakel moeten vormen tussen aanwezige sterke dichtheid (op de locatie ‘Zaadnoordijk’) aan de westzijde en de geringe dichtheid richting oosten. Dat betekent dat de hoeveelheid ligplaatsen moet passen in de aflopende schaal. Meer hierover op de volgende pagina.
Polder van berouw, geschikt voor uitbreiding jachthaven.
15
Ook een hotel of recreatiewoningen zouden op de locatie tussen het Erfgoedpark en de ‘Zaadnoordijk’locatie passen, maar zoals genoegzaam bekend, zijn er plannen voor de bouw van een hotel op de ‘Zaadnoordijk’-locatie. Echter, dit project kent al een lange looptijd zonder dat het tot concreet bouwen is gekomen. Mocht het project niet doorgaan, dan zou dat nieuwe kansen bieden voor een betere stedenbouwkundige invulling van het gebied. Overigens is Uitgeest volgens de rapportage Economische effectmeting toerisme en recreatie IJmond goed voor niet meer dan 12% van het verblijfstoerisme in de IJmond (p. 21). Dit rapport bepleit nadrukkelijk een uitbreiding van het verblijfstoerisme in de IJmond (p. 2) en stelt vast dat het toeristisch hotelaanbod ‘met name in Uitgeest relatief bescheiden is’ (p. 8.). De conclusie luidt: ‘meer logiesaanbod is wenselijk (p. 12).
Omvang uitbreiding jachthaven Op welke wijze leg je een gewenste grootte of dichtheid objectief vast? Een objectieve dichtheid van een jachthaven laat zich niet makkelijk definiëren. Allereerst is de lengte en de hoogte van een jacht variabel, en is de lengte van een steiger variabel. Al met al laat zich dit niet goed normeren. Daarom nemen wij als objectief uitgangspunt de oppervlakte in vierkante meters. Als referentie voor de oppervlakte hebben wij de door de raad als te grootschalig benoemde en afgewezen aanvraag voor uitbreiding van de jachthaven in de Zwaansmeer genomen. De oppervlakte hiervan was ca. 3,4 ha. Wij zijn van mening dat de helft van deze oppervlakte nog passend is bij de schaalgrootte van de Zuidoever en een goede overgang vormt tussen de dichtheid van bebouwing en functies bij Zaadnoordijk, en de openheid van het terrein nabij de Zwaansmeer. Vandaar dat wij een uitbreiding van het aantal ligplaatsen tot maximaal 2 hectare acceptabel achten.
Overigens zijn bij de gemeente aanvragen voor uitbreiding van het aantal ligplaatsen ontvangen. Het betreft aanvragen voor de locatie Jachthaven Zwaansmeerpolder en de locatie Zaadnoordijk. Uitgeest biedt volgens de rapportage Economische effectmeting toerisme en recreatie IJmond op een totaal van circa 1.000 ligplaatsen plaats aan niet meer dan 55 passanten (p. 8).
Zwaansmeer De locatie van jachthaven en kampeerterrein Zwaansmeer valt – vanuit het noorden gezien – vrijwel weg in het beeld van de zuidoever, maar maakt daar natuurlijk wel deel van uit. In zijn huidige ligging en opzet past de locatie Zwaansmeer uitstekend in het concept van aflopende dichtheid.
3. Visie op de landzijde Ook ten aanzien van de oever spelen verschillende zaken en onderwerpen. Hieronder gaan wij hier nader op in.
Visuele verbetering en meer functies Voor de landzijde, vanaf de Lagendijk geldt dat de aanblik op het meer op zijn zachtst gezegd beperkt is. Ook hier zou ingezet moeten worden op een verbetering van de visuele aantrekkelijkheid. Dat kan door het meer letterlijk dichter naar het land te brengen. Indien er bebouwing geplaatst
16
wordt zou die zo georiënteerd moeten worden dat er aantrekkelijke doorkijken naar het meer ontstaan.
Geen zicht op het Uitgeestermeer vanaf het begin van de Lagendijk.
