VIAG 2013, 15-10-2013
Bijlage 1 van de VIAG 2013
Literatuurlijst
Arbeidsomstandighedenwet 1998 TEWAC
Veilig werken met asbestcementleidingen
CROW 96b
Maatregelen bij werken in uitvoering op niet autosnelwegen en wegen buiten de bebouwde kom
NEN 1059
Gasvoorzieningsystemen: Gasdrukregelstations voor transport en distributie. Nederlandse editie op basis NEN -EN 12186 en 12279
NEN 1078 NEN 8078 NEN 2768 NEN 7244-1
NEN 7244-2
NEN 7244-3
NEN 7244-4
NEN 7244-5
NEN 7244-6 NEN 7244-7
NEN 7244-9
NEN 7244-10
ATEX 95
Voorziening voor gas met een werkdruk t/m 500mbar Prestatie eisen nieuwbouw Prestatie eisen bestaande bouw Meterkasten voor ruimten en bijbehorende voorzieningen in de woonfunctie Nederlandse editie op basis van NEN-EN 12007-1. Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 1: Algemene functionele eisen Nederlandse editie op basis van NEN-EN 12007-2. Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar; deel 2: specifieke functionele eisen voor polyetheen (MOP t/m 10 bar Nederlandse editie op basis van NEN -EN 12007-3 Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 3: Specifieke functionele eisen voor staal Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 4: Specifieke functionele eisen voor nodulair gietijzeren leidingen met een maximale bedrijfsdruk van 8 bar Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 5: Specifieke functionele eisen van slagvast PVC-leidingen met een maximale bedrijfsdruk van 200 mbar. Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 6: Specifieke functionele eisen voor aansluitleidingen Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 7: Specifieke functionele eisen voor sterkte en dichtheidsbeproeving en voor het in bedrijfstellen van gasdistributie leidingen Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 9: Specifieke functionele eisen voor controle en behandeling van gaslekkage in gasdistributie leidingen. Gasvoorzieningsystemen. Leidingen voor maximale bedrijfsdruk tot en met 16 bar deel 10: Specifieke functionele eisen voor opstellingsruimten en meteropstellingen met een maximale inlaatdruk van 100 mbar en een maximale ontwerpcapaciteit van 650 mn3/h. Eisen voor apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen.
VIAG 2013, 15-10-2013
Bijlage 2 van de VIAG 2013
AVP AW BBH BD BGW BH BP DO EVHI GO GOS GVR HD IV KB Klic LD LEL LMRA MOP NGW OIV PBM PL RI&E RO SGW THP TRA UGW VIAG VM VOP VP VWI WP WV
Afkortingenlijst
Allround vakbekwaam persoon Andere werkzaamheden Beperkte bedieningshandelingen Bedieningsdeskundige Beperkte gastechnische werkzaamheden Bedieningshandelingen Bedieningsplan Directe opdracht Elektronisch volume herleidinginstrument Goedgekeurde opdracht Gasontvangstation Contactgroep Veiligheidsregelgeving Hoge druk Installatieverantwoordelijke Kathodische bescherming Kabels en leidingen informatie centrum Lage druk Lower Explosion Level Laatste minuut risico analyse Maximum operational pressure (maximium werkdruk) Niet-gastechnische werkzaamheden Operationeel Installatieverantwoordelijke Persoonlijke beschermingsmiddelen Ploegleider Risico-inventarisatie en -evaluatie Raamopdracht Standaard gastechnische werkzaamheden Toeganghebbend persoon Taak risico analyse Uitgebreide gastechnische werkzaamheden Veiligheidsinstructie aardgas Veiligheidsmaatregelen Voldoend onderricht persoon Vakbekwaam persoon Veiligheidswerkinstructie Werkplan Werkverantwoordelijke
VIAG 2013, 15-10-2013
Processchema VIAG bij DO en GO
Bijlage 3a. VIAG 2013, 15-10-2013 OIV WV BD PL AVP WP BP
In dit schema is de aangegeven WV altijd de voor dat deel verantwoordelijke WV; bij een mono-werkplan is dat steeds dezelfde; bij een duo-werkplan moet er overdracht tussen de WV’n plaats vinden zodat er op elk moment slechts één WV verantwoordelijk is.
