VII. DEEL SIGNALISATIE VII.1. Algemene beschouwingen De veiligheid op verkeerswegen kan op verschillende manieren worden verzekerd. De eenvoudigste manier zijn betere wegmarkeringen, aangepaste verticale signalisatie en het gebruik van fysiek beperkende middelen (plateaus, Berlijnse kussens, verhoogde oversteekplaatsen enz.). Wegmarkeringen ziet en respecteert de automobilist het beste. Horizontale signalisatie is dus het beste middel voor een goede verkeersgeleiding. Ze vormt een noodzakelijke aanvulling op bewegwijzering en op aanwijzingen van de politie. Ze moeten dus met de nodige zorg worden aangebracht (geometrische vorm, witheid en reflectie 's nachts). Er moet verf van goede kwaliteit worden gebruikt, om duurzame markeringen te bekomen. Verticale signalisatie omvat bewegwijzering en aanduidingen van de politie. Er moet dus de nodige zorg aan dit belangrijke element worden besteed: •
een goede keuze maken van aantrekkings- en bestemmingspolen om de bewegwijzering te optimaliseren,
•
ervoor zorgen dat de signalisatie goed zichtbaar is,
•
de signalisatie goed in de omgeving integreren,
•
de signalisatie leesbaarder maken zodat ze zonder problemen wordt waargenomen,
•
•
dat alleen de wegbeheerder aanwijzingsborden mag plaatsen of laten plaatsen. Overleg tussen de verschillende beheerders (Gewest, gemeente) is dus noodzakelijk.
•
de gemeentelijke beheerder staat in voor de buurtsignalisatie. Hij overlegt met de andere wegbeheerders: de directies Openbare werken en de technische wegendiensten van het Gewest. Hij vraagt op voorhand toestemming voor wegen die zij beheren.
•
hij moet gaan voor een globale aanpak en dus een globaal signalisatieplan voor het hele grondgebied van de gemeente uitwerken. De gemeente kan ook de goedkeuring van andere organisaties en belanghebbenden vragen.
•
alles signaleren is onmogelijk. De beheerder moet prioriteiten stellen in functie van de verkeerssituatie en van het algemeen belang.
Zoals eerder vermeld, kunnen met sommige borden routes worden uitgestippeld. Wanneer men een route aanduidt, moet men erop toezien dat de signalisatie conform het Verkeersreglement en de Code van de Beheerder is. In principe moet men zo weinig mogelijk borden plaatsen en hun effect met andere middelen versterken. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn verschillende routes uitgewerkt. Sommige daarvan lopen door de gemeente Schaarbeek. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest maakt men een onderscheid tussen: •
Routes die: - strategische plaatsen in het Gewest aanduiden: Centrum, Ring, Europese Instellingen, belangrijke kruispunten (Meiser) of assen (grote ring, Leuvensesteenweg) enz.,
zorgen voor een mooie vormgeving; de plaatsing mag andere weggebruikers niet hinderen.
- polyklinieken en ziekenhuizen, - stations en andere belangrijke communicatiepolen,
Wegsignalisatie bestaat dus uit twee belangrijke componenten: verticale signalisatie in de vorm van verkeersborden1 en horizontale signalisatie in de vorm van wegmarkeringen.
- politiekantoren en gemeentehuizen, - plaatsen voor recreatie en ontspanning (musea, parken, sportcentra, toeristische trekpleisters enz.),
In dit hoofdstuk geven we een globale beschrijving van de verticale signalisatie in de gemeente Schaarbeek.
- enz.
Wegsignalisatie valt uiteen in verschillende categorieën:
•
•
•
borden die een richting aangeven, aan de hand waarvan een route kan worden uitgestippeld,
•
borden die een zone aanduiden en kenmerken,
•
buurtsignalisatie of borden die een plaats of een specifiek kenmerk van een plaats aanduiden; ze worden in de onmiddellijke buurt van de betrokken plaats aangebracht.