Op plekken waar er door aanwezige bestaande bebouwing geen doorkijk naar het meer aanwezig is (vooral bij de ‘Zaadnoordijk’-locatie), zou in overleg met de eigenaars (o.a. het RAUM, de stichting Jachthaven Zwaansmeerpolder, Nelis, Zonjee, Zaadnoordijk Watersport BV) besproken kunnen worden of er mogelijkheden zijn (wellicht door verplaatsen van gebouwen) om wél een doorkijk te creëren.
Geen doorkijk naar het meer bij Zaadnoordijk.
Tussen erfgoedpark en ‘Zaadnoordijk’-locatie Met name op de locatie tussen Zaadnoordijk en het erfgoedpark is het goed mogelijk om het meer dichter bij het land te brengen, zeker in combinatie met de aanleg van een passende jachthaven. Concreet zou dat erop neerkomen dat er grond afgegraven wordt aan de oeverzijde, in de richting van de Lagendijk. Dit zou de beleving van meer en recreatie aan de Lagendijk enorm versterken. N.B. Op de mogelijke locatie van een nieuwe jachthaven bevindt zich al een weinig in gebruik zijnde recreatieplas. Deze zou verplaatst kunnen worden naar een andere plek in het gebied.
17
Recreatieplas aan de oever.
Een andere manier om de recreant dichter bij het meer te brengen is om waar mogelijk het fiets- en voetpad pal langs de oever van het meer aan te leggen, zoals verderop met het Zwaansmeerpad is gebeurd.
Erfgoedpark De Hoop Stichting Erfgoedpark De Hoop is per 31 december 2011 opgeheven. Toekomstige ontwikkelingen op deze locatie, die de recreatieve functie versterken, zullen wij positief bekijken.
Samenwerken een must Uitgeest bezit een parel aan het meer: een florerende recreatieve zuidoever. Toevoegen van nieuwe recreatieve functies of uitbreiden van bestaande functies, moet er niet toe leiden dat het huidige aanbod minder aantrekkelijk wordt.
Een groot deel van de verantwoordelijkheid hiervoor ligt in handen van de ondernemers /exploitanten van recreatieve voorzieningen aan het meer zelf. Als overheid kun je een visie maken en hebben, en op deze wijze enigszins sturen, maar iets tot een succes maken bereik je vooral door goed samen te werken. Wij vinden het daarom belangrijk dat de betrokkenen bij het meer, die recreatieve voorzieningen exploiteren, goed met elkaar overleggen, communiceren en samenwerken. De gemeente kan hierbij faciliterend optreden. Ook kan de gemeente in de communicatie naar andere overheden (hoogheemraadschap, provincie, RAUM) een brugfunctie vervullen. Wij doen dat graag.
18
Hoofdstuk 3
Visie wonen
Kansen in het buitengebied voor woningbouw Hiervoor hebben we aangegeven dat de woningbouwopgave van groot belang is voor Uitgeest is en vraagt om een daadwerkelijke uitvoering. Er is ook al geconcludeerd dat er binnen de bebouwde kom en de door de raad benoemde locaties buiten de bebouwde kom geen ruimte is om de totale opgave te realiseren. Vandaar dat we moeten heroverwegen waar in het buitengebied ruimte beschikbaar is. De ligging en de ‘waarde’ van deze locaties afwegende valt een tweetal opties te benoemen. Assum, nabij de Tolweg Deze plek ligt aan de rand van de groene corridor tussen Uitgeest en Heemskerk, aan de zuidzijde van de bebouwde kom. Ons inziens is daar ruimte voor woningbouw. Een goede stedenbouwkundige inrichting kan hier de eindgrens van de Uitgeester bebouwing benadrukken en daarmee ook de groene corridor nadrukkelijker tot uiting laten komen. Overigens zien wij niet in waarom hier niet gebouwd zou kunnen worden in het geval dat het RKZ hier (in de groene corridor) niet komt.
Locatie Assum, nabij Tolweg.
De Limmerkoog buiten de begrenzing van het amendement Door meer oppervlakte te benutten dan de begrenzing van het amendement van de raad toelaat, kan er een stedenbouwkundig betere en verantwoorde inrichting en afronding van het dorp ten opzichte van de bestaande bebouwing plaatsvinden. In de commissie GGZ van 15 november 2011 is aangegeven dat een uitbreiding van de begrenzingen van het amendement t.a.v. de Limmerkoog bespreekbaar is.