= Operationeel Installatie Verantwoordelijke = Werkverantwoordelijke = Bedieningsdeskundige = Ploegleider = (Allround) Vakbekwaam Persoon = Werkplan = Bedieningsplan
Bij activiteiten door meerdere ploegen tegelijkertijd moet er bij start / beëindiging van elke processtap contact zijn tussen elke PL en de WV (op door de WV te bepalen wijze)
In de diverse stappen in dit schema zo nodig toezicht door de WV en/of terugkoppeling naar de WV op de afgesproken momenten BD
BD
BD
Copie BP
Alleen in geval van afwijkingen en storingen: melding bed. handelingen gereed
Het voorbereidings- en uitgifteproces, inclusief opdrachtverstrekking, is afhankelijk van de uit te voeren activiteiten; zie hiervoor
Alleen in geval van afwijkingen en storingen: melding bed. handelingen gereed
Toestemming start BP
bijlage 7
Toestemming start BP
Verzoek start BP
WV
Eventueel overleg over WP
OIV
Melding WP en BP gereed op door IV te bepalen wijze
Verzoek start BP
WV
WV Melding van wijziging in netten of stations
Opdracht tot uitvoering
PL AVP
PL AVP
PL AVP
PL AVP
Beide processtappen vaak in elkaar overlopend en repeterend
VOORBEREIDING
TREFFEN VEILIGHEIDSMAATREGELEN
BEDIENINGSHANDELINGEN
Melding WP en BP gereed op door IV te bepalen wijze PL AVP
PL AVP
Beide processtappen vaak in elkaar overlopend en repeterend
UITVOEREN WERKZAAMHEDEN
BEDIENINGSHANDELINGEN
OPHEFFEN VEILIGHEIDSMAATREGELEN
OPLEVERING
1
Processchema VIAG bij RO
Bijlage 3b. VIAG 2013, 15-10-2013 OIV WV BD PL AVP
= Operationeel Installatie Verantwoordelijke = Werkverantwoordelijke = Bedieningsdeskundige = Ploegleider = (Allround) Vakbekwaam Persoon
BD
BD Activiteiten die via raamopdracht worden uitgevoerd, conform bijlage 7
Alleen in geval van afwijkingen en storingen: melding bed. handelingen gereed
OIV
Alleen in geval van afwijkingen en storingen: melding bed. handelingen gereed Toestemming start bedieningshandelingen
Toestemming start bedieningshandelingen
Informatie over verstrekte raamopdrachten
PL (A)VP
PL (A)VP
PL (A)VP
Beide processtappen vaak in elkaar overlopend en repeterend
VOORBEREIDING
WV
Melding van wijziging in netten of stations
Verstrekking RO aan AVP, VP, VOP, THP
PL (A)VP
Informatie naar OIV op door IV te bepalen wijze
Verzoek start bedieningshandelingen
Verzoek start bedieningshandelingen
WV
OIV
TREFFEN VEILIGHEIDSMAATREGELEN
BEDIENINGSHANDELINGEN
PL (A)VP
Gereedmelding van activiteit op door IV te bepalen wijze PL (A)VP
Beide processtappen vaak in elkaar overlopend en repeterend
UITVOEREN WERKZAAMHEDEN
BEDIENINGSHANDELINGEN
OPHEFFEN VEILIGHEIDSMAATREGELEN
OPLEVERING
1
Bijlage 4 van de VIAG 2013,15-10-2013 Aanwijzingenstructuur WEB-niveau of gelijkwaardig
Aanwijzingen VIAG in gasvoorzieningsystemen van de netbeheerders IV G OIV G WV G-distributie WV G-netten WV G-LDnetten
4
WV G-meterkast BD G AVP G-distributie AVP G-stations 3
AVP G-netten AVP G-LDnetten VP G-LD
2
VP G-meterkast VP G-aanleg VOP G-meters
1
VOP G-assistent THP-G coördinatie en opdracht bediening
werkzaamheden in stations
werkzaamheden in LD- en HDnetten
werkzaamheden in LD-netten
alle werkzaamheden aan LDaansluitingen
BH
BH
BH
BH
BBH
