nummer 146 / vijfendertigste jaargang nr. 4, september 2011
2
Colofon
Redactioneel
Midden-Delfkrant nr. 146 Uitgave van de Midden-Delfland Vereniging Verschijnt viermaal per jaar. Losse nummers e 3,00 Gedrukt op chloorvrij gebleekt papier. Redactie Richard Jonker Ankie Maessen (eindredacteur) Pia van Oord (hoofdredacteur) Frits van Ooststroom Redactie-adres Midden-Delfkrant, Burgemeester Musquetiersingel 40, 2636 GG Schipluiden,
[email protected] Basis lay-out Frits van Ooststroom, Stad en Streek Cultuurhistorie Productie en druk Drukgroep Maasland, Maasdijk-Coldenhove Overname van artikelen is in vele gevallen mogelijk in overleg met de redactie. Kopij en suggesties voor kopij zijn van harte welkom bij de redactie.
De zomer is voorbij voor die goed en wel is begonnen. De seizoenen lijken in de war, dat geeft te denken over wat ons dit jaar nog te wachten staat. Het ‘werkzame’ weer heeft in ieder geval geleid tot verhoogde productiviteit. Twee weken geleden - vlak voor Monumentendag - ontving u de special Hergebruik & Herbestemming in Midden-Delfland en nu al weer de ‘gewone’ herfstkrant. In dit nummer zetten we een aantal series voort: Gert Jan Hooymans van de Nellyhoeve legt uit dat hij ‘lang met een koe doorgaat’, Frits van Ooststroom schrijft dit keer over kleurrijke tegeltableaus in boerderijen; de bijdrage van Vockestaert gaat over de boerenzwaluw. We besteden veel aandacht aan de nachtmerrie die Blankenburgtunnel heet. Verder lanceren we een zoekactie
Verantwoording Publicatie van artikelen behoeft niet te betekenen dat de daarin vervatte meningen het inzicht van de Midden-Delfland Vereniging weergeven. Abonnementen op de Midden-Delfkrant zijn alleen mogelijk door lid te worden van de Midden-Delfland Vereniging. De minimum contributie bedraagt e 17,50 per jaar. Aanmelding door storting op 3928463 (ING) of 14.37.75.367 (RABO) ten name van de Midden-Delfland Vereniging te Schipluiden, onder vermelding van ‘nieuw lid’. U kunt ook bellen: 06 421 054 07 of schrijven: ledenadministratie Midden-Delfland Vereniging, Burgemeester Musquetiersingel 40, 2636 GG Schipluiden. Opzegging van het lidmaatschap/ abonnement uitsluitend schriftelijk aan de ledenadministratie. Opzegging kan slechts geschieden tegen het einde van het verenigingsjaar en met inachtneming van een opzegtermijn van vier weken. Website www.middendelflandvereniging.nl
naar zg. olifantenpaadjes; informele routes, meestal kortsluitingen, die door intensief gebruik inslijten. Speur ze op, maak een foto en zend die in. In de volgende nummers publiceren we de mooiste. Verder veel varia: kunsthekken in de wei, de bomeninventarisatie van het Hoogheemraadschap van Delfland, een rode luchtballon in de wei en kinderen zien monsters in een potje. Dan de vaste rubrieken: gevelstenen die te zien zijn in Kandelaar, het verenigingsnieuws, inclusief een uitnodiging voor een ledenavond en de column van Roelof uit Beijerse. Op de achterpagina ontmoet u een zeldzame nieuwe bewoner van de AalkeetBuitenpolder, het woud- of wouwaapje. Voor hoe lang nog?
Inhoud Redactioneel / 2 Kwetsbaar/ Ben van der Velde / 3 Boeren zonder oogkleppen heeft de toekomst / Govert van Oord / 4 Behoud Midden-Delfland Bouw mee aan een groene metropool / Hans Berkhuizen / 6 Op weg naar de finish / 7 Adieu Christiaan / Joost Schrijnen / 7 Een monster! / Elena Meloni en Suzanne Wardenaar / 8 De Babbersmolen Leven van wind, land en water / 9 Veilig geland / Pia van Oord / 9 Zicht op bomen voor droge voeten Hoogheemraadschap inspecteert de dijken / Mark Flanagan en Miriam Klazenga / 10 Boerenhekken en kunsthekken / Flip van der Eijk / 11 Tegeltableaus Renovatie van een tegelwand / Frits van Ooststroom / 12 Minister lijkt voor te sorteren op de Blankenburgtunnel / Arie van der Kooij / 16 Hoeveel boerenzwaluwen zijn er nog? Bericht van Vockestaert / Arie van Woerden / 18 Kandelaar Gevelstenen / Frits van Ooststroom / 19 Uit onze winkel / 20 Beste Redactie / 21 Foto’s van olifantenpaadjes / Roelof uit Beijerse / 21 Nieuwe waterkaart Westland/Midden-Delfland / 21 Verenigingsnieuws / 22 Verzendklaar / 22 Oogsttijd / 23 Doel / Roelof uit Beijerse / 24 Een aapje in het riet Maatregelen in weidevogelpolder werken / Martin Mos / 24
Foto voorzijde: Vissers langs de Noordvliet in Maasland. Foto Tiny van der Meer. vijfendertigste jaargang nr. 4, september 2011
3
Kwetsbaar Hoe kwetsbaar kan een gebied zijn. Dit voorjaar en deze zomer is weer gebleken hoe kwetsbaar MiddenDelfland is. Het was eerst de droogte die de kades instabiel maakte, er werden scheuren ontdekt en hersteld in de kade van de Duifpolder. Dat was zelfs landelijk voorpaginanieuws. En daarna was het juist de hevige regenval in de zomer, die maakte dat door de hoge waterstand in de boezem dijken instabiel werden. Zelfs de calamiteitenberging in de Woudse Polder moest voor het eerst onder water gezet worden om het peil in de boezem in toom te houden. En net buiten ons gebied, in Berkel en Rodenrijs werden er weer zandzakken ingezet op de kade aan de Noordeindseweg. Deze kade dreigde te bezwijken. Hoe kwetsbaar is een gebied waarvan vrijwel iedereen (inclusief de verschillende overheden) vindt dat het ‘t beschermen waard is. Het Hoogheemraadschap doet wat van haar verlangd wordt. De laatste jaren zijn er enorme investeringen gedaan om droge voeten te waarborgen. Dijken en kades worden continu in de gaten gehouden en passende maatregelen worden genomen. De eeuwenoude strijd tegen de elementen is vooralsnog weer gewonnen. Maar hoe kwetsbaar kan een gebied zijn als zelfs de Raad van State de bezwaren tegen het tracébesluit van de A4 zondermeer naar de prullenbak verwijst. In de strijd tegen de uitbreiding van de infrastructuur in ons
gebied, is er een slag verloren. En hoe kwetsbaar is ons gebied nu de minister, Rijkswaterstaat, Rotterdam en de regio Rijnmond onomwonden koersen op de aanleg van de Blankenburgtunnel. De tunnel waarbij de Zuidbuurt en de Aalkeet-Binnenpolder waarin bij de Reconstructie zo veel belastinggeld is geïnvesteerd, voorgoed verwoest worden. En er een serieuze aanslag op de Aalkeet-Buitenpolder, beheerd door Natuurmonumenten, wordt gedaan. Alle overheden hebben er de mond van vol: Midden-Delfland is een uniek stukje stiltegebied in de Randstad. Logisch dat er dus overheden zijn die het kwetsbare gebied beschermen. Maar tegelijkertijd zijn ook overheden met evenveel gemak bereid het MiddenDelflandgebied op te offeren, alle mooie woorden en plannen ten spijt. Maar kwetsbaar is niet weerloos! Er zijn (gemeentelijke) overheden en organisaties die zich blijven inzetten voor ons gebied. En wat de Midden-Delfland Vereniging betreft niet tegen beter weten in. Hoe kwetsbaar het gebied ook is, ik ben er van overtuigd dat door de inzet van o.a. de Midden-Delfland Vereniging het gebied ook veerkracht heeft. Met nog meer leden kunnen wij die veerkracht met des te meer kracht tonen.
Ben van der Velde
Voorzitter Midden-Delfland Vereniging
15 juli 2011 stond de calamiteitenberging in de Woudse polder voor het eerst onder water. Foto Frits van Ooststroom.
vijfendertigste jaargang nr. 4, september 2011
4
Boeren zonder oogkleppen heeft de toekomst Gert Jan Hooymans ontvangt ons op de Nellyhoeve aan de Oostveenseweg, dichtbij het zandlichaam van de nieuwe A4, die hier straks ondergronds moet gaan om de rust in het gebied te garanderen. De huidige boerderij stamt uit 1925, toen de historische voorganger van de Nellyhoeve (een zeventiende-eeuwse boerderij), ver in het land op een kreekrug gelegen, niet meer te repareren leek. De grootvader van Gert Jan’s vrouw Annet, Cees van der Sar Sr. kwam in 1934 naar de boerderij vanuit Loosduinen. Het oprukkende Den Haag had Van der Sar verjaagd en deze boerderij in Midden-Delfland bleek als pachtboerderij beschikbaar te zijn. Hij molk er al 50 koeien, in die tijd een behoorlijk groot aantal. Toen rentmeester Dirkzwager begin jaren vijftig voor zijn familie een boomgaard wilde starten achter de Nellyhoeve, kon grootvader Van der Sar de boerderij kopen (al werd het uiteindelijk niks met de boomgaard). In 1972 kwam (schoon)vader Cees van der Sar op de boerderij en die zette het bedrijf met Fries-Hollands vee van zijn vader voort. Allemaal zwartbont vee, behalve – voor zijn plezier – altijd ook één roodbonte koe! Gert Jan Hooymans en Cees van der Sar.