Overigens zijn er diverse ontwikkelaars die op deze locatie woningbouw willen realiseren. Concreet zou bebouwing plaats kunnen vinden tussen de Uitgeesterweg, de Geesterweg en de denkbeeldige lijn tussen de oprit A9 en de noordwesthoek van de Koog. Een visualisering hiervan staat op het kaartje op de volgende bladzijde (blauwe lijn).
19
Betere stedenbouwkundige afronding Uitgeest mogelijk.
Nieuwe 20 KE-contour Er is overigens haast geboden bij het realiseren van de benodigde woningen. Binnen afzienbare tijd, naar verwachting binnen twee jaar, zal eventueel de nieuwe 20 KE-contour van kracht worden. Dit is een milieuregel (als gevolg van vliegtuighinder) die voor Uitgeest inhoudt dat niet meer buiten de bestaande bebouwde kom kan worden gebouwd. Dit geldt overigens niet voor woningen waar al een aanvraag voor in behandeling is of voor woningbouw waarvan de planning al bekend is; deze bouw kan uiteraard doorgang vinden.
Mogelijk nieuwe 20 KE-contour.
Voor onze visie op de overige thema’s van dit beleidsgebied, voor zover die in dit hoofdstuk niet genoemd worden, verwijzen wij u naar de Structuurvisie Uitgeest 2020.
20
Hoofdstuk 4
Visie agrarisch gebruik buitengebied
Functies buitengebied algemeen Van oudsher waren de functies van het buitengebied in Nederland vooral agrarisch. In de loop van de vorige eeuw zijn de agrarische functies allengs afgenomen. Thans zijn de functies in het buitengebied op nationaal niveau overwegend agrarisch gebruik, natuur en recreatie. Een extra functie voor het buitengebied is sinds eind vorige eeuw de wateropvangfunctie. Op nationaal niveau zijn bestuursakkoorden gesloten met diverse overheden die inhouden dat meegewerkt zal worden aan plannen die moeten beschermen tegen wateroverlast. We hebben het dan over waterbergingen van enkele hectaren in grootte.
Uitgeest omringd door het buitengebied.
De huidige functies van het buitengebied in Uitgeest zijn deels agrarisch, deels recreatief en deels natuur. Uitgeest neemt ook deel in de maatregelen ter bescherming tegen wateroverlast. Er zullen de komende jaren enkele waterbergingen gerealiseerd worden in het buitengebied van Uitgeest.
Ontwikkelingen buitengebied Uitgeest Nog steeds is de ontwikkeling dat agrarisch gebruik op kleine schaal steeds lastiger wordt om uit te oefenen. Dat is ook in Uitgeest het geval. Dit wordt veroorzaakt door milieuwetgeving maar ook door economische factoren: het is voor kleinschalige agrariërs steeds moeilijker geworden om financieel rond te komen. Daarnaast is het ook steeds minder makkelijk geworden om opvolgers voor een bedrijf te vinden.
Voor grote bedrijven is de trend dat de schaal vergroot moet zijn of worden om voldoende toekomstperspectief te hebben. Het landbouwareaal neemt niet meer af en in Uitgeest is juist weer vraag naar landbouwgrond, aldus LTO-Noord.
21
Om tegemoet te komen aan deze ontwikkelingen staan wij in principe positief tegenover functieverbreding en schaalvergroting. Vaak echter zijn deze zaken heel specifiek locatiegebonden. Vandaar dat er vaak maatwerk verricht zal moeten worden, en niet alles als regel in een bestemmingsplan kan worden opgenomen.