nieuwe aanleg LD-meterhandling in werkzaamheden algemene betreden, LD-aansluimeterkasten in/aan LDassistentie*, enkele schouwen**, tingen en LDmeterkast; LDbeperkte enkele nietmeterhandling meterhandling, ook gastechnische gastechnische in meterkasten in stations werkzaamheden werkzaamheden (BGW) *** (NGW)***
BBH
BBH, alleen bediening
BBH
hoofdkraan
* algemene assistentie is alleen aangegeven bij de VOP G-assistent maar kan ook worden gedaan door elk type VOP, VP of AVP ** betreden en schouwen kan ook zelfstandig gebeuren door personen met een andere aanwijzing indien zij in het bezit van een sleutel zijn *** BGW en NGW zijn ook uit te voeren door elk type VOP, VP of AVP, na instructie en conform voorwaarden in VWI
BBH, alleen sluiten hoofdkraan
Bijlage 5 van de VIAG 2013,
Verdeling activiteiten
15-10-2013
Bijlage 5- Verdeling van (een aantal) activiteiten over de begrippen, genoemd in artikel 2 het uitvoeren van in- en uitbouwingen in LD- en HD-netten het ontgassen, ontluchten, affakkelen, afblazen van HD- en LD-netten het verwisselen van meters HD het repareren van gaslekken in HD- en LD-leidingen
Uitgebreide gastechnische werkzaam-heden (UGW)
sterkte- en dichtheidsbeproeving van HD-leidingen en LD-distributieleidingen het in of uit bedrijf nemen van HD- en LD-leidingen het in of uit bedrijf nemen van stations
Gastechnische werkzaamheden
het uitvoeren van werkzaamheden aan meet- en regelinstallaties in het gasvoorzieningsysteem alle werkzaamheden die niet tot de SGW, BGW, NGW of AW behoren het verwisselen van LD-meters > G25 reparatie en onderhoud aan LD-meteropstellingen t/m G25 het repareren van gaslekken in LD-aansluitleidingen
Standaard gastechnische werkzaamheden (SGW)
het repareren van gaslekken in gasloze HD- en LD-leidingen het ontluchten, afblazen van LD-aansluitleidingen en meteropstellingen sterkte- en dichtheidsbeproeving van LD-aansluitingen aansluiten en in bedrijfnemen van LD-aansluitleidingen en meteropstellingen het verwisselen van meters t/m G25, eventueel inclusief de drukregelaar (zie ook VWI G-10) het beproeven op dichtheid van binneninstallaties en meteropstellingen t/m G25 het ontluchten van binneninstallaties t/m G25 het nemen van gasmonsters
Beperkt gastechnische werkzaamheden (BGW)
controle van grondafsluiters en appendages het preventief/periodiek gaslekonderzoek eenvoudige (druk)metingen, waarbij geen gastechnische werkzaamheden worden verricht het aanbrengen van meetdraden voor het KB-systeem controle doorslagvastheid van de bekleding van leidingen (afvonken) het uitvoeren van A-inspecties bij gasdruk regel- en meetstations betreden
Niet-gastechnische werkzaamheden (NGW)
schoonmaken (vloer en wanden) beperkte bouwkundige en civiele werkzaamheden in stations verwisselen van lampen het aflezen van meters het uitvoeren van KB-metingen het buiten of aan de buitenzijde van het station uitvoeren van bouwkundige/civiele werkzaamheden het snoeien van beplanting buiten de stations
Andere werkzaamheden (AW)
graven (inclusief de kraanmachinist en de medewerker die de kraanmachinist assisteert), het leggen of verwijderen van straatwerk het leggen van leidingen de aanleg van nieuwbouw transport- en distributie-netten indien deze (nog) niet zijn verbonden met bestaande (al of niet onder gasdruk staande) gasvoorzieningsystemen het bedienen van afsluiters het wijzigen van instellingen van meet-, regel- en beveiligingsapparatuur