vijfendertigste jaargang nr. 4, september 2011
Vader Van der Sar vertelt dat in de jaren zestig de ‘Amerikanen’ hun intrede deden. “Daar zaten soms ‘beulen van koeien’ bij, die niet pasten in de relatief kleine stallen in Midden-Delfland. Maar we gingen voor de veel grotere melkgift, dat was verleidelijk.” Een sprong van 6000 liter per jaar, naar 8000 en soms wel 10.000 liter werd gerealiseerd. Maar de consequentie was wel de noodzaak om een nieuwe ligboxenstal te zetten, die er uiteindelijk in 1997 ook kwam. Al eerder was een eind gekomen aan de ongebreidelde groei van het aantal geproduceerde liters, door de invoering van een ‘quotasysteem’. Boerenbedrijven mochten vanaf
begin jaren tachtig niet steeds meer melk leveren en werden ‘bevroren’ op hun productie van de jaren daarvoor. Vader Van der Sar: “Dat haalde een boel dynamiek uit de sector. Je kon wel een melkquotum kopen, bij een stoppende boer bijvoorbeeld, maar de prijs van zo’n quotum liep zo hoog op, dat er uiteindelijk bijna niks meer te verdienen was aan de melk.” Gert Jan: “We gingen ook niet alleen meer op de melkopbrengst van onze koeien letten, maar ook op de bouw van een koe. Méér spieren en vlees zijn belangrijk voor de ‘doodwaarde’, dat is wat een koe opbrengt als ze aan het eind van haar leven naar de markt gaat voor de slacht.” Zwartbont Gert Jan kwam als aankomend schoonzoon van boer Van der Sar opnieuw in aanraking met het boerenbedrijf, dat hem kennelijk nog helemaal in de genen zat. Zijn grootvader Hooymans was boer in Nootdorp, maar zijn vader was één van de veertien kinderen dus hij kwam tot zijn spijt niet in aanmerking om op de boerderij te komen. Voor Gert Jan leek ‘boeren’ dus vooral een verre droom te blijven, tot hij viel voor boerendochter Annet van der Sar en de kans greep om samen met haar een veehoudersbedrijf op te zetten. Aanvankelijk zochten Gert Jan en Annet het verder weg, tot zelfs in Duitsland toe, maar al snel werd het toch Midden-Delfland, de eigen Nellyhoeve. Eerst 10 jaar samen met schoonvader Cees van der Sar, maar vanaf 2000 samen met Annet op eigen benen. Op dit moment melken ze rond de 65 koeien. Annet heeft daarnaast ook nog 80 fokschapen. Ze hebben het zwartbonte vee van de Nellyhoeve in hun hart gesloten en werken gestaag aan de verbetering van de kwaliteit. De boeren van de Nellyhoeve zijn fokboeren, er is al 20 jaar vrijwel geen koe meer gekocht. Verkopen doen ze wel. Elk jaar komen er op de boerderij zo’n 80 koeien ter wereld. Met de beste 16 koeien wordt gefokt voor het eigen melkvee, de andere kalfjes worden na een aantal weken verkocht, meestal voor de mesterij. Gert Jan: “Bij die 16 koeien probeer ik met mijn keuze voor een stier zoveel mogelijk in te zetten op de kwaliteit voor de melkproductie. Ik let daarbij ook op spieren en vlees. Ik wil niet van die ‘hekkenspringers’ – zo noemen wij die koeien die zo mager zijn dat je je pet eraan kan ophangen! Voor de andere koeien
5
kies ik bijvoorbeeld ‘Belgische blauwe’ stieren, die leveren echt stevige kalveren en dat is goed voor de verkoop.” Triple A Gert Jan heeft geen echt andere insteek dan zijn voorgangers op de boerderij: “Alleen die ene rooie was snel verdwenen”, zegt hij lachend, “maar voor de rest bouw ik voort op de kwaliteit die we hier op de boerderij hebben. Onze 16 beste koeien ken ik, die hebben zich hier bewezen. Daar zoek ik dan ook de stieren bij die de kwaliteiten van die koeien versterken of aanvullen. Er is een ‘triple A’ systeem waarbij koeien en stieren op zes kenmerken worden getypeerd, denk maar aan melkbaarheid, bouw, karakter, activiteit en zo. Iemand die daarin is getraind, beoordeelt onze koeien op die punten. Met een overzicht van diezelfde categorieën kan ik een stier voor elke koe uitzoeken die op minstens drie van de zes punten de kwaliteiten van mijn koeien versterkt. Ik werk met stieren die bewezen hebben wat ze kunnen en niet met van die genetische computeruitdraaien, zoals ze tegenwoordig promoten. DNA-tests zeggen me minder dan die zichtbare kenmerken, die ik zelf kan controleren en aanvullen met mijn eigen ervaringen. We weten ook eigenlijk nog maar zo weinig wat ‘genetisch’ een goede koe of stier bepaalt. Mijn filosofie is dat je met een gezonde en goede koe ‘vanzelf’ melk krijgt. Dus de basis van de koe moet natuurlijk goed zijn, maar voor de rest (sommigen zeggen zelfs voor 70%) is verzorging, goed omgaan met de koeien en persoonlijke aandacht de Gert Jan Hooymans geeft kalfje de fles.
crux. Ik kijk naar een koe als een ‘totaal’ beest, daar komt ook vakmanschap bij kijken. Een computer vertaalt alles in een rij cijfertjes en dan verlies je dat overzicht. Dat is niks voor mij, ik wil geen computerboer zijn. Ik heb wat met mijn koeien en ik denk dat je zo ook de beste opbrengsten kan krijgen. Misschien is er een risico dat je te lang met een koe doorgaat. Ik vind het ook echt moeilijk om een koe af te danken. Ze heeft tenslotte ook haar hele leven voor me gewerkt! Zakelijk gezien is het overigens interessant om lang door te melken met koeien, ze zijn bij ons ook bovengemiddeld oud. Dat scheelt me in jongvee en ik kan de koeien goed volgen op hun kwaliteiten.” Arnold van Adrichem wijst erop dat Gert Jan zeven koeien heeft die al meer dan 100.000 liter hebben gegeven, dat is echt bijzonder. Gert Jan: “Ik heb zeker lievelingskoeien. Eéntje is al 16 jaar oud, die laat zich melken door onze kinderen. Krengen zijn hier niet, wel pittige beesten. Maar dat is ook goed, daar selecteer ik de kalfjes op. Die gaan achter voer aan en zijn actief bezig. Maar voor de rest is er een gezegde ‘rustige boer, rustige koeien’, en dat klopt. Als ik haast heb of de pest ergens in, dan voelen de koeien dat gelijk. Dat besef brengt me vaak tot rust, je kan de koeien niet forceren.” Eigenwijs Waar het naar toe gaat met het boerenbedrijf in Midden-Delfland, weet Gert Jan niet, maar wel dat MiddenDelfland kansen biedt voor boeren. “Een goede boer is een eigenwijze boer, een boer die zelf zijn toekomst zoekt. Ik zet mijn bedrijf op zoals ik denk dat het het beste is voor de toekomst. Mijn vrouw werkt daaraan voor 100% mee. Ik zie niks in megabedrijven met een paar honderd koeien, want daarin verlies je ten eerste het overzicht over de beesten en – en dat is misschien nog wel erger – je verliest het draagvlak voor je bedrijf in de wereld om je heen. Ik ben voorzitter van de LTO in Midden-Delfland, omdat ik denk dat het hier mooi is en dat we er samen aan moeten werken om het zo te houden. Zo kunnen we meer kansen voor boeren scheppen. Ons laatste project ‘duurzaam boeren’ werkt aan een veehouderij die past in dit gebied, stevig, rendabel en vooral gericht op de toekomst. De komende jaren gaat het grote landbouwbeleid op de schop, de quota verdwijnen, maar de milieufactoren zoals mest, worden de nieuwe bottlenecks. Wij willen nog wel
vijfendertigste jaargang nr. 4, september 2011
Siena 50, één van de favoriete fokkoeien.
wat gaan groeien, maar wij willen vooral ook het draagvlak voor de melkveehouderij zien te behouden. Als er in het land twintig van die giga-varkensfokkers ‘omvallen’, piept er niemand voor ze. Maar de mensen doen hier echt moeite om de veehouderij in Midden-Delfland overeind te houden. Dat moeten wij ons als boeren realiseren en erop inspelen. Sommige boeren zijn zo met zichzelf en hun bedrijf bezig dat ze niet meer om zich heen kijken. Modern boeren is boeren zonder oogkleppen, met de steun van je omgeving.”
Govert van Oord Foto’s auteur. Dit is de vijfde aflevering van een serie in samenwerking met Arnold van Adrichem over veehouders en hun koeien in MiddenDelfland.
6
Wassenaar
Koudekerk a/d Rijn
Voorschoten
Scheveningen
ZoeterwoudeDorp
Alphen a/d Rijn
HazerswoudeRijndijk
A4
Leidschendam Voorburg
Bodegraven
Zoetermeer
Den Haag
Boskoop
Nootdorp
Rijswijk
Waddinxveen
Reeuwijk-Brug
A12
Monster
Wateringen
Gouda
Pijnacker Berkel en Rodenrijs
Delft
Honselersdijk
's-Gravenzande
Bleiswijk
I sche Jsse l nd lla Haastrecht Ho
Naaldwijk
Hoek van Holland
Moordrecht
A13
Schipluiden
De Lier
A20
Rodenrijs
Nie
Reeuwijkse Plassen
Stolwijk
uw
e
Maasdijk
w
Maasvlakte
MiddenDelfland
at
er w
eg
A20
Maasland
Maassluis Oostvoorne
Centraal
Vlaardingen
Rozenburg
Brielle
Rotterdam
Nieu
e
Zuidplein
w
Zuid
Pernis
Bergambacht
Maas
Krimpen a/d Lek
Lekkerkerk
Lek
Streefkerk
Stadion
A15
Ridderkerk
Hoogvliet
Rhoon
Barendrecht A15
A16
Spijkenisse Hellevoetsluis
Goedereede
Ouderkerk a/d IJssel
Krimpen a/d IJssel
Centrum
Schiedam Nieu s we Maa
Rockanje
Nieuwerkerk a/d IJssel
Capelle a/d IJssel
a Oud e M a
s
Hendrik Ido Ambacht
OudBeijerland
Papendrecht e Bened
n Merwede
Sliedrecht
Stellendam A29
Ha
Wegenbouwplannen in de regio.
r in
gv
li e
t
Dordrecht
Oplossingen van Milieudefensie. Meer informatie op www.milieudefensie.nl/ groenemetropool. Milieu_Defensie_Zuid-Randstad_2011.indd 10
Bouw mee aan een Groene Metropool
Behoud Midden-Delfland Onder de noemer ‘Bouw mee aan een groene metropool’ voert Milieudefensie campagne voor het behoud van het prachtige Midden-Delfland. Wij zijn ervan overtuigd dat een dynámische metropool, waar je gemakkelijk en snel van a naar b kunt, ook een groéne metropool kan zijn, waar je dicht bij huis kunt genieten van rust en ruimte. De regio Rotterdam – Den Haag is zo’n metropool: een verstedelijkt gebied met haar eigen groene hart, Midden-Delfland. Rust en ruimte staan hier echter onder druk. Zo is de aanleg van de A4 Midden-Delf-
Zwijndrecht
land intussen onomkeerbaar. Gelukkig hebben milieu- en natuurorganisaties en omwonenden bedongen dat de weg verdiept wordt aangelegd, waardoor de schade aan het gebied enigszins wordt beperkt.
Milieudefensie lanceert het burgerinitiatief met de bouw van een gigantische maquette. Foto Pierre Crom.
4/29/11 3:24:14 PM
Blankenburgtunnel en A13/A16 Maar er zijn nieuwe bedreigen: de Blankenburgtunnel die ten zuiden van de A20 in de Zuidbuurt van Midden-Delfland ‘aan land’ zou moeten komen en de A13/A16 die dwars door het Bergse Bos is gepland en aansluit op de A13. Als die wegen worden aangelegd is het gevaar groot dat op termijn ook de A24 wordt aangelegd (zie kaart). Dat is de ontbrekende schakel tussen de Blankenburgtunnel en de A13/A16. Dan blijft er weinig over van de rust en ruimte in MiddenDelfland. Bovendien leidt meer asfalt op den duur tot meer verkeer en weer nieuwe knelpunten voor de bereikbaarheid van de regio. 40 procent minder files! Met het plan ‘Bouwen aan een groene metropool’ presenteert Milieudefensie een doorgerekend alternatief: geen nieuw asfalt, invoering van een kilometerbeprijzing en investeren in hypermodern openbaar vervoer en fietssnelwegen. Met de invoering van een kilometerheffing en een spitsheffing verminderen de files volgens doorrekening van adviesbureau Goudappel Coffeng met maar liefst 40 procent! De Blankenburgtunnel en de A13/ A16 zijn dan overbodig. De kilometerheffing leidt tot 75 procent minder groei van het autoverkeer. De spitsheffing zorgt voor een betere verspreiding van het verkeer. De lucht wordt ook schoner: ruim 11 procent minder uitstoot van CO2 en ruim 8 procent minder NO2. Dat is beter voor het klimaat én voor onze gezondheid. Kortom, ons plan leidt een betere bereikbaarheid tegen minder kosten, schonere lucht en behoud van de mooie omgeving.
vijfendertigste jaargang nr. 4, september 2011
7
Meer fietsen en openbaar vervoer Dat het verkeer minder groeit, wil niet zeggen dat we vaker thuis blijven zitten. Milieudefensie wil het geld dat wordt uitgespaard door het schrappen van nieuwe wegen namelijk investeren in metro, lightrail, spoor en fietssnelwegen. Met de komst van de elektrische fiets is dat voor steeds meer mensen een aantrekkelijk alternatief. Zeker wanneer er snelle verbindingen worden aangelegd tussen woon- en werkgebieden: fietssnelwegen zonder stoplichten en met oplaadpunten. Milieudefensie vindt ook dat het spoor tussen Delft-Zuid en Rotterdam snel moet worden verdubbeld, zodat er elk uur tien intercity’s en stoptreinen kunnen rijden. En de Hoeksche Lijn moet zo snel mogelijk worden omgebouwd tot een light-railverbinding die direct aansluit op het metronet van Rotterdam. Door de bezuinigingen op het OV komt dit project nú juist in de gevarenzone. Teken het Burgerinitiatief! In september dient Milieudefensie het duurzaam mobiliteitsplan in als formeel burgerinitiatief bij de Provinciale Staten van Zuid-Holland. Hiervoor verzamelen we zo veel mogelijk steun. Doet u ook mee? Ga naar www.milieudefensie.nl/groenemetropool en teken vandaag nog!