Functieverbreding Functieverbreding houdt in dat er naast het agrarisch gebruik ook andere functies mogelijk zijn. Te denken valt bijvoorbeeld aan ‘kamperen bij de boer’ of ‘zorgboerderijen’ (dagopvang voor hulpbehoevenden) of ‘plattelandswonen’. (Plattelandswonen is een verzamelnaam voor woonfuncties in het agrarisch gebied. Dat kan in verschillende vormen: bijvoorbeeld meerdere gezinswooneenheden in één boerderij, of specifiek wonen voor doelgroepen zoals jongeren). Deze en soortgelijke functies passen ons inziens prima in het buitengebied. Plattelandswonen is overigens een woonvorm die niet zal bijdragen tot vergroting van het aantal woningen. Daarvoor is plattelandswonen te kleinschalig en te incidenteel. Het komt met name in beeld na beëindigen van de agrarische functie van een boerderij.
Schaalvergroting Schaalvergroting van een agrarisch bedrijf kan leiden tot een hoger economisch rendement. Concreet moet gedacht worden aan megastallen voor vee, ook wel intensieve veehouderij genoemd. Het rijk laat –in afwachting van het afronden van de maatschappelijke discussie hierover- beleidsbepaling over aan lagere overheden. Het provinciale beleid - dat overigens afwijkt van het rijksbeleid - is dat er geen nieuwe intensieve veehouderijen bij mogen komen. Bestaande intensieve veehouderijen mogen in principe uitbreiden. De voorwaarde is dat deze bedrijven zich in een gebied moeten bevinden dat is aangemerkt als ‘grootschalig gebied’. Bevinden ze zich daar niet, dan zullen de bedrijven moeten worden verplaatst. Het Uitgeester grondgebied is niet aangemerkt als ‘grootschalig’ gebied. Wij zien vooralsnog geen aanleiding om af te wijken van het provinciale beleid.
Mening LTO-Noord Wij hebben de LTO-Noord gevraagd om haar mening ten aanzien van de functies ontwikkelingen in het buitengebied. De LTO-Noord geeft aan dat de agrarische sector onlosmakelijk verbonden is met het buitengebied. De ontwikkelingen die de agrarische sector doormaakt lopen langs twee sporen: -
schaalvergroting;
-
functieverbreding.
Vanuit die sporen heeft de LTO-Noord de gemeente een aantal verzoeken voorgelegd.
22
Behoud agrarisch areaal Voor het optimaliseren van productieomstandigheden verzoekt de LTO-Noord ons om mee te werken aan het uitvoeren van grondwerkzaamheden (drainage aanleggen, sloten graven of dempen, grond egaliseren) zonder omgevingsvergunning. Bovendien wil de LTO-Noord graag dat de maïsteelt voor eigen gebruik niet gereguleerd wordt. In principe willen wij het de agrariërs zo gemakkelijk mogelijk maken. In het kader van de vervaardiging van het bestemmingsplan buitengebied zullen wij (in overleg) moeten beoordelen welke percelen grond eventueel in aanmerking kunnen komen voor een vrijstelling van omgevingsvergunning. Verder is op dit moment nog niet aan te geven of er een dergelijke vrijheid in het bestemmingsplan kan worden opgenomen. Nader onderzoek doen over dit vraagstuk kost extra geld en de budgetten voor het bestemmingsplan buitengebied zijn niet grenzeloos. Ook ten aanzien van de maïsteelt zullen wij in het bestemmingsplan buitengebied een nadere uitspraak doen.
Natuur De LTO-Noord geeft aan de natuurclaims tot een minimum te beperken. De gemeente heeft hier geen inbreng in. Natuurontwikkeling is een zaak van het rijk en de provincie.
Agrarisch bouwblok In het kader van schaalvergroting en functieverbreding voorziet de LTO-Noord grotere bouwblokken en grotere volumes voor bebouwing. De LTO-Noord verzoekt de gemeente om bouwblokvergroting tot 1,5 ha mogelijk te maken. Ook nokhoogtes tot 12 of 14 meter worden voorzien. Vooralsnog willen wij hier geen uitspraak over doen omdat het altijd om maatwerk gaat. Wel treden wij graag in goed overleg met de agrarische ondernemer die wensen voor vergroting heeft.
Nevenactiviteiten De LTO-Noord ziet graag dat nevenactiviteiten (recreatie, horeca, verkoop aan huis e.d.) juridisch mogelijk zijn in het bestemmingsplan. Wij zullen in het kader van de vervaardiging van het bestemmingsplan moeten onderzoeken of en welke nevenactiviteiten bij recht zullen worden toegestaan.