We herinneren hier aan enkele principes i.v.m. de manier2 waarop deze verticale signalisatie moet worden geplaatst (plaatsingsvoorwaarden - BIVV). Bij de aanwijzingsborden (borden F25 tot F41)3 geldt:
Paden voor fietsers, voetgangers of ruiters. Routes waarlangs vrachtwagens door de stad worden geloodst op een manier die zo weinig mogelijk hinder voor de andere gebruikers veroorzaakt.
In verband met deze categorieën merken we het volgende op: •
Routes die verwijzen naar plaatsen die afhangen van gewestelijke of gemeentelijke overheden. De borden worden meestal aangebracht langs gewestwegen. Borden die
2
BIVV - Reglement van de wegbeheerder: door het ministerie van Verkeerswezen en Infrastructuur aanbevolen manier voor het plaatsen van verkeersborden, met name borden die plaatsen van algemeen belang of plaatsen met een toeristische bestemming aanduiden
3
1
http://www.signalisation.com/index2.html → Code van de Beheerder
Gemeentelijk Mobiliteitsplan Schaarbeek - Fase 2 – feb-08
Uittreksel uit “Signalisatie van plaatsen en inrichtingen van algemeen belang of met een toeristische bestemming ” – Ministerie van Verkeerswezen en Infrastructuur. Uitg.: Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid – februari 1991. VII-88
verwijzen naar ziekenhuizen, stations, politiekantoren en recreatiezones kunnen ook langs bepaalde gemeentewegen worden aangebracht. Borden die verwijzen naar strategische plaatsen tref je alleen langs gewestwegen aan. •
Fiets- of voetpaden vallen deels onder de bevoegdheid van het gewest of van de gemeente naargelang het gaat om gewestelijke of gemeentelijke routes. De gerealiseerde gewestelijke routes zijn vrij goed omschreven en aangeduid (kaarten en horizontale signalisatie); signalisatie van gemeentelijke infrastructuur is zo goed als onbestaand. Op gemeentelijk niveau tref je slechts in een paar straten horizontale signalisatie en borden om BEV's en andere eenrichtingsstraten aan te duiden.
Borden die een zone afbakenen en kenmerken4 en buurtborden die vlakbij of in de buurt van de sites en plaatsen waarnaar ze verwijzen worden aangebracht, vallen bijna allemaal onder de bevoegdheid van de gemeente. Bij het plaatsen van verkeersborden in de gemeente moet men met verschillende elementen rekening houden: •
plaatsingsstrategie in functie van de gebruikers. Het vrije verkeer en het zicht van de andere weggebruikers mogen niet worden gehinderd. Daarom worden grote borden het beste in zogenaamde dode zones geplaatst en niet op toegangsplaatsen of looproutes van andere gebruikers.
•
borden moeten wettelijk in orde zijn, zowel qua afmetingen als kleuren enz. en
•
het esthetische karakter van de zone of de wijk mag niet worden geschaad.
Men kan ook opteren voor wegmarkeringen om visuele vervuiling en onduidelijkheid door een teveel aan borden tegen te gaan (vooral bij het parkeren)5.
de ongevalgevoelige zones aangeduid, die in het kader van fase 1 van dit GMP in kaart zijn gebracht. Om bestuurders te dwingen om oplettend te zijn in deze zones, werd aangepaste signalisatie aangebracht. Die moet de aanwezigheid van een school duidelijk maken. Dit wordt ondersteund met zones 30 en voorzieningen die de snelheid moeten beperken. Aanpassingen op en rond de weg zijn dus in de buurt van scholen een must. Het BIVV heeft over deze problematiek een brochure uitgegeven6. De brochure wijst op de noodzaak om de school zichtbaar te maken voor bestuurders van gemotoriseerde voertuigen. Dit kan: •
door reglementaire signalisatie aan te brengen,
•
door systematisch aan alle scholen in de gemeente hetzelfde soort voorzieningen en/of straatmeubilair aan te brengen,
•
door de scholen de mogelijkheid te bieden om eigen 'signalisatie' aan te brengen (beschilderde schoolmuren of muren verfraaid met elementen gemaakt door de leerlingen.