Op weg naar de finish
Zeilende Westlanders tijdens de tweejaarlijkse race tussen Schipluiden en de Bommeer (11 september 2011). Op de heenweg werd met mankracht gejaagd, op de terugweg werd van de wind geprofiteerd. Op weg naar de finish proberen ze elkaar op het brede stuk van de Vlaardingsevaart in te halen. Op de achtergrond de Trambrug. Foto Pia van Oord.
Hans Berkhuizen
Directeur Milieudefensie
Na 7 jaar wethouderschap heeft Christiaan van der Kamp Midden-Delfland verruilt voor Bodegraven-Reeuwijk, waar hij 1 juli burgemeester is geworden. Gedurende deze periode behartigde Van der Kamp de belangen van het gehele Midden-Delflandgebied. Bij zijn afscheid sprak ook Joost Schrijnen, die als directeur Ruimte en Mobiliteit bij de provincie Zuid-Holland in september 2005 betrokken was bij de conferentie voor een nieuwe visie voor Midden-Delfland. Wij vroegen Schrijnen om zijn afscheidswoorden aan Christiaan van der Kamp voor ons samen te vatten.
Adieu Christiaan, Bestuurlijke moed. De burger verlangt er naar. Als hij zich ergert en vindt dat iets direct moet worden opgelost. De overheid moet het doen. En als het dan gebeurt dan zijn er altijd weer anderen om zich daar aan te ergeren. Kortom, het valt niet mee om bestuurder te zijn en moed te tonen. Christiaan werd zo maar wethouder. Natuurlijk zeggen we nu omdat hij dat zo goed kan, maar ook is waar dat veel anderen die moed niet hebben. En als je wetvijfendertigste jaargang nr. 4, september 2011
houder bent van Midden-Delfland, dan ben je wethouder van een gemeente, maar ook bestuurder van een van de grootste landschapsparken van Nederland. En dat is van iedereen. Maar niet iedereen is zich daarvan bewust. De stad lijkt er fysiek en mentaal met de rug naar toe te staan. De provincie en het Rijk willen graag dat je eigenaar bent, want dan hoeven ze misschien niet mee te betalen. De recreanten willen graag dat het mooi is en verzorgd en dat je er gezellig koffie
kan drinken, maar betalen eigenlijk heel weinig entreegeld, te weinig. De inwoners van het landschap willen gewoon ruimte om te leven te wonen en te werken. De automobilist wil er gewoon snel doorheen rijden. Hoe werk je in zo’n situatie dan aan de toekomst van dat landschap? Welnu, je nodigt iedereen uit, niet voor een avondje, maar gewoon voor drie dagen, en daarmee eigenlijk voor altijd. Iedereen wordt eigenaar en voelt zich eigenaar en wordt medeplichtig gemaakt. Christiaan had de moed dat te doen. Overtuigde de gemeenteraad om even alles los te laten, en geïnspireerd verder te gaan. Dat werk is nog niet af, dat gaat altijd door. Christiaan gaat nu verder met het Groene Hart, en wij geïnspireerd met Midden-Delfland. Bedankt Christiaan.
Joost Schrijnen
8
Een monster! Bij kinderopvang De Zonneburcht in Den Hoorn zijn kinderen veel met de natuur bezig. Hoe kan het anders in het mooie Midden-Delfland. De jongste kinderen doen al kleine natuurontdekkingen en raken zo geïnspireerd om, als ze iets ouder zijn, zelf de natuur in te trekken. Want liefde voor de natuur ontstaat al op zeer jonge leeftijd. Voor de kleintjes houden we het (nog) dicht bij huis: de ontdektuin. Hier is van alles te vinden en zo gingen we op een dag met de kinderen op onderzoek uit. Wat moet er allemaal mee? Natuurlijk een insectenpotje met een vergrootglas erop. Gewapend met het insectenpotje gingen Joel, Noah, Hille en Milou op pad. Overal werd gezocht, zowel naar levende als naar dode diertjes. Geen probleem voor onze natuurhelden. Ze zagen een dier met wel heel veel poten: “Wat is dat?” vraagt Joel. ”Een beest!” zegt Milou. Annemieke, een van de leidsters die meekijkt zoekt in het grote insectenboek en we komen tot de conclusie na het bestuderen van het “beest met veel poten” en de foto in het boek dat het om een rups gaat. Een mooi moment voor de kinderen om zich te realiseren dat deze, nu nog wat saaie rups, later een heel mooie vlinder kan worden. De jongens gaan verder want: “Ik zoek spin!”,
De kinderen gaan op eigen initiatief regelmatig op zoek naar dieren.
vijfendertigste jaargang nr. 4, september 2011
zegt Noah. En ja daar is er al een. ”Kom, kom!” roept Noah en daar gaan de anderen ook, vol bewondering wordt de spin bestudeerd. “Hé”, zegt Noah, “takjes”, een van de duiven die veel bij ons in de tuin vertoeven is druk in de weer met takjes. Hij vliegt af en aan vanuit de tuin naar de boom. We gaan naar buiten, op onderzoek uit. En wat blijkt…. de duif bouwt een nestje! De andere kinderen worden ook op de hoogte gebracht. We spreken af dat we het allemaal gaan volgen. Er worden foto´s gemaakt, we gaan op de eerste etage kijken en hebben een prachtig uitzicht op het nest. “Ssst!” We moeten wel zachtjes zijn
anders kunnen ze schrikken. Joel en Noah gaan nadat ze het allemaal goed hebben bestudeerd op hun fietsjes ervandoor. “Wat gaan jullie doen?” vraagt Annemiek aan de anderen. “Op zoek naar nog meer takken natuurlijk, om de duif te helpen!” Na deze natuurbelevenissen gaan de kinderen op eigen initiatief regelmatig op zoek naar dieren, die ze in bakjes stoppen en verzorgen. Ook van de ouders horen we verhalen over gevonden dieren, onderzoeken in de natuur en bijzondere ontdekkingen. Bij de Zonneburcht worden ook kippen gehouden (oeps, is het toch een haan!!!). We verzorgen dagelijks met de kinderen de kippen en kinderen zien hoe de dieren zich ontwikkelen. Op deze manier leren ze op een speelse manier zorgen voor dieren en de natuur. En wie weet wat deze kinderen later nog voor ontdekkingen gaan doen!
Elena Meloni en Suzanne Wardenaar Foto’s Kinderopvang ZON!
Joel en Milou overleggen of er nu wel of geen poten aan zitten, en heeft het beestje haar of voelsprieten…?
9
Leven van wind, land en water
sTem oP
De Babbersmolen
De BaBBersmolen
En maak kans op EEn molEnovErnachting Foto: DPI Animation House
Stem daarom via internet op de Babbersmolen zodat jong en oud straks kunnen ervaren hoe het echte leven op een poldermolen was! www.schiedamsemolens.nl
WW
.NL W.M O LENPRIJS
stEm voor 28 sEptEmbEr op onzE molEn En u maakt kans op EEn ovErnachting in EEn molEn En wij makEn kans op dE molEnprijs 2011! STEM DIRECT OP WWW.MOLENPRIJS.NL De BankGiro Loterij Molenprijs wordt georganiseerd door
Veilig geland Op Maria Hemelvaart, 15 augustus, landde er in de schemer een luchtschip in de polder. Een vreemde gewaarwording: je hoorde mensen praten alsof ze bij je in de tuin staan maar ze zweefden boven je hoofd en even later landden ze in een wei, aan de Zouteveenseweg, waar de koeien hard wegrenden. In de weide ernaast keken ze er eigenlijk niet van op. Tekst en foto Pia van Oord.
vijfendertigste jaargang nr. 4, september 2011
R E EN B ENG DIREC COD
EM UIT W ST TU
De molen heeft de finale bereikt van de BankGiro Loterij Molenprijs 2011. Als deze prijs wordt gewonnen kan ook het leven op een poldermolen weer zichtbaar worden gemaakt. De molenaarswoning kan worden teruggebracht met historische bouwmaterialen en het erf opnieuw ingericht. Dat erf bestond uit een moestuin met inmiddels vergeten groenten, een kleine boomgaard en een vlietlandje omzoomd door knotwilgen die
wilgentenen leverden voor het mandenvlechten. Tot slot worden dan de overwoekerde sloten uitgediept en beschoeid zodat de molen ook weer water kan malen. Dat brengt de molen weer tot leven.
SCAN DEZE Q R-
In de Randstad staan natuur- en cultuurlandschap altijd onder druk. Laten we daarom zuinig zijn op de weinige plekjes van schoonheid en rust, die ons een verhaal vertellen van een bedreigde wereld. Aan de middeleeuwse Schiedamse Poldervaart ligt de Babbersmolen uit 1710. Dit is de oudste stenen poldermolen van Nederland.
10
Hoogheemraadschap inspecteert de dijken
Zicht op bomen voor droge voeten Bomen, tuinhuisjes, hekken en schuttingen. Je zou het op het eerste gezicht niet zeggen, maar dergelijke objecten kunnen ervoor zorgen dat een dijk niet meer optimaal kan doen waarvoor hij is aangelegd: zorgen voor droge voeten. Daarom inspecteert het Hoogheemraadschap van Delfland in 2011 dijken en kaden op objecten die de veiligheid kunnen beïnvloeden. Grote delen van Midden-Delfland liggen onder zeeniveau. Stevige dijken maken leven in een dergelijk gebied veilig. Door te zorgen voor de dijken, zorgt Delfland voor droge voeten in een leefbaar gebied. Dat betekent dat Delfland de dijken onderhoudt, versterkt en inspecteert. Uitgangspunt hierbij is dat de waterkeringen voldoen aan de huidige veiligheidsnormen. Waterkeringen zijn doorgaans goed zichtbaar, zoals de dijken langs de Nieuwe Waterweg en de duinen langs de Noordzeekust. Soms zijn de waterkeringen minder goed zichtbaar, bijvoorbeeld in de stad. Maar zichtbaar of niet, dijken en kaden moeten wel veilig zijn. Zaken als bomen, tuinhuisjes, hekken, schuttingen etc. kunnen de veiligheid beïnvloeden. Daarom vindt er eens per 12 jaar een wettelijk vereiste veiligheidstoets plaats. Zo krijgt Delfland zicht op alles wat zich op de waterkeringen bevindt en wat de veiligheid mogelijk negatief kan beïnvloeden.