Paardenhouderijen Het LTO-Noord verzoekt de gemeente om de VNG-handreiking met betrekking tot paardenhouderijen in het bestemmingsplan op te nemen voor de aanwezige paardenbedrijven. Wij zullen in het kader van de vervaardiging van het bestemmingsplan buitengebied moeten beoordelen of dit mogelijk is of niet.
Ruimte voor ruimte De ruimte-voor-ruimte-regeling is een principe dat op provinciaal niveau is geformuleerd: als op sommige plekken een betere ruimtelijke situatie kan worden gecreëerd door elders ruimte te bieden (voor een bedrijf of functie), dan wordt daar positief naar gekeken. De LTO-Noord vraagt ons om het provinciale beleid over te nemen. De gemeente staat welwillend tegenover dit principe.
23
Waterbergingen De LTO-Noord staat positief tegenover waterbergingsfuncties in het buitengebied, als (door een combinatie te maken met kavelruil) de agrarische structuur kan worden versterkt. Wij zien het voordeel van kavelruil, maar de realisatie van waterbergingen is een verantwoordelijkheid van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en de gemeente heeft hierop weinig invloed.
Archeologie De LTO-Noord verzoekt de gemeente om normaal agrarisch gebruik en onderhoud vrij te stellen van archeologische onderzoeksplicht. Ten aanzien van archeologie verwijzen wij naar onze beleidsnota Archeologie.
Voor onze visie op de overige functies binnen het buitengebied, voor zover die in dit document niet genoemd worden, verwijzen wij u naar de Structuurvisie Uitgeest 2020.
24
Samenvatting Visie buitengebied Uitgeest Structuurvisie In 2010 is de Structuurvisie Uitgeest 2020 vastgesteld. Uitgangspunten van de structuurvisie waren met name dat het voorzieningenpeil op het huidige niveau blijft en dat Uitgeest zelfstandig blijft. Om die te waarborgen dient Uitgeest vanaf 2020 structureel 14.000 inwoners hebben en moeten er (bovenop de bestaande opgave van o.a. de Waldijk en de HMS) nog 500 extra woningen worden gebouwd. Als gevolg van een motie ten tijde van de vaststelling van de structuurvisie én het vervallen van de woningbouwlocatie ‘RKZ’, moet nu geconcludeerd worden dat er alsnog ruimte gevonden moet worden voor 263 woningen. Als die niet gevonden wordt, komen de uitgangspunten van de structuurvisie, o.a. behoud van de zelfstandigheid, in gevaar.
Beleidsvelden Visie buitengebied Uitgeest Wonen is niet voorbehouden aan de bebouwde kom. Daar is simpelweg niet genoeg ruimte voor. Vandaar dat ook in de Visie buitengebied Uitgeest ingegaan wordt op het beleidsveld wonen. Verder worden ook de beleidsvelden economie, recreatie en toerisme en uiteraard agrarisch gebruik van het buitengebied behandeld.
Economie Het economisch tij zit tegen. We zullen alle zeilen moeten bijzetten om in deze moeilijke tijden economisch interessant te blijven voor ondernemers en investeerders.
Het buitengebied kent verschillende locaties die economisch gezien kansrijk zijn. We hebben drie voorwaarden geformuleerd waar een locatie aan moet voldoen om als kansrijk bestempeld te worden: 1. op een locatie moeten meerdere functies kunnen of zijn samengevoegd; 2. die functies moeten elkaar versterken; 3. een initiatief op zo’n locatie moet financieel haalbaar en financieel gezond zijn. Als een plek in het buitengebied of een functie in het buitengebied kwalitatief beter kan worden door te groeien, dan kijken wij daar positief naar.
Het verkeersknooppunt A8-A9 komt er, naar onze overtuiging. De tijd zal leren wanneer (waarschijnlijk niet voor 2020). Er ligt hier letterlijk een kans om onze economische positie te verbeteren. Er is op deze locatie een aantal functies mogelijk voor bedrijven met een hoogwaardige en publiekstrekkende uitstraling.