Bedieningshandelingen (BH)
het stoppelen, exclusief het aanboren het zetten van gasblazen, exclusief het aanboren het knevelen van PE-leidingen
Beperkte bedieningshandelingen (BBH)
het bedienen van afsluiters in aansluitleidingen het aanbrengen van een tijdelijk afsluitmiddel (bijv. het zetten van een kraanblaasje) het bedienen van hoofdkranen in meteropstellingen
Voor nadere details dient bijlage 6 en de betreffende veiligheidswerkinstructie te worden geraadpleegd
G-06 G-07 G-08 G-09 G-10
Gasmeters ≤ G25 plaatsen, verwisselen of verwijderen Binneninstallaties en meteropstellingen ≤ G25 beproeven op dichtheid Binneninstallaties ≤ G25 ontluchten Gasmeters HD of > G25 LD plaatsen, verwisselen of verwijderen LD meteropstellingen ≤ G25 inclusief hoofdkranen, repareren en onderhouden
G-11 G-12 G-13 G-14
Nieuwe LD-aansluitleidingen en meteropstellingen aansluiten en in gebruik nemen LD-aansluitleidingen beproeven op sterkte en dichtheid LD-aansluitleidingen ontluchten Werken aan bestaande LD-aansluitleidingen en meteropstellingen
G-15 G-16 G-17 G-20 G-21 G-22 G-23
HD-aansluitleidingen aanleggen en in gebruik nemen Werken aan gaszadels en aftakpunten onder druk in LD-netten (met gasuitstroming) Werken aan gaszadels en aftakpunten onder druk in LD-netten (zonder gasuitstroming) LD-leidingen in en uit bedrijf nemen en/of buiten bedrijf stellen HD-leidingen in en uit bedrijf nemen en/of buiten bedrijf stellen HD en LD-leidingen en HD-aansluitleidingen beproeven op sterkte HD en LD-leidingen en HD-aansluitleidingen op dichtheid beproeven
G-24 G-25 G-27 G-28 G-29 G-31
Gasblazen in LD-leidingen plaatsen en verwijderen HD-leidingen stoppelen PE-leidingen en aansluitleidingen knevelen in HD- en LD-netten Aftakhulpstukken lassen op PE in bestaande HD- en LD-netten Aftakhulpstukken lassen op staal in bestaande HD- en LD-netten Bekleding van HD- en LD-leidingen controleren
G-35 G-36 G-37
Bovengronds gaslekzoeken De omgeving veiligstellen van en het lokaliseren van gaslekken Lekken repareren in HD- en LD-leidingen
G-41 G-42 G-43 G-45 G-46 G-47
Gasmonsters nemen in HD- en LD-netten
G-50 G-51 G-52 G-53 G-54
Niet-gastechnische werkzaamheden uitvoeren in gastechnische bedrijfsruimten Functionele inspecties uitvoeren aan gastechnische installaties en meteropstellingen > G25 Gastechnische werkzaamheden uitvoeren in gastechnische bedrijfsruimten Werkzaamheden aan EVHI's uitvoeren Gasdrukregel- en meetstations in en uit bedijf nemen
IV
Grondafsluiters en appendages controleren in HD- en LD-netten KB-metingen uitvoeren Meetdraden aanbrengen voor kathodische bescherming op gasvoerende leidingen Werken met aardgascondensaat
IV
1 2 3
OIV
alleen direct betrokken bij de uitvoering van een GO
Omschrijving
minder direct betrokken bij de uitvoering
Nummer
OIV
alleen direct betrokken bij de uitvoering van (bijbehorende) bedieningshandelingen, zie VIAG artikel 4.5.2. en 5.2.
VIAG Bijlage 6, 15-10-2013. Overzicht veiligheidswerkinstructies
BD
BD
Mogelijk betrokken aanwijzing
Opm.