(een zakcomputer) met GPS ontvanger en een hoek- en afstandmeter die aan elkaar verbonden zijn, worden de plaats- (x en y) en de hoogte (bovenkant boom t.o.v. maaiveld) van de boom bepaald. Ook wordt gekeken om welke soort boom het gaat. Maar Delfland kijkt ook welke andere objecten er op de dijk staan en wat de staat van de kering is. Dit laatste wordt ook vastgelegd via GPS en digitale inspectie ofwel ‘digispectie’. In januari 2011 is Delfland al begonnen met de bomeninspectie. In eerste instantie is gekeken of deze manier van werken beviel. Vanaf april 2011 is met de echte inventarisatie begonnen. Eind maart 2012 is de inventarisatie klaar. Dan zijn ook alle geïnventariseerde gegevens verwerkt. Er wordt geprobeerd zoveel mogelijk vanaf de openbare weg te werken. Perceeleigenaren zullen daardoor niet veel merken van de werkzaamheden. Als de veldmedewerkers vanaf de weg geen goed zicht hebben voor de benodigde
De inventarisatie geldt alleen voor regionale waterkeringen. Dat zijn dijken en kaden die ons beschermen tegen het water uit de boezem (hoofdwatergangen). Van de 420 kilometer aan regionale keringen die in het gebied van Delfland liggen, wordt 170 kilometer meegenomen in de inventarisatie. Dit zijn de waterkeringen die verhoogde aandacht verdienen. Digispectie Het adviesbureau Lievense-Infram voert de bomeninventarisatie uit. De medewerkers kijken naar eigenschappen als de locatie van de boom, het soort boom en de hoogte van de boom. Aan de hand hiervan is het mogelijk conclusies te trekken over overige cruciale aspecten van een boom, zoals bijvoorbeeld de wortelgroei. Met speciale meetapparatuur, zoals een handheld PDA vijfendertigste jaargang nr. 4, september 2011
Zorg om bomen Mensen hebben wat met bomen. In MiddenDelfland bestaat sinds kort een actieve Bomenwerkgroep. Er bestaat bezorgdheid om het voortbestaan van volwassen bomen binnen de dorpskernen en een kapvergunning veroorzaakt al gauw opschudding. Ook in de polders zorgen bomen voor herkenbaarheid en schoonheid. Dus toen bewoners langs kaden dit voorjaar een brief van het Hoogheemraadschap ontvingen, waarin een bomeninventarisatie werd aangekondigd, ging er een rood lampje branden. Reden om het Hoogheemraadschap om een uitleg te vragen. waarnemingen, dan kan het niet anders dan dat zij een perceel betreden. Daarom zijn perceeleigenaren ook van te voren schriftelijk op de hoogte gebracht dat dit kan gebeuren. Daarnaast wordt het ook ter plekke aan de eigenaar gemeld als er een perceel betreden wordt. Het duurt tussen de 1 en 10 minuten per adres om de objecten te inventariseren, uiteraard afhankelijk van de hoeveelheid aanwezige bomen. De overige objecten worden op een vergelijkbare werkwijze geïnventariseerd, maar dan door eigen personeel van Delfland. Zo ontstaat een compleet beeld van waar zich objecten bevinden die de stevigheid van de dijk mogelijk beïnvloeden. Na de inspectie of na de evaluatie wordt een perceeleigenaar schriftelijk op de hoogte gebracht wanneer ongewenste objecten zijn geconstateerd.
Mark Flanagan en Miriam Klazenga
Hoogheemraadschap van Delfland
11
Boerenhekken en kunsthekken Jongeren en ouderen maakten dit voorjaar hun eigen interpretatie van het - voor het Midden-Delflandse landschap zo karakteristieke - boerenhek. Het idee sluimerde al een aantal jaren bij Jan Holtkamp van Arti Delflandiae. Het boerenhek is typisch voor onze polders en het is een uitdaging om er eens iets anders mee te doen. Samen met Stef Dalhuisen van Arti Delflandiae en Yvon Koopman werd het idee uitgewerkt. Koopman is beeldend kunstenaar en goed bekend met Midden-Delfland. Lange tijd woonde en werkte ze in Schiedam. In 2001 maakte Koopman voor Arti Delflandiae, samen met jongeren, een waslijn met beschilderde kledingstukken langs het water van de Gaag. Dit project symboliseerde – nog voor de fusie - de verbinding tussen Maasland en Schipluiden.
materialen – de hekken lagen al twee jaar bij Gaech Antiek in de opslag – schetsen gemaakt en een ‘proefhek’ geschilderd, er werd een werkplan gemaakt en met de gemeente een subsidieafspraak. Het project kon van start. Er werd op de scholen – de Ark en Jozefschool – en bij Akkerleven gewerkt en in de tuin van Jan Holtkamp werd een werkplek ingericht. Yvon Koopman was de kunstenaar en inspirator, Jan en Stef de mannen van de praktische zaken. Er is hard gewerkt. Stripfiguren, dieren, abstracte vormen en fantasiebeelden werden zichtbaar op de hekken. Zo ontstond een bijzondere installatie van 50 kunsthekken.
Brainstormen en aan de slag “Laat jongeren en kinderen de hekken beschilderen. Maar waarom ook niet ouderen en breng zo generaties bij elkaar om verhalen te delen.” Er werd contact gelegd met scholen, jongerenwerk en het zorgcentrum in Schipluiden. Nagedacht over de
Kunsthekken in de wei Voor de expositie werd contact gezocht met Agrarische Natuurvereniging Vockestaert. Want natuurlijk moesten deze hekken ook in het weiland. Boer Chris van den Ende stelde gastvrij zijn land beschikbaar. En op 18 juni is door wethouder
De hekken werden door ouderen en jongeren beschilderd.
vijfendertigste jaargang nr. 4, september 2011
Boerenhekken
Eigenhandig getimmerd van oude planken witte hekken tot aan de horizon een gietijzeren hek, scharnierend tussen met leeuwen bekroonde palen Hekken in vele soorten en maten beeldbepalend voor de polders van Midden-Delfland
Tineke van Nimwegen de installatie van kunsthekken officieel geopend. Mogelijk zijn ze nog enige tijd te zien langs de Vlaardingsekade tussen nummer 53 en 54. De hekken gemaakt door de kinderen van basisschool De Ark krijgen een markante plek op het eigen schoolplein.
Flip van der Eijk Het project Boerenhekken van Arti Delflandiae is mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van gemeente MiddenDelfland, de inzet van vrijwilligers en de medewerking van de Jozefschool, basisschool De Ark, Akkerleven en Jongerenwerk E25. Foto’s auteur.
12
Meerkleurige tegels met granaatappelen, ca. 1600 of iets later. Vier tegels vormen een patroon. Foto Kees38/nl.wikipedia.
Vernieuwd tegeltableau op de schoorsteenboezem in het achterhuis van de boerderij Westgaag 74 in Maasland.
Renovatie van een tegelwand
Tegeltableaus Sinds het begin de zeventiende eeuw werden in boerderijen wandtegels gebruikt. Niet zozeer uit decoratieve, maar vooral uit praktische overwegingen. Een tegelwand is duurzamer en gemakkelijker schoon te houden dan een witgekalkte wand. Tegels werden vooral gebruikt op de meest kwetsbare plaatsen. Allereerst waren dat de ondereinden van de wanden waar een plint van tegels bij het schrobben het optrekken van het vuile water in de muur verhinderde. Ook in de schouw, waar gestookt werd, kwamen tegels om roet en walm gemakkelijker te kunnen verwijderen. Al eeuwenlang maken mensen voorwerpen van klei. Door klei te bakken op een temperatuur van 800-1000 graden ontstaat aardewerk. Dit aardewerk is echter poreus. De ontdekking van glazuur was een belangrijke ontwikkeling. Plinttegels in de kelder van de Karperhoeve aan de Zuidbuurt in Maassluis.
vijfendertigste jaargang nr. 4, september 2011
Door het aardewerk, na het aanbrengen van glazuur voor een tweede maal te bakken ontstaat een glasachtig doorschijnend laagje, dat het voorwerp niet alleen waterdicht maakt, maar ook verfraaid. In het Midden-Oosten werd al omstreeks 1000-600 voor Christus een tinglazuur toegepast die een witte, glanzende laag opleverde. Op deze laag konden versieringen in kleur aangebracht worden. Met de Moorse verovering van Zuid-Spanjekwam de techniek naar Spanje. De betegelde wanden van het veertiende-eeuwse Alhambra in Granada laten dat op fraaie wijze zien. In de vijftiende eeuw kwam in Spanje de tegelfabricage tot grote bloei. De techniek verspreide zich verder. Eerst naar Italië en vandaar naar het welva-
rende Antwerpen. In de zestiende eeuw werden daar vooral veelkleurige tegels gemaakt met ornamentele patronen in de kleuren blauw, groen, paars, oranjebruin en heldergeel. Vaak waren er vier of zelfs zestien tegels nodig op het patroon volledig te laten spreken. Noordelijke Nederlanden Tijdens de Tachtigjarige Opstand kwam de handel vanuit Antwerpen tot stilstand. Veel handwerkslieden vertrokken naar Engeland, Duitsland en naar de Noordelijke Nederlanden. Zo ontstond ook in steden als Middelburg, Rotterdam en Haarlem een tegelindustrie. De tegels lijken in het begin nog erg op de Zuid-Nederlandse tegels, maar na ca. 1600 krijgen ze een eigen Hollands karakter. Het ornamentele patroon verdwijnt langzamerhand. Iedere tegel krijgt een eigen hoofdmotief, zoals een portret, een soldaat of een dier. De afbeelding staat in een cirkel of een kwadraat. Later verschijnen ook vruchten en bloemen op de tegels. De hoekversieringen zijn overwegend blauw en vormen bij het samenvoegen van vier tegels een nieuw decoratief patroon. Aan het begin van de zeventiende eeuw ontstaan ook tegelbakkerijen in Utrecht, Delft, Gouda, Hoorn, Enkhuizen, Harlingen, Makkum en Bolsward. Vanaf 1620 kwam, onder invloed van geïmporteerd aardewerk uit China, de bekende blauwe tegel in zwang. Ook werden Chinese motieven toegepast op tegels. ‘Delfts blauw’ is niet alleen een verzamelnaam voor aardewerk beschilderd in blauwe kleur, maar ook voor tegels. Ook tegels gemaakt in andere plaatsen worden Delfts genoemd. Pas in de achttiende eeuw werden naast blauwe tegels ook mangaankleurige (van paars tot bruin) decoraties gemaakt.
13
Cirkeltegels met Spaanse krijgslieden, ca. 1600. Foto C. van der Pols/nl.wikipedia.
Blauwe tegels met Spaanse krijglieden. Foto C. van der Pols/nl.wikipedia.
Kwadraattegel met bloemen en lelie als hoekversiering, midden17e eeuw. Collectie Frits van Ooststroom.
Voorstellingen Door de grote welvaart in de zeventiende eeuw nam de toepassing van tegels enorm toe. Ze werden overal toegepast: als plinttegels, in schouwen, gangen, trapportalen en keukens. Aan onderwerpen voor decoratie geen gebrek: ridders, ruiters, soldaten, schepen, spelende kinderen, dieren, vogels, insecten, vissen, zeemonsters en zeemeerminnen, bloemen, huizen, molens, landschappen en beroepen. Dieren, vooral die uit vreemde werelddelen werden vaak vreemd getekend, omdat men ze niet uit eigen ervaring kende. Ook bestaan er veel tegels met Bijbelse voorstellingen. Tegelschilders waren dikwijls gewone ambachtslieden die het tekenen en natekenen van voorstellingen in de praktijk hadden geleerd. Het merendeel van de in Nederland gemaakte tegels is dan ook nogal primitief. Als voorbeelden werden etsen en gravures gebruikt die door anderen gemaakt waren. Zo zijn veel Bijbelse voorstellingen geënt op gravures van Pieter Schut (1615-1660). Er zijn 592 verschillende Bijbelse voorstellingen op tegels bekend.