Agrarische ondernemingen liggen vaak afgelegen in het buitengebied. Dat maakt ze ook geschikt voor soorten (niet-agrarische) bedrijvigheid die binnen de bebouwde kom enige mate van overlast zouden kunnen veroorzaken (lichte kampeerrecreatie, zorgverlening, e.d.).
25
De zuidoever van het Uitgeestermeer Visueel is het gebied geen eenheid. Noch aan de landzijde, noch aan de waterzijde. Dit zou moeten verbeteren. Het oevergebied zou meer één geheel moeten zijn. Dit valt te bereiken door aan de landzijde de beleving van recreatie- en meergebied beter tot zijn recht te laten komen. Dit kan door het meer dichter bij het land te brengen en door meer recreatiefuncties aan de oever te realiseren. Een dergelijke uitvoering zou in lijn zijn met de aanbevelingen in de rapportage Economische effectmeting toerisme en recreatie IJmond om de mogelijkheden voor zowel dagrecreatie als verblijfstoerisme uit te breiden.
Aan de waterzijde kan meer eenheid gecreëerd worden door een evenwichtiger verdeling van bebouwing en functies. In plaats van twee zichtbare clusters bebouwing, zou er beter een band van recreatiefuncties en daarbij horende bebouwing kunnen zijn. Aan de kant van het ‘Zaadnoordijk’-gebied is de bebouwing al tamelijk dicht. Aan de oostzijde (voorbij het erfgoedpark) is haast geen bebouwing zichtbaar. Deze indeling ziet er ongestructureerd uit. Het is beter om een ‘band’ te creëren van aflopende dichtheid van west naar oost. Dat betekent dat tussen de ‘Zaadnoordijk’-locatie en het erfgoedpark ruimte is voor een recreatieve invulling met een bescheiden dichtheid. Hier zou een uitbreiding met een jachthaven niet misstaan. Zie ook hier de aanbevelingen in Economische effectmeting toerisme en recreatie IJmond.
De locatie van de jachthaven en het kampeerterrein Zwaansmeerpolder op de zuidoever valt visueel grotendeels weg, maar maakt natuurlijk wel deel uit van die oever. In zijn huidige ligging en opzet past de locatie Zwaansmeerpolder met de bestaande functies uitstekend in het concept van aflopende dichtheid.
Samenwerken is voor de eigenaars en ondernemers aan de zuidoever een must. De gemeente kan hierbij faciliterend optreden. Ook kan de gemeente in de communicatie naar andere overheden (hoogheemraadschap, provincie, RAUM) een brugfunctie vervullen.
Wonen In de groene corridor tussen Uitgeest en Heemskerk is ruimte voor woningbouw, specifiek in Assum, nabij de Tolweg. In de Limmerkoog is buiten de grenzen van het amendement nog veel plek voor woningen. Er ligt daar een goede gelegenheid voor een mooie stedenbouwkundige afronding van het dorp. Van belang voor de woningbouw is de nieuwe 20 KE-contour die mogelijkerwijs door het rijk vastgesteld zal worden. Een gevolg daarvan zal zijn dat niet meer buiten de bebouwde kom kan worden gebouwd. Enige voortvarendheid is derhalve geboden.
26
Agrarisch gebruik buitengebied In Uitgeest zullen in het buitengebied enkele waterbergingen gerealiseerd moeten worden.
De tendens in het buitengebied is schaalvergroting van agrarische bedrijven. Agrarische ondernemers die niet de gelegenheid hebben om de schaal van hun bedrijf te vergroten, zoeken naar extra mogelijkheden: functieverbreding. Dit houdt in dat andere functies naast het agrarisch gebruik worden uitgeoefend. Wij staan in principe positief tegenover functieverbreding en schaalvergroting.
Bijlage: Economische effectmeting toerisme en recreatie IJmond. Stand van zaken 2010 en ontwikkeling 20072010. Rapportage in opdracht van het regionaal economisch stimuleringsprogramma IJmond Veelzijdig. ZKA, Consultants & Planners, Breda, december 2011, 30 p.
Uitgeest, 5 april 2012
P.K. Linnartz wethouder Ruimtelijke Ordening
P.L.G.M. Dicker beleidsadviseur Communicatie
27