Gasvoorzieningsystemen WVdi
WVn
WVldn
x x x x x
x x x x x
x x x x x
x x x x
x x x x
x x x x
x x x x x x x
x x x x x x x
x x x x x x
x x x x x x
x x x
x x x
x x x x x x
x x x x x x
x x x x x WVdi
WVmk AVPdi
x x x x x
x x x x x x x x x
x x
x
x
x
x
x
WVldn
Opmerking(en) vanuit de laatste kolom Het deel van deze VWI dat mag worden uitgevoerd is afhankelijk van de situatie en de aanwijzing; zie hiervoor de VWI. VWI mag alleen samen met een andere persoon met een (eventueel lagere) aanwijzing worden uitgevoerd; zie hiervoor de VWI. Een deel van de VWI mag alleen samen met een andere persoon met een (eventueel lagere) aanwijzing worden uitgevoerd, afhankelijk van de situatie; zie hiervoor de VWI.
AVPldn
VPld
VPmk
VPa
VOPm
x x x x x
x x x x x
x x x x x
x x x x x
x x x
x x x
x x x x
x x x x
x x x x
x x x x
x x x x x x x
x x x x x x x
x x x
x x
x x x x x x
x x x x x x
x x x x x
x
x
x
x
x x x
x x x
x x x
x
x
x x x x x x
x x x x x x
x x x x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x x
x x
x
WVn
AVPn
x x x x x
AVPst
x
x
x x x x x x
x x x x x
x x x x x
x x x x x
WVmk AVPdi
AVPst
VOPas
THP
1.2 1
x x x x
1.2 1.2 2 2 2 2 2 2 2 1.2 1.2
x x
2 2 1.2 1.2 1.2
1.3 x 1 x x x
x 1.3
x
x
1 1.3 3 3
AVPn
AVPldn
VPld
VPmk
VPa
VOPm
VOPas
THP
Opm.
Bijlage 7 van de VIAG 2013,
15-10-2013
Proces werkuitgifte
Raamopdracht - RO
Directe opdracht - DO
Goedgekeurde opdracht - GO
WV geeft opdracht voor een aantal identieke, kleinschalige en overzichtelijke activiteiten gedurende een langere periode.
WV accordeert het uitvoeringsplan, bepaalt de uitvoerende medewerker(s) en geeft het fysiek zelf in opdracht aan die medewerker(s);
WV accordeert het uitvoeringsplan, bepaalt de uitvoerende medewerker(s) en geeft het fysiek zelf in opdracht aan die medewerker(s);
Een RO behoeft geen accordering door OIV
Een DO behoeft geen accordering door OIV
Een GO heeft een accoord van de OIV nodig
Werkuitgifte niet door WV Werkuitgifte door "leek", bijv. planner
Werkuitgifte door WV
Werkuitgifte door WV
Onderstaand de voor een RO in aanmerking komende activiteiten
Onderstaand de activiteiten die minimaal via een directe opdracht moeten worden uitgevoerd
Onderstaand de activiteiten die een goedkeuring van de OIV nodig hebben
Opmerkingen De wijze van opdrachtverstrekking en werkuitgifte van niet in dit overzicht opgenomen activiteiten wordt bepaald door de IV. Een WV mag van een DO altijd een GO maken.
VWI nr.