Om deze doelstelling te realiseren, raadt het BIVV onder meer aan om het schema in Afbeelding VII-4 te volgen. Dit laat toe om de school met reglementaire signalisatie veiliger te maken. Deze maatregelen kunnen nog met fysiek beperkende maatregelen worden aangevuld. Naast de borden in Afbeelding VII-1 en Afbeelding VII-4 worden nog meer borden in de omgeving van scholen gebruikt. We denken bijvoorbeeld aan het bord in de vorm van een fluogeel of fluo-oranje potlood. Er kunnen nog andere borden worden geplaatst, zoals bord A23 op een fluogele achtergrond.
Op onderstaande kaart VII-1 hebben we de polen aangeduid die voor gemeentelijke bewegwijzering in aanmerking komen: gemeentehuis, ziekenhuizen, kerkhoven, gekende plaatsen, theaters en andere culturele centra (min. 10 borden), zwembaden, belangrijke sportcentra, winkelcentra, sociale hulpdiensten, politiecommissariaat, postkantoor, belangrijke groenvoorzieningen, treinstation en metro- en premetrostations. Qua aanpak van de gemeentelijke bewegwijzering stellen we voor om de belangrijkste polen op alle kruispunten met gewestwegen aan te duiden (gewestwegen, hoofdwegen en interwijkwegen; zie kaart VI-1) in een straal van 1 kilometer rond de pool. Enige uitzondering is het gemeentehuis dat overal in de gemeente zal worden aangeduid. Wat de ziekenhuizen met een eerstehulpdienst betreft (ook die buiten de gemeente): op alle eerder vermelde kruispunten komen borden die je naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis leiden.
VII.2. Specifieke aanpak om scholen en schoolroutes veiliger te maken De veiligheid van kinderen op weg naar en van school is uiterst belangrijk voor de ouders. Het onveiligheidsgevoel wordt gesterkt door het grote aantal ongevallen met lichamelijke letsels die in de omgeving van scholen gebeuren. In hoofdstuk III.4 en op kaarten III-15, III-17 en III-18 zijn
4
Zones 30; blauwe, groene, oranje en rode parkeerzones enz.
5
Bron: Gewestelijk Ontwikkelingsplan
Gemeentelijk Mobiliteitsplan Schaarbeek - Fase 2 – feb-08
6
BIVV, 2002 - 30 km/u in schoolomgevingen. Voor een betere verkeersveiligheid in schoolomgevingen en op schoolroutes, 34 p. VII-89
Afbeelding VII-1 : typesignalisatie voor schoolomgevingen
Afbeelding VII-2 : andere voorbeelden die ook in schoolomgevingen kunnen worden toegepast (bron Planeco; foto genomen in Sint-Lambrechts-Woluwe)
Hierna een overzicht van andere borden die wijzen op de aanwezigheid van een school. De gemeentelijke beheerder moet uit al deze types een keuze maken. Het is wel aangewezen om te kiezen voor een uniforme signalisatie. De aanduiding van schoolomgevingen met wegmarkeringen, andere verhardingen en/of verhardingen in andere kleuren kan ook de aandacht van bestuurders trekken. Naast voorzieningen en reglementaire signalisatie moet er in de omgeving van scholen ook regelmatig worden gecontroleerd en moeten leerlingen attent worden gemaakt op de gevaren die ze lopen.
Afbeelding VII-3 : voorbeeld van informele signalisatie die in de buurt van scholen kan worden gebruikt (bron Planeco; foto genomen in Sint-Pieters-Woluwe) Om de zichtbaarheid en de pedagogische en esthetische aspecten van borden te verbeteren, kan men bijvoorbeeld ook samenwerken met striptekenaars om borden te ontwikkelen die dan bij alle scholen worden geplaatst (zie onderstaande voorbeelden).