Hoekversieringen De oudste tegels zijn vrijwel helemaal vol geschilderd: de afbeelding bedekte het gehele vierkant. Later kwam de voorstelling meer in het centrum te staan, terwijl in de hoeken versieringen werden getekend die op elke tegel werden herhaald. Er waren verschillende soorten hoeken. De bekendste zijn de Franse lelie, de ossenkop, het bijtje, het eikenblad en de anjer. Eerst waren deze hoekversieringen tamelijk groot. Hoe groter de hoekversiering en hoe groter de voorstelling in het centrum, hoe ouder de tegel. In de loop van de tijd werd de hoekversiering kleiner en vertoonde de tegel meer wit. Ook te tekening werd minder zorgvuldig. In de tweede helft van de achttiende eeuw ging men het vierkant weer helemaal vullen. De decoraties in die tijd vertonen vaak kenmerken van de zogenoemde Lodewijkstijlen, maar daarnaast blijven ook de zeventiende-eeuwse motieven in zwang. Tegels werden in de loop der tijd ook dunner: 14-20 mm in de zestiende eeuw tot 5-10 mm in de achttiende en negentiende eeuw.
Hoewel de hoofdmaten wel kunnen verschillen bleven de tegels over het algemeen omstreeks 13 x 13 cm groot.
Mangaankleurige tegeltableaus op de schouwboezem in de Lickebaertshoeve in Maasland.
vijfendertigste jaargang nr. 4, september 2011
Tegeltableaus Vanaf de tweede helft van de zeventiende eeuw kwamen tegeltableaus in de mode. Dit zijn meestal figuratieve schilderingen verdeeld over twee of meerdere tegels. Er is een tableau bekend dat uit 931 tegels bestaat. De grootste tegeltableaus ooit in Nederland vervaardigd bevinden zich in de kloosterkerk Madre te Deus in Lissabon. Veel tableaus werden op bestelling gemaakt voor paleizen, kerken en kloosters in heel Europa en daarbuiten. Het woord tableau voor een dergelijke uitvoering kwam overigens pas aan het eind van de negentiende eeuw in gebruik. Daarvoor sprak men, evenals in de schilderkunst van een ‘stuk’ of ‘stukje’. In veel gevallen is de voorstelling gevat in een omlijsting die deel uitmaakt van de tableautegels. Tableaus kunnen echter ook omlijst zijn door losse randtegels, meestal een halve tegel hoog. Landschapstegels tegen de achterwand van de schouw in de Lickebaertshoeve. Ter weerszijden tegelzuilen met fraaie decoraties.
14
Kanarie in kooi. De randtegels zijn vermoedelijk niet authentiek. Lickebaertshoeve, Maasland.
Tableaus in de Lickebaertshoeve In boerderijen in Midden-Delfland zijn de tableaus vaak bescheiden van afmetingen. Twaalf tegels is gebruikelijk, maar soms zijn ze veel groter. In de Lickebaertshoeve aan de Oostgaag in Maasland telt een zijwand in de tegelkamer liefst vier tableaus van 24 tegels, omgeven door randtegels. Twee tableaus, met romantische voorstellingen zijn aangebracht op de schouwboezem,
twee andere zitten ter weerszijden daarvan. De achterwand van de schouw is bekleed met een brede strook minutieus geschilderde landschapstegels en ter weerszijden van de schouw zitten twee pilaarkolommen van twee tegels breed en dertien hoog, met decoratieve ranken, vogels en maskers. Een en ander is bepaald niet gebruikelijk in een boerderij. Mogelijk is deze tegelwand een latere toevoeging,
Tegelwand met drie tableaus in de boerderij Westgaag 74, tweede helft negentiende eeuw. De marmeren schoorsteenmantel dateert van de jaren dertig van de twintigste eeuw. Foto Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
Meerkleurig tableau van man met paard. Lickebaertshoeve, Maasland.
want de stookplaats moet oorspronkelijk tegen de buitengevel hebben gezeten, waar de daar aanwezige tuitgevel verwijst naar een grote schouwboezem op die plaats. Meer gebruikelijk in boerderijen zijn de voorstellingen en uitvoering van de andere tableaus in deze tegelkamer: o.a. een kanarie in een kooi (zes tegels en - niet authentieke - randtegels) en een man met paard (zes tegels). De Lickebaertshoeve werd in 1778 gebouwd in opdracht van de rijke boer Pieter van der Kooij. Thans is hier een restaurant gevestigd. Herstelde tegelwand De boerderij Westgaag 74 in Maasland was jarenlang erg verwaarloosd, maar werd door de nieuwe bewoners, Piet en Ella Koornneef, op een heel bijzondere wijze hersteld en gerestaureerd. Bij deze restauratie werd zo weinig mogelijk vernieuwd. Het bestaande werd hersteld of er werd tweedehands materiaal gebruikt. Moeilijk was dat bij de tegelwand in de achterkamer. De tableaus die hier vroeger zaten waren door de vorige eigenaar verwijderd. Er zaten slechts open plekken in de verder uit ‘witjes’ bestaande wand. Hoe krijg je die tableaus weer terug? De boerderij behoort tot de oudsten in de regio en dateert uit de zestiende eeuw. Oorspronkelijk had de boerderij een diep voorhuis met tegen de brandmuur een brede schouw met een grote rookvang en schouwboezem op de zolder daarboven. Die schouwboezem is nog aanwezig, maar in de negen-
vijfendertigste jaargang nr. 4, september 2011
15
Eén van de twee zijtableaus van de tegelwand in Westgaag 74, gefotografeerd in de jaren tachtig van de twintigste eeuw.
Hetzelfde tableau in de nieuwe uitvoering, gemaakt door Anneke van de Boogaart in 2010/2011.
Tegeltableau op de schoorsteenboezem in de Hoeve Staelduin in Heenweg (’s-Gravenzande) met vrijwel dezelfde voorstelling als het zijtableau aan de Westgaag. Foto Ron Nieuwenhuizen. Uit: Harry Groenenwegen e.a., Monumentaal Westland. Fotoboek rijksmonumenten Westland. Naaldwijk, 2007.
tiende eeuw is het voorhuis gesplist in een voor- en achterkamer. In plaats van de grote schouw kwam er een kachel met schoorsteenboezem. Het rookkanaal en de wand werden bekleed met tegels met op de schoorsteenboezem een fraai tableau van twintig tegels met op de hoek een strook randtegels. Op de wanden ter weerszijden kwamen twee eenvoudige en vrijwel identieke tableaus. Zoals gezegd bleken de tableaus verdwenen. Wel waren er afbeeldingen van beschikbaar. Besloten werd om de vroegere tableaus en randtegels te laten namaken. De keramiekschilderes Anneke van de Boogaart uit Pijnacker was bereid het karwei te klaren. Inmiddels zit alles op zijn plaats en het is nauwelijks te zien dat een en ander nieuw is. De afbeeldingen Het kleurrijke hoofdtableau toont op de voorgrond koeien, schapen en koperen melkkannen. Daarachter een boerderijtje en een boer met juk. Op de achtergrond een meer met aan de horizon een kerkje, boerderijen en een aantal bomen. De nieuwe voorstelling is vrijwel gelijk aan de oude, alleen de knotwilg naast het boerderijtje heeft nu een natuurlijker bladerkroon dan de ‘palmbladeren’ van voorheen. De kleinere tableaus tonen een boerderij met een boerin die de ganzen voert. Op de achtergrond een
meer met zwanen en een bootje met daarachter twee boerderijen en een molen aan de horizon. Dat dergelijke tableaus toch ‘standaardwerk’ is toont een vergelijking met andere tableaus in de regio. Zo is een tableau in de Hoeve Staelduin bij Heenweg (’s-Gravenzande) vrijwel identiek, alleen staan hier koeien op de plaats van de zwanen. Ook het tableau in de Hoeve Sophia aan de Groeneweg in Kethel is vrijwel identiek, met koeien op de voorgrond. Beide laatstgenoemde tableaus zijn in mangaankleur uitgevoerd. De ‘nieuwe’ tegeltableaus in de boerderij aan de Westgaag waren voor het eerst te bewonderen tijdens Midden-Delfland Open op 16 april van dit jaar. Piet en Ella Koornneef zullen er ongetwijfeld voor zorgen dat hun fraaie en authentieke boerderij ook bij andere gelegenheden te bezichtigen is. Het is zeer de moeite waard om dan ook de tegeltableaus te gaan bekijken.
Frits van Ooststroom Foto’s Frits van Ooststroom, tenzij anders vermeld.
De voorgevel van de zestiende-eeuwse boerderij van Piet en Ella Koornneef aan de Westgaag in Maasland.
Tegeltableau in de Hoeve Sophia aan de Groeneweg in Schiedam-Kethel met vrijwel dezelfde voorstelling als het zijtableau aan de Westgaag.
vijfendertigste jaargang nr. 4, september 2011
16
Minister lijkt voor te sorteren op de Blankenburgtunnel Dit najaar zal de minister van Infrastructuur en Milieu (I&M), Melanie Schultz van Haegen, na een advies van de portefeuillehouder van Verkeer van de Stadsregio Rotterdam, Jeanette Baljeu, een voorkeursbesluit nemen ten aanzien van de aanleg van een Nieuwe Westelijke Oeververbinding (NWO). Het wordt de Oranjetunnel (ten westen van Maasdijk) of de Blankenburgtunnel vanuit Rozenburg met een snelweg door de Zuidbuurt tussen Vlaardingen en Maassluis. Met andere organisaties heeft de Midden-Delfland Vereniging deelgenomen aan de meedenkavonden (de brede verkenningsfase) van de Projectorganisatie Rotterdam Vooruit van het Ministerie van I&M. Op deze wijze dachten wij enige inbreng te hebben in het besluitvormingsproces ten aanzien van de NWO, dicht bij het vuur te zitten waar het informatievoorziening betreft en te kunnen beoordelen of het proces integer en verantwoord zou verlopen. Nu het participatieproces is afgesloten moeten wij vaststellen dat onze inbreng niet tot het gewenste resultaat heeft geleid. De Blankenburgtunnel is in drie varianten nog steeds een zeer serieuze optie. Wel hebben wij kunnen vaststellen dat het proces veel mankementen heeft vertoond en De Zuidbuurt. Foto Henk Groenendaal.