Activiteit
G-06 G-07 G-08 G-09 G-10
G-06 G-07 G-08 G-09 G-10
Gasmeters ≤ G25 plaatsen, verwisselen of verwijderen Binneninstallaties en meteropstellingen ≤ G25 beproeven op dichtheid Binneninstallaties ≤ G25 ontluchten Gasmeters HD of > G25 LD plaatsen, verwisselen of verwijderen LD meteropstellingen ≤ G25 inclusief hoofdkranen, repareren en onderhouden
G-11 G-12 G-13 G-14
G-11 G-12 G-13 G-14
Nieuwe LD-aansluitleidingen en meteropstellingen aansluiten en in gebruik nemen LD-aansluitleidingen beproeven op sterkte en dichtheid LD-aansluitleidingen ontluchten Werken aan bestaande LD-aansluitleidingen en meteropstellingen
G-15 G-16 G-17 G-20 G-21 G-22 G-23
HD-aansluitleidingen aanleggen en in gebruik nemen Werken aan gaszadels en aftakpunten onder druk in LD-netten (met gasuitstroming) Werken aan gaszadels en aftakpunten onder druk in LD-netten (zonder gasuitstroming) LD-leidingen in en uit bedrijf nemen en/of buiten bedrijf stellen HD-leidingen in en uit bedrijf nemen en/of buiten bedrijf stellen HD en LD-leidingen en HD-aansluitleidingenop beproeven op sterkte HD en LD-leidingen en HD-aansluitleidingen op dichtheid beproeven
G-15 G-16 G-17 G-20 v.w.b. kleine netuitbreidingen, zie VWI
G-20 v.w.b.overige situaties, zie VWI G-21 G-22 G-23 G-24 (altijd via bedieningsplan)
G-27 v.w.b. LD-aansluitleidingen G-28 v.w.b. LD-leidingen
G-27 v.w.b. LD-netten en HD–aansluitleidingen G-28 v.w.b. HD-leidingen G-29
G-24 Gasblazen in LD-leidingen plaatsen en verwijderen G-25 G-27 v.w.b. HD-netten
G-31 G-35 G-36 G-37 v.w.b. LD-leidingen
G-42 (altijd via bedieningsplan) G-43 G-45 G-46 G-47
G-51 G-52 zonder bedieningshandelingen G-52 m.b.t. meterplaatsingen G-53 G-54 zonder invloed op de bedrijfsvoering van het net
HD-leidingen stoppelen PE-leidingen en aansluitleidingen knevelen in HD- en LD-netten Aftakhulpstukken lassen op PE in bestaande HD- en LD-netten Aftakhulpstukken lassen op staal in bestaande HD- en LD-netten Bekleding van HD- en LD-leidingen controleren
G-35 Bovengronds gaslekzoeken G-36 De omgeving veiligstellen van en het lokaliseren van gaslekken G-37 Lekken repareren in HD- en LD-leidingen
G-37 v.w.b. HD-leidingen
G-41
G-50 v.w.b. betreden, schoonmaken, beperkte bouwkundige en civiele werkzaamheden, aflezen meters, lampverwisselen, activiteiten buiten
G-25 G-27 G-28 G-29 G-31
G-50 v.w.b. overige (niet onder RO genoemde) werkzaamheden G-50 indien de onder RO genoemde werkzaamheden door een leek worden uitgevoerd
G-41 G-42 G-43 G-45 G-46 G-47
Gasmonsters nemen in HD- en LD-netten Grondafsluiters bedienen in HD- en LD-netten en aansluitleidingen Grondafsluiters en appendages controleren in HD- en LD-netten KB-metingen uitvoeren Meetdraden aanbrengen voor kathodische bescherming op gasvoerende leidingen Werken met aardgascondensaat
G-50 Niet-gastechnische werkzaamheden uitvoeren in gastechnische bedrijfsruimten
G-52 indien bedieningshandelingen nodig zijn
G-54 met invloed op de bedrijfsvoering van het net
G-51 Functionele inspecties uitvoeren aan gastechnische installaties en meteropstellingen > G25 G-52 Gastechnische werkzaamheden uitvoeren in gastechnische bedrijfsruimten G-53 Werkzaamheden aan EVHI's uitvoeren G-54 Gasdrukregel- en meetstations in en uit bedijf nemen
Raamopdracht VIAG Bestemd voor Personeelsnummer Functie VIAG- aanwijzing Geldigheidsduur Geldigheidsgebied
Bijlage 8 van de VIAG 2013, 15-10-2013
: ……………………………… van bedrijf ………………………………….. : ………………………. : ………………………. : …………………….… : ………………….…… : ……………………….