Gemeentelijk Mobiliteitsplan Schaarbeek - Fase 2 – feb-08
VII-90
Kaart VII-1 : bewegwijzering en aantrekkingspolen
Gemeentelijk Mobiliteitsplan Schaarbeek - Fase 2 – feb-08
VII-91
Afbeelding VII-4 : reglementaire signalisatie voor schoolomgevingen Bron : BIVV, 2002, '30 km/u in schoolomgevingen'
Gemeentelijk Mobiliteitsplan Schaarbeek - Fase 2 – feb-08
VII-92
VII.3. Opmerkingen in verband met een doeltreffende signalisatie Tijdens onze bestandopname in de gemeente hebben we vastgesteld dat de huidige signalisatie en de aanduiding van scholen in het algemeen voldoet. Hierna een overzicht met aantrekkingspolen in de gemeente: scholen, gemeentelijke administratie, ziekenhuizen, gezondheidscentra en poliklinieken, sportcentra en zwembaden, het culturele centrum, theaters en andere zalen, bibliotheken en speelotheken (Nederlandstalige en Franstalige), plaatsen voor godsdienstbeoefening, de voornaamste kantoorgebouwen en winkelcentra, parken en groenvoorzieningen (Josaphat, Dailly enz.) enz. Al deze polen zijn aangeduid op de kaarten ‘kaart II-1: Uitrusting en polen', 'kaart II-2: Belangrijkste aantrekkingspolen' en 'kaart V-3: Uitrustingen en aantrekkingspolen voor zachte verplaatsingen’ die tijdens fase 1 van dit GMP werden uitgewerkt. Onze bestandopname heeft aangetoond dat de signalisatie van sommige winkelzones te wensen overlaat. Zo zijn de winkelzones van de Brabantstraat en de Helmetsesteenweg niet als dusdanig aangeduid op alle kruispunten die op deze winkelstraten uitkomen. We hebben ook vastgesteld dat er nergens verticale signalisatie van fietspaden is aangebracht. We stellen dan ook voor om een specifiek aanduiding voor gemeentelijke fietsroutes uit te werken, zoals vastgelegd in punt ‘II. Deel zachte verplaatsingen’ van de tweede fase van het GMP. Op dezelfde manier moeten ook de infrastructuur en toegangen tot parken die ook door minder mobiele mensen kunnen worden gebruikt, duidelijk met aangepaste signalisatie worden aangeduid, met inbegrip van podotactiele tegels en tactiele zuilen (plannen in reliëf, borden met aanduidingen in braille enz.). Op lange termijn (6 tot 18 jaar) moet de bewegwijzering in de gemeente worden geharmoniseerd en vernieuwd. Bij het plaatsen van nieuwe of het vervangen van bestaande aanduidingen, moet met de volgende criteria rekening worden gehouden: •
coherente en doorlopende signalisatie in de hele zone,
•
uitwerken van een duidelijk herkenbare infrastructuur,
•
duidelijke en eenvoudige informatie en bewegwijzering,
•
eenvoudige pictogrammen (informatieve of oriënterende pictogrammen),
•
verschillende kleuren voor verschillende aanduidingen (blauw voor informatie, groen voor veiligheid, geel voor gevaar, rood voor noodsituaties en bruin voor toerisme),
•
eenvoudige, uniforme fonts die contrasteren met de achtergrond, voldoende ruimte tussen woorden en letters, formaat aangepast aan de leesomstandigheden (afstand7, voorwerp waarop de informatie betrekking heeft), matte, niet reflecterende achtergrond.
7
Fontformaat aangepast aan de leesafstand: - dichtbij (< 1 m): fontformaat 0,8 tot 1 cm, - vrij dichtbij (~ 1 m): fontformaat min. 2 cm,
- op grote afstand (max. 15 m): fontformaat min. 7,5 cm,
- op een gemiddelde afstand (~ 3 m): fontformaat min. 4 cm,
- op erg grote afstand (max. 100 m): fontformaat min. 50 cm.
Gemeentelijk Mobiliteitsplan Schaarbeek - Fase 2 – feb-08
VII-93