nog steeds vertoont en dat ons vermoeden is versterkt dat toegewerkt wordt naar een reeds ingenomen standpunt, namelijk de keuze voor de Blankenburgtunnel. Een kwalijke zaak te meer daar de Tweede Kamer in juni 2010 een motie heeft aangenomen waarin de minister wordt verzocht om de aanbevelingen van de commissie Elverding ter harte te nemen. Dit impliceert onder meer “dat gekomen moet worden tot besluiten van een zodanige kwaliteit qua inhoud en procesgang dat deze maatschappelijk zo breed mogelijk worden gedragen”. Geen draagvlak Er zou dus voor het te nemen voorkeursbesluit draagvlak gecreëerd
moeten worden. Maar tégen de Blankenburgtunnel zijn naast de Midden-Delfland Vereniging nog steeds onder meer de gemeentes Schiedam, Vlaardingen, Maassluis, Midden-Delfland, de deelgemeente Hoek van Holland, de Stadsregio Haaglanden, Natuurmonumenten, Milieufederatie, Milieudefensie, Blankenburgtunnel NEE én Groeiend verzet. Van voldoende draagvlak voor een keuze voor de Blankenburgtunnel is dus geen sprake. De belangenorganisatie Blankenburgtunnel NEE waarin de MiddenDelfland Vereniging participeert, heeft het in juni daarom noodzakelijk gevonden de leden van de vaste Kamercommissie voor I&M door een uitgebreide rapportage op de hoogte te stellen van de vele technische en inhoudelijke onvolkomenheden in het participatieproces. Het rapport onderstreept tevens dat het draagvlak voor een keuze ten gunste van de Blankenburgtunnel ten enenmale ontbreekt. Ook in een brief van 1 augustus heeft de Midden-Delfland Vereniging met andere organisaties diezelfde vaste Kamercommissie er op gewezen dat de wijze waarop nu gekomen is tot de vier tunnelvarianten, die ten behoeve van de Plan-MER (Milieu Effect Rapportage) verder onderzocht zullen worden, in strijd is met het advies van de commissie Elverding. De gekozen werkwijze is volkomen ondoorzichtig. Het Ministerie heeft weliswaar kenbaar gemaakt dat een verantwoording van de selectie van de te onderzoeken vier tunneltracévarianten (één voor de Oranjetunnel - in twee scenario’s - , en drie voor de Blankenburgtunnel) als bijlage bij de Rijksstructuurvisie zal worden opgenomen maar als deze verschijnt, is het (ontwerp)plan-MER al gemaakt en kunnen belanghebbenden alleen nog maar achteraf commentaar leveren. Dan zal blijken dat er onvoldoende draagvlak is voor de geselecteerde varianten en dat de Plan-MER onvolledig is, met ernstige vertragingen als gevolg. De leden van de Kamercommissie worden in de brief daarom dringend verzocht de minister er toe te bewegen eerst inzicht te geven in de motivering en de wijze waarop de selectie van de vier varianten tot stand is gekomen voordat het onderzoek naar de geselecteerde varianten wordt gecontinueerd. In het eerder genoemde rapport van Blankenburgtunnel NEE worden niet minder dan 27 redenen
vijfendertigste jaargang nr. 4, september 2011
17
genoemd waarom het uitgevoerde participatieproces de toets van de commissie Elverding niet kan doorstaan. De uitkomsten van het proces zouden dus ook niet mogen of kunnen leiden tot welk besluit dan ook. Nadelen Blankenbergtunnel Hieronder slechts een kleine greep uit de vele grote nadelen van een Blankenburgtunnel die overigens al tijdens het proces door deelnemers zijn geuit, maar waarop door vertegenwoordigers van de projectorganisatie niet of onvoldoende werd ingegaan. - Tijdens het participatieproces is ondanks herhaaldelijk protest van deelnemers uitgegaan van een verouderd rekenmodel, slechts doorgerekend tot 2020 en zonder de ingebruikname van Maasvlakte II erin te betrekken! Toch werd van de deelnemers verwacht zich een mening te vormen over de mogelijke tunneltracés. Het nieuwe rekenmodel komt pas in augustus ter beschikking. Rijkelijk laat want het participatieproces is dan al enkele maanden eerder beëindigd. - De Blankenburgtunnel ontlast weliswaar de Beneluxtunnel maar niet het omliggende wegennet. Juist een Oranjetunnel zou er voor kunnen zorgen dat het haven-gerelateerde verkeer, bij de voortgaande verschuiving van de havenactiviteiten naar het westen, niet meer helemaal via Vlaardingen en Rozenburg hoeft te worden omgeleid. Het wegverkeer kan dan immers met een verbrede A15 en via de veilingroute (A54) vlot worden afgewikkeld. - Op en rond het Kethelpein en de A20 zal bij aanleg van een Blankenburgtunnel in de spitsuren dagelijks een verkeersinfarct ontstaan dat slechts met uitbreiding van het aantal rijbanen van de A20 deels kan worden voorkomen. Het paard wordt hiermee achter de wagen gespannen… - De uitkomsten van het rapport van verkeerskundig bureau Goudappel Coffeng (april 2011), waarin wordt vastgesteld dat een Blankenburgtunnel minder verkeer zal afwikkelen dan door het Ministerie wordt aangenomen, is tijdens de verkenningsfase niet meegenomen maar ook niet weersproken. - Vertegenwoordigers van de projectorganisatie weigerden tijdens
de meedenksessies in te gaan op de conclusies van het rapport uit 2007 van oud-minister Pieter Winsemius waarin is vast komen te staan dat een NWO in combinatie met een verlengde A4 onmogelijk is. - Geen duidelijkheid is gegeven over de aansluiting van het Blankenburgtunneltracé op de A20. Gevreesd moet worden dat de aansluiting middels een fly-over zelfs deels ten noorden van de A20 komt te liggen. Het gevolg is nog meer aantasting van het landschap en de zekere ondergang van de eeuwenoude eendenkooi in de Aalkeet-Buitenpolder. - In de presentaties van de studies van Verkeer en Waterstaat is geen onderscheid gemaakt tussen personen- en vrachtverkeer alsof dit geen invloed zou hebben op de meetresultaten met betrekking tot CO2 uitstoot, geluidoverlast e.d. - De gevolgen voor de luchtkwaliteit en overige milieuaspecten van de tunnelvarianten zijn tijdens de gehele verkenningsfase buiten beschouwing gelaten. - Tijdens de meedenkbijeenkomsten werden zwaarwegende gebiedskenmerken zoals rijksmonumenten en delen van de EHS (Ecologische Hoofdstructuur) niet in beide zoekgebieden gelijk gewogen. Wat in het Oranjetunneltracé moest worden ontzien werd in het Blankenburgtunneltracé niet als bezwaarlijk gekwalificeerd. - Uit een globale kostenvergelijking zou blijken dat zelfs een lange Blankenburgtunnel-variant inclusief aanpassingsmaatregelen voordeliger zou zijn dan een Oranjetunnel. Op de vraag hoe de tunnelmond, de fly-over en de verbrede A20 zodanig ingepast kunnen worden dat het kostbare landschap ook voor de komende generaties behouden blijft, werd niet ingegaan. Neemt men de opoffering van het landschap, vervuiling van het milieu en de sterke achteruitgang van de leefbaarheid mee in de berekeningen dan zal de Blankenburgtunnel uiteindelijk aanzienlijk duurder uitvallen dan de Oranjetunnel. - Pas tijdens de laatste sessie in het participatieproces bleek voor het Blankenburgtunneltracé een geboorde tunnel niet mogelijk omdat die voor de gemeente
vijfendertigste jaargang nr. 4, september 2011
8 oktober protestmanifestatie Op zaterdag 8 oktober a.s. wordt op het terrein bij de eendenkooi langs de A20 door Natuurmonumenten een protestmanifestatie belegd. Het beoogde aantal deelnemers is ca. 200 maar het is de bedoeling de demonstratie uniek in haar soort te laten zijn: live op internet te volgen en tegenstanders van de Blankenburgtunnel zullen on-line door het zetten van een handtekening, direct van zich kunnen laten horen. Voor de manifestatie zullen ook de minister, de portefeuillehouder van Verkeer en Tweede Kamerleden worden uitgenodigd en natuurlijk wordt ook de (landelijke) pers verwacht.
Rozenburg onaanvaardbaar zou zijn en tevens te duur zou uitvallen. Kiezen voor het alternatief, een zinktunnel, betekent echter wel dat vrijwel het gehele gebied tussen de Waterweg en de A20 moet worden omgeploegd en ook de EHS (Rietputten en Volksbos) en enkele rijksmonumenten onmogelijk kunnen worden gespaard. Blankenburgtunnel NEE zal haar visie extra kracht bijzetten tijdens het Rondetafelgesprek van eind september waarvoor zij door de vaste Kamercommissie is uitgenodigd.
Arie van der Kooij
Protestbord aan de Zuidbuurt. Foto Henk Groenendaal.
18
Bericht van Vockestaert
Hoeveel boerenzwaluwen zijn er nog? Het is altijd weer leuk om de eerste zwaluwen in het voorjaar te zien. Het zijn vrolijke vogels die door de lucht zwieren op zoek naar insecten. Soms tref je op een warme zomeravond een hele kolonie al kwetterend aan op een ijzeren draad. Er zijn verschillende soorten zwaluwen. In dit verhaal gaat het over de boerenzwaluw. Er broeden nog relatief veel boerenzwaluwen in Nederland. Toch staat hij op de zogeheten ‘rode’ lijst van bedreigde soorten, omdat de stand sinds 1950 met minstens de helft is afgenomen. Het jaar 2011 is door Vogelbescherming Nederland en SOVON Vogelonderzoek uitgeroepen tot ‘Jaar van de boerenzwaluw’. Ruim 700 broedparen Om erachter te komen hoeveel boerenzwaluwen broeden in Nederland hebben Vogelbescherming Nederland en SOVON vrijwilligers gevraagd om dit jaar de nesten op te sporen en door te geven op welke plekken de vogels broeden. De vrijwilligers Frank van der Knaap en Gé Vollebregt van agrarische natuurvereniging Vockestaert zijn op pad gegaan en telden in de gemeentes Midden-Delfland, Westland en deelgemeente Hoek van Holland in totaal zo’n 700 broedparen. In de gemeente Midden-Delfland werden de meeste broedpaartjes geteld: zo’n 568 tot 588. Voor de Jonge boerenzwaluwen bedelend om voedsel. Foto Frank van der Knaap.
vijfendertigste jaargang nr. 4, september 2011
gemeente Westland kwamen Frank en Gé op 124 tot 129 broedparen en in Hoek van Holland vonden ze er ongeveer tien. Midden-Delfland werd ingedeeld per polder. In de Holierhoekse en Zouteveense polder broeden dit jaar meer dan 130 stelletjes boerenzwaluwen, gevolgd door de Klaas Engelbrechtspolder met 77 broedparen. In het Westland spande Poeldijk de kroon met bijna dertig broedende boerenzwaluwen. Hekkensluiter waren hier Naaldwijk en Kwintsheul met niet meer dan drie nestjes. Boerenzwaluw is geliefd “Tijdens onze zoektocht vertelden de eigenaren van boerderijen en schuren dat ze altijd blij verrast zijn als de boerenzwaluwen weer aan komen vliegen in het voorjaar”, zo vertellen Frank en Gé. De boerenzwaluw is geliefd, zo merkten zij aan de reacties. “Soms waren ze niet teruggekeerd naar hun nest en kregen we de vraag: wat moeten we doen om de zwaluwen weer te laten broeden in onze schuur of boerderij?
De boerenzwaluw is een echte trekvogel. In september trekken ze naar Afrika om te overwinteren. Meestal verzamelen ze zich voor het vertrek in een grote groep op een boerderij. Vrijwel alle ouderparen broeden weer in het oude nest. Van de jongen vestigt tachtig procent zich in de buurt van hun geboorteplaats. Boerenzwaluwen broeden twee en soms zelfs drie keer per jaar en worden gemiddeld vier jaar oud. Ze eten vooral insecten die binnen vijfhonderd meter van de broedplaats worden verzameld. Heeft u ook broedende boerenzwaluwen? Mail dan even naar:
[email protected]
Vooral in Midden-Delfland kunnen veel mensen precies vertellen op welke datum de boerenzwaluw weer in de schuur of de stal verscheen. Sommige mensen zetten in het voorjaar de deur van de schuur zelfs open voor de eerste boerenzwaluwen. En er zijn boeren die ‘s nachts de deur van de stal even dicht doen om de zwaluwen te beschermen voor de kerkuil. De boerenzwaluwen komen uit Afrika (regio Nigeria, Ivoorkust) waar ze de winter hebben doorgebracht. Ik probeer me dat vaak voor te stellen als ik mijn eerste boerenzwaluwen zie vliegen. Fascinerend!”, zegt Frank van der Knaap.
19
Dertig nesten in stal in Maasland De meeste boerenzwaluwen broeden op boerderijen en melkveebedrijven. In het Westland zijn niet veel boerderijen en daar heeft de boerenzwaluw z’n intrek genomen in tuinbouwschuren. Van der Knaap: “Dit hadden wij niet verwacht. Gé en ik begonnen met zoeken naar boerenzwaluwen in de directe omgeving van groot vee (koeien en paarden). Nu viel het aantal broedparen bij maneges erg tegen. Hier zaten veel minder boerenzwaluwen dan verwacht. Maar bij particulieren die een stalletje met paarden hadden vonden we ze gelukkig wel. Het grote aantal boerenzwaluwen in tuinbouwschuren was een aangename verrassing. In ‘s Gravenzande kwamen we in een schuur van een tuinbouwbedrijf zelfs zo’n 10 tot 12 nestjes tegen. Het record aantal nesten op één locatie was in Maasland. Hier vonden we in een ligboxenstal meer dan dertig nesten.”