Omschrijving bedieningshandelingen:
Omschrijving werkzaamheden:
Aanvullingen: 1. Deze raamopdracht is alleen geldig voor bovengenoemde bedieningshandeling(en) en/of werkzaamheden, en bij werkzaamheden altijd in combinatie met de betreffende veiligheidswerkinstructie(s). 2. Indien activiteiten via deze raamopdracht door meerdere personen met een aanwijzing worden uitgevoerd, fungeert de persoon met de hoogste aanwijzing (alle typen VP of AVP) als ploegleider. Bij gelijke aanwijzingen gaat diegene als ploegleider fungeren, die de werkopdracht heeft ontvangen. 3. De WV neemt, op een nader door het bedrijf te bepalen wijze, kennis van de door de opdrachtnemer op basis van deze raamopdracht uitgevoerde activiteiten. 4. Een eventuele eerder uitgeschreven raamopdracht is hierbij vervallen.
Akkoord WV / WV-netten voor raamopdracht: Naam : ………….………………………………
Paraaf: …………………………….
Datum : …………………………………………
Opdrachtnemer verklaart dat de aan hem/haar verstrekte raamopdracht duidelijk is, dat hij/zij akkoord gaat met deze raamopdracht en dat hij/zij deze zal naleven: Handtekening opdrachtnemer: ……………………………………………………Datum………………………
Bijlage 9 van de VIAG 2013, 15-10-2013 Aanwijzing VIAG als bedoeld in artikel 31 van de Arbo-wet en artikel 3 van de VIAG 2013 in het kader van de VIAG 2013 ( Veiligheidsinstructie aardgas) Naam ……………………
Geboortedatum Personeelsnummer Functie Bedrijfsonderdeel Bedrijf
Bovengenoemde medewerker is in het kader van de VIAG 2013 met ingang van …………… tot ………….. (einddatum van de geldigheidstermijn) op grond van opleiding, ervaring, en een overeenkomstig Stipel-PCE-certificaat aangewezen volgens onderstaande omschrijving:
Toepassingsgebied:
Aanwijzing:
Bijzonderheden: Met het verstrekken van deze aanwijzing vervallen alle voorgaande aanwijzingen in het kader van de VIAG, of daarmee gelijkwaardige normen en voorschriften. Handtekening van of namens de werkgever Naam
Datum
De aangewezen medewerker verklaart dat: - hij/zij de bij deze aanwijzing behorende opleidingen en instructies heeft gevolgd, en - hij/zij bekend is met de VIAG 2013 inclusief de veiligheidswerkinstructies, en de van toepassing zijnde bedrijfspecifieke procedures en veiligheidswerkinstructies, en - hij/zij bekend is met de werkzaamheden en de daarbij behorende veiligheidsmaatregelen, en - hij/zij beschikt over de bijbehorende gereedschappen, hulpmiddelen en (persoonlijke) beschermingsmiddelen - hij/zij deze aanwijzing accepteert.
Datum en handtekening aangewezen medewerker:
Bijlage 10 van de VIAG 2013, 15-10-2013 Registratie van instructie bij toegang tot gastechnische bedrijfsruimten Behandelde onderwerpen
□ □ □ □ □ □ □ □
□ □ □ □ □
Personen met een pacemaker worden niet toegelaten Plaats en aard van de uit te voeren werkzaamheden Werkspecifieke gevaren en risico's Naderen van installatiedelen Afbakening en toegang tot de werkplek Voorschriften netbeheerder, waarschuwingsborden, signalen Gebruik goedgekeurde arbeidsmiddelen Te gebruiken persoonlijke beschermingsmiddelen, afhankelijk van het werk en de plaats: o Helm o Veiligheidsschoeisel o Brandvertragende kleding o Veiligheidsbril o …………. Aanvullende procedures, voorschriften, tekeningen Hoe te handelen bij calamiteiten of ongevallen: o.a. verzamelplaats, EHBO middelen, gebruik telefoon Eventueel mogelijke gevaren voor overige aanwezigen Procedure in- en uit melden Verbod op alcoholhoudende dranken en/of drugs
Aanvullende onderwerpen
□ □ □
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Locatie:
-------------------------------------------------------------------------------------
Toegangsinstructie gegeven door: Naam
----------------------------------------------------------------------------------------
Afdeling
----------------------------------------------------------------------------------------
Functie
----------------------------------------------------------------------------------------
Datum en handtekening
------------------------------------------
Ontvanger instructie: Naam
----------------------------------------------------------------------------------------
Functie
----------------------------------------------------------------------------------------
Bedrijf
----------------------------------------------------------------------------------------
Datum en handtekening
------------------------------------------
Bijlage 11 van de VIAG 2013, 15-10-2013
Gasbranden
Algemeen Voor het ontstaan van (gas)branden zijn drie voorwaarden essentieel: - een brandbare stof (gas); - zuurstof (aanwezig in de lucht); - ontbrandingstemperatuur (ontstekingsbron). Als één van deze drie niet aanwezig is, ontstaat er geen brand. In de werkomgeving is lucht (en dus zuurstof) altijd aanwezig. Om brand te voorkomen moet dus gezorgd worden: - dat er geen ontstekingsbron is als er gas kan ontsnappen, of - dat er geen gas kan ontsnappen als er een ontstekingsbron is. Brand Brand ontstaat altijd onverwacht; het is dan ook belangrijk dat de bij een groot aantal werkzaamheden voorgeschreven brandblusser ook daadwerkelijk aanwezig is. De uit te voeren handelingen en acties bij gasbranden zijn afhankelijk van de situatie. Altijd: de brandweer waarschuwen, tenzij er geen gevaar is voor de omgeving of maatschappelijke onrust. Indien van toepassing: melden dat er mogelijke gewonden zijn. Een brandend gaslek moet bij voorkeur niet geblust worden, maar moet gedoofd worden door het stoppen van de gasuitstroming. Uitstromend onverbrand gas kan namelijk elders ontstoken worden en dan veel meer schade aanrichten. Het vuur bedreigt een persoon Als iemand rechtstreeks door het vuur wordt bedreigd en diegene kan niet verwijderd worden zonder de gasbrand te blussen, dan mag de gasbrand zelf geblust worden, maar alleen onder de volgende voorwaarden: - de brandweer is (nog) niet aanwezig; - eerst moeten de (her)ontstekingsbronnen in de directe nabijheid worden gedoofd; - de gasbrand wordt bovenwinds benaderd; - er wordt gebruik gemaakt van de worplengte van de brandblusser; - er wordt altijd met de wind mee geblust, en van onder naar boven en laag bij de grond. Er moet worden vastgesteld dat de brand echt uit is en dat er geen herontsteking kan plaatsvinden. Het slachtoffer moet op een veilige afstand worden gebracht en daar vinden de verdere maatregelen voor het slachtoffer plaats. Het vuur bedreigt een object Als het vuur een object bedreigd en het is zeker dat er geen herontsteking kan plaatsvinden dan mag je de gasbrand zelf geblust worden, maar alleen onder de volgende voorwaarden: - de brandweer is (nog) niet aanwezig; - eerst moeten de (her)ontstekingsbronnen in de directe nabijheid worden gedoofd; - de gasbrand wordt bovenwinds benaderd; - er wordt gebruik gemaakt van de worplengte van de brandblusser;
-
er wordt altijd met de wind mee geblust, en van onder naar boven en laag bij de grond.
Er moet worden vastgesteld dat de brand echt uit is en dat er geen herontsteking kan plaatsvinden. Het blussen van een in brand geraakt persoon Bij het blussen van een in brand geraakt persoon zijn de onderstaande punten (stappen) van (levens)belang: a. de veilige afstand moet worden bepaald en daar moet (indien mogelijk) het slachtoffer worden heen gebracht; b. bij voorkeur wordt een blusdeken gebruikt; c. de persoon wordt zo snel mogelijk plat op de grond gelegd; d. de deken wordt van het hoofd naar de voeten gesleept en de zuurstof wordt onder de deken uit geveegd; e. het alarmnummer 112 wordt gebeld; f. de deken blijft om het slachtoffer gewikkeld (in verband met infectiegevaar) en er wordt minimaal 10 minuten gekoeld (door de blusdeken heen); g. het slachtoffer wordt blijvend gekoeld totdat de hulpdiensten zijn gearriveerd.