Gevelstenen
Kandelaar Aan de smalle weg van Kethel naar Delft, aan de westoever van de Delftsche Schie, ligt de buurtschap Kandelaar. De buurtschap dankt haar naam aan herberg de Kandelaer die hier al was aan het begin van de zeventiende eeuw. In 1606 is ‘Corn. Corneliszn. waert in de Kandelaer aen de Schye in de Noort-Keethel’. In die eeuw kwam ook de trekschuitdienst tussen Delft en Rotterdam tot stand. Foto’s auteur.
Hygiëne oorzaak terugloop? De boerenzwaluw broedt het liefst op een plek met een dak boven zijn hoofd. Stallen met vee hebben de voorkeur vanwege de aanwezige vliegen en andere insecten die dienen als voedsel. Ook in schuren broeden volgens Frank van der Knaap veel boerenzwaluwen. “Als ze broeden in een schuur moet er altijd een opening zijn waar ze in en uit kunnen vliegen. Andere plekken waar ik boerenzwaluwen heb gevonden waren overkappingen van hooibergen. In melkhokken van boerderijen worden de vogels geweerd vanwege hygiëneregels. Dit is misschien ook wel een reden waarom er nu minder boerenzwaluwen in Nederland broeden dan pakweg vijftig jaar geleden. Vroeger hebben boerenzwaluwen ook onder bruggen in het Westland hun nestje gebouwd, maar dat gebeurt nu niet meer. Het is te druk geworden op het water met plezierbootjes die vooral in de broedtijd onder de bruggen doorvaren.”
Arie van Woerden
Het jaagpad van deze trekschuit loopt als Kethelsekade nog steeds langs de buurtschap. De herberg was een drukke aanlegplaats voor beurtschepen. Later is er ook een pontje naar de overkant van de Schie. In 1806 blijkt Willem Lagemans akte van patent te hebben als tapper, en overvaarder van het veertje aan de Kandelaar à 4 penningen per persoon. De kandelaar waar de naam van de buurtschap naar verwijst is als afbeelding terug te vinden op een gevelsteen in een steegje tussen Kandelaarweg en Kethelsekade. De gedenksteen zit in de zijgevel van het voorhuis van een boerderij. De tekst luidt: De eerste steen gelegd door Jan Bijl Jz, oud 8 jaar, 26 juli 1878. In de crisisjaren ruilt Piet Bijl de boerderij voor het naastgelegen café, annex kruidenierswinkel en pontveer. Maar de loop is er uit door toename van het autoverkeer. Café en winkel sluiten en het pontje wordt uiteindelijk in 1960 opgeheven. Iets ten noorden van de buurtschap ligt nu de Kandelaarbrug, een fietsbrug naar buurtschap Zweth op de oostelijke oever. Is de woning aan de andere kant van het steegje de opvolger van de herberg? De marmeren gevelsteen vermeldt als naam: Huize Kandelaar. Een twintigtal meters verder ligt aan de voet van de kade een voormalige koeienstal. In de grotendeels blinde zijgevel zit een gevelsteen met in reliëf een kandelaar, maar zonder tekst. De steen is 33 bij 16 cm groot en heeft een blauw fond. De kandelaar oogt nu vuilgeel, maar schijnt vroeger een zilverkleur te hebben gehad. Zou deze steen de gevel hebben gesierd van herberg de Kandelaer? Tot slot een kort rijmpje dat voorkomt op een primitief schilderijtje van de oude herberg en dat in de gelagkamer schijnt te hebben gehangen: Wie op te Schie wil schuijtje veeren Die moet de Candeleer passeeren. Op dit schilderijtje (waarschijnlijk uit de Franse Tijd) staat naast de herberg een stellage met daarbovenop een lantaarn, als een soort vuurtoren op kaarslicht? Raadselachtig…
Frits van Ooststroom vijfendertigste jaargang nr. 4, september 2011
20
Uit onze winkel Al deze artikelen zijn ook zeer geschikt om cadeau te doen.
Speciale uitgaven van de Midden-Delfkrant
Bestellen? Als u in het bezit wilt komen van een van deze producten, maakt u het bedrag incl. verzendkosten (de prijs tussen de haakjes) over op giro 3928463 t.n.v. MiddenDelfland Vereniging te Maassluis, onder vermelding van ‘aantal en omschrijving publicatie’. Verzeker u ervan dat uw naam en adres staan vermeld. U ontvangt de bestelling dan per post.
Water & Waterwegen 52 pagina’s; veel informatie, (kleuren)foto’s en illustraties.
Mapjes met 6 handzame wandelkaarten
Prijs ? 5,00 (7,00)
Met beschrijvingen van de bezienswaardigheden no 1, 2 of 3 Prijs leden per mapje ? 4,00 (5,80) / niet leden ? 5,00 (6,80)
Kwaliteit & Landschap 60 pagina’s; veel informatie, (kleuren)foto’s en illustraties. Prijs ? 5,00 (7,00)
Fietskaart Cultuur & Historie Prijs ? 2,00 (3,00)
Waterkaart Water & Oevers
Hergebruik & Herbestemming
Prijs ? 2,50 (3,50) In combinatie met de special ‘Water & Waterwegen’ kost de kaart € 1,50. U kunt de kaart samen met de special bestellen voor € 8,50 inclusief verzendkosten.
52 pagina’s; veel informatie, (kleuren)foto’s en illustraties. Prijs ? 5,00 (7,00)
Boeken ‘Kreen en Gruizig’ Henk Tetteroo
Prijs €? 12,00 (14,00)
‘Wonen in Woorden’ Henk Tetteroo
Prijs €? 14,50 (16,50)
Markant Midden-Delfland, een wereld apart Fotoboek door Gemma M.M. van WindenTetteroo
‘IJsmoppen uit Vlaardingen’ Gertruud en Frank Hazenberg Prijs ? 24,95 (28,00)
Prijs ? 22,00 (25,00)
Cultureel erfgoed Midden-Delfland Inspiratiebron voor beheer en ontwikkeling van het agrarische cultuurlandschap en streekeigen boerenerven. Een uitgave van Midden-Delfland is Mensenwerk en Vockestaert. Prijs ? 5,00 (7,25)
vijfendertigste jaargang nr. 4, september 2011
Diversen T-shirts L en XL geel of groen, ? 7,50 (10,10) Kinder T-shirts maat 128 en 152 wit met opdruk koe of boer ? 7,50 (10,10) Vlag Mooi Dichtbij (150 x 225 cm) ? 10,00 (14,90)
21
Beste Redactie
Foto’s van olifantenpaadjes Een olifantenpaadje is – om het populair te zeggen – de kortste weg van A naar B. En omdat de ruimtelijke ordenaar voor de weg van A naar B – soms uit esthetische, soms uit praktische overwegingen – vaak niet de kortste route gebruikt, nemen en maken mensen die route zelf. Ofwel: ze snijden af. Wat resulteert is een smal onverhard paadje, dat mensen al snel verkiezen boven het met veel belastingcenten aangelegde pad.
Familieportret In het juni-nummer van de MiddenDelfkrant, op bladzijde 8 staat een foto met mensen in de poort van de Hamwoning. Een ingelijst exemplaar van deze foto hangt bij mij in huis. Mijn vrouw stamt af van de daar gefotografeerde familie. In de poort staat het gezin van Machiel van Adrichem, die de Hamwoning pachtte van de gemeente Delft. De foto is naar schatting gemaakt begin 1905. In de poort staan van links naar rechts: Adrianus Jacobus Wilhelmus, Machiel van Adrichem (vader), Leonardus Petrus Jozef, Catharina Adriana Maria, Wilhelmina Tetteroo (tweede echtgenote van Machiel), Johanna Helena Maria, Helena Henrica Maria. Links voor de poort staat Cornelis Johannes Antonius. De drie kinderen rechts voor zijn uit het tweede huwelijk, van links naar rechts: Maria Wilhelmina Antonia, Jacobus Cornelis Antonius en Cornelia Maria Adriana. Machiel had 12 kinderen bij zijn eerste vrouw Cornelia Maria van der Drift en 8 kinderen bij zijn tweede vrouw, die eerst zijn huishoudster was. Op de foto ontbreken zeven kinderen, die al waren overleden. Er zouden nog vier kinderen geboren worden.
Hans Bruggeman, Maasland
Rectificatie
In het artikel op pagina 4/5 over de Adrianushoeve zijn een paar foutjes geslopen. De huidige gebouwen van de Adrianushoeve zijn niet van 1939, maar gebouwd in 1939 en daarna. Op de foto rechtsonder op pagina 5 is dochter Toos niet het kind links voor, maar het meisje daarachter. vijfendertigste jaargang nr. 4, september 2011
Voor de één zijn het storende sporen van burgerlijke ongehoorzaamheid en daarmee een onacceptabele aantasting van de (groene) openbare ruimte. Voor de ander zijn het levende bewijzen van het feit dat ruimtelijke ordenaars eigenwijze autisten zijn die zich niets gelegen laten liggen aan de natuurlijke gang van ’s mensens wegen. Voor mij – en voor velen met mij – zijn het fascinerende symptomen van de botsing tussen tekentafel en praktijk, tussen planning en gebruik. Ik heb het over zogenaamde olifantenpaadjes, een intrigerend fenomeen waarover onlangs een boek onder die zelfde naam verscheen, gemaakt door fotograaf Jan-Dirk van den Burg.
Het hierboven aangehaalde boek bevat veel mooie, lollige en soms zelfs hilarische voorbeelden van de wandelaar – en soms fietser – die zelf wel bepaalt welk pad hij verkiest. Alhoewel veel foto’s geschoten zijn in de (binnen)stedelijke omgeving, kent natuurlijk ook ons landelijke Midden-Delfland prachtige voorbeelden van dergelijke olifantenpaadjes. In de volgende editie van de Midden-Delfkrant willen wij aandacht besteden aan olifantenpaadjes in Midden-Delfland. Daartoe willen we de lezer oproepen actief op zoek te gaan naar olifantenpaadjes in de nabije omgeving en zijn of haar foto’s van dergelijke paadjes in te sturen naar de redactie. U kunt uw foto versturen aan
[email protected] onder vermelding van uw naam en adres en de locatie van het paadje.
Roelof uit Beijerse
Nieuwe waterkaart Westland/ Midden-Delfland In nauwe samenwerking met het promotieplatform Midden-Delfland en de ANWB hebben VVV Westland/Midden-Delfland en de Stichting Groen Goud, een waterkaart voor het (vaar)gebied Westland/ Midden-Delfland ontwikkeld. De waterkaart (schaal 1:50.000) beslaat het gebied in de driehoek Den Haag, Rotterdam en Hoek van Holland. Op de kaart ook een inzet met de plattegrond van Delft. Op de achterzijde is het toeristisch (watersport) ABC, de wet- en regelgeving in dit vaargebied en praktisch informatie voor de watersporter te
vinden. Kortom: een zeer complete kaart voor de watersportliefhebber uit de regio. De vaarkaart (€ 7,95) wordt onder andere verkocht via diverse VVV- en ANWBvestigingen, een aantal lokale boekhandels en watersportwinkels.
ANWB Waterkaart
Westland/ Nederland Midden-Delfland
S CH A AL 1:50000
22
Verenigingsnieuws Tot haar spijt ontving de redactie deze keer geen verenigingsnieuws van het bestuur. Uit de ‘vrije nieuwsgaring’ zijn de volgende berichten opgepikt: Ledenavond 28 september in ‘De Hoornbloem’ in Den Hoorn Het bestuur nodigt de leden uit om op woensdag 28 september aanwezig te zijn op een ledenavond met twee lezingen. Menko Wiersema spreekt over ‘Blaarkoppen met een geschiedenis in Midden-Delfland’. Na de pauze wordt een film vertoond die Mieneke Meij met studenten maakte over de Vlaardingervaart in Schipluiden. De avond begint om 19.30 uur, de zaal is open vanaf 19.00 uur. De Hoornbloem is aan het Koningin Julianaplein 1-3 in Den Hoorn. Toegang voor leden met partner of introducé gratis (zie de bon bij de laatste Midden-Delfkrant), nietleden betalen € 5,-. Special Een eerste exemplaar van de special over Hergebruik & Herbestemming in Midden-Delfland is op 9 september door de voorzitter van de Midden-Delfland Vereniging aange-
Maak de Midden-Delfland Vereniging groter en sterker De Midden-Delfland Vereniging groeit gestaag, maar het draagvlak voor onze activiteiten kan niet groot genoeg zijn. Maak daarom een vriend(in) lid en ontvang zelf een cadeaubon van ? 5,- te besteden in onze winkel. Stuur een briefje of e-mail met uw naam, adres en telefoonnummer en dat van het nieuwe lid aan de Midden-Delfland Vereniging, Burgemeester Musquetiersingel 40, 2636 GG Schipluiden of aan
[email protected].
vijfendertigste jaargang nr. 4, september 2011
Gedeputeerde Han Weber, links op de foto, ontvangt de nieuwe special uit handen van Ben van der Velde; rechts op de foto burgemeester Rodenburg. Foto René Zoetemelk.
boden aan de nieuwe gedeputeerde Han Weber van de provincie ZuidHolland, die een kennismakingsbezoek bracht aan Midden-Delfland. Bezwaren tegen Bestemmingsplan Maaslandse Dam De vereniging heeft in augustus jl. bezwaar aangetekend tegen het
ter visie liggende ontwerp-bestemmingsplan dat nieuwbouwplannen aan de Maaslandse Dam mogelijk maakt. In de laatste 5 jaar heeft de Midden-Delfland Vereniging geijverd voor een herontwikkeling van dit voormalig tuinbouwgebied in lijn met de doelstellingen van de Gebiedsvisie van Midden-Delfland.
Verzendklaar Het vergt altijd een logistieke operatie om de krant op tijd bij de post te krijgen. Bij de Special (nr. 145) moesten ook nog twee bijlagen worden ingestoken, wat met veel helpende handen weer is gelukt. Het resultaat mag er zijn en woog 602 kg.
23
Elke vorm van vrije woningbouw aan de Maaslandse Dam wijst de vereniging af, omdat die in strijd is met het vrijhouden van de bufferzone. In de laatste plannen van de gemeente is weliswaar gekozen voor de ontwikkeling van een soort ‘bedrijvenpark met een concept’ (een Cittaslowpark), maar tegelijk wegen de financiële aspecten van het plan zo zwaar voor de gemeente Midden-Delfland, dat ook de bouw van (dure) woningen aan de Maaslandse Dam mogelijk blijft (via een wijzigingsbevoegdheid). De Midden-Delfland Vereniging wil dat deze optie uit de plannen wordt gehaald en is niet gerust op de bescherming van het toekomstige Cittaslowpark tegen ongewenste bedrijven of tegen eigenaren die bedrijven alleen gebruiken als ‘list’ om in het buitengebied te kunnen wonen. In de afgelopen jaren heeft de Midden-Delfland Vereniging samen met Groen Goud actief gewerkt aan een planvorming die deze bezwaren ondervangt. De gemeente heeft daar onvoldoende mee gedaan.
Redactie
Positieve reacties De special Hergebruik & Herbestemming blijkt in goede aarde gevallen. Van alle kanten krijgen we positieve reacties op dit nummer, enkele daarvan plaatsen we hieronder: Beste redactie, Met veel plezier ontvang ik steeds de Midden-Delflandkrant. Ook dit keer weer. Mijn complimenten. Een prachtig nummer. Jaap Wolf, Rotterdam Oud-voorzitter Recreatieschap Midden-Delfland Bij deze mijn complimenten voor de Midden-Delfkrantspecial Hergebruik. Een helder verhaal van begin tot eind en mooie plaatjes. Gerard van Vliet, Maasland
vijfendertigste jaargang nr. 4, september 2011
Bestuur Midden-Delfland Vereniging
Midden-Delfland Vereniging
Ben van der Velde, voorzitter Telefoon (010) 460 02 93
Secretariaat: Burgemeester Musquetiersingel 40 2636 GG Schipluiden Telefoon 06 42 10 54 07 (overdag)
[email protected] Rabobank 14.37.75.367 ING 3928463 (Midden-Delfland Vereniging te Maassluis) Verenigingenregister Haaglanden V 40397143
Jan van den Berg Telefoon (015) 380 86 77 Roelof uit Beijerse Telefoon (015) 380 51 26 Richard Jonker Telefoon (015) 261 90 99 Arie van der Kooij Telefoon (010) 880 40 73 Michel van Ruijven Telefoon (015) 380 88 70 Rudolf von Stein Telefoon 06 10 94 54 70 Werkgroep Bomen Midden-Delfland p/a Michel van Ruijven Wilgenlaan 8, 2636 HT Schipluiden Telefoon (015) 380 88 70
Werkgroep Historie en Landschap Midden-Delfland p/a Frits van Ooststroom Trekkade 20, 3137 KD Vlaardingen Telefoon (010) 474 25 98 Werkgroep Paden Midden-Delfland p/a Hein van Bohemen Holierhoek 36, 2636 EK Schipluiden Telefoon (015) 380 99 40 Website www.middendelflandvereniging.nl
Oogstmaand Septembermaand betekent fruit plukken of rapen. In eigen tuin of langs de openbare weg, zoals hier langs de Zouteveenseweg, waar een paar appelbomen staan. Voor wie het eerst komt! Tekst en foto PO.
24
Maatregelen in weidevogelpolder werken
Doel
Een aapje in het riet
Als wij bij de kinderen aankondigen een fiets- of wandeltocht te gaan maken, is de eerste vraag meestal voorspelbaar: waarheen dan? Omdat het antwoord er eigenlijk altijd op neerkomt dat het einddoel uiteindelijk hetzelfde is als het startpunt – namelijk ons eigen huis – volgt in de regel de tweede, minstens zo voorspelbare vraag: waarom dan? Leg een kind maar eens uit dat erop uit trekken in de natuur niets te maken heeft met een reis van A naar B, maar dat het gaat om de wandeling of de fietstocht zelf. Dat we dat doen om een frisse neus te halen, om de benen te strekken, om van de weidevogels te genieten, om een beetje in conditie te blijven of desnoods om de skyline van de ons omringende steden te bewonderen. Al die dingen, behalve om van hier naar daar en van daar weer naar hier te geraken.
Natuurmonumenten is al enkele jaren druk bezig om de Aalkeet-Buitenpolder beter geschikt te maken voor weidevogels. De resultaten zijn veelbelovend. In het eerste jaar na het verhogen van het waterpeil (2010) is het aantal weidevogels verdriedubbeld. De officiële tellingen van dit jaar zijn nog niet verwerkt, maar veldbezoeken en geluiden van vogelliefhebbers geven een positief beeld. Woudaapje in het riet. Foto www.benvandenbroek.com.
Laat staan dat ik mijn kinderen uit kan leggen dat met name wandelen wat mij betreft – net als het leven zelf overigens – bestaat uit het scheppen en verzamelen van verhalen, en dat dat dus in zichzelf leuk en interessant is. Nee, om aan de veilige kant te zitten kiezen wij voor een andere methode en haken aan bij die primitieve behoefte te denken in doelen, resultaten en uitkomsten. Want erop uit trekken in de natuur heeft weliswaar – ook hier weer, net als het leven zelf – geen einddoel, er zijn natuurlijk wel allerhande tussendoelen te benoemen. En die zijn er in ons gebied te over: een warme chocolademelk bij Op Hodenpijl, een tostietje bij Vlietzicht of een appelsapje bij De Hooiberg. Werkt gegarandeerd. Afgelopen zomer maakte ik een huttentocht in het westen van Oostenrijk. Zelfde principe; de hele dag bikkelen om ’s avonds de beloning te ontvangen in de vorm van een paar grote glazen Weißbier, een stevige schnitzel en de gezelligheid van bergwandelaars onder elkaar in een hut die van God en alles verlaten is en waar je ’s avonds, al zou je willen, niet meer wegkomt. Een ritueel dat zich een dikke week lang elke dag herhaalt. Zonder einddoel, louter tussendoelen. En… genieten! Inderdaad, net als het leven zelf.
Roelof uit Beijerse
Wouwaapje of woudaapje Midden-Delfland is blij verrast met deze zeldzame vogel. Zo zeldzaam, dat de naam zelf al vragen oproept: Wouwaapje of Woudaapje (Ixobrychus minutus). Mijn eigen vogelboeken geven geen uitsluitsel, maar de modernste schrijven het met een ‘d’. Het verschil in uitspraak is niet groot, maar is er een betekenisverschil? Dr. Jac. P. Thijsse schrijft in ‘Het Vogelboekje’ (1912) Wouwaapje en hij beargumenteert het als volgt: “’t Geluid dat ze maken … lijkt wel wat op dat van den Roerdomp, maar is veel korter en zachter (wouw, wouw)”. Als het blaffen van een hond. De vogel was echter al in de achttiende eeuw bekend als ‘Kleine Butoor of Woud-Aapje’ (M. Houttuyn, 1763) en ook in het Zuid-Afrikaans spreekt men van ‘Woudapie’. Het lijkt erop dat de voorkeuren zich in de loop van de tijd meer dan eens hebben gewijzigd, al vind ik de verwijzing naar het vogelgeluid het meest overtuigend en is de biotoop eerder riet dan woud. Waar géén twijfel over bestaat is de gestage afname van broedparen in de laatste vijftig jaar, waaraan het Wouwaapje sinds 2004 haar plaats op de Rode lijst te danken heeft. PO
vijfendertigste jaargang nr. 4, september 2011
Dit voorjaar kreeg Natuurmonumenten opeens verschillende meldingen dat er een woudaapje was gezien bij het rietveld in de AalkeetBuitenpolder. Het woudaapje is de kleinste reigersoort van Nederland en kan zich ontzettend goed verstoppen. Net als zijn grotere neef de roerdomp heeft hij een verticaal strepenpatroon over zijn borst lopen. Als hij gevaar voelt aankomen steekt hij zijn snavel omhoog en doet hij zijn borst naar voren. Dit wordt de paalhouding genoemd. De vogel verdwijnt dan kompleet tegen de achtergrond van het riet en is zelfs voor het geoefende oog niet meer terug te vinden. Bedreigd Het woudaapje is een zeer zeldzame broedvogel in Nederland. Normaal kiest hij vooral voor grote natuurgebieden met veel ruimte en rust. In de zomermaanden bezoeken de vogels Nederland om hier te broeden en hun jongen groot te brengen. Daarna vertrekken ze naar Afrika om daar de winter door te brengen. Vanaf de jaren ’70 van de vorige eeuw is het aantal broedparen van het woudaapje in Nederland sterk achteruit gegaan (van 120 tot ongeveer 20 broedparen in de afgelopen jaren). De terugloop is vooral te wijten aan het ontginnen van moerassen, verslechterde waterkwaliteit en verstoring van hun leefgebieden. Vanwege de sterke afname staat het woudaapje op de rode lijst van beschermde vogelsoorten en wordt hij ook door Europese wetgeving beschermd. Ondertussen zijn het woudaapje en de weidevogels al weer vertrokken uit de Aalkeet-Buitenpolder. Het broedseizoen is afgelopen. Het is nu tijdelijk rustig in het natuurreservaat. Over een maand of twee komen de eerste wintergasten al weer. Als de Blankenburgtunnel doorgaat is de kans klein dat het woudaapje zich in Midden-Delfland kan vestigen. Wilt u Midden-Delfland mooi en open houden? Zet dan u handtekening op www.natuurmonumenten.nl/blankenburgtunnel.
Martin Mos
Beheerteammedewerker publiekscommunicatie & projecten Natuurmonumenten